Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf Jump

Transcriptie

1 Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf Jump Op de website van KION zie je onder Zo werken wij hoe we in ons beleid vorm hebben gegeven aan de pedagogische doelen en onze pedagogische uitgangspunten. In dit document staat hoe we de pedagogische uitgangspunten bij onze locatie praktisch uitwerken. Als we eventueel iets extra s doen of anders werken dan in het algemene beleid beschreven staat, dan vind je dat hier ook in terug.

2 We bieden emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte We creëren een open, warme sfeer waarin kinderen zich op hun gemak voelen. We zijn geïnteresseerd in wat je kind bezig houdt en kunnen genieten van de mijlpalen die we bij je kind zien. We gaan uit van positieve aandacht, waardering en stimulans. Op z n tijd hoort daar natuurlijk ook hulp, bescherming en steun bij. We begroeten ouders en kinderen als ze binnenkomen. Sommige kinderen zwaaien naar hun ouders en gaan meteen lekker spelen, andere kinderen vinden het moeilijker. Door even samen te zwaaien naar papa of mama en de tijd te nemen voor het kind door samen te spelen of even op schoot te zitten maken we het afscheid makkelijker. We benoemen wat we zien bij het kind. Bijvoorbeeld: ik zie dat je boos bent, wat is er?.

3 Kijken en luisteren naar kinderen staan centraal Of het nu om een baby gaat die huilt of een bso kind dat zich lijkt te vervelen; alleen met goed kijken en luisteren leren we onze kinderen écht kennen. Met extra aandacht van ons, moeilijker spelmateriaal of een speciale activiteit, kunnen we dan inspelen op die specifieke behoefte. We volgen het welbevinden en de ontwikkeling van alle kinderen. Bij de buitenschoolse opvang hebben kinderen hierin natuurlijk ook (en soms zelfs letterlijk) een eigen stem. Als we zien dat een kind niet tot spel komt of zich lijkt te vervelen, gaan we kijken hoe dit komt en hoe het kind weer tot spel komt. Dit kan zijn door even te praten, een voorstel te doen om samen te spelen met een ander kind of om het kind even te laten, omdat blijkt dat het moe is en even niets wil.

4 We hebben respect voor autonomie van kinderen Al op jonge leeftijd is je kind een eigen persoon met behoeften en eigenschappen die bij jouw kind passen. Bij een jong kind dat heel erg van bewegen houdt, verwachten we niet dat het een half uur stil aan tafel zit. Deze eigenheid van kinderen maakt ons vak écht interessant. Daarnaast kunnen kinderen al heel jong veel zelf. Wij nemen hier in de groep bewust veel tijd voor. Je eigen brood smeren, zelf een oplossing bedenken voor een probleem, kiezen aan welke activiteit je meedoet. Liever zelf met een boek op de bank als de rest buiten is? Het kan allemaal. Twee kinderen kijken geïnteresseerd naar de medewerker die de afwas doet. De medewerker nodigt de kinderen uit om te helpen. Staande op een kruk helpen ze de medewerker met afwassen en afdrogen. We vinden het belangrijk dat kinderen zelfstandigheid ontwikkelen. Daarom mogen kinderen, als ze daaraan toe zijn, zelf hun boterham smeren en zich zelf aan en uit kleden. Ze krijgen de ruimte om te oefenen en we helpen ze als ze daar om vragen. We stimuleren de zindelijkheid van kinderen. Zodra kinderen kunnen lopen worden ze vertrouwd gemaakt met de toiletruimte. Ze zien daar het toiletritueel. We belonen de kinderen met stickers. Een kind zit in de zandbak en probeert een stevige berg te maken van het zand. Maar doordat het zand droog is valt de berg uit elkaar. Het kind kijkt vertwijfeld rond. Een medewerker vraagt waarom het niet lukt. Het zand is te glad geeft het kind aan. Wat kunnen we daar aan doen? vraagt de medewerker. Water erop doen? zegt het kind. Samen gaan ze water halen en inderdaad, nu lukt het wel!

