Abortus. in Nederland. dr Jany Rademakers Jaarverslag. van de landelijke abortusregistratie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Abortus. in Nederland. dr Jany Rademakers 1993-2000. Jaarverslag. van de landelijke abortusregistratie"

Transcriptie

1 dr Jany Rademakers Abortus in Nederland Jaarverslag van de landelijke abortusregistratie Stichting Samenwerkende Abortusklinieken Nederland

2

3 dr Jany Rademakers Abortus in Nederland Jaarverslag van de landelijke abortusregistratie Stichting Samenwerkende Abortusklinieken Nederland

4 COLOFON Abortus in Nederland , Jaarverslag van de landelijke abortusregistratie is een uitgave van de Samenwerkende Abortusklinieken Nederland, Heemstede StiSAN Analyse en tekst: Jany Rademakers Dataverzameling: Eduard Berentzen Redactie en begeleiding: Bert van der Ham, Yvonne Hazeveld, Grete Wijte, Eylard van Hall Vormgeving: Frank van Veen bno, Den Haag Drukwerk: Drukkerij Polstra b.v., Voorburg Deze uitgave is mogelijk gemaakt door een subsidie van het Ministerie van VWS ISBN nummer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch mechanisch, door fotokopieën opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

5 INHOUDSOPGAVE 1 VOORWOORD door Prof. dr Eylard van Hall, voorzitter StiSAN 2 ABORTUS IN NEDERLAND 1.1 De stand van zaken De abortusregistratie 7 De Abortuspil 9 ONTWIKKELINGEN IN HET LAATSTE DECENNIUM 2.1 Situatie aan het begin van de jaren negentig (1991/1992) (Impressionistisch) beeld van de ontwikkelingen in de abortuspopulatie Medisch technische ontwikkelingen (abortuspil, anesthesie) Politieke en maatschappelijke ontwikkelingen 19 Anesthesiologie in de abortuskliniek 21 ABORTUS BIJ IN NEDERLAND WONENDE VROUWEN (2000) 3.1 Inleiding Demografische kenmerken en zwangerschapservaring van de abortuscliëntes Anticonceptie en wat er mis kan gaan Allochtone vrouwen Ongewenste zwangerschap en abortus bij jongeren Medisch technische aspecten van de behandelingen 35 Asielzoekers 36 ABORTUS BIJ VROUWEN UIT HET BUITENLAND (2000) 4.1 Inleiding Landen van herkomst Demografische kenmerken en zwangerschapservaring van de abortuscliëntes 38 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Ontwikkelingen in aantallen abortus Ontwikkelingen in de abortuspopulatie Medisch technische ontwikkelingen Aanbevelingen Summary 49 Literatuur 50 Adreslijst StiSAN-klinieken 53 Jaarverslag Landelijke Abortus 1

6 Voorwoord VOORWOORD Toen in 1999 Stimezo Nederland formeel ophield te bestaan verdween daarmee in zekere zin het visitekaartje van de Nederlands abortushulpverlening. De Permanente Registratie die in 1974 was gestart heeft jarenlang een objectief beeld gegeven van de epidemiologie en de maatschappelijke ontwikkelingen van abortus in Nederland, en daarmee een stevig wapen gefourneerd om waar nodig tendentieuze en negatieve berichtgeving in binnen- en buitenland over de kwaliteit van de Nederlandse abortushulpverlening te weerleggen. Hoewel de wettelijk verplichte maar summiere jaarlijkse abortusregistratie voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg uiteraard wel doorging, werd helaas de centrale dataverzameling en -analyse en de daarbijbehorende rapportage in 1993 beëindigd waardoor over een lange periode waardevolle informatie ontbreekt. Nadat in 2000 de Stichting Samenwerkende Abortusklinieken Nederland (StiSAN) als opvolger van Stimezo werd opgericht, was een van de eerste prioriteiten het weer opstarten van de landelijk abortusregistratie. Gelukkig vonden wij Jany Rademakers, wetenschappelijk medewerkster van het NISSO, wederom bereid om de verzamelde gegevens te bewerken en van commentaar te voorzien. Het resultaat daarvan wordt weergegeven in dit rapport dat de naam Abortus in Nederland heeft meegekregen. Het rapport omvat in grote lijnen twee periodes: de jaren , waarvan de deels onvolledige gegevens en trends in hoofdstuk 2 worden besproken en het jaar 2000, waarin voor het eerst onder verantwoordelijkheid van StiSAN centrale gegevens werden verzameld, en waarvan de analyses in hoofdstukken 3 en 4 worden weergegeven. Nederland stond sinds jaar en dag bekend om het laagste abortuscijfer ter wereld. Helaas moet worden geconstateerd dat de laatste jaren een kentering gaande is. Bedroeg het abortuscijfer in 1992 nog 5.5 per 1000 vrouwen (15-44 jaar), in 2000 was dit cijfer opgelopen tot 8.0, en zijn wij intussen door onze zuider- en oosterburen voorbijgestreefd, landen waarvandaan nog niet zolang geleden vrouwen naar ons land kwamen om een abortus te ondergaan. In België staat momenteel het abortuscijfer op 5,7 en in Duitsland op 7,7 per 1000 vrouwen. De belangrijkste verklaring voor deze trend lijkt te zijn de absolute en relatieve toename van risicogroepen met betrekking tot ongewenste zwangerschap in de Nederlandse bevolking, met name van allochtone vrouwen en meisjes. Wij kunnen echter onze ogen niet sluiten voor de mogelijkeid dat ook bij autochtone vrouwen het anticonceptiegedrag, door een zekere mate van in dit tijdsgewricht passende laisser faire mentaliteit, in negatieve zin aan het veranderen is. Wij zien immers ook een stijging van het aantal seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) plaatsvinden. Het is dan ook van groot belang dat de voorlichting over de oorzaken en de preventie van ongewenste (tiener)-zwangerschappen weer hoog op de agenda komt te staan, zeker nu van overheidswege besloten is om een van de meest effectieve en laagdrempelige instellingen op het gebied van de Nederlandse reproductieve gezondheidszorg, de Rutgershuizen, te sluiten. 2 Jaarverslag Landelijke Abortus

7 Voorwoord Hier ligt een taak voor de koepelorganisatie StiSAN, waarbij intussen 15 van de 17 abortusklinieken zijn aangesloten. Sinds enige tijd boog StiSAN zich al over de vraag of de hulpverleningstaak van een abortuskliniek niet aan herwaardering toe was. Nu de Rutgers Stichting in de huidige vorm op houdt te bestaan is deze discussie in een stroomversnelling geraakt. Belangrijk uitgangspunt bij de ontwikkeling van onze beleidsvisie is dat de taken zoals die nu bij de bureaus van de Rutgers Stichting worden uitgevoerd voorlichting en advies op het gebied van geboorteregeling en seksualiteit en de seksuologische hulpverlening meer plaats en ruimte krijgen. Op dit moment wordt er voorlichting gegeven over anticonceptie en in enkele abortusklinieken vindt seksuologische hulpverlening plaats en worden zelfs fertiliteitsbehandelingen in de vorm van KID en IVF aangeboden. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de infrastructuur aanwezig is om deze taken verder uit te bouwen en vorm te geven. Men zou in deze situatie dus niet meer spreken van een abortuskliniek, de naam (eerstelijns) centrum voor seksualiteit, anticonceptie en abortus zou beter passen. In deze centra kunnen mannen en vrouwen terecht met vragen en problemen op het gebied van seksualiteit, anticonceptie, soa, zwangerschapsafbreking en in enkele gevallen fertiliteits-vraagstukken. Het is verheugend dat het ministerie van VWS de bereidheid heeft getoond om constructief mee te werken aan een verdere ontwikkeling van deze filosofie, hetgeen er toe geleid heeft dat begin 2002 concrete afspraken zijn gemaakt met zeven abortusklinieken (MR 70 in Amsterdam, Pretermkliniek in Den Haag, en de klinieken in Rotterdam, Goes, Eindhoven, Arnhem en Groningen) met betrekking tot de overname van de taken van de Rutgershuizen in deze steden. De verwachting bestaat dat in de loop van 2002 nadere afspraken zullen kunnen worden gemaakt over een structurele positionering en financiering van de nieuwe centra voor seksualiteit, anticonceptie en abortus. Het zou dus wel eens kunnen zijn dat het volgende jaarverslag over de periode , naast de landelijke abortusregistratie ook de gegevens zal bevatten van de registratie medische en seksuele hulpverlening. En, wie weet, zou dan al melding kunnen worden gemaakt van een ombuiging in positieve zin van de abortuscijfers. Een betere beloning voor een nieuw beleid zou nauwelijks denkbaar zijn. Eylard V. van Hall Voorzitter Algemeen Bestuur StiSAN Jaarverslag Landelijke Abortus 3

8 Abortus in Nederland 4 Jaarverslag Landelijke Abortus

9 1.1 De stand van zaken ABORTUS IN NEDERLAND 1.1 De stand van zaken De Nederlandse abortushulpverlening in speciaal daartoe opgerichte klinieken bestaat inmiddels dertig jaar. In 1969 is de Stichting voor Medisch Verantwoorde Zwangerschaps Onderbreking (Stimezo) opgericht en werd in Nederland de eerste kliniek geopend. In de jaren daarna volgden er meerdere. Door de concentratie van de hulpverlening in gespecialiseerde klinieken was deze toegankelijk, laagdrempelig en niet onnodig gemedicaliseerd, zeker in vergelijking met landen waar de behandelingen worden uitgevoerd door gynaecologen in algemene ziekenhuizen. Zo worden de meeste behandelingen in Nederland relatief vroeg in de zwangerschap uitgevoerd en vindt het merendeel van de abortus plaats onder lokale verdoving. In de loop van de jaren werd de poliklinische abortushulpverlening steeds verder geprofessionaliseerd, zowel in medisch-technisch, psychosociaal als organisatorisch opzicht. Op 1 januari 1999 werd, na 30 jaar, Stimezo Nederland als koepel van de abortusklinieken opgeheven. Een jaar later werd StiSAN opgericht. Directe aanleiding voor de oprichting van StiSAN was het gemis aan structurele samenwerking tussen de abortusklinieken. Hoewel het verrichten van een zwangerschapsafbreking in de jaren zeventig nog illegaal was, werden de klinieken door de overheid gedoogd. Het zou na de oprichting van de eerste kliniek echter nog ruim tien jaar duren voor er een wet van kracht werd, die het uitvoeren van abortus legaliseerde. De Wet Afbreking Zwangerschap (WAZ) werd in 1981 door het Nederlandse parlement aangenomen, en trad in 1984 in werking. De hoofdpunten van de Wet Afbreking Zwangerschap zijn: Abortus blijft in het Wetboek van Strafrecht, maar mag uitgevoerd worden als aan de eisen en voorschriften van de WAZ is voldaan; Abortus mag alleen worden uitgevoerd door artsen in klinieken of ziekenhuizen die daarvoor een vergunning hebben van het Ministerie van VWS; De vrouw moet in een noodsituatie verkeren. Of hiervan sprake is moet door de vrouw en de arts samen worden vastgesteld; De arts moet de vrouw voorlichting verstrekken over andere oplossingen van haar noodsituatie en verricht de behandeling alleen wanneer hij of zij zich er van heeft overtuigd dat de vrouw haar beslissing na zorgvuldige overweging en in vrijwilligheid heeft genomen; Tussen het eerste gesprek met de arts (dit kan ook de verwijzende huisarts zijn) en de feitelijke ingreep moet een bedenkperiode van vijf dagen in acht worden genomen; Abortus mag worden uitgevoerd tot het moment dat de vrucht buiten het lichaam van de vrouw levensvatbaar zou zijn. Bij de huidige stand van de medische wetenschap ligt dit punt bij 24 weken. In verband met mogelijke onnauwkeurigheid bij het vaststellen van de zwangerschapsduur wordt in de praktijk maximaal behandeld tot een zwangerschapsduur van 22 weken. Voor vrouwen die in Nederland wonen wordt de ingreep vergoed vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Vrouwen die uit het buitenland naar Nederland komen voor een abortus moeten de behandeling zelf betalen. Op dit moment zijn er in Nederland 17 abortusklinieken (met in totaal 19 vergunningen in het kader van de WAZ). Elf van deze klinieken hebben ook een aanvullende vergunning Jaarverslag Landelijke Abortus 5

10 Abortus in Nederland om tweede trimesterbehandelingen uit te voeren (IGZ, 2001). Hoewel het merendeel van de zwangerschapsafbrekingen in Nederland in abortusklinieken wordt uitgevoerd (in ,1%) heeft ook een groot aantal ziekenhuizen een vergunning in het kader van de WAZ. In 2000 waren dat er 110. Een deel daarvan verricht echter geen (N=19) of nauwelijks (N= 26) zwangerschapsafbrekingen (IGZ, 2001). In 2000 werden in Nederland in totaal abortusbehandelingen uitgevoerd: bij in Nederland wonende vrouwen en bij vrouwen uit het buitenland. Bij 9 vrouwen was het land van vestiging onbekend. Bij deze cijfers zijn ook overtijdbehandelingen inbegrepen. Een overtijdbehandeling is een zwangerschapsafbreking tot een periode van maximaal 16 dagen over tijd. Formeel valt deze behandeling buiten de Wet Afbreking Zwangerschap, maar alle klinieken die overtijdbehandelingen uitvoeren hebben ervoor gekozen om deze ook te registreren, zodat een volledig beeld van alle zwangerschapsafbrekingen in Nederland gewaarborgd blijft. Het aantal Nederlandse cliëntes is tussen 1999 en 2000 met 5% gestegen; het aantal buitenlandse cliëntes daalde daarentegen met bijna 3,5% (IGZ, 2001). Op de achtergronden van de stijging bij Nederlandse cliëntes zal in hoofdstuk 3 nader worden ingegaan. De veranderingen in de populatie buitenlandse abortuscliëntes komen in hoofdstuk 4 aan de orde. Ondanks de stijging onder Nederlandse cliëntes heeft Nederland in vergelijking met andere westerse landen- een laag abortuscijfer (zie tabel 1; bronnen: Henshaw et al., 2001; IGZ, 2001). Het abortuscijfer is het aantal abortus dat jaarlijks wordt uitgevoerd per 1000 vrouwen in de vruchtbare leeftijd (15-44 jaar). Tabel 1: Abortuscijfer per 1000 vrouwen (15-44 jaar), diverse landen en jaren Tot en met 1996 had Nederland het laagste abortuscijfer ter wereld, de laatste Land Nederland België (2000) (1997)* Abortuscijfer 8,0 5,7 jaren op de voet gevolgd door België. In 1996 was het abortuscijfer in Nederland 6.5, in België 6.8 (inclusief Belgische vrouwen die in Nederland geaborteerd worden). Duitsland (1997)** 7,7 Echter, door de toename van Engeland en Wales Zweden Verenigde Staten Bulgarije Estonia (1997) (1996) (1996) (1996) (1996) 15,8 18,7 22,9 51,3 53,8 Nederlandse cliëntes en de daling van het aantal cliëntes in de landen om ons heen, is deze gunstige positie overgenomen door België. In 1997 was het Belgische abortuscijfer 5.7, het Nederlandse 6.6. De * inclusief de Belgische vrouwen die in Nederland vergelijking met Duitsland kan op dit ** behandeld worden exclusief de Duitse vrouwen die in Nederland behandeld worden moment niet gemaakt worden omdat in het Duitse abortuscijfer de Duitse vrouwen die in Nederland worden behandeld niet zijn inbegrepen, waardoor het lager uitvalt dan in werkelijkheid het geval is. In veel andere Noord- en West-Europese landen en in de Verenigde Staten is het abortuscijfer twee- tot driemaal zo hoog als in Nederland. De Oost-Europese landen en de voormalige Sovjetrepublieken hebben zeer hoge abortuscijfers, omdat het gebruik van moderne, effectieve anticonceptiemiddelen daar nog minder gebruikelijk is dan in Westen Midden-Europa en de Verenigde Staten. In deze landen is abortus ook van oudsher meer geaccepteerd als methode van geboortenregeling. Bij de vergelijking van abortuscijfers is het van belang alleen gegevens te gebruiken van 6 Jaarverslag Landelijke Abortus

11 1.2 De abortusregistratie landen waar de abortusregistratie compleet is, dat wil zeggen waar alle zwangerschaps-afbrekingen ook in de statistieken terecht komen. In een aantal landen, waar abortus niet of uitsluitend onder zeer strenge voorwaarden wettelijk is toegestaan, of waar een groot taboe heerst rondom het (laten) afbreken van een zwangerschap, worden niet altijd alle behandelingen geregistreerd. Ook zijn er landen die een deel van hun zwangerschapsafbrekingen exporteren naar andere landen waar de wetgeving liberaler en de hulpverlening toegankelijker is. Zo werden er in Nederland van oudsher relatief veel Belgische en Duitse cliëntes behandeld. 1.2 De abortusregistratie In 1974 startte Stimezo Nederland met het systematisch verzamelen van gegevens van vrouwen die zich tot de klinieken wendden voor een zwangerschapsafbreking. Deze Permanente Registratie was een gezamenlijk project van de Nederlandse abortusklinieken die op vrijwillige basis gegevens verzamelden en deze voor analyse beschikbaar stelden aan Stimezo Nederland. Deze eerste vorm van registratie werd uitgevoerd met de volgende doelstellingen: 1 Het krijgen van inzicht in de samenstelling van de abortuspopulatie, vooral met het oog op de ontwikkeling van een beleid voor de preventie van ongewenste zwangerschap (het onderkennen van risicogroepen en het vaststellen van hiaten in de anticonceptiehulpverlening); 2 Het bewaken van de kwaliteit van de hulpverlening (kwantitatief inzicht in het optreden van complicaties; in de aard van de anticonceptieadvisering); 3 Het verwerven van inzicht in de omvang en spreiding van de behoefte aan abortus (in verband met de capaciteitsplanning van klinieken); 4 Het volgen van de behoefte aan herhaalde abortus; en 5 Het leggen van een basis voor verder onderzoek met betrekking tot het probleem ongewenste zwangerschap (Schnabel, 1976). Vanaf 1977 werden de gegevens uit deze registratie (twee-)jaarlijks geanalyseerd en gepubliceerd. Met de invoering van de Wet Afbreking Zwangerschap (WAZ) werd de abortusregistratie een wettelijke verplichting voor alle klinieken en ziekenhuizen die de behandeling uitvoeren. Het tot dan toe gehanteerde registratiesysteem veranderde van aard, omvang en intensiteit (Rademakers, 1987). Allereerst kreeg de registratie nu ook de functie van controle-instrument ten behoeve van de Inspectie voor de Volksgezondheid en het Ministerie van VWS (toen WVC). De gegevens stonden nu niet meer uitsluitend ten dienste van degenen die ze aanleverden en de angst bestond dat de invullers zich daarom ook minder met de registratie zouden kunnen identificeren (Ketting en Leseman, 1986). Verder veranderde de registratie in omvang en intensiteit: meer mensen en instanties raakten erbij betrokken en in plaats van een jaarlijkse of tweejaarlijkse publicatie moesten de klinieken en ziekenhuizen nu elke drie maanden hun totaalcijfers aanleveren bij de Inspectie. De gegevens van deze Landelijke Abortusregistratie werden centraal verwerkt en opgeslagen bij de Stichting Informatiecentrum voor de Gezondheidszorg (SIG), en Stimezo Nederland kon gebruik maken van dit bestand voor haar overzichten. Dit systeem heeft gefunctioneerd tot 1 januari Toen was de automatisering in de klinieken inmiddels zo ver voortgeschreden dat klinieken de gegevens van de abortusregistratie zelf gingen beheren en ook de driemaandelijkse overzichten voor de Inspectie produceerden. Daarbij werd gebruik gemaakt van verschillende, niet altijd bij elkaar aan- Jaarverslag Landelijke Abortus 7

12 Abortus in Nederland sluitende, computerprogramma s. Er werd in de jaren die volgden geen centraal bestand van gegevens uit de abortusregistratie opgebouwd en jaaroverzichten konden derhalve niet worden geproduceerd. Het laatste rapport over de jaren 1991 en 1992 verscheen in 1995 (Rademakers, 1995). De gegevens waarover de Inspectie voor de Volksgezondheid beschikte waren geaggregeerd, dat wil zeggen dat de gegevens per vraag reeds bij elkaar waren opgeteld, en derhalve ongeschikt voor nadere analyse. Pogingen die in de jaren tussen 1993 en 1999 werden ondernomen om een centraal bestand op te bouwen mislukten. Bij de oprichting van StiSAN was duidelijk dat men de abortusregistratie en de jaarlijkse analyse van de gegevens als belangrijke functie zag, en er werd opdracht gegeven aan het NISSO om met ingang van 1 januari 2000 weer over te gaan tot centrale gegevensverzameling en het opbouwen van een jaarbestand waarover analyses zouden worden verricht. Alle bij StiSAN aangesloten klinieken zouden aan dit project hun medewerking verlenen, alsmede enkele klinieken die (nog) geen lid waren. In hoofdstuk 3 en 4 worden de gegevens van het jaar 2000 geanalyseerd en beschreven. Over de jaren 1993 tot en met 1999 zouden de registratiegegevens eveneens bij elkaar worden gebracht, voor zover nog beschikbaar in de klinieken. In hoofdstuk 2 zullen deze (onvolledige) data worden beschreven en zullen de ontwikkelingen tussen het laatste jaar waarover gerapporteerd is (1992) en 2000 in grote lijnen in kaart gebracht worden. 8 Jaarverslag Landelijke Abortus

13 De abortuspil DE ABORTUSPIL Yvonne Hazeveld, directeur MR 70 Amsterdam Sinds 2000 is ook in Nederland de abortuspil beschikbaar. Voor de cliënt heeft dit als voordeel dat zij een extra keuze mogelijkheid heeft. De abortuspilbehandeling is een totaal andere dan de zuigcurettage. Allereerst komt de cliënte meerdere malen naar de kliniek. De intake en de inschrijving wijken niet af van andere behandelingen. Er wordt een afspraak gemaakt voor twee consulten: - Op dag een wordt de Mifegyne ingenomen - Op dag drie wordt de Cytotec ingenomen en dan verblijft de cliënte drie tot vier uur inde kliniek. Wanneer de cliënte aangeeft het zwangerschapsproduct kwijt te zijn, dan wordt er een echo gemaakt en vervolgens een afspraak voor de nacontrole. Wat is er anders in vergelijking met de zuigcurettage Voor de cliënte is het grootste verschil dat zij extra keuze heeft in het soort behandeling. Sommige vrouwen ervaren het gebruik van de abortuspil als het meer in eigen hand nemen van de abortus. Voor de hulpverleners is er ook een duidelijk verschil. De cliënte verblijft gedurende langere tijd in de kliniek en vraagt een andere begeleiding. De cliënte geeft zelf min of meer aan waar zij behoefte aan heeft. Daarnaast gaat de verpleegkundige regelmatig naar de cliënte toe om te kijken hoe het gaat. Dat heeft tot gevolg dat er meer gelegenheid is tot het leggen van contact. De hulpverleners hebben daardoor nog meer het gevoel iets voor iemand te kunnen betekenen. Een ander aspect van de behandeling is dat vrouwen een ruimte nodig hebben waar zij gedurende een aantal uren op comfortabele wijze kunnen verblijven. De abortuspil vraagt om een andere werkwijze met name ook op het terrein van voorlichting over het verloop van de behandeling. Er treed veel langer een bloeding op bij gebruik van de abortuspil en het is van belang dat mensen goed weten wat hen te wachten staat. Concluderend kan worden gesteld dat de abortuspil een goede aanvulling is op de abortushulpverlening. Het geeft vrouwen de ruimte om zelf te kiezen op welke manier zij de afbreking van de zwangerschap wensen. Voor de klinieken en de hulpverleners betekent de abortuspil een aanpassing op hun werkwijze en voor de behandeling met dit middel is een gedegen protocol van belang. Jaarverslag Landelijke Abortus 9

14 Ontwikkelingen in het laatste decennium 10 Jaarverslag Landelijke Abortus

15 2.1 Situatie aan het begin van de jaren negentig (1991/1992) ONTWIKKELINGEN IN HET LAATSTE DECENNIUM 2.1 Situatie aan het begin van de jaren negentig (1991/1992) Het totale aantal abortus (incl. overtijdbehandelingen) dat in Nederland werd uitgevoerd daalde in het begin van de jaren negentig langzaam tot behandelingen in De reden van deze daling was het feit dat steeds minder vrouwen uit het buitenland naar Nederland kwamen voor een abortus, voornamelijk omdat de hulpverleningsmogelijkheden in hun eigen land verder verbeterd waren. Desondanks lieten in 1994 nog buitenlandse vrouwen in Nederland hun ongewenste zwangerschap afbreken. Het merendeel van deze cliëntes was afkomstig uit Duitsland (44%), ruim een kwart (27%) uit België en Luxemburg. Nadat het aantal abortus bij in Nederland wonende vrouwen zich in het midden van de jaren tachtig had gestabiliseerd op een abortuscijfer van 5.1 per 1000 vrouwen (15-44 jaar) begonnen de behandelaantallen sinds 1990 langzaam te stijgen tot een abortuscijfer van 6.0 in Dit komt overeen met behandelingen. Absoluut gesproken en in vergelijking met andere landen was deze stijging marginaal te noemen. Nederland had immers nog steeds het laagste abortuscijfer ter wereld. De vergelijkbare abortuscijfers in andere westerse landen waren 2 tot 5 maal hoger dan in Nederland. Desalniettemin bleek het te gaan om een structurele stijging binnen de Nederlandse situatie. De belangrijkste verklaring voor deze trend was de absolute en relatieve toename van risicogroepen met betrekking tot ongewenste zwangerschap in de Nederlandse bevolking, met name van allochtone vrouwen en meisjes. Twee derde van de abortuscliëntes was tussen de 20 en 35 jaar oud, de helft van de cliëntes leefde al dan niet gehuwd- samen met een partner. Steeds meer cliëntes hadden al één of meer kinderen. Abortus werd dus steeds minder toegepast om gezinsvorming uit te stellen en meer om het uiteindelijke kindertal te beperken. Het belangrijkste verschil tussen abortuscliëntes en andere vrouwen in de vruchtbare leeftijd was de kwaliteit van hun anticonceptiegebruik. De abortuscliëntes gebruikten vaker geen of onbetrouwbare anticonceptiemethoden. Wanneer wel een betrouwbare methode (zoals de pil) werd gebruikt werden daar meer fouten bij gemaakt. Jongeren en allochtone vrouwen waren aan het begin van de jaren negentig evenals in de jaren daar voor- de belangrijkste risicogroepen met betrekking tot ongewenste zwangerschap en abortus. Het percentage allochtone vrouwen in de abortuspopulatie groeide langzaam maar gestaag. In 1992 was ruim 40 procent van de abortuscliëntes van allochtone herkomst. De helft van deze vrouwen kwam uit een van de grotere allochtone groepen in Nederland (Suriname, Nederlandse Antillen, Turkije en Marokko). De meest opvallende stijging in het vorige rapport bleek evenwel de toename van de groep vrouwen uit andere landen : in 1992 viel één op de vijf abortuscliëntes in deze categorie. Het betrof hier een heterogene verzameling nationaliteiten, steeds vaker ook vluchtelingen en asielzoekers. Deze ontwikkeling leidde tot de financiering van een nader onderzoek naar deze groep cliëntes door het Ministerie van VWS. De resultaten van dit onderzoek werden gepubliceerd in 1998 (Mouthaan, de Neef en Rademakers, 1998). Jaarverslag Landelijke Abortus 11

16 Ontwikkelingen in het laatste decennium 2.2 (Impressionistisch) beeld van de ontwikkelingen in de abortuspopulatie Over de periode 1993 tot en met 1999 bestaat geen volledig bestand met alle gegevens uit de abortusregistratie. De gegevens uit de ziekenhuizen waar abortus wordt uitgevoerd, die voorheen bij de Stichting Informatiecentrum voor de Gezondheidszorg (SIG) werden verwerkt en beheerd, worden sinds 1992 niet meer bewaard in een jaarbestand en zijn dus niet beschikbaar voor analyses. Wel zijn ze opgenomen in de totaalcijfers van de Geneeskundige Inspectie voor de Volksgezondheid. De abortusklinieken hebben in de periode wel alle gegevens geregistreerd en bewaard, maar niet alle bestanden konden worden aangeleverd en sommige bestanden waren om technische redenen niet bruikbaar. De analyses die in dit rapport over de periode gemaakt worden zijn gebaseerd op de gegevens van de Geneeskundige Inspectie voor de Volksgezondheid (tabel 2) en op de gegevens van zeven abortusklinieken over de periode en zes abortusklinieken in Deze abortusklinieken voerden respectievelijk 42,6% (1993), 44,2% (1994), 44,9% (1995), 44,0% (1996), 43,6% (1997), 37,4 (1998) en 31,9% (1999) van de zwangerschapsafbrekingen uit bij in Nederland wonende vrouwen. Deze selectie van abortusklinieken is geografisch over het hele land verspreid en vormt als zodanig een goede steekproef. Wel gaat het hier vooral om klinieken waar eerste trimester behandelingen worden uitgevoerd, slechts in één kliniek worden ook zwangerschappen tot en met 20 weken afgebroken. Daardoor zijn met name de tabellen over zwangerschapsduur (tabel 8) en over behandelmethode (tabel 11) minder representatief. Om ontwikkelingen duidelijker zichtbaar te maken is ook het jaar 1992 in de tabellen vermeld. Tabel 2: Aantal abortus provocatus naar land van vestiging ( ) Land van vestiging Nederland Duitsland België/Lux Spanje Overige Onbekend Totaal Bron Rademakers 1995, IGZ (1999) Het aantal buitenlandse vrouwen en meisjes dat naar Nederland kwam voor een zwangerschapsafbreking is in de afgelopen jaren verder afgenomen. Terwijl in 1992 ruim één derde (34,5%) van alle abortuscliëntes afkomstig was uit het buitenland (m.n. Duitsland en België) was dat in 1999 nog maar bij één op de vijf (20,1%) het geval. Vaak gaat het dan om vrouwen die een zwangerschap in het tweede trimester willen laten afbreken. De belangrijkste reden voor de daling van het aantal buitenlandse cliëntes is de verbetering van de hulpverleningsmogelijkheden in het eigen land. De categorie overige landen, die in de zelfde periode wel in omvang toenam, is heterogeen van samenstelling. Het gaat hier onder andere om vrouwen uit Oost Europa. 12 Jaarverslag Landelijke Abortus

17 2.2 (Impressionistisch) beeld van de ontwikkelingen in de abortuspopulatie Sinds 1992 is het aantal abortus bij in Nederland wonende vrouwen verder toegenomen. Het abortuscijfer per 1000 vrouwen in de vruchtbare leeftijd steeg van 5.5 in 1992, via 5.7 (1993), 6.0 (1994 en 1995), 6.5 (1996 en 1997), 7.0 (1998), naar 7.4 in De volgende tabellen hebben betrekking op demografische kenmerken en op de zwangerschapservaring van de Nederlandse cliëntes. De meeste vrouwen die een abortus laten uitvoeren zijn tussen de 20 en 35 jaar oud. De populatie is qua leeftijd nauwelijks veranderd in het afgelopen decennium. Eén op de acht cliëntes is jonger dan 20. Het aandeel van de tienermeisjes in de abortuspopulatie is tot 1999 relatief gezien niet toegenomen. In 1999 is er wel sprake van een stijging. Tabel 3: Abortus naar leeftijd van de vrouw ( ); in % Leeftijd jaar jaar Totaal N = Het aandeel van gehuwde vrouwen wordt steeds kleiner. Was in 1992 nog één op de drie cliëntes gehuwd, in 1999 is dit afgenomen tot één op de vier. In eerdere rapporten van de abortusregistratie werden alleenwonende gehuwde vrouwen gecategoriseerd als gehuwd, bezig te scheiden. Omdat het echter zeer wel mogelijk is dat een aantal vrouwen en hun partners er bewust voor gekozen hebben om zelfstandig te (blijven) wonen is er in dit rapport voor gekozen de feitelijke situatie te beschrijven. Tabel 4: Abortus naar burgerlijke staat en leefsituatie ( ); in % Burg. staat / leefsituatie Gehuwd Gehuwd, woont alleen Nooit gehuwd: woont bij ouders woont alleen woont met partner Gescheiden/weduwe: woont alleen woont met partner Totaal N= Jaarverslag Landelijke Abortus 13

18 Ontwikkelingen in het laatste decennium De daling onder gehuwde vrouwen wordt vrijwel volledig gecompenseerd door een stijging van het percentage nooit gehuwde, alleenwonende vrouwen. Vanaf het midden van de jaren tachtig daalde het aantal vrouwen en meisjes dat hun eerste zwangerschap liet afbreken gestaag. Dit werd vooral veroorzaakt door het dalende aantal jongeren in de abortuspopulatie en de toename van het aantal allochtone vrouwen, die vaak al kinderen hadden (Rademakers, 1995). In de jaren negentig lijkt het aantal vrouwen dat een eerste zwangerschap laat afbreken gestabiliseerd op ruim één derde. Bij de overige vrouwen en meisjes is de zwangerschap die zij laten beëindigen niet hun eerste. Dat betekent dat zij ofwel al één of meer kinderen hebben, ofwel dat een eerdere zwangerschap eindigde in een miskraam of een abortus. Tabel 5: Abortus naar aantal eerdere zwangerschappen ( ); in % Aantal eerdere zwangerschappen of meer Totaal N= Ongeveer de helft van de abortuscliëntes heeft kinderen. Ook dit percentage is in het afgelopen decennium tamelijk constant gebleven. Bijna een derde van de vrouwen heeft twee of meer kinderen. Tabel 6: Abortus naar aantal levende kinderen ( ); in % Aantal levende kinderen Geen of meer Totaal N= De meeste vrouwen en meisjes hebben geen eerdere ervaring met abortus, maar dit percentage daalt gestaag. Daar staat tegenover dat ongeveer één op de tien cliëntes al twee maal of vaker een zwangerschap heeft af laten breken. In vergelijking met cijfers uit de jaren tachtig is dit een opmerkelijke toename, die te maken heeft met het feit dat abortus meer en meer voorkomt bij vrouwen die ook tot echte risicogroepen behoren met betrekking tot ongewenste zwangerschap en abortus. 14 Jaarverslag Landelijke Abortus

19 2.2 (Impressionistisch) beeld van de ontwikkelingen in de abortuspopulatie Tabel 7: Abortus naar aantal eerdere abortus ( ); in % Aantal eerdere abortus Geen of meer Totaal N= Dat de toegankelijkheid van de Nederlandse abortushulpverlening goed is blijkt onder meer uit de korte zwangerschapsduur van Nederlandse abortuscliëntes. Meer dan de helft van de vrouwen wordt behandeld bij een zwangerschapsduur van minder dan 6 weken vanaf het vermoedelijke moment van bevruchting (conceptie). Dat betekent dat deze vrouwen nog geen 4 weken over tijd zijn op het moment van de ingreep. Omdat een zwangerschapsafbreking in een vroeg stadium door vrouwen zelf meestal als minder belastend wordt ervaren is dit een positief gegeven. Tabel 8: Abortus naar zwangerschapsduur in conceptieweken ( ); in % Zwangerschapsduur wk wk Totaal N= Het feit dat in deze tabel nauwelijks zwangerschappen boven 13 weken conceptie staan vermeld heeft, zoals gezegd, vooral te maken met de steekproef van abortusklinieken waar vooral eerste trimester-behandelingen worden verricht. Slechts één van de klinieken doet ook tweede trimester-behandelingen. De relatieve stijging van het aantal allochtone vrouwen in de abortuspopulatie heeft zich niet duidelijk voortgezet. Het percentage autochtoon Nederlandse vrouwen en meisjes fluctueert tussen 55 en 57%. Omdat het geboorteland als land van herkomst geldt kan het wél zo zijn dat bij sommige tweede generatie allochtone meisjes Nederland als land van herkomst is geregistreerd. Om in de toekomst beter onderscheid te maken tussen de diverse groepen is met ingang van 2000 besloten niet alleen het land van herkomst van de cliënte zelf, maar ook dat van haar ouders te registreren. Op die manier kan een duidelijker beeld gegeven worden van het relatieve aandeel van verschillende etnische subgroepen in de abortushulpverlening. Jaarverslag Landelijke Abortus 15

20 Ontwikkelingen in het laatste decennium Tabel 9: Abortus naar land van herkomst ( ); in % Land van herkomst Nederland (aut.) Suriname Ned. Antillen Turkije Marokko Andere landen Totaal N= Hoewel het percentage allochtone vrouwen bij elkaar niet significant is toegenomen is er wel sprake van een verschuiving binnen de groep. Met name in 1998 en 1999 is het percentage vrouwen en meisjes uit andere landen nog verder toegenomen. Eén op de vier abortuscliëntes valt onder deze categorie. In 1998 is er onderzoek gedaan naar deze groep vrouwen (Mouthaan, de Neef en Rademakers, 1998) en werden zes subcategorieën onderscheiden: 1. West-, Midden- en Oost Afrika (m.n. Ghana, Kaapverdië, Somalië, Congo/Zaïre): 42,5% 2. Oost Europa (m.n. (ex-)joegoslavië en (ex-)ussr): 20,4% 3. Midden en Verre Oosten (m.n. Iran en Irak): 14,5% 4. China: 6,8% 5. Midden- en Zuid-Amerika (m.n. Dominicaanse Republiek en Brazilië): 6,6% 6. Een rest -categorie, waartoe zowel vrouwen uit diverse Europese en Nood Afrikaanse landen behoren, maar ook USA en Australië: 9.2%. Overigens kan de samenstelling van de cliëntenpopulatie erg verschillen per kliniek. Klinieken in de vier grote steden of in de buurt van opvangcentra voor vluchtelingen en asielzoeksers behandelen relatief meer allochtone vrouwen. Het belangrijkste kenmerk waarop abortuscliëntes zich onderscheiden van andere vrouwen en meisjes is de kwaliteit van hun anticonceptiegebruik. Tabel 10: Anticonceptiegebruik in het halfjaar voorafgaand aan de abortus ( ); in % A.c.-methode Pil Condooms IUD Sterilisatie (v/m) Overige a.c.* Geen a.c Totaal N= * Overige anticonceptie omvat coïtus interruptus, periodieke onthouding, pessarium, zaaddodende pasta en andere schuimpreparaten en combinaties van anticonceptiemiddelen. 16 Jaarverslag Landelijke Abortus

21 2.2 (Impressionistisch) beeld van de ontwikkelingen in de abortuspopulatie Betrouwbare anticonceptiemiddelen als de pil worden minder vaak gebruikt, terwijl relatief vaak geen of onbetrouwbare anticonceptiemiddelen worden gebruikt. Sinds 1996 is er sprake van een duidelijke, scherpe afname van het gebruik van de pil. Bij de overige anticonceptie is er in dezelfde periode een opmerkelijke toename van het aantal cliëntes dat gebruik maakt van coïtus interruptus en/of periodieke onthouding (van 7,7% in 1997 naar 12,1% in 1999). Ook het percentage vrouwen dat condooms gebruikte neemt in het afgelopen decennium stelselmatig toe. Al deze methoden hebben een groter faalpercentage dan systemische anticonceptiemiddelen zoals de pil en het IUD. Ze zijn meer onderhevig aan diverse soorten gebruiksfouten, en geven daarom zeker bij starters en meer onervaren minnaars- een groter risico op ongewenste zwangerschap en abortus. Als deze ontwikkelingen in het anticonceptiegebruik een weerspiegeling zijn van veranderingen in de hele populatie in Nederland wonende vrouwen verklaart dit in belangrijke mate de recente stijging van het abortuscijfer. In hoofdstuk 3 zal hier verder op in worden gegaan. De reden waarom het pilgebruik afneemt heeft vermoedelijk te maken met alle negatieve publiciteit rondom de derde generatie pillen en de mogelijk verhoogde kans op trombose. Ook in het verleden leidden negatieve berichten rond de pil tot een zogenaamde pilpaniekgolf, en vervolgens tot een stijging van het aantal zwangerschapsafbrekingen. Het lagere pilgebruik in de abortuspopulatie kan ook veroorzaakt worden door de overrepresentatie van allochtone vrouwen en meisjes in deze groep. Allochtone vrouwen hebben meer problemen met de pil dan autochtone vrouwen (Lamur et al., 1990; Mouthaan en de Neef, 1992; Mouthaan, de Neef en Rademakers, 1998). Vrijwel alle vrouwen in deze steekproef werden behandeld door middel van een zuigcurettage of vacuümaspiratie. Een overtijdbehandeling is een zuigcurettage in een vroeg stadium van de zwangerschap (tot maximaal 16 dagen over tijd, zodat oprekken (dilatatie) van de baarmoedermond niet nodig is). Dat er in deze steekproef nauwelijks andere methoden worden geregistreerd heeft te maken met het feit dat deze klinieken niet of nauwelijks tweede trimester-behandelingen uitvoeren. Tabel 11: Abortus naar behandelmethode ( ); in % Behandelmethode Overtijdbehandeling Vacuümaspiratie Andere methode* Totaal N= * De andere methoden in deze tabel zijn gespecialiseerde technieken voor het afbreken van tweede trimesterzwangerschappen. De abortuspil (mifepriston) kwam pas in 2000 beschikbaar in Nederland. Alle behandelingen in deze steekproef werden poliklinisch verricht, dat wil zeggen dat de vrouw dezelfde dag weer terug naar huis kon. Het merendeel (90-95%) werd verricht onder lokale verdoving, de overige ingrepen werden onder algehele anesthesie (4-7%) of zonder verdoving ( 1-3%) uitgevoerd. Complicaties bij of na de ingreep kwamen slechts incidenteel voor (0,1% ). Jaarverslag Landelijke Abortus 17

22 Ontwikkelingen in het laatste decennium 2.3 Medisch technische ontwikkelingen Mifepriston (de abortuspil ) De belangrijkste ontwikkeling in het afgelopen decennium op medisch technisch gebied was de abortuspil. Mifepriston (Mifegyne ) werd ontwikkeld door de Franse hoogleraar Emil-Etienne Baulieu en is in 1989 in Frankrijk op de markt gebracht door de firma Roussel Uclaf, onder de naam RU 486. In dat jaar werd ook een registratieaanvraag bij het College ter beoordeling van geneesmiddelen in Nederland ingediend. Enkele maanden later echter besloot Roussel, wegens weerstand van pro-life bewegingen in diverse landen, om het middel verder niet in de handel te brengen. Ook de registratieprocedure in Nederland werd stopgezet. In de jaren daarna is RU 486 toch in enkele landen geïntroduceerd: in 1991 in Groot-Brittannië en in 1992 in Zweden. Eind 1998 is een aanvraag ingediend voor registratie van het middel in de Europese Gemeenschap en sinds eind 1999 is mifepriston ook op de Nederlandse markt beschikbaar. Mifepriston is een antiprogesteron met een abortieve werking in de eerste weken van de zwangerschap. In Frankrijk is gebruik van mifepriston toegestaan tot 49 dagen na de eerste dag van de laatste menstruatie (dat wil zeggen tot 3 weken over tijd), in Groot- Brittannië en Zweden tot 63 dagen (5 weken over tijd). Het middel wordt toegepast in combinatie met een kleine dosis prostaglandine, bijvoorbeeld misoprostol. De procedure die in Frankrijk is ontwikkeld en meestal wordt toegepast is als volgt: op dag 1 van de behandeling neemt de vrouw 600 mg mifepriston (drie tabletten van 200 mg) in een abortuskliniek of ziekenhuis. Op dag 3 (48 uur na de eerste inname) komt de vrouw terug naar de kliniek of het ziekenhuis voor de toediening van 400 _g misoprostol (in de vorm van tabletten of vaginale zetpillen). Daarna blijft ze vier tot zes uur in kliniek of ziekenhuis voor observatie. De meeste cliëntes (ongeveer 61%) hebben in die periode de abortus, anderen krijgen de abortus in de volgende 24 uur thuis. Tussen dag 10 en 12 komen de vrouwen terug naar de kliniek voor een nacontrole. Indien geen abortus heeft plaatsgevonden wordt bij de nacontrole alsnog een zuigcurettage uitgevoerd. In 2000 is in twee Nederlandse klinieken onderzocht in hoeverre de medicamenteuze abortus een bruikbare en gewenste aanvulling is op het Nederlandse hulpverleningsaanbod en wat de voor- en nadelen van deze methode van zwangerschapsafbreking zijn ten opzichte van de zuigcurettage (Koster et al. 2001). De onderzoeksgroep bevatte 131 vrouwen die kozen voor een zuigcurettage (onder lokale verdoving) en 131 vrouwen die kozen voor een medicamenteuze behandeling (de abortuspil ). Het faalpercentage bij de medicamenteuze behandeling was 3,3% en bij de zuigcurettage 1,5%. Van de vrouwen die gekozen hebben voor een abortuspil was 80,2% tevreden over de behandeling en zou 68,1% bij een eventuele volgende abortus weer voor deze behandelmethode kiezen. Bij de zuigcurettages waren deze percentages respectievelijk 92,9% en 83,2%. Als belangrijkste voordeel kwam naar voren dat vrouwen geen chirurgische ingreep hoefden te ondergaan. De belangrijkste nadelen waren bloedverlies en de onzekerheid over wanneer de abortus zou plaatsvinden. In het algemeen kan gezegd worden dat de abortuspil door de cliëntes als een positieve aanvulling op het Nederlandse hulpverleningsaanbod werd beschouwd. Anesthesie Een andere belangrijke medisch technische ontwikkeling betreft de verdoving. Sinds de jaren zeventig was het gebruikelijk om eerste trimester abortus onder lokale verdoving (een injectie met scandicaïne of lidocaïne in de baarmoedermond) te verrichten. Abortus onder narcose gebeurde eigenlijk alleen in ziekenhuizen of in klinieken die gespeciali- 18 Jaarverslag Landelijke Abortus

23 2.3 Medisch technische ontwikkelingen / 2.4 Politieke en maatschappelijke ontwikkelingen seerd waren in (verre) tweede trimester behandelingen en waar een anesthesist in dienst was. In de loop van de jaren negentig kwamen echter nieuwe middelen beschikbaar waardoor het mogelijk werd ook in andere klinieken vrouwen onder algehele verdoving te behandelen. Bij een standaardnarcose worden middelen toegediend die een combinatie van analgesie, amnesie en spierverslapping teweeg brengen. Spierverslapping maakt beademing na intubatie noodzakelijk en daarom ook de aanwezigheid van een anesthesist (Bergh, van den ). Bij abortus is spierverslapping onnodig en worden alleen middelen gebruikt om analgesie en amnesie te bewerkstelligen. Dit kan in principe door de behandelende arts zelf worden toegediend. Door deze mogelijkheid kiezen nu meer vrouwen ook voor een eerste trimester abortus onder algehele anesthesie. De meerderheid van de tweede trimester behandelingen werd van oudsher al onder narcose uitgevoerd. Naast de algehele anesthesie of narcose bestaan ook lichtere vormen van sedatie. Daarbij is sprake van een kortdurende lichte daling van het bewustzijn maar reageert de vrouw nog wel op verbale aanwijzingen. Ook deze vormen van sedatie worden in klinieken tegenwoordig toegepast. Antibiotica-profylaxe Om het risico op infecties na een abortus te verkleinen werd in de eerste jaren na de oprichting van de abortusklinieken het zekere voor het onzekere genomen en kreeg elke vrouw uit voorzorg antibiotica. Echter, omdat in de praktijk bleek dat infecties na de ingreep helemaal niet frequent waren veranderde het beleid langzaam maar zeker naar een nee-tenzij -standpunt: cliëntes kregen geen antibiotica tenzij er redenen waren om het wel te doen (bijvoorbeeld als na de behandeling gelijk een IUD geplaatst werd of als de vrouw abnormale fluorklachten had) (Bergh, van den ). In de loop van de jaren tachtig werd de aandacht voor seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA), en in het bijzonder Chlamydia Trachomatis (CT), groter. CT is een seksueel overdraagbare infectie die zonder symptomen kan verlopen en die uiteindelijk kan leiden tot onvruchtbaarheid. Omdat CT vooral bij jonge vrouwen voorkomt is er in de klinieken aan het begin van de jaren negentig voor gekozen om vrouwen jonger dan 30 jaar in principe wél profylactisch antibiotica te geven en vrouwen boven de 30 in principe niet (tenzij er redenen zijn om het wel te doen). 2.4 Politieke en maatschappelijke ontwikkelingen Hoewel Nederland jarenlang het laagste abortuscijfer ter wereld had en nu nog steeds een van de laagste en hoewel de ingreep sinds de invoering van de Wet Afbreking Zwangerschap (WAZ) in 1984 is gelegaliseerd, blijft abortus zowel politiek als maatschappelijk een heet hangijzer. Regelmatig wordt door pers of door kleine christelijke partijen gesuggereerd dat de wet onvoldoende wordt nageleefd en dat abortusartsen te snel overgaan tot het uitvoeren van de ingreep. Om die reden werd in 1997 door de Inspectie voor de Gezondheidszorg op verzoek van Minister Borst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een onderzoek uitgevoerd in hoeverre klinieken en ziekenhuizen de voorschriften uit de WAZ in acht nemen. Conclusies van dit onderzoek waren dat de Wet Afbreking Zwangerschap in klinieken en ziekenhuizen voldoende wordt nageleefd. In het algemeen nemen artsen de bedenktijd van vijf dagen in acht, vindt de besluitvorming bij verzoeken om abortus op zorgvuldige wijze plaats en is de voorlichting aan de vrouw van een goed niveau. In 2001 verzochten de kleine christelijke partijen Minister Borst opnieuw om een onder- Jaarverslag Landelijke Abortus 19

24 Ontwikkelingen in het laatste decennium zoek, dit maal om de motieven van vrouwen om te kiezen voor een abortus in kaart te brengen. Hierdoor zou een beter zicht kunnen worden verkregen op bestaande hulpvragen. Minister Borst wees dit verzoek af, omdat naar haar mening uit ander onderzoek voldoende duidelijk was over de achterliggende oorzaken van ongewenste zwangerschap en abortus. De introductie van de abortuspil ontlokte weinig reactie, noch in de media, noch in de politiek. Omdat het hier een methode van zwangerschapsafbreking betreft valt behandeling met mifepriston onder de Wet Afbreking Zwangerschap (tenzij het een ingreep bij een zwangerschapsduur van 16 dagen een zogenaamde overtijdbehandeling - betreft). Een initiatief dat daarentegen wel veel aandacht kreeg was dat van Women on waves oftewel de abortusboot. Women on waves is een non-profit stichting die zich inzet voor het voorkomen van ongewenste zwangerschap en onveilige en illegale abortus. Zij doet dit enerzijds door acties die gericht zijn op de verbetering van wetgeving en hulpverlening in andere landen, m.n. landen waar abortus niet of slechts zeer restrictief is toegestaan. Daarnaast beschikt Women on waves over een mobiele gynaecologische unit die op een vrachtwagen of schip vervoerd kan worden met als doel daadwerkelijk abortusbehandelingen ter plekke te gaan uitvoeren. Naast abortus wordt ook andere hulp rondom seksualiteit en reproductie gegeven. De eerste reis van Women on waves in de zomer van 2001 ging per boot naar Ierland. De bedoeling was om het schip buiten de territoriale wateren te laten varen, zodat op de boot het Nederlandse recht zou gelden en legaal zwangerschapsafbrekingen zouden kunnen worden uitgevoerd. Echter, de aangevraagde vergunning in het kader van de WAZ was niet verleend voordat de boot uitvoer, en het Ministerie van Justitie maakte duidelijk dat behandeling van vrouwen op de boot strafbaar zou zijn. Derhalve moesten de vrouwen van Women on waves zich beperken tot voorlichting en informatie. Inmiddels is de aanvraag voor een vergunning in het kader van de WAZ afgewezen. 20 Jaarverslag Landelijke Abortus

Landelijke abortusregistratie 2011

Landelijke abortusregistratie 2011 Landelijke abortusregistratie 2011 Deze factsheet doet verslag van de abortuscijfers, gebaseerd op gegevens die zijn verzameld voor de Landelijke abortusregistratie (LAR). Als aanvulling hierop wordt ook

Nadere informatie

Landelijke abortusregistratie 2013

Landelijke abortusregistratie 2013 Landelijke abortusregistratie 2013 De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) rapporteert jaarlijks over de uitgevoerde zwangerschapsafbrekingen in klinieken en ziekenhuizen in Nederland. De klinieken

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Abortus

Werkstuk Geschiedenis Abortus Werkstuk Geschiedenis Abortus Werkstuk door een scholier 2104 woorden 10 mei 2003 5,7 25 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Deelvraag 1: Welke ontwikkelingen en veranderingen vonden er de vorige eeuw plaats

Nadere informatie

Jaarrapportage 2001 van de Wet afbreking zwangerschap

Jaarrapportage 2001 van de Wet afbreking zwangerschap Jaarrapportage 21 van de Wet afbreking zwangerschap Den Haag, augustus 22 Colofon Inspectie voor de Gezondheidszorg Postbus 16119 25 BC Den Haag telefoon : 7 34 5846 Internet : www.igz.nl 2 Aan de Minister

Nadere informatie

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL 2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL 1 De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) noemt het opvallend dat het aantal abortussen vanaf 20 weken is toegenomen en veronderstelt dat dit verband houdt met de

Nadere informatie

6,8. Keuzeopdracht door een scholier 2015 woorden 24 februari keer beoordeeld. Levensbeschouwing. Inleiding

6,8. Keuzeopdracht door een scholier 2015 woorden 24 februari keer beoordeeld. Levensbeschouwing. Inleiding Keuzeopdracht door een scholier 2015 woorden 24 februari 2003 6,8 58 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inleiding Dit werkstuk gaat over abortus. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het erg belangrijk

Nadere informatie

BIJLAGE FACTSHEET HERHAALDE ABORTUS IN NEDERLAND

BIJLAGE FACTSHEET HERHAALDE ABORTUS IN NEDERLAND BIJLAGE FACTSHEET HERHAALDE ABORTUS IN NEDERLAND zde De factsheet is onderdeel van het Impulsprogramma preventie ongewenste tienerzwangerschap, dat door Rutgers, Soa Aids Nederland en Fiom uitgevoerd wordt,

Nadere informatie

Utrecht, april 2016 Auteurs: Lieve Hehenkamp en Ciel Wijsen Projectnummer: NL0312MR. Rutgers 2016

Utrecht, april 2016 Auteurs: Lieve Hehenkamp en Ciel Wijsen Projectnummer: NL0312MR. Rutgers 2016 Arthur van Schendelstraat 696 3511 MJ Utrecht Postbus 9022 3506 GA Utrecht +31(0)30 231 34 31 office@rutgers.nl www.rutgers.nl www.rutgers.international Utrecht, april 2016 Auteurs: Lieve Hehenkamp en

Nadere informatie

Utrecht, augustus 2016 Auteurs: Denise Twisk en Ciel Wijsen Projectnummer: NL0312MR. Rutgers 2017

Utrecht, augustus 2016 Auteurs: Denise Twisk en Ciel Wijsen Projectnummer: NL0312MR. Rutgers 2017 Arthur van Schendelstraat 696 3511 MJ Utrecht Postbus 9022 3506 GA Utrecht +31(0)30 231 34 31 office@rutgers.nl www.rutgers.nl www.rutgers.international Utrecht, augustus 2016 Auteurs: Denise Twisk en

Nadere informatie

Jaarrapportage 2002 van de Wet afbreking zwangerschap

Jaarrapportage 2002 van de Wet afbreking zwangerschap Jaarrapportage 22 van de Wet afbreking zwangerschap Den Haag, septem ber 23 Aan de Bewindslieden van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Hierbij bied ik u de rapportage van de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

Q&A ABORTUS PROVOCATUS 2008

Q&A ABORTUS PROVOCATUS 2008 Q&A ABORTUS PROVOCATUS 2008 Inleiding Vragen en antwoorden over het Nederlands beleid ten aanzien van abortus provocatus. Abortus provocatus (zwangerschapsafbreking) is in Nederland wettelijk geregeld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 18 386 Besluit afbreking zwangerschap Nr. 29 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 30 mei 1988 De vaste Commissie voor de Volksgezondheid 1 heeft onderstaande

Nadere informatie

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013 Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013 1. Inleiding De aanvullende seksualiteitshulpverlening (ASH) is laagdrempelige zorg waar jongeren tot 25 jaar gratis en indien gewenst anoniem

Nadere informatie

2 Past de overtijdbehandeling beter in de huisartsenpraktijk dan in de abortuskliniek of het ziekenhuis?

2 Past de overtijdbehandeling beter in de huisartsenpraktijk dan in de abortuskliniek of het ziekenhuis? 1 De Wet afbreking zwangerschap (Wafz) bevat geen verplichting om overtijdbehandelingen (otb's) te melden. Reden hiervoor was dat duur zwangerschap niet altijd kon worden vastgesteld. Geeft de voortgang

Nadere informatie

Gunil i l l a l a K le l iv i erd r a Gynaecolo l og g F l F e l vozie i kenhuis i Almere

Gunil i l l a l a K le l iv i erd r a Gynaecolo l og g F l F e l vozie i kenhuis i Almere Gunilla Kleiverda Gynaecoloog Flevoziekenhuis Almere Kennismaking wie rapporteert? Wat is de OTB? Historie en politieke aspecten Methoden Discussie: de toekomst van de OTB Wie rapporteert? Achtergrond

Nadere informatie

7,1. Morning-afterpil. Spiraaltje. Overtijdsbehandeling. Praktische-opdracht door een scholier 1490 woorden 26 augustus keer beoordeeld

7,1. Morning-afterpil. Spiraaltje. Overtijdsbehandeling. Praktische-opdracht door een scholier 1490 woorden 26 augustus keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 1490 woorden 26 augustus 2004 7,1 38 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding Ik doe mijn praktische opdracht van biologie over de abortusboot. Ik heb hier voor gekozen,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 230 Besluit van 18 mei 2009, houdende wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (vaststelling duur zwangerschap) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

FEITEN EN CIJFERS OVER ABORTUS IN BELGIE

FEITEN EN CIJFERS OVER ABORTUS IN BELGIE FEITEN EN CIJFERS OVER ABORTUS IN BELGIE Vragen over abortus Is abortus legaal? Tot wanneer kan ik mijn zwangerschap onderbreken? Welke methode is het best voor mij? Zal ik daarna nog zwanger kunnen worden?

Nadere informatie

7,5. Abortus heeft altijd bestaan. Praktische-opdracht door een scholier 2579 woorden 11 juni keer beoordeeld.

7,5. Abortus heeft altijd bestaan. Praktische-opdracht door een scholier 2579 woorden 11 juni keer beoordeeld. Praktische-opdracht door een scholier 2579 woorden 11 juni 2001 7,5 222 keer beoordeeld Vak Biologie De abortus Als een vrouw ongewenst zwanger is heeft zij de keuze om een abortus te laten plegen. In

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 220 Seksueel overdraagbare aandoeningen (Soa) Nr. 9 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Geboorteregeling in 2008

Geboorteregeling in 2008 Geboorteregeling in 28 Arie de Graaf In 28 gebruikte 7 procent van de 18 45-jarige vrouwen in Nederland een methode om een zwangerschap te voorkomen, was 7 procent zwanger of wilde zwanger worden, was

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie

Datum 27 juni 2016 Betreft Medicamenteuze abortus in de vroege fase van de zwangerschap door de huisarts

Datum 27 juni 2016 Betreft Medicamenteuze abortus in de vroege fase van de zwangerschap door de huisarts > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming - Internationalisering Leidse regio www.leidenincijfers.nl BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl

Nadere informatie

Werkstuk Nederlands Abortus

Werkstuk Nederlands Abortus Werkstuk Nederlands Abortus Werkstuk door een scholier 1637 woorden 19 oktober 2004 7,5 37 keer beoordeeld Vak Nederlands Uit het dagboek van een ongeboren kind: 15 juli: Hoera! Vandaag wordt ik geschapen!

Nadere informatie

7,9. Praktische-opdracht door een scholier 2005 woorden 14 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer

7,9. Praktische-opdracht door een scholier 2005 woorden 14 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Praktische-opdracht door een scholier 2005 woorden 14 mei 2002 7,9 105 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Voor deze praktische opdracht heb ik gekozen voor het onderwerp abortus. Omdat het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 371 Evaluatie Wet afbreking zwangerschap 33 578 Eerstelijnszorg Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Jaarrapportage 2012 van de Wet afbreking zwangerschap. Utrecht, december 2013

Jaarrapportage 2012 van de Wet afbreking zwangerschap. Utrecht, december 2013 Jaarrapportage 2012 van de Wet afbreking zwangerschap Utrecht, december 2013 Jaarrapportage 2012 van de Wet afbreking zwangerschap december 2013 Inhoud Voorwoord 5 Samenvatting 7 1 Inleiding 9 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Anticonceptie en zwangerschap

Anticonceptie en zwangerschap Hoofdstuk 5 Ciel Wijsen & Hanneke de Graaf Anticonceptie en zwangerschap In Nederland is het aanbod van diverse anticonceptiemethoden groot. De keuze die vrouwen maken voor een bepaalde methode is belangrijk

Nadere informatie

Wijnimport Nederland naar regio

Wijnimport Nederland naar regio DO RESEARCH Wijnimport Nederland naar regio Sterke opmars wijn uit Chili Jeroen den Ouden 1-10-2011 Inleiding en inhoudsopgave Pagina I De invoer van wijn in Nederland 1 II De invoer van wijn naar herkomst

Nadere informatie

1. Beschrijving. A. Sociaal-demografische gegevens 1. De zwangerschapsafbrekingen naar de leeftijd van de vrouw

1. Beschrijving. A. Sociaal-demografische gegevens 1. De zwangerschapsafbrekingen naar de leeftijd van de vrouw 1. Beschrijving A. Sociaal-demografische gegevens 1. De zwangerschapsafbrekingen naar de leeftijd van de vrouw leeftijd aantal % 10 0 0 0,00 0,00 11 0 0 0,00 0,00 12 1 1 0,01 0,01 13 15 12 0,09 0,07 14

Nadere informatie

Feiten & Cijfers: Abortus in België

Feiten & Cijfers: Abortus in België Feiten & Cijfers: Abortus in België Datum: Augustus 2007 In deze Feiten & Cijfers worden de voornaamste gegevens uit de zeven opeenvolgende rapporten van de Nationale Evaluatiecommissie betreffende de

Nadere informatie

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense Werkinstructie benaderen intermediairs Sense BIJLAGE 7 Voorbeeld van de opzet van de presentatie in PowerPoint BIJLAGE 7 VOORBEELD VAN DE OPZET VAN DE PRESENTATIE IN POWERPOINT] 1 WERKINSTRUCTIE BENADEREN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 99-99 Besluit afbreking zwangerschap BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN WELZIJINI, VOLKSGE ZONDHEID EIM CULTUUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

vra2007vws-09 30 371 Evaluatie Wet afbreking zwangerschap VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... 2007

vra2007vws-09 30 371 Evaluatie Wet afbreking zwangerschap VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... 2007 vra2007vws-09 30 371 Evaluatie Wet afbreking zwangerschap Nr. XXXXX VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... 2007 In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Seksuele gezondheid Een goede seksuele

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Abortus anno Abortuscentra LUNA. Francoise Dedrie, centrumverantwoordelijke

Abortus anno Abortuscentra LUNA. Francoise Dedrie, centrumverantwoordelijke Abortus anno 2019 Abortuscentra LUNA Francoise Dedrie, centrumverantwoordelijke Abortus anno 2019 ongepland - ongewenst ongepland - gewenst? ongewenst? gepland - gewenst ongepland - gewenst gepland - ongewenst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1986-1987 18386 Besluit afbreking zwangerschap Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN CULTUUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

ongeplande zwangerschap

ongeplande zwangerschap Informatie bij een ongeplande zwangerschap Je bent bij je arts geweest in verband met je zwangerschap. Deze zwangerschap was niet jouw bedoeling en je overweegt een abortus. Als je ongepland zwanger bent,

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005

29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005 vra2005vws-10 29 800 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld... 2005

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

2. Groei allochtone bevolking fors minder

2. Groei allochtone bevolking fors minder 2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 371 Evaluatie Wet afbreking zwangerschap Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

DOSSIER: Abortus. Dossier Abortus. Abortus is een ander woord voor een opzettelijke, vroegtijdige afbreking van een zwangerschap.

DOSSIER: Abortus. Dossier Abortus. Abortus is een ander woord voor een opzettelijke, vroegtijdige afbreking van een zwangerschap. Dossier Abortus 1. Wat is abortus? Abortus is een ander woord voor een opzettelijke, vroegtijdige afbreking van een zwangerschap. 2. Sinds wanneer is abortus legaal in België? Sinds de wet van 1991 is

Nadere informatie

Dossier Abortus. Abortus is een ander woord voor een opzettelijke, vroegtijdige afbreking van een zwangerschap.

Dossier Abortus. Abortus is een ander woord voor een opzettelijke, vroegtijdige afbreking van een zwangerschap. Dossier Abortus 1. Wat is abortus? Abortus is een ander woord voor een opzettelijke, vroegtijdige afbreking van een zwangerschap. 2. Wanneer is abortus legaal in België? Sinds de wet van 1991 is abortus

Nadere informatie

Monitor. alcohol en middelen

Monitor. alcohol en middelen Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Monitor www.utrecht.nl/gggd alcohol en middelen www.utrecht.nl/volksgezondheid Thema 3 Gebruik van de verslavingszorg in Utrecht - 2012 1 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 05-VWS-B-110

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 05-VWS-B-110 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag DBO-CB-U-2680069 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Standpunt over de

Nadere informatie

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik Charles Picavet, Linda van der Leest en Cecile Wijsen Rutgers Nisso Groep, mei 2008 Achtergrond Hoewel er veel verschillende anticonceptiemethoden

Nadere informatie

The Contraceptive Cycle. Charles Picavet

The Contraceptive Cycle. Charles Picavet The Contraceptive Cycle Charles Picavet ISBN 9789077289082 Rutgers Postbus 9022 3506 GA Utrecht tel: 030-2313431 info@rutgers.nl / www.rutgers.nl AllthatChas info@allthatchas.nl / www.allthatchas.nl 2016

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Een miskraam Radboud universitair medisch centrum

Een miskraam Radboud universitair medisch centrum Een miskraam In deze folder vindt u informatie over de behandeling van een miskraam in het Radboudumc. Deze informatie is bedoeld als aanvulling op de folder over dit onderwerp: Bloedverlies in de eerste

Nadere informatie

inhoudstafel inhoudstafel 2-JAARLIJKS VERSLAG PARLEMENT VOORWOORD STATISTISCH VERSLAG 9 1. Beschrijving Gekruiste tabellen 25

inhoudstafel inhoudstafel 2-JAARLIJKS VERSLAG PARLEMENT VOORWOORD STATISTISCH VERSLAG 9 1. Beschrijving Gekruiste tabellen 25 inhoudstafel VOORWOORD 7-8 1. STATISTISCH VERSLAG 9 1. Beschrijving 11 A. SOCIAAL-DEMOGRAFISCHE GEGEVENS 11 1. De zwangerschapsafbrekingen naar de leeftijd van de vrouw 11-12 2. De zwangerschapsafbrekingen

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

Privacyreglement HAP S. Broens

Privacyreglement HAP S. Broens Privacyreglement HAP S. Broens Verstrekking van uw persoonsgegevens aan derden De medewerkers van HAP S. Broens hebben de verplichting vertrouwelijk met uw persoonsgegevens om te gaan. Dit houdt bijvoorbeeld

Nadere informatie

Als iemand slachtoffer is geworden van incest moet abortus ook kunnen worden gepleegd.

Als iemand slachtoffer is geworden van incest moet abortus ook kunnen worden gepleegd. Spreekbeurt door een scholier 1609 woorden 12 februari 2003 7.2 79 keer beoordeeld Vak Nederlands De redenen voor een abortus. Je kan wel zo zeggen van ik wil geen kind en daarom wil ik een abortus, maar

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Toelichting... 3 Cijfers... 3 Meisjes... 3 Vrouwen... 3 Kenmerken... 4 Meisjes... 4 Vrouwen... 4 Keuzes... 5 Zelf opvoeden... 5 Afstand ter adoptie

Toelichting... 3 Cijfers... 3 Meisjes... 3 Vrouwen... 3 Kenmerken... 4 Meisjes... 4 Vrouwen... 4 Keuzes... 5 Zelf opvoeden... 5 Afstand ter adoptie Toelichting... 3 Cijfers... 3 Meisjes... 3 Vrouwen... 3 Kenmerken... 4 Meisjes... 4 Vrouwen... 4 Keuzes... 5 Zelf opvoeden... 5 Afstand ter adoptie en pleegzorg... 5 Abortus... 5 Hulp... 6 Referenties...

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Figuur 1 Aantal deelnemers naar geslacht en leeftijd 75 t/m 85 jaar 1 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl

Nadere informatie

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap. Utrecht, december 2014

Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap. Utrecht, december 2014 Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap Utrecht, december 2014 Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap december 2014 Inhoud Voorwoord 5 Samenvatting 7 1 Inleiding 9 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN APRIL 213 INHOUD Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 212 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de soa-centra, aangiftecijfers,

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2011 tot en met 2015

ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2011 tot en met 2015 Ministerie van Veiligheid en Justitie ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 211 tot en met 215 Februari 216 Overzicht van het aantal verleende beginseltoestemmingen

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2012 tot en met 2016

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2012 tot en met 2016 Ministerie van Veiligheid en Justitie ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 212 tot en met 216 Maart 217 Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen

Nadere informatie

Alcoholhulpvraag in Nederland

Alcoholhulpvraag in Nederland Alcoholhulpvraag in Nederland Belangrijkste ontwikkelingen van de hulpvraag voor alcoholproblematiek in de verslavingszorg 25-214 Houten, december 215 Stichting IVZ Alcoholhulpvraag in Nederland Belangrijkste

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 2 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Figuur 1 Aantal deelnemers naar geslacht en leeftijd 75 t/m 85 jaar 1 Over welke cijfers hebben

Nadere informatie

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld Rapport Startersprofiel 2012 van Datum uitgave Januari 2013 onderwerp Startende ondernemers in beeld Pagina 1 van 12 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 3 2 Kerncijfers startende ondernemers... 4 2.1 Meer

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Wetenschappelijke conclusies

Wetenschappelijke conclusies Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor het positieve advies voor de handelsvergunning mits aan de voorwaarden wordt voldaan, en voor de wijziging van de samenvatting van de productkenmerken

Nadere informatie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie C.J. Leemrijse M.Bongers M. Nielen W. Devillé ISBN 978-90-6905-995-2 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax

Nadere informatie

De eisprong Om zwanger te worden moet er een eicel uit een van de eierstokken vrijkomen. Hoe merkt je nu dat er een

De eisprong Om zwanger te worden moet er een eicel uit een van de eierstokken vrijkomen. Hoe merkt je nu dat er een Praktische-opdracht door een scholier 2272 woorden 19 oktober 2003 5,9 18 keer beoordeeld Vak ANW Voor mijn Po heb ik het onderwerp ABORTUS gekozen aangezien er tegenwoordig steeds makkerlijker over word

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Het verhaal van Europa

Het verhaal van Europa Het verhaal van Europa 2010 Uitgeverij Manteau / Standaard Uitgeverij en Rob Heirbaut & Hendrik Vos Standaard Uitgeverij nv, Mechelsesteenweg 203, B-2018 Antwerpen www.manteau.be info@manteau.be Deze reeks

Nadere informatie

Ongewenst zwanger. Patiënten informatie Ongewenst zwanger

Ongewenst zwanger. Patiënten informatie Ongewenst zwanger Ongewenst zwanger Patiënten informatie Ongewenst zwanger Inhoudsopgave: 1 Inleiding 2 Eerste bezoek 3 Besluit 4 Behandeling 5 Wanneer medisch hulp inroepen 6 Nazorg 7 Hulporganisaties 8 Vragen 9 Telefoonnummers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1987-1988 18386 Besluit afbreking zwangerschap Nr. 30 LIJST VAN ANTWOORDEN Ontvangen 12 juli 1988 1 Het verslag van de geneeskundig hoofdinspecteur is op 30

Nadere informatie

6.3. Werkstuk door een scholier 1890 woorden 29 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

6.3. Werkstuk door een scholier 1890 woorden 29 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave Werkstuk door een scholier 1890 woorden 29 januari 2003 6.3 102 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inhoudsopgave Inleiding Hoe denken gelovigen over abortus? Welke redenen voor abortus zijn er? Wat zijn

Nadere informatie

Gemiddeld kindertal per vrouw, 2014

Gemiddeld kindertal per vrouw, 2014 Indicator 19 maart 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2014 bedroeg het gemiddeld

Nadere informatie

Liesanne van den Brink

Liesanne van den Brink Liesanne van den Brink Van: Anke van der Beek Verzonden: maandag 9 juli 2018 17:04 Aan: 'griffie@zeewolde.nl'; 'griffier@noordoostpolder.nl'; 'griffie@lelystad.nl'; 'raadsgriffie@almere.nl';

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL VOORWOORD 5-6

INHOUDSTAFEL VOORWOORD 5-6 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 5-6 Registratieformulier 7-8 Formulier jaarlijks verslag van de instelling 9-10 Formulier jaarlijks verslag van de voorlichtingsdienst 11 1. STATISTISCH VERSLAG 12 Voorafgaande opmerkingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2003 Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

11. Stijgende inkomens

11. Stijgende inkomens 11. Stijgende inkomens Tussen 1998 en 2000 is het gemiddelde inkomen van niet-westers allochtone huishoudens sterker toegenomen dan dat van autochtone huishoudens. De niet-westerse huishoudens hadden in

Nadere informatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder

Nadere informatie

Abortus. Lieve Peremans. Centrum voor Huisartsgeneeskunde Universiteit Antwerpen

Abortus. Lieve Peremans. Centrum voor Huisartsgeneeskunde Universiteit Antwerpen Abortus Lieve Peremans Centrum voor Huisartsgeneeskunde Universiteit Antwerpen Paraat?...ook als het fout loopt 2 Overzicht Abortus komt het veel voor? Hoe verloopt een medische abortus Verschil medische

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2013 tot en met 2017

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2013 tot en met 2017 Ministerie van Justitie en Veiligheid ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 213 tot en met 217 Februari 218 Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen

Uitgevoerd in opdracht van de afdeling Beleid, dienst Sociale Zaken en Werk, gemeente Groningen Meer of Minder Heden Verschillen tussen, en trends in, de verhouding allochtone en autochtone klanten van de dienst SOZAWE Alfons Klein Rouweler Ard Jan Leeferink Louis Polstra Uitgevoerd in opdracht van

Nadere informatie

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research Toerisme in perspectief NBTC Holland Marketing Afdeling Research Inleiding In dit rapport wordt op hoofdlijnen een beeld geschetst van trends en ontwikkelingen in het (internationaal) toerisme en de factoren

Nadere informatie

Verpleegkundigen Openbare GezondheidsZorg

Verpleegkundigen Openbare GezondheidsZorg Aan: M.C. (Maryse) Kok, MSc. Senior Beleidsmedewerker Infectieziekten en seksuele gezondheid Directie Publieke Gezondheid Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onderwerp Antwoord op uw vraag

Nadere informatie

Dokter Willy PEERS centrum

Dokter Willy PEERS centrum 1 Dokter Willy PEERS centrum 1998-2008 2 INHOUDSTAFEL. 1. Aantal ingrepen over de periode 1998 2008 2. Algemene resultaten 3. Demografische gegevens Tabel 1: Evolutie aantal ingrepen Grafiek 1: Evolutie

Nadere informatie

Registratie discriminatieklachten 2011

Registratie discriminatieklachten 2011 Centraal Bureau voor de Statistiek- Registratie discriminatieklachten 2011 Methode en uitkomsten Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, augustus 2012. Inhoud 1 INLEIDING... 2 2 METHODE...

Nadere informatie

maatschappelijke zorg

maatschappelijke zorg 107 maatschappelijke zorg 10 108 Maatschappelijke zorg Stijging huishoudens met een bijstandsuitkering in 2004, met 12% De dalende trend in huishoudens met een bijstandsuitkering is op 1 januari 2004 omgeslagen

Nadere informatie