Indeling van Nederlandse. gronden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Indeling van Nederlandse. gronden"

Transcriptie

1 Indeling van Nederlandse t gronden

2

3 Indeling van Nederlandse gronden Hoe vroeger? 3

4

5 Op de landkaarten, die de wanden van onze scholen sieren, zijn de grondsoorten elk met een kleur aangegeven. Als we naar de kaart van Nederland kijken, zien we dat de bodem van ons land grotendeels uit klei, zand en veen bestaat. Maar die kleuren vertellen ons niet alleen iets over de samenstelling van de bodem. Zij roepen ook het beeld op van het landschap. Achter de hoge duinenrij ligt het vlakke polderland van de zeeklei met de droogmakerijen. De lage veengebieden stellen we ons voor als uitgestrekte weilanden. Gordels van bouwland en boomgaarden langs de rivieren omsluiten lage kommen met kale grasvlakten. De löss doet ons denken aan het Zuidlimburgse heuvelland met boomgaarden, bouwlanden en bossen. Heel verschillend zijn onze voorstellingen van de zandgronden. Hierbij denken we zowel aan het heuvelachtige landschap van de Veluwe, het Montferland en de Hondsrug, als aan de vlakkere bouw- en graslanden van de Gelderse Vallei, de Graafschap en Salland. Een gedeelte van het zandlandschap zullen we nu wat nader bekijken. We nemen daarvoor als voorbeeld de overgang van de Gelderse Vallei naar de Veluwe. Op de grens van Gelderland en Utrecht vinden we de beide landschapsvormen van de zandgronden, die hiervóór al zijn genoemd: een heuvelrug en een lager gelegen, veel vlakker gebied. De heuvelrug (stuwwal) is in de voorlaatste ijstijd ontstaan door de opstuwende werking van het landijs. Het rivierzand is door enorme ijslobben opzij en omhoog geperst. Daardoor zijn de oorspronkelijke horizontale lagen scheef komen te staan. We richten nu onze aandacht op het lage deel, de Gelderse Vallei. Deze blijkt bij nadere beschouwing toch niet zo vlak te zijn als we bij de eerste indruk denken. Er komen veel langgerekte ruggetjes in voor, die oost-west gericht zijn. Dat zijn duinen, die tijdens de laatste ijstijd opgestoven zijn. Ze bestaan uit fijn zand, dat dekzand wordt genoemd. 5

6 Een klein deel van het ruggenlandschap uit de Gelderse Vallei is hier met een blokdiagram in beeld gebracht. Het komt overeen met een gedeelte van de oude topografische kaart op de volgende bladzijde, namelijk met het deel dat binnen het zwarte kader ligt. Het grootste hoogteverschil in dit stukje zandlandschap is ongeveer 2 meter. Op grond van de hoogteverschillen onderscheiden we twee elementen: ruggen en laagten. De grondwaterspiegel is met een blauwe lijn op de rand van het blokdiagram aangegeven. In de laagten staat het grondwater dichter bij het maaiveld dan in de ruggen. Als we van dit verschil uitgaan, kunnen we het landschap ook onderverdelen in: laagten met ondiep grondwater en ruggen met diep grondwater. Met andere woorden: er komen natte en droge gronden voor. 6

7 Bouwland met houtwallen Weide Ij!*.. <. JL.ii Hl/«- M^tll... Heide Boerderij, moestuin, wegen en bomen Beek, sloten en greppels Spoorweg Als we het blokdiagram met het bovenstaande kaartje en met andere oude topografische kaarten vergelijken, blijkt dat de laagten steeds als grasland en de ruggen altijd als bouwland zijn gebruikt. De hoge droge bouwlanden werden vroeger vruchtbaar gemaakt met mest uit de potstallen. In zo'n stal was geen grup. Het vee stond dus bovenop de mest, die geregeld met heideplaggen werd bestrooid. Het mengsel van mest en plaggen, dat veel zand bevatte, bracht men jaarlijks uit de stal op het bouwland. Hierdoor werd het land geleidelijk opgehoogd. 7

8 Op deze foto van de wand van een kuil is het resultaat van eeuwenlange ophoging te zien. Bodemkundigen noemen zo'n verticale doorsnede van de verschillende grondlagen een bodemprofiel. De bovenste, 75 cm dikke laag is ontstaan uit de potstalmest. Hiervoor is in de loop van eeuwen m 3 materiaal per hectare aangevoerd; dat is meer dan karrevrachten! Onder het donkere dek is nog een deel van de oorspronkelijke bodem zichtbaar. Deze zwarte gronden met een ophogingsdek worden wel oude bouwlandgronden genoemd. Op de ruggen liggen ook bouwlandgronden die later zijn ontgonnen. Deze zogenaamde oude ontginningen zijn dan ook minder sterk opgehoogd. Enkeerdgrond 8

9 Letten we op het bodemgebruik en de daarmee samenhangende bemestingsgewoonten, dan zien we dat het lage grasland niet of nauwelijks is opgehoogd. De oude ontginningen hebben een dun ophogingsdek. De oude bouwlanden, tenslotte, zijn sterk opgehoogd. We kunnen dus het landschap van de Gelderse Vallei ook indelen op grond van het bodemgebruik, en wel in: de sterk opgehoogde oude bouwlanden de weinig opgehoogde oude ontginningen de niet opgehoogde oude graslanden. Tot nu toe hebben we van het dekzandlandschap van de Gelderse Vallei de volgende elementen leren kennen: Landschap Kenmerkende elementen Naam van de grond op grond van hoogteverschillen onderscheiden we ruggen en laagten, daarmee hangt samen een verdeling in droge en natte gronden, het historisch bodemgebruik en de bemestingspraktijk geven een scheiding in oude bouwlanden, oude ontginningen en oude graslanden. Als we nu deze elementen samenvoegen zoals in de tabel is gebeurd, ontstaat een indeling (zie de laatste kolom) die we zonder meer kunnen gebruiken als legenda voor een bodemkaart. Deze indeling heeft een sterk landschappelijk karakter, zoals ook uit de namen blijkt. droge oude bouwlandgrond Dekzandlandschap ruggen laagten droog, oud bouwland, veel ophoging droog, oude ontginning, weinig ophoging nat, oud grasland, geen ophoging droge oude ontginningsgrond natte oude graslandgrond 9

10 De volgende en laatste stap is, dat we met de legenda uit de tabel de verbreiding van de gronden in kaart gaan brengen. We gebruiken daarvoor weer het ons zo langzamerhand vertrouwd geworden deel van de Gelderse Vallei. In de figuur hierboven is het resultaat ruimtelijk weergegeven. De bodemkaart (rechts) geeft een beeld van hetzelfde terrein in het platte vlak. Er is enig voorstellingsvermogen voor nodig, om uit kaart en legenda het beeld op te roepen, dat met de blokdiagrammen stap voor stap is opgebouwd. 10

11

12 De Stichting voor Bodemkartering werkt sinds enkele jaren aan een bodemkaart van Nederland op schaal 1 : In de eerstkomende twintig jaren zullen elk jaar enkele bladen van die kaart verschijnen. Met deze omvangrijke kartering kon pas een begin gemaakt worden, nadat een voor alle kaartbladen geldende legenda was vastgesteld. Nu had men uit de verschillende lokale indelingen, waarvan er in het vorige hoofdstuk een is omschreven, een gemeenschappelijke legenda kunnen opbouwen. Maar in de praktijk bleek dat erg moeilijk te zijn. Die lokale indelingen en ook de 12 daaruit afgeleide legenda's berusten namelijk te veel op de typische kenmerken van de landschappen waarvoor zij zijn gemaakt, en te weinig op de kenmerken van de grond zelf. Met andere woorden: de bouwstenen die de lokale indelingen voor de constructie van een gemeenschappelijke legenda kunnen leveren, laten zich maar moeilijk tot een sluitend geheel samenvoegen. Dit is de reden geweest, waarom de Stichting voor Bodemkartering voor de indeling van de gronden de methode van de landschappelijke benadering heeft verlaten. Zij heeft een systeem ontworpen, waarmee alle Nederlandse gronden naar hun eigenschappen worden beoordeeld en ingedeeld. Een van de voorwaarden voor de hanteerbaarheid van dit systeem is, dat men voor de eigenschappen van de grond, zoals humusgehalte en korrelgrootte, en voor de onderscheiden bodemprofielen omschrijvingen en namen kiest, die misverstanden uitsluiten. Uniforme namen voor grondsoorten Wat voor moeilijkheden een gesprek over grond kan opleveren, blijkt uit het volgende voorbeeld.

13 Een Zeeuwse boer die over zware grond spreekt, bedoelt hiermee een kleigrond met ongeveer 30% klei. In het rivierkleigebied daarentegen wordt een grond met 50 à 60% klei pas tot de zware klei gerekend. Deze grond is dus tweemaal zo zwaar. In het Dollardgebied is het weer anders. Daar wordt een grond met 35-45% klei een zware klei genoemd. Een ander voorbeeld van de behoefte aan een duidelijke en uniforme terminologie ontlenen we aan de wegenbouw. Een wegenbouwer heeft zand nodig, dat aan de volgende eisen moet voldoen: weinig of geen humus, een gering leemgehalte en grover dan 0,10 mm. Het gebruik van plaatselijke namen voor de korrelgrootte van het zand leverde vroeger allerlei moeilijkheden op. In een gebied met veel fijne zanden vond men zand grover dan 0,15 mm al grof. Kwamen ergens veel grove zanden voor, dan legde men de grens tussen grof en fijn pas bij 0,20 of 0,30 mm. Door de invoering van een uniform indelingssysteem is aan die verwarring een einde gekomen. De wegenbouwer uit ons voorbeeld weet nu dat matig fijn zand een gemiddelde korrelgrootte heeft van 0,15 tot 0,21 mm. Iedere boer kan nu ook weten, dat onze lichte klei een kleigehalte heeft tussen 25 en 35 %. Uniforme namen voor bodemprofielen Was de benaming van de grondsoorten vroeger verre van uniform, ook voor de namen van bodemprofielen bestond geen sluitend landelijk systeem. Er waren allerlei naamloze gronden. Ernstiger is dat een zelfde landschappelijke eenheid uit gronden van duidelijk verschillende opbouw kon bestaan. Het volgende voorbeeld illustreert dit. Oude bouwlandcomplexen komen in onze zandgebieden veel voor. De Oostnederlandse essen, de Middennederlandse engen en de Limburgse velden zijn er voorbeelden van. Het zijn meestal grote, vlakke stukken land, waarvan de uitgestrektheid nog wordt geaccentueerd door de afwezigheid van woningen en bedrijfsschuren en door het ontbreken van hekken en sloten tussen de vele, in een grillig patroon bijeenliggende percelen. 13

14 LAAR KAMP KAMP, Al deze eeuwenoude cultuurgronden noemden we oude bouwlandgronden. Het bodemprofiel van deze gronden kan echter sterk verschillen, vooral in het belangrijkste kenmerk: de dikte van de humeuze bovengrond. De engen en enken hebben dikwijls humeuze dekken van 70 à 80 cm. Maar van de Drentse essen is het dek vaak niet dikker dan 40 cm. Nu zijn er ook gronden, die een even dik humeus dek hebben als de Drentse essen, maar toch niet tot de oude bouwlandgronden worden gerekend. Dat zijn de gronden die in de oostelijke provincies met de namen laar, kamp en lo worden aangeduid. Zij zijn over een kortere periode met potstalmest behandeld en wijken bovendien in de verkaveling van de oude bouwlandgronden af. Daarom kregen zij een afwijkende naam: oude ontginningsgronden. Met dit voorbeeld hebben we willen duidelijk maken dat: de naam oude bouwlandgronden geen zekerheid verschaft over de dikte van het ophogingsdek, en dat gronden met een humeus dek van gelijke dikte zowel oude bouwlandgrond als oude ontginningsgrond zijn genoemd. Deze onzekerheden over belangrijke kenmerken van het bodemprofiel maken het systeem van benaming volgens het landschap en de plaatselijke ontginningsgeschiedenis minder geschikt voor een landelijke indeling van gronden. Over het algemeen is het beter de gronden te benoemen naar de eigenschappen van het bodemprofiel. 14

15 Indeling van Nederlandse gronden Hoe nu? 15

16

17 < OCPEN < SUBOßPEN < GßOEPEN 4 SUBGßOEPEN Rangschikking van de gronden van Nederland volgens het nieuwe systeem voor de bodemindeling levert een schema op, dat hiernaast is afgebeeld. Bij deze rangschikking is in de eerste plaats uitgegaan van de meetbare eigenschappen van de grond, die door bodemvorming zijn ontstaan. We verstaan onder bodemvorming de veranderingen, die in de grond zijn opgetreden nadat het materiaal door de zee, de rivieren of de wind, is afgezet. De Nederlandse gronden worden naar de belangrijkste veranderingen ingedeeld in vijf orden. Deze vallen in 13 suborden uiteen, die op hun beurt weer in 25 groepen worden opgesplitst. Het laagste niveau dat tot nu toe is uitgewerkt, is dat van de 60 subgroepen. Alle eenheden van dit systeem hebben nieuwe namen gekregen om verwarring met reeds bestaande namen te voorkomen. Er zijn hoofdzakelijk Nederlandse namen gebruikt, maar soms was aan kunsttermen niet te ontkomen. Bij de orden zijn enkele bestaande namen gehandhaafd, zoals veen en podzol. Daarnaast zijn de nieuwe namen brik, eerd en vaag ingevoerd. Bij de suborden zijn kunsttermen, zoals het Griekse hydro en xero, aan de ordenaam toegevoegd. De namen van de groepen zijn meestal de namen van de suborden, aangevuld met de woorden klei of zand of de nieuwe term moerig. Bij de subgroepen staat voor elke ordenaam een veldnaam. Deze komt veel voor in het gebied, waar ook de benoemde gronden liggen. Voorbeelden zijn: enk, beek, polder. Niet alleen duidelijkheid van de benaming maar ook uniformiteit is een eerste vereiste voor een landelijke indeling, zoals in het voorgaande reeds is gebleken. Die uniformiteit is nagestreefd door omschrijving van de gronden met meetbare eigenschappen van het gehele bodemprofiel. We bedoelen met het bodemprofiel de 80 à 100 cm dikke laag waarin de hoofdmassa van de wortels voorkomt. De vijf orden De vijf orden heten: veengronden, podzolgronden, brikgronden, eerdgronden en vaaggronden. 17

18 EECPG20NPEN OßPE 4 XEßO- EEßPGßONPEN SUBOßPEN BßUIN- GEEU HVPßOKLEI- EEßPGßONPEN kßljt- EEßPGßONPEN XEßOZ^NP- EEßPGßONPEN XEßOKLEI- EEßPGßONPEN ÖßOEPEN K\L.K- STEEN LIEP- EEßPGßONP WOUP- EEßpeeoNP KCl JT- EEßPGßONP K\N T- EEßPGßONP MVTIG PIK SUB6C0EPEN

19 veengrond podzolgrond brikgrond eerdgrond vaaggrond Eerst zijn de veengronden, die uit planteresten bestaan, gescheiden van de overige, de minerale gronden. Vervolgens zijn binnen de minerale gronden naar de aard van de bodemvorming gronden met en zonder inspoelingslagen onderscheiden. Het ontstaan van deze inspoelingslagen stellen we ons als volgt voor. Doordat er in ons land meer regen valt dan er water verdampt, zakt er vocht in de grond weg. Dit wegzakkende water kan materiaal uit de bovengrond meevoeren, dat dan 18 dieper in de grond weer wordt afgezet. Er zijn twee duidelijk verschillende inspoelingsprocessen te onderscheiden. Bij het eerste proces ontstaan inspoelingslagen van humus, ijzer en aluminium. Gronden met dergelijke inspoelingslagen zijn verenigd in de orde van de podzolgronden. Het Russische woord podzol betekent asachtig. Dit wijst op de grijze kleur van het zand boven de inspoelingslaag, dat wij loodzand of schierzand noemen. Bij het tweede proces wordt in het profiel klei verplaatst en weer afgezet. Gronden met een dergelijke inspoelingslaag behoren tot de orde van de brikgronden. De term brik, de Zuidnederlandse naam voor baksteen, wijst op het gebruik van de klei-inspoelingslaag in de steenbakkerij. Deze naam komt overeen met de Belgische term terre à briques". De overige twee orden missen duidelijke inspoelingslagen. Hier is ingedeeld naar de aard van de bovengrond. De eerdgronden hebben, zoals de naam eerd of aarde al aangeeft, een zeer donker gekleurde bovengrond, die eerdlaag is genoemd. Deze is ontstaan door ophoping van verteerde planteresten of door ophoging door de mens, bijvoorbeeld met potstalmest. In de laatste orde, de vaaggronden, zijn de gronden samengevoegd die weinig of niet door bodemvorming zijn veranderd, zoals jonge poldergronden en stuifzanden. Vaag is hier gebruikt in de betekenis van onbepaald of onduidelijk, speciaal met betrekking tot de gevolgen van de bodemvorming.

20 DIKKE EEßPGßONPEN HVPßO" EEßPGßONPEN I TUIN- I EEßPGßONP BßOEK" EEßPGßONP U ; GEEN SOEST ZWM2TE ENK- EEßPGßONP P L.A.S- EEßPGßONP BßUINE BEEK- EEßPGßONP EEßPGßONP

21 De onderverdeling van de orden Als voorbeeld voor de onderverdeling van de orden nemen we de eerdgronden. Alle eerdgronden hebben een eerdlaag. Dit is een zeer donker gekleurde bovengrond met een vrij hoog humusgehalte. In de orde van de eerdgronden worden drie suborden onderscheiden: dikke eerdgronden hydro-eerdgronden xero-eerdgronden. Dikke eerdgronden hebben een donker gekleurde bovengrond van meer dan een halve meter dikte. Het zijn de gronden met een door de mens aangebracht ophogingsdek, die wij in het voorbeeld van de Gelderse Vallei als droge oude bouwlandgronden hebben leren kennen. Zij wijken door nun ontstaanswijze sterk af van de overige eerdgronden. Het ligt voor de hand dat in een indelingssysteem voor ons lage land de gronden ook worden ingedeeld naar de kenmerken, die het grondwater in de bodem heeft achtergelaten. Vandaar het onderscheid in hydro- en xero-eerdgronden. De hydro-eerdgronden zijn in een nat milieu ontstaan. Dit blijkt onder andere uit grijze kleuren en roestvlekken in het profiel, die op invloed van het grondwater wijzen. De grondwaterstanden zelf gebruiken we niet in het indelingssysteem, omdat ze door ontwatering sterk kunnen veranderen. Op de bodemkaarten worden ze afzonderlijk weergegeven. De xero-eerdgronden zijn zonder invloed van het grondwater ontstaan. De ondergrond is dan ook niet gevlekt, maar vertoont egaal gele en bruine kleuren. Xero-eerdgronden hebben altijd diepe grondwaterstanden. De onderverdeling van de suborden in groepen lijkt veel op de oude indeling in grondsoorten. We onderscheiden bijvoorbeeld in de suborden van de hydro- en de xero-eerdgronden: zandgronden en kleigronden. De woorden zand en klei duiden op het zandige of kleiige karakter van het gehele profiel. Zo is een hydrokleieerdgrond een kleigrond die tot de suborde van de hydro-eerdgronden behoort. Als overgang naar de veengronden onderscheiden we binnen de hydro-eerdgronden bovendien moerige eerdgronden. Deze hebben een dunne venige bovengrond. Een afwijkende groep van de xero-eerdgronden zijn de krijteerdgronden, die uit een dunne zwarte bovengrond op kalksteen bestaan. De naam krijt geeft het verband met kalksteen uit het gelijknamige geologische tijdperk aan. De onderverdeling van groepen in subgroepen berust op de volgende profielkenmerken: zwarte en bruine bovengronden, matig dikke en dunne donkere bovengronden, ondergronden van veen en stevige of slappe klei. Bij de benaming van de subgroepen zou het logisch zijn geweest, als aan de groepsnaam nog een element zou zijn toegevoegd. Maar omdat de namen van de subgroepen dan te lang zouden worden, zijn ze samengesteld uit een veldnaam (bijvoorbeeld leek) en de ordenaam (bijvoorbeeld eerdgrond). De andere orden zijn op een soortgelijke wijze onderverdeeld. Daarom willen we het bij dit ene voorbeeld laten. Ter afsluiting volgt nu een omschrijving van enkele belangrijke subgroepen uit elk van de vijf orden. Bij elke beschrijving is een sterk vereenvoudigd indelingsschema opgenomen. Het bevat van boven naar beneden de namen van de orde, de suborde, de groep en de subgroep, waarin het desbetreffende profiel thuishoort. 19

22 EECPVEENG20NPENI ßMJWVEENGßONPENI KLEIIGE EECPVEENGCONPEN GEWONE CMJWVEENGßONPEN koopveengßonpen MEECVEENGCONPEN Koopveengrond In een indelingssysteem van Nederlandse gronden is vanzelfsprekend een plaats ingeruimd voor de veengronden. In het nieuwe systeem heten veraarde veengronden eerdveengronden. Wanneer de veraarde bovengrond wat kleiig is, wordt gesproken van kleiige eerdveengronden. De grond op de foto heeft een veraarde kleiige laag (a), die niet dikker is dan 50 cm. Een dergelijke veengrond heet koopveengrond. Het is een typisch voorbeeld van een veengrond uit het waterrijke Utrechts-Hollandse weidegebied. De naam van de subgroep is ontleend aan de vele plaatsnamen in deze streek die op,,koop" of,,kop" eindigen, zoals Boskoop en Teckop. De gronden van deze dorpen zijn in de Middeleeuwen ter ontginning uitgegeven door de landsheer (Graaf van Holland of Bisschop van Utrecht); dit gebeurde tegen een jaarlijkse betaling, die destijds cope" werd genoemd. Het Utrechts-Hollandse veengebied, dat vroeger bedekt was met uitgestrekte moerasbossen, wordt doorsneden door rivieren en riviertjes, zoals de Vecht, de Oude Rijn, de Hollandse IJssel en de Amstel. In perioden van hoog water kwam soms slib uit de rivieren terecht in het zeer humusrijke materiaal, waaruit zich het bosveen vormde. Dit slib heeft aan de koopveengrond zijn kleiige karakter gegeven. De omzetting van het oorspronkelijke bosveen tot een goed veraarde bovengrond is gunstig beïnvloed door de eeuwenlange goede verzorging van het grasland. Vooral de bemesting heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld; behalve duinzandhoudende stalmest werd ook bagger uit de vele, vaak brede sloten en stadsvuil gebruikt voor het welig maken der landerijen". 20

23 koopveengrond meerveengrond Meerveengrond Ook deze grond behoort tot de orde der veengronden. In dit geval bestaat het veen voornamelijk uit resten van veenmossen. Deze planten groeien in een voedselarm milieu dat uitsluitend gevoed wordt door regenwater. Een dergelijk veen wordt mosveen genoemd. Het bosveen van de koopveengrond werd daarentegen in een voedselrijk milieu gevormd, namelijk in een door rivierwater beïnvloed moerasbos. Onveraarde en dun bezande veengronden (zoals het afgebeelde profiel) worden rauwveengronden genoemd. Bij de onderverdeling van deze suborde komt deze grond in de groep van de gewone rauwveengronden, omdat hij goed ontwaterd is en er geen podzol in de zandondergrond voorkomt. Door het dunne bezandingsdek (a) behoort deze grond tot de subgroep meerveengronden. Deze grond ligt in het Drents-Groningse veengebied, de in vroeger eeuwen ontoegankelijke grensstreek tussen Nederland en Duitsland. Het eertijds woeste hoogveenmoeras is sedert de twaalfde of dertiende eeuw door vreedzame kolonisatie geleidelijk omgezet in het landbouwgebied van de veenkoloniën. Het veen werd afgegraven voor de winning van turf. Alleen op plaatsen waar het veen erg dik was, bleef een deel zitten, het zogenaamde restveen. De losse, voor turf ongeschikte bovenlaag, de bolster (b), werd teruggestort en bezand. Zo ontstonden de dalgronden, die als bouwland in gebruik zijn. Een meerveengrond werd vroeger een jonge dalgrond genoemd. De huidige naam is ontleend aan de meren, die vóór de veengroei op de diepste plaatsen voorkwamen. 21

24 POPZOLGßONPEN HVPßOPOPZOLGCONPEN XECOPOPZOLGGONPEN MOEßlGE POPZOL-GßOMPEM XEßOPOPZOLGCONPEN PAvM POPZOLGCONPEN HAAßPOPZOLGßONPEN Dampodzolgrond Podzolgronden hebben in de ondergrond vaak een harde laag, die door de boeren wel oerbank of koffielaag (a) wordt genoemd. De bruine ondergrond van de dampodzolgrond is zo'n laag. Deze is ontstaan door inspoeling van humeuze stoffen vanuit de bovengrond. Podzolgronden, ontstaan bij hoge grondwaterstanden, worden hydropodzolgronden genoemd. Wanneer dan ook nog een dunne veenlaag (b) voorkomt, wordt in het nieuwe systeem van moerige podzolgronden gesproken. Is de veenlaag bezand (c), dan heet een dergelijke grond een dampodzolgrond. Dit soort gronden komt in het bijzonder in de oudste veenkoloniën voor. Men veronderstelt dat de veenlaag door aanploegen steeds dunner is geworden. Men spreekt daarom wel van versleten dalgronden. Vooral in de omgeving van Veendam en Muntendam liggen veel dampodzolgronden. Vandaar de keuze van de naam,,dam". Evenals de meerveengrond is de dampodzolgrond dus een dalgrond of veenkoloniale grond. In beide gevallen is een deel van het veen door turfwinning verdwenen, maar bij de meerveengronden is de restveenlaag steeds vrij dik, bij de dampodzolgronden daarentegen steeds dunner dan 40 cm. De veenlaag is meestal sterk ingedroogd en bovendien is de oerbank vaak verkit. Een en ander werkt belemmerend op de waterhuishouding. Vooral grasland kan in de zomer ernstig verdrogen. In de winter is de slechte doorlatendheid van de veenlaag vaak oorzaak van wateroverlast. Dit soort gronden reageert zeer gunstig op woelen. 22

25 dampodzolgrond haarpodzolgrond Haarpodzolgrond Een klassiek voorbeeld van de orde der podzolgronden is de grond van onze hoge heidevelden, die vroeger hoog heideprofiel of hoog humuspodzol werd genoemd. Omdat dit soort gronden door hun hoge ligging altijd diepe grondwaterstanden heeft, worden ze xeropodzolgronden genoemd, een suborde die niet in groepen wordt verdeeld. Bij de onderverdeling in subgroepen wordt de afgebeelde grond tot de haarpodzolgronden gerekend.,,haar" is een veldnaam voor hoge zandgronden in het oosten en het midden van ons land. Podzolgronden komen veel voor in Rusland. Het Russische woord podzol (= asachtig) heeft betrekking op de grijze kleur van de zure, humusarme zandlaag (a), direct onder de heideplag. Onder deze grijze loodzandlaag ligt de oerlaag of koffielaag (b), het kenmerk van alle podzolgronden. De zwarte bandjes of fibers (c) in de ondergrond zijn kenmerkend voor de xeropodzolgronden. Haarpodzolgronden zijn arme, droge zandgronden, die grotendeels nog woest liggen. Slechts een gedeelte ervan is ontgonnen tot bos. Vroeger hadden ze als heidevelden veel betekenis voor de boer. Ze dienden als weide voor de schapen en als winplaats voor de plaggen, die als strooisel in de stallen gebruikt werden (de dikke laag zwarte grond van de enkeerdgronden is afkomstig van een grote oppervlakte afgeplagde podzolgronden). Nu vervullen de heidevelden, en ook de tot bos ontgonnen gebieden, een belangrijke functie als recreatieterrein voor de stedeling. 23

26 Bßl kgconpen HVP20BCIKGC0NPEN XECOBßlkGCONPEN HVPßO Bßl KGCOM PEN XECOBßlkGCONPEN KUILBClkGCONPEN ß/\PEBßlkGCONPEM Kuilbrikgrond De typische inspoelingslaag van podzoigronden komt alleen voor in zandgronden. In zwaardere grondsoorten ontstaat een andere inspoelingslaag, de zogenaamde briklaag (a). Hierin bestaat het ingespoelde materiaal uit klei en niet uit humeuze stoffen, zoals in de podzoigronden. Gronden met een briklaag heten in het nieuwe systeem brikgronden. De briklaag is zwaarder en donkerder dan de laag erboven. Bij nauwkeurige waarneming blijkt dat de klei als huidjes om de structuurelementen en als opvullingen in de poriën is afgezet. Deze klei is kennelijk uit de bovengrond uitgespoeld. Brikgronden kunnen uiteraard alleen ontstaan in kleiig materiaal. Er is veel tijd nodig voor de vorming van een briklaag. Daarom ontbreken brikgronden in onze jonge zeeklei- en rivierkleigebieden. Ze worden vooral in de lössgebieden gevonden, die bodemkundig gezien oud genoeg zijn voor de vorming van een briklaag. Het materiaal uit de inspoelingslaag leent zich goed voor het bakken van stenen. Vandaar dat brik, een Zuidnederlands woord voor baksteen, gekozen werd als naam voor deze gronden. De afgebeelde grond is een betrekkelijk lage brikgrond uit Zuid-Limburg. De lage ligging blijkt uit grijze en roestbruine vlekken, die hydromorfe kenmerken genoemd worden; het is dan ook een hydrobrikgrond. Het profiel op deze foto is een kuilbrikgrond. De naam kuil is gekozen vanwege de lage ligging van dit soort brikgronden. 24

27 kuilbrikgrond radebrikgrond Radebrikgrond In deze grond is de briklaag niet gemakkelijk te herkennen. De kleurverschillen tussen de uitspoelingslaag en de daaronder liggende laag zijn namelijk niet zo opvallend als bij de kuilbrikgrond. Veel sprekender zijn de verschillen in structuur. De bouwvoor (a) is kluiterig, in de uitspoelingslaag (b) is de structuur weinig duidelijk ontwikkeld en in de volgende laag (c) komen grote prima's voor, die op hun beurt uit blokkige elementen zijn opgebouwd. Het is een briklaag omdat op de vlakken van deze structuurelementen duidelijke kleihuidjes aanwezig zijn. Daardoor behoort deze grond tot de orde der brikgronden. Laaggelegen natte brikgronden zijn zeldzaam. Verreweg de meeste brikgronden hebben zeer diepe grondwaterstanden, hetgeen bij vele profielen blijkt uit een egaal bruine kleur en uit de afwezigheid van roestvlekken. Een dergelijke brikgrond heet een xerobrikgrond. Deze suborde wordt evenmin als die der hydrobrikgronden onderverdeeld in groepen. Wel worden vijf subgroepen onderscheiden. De meest voorkomende daarvan is die van de radebrikgronden. Een groot deel van de lössgronden behoort hiertoe. De naam is ontleend aan de vele plaatsnamen met rade in Zuid-Limburg. Het woord rade is verwant aan het huidige rooien. In het verre verleden heeft op deze gronden bos gestaan, dat bij de ontginning grotendeels is opgeruimd. De vlakkere hoogste delen van het Zuidlimburgse heuvellandschap bestaan voornamelijk uit radebrikgronden. 25

28 Zwarte enkeerdgrond Elders in dit boekje is reeds ter sprake gekomen, dat er in Nederland gronden zijn met een dikke humeuze bovengrond, die ontstaan is door ophoging. Zo liggen op sommige kleigronden in het westen oude tuingronden, die opgevaren of opgebaggerd zijn. Op veel zandgronden treffen we oude bouwlandgronden aan, die met potstalmest zijn opgehoogd. Alle gronden waarvan het ophogingsdek dikker is dan 50 cm worden, ongeacht het oorspronkelijke profiel onder dat dek, tot de eerdgronden gerekend. Er is een afzonderlijke suborde voor onderscheiden, namelijk de suborde van de dikke eerdgronden. Hiertoe behoren zowel kleigronden als zandgronden. De laatste worden enkeerdgronden genoemd naar een van de namen voor oude bouwlanden op het zand. Deze complexen heten in Drente essen; vandaar dat vroeger wel van esgronden werd gesproken. Naar de kleur van het dek (a) heet de afgebeelde grond een zwarte enkeerdgrond. Vóór de ontginning, vele eeuwen geleden, was deze grond een podzolgrond. De ontginningsbouwvoor (b), met daaronder de oerbank (c), ligt nu begraven onder 75 cm zwarte grond, die uit de opgebrachte mest is ontstaan. De kleur van een zwarte enkeerdgrond wordt toegeschreven aan het gebruik van veel heideplaggen in de potstalmest. Men zou kunnen stellen dat de vruchtbaarheid" van een grote oppervlakte de heidevelden via de potstal op een kleine oppervlakte de oude bouwlanden in de letterlijke zin van het woord werd opgehoopt. 26

29 zwarte enkeerdgrond zwarte beekeerdgrond leekeerdgrond Zwarte beekeerdgrond en leekeerdgrond Minerale gronden met een donkere bovengrond dunner dan 50 cm en zonder inspoelingslaag worden eveneens eerdgronden genoemd. Zij worden onderverdeeld naar de invloed van het grondwater. Deze is zichtbaar aan roestvlekken en grijze kleuren. Zowel de zwarte beekeerdgrond als de leekeerdgrond hebben deze verschijnselen op geringe diepte. Het zijn daarom beide hydro-eerdgronden. In deze suborde onderscheiden we evenals bij de dikke eerdgronden zandgronden en kleigronden. Zwarte beekeerdgronden zijn zandgronden, die zich door de kleur van de bovengrond en het roestbeeld onderscheiden van de andere hydrozandeerdgronden. Het zijn lage zandgronden, die in en langs beekdalen liggen; vandaar de naam. Het zijn meestal de oude graslanden van het gemengde bedrijf. Leekeerdgronden zijn kleigronden met een donkere bovengrond. Zij onderscheiden zich van de andere hydrokleieerdgronden door de dikte van de bovengrond en door de aard van de ondergrond. De meeste leekeerdgronden komen voor in de droogmakerijen. Ze liggen ook in Westfriesland en in het Westland. Daar worden ze wel woudgronden genoemd. De naam leek is een waternaam, die vooral in Zuid-Holland gevonden wordt. Een groot deel van de leekeerdgronden wordt als bouwland gebruikt; het zijn ook uitstekende graslandgronden. 27

30 Slikvaaggrond, poldervaaggrond en ooivaaggrond Vrijwel alle gronden uit de zee- en rivierkleigebieden zijn zo jong, dat er nog geen duidelijke verschillen in te vinden zijn die veroorzaakt zijn door bodemvorming. Vandaar de naam vaaggrond. De meeste onder water afgezette kleigronden bestaan direct na de afzetting uit slappe, zwarte modder. De eerste veranderingen die hierin optreden, worden aangeduid als rijping of initiale bodemvorming. De gronden die in dit beginstadium van bodemvorming verkeren, worden dan ook initiale vaaggronden genoemd. Voorbeelden hiervan zijn de gronden uit pas drooggevallen IJsselmeerpolders en verder een groot deel van de buitendijkse gronden in getijdegebieden. Naar de landschappelijke naam van deze laatste (slikken) worden slappe kleigronden slikvaaggronden genoemd. Deze gronden zijn kaal of begroeid met slijkgras (Spartina); in hun huidige toestand zijn ze dan ook niet geschikt voor de landbouw. Omdat veel van onze kleigronden in dit stadium verkeerd hebben, vormen ze een belangrijk studie-object voor de bodemkundige. Door indijking veranderen de omstandigheden en daardoor de bodem: de slappe modder rijpt tot een stevige grond. Daarbij gaat door het binnendringen van lucht de egaal zwarte kleur over in een grijze kleur met roestvlekken. Dergelijke gronden worden hydrokleivaaggronden genoemd. In de groep van de hydrokleivaaggronden onderscheiden we naar de aard van de ondergrond drie soorten profielen, namelijk die met een veenondergrond, die met een ondergrond van slappe klei en die zonder veenlagen of een slappe laag in 28

31 slikvaaggrond poldervaaggrond ooivaaggrond de ondergrond. De laatste heten poldervaaggronden. Bij een nog verdere onderverdeling worden ze onderscheiden naar de zwaarte van de bovengrond en de kalkrijkdom van het profiel. Het afgebeelde profiel is een poldervaaggrond uit Noord-Beveland, die vroeger schorgrond genoemd werd. De naam poldervaaggrond is gekozen, omdat verreweg de meeste gronden uit onze zee- en rivierkleipolders voldoen aan de kenmerken van deze subgroep. Zoals een slikvaaggrond door initiale bodemvorming in een poldervaaggrond verandert, zo kan deze op zijn beurt onder bepaalde omstandigheden door voortgaande bodemvorming in een ooivaaggrond veranderen. Deze omstandigheden zijn: een zeer goede ontwateringstoestand en voldoende aanvoer van organische stof. Er ontstaat dan een grote activiteit van allerlei bodemdieren, waardoor de grondlagen sterk gemengd worden. Dit proces heet homogenisatie. Als door de intensieve menging alle roestvlekken tot 50 cm diepte verdwenen zijn, wordt van een xerokleivaaggrond gesproken. Binnen deze groep wordt slechts één subgroep onderscheiden, namelijk die van de reeds genoemde ooivaaggronden. Dit soort gronden komt veel voor op de oeverwallen van de grote rivieren, waar namen op ooi of oy voorkomen (bijvoorbeeld Wadenoijen). Ooivaaggronden zijn van nature goed ontwaterd en hebben door de homogenisatie tot diep in het profiel een goede structuur. Het behoeft dan ook geen verwondering te wekken dat deze gronden veel in gebruik zijn voor fruitteelt. In zandgebieden komen eveneens vaaggronden voor. Hiertoe behoren vooral duin- en stuifzanden, waarin duidelijke kenmerken van bodemvorming ontbreken. 29

32 veengronden podzolgronden I brikgronden I eerdgronden 1 1 vaaggronden km veengronden en podzolgronden I podzolgronden en 1 eerdgronden brikgronden en 1 andere gronden (o.a. podzolgronden)

33 De indeling van Nederlandse gronden beknopt samengevat In de drie hoofdstukken van dit boekje hebben wij het volgende duidelijk willen maken: 1. Het landschap vormt een uitstekende leidraad bij het in kaart brengen van de verschillende gronden. 2. Het landschap is minder geschikt als uitgangspunt voor een uniforme indeling en benaming van alle in Nederland voorkomende gronden. Aan die uniformiteit bestaat grote behoefte omdat het steeds groeiende aantal gebruikers van bodemkaarten in land-, tuin- en bosbouw, cultuurtechniek en ruimtelijke ordening de kaarten niet alleen afzonderlijk maar ook naast elkaar moet kunnen raadplegen. 3. De Stichting voor Bodemkartering heeft een nieuw indelingssysteem ontworpen, waarmee de grote verscheidenheid van Nederlandse gronden op een uniforme en overzichtelijke manier kan worden geordend. Deze ordening is gebaseerd op de meetbare eigenschappen van het bodemprofiel als geheel. Daardoor wordt de gebruiker van de bodemkaarten direct ingelicht over de eigenschappen van de verschillende gronden. Van dit indelingssysteem, dat nu gebruikt wordt voor alle bodemkaarten van de Stichting voor Bodemkartering, worden de principes en de hoofdlijnen op de pagina's beschreven. Een volledige uiteenzetting van dit systeem is te vinden in: H. de Bakker en J. Schelling, Systeem van bodemclassificatie voor Nederland; uitgave PUDOC, Wageningen, Het hangt van de schaal van de kaart af tot welk niveau van het systeem de gronden kunnen worden ingedeeld. Op een schaal 1 : of 1 : zal de indeling zeer gedetailleerd zijn en bestaan uit een verregaande onderverdeling van de subgroepen. Op kleinere schalen wordt de indeling vanzelfsprekend steeds eenvoudiger. Op de kaart hiernaast met een schaal van 1 : , waarbij 1 cm 2 van die kaart een oppervlakte van 225 km 2 in het terrein voorstelt, kan men alleen de hoofdindeling in orden afbeelden. In sommige gebieden, vooral op de zandgronden, is ook dat niet meer mogelijk en moeten zelfs de hoofdeenheden gecombineerd worden weergegeven. De principes, die aan het nieuwe systeem ten grondslag liggen, zijn ook eigen aan het meest verbreide internationale systeem, dat in de Verenigde Staten van Amerika is ontwikkeld. De Nederlandse gronden zijn echter internationaal gezien nogal bijzonder. Napoleon heeft eens gezegd, dat ons land een aanslibsel van de Franse rivieren is. Hij had daarbij de grote oppervlakte zee- en rivierkleigronden voor ogen. Bovendien heeft de mens in ons dichtbevolkte land door inpoldering, ontginning en waterbeheersing de natuurlijke bodemgesteldheid sterk beïnvloed en zelfs totaal veranderd. In de Angelsaksische landen bestaat dan ook het gezegde, dat de Nederlanders hun eigen gronden hebben gemaakt. Deze bijzondere situatie heeft ons gedwongen een eigen, specifiek Nederlands indelingssysteem te ontwerpen, waarbij met onze omstandigheden volledig rekening kon worden gehouden. Daarbij is gestreefd naar een zo goed mogelijke aansluiting bij de Amerikaanse indeling. De Stichting voor Bodemkartering hoopt met deze nieuwe indeling en benaming te bereiken, dat de bodemgesteldheid op haar bodemkaarten zo uniform en zo nauwkeurig mogelijk wordt omschreven. Zij meent dat aldus de toepassing van bodemkaarten op de beste wijze gediend is. 31

34 Colofon Uitgave: Stichting voor Bodemkartering, Wageningen, 1967 Tekst: J. Schelling, H. de Bakkeren G. G. L. Steur Redactionele vormgeving: J. W. Zwolschen Grafische vormgeving: R. Verhoeven, Wageningen Clichés: N.V. Wegener, Apeldoorn Herkomst van clichés op blz. 8 en 13: Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij, Arnhem Druk: Vada, Wageningen Druk van schema eerdgronden: N.V. Marchand-Paap-Strooker, Den Haag De blokdiagrammen op de pagina's 6, 9 en 10 zijn vervaardigd door C. J. Snabilié, Amsterdam 32

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van

Nadere informatie

NIEUWE BODEMKAART VEENGEBIEDEN PROVINCIE UTRECHT, SCHAAL 1:25.000

NIEUWE BODEMKAART VEENGEBIEDEN PROVINCIE UTRECHT, SCHAAL 1:25.000 jan PeeteRs 1, esther stouthamer 2 & MaRjoleiN BouMaN 3 1. Deltares/TNO Bouw en Ondergrond, Utrecht. 2. Universiteit Utrecht, Departement Fysische Geografie, Postbus 80115, 3508 TC Utrecht. 3. ADC ArcheoProjecten,

Nadere informatie

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Inleiding In 2008 heb ik een onderzoek uitgevoerd naar een groot aantal afwijkend gevormde depressies op de Appelse heide. 1 De conclusie van dit onderzoek

Nadere informatie

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010.

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010. Aanvulling Dictaat Inleiding Bodem Voor versie 2009 Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010 Inhoud - Figuur 8.8.2.5-2 in Bijlage 8.8-1 Vaststelling gradatie vochtleverend

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer

De landbouwer als landschapsbouwer 9A. De bodem (theoretisch) 9A.1 Bodemvorming Door allerlei processen zoals humusvorming, inspoeling, uitspoeling en oxidatie ontwikkelt zich een bodem. Dit is een heel lang proces wat ook nooit stopt.

Nadere informatie

Nominatie voor de meest kenmerkende bodems van Noordwest-Overijssel: Madeveengronden en Meerveengronden

Nominatie voor de meest kenmerkende bodems van Noordwest-Overijssel: Madeveengronden en Meerveengronden Nominatie voor de meest kenmerkende bodems van Noordwest-Overijssel: Madeveengronden en Meerveengronden Nominatie door: Gert Stoffelsen, Alterra Een van de profielen die voor mij een bijzondere dimensie

Nadere informatie

1 Grond Bodem Minerale bestanddelen Organische bestanddelen De verschillende grondsoorten 16 1.

1 Grond Bodem Minerale bestanddelen Organische bestanddelen De verschillende grondsoorten 16 1. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Grond 9 1.1 Bodem 9 1.2 Minerale bestanddelen 11 1.3 Organische bestanddelen 13 1.4 De verschillende grondsoorten 16 1.5 Afsluiting 17 2 Verzorging van de bodem 19 2.1

Nadere informatie

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal

Onderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal Onderzoeksopdracht Bodem en grondstaal Gebruik grondboor 1. Duw en draai gelijktijdig, in wijzerzin, de schroefachtige punt (het boorlichaam) in de bodem. Deze schroef verzamelt en houdt de grond vast.

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE raatwfc V- 1 -'

TOELICHTING OP DE raatwfc V- 1 -' TOELICHTING OP DE raatwfc V- 1 -' ISEMWV. -:aio.- M E. ia ^^^ ^^-B^'nYt^T^-n.MET DE ZOHERGROND-.i.RSTANDEN TIJDENS DROGE I?E JAREN IN DE GEBIEDEN WAAR AL OF NIET VERANDERING IN DE PRODUKTIEWAARDE IS TE

Nadere informatie

Vroeger, toen hier ijs lag...

Vroeger, toen hier ijs lag... Vroeger, toen hier ijs lag... Opdrachtenboekje bij het geologisch leerpad Datum Naam Boekje Geo-pad 1 Inleiding Vroeger, toen hier ijs lag De titel van dit opdrachtenboekje is niet voor niets gekozen.

Nadere informatie

Perceelonderzoek Gerven. Perceel: G66. Datum onderzoek: en Ligging:

Perceelonderzoek Gerven. Perceel: G66. Datum onderzoek: en Ligging: Perceelonderzoek Gerven Perceel: G66 Datum onderzoek: 11-08-2007. 07-08-2009 en 16-05-2010. Ligging: Detail top. Krt. 1:10.000 Detail kad.krt. 1830 Luchtfoto met perceel (bron: Google earth) Veldkenmerken:

Nadere informatie

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond? Woordenschat les 8.1 Vervuilde grond? Afgraven en de afgraving Afgraven is de grond of aarde weghalen door te graven. De afgraving is de plaats waar de grond wordt weggenomen. Boren We boren een gat in

Nadere informatie

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst LANDSCHAPSANALYSE 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland 27 september 2013 Academie van Bouwkunst Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii Onderwerpen 1. Rivierenlandschap 2. Zandlandschap 3. Krijt-

Nadere informatie

DE BODEMGESTELDHEID EN DE VERBETERINGS MOGELIJKHEDEN VAN EEN SPORTVEID TE HORST

DE BODEMGESTELDHEID EN DE VERBETERINGS MOGELIJKHEDEN VAN EEN SPORTVEID TE HORST Stichting voor Bodemkartering Staringgebouw Wageningen Tel. 08370-6333 Rapport nr. 867 DE BODEMGESTELDHEID EN DE VERBETERINGS MOGELIJKHEDEN VAN EEN SPORTVEID TE HORST door J.M.J. Dekkers en B.H. Steeghs

Nadere informatie

Onderdeel 1: beschrijving en kartering van het gebied

Onderdeel 1: beschrijving en kartering van het gebied Opdracht Aardrijkskunde Singraven Inleiding Dit veldwerk/practicum is een onderdeel van het onderwerp "het Nederlandse Landschap". D.m.v. veldwerk krijg je de kans om een landschap anders te ervaren dan

Nadere informatie

Bodems en hun eigenschappen

Bodems en hun eigenschappen Hoofdstuk 1 Bodems en hun eigenschappen De Nederlandse landbouw is divers. Akkerbouw, groenteteelt, gras, maïs, fruit en bollen wisselen elkaar af in landschappen met een uiteenlopend karakter. Dit is

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1583 21 22februari 2009 Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 26 januari 2009, nr.

Nadere informatie

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan. Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan. Medio 2015 heeft een graafmachine een grote kuil gegraven onderaan het talud op de hoek van de Groen van Prinstererlaan en de Thorbeckelaan (zie onderstaande

Nadere informatie

Handleiding bodemgeografisch onderzoek

Handleiding bodemgeografisch onderzoek Handleiding bodemgeografisch onderzoek Technisch DocumentTechnical Document 19A 1995 A-1 A -2 Technisch DocumentTechnical Document 19A 1995 Handleiding bodemgeografisch onderzoek Richtlijnen en voorschriften

Nadere informatie

DE BODEMGESTELDHEID Y AN BEN GEDEELTE Vffl DE WGHTPOLDER (GELEGEW IN DE GEMEENTEN BREDA EN TETERINGEN)

DE BODEMGESTELDHEID Y AN BEN GEDEELTE Vffl DE WGHTPOLDER (GELEGEW IN DE GEMEENTEN BREDA EN TETERINGEN) Stichting voor Bodemkartering Wageningen '.ifiuothr.kk Directeurs Dr Ir F.W.G. Pijls Bapport no 486» DE BODEMGESTELDHEID Y AN BEN GEDEELTE Vffl DE WGHTPOLDER (GELEGEW IN DE GEMEENTEN BREDA EN TETERINGEN)

Nadere informatie

Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De plaats waar de grond wordt weggenomen.

Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De plaats waar de grond wordt weggenomen. Les 1 De bodemverontreiniging. afgraven Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De afgraving De plaats waar de grond wordt weggenomen. De bodemverontreiniging De grond

Nadere informatie

Cursus landschapsgeschiedenis. De ontstaans- en bewoningsgeschiedenis van Appelscha

Cursus landschapsgeschiedenis. De ontstaans- en bewoningsgeschiedenis van Appelscha Cursus landschapsgeschiedenis De ontstaans- en bewoningsgeschiedenis van Appelscha Programma van de cursus 02-04 09-04 16-04 23-04 Ontstaansgeschiedenis Dorpsgeschiedenis Veldnamen Natuur 11-04 25-04 Fietsexcursie

Nadere informatie

DE SUBGROEPEN VAN HET SYSTEEM VAN BODEMCLASSIFICATIE VOOR NEDERLAND. The subgrouks of the Soil Classification System for the Netherlands

DE SUBGROEPEN VAN HET SYSTEEM VAN BODEMCLASSIFICATIE VOOR NEDERLAND. The subgrouks of the Soil Classification System for the Netherlands DE SUBGROEPEN VAN HET SYSTEEM VAN BODEMCLASSIFICATIE VOOR NEDERLAND The subgrouks of the Soil Classification System for the Netherlands H. de Bakkerl) In de legenda van de Bodemkaart van Nederland, schaal

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlagen en Figuren. Behorende bij het Woordenboek van de NVLB. Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen

Inhoudsopgave. Bijlagen en Figuren. Behorende bij het Woordenboek van de NVLB. Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen Bijlagen en Figuren Behorende bij het Woordenboek van de NVLB Inhoudsopgave Figuur 1 Stratigrafische tabel / geologische tijdschaal... 2 Figuur

Nadere informatie

Van Bodemkaart tot. Ruilklassenkaart

Van Bodemkaart tot. Ruilklassenkaart Van Bodemkaart naar Van Bodemkaart tot Titel Ruilklassenkaart Ruilklassenkaart Gert Stoffelsen Bodemkartering of Bodemgeografisch onderzoek van de deelgebieden Scheerwolde en Oldemarkt De deelgebieden

Nadere informatie

Toelichting Bodemkaart Veengebieden provincie Utrecht, schaal 1:25.000

Toelichting Bodemkaart Veengebieden provincie Utrecht, schaal 1:25.000 Toelichting Bodemkaart Veengebieden provincie Utrecht, schaal 1:25.000 en de daarbij behorende afgeleide kaarten: Kwetsbaarheid voor oxidatie van organische stof, schaal 1:50.000 Kwetsbaarheid voor oxidatie

Nadere informatie

Nominatie Bodem van Gelderland: Door: Toine Jongmans en Gert Peek. Motivatie:

Nominatie Bodem van Gelderland: Door: Toine Jongmans en Gert Peek. Motivatie: Nominatie Bodem van Gelderland: Door: Toine Jongmans en Gert Peek Motivatie: Een Ooivaagrond is een kleigrond (>8% lutum) waarin hydromorfe verschijnselen, de z.g. oranje roestvlekken en grijze reductie

Nadere informatie

2. Zijn aarde, grond en bodem drie omschrijvingen van hetzelfde? Geef met behulp van bovenstaande bronnen een omschrijving van deze drie begrippen.

2. Zijn aarde, grond en bodem drie omschrijvingen van hetzelfde? Geef met behulp van bovenstaande bronnen een omschrijving van deze drie begrippen. Vragen en opdrachten Bodem van Nederland ORIENTATIE BODEM... 1 BODEMVORMING... 2 ZANDGRONDEN... 5 HOOGVEEN:... 7 LAAGVEEN... 8 ZEEKLEI... 9 RIVIERKLEI... 9 LÖSSGROND... 10 DE BODEMKAART VAN NEDERLAND...

Nadere informatie

GEOLOGIE EN BODEMKARTERING door Dr. Ir. F. W. G. PIJLS

GEOLOGIE EN BODEMKARTERING door Dr. Ir. F. W. G. PIJLS GEOLOGIE EN BODEMKARTERING door Dr. Ir. F. W. G. PIJLS Voor ons land is bodemkartering nog tamelijk nieuw. Men kan daarom bij de lezers van dit artikel niet veronderstellen, dat zij bekend zijn met de

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 Nat is zeer laagproductief hooiland op natte, onbemeste, basenrijke veen- en zandgrond dat gewoonlijk een keer per jaar worden gemaaid in de nazomer.

Nadere informatie

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008 ACHTERGRONDDOCUMENT Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen Juni 2008 Inhoud deel I BASISGEGEVENS 1. Bodem, grondwater en hydrologie 2. Historie van

Nadere informatie

Praktikum bodem Beegderheide. Ad Havermans 22 oktober 2016

Praktikum bodem Beegderheide. Ad Havermans 22 oktober 2016 Praktikum bodem Beegderheide Ad Havermans adhavermans@concepts.nl 22 oktober 2016 www.maps.google.com De gemeente Maasgouw Ons studiegebied Topografische kaart 1:25.000 situatie 2014 Topografische kaart

Nadere informatie

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1. Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Blad j8 Oost Roermond Uitgave 1968. Bodemkaart van. Schaal i:jo ooo. Nederland. Stichting voor Bodemkartering

Blad j8 Oost Roermond Uitgave 1968. Bodemkaart van. Schaal i:jo ooo. Nederland. Stichting voor Bodemkartering Blad j8 Oost Roermond Uitgave 968 Bodemkaart van Schaal i:jo ooo Nederland Stichting voor Bodemkartering De minister van Landbouw en Visserij heeft de Stichting voor Bodemkartering opgedragen een bodemkaart

Nadere informatie

Bijlage 1: Kaarten Toelichtingen op de Kaarten

Bijlage 1: Kaarten Toelichtingen op de Kaarten Bijlage 1: Kaarten Toelichtingen op de Kaarten kaart 1: Geomorfologische kaart Schaal: 1:15.000 Bron: Alterra, 2008: Geomorfologische kaart van Nederland, 1:50.000, blad 26 W/O, Wageningen. Omschrijving:

Nadere informatie

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha Kavelpaspoort Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk Pilot Natuurlijk Ondernemen 2,952 ha Geografie en ligging Het gebied van Son en Breugel ligt in het stroomgebied van De Dommel. Tussen de

Nadere informatie

Kaart 1 Overzichtskaart. Legenda. Duurswold. Veenkoloniën. Hunze. Drentse Aa. Peilbesluit Paterswolde en stad Groningen

Kaart 1 Overzichtskaart. Legenda. Duurswold. Veenkoloniën. Hunze. Drentse Aa. Peilbesluit Paterswolde en stad Groningen Duurswold Veenkoloniën Hunze Drentse Aa Peilbesluit en stad Kaart 1 Overzichtskaart 0 500 1.000 2.000 3.000 4.000 Schaal: 1:100.000 Datum: 4-11-2014 O:\Peilbesluit\Pr ojects\_stad groningen\kaarten 1646

Nadere informatie

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland Post I Opdracht I: Om welke twee landschappen gaat het? A: Oude duinen B: Zeekleilandschap Grondsoorten: Bodemgebruik: Inrichtingselementen: A: Oud duinzand A: Bos A: Kasteel, woningen B: Jonge zeeklei

Nadere informatie

Landschap en Bodem Noordoost Veluwe en IJssel- vallei. Toine Jongmans

Landschap en Bodem Noordoost Veluwe en IJssel- vallei. Toine Jongmans Landschap en Bodem Noordoost Veluwe en IJssel- vallei Toine Jongmans Nederland : Rijn-Maas delta Nederland is aangevoerd en opgebouwd door rivieren 2,5 miljoen jaar 2,5 miljoen 10.000 jr. geleden Het Pleistoceen

Nadere informatie

Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap.

Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap. Werkstuk door een scholier 2220 woorden 4 maart 2003 6,1 59 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1.1 Inleiding Nederland, een land wat bestaat uit verschillende soorten landschappen. Al deze landschappen

Nadere informatie

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2011.

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2011. Aanvulling Dictaat Inleiding Bodem Voor versie 2010 Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) ktober 2011 Inhoud - Practicumhandleiding Wat is een bodem P3 Practicum Wat is een bodem P3.1

Nadere informatie

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen. 5 Lastige woorden Blad Zand en klei Heide Een lage plant met paarse bloemen. Voedingsstoffen Voedsel dat planten nodig hebben om te groeien. Boomgaard Een stuk land met fruitbomen. Greppel Een kleine droge

Nadere informatie

Grondsoort en grondprijs

Grondsoort en grondprijs Grondsoort en grondprijs November 2016 Huib Silvis, Martien Voskuilen (Wageningen Economic Research) Paul Peter Kuiper (Kadaster) en Everhard van Essen (Aequator) Grondpercelen met lichte en zware zavel

Nadere informatie

Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen

Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen 2017 1. Administratieve gegevens Laagland Archeologie VOF werd door LSG bvba aangesteld om een landschappelijk booronderzoek uit te voeren op een terrein

Nadere informatie

BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM

BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR HET PARKHUIS TE DUBBELDAM Stichting voor Bodemkartering St aringgebouw Wageningen Tel. O857O - 6573 Rapport nr. 900 BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM door

Nadere informatie

Wijziging Regeling herverkaveling

Wijziging Regeling herverkaveling LNV Wijziging Regeling herverkaveling Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 10 januari 2005, nr. TRCJZ/2004/5883, houdende wijziging van de Regeling herverkaveling Gelet

Nadere informatie

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan? Praktische-opdracht door een scholier 1523 woorden 16 januari 2006 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Stap 1: De onderzoeksvraag Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap

Nadere informatie

Toeristen in Nederland

Toeristen in Nederland Toeristen in Nederland Het is bijna zomer. Veel Nederlanders gaan lekker op vakantie naar het buitenland. Maar er komen ook heel veel buitenlandse toeristen naar Nederland. Hoeveel zijn dat er eigenlijk?

Nadere informatie

Pingoruïnes. Strandheem

Pingoruïnes. Strandheem Pingoruïnes Op dit punt liggen drie zogenaamde pingoruïnes bij elkaar. Tijdens het ontwikkelen van bedrijventerrein Azeven Noord zijn deze pingoruïnes ontdekt en gerestaureerd. Nu vormen ze een uniek stukje

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense d Werkstuk door een scholier 1890 woorden 30 oktober 2004 7 79 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde De Loonse en Drunense D A. Tot welk landschapstype behoort het

Nadere informatie

Stichting voor Bodemkartering ~ : 'AGsSNINGEN MBLIOTHBiK

Stichting voor Bodemkartering ~ : 'AGsSNINGEN MBLIOTHBiK r STICHTING VOOfc BODEMKARTEftlNG Stichting voor Bodemkartering WAGENINGEN ~ : 'AGsSNINGEN MBLIOTHBiK Directeur; Dr.Ir. F..G. Pijl: Rapport no. 543. RAPPORT BETREFFENDE DE BODEMGESTELDHEID VAM ENIGE PERCELEN

Nadere informatie

LEZEN. Terpentijd - 1500

LEZEN. Terpentijd - 1500 1 LEZEN Terpentijd - 1500 Friesland bestaat eigenlijk uit drie delen: de klei, het veen en het zand. De eerste boeren woonden op het zand (De Wouden en Gaasterland). Hun aardewerk in de vorm van trechters

Nadere informatie

Module Bodem, substraat en potgrond

Module Bodem, substraat en potgrond Module Bodem, substraat en potgrond De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon Auteur Harm Geert

Nadere informatie

OPDRACHTEN bij de FIETSEXCURSIE van het project MOOI HOOGLAND-WEST!

OPDRACHTEN bij de FIETSEXCURSIE van het project MOOI HOOGLAND-WEST! ietsroute Hoogland West OPDRACHTEN bij de FIETSEXCURSIE van het project MOOI HOOGLAND-WEST! 5 4 6 3 2 1 Let op het verkeer en zet je fiets goed aan de kant! Mooi Hoogland-West! 1 Bolle akker locatie 1

Nadere informatie

Roestig land. De Wijstgronden

Roestig land. De Wijstgronden Roestig land De Wijstgronden Verslag van de lezing en excursie van Professor R. T. van Balen en Nico Ettema voor de Werkgroep Geologie en Landschap. Bedafse Bergen, Uden. 10.00-1600 uur. Een mooie herfstdag.

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT dia 1 RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT Helperzoomtunnel Jan Pieter Schuitemaker Helperzomtunnel dia 3 Geologie Noordoost Nederland GEOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN WAAR WE IN DE GEOTECHNIEK

Nadere informatie

Tastbare Tijd, Bilthoven

Tastbare Tijd, Bilthoven Tastbare Tijd, Bilthoven WERKBLAD Tijdlaag tot 1000 Op de grens van droog en nat a. Welke dorpen en kernen liggen er allemaal in deze gemeente? b. Aan welke gemeenten grenst de gemeente de Bilt? c. Wat

Nadere informatie

Ter Wisch. Kaart 1; Overzicht. Peilbesluit Ter Wisch Westerwolde bebouwing boezem. rijksgrens. hoofdweg hoofdspoorwegennet.

Ter Wisch. Kaart 1; Overzicht. Peilbesluit Ter Wisch Westerwolde bebouwing boezem. rijksgrens. hoofdweg hoofdspoorwegennet. Kaart 1; Overzicht Peilbesluit Westerwolde bebouwing boezem Nieuweschans Uiterburen Zuidbroek Muntendam Heiligerlee Winschoten hoofdweg hoofdspoorwegennet hoofdwaterlichaam Veendam Ommelanderwijk Oude

Nadere informatie

Groei voorbereiden. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Groei voorbereiden. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2 Groei voorbereiden De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Groei voorbereiden WEGWIJZER Deze module

Nadere informatie

Zaandam (dam van de bewoners van de Zaan), Purmerend (plaats die aan. het einde van het meer de Purmer ligt) of Almere (genoemd naar een meer

Zaandam (dam van de bewoners van de Zaan), Purmerend (plaats die aan. het einde van het meer de Purmer ligt) of Almere (genoemd naar een meer ANTWOORDENBLAD 5.8 TOPONIEMEN Leerdoelen: Je begrijpt waarom bepaalde kenmerken en elementen van het historische cultuurlandschap behouden worden. Je weet dat toponiemen informatie kunnen geven over het

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde het Nederlands Landschap

Praktische opdracht Aardrijkskunde het Nederlands Landschap Praktische opdracht Aardrijkskunde het Nederlands Landschap Praktische-opdracht door een scholier 2220 woorden 15 juni 2007 6,3 33 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Praktische opdracht 3 Inleiding Deze

Nadere informatie

BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN

BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN Bijlage 2 bij de toelichting BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN i BODEMONDERZOEK GROEILOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN In opdracht van: Tuinbouw Ontikkelings Maatschappij

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

1 Glaciale invloeden op basis van U1-metingen

1 Glaciale invloeden op basis van U1-metingen 1 Glaciale invloeden op basis van U1-metingen 1.1 Samenvatting In de ondergrond van Nederland worden waterspanningen (u1) bij sonderingen gemeten die ver boven de heersende waarde van de stijghoogte kunnen

Nadere informatie

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd) MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Beknopte watersysteemanalyse de Knoop, Doetinchem Arnhem, 29 juli 2015

Nadere informatie

Perceelonderzoek Gerven. Perceel: G306 (Driest) Datum onderzoek: , en Ligging:

Perceelonderzoek Gerven. Perceel: G306 (Driest) Datum onderzoek: , en Ligging: Perceelonderzoek Gerven Perceel: G306 (Driest) Datum onderzoek: 23-10-2009, 31-10-2009 en 06-11-2009 Ligging: Detail top.krt. 1:10.000 met ligging perceel Detail kad.krt. 1830 met ligging perceel Luchtfoto

Nadere informatie

Kaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden

Kaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden 28 Watersysteem en ondergrond Het IJsselmeergebied is het grootste zoetwaterbekken van Nederland en zal in de toekomst steeds belangrijker worden voor de strategische zoetwatervoorziening. Daarnaast vormt

Nadere informatie

Bodem, Plantengroei en Landschap

Bodem, Plantengroei en Landschap Bodem, Plantengroei en Landschap Wim Chardon Met dank aan collega s Opzet presentatie Wat is bodem Ontstaan landschap Belangrijke processen in bodem voor Bestaande natuur Natuurontwikkeling Bodem Het woord

Nadere informatie

Grond onder je voeten

Grond onder je voeten Grond onder je voeten Hé hé, wie heeft z n voeten niet geveegd? Overal ligt modder. Kijk allemaal onder je schoenen! Loop je even door de tuin en daar begint het gezeur. Grond op de vloer vinden we blijkbaar

Nadere informatie

Demonstrator Gidsmodellen Nederlandse steden.

Demonstrator Gidsmodellen Nederlandse steden. Demonstrator Gidsmodellen Nederlandse steden. Wim Timmermans, Giilbert Maas, Vincent Grond Probleem 1. Steden staan niet los van hun omgeving. Als je een kuststad als Haarlem vergelijkt met Apeldoorn op

Nadere informatie

VELDWERK LANDSCHAP Zwin Natuurcentrum veldwerkboekje. Groepsnaam: Datum:. OPDRACHT: waardering van het landschap. Opdracht 1: bekijk het landschap

VELDWERK LANDSCHAP Zwin Natuurcentrum veldwerkboekje. Groepsnaam: Datum:. OPDRACHT: waardering van het landschap. Opdracht 1: bekijk het landschap VELDWERK LANDSCHAP Zwin Natuurcentrum veldwerkboekje Groepsnaam: Datum:. OPDRACHT: waardering van het landschap Opdracht 1: bekijk het landschap OPDRACHT: waardering van het landschap Opdracht 2: een eigen

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den

Nadere informatie

Een Aardkundige Wandeling in de Appelbergen

Een Aardkundige Wandeling in de Appelbergen Een Aardkundige Wandeling in de Appelbergen door: Anja Verbers februari 2012 A. Luchtfoto Appelbergen B. Hoogtekaart Appelbergen (Bron: resp. Google Earth en AHN) C. Deze wandeling is tot stand gekomen

Nadere informatie

Instructie en werkbladen veldpracticum perceelvariatie

Instructie en werkbladen veldpracticum perceelvariatie Instructie en werkbladen veldpracticum perceelvariatie CIV themadag2 perceelvariatie bodem David van der Schans Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Akkerbouw,

Nadere informatie

STICHTING VOOR BODEMKARTERING BENMEtCOM BIBLIOTHEEK

STICHTING VOOR BODEMKARTERING BENMEtCOM BIBLIOTHEEK L.' ' t. Stichting voor Bodemkartering WA GENINGEN STICHTING VOOR BODEMKARTERING BENMEtCOM BIBLIOTHEEK Aanvullend rapport nr. 544 s DE_STAÏ AARDPEOFIELEN_IN_HET_RUILVEEKAVELINGSGEBIED "525 _50I NI) " door

Nadere informatie

Actualisatie van de bodemkaart

Actualisatie van de bodemkaart Actualisatie van de bodemkaart Folkert de Vries 11 februari 2010 Presentatie op Symposium actualisatie BIS2014 Wist u dat de Bodemkaart van Nederland.. Veel gebruikt wordt als wandversiering Wist u dat

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

Meten in de bovenste meter grondwater: rekening houden met neerslag

Meten in de bovenste meter grondwater: rekening houden met neerslag LMM e-nieuws 8 Oktober 2008 Heruitgave december 2017 Inhoud Inleiding Meten in de bovenste meter grondwater: rekening houden met neerslag Monitoring van effecten is meer dan het meten van mestgift en nitraatconcentraties

Nadere informatie

N76, Zwartberg, gemeente Genk

N76, Zwartberg, gemeente Genk Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in maart een archeologienota

Nadere informatie

IJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd

IJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd IJstijden Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd IJstijden Glaciaal tijdens het pleistoceen 2.500.000-100.000 jaar geleden 1. ijs duwt de bodem naast en voor zich om hoog en zo ontstonden stuwwalen. 2. ijs

Nadere informatie

Bodembenutting belangrijk gegeven voor bedrijfsbenutting

Bodembenutting belangrijk gegeven voor bedrijfsbenutting Bodembenutting belangrijk gegeven voor bedrijfsbenutting DE BODEM ONDER EEN VRUCHTBARE KRINGLOOP Nick van Eekeren DMS Vertrekpunt grondsoort Welke grondsoort zit u? Zie ook bodemdata.nl Losser 101 Veldpodzolen.

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE?

ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE? W E R K D O C U M E N T ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE? door ir. M.A. Viergever 1980-138 Ado april 9340 M ' T N T S T E R I E V A N V E R K E E R E N W A T E R S T A A T S D I E N S T V O O R D E I J

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

De geschiktheid van een complex gronden. ten westen van Wageningen om als proeftuinen te dienen.

De geschiktheid van een complex gronden. ten westen van Wageningen om als proeftuinen te dienen. Rapport no. 582. De geschiktheid van een complex gronden ten westen van Wageningen om als proeftuinen te dienen. door: Ir. J.C. Pape en C.J.M. Kraanen. t Bennekom, januari 1962., t v -, t " r\ ff» v i

Nadere informatie

Instructieblad Aarde Activiteit 1.01: Grondsoorten

Instructieblad Aarde Activiteit 1.01: Grondsoorten 1. Wat ga je doen? Deze les gaat over grond en grondsoorten. Je gaat leren wat grondsoorten zijn, waar die in (de kop van) Noord-Holland te vinden zijn, wat het bijzondere aan deze grondsoorten is, en

Nadere informatie

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied uit: Riet Moens / Bouwrijp maken http://team.bk.tudelft.nl/publications/2003/earth.htm Uit: Standaardgidsen (1999) 1.7.3 Uitwerking voor stedelijke functies De

Nadere informatie

1 Teeltgebieden in Nederland

1 Teeltgebieden in Nederland 1 Teeltgebieden in Nederland Oriëntatie Als beginnend vakgenoot heb je je misschien wel eens afgevraagd waar je je planten vandaan moet halen. Uiteraard niet bij de bloemist op de hoek, maar ook niet bij

Nadere informatie

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen Laagland Archeologie Rapport 38 Advies Bouwlocatie Oranjestraat 10-14 te Tubbergen, gem. Tubbergen December, 2016 Versie 1.0 (concept) In opdracht van: SOM= 7 Colofon Laagland Archeologie Rapport 38 Auteur:

Nadere informatie

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Wat is grondwater Grondwater is water dat zich in de ondergrond bevindt in de ruimte tussen vaste deeltjes, zoals zandkorrels. Indien deze poriën geheel met water

Nadere informatie

Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl

Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl 6 augustus 2018 Dit is een voorlopige versie. De methode kan nog verbeterd en de droogte van 2018 is nog niet ten einde. Commentaar

Nadere informatie

Bodemonderzoek op locaties Pilot OMAB

Bodemonderzoek op locaties Pilot OMAB Bodemonderzoek op locaties Pilot OMAB Colofon Titel: Bodemonderzoek op locaties Pilot OMAB Opdrachtgever: Stimarke Uitgebracht door: Status: Badus Bodem & Water Bevrijdingsstraat 24 6703 AA Wageningen

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

Aanleiding / Problematiek / Doel

Aanleiding / Problematiek / Doel Dorpsranden een onderzoek naar dorpsranden in het landschap door Lea van Liere, Katarina Noteberg en Maike Warmerdam Aanleiding / Problematiek / Doel Aanleiding rivierverruimende maatregelen langs de IJssel

Nadere informatie