Fytobenthosmaatlatten voor bronnen
|
|
- Elias van de Velde
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Fytobenthosmaatlatten voor bronnen
2
3 Fytobenthosmaatlatten voor bronnen Typen R1 en R2 in opdracht van auteur namens opdrachtgever HaskoningDHV Nederland B.V. Herman van Dam Ronald Buskens rapportnummer code opdrachtgever status AWN Y2971-0A0-100 definitieft datum 28 maart 2013 Herman van Dam Adviseur Water en Natuur Postbus BJ Amsterdam T E herman.vandam@waternatuur.nl W
4 Referaat H. van Dam (2013): Typen R1 en R2. In opdracht van: HaskoningDHV Nederland B.V.. Herman van Dam, Adviseur Water en Natuur, Amsterdam. Rapport p. Tot nu toe waren nog geen maatlatten voor fytobenthos in bronnen ontwikkeld. In dit rapport worden de bestaande gegevens uit permanente, kalkrijke bronnen bijeengebracht. Na harmonisatie van de gegevens zijn IPS-waarden berekend, die zijn gecorreleerd met de beschikbare fysische en chemische variabelen. De alkaliniteit en het totaal-fosfaatgehalte hebben de sterkste correlatie met de IPS (Indice de Polluosensitivité Spécifique). Voorgesteld wordt om in kalkrijke bronnen voorlopig dezelfde klassengrenzen te hanteren als in de snelstromende, kalkrijke bovenlopen. Dat geldt, mutatis mutandis, ook voor de kalkarme bronnen. Voor de temporaire bronnen zijn nog onvoldoende gegevens beschikbaar voor de constructie van maatlatten. Aanbevolen wordt om daarvoor gegevens te verzamelen. Voor de monitoring kan worden aangesloten op het Handboek Hydrobiologie. Trefwoorden: maatlatten, KRW, fytobenthos, diatomeeën, kiezelwieren, bronnen, Zuid-Limburg, IPS, Indice de Polluosensitivité Spécifique, Trophic Index - AWN 1203 i
5 Inhoud 1. Inleiding 1 2. Methoden Uitgangspunten Aanpak Uitvoering Gegevensinwinning Fysische en chemische gegevens Fytobenthos Locaties en monsters Resultaten Waterchemie Taxa IPS en voorlopige maatlat Aanbevelingen voor monitoring Dankwoord Literatuur 15 Bijlagen 17 Bijlage 1. IPS (Indice de Polluosensitivité Spécifique) Bijlage 2. Locaties en monsters Bijlage 3. Indicatiewaarden en hoeveelheden taxa Bijlage 4. IPS- en fysische en chemische waarden per monster AWN 1203 i
6
7 1. Inleiding In het document Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water (Van der Molen e.a. 2012) zijn geen maatlatten opgenomen voor een aantal kleinere watertypen, zoals de temporaire en permanente bronnen, respectievelijk de typen R2 en R1. Omdat in sommige gebieden veel van dergelijke bronnen aanwezig zijn is door de waterbeheerders aan HaskoningDHV Nederland B.V. opdracht verstrekt maatlatten te construeren voor deze typen. In voorliggend rapport worden (voorlopige) maatlatten voor het fytobenthos van de bronnen gepresenteerd. - AWN
8
9 2. Methoden 2.1. Uitgangspunten Volgens diverse documenten van de Europese Commissie moeten verschillende stappen worden doorlopen voor de constructie van maatlatten: 1. Begrip van de referentietoestand en het zetten van de klassengrens zeer goed / goed Eerst moeten de criteria worden beschreven op grond waarvan referentiegemeenschappen (de onverstoorde) natuurlijke toestand worden geselecteerd. Vervolgens moeten de waarden van de milieuvariabelen voor deze toestand (bijvoorbeeld stroomsnelheid, temperatuur, diepte, nutriëntenconcentraties) worden vastgesteld. Deze kunnen voor verschillende habitats anders zijn. Bij voorkeur dienen hiervoor referentielocaties te worden gebruikt. Als die ontbreken kunnen modellen, historische gegevens, paleolimnologische gegevens worden gebruikt. 2. Begrip van de relatie tussen toenemende beïnvloeding door pressoren 1 en de veranderingen van de levensgemeenschap Nadat de relevante (combinaties van) pressoren zijn vastgesteld kan worden vastgesteld waar de maatlat gevoelig moet zijn. In de vorm van een conceptueel model moet een ecologische beschrijving worden gemaakt van (de component van) de levensgemeenschap van ten minste de zeer goede, goede en matige toestand. De ontoereikende en slechte toestand kunnen hieruit worden geëxtrapoleerd. Vervolgens moeten de biologische gegevens op een zoda- 1 pressoren zijn menselijke drukken, zoals normalisatie, peilregulering en verdroging, vermesting (eutrofiëring, o.a. door landbouw en effluentlozingen), verzuring (atmosferische depositie van zwavel- en stikstofverbindingen), vergiftiging (o.a. door biociden) en (regulier) onderhoud. - AWN
10 nige manier worden gerangschikt dat ze de manier beschrijven waarop ze antwoord geven op een toename van de invloed van pressoren en er moeten één of meer maatstaven worden geformuleerd die representatief zijn voor de invloed van (hydromorfologische, fysische en/of chemische) pressoren en daarmee een duidelijke relatie hebben. 