De relatie tussen economische afhankelijkheid. en de kwaliteit van de accountantscontrole.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De relatie tussen economische afhankelijkheid. en de kwaliteit van de accountantscontrole."

Transcriptie

1 De relatie tussen economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de accountantscontrole. Student name: Paulette Vos Student number: Date: 21 th of June 2014 First supervisor: Dr. J.J.F. van Raak Second supervisor: Dr. S.P. van Triest MSc Accountancy & Control, specialization Accountancy Amsterdam Business School Faculty of Economics and Business, University of Amsterdam 1

2 Abstract Since the Sarbanes Oxley Act (SOX) was implemented in 2002, listed companies are required to report the amount of fees they pay to the external auditor. In addition, there are many non-audit services banned, with the aim of increasing the audit quality. Income earned by the auditor from providing client services causes an economic bond, which could impair the auditor independence. The economic bond can affect the audit quality. The aim of this study is to test if there is a relation between economic bonding and audit quality. Prior research has shown inconsistent results. This study consists of firm-year observations with available financial data of fiscal year Earnings management is measured by the absolut value of discretionary accruals. The assertion is made that high discretionary accruals are a sign of low audit quality. Results show that there is no association between economic bonding and the value of discretionary accruals. This implies that the results do not support the notion that economic bonding is associated with low audit quality. These finding do not support arguments from prior literature that economic bonding is associated with lower audit quality. This study provides evidence based on sensitivity analyses when non-big 4/5 firms are excluded from the sample 2

3 Inhoud 1 Introductie Aanleiding en introductie Onderzoeksvraag en relevantie Leeswijzer Theoretisch Kader en hypotheseontwikkeling Inleiding Theorie Economische afhankelijkheid Accountantsvergoedingen Kwaliteit van de controle Hypotheseontwikkeling Onderzoeksmethode Inleiding Steekproef en data Steekproef en data Economische afhankelijkheid en controlevergoedingen Steekproef en data - Kwaliteit van de controle Totale steekproef en data Onderzoeksmodel Methode kwaliteit van de controle Resultaten Beschrijvende statistiek Regressie Accountsvergoedingen Regressie Economische afhankelijkheid Robuustheidstest Inleiding Robuustheidstest Accountantsvergoedingen Robuustheidstest Economische afhankelijkheid Conclusie Literatuur

4 1 Introductie 1.1 Aanleiding en introductie De onafhankelijkheid van de accountant speelt al jaren een belangrijke rol. Na diverse boekhoudschandalen, zoals Enron en Worldcom, is er veel veranderd in de regelgeving voor de accounting. De schandalen hebben geresulteerd in een discussie over de kwaliteit van de accountantscontrole 1 en de factoren die invloed zouden kunnen hebben op de controle. De geloofwaardigheid van de jaarrekening is hierdoor ter discussie komen te staan. Een belangrijk punt is het feit dat accountants worden betaald door het bedrijf dat ze controleren. Deze betalingen/vergoedingen zouden een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de controle. Wanneer de vergoedingen verhogen, wordt er gezegd dat de accountant minder onafhankelijk zou worden door de economische afhankelijkheid die wordt gecreëerd door deze hogere vergoedingen. De onafhankelijkheid van de accountant wordt beïnvloedt door de mate waarin een klant belangrijk is voor het kantoor (DeAngelo 1981b). Klanten zijn van groter belang voor een accountant wanneer ze zorgen voor een groot gedeelte van de opbrengsten in verhouding tot de totale opbrengsten. Om klanten aan te trekken doen accountantskantoren vaak investeringen. De opbrengsten die uit een klant voortkomen na het eerste jaar van de controle, zijn van belang om de investering die is gedaan te kunnen dekken. Gevolg hiervan is volgens DeAngelo (1981b), dat accountants de klanten te vriend willen houden in de eerste jaren om de investering van het eerste jaar goed te kunnen maken. Hoe hoger de vergoeding, hoe belangrijker een klant is voor het bedrijf en dus zou de onafhankelijkheid kunnen dalen. Dit wordt ook wel economische afhankelijkheid genoemd. Om deze reden kan de kwaliteit van de controle afnemen. In 2002 is er nieuwe regelgeving geïmplementeerd met betrekking tot de vergoedingen die worden betaald aan accountants. Er wordt verplicht gesteld dat de accountantsvergoedingen worden toegelicht in de jaarrekening omdat men gelooft dat vanwege het verlenen van niet controlediensten de economische afhankelijkheid hoger wordt, waardoor de onafhankelijkheid van de accountant kan worden aangetast. Wanneer een accountant gevoelig is voor druk van de klant, wordt het waarschijnlijker dat winststuring (earnings management) wordt toegestaan in de jaarrekening (Beeler en Hunton, 2001). In dit onderzoek wordt de relatie tussen de economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de controle getoetst. Dit hangt volgens DeAngelo (1981) sterk samen met de onafhankelijkheid van de accountant. De onafhankelijkheid van de accountant wordt in 4 1 In dit onderzoek worden de kwaliteit van de accountantscontrole en de kwaliteit van de controle door elkaar gebruikt. Beide begrippen hebben dezelfde betekenis. 4

5 voorgaand onderzoek op veel verschillende manieren gedefinieerd. Het zou omschreven kunnen worden als de mogelijkheid van een accountant onpartijdig te handelen en een objectief oordeel te vormen over een cliënt (Parkash en Venable, 1993). Het belangrijkste voor de onafhankelijkheid is dat de accountant geen financieel belang heeft bij de klant (economische afhankelijkheid). Het doel van een controle staat op het spel als gebruikers van de jaarrekening van mening zijn dat de accountant niet onafhankelijk is. Uit de regressie over de volledige steekproef blijkt dat er geen relatie is tussen de economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de controle. Wel is er bewijs gevonden voor een positieve en significante relatie tussen de economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de controle bij Big 4/5 kantoren. Dit betekent dat wanneer een klant belangrijker wordt, er sprake is van meer discretionary accruals en daarom een lagere kwaliteit van de accountantscontrole. Ook wanneer de jaren en industrieën apart worden genomen worden er significante resultaten gevonden. Paragraaf 1.3 biedt een leeswijzer voor dit onderzoeksrapport. 1.2 Onderzoeksvraag en relevantie In dit onderzoek wordt de relatie tussen de economische afhankelijkheid en kwaliteit van de controle getoetst. De vraag die hierbij centraal staat is: is er een relatie tussen de mate van economische afhankelijkheid (economic bonding) en de kwaliteit van de accountantscontrole (audit quality)? Na grote boekhoudschandalen zoals Worldcom en Enron is de Sarbanes Oxley Act (SOX) geïmplementeerd voor US Corporations in 2002, waarin een verbod op bepaalde niet controlediensten door het bedrijf dat de controle doet is opgelegd om de onafhankelijkheid te verhogen en daarmee de kwaliteit van de accountantscontrole. Na de implementatie van SOX zijn er veel niet controlediensten verbannen. Het doel hiervan is het verhogen van de kwaliteit van de controle door het verlagen van prikkels voor accountants om klanten tevreden te stellen om toekomstige voordelen te behalen. De klant betaald altijd een vergoeding aan de accountant, hierdoor zouden er altijd prikkels zijn om de klant te behouden. Er wordt gesuggereerd dat vergoedingen voor niet controlediensten een grotere impact hebben op de onafhankelijkheid van een accountant. Dit komt doordat deze diensten over het algemeen lucratiever zijn voor accountantskantoren omdat ze hiervoor hogere marges berekenen (Hay et al., 2006; Chung en Kallapur, 2003). Onderzoek over de relatie tussen (niet) controlevergoedingen en de kwaliteit van de accountantscontrole laat verschillende resultaten zien. Frankel et al. (2002) stellen dat er een negatieve relatie bestaat tussen niet controlevergoedingen en de kwaliteit van de controle. Reynolds en Francis (2001) vinden geen bewijs voor de economische afhankelijkheid en het rapporteren in het belang van grote klanten. In tegenstelling tot deze uitkomsten vinden Srinidhi 5

6 en Gul (2007) dat niet controlevergoedingen resulteren in economische afhankelijkheid wat zorgt voor een daling van de kwaliteit van de accountantscontrole. Het rapporteren over de accountantsvergoedingen is verplicht geworden in de Verenigde Staten. Op het moment dat het onderzoek van Frankel et al. (2002) plaats vond was hier nog niet voldoende data over beschikbaar. Zij suggereren dan ook dat er verder onderzoek gedaan moet worden wanneer er meer data beschikbaar zou zijn. Omdat er diverse onderzoeken zijn gedaan naar de relatie tussen accountantsvergoedingen en de kwaliteit van de controle wordt in dit onderzoek de relatie tussen de economische afhankelijkheid en de hiermee samenhangende kwaliteit van de controle getoetst met data uit de jaren 2002 tot en met In de jaren na de implementatie van SOX hebben bedrijven meer last van schommelingen in de vergoedingen, door de verhoging in inspanning die nodig is om aan de nieuwe regelgeving te voldoen. Gevolg is dat veel bedrijven naar een ander accountantskantoor gaan in deze jaren (Ettredge et al., 2007). In deze studie wordt er daarom vanuit gegaan dat in de jaren hierna meer rust is gekomen, daarom wordt er gekozen voor een steekproef vanaf Dit onderzoek biedt een toevoeging op de huidige literatuur door gebruik te maken van de FEE-ratio waarbij de accountantsvergoedingen op klantniveau worden gemeten ten opzichte van de totale opbrengsten van een accountantskantoor op basis van het klantportfolio. Deze studie heeft implicaties voor de bewering van de SEC dat de onafhankelijkheid in gevaar kan worden gebracht door de economische afhankelijkheid. Dat er bewijs is gevonden voor een relatie tussen de economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de controle geeft aan dat er een behoefte is aan regelgeving betreffende de omvang van de vergoedingen. 1.3 Leeswijzer Dit onderzoek omvat 4 paragrafen om tot een antwoord op de onderzoeksvraag te komen, waarna een robuustheidstest is gedaan gevolgd door een conclusie. In paragraaf 2 worden de theoretische achtergronden van dit onderzoek weergegeven, namelijk economische afhankelijkheid, accountantsvergoedingen en de kwaliteit van de controle. Aan de hand van deze theoretische achtergrond zijn er 2 hypotheses opgesteld die volgen op de theorie. In paragraaf 3 wordt ingegaan op de onderzoeksmethodiek, waarmee een antwoord op de vraag zal worden gevormd. De resultaten van dit onderzoek komen aan bod in paragraaf 4 gevolgd door een robuustheidstest in paragraaf 5. In paragraaf 6 wordt afgesloten met een conclusie, die wordt getrokken op basis van de onderzoeksresultaten. 6

7 2 Theoretisch Kader en hypotheseontwikkeling 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk bestaat uit 2 elementen. Allereerst biedt paragraaf 2.2 een overzicht van de literatuur met betrekking tot economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de controle waarmee inzicht wordt gegeven in de onderzoeksvraag. In paragraaf 1 is gebleken dat de onderzoeksvraag bestaat uit 2 elementen, namelijk economische afhankelijkheid (economic bonding en audit fees) en kwaliteit van de controle (audit quality). Deze 2 begrippen worden in dit hoofdstuk nader uitgelegd. Omdat economische afhankelijkheid gemeten zal worden aan de hand van de accountantsvergoedingen, zal dit begrip ook nader worden beschreven. Vervolgens worden in paragraaf 2.3 de hypotheses weergegeven om een antwoord te kunnen verkrijgen op de onderzoeksvraag 2.2 Theorie Deze paragraaf biedt inzicht in de theorieën die betrekking hebben op dit onderzoek. Hierbij zijn een drietal definities van belang, namelijk: economische afhankelijkheid, accountantsvergoedingen en de kwaliteit van de controle. Deze zullen dan ook in de volgende paragrafen nader worden omschreven Economische afhankelijkheid DeAngelo (1981) stelt dat de relatie met de klant een monopolie is dat een stimulans is voor accountants om de onafhankelijkheid in gevaar te brengen en gunstiger te rapporteren voor de klanten om ze te behouden. Deze prikkel kan worden omschreven als economische afhankelijkheid. Hoe groter de klant, hoe groter de economische afhankelijkheid. Echter, wanneer accountants meer dan één klant hebben is er minder financiële afhankelijkheid van een klant. Een groter portfolio aan klanten zal de economische afhankelijkheid verminderen. Gebaseerd op deze reden concludeert DeAngelo (1981) dat de grootte van het accountantskantoor een proxy is voor de onafhankelijkheid en kwaliteit van de controle doordat grotere accountantskantoren meer klanten hebben dan kleine kantoren. Reynolds en Francis (2001) stellen dat grote klanten zorgen voor een economische afhankelijkheid wat ervoor kan zorgen dat het de onafhankelijkheid van de accountant in gevaar brengt en daarom zou de accountant rapporteren in het belang van de klant. Economische afhankelijkheid kan volgens Reynolds en Francis (2001) worden gemeten als de grootte van een 7

8 klant in verhouding tot de grootte van het klantportfolio van het kantoor dat de controle uitvoert. Volgens Shafer et al (1999) zijn er aanwijzingen dat de economische afhankelijkheid de onafhankelijkheid in gevaar brengt en de objectiviteit van de accountants om gunstiger te rapporteren voor grotere klanten en vice versa. Terwijl grote klanten zorgen voor economische afhankelijkheid, zorgen zij ook voor een groter controlerisico. De risicopositie komt over als een nalatige of anderszins twijfelachtige controle wordt uitgevoerd voor grote klanten. In zulke gevallen is het waarschijnlijker dat een accountantskantoor reputatieschade oploopt en individuele accountants lopen het risico persoonlijk aansprakelijk te worden gesteld (Shafer et al. 1999) Accountants worden meer economisch afhankelijk van klanten, willen ze niet ontevreden maken en kwijt raken. Accountants zijn ook terughoudend om kritiek te leveren op het werk van het bedrijf. Zelfs wanneer het risico op rechtszaken hoog is, kan de economische afhankelijkheid die gecreëerd is zwaarder wegen dan andere prikkels. Hogere vergoedingen (zowel controle als niet controlevergoedingen) kunnen zorgen voor een daling in de onafhankelijkheid van de accountant en zorgen dus voor verminderde kwaliteit van de controle (SEC 2001). Blay en Geiger (2010) beweren dat het in feite mogelijk is dat in de post-sox periode, niet controlevergoedingen resulteren in grotere daling in onafhankelijkheid van de accountant. Een economische afhankelijkheid zou ervoor kunnen zorgen dat de onafhankelijkheid in het gedrang komt doordat de accountant milder handelt jegens de klant om de klant te behouden. Wanneer de klant denkt dat een andere accountant milder zal zijn, kan de klant overstappen, wat betekent dat het accountantskantoor zijn vergoeding zal verliezen. SOX heeft verboden een grote hoeveelheid niet controlediensten te bieden aan klanten waarvoor de controle wordt uitgevoerd (Sarbanes-Oxley Act, 2002). Dit is gericht op het verhogen van de onafhankelijkheid van de accountant (Ruddock et al., 2006, DeFond & Francis, 2005). Door het verlagen van de hoeveelheid niet controlediensten, verlaagt het bedrag dat voortvloeit uit een klant, wat betekent dat de economische afhankelijkheid tussen de klant en de accountant ook zal afnemen. Echter, SOX heeft ook regels toegepast op het testen van de interne controles van klanten van een accountant waarbij de accountantsvergoedingen significant zijn verhoogd (Defond & Francis, 2005). Markelevich and Rosner (2013) verwachten dat economische afhankelijkheid in de post- SOX periode waarschijnlijker is voortgekomen uit hoge controlevergoedingen dan hoge niet controlevergoedingen. Om een beter begrip te krijgen van controle en niet controlevergoedingen wordt in de volgende paragraaf het begrip accountantsvergoedingen beschreven. 8

9 2.2.2 Accountantsvergoedingen De Securities and Exchange Comission (SEC, 2000) geeft een definitie van accountantsvergoedingen. Deze definitie zegt dat accountantsvergoedingen alleen vergoedingen zijn voor diensten die nodig zijn voor een controle en de beoordeling. Vergoedingen voor andere diensten moeten worden opgenomen in andere vergoedingen, welke meestal gerefereerd worden aan niet controle vergoedingen. Hiernaast is er een baanbrekend onderzoek geweest van Simunic (1980). Hierbij worden accountantsvergoedingen neergezet als een element van de kosten van een accountantssysteem van een bedrijf, waarbij een bedrijf dat de winst wil maximaliseren kijkt naar het minimaliseren van de kosten van financiële rapportage. Volgens Simunic (1980) bestaan accountantsvergoedingen uit een drietal elementen, namelijk de kosten van het bedienen van het interne accounting systeem, de kosten van de externe controle welke bestaat uit de gemiddelde prijs en het aantal middelen dat wordt gebruikt voor de externe controle en tot slot betreft dit het aandeel van de verwachte verliezen van fouten in de jaarrekening. Een later onderzoek dat is gedaan door Chan (1993) biedt verschillende factoren die van invloed zijn op het niveau van accountantsvergoedingen. De complexiteit van het bedrijf is een van deze factoren. In dit onderzoek wordt gesuggereerd dat vooral een diversificatie strategie van een bedrijf de accountantsvergoedingen kunnen verhogen, doordat accountants meestal bedrijven controleren binnen hun specialisatie. Diversificatie zou daarom de controle een stuk complexer maken en dat betekent dat er een hogere vergoeding berekend wordt door de accountant. Chan (1993) stelt dat wanneer er veel overlap is tussen eigendom en zeggenschap er een grotere vraag is naar een controle met een hoge kwaliteit en daarom zouden de accountantsvergoedingen hoger zijn. Ander onderzoek bevestigt dat risico en complexiteit factoren zijn die gerelateerd zijn aan accountantsvergoedingen. De grootte van het bedrijf is ook een belangrijke factor voor het bepalen van de kosten (Hay et al., 2006). Naast deze elementen zijn er diverse onderzoeken gedaan naar de relatie tussen controle en niet controlediensten, waarbij de onafhankelijkheid in het geding zou kunnen komen. Voorgaand onderzoek suggereert dat er een associatie is tussen controle en niet controlevergoedingen (Whisenant et al., 2003). Deze associatie wordt uitgelegd door kennisoverdracht. Dit betekent dat de kennis over een bepaalde klant in dit geval gebruikt kan worden voor zowel controle als niet controlediensten. Dit kan resulteren in lagere kosten voor de accountant wat een combinatie van controle en niet controle diensten de voorkeur geeft voor accountantskantoren. Krauss et al. (2013) vinden empirisch bewijs voor het feit dat de totale niet controlekosten in het algemeen en controle gerelateerde vergoedingen in het bijzonder negatief worden geassocieerd met kwaliteit van de accountantscontrole. De resultaten impliceren dat niet 9