5 We bieden brede uitdaging en plezier Bij onze locaties en groepen is alles zó ingericht dat kinderen volop de ruimte hebben met spel, materialen en activiteiten. Materialen die nieuwsgierig maken, spelbetrokkenheid en plezier geven. Daar komt het nodige water, zand, pasta, klei, bouwmateriaal, verf, gereedschap en zelfs dieren bij kijken! We zorgen voor een breed aanbod van diverse activiteiten op alle verschillende ontwikkelingsgebieden. Gericht op een individueel kind, (kleine) groepjes kinderen of juist met z n allen. We spelen een gezelschapsspel met kinderen die niet meer slapen tussen de middag. We gaan naar de verteltafel met de kinderen waar we een boek voorlezen en waarbij allemaal voorwerpen uitgestald staan op de tafel. We praten over en spelen met alles wat we op de tafel zien staan. We werken aan de hand van thema s. Hierbij zoeken de pedagogisch medewerkers (soms samen met ouders) allerlei materiaal of we organiseren uitstapjes. Bijvoorbeeld: wat gebeurt er nu achter die machine waar je de lege flessen in doet? (thema boodschappen), of de ambulance die langskomt bij het thema ziek zijn.

6 We bieden ritme en structuur De vertrouwde gezichten van pedagogisch medewerkers en van de kinderen in de groep zijn een belangrijk houvast. Net als de eigen groepsruimte en een rustige inrichting. Duidelijkheid komt ook terug in het ritme en programma van de ochtend, middag of dag, een aantal algemene huisregels en afspraken. Ook eigen (groeps)rituelen dragen hier aan bij. Dit biedt jonge kinderen voorspelbaarheid en vertrouwen in het verloop van de dag. Bij de buitenschoolse opvang verspreiden de kinderen zich vaak over meerdere ruimtes. Ook hier heeft de middag een bepaalde indeling. Dit begint meestal met groente en fruit en een (gezamenlijk) drinkmoment. We hanteren voor het kind een duidelijke dagindeling. Veel dagelijkse activiteiten kennen een min of meer vaste opbouw. Zoals bij het eten, handen wassen voor het eten, samen smakelijk eten zingen, na het eten je gezicht wassen etc. We hebben picto s (plaatjes) om de dagindeling visueel te maken. Het praten aan de hand van de picto s geeft de kinderen duidelijkheid wat er gaat gebeuren. Een paar minuten voordat we stoppen met een activiteit kondigen aan dat we gaan stoppen en wat we daarna gaan doen. Als een pedagogisch medewerker naar huis gaat neemt zij duidelijk afscheid van de kinderen.

7 We bevorderen positieve contacten tussen kinderen kinderen Samen doen en samen spelen is leuk en ondersteunt de ontwikkeling. Ook botsen en voor jezelf opkomen horen daarbij. Kinderen leren van en met elkaar. We stimuleren onderling positief contact en samenspel. Waar nodig begeleiden we kinderen in het contact met anderen. Tijdens momenten aan tafel zorgen we dat ieder kind aan de beurt komt om iets te vertellen. We leren dat ze op elkaar moeten wachten of geven ze de kans om te reageren op wat een ander kind zegt. Als de kinderen gaan spelen op de groep mogen ze altijd met vriendjes ne vriendinnetjes samen spelen of naast elkaar aan tafel zitten. Op de groep is een dreumes aan het spelen met een ballon. Een baby die al kan kruipen, zoekt toenadering en strekt lachend zijn handjes uit naar de ballon. We benoemen dat de baby graag mee wil spelen met de ballon. De hummel duwt de ballon in de richting van de baby die vervolgens lacht: Kijk eens hoe leuk hij/zij dat vindt? Zie je? Hij/zij lacht om jou. Samen met de pedagogisch medewerker spelen de kinderen met de ballon.

8 We stimuleren kinderen respect te hebben voor anderen en hun omgeving Al vanaf de jongste leeftijd is je kind een onderdeel van de groep. Daarbij horen bepaalde afspraken en vaste rituelen die ons met elkaar verbinden zoals het beginlied van de dag. Maar ook voel je je onderdeel van een groep als je inbreng er toe doet. Dit zit m, net als thuis, in gewone zaken ; samen de tafel dekken, even helpen bij de afwas (een fantastisch moment om met water te spelen), het ene spel opruimen voor je het volgende weer pakt, spelregels bij voetbal of het knutselmateriaal zelf schoonmaken. Jong geleerd Kinderen mogen nee zeggen als ze iets niet willen. Nee betekent voor andere kinderen stop. Zo leren kinderen dat ze op tijd stoppen met iets wat de ander niet leuk vindt. We leren de kinderen ook om positieve dingen over elkaar te zeggen. Als we zien dat het ene kind het andere kind lief vindt, benoemen we dat en stimuleren we om dat te zeggen. We laten elk kind merken dat hij goed is zoals hij is en dat hij er mag zijn: Door complimentjes te maken, te benoemen wat hij of zij goed kan en te leren dat het niet erg is om fouten te maken. Als we een kind terecht wijzen keuren we het gedrag af en niet het kind zelf. We leren de kinderen om goed voor de omgeving te zorgen, door mee te helpen met opruimen, zorgvuldig met speelgoed om te gaan en de natuur te betrekken in het dagprogramma.

9 We werken samen met ouders en anderen uit de leefomgeving van de kinderen Onze bijdrage aan de opvoeding en ontwikkeling van je kind staat niet op zichzelf. Eenkennigheid, zindelijk worden, veranderingen in het gezin; samen met jou als ouder stemmen we af hoe we je kind daarbij het beste kunnen begeleiden. Maar ook met scholen, sportverenigingen, de kinderboerderij in de wijk, bibliotheek om de hoek, voorlees opa s en -oma s hebben we contact. We willen een waardevolle omgeving creëren waarin elk kind de kans krijgt om zich positief te ontwikkelen en te zijn wie het is. We vinden open en eerlijke communicatie belangrijk. We stellen vragen en tonen interesse. We nemen gevoelens van ouders serieus. We zijn partners in opvoeding. Voor kinderen tot één jaar maken we gebruik van een digitaal schriftje. Hierin staan tijden en bijzonderheden over voeding, slapen, ontwikkeling en spel. Zowel ouders als pedagogisch medewerkers schrijven hierin. Uiteraard gebeurt dit naast de mondelinge overdracht! Als we ons zorgen maken om een kind maken we een afspraak met ouders om over deze zorgen te praten. Samen kijken we of we dezelfde dingen herkennen. We maken samen afspraken hoe we het verder willen aanpakken en houden hierover contact.

10 We bewaken de fysieke veiligheid van je kind We hebben veel aandacht voor bewegen, buiten zijn en gezonde voeding. We doen zoveel mogelijk om ernstige ongelukken te voorkomen. Onze ruimtes, afspraken en werkinstructies zijn hier op gericht. Maar we willen en kunnen kinderen niet overal tegen beschermen. Ontwikkelen betekent ook de wereld ontdekken, klimmen en springen! Leren door vallen en opstaan. Vieze kleren en kleine ongelukjes, zoals schrammen of builen horen hierbij. We maken in de speelhallen gebruik van zachte matten en blokken tijdens klim- en klauteractiviteiten Als kinderen iets fysieks nieuws ondernemen zorgen we er voor dat we dichtbij zijn. We helpen kinderen bij klimmen, glijden, traplopen. Omdat we het belangrijk vinden om de kinderen uit te dagen in hun ontwikkeling laten we ze dingen doen. Er is wel eens een risico is dat het kind zich pijn kan doen. Als wij inschatten dat dit een verantwoorde keuze is laten we het kind experimenteren. Vierogenprincipe: Pedagogisch medewerkers zijn soms alleen met de kinderen in de groep. Op elk moment van de dag bestaat de reële kans bestaat dat er een volwassene meekijkt of meeluistert. De deuren van de groepsruimten en het kantoor bij kinderdagverblijf Jump zijn voorzien van glas. We voorkomen zo veel mogelijk dat pedagogisch medewerkers langere tijd alleen werken. Achterwacht: In situaties dat er op ons kinderdagverblijf heel weinig kinderen aanwezig zijn en één pedagogisch medewerker voldoet, is altijd een tweede volwassene in het gebouw. Deze situatie komt bij kinderdagverblijf Jump alleen voor in vakantieperiodes, aan het begin of einde van de dag. De achterwacht waarborgen we door een medewerker van de bso op de bovenverdieping, de clustermanager, de administratief ondersteuner of anderszins. In situaties dat er slechts één beroepskracht in het kinderdagverblijf wordt ingezet en er mag worden afgeweken van de beroepskracht-kindratio, zoals tijdens pauzes en aan het begin en eind van de dag, blijft de tweede volwassene ook tijdens de pauzes in het pand.