Jurrien Rinse Gerrit Schuur GRAFELIJKHEID, KERK EN FRIESE VRIJHEID

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jurrien Rinse Gerrit Schuur GRAFELIJKHEID, KERK EN FRIESE VRIJHEID"

Transcriptie

1 Jurrien Rinse Gerrit Schuur GRAFELIJKHEID, KERK EN FRIESE VRIJHEID Inleiding In de latere Middeleeuwen was in een groot deel van het voormalige Friese kustgebied tussen Zwin en Weser de graaf zo goed als volledig van het toneel verdwenen. Het tijdperk van de Friese vrijheid had er zijn intrede gedaan. De enige uitzondering op deze regel vormde Holland vóór 1100 Friesland bewesten het Vlie geheten waar de graven tussen de 11 e en 13 e eeuw erin waren geslaagd zich tot vorsten op te werken. De gebieden die hiermee het scherpst in contrast staan, zijn die beoosten de Lauwers. Op een paar uitzonderingen na Eemsgo is daarvan de voornaamste worden daar al na de 11 e eeuw nergens meer graven genoemd. In het begin van de 13 e eeuw blijken in streken als Hunsingo, Fivelgo en Riustringen bestuur en rechtspraak praktisch volledig in handen te zijn gekomen van gezworenen, die door de bewoners zelf waren gekozen. Het gebied dat hier tussenin ligt ongeveer overeenkomend met de huidige provincie Friesland, maar eertijds ook wel aangeduid als Midden- of Westerlauwers Friesland lijkt te kunnen worden gekenschetst als de overgang hiertussen. Hier hebben de graven, met name die van Holland, tot ver in de Middeleeuwen soms nog macht kunnen uitoefenen, omdat er onder de inwoners mensen waren die hieraan wilden meewerken. Van een eigen rechtsordening vergelijkbar met die in de oostelijker streken wordt hier pas voor het eerst tegen het einde van de 13 e eeuw melding gemaakt.

2 Maar het is niet alleen de grafelijke macht die in Friesland een opmerkelijke ontwikkeling heeft doorgemaakt. Voor de kerkelijke verhoudingen geldt tot op zekere hoogte hetzelfde. Niet in die zin dat de Friezen hebben geprobeerd ook de Kerk eruit te werken. Op het eerste gezicht lijkt zelfs eerder het tegendeel het geval te zijn geweest. Er zijn in Friesland tussen de 11 e en 13 e eeuw juist uitzonderlijk veel kerken gebouwd. En het grote aantal in die tijd gestichte kloosters wijst ook niet op een tanende kerkelijke invloed. De overeenkomst met de politieke ontwikkelingen zit hem in de interne machtsverhoudingen. Verreweg de meeste kerken uit deze tijd blijken zgn. eigenkerken te zijn geweest. Zij waren eigendom van de stichters, iets wat lange tijd niet abnormaal was geweest, maar in deze eeuwen door de Kerk als een verwerpelijke misstand werd gezien. Veel priesters hielden er een levenswijze op na, die tegen alle regels van de Kerk indruiste. Er werd weinig tegen gedaan. Met name de hogere geestelijkheid dekens, abten bemoeiden zich intensief met het wereldlijke bestuur. Zij worden genoemd als de opstellers van wetten, en als degenen die de rechters aanstelden. Hun invloed op het wereldlijke bestuur was aanzienlijk. In dit artikel zal ik proberen voor deze hier gesignaleerde bijzondere politieke en kerkelijke verhoudingen een verklaring te vinden. Tevens hoop ik daarmee meer inzicht te verkrijgen in het ontstaan en de inhoud van het begrip Friese vrijheid, waar nog steeds grote verschillen van mening over bestaan. In dit onderzoek zal Westerlauwers Friesland centraal worden gesteld. Doordat hier de strijd tussen de graaf en Friezen verreweg het langst heeft geduurd, zijn over dit gebied

3 namelijk de meeste gegevens beschikbaar. De belangrijkste gegevens betreffende de grafelijkheid Voor zover we kunnen nagaan, zijn er na de Noormannentijd die rond 900 eindigde, in de meeste delen van Friesland Saksische edelen lang met de grafelijkheid beleend geweest. In 945 wordt een zekere Reginbert, die gezien zijn naam verwant kan zijn geweest met het Saksische geslacht der Immedingers, als prefect in Friesland genoemd 1. Een prefect was een boven andere graven staande militaire leider in een mark, dat is een meerdere graafschappen omvattend groter gebied 2. Over het bestaan van marken in Friesland zijn verder weinig gegevens voorhanden. We weten dat ook de Hollandse graven in de 10 e /11 e eeuw met de titel prefect of een daarmee vergelijkbare als hertog of markgraaf uitgerust zijn geweest 3. Van de in 970 met betrekking tot Oosterlauwers Friesland genoemde Wichman, uit het eveneens tot de Saksische adel behorende geslacht der Hamalanders, is door W. Ehbrecht verondersteld, dat ook hij hertog in Friesland is geweest 4. Hetzelfde zou kunnen gelden voor een van zijn opvolgers, Wichman III van Vreden, een Billunger, die rond 1000 munten in Friesland heeft laten slaan 5. In Westerlauwers Friesland hebben volgens N.E. Algra de hier in de 11 e eeuw regerende graven van Brunswijk eveneens de titel markgraaf gedragen 6. In 1101 is de Saksische hertog Hendrik van Northeim, bijgenaamd de Vette, beleend met wat dan heet de Friese mark 7. Het lijkt er dus op dat in de 10 e /11 e eeuw marken in Friesland hebben bestaan, maar hoe de indeling ervan precies is geweest en hoe het bestuur er was ingericht, valt moeilijk uit te maken. Van de genoemde

4 Brunswijkse markgraven schijnt het zwaartepunt van hun macht in Westerlauwers Friesland te hebben gelegen. Zij hebben hier op grote schaal in Staveren, Bolsward, Leeuwarden en Dokkum munten laten slaan, waaruit we kunnen opmaken dat hun gezag zeker niet illusoir is geweest 8. 1 Westergo 7 Vredewold 13 Norderland S Staveren Kloosters: 2 Oostergo 3 Hunsingo 4 Fivelgo 5 Humsterland 6 Langewold 8 Oldambt 9 Eemsgo 10 Reiderland 11 Mormerland 12 Broekmerland 14 Harlingerland 15 Oestringen 16 Riustringen 17 Saterland D Dokkum G Groningen (niet tot Friesland behorende, maar tot het graafschap Drenthe) Mariëngaarde (Oostergo) Bloemhof (Fivelgo) E Emden A Aurich J Jever De staatkundige indeling van het Friese kustgebied tussen Vlie en Weser in de 12 e /13 e eeuw. De indeling berustte op de uit de voormalige gouwen ontstane landen of terrae, dat waren in de latere Middeleeuwen door de inwoners zelf bestuurde politieke eenheden. Door de instabiele binnenlandse politieke verhoudingen is de indeling in de loop van de tijd aan voortdurende veranderingen onderhevig geweest.

5 Er kan echter ook worden vastgesteld dat al voor 1100 in verschillende delen van Friesland geharrewar over de uitoefening van de grafelijkheid is ontstaan. De eerste uiting ervan gaat zelfs mogelijk nog tot vóór 1000 terug. In 985 heeft de Duitse koning Otto III ( ) aan een zekere graaf Ansfried een aantal goederen, die hij al in leen had, in eigendom overgedragen 9. Deze goederen laten zich localiseren als gelegen in Westerlauwers Friesland. In 995 is genoemde Ansfried bisschop van Utrecht geworden en heeft in die hoedanigheid in 1006 het klooster Hohorst bij Amersfoort gesticht. Dit klooster dat later onder de naam St. Paulusabdij naar de stad Utrecht is verplaatst, blijkt goederen te hebben bezeten in Achlum, Arum, Kimswerd, Witmarsum en Pingjum, waarvan we wel met zekerheid mogen aannemen dat zij uit de nalatenschap van Ansfried afkomstig zijn geweest 10. Over de bedoeling die Koning Otto III met zijn schenking voor had, is door H. Halbertsma geschreven. Het zou kunnen zijn dat deze Ansfried op het tijdstip van uitvaardiging van de oorkonde graaf in Friesland was, maar toen al voorbestemd is geweest om eens bisschop van Utrecht te worden. Genoemde bezittingen hebben dan tot de grafelijke ambstgoederen behoord, en kunnen in eigendom aan Ansfried zijn overgedragen om de positie van de Utrechtse bisschop in Westerlauwers Friesland te versterken. Of toen ook al de bedoeling heeft voorgezeten, dat de grafelijkheid in Westerlauwers Friesland aan de bisschop zou overgaan, is onbekend, maar gezien de latere gang van zaken zeker niet uit te sluiten.

6 Uit vele uit de 11 e eeuw daterende berichten weten we dat in die tijd vrijwel alle Friese gebieden voor kortere of langere tijd onder het gezag van kerkelijke ambtsdragers hebben gestaan. Zo verwierf in 1047 de aartsbisschop van Bremen de grafelijke rechten in Hunsingo en Fivelgo 11. Deze schenking is in 1057 nog een bevestigd, omdat ze door de Brunswijkse graven werd betwist. In dezelfde tijd is ook Eemsgo overgedragen aan de Bremense kerk 12. Beide gebieden hadden voordien toebehoord aan de uit Saksen afkomstige graven van Werl. Dezen hebben in 1092 geprobeerd weer terug te komen, maar dat is met geweld en door de dood van twee van hen verijdeld 13. De Dom van Utrecht. De stichting van Utrecht als kerkelijk centrum van het volk der Friezen gaat terug tot de 7 e eeuw. In het begin van de 11 e eeuw is de Dom opgetrokken in Romaanse stijl. Na 1254 kreeg de kerk haar huidige aanzien door een herbouw in Gothische stijl.

7 De Dom van Bremen. Het huidige gebouw stamt voor het grootste deel uit de 11 e eeuw. Alleen de beide torens van het westwerk dateren uit later tijd (ca. 1250). In 1064 is door de Duitse koning Hendrik IV ( ) een graafschap bewesten het Vlie, dat wordt aangeduid als Westflinge et circa horas Reni, aan de Hollandse graaf

8 ontnomen en geschonken aan de bisschop van Utrecht 14. Dankzij militair ingrijpen van hertog Godfried van Lotharingen heeft de bisschop hier ook daadwerkelijk zijn gezag kunnen vestigen. Toch is dit niet meer dan een kort intermezzo geweest, want na 1076 heeft graaf Dirk V het graafschap weten te heroveren, al heeft hij waarschijnlijk bij de vredesregeling wel de leenhoogheid van de bisschop moeten erkennen 15. In 1077 is de Utrechtse bisschop beleend met het in Westerlauwers Friesland gelegen graafschap Staveren 16. Dit gebied was de laatste Brunswijkse graaf, Egbert II, ontnomen omdat hij zich had aangesloten bij een opstand tegen koning Hendrik IV. In 1086 zou wegens eenzelfde aanleiding ook het overige deel van Westerlauwers Friesland, het graafschap Westergo en Oostergo geheten, aan de Utrechtse bisschop komen 17. Uit deze gegevens blijkt dat in de 11 e eeuw met name de aartsbisschop van Bremen en de bisschop van Utrecht zich tijdelijk graaf in grote delen van Friesland hebben mogen noemen. Maar deze situatie heeft zich niet bestendigd. Zoals al gezegd, is in Holland de bisschop er weer spoedig uitgegooid. Westerlauwers Friesland is in 1101 aan de Utrechtse bisschop ontnomen en gegeven aan de Saksische hertog Hendrik de Vette, die verwant was met de Brunswijkse graven 18. Deze graaf is echter nog dat zelfde jaar bij zijn eerste bezoek aan het gebied bij Staveren doodgeslagen. Daarbij zijn in elk geval Friezen betrokken geweest, maar er is ook een bericht waarin naast hen Utrechtse ministerialen als daders ervan worden genoemd 19. Of dit laatste heeft betekend dat Westerlauwers Friesland in bezit van de bisschop is gebleven, is onzeker. Er

9 zijn uit de eerste jaren van de 12 e eeuw munten uit Staveren bekend, die op naam staan van een zekere Otto 20. Over wie deze Otto is geweest en over welke rechten hij heeft beschikt, wordt verschillend gedacht. Hij is geïdentificeerd als Otto, de zoon van Hendrik de Vette 21. De meeste schrijvers denken echter dat het is gegaan om graaf Otto van Zutphen 22. En dan zou de bisschop van Utrecht zijn rechten in Friesland gehandhaafd kunnen hebben, want deze Otto is mogelijk een onderleenman van de bisschop geweest 23. Maar het kan ook dat Otto van Zutphen tevens tot de verwantenkring van de Northeimse graven behoorde 24. Als dit laatste zo is, dan heeft een oorkonde uit 1107 waarin Otto s zoon, Hendrik van Zutphen, met een Fries graafschap wordt beleend, eveneens op Westerlauwers Friesland betrekking, en niet op Hunsingo en Fivelgo, zoals ook wel is verondersteld 25. Merkwaardig is dat in deze oorkonde Otto, de vader dus, nadrukkelijk als enig mogelijke erfgenaam van het graafschap wordt genoemd. Dit wekt de schijn dat het de bedoeling is geweest om de aanspraken van de Zutpheners en eventuele andere erfgenamen te beperken teneinde zo Westerlauwers Friesland weer aan een andere graaf te kunnen overdragen. Dat zou de bisschop van Utrecht kunnen zijn geweest, van wie we weten dat hij heeft geprobeerd zijn aanspraken op dit deel van Friesland overeind te houden. De bisschop is echter officieel hier pas in 1138 in zijn rechten hersteld, terwijl genoemde Otto en Hendrik, resp. al in 1113 en rond 1120 waren overleden. Over de reden van dit lange uitstel kunnen we eveneens slechts speculeren 26. Ondertussen hadden nog andere gebeurtenissen plaatsgevonden, waarover we ook slechts gebrekkig zijn

10 geïnformeerd. In 1114 heeft koning Hendrik V ( ) het plan opgevat om militair in Friesland in te grijpen. Van dit plan staat vast dat het wegens een in Saksen uitgebroken opstand niet tot uitvoering is gekomen. Maar we weten niet tegen welk deel van Friesland de koning had willen optrekken 27. Gesteld op het jaar 1126 maar pas in een drie eeuwen later geschreven bron overgeleverd is er dan ineens het bericht, dat koning Lotharius ( ) de graaf van Holland met de grafelijkheid in Westerlauwers Friesland zou hebben beleend 28. Het bericht is afgedaan als een later bedenksel, maar er zijn wel degelijk aanwijzingen voor de juistheid ervan te vinden. Bovendien zou zo kunnen worden verklaard, waarom de bisschop van Utrecht pas in 1138 weer in zijn rechten is hersteld. In hoeverre de Utrechtse bisschoppen er na laatstgenoemd jaar in zijn geslaagd hun gezag in Westerlauwers Friesland te laten gelden, is heel moeilijk vast te stellen. Berichten erover zijn er nauwelijks. In een helaas niet precies dateerbare rechtstekst ik kom er hierna op terug wordt eenmaal een namens de bisschop optredende rechtsambtenaar genoemd. Daarnaast zijn er munten uit dit deel van Friesland bekend die de beeltenis dragen van een bisschop. Ze zijn echter niet op naam gesteld, zodat het zo goed als zeker gaat om munten die door de Friezen zelf zijn geslagen 29. Uit deze gegevens zou kunnen worden geconcludeerd dat de bisschop in de 12 e eeuw hier in elk geval niet elk gezag heeft verloren. Over het westelijke deel van Oosterlauwers Friesland (nu behorende tot de Nederlandse provincie Groningen) zijn,

11 als we aannemen dat de oorkonde uit 1107 voor Hendrik van Zutphen niet op dit gebied betrekking heeft, uit de 12 e eeuw geen berichten over de grafelijkheid bekend. Is het grafelijk gezag er volledig verdwenen? Enige 13 e -eeuwse rechtsteksten uit Hunsingo en Fivelgo, waarin nog grafelijke ambtenaren voorkomen, en een oorkonde uit 1323, waarin in enkele dorpen in Fivelgo een door de graaf van Bentheim aan een Friese edelman in leen uitgegeven gerecht wordt genoemd, manen tot voorzichtigheid 30. Hoe de nooit eerder met betrekking tot Friesland genoemde graaf van Bentheim in het bezit van dit gerecht is gekomen, valt niet met zekerheid te zeggen. De Dom van Münster. Het huidige aanzien van de dom gaat terug op een in de jaren rond 1230 tot stand gekomen herbouw. De Friezen uit het gebied tussen Lauwers en Eems hebben financieel aan deze herbouw bijgedragen, wat kan worden uitgelegd als een teken van goede verstandhouding tussen hen en de bisschop. Een tastbaar bewijs hiervan vormt een getekende copie van een vroeger in de dom aanwezig 13 e -eeuws fresco, het zgn. Friesenbild, dat helaas in de Tweede Wereldoorlog verloren is gegaan. Zie: Ehbrecht, Landesherrschaft, p. 1-5, alsmede afbeelding 1 van de bijlage.

12 In Eemsgo heeft de aartsbisschop van Bremen zich na 1096 niet kunnen handhaven 31. Het gebied is tot in de 13e eeuw in bezit geweest van de graven van Ravensberg, van wie we weten dat zij hun rechten te danken hebben gehad aan de Northeimse hertogen 32. In 1217 worden hier namens laatstgenoemde graaf optredende schouten genoemd 33. In 1252 is de grafelijkheid in Eemsgo door verkoop overgegaan in handen van de bisschop van Münster, maar die heeft niet lang van dit recht kunnen genieten. Hierover later meer. In de Friese gebieden nog verder oostelijk horen we in de 13e eeuw alleen nog van de rechten van de graven van Oldenburg in Oestringen, met name van het hun toekomende muntrecht in de stad Jever. Terugkomend op Westerlauwers Friesland, daar is in 1165 door ingrijpen van koning Frederik Barbarossa ( ) een regeling betreffende de grafelijkheid tot stand gebracht tussen de Hollandse graaf en de bisschop van Utrecht, die aan dit strijdpunt tussen hen een einde moest maken 34. Beiden zouden gezamenlijk een ondergraaf in Friesland aanstellen en de inkomsten uit het graafschap gelijkelijk onder elkaar verdelen. Het gaat dus om de instelling van een condominium, maar of daar uitvoering aan is gegeven, valt niet na te gaan. Pas rond 1196 is sprake van de benoeming van de jongere broer van de Hollandse graaf, Willem, tot graaf in Westerlauwers Friesland 35. Hij werd echter een Hollandse leenman, omdat de bisschop van zijn aandeel in de Friese grafelijkheid afstand had gedaan. Deze graaf Willem is erin geslaagd zijn gezag in Friesland in elk geval in de stad Staveren te vestigen. Hij had er echter wel eerst voor moeten vechten 36. De in 1198 aangetreden nieuwe Utrechtse bisschop, Dirk van Are, heeft deze gang van zaken echter niet

13 geaccepteerd. Hij is naar Westerlauwers Friesland getrokken, heeft in Staveren op zijn naam gestelde munten laten slaan en is er als rechter opgetreden. Vervolgens is hij door graaf Willem gevangen genomen, maar daaruit door ingrijpen van Friezen uit Staveren en elders weer bevrijd 37. Dit laatste wijst erop dat Willems gezag niet door iedereen werd aanvaard. In 1204 en 1226 is het condominiumverdrag, soms met enige aanpassingen, bevestigd 38. Maar of deze nieuwe afspraken wel zijn geëffectueerd, is ook al een niet te beantwoorden vraag. In 1233 is de Hollandse graaf Floris IV alleen naar Westerlauwers Friesland afgereisd 39. Bij die gelegenheid is hij door de edelen van Westergo als graaf gehuldigd. Maar er kan opnieuw worden betwijfeld of deze erkenning blijvende gevolgen heeft gehad. Floris IV is kort na deze gebeurtenis gestorven, en of zijn opvolger, graaf Willem II, zich ooit met Westerlauwers Friesland heeft bemoeid, is onbekend. Bovendien is rond 1230 door de bisschop van Utrecht het vrijheidsstreven van de Friezen erkend 40. Dit is het oudst dateerbare bericht over de Friese vrijheid. In 1247 heeft ook de paus zijn fiat hieraan gegeven 41. En in 1248 heeft graaf Willem II in zijn hoedanigheid van Rooms-koning van het Duitse Rijk dit voorbeeld gevolgd 42. Hiermee sluit ik dit feitenrelaas af, want toen was in Westerlauwers Friesland de strijd om de grafelijkheid al een Hollands/Fries conflict geworden en liep in Oosterlauwers Friesland het grafelijk gezag op zijn laatste benen. De aan genoemde beleningen te hechten betekenis Naar ik hiervoor al liet doorschemeren, is het een moeilijk te beantworden vraag, welke gevolgen de lange reeks van

