Pedagogisch beleidsplan Kinderdagverblijf Simba Dagopvang Locatie Poeldijk

Transcriptie

1 Pedagogisch beleidsplan Kinderdagverblijf Simba Dagopvang Locatie Poeldijk

2 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 1 2. Visie 1 3. De ontwikkeling van kinderen Persoonlijke competenties: zelfvertrouwen en de ontwikkeling op diverse gebieden (sociaal-emotioneel, motorisch, taal/spraak, cognitief en creatief/spel) Observeren en het bevorderen van het welbevinden van kinderen Normen en waarden overdragen 5 4. De groepsleiding Een veilige relatie opbouwen Uitdaging bieden Praten over ons pedagogisch handelen 6 5. De groep Sociale competenties: de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten en 6 ervaringen met elkaar te delen 5.2 Regels en rituelen in de groep Belonen en straffen belonen Groepsgrootte Zicht op de buitenwereld. Activiteiten om ervaringen op te doen buiten de 8 groep. 6. Ruimte en inrichting Veiligheid en uitdaging in de binnen- en buitenruimten Onze werkwijze komt terug in de inrichting van de groepen De buitenruimte 9 7. Contact en samenwerking met ouders De samenwerking met ouders Omgaan met verschillen tussen thuis en kinderdagverblijf Ouders betrekken bij ons pedagogisch denken en doen 10 Simba, pedagogisch beleidsplan dagopvang PD, september

3 1. Inleiding Dit pedagogisch beleidsplan omschrijft onze visie op het verantwoord opvoeden van een kind (in een groep), met als doel het kind een veilige plek te bieden waar het zich veelzijdig kan ontwikkelen. Al onze leidsters handelen volgens dit pedagogisch beleidsplan. Het plan wordt ieder jaar herzien en voorgelegd aan de Ouderraad. Het pedagogisch beleidsplan wordt uitgereikt aan Simba-ouders en is voor overige geïnteresseerden te verkrijgen via In dit plan zijn voorbeelden gekozen (schuin en vetgedrukt) die ons beleid verder verduidelijken. De namen in deze voorbeelden zijn verzonnen. 2. Visie Kinderdagverblijf Simba biedt kinderopvang in een huiselijke sfeer. De dagopvang is voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Onze leidsters geven de kinderen liefde en aandacht en creëren op die manier een veilig en vertrouwd plekje voor ze. Wij vinden het heel belangrijk dat een kind zich veilig voelt op Simba. Pas dan kan een kind een vertrouwensrelatie opbouwen met leidsters en andere kinderen. Ons kinderdagverblijf levert een bijdrage aan de opvoeding door de kinderen een kans te geven om zich veelzijdig te ontwikkelen. Dit doen wij door de groepsruimte in te richten met gevarieerd spelmateriaal, regelmatig te wandelen en dingen te benoemen die we zien, te lezen, te zingen en te dansen, maar ook door uitdagende (ontwikkelings-) spelletjes en knutselactiviteiten. Samen met ouders brengen wij de kinderen normen en waarden bij die erg belangrijk zijn, bijvoorbeeld samen delen, samenwerken en omgaan met regels en kleine conflicten. 3. De ontwikkeling van kinderen 3.1 Persoonlijke competenties: het zelfvertrouwen en de ontwikkeling op diverse gebieden (sociaal-emotioneel, motorisch, taal/spraak, cognitief en creatief/spel) Zelfvertrouwen Wij laten de kinderen zichzelf zijn en respecteren ze. Zo leren de kinderen ook dat zij andere kinderen en volwassenen moeten respecteren. Wij geven de kinderen de vrijheid om hun eigen wereldje te ontdekken (andere kinderen, omgeving). We geven veel complimentjes, want positief benaderen versterkt het zelfvertrouwen. Wanneer de toren van Daniëlle omvalt zegt een leidster tegen haar: Wat knap dat jouw toren al zo hoog was! Sociaal-emotioneel Doordat de kinderen bij elkaar in een groep zijn leren ze naar elkaar kijken, bijvoorbeeld een baby van 3 maanden kijkt naar een baby van 8 maanden die al kruipt. Later leren ze samen delen, omdat ze samen moeten spelen met het speelgoed wat op de groep aanwezig is. De kinderen leren rekening houden met elkaar. Wij stimuleren de kinderen om hun emoties te tonen. Ze mogen huilen als ze verdrietig zijn en boos zijn als iets niet lukt. We benoemen dit gedrag en op die manier leert het kind zichzelf beter kennen. Naast rekening houden met elkaar en het durven tonen van je emoties, is het belangrijk om stapje voor stapje zelfstandig te worden. Bij ieder kind stimuleren wij de zelfstandigheid. Simba, pedagogisch beleidsplan dagopvang PD, september