3. Het zetten van de overige klassengrenzen De grenzen zeer goed/goed, goed/matig, matig/ontoereikend en ontoereikend/slecht worden bij voorkeur beargumenteerd gekozen gelegd bij discontinuïteiten in de relatie tussen pressoren en de biologische maatstaven. Als er geen discontinuïteiten zijn wordt het continuüm beneden de grens zeer goed/goed in vier gelijke klassen verdeeld Aanpak De bovenomschreven aanpak is gevolgd bij de constructie van maatlatten voor het fytobenthos van de grote rivieren (typen R16, R7 en R8), snelstromende, kalkarme beken en riviertjes (R13, R15), veenstroompjes (R14) en snelstromende, kalkrijke beken en riviertjes (R17 en R18) (Van Dam 2012). Wegens de geringe hoeveelheid beschikbare tijd is hier een snellere aanpak gevolgd. Voor de kalkarme bronnen, voornamelijk in Twente, maar ook in Noord-Limburg, wordt voorgesteld om voorlopig de maatlatten uit Van Dam (2012) over te nemen. Het gaat hier om kleine stroompjes, waar de bemonsterde locaties van bron en bovenloop van de beek dicht bij elkaar liggen en waar de relevante ecologische sleutelfactoren niet of nauwelijks verschillen. Van deze bronnen zijn ook maar weinig analyses beschikbaar. Voor de kalkrijke bronnen in Zuid-Limburg wordt qua aanpak aangesloten op de eerder gevolgde aanpak voor de kalkrijke beken en riviertjes (R17 en R18). Voor beschikbare monsters wordt de IPS (Bijlage 1) berekend, waarvan de waarden worden gecorreleerd met fysische en chemische gegevens. Hieruit worden pressoren gekozen. De minst beïnvloede toestand wordt als referentietoestand gekozen. De IPS is als maatstaf genomen omdat deze ook is gebruikt voor de kalkrijke beken en riviertjes. - AWN
11 2.3. Uitvoering Gegevensinwinning Het Waterschap Roer en Overmaas heeft de beschikbare gegevens over de kiezelwieren van permanente bronnen en de begeleidende fysisch-chemische gegevens beschikbaar gesteld. De bronnen zijn ingedeeld in kalkarme en kalkrijke bronnen. Daarbij is gebruik gemaakt van de geologische kaart (Leenaers 2009) en de beschikbare chemische gegevens, waarbij de grens tussen arm en rijk is gesteld op 30 mg/l Ca Fysische en chemische gegevens Door het waterschap werd een bestand met alle beschikbare fysische en chemische gegevens van de op fytobenthos bemonsterde locaties aangeleverd. Veel variabelen zijn maar op enkele locaties of met zeer lage frequentie gemeten. De volgende variabelen, waarvan tamelijk veel gegevens beschikbaar waren zijn bij de analyse betrokken: algemeen: temperatuur, zwevende stof; macro-ionen: geleidingsvermogen, ph, calcium, magnesium, natrium, kalium, alkaliniteit, aciditeit, chloride, sulfaat; nutriënten: totaal-fosfaat, ortho-fosfaat, nitraat, nitriet, ammonium, Kjeldahl-stikstof, totaal-stikstof; zuurstofhuishouding: ammoniak, biochemisch zuurstofverbruik, zuurstof. Voor de diatomeeën in Limburgse stromende wateren zijn ook de zware metalen, speciaal zink, van belang, maar daarvan zijn in de bronnen weinig bepalingen verricht. Van sommige monsters zijn de concentraties van calcium, magnesium, natrium en kalium opgegeven in mmol/m -3. Die zijn omgerekend naar mg/l. Voor het elektrisch geleidingsvermogen (bij 20 C) is het gemiddelde van veld- en laboratoriumwaarneming genomen. Soms zijn laboratoriumwaarnemingen bij 25 C eerst teruggerekend naar waarden bij 20 C door deling door 1,1. Voor de zuurgraad is de ph in het veld genomen (116 gevallen) en de ph in het laboratorium als er geen veldmeting is (12 gevallen). Voor totaal-stikstof is de gemeten waarden (102) genomen of volgens toetsing (8 gevallen). Voor Kjeldahlstikstof is de gemeten of berekende waarde genomen. Voor de alkaliniteit is de gemeten alkaliniteit (95 gevallen) of de bicarbonaatconcentratie (5 gevallen) genomen. Voor de correlatie met de IPS-waarden zijn de gemiddelde waarden van hetzelfde kwartaal als de diatomeeënmonsters genomen. Het - AWN
12 tweede kwartaal loopt hierbij van 1 maart tot 15 juni en het derde kwartaal van 15 juni tot 30 september. In de meeste gevallen is er per kwartaal maar één monster beschikbaar, in sommige gevallen zijn er twee of drie monsters. Vóór de berekeningen van de gemiddelden zijn waarden beneden de detectiegrenzen op de helft van de detectiegrens gesteld. Een enkele onwaarschijnlijke directe waarneming van de alkaliniteit werd vervangen door de alkaliniteit op grond van de bicarbonaatconcentratie in hetzelfde monster. Van alle variabelen is eerst getoetst of ze (bij benadering) normaal zijn verdeeld. Dat is het geval als de verhouding tussen gemiddelde en mediaan 1 ± 0,1 bedraagt (Tabor 2010). Zo niet, dan zijn ze logaritmisch getransformeerd vóór het bereken van de correlatiecoëfficiënten Fytobenthos In beginsel zijn de namen van de taxa in overeenstemming gebracht met de versie van Taxa Waterbeheer Nederland (TWN) van 13 maart Enkele taxa figureren nog niet in de TWN-lijsten. Taxa die niet altijd apart zijn gedetermineerd zijn samengevoegd met andere, zoals Achnanthidium affine met A. minutissimum en Cocconeis placentula var. euglypta met C. placentula. Omdat niet in alle monsters hetzelfde aantal exemplaren is geteld zijn de getelde hoeveelheden (abundanties) omgerekend naar percentages, waarbij het totaal in elk monster op 100% is gesteld. Voor elk monster is de IPS berekend, zoals aangegeven in Bijlage 1. De indicaties voor de aanwezige taxa zijn in hoofdzaak ontleend aan de meest recente lijst (Base2012) uit de Omnidia-software ( omnidia.free.fr). Voor enkele taxa met zeer onwaarschijnlijke indicatiewaarden werden waarden uit oudere lijsten gebruikt. Om te achterhalen wat de meest belangrijke pressoren zijn, zijn product-moment-correlatiecoëfficiënten berekend met de al of niet getransformeerde fysische en chemische gegevens Locaties en monsters Alle locaties en aantallen monsters per jaar zijn vermeld in Bijlage 2. Er zijn 98 monsters van kalkrijke en vier monsters van kalkarme bronnen. Alle monsters zijn geanalyseerd door dezelfde analist (H.J.G. Pex). Van de 102 aangeleverde monsters zijn er 97 van vegetatie afkomstig. Vier monsters zijn totaalmonsters, van vegetatie en bodemmateriaal. Één monster is van zandbodem. Bij de verwerking is geen rekening gehouden met deze verschillen. - AWN
13 3. Resultaten 3.1. Waterchemie De fysische en chemische samenstelling de beschikbare monsters is samengevat in Tabel 4.1. De kalkarme Limburgse bronnen hebben Tabel 1 Samenvatting fysische en chemische samenstelling. Scheef verdeelde variabelen hebben een * in de afkorting en zijn logaritmisch getransformeerd vóór berekening van correlatiecoëfficiënten met de IPS (r). s = significantie, ns = niet significant. - AWN
14 lage tot matig hoge concentraties totaal-fosfaat, maar in sommige kalkrijke bonnen komen zeer hoge concentraties voor (tot 0,6 mg/l P). De concentraties totaal-stikstof lopen op tot 45 mg/l, terwijl de zuurstofverzadiging erg laag kan zijn (tot 8%). Daarentegen komen ook bronnen voor met veel lagere nutriëntenbelasting en een betere zuurstofhuishouding Taxa In totaal zijn 382 taxa aangetroffen, waarvan 87 exclusief in de kalkarme bronnen, 251 exclusief in de kalkrijke bronnen en 44 zowel in de kalkarme als kalkrijke bronnen. Het gaat soms in Nederland zeer zeldzame soorten, zoals Surirella spiralis, die meer algemeen is in bronnen van berggebieden IPS en voorlopige maatlat De waarden van de IPS per monster zijn vermeld in Bijlage 4, samen met de corresponderende fysische en chemische waarnemingen, voor zover beschikbaar. De correlatiecoëfficiënten van de IPS met de fysische en chemische variabelen van de monsters uit de kalkrijke bronnen zijn vermeld in Tabel 1. De IPS heeft zeer significante correlaties met diverse macro-ionen, fosfaat en iets minder met de zuurstofverzadiging. De sterkste correlaties zijn met de alkaliniteit (r = 0,41, p = 0,0004) en totaal-fosfaat (r = -0,39, p = 0,0005). De alkaliniteit is in beginsel een natuurlijke variabele, fosfaat zal in veel bronnen een antropogene oorsprong hebben en is daarom een pressor. In Figuur 1 zijn de IPS-waarden tegen de logaritmen van de fosfaatconcentraties uitgezet. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen verschillende klassen van hardheid (mate van buffering). De grenzen tussen de klassen komen overeen met die in Bloemendaal & Roelofs (1988). Uit de figuur kan worden afgelezen dat bij een zelfde fosfaatconcentratie in hardere wateren een hogere IPS kan worden gerealiseerd. Dat zou er dus voor pleiten om de klassengrenzen voor de kwaliteit afhankelijk te maken van de hardheid. Daartegen pleit dat een zelfde bron niet altijd in dezelfde hardheidklasse valt. De bron met de hoogste kwaliteit (OMRWEU10, Moeras Weustenrade) voert meestal zeer sterk gebufferd water, maar ook wel eens minder gebufferd water. In Figuur 1 zijn de klassengrenzen voor het de snelstromende bovenlopen op kalkhoudende bodem (R16, Van Dam 2012, Van der Molen e.a. 2012) ingetekend. Ze liggen bij 6,5, 9,5, 12, 5 en 15,5. Het lijken, althans voorlopig, ook voor de kalkrijke bronnen zinnige grenzen te zijn. - AWN
15 Figuur 1 Relatie tussen IPS en P-totaal voor verschillende hardheidsklassen. Bij elke hardheidsklasse hoort een regressielijn in dezelfde kleur als de punten van de klasse. De zwarte lijn is die voor alle waarnemingen samen. Gezien de beschikbare tijd kan deze maatlat niet verder worden uitgewerkt. Het zou zeer zinvol zijn om een maatlat niet alleen op de IPS te baseren, maar ook op de aanwezigheid van bijzondere soorten. Daarvan zijn er in de bronnen veel aanwezig. Voor de interpretatie kan gebruik gemaakt worden van de rijkelijk aanwezige literatuur over diatomeeën in bronnen uit het buitenland, zoals Foged (1951, 1984), Round (1957), Sabater & Roca (1992), Cantonati (1998), Werum & Lange-Bertalot (2004), Gesierich & Kofler (2010), Cantonati e.a. (2011), Zalazna-Wiezorek (2011) en Spitale & Cantonati (2012). - AWN
16
17 4. Aanbevelingen voor monitoring Voor de monitoring van de kalkarme bronnen kunnen voorlopig de maatlatten en methoden van de snelstromende kalkarme beken en riviertjes (R14, R14 en R15) worden gebruikt, zoals beschreven in Van Dam (2012). Ook voor de kalkrijke bronnen is dit het geval. Het verdient aanbeveling de bemonstering in de maand april uit te voeren, conform het Handboek Hydrobiologie (Van Dam & Mertens 2010). De meeste monsters uit dit onderzoek zijn weliswaar in mei genomen, maar de bemonsteringsmaand heeft in deze wateren niet veel invloed op de resultaten. Een geschikte frequentie is eens per drie jaar. Per rapportageperiode zijn er dan twee monsters per locatie, waarmee dan een indruk van de variabiliteit wordt verkregen. De monitoring kan daarom met dezelfde substraten worden voortgezet. De huidige methode van maken van het maken van preparaten, het determineren en tellen kan worden voortgezet. Het is van belang dat de analisten steeds goed op de hoogte zijn van recente taxonomische ontwikkelingen en veranderingen in naamgeving en taxonomische opvattingen vastleggen in een logboek, dat door toekomstige verwerkers van de gegevens kan worden geraadpleegd voor harmonisatie van de gegevens. Voor de naamgeving dient te worden aangesloten op die van TWN (Taxa Waterbeheer Nederland). In elk preparaat moeten precies 200 exemplaren worden geteld, om de aantallen soorten per monster goed te kunnen vergelijken en om eventuele fouten bij de verwerking van resultaten snel te kunnen detecteren. Scoren van soorten buiten de telling is voor het berekenen van de IPS niet nodig. Bijzondere soorten zijn meestal niet veel in een monster aanwezig. Als op basis van bijzondere soorten en niet alleen op basis van IPS moet worden getoetst is een screening van soorten buiten de telling - AWN
18 wel aan te bevelen. De statistische betrouwbaarheid van deze procedure verdient echter nog nader onderzoek. Bij een uitgebreidere telling, bijvoorbeeld van 400 exemplaren, worden al meer bijzondere soorten aangetroffen. Het verdient aanbeveling om voor de interpretatie van de resultaten begeleidende fysische en chemische en hydromorfologische gegevens te verzamelen. In de Limburgse situatie betreft dit ook zware metalen, zoals zink. Van de temporaire bronnen (R1) zijn nog geen maatlatten ontwikkeld, wegens gebrek aan gegevens. Het verdient aanbeveling deze wel te verzamelen, op dezelfde wijze als voor de permanente bronnen. - AWN
19 5. Dankwoord Bert Pex en Han Kessels van het Waterschap Roer en Overmaas stelden de benodigde gegevens beschikbaar. Bet Pex leverde ook commentaar op het concept-rapport. - AWN
20
21 6. Literatuur Bloemendaal, F.H.J.L. & J.G.M. Roelofs (red.) (1988): Waterplanten en waterkwaliteit. Natuurhistorische Bibliotheek van de KNNV 45. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Utrecht. 189p. Cantonati, M. (1998): Diatom communities of springs in the southern Alps. Diatom Research 13: Cantonati, M., R. Gerecke, I. Jüttner & E.J. Cox (Eds) (2011): Springs: neglected key habitats for biodiversity conservation. Journal of Limnology 70 (Suppl. 1) : Cemagref, (1982): Étude des méthodes biologiques d'appreciation quantitative de la qualité des eaux. Rapport Q.E. Lyon - Agence de l'eau Rhône-Mediterrane Corse. 218p. Dam, H. van & A. Mertens (2010): Kiezelwieren. In: R. Bijkerk (red.) Handboek hydrobiologie. Biologisch onderzoek voor de ecologische beoordeling van Nederlandse zoete en brakke oppervlaktewateren. Hoofdstuk 9. STOWA, Amersfoort. 62p. Dam, H. van (2012): Fytobenthosmaatlatten voor beken en rivieren: typen R7, R8, R12- R18. In opdracht van: Rijkswaterstaat Waterdienst. Rapport Herman van Dam, Adviseur Water en Natuur, Amsterdam. 97p. Descy, J.P. (1984): Écologie et distribution des diatomées benthiques dans le bassin Belge de la Meuse. Studiedocumenten Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen 18: Eloranta, P. & J. Kwandrans (1996): Testing the use of diatoms and macroalgae for river monitoring in Finland. In: B.A. Whitton, E. Rott & G. Friedrich (Eds) Use of algae for monitoring rivers. Institut für Botanik, Universität Innsbruck, Innsbruck. p Foged, N. (1951): The diatom flora of some Danish springs I. Natura Jutlandica 4: Foged, N. (1984): The diatom flora in springs in Jutland, Denmark (springs III). Bibliotheca Diatomologica 4. Cramer, Vaduz. 118p. Gesierich, D. & W. Kofler (2010): Epilithic diatoms from rheocrene springs in the eastern Alps (Vorarlberg, Austria). Diatom Research 25: Lecointe, C., M. Cost & J. Prygiel (1993): Omnidia: a software for taxonomy, calculation of diatom indices and inventories management. Hydrobiologia 269/270: Leenaers, H. (2009): De Bosatlas van ondergronds Nederland. Noordhoff Uitgevers, Groningen. 96p. - AWN
22 Molen, D.T. van der, R. Pot, C.H.M. Evers & L. van Nieuwerburgh (red.) (2012): Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water Rapport STOWA, Amersfoort. 378p. Pantle, R., H. Buck (1955): Die biologische Überwachung der Gewässer und die Darstellung der Ergebnisse. Gas- und Wasserfach 96: 604. Prygiel, J. & M. Coste (1993): The assessment of water quality in the Artois-Picardie water basin (France) by the use of diatom indices. Hydrobiologia 269/270: Round, F.E. (1957): A note on some diatom communities in calcareous springs and streams. Journal Limn. Soc.-Botany 55: Sabater, S., J.R. Roca (1992): Ecological and biogeographical aspects of diatom distribution in Pyrenean springs. British phycological Journal 27: Sládeček, V. (1973): System of water quality from the biological point of view. Ergebnisse der Limnologie 7: Spitale, D & M. Cantonati (2012): Understanding the natural variability of diatom assemblages in springs of the Adamo-Brenta Nature Park (south-eastern Alps) on a temporal scale. Fundamental and Applied Limnology 179: Werum, M & H. Lange-Bertalot (2004): Diatoms in springs from central Europe and elsewhere under the influence of hydrogeology and anthropogenic impacts. Iconographia Diatomologica 13: Zelazna-Wieczorek, J. (2011): Diatom flora in springs of Lodz Hills (Central Poland). Biodiversity, taxonomy, and temporal changes of episammic diatom assemblages in springs affected by human impact. Diatom Monographs 13: AWN
23 Bijlagen - AWN
24
25 Bijlage 1. IPS (Indice de Polluosensitivité Spécifique) In een uitvoerige studie van het fytobenthos van de Maas en zijn zijrievieren heeft Descy (1979) met behulp van multivariate analysetechniken vijf groepen van diatomeeën onderscheiden, die verschillen in hun gevoeligheid ten opzichte van vervuiling, vooral met organisch afbreekbaar materiaal. Hij publiceerde een lijst van ruim honderd soorten, waarin de soorten werden ingedeeld in een van deze groepen, met daarbij ook een indicatiegewicht, een getal (1, 2 of 3), dat aangeeft in welke mate de betreffende soort indicatief is voor zijn vervuilingsgraad. Door M. Coste (in Cemagref 1982) is de index van Descy overgenomen en hij gebruikte de naam Indice de Polluosensitivité Spécifique (IPS). Deze index heeft sterke correlaties met organische vervuiling (BOD, COD, totaal-stikstof en totaal-fosfaat), ionensterkte (chloride, sulfaat, geleidbaarheid) en eutrofiëring (chlorofyl, nitraat) (Prygiel & Coste 1993). Het is een van de meest gebruikte Europese indices. Daarvoor zijn verschillende redenen: van bijna alle taxa die in zoete wateren worden aangetroffen zijn indicatiewaarden bekend het is relatief eenvoudig om de klassengrenzen aan te passen, afhankelijk van regio en watertype de IPS heeft vooral in de van nature eutrofe wateren een goed onderscheidend vermogen (Kelly e.a. 2007). Voor de berekening van de IPS is er een lijst met taxa, waarin aan elke soort twee getallen zijn toegekend: een gevoeligheidsgetal (s) en een getal voor de indicatiewaarde (v). De gevoeligheid (s) kan elke waarde tussen 1 en 5 hebben en is te vergelijken met de saprobiegetallen uit oudere systemen (o.a. Zelinka & Marvan 1961, Sládeček 1973). De indicatiewaarde (v) is een gewichtsgetal met de waarden 1, 2 of 3. Soorten met een indicatiewaarde 3 hebben een nauwe ecologische amplitude en tellen daarom zwaarder dan soorten met een lagere indicatiewaarde. De originele IPS o is een getal tussen 1 en 5 en wordt berekend als een gewogen gemiddelde met een formule die is ontleend aan Pantle & Buck (1955):, waarin a i, s i en v i respectievelijk de (relatieve) abundantie, gevoeligheid en indicatiewaarde van de i-de soort zijn en n het aantal soorten is waarvan de gevoeligheden en indicatiewaarden bekend zijn. Vervolgens wordt de definitieve IPS berekend om een getal tussen 0 en 20 te krijgen, waardoor de IPS vergelijkbaar wordt met andere, verge- - AWN
26 lijkbare indices. Hiervoor wordt een formule van Eloranta & Kwandrans (1996) gebruikt: IPS = 4,75 IPS o - 3,75 In de loop der jaren zijn door M. Coste aan vrijwel alle zoetwatertaxa uit het fytobenthos van de Europese wateren gevoeligheids- en indicatiewaarden toegekend. Deze zijn o.a. opgenomen in de database van het programma Omnidia (Lecointe e.a. 1993). De database wordt nog steeds bijgewerkt. - AWN
27 Bijlage 2. Locaties en monsters Per jaar is het aantal monsters vermeld. - AWN
28
29 Bijlage 3. Indicatiewaarden en hoeveelheden taxa aant. = aantal, gem. ab. = gemiddelde abundantie (%), A = kalkarm, R = kalkrijk - AWN
30 - AWN
31 - AWN
32
33 Bijlage 4. IPS- en fysische en chemische waarden per monster geol. = geologie (A = kalkarm, R = kalkrijk). subs. = substraat (V = vegetatie, T = totaal, Z =zand), Abs%IPS = som van de abundaties van de taxa die voor berekening van de IPS zijn gebruikt, N = aantal getelde schalen, S = aantal taxa in telling, C = aantal monsters waaruit de gemiddelden van de fysische en chemische variabelen zijn berekend. Temp. - O2% zijn de afkortingen van de variabelen die met hun eenheden zijn vermeld in Tabel 1. - AWN
34 - AWN
35
36
37 Validatie hydrobiologische gegevens Waterschap Rivierenland % Adviseur Water en Natuur rapport
38
Fytobenthosmaatlatten voor beken en rivieren. Typen R7, R8, R12 R18
Fytobenthosmaatlatten voor beken en rivieren Typen R7, R8, R12 R18 Fytobenthosmaatlatten voor beken en rivieren Typen R7, R8, R12 R18 in opdracht van auteur namens opdrachtgever Rijkswaterstaat Waterdienst
Fytobenthos uit Brabantse RWSR-vennen 2012
Fytobenthos uit Brabantse RWSR-vennen 2012 Herman van Dam (Adviseur Water en Natuur, Amsterdam) 15 november 2012 Inleiding Ten behoeve van de regionale watersysteemrapportages worden door of namens de
Riegman & Starink. Consultancy
Riegman & Starink Consultancy Huidige vegetatie Knelpunt analyse Fysisch Chemisch Milieu Fysisch Chemisch Milieu Gewenste vegetatie -Voor alle KRW typen -Voor eigen gekozen plantengemeenschap Chemie 1
Een herziene maatlat voor fytobenthos van stromende wateren
Herman van Dam, adviseur Water en Natuur Marcel van den Berg, Rijkswaterstaat RIZA Rob Portielje, Rijkswaterstaat RIZA Martyn Kelly, Bowburn Consultancy Een herziene maatlat voor fytobenthos van stromende
Waterkwaliteit KRW, 2015
Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2010 Indicator 14 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2016 Indicator 11 juli 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009
Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het
Vermesting van regionaal water,
Indicator 20 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting van het regionale
Bert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011
Ammonium in de Emissieregistratie?! Natuurlijke processen, antropogene bronnen en emissies in de ER Bert Bellert, Waterdienst Ammonium als stof ook in ER??: In kader welke prioritaire stoffen, probleemstoffen,
Vermesting in meren en plassen,
Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen
MWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen
MWW - Waternood-DAN - EKO Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen Maatregel Wijzer Waterbeheer Inleiding Implementatie van zowel WB21 als KRW vraagt om waterhuishoudkundige maatregelen Talrijke
Kwaliteit oppervlaktewater, 2009
Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen
algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters
Diatomeeën als indicator voor waterkwaliteit nabij rwzi s?
Diatomeeën als indicator voor waterkwaliteit nabij rwzi s? Hanneke van Zuilichem (waterschap Aa en Maas), Edwin Peeters (Wageningen Universiteit), Jako van der Wal (AQUON) Waterschap Aa en Maas volgt de
Eindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest
eindrapport : BIM-2005 aantal blz. : 5 blz : 1 Eindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest - 2005 1. Staalname Staaknames werden uitgevoerd op: 19/05/05;
Producten en Diensten. Versie: 2016-2
Producten en Diensten Versie: 2016-2 Inhoudsopgave 1 Toelichting 3 2 Oppervlaktewater 4 2.1 Monsterneming 4 2.2 Veldmetingen 4 2.3 Chemisch onderzoek 5 2.4 Continue metingen on-site 6 2.5 Bacteriologisch
Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2006 Colofon Projectleider : Martijn Goffings Projectnummer : PMMG6367 Opdrachtgever : Brussels Instituut voor
Ionenbalans. Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016
Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie december 2006 CMA/7/A.4 ontwerp INHOUD Inhoud 1 Toepassingsgebied 3 2 Principe 3 3 Opstelling
Vermesting in meren en plassen,
Indicator 13 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen
ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT
ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied
III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.
III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen
Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater
Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming
Errata Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water (STOWA )
Errata Referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water 2015-2021 (STOWA 2012-31) versie: 07-08-2014 contact: Niels Evers: Frank van Herpen niels.evers@rhdhv.com frank.van.herpen@rhdhv.com
Vermesting in meren en plassen,
Indicator 14 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren
Oppervlaktewater in Nederland
Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland heeft een grote verscheidenheid
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord
Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord Thierry Warmoes - Afdeling Rapportering Water januari 2012 m.m.v. Bram Haspeslagh 1. Effect ingebruikname RWZI Brussel Noord 2. Beoordeling van
Uitwerking maatlatten voor vissen. Marcel Klinge
Uitwerking maatlatten voor vissen Marcel Klinge Opbouw Wat is er gedaan tot nu? Hoe zien de maatlatten er globaal uit? Natuurlijke watertypen Sterk Veranderde watertypen Kunstmatige watertypen (kanalen)
Orde in de digitale dossierkast leidt tot meer begrip van aquatische ecosystemen
Orde in de digitale dossierkast leidt tot meer begrip van aquatische ecosystemen Martin Droog (Witteveen+Bos ), Laura Moria (Waternet) Waternet heeft in samenwerking met Witteveen+Bos de ordening en infrastructuur
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna
Inhoud Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inleiding Proef 1. Algemene bepalingen. Proef 2. Bepaling waterkwaliteit met behulp van kleine waterdieren (makrofauna). Verzameltabel voor alle resultaten.
Ik vertrouw erop u met het toezenden van deze gegevens van dienst te zijn geweest.
From: Klantenservice Laboratorium To: Postbus CC: Klantenservice Laboratorium Subject: compleet chemisch Date:
Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Wijstgronden Uden
Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Wijstgronden Uden Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied
Werken op het laboratorium. Monstername. Proces hydrobiologische analyse. Monstername. Uitzoeken (sorteren) 19/09/2010.
Groep Monitoring Werken op het laboratorium Kwaliteitszorg in de hydrobiologie Michiel Wilhelm 20 m/v actief in het water: Vissen Vegetatie, Fytoplankton, Zoöplankton Fytobenthos, Macrofauna en Marien
Een herziene KRW-maatlat voor het fytobenthos van stromende wateren
Een herziene KRW-maatlat voor het fytobenthos van stromende wateren (A revised WFD-metric for river phytobenthos in The Netherlands) Herman van Dam Adviseur Water en Natuur REFERAAT / ABSTRACT H. van Dam
Hydrobiologische Monitoring
Opzet presentatie Hydrobiologische Monitoring Dille Wielakker & Jos Spier Wat is Hydrobiologie? Historie van de Hydrobiologie Monitoringsmethodieken Belang van standaardisatie Door Bureau Waardenburg bv
Vermesting in meren en plassen
Indicator 16 december 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en
Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2009 Colofon Projectleider : Ing. Dieter Croonenborghs Opdrachtgever : Brussels Instituut voor Milieubeheer Publicatiedatum
Bijlage I Milieukwaliteiteisen en streefwaarden voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water...
Bijlage I Milieukwaliteiteisen en streefwaarden voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water...............................................................
Lesdag 1: woensdag 15 maart 2017
Aristo Zalencentrum, Brennerbaan 150, 3524 BN Utrecht Laura Bon, (030) 60 69 415, laura.bon@wateropleidingen.nl Daniëlle Thomas (030) 60 69 402, danielle.thomas@wateropleidingen.nl Lesdag 1: woensdag 15
Ecologische monitoring; standaardisatie?
Ecologische monitoring; standaardisatie? Auteur: H.E. Keizer-Vlek Methode zou moeten afhangen van het doel Maar data worden vaak voor meerdere doeleinden gebruikt: vaststellen ecologische toestand detecteren
De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : September 2007.
Drema Waterbehandeling BV Daltonstraat 16 3316 GD Dordrecht The Netherlands Tel: 0031 78 618 40 11 Fax:0031 78 618 77 80 www.drema.nl Onderzoek blauwalgen De Gouden Ham Rapportage : September 2007. Ten
Regionale Implementatie KRW
Regionale Implementatie KRW Bepaling Huidige toestand waterlichamen Dommel Martijn Antheunisse, Vakgroep Ecologie, Ws De Dommel Inhoud Ws. De Dommel - 26 KRW waterlichamen Huidige situatie 2009: Biologische
OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.
NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS
Visstand meren (M14/M27) en de KRW
Visstand meren (M14/M27) en de KRW Met het oog op SGBP II 2016-2021, III 2022-2027 Donderdag 25 september 2014 Roelof Veeningen, cluster Gegevensbeheer 1 - Monitoring - Analyse - Prognose - Maatregelen
MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR
Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N
Aquatische ecologie. Module 1: Ecologische principes van watersystemen. Lesdag 1. drs. M. Maessen (Grontmij)
lesdag onderwerp docent(en) Module 1: Ecologische principes van watersystemen Lesdag 1 Ochtend - Watersysteem - Van mondiaal tot lokaal - Kringlopen en balansen - Hydrologische kringloop - Relatie grondwater
Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...
BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen
PROTOCOL TOETSEN EN BEOORDELEN VOOR DE OPERATIONELE MONITORING EN TOESTAND- EN TRENDMONITORING
VOOR DE OPERATIONELE MONITORING EN TOESTAND- EN TRENDMONITORING WERKGROEP MIR 24 augustus 2007 110305/OF7/1Q3/000373/MR Colofon Auteur: R. Torenbeek Productie: ARCADIS In opdracht van: RIZA Referentie:
Nuon monitoringplan. Ouderkerkerplas. te Amsterdam
Nuon monitoringplan Ouderkerkerplas te Amsterdam 2016 Nuon Warmte 11-juli-16 1 VOORBLAD... 1 INHOUDSOPGAVE... 2 INLEIDING... 3 AANPASSING MONITORINGSPLAN 3 OPZET MONITORINGSPLAN. 3 1 MONITORINGSPROGRAMMA...
Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015
Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 Samenstellers Afdeling
De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : Augustus 2007.
Drema Waterbehandeling BV Daltonstraat 16 3316 GD Dordrecht The Netherlands Tel: 0031 78 618 40 11 Fax:0031 78 618 77 80 www.drema.nl Onderzoek blauwalgen De Gouden Ham Rapportage : Augustus 2007. Ten
Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad
Chemisch wateronderzoek 1 water leeft 2 Abio Chemisch wateronderzoek 2 Chemisch wateronderzoek 3 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren
PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters
PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal
Ecologische Karakterisering van Oppervlaktewateren (EKO)
Ecologische van Oppervlaktewateren (EKO) Aanleiding Het project EKO is in 1981 door de provincie en de waterschappen in Overijssel geïnitieerd. Hanneke Keizer-Vlek Alterra Aanleiding voor het project was
Zoektocht naar stuurknoppen om de ecologische toestand van beken te verbeteren
Zoektocht naar stuurknoppen om de ecologische toestand van beken te verbeteren Niels Evers, Mirte Schipper (Royal HaskoningDHV), Ineke Barten, Mark Scheepens (Waterschap De Dommel) Waarom gaan we de KRW-doelen
Producten en Diensten. Versie:
Producten en Diensten Versie: 2017-1 Inhoudsopgave 1 Toelichting 3 2 Oppervlaktewater 4 2.1 Monsterneming 4 2.2 Veldmetingen 4 2.3 Chemisch onderzoek 5 2.4 Continue metingen on-site 6 2.5 Bacteriologisch
NVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen
NVO's en vis Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen Amersfoort, 24 november 2011 Carlo Rutjes & Michelle de la Haye Scoren met natuurvriendelijke
Wijzigingsvoorstel (RfC) voor de Aquo domeintabel KRW-typologie (KRW-watertypes)
Wijzigingsvoorstel (RfC) voor de Aquo domeintabel KRW-typologie (KRW-watertypes) Indiener: IDsW / KRW - nationale werkgroep Doelstellingen Oppervlaktewater Kenmerk: W-0803-0006 Documentbeheer Wijzigingshistorie
Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten
21 3.12 KWALITEIT OPPERVLAKTEWATER P Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (2=1) 12 P landbouw N landbouw P huishoudens N huishoudens
Workshop KRW Maatlatten
Workshop KRW Maatlatten IHW netwerkdag 2018 Frank van Herpen (Royal HaskoningDHV) Marcel Tonkes (provincie Overijssel) 7 November 2018 Programma Opwarmen 15 min Technische toelichting 30 min Aan de slag
Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018
Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 1. Inleiding In het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland liggen 18 KRW-waterlichamen (zie figuur 1 op volgende pagina). Deze waterlichamen worden zowel
Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014
Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Vlaamse MilieuMaatschappij www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Samenstellers Afdeling
5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN
1.Inleiding 5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN Waterorganismen zijn afhankelijk van de kwaliteit van hun leefmilieu. Deze kwaliteit wordt niet alleen bepaald door abiotische parameters, (ph, zoutgehalte, zuurstofgehalte,
Aangenomen dat alleen de waarde voor natrium niet gemeten is, is de concentratie natrium in mg/l van het bovenstaande water.
Page 1 of 9 CT011 INLEIDING WATERMANAGEMENT (20082009 Q1) (9805080901) > TEST MANAGER > TEST CANVAS Test Canvas Add, modify, and remove questions. Select a question type from the Add dropdown list and
BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof
- Bemonsterings- en analysehodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof VERSIE 3.1 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/04 1 PRINIPE Voor de bepaling van nitraatstikstof
Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet
Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Aanleiding Aanleg natuurvriendelijke oevers belangrijk in waterbeheer Bij aanleg mist vaak de relatie met de
Nota. Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit. Inhoudstafel. Datum: 19/12/17 0. INLEIDING STATISTISCHE ANALYSE...
Nota Datum: 19/12/17 Aan: VLM Auteur: TFR Nazicht: MVR Documentref: I/NO/11504/17.375/TFR Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit Inhoudstafel 0. INLEIDING... 2 1. STATISTISCHE ANALYSE...
Te streng voor weinig verstoorde beken Abundantie -> aantalsaandelen van alle vissen
1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0,00 SS rheofiel SS eurytoop SS migratie SS habitat AB rheofiel AB eurytoop AB migratie AB habitat Opbouw presentatie Aanpassingen KRW-ten vis in beken en riviertjes Marco Beers,
Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150
NL09_26 Basisgegevens Naam Code Status Type Stroomgebied Waterbeheergebied Provincie Gemeente Sloten Overbetuwe NL09_26 Kunstmatig M1a - Zoete sloten (gebufferd) Rijn-West Rivierenland Gelderland Neder-Betuwe,
Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Strabrechtse Heide
Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Strabrechtse Heide Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied
Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetstrategie en methodiek macrofyten //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Afwenteling mede bepalend voor het niet halen van KRW- doelstellingen
Afwenteling mede bepalend voor het niet halen van KRW- doelstellingen Aniel Balla, Rob van de Boomen (Wi2eveen+Bos), Marcel Tonkes (provincie Overijssel) Met een afwentelingsonderzoek is in Rijn- Oost
Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer
Factsheet: NL33HM Hondshalstermeer -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.
Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Hooibroeken
Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Hooibroeken Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied en
Brug tussen chemische en biologische beoordeling waterkwaliteit
Brug tussen chemische en biologische beoordeling waterkwaliteit Bioassays meten de risico s van stoffen voor het ecosysteem in oppervlaktewater 1 Brug tussen chemische en biologische beoordeling waterkwaliteit
Review forfaits vleeskuikenouderdieren Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Review forfaits vleeskuikenouderdieren Uitvoeringsregeling Meststoffenwet DATUM 27 mei 2014 AUTEUR Dr. Ir. C.M. Groenestein Karin Groenestein, Bert Ipema, Age Jongbloed en Rick Emous Wageningen UR Livestock
Op woensdag 3 juli 2018 is er een onderzoeksrapport van het RIVM verschenen: Verkenning milieueffecten rubbergranulaat bij kunstgrasvelden.
Datum: 04-06-2018 Betreft: Wie: RIVM onderzoek vervuiling door SBR-infill Ewout Timmerman (beleidsadviseur sport) Op woensdag 3 juli 2018 is er een onderzoeksrapport van het RIVM verschenen: Verkenning
Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie
Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Prof. ir. Hans van Dijk 1 Afdeling Watermanagement Sectie Gezondheidstechniek Inhoud hydrologische kringloop kwalitatief 1. regenwater 2. afstromend/oppervlaktewater. infiltratie
Ministerie van Economische Zaken Directie Agrokennis t.a.v. de Directeur de heer ir. M.A.A.M. Berkelmans Postbus EK Den Haag
Postbus 47 6700 AA Wageningen Ministerie van Economische Zaken Directie Agrokennis t.a.v. de Directeur de heer ir. M.A.A.M. Berkelmans Postbus 20401 2500 EK Den Haag Wettelijke Onderzoekstaken Natuur &
Fish Based Assessment Method for the Ecological Status of European Rivers (FAME)
Fish Based Assessment Method for the Ecological Status of European Rivers (FAME) Overleg i.v.m. verdere verfijning en validatie van de nieuw ontwikkelde visindex op Europese schaal (EFI = the European
REFERENTIES EN MAATLATTEN
REFERENTIES EN MAATLATTEN VOOR overige wateren GEEN RW-WATERLICHAMEN stowa 2013 14 REFERENTIES EN MAATLATTEN VOOR OVERIGE WATEREN (GEEN RW-WATERLICHAMEN) rapport 2013 14 ISBN 978.90.5773.609.4 stowa@stowa.nl
De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : Juni 2007.
Drema Waterbehandeling BV Daltonstraat 16 3316 GD Dordrecht The Netherlands Tel: 0031 78 618 40 11 Fax:0031 78 618 77 80 www.drema.nl Onderzoek blauwalgen De Gouden Ham Rapportage : Juni 2007. Ten Behoeve
Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:
Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Eemland 1A 9405 KD Assen Nederland Monsterneming a. Oppervlaktewater Monsterneming t.b.v. fysisch en chemisch onderzoek (alle
Ecologische Indexen Macrofauna
Ecologische Indexen Macrofauna Een verkenning voor toepassing van genetische monitoring juni 2018 Berry van der Hoorn Tiedo van Kuijk Kevin Beentjes Vondellaan 55 KvK 411 695 15 Postbus 9517 expertcentrum@naturalis.nl
Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe
Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze
Normalisatie in de hydrobiologie. Arnold Veen en Erica Fritse
Normalisatie in de hydrobiologie Arnold Veen en Erica Fritse 15 Februari 2017 Goed waterbeheer vraagt om vergelijkbare analyse resultaten die fit for purpose zijn. Paragraaf 1.3.6 van de KRW - Standards
Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve
Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet
KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag.
KEURING KUNSTGRASVELDEN Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. eindrapport Opdrachtgever / Client RecyBEM B.V. t.a.v. de heer drs. C. van Oostenrijk Postbus 418 2260 AK LEIDSCHENDAM
Hermeandering en hydromorfologie
Hermeandering en hydromorfologie Monitoring van structuren of ecologie? Oscar van Dam teamleider waterbeheer en gis COP hermeandering 24 november 2010 HWH Amersfoort RPS BCC Onderdeel RPS plc Organisatie
Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering
Onderzoek waterkwaliteit en Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering Met behulp van kiezel, grof en fijn zand, actieve kool en wat watten werd het natuurlijk zuiveringssysteem van de bodem nagebootst.
Verkenning milieueffecten rubbergranulaat bij kunstgrasvelden. Resultaten RIVM en STOWA onderzoek
Verkenning milieueffecten rubbergranulaat bij kunstgrasvelden Resultaten RIVM en STOWA onderzoek Verkenning milieueffecten rubbergranulaat juni 2018 Aanleiding 400 400 kg/jaar kg/jaar 400 kg/jaar Onderzoeksvragen
WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek
Chemisch wateronderzoek 1 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren en waterplanten. Biologisch leven in het water is afhankelijk van
Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa
Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Overijssels Kanaal (Zwolle) De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld
Herintroductie vissen : van plannen naar uitvoering Vissennetwerk 25 november J. Quak
Herintroductie vissen : van plannen naar uitvoering Vissennetwerk 25 november 2010 J. Quak Inhoud Historie, korte terugblik: herintroductie op agenda (beken, riviertjes) Kaders: beleid, ecologie en beheer
TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE
TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV te Ardooie (Fase 1) ) 1\Ü. /.AfL. 111111 UNIVERSITEIT GENT Fase 1 -I- Ondiep
Onderzoek bodem en waterkwaliteit herinrichting Veenoordkolk
Onderzoek bodem en waterkwaliteit herinrichting Veenoordkolk Aanleiding Voordat de gebiedsontwikkeling rondom de Veenoordkolk en de Teugse kolk van start kan gaan, is inzicht nodig in de milieuhygiënische
ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART
GEMEENTE NUENEN C.A. ACTUALISATIE BODEMKWALITEITSKAART GEMEENTE NUENEN C.A. In opdracht van Gemeente Nuenen c.a. Opgesteld door Auteur Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Keizer Karel V Singel 8 Postbus 8035