Het bedrog van al-hajo. Hajoorie orie in het overleveren. deel 1

Transcriptie

1 Een antwoord op het artikel van het spinneweb de zuivering Het bedrog van al-hajo Hajoorie orie in het overleveren deel 1 Het volgen van het meerduidige (mutashābih) en het tegelijkertijd laten van het duidelijke (muḥkam), behoort tot één van de grootste kenmerken van de mensen van begeerten en innovaties; het is daarom van uiterst belang dat wij gewaarschuwd hiervoor zijn, en de zaken terugvoeren naar de mensen die Allāh voor ons beschikbaar heeft gesteld: de mensen van zuivere kennis en een gegrondvest begrip 1. Zij zijn namelijk de mensen die het meerduidige als de beste kunnen terugvoeren naar het duidelijke en zo ook andersom. Allāh zegt: ه و ال ذ ى أ نز ل ع ل ي ك ال ك ت ب م ن ه آي ت مح ك م ت ه ن ن أ م م ال ك ت ب و أ خ ر م ت ش ب ه ت ت ف ا ما ال ذ ين فى ق ل وب ه م ز ي غ ف ي تب ع ون م ا ت ش ب ه م ن ه اب ت غ ا ء ال ف ت ن ة و اب ت غ ا ء ت ا و يل ت ا و يل ه ه ي ع ل م ت ا و يل ه إ لا الله و الر س خ ون في ال ع ل م ي ق ول ون ء ام نا ب ه ك ل من ع ند ر ب ن ا و م ا و م ا ي ذك ر إ لا أ و ل وا الا ل ب ب ب Hij is Degene die het Boek aan jou heeft neder gezonden, met daarin eenduidige verzen, zij zijn de grondslag van het Boek, andere zijn voor meer uitleg vatbaar. Maar degenen die in hun harten een afwijking hebben misbruiken (de verzen) met meerdere betekenissen om Fitnah (calamiteiten, rampspoeden) te zaaien en trachten de betekenissen van de meerzijdige Verzen te verkrijgen, maar niemand kent de uitleg ervan, behalve Allāh. En degene die stevig 1 SN: Shaykh Saalih aal Shaykh - Muhkam en Mutashaabih:

2 gegrondvest in kennis staan, zeggen: Wij geloven erin, alles is van onze Heer. En zij laten zich niet vermanen, behalve de bezitters van begrip. [aal- Imraan: 7] Nadat de Profeet S het bovenstaande vers reciteerde, zei hij: إذا رأيت الذين يتبعون ما تشابه منه فأولئك الذين سمى فاحذروهم Als je degenen ziet die het meerduidige ervan volgt, dat zijn degenen die Allāh noemde; wees dus gewaarschuwd voor hen! [Overgeleverd door Boechaari en Moeslim] En tot degenen die het meerduidige volgen, behoren deze onbekenden achter het spinneweb de zuivering die prutsend zoeken naar de meest miezerige misstappen van geleerden, om het vervolgens onder een vergrootglas te zetten, en zo haat te kweken tussen hen en de mensen. Indien zij dit deden om de Deen van Allāh te beschermen tegen veranderingen en/of toevoegingen, dan zouden zij daarvoor bedankt worden, maar het tegendeel is waar: ze zetten alles op alles om de eer van iemand kapot te maken omwille van het kapot maken en dit mag gepaard gaan met verdraaien en tegen beter weten in, liegen! Ash-Shaykh al- Allāmah Ṣāliḥ ibn Fawzān al-fawzān 9 zei: Degene die de fouten en misstappen volgt (van geleerden) en daar blij mee is, met de bedoeling om de geleerden slecht te bejegenen: hij behoort zonder twijfel tot de munāfiqīn (hypocrieten), dit behoort tot de handelingen van de munāfiqīn. Wat betreft degene die de gevaarlijke en grote fouten volgt, en dit weerlegt en verduidelijkt als advies en niet vanuit het opzicht van het kleineren van degene die deze fout heeft gemaakt, maar als advies voor hem en anderen; dit is iets goeds. En hierop wordt gehandeld volgens de geleerden: dat zij degenen die fout zijn weerleggen en het correcte verduidelijken, als advies voor hem en de Ummah en zij zijn niet stil over de fouten en misstappen welke een gevaar vormen voor de

3 Ummah, maar wie zijn degenen die hierover gaan? De muta ālimoen 2? De soortgenoten van de muta ālimīn? Nee! De geleerden zijn degenen die gaan over de weerlegging van fouten, degenen die de fout kennen, hem benoemen en hem goed kunnen weerleggen met bewijzen en wijsheid waarmee hij het voordeel behaalt en de schade onderdrukt. Dit behoort tot de taak van de geleerden, zij zijn degenen die de fout verduidelijken en als zij dit toevertrouwden aan de geleerden dan ontstond deze chaos niet. De Verhevene zegt : En als er enig nieuws tot hen komt, hetzij over vrede of over vrees, verspreiden zij het en indien zij het naar de boodschapper hadden verwezen en naar hun gezaghebbers dan zouden degenen, die het konden verwerken, het zeker hebben begrepen [an-nisaa: 83] Dus laten zij (de mensen) dit terug verwijzen naar de mensen van kennis en inzicht; zij zijn degenen die de zaken behandelen met bezinning en kennis. Nu kan het zo zijn dat het voetvolk van Arafāt nu verheugd is met deze tekst en zeggen: Wij verspreiden slechts de weerleggingen van de geleerden, maar dat klopt niet, want: Zij komen met zaken waar niemand van de geleerden hen in voor is geweest, en met zelfgeschreven flutweerleggingen, zoals dit flut artikeltje. Tenzij de leugenaar, de muta ālim, de bedrieger, Arafāt al-muḥammadi tot de geleerden ( Oelema) wordt gerekend?! En als zij al met betrouwbare geleerden komen, dan is dit vaak met een algemene uitspraak van deze geleerde, waar zij vervolgens zelf mee aan de slag gaan en projecteren op specifieke personen, terwijl de Shaykh in kwestie gewoon op een algemene vraag antwoordt en niemand specifiek aan het bekritiseren is!! Of in sommige gevallen is de uitspraak van deze geleerde discutabel, en wordt het zelfs door andere geleerden weerlegd, en tot een zwakke of foute uitspraak gerekend. Maar desondanks proberen deze extremisten en misleiders toch dit soort uitspraken te promoten om hun valse doelen te bereiken, of sterker nog: zij blijven het (spottend, juichend) verspreiden, zoals te zien is in het verloop van dit artikel! 2 SN: Degenen die onterecht pretenderen kennis te hebben - Shaykh al-fawzaan -