10 controle vergoedingen een belangrijke factor zijn met betrekking tot de onafhankelijkheid en economische binding tussen klant en accountant. Zij zijn echter niet in staat om kennisoverdrachtseffecten te detecteren bij een combinatie van de diensten. Theorieën over economies of scope suggereren dat connecties tussen controle en niet controlevergoedingen leiden tot een economische band tussen accountant en klant. Economies of scope bestaan wanneer de ene dienst een gunstig effect heeft op de andere. Hierbij gaat het voornamelijk om een voordeel in de opbrengst of de kosten. Een voorbeeld hiervan is dat het leveren van controlediensten zou kunnen zorgen voor lagere accountantsvergoedingen door accountants meer vertrouwd te maken met klantsystemen. Een andere mogelijkheid is dat het leveren van controlediensten de kosten voor het leveren van niet controlediensten verlaagt. Larcker en Richardson (2004) vinden dat de ratio van niet controle vergoedingen ten opzichte van de totale vergoedingen een positieve relatie heeft met de waarde van overlopende posten. Dit is gelijk aan de bevindingen van Frankel et al. (2002). Johnson en Nelson (2002) vinden in tegenstelling tot deze resultaten bewijs voor een negatieve relatie tussen het niveau van vergoedingen (zowel controle als niet controle vergoedingen) die worden betaald aan accountants en overlopende posten. Hierbij wordt gevonden dat hogere vergoedingen samenhangen met minder overlopende posten en daarmee een hogere kwaliteit van de controle. Dit suggereert dat wanneer er hogere vergoedingen worden betaald, er een betere controle wordt uitgevoerd. Theorie met betrekking tot de kwaliteit van de controle, wordt in paragraaf nader omschreven Kwaliteit van de controle Het begrip kwaliteit van de controle is de afgelopen jaren uitvoerig onderzocht, waarbij door onderzoekers en instanties is geprobeerd tot een eenduidige definitie te komen. Mede door de veelzijdige factoren die van invloed zijn op de kwaliteit, is dit tot op heden nog niet gelukt (Knechel et al. 2013). De meest gebruikte definitie is gevormd door DeAngelo (1981) p.186. De kwaliteit van de controle wordt door DeAngelo gedefinieerd als: The marked assessed joint probability that a given auditor will both discover a breach in a client s accounting system, and report the breach. Volgens DeAngelo (1981) is de bereidheid om afwijkingen te rapporteren sterk gerelateerd aan de onafhankelijkheid van de accountant. De onafhankelijkheid van de accountant wordt volgens de Securities and Exchange Commission (SEC) gedefinieerd als een mentale toestand van objectiviteit en een gebrek aan partijdigheid. Een accountant is volgens de SEC niet 10

11 onafhankelijk wanneer er een relatie is met een specifieke klant, hierbij kan de accountant niet onpartijdig en objectief een oordeel vormen (SEC, 2000). Voorgaand onderzoek suggereert dat wanneer een accountant zowel controle als advieswerkzaamheden verricht aan een klant, er sprake van kennisoverdracht kan zijn wat leidt tot kostenbesparing voor de accountant. Dit impliceert dat de accountant economisch verbonden is aan de klant en daarom minder objectief zal zijn op management accounting keuzes (Simunic, 1984, Beck et al., 1988a). Beeler en Hunton (2001) beweren dat wanneer toekomstige economische voordelen afhankelijk zijn van het behouden van een relatie met een klant, de accountant prikkels heeft om de klant een continuïteitsverklaring te geven en het geschatte aantal uren dat begroot is te herzien voor de controle. Hiernaast is het waarschijnlijker dat de onafhankelijkheid van de accountants verslechtert wat zorgt voor een daling van de kwaliteit. Knechel et al. (2013) beschrijven meer definities van kwaliteit van de controle. Zo heeft de Government Accountability Office een definitie opgesteld waarbij kwaliteit van de controle wordt omschreven als het tonen van de financiële verantwoording van ondernemingen in overeenstemming met de wet- en regelgeving en vrij van materiële fouten. Deze definitie gaat er vanuit dat wet- en regelgeving ten alle tijden leidt tot de juiste weergave van de werkelijke financiële situatie van een onderneming. Volgens Francis (2004) kan kwaliteit van de accountantscontrole worden gezien als een theoretische continuïteit dat varieert van erg lage tot erg hoge kwaliteit van de controle. Hij stelt dat er twee situaties zijn waarin een fout in de controle voor kan komen. De eerste situatie is wanneer een accountant er niet voor kan zorgen dat een klant handelt in overeenstemming met algemeen geaccepteerde accounting standaarden. Naast het begrip van DeAngelo (1981b) komt een fout ook voor wanneer de accountant niet slaagt in het vormen van een oordeel in omstandigheden die roepen om zulke oordelen. In dit geval spreekt Francis (2004) van een audit report failure. Kwaliteit van de controle en controlefouten zijn negatief gerelateerd aan elkaar, wat betekent dat wanneer er veel controlefouten zijn, de kwaliteit van de controle laag is. Het beoordelen van de kwaliteit van de controle is een moeilijke taak, omdat de meerderheid van de accountantsverklaringen standaard adviezen zijn. Kwaliteit van de controle kan worden beoordeeld door het bieden van bewijs van controlefouten (Francis, 2004). Verder laat voorgaand onderzoek zien dat kwaliteit van de controle gerelateerd kan worden aan het type accountantskantoor dat de externe controle uitvoert. DeAngelo (1981) stelt dat de kwaliteit van de controle bij grote accountantskantoren hoger is, omdat een klant slechts een fractie is van de totale opbrengsten van het bedrijf. De accountant heeft veel meer te verliezen als een controlefout optreedt, omdat dit kan leiden tot het verlies van andere klanten. 11

12 Dit wordt in het onderzoek van Reynolds en Francis (2000) omschreven als economische afhankelijkheid. Onderzoek suggereert dat Big 4/5 2 accountantskantoren reputaties hebben en daarom een hogere kwaliteit controle bieden om de reputatie te beschermen (Simunic en Stein, 1987; Francis en Wilson, 1988; Becker et al. 1998). Dit betekent niet dat controlefouten door deze bedrijven niet voorkomen. Het impliceert dat de kwaliteit van controles van deze bedrijven gemiddeld een hogere kwaliteit hebben in vergelijking met kleine bedrijven. Simunic (1980) vindt bewijs voor de gedachte dat Big 4/5 accountantskantoren een hogere premie berekenen dan andere bedrijven. Francis (2004) stelt dat hogere accountantsvergoedingen een hogere kwaliteit van de controle impliceert, omdat de hoge kosten worden opgelegd door een grotere inspanning of gespecialiseerde accountants. Onderzoek laat zien dat het waarschijnlijker is dat bedrijven met hogere agency costs, klant zijn van een Big 4/5 accountantskantoor (Francis en Wilson, 1988; Francis et al. 1999). Ander onderzoek ondersteunt het idee dat Big 4/5 accountantskantoren een hogere kwaliteit controle bieden dan niet Big 4/5 accountantskantoren (Frankel et al., 2002; Chung en Kallapur, 2003). Hiernaast wordt er gesteld dat Big 4/5 accountantskantoren minder vaak worden aangeklaagd dan andere accountantskantoren en er worden minder vaak sancties opgelegd door de Securities and Exchange Commission (Palmrose, 1988; Feroz et al., 1991). Hier tegenover staat het onderzoek van Francis (2004) waarin hij bewijs vindt dat dit niet het geval is en dat Big 4/5 bedrijven gewoonweg een hogere kwaliteit controle bieden. Dit is onder andere gebaseerd op de bevindingen dat Big 4/5 accountants relatief meer gemodificeerde accountantsrapporten vrijgeven (Francis en Krishan, 1999). Een tegenstrijdige opvatting is dat Big 4/5 accountants geen hogere kwaliteit controle bieden, maar dat cliënten die al een hoge kwaliteit cijfers genereren, gecontroleerd willen worden door een van de Big 4/5 accountantskantoren (Francis, 2004). Dit impliceert dat het niet de accountant is die zorgt voor een hoge kwaliteit van de controle, maar de keuze voor een accountant. Bedrijven met een hoge kwaliteit van de winst willen gecontroleerd worden door een accountantskantoor met een hoge kwaliteit (Francis, 2004). Frankel et al. (2002) toetsen de relatie tussen niet controle vergoedingen en de kwaliteit van de controle, waarbij ze gebruik maken van winststuring als proxy voor kwaliteit van de controle. De bevindingen laten zien dat er een significant positieve relatie is tussen niet controle vergoedingen en de absolute waarde van discretionary accruals. Deze resultaten suggereren dat bedrijven die meer betalen voor niet controle diensten, meer gebruik maken van winststuring. De 12 2 Na de val van Arthur Andersen zijn er vier grote accountantskantoren overgebleven. Voor de val van Arthur Andersen waren er 5 grote kantoren, na de val zijn er 4 overgebleven. Big 4/5 wordt gebruikt om grote accountantskantoren aan te geven vóór en na de val van Arthur Andersen. De andere vier grote kantoren zijn Deloitte, Ernst & Young, KPMG en PwC. 12

13 resultaten van DeAngelo (1981) laten zien dat de onafhankelijkheid van de accountant afneemt wanneer een klant belangrijker wordt. Dit laat ook zien dat controle en niet controlevergoedingen belangrijke incentives creëren voor een accountant en daarom een tegengestelde uitwerking hebben op de kwaliteit van de controle (Frankel et al., 2002). Chung en Kallapur (2003) testen de robuustheid van de bevindingen van Frankel et al. (2002) door het gebruik van verschillende benaderingen. Hierbij maken ze gebruik van de totale vergoedingen gedeeld door de totale opbrengsten van het accountantskantoor. Chung en Kallapur (2003) vinden geen significante associatie tussen abnormale overlopende posten en de ratio s. Het verschil in bevindingen kan komen door het gebruik van andere ratio s. Op basis van de theorie met betrekking tot de economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de controle wordt in de volgende paragraaf aandacht besteed aan de hypotheseontwikkeling. 2.3 Hypotheseontwikkeling In deze paragraaf wordt op basis van de literatuur een tweetal hypotheses gevormd. Voorgaand onderzoek heeft vaak stil gestaan bij de relatie tussen de kwaliteit van de controle en niet controlediensten. De SEC probeert om niet controlediensten door de accountant te verbieden en heeft daarom in 2000 verplicht gesteld dat Amerikaanse bedrijven het bedrag en type van de accountantsvergoedingen bekend moeten maken (SEC, 2000). Frankel et al. (2002) laten zien dat bedrijven die relatief hoge niet controlevergoedingen betalen, een lagere kwaliteit van de winst hebben. Andere onderzoekers beweren het tegenovergestelde, bijvoorbeeld het onderzoek van Chung en Kallapur (2003). Larcker et al. (2004) vinden bewijs dat niet controlevergoedingen negatief geassocieerd zijn met de kwaliteit van de controle, maar anders dan Frankel et al. (2002) vinden ze ook een negatieve relatie tussen de totale vergoedingen en de kwaliteit van de controle. Hierdoor kan worden gezegd dat bewijs over de relatie tussen accountantsvergoedingen en kwaliteit van de controle niet erg overtuigend is, vanwege de inconsistentie. Wel bestaat er de mogelijkheid dat een relatief hoog bedrag van niet controlevergoedingen, de kwaliteit van de winst kan verlagen (Francis, 2004). Deze relatie lijkt interessant omdat de Sarbanes Oxley Act (SOX) niet controlediensten heeft verbannen om de kwaliteit van de controle te verbeteren. Er wordt verplicht gesteld dat de accountantsvergoedingen worden toegelicht in de jaarrekening omdat men gelooft dat vanwege het verlenen van niet controlediensten de economische afhankelijkheid hoger wordt. Als SOX is geslaagd in haar doel, dan zou de positieve relatie tussen niet controlevergoedingen en winststuring minder belangrijk moeten zijn, waardoor de kwaliteit van de controle zou verhogen. 13

14 De hypothese die naar aanleiding van deze theorieën is gevormd is als volgt: Hypothese 1: Er is een relatie tussen de hoogte van niet controlevergoedingen en de kwaliteit van de accountantscontrole. Volgens het onderzoek van DeAngelo (1981) wordt de kwaliteit van de controle lager wanneer vergoedingen verhogen. Indien er sprake is van een verhoging van de vergoedingen, is er volgens DeAngelo (1981) meer kans op winststuring. Dit komt omdat er sprake is van een daling van de onafhankelijkheid van de accountant. De economische afhankelijkheid wordt groter wanneer de klant een groter aandeel heeft in de totale vergoedingen die het accountantskantoor ontvangt van de klanten. Dit kan komen doordat de klant een relatief hoge vergoeding betaalt ten opzichte van het totale klantportfolio, of een groter risico, op bijvoorbeeld rechtszaken, dat het accountantskantoor loopt wanneer er fouten worden gemaakt tijdens de controle (Markelevich et al., 2013). Frankel et al. (2002) vinden geen significante relatie tussen accountantsvergoedingen en winststuring, wat impliceert dat er geen relatie zou moeten zijn tussen de economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de controle. Meer discretie betekent dat klanten meer mogelijkheden hebben om winsten te beïnvloeden. Een alternatieve prikkel, reputatiebescherming, zou leiden tot beperkte discretie met betrekking tot overlopende posten voor grote klanten. Minder discretie betekent minder kans op agressieve winststuring door klanten en daarom minder kans op een claim of fout met betrekking tot de gerapporteerde winst. Consistent met deze alternatieve prikkel, rapporteren Lys en Watts (1994) dat hogere niveaus van overlopende posten positief zijn geassocieerd met rechtszaken en SEC acties tegen bedrijven zijn voornamelijk het gevolg van onjuiste overlopende posten (Feroz et al., 1991). Onderzoek toont aan dat bedrijven overlopende posten gebruiken om gerapporteerde winst te beheren, om zo het gewenste resultaat te creëren (DeFond en Park, 1997). Economische afhankelijkheid kan ervoor zorgen dat een accountant milder is en zou daarom bij grotere klanten vaker overlopende posten toelaten. De tweede hypothese die hier uit voort komt is als volgt: Hypothese 2: Er is een relatie tussen de grootte van een klant en de kwaliteit van de accountantscontrole. Na de diverse theorieën zijn er in dit hoofdstuk een drietal hypotheses gevormd, die antwoord moeten geven op de vraag of er een relatie is tussen de economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de accountantscontrole. Deze hypotheses zullen worden getoetst aan de hand van het Modified Jones-model, welke wordt beschreven in hoofdstuk 3. Hierbij worden de discretionary accruals gemeten en er wordt een regressiemodel gebruikt om de associaties van de hypotheses te testen. 14

15 3 Onderzoeksmethode 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft de onderzoeksmethode weer die wordt gebruikt voor dit onderzoek. De 3 hypotheses die zijn weergegeven in hoofdstuk 2 zullen worden getoetst aan de hand van een regressiemodel. De volgende paragraaf zal een overzicht geven van de steekproef en data beschreven voor zowel de kwaliteit van de controle als de economische afhankelijkheid. In paragraaf 3.3 wordt het Modified Jones model voor het schatten van de hoeveelheid discretionary accruals nader omschreven gevolgd door de regressiemodellen om de hypotheses te kunnen toetsen. 3.2 Steekproef en data Dit hoofdstuk biedt inzicht in de steekproef en data. De hypotheses die in paragraaf 2.3 gepresenteerd zijn worden getest middels een regressiemodel zoals weergegeven in voorgaande paragraaf. In paragraaf wordt de steekproef en data weergegeven die gebruikt is voor het berekenen van de economische afhankelijkheid en controlevergoedingen. In paragraaf wordt ingegaan op de steekproef met betrekking tot de kwaliteit van de accountantscontrole en in paragraaf wordt een uitleg gegeven over het samenvoegen van de twee datasets. Dit onderzoek heeft voor haar steekproef gebruik gemaakt van Amerikaanse bedrijven van 2001 tot Steekproef en data Economische afhankelijkheid en controlevergoedingen Data met betrekking tot de economische afhankelijkheid en de controlevergoedingen wordt verkregen uit de Audit Analytics database. Uit deze database wordt data gehaald die betrekking heeft op de jaren 2001 tot 2012, dit omdat de data uit 2001 komt te vervallen wanneer een vergelijking wordt gemaakt met voorgaand jaar. Om de NAS-ratio te berekenen is er data nodig over niet controlevergoedingen en controlevergoedingen. Voor de FEE-ratio is er data nodig die betrekking heeft op de controlevergoeding per klant per jaar en de totale vergoeding per accountantskantoor per jaar. De steekproef die voort komt uit de selectie in Audit Analytics bestaat uit observaties waaruit een selectie gemaakt wordt (zie paragraaf 3.2.3). 15

16 3.2.2 Steekproef en data - Kwaliteit van de controle De kwaliteit van de controle wordt gemeten aan de hand van winststuring (earnings management). Verdere uitleg met betrekking tot de methode wordt omschreven in paragraaf 3.3. Een proxy die wordt gebruikt voor winststuring is de absolute waarde van discretionary accruals. Om te meten in welke mate het bedrijf de mogelijkheid heeft om de opbrengst te beïnvloeden, kan gemeten worden met het Modified Jones model. De data die zowel benodigd is voor het Modified Jones model, zoals beschreven in paragraaf 3.3, als voor de regressiemodellen wordt verzameld middels Compustat. Data wordt verzameld voor de jaren 2001 t/m Uit de selectie komt een steekproef naar voren van observaties. Omdat niet alle data direct aansluit met de data uit Audit Analytics is er een koppeling gemaakt in Stata voor deze twee datasets. Vervolgens is er een selectie gemaakt uit de complete dataset. Deze selectie wordt nader omschreven in paragraaf Totale steekproef en data De datasets uit Audit Analytics en Compustat zijn in Stata aan elkaar gelinkt op basis van de CIK-code (Company Identification Key) en het jaar. Hierbij komen observaties te vervallen omdat hier geen directe link voor gemaakt kan worden. Vervolgens worden alle observaties waarvoor geen data is ingevoerd en data met negatieve activa verwijdert. Hierbij komen nogmaals observaties te vervallen. Alle data waarbij het einde van het boekjaar valt voor 31 mei wordt meegenomen als jaar=t-1. Door deze wijziging komen 640 observaties te vervallen omdat deze vallen buiten de steekproef (jaar 2000). Data met betrekking tot financiële instellingen worden verwijderd vanwege de aard en boekhoudkundige structuur van de bedrijven. Financiële instellingen worden geïdentificeerd door het controleren van de SIC codes die voort zijn gekomen uit de databases. Bedrijven met een SIC code tussen vallen buiten de steekproef, wat ervoor zorgt dat de steekproef vermindert wordt met observaties. Hiernaast worden bedrijven uitgesloten vanwege de overstap naar een andere accountant. Het overstappen naar een andere accountant kan invloed hebben op de hoogte van de vergoeding die wordt betaald, voornamelijk in de eerste jaren (Frankel et al., 2002). Tot slot zijn de extreme waarden uit de steekproef gehaald door de bovenste en onderste 1% te verwijderen. Dit alles resulteert in een steekproef van bedrijven om de hypotheses te testen, waarvan 67% van de observaties door een Big 4/5 accountantskantoor wordt gecontroleerd. 16

17 3.3 Onderzoeksmodel Methode kwaliteit van de controle In hoofdstuk twee is gebleken dat de kwaliteit van de controle een begrip is dat niet eenduidig is. Het is daarom ook lastig om een juiste meetmethode te vinden. DeAngelo (1981) suggereert dat winststuring die niet wordt gedetecteerd door de accountant of winststuring die wel wordt gedetecteerd door de accountant maar niet wordt gerapporteerd een indicator kan zijn van kwaliteit van de controle. Om te testen of er een relatie bestaat tussen de kwaliteit van de controle en de economische afhankelijkheid, is een proxy voor de kwaliteit van de controle nodig. Frankel et al (2002) stellen dat wanneer een klant zijn winst kan beïnvloeden zonder dat de accountant het rapporteert, of zonder dat er wijzigingen worden vereist, de accountant in dat geval niet volledig onafhankelijk is. Daarom zal de kwaliteit van de jaarrekening lager zijn. In dit geval wordt daarom gebruik gemaakt van de proxy winststuring. Een proxy voor winststuring die door veel onderzoekers wordt gebruikt is de absolute waarde van discretionary accruals (Dechow, 1995). Non-discretionary accruals zijn overlopende posten die zijn opgenomen in een bepaalde periode als gevolg van regelgeving in de accountancy. Discretionary accruals betreft het gedeelte van overlopende posten dat kan worden beïnvloed door het management van een bedrijf, waardoor de winstcijfers kunnen worden beïnvloed. Het gebruik van de absolute waarde van discretionary accruals in plaats van de signed value van discretionary accruals wordt gesuggereerd door Levitt (1998), omdat hij suggereert dat bedrijven gebruik maken van royale reserves uit goede jaren, tegen verliezen die in slechte jaren gemaakt kunnen worden. Er zijn diverse op overlopende posten gebaseerde modellen die winststuring detecteren. Dechow (1995) vergelijkt een aantal van deze modellen in haar onderzoeksrapport om te kijken welk model het beste is in het vinden van winststuring. Zij ziet in haar onderzoek dat het model dat door Jones (1991) wordt gepresenteerd de meeste kracht heeft. Dit onderzoek maakt daarom gebruik van het Modified Jones-model en een regressiemodel. 17

18 E Modified Jones-Model Om het niveau van winststuring te berekenen wordt er gebruik gemaakt van het modified Jones model voor non-discretionary accruals zoals gesuggereerd wordt door Dechow (1995). De aanpassing die Dechow (1995) heeft gemaakt in verhouding met het originele Jones model (1991) is dat de verandering in omzet is aangepast door de verandering in vorderingen in de (sample period) meetperiode. Het modified Jones model veronderstelt dat alle veranderingen in de credit sales gedurende de meetperiode, het resultaat zijn van winststuring. Deze veronderstelling is gebaseerd op de suggestie dat winststuring gemakkelijker uit te oefenen zou zijn over de erkenning van opbrengsten uit verkopen op krediet, dan over de erkenning van opbrengsten uit contante verkopen. Dechow (1995) vindt in haar onderzoek bewijs dat het modified Jones model de meeste kracht heeft om winststuring te achterhalen. Om deze reden zou het een geschikt model zijn voor dit onderzoek. Om discretionary en non-discretionary accruals te berekenen is het noodzakelijk om eerst de totale waarde van accruals (overlopende posten) in de meetperiode te berekenen. Hiervoor wordt het modified Jones model gebruikt zoals voorgesteld door Dechow (1995) en welke door Frankel et al. (2002) al is gebruikt. De totale overlopende posten zullen worden berekend aan de hand van de indirecte methode. Bij deze methode worden de totale overlopende posten berekend op basis van het kasstroomoverzicht waarbij gebruik wordt gemaakt van de winst voor buitengewone items en kasstromen uit operationele activiteiten. De volgende formule komt hieruit voort: TTTT tt = EXBI CFO Waarbij: TTTT tt EXBI CFO = Totale overlopende posten in jaar t (total accruals) = Inkomsten voor buitengewone items in jaar t (income before extraordinary items) = Kasstromen uit operationele activiteiten in jaar t (cash flow from operations) 18

19 Discretionary accruals kunnen worden berekend door gebruik te maken van totale overlopende posten, die worden verkregen vanuit voorgaande formule, in het volgende model: TTTT tt = ββ 00 + ββ AA tt 11 + ββ 22 (ΔΔRRRRRR tt ΔΔRRRRRR tt ) + ββ 33 PPPPPP tt + ββ 44 RRRRRR tt + εεtt Waarbij: TTTT tt = Totale overlopende posten in jaar t (total accruals) AA tt 1 = Activa in jaar t-1 ΔΔRRRRRR tt = Verandering in inkomsten van jaar t-1 tot jaar t ΔΔRRRRRR tt = Verandering in vorderingen van jaar t-1 tot jaar t PPPPPP tt = Materiële vaste activa in jaar t (Property, Plant, Equipment) RRRRRR tt = Rendement op activa (return on assets = nettowinst/totale activa in jaar t-1) De variabelen ΔΔΔΔΔΔΔΔ tt, ΔΔRRRRRR tt, PPPPPP tt en RRRRRR tt worden geschaald door totale activa in jaar t-1. ββ 1, ββ 2, ββ 3 en ββ 4 kunnen worden geschat door middel van de ordinary least squares methode. Frankel et al (2002) suggereren dat ββ 1, ββ 2, ββ 3 en ββ 4 significant kunnen verschillen tussen industrieën. Er zal daarom een schatting gemaakt moeten worden voor industrieën met behulp van de eerste twee cijfers van de SIC-codes en het jaar. Na het schatten van ββ 1, ββ 2, ββ 3 en ββ 4 met dit model, kunnen we een schatting maken van de discretionary accruals door gebruik te maken van de residual value, of de error (εt). Vervolgens wordt de absolute waarde van de discretionary accruals gebruikt als afhankelijke variabele voor het regressiemodel, zoals voorgesteld door Levitt (1998). 19

20 Regressiemodel Omdat er diverse factoren zijn die de relatie tussen de economische afhankelijkheid en de kwaliteit van de controle kunnen beïnvloeden, moeten er diverse factoren gecontroleerd worden. Hierdoor kan een betrouwbaar model worden opgesteld. Uit voorgaande literatuur komen 5 factoren naar voren die van invloed zijn op de accountantsvergoedingen en de kwaliteit van de controle. Ten eerste gaat het hierbij om het bedrag van kasstromen uit operationele activiteiten (CFO). In het onderzoek van Frankel et al. (2002) wordt gezegd dat bedrijven met relatief hoge kasstromen, over het algemeen geassocieerd worden met minder winststuring. Kasstromen uit operationele activiteiten worden geschaald door totale activa (Carey en Simnett, 2006, Ashbaugh et al. 2003). De grootte (SIZE) van een bedrijf kan ook invloed hebben op de kwaliteit van de financiële verslaglegging, omdat grote bedrijven meestal meer geavanceerde interne controle systemen hebben. Dit resulteert in minder mogelijkheden voor het management van een bedrijf om winststuring toe te passen en daarmee zou de kwaliteit van de controle hoger moeten zijn (Becker et al. 1998). De grootte van een bedrijf, gemeten door totale activa, is daarom ook een factor die gecontroleerd moet worden. Net als Carey en Simnett (2006) wordt er een natuurlijk logaritme van totale activa als waarde voor SIZE gebruikt. Hiernaast wordt er een variabele opgenomen voor de waarde van de verhouding tussen vreemd vermogen en eigen vermogen (LEV) (Ashbaugh, 2003). Ook wordt er een variabele opgenomen die aangeeft of een bedrijf een winst of verlies (LOSS) heeft gerapporteerd in het jaar van de steekproef. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een 1 wanneer een bedrijf een verlies heeft gerapporteerd en een 0 wanneer er een winst is opgenomen. QUICK geeft de quick ratio van het bedrijf berekend als vlottende activa gedeeld door vlottende passiva. Deze drie controle variabelen (LEV, LOSS en QUICK) zijn toegevoegd als proxies voor prikkels: bedrijven die in of in de buurt komen van financiële problemen hebben volgens Ashbaugh (2003) meer prikkels om winststuring toe te passen, om zo de prestaties te verhogen. Dit zou betekenen dat indien er sprake is van een geleden verlies (LOSS=1), een lagere quick ratio of een hogere leverage ratio, er meer prikkels zijn om winststuring toe te passen. De laatste factor die invloed heeft op de kwaliteit van de controle is het type accountant (Frankel et al. 2002). Onderzoek laat zien dat de kwaliteit van de accountantscontrole door Big 4/5 accountants hoger is dan van niet-big 4/5 accountants. De reden hiervan zou kunnen zijn dat Big 4/5 accountantskantoren een groot klantenbestand hebben, waardoor één specifieke klant maar een klein deel van de totale opbrengst van het bedrijf betreft. Het belang bij deze klant is daarom relatief klein en daarom minder waarschijnlijk om invloed te hebben op de kwaliteit van de controle (DeAngelo, 1981). Francis (2004) beweert dat de reden dat Big 4/5 accountantskantoren geassocieerd zijn met hogere kwaliteit van de 20