4 Om één uur gaan de kinderen naar bed. Ze mogen proberen om zichzelf uit te kleden. Wanneer dit lukt geven de leidsters aan dat ze erg trots zijn. De volgende keer zullen de kinderen weer proberen om zichzelf uit te kleden. Wij leren kinderen omgaan met conflicten. We leren ze voor zichzelf opkomen en leren kinderen een oplossing te bedenken bij een conflict. Als er een conflict ontstaat, geven wij de kinderen eerst de tijd om het zelf op te lossen. Op die manier leren ze oplossingen bedenken. Wanneer ze er samen niet uitkomen helpt de leidster. Motorisch Wij bieden de kinderen knutselactiviteiten aan. Hierdoor ontwikkelen ze hun fijne motoriek. Maar ook zijn voel- en proefspelletjes erg belangrijk. Hoe voelt het scheerschuim van papa of de gekookte (afgekoelde) spaghetti van mama? De grove motoriek wordt gestimuleerd door lekker te fietsen, te steppen of te rennen op het plein, maar ook door dansen en springen binnen op de muziek. De leidsters houden de motorische ontwikkeling van de kinderen goed in de gaten. Als zich bijzonderheden voordoen, lichten we de ouders in. Cognitief (dingen leren) Kinderen leren bij ons vooral spelenderwijs. We oefenen bijvoorbeeld op een speelse manier het cognitieve geheugen. Denk hierbij aan kiekeboe-spelletjes met de baby s en wat is weg? -spelletjes met de peuters. Kinderen krijgen de kans om zelf nieuwe dingen te ontdekken en uit te proberen. Taal- en spraakontwikkeling Het stimuleren van taal en spraak is erg belangrijk. We benoemen dan ook zoveel mogelijk de dingen waar we als leidsters mee bezig zijn. We lezen veel voor en zingen veel liedjes met elkaar. Herhaling is hierbij belangrijk. Taalontwikkeling gaat samen met spraakontwikkeling. Spenen worden alleen op bepaalde momenten op de dag gebruikt. We leren kinderen al snel uit een tuitbeker te drinken. Daarnaast is het goed kauwen op brood goed voor de spraakontwikkeling. Bij de peutergroep maken we gebruik van het taalprogramma Ik ben Bas, dat met behulp van posters, prentenboeken etc. kinderen veel over taal leert. Het programma sluit aan op het taalprogramma van de basisscholen in Monster en Poeldijk. Creatieve en spelontwikkeling Spelen is onmisbaar voor de ontwikkeling van kinderen. Spel stimuleert kinderen op alle ontwikkelingsgebieden. Gedurende de dag zijn er verschillende speelmomenten: vrij spelen, spelen in kleine groepjes in de speelhoeken of gezellig met elkaar aan tafel. Creativiteit is een onderdeel van het spel. Tijdens het knutselen met (afwisselend) klei, verf, papier, lijm en potloden hebben de kinderen veel plezier. Dat plezier en het ontdekken van de mogelijkheden van het materiaal vinden we belangrijker dan het resultaat (de unieke kunstwerkjes). 3.2 Observeren en het bevorderen van het welbevinden van kinderen Leidsters observeren de kinderen en wanneer er iets opvalt aan een kind wordt dit direct besproken met naaste collega s. Wanneer een kind bijvoorbeeld ineens teruggetrokken en stil gedrag vertoont, dan zullen wij samen overleggen hoe wij het kind het beste kunnen stimuleren om met de groep mee te doen. Naast kindbesprekingen op de groep, overleggen we ook gezamenlijk over hoe het gaat met de kinderen tijdens de werkoverleggen. Eens per jaar wordt er een standaard observatieformulier ingevuld van ieder kind. De observatieformulieren gaan met de ouders mee en worden besproken tijdens een 10- minuten gesprekje. Simba, pedagogisch beleidsplan dagopvang PD, september

5 3.3 Normen en waarden overdragen De leidsters hebben een voorbeeldfunctie, kinderen leren veel van de houding van de leidsters. Door kinderen vertrouwd te laten raken met gewoontes, regels en duidelijke grenzen maken wij ze duidelijk hoe wij omgaan met elkaar en de omgeving. We leren respect te hebben voor andere kinderen en lief te zijn voor elkaar. Marijn duwt Thijs. De leidster gaat hierop in, ze praat er met de kinderen over. Ze vertelt dat het niet leuk is voor Thijs dat hij geduwd wordt. En ze vraagt Marijn hoe hij het zouden vinden als hij zelf geduwd zou worden.waarschijnlijk niet zo leuk. Het belangrijkste is dat je lief bent voor elkaar. Iedereen moet zichzelf kunnen zijn in de groep. Dat leren we de kinderen ook. Baby s/dreumesen maken we regeltjes duidelijk door ze op ooghoogte aan te spreken en duidelijk te zijn. Daarna zal het nog een aantal keren herhaald moeten worden. Peuters spreken we ook aan op ooghoogte. We leggen uit waarom iets niet mag en nemen ze soms even apart om iets uit te leggen. Groepsmomenten worden ook gebruikt om normen en waarden uit te leggen. 4. De groepsleiding 4.1 Een veilige relatie opbouwen Groepsleiding Het team van Simba is zeer hecht, er vinden weinig wisselingen plaats.en omdat iedere groep vaste (gediplomeerde) leidsters heeft, zien u en uw kind iedere dag een vertrouwd gezicht. De kinderen en leidsters leren elkaar op die manier goed kennen. Stagiaires krijgen bij Simba de mogelijkheid om het vak van pedagogisch medewerkster in de praktijk te leren. Een stagiaire staat als extra kracht ingedeeld op een groep en wordt begeleid door een gediplomeerde leidster. Een BBL er gaat 1 dag in de week naar school en werkt daarnaast bij Simba om het vak te leren. Het eerste jaar staat de BBL er als extra kracht op de groep. Vanaf het 2 e jaar kan de BBL er, afhankelijk van kennis en ervaring, ingezet worden als 3 e leidster. Vanaf het derde jaar is hij/zij 100% inzetbaar. Dit betekent dat de BBL er dan samen met een gediplomeerde leidster op een groep mag staan. De stagiaires en BBL er helpen mee met de verzorgende taken en diverse activiteiten (voorlezen, spelen, knutselen) voor de kinderen. Structuur & rust Door het hanteren van een vaste dagindeling, met ruimte voor baby s en dreumesen om volgens hun eigen ritme te slapen, bieden we het kind duidelijkheid en structuur. Op momenten dat kinderen moe of verdrietig zijn, is er altijd een knus plekje om even uit te rusten of samen met de leidster een boekje te lezen. Lichamelijk contact zoals op schoot zitten, knuffelen of gezellig naast elkaar op de bank lezen, vinden wij erg belangrijk voor de band tussen kind en leidster. Ieder kind heeft zijn eigen ik. Daarom heeft ieder kind een andere behoefte. Wij kijken bij ieder kind naar wat het nodig heeft om zich veilig te voelen. Simba, pedagogisch beleidsplan dagopvang PD, september

