Wegraking: epileptische aanval of syncope? Een prospectief onderzoek*
|
|
- Melissa Maas
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Oorspronkelijke stukken Wegraking: epileptische aanval of syncope? Een prospectief onderzoek* W.A.J.HOEFNAGELS EN G.W.PADBERG De afgelopen tijd hebben wij onderzoek gedaan naar de lotgevallen van patiënten met een wegraking. Een wegraking is een tijdelijk verlies van het bewustzijn. De vraag is of de doorgemaakte wegraking een epileptische aanval is geweest of iets anders; in het laatste geval is meestal sprake van een globaal tekortschieten van de bloedvoorziening van de hersenen, een verschijnsel dat wordt aangeduid met de term 'syncope'. Patiënten gebruiken overigens vaak andere woorden voor een wegraking. De opvallendste zijn 'hersenstilstand' en 'wegtrekker'. Bij patiënten met een of meer wegrakingen wordt nogal eens ten onrechte de diagnose 'epilepsie' gesteld, dan wel ten onrechte een pacemaker geplaatst. Wij hebben geprobeerd de volgende vragen te beantwoorden: - In hoeverre dragen de gegevens uit de (hetero-)anamnese bij tot de differentiële diagnose wat betreft de keus tussen epileptische aanval en syncope? - Wat is de bijdrage van aanvullend onderzoek, zoals EeG, routinematig laboratoriumonderzoek, elektroencefalografie (EEG) en hyperventilatieprovocatietest?2 * Dit artikel is gebaseerd op artikelen die eerder verschenen in J ournal of Neurology ( 99; 2 38: 39-43) met als titel 'Transient loss of consciousness: the value of the history for distinguishing seizure from syncope', in Journal of Neurology, Neurosurgery and Psychiatry ( 99; 54: 953-6) met als titel 'Syncope or seizure? The diagnostic value of the EEG and the hyperventilation test in transient loss of consciousness', en in Clinical Neurology and Neurosurgery ( 992; 94: 53-6) met als titel 'Syncope or seizure? A matter of opinion.' Academisch Ziekenhuis, afd. Neurologie, Leiden. W.A.J.Hoefnagels en dr.g.w.padberg, neurologen. Correspondentie-adres: W.A.J.Hoefnagels, Antonius Ziekenhuis, Pastoor van Genklaan 6, 450 AJ Oostburg. Zie ook de artikelen op bi. 987 en 989. SAMENVATTING Doel. Vaststellen welke (hetero-)anamnestische gegevens het meeste invloed hebben op de diagnose 'epileptische aanval' of 'syncope', wat de bijdrage is van het aanvullend onderzoek, en of er verschillen zijn tussen huisartsen, neurologen en epileptologen in de beoordeling van de anamnese. Plaats. Academisch Ziekenhuis Leiden. Opzet. Prospectief. Methoden. Bij II9 opeenvolgende volwassen patiënten die met een voorbijgaand bewustzijnsverlies naar de neuroloog verwezen werden, werd een gestandaardiseerde anamnese opgenomen, en vervolgens een EEG, EeG, routinelaboratoriumonderzoek en bij patiënten jonger dan 65 jaar een hyperventilatietest. Alle patiënten werden gedurende 5 maanden gevolgd. De uiteindelijke diagnose was 'epileptische aanval' bij 45 patiënten (38%) en 'syncope' bij 74 (62%). Sensitiviteit, specificiteit en aannemelijkheidsverhouding werden bepaald. De.anamnestische gegevens werden voorgelegd aan 2 huisart - sen, 2 neurologen en 2 epileptologen. Als maat van overeenstemming van beoordeling werd kappa gebruikt. Resultaten. Bij een voorafkans op de diagnose 'epileptische aanval' van 25% was de achterafkans 94 % als de patiënt volgens een ooggetuige verward was na afloop, en 6% als de patiënt niet verward was. Epileptiforme afwijkingen op het EEG gaven een achterafk'ans van 73 %. Het EEG bleek ongeschikt om een epileptische aanval uit te sluiten. De hyperventilatietest bleek niet meer op te leveren dan een vraag naar benauwdheden. Tussen artsen bleek weinig overeenstemming te bestaan over de diagnose. Conclusie. 'Wel of niet verward' is een belangrijk gegeven om een epileptische aanval te onderscheiden van een syncope. 002 Ned Tijdschr Geneeskd 993; 37, nr 20
2 - Zijn er opvallende verschillen in de beoordeling van de anamnese tussen huisartsen, neurologen en epileptologen?3 PATIËNTEN EN METHODEN Van maart 987 tot maart 988 werden alle 'patiënten ouder dan IS jaar die met een wegraking naar de neuroloog verwezen werden, in ons onderzoek opgenomen. Een wegraking werd gedefinieerd als een periode met bewustzijnsverlies van minder dan I uur waarin de patiënt geen contact met de omgeving kon leggen en waarvan hij zelf geen herinnering had. Patiënten met een tijdelijk verlies van bewustzijn als gevolg van een trauma capitis of van wie al bekend was dat zij epilepsie hadden, werden buiten beschouwing gelaten. Uiteindelijk werden 9 patiënten onderzocht en kon bij 94 van hen een ooggetuige worden gevonden. Van deze patiënten verwezen huisartsen 55 (46%) en andere artsen 4 path:!nten naar de polikliniek. Op de afdeling Eerste Hulp werden 28 patiënten gezien en 22 werden tijdens hun opname geïnterviewd. Alle patiënten en ooggetuigen werd door dezelfde onderzoeker (W.A.J.H.) een gestandaardiseerd interview afgenomen. Een verkorte vorm van deze vragenlijst is al eerder gepubliceerd.4 Alle patiënten ondergingen hetzelfde aanvullende onderzoek (routinelaboratoriumonderzoek, EeG, EEG). Bij patiënten jonger dan 65 jaar werd een aparte hyperventilatieprovocatietest, gedaan. Alle patiënten werden gedurende gemiddeld IS maanden (SD 3) gevolgd. Tabel I geeft leeftijd, geslacht en de uiteindelijke diagnose. Een wegraking beschouwden wij als een epileptische aanval - als een ooggetuige tijdens de wegraking meer dan enkele bewegingen bij de patiënt zag en deze bewegingen als klonische herkende uit een reeks van verschillende bewegingen die door de interviewer werden voorgedaan; - als een ooggetuige een duidelijk automatisme zag, zoals kauwbewegingen of lippen aflikken; - als er geen bewegingen waren, maar de patiënt zelf een onbetwistbaar aura beschreef, zoals een rare geur. Als er geen ooggetuige was, werden de gegevens niet bij het onderzoek naar de waarde van de anamnese betrokken. De 25 patiënten voor wie dit gold werden wel bij het onderzoek naar de waarde van het aanvullend onderzoek betrokken als verwardheid of tongbeet reden waren om de diagnose 'epileptische aanval' te stellen, mits de follow-up-bevindingen geen aanleiding gaven de diagnose te veranderen. Bij I patiënt werd bijvoorbeeld de opmerking dat hij vóór de eerste wegraking een blauw licht zag aanvankelijk niet herkend als beschrijving van een aura. Bij een volgende aanval merkte hij een vreemde geur op. Later bleek dat hij een glioom had. Alle andere wegrakingen werden beschouwd als syncope of verwante aandoeningen. De resultaten van het aanvullend onderzoek werden door artsen beoordeeld die niet op' de hoogte waren van de klinische gegevens en de vermoedelijke diagnose. Bij het onderzoek naar de beoordeling van de anamnese TABEL I. Overzicht van 9 patiënten met een wegraking en de gestelde diagnosen _ patiënten totaal aantal vrouwen/mannen gemiddelde leeftijd (in j. ); (SD; uitersten) diagnosen meerdere aanvallen - gegeneraliseerde epilepsie - partiële epilepsie 'idiopathisch' glioom meningioom metastasen (melanoma ) 'oud' cerebraal infarct eenmalige aanval - in verband met alcoholgebruik hyperventilatie syndroom vasovagale collaps cardiaal veroorzaakte syncope orthostatische hypotensie vertebrobasilair TIA syncope na mietie/hoesten onverklaard gebleven TIA = 'transient ischaemie attack'. epileptische aanval 45 (38%) 7/ (9; 6-87) 23 (5 %) (49%) 4 syncope en verwante aandoeningen 74 (62%) 39/35 50 (2 ; 5-84) 2 (2 8%) 5 (2 0%) (38%) werd aan 2 huisartsen, 2 neurologen en 2 epileptologen gevraagd om één van 3 antwoorden te geven op de vraag naar de diagnose: 'epileptische aanval', 'syncope' of 'ik weet het niet'. Deze artsen kregen hiertoe de gegevens van de anamnese, het geslacht en de leeftijd van 8 patiënten; zij waren niet op de hoogte van de gegevens uit het aanvullend onderzoek of van elkaars oordeel. Berekeningen. Van de onderzoeksbevindingen die signific mt samenhingen met de uiteindelijke diagnose werden de sensitiviteit, de specificiteit en de aannemelijkheidsverhouding berekend. (De sensitiviteit is het terecht positieve percentage; hoe vaker een gegeven voorkomt bij een bepaalde diagnose, des te beter kan men de diagnose uitsluiten als het bedoelde verschijnsel niet aanwezig is. De specificiteit is het terecht negatieve percentage; hoe minder een gegeven voorkomt bij een andere diagnose, des te beter kan men de diagnose stellen als het aanwezig is.)5 Om de voorspellende waarde van een bevinding te bepalen, maakten wij gebruik van de aannemelijkheidsverhouding ('likelihood ratio'; LR).6 Dit is de kans dat een patiënt met de aandoening een bepaald gegeven toont gedeeld door de kans dat een patiënt zonder de aandoening ditzelfde gegeven toont. De verhouding kan worden gebruikt om het effect van een bevinding op de diagnostische onzekerheid omtrent de vraag of sprake is van een epileptische aanv l (E) of van syncope (niet-e), uit te rekenen door toepassing van de regel van Bayes: voorafkans op E voorafkans op niet-e achterafkans op E ---x LR = -- achterafkans op niet-e Ned Tijdschr Geneeskd 993; 37, nr
3 Het resultaat is een kansverhouding ('odds') die op eenvoudige wijze kan worden omgezet in een verwacht prevalentiepercentage. De voorafkans is de kans dat een patiënt met een wegraking een epileptische aanval heeft gehad als men verder nog niets van hem weet. Deze voorafkans is voor huisartsen, neurologen en epileptologen uiteraard verschillend. Als een patiënt met een wegraking door een huisarts gezien wordt, ligt de voorafkans op een epileptische aanval tussen de 20 en 25%.7 Voor neurologen zal deze voorafkans tussen de 25 en so% liggen en voor epileptologen rond de 75%. Wij geven een voorbeeld. Het gegeven 'tongbeet' heeft een LR van 7,3 voor de diagnose 'epileptische aanval' (dat wil zeggen dat de kans dat een patiënt met een tongbeet een epileptische aanval heeft gehad 7,3 maal zo groot is als de kans dat hij die niet heeft gehad). Als een patiënt met een wegraking een tongbeet heeft, kan het effect van dit gegeven op de diagnostische onzekerheid berekend worden bij verschillende voorafkansen op de diagnose 'epileptische aanval'. Bij een voorafkans van 25% op een epileptische aanval geldt: 25%/75% x 7,3 = 2,4 Om deze kansverhouding (de achteraf-odds) om te zetten in een percentage maken wij gebruik van de formule: achterafkans (als % ) achterafkans (als odds) I + achterafkans (als odds) Dit geeft een achterafkans op de diagnose 'epileptische aanval' van 2,4/3,4 of 7%. De negatieve LR van het gegeven 'tongbeet' is 0,6 (namelijk de kans dat bij een patiënt met een epileptische aanval de tongbeet ontbreekt, gedeeld door de kans dat deze bij een patiënt met een niet-epileptische aanval ontbreekt). Dus als de patiënt geen tongbeet heeft, geldt bij een voorafkans van 25%: 2S%/75% x 0,6 = 0,20 en dus een achterafkans van 0,20/r,20 = 7% voor de diagnose 'epileptische aanval'. Van alle aannemelijkheidsverhoudingen werd het 95% -betrouwbaarheidsinterval (BI) bepaald.8 Als dit interval,0 bevat, is het verband tussen de betreffende uitslag en de diagnose niet significant. Om de variatie tussen waarnemers te bepalen bij het derde deel van het onderzoek werd de kappa-methode gebruikt, die corrigeert voor de mate van overeenstemming die alleen al op grond van het toeval verwacht mag worden. Een kappa tussen 0,6 en 0,80 wordt als 'voldoende tot goede' overeenstemming beschouwd en een kappa tussen 0AI en 0,60 als 'redelijke' overeenstemming.9 RESULTATEN In tabel 2 zijn de gegevens uit de anamnese weergegeven. Misselijkheid of zweten voorafgaand aan de wegraking maakten een epileptische aanval als diagnose onwaarschijnlijk. Het belangrijkste gegeven om een onderscheid te maken tussen een epileptische aanval en een syncope bleek verwardheid na afloop (zie tabel 2 en de figuur). Daarbij was verwardheid volgens de ooggetuige (sensitiviteit 0,8S, specificiteit 0,83) nog iets betrouwbaarder dan verwardheid volgens de patiënt zelf (sensitiviteit O,S, specificiteit 0,9), omdat sommige patiënten meen- TABEL 2. Diagnostische waarde van gegevens uit de anamnese bij het beoordelen van patiënten met een wegraking: de achterafkans voor een epileptische aanval bij 3 voorafkansen verschijnselen LR+ (95%-BI) achteraf kans (in %) LR- (95%-BI) achterafkans (in %) bij voorafkans bij voorafkans 25% 50% 75% 25% 50% 75% voor de wegraking zweten 0, (0, 0-0, 5) ,5 (,2-,9) misselijkheid 0, (0, 0-0, 6) ,4 (.,-,6) 32 8 duizeligheid 0, 3 (0, -, 0) ,3 (,0-,5) visusdaling 0, 4 (0, 2-0, 9) ,3 (,0-,6) na de wegraking verwardheid* 5, 0 (2, 7-9, 2) ,2 (0,-0,4) 6 6 verwardheid t 5, 4 (2, 2-3, 2) ,5 (0,4-0,7) slaperigheid 2, 0 (, 4-3,) ,4 (0,2-0,7) tongbeet 7, 3 (2, 3-23, 3) ,6 (0,5-0,8) spierpijn 2,6 (, 2-5, 4) ,7 (0,5-0,9) waargenomen door de ooggetuige tijdens de wegraking schuim 4, 7 (, 9-, 5) ,6 (0, 5-0,8) gelaatskleur blauw 6, 9 (2, 3-29) ,7 (0, 5-0, 9) bleek 0, 5 (0, 3-0, 7) ,6 (,9-6,8) normaal, 9 (0, 9-4, 3) ,8 (0,7-,) door de ooggetuige geschatte duur van dè wegraking >5 min, 5 (, -2, 2) ,6 (0, 3-, 0) %-BI = 95%-betrouwbaarheidsinterval; LR+ = positieve aannemeijkheidsverhouding; LR- = negatieve aannemelijkheidsverhouding. *Verwardheid volgens de ooggetuige. tverwardheid volgens patiënt zelf. 004 Ned Tijdschr Geneeskd 993; I37, nr 20
4 TABEL 3. Diagnostische waarde van gegevens uit aanvullend onderzoek bij het beoordelen van patiënten met een wegraking: de achterafkans voor de diagnose 'epileptische aanval' of 'syncope' bij 3 voorafkansen aanvullend onderzoek met aannemelijkheidsverhouding (95%-BI) achterafkans (in %) bij voorafkans 25% waarde EEG voor de diagnose 'epileptische aanval' volkomen normaal EEG LR+ 0,4 (0,3-0,7) 2 LR- 2,7 (,7-4,2) 47 epileptiforme afwijkingen LR + 8, 0 (2,6-20,3) 73 LR - 0, 6 (0,5-0,8) 7 waarde hyperventilatietest voor de diagnose 'syncope' LR+ 3, 5 (,6-7,6) 54 LR- 0, 5 (0,4-0,7) 4 50% % ,2 0,4 0,6 0,8,0 voorafkans op een epileptische aanval Het verband tussen de voorafkans en de achterafkans op een epileptische aanval, als de patiënt volgens een ooggetuige verward (bovenste curve) of helder was (onderste curve) na afloop van de wegraking. den helder te zijn, maar dat volgens de ooggetuige beslist niet waren. Was er een tongbeet, dan was dit een sterke aanwijzing voor een epileptische aanval. Als er geen tongbeet was, betekende dit niet zoveel. Hetzelfde gold voor een blauw gelaat (zie tabel 2). Ten slotte bleek dat ooggetuigen de duur van de wegraking bij een epileptische aanval veel langer inschatten dan bij een syncope. Gegevens zoals urineverlies, trauma anders dan tongbeet, zitten of staan op het moment van de wegraking, hoofdpijn na afloop of tijdstip van het gebeuren bleken geen betekenis te hebben voor de differentiële diagnose. In tabel 3 zijn de resultaten van het aanvullend onderzoek weergegeven. Als er epileptiforme activiteit in het EEG (sensitiviteit 0,40, specificiteit 0,95) gevonden werd, was de diagnostische betekenis vergelijkbaar met die van een tongbeet. De hyperventilatieprovocatietest had alleen diagnostische waarde als meerdere symptomen door de patiënt herkend werden. Overigens bleek de waarde van deze test, uitgevoerd op de longfunctie afdeling, vergelijkbaar met die van het vragen naar aanvallen van 'benauwdheid' (zie tabel 3). Het EeG leverde slechts één keer een aanwijzing voor de diagnose op en het laboratoriumonderzoek was nooit aanleiding om de diagnose te veranderen. Ten slotte geeft tabel 4 de resultaten weer van het onderzoek naar de diagnostische". beoordeling- van de (hetero-)anamnestische gegevens uit de gestandaardiseerde anamnese door 2 huisartsen, 2 neurologen en 2 epileptologen. De kans op het stellen van de diagnose diagnostische waarde van de vraag: 'Hebt u wel eens last van benauwdheden?' voor de diagnose 'syncope' LR+ 3, (,3-7,6) LR- 0,7 (0,6-0,9) 95%-BI = 95%-betrouwbaarheidsinterval; LR+ = positieve aannemelijkheidsverhouding; LR - = negatieve aannemelijkheidsverhouding; EEG = elektro -encefalografie. 'epileptische aanval' bleek het grootst te zijn bij de eerste epileptoloog. Het gevonden verschil met de andere artsen bleek significant (x2-toets: p = 0,04). De overeenstemming met de uiteindelijke diagnose liep uiteen van 77 tot 9I% (tabel 5). BESCHOUWING Soms is de diagnose bij een wegraking, zeker als er een _ooggetuige is, meteen duidelijk. Als een ooggetuige TABEL 4. Het oordeel van huisartsen, neurologen en epileptologen bij 8 patiënten met een wegraking, ten aanzien van de diagnose 'epilepsie' of 'syncope' op basis van een schriftelijke anamnese, in vergelijking met de uiteindelijke diagnose artsen en uiteindelijke diagnose van wegraking 5 9 diagnose van wegraking weet niet epileptisch syncope Ie huisarts epileptisch syncope e huisarts epileptisch 33 syncope Ie neuroloog epileptisch syncope e neuroloog 37 epileptisch 0 34 syncope 0 37 Ie epileptoloog epileptisch 3 40 syncope e epileptoloog epileptisch 5 syncope Ned Tijdschr Geneeskd 993; 37, nr 20 5
5 TABEL 5. De mate van overeenstemming tussen huisartsen, neurologen en epileptologen ten aanzien van de diagnose 'epilepsie' of 'syncope' op basis van een schriftelijke anamnese, bij 8 patiënten met een wegraking, en de mate van overeenstemming met de uiteindelijke diagnose waargeno- verwacht kappa men (in %) (in %) overeenstemming tussen de beoordelaars onderling huisartsen ,66 neurologen ,40 epileptologen ,43 overeenstemming met uiteindelijke diagnose le huisarts ,77 2e huisarts ,68 Ie neuroloog ,80 2e neuroloog ,76 Ie epileptoloog 48 0,56 2e epileptoloog ,72 77 De kans op de diagnose 'epileptische aanval' bij een wegraking bleek het grootst als de patiënt bij een epileptoloog terechtkwam. Dit was ook al door Snoek gevonden.3 Dit heeft waarschijnlijk te maken met de grote voorafkans op deze diagnose bij deze specialist. Epileptoiogen zien immers dag in dag uit vele patiënten met veelvormige epileptische aanvallen. Toch betekent dit ook dat huisartsen patiënten met 'eenvoudige' wegrakingen en zeker met een eenmalige wegraking beter niet naar een epileptoloog kunnen verwijzen. Als wij aannemen dat de uiteindelijke diagnose correct was, was het gemiddelde percentage 'foute' diagnosen 6 (95%-BI 9-25). Dit betekent dat bij ten minste I op de 0 patiënten of bij maximaal I op de 4 de diagnose gebaseerd op anamnese, leeftijd en geslacht onjuist is. Wij hopen dan ook dat ons onderzoek ertoe bijdraagt dat de diagnose 'epileptische aanval' niet te lichtvaardig gesteld wordt. ontbreekt of als er gegevens ontbreken, wordt het stellen van een diagnose veel moeilijker. De meeste verwarring ontstaat bij hyperventilatieaanvallen.lo Als trekkingen gemeld worden door een ooggetuige, betekent dit nog niet dat' er een epileptische aanval heeft plaatsgevonden. Patiënten die flauwvallen, kunnen immers ook trekkingen tonen, maar meestal is bij hen sprake van niet meer dan enkele bewegingen.l Overigens is 'trekkingen' als omschrijving van de bewegingen natuurlijk wel een interpretatie. Een veilige manier om de aard van de bewegingen vast te stellen is om verschillende bewegingen, waaronder klonische, voor te doen en dan de ooggetuige te vragen welke deze herkent. Als de diagnose bij een wegraking niet duidelijk is, kunnen de gegevens uit ons onderzoek gebruikt worden om alsnog tot een diagnose te komen. Het belangrijkste gegeven is het al of niet verward zijn van de patiënt na afloop van het gebeuren. Het verlies van urine lijkt meer samen te hangen met de vulling van de blaas dan met het diagnostiseren van de wegraking als epileptische aanval of als syncope. Misselijkheid of zweten voorafgaand aan de wegraking maken een epileptische aanval minder waarschijnlijk. Als men aan een epileptische aanval denkt, is het zeker nuttig om een EEG te maken, zoals ook door anderen is aangetoond. 2 Gezien de lage sensitiviteit kan het EEG niet gebruikt worden om een epileptische aanval uit te sluiten. Voorts blijkt uit ons onderzoek dat geen enkel gegeven op zichzelf voldoende is om de diagnose 'epileptische aanval' of 'syncope' zeker te stellen. Men zal altijd zoveel mogelijk gegevens moeten verzamelen en ook de moed moeten hebben om de diagnose open te laten en neutraal 'wegraking e causa ignota' te noteren. De tijd zal dan leren wat er aan de hand is. Bepaalde belangrijke aanwijzingen, zoals de omstandigheden waarin een wegraking zich voordoet (in een warme winkel, in het ziekenhuis na een venapunctie et cetera), konden niet in ons onderzoek worden betrokken. Deze gegevens zijn te individueel, net zoals de manier waarop de patiënt zijn verhaal vertelt, en gaan verloren bij het verzamelen van gegevens over een hele groep. Wij danken dr.r.a.c.roos en dr.j.overweg, neurologen, M.W.Heycop ten Ham, zenuwarts, en mw.l.p.smit en dr.n.p. van Duijn, huisartsen, voor hun medewerking, drs.e.a.van der Velde, statisticus, voor statistische adviezen, en G. van der Giessen, tekenaar, voor de figuur. -ABSTRACT Syncope or seizure? A prospective study. Objective. To assess the diagnostic value of the history and of additional investigations of patients with a transient loss of consciousness, and to compare the diagnostic interpretation of the history of these patients by different physicians. Setting. Academic Hospital Leiden. Design. Prospective. Patients and methods. 9 consecutive adult patients with a transient 0ss of consciousness were interviewed. All patients had an EeG, an EEG and laboratory tests. Patients younger than 65 years of age had an additional hyperventilation test. All were followed up for 5 mqnths. 45 patients (38%) received a fin al diagnosis of seizure and 74 patients (62%) a diagnosis of syncope. The sensitivity, specificity and likelihood ratio were calculated of all significant findings. The details of the history were given to 2 general practitioners, 2 neurologists and 2 epileptologists. To compare the interrater agreement the kappa method was used. Results. With a prior probability of a seizure of 25%, the posterior probability was 94% if the patient was confused afte wards according to the eyewitness, and 6% if the patient was not confused. Epileptiform activity on the EEG gave a posterior probability of 73 %. The EEG could not exclude a seizure. The hyperventilation test was not more informative than a simple question about attacks of breathlessness. Between physicians disagreement about the diagnosis was substantial. Conclusion. If a patient is confused af ter a transient loss of consciousness a seizure is more likely than a syncope. LITERATUUR Hoefnagels W AJ, Padberg GW, Overweg J, Velde EA van der, Roos RAC. Transient loss of consciousness: the value of the history for distinguishing seizure from syncope. J Neurol 99; 238: Ned Tijdschr Geneeskd 993; 37, nr 20
6 2 Hoefnagels WAJ, Padberg GW, Overweg J, Roos RAC, Dijk JG van, Kamphuisen HAC. Syncope or seizure? The diagnostic value of the EEG and the hyperventilation test in transient loss of consciousness. J Neurol Neurosurg Psychiatry 99; 54: Hoefnagels W AJ, Padberg GW, Overweg J, Roos RAC. Syncope or seizure? A matter of opinion. Clinical Neurol Neurosurg ' 992; 94: Hoefnagels W AJ, Padberg GW AM, Roos RAC. Wegraking: toeval of niet? Het belang van de anamnese bij de differentiële diagnose van een tijdelijke bewustzijnsdaling. Ned Tijdschr Geneeskd 988; 32: 45-8, I Helm HJ van der, Hische EAH. Gevoeligheid, specificiteit en diagnostische waarde van laboratoriumonderzoekingen. Ned Tijdschr Geneeskd 979; I23: Sackett DL, Haynes RB, Tugwell P. Clinical epidemiology. A basic science for clinical medicine. Boston: Little, Brown, I Nijmeegs Universitair Huisartsen Instituut. Morbidity figures from general practice. Data from four general practices Nijmegen: Nijmeegs Universitair Huisartsen Instituut, Morris JA, Gardner MJ. Calculating confidence intervals for relative risks (odds ratios ) and standardised ratios and rates. Br Med J 988; 296: I Veldhuyzen van Zanten SJQ, Hijdra A. Onderzoek naar variatie tussen waarnemers met behulp van kappa. Ned Tijdschr Geneeskd 988; 32: I Perkin GD, Joseph R. Neurological manifestations of the hyperventilation syndrome. J R Soc Med 986; 79: Lin JTY, Ziegier DK, Lai CW, Bayer W. Convulsive syncope in blood donors. Ann Neurol I982; rr: Donselaar CA van, Geerts AT, Schimsheimer RJ. Idiopathic first seizure in adult life: who should be treated? Br Med. J 99; 302: Snoek JW. Het denken van de neuroloog. Groningen, 989. Proefschrift. Aanvaard op 6 juni 992
FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel.
FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische
Nadere informatieFYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.
FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel. INHOUD : 1. Enige statistische begrippen omtrent studies naar diagnostische middelen. 2. Diagnostische
Nadere informatievertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp
vertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp disclaimer geen duizeligheidsexpert geen belangenverstrengeling oorzaken duizeligheid vestibulair centraal cardiovasculair intoxicatie metabool BPPD neuritis
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor
Nadere informatieNASCHOLING EPILEPSIE INHOUD AANVALLEN HERKENNEN, REGISTREREN,TIPS EN TRUCS
Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION NASCHOLING EPILEPSIE AANVALLEN HERKENNEN, REGISTREREN,TIPS EN TRUCS OBSERVATIE VAN AANVALLEN BIJ VOLWASSENEN Inge Frumau verpleegkundig specialist SEPION
Nadere informatieLes cinq mots (5W) Meetinstrument Les cinq mots Afkorting. Beoordeling van de cognitieve functies
Les cinq mots (5W) Dubois, B., Touchon, J., Portet, F., Ousset, P. J., Vellas, B., and Michel, B. 9-11- (2002) "["The 5 Words": a Simple and Sensitive Test for the Diagnosis of Alzheimer's Disease]." Meetinstrument
Nadere informatieDE WEGRAKING en alles wat daar op lijkt
DE WEGRAKING en alles wat daar op lijkt Bea Martens en Inge Frumau Verpleegkundig specialisten Epilepsiecentrum Kempenhaeghe Heeze en Stichting Epilepsie Instellingen Nederland Juni 2013 Inhoud Wederzijds
Nadere informatieDE WEGRAKING en alles wat daar op lijkt
Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION DE WEGRAKING en alles wat daar op lijkt Bea Martens en Ruby Soekhoe Verpleegkundig specialisten Epilepsiecentrum Kempenhaeghe Juni 2014 Inhoud Wederzijds
Nadere informatieDOELGROEP De WSD werd gevalideerd bij patiënten met een beroerte (Westergren et al. 1999).
WESTERGREN S SCREENING FOR DYSPHAGIA (WSD) Westergren, A., Hallberg, I.R., & Ohlsson, O. (1999). Nursing assessment of Dysphagia among patients with stroke. Scandinavian journal of Caring Sciences, 13,
Nadere informatieMental Alternation Test (MAT)
Mental Alternation Test (MAT) Jones, B. N., Teng, E. L., Folstein, M. F., and Harrison, K. S. (1993). "A New Bedside Test of Cognition for Patients With HIV Infection." Meetinstrument Mental Alternation
Nadere informatieTriage Risk Screening Tool (TRST)
Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van
Nadere informatieLokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen
Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen DEFINITIE Epilepsie is een ziekte van de hersenen waarbij er sprake is van twee nietgeprovoceerde epileptische aanvallen
Nadere informatieGebruikte termen voor voorbijgaande bewusteloosheid op de Eerste Hulp; een inventarisatie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2005;149:1625-30
Gebruikte termen voor voorbijgaande bewusteloosheid op de Eerste Hulp; een inventarisatie Roland D.Thijs, 1 Eveliene Granneman, 1 Wouter Wieling, 2 J.Gert van Dijk 1 Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
Nadere informatieIdentification of senior at risk (ISAR)
Identification of senior at risk (ISAR) McCusker, J., Bellavance, F., Cardin, S., Trepanier, S., Verdon, J., and Ardman, O. (1999) "Detection of Older People at Increased Risk of Adverse Health Outcomes
Nadere informatieReflexsyncope. Wat is het en hoe stel je de diagnose? Dr. Joost H.W. Rutten internist-vasculair geneeskundige Radboudumc. NVHVV Dinsdag 20 maart 2018
Reflexsyncope Wat is het en hoe stel je de diagnose? Dr. Joost H.W. Rutten internist-vasculair geneeskundige Radboudumc NVHVV Dinsdag 20 maart 2018 Spraakverwarring Collaps Insult Wegraking Flauwvallen
Nadere informatieCamus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002).
Mini Motor Test (MMT) Camus, A., Mourey, F., d'athis, P., Blanchon, A., Martin-Hunyadi, C., De Rekeneire, N., Mischis-Troussard, C., and Pfitzemeyer, P. (2002). Meetinstrument Afkorting Auteurs Onderwerp
Nadere informatiePatient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)
Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported
Nadere informatieOverzicht. Help! Statistiek! Stelling van Bayes. Hoe goed is leverscan ( test T ) voor het diagnostiseren van leverpathologie ( ziekte Z )?
Help! Statistiek! Overzicht Doel: Informeren over statistiek in klinisch onderzoek. Tijd: Doorlopende serie laagdrempelige lezingen, voor iedereen vrij toegankelijk. Derde woensdag in de maand, 12-13 uur
Nadere informatieFerrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,
SESSING SCALE Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, 37-40. Meetinstrument Sessing scale Afkorting - Auteur
Nadere informatieThe Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."
Système de mesure de l autonomie fonctionnelle (SMAF) Hébert R. (1988) The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."
Nadere informatieDIAGNOSTIEK. Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum
DIAGNOSTIEK Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum Test Evaluatie Meer aandacht voor de evaluatie van testen Snelle groei
Nadere informatieDeze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.
Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.
Nadere informatieAanvallen bij kinderen
Aanvallen bij kinderen Nicolien Brandenbarg ANIOS Kindergeneeskunde Freek van den Heuvel Kindercardioloog Inhoud Wegrakingen bij kinderen & oorzaken Benadering en anamnestische clues Differentiatie tussen
Nadere informatieZimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie
DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal
Nadere informatieSyncope-polikliniek. Neurologie Catharina Ziekenhuis
Syncope-polikliniek Neurologie Catharina Ziekenhuis Waarom syncope-poli? Vergeten categorie patiënten Veel voorkomend probleem Rijgeschiktheid Landelijk, internationaal 2 Hoe is de syncope-poli georganiseerd
Nadere informatieSamenwerken met patiënten, families en artsen om steun te bieden en informatie te verstrekken over syncope en Reflex Anoxic Seizures
Samenwerken met patiënten, families en artsen om steun te bieden en informatie te verstrekken over syncope en Reflex Anoxic Seizures Hebt u soms zonder aantoonbarereden last van De controlelijst voor onverklaarbaar
Nadere informatieMorse, J. M. (1986). Computerized evaluation of a scale to identify the fall-prone patient. Can J Public Health, 77 Suppl 1,
MORSE FALL SCALE (MFS) Morse, J. M. (1986). Computerized evaluation of a scale to identify the fall-prone patient. Can J Public Health, 77 Suppl 1, 21-25.. Meetinstrument Afkorting Morse fall scale MFS
Nadere informatie"Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen."
Seven Minute Screen (7MS) Solomon, P. R. and Pendlebury, W. W. (1998) "Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen." Meetinstrument Afkorting Auteur Onderwerp Doelstelling Populatie Gebruikers
Nadere informatieSpitzer quality of life index
Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use
Nadere informatieGeautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc
Geautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc Jorrit Harms OSV: Dr. Kees van Boven Inhoud Achtergrond
Nadere informatieDe Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
Nadere informatieHet nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene
INFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL (IBFAT) Matthews M.K. (1988) Developing an instrument to assess infant breastfeeding behavior in early neonatal period. Midwifery, 4, 154-165. Meetinstrument Afkorting
Nadere informatieIs het wel een wegraking?
Is het wel een wegraking? Criteria Voorbeelden Kennelijk bewusteloos? - Valneiging + abnormale motoriek - Niet responsief - Amnesie Ja Nee Val+ intact bewustzijn Veranderd bewustzijn zonder val TIA, beroerte
Nadere informatieAuteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie
MAJOR DEPRESSION INVENTORY (MDI) Bech, P., Rasmussen, N.A., Olsen, R., Noerholm, V., & Abildgaard, W. (2001). The sensitivity and specificity of the Major Depression Inventory, using the Present State
Nadere informatieSummary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae
Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 9 SAMENVATTING Hoofdstuk 1 bevat een korte inleiding over het diagnostische proces en er worden twee van de meest gebruikte diagnostische beeldvormende
Nadere informatieHet Neurologie Formularium
Het Neurologie Formularium Het Neurologie Formularium een praktische leidraad Onder redactie van Prof. Dr. P.J.E. Bindels Prof. Dr. M. Vermeulen Met medewerking van Dr. N. van Alfen, Dr. D. van de Beek,
Nadere informatieHuizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008)
The Diabetes Numeracy Test (DNT) Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008) Development and validation
Nadere informatieEen verkeerde diagnose met vreselijke gevolgen. Marc Engelen (Kinder)neuroloog AMC
Een verkeerde diagnose met vreselijke gevolgen Marc Engelen (Kinder)neuroloog AMC Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen Opbouw van de presentatie 1. Feitelijke beschrijving
Nadere informatieDelirium Symptom Interview (DSI)
Delirium Symptom Interview (DSI) Albert MS, Levkoff SE, Reilly C, Liptzin B, Pilgrim D, Cleary PD, et al. The delirium symptom interview: an interview for the detection of delirium symptoms in hospitalized
Nadere informatieDevelopment of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001
Diabete Problem Solving Measure for Adolescents (DPSMA) Cook S, Alkens JE, Berry CA, McNabb WL (2001) Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001
Nadere informatieJensen D., Wallace S., Kelsay P. (1994). LATCH: a breastfeeding charting system and documentation tool. JOGGN, 23,
LATCH ASSESSMENT TOOL Jensen D., Wallace S., Kelsay P. (1994). LATCH: a breastfeeding charting system and documentation tool. JOGGN, 23, 27-32. Meetinstrument Afkorting LATCH Assessment Tool LATCH Auteur(s)
Nadere informatieDe oudere patiënt met comorbiditeit
De oudere patiënt met comorbiditeit Dr. Arend Mosterd cardioloog Meander Medisch Centrum, Amersfoort Dr. Irène Oudejans klinisch geriater Elkerliek ziekenhuis, Helmond Hartfalen Prevalentie 85 plussers
Nadere informatieWanneer is het epilepsie?
Wanneer is het epilepsie? Vascular rounds 2018 Syncope: een multidisciplinaire aanpak Mariëlle Vlooswijk Disclosure potential conflicts of interest Geen (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst
Nadere informatieINVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren
De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieRode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Epilepsie. rkz.nl
Patiënteninformatie Epilepsie rkz.nl Wat is het en waar heb je last van? Epilepsie is een hersenaandoening die het gevolg is van een plotselinge, tijdelijke verstoring van het elektrisch evenwicht in de
Nadere informatieSummary Samenvatting. Chapter 9
Summary Samenvatting Chapter 9 Chapter 9 Summary In this thesis we describe the clinical spectrum of Enterovirus (EV) and Human Parechovirus (HPeV) infection in children, with the focus on clinical symptoms,
Nadere informatieVerdiepingsmodule. Medische besliskunde 1: De patiënt met een dikke enkel. Medische besliskunde 1: De patiënt met een dikke enkel. 1.
Medische besliskunde 1: De patiënt met een dikke enkel 1. Toelichting Hoe groot is de kans dat een patiënt met enkelletsel een fractuur heeft? In deze module maken de deelnemers rekensommen met fictieve
Nadere informatieDOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.
BREASTFEEDING PERSONAL EFFICACY BELIEFS INVENTORY (BPEBI) Cleveland A.P., McCrone S. (2005) Development of the Breastfeeding Personal Efficacy Beliefs Inventory: A measure of women s confidence about breastfeeding.
Nadere informatieUniversity of Groningen
University of Groningen De ontwikkeling van prikkelverwerking bij mensen met een Autisme Spectrum Stoornis en de invloed van hulp en begeleiding gedurende het leven. Fortuin, Marret; Landsman-Dijkstra,
Nadere informatieGeriatrie. Patiënteninformatie. Flauwvallen (syncope) Slingeland Ziekenhuis
Geriatrie Flauwvallen (syncope) i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Syncope (uitgesproken: sin-co-péé) is de medische term voor flauwvallen: een aanval waarbij u kort het bewustzijn verliest.
Nadere informatieQuestionnaire for patients with HIV
Questionnaire for patients with HIV Name QUOTE-HIV Language Dutch Number of items 27 Developed by Academic Medical Centre. University of Amsterdam, NIVEL Year 1998 Corresponding literature Hekkink CF,
Nadere informatieMahoney en Barthel Functionele beoordeling Beoordeling van de dagdagelijkse activiteiten Chronisch zieke patiënten, ouderen
The Barthel Index (BI) Mahoney, F. I. and Barthel, D. W. (1965) "Functional Evaluation: The Barthel Index." Meetinstrument Afkorting Auteurs Onderwerp Doelstelling Populatie Gebruikers Aantal items Deelname
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieThe Mini-Cog : a cognitive vital signs measure for dementia screening in multilingual
Mini-COG Borson S, Scanlan J, Brush M, et al. (2000) The Mini-Cog : a cognitive vital signs measure for dementia screening in multilingual elderly. Meetinstrument Afkorting Auteur Onderwerp Doelstelling
Nadere informatieErfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing
Erfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing Exoomsequencing is een nieuwe techniek voor erfelijkheidsonderzoek. In deze folder vindt u informatie over dit onderzoek. De volgende onderwerpen komen aan bod:
Nadere informatieRepeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS)
Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS) Randolph C. (1998) Randolph, C., Tierney, M. C., Mohr, E., and Chase, T. N. 1998. "The Repeatable Battery for the Assessment of
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting
SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten
Nadere informatieDIAGNOSTIEK. Shandra Bipat, klinisch epidemioloog Afd. Radiologie Academisch Medisch Centrum
DIAGNOSTIEK Shandra Bipat, klinisch epidemioloog Afd. Radiologie Academisch Medisch Centrum Test Evaluatie Meer aandacht voor de evaluatie van testen Snelle groei in aantal (kostbare) testen EBM: aantonen
Nadere informatieCHAPTER 8. Samenvatting
CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien
Nadere informatieConfusion State Evaluation (CSE)
Confusion State Evaluation (CSE) Robertsson B, Karlsson I, Styrud E, Gottfries CG. (1997) Confusional State Evaluation (CSE): an instrument for measuring severity of delirium in the elderly. Meetinstrument
Nadere informatieEen hersentumor. En nu?
Een hersentumor. En nu? Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Aanvullend onderzoek en waarschijnlijke diagnose... 2 3 Wachttijd tot opname UMCG... 3 4 Klachten, die meteen behandeld (moeten) worden... 3 5 Tot
Nadere informatieHoofdstuk 1: introductie van het proefschrift
Samenvatting 114 Samenvatting Samenvatting 115 Hoofdstuk 1: introductie van het proefschrift Dit proefschrift beschrijft een aantal studies over patiënten die met maagklachten de huisarts bezoeken. Van
Nadere informatieDysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly
DYSPHAGIA RISK ASSESSMENT FOR THE COMMUNITY-DWELLING ELDERLY (DRACE) Miura, H., Kariyasu, M., Yamasaki, K., & Arai, Y. (2007). Evaluation of chewing and swallowing disorders among frail community-dwelling
Nadere informatieHartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken
1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:
Nadere informatieRelatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën
Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual
Nadere informatieKennis toepassen, en beslissingen nemen. Hoe denkt de arts? 2. Wat doet de arts? Hoe wordt kennis toegepast? Wat is differentiaal diagnose?
Hoe denkt de arts? 2 Kennis toepassen, en beslissingen nemen Dr. Peter Moorman Medische Informatica ErasmusMC 1 Hoe weet je of een ziektebeeld waarschijnlijk is? de differentiaal diagnose Hoe wordt een
Nadere informatieQuestion-Driven Sentence Fusion is a Well-Defined Task. But the Real Issue is: Does it matter?
Question-Driven Sentence Fusion is a Well-Defined Task. But the Real Issue is: Does it matter? Emiel Krahmer, Erwin Marsi & Paul van Pelt Site visit, Tilburg, November 8, 2007 Plan 1. Introduction: A short
Nadere informatieMentaal Weerbaar Blauw
Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.
Nadere informatieCHAPTER. Samenvatting
CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts
Nadere informatiePsychogene niet-epileptische aanvallen
Psychogene niet-epileptische aanvallen Diagnose en advies Psychogene niet-epileptische aanvallen Diagnose en advies Sommige mensen hebben aanvallen die sterk op epileptische aanvallen kunnen lijken, maar
Nadere informatieThe diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S. Link to publication Citation for published version (APA): Gibson, N. S.
Nadere informatiePatiënteninformatie. AanvalsPoli voor Kinderen. AanvalsPoli voor Kinderen Aanvallenpoli Kinderen hj.indd 1
Patiënteninformatie AanvalsPoli voor Kinderen AanvalsPoli voor Kinderen 1465340 Aanvallenpoli Kinderen hj.indd 1 1 05-12-12 09:05 AanvalsPoli voor Kinderen Polikliniek Kindergeneeskunde, route 2.2 Tel.
Nadere informatieInhoud. Data. Analyse van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox
van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox Bram Ramaekers Bianca de Greef KEMTA Masterclass Inhoud Data Kaplan-Meier curve Hazard rate Log-rank test Hazard ratio Cox regressie
Nadere informatieThe Geriatric depression Scale
The Geriatric Depression Scale (GDS-15) Yesavage, J. A., Brink, T. L., Rose, T. L., Lum, O., Huang, V., Adey, M., and Leirer, V. O. (1982). "Development and Validation of a Geriatric Depression Screening
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatieHersentumoren en rijbewijs. Naam: prof. dr. Jan J.Heimans Functie: Neuroloog VU medisch centrum
Hersentumoren en rijbewijs Naam: prof. dr. Jan J.Heimans Functie: Neuroloog VU medisch centrum Gezondheidsproblemen kunnen de rijvaardigheid beïnvloeden. Hiervoor zijn twee redenen: 1. Het vermogen om
Nadere informatieSamenvatting. Een complex beeld
Samenvatting Een complex beeld Vroeg herkende lymeziekte na een tekenbeet is goed te behandelen met antibiotica. Het beeld wordt echter complexer als de symptomen minder duidelijk zijn of als de patiënt
Nadere informatieLinkedIn Profiles and personality
LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieKinderneurologie.eu. Syncope.
Syncope Wat is een syncope? Een syncope is een aanval waarbij kinderen of volwassenen kortdurend bewusteloos zijn en slap worden in hun spieren als gevolg van een te lage bloeddruk en/of een te lage hartslag
Nadere informatieHoe ontstaat hyperventilatie?
Hyperventilatie Wat is hyperventilatie? Ademhalen is een handeling die ieder mens verricht zonder er bij na te denken. Het gaat vanzelf en volkomen onbewust. Ademhaling is de basis van onze gezondheid.
Nadere informatieDe Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior
De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:
Nadere informatieSt. Thomas's Risk Assessment Tool In Falling Elderly Inpatients
St. Thomas's Risk Assessment Tool In Falling Elderly Inpatients (STRATIFY) Oliver, D., Britton, M., Seed, P., Martin, F. C., and Hopper, A. H. (1997) "Development and Evaluation of Evidence Based Risk
Nadere informatieLicht Traumatisch. adviezen na een hernia-operatie. Hoofd-/Hersenletsel. (LTH, hersenschudding) Spoedeisende Hulp (SEH) ZorgSaam
Licht Traumatisch adviezen na een hernia-operatie Hoofd-/Hersenletsel (LTH, hersenschudding) Spoedeisende Hulp (SEH) ZorgSaam 1 2 Licht Traumatisch Hoofd-/Hersenletsel (Lth) U heeft een Licht Traumatisch
Nadere informatieVerklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of
Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:
Nadere informatiePlotseling voorbijgaand geheugenverlies
NEUROLOGIE Plotseling voorbijgaand geheugenverlies Transient Global Amnesia Inleiding U bent in het ziekenhuis bij de neuroloog geweest. De neuroloog heeft met u besproken dat u plotseling geheugenverlies
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieInhoud. predictie predictie afasie predictiemodel ontwikkeling predictiemodel afasie predictiemodel afasie conclusies aanbeveling
VOORSPELLEN VAN VERBAAL COMMUNICATIEVE VAARDIGHEID VAN AFASIEPATIËNTEN NA KLINISCHE REVALIDATIE AfasieNet Netwerkdag 31.10.2014 Marieke Blom-Smink Inhoud predictie predictie afasie predictiemodel ontwikkeling
Nadere informatieWisselend reageren, inadequaat Voorkeursstand ogen en hoofd naar rechts Verkramping linkerarm
Neurologische valkuilen 9 oktober 2014 Elly Pouwels Neuroloog Informatie bekend bij neuroloog via Man uit 1948, blanco huisarts Aanmelding als trombolyse Sinds 30 min ogen naar rechts, in de war/ afasie
Nadere informatieGlobaal gezien zijn er twee vormen van epilepsie; primaire en secundaire epilepsie:
Epilepsie bij honden Epilepsie bij de hond is een redelijk vaak voorkomend neurologisch probleem bij de hond. De aandoening gaat gepaard met min of meer heftige epileptiforme aanvallen. Deze aanvallen
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 5
Samenvatting Patiënten met een vernauwing of afsluiting van de voorste halsslagader lopen een verhoogd risico op het krijgen van een herseninfarct, ook wel cerebrale ischemische beroerte genoemd. Hierdoor
Nadere informatieModified Mini Mental State Examination (3MS)
Modified Mini Mental State Examination (3MS) Teng E.L. and Chui, H.C., (1987). The Modified Mini-Mental State Examination (3MS) Meetinstrument Modified Mini Mental State Examination Afkorting 3MS Auteurs
Nadere informatieInformatiebrochure voor patiënten/verzorgers
JOUW HANDLEIDING VOOR ABILIFY (ARIPIPRAZOL) Informatiebrochure voor patiënten/verzorgers Datum van herziening: oktober 2013 2013-08/LuNL/1731 Inleiding Jouw dokter heeft bij jou de diagnose bipolaire I
Nadere informatie2/13/2012. Incentives in the Diagnosis Treatment Combination payment system for specialist medical care
Incentives in the Diagnosis Treatment Combination payment system for specialist medical care A study about behavioral responses of medical specialists and hospitals in the Netherlands 1. DBC 2. Onderzoeksvragen
Nadere informatieCOGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS
COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking
Nadere informatieDiagnostiek van DVT en LE bij ouderen. Fred Haas
Diagnostiek van DVT en LE bij ouderen Fred Haas 28-06-2012 1 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 Vereenvoudigd stolschema 2 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 3 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 4 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 Vereenvoudigd
Nadere informatieHill P.D., Humenick S.S. (1996). Development of the H&H Lactation Scale. Nursing Research, 45(3), 136-140.
H & H LACTATION SCALE (HHLS) Hill P.D., Humenick S.S. (1996). Development of the H&H Lactation Scale. Nursing Research, 45(3), 136-140. Meetinstrument H&H Lactation Scale Afkorting HHLS Auteur(s) Hill
Nadere informatieInformatiebrief deelnemers MIND-TIA: De waarde van een bloedtest bij verdenking op een TIA
Informatiebrief deelnemers MIND-TIA: De waarde van een bloedtest bij verdenking op een TIA Julius Centrum UMC Utrecht Geachte heer/mevrouw, Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan een medisch-wetenschappelijk
Nadere informatieSam envatting en conclusies T E N
Sam envatting en conclusies T E N Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Sinds de zeventigerjaren van de vorige eeuw zijn families beschreven met dominant overervende herseninfarcten,dementie
Nadere informatie