21 E controle niet per definitie is omdat de accountants het werk beter doen. Hij suggereert dat bedrijven die al een hoge kwaliteit hebben, graag gecontroleerd worden door een Big 4/5 accountantskantoor. Wanneer Big 4/5 kantoren een hogere kwaliteit zouden leveren, dan zou dit betekenen dat een Big 4/5 kantoor de discretionary accruals zou verlagen. Om te kijken of niet controlevergoedingen invloed hebben op de kwaliteit van de controle wordt er een NAS-ratio opgenomen waarbij de niet controlevergoedingen (NAS) gedeeld worden door de totale vergoedingen (NAS+AF). De associatie tussen voorgaande variabelen wordt in onderstaand model samengevoegd. Aan de hand van dit model wordt de relatie tussen niet-controlevergoedingen en de kwaliteit van de controle gemeten. Regressie Hypothese 1: ABSDA = ββ 00 + ββ 11 SSSSSSSS tt + ββ 22 CCFFFF tt + ββ 33 LLOOOOOO tt + BB 44 QQUUUUUUUU tt + ββ 55 LLLLLL tt + ββ 66 BBBBBBBB + ββ 77 NNNNSS tt + εε 11 Waarbij: ABSDA SIZE CFO LOSS QUICK LEV BigN = Absolute waarde van discretionary accruals = Natuurlijk logaritme van totale activa in jaar t = Kasstromen uit operationele activiteiten / Totale activa in jaar t = (0) Gerapporteerde winst (1) Gerapporteerd verlies in jaar t = Quick ratio (vlottende activa/vlottende passiva) in jaar t = Totale verplichtingen / Totale activa in jaar t = (0) Geen Big 4/5 kantoor (1) Big 4/5 kantoor NAS = Niet controlevergoedingen (Niet controlevergoedingen) / (niet controlevergoedingen + controlevergoedingen) in jaar t 21

22 E Voor hypothese 2 wordt de NAS-ratio vervangen door een ratio voor het berekenen van de economische afhankelijkheid. Hierbij worden de controlevergoedingen per klant gedeeld door de totaal ontvangen vergoedingen per accountantskantoor in jaar t. In onderstaande formule wordt dit weergegeven als FEE. Aan de hand van dit model wordt de relatie tussen de grootte van een klant (economische afhankelijkheid) en de kwaliteit van de controle gemeten. Regressie Hypothese 2: ABSDA = ββ 00 + ββ 11 SSSSSSSS tt + ββ 22 CCCCCC tt + ββ 33 LLLLLLLL tt + BB 44 QQQQQQQQQQ tt + ββ 55 LLLLLL tt + ββ 66 BBBBBBBB + ββ 77 FFEEEE tt + εε 11 Waarbij: ABSDA SIZE CFO LOSS QUICK LEV BigN FEE = Absolute waarde van discretionary accruals = Natuurlijk logaritme van totale activa in jaar t = Kasstromen uit operationele activiteiten / Totale Activa in jaar t = (0) Gerapporteerde winst (1) Gerapporteerd verlies in jaar t = Quick ratio (vlottende activa/vlottende passiva) in jaar t = Totale verplichtingen / Totale activa in jaar t = (0) Geen Big 4/5 kantoor (1) Big 4/5 kantoor = Totale vergoedingen op klantniveau / totale vergoedingen ontvangen door de accountant op portfolioniveau in jaar t Discretionary accruals worden aan de hand van de resultaten van het Modified Jones model in het regressiemodel gevoegd. Dit dient als input voor de relatie tussen de accountantsvergoedingen en de kwaliteit van de controle. In paragraaf 4 worden de resultaten die voortkomen uit de regressieformules beschreven. 22

23 4 Resultaten Voorgaand hoofdstuk biedt een overzicht van de steekproef en modellen die zijn gebruikt voor dit onderzoeksrapport. In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd die zijn voortgekomen uit de regressies. Hierbij zal paragraaf 4.1 ingaan op de beschrijvende statistiek. Vervolgens worden de resultaten van beide regressies geanalyseerd in de daarop volgende paragrafen. 4.1 Beschrijvende statistiek Tabel 1 biedt een overzicht van de variabelen die zijn gebruikt in dit hoofdstuk van 2002 tot Het gemiddelde van de absolute waarde van discretionary accruals is 0,1486. In het onderzoek van Frankel et al. (2002) ligt deze waarde vele malen lager (0,01). Het verschil in de hoogte van deze waarde kan voort komen uit het verschil in het aantal jaren en observaties in de steekproef. Het gemiddelde van de ratio van niet controlevergoedingen (NAS) is 0,1877 wat betekent dat gemiddeld 18,7% wordt betaald aan niet controlevergoedingen ten opzichte van de totale vergoedingen. De FEE ratio is gemiddeld 0,0665. Dit betekent dat een klant gemiddeld 6,7% betreft van het totale klantportfolio in de periode van Het gemiddelde van de variabele LOSS is 0,4210, wat inhoud dat het grootste percentage (42%) bedrijven van de steekproef een winst rapporteren. TABEL 1. Beschrijvende statistiek voor voor observaties voor de test m.b.t. overlopende posten. Variabele Gemiddelde Mediaan Std. Afwijking Minimum Maximum ABSDA 0,1486 0,0625 0,3814 0, ,2933 SIZE 5,3322 5,4904 2,7555-2, ,0595 CFO -0,1229 0,0635 0,7747-5,7792 0,3635 LOSS 0,4210 0,0000 0,4937 0,0000 1,0000 QUICK 2,3025 1,8267 1,6348 0,0137 5,6893 LEV 0,5896 0,5080 0,4339 0,0402 1,9423 BIGN 0,6732 1,0000 0,4691 0,0000 1,0000 NAS 0,1877 0,1365 0,1891 0,0000 1,0000 FEE 0,0665 0,0010 0,1939 0,0000 1,0000 ABSDA=absolute waarde van discretionary accruals, SIZE=natuurlijk logaritme van totale activa in jaar t, CFO= Cashflow gedeeld door totale activa, LOSS= (0) gerapporteerde winst, (1) voor gerapporteerd verlies, QUICK= vlottende activa/vlottende passiva, LEV=totale verplichtingen/totale activa in jaar t, BigN= (0) voor controle door niet- Big 4/5 (1) voor controle door Big 4/5, NAS=niet-controlediensten/(controlediensten+ niet-controlediensten) 23

De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit

De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit De invloed van het Litigation risk op Audit Kwaliteit Bachelor Scriptie Naam: Mandy Zwarthoed Studentnummer: 10003169 Inleverdatum: 2-7-2013 Opleiding: BSc Accountancy & Control Universiteit: Universiteit

Nadere informatie

Amsterdam Business School De invloed van industrie-specialisatie en het AFM rapport op de audit-kwaliteit van de Big 4 kantoren

Amsterdam Business School De invloed van industrie-specialisatie en het AFM rapport op de audit-kwaliteit van de Big 4 kantoren Amsterdam Business School De invloed van industrie-specialisatie en het AFM rapport op de audit-kwaliteit van de Big 4 kantoren Name: Romy Deken Student number: 10242600 Thesis supervisor: ir. drs. A.C.M.

Nadere informatie

In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole?

In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole? In hoeverre heeft de grootte van een accountantskantoor invloed op de kwaliteit van een accountantscontrole? Robert van der Vijver 6068731 Bachelorscriptie Accountancy & Control Faculteit Economie & Bedrijfskunde

Nadere informatie

De onafhankelijkheid van de accountant en het verlenen van nonaudit services: bewijs aan de hand van drie verschillende maatstaven

De onafhankelijkheid van de accountant en het verlenen van nonaudit services: bewijs aan de hand van drie verschillende maatstaven De onafhankelijkheid van de accountant en het verlenen van nonaudit services: bewijs aan de hand van drie verschillende maatstaven Bachelorscriptie Naam: Joris Tanke Studentnummer: 5947448 Bachelor: Economie

Nadere informatie

Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole

Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole Verplichte Audit-Firm Rotatie: de effecten op de kwaliteit van de accountantscontrole Door: Marinka Karsemeijer Collegekaartnummer: 5876699 Datum: 21 juli 2011 Universiteit van Amsterdam (FEB) Supervisor:

Nadere informatie

The influence of non-audit services on auditor independence

The influence of non-audit services on auditor independence The influence of non-audit services on auditor independence Ka Yiu Lee 5941334 Bachelor Scriptie 25 juni - 2012 Universiteit van Amsterdam Economie en Bedrijfskunde, Studierichting Accountancy & Control

Nadere informatie

Wat is de relatie tussen accountantscontrole en advies? Een overzicht van de bestaande literatuur.

Wat is de relatie tussen accountantscontrole en advies? Een overzicht van de bestaande literatuur. Wat is de relatie tussen accountantscontrole en advies? Een overzicht van de bestaande literatuur. Jan Bouwens 1 Professor of accounting at Cambridge University, Judge Business School en Managing director

Nadere informatie

Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever <> begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo

Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever <> begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo zijn opgemaakt (ook onder IFRS) IAS 7 maakt gebruik van cashstroom tabellen,

Nadere informatie

Tast het verlenen van non-audit diensten naast het verlenen van audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant aan

Tast het verlenen van non-audit diensten naast het verlenen van audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant aan 1 Tast het verlenen van non-audit diensten naast het verlenen van audit diensten de onafhankelijkheid van de accountant aan Denny Smink 6082637 Definitieve versie 25 Juni 2012 Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Carmen Vorst Amsterdam, 1 juli, Bachelor scriptie. Begeleiding: Helena Kloosterman. Academisch jaar: Semester 2, Blok 3

Carmen Vorst Amsterdam, 1 juli, Bachelor scriptie. Begeleiding: Helena Kloosterman. Academisch jaar: Semester 2, Blok 3 In hoeverre tast het verlenen van non-audit services de onafhankelijkheid van de accountants aan? Een overzicht van literatuur over onafhankelijkheid in schijn en in feite van accountants. Carmen Vorst

Nadere informatie

Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70

Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70 Compact 2007/3 Verschillen en overeenkomsten tussen SOx en SAS 70 Drs. J.H.L. Groosman RE Sinds de bekende boekhoudschandalen is er veel aandacht voor de interne beheersing en goed ondernemingsbestuur,

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Het verwachte effect van de scheiding tussen audit en non-audit diensten op de onafhankelijkheid van accountants

Het verwachte effect van de scheiding tussen audit en non-audit diensten op de onafhankelijkheid van accountants Het verwachte effect van de scheiding tussen audit en non-audit diensten op de onafhankelijkheid van accountants Bachelorscriptie Definitieve versie Naam: Hidde Wyngaard Studentnummer: 6074340 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Amsterdam Business School Druk op de controlevergoeding en controlekwaliteit: de invloed van homogene industrieën

Amsterdam Business School Druk op de controlevergoeding en controlekwaliteit: de invloed van homogene industrieën Amsterdam Business School Druk op de controlevergoeding en controlekwaliteit: de invloed van homogene industrieën Naam: Leon Brummelhuis Studentnummer: 10896147 Scriptiebegeleider: ir. drs. A.C.M. de Bakker

Nadere informatie

Het effect van het verlenen van non-auditdiensten op de onafhankelijkheid van de accountant

Het effect van het verlenen van non-auditdiensten op de onafhankelijkheid van de accountant Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie en Bedrijfskunde Bachelor Accountancy en Control Het effect van het verlenen van non-auditdiensten op de onafhankelijkheid van de accountant Naam Max van Egmond

Nadere informatie

Sarbanes-Oxley en de gevolgen voor IT. Daniel van Burk 7 november 2005

Sarbanes-Oxley en de gevolgen voor IT. Daniel van Burk 7 november 2005 Sarbanes-Oxley en de gevolgen voor IT Daniel van Burk 7 november 2005 Even voorstellen... Daniel van Burk Voorzitter van de afdeling Beheer van het NGI Senior Business Consultant bij Atos Consulting Veel

Nadere informatie

Amsterdam Business School Audit fees en de kwaliteit van financiële verslaggeving in Duitsland

Amsterdam Business School Audit fees en de kwaliteit van financiële verslaggeving in Duitsland Amsterdam Business School Audit fees en de kwaliteit van financiële verslaggeving in Duitsland Naam: Sven de Wit Student nummer: 10282548 Datum finale versie: 16 juni 2014 MSc Accountancy & Control, specialization

Nadere informatie

APPENDICES. Universiteit van Tilburg Departement Accountancy Jan Bouwens Edith Leung Arnt Verriest 25 februari 2011

APPENDICES. Universiteit van Tilburg Departement Accountancy Jan Bouwens Edith Leung Arnt Verriest 25 februari 2011 APPENDICES Universiteit van Tilburg Departement Accountancy Jan Bouwens Edith Leung Arnt Verriest 25 februari 2011 Appendices bij het rapport ter evaluatie van de Wet toezicht financiële verslaggeving:

Nadere informatie

Achtergrond en Probleemstelling

Achtergrond en Probleemstelling 142 Achtergrond en Probleemstelling Dit proefschrift onderzoekt hoe de kwaliteit van accountantscontroles van financiële verantwoordingen verband houden met de gereguleerde context waarin die controles

Nadere informatie

AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models

AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models Pepijn Vemer, George van Voorn, Isaac Corro Ramos, Maiwenn Al, Talitha Feenstra Rationale In theorie: Doe alles! Een model

Nadere informatie

Klantonderzoek: statistiek!

Klantonderzoek: statistiek! Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 706, PARAGRAFEN TER BENADRUKKING VAN BEPAALDE AANGELEGENHEDEN EN PARAGRAFEN INZAKE OVERIGE AANGELEGENHEDEN IN DE CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE AUDITOR

Nadere informatie

Niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant

Niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant Niet-audit diensten en de onafhankelijkheid van de controlerend accountant Mylène Goei 5784190 1 januari 2012 Faculteit Economie en Bedrijfskunde Begeleider: André Th. A. Koet RA Inhoudsopgave 1. Abstract

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van

Nadere informatie

Zwart, wit of grijs? Een literatuurstudie naar de onafhankelijkheid van de accountant. Carly Former

Zwart, wit of grijs? Een literatuurstudie naar de onafhankelijkheid van de accountant. Carly Former Zwart, wit of grijs? Een literatuurstudie naar de onafhankelijkheid van de accountant Carly Former 0541885 9 juli 2009 Mw. E.A. Duyster-Went RA Bachelor thesis Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Materieel belang in de jaarrekening Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Agenda Inleiding Doel van de jaarrekening Wat is materieel belang Wat

Nadere informatie

5 Opstellen businesscase

5 Opstellen businesscase 5 Opstellen In de voorgaande stappen is een duidelijk beeld verkregen van het beoogde project en de te realiseren baten. De batenboom geeft de beoogde baten in samenhang weer en laat in één oogopslag zien

Nadere informatie

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014 Behoort bij raadsbesluit d.d. 29 januari 2015 tot vaststelling van het 'Controleprotocol 2014'. Controleprotocol Jaarrekening 2014 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Inleiding... 3 2.1 Doelstelling...

Nadere informatie

De relatie tussen druk op de controlevergoeding en de kwaliteit van de accountantscontrole: Een vergelijking tussen de V.S. en de U.K.

De relatie tussen druk op de controlevergoeding en de kwaliteit van de accountantscontrole: Een vergelijking tussen de V.S. en de U.K. Amsterdam Business School De relatie tussen druk op de controlevergoeding en de kwaliteit van de accountantscontrole: Een vergelijking tussen de V.S. en de U.K. Naam: Rick ten Haken Studentnummer: 6050913

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

Invloed van de aanwezigheid van een audit comité op de kwaliteit van de financiële jaarverslaggeving

Invloed van de aanwezigheid van een audit comité op de kwaliteit van de financiële jaarverslaggeving Invloed van de aanwezigheid van een audit comité op de kwaliteit van de financiële jaarverslaggeving Bachelor Thesis Accountancy & Control Naam: Cindy de Vries Studentnummer: 10495789 Datum: 28 juni 2016

Nadere informatie

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving Alternatieve financiële prestatie-indicatoren Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving April 2014 Inhoudsopgave 1 Conclusie en samenvatting 4 2 Doelstellingen, onderzoeksopzet en definiëring

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Amsterdam Business School Een onderzoek naar low-balling in crisistijd

Amsterdam Business School Een onderzoek naar low-balling in crisistijd Amsterdam Business School Een onderzoek naar low-balling in crisistijd Name: Gerrit Plat Student number: 6184375 Date: 6 november 2015 No. of words: 13,122 Supervisor: Prof dr. L.R.T. van der Goot MSc

Nadere informatie

Syllabus. Leerdoelen voor de European Business Competence* Licence, EBC*L Niveau A

Syllabus. Leerdoelen voor de European Business Competence* Licence, EBC*L Niveau A Syllabus en voor de European Business Competence* Licence, EBC*L Niveau A Modules: Bedrijfsdoelstellingen & kengetallen Financiële administratie Kosten & prijzen Bedrijfsvorm & wetgeving EBC*L International,

Nadere informatie

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

LOW-OFFER = LOW-BALLING = LOW-QUALITY?: Literatuurstudie naar de invloed van het onder kostprijs aanbieden van accountantscontroles.

LOW-OFFER = LOW-BALLING = LOW-QUALITY?: Literatuurstudie naar de invloed van het onder kostprijs aanbieden van accountantscontroles. 2013 LOW-OFFER = LOW-BALLING = LOW-QUALITY?: Literatuurstudie naar de invloed van het onder kostprijs aanbieden van accountantscontroles. Naam: Adrian Martinaj Studentnr.: 318386 Opleiding: Economie en

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. VERONDERSTELLINGEN Vraagprijs 2.500.000 (pand en inventaris). Inkomsten: In totaal 40 kamers; Bezetting kamers: T1 45%, T2 52%, T3 63%, vanaf T4 en verder 68%;

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Amsterdam Business School Nader onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant

Amsterdam Business School Nader onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant Amsterdam Business School Nader onderzoek naar de onafhankelijkheid van de accountant Naam: René Janssen Student nummer: 6194540 Scriptiebegeleider: Dr. B.J. van Praag Datum: 25-06-2012 MSc Accountancy

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten.

ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten. INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, Ter vergelijking opgenomen informatie overeenkomstige cijfers en vergelijkende financiële overzichten. Copyright IFAC Deze Internationale controlestandaard

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

RJ-Uiting : RJ 150 Foutherstel en Rjk A3.3 Foutherstel

RJ-Uiting : RJ 150 Foutherstel en Rjk A3.3 Foutherstel RJ-Uiting 2015-6: RJ 150 Foutherstel en Rjk A3.3 Foutherstel Algemeen RJ-Uiting 2015-6: RJ 150 Foutherstel en Rjk A3.3 Foutherstel bevat de wijzigingen in hoofdstuk 150 Foutherstel en RJk A.3.3 In deze

Nadere informatie

WAAR JE ZIT IS WAAR JE STAAT

WAAR JE ZIT IS WAAR JE STAAT WAAR JE ZIT IS WAAR JE STAAT Posities als antecedenten van management-denken over concernstrategie ACHTERGROND (H. 1-3) Concernstrategie heeft betrekking op de manier waarop een concern zijn portfolio

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2015. N.V. Dico International

Halfjaarbericht 2015. N.V. Dico International Halfjaarbericht 2015 N.V. Dico International Inhoud Jaarverslag Directieverslag N.V. Dico International Verkorte halfjaarcijfers 2015 1. Verkort overzicht financiële positie per 30 juni 2015 2. Verkort

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Dit proefschrift is gebaseerd op twee exploratieve empirische studies naar professional skepticism. 1 Onder professional skepticism wordt de beroepsmatige attitude

Nadere informatie

HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V.

HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V. HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V. VERKORT GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING Halfjaar Halfjaar 2015 2014 Netto-omzet - - Bruto omzetresultaat - - Bruto marge in % van de netto-omzet - - Som

Nadere informatie

Audit kwaliteit door de proxy earnings

Audit kwaliteit door de proxy earnings Audit kwaliteit door de proxy earnings Een analyse of earnings een juiste proxy is om audit kwaliteit te meten M.W. Blokdijk 10214534 30 Juni 2014, V1 BSc Accountancy and Control University of Amsterdam

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies 7.1 Het gemiddelde van een populatie Standaarddeviatie van de populatie en de steekproef In het vorige deel is bij de significantietoets uitgegaan

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

4 Goodwill en overige immateriële vaste activa Het verloop van de goodwill en de overige immateriële vaste activa is opgenomen in de volgende tabel.

4 Goodwill en overige immateriële vaste activa Het verloop van de goodwill en de overige immateriële vaste activa is opgenomen in de volgende tabel. J A A R V E R S L A G 2 0 1 3 3 Acquisities In het verslagjaar 2013 heeft Q-Park 'control' verkregen over de Nederlandse vennootschap Q-Park Heerlen BV (voorheen: Parkeer Heerlen BV) waarvan Q-Park 49%

Nadere informatie

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Vragen hoofdstuk 8: Externe verslaggeving Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Externe verslaggeving is, zoals de naam al aangeeft, gericht op het verschaffen van informatie aan partijen

Nadere informatie

Stichting Mentorschap Midden Nederland Utrecht. Rapport inzake de jaarrekening 2016

Stichting Mentorschap Midden Nederland Utrecht. Rapport inzake de jaarrekening 2016 Stichting Mentorschap Midden Nederland Rapport inzake de jaarrekening 2016 Inhoudsopgave Samenstellingsverklaring Jaarrekening Balans per 31 december 2016 Staat van baten en lasten over 2016 Toelichting

Nadere informatie

Audit Quality. Heeft diversiteit tussen mannen en vrouwen invloed op de kwaliteit van de audit?

Audit Quality. Heeft diversiteit tussen mannen en vrouwen invloed op de kwaliteit van de audit? Audit Quality Heeft diversiteit tussen mannen en vrouwen invloed op de kwaliteit van de audit? Fleur Birnie 10059652 1 Juli 2013 Eerste versie Bachelor Economie en Bedrijfskunde Richting Accountancy &

Nadere informatie

11. Multipele Regressie en Correlatie

11. Multipele Regressie en Correlatie 11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Kwaliteits-, prijs- en overige. verschillen tussen grote en kleine accountantskantoren.

Kwaliteits-, prijs- en overige. verschillen tussen grote en kleine accountantskantoren. ACCOUNTANTSCONTROLE ONDERZOEK Kwaliteits-, prijs- en overige verschillen tussen grote en kleine accountantskantoren Een overzicht van empirisch onderzoek Dr. M. van Dijk ACCOUNTANTSCONTROLE 1 Inleiding

Nadere informatie

Resultaten eerste halfjaar Dico International

Resultaten eerste halfjaar Dico International PERSBERICHT Bussum, 29 augustus 2014 Blijvende interesse in beursnotering Resultaten eerste halfjaar Dico International NV Dico International (Dico) heeft in de eerste zes maanden de instandhoudingskosten

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Onafhankelijkheid van de accountant in relatie tot de non-audit services

Onafhankelijkheid van de accountant in relatie tot de non-audit services Onafhankelijkheid van de accountant in relatie tot de non-audit services Martijn Pieter Ooijevaar Universiteit van Amsterdam Studentnummer 5800366 Bachelorscriptie Accountancy & Control Begeleider: André

Nadere informatie

Audit fees. Het effect van het audit risk model op de prijs van een audit

Audit fees. Het effect van het audit risk model op de prijs van een audit Audit fees Het effect van het audit risk model op de prijs van een audit Universiteit van Amsterdam Faculteit Economie & Bedrijfskunde BSc Accountancy & Control Bachelor Scriptie Studentnaam: Michael Kraaij

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

NIVE Controllerscongres Creatieve verslaggeving ontmaskerd! Drs. S.N. Betting RA April 2019

NIVE Controllerscongres Creatieve verslaggeving ontmaskerd! Drs. S.N. Betting RA April 2019 NIVE Controllerscongres Creatieve verslaggeving ontmaskerd! Drs. S.N. Betting RA April 2019 Drs. S.N. Betting RA 2 Creatieve verslaggeving ontmaskerd! Plaats van dit thema binnen dit congres en de 17 Sustainable

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Financial due diligence: Toegevoegde waarde due diligence adviseur bij afrekenmechanismen

Financial due diligence: Toegevoegde waarde due diligence adviseur bij afrekenmechanismen Financial due diligence: Toegevoegde waarde due diligence adviseur bij afrekenmechanismen Door: Gijs van Reen Transacties vinden veelal plaats op een 'cash and debt' free basis. Een analyse van de netto

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014 Process Mining and audit support within financial services KPMG IT Advisory 18 June 2014 Agenda INTRODUCTION APPROACH 3 CASE STUDIES LEASONS LEARNED 1 APPROACH Process Mining Approach Five step program

Nadere informatie

EEN NADERE ANALYSE VAN DE RELATIES TUSSEN AANDELENRENDEMENTEN EN WINSTEN, DIVIDENDEN EN CASH-FLOWS. Gert Hegge en Rezaul Kabir

EEN NADERE ANALYSE VAN DE RELATIES TUSSEN AANDELENRENDEMENTEN EN WINSTEN, DIVIDENDEN EN CASH-FLOWS. Gert Hegge en Rezaul Kabir EEN NADERE ANALYSE VAN DE RELATIES TUSSEN AANDELENRENDEMENTEN EN WINSTEN, DIVIDENDEN EN CASH-FLOWS Gert Hegge en Rezaul Kabir Vakgroep Bedrijfseconomie Katholieke Universiteit Brabant Tilburg, april 1995

Nadere informatie

Groundbreaking Innovative Financing of Training in a European Dimension. Final GIFTED Model May 2013

Groundbreaking Innovative Financing of Training in a European Dimension. Final GIFTED Model May 2013 Groundbreaking Innovative Financing of Training in a European Dimension Final GIFTED Model May 2013 Project Reference no. 517624-LLP-1-2011-1-AT-GRUNDTVIG-GMP Workpackage no. WP 3 Test and Validation Deliverable

Nadere informatie

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro)

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro) De tussentijdse, geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards (IFRS). Voor de tussentijdse, geconsolideerde jaarrekening worden dezelfde grondslagen

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Graduation Document. General Information. Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences. Student Number

Graduation Document. General Information. Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences. Student Number Graduation Document Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences General Information Student Number 4106105 Student Name Nicky Joy Sargentini E. nickysargentini@gmail.com T. 06 10 56 52

Nadere informatie

KPMG PROVADA University 5 juni 2018

KPMG PROVADA University 5 juni 2018 IFRS 16 voor de vastgoedsector Ben u er klaar voor? KPMG PROVADA University 5 juni 2018 The concept of IFRS 16 2 IFRS 16 Impact on a lessee s financial statements Balance Sheet IAS 17 (Current Standard)

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2015

Nadere informatie

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de International

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken RJ-Uiting 2017-15 Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken Inleiding In hoofdstuk 430 Kerncijfers, kengetallen en meerjarenoverzichten

Nadere informatie

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro)

Geconsolideerde winst- en verliesrekening (in miljoen euro) De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld volgens de International Financial Reporting Standards (IFRS). Voor de geconsolideerde jaarrekening worden dezelfde grondslagen voor financiële verslaggeving

Nadere informatie

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief

Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effecten van Locus of Control, Coping en de Mediatie van Persoonlijk Initiatief Leader Member Exchange: Effects of Locus of Control, Coping and the Mediation of Personal Initiative

Nadere informatie

Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren. Bachelorscriptie Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986

Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren. Bachelorscriptie Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986 Kwaliteitsverschil audit grote en middelgrote accountantskantoren Bachelorscriptie Naam: Tamara Heuyerjans Studentnummer: 6048986 Docent : Dhr. R. van Loon Opleiding: Bedrijfseconomie variant Accountancy

Nadere informatie

De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters. op de kwaliteit van het jaarverslag

De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters. op de kwaliteit van het jaarverslag De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters op de kwaliteit van het jaarverslag Vanuit Nederlands perspectief Naam: Eva van Stralen Studentnummer: 10576320 Begeleider: S. Bissessur Datum: 25 januari

Nadere informatie

Samenvatting goodwill en waardecreatie van overnames

Samenvatting goodwill en waardecreatie van overnames Samenvatting goodwill en waardecreatie van overnames Dit proefschrift gaat over goodwill als maatstaf voor waardecreatie. Een aantal jaren geleden heeft zich in de Verenigde Staten van Amerika (hierna

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie