De Trampoline De Haar 200, Leidschendam

Transcriptie

1 Tekst lezen Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. 1. Waarom is het fijn dat de Hanzelijn klaar is? 2. Wat betekent het woord officieel (regel 5)? Heb je dit uit de tekst afgeleid? 3. Wat betekent in miniatuur (regel 15)? Welk bekend woord zie je in dit woord? 4. Hoe zou het zijn om in een trein over een nieuwe spoorlijn te rijden? Wat zou je kunnen zien als je naar buiten kijkt? Hoe zou het voelen als je in de tunnel onder het Drontermeer rijdt? En wat kun je zien als je over de nieuwe brug over de IJssel bij Zwolle rijdt? Een mindmap maken Je gaat bij opdracht 3 de tekst samenvatten. Als je een tekst gaat samenvatten is het handig om er een schema van te maken. Bij de tekst over de Hanzelijn ga je een mindmap maken. 1. Lees de uitleg op de volgende bladzijde. pagina 1 van 5 pagina 1 van 5

2 Een mindmap is een soort woordenweb met tekeningen en kleuren. Een mindmap geeft je overzicht over de tekst. Zo maak je een mindmap: Gebruik een leeg blaadje. Schrijf het onderwerp van de tekst in het midden. Zet de deelonderwerpen rondom het onderwerp. Zet hier een dikke lijn onder. Zet daarna bij deze deelonderwerpen de informatie die je belangrijk hierbij vindt. Zet hier dunne lijnen onder. Gebruik tekeningen om je mindmap duidelijker te maken. Gebruik verschillende kleuren. 2. Maak een mindmap. Kijk goed in de tekst welke informatie belangrijk is. Gebruik een apart blaadje voor je mindmap. pagina 2 van 5 pagina 2 van 5

3 Samenvatten 1. Lees de uitleg. Samenvatten is in het kort vertellen waar een tekst over gaat. Je vertelt in een paar zinnen wat het belangrijkste is. Je kunt meestal per stukje tekst in een of twee zinnen zeggen wat het belangrijkste is. Als je deze zinnen dan achter elkaar leest, heb je een samenvatting. Kijk goed naar het kopje van een stukje tekst. Daaraan kun je vaak zien wat het belangrijkste van dat stukje is. 2. Bekijk je mindmap van opdracht 2. Onderstreep alle belangrijke woorden die ook in de tekst staan. Gebruik dit bij het kiezen van het belangrijkste uit de tekst. De tekst Nieuwe spoorlijn geopend heeft een inleiding en vier stukjes tekst. Vat de tekst samen. Lees elk stukje en bespreek wat de belangrijkste informatie is. Kies dan het goede antwoord. Je werkt eerst met de hele klas aan vraag 3 en 4. Daarna werk je in tweetallen aan vraag 5, 6 en Lees de inleiding. Bespreek wat de belangrijkste informatie is. Kies dan A, B of C. A. Iedereen kon een gratis ritje maken in de trein. B. Koningin Beatrix heeft een nieuwe spoorlijn geopend. C mensen reisden gratis met de trein. Kijk goed naar het kopje van een stukje tekst. Daaraan kun je vaak al zien wat het belangrijkste van dat stukje is. 4. Lees het stukje onder Opening. Bespreek wat de belangrijkste informatie is. Kies dan A, B of C. A. De spoorlijn tussen Lelystad en Zwolle is nu helemaal in gebruik. B. De koningin reisde in de koninklijke trein. C. Op 30 januari ging de bouw van de nieuwe spoorlijn van start. pagina 3 van 5 pagina 3 van 5

4 Werk nu in tweetallen: 5. Lees het stukje onder Hanzelijn. Bespreek wat de belangrijkste informatie is. Kies dan A, B of C. A. Voor de Hanzelijn zijn twee nieuwe stations gebouwd. B. Door de Hanzelijn gaat de reis van Lelystad naar Zwolle sneller. C. Goederentreinen rijden ook over de Hanzelijn. In een samenvatting staan meestal geen details. 6. Lees het stukje onder Hanzelijn in het klein. Bespreek wat de belangrijkste informatie is. Kies dan A, B of C. A. De Hanzelijn is leuker in het klein in Rotterdam. B. In Rotterdam kun je in een minitrein rondrijden over de Hanzelijn. C. De Hanzelijn is in het klein nagebouwd in Miniworld in Rotterdam. 7. Lees het stukje onder Gedichtenwedstrijd. Bespreek wat de belangrijkste informatie is. Kies dan A, B of C. A. Voor leerlingen van groep 7 en 8 was er een gedichtenwedstrijd. B. Vier kinderen uit verschillende steden wonnen de gedichtenwedstrijd. C. De koningin applaudisseerde voor het voorlezen van de gedichten. Wat zie je als je naar buiten kijkt op de Hanzelijn? Kijk goed naar het plaatje in de tekst waar het traject van de Hanzelijn te zien is. Pak een atlas en zoek de plaats op waar de Hanzelijn begint. 1. Stel je voor dat je in Lelystad in de trein stapt. In welke provincie ligt Lelystad? 2. Wat zie je als je voor het station van Lelystad Centrum naar buiten kijkt? 3. Je stapt in de trein en de trein vertrekt. Wat kun je onderweg naar het volgende station zien? pagina 4 van 5 pagina 4 van 5

5 4. De trein stopt na station Lelystad Centrum op station in de provincie Station Dronten is een nieuw station. Waaraan zou je dat kunnen zien? _. 5. De trein rijdt verder naar station in de provincie Onderweg zie je een stukje voordat je in de onder het Drontermeer doorgaat. In de tunnel zie je geen of 6. De trein rijdt verder naar in de provincie. 7. Onderweg van Kampen naar Zwolle rijdt de trein een heel klein stukje door de provincie. 8. De trein rijdt over de rivier over. 9. Wat zie je als je naar buiten kijkt als de trein over de rivier de IJssel rijdt? pagina 5 van 5 pagina 5 van 5