6 4.2 Uitdaging bieden Wij hebben een vast dagritme waarin vaste activiteiten naar voren komen, zoals vrij spelen met volop spelmateriaal, liedjes zingen, boekjes lezen, slapen, buiten spelen enz. Daarnaast maken we uitstapjes, bijvoorbeeld naar de kinderboerderij of de opa s en oma s in de Opmaat. Tijdens de activiteiten en uitstapjes benoemen we alles wat we zien. Dit is voor kinderen die net leren praten erg belangrijk. Ook leren we kinderen om naar de buitenwereld te kijken. Als kinderen daar aan toe zijn, starten we met activiteiten die gericht zijn op de voorbereiding op de basisschool. We gaan dan aan de slag met taal, letters, kleuren, vormen en begrippen als oorzaak en gevolg. Met de babygroep wandelen we naar de kinderboerderij. We benoemen alle dieren die we zien en doen de geluiden na. We proberen ze zelfs te aaien. Als we terugkomen op het dagverblijf lezen wij nog even het boekje van Nijntje dat ook over de kinderboerderij gaat. De groepsruimten delen we uitnodigend in, zodat de kinderen zich aangetrokken voelen om met het speelgoed te spelen. We richten de poppenhoek bijvoorbeeld zo in, dat de kinderen direct aan tafel kunnen. Regelmatig vernieuwen wij ons speelmateriaal. Op die manier blijft het uitdagend. 4.3 Praten over ons pedagogisch handelen Door veel met elkaar te overleggen op de groep, vullen naaste collega s elkaar direct aan en geven we elkaar feedback op positieve en negatieve punten. Daarnaast hebben we zes keer per jaar een teamvergadering (alle groepen van Simba bij elkaar) en vier keer per jaar werkoverleg (per groep). 5. De groep De groep is een bekende omgeving voor het kind. Op vaste dagen staan er dezelfde leidsters op de groep en zijn er dezelfde kinderen. Het kind ziet dus steeds vertrouwde gezichten. Het met elkaar omgaan van kinderen en groepsleiding in een groep kent alle aspecten van het dagelijks leven, zoals plezier, ruzie, boos en verdrietig zijn, samen eten, samen spelen, samen delen, alleen zijn, troosten, feesten en nog veel meer. Elke groep heeft een eigen groepsruimte. 5.1 Sociale competenties: de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten en ervaringen met elkaar te delen Drie keer per dag zitten de kinderen met elkaar aan tafel om te eten en te drinken. Dit is echt een rustmoment. We zingen liedjes of lezen een boekje voor het eten. En we praten met de kinderen in groepsverband. Dat gaat over algemene dingen, zoals het thema waar we op dat moment mee werken of een verjaardag of vakantie. Op die manier leren de kinderen luisteren naar elkaar en ook spreken in een groep. De kinderen spelen ook in kleine groepjes. Vaak mogen ze zelf iemand kiezen, maar soms kiest een leidster twee kinderen die elkaar aanvullen, bijvoorbeeld een druk en een rustig kind. Ze leren samenwerken met elkaar. De oudste kinderen van de groep mogen de jongste kinderen helpen. Fabian van 2,5 jaar helpt Sander van 2 jaar met een moeilijke puzzel. In de babygroep leggen we kinderen bij elkaar op het kleed of in de box of zitten ze tijdens een uitstapje gezellig samen in de duo-kinderwagen. Op die manier leren de kinderen dat ze samen zijn. Simba, pedagogisch beleidsplan dagopvang PD, september

7 5.2 Regels en rituelen in de groep Natuurlijk zijn er op een kinderdagverblijf andere regels dan thuis, misschien nog wel meer dan thuis. Dit is nodig omdat we in groepsverband werken. De kinderen leren de regels en rituelen snel en hebben vaak geen moeite om ze toe te passen, ook al gelden thuis andere regels. Hieronder volgen een paar voorbeelden van regels en rituelen die wij hanteren: Rituelen We beginnen met eten als we het liedje Smakelijk eten hebben gezongen. Op die manier eten alle kinderen tegelijk. De kinderen eten de eerste boterham (met hartig beleg) met een vorkje (ook de baby s die net leren om zelf te eten). Op de tweede boterham mogen de kinderen zelf kiezen tussen zoet en hartig beleg. Als een kind jarig is, mag het zijn verjaardag vieren in de groep. We maken een kring en de jarige job krijgt een feestmuts op. Alle kinderen en leidsters zingen verjaardagsliedjes. De jarige mag daarna trakteren. Wij geven de voorkeur aan gezonde traktaties. We vieren de Nederlandse feestdagen op Simba door erover te praten en bijvoorbeeld een bijpassende activiteit te kiezen. Regels Voor de rust op de groepen mag er niet worden gerend en gegild. Dit doen we alleen tijdens het buitenspelen. Wanneer het slecht weer is zorgen we voor een uitleefmoment op de groep, d.m.v. dansen op muziek of even lekker gymmen. Niet klimmen, staan of springen op stoelen, tafels, banken, poefjes en vensterbank; De kinderen die zelf naar de wc gaan, wassen zelf hun handjes. Leidsters werken volgens de werkinstructies rondom veiligheid en gezondheid en hygiëne Straffen en belonen, omgaan met conflicten Gedurende de dag proberen wij zoveel mogelijk de kinderen te belonen, want kinderen groeien van complimentjes. Dat kan gaan om een leuke tekening, goed eten, lekker spelen, voor het eerst klap eens in je handjes proberen of een kind dat goed helpt opruimen. We benoemen dan wat ze goed doen en waarom ze dit goed doen. Het belonen kan bijvoorbeeld bij baby s een dikke knuffel, applausje of juichen zijn. Bij grotere kinderen een duim in de lucht, een verbaal compliment, een knipoog of glimlach of iets leuks mogen doen. Als een kind negatief gedrag laat zien, dan kijken we of een kind echt stout is (geweest) of alleen vervelend gedrag vertoont. Bij het laatste is een boze of teleurgestelde blik vaak genoeg. Maar als een kind over een grens gaat is alleen boos kijken niet voldoende. Een kind wordt dan gewaarschuwd. Op ooghoogte leggen we uit (met een rustige strenge toon) welk gedrag ongewenst is en wat er gaat gebeuren als het kind het nog een keer doet. We leggen uit waarom iets niet mag (met speelgoed gooien kun je iemand pijn doen). We veroordelen alleen het gedrag van het kind en niet het kind zelf. Als het vervolgens nog een keer gebeurt, wordt er ingegrepen. Bij kinderen in de dagopvang gaat het dan om apart zitten (in de siphoek). Na afloop altijd weer goed maken en sorry zeggen als je een ander kind pijn hebt gedaan. Simba, pedagogisch beleidsplan dagopvang PD, september