14 wisselende beleningen voor de handhaving van het grafelijk gezag in Friesland heeft gehad. Is elke nieuw benoemde graaf er ook in geslaagd werkelijk zijn gezag uit te oefenen? De moord op Hendrik de Vette, de dood van de graven van Werl op het slagveld, de kortstondigheid van het Zutphense bewind en de langdurige strijd die de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland om Westerlauwers Friesland hebben gevoerd, wijzen erop dat dit niet als een vanzelfsprekendheid mag worden aangenomen. Het vestigen van een enigszins stabiel grafelijk gezag was kennelijk niet zo eenvoudig. Uit wat bekend is over het lot van Hendrik de Vette blijkt, dat niet alleen met verzet van andere graven die ook rechten op het gebied meenden te kunnen laten gelden, rekening moest worden gehouden, maar ook met weerstand bij de onderdanen. Door toedoen van laatstgenoemden hebben heel wat graven een vroegtijdige dood gevonden, niet alleen in Friesland maar ook daarbuiten. De opbouw van een geregeld grafelijk gezag koste tijd en vereiste van de zijde van de graaf ook de nodige politieke behendigheid. Volgens de algemeen aanvaarde theorie dienaangaande kon een graaf maar op één manier het gestelde doel bereiken 43. Hij moest proberen zoveel mogelijk inheemse machthebbers achter zich te krijgen, bijv. door hen te benoemen in lucratieve functies en te belonen met schenkingen, meestal in de vorm van grond. Dat mag worden aangenomen dat eertijds ook de graven in Friesland deze weg hebben moeten bewandelen, blijkt uit latere gegevens betreffende het optreden van Hollandse graven als Willem III en Albrecht van Beieren in de 14 e eeuw. Door de uitgifte van lenen en de

15 aanstelling van schouten hebben zij geprobeerd bij de inheemse elite steun voor hun streven te vinden. Dat heeft in dit geval zeker niet tot een blijvend succes geleid. Om de graven een handje hierbij te helpen zijn de Duitse koningen ertoe overgegaan om soms op vrij grote schaal eigen bezit in leen of eigendom aan de graven uit te geven. Een voorbeeld hiervan is de genoemde schenking aan graaf Ansfried in 985. De graaf kon deze goederen gebruiken om tegen een vergoeding een aandeel in de opbrengst inheemse machtigen met het beheer ervan te belasten. Aldus kon hij deze machtigen aan zich binden. Helaas is over grafelijk grondbezit in Westerlauwers Friesland weinig bekend. In de schenkingsregisters van het klooster Fulda worden vóór 1000 van graven ontvangen bezittingen genoemd 44. Ook de oorkonde voor graaf Ansfried wijst erop dat het er was. Uit veel latere bronnen kennen we de zgn. hoflanden die toebehoorden aan de graaf 45. In de regel wordt echter aangenomen dat het grafelijk grondbezit nogal beperkt was en dit een van de redenen is geweest voor de neergang van het grafelijk gezag hier 46. Volledigheidshalve moet ik er nog op wijzen dat ook van een soort omgekeerde gang van zaken sprake kon zijn. Inheemse machtigen sloten zich aan bij de graaf, droegen hun goederen aan hem over, ontvingen die in leen weer terug en hoopten zo bij hun machtsstreven de steun van de graaf te verwerven. Doorgaans wordt aangenomen dat de graven Willem III en Albrecht van Beieren in de meeste gevallen van deze methode gebruik hebben gemaakt. Dat deze algemene uiteenzetting ook voor Friesland geldigheid heeft, wordt ondersteund door het in 1204 tussen de

16 bisschop van Utrecht en de graaf van Holland gesloten condominiumverdrag. Zij spraken af er zorg voor te dragen dat in Westerlauwers Friesland schouten, tollenaars, muntmeesters en meiers (= beheerders van landgoederen) werden benoemd 47. Zij zouden dus hier een bestuursapparaat gaan opbouwen, maar in hoeverre dat is gelukt, valt moeilijk te zeggen. Er kan slechts worden verondersteld dat graaf en bisschop kennelijk de mogelijkheden daartoe nog wel hebben gezien. Het is in dit licht dat de feiten die over de grafelijkheid in Westerlauwers Friesland bekend zijn, moeten worden geplaatst. Op grond van de in groten getale teruggevonden munten meen ik er niet aan te hoeven twijfelen dat de graven van Brunswijk er in zijn geslaagd gezag in Friesland uit te oefenen. Er moeten door hen muntmeesters zijn aangesteld en zo goed als zeker ook tollenaars en gerechtsdienaren, want het muntrecht was onlosmakelijk verbonden met dat van tol en markt. Over de verdere inrichting van het bestuur in deze tijd valt veel minder met zekerheid te zeggen. In de oudste Friese wetten wordt de frana genoemd als de voorzitter van de echte en geboden dingen 48. Hij wordt voorgesteld als een koninklijke ambtenaar, wat erop wijst dat de instelling van zijn functie teruggaat tot de tijd waarin de koning nog als de hoogste drager van het gezag werd gezien. Die opvatting is in de 12 e eeuw op de achtergrond geraakt. Maar hoever de functie in de tijd teruggaat, valt slechts te raden.

17 De burg van Brunswijk. De burg is in de 10 e eeuw gesticht door een onbekende voorvader van de Brunswijkse graven en was oorspronkelijk van hout gebouwd. Van deze oudste burg is niets over. De betekenis van de familie treedt voor het eerst aan de dag in 1002, als een zekere Bruno een poging doet, overigens tevergeefs, om tot koning te worden gekozen. Met de dood van Egbert II in 1090 sterft het geslacht in de mannelijke lijn uit. In de 12 e eeuw komt de burg door vererving in bezit van Hendrik de Leeuw, die tussen 1160 en 1175 de op de foto afgebeelde stenen burg heeft laten bouwen. Uiterst rechts op de foto is een deel van de zijwand van de dom van Brunswijk te zien. In de crypte van deze kerk bevindt zich het graf van Egbert II. In de periode van het bisschoppelijk bestuur lijkt het, dat er aanvankelijk weining is veranderd. In de Zeventien Keuren, waarschijnlijk na de Lex Frisionum de oudste Friese wetstekst, is sprake van een bisschopsfrana, waarmee komt vast te staan dat deze functionaris destijds werkelijk heeft bestaan 49. Er zijn uit de jaren door bisschop Koenraad te Staveren, Leeuwarden en Dokkum geslagen munten bekend 50. In een vroeg-13 e -eeuwse bron wordt een

18 schout genoemd, die zo rond 1100 moet hebben geleefd en dus door de bisschop van Utrecht kan zijn aangesteld 51. Wat zijn functie precies heeft ingehouden, is echter onbekend. Hij zou betrokken kunnen zijn geweest bij de lagere rechtspraak. Hoe schaars ook, deze gegevens laten er m.i. geen twijfel over bestaan dat zich tot de 12 e eeuw een zeker grafelijk gezag in Westerlauwers Friesland heeft kunnen handhaven. Na 1100 wordt het beeld minder eenduidig. Hendrik de Vette heeft geprobeerd het Saksische bewind in Westerlauwers Friesland te herstellen. Zijn lot kan op één lijn worden gesteld met dat van de graven van Werl, die hetzelfde hebben nagestreefd in Oosterlauwers Friesland, maar hun poging ook met de dood hebben moeten bekopen. Meestal worden deze gebeurtenissen gezien als het begin van het tijdperk van de Friese vrijheid 52. Maar kan men dit in zijn algemeenheid wel zo stellen? Werd dit principe toen al door de meeste Friezen omarmd? Hier en daar hebben graven soms nog kans gezien de vrijgevallen posities weer in te nemen. Ik wijs op de muntslag van Otto van Zutphen in Staveren. In 1138 is de bisschop van Utrecht in zijn rechten in Westerlauwers Friesland hersteld en in de 12 e eeuw in dit gebied geslagen munten zijn zijn beeltenis blijven dragen. Hij en ook een paar Hollandse graven hebben zeker hier tot in de 13 e eeuw enige macht weten te behouden. Wat betreft Oosterlauwers Friesland kan van een verbrokkeld beeld worden gesproken. In het thans tot Nederland behorende deel ervan lijkt, met uitzondering van het hele late voorbeeld uit 1323, het grafelijk gezag volledig te zijn verdwenen. In de 13 e -eeuwse kroniek van Emo en Menko wordt geen enkele graaf meer in dit gebied genoemd. Maar in

19 Eemsgo ligt de zaak geheel anders. En in Oestringen heeft de graaf van Oldenburg in elk geval ook enige beperkte rechten kunnen handhaven 53. Bezien we de gebieden waar zeker tot in de 13 e eeuw enig grafelijk gezag in stand is gebleven, wat nader, dan blijken dat met uitzondering van Fivelgo vooral die te zijn met een grotere betekenis. In Westerlauwers Friesland stonden in de 11 e eeuw maar liefst vier grote muntateliers. Een kaart laat in één oogopslag zien, hoe uitzonderlijk dat toen was. Ook Emden en Jever waren in die tijd belangrijke muntplaatsen 54. Voor enkele plaatsen kan dit feit nog duidelijker worden geïllustreerd. 11 e -eeuwse vóór-stedelijke centra, gelegen binnen de grenzen van het huidige Nederland. Bron: R. van Uytven, Stadsgeschiedenis in het Noorden en Zuiden, in: Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel 2, Haarlem 1982, p , aldaar p Wat betreft het voormalige Friese kustgebied tussen Vlie en Eems vallen twee opmerkelijke feiten in t oog. Van de in totaal 18 op de kaart aangegeven plaatsen lagen er 6 in dit gebied. En weer hiervan blijken de drie belangrijkste Staveren, Dokkum en Leeuwarden te hebben gelegen in Westerlauwers Friesland. Uit dit laatste gegeven trek ik de conclusie dat Westerlauwers Friesland mag worden beschouwd als een economisch kerngebied. De

20 verklaring hiervoor zal moeten worden gezocht in zijn ligging aan het Vlie, toentertijd een deel van de internationale vaarweg naar Skandinavië. Ik noem als eerste Staveren dat lange tijd verreweg het belangrijkste Friese handelscentrum is geweest. De grote golf van kloosterstichtingen in Westerlauwers Friesland in de 12 e /13 e eeuw begint in 1132 met de herinrichting van het klooster van Staveren 55. De bisschop van Utrecht heeft zich daarmee direct bemoeid. Rond 1200 heeft graaf Willem Staveren tot het centrum van zijn macht gemaakt. Bisschop Dirk van Are die de Hollandse inmenging wilde inperken, is naar Staveren gereisd om er op zijn naam munten te laten slaan en er de rechtspraak uit te oefenen. In 1246 blijkt Staveren een eigen stadsbestuur te bezitten dat naar Hollands model was ingericht 56. In 1290 is er een oorlog geweest tussen Staveren en Westergo 57. In 1292 heeft Staveren de Hollandse graaf gehuldigd en van hem een stadsrechtprivilege gekregen 58. Uit deze gegevens kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat Staveren heel lang nog een grafelijk machtscentrum is geweest. Het mooiste voorbeeld hiervan naast Staveren is de stad Emden. Hier hebben de graven van Ravensburg en de bisschop van Münster zich tot in de 13 e eeuw staande kunnen houden 59. Emden was het grote marktcentrum voor de handel langs de Eems. Emden is de enige Friese plaats geweest waar tot in de 13 e eeuw de muntslag is voortgezet 60. Uit deze voorbeelden blijkt dat in elk geval in de 12 e /13 e eeuw de Friese vrijheid nog geen algemeen aanvaard principe is geweest. Er waren gebieden waar en mensen bij wie de beginselen ervan pas heel laat ingang hebben gevonden.

21 Ook kunnen er momenten worden aangewezen, waarop onder de Friezen zelf de gedachte is opgekomen om de graaf maar weer binnen te halen, zoals bij sommigen in Westerlauwers Friesland in de 14 e eeuw. Een vroeg voorbeeld hiervan dat ik nog niet noemde, vormt het Harlingerland, een streek in het tegenwoordige Duitse Oost-Friesland. Men schijnt er te hebben overwogen om de Saksische graven weer uit te nodigen 61. Uit wat verder over de geschiedenis van de meeste Friese gebieden bekend is, blijkt dat er in de 12 e /13 e eeuw geen geregeld grafelijk gezag meer bestond. In de kloostergeschriften uit die tijd is sprake van voortdurende onderlinge oorlogen en daarmee samenhangende chaos. Ongetwijfeld hebben bij de opstelling van sommige inheemse machthebbers persoonlijke motieven vergroting van de eigen macht een rol gespeeld. Maar dat er nog heel lang Friezen zijn geweest die weinig met de Friese vrijheid op hadden, mag volgens mij als een vaststaand feit worden aangenomen. Het voorgaande kort samenvattende, meen ik het volgende beeld van de politieke situatie in Friesland in de 12 e /13 e eeuw te kunnen schetsen. Als gevolg van de vele doorgevoerde wisselende beleningen en de oorlogen tussen verschillende berechtigden die hieruit zijn voortgevloeid, is het aan de meeste graven niet gelukt een stabiel bestuursapparaat in Friesland op te bouwen. Graven die om dit doel te bereiken naar de wapens hebben gegrepen, hebben daarvoor soms zelfs het offer van hun leven moeten brengen. Het falen van het grafelijk gezag kan dus ook zeker mede op het conto van de Friezen worden bijgeschreven. Zij hebben van de geboden kansen gebruik gemaakt. Mogelijk hebben derhalve sommige

22 graven het er verder maar bij laten zitten of genoegen genomen met een gezag dat zich beperkte tot enkele gebieden, waar men minder vijandig tegenover hen stond. Het blijkt echter ook dat onder de Friezen nog heel lang verschillen van mening over de Friese vrijheid hebben bestaan. De Hollandse graaf heeft in Westerlauwers Friesland tot het einde van de Middeleeuwen aanhangers gehad. De vermelding in Fivelgo van een edelman als leenman van een graaf lijkt mij eveneens moeilijk anders te kunnen worden uitgelegd. Er zijn zelfs perioden geweest bijvoorbeeld in de tijd van graaf Willem III in Westergo waarin twee bestuurssystemen naast elkaar hebben bestaan 62. Zal een dergelijke situatie soms niet ook al eerder in de 12 e /13 e eeuw zijn voorgekomen? Derhalve kom ik tot de conclusie dat de wisselingen in de beleningen niet de enige oorzaak van de neergang van de grafelijke macht zijn geweest. Er moet nog iets anders mee hebben gespeeld, waardoor het Friese vrijheidsstreven de overhand heeft kunnen krijgen. De rol van de Kerk De uitbreiding van de wereldlijke macht van de bisschoppen in de 10 e /11 e eeuw was mogelijk geweest dankzij de steun van de Duitse koningen. Om zich tegen de machtige Rijksadel staande te kunnen houden hadden zij de hoge kerkelijke gezagsdragers bevoordeeld. Aldus heeft de bisschop van Utrecht in de 11 e eeuw in grote delen van zijn bisdom de grafelijke rechten in bezit kunnen krijgen 63. Het Concordaat van Worms in 1122 betekende het einde van deze politiek. De koning verloor zijn recht tot investituur van de bisschoppen, wat leidde tot een omwenteling in de machtsverhoudingen in het Rijk 64.

23 Deze gang van zaken is versterkt door de zich in de loop van de 12 e /13 e eeuw alsmaar verder verwijdende kloof tussen de koning en de paus. In kerkelijke kringen werd in deze tijd de opvatting uitgedragen dat aan de paus, omdat hij het hoofd was van de Kerk, een soort opperheerschappij over het Rijk toekwam. Het Duitse Rijk hoorde te zijn een Imperium Christianum, waarin wereldlijke en kerkelijke macht één geheel vormden en de paus met het hoogste gezag was bekleed 65. De strijd die hierover met de koning ontbrandde, leidde tot een toenemende desintegratie van het Rijk. In 1227 heeft de paus voor de eerste keer de ban uitgesproken over koning Frederik II ( ) 66. In 1245 is hij overgegaan tot de afzetting van Frederik en kort daarna tot de aanstelling van tegenkoningen, van wie graaf Willem II van Holland er een is geweest 67. Ook dit heeft niet tot een herstel van de koningsmacht bijgedragen. Deze toestand heeft tot 1273 voortgeduurd. In het westelijk deel van het Rijk hebben in deze tijd de aartsbisschoppen van Keulen en Mainz zich kunnen opwerpen als de feitelijke machthebbers. Gelijkopgaand met de achteruitgang van het gezag van de koning groeide de macht van de vorsten, zowel van de wereldlijke als de geestelijke. Bijna alle overheidsrechten, de zgn. regalia, die oorspronkelijk aan de koning hadden toebehoord, zijn in de loop van de 12 e eeuw in hun handen overgegaan. In de eerste helft van de 13 e eeuw is door koning Frederik II deze ontwikkeling ook formeel erkend 68. Voor de geestelijke vorsten kleefde hieraan uiteraard wel een nadeel. Doordat zij hun bevoorrechte positie bij de koning

24 verloren, moesten zij net als de wereldlijke graven zich voortaan maar zelf zien te redden. En dat bleek niet altijd even gemakkelijk te zijn. Deze veranderingen in de verhoudingen in het Rijk hebben zich ook in Friesland doen gevoelen 69. Een van de eerste voorbeelden hiervan vormt het in 1165 tussen de Utrechtse bisschop en de Hollandse graaf gesloten condominiumverdrag. Koning Frederik Barbarossa heeft zich daarbij niet meer vierkant achter de bisschop van Utrecht opgesteld, maar gestreefd naar een voor beide partijen aanvaardbaar compromis. Ook in de regeling die met betrekking tot graaf Willem werd getroffen, weerspiegelen zich de nieuwe verhoudingen. De aanstelling van Willem tot leenman van de Hollandse graaf is, voor zover we weten, buiten de koning omgegaan. Het laatste geldt ook voor de in 1204 en 1226 afgesproken verlengingen van het condominiumverdrag. Maar het in het kader van dit onderzoek belangrijkste feit dat met de verandering in verband kan worden gebracht, is de erkenning door de Kerk van de Friese vrijheid. Het is in een geschrift ontstaan in kringen rond de bisschop van Utrecht dat hiervan voor het eerst in een dateerbaar bericht melding wordt gemaakt. Bisschop en graaf hadden ondanks hun onderlinge geschillen in 1226 toch weer tot een vernieuwing van het condominiumverdrag besloten. Zij waren het dus toen in elk geval nog over één ding eens geworden de Friezen dienden zich onder hun gezag te schikken. Maar slechts enkele jaren later zo rond 1230 blijkt de bisschop een eigen weg te zijn ingeslagen, die een erkenning inhield van het Friese

25 vrijheidsstreven. In een in die tijd door een geestelijke van de Utrechtse kerk geschreven verslag van de Drentse oorlogen worden de Friezen bestempeld als vrije mannen, die niet onder feodaal gezag van welke heer dan ook stonden 70. De directe aanleiding voor deze ommezwaai van de bisschop moet worden gezocht in de militaire steun die de Friezen hem in de genoemde oorlog boden. Maar er heeft vrijwel zeker ook nog iets anders achtergezeten. De bisschop mocht aannemen dat hierdoor het verzet van de Friezen tegen zijn grote rivaal, de Hollandse graaf, zou worden aangewakkerd 71. Voor de bisschop gold kennelijk, liever een vrij dan een Hollands Friesland. Dat de verklaring mede in deze richting moet worden gezocht, kan ook worden afgeleid uit wat de Kerk kort hierna heeft gedaan. In 1247 heeft de paus aan de Friezen een privilege verstrekt, waarin hun vrijheden werden bevestigd 72. In 1248 heeft de door de paus gesteunde tegenkoning, graaf Willem II van Holland, zich hierbij aangesloten 73. In de oorkonde waarin dit is vastgelegd, wordt voor het eerst Karel de Grote als de grondlegger van de Friese vrijheid genoemd. De reden die beide begunstigers voor hun handelen hebben gehad, blijkt ongeveer dezelfde te zijn als die even ervoor van de bisschop de militaire steun die de Friezen aan de Kerk en koning Willem hadden aangeboden en ook daadwerkelijk hadden gegeven bij het beleg van Aken. Deze feiten spreken een duidelijke taal: de Kerk heeft rond de jaren 1230/1240 de Friese vrijheid erkend. Daarbij heeft zij zich laten leiden door politieke overwegingen die samenhingen met de veranderde machtsverhoudingen in het Rijk.

26 Voor het niet onder het bisdom Utrecht vallende deel van Friesland zijn geen gegevens bekend, welke zich met die van rond 1230 voor het Westerlauwerse gebied overgeleverde, laten vergelijken. De privileges uit 1247 en 1248 hebben echter ongetwijfeld ook daar geldigheid gehad. De uitreiking van het pauselijke privilege vond plaats in de stad Groningen 74. Het staat vast dat daarbij meer Friezen tegenwoordig waren dan alleen die uit het gebied bewesten de Lauwers. Bovendien is er één Fries met naam bekend, van wie we zeker weten dat hij uit Oosterlauwers Friesland kwam en het legerkamp van zijn landgenoten te Aken heeft bezocht abt Menko van het klooster Bloemhof in Fivelgo 75. Bij het maken van een politieke keuze als de onderhavige zal een inschatting van de kans op succes ervan een zwaarwegend argument zijn geweest. De paus, de bisschop en misschien ook nog wel anderen die bij de beslissing betrokken waren, hebben zich ongetwijfeld afgevraagd, of het verstandig was met de Friezen in zee te gaan en of het bondgenoten waren waarop kon worden vertrouwd. Eerder opgedane ervaringen zullen veel van het wantrouwen bij de kerkelijke leiders hebben weggenomen. De Friezen hadden zich in de afgelopen eeuw laten kennen als enthousiaste kruisvaarders 76. Oproepen van kruistochtpredikers, als in 1214 en 1224 Olivier van Keulen, hadden, zoals we bij Emo kunnen lezen, hun doel niet gemist 77. De hulp van de Friezen bij de veldtochten tegen de Drenten en bij het beleg van Aken zullen de hoop op een goede afloop verder hebben versterkt. In het verslag van de Drentse oorlogen worden de Friezen voor hun inzet de hemel ingeprezen. In de oorkonde van koning Willem

27 worden zij gerekend tot de steunpilaren van de Kerk èn het Rijk, kortom, van het Imperium Christianum. Ook wat de Friezen in eigen land voor de Kerk hadden gedaan, zal veel aan een positief oordeel van paus en bisschop hebben bijgedragen. Er waren hier na 1100 honderden kerken gebouwd. In het gebied bewesten de Lauwers konden er tegen het einde van de Middeleeuwen bijna 400 worden geteld een kwart van het totaal in het bisdom Utrecht 78. In het gebied tussen Lauwers en Eems, dat dunner bevolkt was, stonden er minder. Maar het getal van bijna 200 zal voor de bisschop van Münster geen reden tot klagen hebben gegeven 79. Weliswaar was het overgrote deel van deze kerken, zoals ik al zei, eigendom van de stichters, d.w.z. dat zij de meeste inkomsten eruit voor zichzelf hielden, en waren volgens abt Emo heel veel kerken zelfs niet onder het gezag van de bisschop geplaatst, maar of dat de beoordeling ongunstig heeft beïnvloed waag ik te betwijfelen 80. De Kerk zal de lieden die zich aan deze zonden schuldig maakten wel vergeving hebben willen schenken, als ze haar verder maar steunden. Wat bij paus en bisschoppen ongetwijfeld veel zwaarder heeft gewogen, was de grote toename van het aantal kloosters. In het begin van de 12 e eeuw hadden er nog maar enkele in Friesland gestaan een eeuw later was het land ermee overdekt 81. Het initiatief tot de bouw ervan was net als bij de kerken in de regel uitgegaan van de Friezen zelf uiteraard met name van de meest vooraanstaanden onder hen 82. De stichting van een klooster vereiste het bezit van veel grond en geld. Kloosters waren in deze tijd de voornaamste centra van cultuur 83. Zij droegen bij aan de alfabetisering van de bevolking, waardoor de leer en de ideeën van de Kerk

28 makkelijker konden worden verbreid. Het aantal bewijzen voor de grote kerkelijke macht in Friesland is hiermee niet uitgeput. Ik wijs nog op de betrokkenheid van de hogere regionale geestelijkheid bij bestuur en rechtspraak voor Westerlauwers Friesland voor het eerst in 1276 aantoonbaar en op een aantal Friese rechtsteksten, o.a. de Zeventien Keuren, de Magnuskeuren en het Rudolfsboek, die in de kloosters moeten zijn geschreven en waarin de ideeën van het Imperium Christianum doorklinken 84. Gezien al deze feiten hoeft het m.i. niet te verbazen dat de leiders van de Kerk tot de slotsom zijn gekomen, dat het aangaan van een verbintenis met de Friezen, ook al moest daarvoor hun vrijheidsstreven worden erkend, geen te gewaagde sprong in het duister was. Bovendien moet hierbij niet worden vergeten, voor Westerlauwers Friesland wees ik er al op, dat het bereiken van een beter resultaat, bijv. een herstel van het door de bisschoppen uitgeoefende grafelijk gezag, toen geen haalbare kaart meer was. Wat betreft Hunsingo en Fivelgo was waarschijnlijk ook de bisschop van Münster rond 1250 tot deze conclusie gekomen. Mogelijk heeft hij even hierna nog wel gedacht dat, vanwege de daar heersende andere politieke verhoudingen, in Eemsgo zijn kansen er beter voorstonden. Hij heeft in 1252 de rechten erop van de Ravenbergers gekocht en heeft er zijn proosten (= dekens) aangesteld tot schouten 85. Maar in 1276 bij de zgn. Bisschopszoen is echter ook hier al van geen enkel grafelijk recht meer sprake 86. De Münsterse bisschop lijkt dus vrij snel op andere gedachten te zijn gekomen en zich te hebben geconformeerd aan het standpunt van de Kerk in 't algemeen.

29 Conclusie Naar ik uit het voorgaande meen te mogen concluderen, moet de Friese vrijheid worden gezien als een politiek verschijnsel, dat in de eeuwen tussen ongeveer 1050 en 1250 vorm heeft gekregen. Het begin ervan kan in verband worden gebracht met een vanaf de 10 e eeuw door de Duitse koningen in de leenverhoudingen doorgevoerde verandering. Om de macht van de wereldlijke graven te kunnen inperken zijn de koningen er in deze tijd toe overgegaan hen zoveel mogelijk door kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders te vervangen. Als gevolg van deze politiek zijn in Friesland in de 11 e eeuw graven als die van Brunswijk en Werl van het toneel verdwenen en hebben de bisschoppen van Utrecht en de aartsbisschoppen van Bremen hun plaats ingenomen. Tussen ca en 1165 heeft Westerlauwers Friesland het merendeel van de tijd onder gezag gestaan van de Utrechtse bisschop. In laatstgenoemd jaar heeft de bisschop zich moeten neerleggen bij een deling van de macht met de Hollandse graaf, die zich mogelijk heeft opgeworpen als de erfgenaam van de Brunswijkers. Het resultaat van dit koninklijke ingrijpen moet vanuit het gezichtspunt van de gezagshandhaving in 't algemeen als negatief worden beoordeeld. Het leidde tot politieke conflicten en oorlogen tussen de verschillende gerechtigden, waardoor de elite onder de Friezen die het binnenlandse gezag moest uitoefenen, verdeeld raakte en de kans kreeg grotendeels haar eigen gang te gaan. In de 12 e eeuw was het grafelijk gezag waarschijnlijk al sterk achteruitgegaan. Het beeld is echter niet zwart/wit. In streken als Westerlauwers Friesland en Eemsgo heeft het zeker tot in de 13 e eeuw geduurd eer de Friese

30 vrijheid er vaste voet had gekregen. In de stad Staveren heeft de Hollandse graaf zich zelfs nog veel langer kunnen handhaven. In overig Westerlauwers Friesland zijn er tot in de 15 e eeuw mensen te vinden geweest, die zich achter de Hollandse graaf opstelden. Meestentijds wisten de voorstanders van de Friese vrijheid er echter de overhand te behouden. Aan de teloorgang van het grafelijk gezag in de 13 e eeuw heeft vooral de Kerk veel bijgedragen. Als uitvloeisel van het in 1122 met de paus gesloten Concordaat van Worms hadden de Duitse koningen afstand moeten doen van hun recht op investituur van de bisschoppen, waardoor hun macht ernstig werd aangetast. Dit proces is in de loop van de 12 e /13 e eeuw als gevolg van de tussen koning en paus uitgebroken strijd over de opperheerschappij in het Rijk verder versterkt. Degenen die hiervan hebben geprofiteerd, waren de graven, zowel die van wereldlijke als geestelijke herkomst, die zich tot zelfstandige vorsten hebben kunnen opwerken. Voor de bisschoppen was deze uitkomst echter niet in alle opzichten gunstig. Doordat zij niet meer konden steunen op de koning, moesten zij voortaan maar zien zichzelf staande te houden. Dat bleek voor de bisschop van Utrecht geen eenvoudige opgave te zijn. De graaf van Holland in 't bijzonder was er voortdurend op uit zijn macht ten koste van de bisschop uit te breiden. De gang van zaken in Westerlauwers Friesland is er een van de voorbeelden van. Naar mijn mening heeft daarom de Utrechtse bisschop rond 1230 de Friese vrijheid erkend. Zelf beschikte de bisschop over onvoldoende macht om zich in Westerlauwers Friesland te kunnen handhaven. Door de Friezen tegemoet te komen heeft hij hun verzet tegen de Hollandse graaf willen aanwakkeren. Kort hierna, in 1247 en 1248, hebben de Friezen zowel van de

31 paus als de pauselijke tegenkoning, Willem van Holland, privileges ontvangen, waarin de Friese vrijheid werd gelegitimeerd. Dat paus en bisschop deze weg zijn ingeslagen, kan mede in verband worden gebracht met de pro-kerkelijke houding van de Friezen. Zij werden door de bisschop van Utrecht openlijk geprezen voor hun actieve inzet voor de Kerk. In het provilege van koning Willem staat dat zij een steunpilaar waren van èn het Rijk èn de Kerk. Wat naar ik meen de belangrijkste bijkomende conclusie mag heten, die uit het onderzoek kan worden getrokken, is dat er een verklaring voor het ontstaan van de Friese vrijheid is gevonden, die geen beroep hoeft te doen op allerlei fantasierijke theorieën over de in het middeleeuwse Friesland heersende bijzondere sociale en politieke verhoudingen. Friesland zou een land zijn geweest waar alles anders was: er waren uitsluitend vrije boeren, de horigheid was er al vóór 1000 verdwenen, adel kwam er tot in de 14 e eeuw niet voor, de politieke macht lag er in handen van de communale verbanden, e.d. 86 Misschien dat door dit artikel nu eindelijk de discussies hierover gaan verstommen. Noten 1.) W. Ehbrecht, Landesherrschaft und Klosterwesen im ostfriesischen Fivelgo ( ), Münster 1974, p. 27 noot 2. 2.) Lexikon des Mittelalters, Band VI, München Zürich 1993, Kolom , lemma Mark, Markgrafschaft. 3.) H. Halbertsma, Frieslands Oudheid (diss.), z.pl. 1982, p. 419 (Dirk I), p. 359 en 389 (Dirk IV) en p. 239 (Floris I). 4.) Ehbrecht, Landesherrschaft, p ) P. Ilisch, Die Münzprägung im Herzogtum Niederlotharingen, in: Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 1997/1998, p , aldaar p. 210.

32 6.) N.E. Algra, De Fryske mark ûnder de Brunen ( , , ), in: It Beaken 2002, p. 1-60, aldaar p ) Ehbrecht, Landesherrschaft, p ) Ilisch, a.w., p ) Halbertsma, a.w., p en p ) A.K. de Meijer, Frisia Catholica, in: J.J. Kalma, e.a. (red.), Geschiedenis van Friesland, Drachten 1968, p , aldaar p ) Ehbrecht, Landesherrschaft, p ) Ibidem, p ) Ibidem, p ) Halbertsma, a.w., p ) Ibidem, p ) Ibidem, p ) Ibidem, p ) Ehbrecht, Landesherrschaft, p ) J.R.G. Schuur, De grafelijkheid in Westerlauwers Friesland in de na-saksische tijd (1101- ca. 1130), in: It Beaken 2003, p.1-18, aldaar p. 5-6 en p ) Ilisch, a.w., p ) D.J. Henstra, De grafelijkheid in Westerlauwers Friesland na de moord op Hendrik de Vette ( ), in: It Beaken 2002, p , aldaar p ) C. Scholten, De munten van Friesland, in: Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 1939, p. 1-55, aldaar p Ilisch, a.w., p Lexikon des Mittelalters, Band IX, München 1998, Kolom , lemma Zutphen. 23.) Schuur, De grafelijkheid, p ) Lexikon des Mittelalters, lemma Zutphen. 25.) Ehbrecht, Landesherrschaft, p ) J.R.G. Schuur, De grondslag van de sinds de 12 e eeuw door de Hollandse graven op Friesland gemaakte aanspraken, in: It Beaken 1981, p

33 27.) Ehbrecht, Landesherrschaft, p ) Schuur, De grondslag, p ) Ilisch, a.w., p ) Ph. Heck, Die altfriesische Gerichtsverfassung, Amsterdam 1963 (Ongewijzigde herdruk van de originele editie uit 1894), p Ehbrecht, Landesherrschaft, p. 125 noot ) Ibidem, p ) Lexikon des Mittelalters, Band VII, München Zürich 1995, Kolom 486, lemma Ravensberg. 33.) Heck, a.w., p ) N.E. Algra, Oudfries Recht , Leeuwarden 2000, p ) Ibidem, p ) Ibidem, p ) Quedam Narracio de Groninghe, de Thrente, de Covordia et de diversis aliis sub diverses episcopis Traiectensibus, ed. A.M. Braaksma e.a., Amsterdam 1977, p ) Algra, Oudfries Recht, p ) Ibidem, p ) Quedam Narracio, p ) Kroniek van het klooster Bloemhof te Wittewierum, ed. H.P.H. Jansen en A. Janse, Hilversum 1991, p ) O. Vries, Het Heilige Roomse Rijk en de Friese vrijheid, Leeuwarden 1986, p ) Halbertsma, a.w., p P.N. Noomen, De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners, Hilversum 2009, p ) Halbertsma, a.w., p en ) Noomen, a.w., p ) Ibidem, p ) Algra, Oudfries Recht, p ) J.R.G. Schuur, De positie van de frana in het Friese middeleeuwse rechtsbestel, in: Schuur History Website,

Willem II van Holland:?, februari Hoogwoud, 28 januari 1256

Willem II van Holland:?, februari Hoogwoud, 28 januari 1256 Willem II van Holland:?, februari 1227 - Hoogwoud, 28 januari 1256 Willem II was graaf van Holland en Zeeland (1234-1256) en koning van het Heilige Roomse Rijk (1248-1256). Rooms-Duits (tegen-)koning Regeerperiode:

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen Tijdvak 3 Toetsvragen 1 Op veel afbeeldingen wordt de Romeinse keizer Constantijn als een heilige afgebeeld met een stralenkrans om zijn hoofd. Welke reden was er om Constantijn als christelijke heilige

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.1 Leenheren en leenmannen (500 100) (500 100) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders (500 100) 3.1 Leenheren en leenmannen (500 100) (500 100) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw 3.1 Leenheren en nen 3.1 Leenheren en nen Gallië was rond 450 n. Chr. al meer dan 4 eeuwen (sinds Caesar) onder Romeins bestuur en een sterk geromaniseerd gebied, cultuur, bestuur, economie, taal en geloof

Nadere informatie

Ridder Hendrik van Norch en familie.

Ridder Hendrik van Norch en familie. Ridder Hendrik van Norch en familie. Uit bewaard gebleven historische gegevens weten wij dat in Drenthe voorname families hebben gewoond die tot de Ridderschap behoorden. In de middeleeuwen maakten vertegenwoordigers

Nadere informatie

Hendrik I van Brabant: Leuven, ca Keulen, 5 september 1235

Hendrik I van Brabant: Leuven, ca Keulen, 5 september 1235 Hendrik I van Brabant: Leuven, ca. 1165 - Keulen, 5 september 1235 Hendrik I was hertog van Brabant vanaf 1183 en hertog van Neder-Lotharingen vanaf 1190. Hij wordt ook Hendrik de Krijgshaftige genoemd.

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw 3.1 Leenheren en nen 3.1 Leenheren en nen Gallië was rond 450 n. Chr. al meer dan 4 eeuwen (sinds Caesar) onder Romeins bestuur en een sterk geromaniseerd gebied, cultuur, bestuur, economie, taal en geloof

Nadere informatie

DE VOLLE MIDDELEEUWEN ( )

DE VOLLE MIDDELEEUWEN ( ) Page 1 of 7 DE VOLLE MIDDELEEUWEN (900-1300) Deel 1: 900-1100 Het ontstaan van graafschappen, hertogdommen en het Hollandse Huis In de nadagen van het Karolingische Rijk worden we geteisterd door de Noormannen,

Nadere informatie

[ 10 ] DE MACHT VAN KERK EN KONING

[ 10 ] DE MACHT VAN KERK EN KONING [ 10 ] DE MACHT VAN KERK Paul Noomen EN KONING In 734 werd het gebied van het huidige Friesland door de Franken veroverd. Friesland ten oosten van de Lauwers zou in 785 volgen. Pas in deze tijd ontstonden

Nadere informatie

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon les 1: Wie waren de graven van Loon Na deze les kan je de geschiedenis van het graafschap Loon aanduiden op je tijdbalk; kan je informatie opzoeken

Nadere informatie

DE LATE MIDDELEEUWEN (1300-1555)

DE LATE MIDDELEEUWEN (1300-1555) DE LATE MIDDELEEUWEN (1300-1555) Deel 1: 1305-1354 De groei van de macht van het volk en het uitbreken van de Hoekse en Kabeljouwse twisten. In deze periode zien we de macht van de graafschappen en hertogdommen

Nadere informatie

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

NEDERLAND IN DE 16e EEUW NEDERLAND IN DE 16e EEUW In de 16e eeuw vielen de Nederlanden onder de Spaanse overheersing. Er bestonden grote verschillen tussen de gewesten (= provincies), bv: - dialect - zelfstandigheid van de gewesten

Nadere informatie

Keizer Hendrik III: 28 oktober kasteel Bodfeld in de Harz, 5 oktober 1056

Keizer Hendrik III: 28 oktober kasteel Bodfeld in de Harz, 5 oktober 1056 Keizer Hendrik III: 28 oktober 1017 - kasteel Bodfeld in de Harz, 5 oktober 1056 bijgenaamd de Vrome of de Zwarte, was keizer van het Heilige Roomse Rijk. Zijn politiek stond onder invloed van de kerkhervormingen

Nadere informatie

Amersfoort. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van de steden. Voorbeeld van stadsrechten

Amersfoort. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van de steden. Voorbeeld van stadsrechten Onderzoeksvraag; Waardoor kregen mensen in de steden en op het platteland steeds meer vrijheid en kregen stedelingen steeds meer bestuursmacht? (VOGGP) ontwikkeling Dit deden ze bijvoorbeeld door de steden

Nadere informatie

Lodewijk XIII van Frankrijk: Fontainebleau, 27 september Saint-Germain-en-Laye, 14 mei 1643

Lodewijk XIII van Frankrijk: Fontainebleau, 27 september Saint-Germain-en-Laye, 14 mei 1643 Lodewijk XIII van Frankrijk: Fontainebleau, 27 september 1601 - Saint-Germain-en-Laye, 14 mei 1643 Lodewijk XIII, bijgenaamd de Rechtvaardige (le Juste), koning van Frankrijk van 1610 tot aan zijn dood,

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo II

Eindexamen geschiedenis vwo II Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen Vanaf de zomer van 1789 trokken veel Franse vluchtelingen naar Oostenrijk. 1p 1 Waarom vormde dit voor het Franse revolutionaire

Nadere informatie

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats? Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats? Voorbeeld 1: Engeland De bezittingen van de Engelse koning Hendrik II in Frankrijk rond 1180 zijn

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

Par.1 De verkiezing van de deken

Par.1 De verkiezing van de deken REGLEMENT - OP DE VERKIEZING VAN DE DEKEN, - DE VICARIS SEDE VACANTE, - DE BISSCHOP IN HET BISDOM HAARLEM, - EN OP HET BEHEER VAN HET BISDOM HAARLEM IN BUITENGEWONE OMSTANDIGHEDEN Par.1 De verkiezing van

Nadere informatie

2. Bourtange I. Kijk naar het plaatje en lees bovenstaande titel. Waar zou de luistertekst over gaan? Kruis het juiste antwoord aan.

2. Bourtange I. Kijk naar het plaatje en lees bovenstaande titel. Waar zou de luistertekst over gaan? Kruis het juiste antwoord aan. 2. Bourtange I. Kijk naar het plaatje en lees bovenstaande titel. Waar zou de luistertekst over gaan? Kruis het juiste antwoord aan. 1. Boeren gebruiken een tang om de nagels van hanen bij te knippen.

Nadere informatie

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders prehistorie 32 oudheid 3000 v. Chr. 2500 v. Chr. 2000 v. Chr. 1500 v. Chr. Monniken en Ridders Het Frankische rijk Jos staat in een hoek van de kringloopwinkel in een grote doos te grabbelen. Hij rommelt

Nadere informatie

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Rond 1080 bedreigen de minder tolerante Seldjoeken Constantinopel. Het werd voor christelijke pelgrims steeds moeilijker

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

Naam: FLORIS DE VIJFDE

Naam: FLORIS DE VIJFDE Naam: FLORIS DE VIJFDE Floris V leefde van 1256 tot 1296. Hij was een graaf, een edelman. Nederland zag er in de tijd van Floris V heel anders uit dan nu. Er woonden weinig mensen. Verschillende edelen

Nadere informatie

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK THEMA 4 Eindredactie: Monique Goris Leerlijnen: Hans Bulthuis Auteurs: Juul Lelieveld, Frederike Pals, Jacques van der Pijl Controle historische

Nadere informatie

Wat betekent het dat Samuel in de Bijbel een ziener wordt genoemd en waar legde Samuel in zijn onderricht de nadruk op?

Wat betekent het dat Samuel in de Bijbel een ziener wordt genoemd en waar legde Samuel in zijn onderricht de nadruk op? De gevolgen van de verkeerde keuze van Saul. Wat betekent het dat Samuel in de Bijbel een ziener wordt genoemd en waar legde Samuel in zijn onderricht de nadruk op? 1 Samuel 9:9 9 Vroeger zei iedereen

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN STUDIONLINE JAARGANG 2, NR. 10 ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN DL 2 D O M I N E E O N L I N E. O R G Vierhonderd jaar geleden vergaderde de synode in Dordrecht. Je weet inmiddels wat een synode is: een

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 100 n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Tijd van monniken en ridders (500 100 n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa. 391 n Chr Onder keizer Theodosius wordt het christendom de staatsgodsdienst in Romeinse Rijk 496 n Chr De Frankische koning Clovis en vele andere Franken bekeren zich tot het christendom Wat waren de belangrijkste

Nadere informatie

Info plus Het leenstelsel

Info plus Het leenstelsel Project Middeleeuwen F- verrijking week 1 Info plus Het leenstelsel Inleiding De Middeleeuwen betekent letterlijk de tussentijd. Deze naam is pas later aan deze periode in de geschiedenis gegeven. De naam

Nadere informatie

Opdrachtenblad leerlingen

Opdrachtenblad leerlingen Namen: School: Klas: Opdrachtenblad leerlingen Wat je vooraf moet weten Lees dit opdrachtenblad goed en doe precies wat er staat. Lees dit blad zachtjes aan elkaar voor, dan vergeet je niets. Je moet met

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-721 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 januari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Een andere kijk op Noord Nederland voor en na Karel de Grote.

Een andere kijk op Noord Nederland voor en na Karel de Grote. Een andere kijk op Noord Nederland voor en na Karel de Grote. Versie 11-11-2015. Anne Post Graven als bestuurders namens de machthebber. Na de definitieve onderwerping van de Friezen en de Saksen door

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS. 732: Karel Martel verslaat de Arabieren bij Poitiers

TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS. 732: Karel Martel verslaat de Arabieren bij Poitiers Monniken en Ridders Het Frankische rijk TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS 400 500 700 600 800 732: Karel Martel verslaat de Arabieren bij Poitiers 1000 500 732: Karel de Grote overlijdt en wordt begraven te

Nadere informatie

Kerk en staat hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Kerk en staat hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62235 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

DE STANDENMAATSCHAPPIJ

DE STANDENMAATSCHAPPIJ DE STANDENMAATSCHAPPIJ 1)DE DRIE STANDEN Een bisschop schets de ideale samenleving De menselijke wet onderscheidt naast de geestelijk stand nog twee andere standen. De edelman en de onvrijen worden niet

Nadere informatie

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd Samenvatting door M. 1059 woorden 9 december 2013 6 13 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 3.2 Waardoor de handel herleeft in de hoge middeleeuwen 1. Handelaren gingen zicht weer organiseren en gingen samenwerken

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie ECLI:NL:HR:2013:983 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie 18-10-2013 Zaaknummer 12/03380 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:52, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2012:BW8529,

Nadere informatie

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin Examen Geschiedenis Geef de 7 tijdsvakken: Prehistorie :... 3500 v.c Stroomculturen : 3500 v.c 800 v.c Klassieke Oudheid : 800 v.c 500 n.c Middeleeuwen : 500 n.c 1450 n.c Nieuwe tijd : 1450 n.c 1750 n.c

Nadere informatie

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4.1 Het prestige van de kerken De kerken zijn niet meer de gezaghebbende instanties van vroeger. Dat is niet alleen zo in Nederland. Zelfs in uitgesproken godsdienstige

Nadere informatie

Lodewijk van Berlaymont: 1542, Berlaimont , Bergen

Lodewijk van Berlaymont: 1542, Berlaimont , Bergen Lodewijk van Berlaymont: 1542, Berlaimont - 1596, Bergen Kamerijkse munt uit 1572 met wapenschild Lodewijk van Berlaymont en Habsburgse adelaar Lodewijk van Berlaymont was een telg uit het belangrijke

Nadere informatie

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder,

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder, Zaaknummer: 1995/155 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 21 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Trefwoorden: Auditor, inschrijving,

Nadere informatie

2

2 1 2 3 4 5 6 Mt 16,21 7 8 9 10 Ze spraken met elkaar over alles wat er gebeurd was. 15 Terwijl ze zo liepen te praten, kwam er iemand bij hen lopen. Het was Jezus, 16 maar de leerlingen herkenden hem niet.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION HET TERRACOTTALEGER & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO 23.12.16 23.04.17 PEDAGOGISCH DOSSIER 11-14 JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION + 3 2 4 2 2 4 WWW. T E R R A C O T 4 9 3 8 TA - L I E

Nadere informatie

Karel de Grote Koning van het Frankische Rijk

Karel de Grote Koning van het Frankische Rijk Karel de Grote Koning van het Frankische Rijk Eén van de bekendste koningen uit de Middeleeuwen is Karel de Grote. Hij leeft zo'n 1300 jaar geleden, waar hij koning is van het Frankische rijk. Dat rijk

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Voormalige echtelijke woning, Instemming echtgenoot met verkoop.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Voormalige echtelijke woning, Instemming echtgenoot met verkoop. Belangenbehartiging opdrachtgever. Voormalige echtelijke woning, Instemming echtgenoot met verkoop. Een ex-echtgenote bewoont de voormalige echtelijke woning sinds 1993. De bedoeling bij de echtscheiding

Nadere informatie

Maximiliaan II Emanuel van Beieren: München, 11 juli 1662 aldaar, 26 februari 1726

Maximiliaan II Emanuel van Beieren: München, 11 juli 1662 aldaar, 26 februari 1726 Maximiliaan II Emanuel van Beieren: München, 11 juli 1662 aldaar, 26 februari 1726 Maximiliaan Emanuel Lodewijk Maria Jozef Cajetanus Anton Nicolaas Frans Ignatius Felix, kortweg Max Emanuel en bijgenaamd

Nadere informatie

Jan zonder Vrees (hertog): Dijon, 28 mei 1371 Montereau, 10 september 1419

Jan zonder Vrees (hertog): Dijon, 28 mei 1371 Montereau, 10 september 1419 Jan zonder Vrees (hertog): Dijon, 28 mei 1371 Montereau, 10 september 1419 Hij was hertog van Bourgondië. Hij werd geboren in Dijon en was de oudste zoon van Filips de Stoute, hertog van Bourgondië en

Nadere informatie

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk G. Dekker Aan het kerkelijk gemengde huwelijk wordt vanuit de sociale wetenschappen niet zo bijzonder veel aandacht geschonken. De belangstelling

Nadere informatie

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift Habsburgs gezag Vanaf dat moment stonden de zuidelijke Nederlanden onder Habsburgs gezag. Noord-Nederlandse gewesten Door vererving en verovering vielen vanaf dat moment ook alle Noord- Nederlandse gewesten

Nadere informatie

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Korinthiërs 7, 14 Middagdienst Dopen. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Korinthiërs 7, 14 Middagdienst Dopen. Broeders en zusters, Ds. Arjan van Groos (1962-2014) Tekst: 1 Korinthiërs 7, 14 Middagdienst Dopen Broeders en zusters, 1. Zingen : Gezang 25 : 1 en 3 2. Gebed voor de opening van het Woord 3. Bediening van de Heilige Doop

Nadere informatie

Kastelen in Nederland

Kastelen in Nederland Kastelen in Nederland J In ons land staan veel kastelen. Meer dan honderd. De meeste van die kastelen staan in het water. Bijvoorbeeld midden in een meer of een heel grote vijver. Als er geen water was,

Nadere informatie

Geschiedenis van China

Geschiedenis van China Geschiedenis van China Periodes: Shang dynastie 1766 1046 v.chr. Zhou dynastie 1046 256 v.chr. Han 206 v. Chr. 220 n.chr. Tang dynastie 618 907 Song dynastie 960 1279 Ming dynastie 1368 1644 Qing dynastie

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 Rapport Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop ambtenaren van het regionale politiekorps Utrecht op 6 mei 2006 hebben gereageerd op zijn verzoek om

Nadere informatie

Inleiding. Monumenten, symbolen en iconen Kindermonumentendag in Midden-Delfland Symbolen in deze tijd

Inleiding. Monumenten, symbolen en iconen Kindermonumentendag in Midden-Delfland Symbolen in deze tijd Monumenten, symbolen en iconen Kindermonumentendag in Midden-Delfland 2016 Lesbrief voor de groepen 7 van de basisscholen in Midden-Delfland Deze les is de voorbereiding voor de Kindermonumentendag op

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni 2013 Rapportnummer: 2013/073 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een consulent van de sociale dienst van de gemeente Weert hem heeft

Nadere informatie

De Burg te Wassenaar.

De Burg te Wassenaar. De Burg te Wassenaar. hierboven reeds door Dr. Holwerda in herinnering werd gebracht, deelde de heer W. J. J. C. Bijleveld in jaargang van ons Jaarboekje het een en ander aangaande den zoogenaamden burg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401

ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-09-2010 Datum publicatie 29-10-2010 Zaaknummer 127472 - HA ZA 06-1116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Een onderzoek naar de afhandeling van een bezwaarschrift door de gemeente Voorschoten

Een onderzoek naar de afhandeling van een bezwaarschrift door de gemeente Voorschoten Rapport Geduld, een schone zaak? Een onderzoek naar de afhandeling van een bezwaarschrift door de gemeente Voorschoten Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de gemeente Voorschoten gegrond.

Nadere informatie

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten prehistorie 42 oudheid 3000 v. Chr. 2500 v. Chr. 2000 v. Chr. 1500 v. Chr. Steden en Staten De kruistochten In de woonkamer van familie Vos hangt een klok met Romeinse cijfers. Jos en Mirthe willen graag

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:3051

ECLI:NL:RBNHO:2017:3051 ECLI:NL:RBNHO:2017:3051 Instantie Datum uitspraak 04-04-2017 Datum publicatie 14-04-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 22 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

DE STATEN VAN HOLLAND

DE STATEN VAN HOLLAND DE STATEN VAN HOLLAND Jullie zijn de bestuurders van Holland. Zorgen dat er geen stadhouder meer komt in de Republiek. Holland is het belangrijkste en rijkste gewest van de Republiek. Handel is de belangrijkste

Nadere informatie

Gebeurtenis Regeerperiode 1403-1442

Gebeurtenis Regeerperiode 1403-1442 Johanna van Polanen is pas 11 jaar als ze trouwt. Dit komt doordat haar familie een verstandshuwelijk sluit. Ontvang 100 florijnen. 1403 Engelbrecht de Eerste van Nassau trouwt met Johanna van Polanen.

Nadere informatie

Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3

Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3 Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Marco Harmsen 13 oktober 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/67292 Dit lesmateriaal is gemaakt

Nadere informatie

Tussen Rijn en Lek 1986 3. - Dl.20 3-20- Het waren deze elementen die, in balans, het karakter van dit land-schap bepaalden. Als straks de mens, door de ontginning van dit gebieddie balans verbreekt, zal

Nadere informatie

Fulco V van Anjou: ca Jeruzalem, 12 november 1143

Fulco V van Anjou: ca Jeruzalem, 12 november 1143 Fulco V van Anjou: ca. 1091 Jeruzalem, 12 november 1143 Fulco V de Jonge ook wel Fulco I van Jeruzalem was een zoon van graaf Fulco IV van Anjou en Bertrada van Montfort. Hij was graaf van Anjou van 1109

Nadere informatie

Johanna van Constantinopel: tussen 1194 en 1200 Marquette, 5 december 1244

Johanna van Constantinopel: tussen 1194 en 1200 Marquette, 5 december 1244 Johanna van Constantinopel: tussen 1194 en 1200 Marquette, 5 december 1244 Johanna van Constantinopel, gravin van Vlaanderen en Henegouwen van 1205 tot 1244, was de oudste dochter van graaf Boudewijn IX

Nadere informatie

De middeleeuwen. het jaar 1018. in Vlaardingen zoeken ze ruzie

De middeleeuwen. het jaar 1018. in Vlaardingen zoeken ze ruzie De middeleeuwen het jaar 1018 in Vlaardingen zoeken ze ruzie een korte, maar hevige strijd volgt precies 1000 jaar later, dagen ze ons opnieuw uit! Tiel rond het jaar 1000 Tiel maakt rond het jaar 1000

Nadere informatie

april Mededelingenblad 04 jaargang 46

april Mededelingenblad 04 jaargang 46 april 2019 - Mededelingenblad 04 jaargang 46 heemkundige kring 'De Oude Vrijheid' Sint-Oedenrode Uitnodiging voor: maandag 01 april: heem-natuur dinsdag 16 april: heem Vooruitblik voor: zondag 05 mei:

Nadere informatie

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren Geschiedenis kwartet jagers en boeren jagers en boeren jagers en boeren Reusachtige stenen die door mensen op elkaar gelegd zijn. Zo maakten ze een begraafplaats. * Hunebedden * Drenthe * Trechterbekers

Nadere informatie

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november

Nadere informatie

Tussen Rijn en Lek Dl.6 1 De middeleeuwse steenoven in 't Goy bij Houten. Aanleiding tot een archeologisch onderzoek, dat eenmiddeleeuwse st

Tussen Rijn en Lek Dl.6 1 De middeleeuwse steenoven in 't Goy bij Houten. Aanleiding tot een archeologisch onderzoek, dat eenmiddeleeuwse st Tussen Rijn en Lek 1972 1. - Dl.6 1 De middeleeuwse steenoven in 't Goy bij Houten. Aanleiding tot een archeologisch onderzoek, dat eenmiddeleeuwse steenoven in 't Goy bij Houten opleverde,was een mededeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 13-08-2007 Zaaknummer 153406 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Lodewijk van Male: kasteel van Male, bij Brugge, 25 oktober 1330 vermoord Sint-Omaars, 30 januari 1384

Lodewijk van Male: kasteel van Male, bij Brugge, 25 oktober 1330 vermoord Sint-Omaars, 30 januari 1384 Lodewijk van Male: kasteel van Male, bij Brugge, 25 oktober 1330 vermoord Sint-Omaars, 30 januari 1384 Kasteel van Male, geboorteplaats van Lodewijk van Male Hij was enig kind en alzo opvolger van Lodewijk

Nadere informatie

Welke stad wordt hier bedoeld en tot welke conclusie komt God?

Welke stad wordt hier bedoeld en tot welke conclusie komt God? Het oordeel. gericht te gaan. Helaas blijkt de situatie niet volgens Gods wil te zijn. Welke stad wordt hier bedoeld en tot welke conclusie komt God? Jesaja 1:21 21 Hoe is de trouwe stad tot een hoer geworden!

Nadere informatie

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 December 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62228 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit. Gebruik bron 1 en 2 In 1897 werd in de venen bij Yde het lijk van een ongeveer zestienjarig meisje gevonden. Deze vondst gaf aanleiding tot twee voorlopige conclusies over de leefwijze van het volk waartoe

Nadere informatie

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen 1. De verbreiding van het christendom in Europa 481: Clovis werd koning van één vd Frankische stammen, hij liet de Franken christenen

Nadere informatie

Lieve Vrouwe Broederschap te Houten D. Ruiter Februari 2014

Lieve Vrouwe Broederschap te Houten D. Ruiter Februari 2014 123 Lieve Vrouwe Broederschap te Houten 1732-2010 D. Ruiter Februari 2014 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Aanwijzingen voorde gebruiker...3 2. Bijzonderheden... 3 Inventaris...5 Pag. 2 van 7 Inleiding

Nadere informatie

- 1 - De profeet Haggaï en wij. We beginnen te lezen in Haggaï hoofdstuk 1:1a

- 1 - De profeet Haggaï en wij. We beginnen te lezen in Haggaï hoofdstuk 1:1a - 1 - De profeet Haggaï en wij Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken. Deze profeet Haggaï trad op na de terugkeer van de Joodse ballingen uit

Nadere informatie

Wenceslaus I van Luxemburg: Praag, 25 februari 1337 Luxemburg, 8 december 1383

Wenceslaus I van Luxemburg: Praag, 25 februari 1337 Luxemburg, 8 december 1383 Wenceslaus I van Luxemburg: Praag, 25 februari 1337 Luxemburg, 8 december 1383 Wenceslaus I was eerst graaf van Luxemburg en daarna hertog van Luxemburg, Brabant en Limburg. Graaf en Erfhertog van Luxemburg

Nadere informatie

Erfdienstbaarhedenonderzoek Op verzoek van de gemeente Westvoorne heeft het kadaster in eerste instantie

Erfdienstbaarhedenonderzoek Op verzoek van de gemeente Westvoorne heeft het kadaster in eerste instantie 1 mj\mj\2013.000013.01 DEFINITIEVE BEVINDINGEN (versie 7 september 2013) Vraagstelling Rusten er op het perceel gelegen aan de Duinrand te Rockanje, thans kadastraal bekend gemeente Rockanje, sectie A,

Nadere informatie

De profeet Haggaï en wij. Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken.

De profeet Haggaï en wij. Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken. - 1 - De profeet Haggaï en wij Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken. Deze profeet Haggaï trad op na de terugkeer van de Joodse ballingen uit

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062 Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april 2012 Rapportnummer: 2012/062 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde politieambtenaar van het

Nadere informatie

Het ontstaan van de Zeventien Keuren en Vierentwintig Landrechten*

Het ontstaan van de Zeventien Keuren en Vierentwintig Landrechten* It Beaken jiergong 72 2010 nr 3/4 175-214 Het ontstaan van de Zeventien Keuren en Vierentwintig Landrechten* J.R.G. Schuur Summary The Seventeen Statutes and Twenty-four Land-laws are two closely related

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda vanaf november 2002 onvoldoende heeft getracht om de

Nadere informatie

De Staten na de verkiezingen van 2015

De Staten na de verkiezingen van 2015 Ing. 12 oktober 2015 PS2015-629 2015-013520 PS 16 dec De Staten na de verkiezingen van 2015 Stichting Decentraalbestuur.nl 12 oktober 2015 Colofon Onderzoeker Dr. P. Castenmiller (Stichting DecentraalBestuur.nl)

Nadere informatie

Korte geschiedenis van de parochie

Korte geschiedenis van de parochie Korte geschiedenis van de parochie Het dorp Schin op Geul is zeer oud. Onder de naam Schina komt het reeds voor in het oudste gedenkboek der abdij van de H.Remigius te Reims, dat omstreeks 847 werd opgesteld.

Nadere informatie

Dagboek Sebastiaan Matte

Dagboek Sebastiaan Matte Vraag 1 van 12 Dagboek Sebastiaan Matte Uit het dagboek van Sebastiaan Matte: "Ik ben vandaag bij een hagenpreek geweest, in de duinen bij Overveen. Wel duizend mensen uit de stad waren bij elkaar gekomen

Nadere informatie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost in maart 2007 heeft beslist dat zij in aansluiting op een stageperiode niet in aanmerking kwam voor indiensttreding

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

Inburgeringsexamen gehaald, toch volle pond betaald

Inburgeringsexamen gehaald, toch volle pond betaald Rapport Inburgeringsexamen gehaald, toch volle pond betaald Een onderzoek naar de informatieverstrekking door de Dienst Uitvoering Onderwijs over de Wet Inburgering 2007. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 Rapport Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffier van de rechtbank te Amsterdam Sector kanton, locatie Hilversum op 3 augustus 2000 heeft nagelaten

Nadere informatie

Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018

Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018 Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018 Harderwijk kende oorspronkelijk zeven stadspoorten. De meest onbekende hiervan is de Peelenpoort aan het einde van de Grote Oosterwijk. Deze poort

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Tijdlijn van het oude Israël - 800 v.chr. tot 400 v. Chr.

Tijdlijn van het oude Israël - 800 v.chr. tot 400 v. Chr. Tijdlijn van het oude Israël - 800 v.chr. tot 400 v. Chr. Jesaja is de zoon van Amoz, de broer van Uzzia, koning van Juda. Uzzia werd op 16- jarige leeftijd koning, tijdens het 27 e regeringsjaar van Jerobeam

Nadere informatie

Dg brabantfg (mw. Tweemaandelijks tijdschrift van de Sectie voor Geslacht-, Naamen Wapenkunde van Het Noordbrabants Genootschap (het Provinciaal

Dg brabantfg (mw. Tweemaandelijks tijdschrift van de Sectie voor Geslacht-, Naamen Wapenkunde van Het Noordbrabants Genootschap (het Provinciaal Dg brabantfg (mw Tweemaandelijks tijdschrift van de Sectie voor Geslacht-, Naamen Wapenkunde van Het Noordbrabants Genootschap (het Provinciaal Genootschap Franciscus Rosmael alias ücheert {Zie afb. Tweede

Nadere informatie