Vloeistofkoelgroepen met schroefcompressoren Grasso BluAstrum. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_621517_6

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vloeistofkoelgroepen met schroefcompressoren Grasso BluAstrum. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_621517_6"

Transcriptie

1 Grasso BluAstrum Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_621517_6

2 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de GEA Refrigeration Germany GmbH hierna Fabrikant genoemd, in welke vorm dan ook (gedrukt, fotokopie, microfilm of een ander procédé) worden vermenigvuldigd of verspreid. Dit geldt ook voor de in de documentatie voorkomende tekeningen en schema s. WETTELIJKE MEDEDELING Deze handleiding maakt deel uit van de technische documentatie voor de levering. Deze omvat belangrijke aanwijzingen om veilige en vakkundig transporteren, monteren in bedrijf stellen, economisch exploiteren, onderhouden en repareren van het apparaat te garanderen. Het in acht nemen van deze aanwijzingen helpt u ongevallen te voorkomen, reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van het apparaat te garanderen. Deze handleiding richt zich tot de gebruiker van het apparaat en is vooral voor de exploitant en diens bedienings- en onderhoudspersoneel bedoeld. De exploitant en diens bedienings- en onderhoudspersoneel zijn verplicht deze handleiding te lezen voor transport, montage, inbedrijfstelling, gebruik, onderhoud, reparatie, demontage en verwijdering. De leesplicht geldt ook voor het personeel dat belast is activiteiten in de levensfase van de machine uit te voeren. Deze handleiding moet door de exploitant worden uitgebreid met aanwijzingen op basis van bestaande nationale voorschriften inzake veiligheid op het werk, gezondheidsbescherming en milieubescherming. Naast deze handleiding en de in het land van de gebruiker op de locatie geldende bindende regels inzake voorkoming van ongevallen moeten ook der erkende vaktechnische regels voor veilig en vakkundig werken worden opgevolgd. Deze handleiding maakt deel uit van het apparaat. De volledige documentatie bestaat uit deze handleiding en alle meegeleverde aanvullende handleidingen. De handleiding moet altijd binnen handbereik op de locatie van het apparaat beschikbaar zijn. Bij het omzetten van het apparaat naar een andere locatie en bij verkoop van het apparaat moet de volledige documentatie ook worden meegegeven. Deze handleiding is met grote zorgvuldigheid tot stand gebracht. GEA Refrigeration Germany GmbH is echter niet verantwoordelijk voor fouten van welke aard ook die in dit document voorkomen, noch voor de gevolgen hiervan. De fabrikant behoudt zich technische wijzigingen voor die ontstaan door verdere ontwikkeling van het apparaat dat in deze handleiding wordt behandeld. Afbeeldingen en tekeningen in deze handleiding zijn vereenvoudigde voorstellingen. Op basis van verbeteringen en wijzigingen is het mogelijk dat de afbeeldingen niet precies overeenkomen met het apparaat dat u gebruikt. De technische gegevens en afmetingen zijn niet bindend. Claims die daaruit voorkomen kunnen niet worden ingediend. De fabrikant stelt zich niet verantwoordelijk voor schade, die binnen de garantieperiode ontstaan is, door niet toegestane bedrijfs- en gebruiksvoorwaarden, gebrekkig onderhoud, ondeskundige bediening, verkeerde opstelling, verkeerde of niet deskundige aansluiting van de elektrische aandrijfmachine. die zijn ontstaan of kunnen worden afgeleid uit eigenmachtig uitgevoerde wijzigingen of niet nakomen van de aanwijzingen; bij het gebruik van toebehoren/reserveonderdelen die niet door de fabrikant geleverd of aanbevolen worden. 2 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

3 GEBRUIKTE SYMBOLEN Levensgevaar! Staat voor een onmiddellijk gevaar, die leidt tot zwaar lichamelijk letsel of de dood. Waarschuwing! Staat voor een mogelijk gevaarlijke situatie die leidt tot zwaar lichamelijk letsel of de dood. Let op! Staat voor een mogelijk gevaarlijke situatie die kan leiden tot licht lichamelijk letsel of materiële schade. Staat voor een belangrijke aanwijzing, die voor de beoogde toepassing en functie van het apparaat belangrijk is. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

4 VOORWOORD De afbeelding op het schutblad toont de vloeistofkoelgroep met behuizing (optionele uitrusting). 4 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

5 WEERGAVEAANWIJZINGEN Indelings- en optellingstekens Indelingstekens dienen als scheiding van logische inhouden binnen een paragraaf: Indelingspunt 1 Realisaties voor indelingspunt 1 Indelingspunt 2 Realisaties voor indelingspunt 2 Optellingstekens dienen als scheiding van optellingen binnen een beschrijvende tekst: Beschrijvende tekst met volgende optelling: Optellingspunt 1 Optellingspunt 2 Handelingsaanwijzingen Handelingsaanwijzingen vereisen dat u iets doet. Meerdere stappen na elkaar geven een handelingsvolgorde die inde aangegeven volgorde moet worden verwerkt. De handelingsvolgorde kan in losse stappen zijn onderverdeeld. Handelingsvolgorde 1. Handelingsvolgorde stap 1 Stap 1, Stap 2, Stap Handelingsvolgorde stap 2 De handelingsvolgorde bijgesteld is het te verwachten resultaat: Resultaat van de handelingsvolgorde. Individuele handeling Individuele handelingen zijn zo gekenmerkt: Individuele stap GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

6 6 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

7 INHOUDSOPGAVE 1 BEGINSELEN Betekenis van de documentatie Eisen aan het personeel, zorgvuldigheid Wettelijke basis (Duitsland) Reglementair gebruik Waarschuwing voor te voorzien onjuist gebruik CE-kenmerk 17 2 BESCHERMENDE RECHTEN Verdamper met injectieverdeling Verdamper met geïntegreerde vloeistofafscheiding 18 3 INFORMATIE OVER DE FABRIKANT 19 4 KLANTENSERVICE Technische klantenservice Reserveonderdelen Opleidingen Serviceovereenkomsten 20 5 VEILIGHEID Algemene informatie over de veiligheid Handelwijze in een noodsituatie Mogelijke resterende risico's 21 6 TRANSPORT, OPSLAG Algemene aanwijzingen Levering Transport (kraantransport) Opslag 24 7 OPSTELLING Basisinformatie voor de opstelling Informatie over de opstelling in de machinekamer Starre opstelling Tegen mechanische trillingen geïsoleerde opstelling Elektrische aansluiting Geluidsisolatie, bescherming tegen weersomstandigheden 27 8 TECHNISCHE SPECIFICATIE 28 9 FUNCTIE- EN CONSTRUCTIEBESCHRIJVING Vloeistofkoelgroepen met schroefcompressors, serie BluAstrum Typische gegevens Plaatsingslocatie van de productidentificatie (typeplaatje) Informatie en veiligheidskenmerken op het product Kenmerken van de druk- en temperatuursensoren, de verwarming Kenmerken van de veiligheidsklep Kenmerk van de schroefverbindingen met snijring Kenmerken van de buisleidingen Kenmerk van de draairichting van de compressoraandrijfmotor Kenmerken van de besturing / schakelkast Kenmerken van de aardaansluiting Kenmerken van los geleverde onderdelen Aanduiding van het losse deel van de niveaugever Procesdiagram Opbouw Serie BluAstrum - met condensator Serie BluAstrum (R) - zonder condensator Hoofdonderdelen Compressor Compressoraandrijfmotor Koppeling Verdamper Condensator Olieafscheider Oliekoeler Zuigfiltercombinatie SFC 42 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

8 9.7.9 Schakelkast met besturing Beveiligingen Bewaking en weergave van proceswaarden Appendages Door de klant gemonteerde componenten Algemene functiebeschrijving Koudemiddelkringloop Oliekringloop Olieverwarming Oliekoeling Oliefilter Olieterugvoer uit de lagedrukzijde Vermogeninstelling compressor Niveauregeling verdamper Technische gegevens Basisbegrippen Bedrijfsstoffen Koudemiddel Koelmachineoliën Koudedragers Warmtedragers Gebruikt materiaal in de warmtewisselaars TOEPASSINGSGEBIED INBEDRIJFSTELLING Belangrijke aanwijzingen voor de inbedrijfstelling Beginselen Aansluiten van de vloeistofkoelgroep Aansluiten van de buisleidingen Waterbuizen Elektrische aansluiting Verflaag en isolatie Afloop van de inbedrijfstelling Controleren van de elektrische aansluiting Dichtheidsproef Drogen, vacuüm Bedrijfsstand van de kleppen Olie vullen Drukcompensatie met de koude-installatie Controleren van de storingsbewaking Instellen van de oliedruk Controleren van de draairichting van de aandrijfmotor Montage van de koppeling Controleren van de waterkringlopen Vullen van koudemiddel Eerste opstart Controleren van de oliekoeling Inbedrijfstelling na langere stilstand Opnieuw in bedrijf stellen na ca. 1 jaar stilstandtijd BEDIENEN VAN DE VLOEISTOFKOELGROEP Belangrijke aanwijzingen voor de bediener Voorwaarde voor het inschakelen Overzicht over de modi Instelling van de doel- en grenswaarden en van de veiligheidsinrichtingen Bedrijf van de vloeistofkoelgroep Installatielogboek Meetblad bedrijfsparameter koudemiddelcircuit (sjabloon) Gegevensblad olievulling (sjabloon) Gegevensblad koudemiddelvulling (sjabloon) Aanwijzingen van storingen, hun oorzaken en hun oplossing REINIGING, ONDERHOUD, REPARATIE Belangrijke aanwijzingen voor het servicepersoneel Reiniging van de warmteoverbrengers Mechanische reiniging 78 8 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

9 Chemische reiniging Onderhoud Algemene aanwijzingen Reparatiewerkzaamheden Aanwijzingen voor reparaties Reparaties afnameverplichte drukreservoirs Onderhoudswerkzaamheden Onderhoud van de schakelkast Oliefilter vervangen Onderhoud aanzuigfiltercombinatie SFC Afvoeren, vullen en verversen van olie Aanhalen van schroefverbindingen Controle van de functie van de terugslagkleppen Lekopsporing/dichtheidscontrole aan koudemiddelzijde Ontluchten van de koudemiddelkringloop Bepalen en repareren van lekken Vullen en bijvullen van koudemiddel Ontoliën van de koelmiddelkringloop Aan koudemiddelzijde evacueren Onderhoud compressoraandrijfmotor Controle van bedrijfsparameters Controle van de aardaansluiting Onderhoud van de schakelkast Isolatie Controle van de aanhaalmomenten aan de verstelelementen van de bevestigingssokkel BUITENBEDRIJFNAME Uitschakeling in gevaarlijke situaties Buitenbedrijfname voor een periode <48 uur Buitenbedrijfname voor een periode >48 uur Maatregelen tijdens de stilstandtijden Maandelijkse maatregelen tijdens stilstand Vier weken voor het opnieuw in bedrijf stellen Winterbedrijf RECYCLAGE, VERWIJDERING 92 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

10 10 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

11 LIJST VAN DE AFBEELDINGEN fig. 1 CE-kenmerk 17 fig. 2 Aanduiding van de bevestigingspunten 23 fig. 3 Bevestiging aan aanslagpunt 24 fig. 4 Transport zonder behuizing 24 fig. 5 Transport met behuizing 24 fig. 6 Plaatsingslocatie van de productidentificatie (typeplaatje) 32 fig. 7 Veiligheidskenmerken van de druk- en temperatuursensoren, de verwarming 33 fig. 8 Kenmerken van de veiligheidsklep 33 fig. 9 Kenmerk van de schroefverbindingen 33 fig. 10 Kenmerken van de buisleidingen 34 fig. 11 Kenmerk van de draairichting van de compressoraandrijfmotor 34 fig. 12 Testbewijs voor de besturing 35 fig. 13 Kenmerken van de aardaansluiting 35 fig. 14 Kenmerken van los geleverde onderdelen 36 fig. 15 Aanduiding van het losse deel van de niveausonde 37 fig. 16 Processtroomdiagram, BluAstrum 38 fig. 17 Plaatsing van de compressor 39 fig. 18 Plaatsing van de compressoraandrijfmotor 40 fig. 19 Plaatsing van de koppeling 40 fig. 20 Plaatsing van de verdamper 40 fig. 21 Opstelling van de condensor 41 fig. 22 Plaatsing van de olieafscheider 41 fig. 23 Plaatsing van de oliekoeler 42 fig. 24 Plaatsing van de zuigfiltercombinatie SFC 42 fig. 25 Plaatsing van de schakelkast 42 fig. 26 Plaatsing van het referentievat en de niveaugever bij de verdamper type 6HH (zwart), 5HH (rood) en 4HH (blauw) 49 fig. 27 Koudedragersysteem 58 fig. 28 Vereist vacuüm voor de verwijdering van vocht uit koude-installaties. 60 fig. 29 Afsluiter geopend 61 fig. 30 Afsluiter gesloten 61 fig. 31 Terugslagklep 61 fig. 32 Afsluitbaar terugslagklep 61 fig. 33 Regelklep 62 fig. 34 Afsluitbare terugslagklep 62 fig. 35 Magneetventiel 62 fig. 36 Wisselklep 62 fig. 37 Oliedrukregelklep 62 fig. 38 Overstortklep, veiligheidsklep 63 fig. 39 Drukgestuurde terugslagklep 63 fig. 40 Snelsluitende klep, veerbelast 63 fig. 41 Vulklep, overstortventiel 63 fig. 42 Serviceklep 63 fig. 43 Olietemperatuurbegrenzer 64 fig. 44 Temperatuurgeregelde regelklep 64 fig. 45 Draairichting motor 65 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

12 12 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

13 Beginselen 1 BEGINSELEN 1.1 Betekenis van de documentatie De bedieningshandleiding maakt deel uit van de technische documentatie. Deze bevat opmerkingen om de vloeistofkoelgroep veilig, vakkundig en economisch te bedienen. Wanneer de bedieningshandleiding in acht wordt genomen, kan gevaar worden voorkomen, kunnen reparatiekosten en uitvaltijden worden verminderd en kunnen de betrouwbaarheid en levensduur van de vloeistofkoelgroep worden verhoogd. Deze bedieningshandleiding richt zich tot de gebruiker van de vloeistofkoelgroep en is uitsluitend bedoeld voor de exploitant en diens bedienings- en onderhoudspersoneel. Deze bedieningshandleiding moet vóór transport, montage, inbedrijfstelling, onderhoud, reparatie en demontage/verwijdering worden gelezen. De uitgevoerde aanwijzingen en instructies moeten altijd worden opgevolgd! Alle werkzaamheden die in deze handleiding zijn toegelicht, mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Deze handleiding moet door de exploitant worden uitgebreid met aanwijzingen op basis van bestaande nationale voorschriften inzake veiligheid op het werk, gezondheidsbescherming en milieubescherming. Naast deze handleiding en op de opstellingsplaats geldende bindende regels inzake voorkoming van ongevallen moeten ook der erkende technische regels voor veilig en vakkundig werken worden opgevolgd. De bedieningshandleiding is onderdeel van het gehele product. De gehele documentatie, bestaande uit deze bedieningshandleiding en alle bijgeleverde aanvullende handleidingen, moet altijd in de buurt van de vloeistofkoelgroep, binnen handbereik, worden bewaard. Als de vloeistofkoelgroep wordt verkocht, moet de gehele documentatie aan de koper worden overgedragen. 1.2 Eisen aan het personeel, zorgvuldigheid Kwalificatie Alle werkzaamheden die in deze handleiding worden verklaard (montage, elektrische aansluiting, inbedrijfstelling, bediening enz.) mogen alleen door geschoolde vakmensen, die de desbetreffende voorschriften in acht nemen, worden uitgevoerd. Vakmensen zijn gevolmachtigd door de fabrikant van het apparaat en personen die op grond van hun vakopleiding, ervaring en persoonlijke instructies via trainingen voldoende kennis hebben van: toe te passen internationale en nationale normen, toe te passen voorschriften inzake veiligheid op het werk, toe te passen voorschriften inzake ongevallenpreventie, toe te passen voorschriften inzake milieubescherming, de opbouw en de functionering van het apparaat, erkende vaktechnische regels voor veilig en vakkundig werken. De vakmensen moeten: de aan hen toevertrouwde werkzaamheden beoordelen, mogelijke gevaren herkennen en kunnen voorkomen, door de voor de veiligheid van de installatie verantwoordelijke personen, gerechtigd zijn de vereiste werkzaamheden en acties uit te voeren. Let op! Er mogen niet eigenmachtig wijzigingen aan de besturing of andere bij het apparaat behorende onderdelen worden uitgevoerd. Onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door bevoegd servicepersoneel worden uitgevoerd. Speciale eisen aan elektriciens Werkzaamheden aan elektrische onderdelen en systemen mogen alleen door een elektricien volgens de elektrotechnische regels worden uitgevoerd. De exploitant moet er verder voor zorgen dat de elektrische installaties en bedrijfsmiddelen volgens de elektrotechnische regels en geldige normen beheerd en onderhouden worden. Het is in principe verboden, werkzaamheden aan onderdelen uit te voeren die onder spanning staan. Zekeringen mogen alleen worden vervangen, niet gerepareerd of overbrugd. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