8 5.3 Groepsgrootte In onze babygroep zitten maximaal 13 kinderen van 0-2 jaar in één groep. De peutergroep, met kinderen van 2-4 jaar, heeft maximaal 16 kinderen in de groep. Het moment waarop een kind overgaat naar een nieuwe groep is geen standaardmoment. Per kind bekijken we of het moment misschien vervroegd of verlaat moet worden. Aan elke nieuwe groep gaat een uitgebreide wenperiode vooraf. Op sommige momenten kiezen we ervoor om activiteiten buiten de vaste groep te doen. We doen dan bijvoorbeeld met een klein groepje een activiteit op de gang, maken een uitstapje in een gecombineerde groep met kinderen uit de baby- en peutergroep. 5.4 Zicht op de buitenwereld. Activiteiten om ervaringen op te doen buiten de groep Zodra het weer en de groepsgrootte het toelaat maken wij uitstapjes met de kinderen. Met de kinderen van de babygroep gaan we op stap met de wandelwagens. De peuters gaan in de bolderkar of lopen. Zo bezoeken wij regelmatig de kinderboerderij of doen we boodschappen op de markt of wandelen door het dorp. Door uitstapjes en het organiseren van bijzondere activiteiten creëren we situaties om de kinderen samen betekenisvolle ervaringen te laten opdoen. Simba, pedagogisch beleidsplan dagopvang PD, september

9 6. Ruimte en inrichting 6.1 Veiligheid en uitdaging in de binnen- en buitenruimten We werken volgens de normen die worden gesteld door de Wet kinderopvang en hanteren jaarlijks de risico-inventarisatie veiligheid (Consument & Veiligheid) en gezondheid (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid). Op basis hiervan worden, indien nodig, verbeteringen doorgevoerd. In de inrichting van de groepsruimte brengen we soms kleine veranderingen aan. Regelmatig schaffen we nieuw speelgoed aan. Soms zetten we speelgoed wel eens een poosje weg. Als het dan weer op de groep komt is de uitdaging ervan weer terug. Onveilig of defect speelgoed halen we direct van de groep. 6.2 Onze werkwijze komt terug in de inrichting van de groepen Simba staat voor huiselijke, knusse opvang. Wij proberen de thuissituatie na te bootsen. Dit creëren wij door speelhoekjes te maken zoals een poppenhoek, bouwhoek en leeshoek. Op die manier kunnen de kinderen zelf kiezen waar ze mee willen spelen en kan het kind zich terug trekken in een hoekje. De kinderen hebben hun eigen interesses en wij bieden de mogelijkheid om zelf het spelmateriaal te kiezen wat ze het leukste vinden. Soms stimuleren wij de kinderen om spelmateriaal te pakken wat ze zelf niet zo gauw zullen kiezen. Boris is dol op duplo. Vandaag vraagt de leidster of hij zin heeft om samen een ketting te rijgen. Normaal zou Boris dit niet uitkiezen, maar om het samen met de leidster te doen vindt hij toch wel erg leuk. 6.3 De buitenruimte De buitenruimte bestaat uit een groot speelplein met een vaste zandbak en speeltoestel. We hebben volop buitenspelmateriaal (fietsen, karren etc.) Zomers zetten we bij mooi weer een badje neer, zodat de kinderen met water kunnen spelen. Er staan dan parasols voor tegen de felle zon. 7. Contact en samenwerking met ouders 7.1 De samenwerking met ouders Geïnteresseerde ouders nodigen wij uit voor een rondleiding. Op die manier krijgen ze een goede indruk van het dagverblijf. Tijdens de opvang betrekken we de ouders zoveel mogelijk. Er vindt regelmatig overleg plaats en we houden zoveel mogelijk rekening met de wensen van ouders met betrekking tot de verzorging van het kind. Als u uw kind s ochtends komt brengen, staat de koffie al klaar. U kunt dan als u dat wenstmet de leidster bespreken of er nog bijzonderheden zijn, of met de ouders van de nieuwe vriendjes van uw kind bijpraten. Aan het einde van de dag kunt u op een schrijfbord in de groepen lezen wanneer uw kind heeft geslapen en wat het heeft gegeten en/of gedronken. Ook dan is er alle ruimte om met de leidster te bespreken hoe het met uw kind is gegaan. We geven een persoonlijke overdracht en werken daarnaast met ouder/leidster schriftjes. Ouders kunnen altijd met vragen, opmerkingen of klachten bij ons terecht. Via onze Nieuwsbrief houden we ouders op de hoogte van actuele informatie. Daarnaast verspreiden we ongeveer twee keer per jaar het Simbaatje. Hierin staan uitgebreide (achtergrond)informatie en leuke wetenswaardigheden. Het contact met ouders vinden wij heel belangrijk, daarom organiseren we jaarlijks een tien-minuten gesprek en een (thema)ouderavond. Simba, pedagogisch beleidsplan dagopvang PD, september

10 Ouderraad Simba heeft een actieve ouderraad. De ouderraad heeft tot doel: de belangen van kinderen en ouders zo goed mogelijk te behartigen en de ouders te vertegenwoordigen; de verantwoordelijkheid van de ouders voor de opvoeding van de eigen kinderen te realiseren, door invloed uit te oefenen op het beleid van het kinderdagverblijf; de communicatie tussen leiding, groepsleiding en ouders te bevorderen; het kwaliteitsbeleid van het uitvoerend werk in het kinderdagverblijf mede te bepalen. Om haar doel te bereiken en invulling te geven aan haar bevoegdheden overlegt de ouderraad ongeveer één keer per twee maanden, waarvan een aantal keer met de leiding van Simba. De ouderraad geeft adviezen en levert een bijdrage aan ouderavonden. De ouderraad verstrekt de ouders heldere informatie over haar activiteiten en is aanspreekpunt voor opmerkingen/klachten van ouders. Bij de entree van de Simba vestigingen hangt een ideeënbus van de ouderraad. 7.2 Omgaan met verschillen tussen thuis en kinderdagverblijf Uitgangspunt hierbij is dat er zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de ouders. Wij proberen zoveel mogelijk flexibel te zijn. Natuurlijk moet u er wel rekening mee houden dat wij in groepsverband werken en dat wij niet aan alle individuele wensen kunnen voldoen. Wanneer er een verschil is tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van het kinderdagverblijf praten we daar samen met ouders over. We proberen zoveel mogelijk op één lijn te komen. De mama van Wouter vraagt aan een leidster of Wouter voortaan niet op Simba kan ontbijten. Ze moet zich s morgens altijd zo haasten en dan zit Wouter nog zo te treuzelen ook. De leidster vertelt dat dit helaas niet mogelijk is, omdat wij als kinderdagverblijf geen ontbijt aanbieden. Wij moeten daar één lijn in trekken, anders is het verwarrend en niet leuk voor de andere kinderen en hun ouders. Mama kan s morgens wel aangeven als Wouter weinig heeft gegeten, zodat wij erop letten dat hij om 9.30 uur voldoende fruit eet. 7.3 Ouders betrekken bij ons pedagogisch denken en doen Het pedagogisch beleidsplan wordt voorgelegd aan de Ouderraad. We organiseren jaarlijks een ouderavond waar verschillende onderwerpen aan de orde komen. Ook houden wij met regelmaat een klant tevredenheids onderzoek, waarin we de ouders vragen naar hun tevredenheid over ons dagverblijf. Simba, pedagogisch beleidsplan dagopvang PD, september