Wie gaat dat betalen? LESPROGRAMMA: Klas 1 en 2 VMBO / MBO. Ontdek de waarde van Nederland. Belasting & Douane Museum

Transcriptie

1 Ontdek de waarde van Nederland Belasting & Douane Museum LESPROGRAMMA: Wie gaat dat betalen? Klas 1 en 2 VMBO / MBO Bestemd voor leraren Klas 1 en 2 VMBO / MBO

2 Wie gaat dat betalen? Geschikt voor klassen 1 en 2 van het VMBO / MBO Minimaal aantal deelnemers; 8 Maximaal aantal deelnemers; 30 Lesduur: 120 minuten Lesvoorbereiding: 1 maximaal / Klaarleggen opdrachten en materialen in Educatie Lokaal Te boeken van dinsdag tot en met vrijdag tussen en uur Centraal thema: Waarom betalen we belasting? Subthema: Waar gaat al dat belastinggeld naartoe? Museale leerdoelen: 1. Kennismaken met het museum als een plek waar je van alles kunt beleven 2. Kennismaken met het museum als een plek waar je dingen kunt onderzoeken 3. Kennismaken met het museum als een plek waar interessante objecten worden bewaard en tentoongesteld Leerdoelen: 1. De leerling kan minimaal twee taken van de huidige Nederlandse Belastingdienst noemen 2. De leerling kan minimaal twee voorbeelden noemen van zaken waar je tegenwoordig belasting over moet betalen 3. De leerling kan minimaal twee voorbeelden noemen van zaken waar je vroeger belasting over moest betalen 4. De leerling kan minimaal twee voorbeelden noemen van zaken die tegenwoordig met belastinggeld gefinancierd worden 5. De leerling kan minimaal twee voorbeelden noemen van zaken die vroeger met belastinggeld gefinancierd werden 6. De leerling kan twee mijlpalen in de Nederlandse Belastinggeschiedenis benoemen en toelichten 7. De leerling kan een budget verdelen en onderbouwen waarom hij / zij het op die wijze verdeelt 8. De leerling kan met andere leerlingen samenwerken en toont dit bij het verzamelen en verwerken van informatie

3 Les verloop: Duur Omschrijving Wie Opmerkingen Ontvangst groep, begeleiding naar de educatieve ruimte op de derde verdieping. Jassen ophangen, plaats nemen Introductie / Kennismaking Bespreken huisregels Zie Huisregels Educatieve Programma s Uitleg programma Zie Programma wie gaat dat betalen? 20 minuten Klassikale les Met behulp van PowerPoint Presentatie Wie gaat dat betalen? Uitleg leskaart Zie 5x Wie gaat dat betalen? Indelen groepen / uitdelen leskaarten Zie 5x Wie gaat dat betalen? Een groep bestaat uit minimaal 1 en maximaal 6 leerlingen. Idealiter zijn er vier leerlingen met één kaart aan het werk. 20 minuten Uitvoeren opdrachten in groepen Zelfstandig in groepsverband Museumdocent en groepsbegeleiders zorgen in de buurt te zijn, en zorgen ook dat na 20 minuten de groepen zich weer in het educatielokaal melden 30 minuten Uitwerken opdrachten 5 en 6 Zelfstandig in groepsverband Zie Wie gaat dat betalen? 1 maximaal 3 min per groep Presentatie / Bespreking opdrachten Zelfstandig in groepsverband Zie Wie gaat dat betalen en Antwoordkaart Wie gaat dat betalen 10 minuten Afscheid / Begeleiden groep naar uitgang of Douane Doe Ruimte, afhankelijk van tijd en afspraken met de groepsbegeleiders. Zie Evaluatie Lesprogramma Belasting en Douane Museum Rotterdam

4 PROGRAMMA: Wie gaat dat betalen? Ontvangst en introductielessen in Educatie Lokaal Uitleg van leskaart (Leskaart Wie Gaat Dat Betalen?) In delen groepen (maximaal 6 leerlingen per groep) Uitdelen leskaarten (er zijn 5 kaarten aanwezig) Opdrachten uit voeren in groepjes in Museum en Educatie Lokaal Bespreken / Presenteren opdrachten in Educatie Lokaal

5 Inhoud Les- en Antwoordkaart Wie gaat dat betalen? De groep wordt onderverdeeld in groepjes van minimaal 1 en maximaal 6 leerlingen. Idealiter bestaat een groep echter uit 4 leerlingen. Elke groep krijgt één leskaart. Er zijn vijf leskaarten beschikbaar. Op een leskaart staan zes opdrachten. Elke kaart bevat dezelfde zes opdrachten, maar in een andere volgorde. Dit om te voorkomen dat er meer dan 1 groep tegelijkertijd bij een onderdeel / opdracht zijn. Elke opdracht op de museum vloer duurt maximaal 10 minuten. (1 tot en met 4) De opdrachten in het Educatie Lokaal duren respectievelijk 20 en 10 minuten De (Museum)Docent houdt de tijd in de gaten en zorgt dat de groepen tijdig doorstromen. Er is rekening gehouden met maximaal 2 minuten wisseltijd tussen de verschillende opdrachten. Inhoud van de opdrachten Opdracht 1 Taken van de Belastingdienst Voorwerpen zoeken op museumvloer In de PowerPoint Presentatie in het Educatie Lokaal zijn de vijf kerntaken van de Belastingdienst besproken, mét voorbeelden. De leerlingen moeten twee van deze kerntaken kiezen (en zich herinneren) en daar twee museumstukken bij zoeken. Ze moeten op hun leskaart de kerntaak invullen, het bijbehorende voorwerp beschrijven (eventueel met overname museumtekst) en vervolgens in minimaal 30 woorden per voorwerp motiveren waarom ze dit voorwerp gekozen hebben. Voor elk juist uitgevoerd onderdeel kan een punt behaald worden. Een totaal van 6 punten dus. Opdracht 2 Waarover wordt belasting geheven? Vroeger en nu Voorwerpen zoeken op museumvloer In de PowerPoint Presentatie in het Educatie Lokaal is besproken over welke zaken vroeger en nu belasting worden geheven, mét voorbeelden. De leerlingen moeten twee museumstukken zoeken die te maken hebben met het heffen van belasting. Een voorwerp dat te maken heeft met vroeger (langer dan 50 jaar geleden) en eentje met nu (korter dan 50 jaar geleden). Ze moeten op hun leskaart het voorwerp beschrijven (eventueel met overname museumtekst) aangeven of het hier over vroeger of nu gaat en vervolgens in minimaal 30 woorden per voorwerp motiveren waarom ze dit voorwerp gekozen hebben. Voor elk juist uitgevoerd onderdeel kan een punt behaald worden. Een totaal van 6 punten dus. Opdracht 3 Waar gaat dat geld naar toe? Vroeger en nu. Belastingplafond Hier is begeleiding door een gewenst. Indien de werkgroepjes uit meer dan 4 leerlingen bestaan(maximaal zes) duurt deze opdracht iets langer omdat leerlingen in twee groepen onder het plafond gaan. De leerlingen nemen plaats onder het belastingplafond en bekijken het complete filmpje. Vervolgens krijgt de groep een minuut (door de (Museum)Docent getimed met stopwatch) om zoveel mogelijk zaken op te schrijven waar tegenwoordig belasting geld naar toe gaat. Na die minuut krijgt de groep nog een minuut (door de

6 (Museum)Docent getimed met stopwatch)om cirkels te zetten om zaken waar vroeger óók belastinggeld naartoe ging. Voor elke correcte opgeschreven zaak m.b.t. belastingheffing tegenwoordig kan de groep 1 punt ontvangen. Voor elke correcte omcirkelde zaak krijgt de groep ook 1 punt. Er is geen maximum aan te behalen punten voor deze opdracht bepaald. Bij deze opdracht horen: 1 stopwatch Vervolgens krijgt de groep vijf minuten (door de (Museum)Docent getimed met stopwatch) om zoveel in hun eigen woorden op te schrijven wat ze gezien hebben, en waarom dit een mijlpaal in de Belasting geschiedenis was. Voor elke correcte opgeschreven zaak m.b.t. de Tiende Penning kan de groep 1 punt ontvangen. Er is geen maximum aan te behalen punten voor deze opdracht bepaald. Bij deze opdracht horen: 1 stopwatch Opdracht 4 Mijlpalen in Belasting geschiedenis Het Tiende Penning Theater Hier is begeleiding door een gewenst. De leerlingen nemen plaats in het Tiende Penning Theater en bekijken de complete presentatie. Inhoud van de opdrachten in het Educatie Lokaal Opdracht 5 Samenwerken en budget verdelen Schatkist verdelen en onderbouwen Elke groep krijgt in het Educatie Lokaal een pakket Huishoudboekje Van Nederland. Er zijn, net als bij de leskaarten maximaal vijf pakketten te verkrijgen. In een pakket zit het volgende: Kaart met uitleg Huishoudboekje Van Nederland / Miljoenennota Pen Opdracht 6 Presentatie Presenteren verdeling schatkist aan andere groepen. Onderbouwing keuzes is belangrijk! De groep krijgt 10 minuten de tijd om een presentatie voor te bereiden over de resultaten uit opdracht 4. Ze moeten aan de groep vertellen welke begrotingsdoelen van hen een gouden ster hebben gekregen en waarom. De presentatie mag maximaal 3 minuten duren. De leerlingen verdelen het geld uit de schatkist over de verschillende begrotingsdoelen. Het eindresultaat moet een verdeling zijn waar de hele groep zich in kan vinden. De vijf gouden sterren worden toegekend aan vijf begrotingsdoelen die de groep heel erg belangrijk vindt. Deze vijf keuzes moeten ze kunnen onderbouwen.