14 Beginselen Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Alleen de in het elektrische schakelschema voorziene zekeringen mogen worden gebruikt. Er moet met een tweepolige spanningstester worden gecontroleerd of elementen spanningsvrij zijn. De netaansluiting en de apparaatbehuizing moeten voldoende geaard en met het betreffende aanduidingssymbool worden gemarkeerd. Vastgestelde gebreken aan elektrische installaties/systemen/bedrijfsmiddelen moeten meteen worden verholpen. Als er een acuut gevaar bestaat, dan mag de vloeistofkoelgroep niet worden gebruikt in de gebrekkige toestand. Minimum leeftijd Personen die de vloeistofkoelgroep bedienen of installeren, moeten minstens 18 jaar zijn. Alle personen die met de montage en de installatie van de vloeistofkoelgroep en de installatie te maken hebben, moeten met regelmatige tussenpozen worden bijgeschoold of zich met de nieuwste technische gegevens van het apparaat vertrouwd maken. De trainingen en opleidingen moeten minimaal een keer per jaar worden gevolgd, tenzij iets anders is afgesproken met de fabrikant. Zorgvuldigheid De wettelijke bepalingen voor het nakomen van zorgvuldigheid moeten worden opgevolgd. Het nakomen van zorgvuldigheid vereist naar de stand van de techniek dat het technisch mogelijke (toepassen van erkende regels der techniek) en het economisch redelijke moet worden gedaan om schade preventief en veilig te voorkomen. 1.3 Wettelijke basis (Duitsland) De volgende normen, voorschriften, verordeningen en wetten moeten in acht worden genomen om de veiligheid en de goede werking van de vloeistofkoelgroep te garanderen: EG-machinerichtlijn 2006/42/EG EG-richtlijn voor drukapparatuur 97/23/EG AD-gegevensbladen 2000 verordening inzake storingssituaties (12. BImSchV) met 1. Storingssituatie VwV Bondswet bescherming tegen emissie (BImSchG), 4. BimSchV Wet op de waterhuishouding(whg), VawS Verordening inzake gevaarlijke stoffen (GefStoffV) Kringloop- en afvalwet (KrW-AbfG) DIN EN 378, deel 1 tot deel 4 veiligheidstechnische en milieurelevante eisen Voorschrift inzake ongevallenpreventie met uitvoeringsbepalingen (BGR 500, hoofdstuk 2.35) koude-installaties, warmtepompen en koelinrichtingen (BGV B3) lawaai EN Koudemiddelarmaturen, veiligheidstechnische bepalingen, keuring, kenmerking DIN 2405 Pijpleidingen in koelinstallaties, identificatie Normbladen van de Vereniging van Duitse machine- en installatieconstructeurs (VDMA), speciaal VDMA en VDI-richtlijnen Gegevensbladen over de omgang met ammoniak, gegevensblad voor fluorhoudende halogeenkoolwaterstoffen BGI 648 Veiligheidsgegevensblad voor ammoniak en ander koudemiddelen en koelaggregaatolie De opstelling van de regelinstallaties is ontleend aan het statusbericht nr. 5 van de Duitse Koude- en Klimaattechnische vereniging Veiligheid en milieubescherming bij ammoniakkoude-installaties, en heeft in volle omvang betrekking op andere koudemiddelen. De in deze handleiding aangegeven: normen, veiligheidsvoorschriften, richtlijnen en erkende regels der techniek, moeten minimaal in acht worden genomen! Als de vloeistofkoelgroep in een ander land dan Duitsland wordt gebruikt, moeten de geldende wetten en voorschriften op de locatie in acht worden genomen! 14 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

15 Beginselen De in het land van de gebruiker op de locatie geldende bindende regels inzake ongevallenpreventie moeten ook worden opgevolgd. Het niet naleven van de veiligheidsaanwijzingen heeft een risico voor personen, milieu en schade aan het apparaat ten gevolge. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

16 Beginselen Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum 1.4 Reglementair gebruik Raadpleeg hoofdstuk "Reglementair gebruik" van de montagehandleiding compressor! De vloeistofkoelgroep mag uitsluitend tot de maximale einddruk conform het typeplaatje worden gebruikt. De gebruiksvoorwaarden die gelden voor de vloeistofkoelgroep wat betreft druk en temperatuur moeten in acht worden genomen, ook als er een externe condensator wordt gebruikt. Wijzig niet de instelwaarden van de veiligheidsdrukschakelaar. U zou daarmee de bedrijfsveiligheid van de koude-installatie in gevaar brengen. Als de uitschakelwaarde hoger wordt gekozen dan 0,9 x van de maximale bedrijfsdruk (zie EN378-2) van het hogedrukelement van de koude-installatie, dan kan barsten van het reservoir van dit installatiedeel het gevolg zijn. Het door de fabrikant opgegeven bedrijfsregime, vooral voor de startfase van de vloeistofkoelgroep, moet in acht worden genomen. Bedrijfsparameters moet worden gecontroleerd en de bedrijfswaarden mogen niet hoger of lager zijn dan deze parameters. De vloeistofkoelgroep is geconstrueerd en geproduceerd voor een speciaal gebruiksdoel onder gedefinieerde gebruiksvoorwaarden. Eigenmachtig uitgevoerde constructiewijzigingen zijn niet toegestaan. Voor daaruit voortvloeiende schade stellen wij ons niet verantwoordelijk. In het belang van de verdere ontwikkeling behoudt GEA Refrigeration Germany GmbH zich het recht voor technische wijzigingen uit te voeren. De hier beschreven vloeistofkoelgroep voldoet aan de stand van de techniek op het moment waarop deze bedieningshandleiding ter perse is gegaan. Bij een wijziging van het gebruiksdoel of van de gebruiksvoorwaarden moet in ieder geval met de fabrikant worden overlegd over de toelaatbaarheid van de wijziging. De koudedragerkringloop moet zo worden ontwikkeld, dat er altijd een constante volumedoorstroming bij de verdamper gewaarborgd is. Als de volumedoorstroming wordt beperkt, kan de koudedrager bevriezen en kan de vloeistofkoelgroep om veiligheidsredenen worden uitgeschakeld. De koelvloeistofdoorstroming moet bij watergekoelde condensators worden gegarandeerd. Als de vloeistofdoorstroming wordt beperkt of geblokkeerd is, stijgt de einddruk en wordt de compressor uitgeschakeld. Voer geen wijzigingen aan de vloeistofkoelgroep en de compressorbesturing uit. U kunt daardoor de veiligheid en functionaliteit van de vloeistofkoelgroep negatief beïnvloeden. Dan komt de garantieclaim te vervallen. De hier beschreven drukapparaten mogen niet voor een ander dan het hier aangegeven doel worden gebruikt. Als de drukapparaten niet volgens de voorschriften worden gebruikt,is het veilige gebruik van het apparaat niet gewaarborgd. De leverancier/ installateur of de exploitant en niet de fabrikant is verantwoordelijk voor ieder persoonlijk letsel en schade aan eigendom, die voortvloeien uit niet reglementair gebruik. De drukapparaten zijn niet ontwikkeld voor dynamische belastingen. Als het risico van blikseminslagen bestaat, moeten de drukapparaten worden geaard. De leverancier/installateur moet in zijn bedieningshandleiding aanwijzingen voor een regelmatige controle van de drukapparaten opnemen en het optreden van de eindgebruiker bij schade definiëren. Om verbranden of bevriezen te verhinderen mag het drukvat tijdens het bedrijf niet worden aangeraakt. Dit kan worden verhinderd door de juiste voorzorgsmaatregelen. Er moeten waarschuwingssignalen worden aangebracht. Vloeistofkoelgroepen moeten zijn uitgerust met veiligheidskleppen volgens EN 378. Het fundament moet stevig genoeg zijn. De leverancier/installateur moet de toebehoren voor de drukapparaten zorgvuldig inbouwen. De drukapparaten mogen tijdens de installatie niet beschadigen en moeten na de installatie worden geverfd. De drukapparaten mogen alleen met het in het contract vastgestelde koudemiddel worden gevuld. De drukapparaten moeten zo in de vloeistofkoelgroep of in de installatie worden ingebouwd dat geen trillingen of pulsen op de drukapparaten kunnen worden overgedragen. De aansluitleidingen moeten spanningsvrij worden geïnstalleerd. Voor een reglementair gebruik behoort het in acht nemen van deze handleiding en alle meegeleverde bedieningshandleidingen, evenals het nakomen van de daarin voorgeschreven onderhouds- en serviceintervallen en - voorwaarden Garantieclaim en bedrijfsvergunning vervallen bij niet reglementair gebruik. 16 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

17 Beginselen 1.5 Waarschuwing voor te voorzien onjuist gebruik Een vloeistofkoelgroep wordt verkeerd gebruikt als: niet-geautoriseerd koudemiddelen, bedrijfsstoffen en koudedrager en koelmedia worden gebruikt, specificatie voor het project in acht nemen! elektrische onderdelen verkeerd worden aangesloten, spanning en frequentie in acht nemen! mechanische onderdelen verkeerd worden aangesloten, 1.6 CE-kenmerk Door het aanbrengen van het CE-kenmerk bevestigt de fabrikant de conformiteit van het product met de betreffende EG-richtlijnen en het opvolgen van de daarin vastgelegde essentiële eisen. fig.1: CE-kenmerk Het CE-kenmerk is op het typeplaatje aangebracht. Het CE-kenmerk voor producten van GEA Refrigeration Germany GmbH vindt plaats volgens de richtlijnen voor drukapparatuur. Dit houdt in dat de drukapparatuur in omloop wordt gebracht met de noodzakelijke onderdelen met veiligheidsfunctie. Voor deze volledige opstelling is de richtlijn voor drukapparatuur van toepassing. druk en temperatuur in acht nemen! de inrichting voor steun- ophangings- en opslagdoeleinden onjuist wordt gebruikt, niet geautoriseerde ingrepen in regel- en stelorganen inclusief besturingssoftware worden uitgevoerd, de door de motor opgewekte aandrijfenergie voor andere doelen dan voor het bedrijf van de compressor en pompen wordt gebruikt. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

18 Beschermende rechten Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum 2 BESCHERMENDE RECHTEN De vloeistofkoelgroepen bevatten technische oplossingen waarvoor GEA Refrigeration Germany GmbH patenten bezit of heeft aangevraagd. 2.1 Verdamper met injectieverdeling De uitvoering van de verdamper met injectieverdeling, geforceerde bypass, verzameling en retourleiding van koudemiddel en olie is juridisch beschermd. Patent DE B4 "Überfluteter Verdampfer mit Zwangsumlauf" (Natte verdamper met geforceerde bypass) 2.2 Verdamper met geïntegreerde vloeistofafscheiding De plaatsing en vormgeving van de vloeistofafscheiding die in de verdamper is geïntegreerd, zijn aangemeld voor patent. Inzageschrift A1 18 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

19 Informatie over de fabrikant 3 INFORMATIE OVER DE FABRIKANT GEA Refrigeration Germany GmbH is een maatschappij van GEA Refrigeration Technologies, van het koudetechnieksegment van de GEA Group en biedt haar klanten wereldwijd hoogwaardige componenten en diensten voor koude- en procestechnische toepassingen. Vestigingen: GEA Refrigeration Germany GmbH Fabriek Berlijn Holzhauser Str Berlijn, Duitsland Tel.: Fax: Web: refrigeration@gea.com GEA Refrigeration Germany GmbH Fabriek Halle Berliner Straße Schkopau/OT Döllnitz, Duitsland Tel.: Fax: Web: refrigeration@gea.com GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

20 Klantenservice Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum 4 KLANTENSERVICE GEA Refrigeration Technologies Germany GmbH levert producten van hoge kwaliteit en met grote betrouwbaarheid. Daarnaast zorgt de fabrikant voor een permanente werking van de koude- en procestechnische installatie en biedt een uitstekende service voor de geleverde componenten. 4.1 Technische klantenservice Wenst u ondersteuning door de technische klantenservice? Speciaal opgeleide servicetechnici staan op afroep voor u klaar om u bij technische problemen te helpen en u in het kader van onze after sales services bij te staan. Hotline 24/7: de hotlines zijn 24 uur per dag, elke dag van de week te bereiken: Mobiel +49 (0) Vaste telefoon, weekdagen van 7 tot 17 uur +49 (30) (30) Grasso-service@geagroup.com buiten Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland neemt u contact op met: regionale verkoopkantoren technische klantenservice voor vloeistofkoelgroepen met zuigercompressoren in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland Hotline 24/7 +49 (345) De specialisten van onze technische klantenservice ondersteunen u bij de installatie, controle, onderhoud, vragen over de werking, inspecties ter plaatse en reparaties van onze artikelen. 4.2 Reserveonderdelen GEA Refrigeration Germany GmbH heeft een eigen afdeling reserve onderdelen die praktijkgericht en snel wereldwijd levert. Noodzakelijke reserveonderdelen worden zo snel mogelijk verzonden. In de meeste gevallen ontvangt u uw reserveonderdelen 24 uur na plaatsen van de order. U kunt ons bereiken via de volgende hotlines: Mobiel, buiten kantooruren +49 (0) Vaste telefoon, kantooruren van 8 tot 17 uur +49 (30) Fax: +49 (30) Grasso-parts@geagroup.com Bestel reserveonderdelen in onze online shop G-Pos. ((Grasso parts online shop) gea-refrigeration.de.spareparts@gea.com 4.3 Opleidingen Waarschuwing! Alle werkzaamheden aan onze installaties mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd! Zorg dat u tijdig over de noodzakelijke vakkennis beschikt! Regelmatig worden uitgebreide cursussen voor servicetechnici en monteurs gegeven, zodat veilige en correcte toepassing en onderhoud van onze installaties gegarandeerd wordt. Grasso-service@geagroup.com 4.4 Serviceovereenkomsten De mogelijkheid bestaat een langdurige overeenkomst voor dienstverleningen (servceovereenkomst) af te sluiten. Voor verdere informatie over inhoud, omvang en voorwaarden van de mogelijke dienstverleningen kunt u contact opnemen met de technische klantenservice. Grasso-service@geagroup.com 20 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

21 Veiligheid 5 VEILIGHEID 5.3 Mogelijke resterende risico's 5.1 Algemene informatie over de veiligheid In het hoofdstuk "Veiligheid" worden de voor de werking van het apparaat in acht te nemen veiligheidsaspecten voorgesteld. Het apparaat is na de op dit moment geldende regels van de techniek ontwikkeld, gefabriceerd en is veilig. Het is gecontroleerd en heeft de fabriek in veilgheidstechnisch goede staat verlaten. Om deze toestand gedurende de werkingstijd te behouden, moeten de gegevens van de projectdocumentatie en certificaten in acht worden genomen. Bij de werking van het apparaat moeten de algemene veiligheidsbepalingen en de voorschriften en richtlijnen waarnaar in deze documentatie wordt verwezen, tenminste worden aangehouden. Alleen het in acht nemen van alle voorschriften en richtlijnen maakt een optimale bescherming van het personeel en het milieu mogelijk tegen risico's en de veilige en storingsvrije werking van het apparaat. 5.2 Handelwijze in een noodsituatie Maak u voor het begin van de werkzaamheden vertrouwd met het plaatselijke evacuatieplan. Als er ondanks de opgevolgde veiligheidsvoorschriften een noodsituatie ontstaat, dan moet de vloeistofkoelgroep meteen worden stilgezet en geheel van het stroomnet worden losgekoppeld. De elektrische leidingen moeten worden geblokkeerd tegen opnieuw inschakelen en worden gemarkeerd, zodat opnieuw inschakelen niet mogelijk is. De exploitant van de hele installatie moet ervoor zorgen dat in de elektrische leidingen ter plaatse vooraf een ontkoppelingsinrichting, bijv. hoofdschakelaar met de juiste contactbelasting en een geïntegreerde controledisplay is geïnstalleerd. Voor de werking van de vloeistofkoelgroep moet een eigen netleiding/voeding worden aangelegd. De netleiding/ voeding moet extra worden verzekerd en van een NOODSTOP-schakelaar worden voorzien. Waarschuwing! Resterende risico's voor mens en machine tijdens alle levensfasen van de vloeistofkoelgroep kunnen dankzij zorgvuldige constructie van de machine en omzetting van alle veiligheidsrelevante voorschriften niet volledig worden uitgesloten. De extra veiligheidsinstructies in de individuele hoofdstukken van deze handleiding moeten daarom zorgvuldig in acht worden genomen. Resterende risico's die in het voor het product uitgevoerde risicobeoordeling volgens veiligheidsnorm EN ISO veiligheid van machines zijn bepaald, zijn: mechanische risico's door scherpe metalen randen en uitstekende delen, elektrische risico's door onopzettelijk aanraken van aansluitklemmen en kabels, thermische risico's door onopzettelijk aanraken van warmtewisselaars en buizen, risico's door geluid. risico's door trilling bij ondeskundige opstelling, risico's door gebruikte materialen en andere stoffen bij allergie en dergelijke, niet nakomen van ergonomische principes, combinatie van risico's, onverwacht starten, onverwacht doordraaien bij verkeerde elektrische aansluiting of defecten, stilzetten,noodstop bi vastgestelde defecten, wijzigingen van de omwentelingssnelheid, uitval van de energietoevoer, uitval van het besturings- resp. regelcircuit, foutieve montage, breuk tijdens werking, uitgeworpen bedrijfsmedia of voorwerpen, verlies van de stabiliteit en uitglijden, struikelen of vallen van personen. Risico's door mediavermenging GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

22 Veiligheid Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum In principe bestaat bij schade aan verdampers/condensators (bijvoorbeeld bij breuken in platen) gevaar voor mediavermenging Dit kan leiden tot ammoniaklekkage aan de vloeistofzijde van de warmtewisselaar. Om gevolgschade aan het hydraulisch systeem te voorkomen, moeten bij de bouw geschikte maatregelen worden genomen. Deze kunnen bijvoorbeeld het volgende zijn: 19.1 Gescheiden warmtewisselaar in glycolsystemen met koperen leidingen 19.2 NH 3 -sensors in het leidingsysteem dicht achter de warmtewisselaars. Risico's door straling bestaan niet. 22 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

23 Transport, opslag 6 TRANSPORT, OPSLAG 6.2 Levering 6.1 Algemene aanwijzingen Let op! Er moet worden gezorgd voor voldoende verlichting is tijdens laden en lossen evenals bij het opslaan om persoonlijk letsel en materiële schade te voorkomen. Door uitstekende delen aan het apparaat (bijv. ventielkappen) bestaat er gevaar voor stoten en struikelen. Ook bestaat het gevaar van snijden aan scherpe randen en oppervlakken. Tijdens transportwerkzaamheden bestaat het gevaar van lichamelijk letsel. Daarom moeten alle werkzaamheden met verhoogde aandacht worden uitgevoerd. Persoonlijke beschermende middelen (werkkleding, werkschoenen, handschoenen) moeten tijdens alle werkzaamheden aan het apparaat worden gedragen. Deze handleiding moet voor transport, opslag en stand op de installatielocatie worden gelezen. De uitgevoerde aanwijzingen en instructies moeten altijd worden opgevolgd! Alle werkzaamheden die in deze handleiding zijn toegelicht, mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. De verzending geschiedt volgens de verpakkingswijze die in de order is overeengekomen. Standaard wordt de vloeistofkoelgroep zonder verpakking geleverd. De vloeistofkoelgroep heeft een beschermgasvulling (gedroogde lucht, 0,2 bar overdruk) in de koudemiddelkringloop. De warmteoverbrendingsaansluitingen zijn gesloten. Waarschuwing! De compressors van de vloeistofkoelgroep zijn niet gevuld met olie, daarom mag de vloeistofkoelgroep niet worden gestart voor deze correct is gemonteerd en in gebruik is genomen. 6.3 Transport (kraantransport) Waarschuwing! De BluAstrum is niet geschikt voor transport met een heftruck! De BluAstrum is een kwalitatief hoogwaardig product en dient daarom bij het transport met uiterste zorgvuldigheid te worden behandeld. Ieder stoten of hard neerzetten moet worden vermeden. Het kraantransport van de BluAstrum moet altijd plaatsvinden in de gebruikspositie (frame naar onderen!). Er mogen geen andere bevestigingspunten worden gebruikt dan de bevestigingspunten die extra voor dit doel zijn bestemd. De aanslagpunten zijn gemarkeerd! fig.2: Aanduiding van de bevestigingspunten GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

24 Transport, opslag Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum fig.3: Bevestiging aan aanslagpunt fig.5: Transport met behuizing Let op! Het is verboden de BluAstrum aan appendages of pijpen of aan de ringschroeven/transportogen van de compressor, de elektromotor, het reservoir of de schakelkast aan te slaan. Er dient in het bijzonder op te worden gelet, dat de kabels niet tegen buisleidingen van geringe nominale doorlaat of isolaties aanliggen en dat deze niet worden beschadigd. Indien nodig moeten afstandstukken worden gebruikt. De aanslagpunten liggen niet in hetzelfde vlak. De kabels moet langer dan 3 m zijn. De hoogteverschillen tussen de afzonderlijke aanslagpunten moeten worden gecompenseerd met passende verlengingen. Ter voorkoming van oppervlaktebeschadigingen zijn er voorzorgsmaatregelen te treffen (hout of isolatiemateriaal). Er moeten kraanogen worden toegepast. Levensgevaar! Er moet worden gegarandeerd dat zich tijdens het kraantransport geen personen onder de zwevende last bevinden! De BluAstrum moet zodanig op het transportvoertuig worden geplaatst, dat deze is beveiligd tegen kantelen, verschuiven of vallen. De beveiliging van de lading moet bij voorkeur door vastsnoeren aan de voorgeschreven punten gebeuren. Er mogen geen personen op de pijpen en onderdelen van de vloeistofkoelgroep staan of erover lopen. Componenten moeten tegen slingeren worden beveiligd. Voor de beveiliging tijdens het transport is de daarmee gelaste medewerker of de onderneming zelf verantwoordelijk. Waarschuwing! De BluAstrum dient tijdens het transport voldoende te worden beschermd tegen invloeden van buiten. Transportverpakking (optioneel): folie Verwijder de folie pas vlak voor de opstelling van de BluAstrum op de voorziene installatielocatie in de machinekamer. Tot dat moment dient de folie als bescherming van de BluAstrum tegen invloeden van buiten. fig.4: Transport zonder behuizing 6.4 Opslag De vloeistofkoelgroepen moeten bij ontvangst worden gecontroleerd op transportschade. Eventuele beschadigingen moeten schriftelijk bij e fabrikant worden gemeld. Vloeistofkoelgroepen moeten overdekt, op een effen, verhard oppervlak en beveiligd tegen ingrepen door onbevoegden worden opgeslagen. De koelgroep moet worden neergezet op houten balken en is tegen stoten en slagen te beschermen. 24 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

25 Transport, opslag Waarschuwing! Vloeistofkoelgroepen moeten tijdens de opslag voldoende worden beschermd tegen invloeden van buiten (vocht, vorst, extreme hitte). Dit betreft normaliter langere standtijden in een vrije omgeving voor de installatie en de inbedrijfstelling van de koelinstallatie. GEA Refrigeration Germany GmbH raadt u aan om afdekfolie voor het gehele apparaat te gebruiken. Voor BluAstrum, uitvoering zonder behuizing: De ventilatieopeningen van de elektromotoren dienen altijd te worden afgedekt! Opslagtemperatuur: 5 C C De verfopbouw van de vloeistofkoelgroep is ontworpen voor de opstelling in de machinekamer (binnenopstelling). Het contact met water (ook met opspattend water) moet beslist worden vermeden. De vloeistofkoelgroep is bij aflevering gevuld met beschermgas. De beschermgasvulling moet wekelijks worden gecontroleerd en zo nodig worden bijgevuld tot de voorgeschreven transportdruk van 0,2 bar. Daarvoor wordt droge lucht gebruikt (dauwpunt onder -40 C). demontage en de reiniging van de glijringafdichting ter garantie voor een goede werking later aangeraden: 1. Demontage van het deksel van de glijringafdichting met inbegrip van de daarin geplaatste contraring van de pakking met behulp van twee uitdrijfschroeven. 2. Met de hand uitnemen van het op de as geplaatste afdichtingspakket met de daarbij behorende glijring of met een werktuig als het heel vast zit. Als het los zit blijft het afdichtingspakket mogelijk aan de contraring plakken en wordt al bij de demontage van het deksel mee uitgetrokken. 3. De aspositie met een vezelvrije doek reinigen, licht invetten en afdichtingspakket weer op de as schuiven. 4. Na het opschuiven op de as moet het afdichtingspakket tegen de werkende veerkracht met de hand worden samengedrukt. Tegelijkertijd moet worden gecontroleerd of de afdichting weer opveert. 5. Tenslotte deksel van de glijringafdichting weer monteren. Waarschuwing! Het gevaar bestaat van letsel door snijden en afknijpen. De transportverpakking (folie) die voor het doordraaien van de compressoras en de controle van de beschermgasvulling moet worden geopend, moet na het uitvoeren van de werkzaamheden weer worden gesloten om de bescherming tegen invloeden van buitenaf te garanderen. De verpakking (folie) moet indien nodig en bij langdurige opslag worden vernieuwd. Waarschuwing! Een regelmatige ventilatie van de verpakking van de vloeistofkoelgroep moet worden gegarandeerd om condensvorming aan de oppervlakken van de machine te voorkomen. Opslag voor een langere periode Bij meer dan 16 weken stilstand voor de inbedrijfstelling van de compressor bestaat het gevaar dat de glijringafdichting op de as vastplakt en zo bij inbedrijfstelling wordt beschadigd. Daarom worden de GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

26 Opstelling Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum 7 OPSTELLING 7.1 Basisinformatie voor de opstelling Let op! In geval van een storing mogen uittreden van brandstoffen deze niet in de grond kunnen sijpelen of in het grondresp. oppervlaktewater terecht kunnen komen. De op de opstellingsplaats geldende wettelijke regelingen moeten in acht worden genomen (bijv. voor Duitsland: Wasserhaushaltsgesetz WHG). Voor de statische berekening van het fundament, de keuze van het materiaal en het onderzoek van de bouwgrond is de projectleider of de exploitant verantwoordelijk. Voor een reglementaire en vakkundige montage moet voor de opstelling een plan worden opgesteld. De elektrische aansluitingen en aansluitingen voor de bedrijfsmedia moeten worden aangelegd. Houd er rekening mee dat er bij het opsteloppervlak van de BluAstrum voldoende plaats is voor de pijpen en voor de bediening bij onderhoudswerkzaamheden. De BluAstrum dient op een effen ondergrond te worden opgesteld. De afwijking van het horizontale vlak mag niet groter zijn dan 0,3 %. Er moet voldoende ruimte worden gelaten voor onderhoudswerkzaamheden. De beluchtingsopeningen van de behuizing (indien aanwezig ) mogen niet worden versteld! In het algemeen staat de BluAstrum door zijn eigen gewicht al stevig op het opsteloppervlak. Tussen het opsteloppervlak en het frame of het opstelframe van de BluAstrum moeten rubber ribbelplaten worden geplaatst ter demping. Bij de uitvoering zonder behuizing dient voor de demping gebruik te worden gemaakt van de level mount-elementen (optioneel geleverd). Als meer trillingsdemping vereist is (opstelling op een etagedek resp. op het dak), dan moeten trillingsdempers worden voorzien In dit geval moet het geschikte soort trillingsdemping worden vastgesteld en gerealiseerd. Bij gebruik van trillingsdempers moeten de koudedragerleidingen door middel van compensatoren worden afgekoppeld. Na laswerkzaamheden door de klant resp. de exploitant aan verbindingen van pijpen en flenzen moet volgens de richtlijn voor drukapparatuur een test van de lasnaden worden uitgevoerd. 7.2 Informatie over de opstelling in de machinekamer De vloeistofkoelgroep moet in een gesloten machinekamer op een effen ondergrond worden opgesteld. Er moet voldoende ruimte worden gelaten voor onderhoudswerkzaamheden. De toegestane omgevingstemperatuur tijdens bedrijf ligt, indien geen orderspecifieke beperkingen in acht moeten worden genomen, tussen +5 en +40 C. Ten aanzien van de uitvoering van de machineruimte en de veiligheidstechnische uitrustingen moeten de geldende voorschriften in acht worden genomen. Voor meer informatie over de situatie van de machinekamer leest u onze brochure "Situatie van de machinekamer en vulhoeveelheden voor NH3-koude-installaties volgens UVV" Bijzonderheden voor opstelling met behuizing (optie) De behuizing heeft de functie van een ontworpen omkleding ter vermindering van het geluid. De behuizing vormt geen machineruimte zoals bedoeld in DIN EN 378-3, maar dient alleen ver beperking van het geluid en om aanraking te voorkomen. De beluchting van de motor wordt gefaciliteerd door de aanzuig- en uitlaatsleuven in de zijwanden en in het dak van de behuizing. De aanzuig- en uitlaatsleuven mogen niet worden versteld! Minimale vrije ruimte boven bovenzijde dak behuizing: 30 mm In geval van onderhoudswerkzaamheden: de toegang van de modules van de vloeistofkoelgroep is rondom beveiligd met afneembare zijwanden. 26 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

27 Opstelling De zijwanden van de behuizing mogen alleen worden weggehaald als de machine stilstaat. Afmetingen zijwand: 1m waarde zich in het toegelaten waardenbereik bevindt. Volgens het elektrisch aansluitschema moeten alle elektrische verbindingen worden aangelegd en alle elektrische verbruikers/ sensoren worden aangesloten. 7.3 Starre opstelling Het frame van de vloeistofkoelgroep wordt op de voorbereide fundering vastgezet met funderingsbouten. Het frame moet met geschikte onderlegelementen zodanig waterpas worden gezet, dat de toestand van de grove uitlijning (radiaal en hoekverstelling 0,25 mm) aan de koppeling weer wordt bereikt. Daarna dienen de funderingsbouten te worden vastgezet. 7.4 Tegen mechanische trillingen geïsoleerde opstelling Het frame van de vloeistofkoelgroep moet met isolatorstelschroeven zo lang worden uitgelijnd, tot aan de koppeling opnieuw de toestand van de grofuitlijning (radiale en hoekverschuiving 0,25 mm) wordt bereikt. Vóór het aanhalen van de bevestigingsschroeven van de isolatoren dient te worden nagegaan of de isolatorlichamen boven de veer (voornamelijk rubberlichamen) vrij liggen en niet op de fundering rusten. 7.6 Geluidsisolatie, bescherming tegen weersomstandigheden Als de vloeistofkoelgroep is voorzien voor buitenopstelling, moet deze door de klant worden voorzien van een geschikte behuizing die geluidsisolerend is en bescherming biedt tegen weersomstandigheden. De bescherming tegen weersomstandigheden moet voldoende bescherming voor de machine bieden met betrekking tot de klimatologische voorwaarden op de opstellingslocatie. De vloeistofkoelgroep is niet uitgerust voor onbeschermde buitenopstelling. Een bescherming voor invloeden van buiten, vooral vuil, stof en vocht is onontbeerlijk. GEA Refrigeration Germany GmbH is niet aansprakelijk voor schade die door een ondeskundige buitenopstelling is ontstaan. 7.5 Elektrische aansluiting Levensgevaar! Direct aanraken van spanningdragende onderdelen is verboden. Maak de aardaansluiting volgens de aanduiding in de overzichtstekening. Zie hoofdstuk "Kenmerken van de aardaansluiting". Voor het begin van de werkzaamheden moet worden veilig gesteld dat alle aan te sluiten onderdelen spanningsvrij zijn, bijv. door verwijderen van de hoofdzekering in alle fasen resp. de montage van een geleiderbrug. De isolatieweerstand van het elektrische bedrijfsmiddel en de bekabeling moet worden gecontroleerd. De aansluiting mag alleen worden uitgevoerd als deze GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

28 Technische specificatie Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum 8 TECHNISCHE SPECIFICATIE De BluAstrum wordt geproduceerd en geleverd conform de technische specificatie. Er wordt uitgegaan van de standaarduitrusting, maar er kan rekening worden gehouden met uitrustingsvarianten. Standaarduitrusting Bedrijfsdruk: Bedrijfsomgeving: Omgevingstemperaturen: Opstellingshoogte: max. 28 bar gesloten machinekamers +5 C tot +40 C (+5 C tot +32 C met behuizing) 1000m boven N.N. Koudedrager-uittredetemperatuur: 1-15 C/ 6 C/ 15 C Elektromotor: Koudemiddel: Oliesoort: Standaard bijgeleverd R717 Hooggeraffineerde minerale oliën, zoals CPI of toegestane polyalfa-olefine oliën (PAO), zoals Klüber Summit R100 of Klüber Summit R200 Let op! Indien andere oliesoorten gewenst zijn, overlegt u met de fabrikant. Oliekoeling: Olieverwarming: Oliefilter: Reserveoliefilter: Olieniveauschakelaar: Druksensors: Afzonderlijke drukschakelaar: Vloeistofgekoeld (interne leidingen) koudemiddelgekoeld (bij uitvoeringsvariant (R) van de condensator) Standaard bijgeleverd Enkelvoudig filter geen geen rechtstreeks in buis geen 1 temperatuurverschil koudedrager maximaal 10K/standaard 5K 28 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

29 Technische specificatie Standaarduitrusting Overstortklep: Veiligheidsklep HD/ND: Doorstromingsbewaking: Besturing: Krachtstroomveld en frequentieomvormer: Kleur: Behuizing: Trillingsdemping: Test drukapparatuur: Documentatie: Standaard bijgeleverd Dubbele veiligheidsklep met wisselklep mechanisch GSC TP Standaard bijgeleverd, kabelinvoer onder RAL 5014 (duifblauw) geen geen CE-PED, module H (leidingen) 2x papier + 1 exemplaar op cd-rom Optionele uitrusting Reserveoliefilter: Behuizing: Communicatie: Elektromotor: Doorstromingsbewaking: Trillingsdemping: Test drukapparatuur: leverbaar leverbaar, kleur: (lichtgrijs) Profibus DP Modbus RTU Modbus TCP Klantspecifieke uitvoering mogelijk op aanvraag elektronisch leverbaar CE-PED, module H1 (volledige vloeistofkoelgroep) GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

30 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum 9 FUNCTIE- EN CONSTRUCTIEBESCHRIJVING 9.1 Vloeistofkoelgroepen met schroefcompressors, serie BluAstrum BluAstrum 9 Y Serie vloeistofkoelgroep Nominaal vermogen van de vloeistofkoelgroep in kw m.b.t. koudwaterbedrijf 12 C / 6 C Uitvoeringsvariant condensator BluAstrum = bouwserie vloeistofkoelgroep 9 Nominaal vermogen van de vloeistofkoelgroep bij 4500 min -1 in kw m.b.t. koudwaterbedrijf 12 C/6 C Compressortype Nominaal vermogen in kw G 500 H 800 L 900 M 1000 N 1500 R 1800 (Yy) = uitvoeringsvariant condensator 30 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

31 Functie- en constructiebeschrijving (W) (Wx) (R) (Rx) Water-/vloeistofgekoelde platenwarmtewisselaar (volledig gelast), Vloeistofkoelgroep voor gebruik binnen Water-/vloeistofgekoelde platenwarmtewisselaar (volledig gelast), Vloeistofkoelgroep voor gebruik buiten Verdampings- of luchtgekoelde condensator (niet meegeleverd door GEA Refrigeration Germany) Vloeistofkoelgroep voor gebruik binnen Verdampings- of luchtgekoelde condensator (niet meegeleverd door GEA Refrigeration Germany) Vloeistofkoelgroep voor gebruik buiten Voorbeeld omschrijving BluAstrum 1000 (W) Vloeistofkoelgroep met schroefcompressor, natte verdamping met geïntegreerde afscheider (BluAstrum) Nominaal vermogen van de vloeistofkoelgroep 1000 kw (1000) Uitvoering verdamper en condensator als volledig gelaste platenwarmtewisselaars, Vloeistofkoelgroep voor gebruik binnen (W) 9.2 Typische gegevens Vloeistofkoelgroepen BluAstrum worden voor speciale toepassingen geconstrueerd en geproduceerd. De typische gegevens vindt u in de volgende documenten: opdrachtspecificatie, parameterlijst, overzichtstekening, R+I afbeelding. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

32 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum 9.3 Plaatsingslocatie van de productidentificatie (typeplaatje) Het typeplaatje omvat de belangrijke technische gegevens van het product. Deze gegevens en de contractuele overeenkomsten leggen de grenzen vast van het reglementair gebruik. Het typeplaatje is standaard aan de schakelkast aangebracht (afwijkingen van de plaatsingslocatie zijn mogelijk). fig.6: Plaatsingslocatie van de productidentificatie (typeplaatje) Informatie op het typeplaatje: Fabrikant Type Serienummer Leeg gewicht Koudemiddel Vulhoeveelheid koudemiddel Hogedrukzijde Lagedrukzijde Toelaatbare druk De standaardtalen zijn Duits en Engels 32 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

33 Functie- en constructiebeschrijving 9.4 Informatie en veiligheidskenmerken op het product Levensgevaar! Kenmerken van de veiligheidsklep (veiligheidskenmerken) De veiligheidsrelevante kenmerken aan het het aggregaat/ de vloeistofkoelgroep moeten in acht worden genomen! fig.8: Kenmerken van de veiligheidsklep Kenmerken van de druk- en temperatuursensoren, de verwarming (veiligheidskenmerken) Betekenis van de kenmerken: De veiligheidsklep moet aan een afblaasleiding worden aangesloten Kenmerk van de schroefverbindingen met snijring (handelingsvoorschrift) fig.7: Veiligheidskenmerken van de druk- en temperatuursensoren, de verwarming Betekenis van de kenmerken: Vóór het vervangen van druk- en temperatuursensoren zonder dompelpijp moet veilig worden gesteld dat de pijpen waarin de sensoren zijn gemonteerd, drukloos zijn. De drukloze toestand kan door sluiten van de afsluitarmaturen vóór de te vervangen sensor worden verkregen. Vóór het vervangen van de olieverwarming moet veilig worden gesteld dat inde olieafscheider waarin de olieverwarming is geschroefd, drukloos is. Niet geldig voor olieverwarmingen van de module HLP. fig.9: Kenmerk van de schroefverbindingen De informatieve kenmerken voor alle schroefverbindingen met snijring (handelingsvoorschrift) is goed zichtbaar op de elektromotor aangebracht. Betekenis van de kenmerken: Als bij een schroefverbinding lekkage optreedt (uittredende gassen of dampen) dan moeten de schroeven worden aangedraaid. Doppen van de schroefverbindingen met sleutel tegenhouden. Wartelmoer ca. 1 / 4 tot 1 / 3 omdraaiing tot punt van voelbare tegenkracht vastdraaien. De lekkage is verholpen. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

34 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Kenmerken van de buisleidingen (informatiebord) Buisleidingen in koude-installaties moeten als volgt worden gekenmerkt (DIN 2405): Koudemiddel Stroomrichting Aggregaattoestand Kenmerk van de draairichting van de compressoraandrijfmotor (informatiebord) fig.10: Kenmerken van de buisleidingen 1 Pijlpunt (kenmerken van de stroomrichting) 2 Dwarsstrepen (kenmerken van de aggregaattoestand), groen = vloeibaar // blauw = gasvormig koud // rood = gasvormig warm 3 Informatieveld (kenmerken van het koudemiddel) fig.11: Kenmerk van de draairichting van de compressoraandrijfmotor De pijlrichting kenmerkt de draairichting van de compressoraandrijfmotor. 34 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

35 Functie- en constructiebeschrijving Kenmerken van de besturing / schakelkast (informatiebord) Kenmerken op de achterzijde van het bedieningspaneel van de besturing (zichtbaar na het openen van de schakelkast). Projectnaam Bouwnummer van het aggregaat/de vloeistofkoelgroep. MPI-adres Kenmerken aan de binnenkant van de schakelkastdeur: Testbewijs voor de besturing Kenmerken van de aardaansluiting Veiligheidskenmerken fig.13: Kenmerken van de aardaansluiting Betekenis van de kenmerken Voor de inbedrijfstelling moet worden gecontroleerd of het product correct is geaard. Sluit de aardaansluiting aan. De benodigde montagematerialen en kabels zijn niet inbegrepen. De positie van de aardaansluiting blijkt uit de overzichtstekening. De doorsnede van de aardingskabels moet ten minste 10 mm² bedragen, of er moeten twee afzonderlijk geïnstalleerde en afzonderlijk aangesloten aardingskabel worden gebruikt die bij elkaar de minimale doorsnede hebben. fig.12: Testbewijs voor de besturing GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

36 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Kenmerken van los geleverde onderdelen (handelingsvoorschrift) Bevestiging van kenmerken: op verdamper fig.14: Kenmerken van los geleverde onderdelen 2040 Weerstandsthermometer koudedrageruitgangstemperatuur 2045 Weerstandthermometer koudedrager-intredetemperatuur (optioneel) 2050 Doorstromingsbewaking Betekenis van de kenmerken Voor de inbedrijfstelling moet worden gecontroleerd of de los geleverde onderdelen in de pijpleidingkringloop worden geïnstalleerd: 1. Haal de onderdelen uit de verpakking. 2. Installeer de componenten volgens de afbeelding. Neem de opmerkingen in het hoofdstuk "Inbedrijfstellingen/Waterleidingwerk" in acht. 36 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

37 Functie- en constructiebeschrijving Aanduiding van het losse deel van de niveaugever (handelingsvoorschrift) Alleen geldig voor de BluAstrum (R). fig.15: Aanduiding van het losse deel van de niveausonde 2000 Verdamper 2810/ 2815 Afsluiter - lagedrukvlotter 2850 Niveaugever - afscheider 2875 Afsluiter - service A Referentievat Betekenis van de aanduiding Voor de inbedrijfstelling moet worden gecontroleerd of het losse deel van de niveaugever (2850) in het referentievat (A) wordt gemonteerd. Neem hierbij de aanwijzingen in de documentatie van de fabrikant van de niveaugever in acht, zodat de juiste installatie is gegarandeerd. De documentatie van de niveaugever is onderdeel van de productdocumentatie. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

38 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum 9.5 Procesdiagram Een gedetailleerde opsomming van alle posities vindt u bij de stuklijsten voor de klant en het bijhorende P+I diagram. fig.16: Processtroomdiagram, BluAstrum 10 Schroefcompressor 20 Olieafscheider 30 Watergekoelde oliekoeler 35 Oliefilter 45 Zuigfilter SFC 55 Terugslagklep - zuigzijde 60 afsluitbare terugslagklep - perszijde 2000 Verdamper 2100 Condensator 2200 Vloeistofafscheiding 2245 Injectie 2860 Expansieklep 9.6 Opbouw De vloeistofkoelgroepen BluAstrum werken met volle verdampersystemen bij natuurlijke circulatie en kunnen worden voorzien van verschillende typen condensators. De vloeistofkoelgroepen zijn modulair opgebouwd en bestaan uit de volgende hoofdmodules: Schroefcompressoraggregaat Warmteoverbrengergroep met geïntegreerde vloeistofafscheiding en olieafscheidingssysteem Laagspanningsinstallatie met frequentie-omvormer en besturingsinrichting De modulaire opbouw van de BluAstrum is geoptimaliseerd voor een zo compact mogelijk ontwerp. De olieafscheider en de geïntegreerde vloeistofafschei- 38 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

39 Functie- en constructiebeschrijving ding zijn horizontaal geplaatst. De componenten zijn zo geplaatst dat zo groot mogelijk koelprestaties kunnen worden geleverd bij zo klein mogelijk afmetingen. Als verdampers zijn twee volledig gelaste platenverdampers met geïntegreerde afscheiders gebruikt. Aan condensorzijde kunnen de volgende varianten worden ingezet: Volledig gelaste platenverdamper Verdampingscondensator (uitvoeringsvariant (R) van de condensator) Luchtgekoelde condensator (uitvoeringsvariant (R) van de condensator) De vloeistofkoelgroepen BluAstrum worden standaard gereed voor aansluiting en met volledige leidingen en bedrading geleverd. De vloeistofkoelgroepen BluAstrum (R) worden volledig zodanig geleverd, dat op locatie alleen nog de luchtgekoelde condensator of de verdampingscondensor moet worden aangesloten. De luchtgekoelde condensator of verdampingscondensor moet ter plaatse worden klaargezet. De warmtewisselaars worden op basis van de parameters van een project, waarbij rekening wordt gehouden met een zo groot mogelijk energie-efficiëntie, aangepast voor de verdamper en de condensator. De vloeistofkoelgroepen worden standaard uitgerust met een vrij programmeerbare besturing. Alle bedrijfs- en storingsmeldingen en de procesvariabelen kunnen worden afgelezen van een display (Touch Panel). De besturing wordt bediend via het Touch Panel. De vloeistofkoelgroepen worden zonder koudemiddel geleverd. Ze zijn gevuld met beschermingsgas (gedroogde lucht, ongeveer 0,2 bar... 0,5 bar overdruk). De koudemachineolie wordt meegeleverd bij de inbedrijfstelling of een fabriekstest (FAT) Serie BluAstrum - met condensator De vloeistofkoelgroepen BluAstrum worden standaard gereed voor aansluiting en met volledige leidingen en bedrading geleverd. Er wordt een elektronische injectieklep gebruikt als expansie-inrichting. De vloeistofkoelgroep is uitgerust met een watergekoelde oliekoeler. De levering van de vloeistofkoelgroep wordt met watergekoelde condensator geleverd Serie BluAstrum (R) - zonder condensator Bij een vloeistofkoelgroep BluAstrum (R) wordt de condensator niet meegeleverd. De aansluiting van de luchtgekoelde condensator of van de verdampingscondensor wordt ter plaatse uitgevoerd. De modules worden ter plaatse verbonden. De vloeistofkoelgroep is uitgerust met een koudemiddelgekoelde oliekoeler. Voor veilige werking van de oliekoeler is de vloeistofkoelgroep voorzien van een hogedrukreservoir. 9.7 Hoofdonderdelen Compressor fig.17: Plaatsing van de compressor De schroefcompressors onderscheiden zich door hun compacte bouw, hoge betrouwbaarheid, hoogwaardige componenten en servicevriendelijkheid. Schroefcompressors zijn twee-assige wankelzuigermachines die volgens het verdringerprincipe werken en waarvoor olie-injectie wordt gebruikt. Voor de schroefcompressor wordt het koudemiddel ammoniak (NH 3 ) gebruikt. Als koelmachineolie wordt CPI aangeraden. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

40 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Voor de verschillende toepassingsvelden zijn schroefcompressors van verschillende series en bouwgroottes verkrijgbaar. De schroefcompressors worden door de compressoraandrijfmotor rechtstreeks aangedreven via een koppeling Koppeling De documentatie Schroefcompressors (montagehandleiding, stuklijsten, tekeningen) is onderdeel van de productdocumentatie Compressoraandrijfmotor fig.19: Plaatsing van de koppeling fig.18: Plaatsing van de compressoraandrijfmotor De koppeling dient voor de overdracht van aandraaimomenten tussen compressor en compressoraandrijfmotor De niet-schakelbare uitvoering van de koppeling zorgt voor de ontkoppeling van anders storende invloeden, zoals axiale of radiale krachten, schommelingen of asverstelling. Toerentalschommelingen en -pieken worden gedempt en afgeveerd, torsietrillingen worden gereduceerd. De documentatie van de koppeling (bedieningshandleiding) is onderdeel van de productdocumentatie. Standaard: De compressor wordt met behulp van een koppeling aangedreven door een luchtgekoelde 2-polige elektromotor IP23 met een bedrijfsspanning van 400 V; 50 Hz. De elektromotor is toerentalgeregeld via een frequentie-omvormer (1000 min min -1 ) en uitgevoerd als flensmotor met voet, bouwvorm IMB35. Optie: Andere beveiligingsvormen en bedrijfsspanningen op aanvraag Verdamper De documentatie van de elektromotor (bedieningshandleiding) is onderdeel van de productdocumentatie. fig.20: Plaatsing van de verdamper 40 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

41 Functie- en constructiebeschrijving In de verdamper wordt door verdamping van het koudemiddel warmte opgenomen uit de koudedrager, waardoor deze wordt afgekoeld. De verdamper werkt volgens het principe van de ondergedompelde verdamping. In de vloeistofafscheiding, die in de verdamper is geïntegreerd, worden vloeistofdruppels effectief afgescheiden. Bij externe condensatiesystemen (Remote VP en Remote LP) wordt als bijkomende beveiliging tegen overvulling een maximale vulstandmelder in de vloeistofafscheiding gemonteerd. Zuigdruk en koudedragertemperatuur worden bewaakt, zodat een betrouwbare bescherming tegen bevriezen aanwezig is. Het ontwerp, de productie en het testen van de verdamper met geïntegreerde vloeistofafscheiding worden uitgevoerd conform de richtlijnen voor drukapparaten. De documentatie Verdamper (bedienings- en onderhoudshandleiding, testcertificaat) maakt deel uit van de productdocumentatie. 1. Condensator in de uitvoering platenwarmtewisselaar (meegeleverd) De documentatie Condensator (bedienings- en onderhoudshandleiding, afnamecertificaat) maakt deel uit van de productdocumentatie. 2. Uitvoeringsvariant (R) van de condensator: Luchtgekoelde condensator op installatie (niet meegeleverd) Verdampingscondensator op installatie (niet meegeleverd) Bij bedrijf met externe condensator (uitvoering BluAstrum (R) moet voor elke BluAstrum een afzonderlijke condensator beschikbaar zijn! Het bedrijf met meerdere BluAstrums op één condensator is niet toegestaan Olieafscheider Condensator fig.22: Plaatsing van de olieafscheider fig.21: Opstelling van de condensor In de condensator wordt de gecomprimeerde koudemiddeldamp afgekoeld en gefluïdiseerd; dit gebeurt door afgifte van de in de verdamper en de compressor opgenomen warmte aan de koelmedium (opwarming). Het ontwerp, de productie en de keuring geschieden conform de richtlijnen voor druktoestellen. De olieafscheider is constructief gestandaardiseerd en onderscheidt zich door een gering olieverlies en laag olieverbruik. De olieafscheider is horizontaal gemonteerd. De documentatie Olieafscheider (bedienings- en onderhoudshandleiding, afnamecertificaat) is onderdeel van de productdocumentatie. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

42 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Oliekoeler De zuigfiltercombinatie SFC draagt wezenlijk bij tot hoge bedrijfsveiligheid van de componenten en het totale apparaat. De aanzuigfiltercombinatie SFC voorkomt dat de vuildeeltjes die met de zuigstroom worden meegesleurd in de schroefcompressor binnendringen. Het aanzuigfilterelement wordt van binnen naar buiten doorstroomd en is zo gemonteerd dat geen bewaking vereist is. Het filterelement kan worden gereinigd. fig.23: Plaatsing van de oliekoeler De documentatie van de aanzuigfiltercombinatie SFC (bedieningshandleiding. afnamecertificaat) is onderdeel van de productdocumentatie. De oliekoeler dient voor de koeling van de olie die in de compressor is verwarmd tot een bepaalde temperatuur, om voldoende olieviscositeit voor de voeding van de compressor te garanderen. De olietemperatuur wordt niet geregeld. De minimaal mogelijke olie-inganstemperatuur wordt beveiligd met een driewegklep in de oliekringloop. De oliekoeler is aan de waterzijde volledig voorzien van leidingen Schakelkast met besturing De documentatie van de oliekoeler (bedieningshandleiding. afnamecertificaat) is onderdeel van de productdocumentatie Zuigfiltercombinatie SFC fig.25: Plaatsing van de schakelkast De schakelkast laagspanningsinstallatie met besturing bestaat uit de besturingsunit met bedienings- en indicatie-unit, de signaallampen voor "Modus", "Waarschuwing" en "Storing", de noodstopknop, de koppelelementen, evenals de behuizing. De schakelkast met besturing is rechtstreeks op de BluAstrum gemonteerd. Volgende functies worden standaard door de schakelkast met besturing uitgevoerd: indicatie van alle belangrijke natuurkundige en technische parameters, zoals bijv. druk, temperatuur, motorstroom, vermogen, aantal bedrijfsuren, modus en toestandsmeldingen fig.24: Plaatsing van de zuigfiltercombinatie SFC 42 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

43 Functie- en constructiebeschrijving Automatisch opstarten en uitschakelen van de BluAstrum, evenals vermogensregeling afhankelijk van de wateruitgangstemperatuur (pekelwater) Controle van alle bedrijfsparameters Vermogensbegrenzing van de compressor, als de gemeten einddruk, de zuigdruk, de koudedrager-uittredetemperatuur of de motorstroom overbelasting aangeeft Storingsgeheugen met datum en tijd Herkenning van draadbreuken van alle analoge ingangssignalen Wachtwoordprotectie ter voorkoming van ongeautoriseerde toegangen tot belangrijke parameters Programma niet vluchtig opgeslagen Communicatiemogelijkheid met ranghogere besturing via MPI (optioneel via Profibus-DP, Modbus RTU of Modbus TCP) Externe toegang (optioneel via ethernet) Gedetailleerde informatie over communicatie van de GSC TP vindt u in de communicatierichtlijn. De communicatierichtlijn kan al voor de geplande installatie beschikbaar worden gesteld Beveiligingen De vloeistofkoelgroep is voorzien van een uitgebreide softwarebeveiliging tegen hoge druk, te hoge temperaturen en tegen bevriezingsgevaar. Met een zuig- en condensatordrukregeling en een begrenzing van de nominale stroom wordt de Viregelschuif naar het minimum verplaatst wanneer de instelbare grenswaarden worden overschreden. Verschillende testinstanties eisen op basis van geldende wet- en regelgeving een uitgebreide extra uitrusting met onafhankelijke veiligheidsapparatuur. Als de vloeistofkoelgroep wordt geleverd conform EN 378 met CE-keur, dan wordt de volgende veiligheidsuitrusting bijgeleverd: Overstortklep (op de compressor) van de druken zuigzijde Dubbele veiligheidsklep met aftapaansluiting De aftapaansluiting moet door de installateur zodanig worden gemonteerd dat geen gevaar ontstaat bij het afblazen Veiligheidsdrukbeperking (2 schakelniveaus, handmatig binnen en buiten te resetten) Drukverlagingsinrichting voor elk afsluitbaar reservoir dat vloeibaar koudemiddel kan bevatten. Dit geldt voor alle reservoirs met een doorsnede van >152 mm en een inhoud van > 100 l, uitgezonderd de olieafscheider en het oliefilter. Bij de vloeistofkoelgroep worden de volgende veiligheidsinrichtingen geleverd voor ontsnappend ammoniak niet geleverd: Persoonlijke beschermingsmiddelen (gezondheids- en werkbescherming) Gasdetector Bij levering conform EN 378 met CE-keur worden ook alle voorgeschreven delen van de documentatie in de landstaal geleverd. In overleg zijn verschillende tests mogelijk. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

44 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Bewaking en weergave van proceswaarden De volgende bedrijfsparameters worden doorlopend bewaakt en weergegeven door de besturing: Benaming Toelichting Zuigdruk Zuigdruk in bar (a) en de daarbij behorende verdampingstemperatuur in C Einddruk Einddruk in bar (a) en de daarbij behorende condensatietemperatuur in C Oliedruk Oliedrukverschil Oliefilterdruk 1 Oliefilterdrukverschil 1 Oliedruk in bar (a) Oliedrukverschil in bar Oliefilterdruk in bar (a) Oliefilterdrukverschil in bar Zuigtemperatuur Zuiggastemperatuur in C Eindtemperatuur Compressie-eindtemperatuur in C Olietemperatuur Olietemperatuur in C externe temperatuur Koudedrageruittredetemperatuur in C KD-ingangstemp. 1 Koudedragerintredetemperatuur in C RS-positie 1 Positie van de regelschuif % Motorstroom Toerental compressormotor Motorstroom in A Toerental van de motor tpm Warmtedragerintredetemperatuur 1 Koelmiddelintredetemperatuur in de condensator in C Warmtedrageruittredetemperatuur 1 Koelmiddeluitredetemperatuur uit de condensator in C Bedrijfsuren Minimuminsteltijd Inschakelvertraging Uitschakelvertraging Inschakelblokkeertijd Aantal bedrijfsuren in h Minimum insteltijd in s, resterende tijd totdat de regelslede de min-positie moet hebben bereikt Inschakelvertraging (auto), resterende tijd in s, tot aan het automatische inschakelen Uitschakelvertraging (auto), tijd in s, tot aan het automatische uitschakelen Inschakelblokkeertijd, resterende wachttijd tot aan de volgende inschakeling in s 44 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

45 Functie- en constructiebeschrijving Benaming Gedwongen pauze Toelichting Tijd van de gedwongen pauze in s, resterende tijd Buitentemperatuur 1 Buitentemperatuur in C 1 optioneel Appendages Een appendage duidt meestal op een bedieningselement van een machine. Het begrip appendage wordt onder andere ook voor kleppen gebruikt die voor de besturing en regeling van fluidstromen in pijpleidingen dienen. In bredere zin worden alle soorten van inbouwelementen in pijpleidingen, zoals bijv. kijkglazen, meetdiaframa's, filters en dergelijke als appendage aangeduid. Onder appendages worden ook gerekend alle soorten kleppen zoals bijvoorbeeld afsluiters terugslagkleppen veiligheidskleppen vlotterkleppen iedere appendage heeft zijn gebruiksgebied volgens de in de pijpleiding heersende druk of temperatuur, volgens de grootte van de pijpleiding, volgens de eisen van de dichtheid van de appendage, de smoring en de richting van de fluidstroom en van het medium zelf. de veiligheidsappendages dienen ter begrenzing van de druk in de onder druk staande installaties. De uitleg van iedere appendage vindt plaats overeenkomstig de speciale toepassing. De appendages kunnen handmatig of motorisch, bijv. door aandrijfmotoren, pneumatische of hydraulische cilinders worden bediend. Bij terugslagappendages zorgt de fluidstroom in de pijpleiding voor een zelfstandig sluiten van de klep. Afhankelijk van het type wordt de op de appendage aangesloten pijpleiding gesloten door verschillende sluitelementen (bijv. klepschotels, klappen, schijven). De documentatie van de appendages (afnamecertificaten) is onderdeel van de productdocumentatie. 9.8 Door de klant gemonteerde componenten Waarschuwing! De componenten en installatie-onderdelen die door de klant beschikbaar worden gesteld of gemonteerd, vooral in het koudedrager- en koelmiddelcircuit evenals het oliecircuit, moeten wat materiaal betreft geschikt zijn voor de stoffen die erdoor stromen. Bovendien moeten bij wijzigingen aan het product door de klant de gevolgen voor de beveiligingen worden gecontroleerd. Voor de ontstane schade en de schending van de veiligheidsvoorschriften, die voortvloeien uit het gebruik van ondeugdelijk materiaal of door een wijziging van het product, die niet werden voorzien in het originele veiligheidsconcept, aanvaardt GEA Refrigeration Germany GmbH geen aansprakelijkheid. 9.9 Algemene functiebeschrijving Vloeistofkoelgroepen BluAstrum zijn bestemd voor de koeling van water of olie ten behoeve van klimaatbeheersing of industriële processen. De in de fabriek gemonteerde en gecontroleerde vloeistofkoelgroepen zijn bedoeld voor binnenopstelling in machinekamers. De BluAstrum kan desgewenst worden uitgerust met een behuizing ter vermindering van de geluidsuitstoot en als aanraakbescherming. De vloeistofkoelgroepen BluAstrum zijn automatisch werkende koude-installaties met schroefcompressors en gevulde platenverdampers voor de koeling van de koudedrager. Als koudedrager kunnen water en pekelwater worden gebruikt. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

46 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Het programma van de vloeistofkoelgroepen BluAstrum, gebaseerd op de Grasso schroefcompressorserie, heeft wat het koudwaterbereik betreft een vermogengamma van 600 tot 1800 kw. De vloeistofkoelgroepen zijn speciaal ontworpen voor het gebruik met het koudemiddel ammoniak (NH3, R 717). Advies: Advies van de GEA Refrigeration Germany GmbH over de corrosiebescherming in de specifieke gebruikssituatie Koudemiddelkringloop De schroefcompressor zuigt het koudemiddel rechtstreeks uit de vloeistofafscheiding en perst het samen tot de condensatiedruk is bereikt. Door het onttrekken van warmte wordt het koudemiddel vloeibaar en wordt de spanning verlaagd in de verdamper/vloeistofafscheiding. Hier worden koudemiddeldamp en vloeistof van elkaar gescheiden. De vloeistof wordt in de natuurlijke kringloop (thermosifonprincipe) door de verdamper geleid. Door de warmteopname van het vloeibare koudemiddel (overgelopen verdamping) verdampt het koudemiddel en wordt de koudedrager afgekoeld. Tijdens het bedrijf van de schroefcompressor wordt olie in de werkruimte geïnjecteerd, die dan in de olieafscheider aan de drukzijde weer zoveel mogelijk van het koudemiddel wordt gescheiden. De olie, die warm geworden is in de compressor, wordt voor de injectie in de compressor gekoeld met een oliekoeler tot de ingangstemperatuur. Ondanks het uiterst effectieve olieafscheiderssysteem komt er olie aan de lagedrukzijde van de vloeistofkoelgroep terecht. Een speciaal door GEA Refrigeration Germany GmbH ontwikkeld automatisch, onderhoudsvrij olieterugvoersysteem leidt de olie uit de vloeistofafscheiding weer terug in de schroefcompressor. Dit is een fundamentele voorwaarde voor de storingsvrije werking van het verdampersysteem Oliekringloop De schroefcompressoren werken olieoverstroomd. Tijdens het compressieproces wordt koudemachineolie naar de compressor toegevoerd voor smering, afdichting, geluidsreductie en afvoer van een gedeelte van de compressiewarmte. De olie wordt na het compressieproces in de olieafscheider opnieuw zoveel mogelijk van het koudemiddel gescheiden. De resterende olie in het koudemiddel wordt later teruggeleid uit de vloeistofafscheiding/ verdamper Olieverwarming De olieverwarming aan de olieafscheider wordt uitgeschakeld als het aggregaat stilstaat om een minimale olietemperatuur en voldoende olieviscositeit voor het opnieuw inschakelen van het aggregaat te garanderen. De olieverwarming wordt niet geregeld. 46 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

47 Functie- en constructiebeschrijving Er wordt een begrenzing van de maximale verwarmingstemperatuur ingesteld Oliekoeling De olie die in de compressor is warm geworden moet, voordat zij wordt teruggeleid naar de compressor, tot een temperatuur worden afgekoeld die voldoende olieviscositeit waarborgt. De met vloeistof gevulde oliekoeler wordt ook voorzien van het koelmedium. De leidingen hiervoor zijn al aangelegd op de oliekoeler. Het gebruik van andere vloeistoffen dan het koelmedium voor de oliekoeling is alleen mogelijk op aanvraag Oliefilter Na de oliekoeling bereikt de olie het oliefilter, dat uit de volledige oliestroom de vaste deeltjes tegenhoudt. Het stervormig gevouwen glasvezelelement heeft door zijn groot oppervlak een groot opnemingsvermogen en daardoor een lange standtijd. De relatieve filterfijnheid bedraagt 25 µm Olieterugvoer uit de lagedrukzijde Ondanks een zeer goede olieafscheiding in de olieafscheider komt er altijd enige olie in andere delen van de installatie terecht. Om uit de vloeistofafscheiding afgelopen olie terug te brengen is de vloeistofkoelgroep uitgerust met een speciaal automatisch olieterugvoersysteem. Het automatische olieterugvoersysteem werkt standaard met een olieafscheidingstank. en twee magneetkleppen. 1. Vullen van de olieafscheidingstank (2300) Een mengsel van koelmiddel en olie wordt op een geschikte plaats tussen de vloeistofafscheiding en de verdamper afgetapt en naar de olieafscheidingstank geleid. Hiervoor wordt magneetventiel (2305) geopend. 2. Uitdampen van het koudemiddel Magneetventiel (2305) in de toevoer wordt gesloten. Eventueel voorhanden vloeibaar koudemiddel kan in de olieafscheider verdampen door de opname van omgevingswarmte. De uitdamptijd wordt door de besturing tijdelijk begrensd. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

48 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum 3. Uitschuiven van de olie uit de olieafscheidingstank Na de uitdamptijd wordt voor korte tijd heet gas via de magneetklep (2310) in de olieafscheidingstank geleid en schuift hierbij de olie in de zuigpijpstukken van de chiller naar buiten. Het olieafscheidingsinterval wordt door de besturing in werking gesteld. De besturingstijden voor de magneetkleppen kunnen aan de besturing worden geparametreerd. In geval van hogedruktoepassingen kunnen de beide magneetkleppen door een gemeenschappelijke motorklep worden vervangen Vermogeninstelling compressor De vermogensinstelling van de compressor van eenvoudig en efficiënt worden gewijzigd met de frequentieregeling (toerentallen (rpm) o/min). Volgens deze toerentalband en afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kan de compressor in het vermogensbereik van ongeveer % traploos en volgens de waarden van de besturing worden geregeld. Door het toerental te wijzigen met de frequentieomvormer is het rotorpaar van de compressor ook bij gedeeltelijke belasting volledig in gebruik. De compressor heeft geen regelschuif, maar alleen een Vislede. Afhankelijk van de tegendruk (condensatietemperatuur) wordt met deze Vi-slede de uitlaatopening van de compressor optimaal aangepast aan de betreffende bedrijfsomstandigheden. Voor details over het besturingsproces raadpleegt u de documentatie over de besturing. 48 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

49 Functie- en constructiebeschrijving 9.13 Niveauregeling verdamper Deze vorm van niveauregeling geldt voor luchtgekoelde condensators en verdampingscondensators. Let op! De niveaugever in het referentievat wordt los bijgeleverd en moet voor de inbedrijfstelling ter plaatse worden geïnstalleerd. Neem hierbij de aanwijzingen in de documentatie van de fabrikant van de niveaugever in acht, zodat de juiste installatie is gegarandeerd. De documentatie van de niveaugever is onderdeel van de productdocumentatie. De koudemiddelvloeistofinspuiting in de verdamper gebeurt met een elektronisch expansieventiel. Voor de regeling van het expansieventiel wordt het niveau in de verdamper bepaald. Hiervoor is bij de verdamper een referentievat met geïntegreerde niveaugever geïnstalleerd. Het niveau wordt bepaald via het gewicht van een staaf (meetlichaam) die vrij in de koudemiddelvloeistof hangt. Het gewicht van de staaf wordt gemeten met een veerdrukmeter. Het gewicht neemt af naarmate de opwaartse kracht toeneemt. De opwaartse kracht is een functie van de onderdompelingsdiepte van de staaf en daarmee ook van het niveau van de vloeistof in de verdamper. Als het meetlichaam in het gasgebied hangt, is het niet ondergedompeld in de vloeistof. In dat geval is ook de opwaartse kracht nul en is de gemeten kracht gelijk aan het gewicht van de staaf inclusief ketting. De meetwaarde bedraagt 4 ma en wordt vastgesteld op de niveauhoogte 0%. Als de bovenkant van het meetlichaam zich op dezelfde hoogte bevindt als de vloeistofspiegel of als de bovenkant van het meetlichaam zelfs min of meer is bedekt door vloeistof, meet de veerdrukmeter het gewicht min de maximale opwaartse kracht. De meetwaarde bedraagt dan 20 ma en de niveauhoogte wordt vastgesteld op 100%. Dat betekent dat in de gekozen constructie bij een meetwaarde van 0% het reservoir maximaal 33% gevuld kan zijn (zie afbeelding)! fig.26: Plaatsing van het referentievat en de niveaugever bij de verdamper type 6HH (zwart), 5HH (rood) en 4HH (blauw) 1 Kettinglengte 2 Meetbereik GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

50 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Meetwaardegever in het referentievat Staaflengte (= meetbereik) Kettinglengte 750 mm 100 mm Instellingen voor de niveaugever Verdamperreservoir 6HH 5HH 4HH Gewenste waarde midden reservoir 31 % 24 % 20% Waarde meetbereikeinde tot gewenste waarde midden reservoir 235 mm 180 mm 150 mm Gewenste waarde 20 mm onder midden reservoir 29 % 21 % 17% Waarde meetbereikeinde tot gewenste waarde 20 mm midden reservoir Alarm uitschakelen, max. niveau 30 mm boven midden reservoir 215 mm 160 mm 130 mm 35 % 28 % 24% X P = 20% T N 0 40 s 9.14 Technische gegevens Basisbegrippen Koudemiddel Koudedragers in een installatie lopende stoffen (vloeistof of gas) die door aggregaattoestandswijziging van een ander medium (Koude- resp. warmtedrager) warmte onttrekken of daaraan kunnen afgeven. Vloeistoffen die warmte uit en systeem opnemen en afgeven kunnen aan een koudemiddel (omkeerbaar proces), dienen ter koeling van een systeem (industrieel proces) Warmtedragers Stoffen (vloeistof of gas), die bijv. door koudemiddel opgenomen warmte transporteren en afgeven. Wordt water als warmtedrager gebruikt, zijn ook de benamingen warm water of koelwater gebruikelijk. Vermogenstest Bedrijfsstoffen Fabriekstest (FAT = Factory Acceptance Test), test van vloeistofkoelgroep onder bedrijfsomstandigheden (koudemiddel NH 3 ) in testruimte in fabriek. 50 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

51 Functie- en constructiebeschrijving Koudemiddel De vloeistofkoelgroep wordt uitsluitend gebruikt met het koudemiddel ammoniak. Alle componenten van de vloeistofkoelgroep zijn ontworpen voor het gebruik met het koudemiddel ammoniak. De veiligheidsbladen voor het gebruikte koudemiddel moet in acht worden genomen. Het veiligheidsblad is een onderdeel van de productdocumentatie Koelmachineoliën Let op! Voor een voldoende draagvermogen van de glijlagers en voor de garantie van de levensduur van de rollagers is een minimale viscositeit van de olie van 7cSt vóór de compressor vereist. De hiervoor geschikte olie moet onder inachtneming van de bedrijfsvoorwaarden zorgvuldig worden geselecteerd. De selectiecriteria en selectietabellen zijn in de technische informatie "Smeerolie voor schroefcompressoren" samengevat. Deze Technische informatie is een onderdeel van de productdocumentatie. GEA Refrigeration Germany GmbH helpt u op verzoek bij de selectie van de geschikte koudemachineolie. Aanbevolen olietypen: CPI , Klüber Summit R100 en Klüber Summit R200 Over andere oliesoorten overlegt u met de fabrikant Koudedragers Water, niet-corrosief, maximaal 200 ppm Cl Toegelaten pekelwater: Op basis van ethyleenglycol Op basis van propyleenglycol Temper NH 3 -oplossing Voor andere koudedragers moet de verdraagbaarheid met de gebruikte materialen worden gecontroleerd Warmtedragers Water, niet-corrosief, maximaal 100 ppm Cl Toegelaten pekelwater: Op basis van ethyleenglycol Op basis van propyleenglycol Temper Voor andere koelmedia moet de verdraagbaarheid met de gebruikte materialen worden gecontroleerd. Indien pekelwater als warmtedrager in de condensor wordt toegepast, dient bovendien te worden gecontroleerd, of de remmers bij de gewenste temperaturen nog wel thermisch bestendig zijn. Doordat de kwaliteit van het water heel verschillend kan zijn, raden wij iedere gebruiker aan, in zijn concreet geval het advies in te winnen van een specialist op het gebied van de corrosiebescherming. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

52 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Waarschuwing! Voorkom dat de warmtedrager gaat koken in de condensator! De bedrijfsdruk van de warmtedrager moet altijd boven de respectievelijke, met de mediumtemperatuur overeenkomende, kookdruk van de warmtedrager liggen. Bepalend voor deze temperatuur resp. druk is de inlaattemperatuur aan de ammoniakzijde van de condensator. Voorbeeld Warmtedrager water: Inlaattemperatuur 30 C Uitlaattemperatuur 35 C Schroefcompressor: T c = 37 C Inlaattemperatuur van koelmedium in de condensator Te handhaven bedrijfsdruk aan waterzijde: 95 1,0 bar abs Gebruikt materiaal in de warmtewisselaars Voor de inschatting van corrosiegedrag van de componenten die in contact staan met de koudedrager of de warmtedrager, moet het platenmateriaal als uitgangspunt worden genomen dat voor de platen van de warmtewisselaar is gebruikt (standaard platenmateriaal AISI 316). De uitvoering ervan wordt in de "Technische specificatie" voor elke order beschreven. 52 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

53 Toepassingsgebied 10 TOEPASSINGSGEBIED De vloeistofkoelgroepen van de bouwserie BluAstrum voor overstroomde verdamping kunnen binnen de opgegeven toepassingsgrenzen in overeenstemming met de aangegeven eisen onder diverse werkomstandigheden worden gebruikt. De opgegeven toepassingsgrenzen zijn gebaseerd op het werkprincipe van de schroefcompressor, de thermodynamische samenhangen en de gebruikte reservoirs en veiligheidsvoorzieningen alsook op de praktische gebruiksvoorwaarden. Voor de concrete inzet dient de passende compressoruitvoeringsvariant te worden gekozen. Koudemiddel NH 3 Toerental n min -1 min 1000 max 4500 Zuigdruk p 0 bar (a) min max 1,9 7,3 Uitgangstemperatuur koudedrager water Uitgangstemperatuur met vorstbestendige koelmedia t WA C min max t WA C min max + 2, Einddruk p bar (a) min max 7,3 19,3 Inlaattemperatuur van het koelmedium in de condensor t Kwe C min max Condensatietemperatuur t C min max Eindtemperatuur aan de compressoruitgang t 1 C min max Drukverhouding (p/p 0 ) π - min > 1,5 Drukverschil (p-p 0 ) 1 Δp bar min 3 2 Opmerkingen 1. Bij de controle van een concrete toepassing dient rekening te worden gehouden met alle in de tabellen aangegeven voorwaarden. Deze moeten worden aangehouden. 2. Als de grenzen die voor een specifieke toepassing zijn opgegeven, worden overschreden, moet worden overlegd met de fabrikant. 3. Afgezien van de aan te houden toepassingsgrenzen opgegeven in de tabellen, dient rekening te worden gehouden met de bedrijfsvoorwaarden van de compressor (bijvoorbeeld startregime, oliedruk, hoeveelheid olie, oliesoorten enzovoort). 4. De olietemperatuur vóór de invoer in de compressor moet minstens 18 C bedragen. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

54 Toepassingsgebied Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum 5. De opgegeven gegevens hebben betrekking op de bedrijfsomstandigheden van een koelinstallatie of airconditioning. Tijdens de stilstand of bij het opstarten kunnen de waarden korte tijd (nooit permanent) hoger of lager liggen dan de grenswaarden. 1 Het opgegeven drukverschil waarborgt een betrouwbare werking van de compressor.. Bovendien moet rekening worden gehouden met het vereiste drukverschil voor de toegepaste regelarmaturen van de koelinstallatie. 2 Om het minimale drukverschil te behouden, raden we u aan driewegklep aan de waterzijde te monteren (montage door de klant). 54 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

55 Inbedrijfstelling 11 INBEDRIJFSTELLING 11.1 Belangrijke aanwijzingen voor de inbedrijfstelling Waarschuwing! Direct aanraken van spanningdragende onderdelen is verboden. De klantenservice biedt uitgebreide ondersteuning voor de inbedrijfstelling van de vloeistofkoelgroep. Contactgegevens zie hoofdstuk "Technische klantenservice". Waarschuwing! De inbedrijfstelling van de vloeistofkoelgroep mag alleen worden uitgevoerd door deskundig personeel dat vertrouwd is met de inhoud van de bedrijfshandleiding. Hierbij zijn de veiligheidstechnische voorschriften voor koude-installaties in elk geval op te volgen, om het bedienende personeel en de vloeistofkoelgroep voor schade te behoeden. De vloeistofkoelgroepen worden in de fabriek getest en geïnspecteerd. Bij afgeleverde vloeistofkoelgroepen zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: Complete koudetechnische montage, met name: reiniging en droging van de koudemiddel- en oliekringloop, dichtheidstest met lucht, vacuüm pompen van de koudemiddelkringloop en beschermgasvulling met 0,3 tot 0,5 bar (overdruk), elektrische bekabeling en controle, fabrieksinstelling voor de instelgrootheden op de besturingskast, fabrieksinstelling voor de veiligheids- en bewakingstoestellen, proefdraaien in de fabriek (op wens van de klant). Voordat met de inbedrijfstelling wordt begonnen, moeten de volgende punten in acht worden genomen: De controle van de der externe gesteldheid van de vloeistofkoelgroep (controle van de isolatie, transportschade, beschermgasvulling... ). De uitvoering volgens de normen van alle elektrische aansluitingswerkzaamheden moet worden gecontroleerd (bijv. beschermingsleidingen, isolatie, afscherming, afdekkingen). Indien nodig moet een aardingsaansluiting worden voorzien. Het gebied om de machine waarbinnen de inbedrijfstelling plaatsvindt moet worden gemarkeerd en voor de toegang van onbevoegden worden afgeschermd. Voldoende ventilatie van het werkgebied moet worden gegarandeerd om lichamelijk letsel en materiële schade te voorkomen. De goede werking en het juiste functioneren van de uitrusting van de machinekamer (afzuiging en ventilatie). Persoonlijke beschermende middelen (werkkleding, werkschoenen, handschoenen) moeten tijdens alle werkzaamheden aan de vloeistofkoelgroep worden gedragen. Door uitstekende delen van de vloeistofkoelgroep (bijvoorbeeld ventielkappen) bestaat er gevaar voor stoten en struikelen. Ook bestaat het gevaar van snijden aan scherpe randen en ruwe oppervlakken. Daarom moeten alle werkzaamheden met verhoogde aandacht worden uitgevoerd. Voor de bescherming tegen gehoorbeschadiging/gehoorverlies door geluid moet geschikte gehoorbescherming worden gedragen. Thermische risico's met als gevolg letsel door bevriezen/verbranden door aanraken van onderdelen met zeer hoge of lage temperatuur kunnen optreden. Persoonlijke beschermende middelen dienen te worden gedragen. Geschikte werktuigen/speciale werktuigen moeten worden gebruikt. De draairichting van de aandrijfmotor moet worden gecontroleerd. Voor de inbedrijfstelling, dat wil zeggen voor de spanningsvoeding aangesloten wordt op de schakelkast van de vloeistofkoelgroep, moet u controleren of de koppeling tussen GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

56 Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum de aandrijfmotor en de compressor gescheiden is. Als dit niet het geval is, moet het koppelingstussenstuk worden gedemonteerd zoals is beschreven in de montage-instructies. Een onvrijwillige inschakeling van de compressoraandrijfmotor moet in elk geval vermeden worden. De draairichting moet gecontroleerd worden aan de hand van de richtingspijl op de compressor of de informatie in de documentatie van de compressor. De compressoraandrijfmotor wordt bij de modus "Handmatig" compleet in sterdriehoekschakeling gestart en daarna weer uitgeschakeld. Als de draairichting van de motor fout is, moet deze gecorrigeerd worden! Daarbij aansluitend wordt de elektrische schakelinstallatie opnieuw beveiligd tegen onvrijwillige inschakeling. De koppeling dient te worden gemonteerd met inachtneming van de afzonderlijk geleverde documentatie. Levensgevaar! Controleer of de koppelingsbescherming goed vast zit. Zonder gemonteerde koppelingsbescherming mag de inbedrijfstelling niet worden uitgevoerd. Pijpen en pijponderdelen moeten worden vastgeklemd om een voldoende mechanische stevigheid te garanderen. De pijpen en onderdelen van de vloeistofkoelgroep mogen niet worden betreden. Bedrijfsstoffen (stikstof, olie, koudemiddel) kunnen ontsnappen. Hiervoor moeten maatregelen worden getroffen om deze op te van gen en milieuvriendelijk te verwijderen (bijv. gebruik van een olievat). Voor het geval er koudemiddel ontsnapt moeten persoonlijke adembeschermingsmiddelen gereed worden gehouden. De veiligheidsbladen van de gebruikte oliën en koudemiddelen moeten voor het begin van de inbedrijfstelling worden gelezen. Maak u vertrouwd met het evacuatieplan van de opstellingslocatie. De controle van de schermgasvulling (overdruk 0,2 bar moet nog gegeven zijn) Als u gebreken vaststelt, waarschuwt u de service en handelt u volgens de gegeven instructies Beginselen De compressor mag pas worden ingeschakeld nadat de vloeistofkoelgroep vakkundig is aangesloten en met bedrijfsstoffen is gevuld. De in hoofdstuk "Inbedrijfstelling" aangegeven handelingen moeten in de aangegeven volgorde worden uitgevoerd. De vloeistofkoelgroep wordt bediend vanaf het bedieningspaneel (Touch Panel) van de besturing. Na invoer van de gewenste waarden is zowel een automatische als een handmatige bediening mogelijk. De software voor de besturing en de bediening via de terminal zijn afzonderlijk beschreven in de handleiding van de besturing Aansluiten van de vloeistofkoelgroep Let op! Alle mechanische aansluitingen moeten volgens het R+I diagram die voor het project van toepassing is, worden aangelegd. Het R+I diagram is een onderdeel van de productdocumentatie. Let op! Alle elektrische aansluitingen moeten volgens het elektrische aansluitschema dat voor het project van toepassing is, worden aangelegd. Het elektrische aansluitschema is een onderdeel van de productdocumentatie. Er moet worden gecontroleerd of de voor het transport gedemonteerde onderdelen, de los meegeleverde onderdelen en de door de klant voorbereide onderdelen vast gemonteerd zijn. Er moet worden gecontroleerd of alle schroeven vast zitten. 56 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

57 Inbedrijfstelling 11.4 Aansluiten van de buisleidingen Voordat de buisleidingen worden aangesloten, moet de stikstofvulling van de vloeistofkoelgroep worden afgetapt; hiervoor de ontluchtingskleppen aan de zuigzijde openen. Alle buisleidingsaansluitingen zijn dusdanig uit te voeren, dat de overdracht van warmte-uitzetting en trillingen op de vloeistofkoelgroep tot een minimum wordt beperkt. Voor koudemiddel- en olieleidingen kunnen staalcompensators en metalen slangen, voor wateraansluitingen rubbercompensators, worden gebruikt. Alle pijpaansluitingen moeten met vaste beugels rechtstreeks op de worden gemonteerd vloeistofkoelgroep. Aansluiten van Koudedragers Warmtedragers Bij vloeistofkoelgroepen met een TÜV-keurmerk: Veiligheidsklep op de aftblaasleiding aansluiten Let op! Voor het probleemloos functioneren van de vloeistofkoelgroep is een constante volumestroom van het koudedrager en de warmtedrager nodig. In beginsel geldt dat alle aansluitingen aan te brengen zijn volgens het P+I diagram dat voor het betreffende project geldigheid heeft. Pijpen dienen dusdanig naar de vloeistofkoelgroep te worden geleid, dat ze geen extra statische of dynamische belastingen veroorzaken. Voor alle aan te sluiten pijpen en systemen geldt dat zij nadat de werkzaamheden zijn voltooid, aan een dichtheidsproef moeten worden onderworpen Waterbuizen Als de vloeistofkoelgroep op trillingsisolatoren is gemonteerd, moeten de waterleidingen verbonden worden met flexibele aansluitingen. Er moeten mogelijkheden worden voorzien om de groep te vullen en leeg te maken. De waterkwaliteit moet gecontroleerd worden. De buizen moeten voor het aansluiten worden gespoeld. Vuildeeltjes en lasparels moeten worden verwijderd. Koudedragersysteem Na het afstellen kan de vloeistofkoelgroep koudedragerzijdig worden aangesloten. De leidingen voor de koudedrageraansluitingen moeten door de installatiebouwer op locatie worden geïnstalleerd. De grootte en de positie van de wateraansluitingen voor de verdamper zijn aangegeven in de tekening van de orderdocumentatie. De verdamper moet geïntegreerd worden in een gesloten koudedragerkringloop aan de drukzijde van de pomp. Een filter onmiddellijk voor de verdamper is noodzakelijk (aanbevolen maaswijdte 0,9 mm). De stroom van de hoeveelheid koudedrager moet constant zijn. De temperatuursensors nr die de uitgangstemperatuur en optioneel nr die de ingangstemperatuur van de koudedrager meten, worden met los meegeleverd met lasmof en moeten, net zoals de debietmeter nr. 2050, door de installatiebouwer in het buissysteem worden geïntegreerd. De debietmeter moet in een horizontale of verticale, van onder naar boven doorstroomde, leiding worden gemonteerd. De debietmeter moet op een afstand van 5 tot 10 x de leidingdiameter van de doorstroomde boog resp. de klep worden ingebouwd. De uitlooplengte moet 3 tot 5 maal de leidingdiameter bedragen. Als een elektronische stromingssensor in een horizontale leiding wordt ingebouwd, moet dit aan de zijkant gebeuren. Bij een inbouw van bovenaf moet de te controleren leiding volledig gevuld zijn. Bij een inbouw van onderaf kunnen vuilafzettingen tot onjuiste meetresultaten leiden. Tussen de uitgang van de koudedrager uit de verdamper/vloeistofkoeler en de temperatuursensor nr moeten minstens 2 m leiding en twee 90 -richtingswijzigingen d.m.v. bochtstukken of armaturen worden geïnstalleerd. Als de temperatuursensor nr onmiddellijk achter de debietmeter nr wordt geïnstalleerd, moet ook hier een afstand van 10 x leidingdiameter worden aangehouden. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

58 Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Voor de bekabeling van de temperatuursensor en van de stromingsschakelaar, gerekend vanaf de uitgang van de vloeistofkoeler, is een extra kabellengte nodig van 6 m. het verwijderen van vuilafzettingen resp. het vervangen van aangetaste elementen te vermijden, raadpleegt u bij voorkeur een bedrijf voor waterbehandeling Elektrische aansluiting Levensgevaar! Direct aanraken van spanningdragende onderdelen is verboden. fig.27: Koudedragersysteem 2000 Verdamper/vloeistofafscheiding 2040 Weerstandsthermometer koudedrageruitgangstemperatuur 2045 Weerstandthermometer koudedrager-intredetemperatuur 2050 Doorstromingsbewaking Warmtedragersysteem De grootte en de positie van de wateraansluitingen voor de condensor zijn aangegeven op de tekening van de opdrachtdocumentatie. De condensor moet aan de drukzijde van de pomp geïnstalleerd zijn. Direct voor de condensor moet een zeef worden geplaatst (aanbevolen maasbreedte 0,9 mm). Optioneel worden de temperatuursensoren voor de meting van de ingangstemperatuur (nr. 2145) of de uitgangstemperatuur van het koelmiddel (nr. 2140), bij warmtepomptoepassingen standaard de regelgrootte, aangeboden. De temperatuursensor inclusief de lasmof worden los meegeleverd en moeten door de installateur in het leidingsysteem worden gebouwd. De waterkwaliteit moet gecontroleerd worden. Waterbehandeling Industrieel water bevat meestal opgeloste of vaste bestanddelen, die corrosie of vuillagen vormen, resp. algenvorming veroorzaken. Het water voor de condensor- en verdamperkringloop moet chemisch behandeld worden, om dergelijke uitwerkingen te minimaliseren. Om stijgende onderhoudskosten voor extra werkzaamheden voor De vloeistofkoelgroep is uitgerust voor stekkerklaar en betrouwbaar functioneren. Alle aansluitingen moeten uitgevoerd worden volgens de actuele constructievoorschriften. Alle aansluitingen op de vloeistofkoelgroep moeten flexibel en zonder belasting worden uitgevoerd. Doorsneden van de toevoerleidingen volgens DIN VDE 100 Deel 520. Voor het begin van de werkzaamheden moet worden veilig gesteld dat alle aan te sluiten onderdelen spanningsvrij zijn, bijv. door verwijderen van de hoofdzekering in alle fasen resp. de montage van een geleiderbrug. De isolatieweerstand van het elektrische bedrijfsmiddel en de bekabeling moet worden gecontroleerd. De aansluiting mag alleen worden uitgevoerd als deze waarde zich in het toegelaten waardenbereik bevindt. Verbindingen en bijna alle externe aansluitingen worden reeds in de fabriek bekabeld. Waarschuwing! Maak de aardaansluiting volgens de aanduiding in de overzichtstekening. Zie hoofdstuk "Kenmerken van de aardaansluiting" De elektrische verbruikers en sensoren moeten volgens een elektrisch aansluitschema worden aangesloten. Alle elektrische verbindingen moeten volgens een elektrisch aansluitschema worden aangelegd, bijv. Compressoraandrijfmotor Stroomverzorging van de compressorbesturing Olieverwarming 58 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

59 Inbedrijfstelling Specifieke externe apparaten, zoals de tweede noodstopschakelaar, de ammoniaksensor en de ventilators van de machineruimte, moeten door de installatiebouwer op de plaats van montage worden aangesloten. Er moet worden gecontroleerd of de schroeven aan de klemmen (in de schakelkast) goed vast zitten Verflaag en isolatie Beschadigingen van de verflaag door transport en montage zijn zorgvuldig bij te werken. Kleurstelling Verfsysteem S 2.15 conform EN ISO voor omgevingsomstandigheden C2 conform EN ISO Ontworpen voor ruimtetemperaturen van 5 C to 40 C. Kleurstelling vloeistofkoelgroep: RAL 5014 duifblauw Kleurstelling schakelkast: RAL 7035 Kleurstelling behuizing (optioneel): RAL 7035 lichtgrijs Isolatie Standaardisolatie met behuizing voor zuigleiding en verdamper in 19 mm Armaflex. Standaardisolatie zonder behuizing voor koude installatiedelen in PUR/Alu. De isolatie is standaard berekend op een ruimtetemperatuur van 20 C en een luchtvochtigheid van 70 C Afloop van de inbedrijfstelling De volgende handelingen zijn uit te voeren in de opgegeven volgorde: Controleren van de elektrische aansluiting Levensgevaar! Direct aanraken van spanningdragende onderdelen is verboden. De uitvoering volgens de normen van alle elektrische aansluitingswerkzaamheden moet worden gecontroleerd (bijv. beschermingsleidingen, isolatie, afscherming, afdekkingen). Indien nodig moet een aardingsaansluiting worden voorzien Dichtheidsproef De toelaatbare bedrijfsdruk vindt u op het typeplaatje. Voor de dichtheidscontrole moeten de nodige veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Voor de controle wordt een ca. 3 uur durende drukafnamecontrole uitgevoerd met droge stikstof. Proefdruk 7 bar Gedurende deze 3 uur is een drukval toegestaan van 2%, waarbij rekening moet worden gehouden met schommelingen van de omgevingstemperatuur. Let op! Regel- en bedieningsapparaten die bij de genoemde proefdruk kunnen worden beschadigd, moeten voor de dichtheidscontrole worden gedemonteerd of geblokkeerd. Van de dichtheidscontrole dient een bericht te worden gemaakt, waarin ieder uur de druk in de te testen leidingen, de omgevingstemperatuur en de buitentemperatuur in de schaduw worden opgetekend. Nadat de dichtheidscontrole is voltooid en het aggregaat/de vloeistofkoelgroep werkelijk dicht zijn, dienen de gedemonteerde meet-, bedienings- en regelapparaten opnieuw te worden gemonteerd. Proefstrategie Als proefmedium wordt droge stikstof gebruikt. Na het bereiken van de proefdruk vindt de meting van de drukval plaats via de meting van de verschildruk plaats. Deze mag binnen een uur slechts ca 0,02 bar wijzigen. Als via de indicator geen lek via schuimvorming wordt weergegeven, dan is de installatie dicht. Testmiddel Als testmiddel moeten manometers met een precisie van 0,5% voor het meetbereik worden gebruikt met een digitale resolutie van 0,01 bar. De hier beschreven uitvoering van de controle heeft betrekking op manometer met manometer- en LEAKmodus van de fa. Keller. Indicator GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

60 Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Als indicator van de lekken moet een schuimvormer worden gebruikt. Als schuimvormer kan een oplossing van 50 delen water en 1 deel afwasmiddel worden gebruikt. De lekken worden door schuimvorming herkend. Voor probleemgebieden kan een lekzoekspray worden gebruikt. Waarschuwing! Oliepomp bij het evacueren afsluiten! Zie ook "Koudemiddelzijdig evacueren"in hoofdstuk "Onderhoudswerkzaamheden". Uitvoeren van de controle 1. Alle verbindingen (lasnaden, flensverbindingen, schroefverbindingen enz.) met schuimvormer bevochtigen. Optredende lekken, herkenbaar aan een duidelijke schuimvorming, verhelpen Drogen, vacuüm Nadat de dichtheidstest is beëindigd wordt de installatie geëvacueerd en gedurende een tijdspanne van 3 uur onderworpen aan een vacuümproef. Het evacueren dient enerzijds om lucht en anderzijds de vochtigheid uit de installatie te verwijderen. Voor het luchtledig maken moet een vacuümpomp worden gebruikt. Binnen het tijdbestek van 3 uren mag het bereikte vacuüm met maximum 6,66 mbar stijgen. fig.28: Vereist vacuüm voor de verwijdering van vocht uit koude-installaties. X Temperatuur van ruimte resp. wand in C Y A Vacuüm in mbar verplicht vacuüm voor de verwijdering van vocht uit koude-installaties. Nadat het voorgeschreven vacuüm is bereikt, moeten de meetwaarden ieder uur opgetekend worden. Na de onderdrukwaarde dienen de temperaturen in de machinekamer en de buitentemperaturen in de schaduw te worden ingevuld. Na de vacuümtest wordt de drukcompensatie met NH 3 uitgevoerd. 60 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

61 Inbedrijfstelling Bedrijfsstand van de kleppen De instellingen van de handbediende armaturen voor het bedrijf van aggregaat/vloeistofkoelgroep vindt u in het P+I diagram. De vormgeving en symbolen van het P+I diagram corresponderen met de bepalingen van de EN 1861, uitgave Juli Let op! De kleppen moeten vóór de inbedrijfstelling van het aggregaat/de vloeistofkoelgroep in de bedrijfsstand staan. Alleen zo is een storingsvrije werking mogelijk! Afsluiter bij normaal bedrijf geopend fig.29: Afsluiter geopend Afsluiter bij normaal bedrijf gesloten fig.30: Afsluiter gesloten Terugslagklep bij normaal bedrijf fig.31: Terugslagklep Afsluitbare terugslagklep bij normaal bedrijf geopend fig.32: Afsluitbaar terugslagklep GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

62 Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum fig.33: Regelklep Regelklep ingeregeld bij: Inbedrijfstelling gewijzigde bedrijfscondities Afsluitbare terugslagklep met regelfunctie bij normaal bedrijf geopend fig.34: Afsluitbare terugslagklep Met geïntegreerde regelfunctie Door de besturing (bijv. GEA Omni) bestuurd fig.35: Magneetventiel Wisselklep (3-wegklep) van onderaf in de richting van de pijl geopend fig.36: Wisselklep Bedrijfsstand: ingeregeld Δp x,x ± x bar in te stellen regeldruk ten overstaan van de referentiedruk (zie P+I diagram) fig.37: Oliedrukregelklep Let op! Een te hoog of te laag ingestelde oliedruk kan reeds na een korte bedrijfstijd tot ernstige en zeer zware schade aan de compressor leiden. 62 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

63 Inbedrijfstelling Overstortklep, veiligheidsklep fig.38: Overstortklep, veiligheidsklep Autark gestuurd fig.39: Drukgestuurde terugslagklep indien nodig handbediend fig.40: Snelsluitende klep, veerbelast ½ aansluitingen met kap fig.41: Vulklep, overstortventiel Aansluiting Rp ¼ Voor manometer en druktransmitter fig.42: Serviceklep GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

64 Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding Grasso BluAstrum Autark via regelmodule gestuurd fig.43: Olietemperatuurbegrenzer Autarke regeling via sensor fig.44: Temperatuurgeregelde regelklep Olie vullen Let op! Controle van de te vullen oliesoort! Zie contract/project of aanbeveling van GEA Refrigeration Germany GmbH. Voor het eerste olie vullen kan gebruik worden gemaakt van het vacuüm van het schroefcompressoraggregaat/de vloeistofkoelgroep voor de drukcompensatie. Na de drukcompensatie en voor het bijvullen van olie is een separate olievulpomp vereist. De aansluiting van de afsluitklep olieafvoer en olievulling (090) dient te worden verbonden met de olievultank. De kleppen dienen voor het olie vullen in de bedrijfsstand te worden gebracht. De afsluitklep (090) moet zo lang geopend blijven, tot het olieniveau tweederde van de peilglasarmaturen in de oliebak van de olieafscheider heeft bereikt. Bij bedrijf van het aggregaat moet het olieniveau alleen het onderste derde gedeelte van de peilglasarmaturen bereiken. Het vullen van de olieafscheider met olie moet over het algemeen via de oliekoeler gebeuren. Indien voor de eerste keer olie in de machine wordt gevuld, moet er ook olie worden gevuld via de serviceklep (135). De afsluitklep (065) moet dan worden gesloten. Let op! Door het gebruik van speciale componenten hebben de koelaggregaatoliën de neiging om meer vocht op te nemen. De olie mag daarom bij het vullen van een compressor slechts kort met lucht in contact komen. De inhoud van een aangebroken verpakking dient binnen één werkdag te worden verbruikt, maar dan moet de verpakking tussen het vullen door wel steeds goed worden gesloten Drukcompensatie met de koudeinstallatie Vacuüm weer herstellen. Drukcompensatie via de afsluiter service (285) uitvoeren Controleren van de storingsbewaking 1. De voeding van de compressoraandrijfmotor wordt ter controle van de veiligheidsinrichting van het voedingsnet gescheiden (bijv. zekeringpatronen verwijderen). 2. Besturing onder spanning plaatsen. 64 GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

65 Inbedrijfstelling 3. De ingebouwde drukomvormer en weerstandsthermometer zijn op correcte bekabeling te controleren. Hiervoor dienen de desbetreffende aansluitverbindingen te worden losgemaakt. Op het display van de besturing verschijnt de melding "Kabelbreuk <Sensor XXX>". Na de aansluitverbinding te hebben hersteld, dient de correcte aanwijzing op het display te worden gecontroleerd. Meer informatie vindt u in het handboek van de besturing. 4. Grenswaarden controleren. Grenswaarde = zie Parameterlijst 5. Vloeistofkoelgroep inschakelen met de besturing. 6. De nominale stroombegrenzing voor de compressoraandrijfmotor is in te stellen volgens de nominale motorgegevens. Zie parameterlijst! De elektrische schakelinstallatie dient te worden beveiligd tegen onbedoeld inschakelen van de compressoraandrijfmotor. In de MIN- en MAX-stand van de regelschuif moet de compressor-as met de hand soepel en gelijkmatig kunnen worden gedraaid. Bij de controle van de draairichting van de compressoraandrijfmotor dient rekening te worden gehouden met de inschakelvoorwaarden van de compressor Instellen van de oliedruk (bij externe oliepomp) Voordat de compressoraandrijfmotor en zodoende het schroefcompressoraggregaat/de vloeistofkoelgroep mag worden gestart, moet de juiste oliedruk worden opgegeven in het menu "Parameter" van de besturing. Instelwaarde = zie parameterlijst Waarschuwing! Een te hoog of te laag ingestelde oliedruk kan reeds na een korte bedrijfstijd tot ernstige en zeer zware schade aan de compressor leiden. De oliedrukregulering gebeurt volledig automatisch tijdens gebruik via de toerentalregeling van de oliepomp. Tijdens de inschakelfase van een compressor zijn lichte afwijkingen van de aangegeven oliedruk normaal Controleren van de draairichting van de aandrijfmotor Waarschuwing! De koppeling mag motor en compressor nog niet verbinden. fig.45: A B Draairichting motor Compressor Motor De compressoraandrijfmotor wordtdoor forceren van de digitale uitgangen direct gestart en daarna weer uitgeschakeld. Voor inbedrijfstelling van de compressoraandrijfmotor moet de informatie van de fabrikant, bijv. voor de smering van de motor, beslist gelezen worden. Bij een verkeerde draairichting van de motor wordt deze gecorrigeerd indien de elektrische schakelinstallatie beveiligd is tegen onbedoeld inschakelen. Daarna moet de motor minstens 1 uur lang onbelast en storingsvrij draaien. Dat is belangrijk, om restanten van vochtigheid in de motor (ontstaan bij transport of opslag) te drogen. Met het oog op de arbeidsveiligheid moet tijdens deze inloopfase de koppelingsbescherming gemonteerd zijn. Nadat de controle van de draairichting van de aandrijfmotor is beëindigd, kan de koppeling worden verbonden met de elektromotor. GEA Refrigeration Germany GmbH L_621517_

Vloeistofkoelgroepen Grasso FX P Bouwserie Small, Medium, Large. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_411517_5

Vloeistofkoelgroepen Grasso FX P Bouwserie Small, Medium, Large. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_411517_5 Bouwserie Small, Medium, Large Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_411517_5 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Vloeistofkoelgroepen Grasso BluGenium. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_141517_2

Vloeistofkoelgroepen Grasso BluGenium. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_141517_2 Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_141517_2 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de GEA Refrigeration

Nadere informatie

Vloeistofkoelgroepen Grasso FX GC PP. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_201517_6

Vloeistofkoelgroepen Grasso FX GC PP. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_201517_6 Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_201517_6 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de GEA Refrigeration

Nadere informatie

Skruvkompressoraggregat Grasso SSP1. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_251517_3

Skruvkompressoraggregat Grasso SSP1. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_251517_3 Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_251517_3 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de GEA Refrigeration

Nadere informatie

Schroefcompressoraggregaat Grasso SP1 Bouwserie Medium Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst)

Schroefcompressoraggregaat Grasso SP1 Bouwserie Medium Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) Bouwserie Medium Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_231517_5 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de

Nadere informatie

Schroefcompressoraggregaat Grasso SP1 Bouwserie Large Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst)

Schroefcompressoraggregaat Grasso SP1 Bouwserie Large Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) Bouwserie Large Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_241517_6 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de

Nadere informatie

Schroefcompressoraggregaat GEA Grasso M Serie. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_261517_1

Schroefcompressoraggregaat GEA Grasso M Serie. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_261517_1 GEA Grasso M Serie Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_261517_1 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf

Nadere informatie

Vloeistofkoelgroepen met schroefcompressoren Grasso BluAstrum. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_622517_5

Vloeistofkoelgroepen met schroefcompressoren Grasso BluAstrum. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_622517_5 Grasso BluAstrum Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_622517_5 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de

Nadere informatie

VERLENGINGSSET / 230 V

VERLENGINGSSET / 230 V Installatie- en gebruikershandleiding NL VERLENGINGSSET / 230 V voor elektrische verbindingsleidingen tussen een duale lucht-waterwarmtepomp en de hydraulische module A.u.b. eerst lezen Deze handleiding

Nadere informatie

Adapters en verloopmoeren van metaal

Adapters en verloopmoeren van metaal Adapters en verloopmoeren van metaal Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler Voor de gebruiker Gebruiksaanwijzing allstor Bufferboiler NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Aanwijzingen bij de documentatie... 3 1.1 Aanvullend geldende documenten... 3 1.2 Documenten bewaren... 3 1.3

Nadere informatie

2Power opslagtank. Installatie instructies

2Power opslagtank. Installatie instructies 2Power opslagtank Installatie instructies Deze installatieconstructie bevat belangrijk advies voor het hanteren, installeren en opstarten van een 2Power-zonne-installatie. Lees dit advies zorgvuldig door

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage

Nadere informatie

Skruvkompressoraggregat Grasso SSP1. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_252517_4

Skruvkompressoraggregat Grasso SSP1. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_252517_4 Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_252517_4 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de GEA Refrigeration

Nadere informatie

GLAUNACH. A l g e m e n e H a n d l e i d i n g U i t l a a t g e l u i d d e m p e r GLAUNACH GMBH Uitgave Pag.

GLAUNACH. A l g e m e n e H a n d l e i d i n g U i t l a a t g e l u i d d e m p e r GLAUNACH GMBH Uitgave Pag. GLAUNACH A l g e m e n e H a n d l e i d i n g U i t l a a t g e l u i d d e m p e r Pag. 1 van 8 INHOUDSOPGAVE Bladzijde 1. ALGEMEEN... 3 1.1 Inleidende opmerking... 3 1.2 Toepassingsgebied... 3 2. BELANGRIJKE

Nadere informatie

Bestnr Module SMD- Servotester

Bestnr Module SMD- Servotester Bestnr. 19 01 51 Module SMD- Servotester Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

Vloeistofkoelgroepen Grasso BluGenium Grasso V. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_142517_1

Vloeistofkoelgroepen Grasso BluGenium Grasso V. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_142517_1 Grasso V Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_142517_1 Onderhouds checklist Grasso V COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke

Nadere informatie

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING NL DRAAITAFEL DT-1000 / DT-1200 / DT-1500 INOX/ALU handleiding VOORWOORD Deze gebruiksaanwijzing is opgesteld door FT Solutions

Nadere informatie

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD-ST-150/160-CCS Kruisrails Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat

Nadere informatie

Spanningsomvormermodule

Spanningsomvormermodule Bestnr. 19 13 96 Spanningsomvormermodule Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht Vooraanzicht Kenmerken ISDN-industriemodem (digitaal gebruik) voor externe gegevensoverdracht in systeemoplossingen met de Frigodata XP-software Aansluiting op de gateway GTW-XP via lintkabel Aansluiting

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

Bedieningshandleiding Veiligheidsdeurgreepsysteem STS Over dit document. Inhoudsopgave

Bedieningshandleiding Veiligheidsdeurgreepsysteem STS Over dit document. Inhoudsopgave 1. Over dit document.......... Pagina 1 tot 6 Vertaling van de originele bedieningshandleiding 1.1 Functie Deze bedieningshandleiding geeft u de benodigde informatie voor de montage, inbedrijfneming, veilige

Nadere informatie

Tuincontactdoos met piket

Tuincontactdoos met piket NL Handleiding GS 2 DE GS 4 DE Belangrijk! Lees deze handleiding en bewaar ze. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 29 2 Leveringsomvang... 29 3 Conform gebruik...

Nadere informatie

Calortrans M55. Handleiding

Calortrans M55. Handleiding Calortrans M55 Handleiding Voorwoord BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Voor veilig gebruik van de Calortrans M55 mokkenpers moeten de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden: Vóór gebruik: Lees de

Nadere informatie

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8.  2 INHOUD 1. Algemene veiligheid 3 2. Kenmerken 3 3. Beperkingen 3 4. Algemene informatie 3 5. Installatie 4 6. Werking 5 7. Elektrische specificaties 6 8. Rendement 6 9. Probleemoplossing 6 10. Onderdelenlijst

Nadere informatie

OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR

OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR Aanvullende bladen bij de bedieningshandleiding Optie af fabriek NL OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR Optie af fabriek: verhoogde sensorspanning voor MIG/MAG-stroombronnen Algemene aanwijzingen

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave) Technische handleiding Versie 11/11 PLC-INTERFACE (slave) Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de PLC-interface (slave) zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding NL Bedieningshandleiding Elektrisch waterverwarmingsapparaat ethermo Top Eco 20 P ethermo Top Eco 30 P 1 Over dit document 1.1 Doel van het document Deze bedieningshandleiding is onderdeel van het product

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 11/2015 Bewaren a.u.b. Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

G A R A N T I E. Fabrieksgarantie 3. editie

G A R A N T I E. Fabrieksgarantie 3. editie 2 JAREN G A R A N T I E NL Fabrieksgarantie 3. editie 01.06.2015 Fabrieksgarantie van Solare Datensysteme GmbH Fuhrmannstraße 9 72351 Geislingen - Binsdorf Verkorte Versie: Deze fabrieksgarantie is uitsluitend

Nadere informatie

Bedieningsvoorschriften

Bedieningsvoorschriften 6300 5517 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G334 / G334 Duo Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus

Nadere informatie

Alarmsirene. Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Alarmsirene. Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36 Alarmsirene Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

H-TRONIC pendeltreinautomaat

H-TRONIC pendeltreinautomaat G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr. 21 65 24 H-TRONIC pendeltreinautomaat Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen

Nadere informatie

Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C)

Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C) Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C) Technische beschrijving COM-C-TNL084210 98-4012510 Versie 1.0 NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Productdetails....................................

Nadere informatie

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

HANDLEIDING ATEX Explosionproof Nederlands Versie10/2016 Blz. 1/16 393165.00 Inhoudsopgave 1. Fabrikant 3 2. Voorwoord 3 3. Beschrijving 4 4. Certificering en Markering 4 5. Voorwaarden voor veilig gebruik 4 6. Typesleutel 5 7. Omschrijving

Nadere informatie

Bestnr H-TRONIC 8-kanaals zender

Bestnr H-TRONIC 8-kanaals zender Bestnr. 61 81 00 H-TRONIC 8-kanaals zender Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

Installatie en bedieningsvoorschriften

Installatie en bedieningsvoorschriften Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker Wolf GmbH Postfach 1380 84048 Mainburg Tel. 08751/74-0

Nadere informatie

Calortrans M55. Handleiding.

Calortrans M55. Handleiding. Calortrans M55 Handleiding BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Voor veilig gebruik van de Calortrans M55 mokkenerpers moeten de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden: Vóór gebruik: Lees de complete

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING TECHNISCHE HANDLEIDING TIMER SCHAKELAAR Sleutelschakelaar met timerfunctie 230/380V / 4 x 10 Amp - 1 x 2 AMP inschakelbaar incl. LED controle, uitvoering opbouw ASW BV 2011 Technische Handleiding Documentversie

Nadere informatie

Handleiding GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE. voor klanten. Hartelijk dank!

Handleiding GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE. voor klanten. Hartelijk dank! voor klanten GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE Hartelijk dank! U hebt gekozen voor een kwaliteitsproduct van de firma LEINER. Lees deze handleiding a.u.b zorgvuldig door, zodat u lang plezier kunt beleven

Nadere informatie

Ribbelbuis voor zonnesystemen 2 in 1

Ribbelbuis voor zonnesystemen 2 in 1 Voor de installateur Montagehandleiding Ribbelbuis voor zonnesystemen 2 in Flexibel slangsysteem DN6 voor zonnesystemen Flexibel slangsysteem DN20 voor zonnesystemen Art.-nr. 302 46 Art.-nr. 302 47 BEnl

Nadere informatie

Montage- en gebruikershandleiding

Montage- en gebruikershandleiding Montage- en gebruikershandleiding wapploxx Repeater 1:1 [1] wapploxx Handleiding Repeater - artikelnr. 505273 Inhoud 1. Algemeen... 3 1.1 Veiligheidsinstructies... 3 1.2 Technische gegevens van de wapploxx

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen NFC-module nl Montage- en gebruiksaanwijzing NFC-module voor BDC-i440-besturingen Belangrijke informatie voor: de monteur / de elektricien / de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Tweede display

Gebruiksaanwijzing Tweede display KERN & Sohn GmbH Ziegelei 1 D-72336 Balingen E-mail: info@kern-sohn.com Gebruiksaanwijzing Tweede display Tel.: +49-[0]7433-9933-0 Fax: +49-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.com KERN PFB-A08 Versie

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOVOLT 300. voor de gebruiker van de installatie. 5548 520 NL 9/2014 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOVOLT 300. voor de gebruiker van de installatie. 5548 520 NL 9/2014 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOVOLT 300 9/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter

Nadere informatie

Mod:FABY-2. Production code: FABY-2

Mod:FABY-2. Production code: FABY-2 11/2008 Mod:FABY-2 Production code: FABY-2 Handleiding met instructies Voordat u met de machine gaat werken, moet deze handleiding met aandacht gelezen worden. Het veronachtzamen van de aanwijzingen die

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-H. Vitocell 300-H Intern verwarmde warmwaterboiler 160 tot 500 liter inhoud. Bewaren a.u.b.!

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-H. Vitocell 300-H Intern verwarmde warmwaterboiler 160 tot 500 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 300-H Intern verwarmde warmwaterboiler 160 tot 500 liter inhoud VITOCELL 300-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Algemene informatie/eerste inbedrijfstelling Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 HP Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend Serie SCK MONTAGE- EN GEBRUIKSAANWIJZING Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend Bewaren voor toekomstig gebruik! Deze gebruiksaanwijzing voor

Nadere informatie

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive.

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive. Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG P.O. Box 3023 D-76642 Bruchsal / Germany Phone +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com

Nadere informatie

Technische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel

Technische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel Technische Handleiding Versie 08/06 CompTrol Signal 3 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Tape dispenser M-AFT Korte omschrijving: gebruikshandleiding voor het aanbrengen van tape ten behoeve van het afwerken van stoffen die gevoelig zijn voor rafelen. Speciaal aanbevolen

Nadere informatie

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten,

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr. Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

DROOGPLATEAU. Handleiding

DROOGPLATEAU. Handleiding DROOGPLATEAU PRGHO Handleiding Rhima-webshop.nl 1 Rhima-webshop.nl Rhima-webshop.nl 2 Rhima-webshop.nl Inhoudsopgave Pagina 1. Belangrijke informatie. 4 2. Algemeen. 5 3. Installeren. 6 4. Instructie voor

Nadere informatie

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage. Instructie handleiding MINIBEL Luchtgordijnen Waarschuwingsadvies symbolen Attention, Gevaar, Waarschuwing! Gevaarlijke stroom of hoge voltages! Kans op verwondingen! Gevaar! Sta niet onder de hangende

Nadere informatie

Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670

Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670 Handleiding Extra elektronica Overspanningsbeveiliging Document ID: 46670 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over dit document 1.1 Functie... 3 1.2 Doelgroep... 3 1.3 Gebruikte symbolen... 3 2 Voor uw veiligheid

Nadere informatie

Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst)

Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) Grasso F P, Grasso F P duo, Grasso D, M Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_392517_8 Onderhouds checklist Grasso F P, Grasso F P duo, Grasso D, M COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Montagehandleiding Voor de installateur Montagehandleiding 0020028665, 0020028666, 0020057214 BEnl Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D-42859 Remscheid Telefon 021 91 18 0 Telefax 021

Nadere informatie

Universele Werklamp GT-AL-02

Universele Werklamp GT-AL-02 Universele Werklamp GT-AL-02 GEBRUIKSAANWIJZING V/09/09 Lees deze handleiding voor het eerste gebruik van deze werklamp door en leef voor uw eigen bescherming in ieder geval de veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV 4500 Dryfast BV Kreekweg 22 3133AZ Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: +31- (0)104730011 www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Inhoudsopgave 1. Algemene informatie 2. Veiligheid

Nadere informatie

ASZ... Potentiometers. Building Technologies Division. ASZxx.3x

ASZ... Potentiometers. Building Technologies Division. ASZxx.3x 7 921 ASZxx.7xx / ASZxx.8xx ASZxx.7xx / ASZxx.8xx ASZxx.9xx Potentiometers ASZ... Voor aanbouw aan de servomotoren SQM... en SQN... voor de elektrischen signalering van de posities van de servomotorassen.

Nadere informatie

Typeoverzicht. R B2 nl wijzigingen voorbehouden 1

Typeoverzicht.   R B2 nl wijzigingen voorbehouden 1 Technische gegevens R30..-..-..-B2 Regelkogelkraan, 6-Weg, binnendraad Twee sequensen (koelen / verwarmen) met één aandrijving 90 waterzijdig omschakelen of modulerend regelen van verwarmings-/koelelementen

Nadere informatie

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel Technische Handleiding Versie 07/05 CompTrol Signal 1 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOVOLT 200. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2016 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOVOLT 200. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2016 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOVOLT 200 11/2016 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter

Nadere informatie

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 62 24 60 Programmeerbare elektronische tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Handleiding. UT 16A en UT 18A Afzuigboxen

Handleiding. UT 16A en UT 18A Afzuigboxen Handleiding UT 16A en UT 18A Afzuigboxen Inhoudsopgave Montage en ingebruikname...3 Storing en reparatie...4 Garantie...5 Conformiteitverklaring...6 Montage en ingebruikname Controleer alle onderdelen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwset deling warmtepomp Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus Handleiding Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus Handsealmachine type Standard Plus is specifiek bestemd voor het sluiten van kunststof en aluminium schalen, die worden voorzien van een hitte bestendige

Nadere informatie

ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19. ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19. WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19

ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19. ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19. WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19 NL INHOUD ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR MILIEUBESCHERMING Blz. 19 WAARSCHUWINGEN EN ALGEMENE WENKEN Blz. 19 ADVIEZEN VOOR ENERGIEBESPARING Blz. 20 REINIGING EN ONDERHOUD VAN

Nadere informatie

De elektrische laadlift

De elektrische laadlift Art-Lift De elektrische laadlift 1 Lees deze bedienings- en gebruikshandleiding nauwkeurig door, voordat u de laadlift in gebruik neemt. Neem deze handleiding goed door en zorg ervoor dat u de informatie

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK Hartelijk dank voor de aankoop van dit product van JB Systems. Lees deze gebruiksaanwijzing zeer zorgvuldig door, om volledig van alle mogelijkheden te kunnen profiteren. EIGENSCHAPPEN Gebruikersvriendelijke

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitovolt 100 Vitovolt 200 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOVOLT 100 VITOVOLT 200 2/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing - NL - 4-traps drukverminderingsklep met optische controlelamp

Gebruiksaanwijzing - NL - 4-traps drukverminderingsklep met optische controlelamp stapleranbaugeräte forklift truck attachments équipements hydrauliques heftruck voorzetapparatuur Gebruiksaanwijzing 4-traps drukverminderingsklep met optische controlelamp - NL - 4-StufenDruckventil/11/07-Ver.NL01-NL1

Nadere informatie

Calortrans CT3845(M) Handleiding.

Calortrans CT3845(M) Handleiding. Calortrans CT3845(M) Handleiding BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Voor veilig gebruik van de Calortrans CT3845(M) transferpers moeten de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden: Vóór gebruik: Lees

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

Installatie en bedieningsvoorschriften

Installatie en bedieningsvoorschriften Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker (Vertaling van het orgineel) Wolf GmbH Postfach 1380

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. Vitocell 300-V en Vitocell 300-W type EVA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. Vitocell 300-V en Vitocell 300-W type EVA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 300-V en Vitocell 300-W type EVA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W 3/2007 Bewaren a.u.b.! Algemene informatie Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR Installatie voorschrift AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid www.testo-international.com/330imanuals 2 1 Inbedrijfstelling 1 Inbedrijfstelling 1.1. App installeren Voor de bediening van het meetinstrument

Nadere informatie

TTW S / TTW S

TTW S / TTW S TTW 25000 S / TTW 35000 S NL BEDIENINGSHANDLEIDING WINDMACHINEE TRT-BA-TTW25000S35000S-TC-001-NL INHOUDSOPGAVE 01. Algemene beschrijving............. 01 02. Veiligheidsinstructies................. 01 03.

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie