Verzenddatum 1 9 DEC Paraaf Provinci

Transcriptie

1 5 -minuten versie voor Provinciale Staten P'^^^j'^^ HOLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer PZH (DOS ) Datum vergadering Gedeputeerde Staten l8december2012 Portefeuillehouder Veldhuijzen, G Verzenddatum 1 9 DEC 2012 Paraaf Provinci Geheim Nee Termijn 9 januari 2013 Onderwerp Subsidieregeling herstructurering/ontwikkeling bedrijventerreinen Maritieme Cluster en Cluster Transport en Logistiek Zuid-Holland Bijlagen Besluit van Gedeputeerde Staten van 18 december 2012 tot vaststelling van de Subsidieregeling herstructurering/ontwikkeling bedrijventerreinen Maritieme Cluster en Cluster Transport en Logistiek Zuid- Holland Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van de actieve informatieplicht 1. Onderwerp in kort bestek Met de subsidieregeling Herstructurering/ontwikkeling bedrijventerreinen Maritieme Cluster en Cluster Transport en Logistiek Zuid-Holland worden twee projecten mogelijk gemaakt waarvoor FES-middelen vanuit het Rijk beschikbaar zijn gesteld. Het Rijk heeft de keuze gemaakt voor deze twee projecten en de rijksmiddelen daarvoor in het provinciefonds gestort. De projecten passen ook binnen het provinciaal beleid tav herstructurering/ontwikkeling bedrijventerreinen. Met dit beleid beoogt de provincie zowel een kwaliteits- als een kwantiteitsslag te maken in de ontwikkeling van bedrijventerreinen in Zuid-Holland. De projecten passen goed bij de ambitie vanuit de economische beleidsvisie om HIC (Havenindustrieel Complex)-gerelateerde watergebonden bedrijventerreinen zo effectief mogelijk in te zetten. Het betreft de projecten: Port Valley Stadshavens te Rotterdan en Maritiem Servicecluster Drechtsteden {Het Plaatje te Sliedrecht en Grotenoord te Hendrik Ido Ambacht). Procentueel draagt de provincie meer bij aan het tekort van het Servicecluster Drechtsteden (96%) dan aan het tekort van Port Valley Stadshavens (50%). Dit komt omdat bij het Servicecluster Drechtsteden naast FES-middelen ook autonome provinciale middelen worden toegekend ( 2,5 min). Deze zijn onderdeel van de benodigde 50% cofinanciering van de FES-middelen door de regio. Beide geldstromen lopen, na decentralisatie van de FES-middelen, via het Provinciefonds en tellen daarom samen tot een provinciale bijdrage. Naast de provincie dragen ook de gemeenten Sliedrecht en Papendrecht en de regio Drechtsteden bij aan de cofinanciering. Aan Rotterdam is in eerdere jaren aan andere projecten al voor 2,6 min aan autonome provinciale middelen (UHB-subsidie) toegekend waardoor nu alleen de FES-middelen worden toegekend. De regionale cofinanciering wordt door de gemeente Rotterdam verzorgd. 1/3

2 p^^^-j'^jj HOLLAND Om juridische redenen is het beschikken van incidentele subsidies niet mogelijk, aangezien er een subsidieregeling voor het ondenverp herstructurering bedrijventerreinen vigeert (Subsidieregeling herstructurering/ontwikkeling en planvorming bedrijventerreinen Zuid- Holland), De subsidietoekenning van het Rijk mbt de FES-middelen wijkt echter op een aantal punten af van de provinciale criteria in de subsidieregeling (hoogte subsidiebedrag en toegestane kostensoorten) waardoor toekenning aan begunstigden op basis van de provinciale subsidieregeling ook niet kan.. Daarom een subsidietoekenning via een maatwerkregeling. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader De Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland, de Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie Regionale Economie en Energie , het Convenant bedrijventerreinen van Rijk, IPO en VNG en het herstructureringsprogramma bedrijventerreinen Zuid-Holland b. Relatie andere interne beleidsterreinen De beleidskaders waarop de subsidieregeling is gebaseerd zijn integraal tot stand gekomen o.a. in overieg met beleidssectoren Ruimte en Wonen en Mobiliteit en Milieu. De vooriiggende regeling Is een uitwerking van het beleid. c. Relatie externe partijen De projecten voor herstructurering en ontwikkeling van in de subsidieregeling genoemde bedrijventerreinen zijn tot stand gekomen in overieg met betrokken gemeenten, regio's en het Rijk. 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis PS hebben de Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie Regionale Economie en Energie vastgesteld. b. Waar staan we nu? De fase van beleidsuitwerkïng Op maat gemaakt subsidiekader om herstructurering/ontwikkeling van een beperkt aantal geselecteerde bedrijventerreinen waarvoor FES-subsidie van het Rijk ontvangen is, mogelijk te maken c. Vervolgprocedure Verzenden van subsidieverieningsbrieven na publicatie in provinciaal blad. 2/3

3 p^^ HOLLAND 4. Financiële aspecten (dekking en risico's) Financiële consequenties passen binnen de daarvoor beschikbare middelen in de reserve van Programma 3. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar Telefoon A. de Wolf Kamer 3/3

4 Subsidieregeling herstructurering/ontwikkeling bedrijventerreinen Maritieme Cluster en Cluster Transport en Logistiek Zuid-Holland Gedeputeerde Staten van Zuid-HoUand, Gelet op artike! 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland; BESLUITEN: Vast te stellen de Subsidieregeling herstructurering/ontwikkeling Maritieme Cluster en Cluster Transport en Logistiek bedrijventerreinen Zuid-Holland Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen ln deze regeling wordt verstaan onder: a. ontwikkelingsproject: aanleg van een nieuw bedrijventerrein; b. herstructureringsproject: planmatige verbetering van het vestigingsklimaat op een bestaand bedrijventerrein, waarbij de bedrijfsbestemming behouden büjfït; c. bedrijventerrein: lerrein dat bestemd en geschikt is voor gebruik door vestigingen ten behoeve van handel, nijverheid, commerciële en ni et-commerciële dienstverlening en industrie, daaronder niet begrepen een locatie in overwegende mate bestemd voor kantoren, detailhandel of horeca; d. kwaliteilstoets: onderzoek dat inzicht verschaft in de mogelijkheden om tot kwaliteitsverbetering van een bedrijventerrein te komen, waarbij aandacht wordt besteed aan de beeldkwaliteit van het bedrijventerrein, creatief ruimtegebruik, de inpassing in de omgeving, het optimaliseren van het voorzieningenniveau, verbetering van de bereikbaarheid, goed beheer (invoering parkmanagement na uitvoering project) en duurzaam energie- en waterbeheer; e. ruimtetoels: onderzoek dat inzicht geeft in de mogelijkheden die er op een bedrijventerrein zijn om tot ruimtewinst te komen door een intensieve(re) benutting van de beschikbare ruimte; f. verordening: de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland.

5 Artikel 2 Doelgroepen i. Subsidies als bedoeld in paragraaf 2 worden slechts verstrekt aan gemeenten en openbare lichamen als bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waarin gemeenten samenwerken. Paragraaf 2 Herstructurering/Ontwikkeling bedrijventerreinen Artikel 3 Activiteiten 1. Gedeputeerde Stalen kunnen projectsubsidies verstrekken voor activiteiten die gericht zijn op de voorbereiding en uilvoering van een ontwikkelingsproject, herstructureringsproject, of een combinatie hiervan voor de volgende bedrijventerreinen: a. Port Valley Stadshavens van de gemeente Rotterdam b. Maritiem Servicecluster Drechtsteden (Het Plaatje te Sliedrecht en Grotenoord te Hendrik Ido Ambacht) van hel openbaar lichaam Drechtsteden 2. Artikel 17 van de verordening is niet van toepassing op deze paragraaf Artikel 4 Aanvraag!. Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 wordl ingediend met gebruikmaking van hel volledig ingevulde origineel van een door het bevoegd gezag ondertekend Aanvraagformulier Projecten Uitvoeringssubsidie Herstructurering Bedrijventerreinen, dat door Gedeputeerde Staten is vastgesteld. 2. In aanvulling op artikel 36 van de verordening gaat een aanvraag vergezeld van de volgende documenten: a. een haalbaarheidsanalyse, waarin de planologische en milieutechnische haalbaarheid van het project in beeld wordt gebracht; b. een verklaring dat de fmanciële middelen, behoudens de gevraagde subsidie, beschikbaar zijn; c. een kwaliteitstoets, opgesteld confonn een door Gedeputeerde Staten vastgestelde handreiking; d. een ruimtetoets, opgesteld conform een door Gedeputeerde Staten vastgestelde handreiking Artikel 5 Subsidie la. Een subsidie als bedoeld in artikel 3 bedraagt 50% van het financiële tekort tot een maximum van ten behoeve van het project Port Valley van de gemeente Rotterdam;

6 lb. Een subsidie als bedoeld in artikel 3 bedraagt 96 % van het fmanciële tekort tot een maximum van ten behoeve van het project Maritiem Servicecluster Drechtsteden (Het Plaatje te Sliedrecht en Grotenoord te Hendrik-ldo-Ambacht) van het openbaar lichaam Drechtsteden. 2. Het fmanciële tekort is het negatieve verschil tussen opbrengsten en subsidiabele kosten, verminderd met bijdragen van derden en subsidies van andere bestuursorganen en de Commissie van de Europese Gemeenschappen. 3. Onder opbrengsten worden alle aan het project toe te rekenen opbrengsten begrepen. Als opbrengst wordt in aamnerking genomen, wat betreft de opbrengst uit uitgifte van grond en de opbrengst van bedrijfsverzamelgebouwen, de door een onafhankelijke taxateur vastgestelde marktwaarde uiterlijk drie maanden voorafgaand aan het moment van verkoop of, in geval van erfpacht of verhuur, uiterlijk drie maanden voorafgaand aan het moment waarop de erfpacht of de verhuur ingaat. In geval van nog niet uitgegeven grond wordt als opbrengst in aanmerking genomen de door een onafhankelijk taxateur vastgestelde verwachte marktwaarde uiterlijk drie maanden voorafgaand aan het moment van indiening van de aanvraag om subsidievaststelling. 4. In afwijking van het derde lid kan, in geval van verkoop van grond bij opbod volgens een open en onvoorwaardelijke biedprocedure die openbaar is gemaakt, het beste of enige bod als opbrengst in aanmerking worden genomen. 5. Onverminderd het vierde lid wordt, in het geval dat de feitelijke opbrengst hoger is dan de in het derde lid bedoelde taxatiewaarde, in afwijking van het derde lid. tweede volzin, als opbrengst de feitelijke opbrengst in aanmerking genomen. 6. Onder subsidiabele kosten worden verstaan de noodzakelijke, rechtstreeks aan een project toe te rekenen, na de indiening van de aanvraag gemaakte, betaalde en voor rekening van de gemeenten of openbare lichamen komende kosten: a. bij verwerving van grond en opstallen: de koopsom en overdrachtskoslen; b. kosten gebruiksbeëindiging; c. kosten van grondonderzoek; d. kosten van bodemsanering; e. koslen van bouw- en woonrijp maken; f. kosten van voorzieningen voor verkeer; g. koslen van infrastructuur; h. kosten van de aanleg van leidingen voor gas, elektriciteit en water; i. kosten van de aanleg van leidingen voor telecommunicatie, informatie- en communicatievoorzieningen; j. kosten van de aanleg van openbare verlichting; k. kosten van brandvoorz ien ingen; I. bij bedrijfsverzamelgebouwen: de {ver)bouwkosten en de kosten van gemeenschappelijke voorzieningen; m. verschuldigde omzetbelasting, indien degene die de kosten heeft gemaakt omzetbelasting niel in aftrek kan brengen of niet kan compenseren; n. kosten van projectmanagement, voorbereiding, toezicht en uitvoering; o. betaalde rentekosten: p. kosten op diepte brengen haven; q. kosten voor riolering.

7 7. In afwijking van het zesde lid worden mede als kosten in aanmerking genomen birmen tien jaar voor de indiening van de aanvraag gemaakte kosten van verwerving van grond en andere onroerende zaken. 8.In afwijking van het zesde lid kunnen van activiteiten waarvoor verplichtingen zijn aangegaan, kosten die nog niel zijn betaald in aanmerking worden genomen, zodanig dat het subsidiebedrag dat uil het eerste lid voortvloeil met maximaal 10% wordl verhoogd. Artikel 6 Weigeringsgronden 1. ln aanvulling op de artikelen IO loten met 15 en artikel 40 van de verordening weigeren Gedeputeerde Staten de verlening van een subsidie, indien er geen financieel tekort is. 2. In aanvulling op de artikelen 10 tot en met 15 en artikel 40 van de verordening kurmen Gedeputeerde Staten de verlening van een subsidie weigeren, indien het project niet geheel zal worden uitgevoerd of niet de eerste gurming zal worden verleend binnen 18 maanden na het eventuele verlenen van subsidie. 3. Artikel 40, eerste lid, onderdeel c, van de verordening is niel van toepassing. Artikel 7 Advies Gedeputeerde Staten kunnen ter zake van subsidieaanvragen advies inwirmen van onafhankelijke deskundigen. Artikel 8 Voorschot 1. Indien Gedeputeerde Stalen tot subsidieveriening besloten hebben, kunnen zij jaarlijks op aanvraag van de subsidieontvanger een voorschot verstrekken. 2. Een aanvraag om voorschot wordt ingediend gelijktijdig met het uitbrengen van het verslag, als bedoeld in artikel 10, vijfde lid. 3. Een voorschol wordt berekend aan de hand van een in de beschikking tot subsidieverlening vermeld voorschotpercentage van het totaal van de ter zake van het project betaalde kosten, vermeerderd met hel lotaal aan uit de voor het project aangegane verplichtingen voortvloeiende, in hetjaar volgend op de datum van indiening van de aanvraag verwachte betalingen, voor zover deze nog niet eerder bij de verstrekking van een voorschot in aanmerking zijn genomen. In totaal zal het bedrag aan voorschotten niet groter zijn dan 80% van hel bij subsidieverlening vermelde maximale subsidiebedrag. 4. Gedeputeerde Staten kunnen afwijzend beschikken op een aanvraag om voorschol, indien de subsidieontvanger niel heeft voldaan aan de ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen.

8 Artikel 9 Uitstel en vaststellen 1. In afwijking van artikel 42 van de verordening dient de subsidieontvanger zijn aanvraag tot subsidievaststelling in binnen zes maanden na afloop van een periode van uiterlijk zeven jaar na de datum waarop Gedeputeerde Staten tot subsidieverlening hebben besloten. 2. Gedeputeerde Staten kunnen de in het eerste lid bedoelde termijn van zeven jaar eeimiaal verlengen met maximaal driejaar. 3. De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een accountantsverklaring aan de hand van hel Vaststellingsformulier uitvoering herstructurering bedrijventerreinen (UHB), dat door Gedeputeerde Staten is vastgesteld. Artikel 10 Verplichtingen 1. De in dit artikel opgenomen verplichtingen gelden tot de dag waarop de subsidie wordt vastgesteld. 2. De subsidieontvanger moet binnen achttien maanden na de subsidieverlenging de eerste guiming verlenen. 3. De subsidieonlvanger voert het project uit overeenkomstig het projectplan waarop de subsidieverlening betrekking heeft, behoudens voorafgaande schriftelijke ontheffing van Gedeputeerde Staten voor het vertragen, het essentieel wijzigen of het stopzetten van het project. 4. Gedeputeerde Staten kunnen aan een ontheffing als bedoeld in het derde lid voorschriften verbinden. 5. De subsidieontvanger brengt jaarlijks vóór 1 april aan de provincie schriftelijk verslag uit omtrent de uitvoering van het project met gebruikmaking van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld formulier voor de voortgangsrapportage en aanvraag voorschol. 6. De subsidieontvanger voert een administratie zodanig dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle kosten en opbrengsten kunnen worden afgelezen. Paragraaf 3 Slotbepalingen Artikel 11 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 20 december Artikel 12 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling herstructurering/ontwikkeling bedrijventerreinen Maritieme Cluster en Cluster Transport en Logistiek Zuid-Holland Den Haag, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, J. FRANSSEN, voorzitter J.A.M. HILGERSOM, secretaris