4 Dus volgen deze mensen de geleerden of gewoon hun begeerten en gebruiken zij wij houden ons aan de geleerden slechts als dekmantel? Het antwoord laten wij aan de lezer over! Wat betreft de eventuele misplaatste conclusie: Jullie zijn geen geleerden, dus waarom weerleggen jullie? Allereerst is dit niet het geval dat wij zelf weerleggen, wij leveren slechts de kritieken van geleerden en mashayikh over, en geven daar hooguit wat opmerkingen bij. Ten tweede zullen wij antwoord geven op deze shoebhah (misvatting) met de woorden van de geleerden zelf, zoals Shaykh al-fawzān die werd gevraagd: "Ik wil schrijven over een aantal dwalende groeperingen om tegen hun te waarschuwen, maar deze groepen vallen niet uit de oevers van de Islam en het is ook zo dat zij door een aantal geleerden zijn geprezen, en ik ben bang dat zij tegen mij een smeekbede verrichten. Wat is uw advies hierin met het feit dat dit dwalende groeperingen zijn?" Waarop hij o.a. antwoordde met het volgende: Het is niet toegestaan om deze kennis over hen verborgen te houden als jij zekere kennis hebt over de dwalingen van een aantal groepen, dan moet je dit duidelijk maken voor de mensen zodat zij ervan wegblijven. Dit behoort tot advies 3 Zo ook ash-shaykh Rabi die werd gevraagd: Is jarḥ en ta dīl (misprijzen en prijzen) op personen specifiek voor de geleerden weggelegd? Of is het ook mogelijk voor jongeren die kennis hebben? En wat zijn de voorwaarden van deze specifieke kennis? Hij antwoordde o.a. concluderend met het volgende: Dit zijn dus duidelijke zaken waarin de geleerde deelname heeft maar ook de niet-geleerde, en het is hier niet een voorwaarde om specifiek naar een geleerde te gaan om hun te weerleggen als hij hen dwalingen kent, want hun zaak is duidelijk voor de geleerde en de niet-geleerde en het is aan elke moslim om hun toestand te verduidelijken, voor hen te waarschuwen en hun dwalingen af te wijzen 4 3 Bron : Vertaling : Aboe l-haarith 9 4 SN: Bron: Vertaling : Aboe l-haarith.

5 Laat staan dat men op de anonieme zuivering site links plaatst van onbekenden uit de Engelse taal, en van waḥyain Dan komen de vertalers die ook onbekend zijn op de site deze info vertalen en aanvullen? Allāh oel-moesta ān. Van onder deze geleerden die o.a. middels het genoemde artikel valselijk beticht wordt van zaken waar hij vrij is, is de edele Shaykh, an-nāṣiḥ al-amien, de grote geleerde van Yemen 5, Yaḥyā ibn Ali al- Ḥadjoeri 9. En om deze golf aan misvattingen enigszins de kop in te drukken - ondanks dat als steeds de ene misvatting niet stand houdt een andere daarvoor in de plaats komt - zullen wij deze tegen het licht houden en op de weegschaal van Ahl as-soennah plaatsen, zodat de lezers een zuiver beeld krijgen van de werkelijkheid erachter. Onze verontwaardiging en aanmerking begint - hoe kan het ook niet - meteen bij de titel welke luidt: Het bedrog van al-hajoorie in het overleveren deel 1 Dit aangezien onze edele lezers in de vorige series van De Zuiverende Orkaan hebben kunnen lezen dat de mensen achter an-nasieha.nl en hun idolen waaronder de onbekende aanhangers van deze zelf geclaimde zuivering, het anoniem liegen én bedriegen in het overleveren, tot gewoonte hebben gemaakt. 6 De vragen die dan zouden moeten opkomen zijn: Waarom anderen beschuldigen van iets waar je zelf vol van zit? Waarom steeds van misvatting veranderen als de ene niet blijkt te werken? 5 SN: Dit zelfs met getuigenis van de partizaan Abdu Rahmaan al- Adani welke zei: Shaykh Yayha is van de Groten onder Ahlu Sunnah in Yemen! En degenen die beweren dat dit het overdreven prijzen is van ash-shaykh Yahya, dan is dat het ultieme bewijs dat zij de Shaykh niet kennen, als ook niet de vele prijzingen van de geleerden voor hem. En deze titels, zoals o.a. an-naasih al-amien, deze heeft de Shaykh gekregen van niemand anders dan al-imaam Moeqbil, dus wie dit als extremisme ziet, dan betekent dat al-imaam Moeqbil dus in extremisme viel?! 6 SN: En dit via de mooie onbeantwoorde zuiveringen: De Zuiverende Orkaan ter Ontmaskering van de Leugenaar Aboe Rabie Arafaat al-moehammadie de Misleidende Partizaan en het Voetvolk dat hem Bijstaat In Zijn Wijsheidswaan Deel 1 en 2 :

6 Waarom het niet wetenschappelijk houden en laten zien waar men inhoudelijk fout is in het verduidelijken? Het antwoord is al voorgegaan: ze zetten alles op alles om de eer van iemand kapot te maken omwille van het kapot maken, en dit mag gepaard gaan met verdraaien en tegen beter weten in, liegen! Vervolgens zeggen deze onbekende vertalers: Het bedrog van Al-Hajoorie met betrekking tot de uitspraak van Ishaaq bin Rawaahiyyah (!!zo schrijft men het!!) om de bid ah van de adhān te bevestigen die Othmaan Radia Allāhoe Anhoe- heeft geïntroduceerd als soennah! Alvorens wij ingaan op dit valse artikeltje van hen, kan men zich afvragen in hoeverre deze onbekende figuren in staat zijn om zelf een weerlegging op een Selefie Shaykh samen te stellen m.b.t. tot een onderwerp dat verbonden is aan de wetenschap van ḥadieth, wanneer zij niet eens in staat zijn om de naam van een rāwi (overleveraar) correct te schrijven?! En een typefout kan altijd plaatsvinden, maar dit is méér dan alleen een typefout, en men schrijft het op deze manier door het gehele artikel heen!! Nu is het mogelijk om deze naam op verschillende manieren uit te spreken, zoals uitgelegd is door az-zarkashie in zijn Noekat 1/129 : En het is mogelijk in ( راھويه ) een fatḥ op de (letter) haa en de waaw, en iskaan al-yaa` (dus dan spreekt men het uit als raahawayh ). En het is mogelijk met dhamm al-haa`, en iskaan al-waaw, en een fatḥ op de (letter) yaa` (dus dan spreekt men het uit als raahoeyah ), en dat is de tweede (optie) en dat is hetgeen wat gekozen (dient te worden). En as-soeyoeti zegt in Tadrieb ar-rāwi 1/338 : Profijt: Dit is de eerste plaats waar Isḥāq ibn Raahawayh genoemd wordt, en er werd gevraagd; Waarom wordt er ibn Raahawayh tegen hem gezegd? Waarop hij zei: Mijn vader is op de weg geboren, waarop al-maraawizah zeiden: Raahawayh. Oftewel: hij is op de weg geboren. En in fawaa-id Riḥlah ibn Rushayd : De madhhab (leer) van de taalkundigen in dit, en soortgelijke (kwesties), is een fatḥa op al-waaw ( (و en op wat er vóór komt (.. ر اھ و ) en de sukoen op al-yaa (راھ و ي ه) (dus dan spreekt men het uit als raahawayh ). En

7 de Moeḥadithoon (ḥadith-geleerden) volgen de manier van de Perzen, en zeggen: Ḍamma op wat vóór al-waaw komt (راھ و..) en sukoen op al-waaw (.. راھ و ) en fatḥa op alyaa (.. راھ و ي ) en de sukoon op al-haa ( (ر اھ و ي ه (dus dan spreekt met het uit als raahoeyah ), en het is ten aller tijden al-haa, dus at-taa is fout. Dus deze extremisten willen ash-shaykh Yahyā op de meest minieme zaken laten vallen, die contextueel niet eens kloppen, en zelf vallen zij in onvoorstelbare blunders. En schrijven zij de naam van deze alom bekende Haafidh op twee manieren totaal fout. Het is totaal onmogelijk om deze naam te schrijven met de h en de w omgedraaid?! Rawaahiyyah. Zelfs de site manhaj.com, waar zij blind van pakken hebben het niet zo geschreven. En ook is het totaal onmogelijk om deze naam te schrijven met een taa op het einde (ook wel taa marboetah genoemd),(ة) zoals eerder hierboven vermeld van wat as- Soeyoeti overleverd in Tadrieb ar-raawi : [...] en het is ten aller tijden al-haa, dus at-taa is fout. Zoals bijvoorbeeld bij het woord al-hizbiyyah - tijden fout!! en dus Rawaahiyyah is ten aller,الحزبية En dit duidt op hun haastigheid in het verspreiden van valsheid, en hun tekort aan nauwkeurigheid in het lezen, vertalen en overleveren. Tevens is deze titel van hun overdrijving, en verdraaing van de werkelijkheden, door een gebrek aan tekstbegrip en wetenschappelijke benadering, en valse intenties. Want de Shaykh 9 noemde Isḥāq ibn Rāhoeyah slechts als één van de tientallen Imāms die de adhān van Uthmān beschreven als oftewel muḥdath, oftewel bid ah 7, waarvan sommigen van Ahl al- Ilm het zagen als een bid ah in de religie (bid ah fie l-istilaaḥ). En sommige anderen van Ahl al- Ilm zagen het als een taalkundige bid ah (al-bid ah fie l- loghah) waarvan zij vinden dat dit een soennah wordt doordat Uthmaan één van de 4 khaliefen is. En hier schuilt zich ook meteen het verschil van mening achter, aangezien de 7 SN: Dus sommige geleerden hebben aangegeven dat de adhaan op zich wel iets nieuws was (muhdath), m.a.w. het bestond daarvoor niet, maar zij hebben het vanuit verschillende redenen niet als een bid ah verklaard in de religie. Terwijl andere geleerden het wel als een bid ah hebben bestempeld in de religie.

8 geleerden van mening verschillen betreffende de kwestie van wat men noemt de soennah van de 4 Khaliefen. En dit verschil van mening komt voort uit het verschil van begrip van de welbekende ḥadieth waarin de Profeet S zei : Houdt julllie vast aan mijn Soennah en de Soennah van de Khoelafā` ar-rāshidīn Zo zegt al-imām Moeqbil : Wat betreft de ḥadieth: Houdt julllie vast aan mijn Soennah en de Soennah van de Khoelafā` ar-rāshidīn, houd er aan vast met jullie achterste kiezen". De beste uitspraak hierover, die ik ben tegenkomen, is die van Aboe Muḥammad 'Alie ibn Aḥmad ibn Sa'eed Qdie bekend staat als ibn Ḥazm, hij zei: Het is ofwel dat wij alle Soenan nemen van de Rechtgeleide Khaliefen, en dit is onmogelijk omdat ze van mening verschilden (in sommige zaken). Of dat wij alles ervan verwerpen, en dit is duidelijke dwaling, omdat van hun Soenan is datgene wat overeenkomt met de Soennah van de Profeet S. Of het is zo dat wij datgene nemen van hun Soenan wat in overeenkomst is met de Soennah van de Boodschapper van Allāh S. En hij (i.e. Ibn Ḥazm) zei : En dat is onze uitspraak (i.e. opinie) En Shaykh oel-islaam ibn Taymiyyah Q zei in zijn boek at-tawassoel wa l- wasīlah in de betekenis van zijn woorden : Er is geen soennah (mogelijk/toegestaan) voor niemand met (i.e. naast dat van) de Boodschapper van Allāh S En dit zei al-ḥaakim al vóór Shaykh al-islaam ibn Taymiyyah, hij vernoemde het van Yaḥyā ibn Ādam dat hij zei:

9 Er is geen soennah (mogelijk/toegestaan) voor niemand met (i.e. naast dat van) de Boodschapper van Allāh S, en er wordt enkel gezegd (i.e. bedoeld met) de soennah van Abie Bakr en Umar zodat het gekend wordt dat deze soenan verricht werden in de tijd van Abie Bakr en Umar [Einde woorden van al-imām Moeqbil] 8 En Ibn Ḥazm Qzei ook in al-moeḥallā /3596 : Een ieder buiten de Boodschapper S kan fout of correct zijn. En als iemand zegt: Het is gekomen op gezag van de Boodschapper van Allāh S : Houdt julllie vast aan mijn Soennah en de Soennah van de Khoelafā` ar-rāshidīn na mij Dan zeggen wij: De Soennah van de Khoelafā` is het volgen van zijn Soennah. Maar wat zij verrichten vanuit idjtihād, dan is het niet verplicht hun idjtihād daarin te volgen. En het is authentiek overgeleverd op gezag van Abie Bakr, en Omar, en Othmān, en Alie, en Ibn Zoebayr, en Khālid ibn al-walīd en anderen dan hen: (dat zij van mening zijn dat er een) vergelding (is)voor het geslagen worden (dus dat er dan een vergelding is voor degene die onterecht geslagen heeft), en de Ḥanifiyyoen, en de Mālikiyyoen, en de Shāfi iyyoen zeggen dat niet. 9 En al- Allāmah al-moefassir Moḥammed al-amien ash-shanqītī Qzei : En wat betreft hun bewijsvoering met zijn S uitspraak : Houdt julllie vast aan mijn Soennah en de Soennah van de Khoelafā` ar-rāshidīn al-mahdiyyīn na mij En zijn S uitspraak : Wees in navolging met degenen na mij, Abie Bakr en Umar 8 Bron : Idjaabat as-saa il alaa Aham al-masaa il, blz SN: M.a.w. de geleerden van deze wetscholen gaan al deze metgezellen tegen, waaronder vier van de Khoelafaa` in dit vraagstuk.

10 Dan is dat een bewijs tegen hen niet voor hen!! Want de Soennah van de Khoelafā` ar- Rāshidīn waar de Boodschapper van Allāh S op aanspoorde, is gekoppeld aan zijn Soennah, en er wordt hier absoluut nooit taqlīd a mā (blind navolgen) in verricht, en niet het navolgen van een uitspraak van een persoon in het bijzonder... En Aboe Bakr as- Siddīq keerde terug (van zijn uitspraak) naar de uitspraak van al-moeghīrah ibn Shoe bah, en Moḥammed ibn Maslamah, dat de Profeet S een zesde deel verplicht stelde voor de grootmoeder. En Aboe Bakr was van mening dat er voor haar geen (deel van de) erfenis was, en hij zei tegen haar toen zij tot hem kwam : Ik zie niets voor jou in het Boek van Allāh, en ik ken niets voor jou in de Soennah van de Boodschapper S. En Umar ( ) keerde terug (van zijn uitspraak) naar de uitspraak van degenen die (zonet) genoemd zijn, in (de kwestie van) dayt 10 voor de (gedode) foetus, dat de Profeet S het vrijlaten van een mannelijk of vrouwelijke slaaf hiervoor heeft ingesteld. [...] en de voorbeelden hierover zijn veel, en hierin zit een heldere verduidelijking, want de Soennah van de Khoelafā` ar-rāshidīn is in navolging van de Boodschapper van Allāh S, en in het voorrang geven aan zijn Soennah (S) voor alles. En het is dus aan ons dat wij handelen zoals dat zij handelden, opdat wij volgelingen worden van de Soennah van de Boodschapper van Allāh S en van hun Soennah. 11 En al-imām al-albānī Q zegt in zijn weerlegging op een Shaykh in een fiqh kwestie: En wellicht is de Shaykh van diegenen die denken dat de betekenis van zijn S uitspraak en de Soennah van de Khoelafā` ar-rāshidīn is; (de soennah van) één ieder van hen, en vervolgens kijken zij er niet naar om of één van hen dit tegengaat of niet? Dus het is aan degenen die denken dat dit de uitleg is, dat zij weten dat dit een pure fout is (!!). En dat hetgeen wat correct is hierin: (de soennah van) hun gezamenlijk. Betekenend: datgene waarover de Khoelafā` ar-rāshidīn overeenstemming hadden. Maar wanneer (het dus vastgesteld is dat) zij verschilden, dan is het onmogelijk dat de Profeet S beveelt met het volgen van één ieder van hen, met het feit dat er verschil (van mening) is tussen hen. En gezien dit feit is de terugkeer dus enkel naar de Uitspraak van Allāh : ف ا ن ت ن از ع ت م في شي ء ف ر دوه إ لى الله و ال رس ول إ ن ك نت م ت و م ن ون ب اهلل و ال ي و م الا خ ر ذ ل ك خ ري و أ ح س ن ت ا و يلا 10 SN: Hiermee wordt bedoeld de afkoopsom ter compensatie van het recht van een gedood leven. 11 Aḍwā`oe l-bayaan 7/333

11 Als jullie over iets van mening verschillen, legt het dan voor aan Allāh en de Boodschapper, indien jullie in Allāh en de Laatste Dag geloven. Dat is beter en de beste uitleg En (gebaseerd) op (het feit dat) sommige Ulamaa` een andere mening hebben in de uitleg van deze ḥadieth, en het is overgeleverd in Ī`qaadh al-himam (blz 32 tab ah al-hind) : Dat Yaḥyā ibn Ādam zei: We hebben met de uitspraak van de Boodschapper van Allāh S geen behoefte aan een (andere) uitspraak van wie dan ook. En er wordt enkel gezegd (i.e. bedoeldt met) de soennah van Abie Bakr en Umar zodat het gekend wordt dat de Profeet S overleed en hij hierop (i.e. deze soennah) was. Ik zeg (i.e. al-albānī): En het is dus gewenst dat de ḥadieth Houdt julllie vast aan mijn Soennah en de Soennah van de Khoelafā` ar-rāshidīn al-mahdiyyīn na mij met deze (uitleg) begrepen dient te worden. En er wordt geen probleem gezien in al- atf 12, want er is voor de Khoelafā` geen andere Soennah die gevolgt wordt behalve datgene waar de Boodschapper S op was. Ik zeg : En zo dient al- atf in de ḥadieth begrepen te worden, net zoals al- atf in Zijn Uitspraak: و م ن ي ش اق ق ال رس ول م ن ب ع د م ا ت ب ني ل ه ال ه د ى و ي تب ع غ ري س ب يل ال م و م ن ني ني ن و ل ه م ا ت و لى و ن ص ل ه ج ه نم و س اءت م ص ري ا En wie de Boodschapper tegenwerkt nadat de Leiding hem duidelijk is geworden en een andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd had en Wij zullen hem in de Hel binnenleiden. En dat is de slechtste bestemming! En voorzeker hetgeen wat bekend is, is dat het volgen van een andere weg dan die van de gelovigen, dat dit het tegenwerken is van de Boodschapper van Allāh S, en hun weg (i.e. van de gelovigen) wordt enkel genoemd om te duiden op het feit dat dat hetgeen is waar de Boodschapper S op was. En deze betekenis van de ḥadieth is wat sterker is bij mij dan 12 SN: Hiermee wordt bedoelt het arabische koppelwoord wa ( و ), wat en betekent. En er wordt hiermee bedoelt het gedeelte in de hadieth : mijn Soennah en de Soennah van de Khoelafā` ar-rāshidīn.

12 hetgeen (i.e. de mening) daarvoor, door verschillende zaken waar nu niet (de geschikte) plaats voor is om het te op te noemen. Maar wat betreft de eerste betekenis dan is dat bāṭil qat an (onbetwistbaar vals) (!!), en dit is hetgeen wat rondgaat in de gedachten van velen, van degenen die niet weten hoe men dient te nemen van de Soennah. Dus wie van ons is tegenstrijdig aan de zuivere Soennah, en aan de laatste uitspraak van de Boodschapper S waar hij de mensen op heeft achtergelaten, en waar Ali mee bevool? De Shaykh (die hier bekritiseerd wordt door al-albānie) is op de uitspraak die bij hem zwak is, m.b.t. de uitleg van de ḥadieth van de soennah (i.e. de ḥadieth over de soennah van de vier khaliefen), en wat sterk is bij hem en zijn soorgenoten is : in tegenstrijd aan de soennah van de Khoelafā` ar-rāshidīn! Maar wat mij betreft, dan ben ik - na bevestiging van het bewijs uit de Soennah - Umar en Uthmaan niet tegengegaan behalve omdat het bevestigd is dat zij attamattoe (bepaalde vorm van pelgrimage) 13 afwezen. Maar dit werd afgewezen van hen door een groep van de Ṣaḥābah, en onder hen was de Khalīfah ar-rāshid Ali ibn Abī Ṭālib, omdat het tegen de tekst van al-qoer ān al-karīm ging : ف م ن مت تع ب ال ع م ر ة إ لى ال ح ج ف ام اس ت ي سر م ن ال ه د ي ي En degene die de Haddj op de Tamattoe -wijze verricht, laat hem dan offeren wat makkelijk te vinden is. En wij hadden de uitspraak (betreffende deze kwestie) reeds uitgebreid uiteengezet in onze uitspraak die gepubliceerd is door het tijdschrift, dus we gaan de uitspraak erover niet herhalen. Maar ik zie (het van belang) om een andere overlevering te vernoemen aan de Shaykh, waarin zich een afwijzing bevindt van iemand die het meest dichtbij is tot Umar en hem het beste kent, en wie anders kan het zijn dan Abdullāh ibn Umar, en wie hij is dat hij is op gebied van kennis, en begrip van het arabisch, niet iemand die afwijkend is. 13 SN: Haddj at-tamattoe is wanneer de bedevaartganger zicht éérst voorneemt om de Oemrah te verrichten en dan de Haddj.

13 En al-imām Aboe Dja far at-ṭaḥāwī levert over van Sālim ibn Abdillaah ibn Umar, dat hij zei: Voorzeker ik zat met ibn Umar in de Masdjid, toen er een man van Ahl ash-shaam aankwam, toen vroeg hij over at-tamattoe van al- Oemrah naar al-ḥaddj, toen zei ibn Umar : ḥasan djamīl (goed,mooi). Toen zei (de man): Voorzeker jouw vader wees het af. Toen zei hij (i.e. ibn Umar): Wee jij! Als het zo was dat mijn vader dat afwees, en de Boodschapper van Allāh S verrichtte het, en bevool het, nemen wij dan de uitspraak van mijn vader of het bevel van de Boodschapper van Allāh S?! De man zei: Het bevel van de Boodschapper van Allāh S. Toen zei hij (i.e. ibn Umar) : Sta op van mij. Overgeleverd door Aḥmad, en at-tirmidhi, en hij verklaarde het ṣaḥīḥ. [einde woorden al-imām al-albaanie.] 14 Vermelding van het oordeel dat de eerste adhān van het vrijdagsgebed toegevoegd en een innovatie is. De correcte vertaling zou moeten zijn: Het noemen van degenen die oordeelden over de eerste adhān voor het vrijdagsgebed dat het muḥdath en een bid ah is. En hierop volgend leverde ash-shaykh Yaḥyā tientallen namen over vanaf de Saḥāba tot aan zijn eigen Shaykh (i.e. Imām Muqbil), en quoteerde hij steeds slechts kort hetgeen wat hij met de woorden wilde bewijzen en beperkte zich tot dat. 15 Na dit te hebben gezegd, is het belangrijk om te vermelden dat de Shaykh nergens in dat hoofdstuk heeft aangegeven dat hij met al die namen de iḥdāth (vernieuwing) wilde bewijzen welke verboden is, namelijk de iḥdāth waar de bekende ḥadith naar verwijst Elke innovatie is dwaling. Sterker nog: in het stuk na het benoemen - wat deze onbekende schrijvers en hun leraar, Aboe Rabie, de Leugenaar weglaten 16 - geeft de Shaykh zélf aan dat hij met al die 14 SN: Bron : 15 SN: Wat u hier kunt lezen: 16 SN: Wat ons doet denken aan wat Shaykh Abdel Hamid al-hajoeri - moge Allah hem behouden - ons zei in de video De Fitnah van Arafât, al-hoeda wa-noer, An-Nasieha en Bouchta - Sh. Abd al-hamîd al-hajûrî :

14 overleveringen heeft bewezen dat deze adhān niet bestond in de tijd van Abu Bakr en Umar meer niet! En vervolgens bevestigde hij namelijk zelf dat sommigen van degenen die hij had genoemd, en niet heeft genoemd, de mening dragen dat het iets nieuws (muḥdath) is, maar dat er niks op tegen is om het te doen met als bewijs o.a. de ḥadith van Irbād ibn Sāriyah 17 i.e. omdat het op basis daarvan een Soennah is/wordt!! Wij zullen - met de Toestemming van Allāh - hier zo op terug komen met de originele tekst en vertaling. Rāhoeyah 12- Ishaaq bin Rawaahiyyah, hij zei: Voorwaar, de eerste adhaan van het vrijdagsgebed is een toevoeging die toegevoegd is door Othmaan. De athar is vermeld door ibn Rajab in Fath al-baarie boek 8 pagina Opdat de lezer niet in misleiding raakt: de Shaykh zette geen punt achter de zin, maar een komma. En daarbij noemt de Shaykh, de exacte bron met boekpagina. Zie onderstaande plaatje voor een printscreen van de website van al-hajoorie waarin dit bovenstaande bevestigd staat. Het staat zeker bevestigd, en de Shaykh noemt precies het gedeelte van de woorden van Isḥāq ibn Rāhoeyah die betrekking hebben op het punt welke de Shaykh wil aantonen, namelijk dat deze adhān niet bestond in de tijd van Abu Bakr en Umar meer niet!. Maar als men gedeelten van de woorden van ash-shaykh Yahyā express weglaat die duidelijk maken wat de bedoeling is, en men de lezers hierdoor op een dwaalspoor wil zetten, zoals deze figuren dit steeds valselijk trachten te doen bij de Shaykh om hem zo te stigmatiseren. Wie gekenmerkt wordt door Arafaat al-muhammadi, wat verwacht je wat er zal gebeuren? Men zal innovatie en begeerten aanleren, men zal al- asabiyyah (partizaan schap, fanatisme) verkrijgen, men zal at-talbis (misleiding) krijgen, men zal al-makr (het beramen van plannen) en batr (het verknippen van uitspraken) aanleren. En hoe waar blijken deze gouden woorden waar te zijn in de praktijk! 17 SN: De Profeet sallahoe alayhi wa sallam zei op gezag van Irbaad ibn Saariyah: "Waarlijk wie van jullie nog zal leven, zal veel verschillen zien, houd jullie daarom vast aan mijn Sunnah en die van de Recht geleide Kaliefen, bijt erop met jullie kiezen, en past op voor de toegevoegde zaken, waarlijk elke innovatie is een dwaling. [Sunan Abi Dawoed 4607 en at-tirmidhie 2678]

15 Zie hier de hele bewoording binnen de context van de Shaykh van dezelfde pagina als waarvan deze onbekende extremisten hun screenshot van genomen hadden!! ال م سألة فهؤ ء ن حو ث ث واحد ا من جهابذة علوم هذه ال يعة ال م طهرة وهذا الذي ذكرناه هو قليل باعتبار ما من إج م اع متيقن نقله ابن رجب وغ ه كما قدمنا ع أن ا ذان ا ول للجمعة ل م يكن ع عهد رسول ص عليه وع آله وسلم وأ بكر وعمر كما نص ع ذلك حديث السائب بن يزيد ر عنه عند ا مام البخاري وغ ه وقد تنوعت عبارات أهل العلم م م ن ذكرنا ومن ل م نذكر ال ح كم ع هذا ا ذان فمن قائل : إنه م حدث ومن قائل: إنه بدعة ومن قائل: إنه ليس بسنة و ينبغي أن يفعله ال م سلم ومن قائل غ ذلك من العبارات ال مؤداها النهي عن فعله. وأما من يقول: إنه م حدث و بأس بفعله فليس له حجة من كتاب و سنة ع هذا القول إ تلك الشبه ال م وهومة مثل ما اشتمل عليه حديث العرباض بن سارية وسيأ لبعضها مزيد بيان وشأن هذه الشبه وغ ها هو كما يقول ربنا (: إ ذ ا ج اء ه ل م ي ج د ه ش ي ئ ا ; [النور: ]. 39 ك اب ب ق يع ة ي ح س ب ه الظ م آن م اء ح Dit stuk laten deze bedriegers weg, in navolging van hun bedrieglijke leraar, de Leugenaar Aboe Rabie. De Shaykh maakt namelijk het volgende duidelijk: Dus zij, zo n 30 kenners over deze Reine Wetgeving, en datgene wat wij noemden is weinig vanuit het opzicht dat er in deze kwestie een zekere consensus is die is overgeleverd door ibn Rajab en andere dan hem, zoals voorgegaan is, dat de eerste adhān voor het vrijdagsgebed niet bestond in de tijd van de Profeet S, Abu Bakr en Umar, zoals dit verhaald wordt in de ḥadith van as-sā`ib ibn Yazid, bij al-imām al-boekhāri en andere dan hem. En de uitspraken van de mensen van kennis zijn van uiteenlopende soorten geworden, van onder degenen die wij noemden en niet noemden, in het oordeel over deze adhān. Van hen is degene die zegt: Het is muḥdath. En van hen is degene die zegt: Het is een bid ah. En van hen is degene die zegt: Het is geen Soennah en het past de moslim niet om het te doen. En andere van hen met uitspraken welke de afwijzing van het verrichten ervan ondersteunen. Maar wat betreft degene die zegt: Het is een innovatie, maar er is niks op tegen om het te doen, hij heeft hier geen bewijzen voor in het Boek, noch in de Soennah voor deze uitspraak, behalve die misplaatste misvattingen, zoals waar de ḥadith van Irbād bin

16 Sāriyah (ogenschijnlijk) op duidt en over sommige daarvan komt nog meer verduidelijking. En de zaak van deze misvattingen is zoals onze Heer zei (interpretatie van de betekenis): Als een luchtspiegeling op een vlakte. De dorstige denkt dat het water is, wanneer hij er bij komt ontdekt hij echter dat het niets is [An-Noor: 39] [Einde quotatie ash-shaykh Yahyā] Rāhoeyah En Harb leverde over van Ishaaq bin rawaahiyyah dat hij zei: Voorwaar, de eerste adhaan van het vrijdagsgebed is een toevoeging die toegevoegd is door Othmaan. Hij zag dat deze niet gehoord werd en daarom vermeerderde hij de adhān om de mensen die ver zijn op de hoogte te stellen. En daarom werd hij [deze eerste adhān] Soennah, want de khaliefen hebben de positie om dit te bepalen voor de mensen. Het onderstreepte stuk is waarom de Shaykh deze Imām quoteerde, en niet om het stuk wat daarna kwam. Dit betekent niet dat hij bedriegt, maar dat hij dit specifieke gedeelte overleverd ter bevestiging voor hetgeen waarvoor hij deze tekst wil gebruiken, namelijk om in de eerste instantie aan te tonen dat de adhān compleet nieuw was. En hierbij is het vanuit islamitisch wetenschappelijk oogpunt gezien niet verplicht dat je ook de fiqh conclusie van deze Imām moet quoteren. Aangezien het punt is om in de eerste instantie aan te tonen dat deze adhān iets nieuws was en iets wat daarvoor niet bestond, en vervolgens vanuit die aangelegde bewezen basis gaat de Shaykh bewijzen dat het dáárom - volgens zijn idjtihād - een bid ah is in de religie. En dit wordt al helemaal duidelijk wanneer men ziet dat de Shaykh zelf al aangeeft dat sommige de mening aanhangen van Isḥāq ibn Rāhoeyah namelijk Het is muhdath (iets nieuws), maar er is niks op tegen om het te doen omdat wij ook de Soennah van de khaliefen dienen te volgen.

17 Terwijl, zoals wij eerder hierboven hebben aangetoond, hebben andere geleerden zoals o.a. al-imām al-moeḥaddith al-albāni 18, al- Allāmah al-moefassir Muḥammed al-amīn ash- Shanqītī, al-imām Moeqbil ibn Hādī, weer een totaal andere visie over deze ḥadieth m.b.t. de Soennah van de vier Rechtgeleide Khaliefen, waardoor er dus ook weer hele ander fiqh conclusies getrokken kunnen worden. Dit is dus een bijkomend bewijs dat de Shaykh óók degenen quoteerde die zijn mening m.b.t. deze kwestie niet hadden, maar wél aangaven dat de adhān een muhdaht is (i.e. 18 SN: En al-imaam al-albaanie heeft ook weer een hele andere mening m.b.t. deze adhaan, zo zegt hij : Samenvattend: wij zijn van mening dat men zich dient te beperken tot de Mohammedaanse adhān en deze dient gedaan te worden bij het buitentreden van de imam en als hij zich op de preekstoel heft; dit door dat de reden van Uthmaan - die zijn toevoeging goed maakt - verdwenen is. [al-adjwiba an-naafi a blz. 6 t/m 11] De mening van dus van ash-shaykh al-albaanie m.b.t. deze zaak is dat de adhaan van 'Oethmaan geen bid'ah was, en dat 'Oethmaan een reden had voor het invoeren van een extra adhaan, namelijk dat de mensen van de markt ver verwijderd waren van de masjdid en daardoor de adhaan niet zouden kunnen horen. De Shaykh beschouwt het als van de masaalih almoersalah, en de adhaan van 'Oethmaan diende zeer zeker een maslaha (profijt). En Shaykh al-albaanie geeft ook aan, dat degenen die nu in deze tijd de adhaan van 'Oethmaan willen hanteren, dat zij wel in een bid'ah vallen, omdat de voorwaarden van de adhaan van 'Oethmaan - radiya Allaahoe 'anhoe - en de oorspronkelijke reden voor het instellen ervan nu niet meer aanwezig is, omdat er nu tegenwoordig gebruik gemaakt wordt van geluidboxen met versterkers. Alhamdoelillaah, het is een fiqh kwestie waar verschillende 'ulamaa van vroeger en nu over verschilden, en geen reden om elkaar op aan te vallen, wat de 'Ulamaa ook nooit deden bij elkaar. Wel jammer dat sommigen Shaykh Yahyaa omwille van deze fiqh kwestie aanvallen en kapot willen maken, en hem beschuldigden van het beledigen van 'Oethmaan, en dat terwijl Shaykh Yahyaa duidelijk het volgende aangeeft wanneer hij spreekt over deze kwestie: En sommige koppige opposanten zullen (wellicht) zeggen: "Was 'Othmaan - radhiya Allaahoe 'anhoe - toen hij dit deed dan een dwalende innovator?" Wij zeggen dan: Onze toevlucht is bij Allah!!, Hij is een rechtgeleide khalief, en hij trouwde twee dochters van de Boodschapper van Allaah - sallallaahoe 'alayhie wa sallam. En de Boodschapper van Allaah - sallallaahoe 'alayhie wa sallam - zei over hem: "Wie koopt de waterput Roema' en voor hem zal het Paradijs zijn? En toen kocht 'Othmaan het, en hij zorgde ervoor dat het voor de moslims was (om te kunnen gebruiken). En hij - sallallaahoe 'alayhie wa sallam - zei tegen Abie Moesa: Roep hem, en verkondig aan hem het Paradijs met daarbij een beproeving die hem zal overkomen Maar (waar het om gaat is) hij verrichte idjtihaad - radhiya Allaahoe 'anhoe op basis waarvan hij een gebedsoproeper aanstelde op de markt en niet in de moskee, zodat de mensen op de hoogte gesteld konden worden, dat de tijd van het gebed dichtbij is. En we hebben het al reeds opgenoemd wat Soebkie zei dat de situatie van toen verschilt met deze tijd van ons, en ondanks dit heeft hij - radhiya Allaahoe 'anhoe - hierin een fout gemaakt. En hij - radhiya Allaahoe 'anhoe - is hierin geëxcuseerd, en hij wordt voor zijn inspannig en zijn goede bedoeling beloond. Lees voor een uitgebreidere reactie omtrent deze valse beschuldiging jegens ash-shaykh Yahya het volgende document :

18 compleet nieuw ingevoerd is), en dit is ook de enige reden waarom hij hen quoteerde - niet meer! Daarom gaf hij zelfs aan dat daar (i.e. het feit dat het iets nieuws was) een idjmaa (consensus) over is, zeggende: en datgene wat wij noemden is weinig vanuit het opzicht dat er in deze kwestie een zekere consensus is die is overgeleverd door ibn Rajab en andere dan hem, zoals voorgegaan is, dat de eerste adhān voor het vrijdagsgebed niet bestond in de tijd van de Profeet, Abu Bakr en Umar, Echter gingen deze kippen zonder koppen de werkelijke bedrieger Arafāt achterna, en hebben zij voor dezelfde valse weg gekozen, de onwetenschappelijke weg van liegen, en bedriegen, en verdraaien. Moge Allāh hen geven wat zij verdienen. Zie dus hoe Imām at-thaqalayn De bewoording Imām ath-thaqalayn werd gedaan door een dichter, Aboe Zayd az- Za kaarie, die daarvan al geruime tijd geleden (2008) tawbah gedaan heeft en dit openlijk verrichte:

19 Deze openlijke tawbah was gedaan in het jaar 2008 zoals te zien is in deze link: Aboe Zayd zei: Ik bedoelde niets behalve Imām ath-thaqalayn in onze tijd in ons land. Ondanks dit doe ik taubah bij Allāh. Dan is de vraag: Waarom dit steeds weer oprakelen? Dit aangezien tawbah hetgeen verwijderd wat voorgegaan is. Maar wij kennen Arafāt zeer goed, en zijn hizbiyyah en haat en oneerlijkheid gaat op sommige vlakken zelfs verder dan de Khawaaridj die wel tawbah accepteren! Hij wil steeds deze fitnah laten voortduren om zo zijn doel te bereiken namelijk : het laten vallen van ash-shaykh Yaḥyā 9. De oprechte lezer zal zich afvragen: Waarom ash-shaykh Yaḥyā aanvallen op hetgeen een dichter zegt over de Shaykh? Een dichter die al reeds tawbah verrichtte daarvoor, en waarover de Shaykh zelf al meerdere malen heeft aangegeven dat hij het niet eens is met dit soort prijzingen, en titels, en extremisme!? Het antwoord op deze vraag is duidelijk: Omdat deze vijanden van Ahl as-soennah in werkelijkheid geen steekhoudende bewijzen hebben om ash-shaykh Yaḥyā tot ḥizbie te verklaren, dus gaan zij over op leugens, en verdraaingen, en allerlei ander valsheden. Dit zoals hun voorgangers van de Hadaadiyyah voor hen deden. En zo zijn er nog wat gedichten waarvan de dichters tawbah hebben verricht, maar waar de mensen van valsheid ash-shaykh Yaḥyā en zijn studenten mee blijven aanvallen, en dat is pas werkelijk extremisme! 19 De vraag die gesteld kan worden is dan ook: Wil ash-shaykh Yaḥyā deze prijzingen of niet? Shaykh Yaḥyā zei na een gedicht waarin één van de dichters overdreef in het prijzen van de Shaykh: 19 SN: Ondanks deze duidelijke terugkeer en berouw van deze dichter, én de openlijke verafschuwing van Shaykh Yahya moge Allah hem beschermen hierover, blijven zij deze laster herhalen en vervallen hierbij exact in hetgeen zij Shaykh Yahya en zijn studenten valselijk van beschuldigen: al-hadaadiyyah. Want uitgerekend onze achtbare Shaykh Rabi moge Allah hem beschermen en standvastig houden op de soennah noemde als één van hun fundamenten het volgende: Zij (de Hadadiyyeen), als zij een uitspraak aansmeren aan een persoon waar hij vrij van is en zijn afstand daarvan openlijk heeft verkondigd, gaan zij door in het benoemen van deze madhloem (degene die onrecht is aangedaan) met hetgeen zij aan hem aansmeren, en met dit verdorven fundament komen zij overeen met de Khawaarij!

20 Bismillaah ir-rahmaan ir-rahiem en verder, Ik wens iets van mijn broeders en ik hoop dat zij aan deze wens zullen voldoen. En als Allāh het wil, mijn vermoedens bij hen zijn goed. En het is dat onze liefde voor elkaar hen niet in overdrijving laat vallen, Djazaakoem Allāhoe khayran, Bij Allāh ik heb afkeer tegen deze overdrijving uit mijn hart Het is algemeen bekend dat ash-shaykh Yaḥyā 9 een hekel aan deze prijzingen heeft, en dat vaak tijdens de lessen deze gedichten voorgedragen worden wanneer de Shaykh de vragen aan het doorlezen is die hij gaat beantwoorden, en dus niet gefocust is op wat sommige dichters voordragen!! Dit getuigen talloze studenten van de Shaykh. de Allaamah al-moeḥadieth Dit is de Shaykh ongetwijfeld, hoe kan het ook niet als dé Imām van Yemen uit deze tijd en tevens zijn Shaykh, waar hij meer dan 16 jaar onder studeerde (!), hem zo noemde. Al- Imām Moeqbil ibn Haadie zei : Een deel van de verhandeling over reizen van onze broeder omwille van Allāh, de nobele Shaykh, de Godvrezende, de Zaahid (asceet) Moehaddith (geleerde van ḥadith) en Faqieh (geleerde van Jurisprudentie) Aboe AbdirRahmaan Yaḥyā Bin Alie al-hadjoerie (moge Allāh hem beschermen) werd aan mij voorgelezen.. de mensen bedriegt door zeer belangrijke informatie achterwege te laten. Zeer belangrijke informatie voor iemand die blind op bedriegers bouwt en hierbij vergeet dat er honderden, zo niet duizenden pagina s open staan voor deze bedriegers; 20 pagina s 20 SN: Deze Arafaat zijn waardeloze verhandeling al Bayaan al Fawrie is door meer dan 8(!!) Mashaykh en studenten inhoudelijk weerlegd en Arafaat is doodstil en heeft hier nooit met 1 letter op gereageerd. Een gedeelte daarvan is vertaald in de zuiverende orkanen en daar is te zien dat deze Arafaat een Hadaadie is die op leugens bouwt die hij zelf van de Athary website pakte.maar zijn volgelingen in Nederland doen steeds alsof het niet om Arafaat gaat.deze nieuwe website van deze anonieme blindvolgers en leugenaars bewijzen dat Arafaat erg belangrijk is voor hen!

21 waarin - i.t.t. tot deze amateuristische flut artikelen - wetenschappelijk bewezen staat dat deze bedriegers de professoren zijn in het achterhouden van belangrijke informatie! ت ع ق ل و ن ن أ ت ا م ر ون ال ناس ب ال بر و ت نس و ن أ نف س ك م و أ نت م ت ت ل ون ال ك ت اب أ ف لا Bevelen jullie de mensen het goede te doen en vergeten daarbij jullie zelf, hoewel jullie het Boek lezen? Wilt gij dan niet begrijpen? [al-baqara: 44] Rāhoeyah Waarom vermeldde hij niet dat Ishaaq bin Rawaahiyyah zei dat het een soennah is geworden? Allereerst, waarom zijn jullie nu hier zelf ash-shaykh Yaḥyā aan het weerleggen?! Jullie beweren toch alleen terug te keren naar de geleerden?! Of is dat enkel een valse kreet om zo de onweerlegbare kritieken op jullie valse da wah en die van jullie soortgenoten van annasieha & co te ontlopen!? Het antwoord hierop is duidelijk voor elke moslim die zijn verstand respecteert en het Woord van Allāh het allerhoogste heeft staan. Ten tweede, is dit reeds voldoende beantwoord hierboven en alle Lof zij Allāh, maar kort samenvattend zeggen wij nogmaals: omdat de Shaykh slechts hetgeen wilde bewijzen met wat hij quoteerde van Isḥāq, dat het iets totaal nieuws was is in de zin van dat niemand daar Uthmān in is voor geweest en niet voor de fiqh conclusie van Isḥāq zelf ervan. En dit komt, zoals al reeds is aangetoond, duidelijk uit het hoofdstuk naar voren, maar helaas volgt men het valse pad van die Leugenaar Aboe Rabie, die talloze soortgelijke blunders op zijn naam heeft staan doordat hij op de eerste plaatst; extreme wrok koestert voor de Shaykh, en zijn gezegende kenniscentrum in Dammaaj. En op de tweede plaats; zo gretig opzoek is naar fouten dat hij schaamteloos bedriegt en daarbij tekort schiet in inzicht over wat hij leest.

22 Extra profijt en feiten: Het boek dat men bekritiseerd en aanvalt in dit artikel, Aḥkaam al-djoemoe ah, is geprezen door één van de Imāms van al-djarḥ wa Ta dīl van deze generatie, ash-shaych Moeqbil ibn Haadie Q Shaykh Moeqbil Q zei in de introductie van dit boek van ash-shaykh Yaḥyā : Ik heb het boek al-djoemoe'ah gelezen van Shaykh Yaḥyā ibn 'Alie al-hadjoerie, en ik trof aan dat het een geweldig boek is waarin profijten zitten waarvoor het waard is om een reis af te leggen (om ze te verkrijgen). Met daarnaast (in het boek) een oordeel over elke ḥadieth volgens hetgeen wat het verdient, en het begrijpen van het onderwerp. Aldus is het een boek dat voldoende en afdoende is betreffende het onderwerp ervan. Hoe kan het niet zo zijn, terwijl ash-shaykh Yaḥya (moge Allāh hem beschermen) in een buitengewone staat van onderzoek en Taqwa en Zoehd en vroomheid en vrees voor Allāh is!? En hij is een spreker van de waarheid en hij vreest omwille van Allāh het verwijt van de verwijteraars niet. En hij (moge Allāh hem beschermen) heeft mijn plaats vervangen in het geven van lessen in Daar al-ḥadieth in Dammaadj, en hij geeft ze op de beste manier. Want ik was weg gereisd van Daar al-ḥadieth en de studenten waren daar ongeveer duizend, en ik zei: Allāh weet het beste wat Allāh met hen zal doen!! En als Allāh het niet bepaald had, dan was ik niet graag van hun gescheiden. En ik kan het niet verdragen langer dan een maand van hen gescheiden te zijn. (Een dichter zei:) Bij Allāh, ik heb mij niet uit haat voor jullie van jullie gescheiden, maar wat bepaald is zal geschieden. En een ander gedicht zegt: Niet alles wat een persoon verlangt bereikt hij, de winden waaien volgens hetgeen de schepen niet verlangen.

23 En hierboven is de Uitspraak van Allāh de Verhevene: En jullie zullen het niet willen, behalve als Allāh het wil. (76:30) En de uitspraak van Allāh de Verhevene: En het bevel van Allāh is een vaststaande beschikking. (33:38) Ik geloof in al-qadr. Ik reisde weg van hen en zij waren circa duizend studenten. Vervolgens vroeg ik na ongeveer 9 maanden de nobele broeder ash-shaykh Ahmed ibn Abdoellaah al- Wassaabie, de verantwoordelijke voor de aangelegenheden van de studenten waarbij hij ondersteunt wordt door de broeders, de mensen van Dammaadj, de bewakers. Ik zei tegen hem: hoeveel is het aantal studenten? Hij zei: ongeveer duizend en vijfhonderd, en zij hebben zich op kennis gericht op een wijze die geen gelijke kent. En gedurende deze dagen vroeg ik hem over het aantal mannen en vrouwen met de kinderen buiten beschouwing gelaten, en hij zei: ongeveer drieduizend. Dus moge Allāh de broeders, de verantwoordelijken bij Daar al-ḥadieth in Dammaadj belonen met het goede voor hun verzorging en bewaking en onderwijzing op elk gebied, zij onderwijzen eenieder naar gelang zijn niveau. En toen het boek van onze broeder Yaḥyā mij bereikte, wegens mijn liefde voor hem las ik het boek terwijl ik op mijn rug lag wegens zaken waar Allāh van op de hoogte is. En was het niet dat wij gehaast waren te reizen dan zou ik het boek afgelezen hebben om er profijt van op te doen. Aldus, moge Allāh onze broeder, de nobele Shaykh Yaḥyā belonen met het goede, en proficiat voor hem, wegens hetgeen Allāh hem heeft geschonken aan geduld in het onderzoeken en speuren naar profijten m.b.t. al-ḥadieth en al-fiqh. Het is een boek van overleveringen en regelgevingen. En een boek van Djarḥ en Ta dīl naast hetgeen er in zit aan Fiqh zaken waarvoor het waard is er een reis voor af te leggen. Weet, moge Allāh jullie Genadig zijn, dat dit boek dus geprezen was tijdens het leven van Imām Moeqbil Q en wijdverspreid was en is. Dit boek is meerdere malen gedrukt, en niemand van de Mensen van Kennis bekritiseerde het. Juist was het boek één van de boeken die meerdere malen gedrukt zijn om zijn profijt, en de Selefiyyien lazen het en deden er kennis van op! De eerste wie deze

24 zaken probeerden valselijk te weerleggen waren de haddaadiyyien van de website alathary, en jaren later de Leugenaar Aboe Rabee Arafaat al-barmaki. Het standpunt van ash-shaych Yaḥyā betreffende de adhān is hetzelfde als dat van Imām Moqbil, en andere geleerden, en nog veel belangrijker, van de edele Ṣahābi Abdoellaah ibn Umar, dus let hier op!! Men bekritiseerd het boek dus niet op een wetenschappelijke wijze, en vanuit het beschermen van religie, wat de intentie zou moeten zijn, maar om de schrijver te lasteren!! Wij vragen Allāh om de onbekende mensen achter deze leugenachtige site te leiden en inzicht te geven in hun geloof. En onze laatste aanroeping is: