Vloeistofkoelgroepen Grasso FX GC PP. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_201517_6

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vloeistofkoelgroepen Grasso FX GC PP. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_201517_6"

Transcriptie

1 Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_201517_6

2 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de GEA Refrigeration Germany GmbH hierna Fabrikant genoemd, in welke vorm dan ook (gedrukt, fotokopie, microfilm of een ander procédé) worden vermenigvuldigd of verspreid. Dit geldt ook voor de in de documentatie voorkomende tekeningen en schema s. WETTELIJKE MEDEDELING Deze handleiding maakt deel uit van de technische documentatie voor de levering. Deze omvat belangrijke aanwijzingen om veilige en vakkundig transporteren, monteren in bedrijf stellen, economisch exploiteren, onderhouden en repareren van het apparaat te garanderen. Het in acht nemen van deze aanwijzingen helpt u ongevallen te voorkomen, reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van het apparaat te garanderen. Deze handleiding richt zich tot de gebruiker van het apparaat en is vooral voor de exploitant en diens bedienings- en onderhoudspersoneel bedoeld. De exploitant en diens bedienings- en onderhoudspersoneel zijn verplicht deze handleiding te lezen voor transport, montage, inbedrijfstelling, gebruik, onderhoud, reparatie, demontage en verwijdering. De leesplicht geldt ook voor het personeel dat belast is activiteiten in de levensfase van de machine uit te voeren. Deze handleiding moet door de exploitant worden uitgebreid met aanwijzingen op basis van bestaande nationale voorschriften inzake veiligheid op het werk, gezondheidsbescherming en milieubescherming. Naast deze handleiding en de in het land van de gebruiker op de locatie geldende bindende regels inzake voorkoming van ongevallen moeten ook der erkende vaktechnische regels voor veilig en vakkundig werken worden opgevolgd. Deze handleiding maakt deel uit van het apparaat. De volledige documentatie bestaat uit deze handleiding en alle meegeleverde aanvullende handleidingen. De handleiding moet altijd binnen handbereik op de locatie van het apparaat beschikbaar zijn. Bij het omzetten van het apparaat naar een andere locatie en bij verkoop van het apparaat moet de volledige documentatie ook worden meegegeven. Deze handleiding is met grote zorgvuldigheid tot stand gebracht. GEA Refrigeration Germany GmbH is echter niet verantwoordelijk voor fouten van welke aard ook die in dit document voorkomen, noch voor de gevolgen hiervan. De fabrikant behoudt zich technische wijzigingen voor die ontstaan door verdere ontwikkeling van het apparaat dat in deze handleiding wordt behandeld. Afbeeldingen en tekeningen in deze handleiding zijn vereenvoudigde voorstellingen. Op basis van verbeteringen en wijzigingen is het mogelijk dat de afbeeldingen niet precies overeenkomen met het apparaat dat u gebruikt. De technische gegevens en afmetingen zijn niet bindend. Claims die daaruit voorkomen kunnen niet worden ingediend. De fabrikant stelt zich niet verantwoordelijk voor schade, die binnen de garantieperiode ontstaan is, door niet toegestane bedrijfs- en gebruiksvoorwaarden, gebrekkig onderhoud, ondeskundige bediening, verkeerde opstelling, verkeerde of niet deskundige aansluiting van de elektrische aandrijfmachine. die zijn ontstaan of kunnen worden afgeleid uit eigenmachtig uitgevoerde wijzigingen of niet nakomen van de aanwijzingen; bij het gebruik van toebehoren/reserveonderdelen die niet door de fabrikant geleverd of aanbevolen worden. 2 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

3 GEBRUIKTE SYMBOLEN Levensgevaar! Staat voor een onmiddellijk gevaar, die leidt tot zwaar lichamelijk letsel of de dood. Waarschuwing! Staat voor een mogelijk gevaarlijke situatie die leidt tot zwaar lichamelijk letsel of de dood. Let op! Staat voor een mogelijk gevaarlijke situatie die kan leiden tot licht lichamelijk letsel of materiële schade. Staat voor een belangrijke aanwijzing, die voor de beoogde toepassing en functie van het apparaat belangrijk is. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

4 WEERGAVEAANWIJZINGEN Indelings- en optellingstekens Indelingstekens dienen als scheiding van logische inhouden binnen een paragraaf: Indelingspunt 1 Realisaties voor indelingspunt 1 Indelingspunt 2 Realisaties voor indelingspunt 2 Optellingstekens dienen als scheiding van optellingen binnen een beschrijvende tekst: Beschrijvende tekst met volgende optelling: Optellingspunt 1 Optellingspunt 2 Handelingsaanwijzingen Handelingsaanwijzingen vereisen dat u iets doet. Meerdere stappen na elkaar geven een handelingsvolgorde die inde aangegeven volgorde moet worden verwerkt. De handelingsvolgorde kan in losse stappen zijn onderverdeeld. Handelingsvolgorde 1. Handelingsvolgorde stap 1 Stap 1, Stap 2, Stap Handelingsvolgorde stap 2 De handelingsvolgorde bijgesteld is het te verwachten resultaat: Resultaat van de handelingsvolgorde. Individuele handeling Individuele handelingen zijn zo gekenmerkt: Individuele stap 4 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

5 INHOUDSOPGAVE 1 BEGINSELEN Betekenis van de documentatie Eisen aan het personeel, zorgvuldigheid Wettelijke basis (Duitsland) Reglementair gebruik Waarschuwing voor te voorzien onjuist gebruik CE-kenmerk 14 2 INFORMATIE OVER DE FABRIKANT 15 3 KLANTENSERVICE Technische klantenservice Reserveonderdelen Opleidingen Serviceovereenkomsten 16 4 VEILIGHEID Algemene informatie over de veiligheid Handelwijze in een noodsituatie Mogelijke resterende risico's 17 5 TRANSPORT, OPSLAG Algemene aanwijzingen Levering Transport (kraantransport) Lagering 22 6 OPSTELLING Basisinformatie voor de opstelling Informatie over de opstelling in de machinekamer Fundatieplan Starre opstelling Tegen mechanische trillingen geïsoleerd Elektrische aansluiting Geluidsisolatie, bescherming tegen weersomstandigheden Montagehandleiding bij levering van de vloeistofkoelgroep in gedeelde uitvoering 25 7 FUNCTIE- EN CONSTRUCTIEBESCHRIJVING Vloeistofkoelgroepen met slagzuigercompressoren - serie FX GC en MX GC Typische gegevens Plaatsingslocatie van de productidentificatie (typeplaatje) Informatie en veiligheidskenmerken op het product Kenmerken van de druk- en temperatuursensoren, de verwarming Kenmerken van de veiligheidsklep Kenmerk van de schroefverbindingen met snijring Kenmerken van de buisleidingen Kenmerk van de draairichting van de compressoraandrijfmotor Kenmerk van de manometer Kenmerken van de besturing / schakelkast Kenmerken van de aardaansluiting Kenmerken van los geleverde onderdelen R+I Afbeeldingen R+I Afbeelding FX GC PP Kenmerk van de hoofdonderdelen en armaturen - vloeistofkoelgroep Grasso FX GC PP NH R+I Afbeelding FX GC PP duo Kenmerk van de hoofdonderdelen en armaturen - vloeistofkoelgroep Grasso FX GC PP duo NH Hoofdonderdelen Slagzuigercompressor Compressoraandrijfmotor Verdamper + vloeistofafscheiding Condensator Schakelkast met besturing Appendages Veiligheids- en bewakingsinrichtingen 49 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

6 7.7 Algemene beschrijving van de vloeistofkoelgroepen Koudemiddelkringloop Oliekringloop Olieterugvoersysteem Functiebeschrijving van de olieterugvoer Olieterugvoersysteem bij meerdere compressors: injectieregeling Vermogensinstelling Technische gegevens Basisbegrippen Bedrijfsstoffen Koudemiddel ammoniak Koelmachineoliën Koudedragers Warmtedragers Gebruikt materiaal in de warmtewisselaars Toepassingsgebied 58 8 INBEDRIJFSTELLING Belangrijke aanwijzingen voor de inbedrijfstelling Eerste inbedrijfstelling Beginselen Aansluiten van de vloeistofkoelgroep Elektrische installatie Mechanische aansluitingen Verflaag en isolatie Vullen van de warmte- en koudedragerzijde Dichtheidsproef Systeemevacuatie Eerste vulling van de compressor met olie Bedrijfsstand van de kleppen Controleren van de draairichting van de aandrijfmotor Montage van de koppeling seerste vulling met koudemiddel Eerste opstart Inbedrijfstelling na langere stilstand Opnieuw in bedrijf stellen na ca. 1 jaar stilstandtijd 73 9 BEDIENEN VAN DE VLOEISTOFKOELGROEP Belangrijke aanwijzingen voor de bediener Voorwaarden voor de eerste start Schakelhandeling "Spanningsinschakeling" Modi Modus "auto + auto" Modus "handmatig + handmatig" Instelling van de doel- en grenswaarden en van de veiligheidsinrichtingen Schakelhandeling "Compressor AAN" Foutopsporing Aanwijzingen van storingen, hun oorzaken en hun oplossing Installatielogboek Meetblad bedrijfsparameter koudemiddelcircuit (sjabloon) Gegevensblad voor olie verversen / oliebijvullingen (monster) Gegevensblad koudemiddelvulling (sjabloon) REINIGING, ONDERHOUD, REPARATIE Belangrijke aanwijzingen voor het servicepersoneel Reiniging van de warmteoverbrengers (aan warmte-/koudedragerzijde) Mechanische reiniging Chemische reiniging Onderhoud Algemene aanwijzingen Onderhoudswerkzaamheden Openen van de compressor Demontage zuigfilter compressor Oliefilter vervangen Demontage injectieventiel en vloeistoffilter 89 6 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

7 Onderhoud van de schakelkast Controle van de aardaansluiting Isolatie Onderhoudsschema Reparatiewerkzaamheden Werkzaamheden aan de vloeistofkoelgroep Lekopsporing/dichtheidscontrole aan koudemiddelzijde Aan koudemiddelzijde evacueren Koudemiddel vullen Vulkenmerken Koudemiddel afvoeren Ontluchten Olie vullen en aftappen Dichtheidsproef en vacuümproef BUITENBEDRIJFNAME Uitschakelen in gevaarlijke situaties Buitenbedrijfname < 48 h Buitenbedrijfname > 48 h Maatregelen tijdens de stilstandtijden Maandelijkse maatregelen tijdens stilstand Vier weken voor het opnieuw in bedrijf stellen Winterbedrijf (type LP, VP) RECYCLAGE, VERWIJDERING 100 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

8 8 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

9 LIJST VAN DE AFBEELDINGEN fig. 1 CE-kenmerk 14 fig. 2 Aanduiding van de bevestigingspunten 20 fig. 3 Transport 21 fig. 4 Kraanogen 21 fig. 5 Fundatieplan 24 fig. 6 Montagehandleiding verbindingspunten 1-1, 2-2, 3-3, 4-4 en fig. 7 Montagehandleiding verbindingspunten 5-5, 6-6 en fig. 8 Plaatsingslocatie van de productidentificatie (typeplaatje) 31 fig. 9 Veiligheidskenmerken van de druk- en temperatuursensoren, de verwarming 33 fig. 10 Kenmerken van de veiligheidsklep 33 fig. 11 Kenmerk van de schroefverbindingen 33 fig. 12 Kenmerken van de buisleidingen 34 fig. 13 Kenmerk van de draairichting van de compressoraandrijfmotor 34 fig. 14 Kenmerk van de manometer 35 fig. 15 Testbewijs voor de besturing 35 fig. 16 Kenmerken van de aardaansluiting 36 fig. 17 Kenmerken van los geleverde onderdelen 37 fig. 18 R+I Afbeelding FX GC PP 38 fig. 19 R+I Afbeelding FX GC PP duo 41 fig. 20 Standaard vloeistofkoelgroep Grasso FX GC PP duo NH3 44 fig. 21 Plaatsing van de slagzuigercompressor 45 fig. 22 Plaatsing van de compressoraandrijfmotor 45 fig. 23 Plaatsing van de verdamper 46 fig. 24 Opstelling vloeistofafscheiding 46 fig. 25 Opstelling van de condensor 47 fig. 26 Warmteterugwinning 47 fig. 27 Plaatsing van de schakelkast 48 fig. 28 Plaatsing van de olieterugvoer 52 fig. 29 Olieterugvoersysteem 53 fig. 30 Olieterugvoersysteem bij meerdere compressors 54 fig. 31 injectieregeling 55 fig. 32 Koudedragersysteem 63 fig. 33 Vereist vacuüm voor de verwijdering van vocht uit koude-installaties. 66 fig. 34 Afsluiter geopend 67 fig. 35 Afsluiter gesloten 67 fig. 36 Terugslagklep 67 fig. 37 Afsluitbaar terugslagklep 67 fig. 38 Regelklep 68 fig. 39 Afsluitbare terugslagklep 68 fig. 40 Magneetventiel 68 fig. 41 Wisselklep 68 fig. 42 Oliedrukregelklep 68 fig. 43 Overstortklep, veiligheidsklep 69 fig. 44 Drukgestuurde terugslagklep 69 fig. 45 Snelsluitende klep, veerbelast 69 fig. 46 Vulklep, overstortventiel 69 fig. 47 Serviceklep 69 fig. 48 Olietemperatuurbegrenzer 70 fig. 49 Temperatuurgeregelde regelklep 70 fig. 50 Draairichting motor 71 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

10 10 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

11 Beginselen 1 BEGINSELEN 1.1 Betekenis van de documentatie De bedieningshandleiding maakt deel uit van de technische documentatie. Deze omvat aanwijzingen om het aggregaat/ de vloeistofkoelgroep veilig, vakkundig en economisch te bedienen. Het in acht nemen van de bedieningshandleiding helpt u ongevallen te voorkomen, reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van het aggregaat/ de vloeistofkoelgroep te garanderen. Deze bedieningshandleiding richt zich tot de gebruiker van het aggregaat/ de vloeistofkoelgroep en is uitsluitend voor de exploitant en diens bedieningsen onderhoudspersoneel bedoeld. Deze bedieningshandleiding moet vóór transport, montage, inbedrijfstelling, onderhoud, reparatie en demontage/verwijdering worden gelezen. De uitgevoerde aanwijzingen en instructies moeten altijd worden opgevolgd! Alle werkzaamheden die in deze handleiding zijn toegelicht, mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Deze handleiding moet door de exploitant worden uitgebreid met aanwijzingen op basis van bestaande nationale voorschriften inzake veiligheid op het werk, gezondheidsbescherming en milieubescherming. Naast deze handleiding en op de opstellingsplaats geldende bindende regels inzake voorkoming van ongevallen moeten ook der erkende technische regels voor veilig en vakkundig werken worden opgevolgd. De bedieningshandleiding is onderdeel van het gehele product. De gehele documentatie, bestaande uit deze bedieningshandleiding en alle meegeleverde aanvullende handleidingen, moet altijd in de buurt van het aggregaat/ de vloeistofkoelgroep binnen handbereik worden bewaard. Bij verkoop van het aggregaat/ de vloeistofkoelgroep moet de gehele documentatie worden doorgegeven. 1.2 Eisen aan het personeel, zorgvuldigheid Kwalificatie Alle werkzaamheden die in deze handleiding worden verklaard (montage, elektrische aansluiting, inbedrijfstelling, bediening enz.) mogen alleen door geschoolde vakmensen, die de desbetreffende voorschriften in acht nemen, worden uitgevoerd. Vakmensen zijn gevolmachtigd door de fabrikant van het apparaat en personen die op grond van hun vakopleiding, ervaring en persoonlijke instructies via trainingen voldoende kennis hebben van: toe te passen internationale en nationale normen, toe te passen voorschriften inzake veiligheid op het werk, toe te passen voorschriften inzake ongevallenpreventie, toe te passen voorschriften inzake milieubescherming, de opbouw en de functionering van het apparaat, erkende vaktechnische regels voor veilig en vakkundig werken. De vakmensen moeten: de aan hen toevertrouwde werkzaamheden beoordelen, mogelijke gevaren herkennen en kunnen voorkomen, door de voor de veiligheid van de installatie verantwoordelijke personen, gerechtigd zijn de vereiste werkzaamheden en acties uit te voeren. Let op! Er mogen niet eigenmachtig wijzigingen aan de besturing of andere bij het apparaat behorende onderdelen worden uitgevoerd. Onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door bevoegd servicepersoneel worden uitgevoerd. Speciale eisen aan elektriciens Werkzaamheden aan elektrische onderdelen en systemen mogen alleen door een elektricien volgens de elektrotechnische regels worden uitgevoerd. De exploitant moet er verder voor zorgen dat de elektrische installaties en bedrijfsmiddelen volgens de elektrotechnische regels en geldige normen beheerd en onderhouden worden. Het is in principe verboden, werkzaamheden aan onderdelen uit te voeren die onder spanning staan. Zekeringen mogen alleen worden vervangen, niet gerepareerd of overbrugd. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

12 Beginselen Bedieningshandleiding Alleen de in het elektrische schakelschema voorziene zekeringen mogen worden gebruikt. Er moet met een tweepolige spanningstester worden gecontroleerd of elementen spanningsvrij zijn. De netaansluiting en de apparaatbehuizing moeten voldoende geaard en met het betreffende aanduidingssymbool worden gemarkeerd. Vastgestelde gebreken aan elektrische installaties/systemen/bedrijfsmiddelen moeten meteen worden verholpen. Als er een acuut gevaar bestaat, dan mag het aggregaat/ de vloeistofkoelgroep in de gebrekkige toestand niet worden gebruikt. Minimum leeftijd De minimum leeftijd voor de bediening van het aggregaat/ de vloeistofkoelgroep en voor de installatie is minimaal 18 jaar. Alle personen die met de montage en de installatie van aggregaat/ vloeistofkoelgroep en de installatie te maken hebben, moeten met regelmatige tussenpozen worden bijgeschoold resp. zich met de laatste technische gegevens van het apparaat vertrouwd maken. De trainingen en opleidingen moeten minimaal een keer per jaar worden gevolgd, tenzij iets anders is afgesproken met de fabrikant. Zorgvuldigheid De wettelijke bepalingen voor het nakomen van zorgvuldigheid moeten worden opgevolgd. Het nakomen van zorgvuldigheid vereist naar de stand van de techniek dat het technisch mogelijke (toepassen van erkende regels der techniek) en het economisch redelijke moet worden gedaan om schade preventief en veilig te voorkomen. 1.3 Wettelijke basis (Duitsland) De volgende normen, voorschriften, verordeningen en wetten moeten beslist in acht genomen worden om de veiligheid en de goede werking van de aggregaten en vloeistofkoelsystemen te garanderen: EG-machinerichtlijn 2006/42/EG EG-richtlijn voor drukapparatuur 2014/68/EU AD-gegevensbladen 2000 verordening inzake storingssituaties (12. BImSchV) met 1. Storingssituatie VwV Bondswet bescherming tegen emissie (BImSchG), 4. BimSchV Wet op de waterhuishouding(whg), VawS Verordening inzake gevaarlijke stoffen (GefStoffV) Kringloop- en afvalwet (KrW-AbfG) DIN EN 378, deel 1 tot deel 4 veiligheidstechnische en milieurelevante eisen Voorschrift inzake ongevallenpreventie met uitvoeringsbepalingen (BGR 500, hoofdstuk 2.35) koude-installaties, warmtepompen en koelinrichtingen (BGV B3) lawaai EN Koudemiddelarmaturen, veiligheidstechnische bepalingen, keuring, kenmerking DIN 2405 Pijpleidingen in koelinstallaties, identificatie Normbladen van de Vereniging van Duitse machine- en installatieconstructeurs (VDMA), speciaal VDMA en VDI-richtlijnen Gegevensbladen over de omgang met ammoniak, gegevensblad voor fluorhoudende halogeenkoolwaterstoffen BGI 648 Veiligheidsgegevensblad voor ammoniak en ander koudemiddelen en koelaggregaatolie De opstelling van de regelinstallaties is ontleend aan het statusbericht nr. 5 van de Duitse Koude- en Klimaattechnische vereniging Veiligheid en milieubescherming bij ammoniakkoude-installaties, en heeft in volle omvang betrekking op andere koudemiddelen. Levensgevaar! Voor aggregaten met reglementair gebruik in explosieve gebieden, opstellingszone 1 en 2 volgens EN , moeten de aanvullende veiligheidsaanwijzingen volgens "Bijlage E" in acht worden genomen. De in deze handleiding aangegeven: 12 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

13 Beginselen normen, veiligheidsvoorschriften, richtlijnen en erkende regels der techniek, moeten minimaal in acht worden genomen! Als het aggregaat / de vloeistofkoelgroep in een ander land dan Duitsland wordt gebruikt, dan moeten de geldende wetten en voorschriften op de locatie in acht worden genomen! De in het land van de gebruiker op de locatie geldende bindende regels inzake ongevallenpreventie moeten ook worden opgevolgd. Het niet naleven van de veiligheidsaanwijzingen heeft een risico voor personen, milieu en schade aan het apparaat ten gevolge. 1.4 Reglementair gebruik De vloeistofkoelgroep mag uitsluitend tot de maximale einddruk conform het typeplaatje worden gebruikt. De gebruiksvoorwaarden die gelden voor de vloeistofkoelgroep wat betreft druk en temperatuur moeten in acht worden genomen, ook als er een externe condensator wordt gebruikt. Wijzig niet de instelwaarden van de veiligheidsdrukschakelaar. U zou daarmee de bedrijfsveiligheid van de koude-installatie in gevaar brengen. Als de uitschakelwaarde hoger wordt gekozen dan 0,9 x van de maximale bedrijfsdruk (zie EN378-2) van het hogedrukelement van de koude-installatie, dan kan barsten van het reservoir van dit installatiedeel het gevolg zijn. Het door de fabrikant opgegeven bedrijfsregime, vooral voor de startfase van de vloeistofkoelgroep, moet in acht worden genomen. Bedrijfsparameters moet worden gecontroleerd en de bedrijfswaarden mogen niet hoger of lager zijn dan deze parameters. De vloeistofkoelgroep is geconstrueerd en geproduceerd voor een speciaal gebruiksdoel onder gedefinieerde gebruiksvoorwaarden. Eigenmachtig uitgevoerde constructiewijzigingen zijn niet toegestaan. Voor daaruit voortvloeiende schade stellen wij ons niet verantwoordelijk. In het belang van de verdere ontwikkeling behoudt GEA Refrigeration Germany GmbH zich het recht voor technische wijzigingen uit te voeren. De hier beschreven vloeistofkoelgroep voldoet aan de stand van de techniek op het moment waarop deze bedieningshandleiding ter perse is gegaan. Bij een wijziging van het gebruiksdoel of van de gebruiksvoorwaarden moet in ieder geval met de fabrikant worden overlegd over de toelaatbaarheid van de wijziging. De koudedragerkringloop moet zo worden ontwikkeld, dat er altijd een constante volumedoorstroming bij de verdamper gewaarborgd is. Als de volumedoorstroming wordt beperkt, kan de koudedrager bevriezen en kan de vloeistofkoelgroep om veiligheidsredenen worden uitgeschakeld. De koelvloeistofdoorstroming moet bij watergekoelde condensators worden gegarandeerd. Als de vloeistofdoorstroming wordt beperkt of geblokkeerd is, stijgt de einddruk en wordt de compressor uitgeschakeld. Voer geen wijzigingen aan de vloeistofkoelgroep en de compressorbesturing uit. U kunt daardoor de veiligheid en functionaliteit van de vloeistofkoelgroep negatief beïnvloeden. Dan komt de garantieclaim te vervallen. Voor een reglementair gebruik behoort het in acht nemen van deze handleiding en alle meegeleverde bedieningshandleidingen, evenals het nakomen van de daarin voorgeschreven onderhouds- en serviceintervallen en - voorwaarden 1.5 Waarschuwing voor te voorzien onjuist gebruik Onjuist gebruik van een aggregaat/vloeistofkoelgroep bestaat, als: niet geautoriseerd koudemiddel, bedrijfsstoffen en koudedragerstoffen worden gebruikt, specificatie voor het project in acht nemen! elektrische onderdelen verkeerd worden aangesloten, spanning en frequentie in acht nemen! mechanische onderdelen verkeerd worden aangesloten, GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

14 Beginselen Bedieningshandleiding druk en temperatuur in acht nemen! de inrichting voor steun- ophangings- en opslagdoeleinden onjuist wordt gebruikt, niet geautoriseerde ingrepen in regel- en stelorganen inclusief besturingssoftware worden uitgevoerd, de door de motor opgewekte aandrijfenergie voor andere doelen dan voor het bedrijf van de compressor en pompen wordt gebruikt. 1.6 CE-kenmerk Door het aanbrengen van het CE-kenmerk bevestigt de fabrikant de conformiteit van het product met de betreffende EG-richtlijnen en het opvolgen van de daarin vastgelegde essentiële eisen. fig.1: CE-kenmerk Het CE-kenmerk is op het typeplaatje aangebracht. Het CE-kenmerk voor producten van GEA Refrigeration Germany GmbH vindt plaats volgens de richtlijnen voor drukapparatuur. Dit houdt in dat de drukapparatuur in omloop wordt gebracht met de noodzakelijke onderdelen met veiligheidsfunctie. Voor deze volledige opstelling is de richtlijn voor drukapparatuur van toepassing. 14 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

15 Informatie over de fabrikant 2 INFORMATIE OVER DE FABRIKANT GEA Refrigeration Germany GmbH is een maatschappij van GEA Refrigeration Technologies, van het koudetechnieksegment van de GEA Group en biedt haar klanten wereldwijd hoogwaardige componenten en diensten voor koude- en procestechnische toepassingen. Vestigingen: GEA Refrigeration Germany GmbH Fabriek Berlijn Holzhauser Str Berlijn, Duitsland Tel.: Fax: Web: refrigeration@gea.com GEA Refrigeration Germany GmbH Fabriek Halle Berliner Straße Schkopau/OT Döllnitz, Duitsland Tel.: Fax: Web: refrigeration@gea.com GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

16 Klantenservice Bedieningshandleiding 3 KLANTENSERVICE GEA Refrigeration Technologies Germany GmbH levert producten van hoge kwaliteit en met grote betrouwbaarheid. Daarnaast zorgt de fabrikant voor een permanente werking van de koude- en procestechnische installatie en biedt een uitstekende service voor de geleverde componenten. 3.1 Technische klantenservice Wenst u ondersteuning door de technische klantenservice? Speciaal opgeleide servicetechnici staan op afroep voor u klaar om u bij technische problemen te helpen en u in het kader van onze after sales services bij te staan. Hotline 24/7: de hotlines zijn 24 uur per dag, elke dag van de week te bereiken: Mobiel +49 (0) Vaste telefoon, weekdagen van 7 tot 17 uur +49 (30) (30) Grasso-service@geagroup.com buiten Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland neemt u contact op met: regionale verkoopkantoren technische klantenservice voor vloeistofkoelgroepen met zuigercompressoren in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland Hotline 24/7 +49 (345) De specialisten van onze technische klantenservice ondersteunen u bij de installatie, controle, onderhoud, vragen over de werking, inspecties ter plaatse en reparaties van onze artikelen. 3.2 Reserveonderdelen GEA Refrigeration Germany GmbH heeft een eigen afdeling reserve onderdelen die praktijkgericht en snel wereldwijd levert. Noodzakelijke reserveonderdelen worden zo snel mogelijk verzonden. In de meeste gevallen ontvangt u uw reserveonderdelen 24 uur na plaatsen van de order. U kunt ons bereiken via de volgende hotlines: Mobiel, buiten kantooruren +49 (0) Vaste telefoon, kantooruren van 8 tot 17 uur +49 (30) Fax: +49 (30) Grasso-parts@geagroup.com Bestel reserveonderdelen in onze online shop G-Pos. ((Grasso parts online shop) gea-refrigeration.de.spareparts@gea.com 3.3 Opleidingen Waarschuwing! Alle werkzaamheden aan onze installaties mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd! Zorg dat u tijdig over de noodzakelijke vakkennis beschikt! Regelmatig worden uitgebreide cursussen voor servicetechnici en monteurs gegeven, zodat veilige en correcte toepassing en onderhoud van onze installaties gegarandeerd wordt. Grasso-service@geagroup.com 3.4 Serviceovereenkomsten De mogelijkheid bestaat een langdurige overeenkomst voor dienstverleningen (servceovereenkomst) af te sluiten. Voor verdere informatie over inhoud, omvang en voorwaarden van de mogelijke dienstverleningen kunt u contact opnemen met de technische klantenservice. Grasso-service@geagroup.com 16 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

17 Veiligheid 4 VEILIGHEID 4.3 Mogelijke resterende risico's 4.1 Algemene informatie over de veiligheid In het hoofdstuk "Veiligheid" worden de voor de werking van het apparaat in acht te nemen veiligheidsaspecten voorgesteld. Het apparaat is na de op dit moment geldende regels van de techniek ontwikkeld, gefabriceerd en is veilig. Het is gecontroleerd en heeft de fabriek in veilgheidstechnisch goede staat verlaten. Om deze toestand gedurende de werkingstijd te behouden, moeten de gegevens van de projectdocumentatie en certificaten in acht worden genomen. Bij de werking van het apparaat moeten de algemene veiligheidsbepalingen en de voorschriften en richtlijnen waarnaar in deze documentatie wordt verwezen, tenminste worden aangehouden. Alleen het in acht nemen van alle voorschriften en richtlijnen maakt een optimale bescherming van het personeel en het milieu mogelijk tegen risico's en de veilige en storingsvrije werking van het apparaat. 4.2 Handelwijze in een noodsituatie Maak u voor het begin van de werkzaamheden vertrouwd met het plaatselijke evacuatieplan. Als er ondanks de opgevolgde veiligheidsvoorschriften een noodsituatie ontstaat, dan moet het aggregaat/ de vloeistofkoelgroep meteen stil worden gezet en helemaal van het stroomnet worden losgekoppeld. De elektrische leidingen moeten worden geblokkeerd tegen opnieuw inschakelen en worden gemarkeerd, zodat opnieuw inschakelen niet mogelijk is. De exploitant van de hele installatie moet ervoor zorgen dat in de elektrische leidingen ter plaatse vooraf een ontkoppelingsinrichting, bijv. hoofdschakelaar met de juiste contactbelasting en een geïntegreerde controledisplay is geïnstalleerd. Voor de werking van het aggregaat/ de vloeistofkoelgroep moet een eigen netleiding / voeding worden aangelegd. De netleiding/ voeding moet extra worden verzekerd en van een NOODSTOP-schakelaar worden voorzien. Waarschuwing! Resterende risico's voor mens en machine tijdens alle levensfasen van de vloeistofkoelgroep kunnen dankzij zorgvuldige constructie van de machine en omzetting van alle veiligheidsrelevante voorschriften niet volledig worden uitgesloten. De extra veiligheidsinstructies in de individuele hoofdstukken van deze handleiding moeten daarom zorgvuldig in acht worden genomen. Resterende risico's die in het voor het product uitgevoerde risicobeoordeling volgens veiligheidsnorm EN ISO veiligheid van machines zijn bepaald, zijn: mechanische risico's door scherpe metalen randen en uitstekende delen, elektrische risico's door onopzettelijk aanraken van aansluitklemmen en kabels, thermische risico's door onopzettelijk aanraken van warmtewisselaars en buizen, risico's door geluid. risico's door trilling bij ondeskundige opstelling, risico's door gebruikte materialen en andere stoffen bij allergie en dergelijke, niet nakomen van ergonomische principes, combinatie van risico's, onverwacht starten, onverwacht doordraaien bij verkeerde elektrische aansluiting of defecten, stilzetten,noodstop bi vastgestelde defecten, wijzigingen van de omwentelingssnelheid, uitval van de energietoevoer, uitval van het besturings- resp. regelcircuit, foutieve montage, breuk tijdens werking, uitgeworpen bedrijfsmedia of voorwerpen, verlies van de stabiliteit en uitglijden, struikelen of vallen van personen. Risico's door mediavermenging GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

18 Veiligheid Bedieningshandleiding In principe bestaat bij schade aan verdampers/condensators (bijvoorbeeld bij breuken in platen) gevaar voor mediavermenging Dit kan leiden tot ammoniaklekkage aan de vloeistofzijde van de warmtewisselaar. Om gevolgschade aan het hydraulisch systeem te voorkomen, moeten bij de bouw geschikte maatregelen worden genomen. Deze kunnen bijvoorbeeld het volgende zijn: 19.1 Gescheiden warmtewisselaar in glycolsystemen met koperen leidingen 19.2 NH 3 -sensors in het leidingsysteem dicht achter de warmtewisselaars. Risico's door straling bestaan niet. 18 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

19 Transport, opslag 5 TRANSPORT, OPSLAG 5.2 Levering 5.1 Algemene aanwijzingen Let op! Er moet worden gezorgd voor voldoende verlichting is tijdens laden en lossen evenals bij het opslaan om persoonlijk letsel en materiële schade te voorkomen. Door uitstekende delen aan het apparaat (bijv. ventielkappen) bestaat er gevaar voor stoten en struikelen. Ook bestaat het gevaar van snijden aan scherpe randen en oppervlakken. Tijdens transportwerkzaamheden bestaat het gevaar van lichamelijk letsel. Daarom moeten alle werkzaamheden met verhoogde aandacht worden uitgevoerd. Persoonlijke beschermende middelen (werkkleding, werkschoenen, handschoenen) moeten tijdens alle werkzaamheden aan het apparaat worden gedragen. De verzending geschiedt volgens de verpakkingswijze die in de order is overeengekomen. Standaard wordt de vloeistofkoelgroep zonder verpakking geleverd. De vloeistofkoelgroep heeft een beschermgasvulling (stikstof, 0,5 bar overdruk) in de koudemiddelkringloop. De warmteoverbrendingsaansluitingen zijn gesloten. Waarschuwing! De compressors van de vloeistofkoelgroep zijn niet gevuld met olie, daarom mag de vloeistofkoelgroep niet gestart worden voor ze correct gemonteerd en in gebruik genomen is. Deze handleiding moet voor transport, opslag en stand op de installatielocatie worden gelezen. De uitgevoerde aanwijzingen en instructies moeten altijd worden opgevolgd! Alle werkzaamheden die in deze handleiding zijn toegelicht, mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

20 Transport, opslag Bedieningshandleiding 5.3 Transport (kraantransport) Waarschuwing! Vloeistofkoelgroepen zijn niet geschikt voor transport met een heftruck! Vloeistofkoelgroepen zijn kwalitatief hoogwaardige producten en dienen bij het transport met uiterste zorgvuldigheid te worden behandeld. Ieder stoten of hard neerzetten moet worden vermeden. Levensgevaar! Er moet worden gegarandeerd dat zich tijdens het kraantransport geen personen onder de zwevende last bevinden! Het kraantransport van vloeistofkoelgroepen moet altijd plaatsvinden in de gebruikspositie (frame naar onderen!). Let op! Het is verboden, vloeistofkoelgroepen aan appendages of buisleidingen resp. aan de ringschroeven/transportogen van de compressor, de elektromotor, warmtewisselaar of de schakelkast op te hangen resp. te bevestigen. Als aanslagpunten voor het kraantransport moeten de vier draagogen aan het basisframe gebruikt worden. Er mogen geen andere bevestigingspunten worden gebruikt dan de bevestigingspunten die extra voor dit doel zijn bestemd. De aanslagpunten zijn gemarkeerd! fig.2: Aanduiding van de bevestigingspunten Er dient in het bijzonder op te worden gelet, dat de kabels niet tegen buisleidingen van geringe nominale doorlaat of isolaties aanliggen en dat deze niet worden beschadigd. Om beschadigingen te vermijden, moeten de touwen uitgerust worden met traversen. 20 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

21 Transport, opslag fig.3: Transport 1 Traverse Ter voorkoming van oppervlaktebeschadigingen zijn er voorzorgsmaatregelen te treffen (hout of armaflexmateriaal). Er moeten kraanogen worden toegepast. fig.4: Kraanogen GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

22 Transport, opslag Bedieningshandleiding Waarschuwing! Vloeistofkoelgroepen dienen tijdens het transport voldoende te worden beschermd tegen invloeden van buiten. De vloeistofkoelgroep moet zodanig op het transportvoertuig worden geplaatst, dat deze is beveiligd tegen kantelen, verschuiven of vallen. De beveiliging van de lading moet bij voorkeur door vastsnoeren aan de voorgeschreven punten gebeuren. De pijpen en onderdelen van de vloeistofkoelgroep mogen niet worden betreden. Componenten moeten tegen slingeren worden beveiligd. Voor de beveiliging tijdens het transport is de daarmee gelaste medewerker of de onderneming zelf verantwoordelijk. 5.4 Lagering De vloeistofkoelgroepen moeten bij ontvangst worden gecontroleerd op transportschade. Eventuele beschadigingen moeten schriftelijk bij e fabrikant worden gemeld. Vloeistofkoelgroepen moeten overdekt, op een effen, verhard oppervlak en beveiligd tegen ingrepen door onbevoegden worden opgeslagen. De koelgroep moet worden neergezet op houten balken en is tegen stoten en slagen te beschermen. Waarschuwing! Vloeistofkoelgroepen moeten tijdens de opslag voldoende worden beschermd tegen invloeden van buiten (vocht, vorst, extreme hitte). Dit betreft normaliter langere standtijden in een vrije omgeving voor de installatie en de inbedrijfstelling van de koelinstallatie. De fabrikant raadt aan om afdekfolie voor het gehele apparaat te gebruiken. De ventilatieopeningen van de elektromotoren dienen altijd te worden afgedekt! Opslagtemperatuur: 5 C C De verfopbouw van de vloeistofkoelgroep is ontworpen voor de opstelling in de machinekamer (binnenopstelling). Het contact met water (ook met opspattend water) moet beslist worden vermeden. Waarschuwing! Stikstof kan wegstromen! De vloeistofkoelgroep is bij aflevering gevuld met stikstof. De stikstofvulling moet wekelijks worden gecontroleerd en zo nodig worden bijgevuld tot de voorgeschreven overdruk van 0,5 bar. Hiervoor moet gedroogde stikstof met een restvochtigheid van 30 ppm worden gebruikt. Tenminste eenmaal in de 4 weken moet de compressor aan de as worden doorgedraaid (ca. 10 omwentelingen). De transportverpakking (folie) die voor het doordraaien van de compressoras en de controle van de beschermgasvulling moet worden geopend, moet na het uitvoeren van de werkzaamheden weer worden gesloten om de bescherming tegen invloeden van buitenaf te garanderen. De verpakking (folie) moet indien nodig en bij langdurige opslag worden vernieuwd. Een regelmatige ventilatie van de verpakking van de vloeistofkoelgroep moet worden gegarandeerd om condensvorming aan de oppervlakken van de machine te voorkomen. Opslag voor een langere periode Bij meer dan 16 weken stilstand voor de inbedrijfstelling van de compressor bestaat het gevaar dat de glijringafdichting op de as vastplakt en zo bij inbedrijfstelling wordt beschadigd. Daarom worden de demontage en de reiniging van de glijringafdichting ter garantie voor een goede werking later voorgeschreven. 22 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

23 Opstelling 6 OPSTELLING 6.1 Basisinformatie voor de opstelling Voor de statische berekening van het fundament, de keuze van het materiaal en het onderzoek van de bouwgrond is de bouwprojectleider of de exploitant verantwoordelijk. Let op! In geval van een storing mogen uitlopende stoffen niet in de grond kunnen sijpelen of in het grond- resp. oppervlaktewater terecht kunnen komen (wet ter bescherming van de waterkwaliteit). Voor het uitrichten mag de vloeistofkoelgroep alleen opgetild worden aan de draagprofielen of d.m.v. een kraan. Daarbij is het belangrijk dat de vloeistofkoelgroep bij het gebruik van kleine hefwerktuigen (bijv. hydraulische krik) telkens met twee hefwerktuigen in de dwarsrichting gelijkmatig opgetild wordt. Externe invloeden (trillingen, stoten) zijn te vermijden. Na laswerkzaamheden door de klant resp. de exploitant aan verbindingen van pijpen en flenzen moet volgens de richtlijn voor drukapparatuur een test van de lasnaden worden uitgevoerd. 6.2 Informatie over de opstelling in de machinekamer De vloeistofkoelgroepen moeten in gesloten machineruimten op een vlakke ondergrond worden geplaatst. Er moet voldoende ruimte worden gelaten voor onderhoudswerkzaamheden. De toegestane omgevingstemperatuur tijdens bedrijf ligt, indien geen orderspecifieke beperkingen in acht moeten worden genomen, tussen +5 en +40 C. Ten aanzien van de uitvoering van de machineruimte en de veiligheidstechnische uitrustingen moeten de geldende voorschriften in acht worden genomen. Voor meer informatie over de situatie van de machinekamer leest u onze brochure "Situatie van de machinekamer en vulhoeveelheden voor NH3-koude-installaties volgens UVV" GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

24 Opstelling Bedieningshandleiding 6.3 Fundatieplan fig.5: Fundatieplan I II III IV Koudedragerintrede Koudedrageruittrede Warmtedragerintrede Warmtedrageruittrede 1) Hoofdbedieningszijde Grasso FX GC Maten voor B en L zie tabel hoofdafmetingen vloeistofkoelgroepen de voor de opstelling van de vloeistofkoelgroepen vereiste maten kunt u vinden op de op de opdracht betrekking hebbende tekening van de groep. Bij enkele en meervoudige opstellingen moeten de tussenruimtes worden aangehouden Boven de vloeistofkoelgroep moet een onderhoudsruimte van 0,8 m hoog worden vrijgehouden. Vrije ruimtes voor hefwerktuigen bij demontage van modules in geval van reparatie moeten worden aangehouden. 6.4 Starre opstelling Na de plaatsing van de vloeistofkoelgroep moeten de afwijkingen van de aan te houden parallelliteit worden vastgesteld. De afwijking van de horizontale mag niet meer dan 1,5 mm/m bedragen. 6.5 Tegen mechanische trillingen geïsoleerd Bij installatie op valse plafonds moet een, op de plafondconstructie afgestemde, trillingstechnische afkoppeling worden uitgevoerd. De meegeleverde trillingsdempers moeten bij de montage bevestigd worden met fundamentschroeven. De positie van de boringen voor de bevestiging van de trillingsdempers is aangegeven op de tekening van de vloeistofkoelgroep (opdrachtdocumentatie). Koude- en warmteleidingen moeten met flexibele aansluitingen worden beveiligd tegen trillingen. De afstelling van de koppeling moet in ieder geval voor resp in het kader van de inbedrijfstelling worden gecontroleerd en als er afwijzingen zijn, worden gecorrigeerd. 24 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

25 Opstelling 6.6 Elektrische aansluiting Levensgevaar! Direct aanraken van spanningdragende onderdelen is verboden. Maak de aardaansluiting volgens de aanduiding in de overzichtstekening. Zie hoofdstuk "Kenmerken van de aardaansluiting". Voor het begin van de werkzaamheden moet worden veilig gesteld dat alle aan te sluiten onderdelen spanningsvrij zijn, bijv. door verwijderen van de hoofdzekering in alle fasen. De isolatieweerstand van het elektrische bedrijfsmiddel en de bekabeling moet worden gecontroleerd. De aansluiting mag alleen worden uitgevoerd als deze waarde zich in het toegelaten waardenbereik bevindt. Volgens het elektrisch aansluitschema moeten alle elektrische verbindingen worden aangelegd en alle elektrische verbruikers/ sensoren worden aangesloten. 6.7 Geluidsisolatie, bescherming tegen weersomstandigheden Als de vloeistofkoelgroep is voorzien voor buitenopstelling, moet deze door de klant worden voorzien van een geschikte behuizing die geluidsisolerend is en bescherming biedt tegen weersomstandigheden. De bescherming tegen weersomstandigheden moet voldoende bescherming voor de machine bieden met betrekking tot de klimatologische voorwaarden op de opstellingslocatie. De vloeistofkoelgroep is niet uitgerust voor onbeschermde buitenopstelling. Een bescherming voor invloeden van buiten, vooral vuil, stof en vocht is onontbeerlijk. GEA Refrigeration Germany GmbH is niet aansprakelijk voor schade die door een ondeskundige buitenopstelling is ontstaan. 6.8 Montagehandleiding bij levering van de vloeistofkoelgroep in gedeelde uitvoering De standaardmontagepunten van de afzonderlijke modulen zijn op de volgende pagina's afgebeeld. Verschillen zijn mogelijk. In dit geval gebeurt de motage van de modulen ter plaatse op basis van de overzichtstekening / montagetekening bij het betreffende project (zie Technische documentatie). De volgende punten dienen met elkaar te worden verbonden: 1-1 Verbindingspunt voetstukgestel voor gestel vloeistofafscheider 2-2 Verbindingspunt leidingflens verdampertoevoer - NH 3 - pagina 3-3 Verbindingspunt leidingflens verdamperterugloop - NH 3 - pagina 4-4 Verbindingspunt injectieleiding 5-5 Verbindingspunt zuigleiding compressor 1 / vloeistofafscheider 6-6 Verbindingspunt zuigleiding compressor 2 / vloeistofafscheider 7-7 Verbindingspunt leidingsteun aanzuigleiding 8-8 Verbindingspukt overstroomleiding tussen hetegasleiding en vloeistofafscheider De flenzen van de verbindingspunten 2 tot 6 moeten na de montage met het voorbereide materiaal worden geïsoleerd en gelijmd. De hiervoor vereiste manchetten zijn in de levering begrepen. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

26 Opstelling Bedieningshandleiding fig.6: Montagehandleiding verbindingspunten 1-1, 2-2, 3-3, 4-4 en GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

27 Opstelling fig.7: Montagehandleiding verbindingspunten 5-5, 6-6 en 7-7 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

28 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding 7 FUNCTIE- EN CONSTRUCTIEBESCHRIJVING 7.1 Vloeistofkoelgroepen met slagzuigercompressoren - serie FX GC en MX GC X Y Z 9 X1 X2 Serie vloeistofkoelgroep Uitvoeringsvariant condensator Uitvoeringsvarianten verdamper Normale capaciteit van de vloeistofkoelgroep in kw op basis van koudwaterbedrijf 12 C / 6 C Uitvoering van de vloeistofkoelgroep Koudemiddel X Serie vloeistofkoelgroep FX GC MX GC ondergedompelde verdamping Speciale uitvoering (ondergedompelde verdamping) Y Uitvoeringsvarianten condensator P S R Platenwarmtewisselaar (cassettengelast) Shell and Plate condensator (volledig gelast) Buisbundelcondensor 28 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

29 Functie- en constructiebeschrijving L V luchtgekoelde condensator (niet meegeleverd door GEA Refrigeration Germany) Verdampingscondensor (niet meegeleverd) Z Uitvoeringsvarianten verdamper P S O Platenwarmtewisselaar (cassettengelast) Platenwarmtewisselaar (volledig gelast) zonder verdamper (condensatorgroep) 9 nominaal vermogen van de vloeistofkoelgroep bij 1500 min -1 (V V600) / 1200 min -1 / (V V1800) in kw m.b.t. koudwaterbedrijf 12 C / 6 C Uitvoering met 1 compressor Compressortype Nominaal vermogen in kw V V V V V V V Uitvoering met 2 compressoren Compressortype Nominaal vermogen in kw 2x V V300 / V x V V450 / V x V x V GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

30 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Uitvoering met 2 compressoren Compressortype Nominaal vermogen in kw V700 / V x V V1100 / V x V V1400 / V x V X1 uitvoering van de vloeistofkoelgroep (geen) duo standaarduitvoering met 1 slagzuigercompressor standaarduitvoering met 2 slagzuigercompressor X2 koudemiddel NH 3 Ammoniak Voorbeeld omschrijving: FX GC PP 900 duo NH 3 Vloeistofkoelgroep met slagzuigercompressor (FX GC) Met platenwarmtewisselaar als condensator (P), Met platenwarmtewisselaar als verdamper (P), Nominaal vermogen 900 kw (900) 2 compressoren (duo), voor koudemiddel ammoniak (NH 3 ) 7.2 Typische gegevens Aggregaten/ vloeistofkoelgroepen worden voor speciale toepassingen geconstrueerd en geproduceerd. De typische gegevens vindt u in de volgende documenten: opdrachtspecificatie, parameterlijst, overzichtstekening, R+I afbeelding. 30 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

31 Functie- en constructiebeschrijving 7.3 Plaatsingslocatie van de productidentificatie (typeplaatje) Het typeplaatje omvat de belangrijke technische gegevens van het product. Deze gegevens en de contractuele overeenkomsten leggen de grenzen vast van het reglementair gebruik. Het typeplaatje is standaard aan de frame aangebracht (afwijkingen van de plaatsingslocatie zijn mogelijk). fig.8: Plaatsingslocatie van de productidentificatie (typeplaatje) Informatie op het typeplaatje: Fabrikant Type Serienummer Bouwjaar Leeg gewicht Koudemiddel Toelaatbare werkdruk hogedrukzijde Toelaatbare werkdruk lagedrukzijde GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

32 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding De standaardtalen zijn Duits en Engels 32 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

33 Functie- en constructiebeschrijving 7.4 Informatie en veiligheidskenmerken op het product Levensgevaar! Kenmerken van de veiligheidsklep (veiligheidskenmerken) De veiligheidsrelevante kenmerken aan het het aggregaat/ de vloeistofkoelgroep moeten in acht worden genomen! fig.10: Kenmerken van de veiligheidsklep Kenmerken van de druk- en temperatuursensoren, de verwarming (veiligheidskenmerken) Betekenis van de kenmerken: De veiligheidsklep moet aan een afblaasleiding worden aangesloten Kenmerk van de schroefverbindingen met snijring (handelingsvoorschrift) fig.9: Veiligheidskenmerken van de druk- en temperatuursensoren, de verwarming Betekenis van de kenmerken: Vóór het vervangen van druk- en temperatuursensoren zonder dompelpijp moet veilig worden gesteld dat de pijpen waarin de sensoren zijn gemonteerd, drukloos zijn. De drukloze toestand kan door sluiten van de afsluitarmaturen vóór de te vervangen sensor worden verkregen. Vóór het vervangen van de olieverwarming moet veilig worden gesteld dat in de compressor waarin de olieverwarming is geschroefd, drukloos is. fig.11: Kenmerk van de schroefverbindingen De informatieve kenmerken voor alle schroefverbindingen met snijring (handelingsvoorschrift) is goed zichtbaar op de elektromotor aangebracht. Betekenis van de kenmerken: Als bij een schroefverbinding lekkage optreedt (uittredende gassen of dampen) dan moeten de schroeven worden aangedraaid. Doppen van de schroefverbindingen met sleutel tegenhouden. Wartelmoer ca. 1 / 4 tot 1 / 3 omdraaiing tot punt van voelbare tegenkracht vastdraaien. De lekkage is verholpen. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

34 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Kenmerken van de buisleidingen (informatiebord) Buisleidingen in koude-installaties moeten als volgt worden gekenmerkt (DIN 2405): Koudemiddel Stroomrichting Aggregaattoestand Kenmerk van de draairichting van de compressoraandrijfmotor (informatiebord) fig.12: Kenmerken van de buisleidingen 1 Pijlpunt (kenmerken van de stroomrichting) 2 Dwarsstrepen (kenmerken van de aggregaattoestand), groen = vloeibaar // blauw = gasvormig koud // rood = gasvormig warm 3 Informatieveld (kenmerken van het koudemiddel) fig.13: Kenmerk van de draairichting van de compressoraandrijfmotor De pijlrichting kenmerkt de draairichting van de compressoraandrijfmotor. 34 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

35 Functie- en constructiebeschrijving Kenmerk van de manometer (informatiebord) Kenmerken van de besturing / schakelkast (informatiebord) Kenmerken op de achterzijde van het bedieningspaneel van de besturing (zichtbaar na het openen van de schakelkast). Projectnaam Bouwnummer van het aggregaat/de vloeistofkoelgroep. MPI-adres Kenmerken aan de binnenkant van de schakelkastdeur: Testbewijs voor de besturing fig.14: Kenmerk van de manometer 1 Beschrijving van de meetplaats van de manometer De beschrijving van de meetplaats van de manometer is direct onder de manometer aangebracht. De manometerplaat kan horizontaal of verticaal zijn opgesteld. fig.15: Testbewijs voor de besturing GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

36 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Kenmerken van de aardaansluiting Veiligheidskenmerken fig.16: Kenmerken van de aardaansluiting Betekenis van de kenmerken Voor de inbedrijfstelling moet worden gecontroleerd of het product correct is geaard. Sluit de aardaansluiting aan. De benodigde montagematerialen en kabels zijn niet inbegrepen. De positie van de aardaansluiting blijkt uit de overzichtstekening. De doorsnede van de aardingskabels moet ten minste 10 mm² bedragen, of er moeten twee afzonderlijk geïnstalleerde en afzonderlijk aangesloten aardingskabel worden gebruikt die bij elkaar de minimale doorsnede hebben. 36 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

37 Functie- en constructiebeschrijving Kenmerken van los geleverde onderdelen (handelingsvoorschrift) Bevestiging van kenmerken: op verdamper fig.17: Kenmerken van los geleverde onderdelen 2040 Weerstandsthermometer koudedrageruitgangstemperatuur 2045 Weerstandthermometer koudedrager-intredetemperatuur (optioneel) 2050 Doorstromingsbewaking Betekenis van de kenmerken Voor de inbedrijfstelling moet worden gecontroleerd of de los geleverde onderdelen in de pijpleidingkringloop worden geïnstalleerd: 1. Haal de onderdelen uit de verpakking. 2. Installeer de componenten volgens de afbeelding. Neem de opmerkingen in het hoofdstuk "Inbedrijfstellingen/Waterleidingwerk" in acht. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

38 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding 7.5 R+I Afbeeldingen R+I Afbeelding FX GC PP fig.18: R+I Afbeelding FX GC PP 1 Klant 2 GEA Refrigeration Germany GmbH 3 Temperatuurvoeler los bijgeleverd 4 Debietmeter los bijgeleverd 5 Temperatuurvoeler los meegeleverd / inbauw in leiding 2 m naar verdamper 6 Koudedragers 7 Warmtedragers 8 Aansluiting vindt plaats aan de vloeistofafscheider 38 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

39 Functie- en constructiebeschrijving Kenmerk van de hoofdonderdelen en armaturen - vloeistofkoelgroep Grasso FX GC PP NH 3 Pos. Benaming 2000 Verdamper Pos. Benaming 10 Slagzuigercompressor 15 Motor Weerstandthermometer koudedragerintrede Weerstandthermometer koudedragerintrede 16 Motorstroomwisselaar 17 Motorontwikkelingsbeveiliging 45 Zuigfilter compressor 50 Magneetklep capaciteitsregeling compressor 90 Serviceklep compressor 95 Koppeling motor/compressor 100 Druktransmitter zuigdruk 101 Druktransmitter carterdruk 105 Druktransmitter compressie-einddruk 110 Druktransmitter oliedruk 115 Weerstandsthermometer Pt1000 Zuigtemperatuur 2050 Doorstromingsbewaking 2060 Vul- en aftapklep 2100 Condensator 2200 Vloeistofafscheiding 2205 Serviceklep 2230 Veiligheidsklep - combinatie 2235 Afsluitklep inspuiting 2255 Serviceklep 2280 Warmte-element 2300 Pulspomp voor olieterugvoer 2305 Klep GPV32D 2310 Magneetklep olieterugvoer Weerstandsthermometer Pt1000 compressie-eindtemperatuur Weerstandsthermometer Pt1000 Olietemperatuur 2315 Afsluiter 2320 Afsluiter olieterugvoer 2325 Inspectieruitje 260 Drukafsluitklep 280 Zuigafsluitklep 340 Overstortklep compressor 350 Veiligheidsdrukbeperking 360 Olieverwarming compressor 2330 Serviceklep 2340 Terugslagklep olieterugvoer 2345 Verontreinigingsfilter olieterugvoer 2350 Afsluiter 2360 Olieverwarming pulspomp GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

40 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Pos. Benaming 2370 Weerstandsthermometer pulppomp 2410 Afsluitklep overstortklep 2415 Afsluitklep overstortklep 2420 Overstortklep 2555 Kijkglas D28 40 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

41 Functie- en constructiebeschrijving R+I Afbeelding FX GC PP duo fig.19: R+I Afbeelding FX GC PP duo 1 Klant 2 GEA Refrigeration Germany GmbH 3 Temperatuurvoeler los bijgeleverd 4 Debietmeter los bijgeleverd 5 Temperatuurvoeler los meegeleverd / inbauw in leiding 2 m naar verdamper 6 Koudedragers 7 Warmtedragers 8 Aansluiting vindt plaats aan de vloeistofafscheider GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

42 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Kenmerk van de hoofdonderdelen en armaturen - vloeistofkoelgroep Grasso FX GC PP duo NH 3 Pos. Benaming 288 Zuigafsluitklep compressor 1 Pos. Benaming 285 Zuigafsluitklep compressor 2 10 Slagzuigercompressor 1 15 Motor 1 16 Motorstroomwisselaar 1/2 17 Motorontwikkelingsbeveilging 1/2 340 Overstortklep compressor 1/2 350 Veiligheidsdrukbegrenzer 1/2 360 Olieverwarming compressor 1/ Verdamper 20 Slagzuigercompressor Weerstandthermometer koudedragerintrede 25 Motor 2 45 Zuigfilter compressor 1/21/2 50 Magneetklep capaciteitsregeling Compressor 1/2 90 Serviceklep compressor 1/2 95 Koppeling motor/compressor 1/2 100 Druktransmitter zuigdruk 1/2 101 Druktransmitter carterdruk 1/2 105 Druktransmitter compressie-einddruk 1/2 110 Druktransmitter oliedruk 1/2 115 Weerstandsthermometer Pt1000 Zuigtemperatuur 1/ Weerstandthermometer koudedragerintrede 2050 Doorstromingsbewaking 2060 Vul- en aftapklep 2100 Condensator 2200 Vloeistofafscheiding 2205 Serviceklep 2230 Veiligheidsklep - combinatie 2235 Afsluitklep inspuiting 2255 Serviceklep 2280 Warmte-element 2300 Pulspomp voor olieterugvoer Weerstandsthermometer Pt1000 Compressie-eindtemperatuur 1/2 Weerstandsthermometer Pt1000 Olietemperatuur 1/ Klep GPV32D 2310 Magneetklep olieterugvoer 2315 Afsluiter 250 Drukafsluitklep compressor Drukafsluitklep compressor Afsluiter olieterugvoer 2325 Inspectieruitje 42 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

43 Functie- en constructiebeschrijving Pos. Benaming 2330 Serviceklep 2340 Terugslagklep olieterugvoer 2345 Verontreinigingsfilter olieterugvoer 2350 Afsluiter 2360 Olieverwarming pulspomp 2370 Weerstandsthermometer pulppomp 2410 Afsluitklep overstortklep 2415 Afsluitklep overstortklep 2420 Overstortklep 2560 Kijkglas D28 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

44 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding 7.6 Hoofdonderdelen De vloeistofkoelgroepen van de serie FX GC PP bestaan uit volgende onderdelen: fig.20: Standaard vloeistofkoelgroep Grasso FX GC PP duo NH3 1 Gemeenschappelijk voetstukgestel voor alle onderdelen 010 Slagzuigercompressor Compressormotor Slagzuigercompressor Compressormotor Schakelkast, besturing en regelinrichting 2000 Verdamper 2100 watergekoelde condensor 2200 Vloeistofafscheiding Slagzuigercompressor 44 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

45 Functie- en constructiebeschrijving Compressoraandrijfmotor fig.21: Plaatsing van de slagzuigercompressor In de vloeistofkoelgroepen FX GC PP worden open slagzuigercompressors met meerdere cilinders en enkelvoudige werking gebruikt voor het koudemiddel ammoniak (R717), het nominale de- biet per compressor bedraagt van 291 tot 1274 m 3 /h. De afzuiging van de in de verdamper ontstane ammoniakdamp en de compressie op condensatiedruk gebeurt in één of meerdere compressoren. De bewaking en de bedrijfswaarde van elke compressor worden gewaarborgd door de aan de compressor aangebrachte druk- en temperatuursensoren. Bij compressors kunnen de verschillende cilinders door aanzuigklepontlastingsinrichtingen uitgeschakeld worden. De compressoren hebben de volgende uitrustingskenmerken: onbelaste opstart vermogensregeling door cilinderuitschakeling olieverschildrukbewaking Olieverwarming einddrukbewaking aanzuigdrukbewaking Drukbewaking slagzuigerbehuizing eindtemperatuurbewaking olietemperatuurbewaking zuigtemperatuurbewaking De veiligheidsuitrusting van de drukopwekkers beantwoordt in de standaarduitvoering aan EN 378 en UVV BGV D4 d.m.v. circulatiekleppen met veiligheidsdrukbeperking DBK. Om de compressors tegen oververhitting te beschermen, wordt de drukgastemperatuur bewaakt. fig.22: Plaatsing van de compressoraandrijfmotor De compressoren worden met behulp van een koppeling aangedreven door een luchtgekoelde 4- of 6- polige standaard elektromotor IP23 (optie IP55) met een bedrijfsspanning van 400V; 50Hz. Optioneel kunnen motoren in FU-bedrijf worden ingezet. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

46 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Verdamper + vloeistofafscheiding fig.23: Plaatsing van de verdamper In de verdamper wordt door verdamping en oververhitting van het koudemiddel warmte opgenomen uit de koudedrager, waardoor deze wordt afgekoeld. De verdamper werkt volgens het principe van de overstroomde verdamping met externe circulatie. De cassettengelaste warmteoverdragingsplaten uit edelstaal AISI 316 (andere materialen op aanvraag) worden d.m.v. spanbouten tussen statief- en drukplaat samengespannen en aan de bovenste draagstang en de onderste geleidestang gefixeerd. De afzonderlijke plaatmodules worden aan de koudemiddelzijde met ringpakkingen en aan de kouderesp. warmtedragerzijde met elastomeer-veldpakkingen, die kleefstofvrij zijn, afgedicht. De niet oplosbare, zware olie zet zich af in de dom en stroomt van daar automatisch geregeld terug naar de compressor resp. de compressors. Nadere informatie zie paragraaf Olieterugvoersysteem. Bij externe condensatiesystemen wordt als bijkomende beveiliging tegen overvulling een maximale vulstandmelder in de vloeistofafscheider gemonteerd. Zuigdruk en koudedragertemperatuur worden bewaakt, zodat een betrouwbare bescherming tegen bevriezen aanwezig is. Vloeistofkoelgroep en aanzuigleiding worden uitgevoerd met een isolatie die waterdampdiffusiedicht is. De verdamper kan optioneel met een afneembare isolierbox worden voorzien. Ontwikkeling, productie en keuring gebeuren volgens de richtlijnen voor druktoestellen. Bij de uitvoering als vloeistofkoelgroep valt de verdamper weg. fig.24: Opstelling vloeistofafscheiding In de vloeistofafscheider, die liggend boven de verdamper geplaatst is, worden vloeistofdruppels effectief afgescheiden. De verdamper wordt in bedrijfstoestand tot aan de hoogte van het bovenste kijkglas in de circulatieleiding (pos ) met ammoniak overstroomd. 46 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

47 Functie- en constructiebeschrijving Condensator fig.25: Opstelling van de condensor In de condensor wordt de gecomprimeerde koudemiddeldamp afgekoeld, gefluïdiseerd en onderkoeld; dit gebeurt door afgifte van het in de verdamper en de compressor opgenomen vermogen aan de warmtedrager (opwarming). De cassettengelaste warmteoverdragingsplaten uit edelstaal AISI 316 (andere materialen op aanvraag) worden d.m.v. spanbouten tussen statief en drukplaat samengespannen en aan de bovenste draagstang en de onderste geleidestang gefixeerd. Bij de uitvoering van de vloeistofkoelgroepen als verdampergroep vervalt de watergekoelde condensor. De koudemiddelkringloop wordt hier op installatiezijde gecompleteerd door andere condensortypes. De toevoerleiding van de warmtedrager wordt onderaan aangesloten, de uitgang bevindt zich aan de bovenste aansluiting. Warmteterugwinning (optie) Afhankelijk van het temperatuurniveau van het te verwarmen medium kan het door de compressor resp. de compressors ter beschikking gestelde verhitte stoom afgekoeld, afgekoeld en gedeeltelijk gecondenseerd of volledig gecondenseerd worden. Om een maximaal warmtewisselingsoppervlak in de condensor te bereiken, moet de uit de onthitter (pos. 2900) komende vloeibare ammoniak afgeleid worden. Uit het speciale afscheider-/niveaureservoir kan de vloeistofvrije stoom naar de condensor stromen om daar gecondenseerd te worden. fig.26: Warmteterugwinning 1 Door de klant te leveren GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

48 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Schakelkast met besturing fig.27: Plaatsing van de schakelkast De vloeistofkoelgroepen zijn standaard uitgerust met een schakelkast. Voor het transport van de vloeistofkoelgroep wordt de schakelkast op dragers gemonteerd. Deze moeten bij de montage ter plaatse verwijderd worden; de schakelkast moet op een vlak fundament geplaatst worden. Aanwijzingen voor het plaatsen van de schakelkast op het fundament ter plaatse, staan in de taakgerichte tekening van de vloeistofkoelgroep. De schakelkast wordt uitgevoerd overeenkomstig de projectspecifieke technische specificaties. De vloeistofkoelgroepen zijn standaard met een besturing van het type GSC TP uitgerust. Alle aanwijzingen voor de besturing hebben betrekking op de GSC TP, in de volgende tekst GSC genoemd. De GSC bestaat uit de besturingsunit met bedienings- en indicatieunit, de signaallampen voor "Modus", "Waarschuwing" en "Storing", de Noodstop-toets, de koppelelementen, evenals de behuizing. Het is niet toegestaan, tussen de GSC en de netstroom een andere vreemde besturing aan te sluiten, die de veiligheidsketen die gerealiseerd moet worden verder bewerkt. Alle besturingssignalen uit de GSC naar en alle besturingssignalen naar de GSC van het netstroomveld moeten direct worden verwerkt en mogen niet indirect worden geschakeld via een vreemde besturing. Anders kan de fabrikant het veilige bedrijf van de installatie niet garanderen. Volgende functies worden standaard door de GSC gerealiseerd: Indicaties van alle belangrijke natuurkundige en technische parameters zoals bijv.: Druk Temperatuur Vermogen Aantal bedrijfsuren Modus Toestandmeldingen Automatisch opstarten en uitschakelen van de vloeistofkoelgroep, evenals capaciteitsregeling afhankelijk van volgende waardes: Zuigdruk Ingangstemperatuur uitgangstemperatuur Externe temperatuur Controle van de bedrijfsparameters Bewaking motorstroom Capaciteitsbegrenzing van de compressor, mits de gemeten einddruk, de eindtemperatuur, de motorstroom of de zuigdruk een overbelasting aangeeft Storingsgeheugen met datum en tijd Herkenning van draadbreuken bij analoge ingangssignalen Wachtwoordprotectie ter voorkoming van ongeautoriseerde toegangen tot belangrijke parameters 48 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

49 Functie- en constructiebeschrijving Besturing van de vloeistofkoelgroep door potentiaalvrije contacten door een ranghogere besturing Communicatiemogelijkheid via MPI of Modbus RTU/TCP met ranghogere besturing 10 minuten trend indicatie met indicatie van alle actuele waardes, waarvan sprake was kort voor de laatste storingsuitschakeling Onderhoud op afstand via ethernetverbinding (TCP/IP) Volgende functies worden optioneel door de GSC gerealiseerd: Frequentiegeregelde compressoraandrijfmotor Elektronische doorstromingsbewaker voor het koudedragercircuit Elektronische doorstromingsbewaker voor het warmtedragercircuit Afstandsbediening set point-instelling (analoog signaal) Profibus DP-communicatie De documentatie van de GCC is onderdeel van de productdocumentatie Appendages Een appendage duidt meestal op een bedieningselement van een machine. Het begrip appendage wordt onder andere ook voor kleppen gebruikt die voor de besturing en regeling van fluidstromen in pijpleidingen dienen. In bredere zin worden alle soorten van inbouwelementen in pijpleidingen, zoals bijv. kijkglazen, meetdiaframa's, filters en dergelijke als appendage aangeduid. Onder appendages worden ook gerekend alle soorten kleppen zoals bijvoorbeeld afsluiters terugslagkleppen veiligheidskleppen vlotterkleppen iedere appendage heeft zijn gebruiksgebied volgens de in de pijpleiding heersende druk of temperatuur, volgens de grootte van de pijpleiding, volgens de eisen van de dichtheid van de appendage, de smoring en de richting van de fluidstroom en van het medium zelf. de veiligheidsappendages dienen ter begrenzing van de druk in de onder druk staande installaties. De uitleg van iedere appendage vindt plaats overeenkomstig de speciale toepassing. De appendages kunnen handmatig of motorisch, bijv. door aandrijfmotoren, pneumatische of hydraulische cilinders worden bediend. Bij terugslagappendages zorgt de fluidstroom in de pijpleiding voor een zelfstandig sluiten van de klep. Afhankelijk van het type wordt de op de appendage aangesloten pijpleiding gesloten door verschillende sluitelementen (bijv. klepschotels, klappen, schijven). Om service en onderhoudswerkzaamheden te verzekeren zijn handafsluitventielen ingebouwd: In de drukgasleiding tussen compressor en condensor In de injectieleiding tussen injectieventiel en verdamper bij verdampergroepen in de vloeistofleiding voor de vloeistoffilter In de aanzuigleiding tussen verdamper en compressor Een aanzuigfilter in de compressor beschermt deze tegen verontreiniging. Het filterelement kan gereinigd resp. vervangen worden. De documentaties van de appendages (afnamecertificaten) zijn onderdeel van de productdocumentatie Veiligheids- en bewakingsinrichtingen Door het gebruik van veiligheidsinrichtingen volgens EN 378 en andere regel- en bewakingstoestellen zijn de vloeistofkoelgroepen beveiligd tegen: ontoelaatbaar hoge werkdruk ontoelaatbare olieverschildruk ontoelaatbaar hoge compressie-eindtemperatuur ontoelaatbaar hoge inschakelfrequentie ontoelaatbare verwarming of overbelasting van de compressoraandrijfmotor bevriezing van de koudedrager Te laag resp. geen koudedragerdebiet GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

50 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Vloeistofslagen door opneembare arbeidskleppen. bijv GC VP peiloverschrijding in de vloeistofafscheider Wanneer de maximale werkdruk wordt overschreden, schakelt de drukbegrenzer DBK + SDBK (pos. 350), ondanks softwarezijdige werkdrukbegrenzing door vermogensterugschakeling, de compressor via de stuurstroomkring van de aandrijfmotor rechtstreeks uit. Deze schakelhandeling wordt niet door de programmeerbare besturing (PLC) teweeggebracht. Een storing van de hard- en software van de PLC heeft dus geen invloed op de bescherming van de vloeistofkoelgroep tegen drukoverschrijding. Onafhankelijk van de schakeltoestand van de drukbegrenzer opent, zodra de druk verder stijgt, een niet afsluitbare veiligheidsklep(pos. 340), deze blaast de transportstroom van de compressor van de drukzijde op de zuigzijde af (circulatieklep). De drukreservoirs worden overeenkomstig EN 378 resp. de richtlijnen voor een van de hogedrukzijde naar de lagedrukzijde naar buiten uitblazende tegendrukonafhankelijke overstroomklep (pos. 2420) en een op de lagedrukzijde naar buiten uitblazende veiligheidsklep(pos. 2230) uitgerust, om overschrijding van de 1,1-voudige max. toegelaten werkdruk te verhinderen. Door de bewaking van de drukgastemperatuur en het uitschakelen van de compressor wordt een ontoelaatbare verwarming van de drukgenerator verhinderd. Vloeistofkoelgroepen zijn met de volgende veiligheids- en bewakingsinrichtingen uitgerust: Veiligheidsvoorzieningen van de aandrijfmotor Thermistor (017) Thermistor, die de compressoraandrijfmotor buiten gebruik zet, wanneer de temperatuur van de wikkelingen van de compressoraandrijfmotor de toelaatbare waarde overschrijdt. Aanzuigfilter (045) Een aanzuigfilter in de compressor beschermt deze tegen verontreiniging. Het filterelement kan gereinigd resp. vervangen worden. Veiligheidsvoorziening tegen overschrijding van de compressie-einddruk Drukomvormer (105) De compressorbesturing schakelt bij overschrijden van de grenswaarde de vloeistofkoelgroep uit. Grenswaarde = zie parameterlijst veiligheidsinrichting tegen onderschrijding van het drukverschil tussen oliedruk na oliepomp en carterdruk Drukomvormer (110) Drukomvormer (105) Als het drukverschil tussen oliedruk achter de oliepomp en de carterdruk de voorgeschreven grenswaarde onderschrijdt, schakelt de besturing het vloeistofkoelgroep uit na een vertragingstijd. Grenswaarde = zie parameterlijst Veiligheidsvoorziening tegen overschrijding van de compressie-eindtemperatuur Weerstandsthermometer (120) De compressorbesturing schakelt bij overschrijden van de grenswaarde de vloeistofkoelgroep uit. Grenswaarde = zie parameterlijst Veiligheidsvoorziening tegen overschrijding van de olietemperatuur Weerstandsthermometer (125) De compressorbesturing schakelt bij overschrijden van de grenswaarde de vloeistofkoelgroep uit. Grenswaarde = zie parameterlijst De minimumolieviscositeit voor de veilige werking van de compressor bedraagt 10 cst. Het aanhouden van de minimumolieviscositeit in afhankelijkheid van de compressie-einddruk, de compressie-eind- en olietemperatuur moet worden gewaarborgd. Overstroomventiel compressor (340) De overstortklep beschermt de compressor tegen ontoelaatbaar hoge druk. Aanspreekdruk = zie parameterlijst en R+I diagram De uitleg van de overstortklep vindt plaats volgens DIN EN "Koelinstallatie en warmtepompen - drukontlastingvoorzieningen en bijbehorende leidingen - berekeningsprocédé" Veiligheidsdrukbegrenzer (350) 50 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

51 Functie- en constructiebeschrijving Veiligheidsbegrenzer met twee gescheiden activeringscontacten, waarvan slechts één met gereedschap terug te zetten is. De pressostaat zet de compressoraandrijfmotor buiten gebruik, wanneer de persdruk de ingestelde waarde overschrijdt. Uitschakeldruk 1 = zie parameterlijst Uitschakeldruk 2 = zie parameterlijst Veiligheidsklep (2230) aan de vloeistofafscheider De in de vrije lucht uitblazende veiligheidsklep beschermt de vloeistofkoelgroep aan de lagedrukzijde tegen ontoelaatbare hoge druk Aanspreekdruk = zie parameterlijst en R+I diagram De uitleg van de veiligheidsklep vindt plaats volgens DIN EN "Koelinstallatie en warmtepompen - drukontlastingvoorzieningen en bijbehorende leidingen - berekeningsprocédé" Overstortklep (2420) De overstroomklep beschermt de drukreservoirs aan de hogedrukzijde van de installatie tegen ontoelaatbare hoge drukken en blaast bij overschrijden van de aanspreekdruk van de hogedrukzijde naar de lagedrukzijde van de installatie uit. Aanspreekdruk = zie parameterlijst en R+I diagram De uitleg van de overstortklep vindt plaats volgens DIN EN "Koelinstallatie en warmtepompen - drukontlastingvoorzieningen en bijbehorende leidingen - berekeningsprocédé" GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

52 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding 7.7 Algemene beschrijving van de vloeistofkoelgroepen De beschrijving van de onderdelen en toebehoren heeft betrekking op de standaarduitvoering van de vloeistofkoelgroep. Voor de werkelijke leveringsomvang geldt de "Orderafhankelijke technische documentatie". FX GC PP zijn in de fabriek gemonteerde en gekeurde compacte groepen voor gebruik in machineruimten of gelijkaardige behuizingen voor gebruik in openlucht. De vloeistofkoelgroepen zijn automatisch werkende eentrapskoelaggregaten met slagzuigercompressoren en ondergedompelde plaatverdampers voor de koeling van de koudedragers water of pekelwater. Op basis van de slagzuigercompressorreeks, van GEA Refrigeration Germany GmbH, beslaat het programma van de FX GC PP m.b.t. het koudwaterbereik een vermogensspanne van 180 tot 1800 kw. Ze zijn speciaal geconcipieerd voor het gebruik met het koudemiddel ammoniak (NH3, R 717). Er kunnen warmtedrageruitgangstemperaturen worden geproduceerd van maximum ca. +50 C. De belangrijkste taak van de vloeistofkoelgroepen bestaat erin vloeibare koudedragers af te koelen. Deze kunnen voor koeling worden gebruikt op de meest verschillende toepassingsgebieden, bijv.: procestechniek klimaatregeling koel- en opslagsector Terugwinning van restwarmte (bijv. warmtepompenbedrijf) Voedings- en genotsmiddelenindustrie laboratoriumtechniek Als koudedrager kunnen water en pekelwater worden gebruikt. 7.8 Koudemiddelkringloop De slagzuigercompressor zuigt de koudemiddeldamp via het zuigfilter aan uit de verdamper. Het gecomprimeerde gas wordt vervolgens in de condensor door afgifte van de in de verdamper en in de compressor opgenomen warmte afgekoeld, gecondenseerd en onderkoeld. In het expansieventiel ontspant het onder condensatiedruk staande vloeibare koudemiddel tot verdampingsdruk en wordt in de verdamper resp. vloeistofafscheider geïnjecteerd. In de verdamper wordt door verdamping en geringe oververhitting van het koudemiddel warmte opgenomen uit de koudedrager, waardoor deze wordt afgekoeld tot de ingestelde setpointwaarde. Het door de geringe olieworp van de slagzuigercompressor in de koudemiddelkringloop gebrachte olie verzamelt zich in de verdamper en wordt via een olieterugvoersysteem naar de compressor teruggeleid. Als koudedrager wordt standaard water gebruikt. 7.9 Oliekringloop Tijdens het compressorproces wordt koelmachineolie voor de smering en besturing naar de compressor gebracht Olieterugvoersysteem Wij raden iedere gebruiker aan voor zijn speciaal gebruiksdoel advies in te winnen inzake corrosiebescherming. De vloeistofkoelgroepen kunnen in hun geheel worden getransporteerd. Kenmerkend voor de constructieve vormgeving is de uitvoering met een stabiele draagconstructie en de goede toegankelijkheid van de onderdelen. fig.28: Plaatsing van de olieterugvoer Voor de smering en besturing heeft de slagzuigercompressor speciale koelmachineolie nodig. Tijdens het compressieproces wordt een klein deel van de olie in de kringloop versleept. 52 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

53 Functie- en constructiebeschrijving Dit wordt aan de lagedrukzijde van de vloeistofkoelgroep met een door GEA Refrigeration Germany GmbH ontwikkeld automatisch en onderhoudsvrij olieterugvoersysteem uit de verdamper naar de compressor teruggevoerd Functiebeschrijving van de olieterugvoer fig.29: Olieterugvoersysteem Het uit de verdamper/afscheider (1) komende Öl/ NH 3 -mengsel wordt afgezet in de dom (2) en vult de ruimte tussen de dom en de overloopstomp (3). Deze met olie gevulde ringvormige ruimte (9) wordt met het verwarmingselement (8) permanent verwarmd en moet de warmtegeleiding via de daaronder liggende componenten reduceren. Als de ringvormige ruimte gevuld is met olie, stroomt het olie/nh 3 -mengsel door de geopende klep met gasaandrijving (4) in de verzamel-/kookruimte van het reservoir (5). In dit reservoir, die ca. ½ liter kan opnemen, bevindt zich een elektrisch verwarmingselement. Hier wordt de ammoniak door koken afgescheiden. Als de magneetventiel (6) geopend wordt, stroomt hogedrukstoom in de klep met gasaandrijving (4), zodra de veerkracht overwonnen is, sluit de klep en blokkeert de doorgang van de verdamper/afscheider (1) en naar de verzamel-/kookruimte van het reservoir (5). In deze positie laat de klep met gasaandrijving (GPV) hogedrukstoom in het reservoir (5) stromen en verdringt daardoor de olie, die via pompleiding (12), serviceklep (13), filter (14), kijkglas (15) en de terugslaklep met veer (16) wegstroomt. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

54 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding De combinatie uit tweeweg-magneetklep (6), klep met gasaandrijving (GPV) (4) en reservoir (5) wordt impulspomp genoemd. Zodra er een temperatuurverschil (ca. 20 K) bestaat tussen de verhitte olie in het reservoir (5), gemeten door de temperatuursensor (10), en de werkelijke verdampingstemperatuur, wordt de tweewegklep (6) geactiveerd en stroomt de olie terug naar de compressor. Als dit temperatuurverschil tijdens de pomptakt daalt op minder dan 10 K of de pomptijd meer dan 2 minuten bedraagt, wordt de tweewegklep uitgeschakeld en opent de GPV o.i.v. veerkracht. Een ontlastingsboring ontspant de hogedrukzijde achter de klepzuiger tot de veer de zuiger opnieuw in geopende positie trekt. Door het meten van het oliepeil in het carter is bij twee compressors per kringloop een geregelde olieterugvoering mogelijk. Tijdens servicewerkzaamheden aan de filter (14) en/of aan de terugslagklep met veer (16) kan de olieterugvoerleiding afzonderlijk gesloten en de olie via een overstortventiel verwijderd worden Olieterugvoersysteem bij meerdere compressors: Na het kijkglas wordt de olieterugvoerleiding vertakt, waarbij elke leiding met een eigen magneetklep (17) en een terugslagklep met veer wordt uitgerust. Deze laatste moet een ongecontroleerde vloeistoftoevoer van het afleidingspunt naar de compressor en van één van de andere compressors verhinderen. Het openen van de magneetklep (17) wordt door de peilsensor in het betreffende carter gestuurd. Bij verdampergroepen is het belangrijk dat aan elke verdampergroep een condensor toegewezen wordt, anders zijn bijkomende olieverzamel- en verdeelinrichtingen vereist. Bovendien moet op installatiezijde voor een correcte dimensionering en plaatsing van druk- en vloeistofleidingen zonder olievallen gezorgd worden. fig.30: Olieterugvoersysteem bij meerdere compressors 54 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

55 Functie- en constructiebeschrijving 7.10 injectieregeling Basisbegrippen De ontspanning van het vloeibare koudemiddel van condensatiedruk op verdampingsdruk en de optimale belasting van de verdamper worden bij de FX GC PP-serie verzorgd door het ECD-systeem (electronic condensor drain). De werking van het ECD-systeem is gebaseerd op de regelparameters zuigdruk, einddruk, NH 3 - niveaumeting, vermogenstrappen en op het toerental van de compressor. Bij FX GC PP gebeurt de NH 3 - niveaumeting (LC, pos /2) op de hogedrukzijde. Het condensaat stroomt met lage snelheid (< 0,3 m/s) in het niveaureservoir. Het injectiemagneetventiel AKVA (pos. 2510) werkt volgens het impuls-pauzeprincipe. De takttijd bedraagt 3 seconden, d.w.z. bij een openingsduur van 3 s is het ventiel 100 % geopend. De ECD-software berekent permanent de vereiste, procentuele openingsgraad van het injectieventiel. Koudemiddel Koudedragers Vloeistoffen die warmte uit en systeem opnemen en afgeven kunnen aan een koudemiddel (omkeerbaar proces), dienen ter koeling van een systeem (industrieel proces) Warmtedragers in een installatie lopende stoffen (vloeistof of gas) die door aggregaattoestandswijziging van een ander medium (Koude- resp. warmtedrager) warmte onttrekken of daaraan kunnen afgeven. Stoffen (vloeistof of gas), die bijv. door koudemiddel opgenomen warmte transporteren en afgeven. Wordt water als warmtedrager gebruikt, zijn ook de benamingen warm water of koelwater gebruikelijk Bedrijfsstoffen fig.31: injectieregeling 1. Van de condensor 2. Inspectieruitje 3. Hogedrukvloeistofhouder 4. Niveausonde hoog 5. Niveausonde laag 6. Naar de verdamper Bij verdampergroepen bevindt de niveaumeting zich op de lagedrukzijde, voor het injectieventiel zijn een magneetklep en een vloeistoffilter gemonteerd Vermogensinstelling De vermogensinstelling van de slagzuigcompressor van de Grasso serie V vindt plaats door opheffen en laten zakken van de zuigkleppen van de koudedragercompressor met de stuuroliedruk. Optioneel is de capaciteitsinstelling met toerentalregeling mogelijk Technische gegevens Koudemiddel ammoniak Ammoniak hoort volgens EN 378 tot de koelmiddelgroep 2 (giftige of bijtende koelmiddelen met een onderste explosiegrens van minstens 3,5 vol.%). Door zijn opvallende geur (geurdrempel duidelijk onder de MAC-waarde) en door de nauwe explosiegrenzen zijn er echter geen wezenlijke beperkingen voor het gebruik ervan als koudemiddel. De EN 378 wijst ammoniakkoelinstallaties bij aanwezige ventilatiemogelijkheden geen explosiegrens toe. Verdere aanwijzingen voor de omgang met het koelmiddel ammoniak kunt u vinden in de brochure veiligheidsaanwijzingen, die onderdeel uitmaakt van de meegeleverde documentatie. Kleine lekken kunnen met de reukzin makkelijk worden waargenomen. Ze zijn ook eenvoudig te herstellen, nog voordat er door grotere verliezen belemmeringen van het koelvermogen optreden en zonder dat een duur bijvullen noodzakelijk wordt. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

56 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Waarschuwing! Door de klanten gemonteerde componenten en installatieonderdelen, vooral in primaire en secundaire kringlopen, moeten zo zijn uitgevoerd m.b.t de materiaaltoestand, dat zij resistent zijn tegen het gebruikte koudemiddel. GEA Refrigeration Germany GmbH is niet aansprakelijk voor schade die is ontstaan door het gebruik van bijtende stoffen. Waarschuwing! Ammoniak tast zink en zijn legeringen aan, hetzelfde geldt voor koper en zijn legeringen alsook voor galvanische bekledingen. Bij de reactie met zink wordt waterstof gevormd, wat een mogelijke oorzaak voor explosies kan zijn. Om die reden mag ammoniak ook niet in contact komen met kwik (bijv. kwikmanometer, kwikthermometer). Het koudemiddel ammoniak is op grond van zijn substantiële eigenschappen in staat het tot nog toe gebruikte CFK en H-CFK volwaardig te vervangen. Afgezien van de voordelen die resulteren uit het werkgedrag van ammoniakkoelinstallaties, is het verder van voordeel dat ammoniak de ozonlaag niet beschadigt noch het broeikaseffect in de hand werkt. Fysische, veiligheidstechnische en fysiologische stofgegevens van ammoniak (R717) Stoomdruk bij 20 C Oplosbaarheid in Water bij 20 C Oplossingswarmte in water Thermische afbraak (waterstof) 8,573 bar abs 517 g/l; ca. 650 l NH 3 /l 36 kj/mol NH C Reukgrens 5 ppm 3,5 mg/m 3 MAC-waarde 50 ppm 35 mg/m 3 Overlast 250 ppm 175 mg/m 3 Verdraagbaarheidsgrens Gevaar bij Kortstondige ontwikkeling Dood door Ademhalingsstilstand ppm mg/m ppm 1750 mg/m ppm 3500 mg/m 3 Fysische, veiligheidstechnische en fysiologische stofgegevens van ammoniak (R717) Ammoniak, watervrij Explosiegrens (bij 20 C; 101,3 kpa) onderste 15 vol.% ppm mg/m 3 Chemisch symbool NH 3 Vorm Kleur Geur Moleculair gewicht Onder druk gefluïdiseerd gas Kleurloos Karakteristiek prikkelend 17,03 kg/kmol bovenste 30,2 vol.% ppm mg/m 3 Eisen waaraan ammoniak moet voldoen voor het gebruik in koelmachines (volgens DIN 8960) Controleren op Voorkomen Grenswaarden Helder en klaar als water Dichtheid (gas;0 c; 101,3 kpa) Kooktemperatuur (101,3 kpa) 0,771 kg/m 3-33,35 C Kookpunt bij 1013 mbar -33,35 C 56 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

57 Functie- en constructiebeschrijving Eisen waaraan ammoniak moet voldoen voor het gebruik in koelmachines (volgens DIN 8960) Toelaatbare wijzigingen van het kookpunt bij verdamping van 5% tot 97% gewichts-% van de proef Rest na verdamping mg/kg Watergehalte max. 1) Gehalte aan niet-condenseerbare gassen per 100 cm 3 vloeistof ammoniakgehalte Water 0,9 K (richt zich volgens het watergehalte) (afhankelijk van het watergehalte) 0,2 gewichts-%2000 mg H 2 O/kg 5,0 cm 3 1 ) Voor het gebruik in vloeistofkoelgroepen is "ammoniak in speciale kwaliteit" (in het bijzonder gereinigde, gedroogde ammoniak) met de volgende eigenschappen vereist: min. max. waarde 0,003 gewichts-% Koelmachineoliën Voor de vloeistofkoelgroepen FXGC zijn de volgende oliesoorten toegelaten: ISO-VG Fabrikant Merkteken Oliesoort 68 Petro- Canada Reflo 68 A 68 CPI CP Waarschuwing! Door de klanten gemonteerde componenten en installatieonderdelen in de oliekringloop moeten zo zijn uitgevoerd m.b.t de materiaaltoestand, dat zij resistent zijn tegen de olie. GEA Refrigeration Germany GmbH is niet aansprakelijk voor schade die is ontstaan door het gebruik van bijtende stoffen Koudedragers Water met geringe corrosiviteit Toegelaten pekelwater: Zie Grasso inrichtingsprogramma. Voor andere koudedragers is de verdraagbaarheid met de gebruikte materialen veilig te stellen Warmtedragers Niet geldig voor verdampersets met externe condensator. Water met geringe corrosiviteit Toegelaten pekelwater: Zie Grasso inrichtingsprogramma Voor andere warmtedragers als die die in de technische specificatie van de opdracht worden genoemd, moet worden vastgesteld of deze verdraagzaam zijn ten opzichte van andere materialen. Als koudedragers/warmtedragers worden gebruikt die afwijken van de opdrachtspecificatie, zonder bevestiging van de leverancier, vervalt de garantie. Indien pekelwater als warmtedrager in de condensator wordt toegepast, dient aanvullend te worden gecontroleerd, of de remmers bij de gewenste temperaturen nog wel thermisch bestendig zijn. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

58 Functie- en constructiebeschrijving Bedieningshandleiding Voorbeeld Doordat de kwaliteit van het water heel verschillend kan zijn, raden wij iedere gebruiker aan, in zijn concreet geval het advies in te winnen van een specialist op het gebied van de corrosiebescherming. Waarschuwing! Voorkom dat de warmtedrager gaat koken in de condensator! De bedrijfsdruk van de warmtedrager moet altijd boven de respectievelijke, met de mediumtemperatuur overeenkomende, kookdruk van de warmtedrager liggen. Bepalend voor deze temperatuur resp. druk is de inlaattemperatuur aan de ammoniakzijde van de condensator. aangegeven eisen onder diverse werkomstandigheden worden gebruikt. De opgegeven toepassingsgrenzen zijn gebaseerd op het werkprincipe van de slagzuigercompressor, de thermodynamische samenhangen en de gebruikte reservoirs en veiligheidsvoorzieningen alsook op de praktische gebruiksvoorwaarden. Let op! Bij de controles van een concrete toepassing dient rekening te worden gehouden met alle in de tabellen aangegeven voorwaarden. Deze moeten worden aangehouden. Zuigdruk p 0 bar (a) Uitgangstemperatuur koudedrager water t KA C min max min max 0,7 7, Warmtedrager water: Inlaattemperatuur 30 C Uitlaattemperatuur 35 C Slagzuigercompressor: T c = 37 C Uitgangstemperatuur met vorstbestendige koelmedia t KA C min max Inlaattemperatuur van koelmedium in de condensator Te handhaven bedrijfsdruk aan waterzijde: 130 C 2,7 bar abs. Fluïdiseringsdruk Ingangstemperatuur warmtedrager p c bar (a) t WE C min max min max Gebruikt materiaal in de warmtewisselaars Om het corrosiegedrag te kunnen beoordelen van de onderdelen die in contact staan met de koudedrager of de warmtedrager, zijn de gebruikte warmtewisselaarplaten beslissend. De uitvoering ervan wordt in de "Technische specificatie" voor elke order beschreven. Bovendien zijn de gebruikte materialen ook precies aangegeven in de meegeleverde keuringsdocumentatie voor de warmtewisselaars Toepassingsgebied De ammoniak vloeistofkoelgroepen voor overstroomde verdamping kunnen binnen de opgegeven toepassingsgrenzen in overeenstemming met de De aangegeven toepassingsgrenzen gelden voor bedrijf bij volledige belasting. Bedrijf met gedeeltelijke belasting kan tot beperking van de toepassingsgrenzen leiden en moet voor concrete toepassingen worden getest. Let op! Tijdens het bedrijf van de vloeistofkoelgroep moet de verhoging van de ingangstemperatuur van de koudedrager binnen 2 minuten tot max. 3 K worden begrensd. Worden voor een speciale toepassing de opgegeven grenzen overschreden, dan dient de fabrikant te worden geraadpleegd. Afgezien van de aan te houden toepassingsgrenzen opgegeven in de tabellen, dient rekening te worden gehouden met de bedrijfsvoorwaarden van het 58 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

59 Functie- en constructiebeschrijving betreffende compressortype (bijv. startregime, oliedruk, hoeveelheid olie, soort olie enz.). De opgegeven gegevens hebben betrekking op de bedrijfsomstandigheden van een koelinstallatie of airconditioning. Tijdens de stilstand of bij het opstarten kunnen de waarden korte tijd (nooit permanent) hoger of lager liggen dan de grenswaarden. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

60 Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding 8 INBEDRIJFSTELLING 8.1 Belangrijke aanwijzingen voor de inbedrijfstelling Waarschuwing! Direct aanraken van spanningdragende onderdelen is verboden. De klantenservice van GEA Refrigeration Germany GmbH biedt uitgebreide ondersteuning voor de inbedrijfstelling van de vloeistofkoelgroep. Contactgegevens zie hoofdstuk "Technische klantenservice". Waarschuwing! De vloeistofkoelgroep mag alleen in bedrijf worden genomen door deskundig personeel dat vertrouwd is met de inhoud van de handleiding voor ammoniak-vloeistofkoelgroepen. Hierbij zijn de veiligheidstechnische voorschriften voor koude-installaties in elk geval op te volgen, om het bedienende personeel en de vloeistofkoelgroep voor schade te behoeden. De vloeistofkoelgroepen worden in de fabriek getest en geïnspecteerd. Bij afgeleverde vloeistofkoelgroepen zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: Complete koudetechnische montage, met name: reiniging en droging van de koudemiddel- en oliekringloop Dichtheidsproef met lucht Evacuatie van de koudemiddelkringloop en schermgasvulling (stikstof) met 0,3 tot 0,5 bar (overdruk) Elektrische bekabeling en controle, fabrieksinstelling voor de instelgrootheden op de besturingskast Fabrieksinstelling voor de veiligheids- en bewakingstoestellen proefdraaien in de fabriek (op wens van de klant) Voordat met de inbedrijfstelling wordt begonnen, moeten de volgende punten in acht worden genomen: De controle van de externe toestand van de vloeistofkoelgroep. (Controle van de isolatie, transportschade, beschermgasvulling... ) De uitvoering volgens de normen van alle elektrische aansluitingswerkzaamheden moet worden gecontroleerd (bijv. beschermingsleidingen, isolatie, afscherming, afdekkingen). Indien nodig moet een aardingsaansluiting worden voorzien. Het gebied om de machine waarbinnen de inbedrijfstelling plaatsvindt moet worden gemarkeerd en voor de toegang van onbevoegden worden afgeschermd. Voldoende ventilatie van het werkgebied moet worden gegarandeerd om lichamelijk letsel en materiële schade te voorkomen. De goede werking en het juiste functioneren van de uitrusting van de machinekamer (afzuiging en ventilatie) controleren. Persoonlijke beschermende middelen (werkkleding, werkschoenen, handschoenen) moeten tijdens alle werkzaamheden aan de vloeistofkoelgroep worden gedragen. Door uitstekende delen van de vloeistofkoelgroep (bijvoorbeeld ventielkappen) bestaat er gevaar voor stoten en struikelen. Ook bestaat het gevaar van snijden aan scherpe randen en ruwe oppervlakken. Daarom moeten alle werkzaamheden met verhoogde aandacht worden uitgevoerd. Voor de bescherming tegen gehoorbeschadiging/gehoorverlies door geluid moet geschikte gehoorbescherming worden gedragen. Thermische risico's met als gevolg letsel door bevriezen/verbranden door aanraken van onderdelen met zeer hoge of lage temperatuur kunnen optreden. Persoonlijke beschermende middelen dienen te worden gedragen. Geschikte werktuigen/speciale werktuigen moeten worden gebruikt. De controle van de draairichting van de aandrijfmotor Voor de inbedrijfstelling, dat wil zeggen voor de spanningsvoeding aangesloten wordt op de schakelkast van de vloeistofkoelgroep, moet u controleren of de koppeling tussen 60 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

61 Inbedrijfstelling de aandrijfmotor en de compressor gescheiden is. Als dit niet het geval is, moet het koppelingstussenstuk worden gedemonteerd zoals is beschreven in de montage-instructies. Een onvrijwillige inschakeling van de compressoraandrijfmotor moet in elk geval vermeden worden. De draairichting moet gecontroleerd worden aan de hand van de richtingspijl op de compressor of de informatie in de documentatie van de compressor. De compressoraandrijfmotor wordt bij de modus "Handmatig" compleet in sterdriehoekschakeling gestart en daarna weer uitgeschakeld. Als de draairichting van de motor fout is, moet deze gecorrigeerd worden! Daarbij aansluitend wordt de elektrische schakelinstallatie opnieuw beveiligd tegen onvrijwillige inschakeling. De koppeling dient te worden gemonteerd met inachtneming van de afzonderlijk geleverde documentatie. De waarden voor de radiale en hoekafwijking opgegeven in de documentatie van de koppeling moeten worden gerespecteerd. Eventueel moet de elektromotor uitgericht worden. Bedrijfsstoffen (stikstof, olie, koudemiddel) kunnen ontsnappen. Hiervoor moeten maatregelen worden getroffen om deze op te van gen en milieuvriendelijk te verwijderen (bijv. gebruik van een olievat). Voor het geval er koudemiddel ontsnapt moeten persoonlijke adembeschermingsmiddelen gereed worden gehouden. De veiligheidsbladen van de gebruikte oliën en koudemiddelen moeten voor het begin van de inbedrijfstelling worden gelezen. Maak u vertrouwd met het evacuatieplan van de opstellingslocatie. De controle van de schermgasvulling (overdruk 0,2 bar moet nog gegeven zijn) Als u gebreken vaststelt, waarschuwt u de service van GEA Refrigeration Germany GmbH en handelt u volgens de gegeven instructies. Levensgevaar! Controleer of de koppelingsbescherming goed vast zit. Zonder gemonteerde koppelingsbescherming mag de inbedrijfstelling niet worden uitgevoerd. Pijpen en pijponderdelen moeten worden vastgeklemd om een voldoende mechanische stevigheid te garanderen. De pijpen en onderdelen van de vloeistofkoelgroep mogen niet worden betreden. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

62 Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding 8.2 Eerste inbedrijfstelling Beginselen Als de vloeistofkoelgroep in gebruik is, zijn de volgende vergrendelingen mogelijk: koudedragerpomp Doorstromingsbewaking koudedrager warmtedragerpomp externe vrijgave (ZLT) hoofdstroom ingeschakeld resp. beschikbaar De compressor mag principieel pas worden ingeschakeld als de verdamper en de condensor met hun bedrijfsmedia worden doorstroomd. Pompvergrendeling of debietmeter zijn voorzorgsmaatregelen die onnodige veiligheidsuitschakelingen van de vloeistofkoelgroep vermijden. De vloeistofkoelgroep wordt bediend vanaf het bedieningspaneel van de besturing. Na invoer van de gewenste waarden is zowel een automatische als een handmatige bediening mogelijk. De software voor de besturing en de bediening via de terminal zijn afzonderlijk beschreven in de handleiding van de besturing Aansluiten van de vloeistofkoelgroep In beginsel geldt dat alle aansluitingen aan te brengen zijn volgens het P+I diagram dat voor het betreffende project geldigheid heeft. Pijpen dienen dusdanig naar de vloeistofkoelgroep te worden geleid, dat ze geen extra statische of dynamische belastingen veroorzaken. Er moet worden gecontroleerd of de voor het transport gedemonteerde onderdelen, de los meegeleverde onderdelen en de door de klant voorbereide onderdelen vast gemonteerd zijn. Er moet worden gecontroleerd of alle pasbouten vast zitten. Voor alle aan te sluiten pijpen en systemen geldt dat zij nadat de werkzaamheden zijn voltooid, aan een dichtheidsproef moeten worden onderworpen Elektrische installatie De vloeistofkoelgroep is speciaal ontworpen voor snelle aansluiting en betrouwbaar automatisch bedrijf. Verbindingen en bijna alle externe aansluitingen worden reeds in de fabriek bekabeld. In principe geldt dat alle aansluitingen volgens het meegeleverde E-plan moeten worden aangelegd. Levensgevaar! Direct aanraken van spanningdragende onderdelen is verboden. Voor het begin van de werkzaamheden moet worden veilig gesteld dat alle aan te sluiten onderdelen spanningsvrij zijn, bijv. door verwijderen van de hoofdzekering. Alle aansluitingen op de vloeistofkoelgroep moeten flexibel en zonder belasting worden uitgevoerd. Doorsnedes van de toevoerleidingen volgens DIN VDE 100 Deel 520. Specifieke externe apparaten, zoals de tweede NOODSTOP-schakelaar, de ammoniaksensor, de waterpomp-debietmeter en de ventilatoren van de machineruimte moeten door de installatiebouwer op de plaats van montage worden aangesloten Mechanische aansluitingen Waterbuizen Als de vloeistofkoelgroep op trillingsisolatoren gemonteerd is, moeten de waterleidingen verbonden worden langs flexibele aansluitingen. Er moeten mogelijkheden worden voorzien om de groep te vullen en leeg te maken. De waterkwaliteit moet gecontroleerd worden. De buizen moeten voor het aansluiten worden gespoeld. Vuildeeltjes en lasparels moeten worden verwijderd. Koudedragersysteem Na het afstellen kan de vloeistofkoelgroep koudedragerzijdig worden aangesloten. De leidingen voor de koudedrageraansluitingen moeten door de installatiebouwer op locatie worden geïnstal- 62 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

63 Inbedrijfstelling leerd. De grootte en de positie van de wateraansluitingen voor de verdamper zijn aangegeven in de tekening van de orderdocumentatie. De verdamper moet geïntegreerd worden in een gesloten koudedragerkringloop aan de drukzijde van de pomp. Een filter onmiddellijk voor de verdamper is noodzakelijk (aanbevolen maaswijdte 0,9 mm). De stroom van de hoeveelheid koudedrager moet constant zijn. De temperatuursensors nr die de uitgangstemperatuur en optioneel nr die de ingangstemperatuur van de koudedrager meten, worden met los meegeleverd met lasmof en moeten, net zoals de debietmeter nr. 2050, door de installatiebouwer in het buissysteem worden geïntegreerd. De debietmeter moet in een horizontale of verticale, van onder naar boven doorstroomde, leiding worden gemonteerd. De debietmeter moet op een afstand van 5 tot 10 x de leidingdiameter van de doorstroomde boog resp. de klep worden ingebouwd. De uitlooplengte moet 3 tot 5 maal de leidingdiameter bedragen. Als een elektronische stromingssensor in een horizontale leiding wordt ingebouwd, moet dit aan de zijkant gebeuren. Bij een inbouw van bovenaf moet de te controleren leiding volledig gevuld zijn. Bij een inbouw van onderaf kunnen vuilafzettingen tot onjuiste meetresultaten leiden. Tussen de uitgang van de koudedrager uit de verdamper en de temperatuursensor nr moeten minstens 2 m buis en twee 90 -richtingswijzigingen d.m.v. bochtstukken of armaturen worden geïnstalleerd. Als de temperatuursensor nr onmiddellijk achter de debietmeter nr wordt geïnstalleerd, moet ook hier een afstand van 10 x leidingdiameter worden aangehouden. fig.32: Koudedragersysteem 2040 Weerstandsthermometer koudedrageruitgangstemperatuur 2045 Weerstandthermometer koudedrager-intredetemperatuur 2050 Doorstromingsbewaking 2000 Verdamper Warmtedragersysteem De grootte en de positie van de wateraansluitingen voor de condensor zijn aangegeven op de tekening van de opdrachtdocumentatie. De condensor moet aan de drukzijde van de pomp geïnstalleerd zijn. Direct voor de condensor moet een zeef worden geplaatst (aanbevolen maasbreedte 0,9 mm). De waterkwaliteit moet gecontroleerd worden. Waterbehandeling Industrieel water bevat meestal opgeloste of vaste bestanddelen, die corrosie of vuillagen vormen, resp. algenvorming veroorzaken. Het water voor de condensor- en verdamperkringloop moet chemisch behandeld worden, om dergelijke uitwerkingen te minimaliseren. Om stijgende onderhoudskosten voor extra werkzaamheden voor het verwijderen van vuilafzettingen resp. het vervangen van aangetaste elementen te vermijden, raadpleegt u bij voorkeur een bedrijf voor waterbehandeling Koudemiddelleidingen FX GC PP De vloeistofkoelgroepen van de serie FX GC PP zijn aan koudemiddelzijde uitgerust met buizen, getest en gevuld met stikstof. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

64 Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding De afblaaspijpen voor de veiligheidsventielen moeten door de klant worden geplaatst en aangesloten. Daar de vloeistofkoelgroep op trillingsdempers gemonteerd is, moeten de afblaasleidingen elastisch naar de aansluiting op de vloeistofkoelgroep geleid worden. Vloeistofkoelgroepen met een groter koelvermogen worden bij overschrijding van de toelaatbare transportafmetingen gedeeltelijk gedemonteerd geleverd. De montage ter plaatse gebeurt aan de hand van de bijgeleverde opdrachtafhankelijke documentatie, in het bijzonder het P+I diagram en de groeptekening. Verdampergroepen FX GC VP / LP (op aanvraag) De buizen aan de koudemiddelzijde van de verdampergroep worden in de fabriek gecontroleerd, gesloten en met stikstof gevuld. De drukleidingverbinding tussen compressor en condensor en de vloeistofleiding tussen condensor en verdamperinjectie moeten door de klant worden geplaatst, aangesloten en gecontroleerd. De afblaasleiding voor het veiligheidsventiel moet door de klant worden geplaatst en aangesloten. Alle buizen moeten met een elastische verbinding worden aangesloten op de vloeistofkoelgroep Verflaag en isolatie Beschadigingen van de verflaag door transport en montage zijn zorgvuldig bij te werken Vullen van de warmte- en koudedragerzijde Alle extern op de vloeistofkoelgroep aangesloten mediumcircuits dienen met de in het project vastgelegde bedrijfsstoffen te worden gevuld. Nieuwe circuits moeten, om verontreiniging te vermijden, eerst worden gespoeld, voordat zij op de vloeistofkoelgroep worden aangesloten. Hetzelfde geldt, wanneer omvangrijke werkzaamheden of wijzigingen moeten worden uitgevoerd. Bij het vullen en tijdens inbedrijfstelling moeten de circuits worden ontlucht. Indien pekelwater als koudedrager wordt gebruikt, moet er rekening mee worden gehouden dat uitgelopen pekelwater schade kan veroorzaken aan betonvlakken en corrosie aan metaalonderdelen Dichtheidsproef De toelaatbare bedrijfsdruk vindt u op het typeplaatje. De dichtheid van de installatie (van de koudemiddelkringloop) is gegeven, als aan de criteria van de dichtheidsproef zijn voldaan. Technisch gebaseerde verspreidingsniveaus betekenen niet noodzakelijk dat er een lekkage in de installatie zit. Voor de dichtheidscontrole zijn de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen. Voor de controle wordt een ca. 3 uur durende drukafnamecontrole uitgevoerd met droge stikstof. Let op! Regel- en bedieningsapparaten die bij de genoemde proefdruk kunnen worden beschadigd, moeten voor de dichtheidscontrole worden gedemonteerd of geblokkeerd. Van de dichtheidsproef moet een rapport worden opgesteld, waarin elk uur de druk in de te controleren leidingen, de omgevingstemperatuur en de buitentemperatuur in schaduw wordt bijgehouden. Nadat de dichtheidscontrole is voltooid en de vloeistofkoelgroep werkelijk dicht zijn, dienen de gedemonteerde meet-, bedienings- en regelapparaten opnieuw te worden gemonteerd. Proefstrategie Na het bereiken van de proefdruk vindt de meting van de drukval plaats via de meting van de verschildruk plaats. Deze mag binnen een uur slechts ca 0,02 bar wijzigen. Als via de indicator geen lek via schuimvorming wordt weergegeven, dan is de installatie dicht. Testmiddel Als testmiddel moeten manometers met een precisie van 0,5 % voor het meetbereik worden gebruikt. De manometers moeten worden ingesteld op de meeteenheid "bar". Indicator 64 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

65 Inbedrijfstelling Als indicator van de lekken moet een schuimvormer worden gebruikt. Als schuimvormer kan een oplossing van 50 delen water en 1 deel afwasmiddel worden gebruikt. Lekken worden door schuimvorming herkend. Voor probleemgebieden kan een lekzoekspray worden gebruikt. Uitvoeren van de controle 1. Alle ventielen die het testmedium aan de omgeving kunnen afgeven, sluiten. 2. Manometer en drukslang aansluiten. 3. Bij elektronische drukomzetter - manometer starten. 4. Druk verhogen tot 6 bar. Na ca. 3 min den druk tot 5 bar beperken. 5. Alle verbindingen (lasnaden, flensverbindingen, schroefverbindingen enz.) met schuimvormer bevochtigen. Optredende lekken, herkenbaar aan een duidelijke schuimvorming, verhelpen. 6. Druk verhogen tot 11 bar. Na ca. 3 min den druk tot 10 bar beperken. 7. Verder zo te werk gaan als in punt 5 beschreven is. 8. Druk op 0,5-1 bar onder afblaasdruk van het veiligheidsklep (pos. 2230) verhogen (eindproefdruk). Afblaasdruk van het veiligheidsklep = zie P+Idiagram. 9. Verder zo te werk gaan als in punt 5 beschreven is resp. als er geen drukval van meer dan 0,02 bar binnen 1h kan worden geconstateerd, dan is het apparaat afgedicht. 10. Drukslang en manometer uitbouwen. 11. Het resultaat van de proef optekenen. Dichtheidscontrole afgesloten. Vacuümpomp, stikstoffles en drukmeeteenheid moeten zo worden aangesloten, dat een volledig evacueren van de vloeistofkoelgroep druk- en zuigzijdig is gegarandeerd, bijv. De vacuümpomp wordt aangesloten op de volgende ventielen (Let op! Na uitschakelen van de pomp ventielen altijd sluiten): pos / Het magneetventiel pos en 2510 moeten gedwongen worden geopend De drukmeeteenheid wordt aangesloten op de volgende ventielen: pos Alle ventielen binnen de KM-kringloop moeten worden geopend. Er moet een stabiel vacuüm onder de verzadigingsdruk van water p s volgens afbeelding voor de bestaande omgevingstemperatuur worden gecreëerd en bij uitgeschakelde vacuümpomp minstens 1 uur worden aangehouden. In deze periode mag het bereikte vacuüm p act niet weer tot p s stijgen. Als de druk in deze tijd bij gelijke omgevingstemperatuur weer tot p s stijgt, is dit een aanwijzing van elementair water in de kringloop. Dan moet zolang vacuüm tot onder de dampdrukcurve worden getrokken, tot de druk p act na uitschakelen van de vacuümpomp onder p s blijft Systeemevacuatie Nadat de dichtheidsproef is beëindigd wordt de installatie geëvacueerd en gedurende een tijdspanne van 3 uur onderworpen aan een vacuümproef. Het evacueren dient om lucht en de vochtigheid uit de installatie te verwijderen. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

66 Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding Voor de eerste vulling kan het vacuüm van de groep voor de drukvereffenig gebruikt worden. Na de drukvereffening en voor het bijvullen van olie is een separate olievulpomp vereist. Het oliepeil kan gecontroleerd worden aan het kijkglaasje van het compressorcarter. Zie ook de handleiding van de compressor. fig.33: Vereist vacuüm voor de verwijdering van vocht uit koude-installaties. X Temperatuur in C Y Verzadigingsdruk p s in mbar 1 Water 2 Damp 3 Verzadigingsdruk p s voor water Na bereiken van het voorgeschreven vacuüm moeten de meetwaarde voor P en T om de ¼ uur een uur lang op het formulier "Protocol van de dichtheidsproef" worden opgetekend. Elementair water in goed geïsoleerde onderdelen kan bij vacuümtrekken gemakkelijk bevriezen, omdat de warmtetoevoer ontbreekt. De drukstijging is dan eventueel niet binnen een uur zichtbaar. Daarom moet de vloeistofkoelgroep, als deze van een koudere plaats komt, eerst de omgevingstemperatuur aannemen. Na de vacuümtest wordt de drukcompensatie met NH 3 uitgevoerd Eerste vulling van de compressor met olie De toegelaten oliesoorten kunnen ontleend worden aan de tabel Koelmachineoliën. De olie moet zo kort mogelijk blootgesteld worden aan de invloed van de omgevingslucht. De oliereservoirs moeten goed afgesloten opgeslagen worden. 66 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

67 Inbedrijfstelling Bedrijfsstand van de kleppen De instellingen van de handbediende armaturen voor het bedrijf van aggregaat/vloeistofkoelgroep vindt u in het P+I diagram. De vormgeving en symbolen van het P+I diagram corresponderen met de bepalingen van de EN 1861, uitgave Juli Let op! De kleppen moeten vóór de inbedrijfstelling van het aggregaat/de vloeistofkoelgroep in de bedrijfsstand staan. Alleen zo is een storingsvrije werking mogelijk! Afsluiter bij normaal bedrijf geopend fig.34: Afsluiter geopend Afsluiter bij normaal bedrijf gesloten fig.35: Afsluiter gesloten Terugslagklep bij normaal bedrijf fig.36: Terugslagklep Afsluitbare terugslagklep bij normaal bedrijf geopend fig.37: Afsluitbaar terugslagklep GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

68 Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding Regelklep ingeregeld bij: Inbedrijfstelling fig.38: Regelklep gewijzigde bedrijfscondities Afsluitbare terugslagklep met regelfunctie bij normaal bedrijf geopend fig.39: Afsluitbare terugslagklep Met geïntegreerde regelfunctie Door de besturing (bijv. GEA Omni) bestuurd fig.40: Magneetventiel Wisselklep (3-wegklep) van onderaf in de richting van de pijl geopend fig.41: Wisselklep Bedrijfsstand: ingeregeld Δp x,x ± x bar in te stellen regeldruk ten overstaan van de referentiedruk (zie P+I diagram) fig.42: Oliedrukregelklep Let op! Een te hoog of te laag ingestelde oliedruk kan reeds na een korte bedrijfstijd tot ernstige en zeer zware schade aan de compressor leiden. 68 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

69 Inbedrijfstelling Overstortklep, veiligheidsklep fig.43: Overstortklep, veiligheidsklep Autark gestuurd fig.44: Drukgestuurde terugslagklep indien nodig handbediend fig.45: Snelsluitende klep, veerbelast ½ aansluitingen met kap fig.46: Vulklep, overstortventiel Aansluiting Rp ¼ Voor manometer en druktransmitter fig.47: Serviceklep GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

70 Inbedrijfstelling Bedieningshandleiding Autark via regelmodule gestuurd fig.48: Olietemperatuurbegrenzer Autarke regeling via sensor fig.49: Temperatuurgeregelde regelklep 70 GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

71 Inbedrijfstelling Controleren van de draairichting van de aandrijfmotor Waarschuwing! De koppeling mag motor en compressor nog niet verbinden Anders moet het koppelingtussenstuk worden gedemonteerd. De elektrische schakelinstallatie dient te worden beveiligd tegen onbedoeld inschakelen van de compressoraandrijfmotor. Bij de controle van de draairichting van de compressoraandrijfmotor dient rekening te worden gehouden met de inschakelvoorwaarden van de compressor. Bij een verkeerde draairichting van de motor wordt deze gecorrigeerd indien de elektrische schakelinstallatie beveiligd is tegen onbedoeld inschakelen. Daarna moet de motor minstens 1 uur lang onbelast en storingsvrij draaien. Dat is belangrijk, om restanten van vochtigheid in de motor (ontstaan bij transport of opslag) te drogen. Met het oog op de arbeidsveiligheid moet tijdens deze inloopfase de koppelingsbescherming gemonteerd zijn. Nadat de controle van de draairichting van de aandrijfmotor is beëindigd, kan de koppeling worden verbonden met de elektromotor Montage van de koppeling fig.50: A B Draairichting motor Compressor Motor 1. Elektrische schakelinstallatie opnieuw tegen onbedoeld inschakelen beveiligen. 2. Montage van de koppeling met inachtneming van de afzonderlijke documentatie. 3. De waarden voor de radiale en hoekafwijking opgegeven in de documentatie van de koppeling moeten worden gerespecteerd. De as-afstand tussen compressormotor en compressor moet gecontroleerd worden. Levensgevaar! Controleer of de koppelingsbescherming goed vast zit. Zonder gemonteerde koppelingsbescherming mag de inbedrijfstelling niet worden uitgevoerd. De compressoraandrijfmotor wordt in de modus "1 (handmatig + handmatig)" compleet in sterdriehoekschakeling gestart en daarna weer uitgeschakeld. Voor ingebruikname van de compressoraandrijfmotor moet de informatie van de fabrikant, bijv. voor de smering van de motor, beslist gelezen worden. De draairichting moet gecontroleerd worden aan de hand van de richtingspijl op de compressor of in de informatie in de documentatie van de compressor. GEA Refrigeration Germany GmbH L_201517_

Vloeistofkoelgroepen Grasso FX P Bouwserie Small, Medium, Large. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_411517_5

Vloeistofkoelgroepen Grasso FX P Bouwserie Small, Medium, Large. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_411517_5 Bouwserie Small, Medium, Large Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_411517_5 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Vloeistofkoelgroepen met schroefcompressoren Grasso BluAstrum. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_621517_6

Vloeistofkoelgroepen met schroefcompressoren Grasso BluAstrum. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_621517_6 Grasso BluAstrum Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_621517_6 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de

Nadere informatie

Vloeistofkoelgroepen Grasso BluGenium. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_141517_2

Vloeistofkoelgroepen Grasso BluGenium. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_141517_2 Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_141517_2 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de GEA Refrigeration

Nadere informatie

Schroefcompressoraggregaat Grasso SP1 Bouwserie Medium Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst)

Schroefcompressoraggregaat Grasso SP1 Bouwserie Medium Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) Bouwserie Medium Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_231517_5 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de

Nadere informatie

Skruvkompressoraggregat Grasso SSP1. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_251517_3

Skruvkompressoraggregat Grasso SSP1. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_251517_3 Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_251517_3 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de GEA Refrigeration

Nadere informatie

Vloeistofkoelgroepen met schroefcompressoren Grasso BluAstrum. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_622517_5

Vloeistofkoelgroepen met schroefcompressoren Grasso BluAstrum. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_622517_5 Grasso BluAstrum Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_622517_5 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de

Nadere informatie

Schroefcompressoraggregaat GEA Grasso M Serie. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_261517_1

Schroefcompressoraggregaat GEA Grasso M Serie. Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_261517_1 GEA Grasso M Serie Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_261517_1 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf

Nadere informatie

Schroefcompressoraggregaat Grasso SP1 Bouwserie Large Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst)

Schroefcompressoraggregaat Grasso SP1 Bouwserie Large Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) Bouwserie Large Bedieningshandleiding (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_241517_6 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de

Nadere informatie

Adapters en verloopmoeren van metaal

Adapters en verloopmoeren van metaal Adapters en verloopmoeren van metaal Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere

Nadere informatie

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler Voor de gebruiker Gebruiksaanwijzing allstor Bufferboiler NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Aanwijzingen bij de documentatie... 3 1.1 Aanvullend geldende documenten... 3 1.2 Documenten bewaren... 3 1.3

Nadere informatie

Bestnr Module SMD- Servotester

Bestnr Module SMD- Servotester Bestnr. 19 01 51 Module SMD- Servotester Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

2Power opslagtank. Installatie instructies

2Power opslagtank. Installatie instructies 2Power opslagtank Installatie instructies Deze installatieconstructie bevat belangrijk advies voor het hanteren, installeren en opstarten van een 2Power-zonne-installatie. Lees dit advies zorgvuldig door

Nadere informatie

GLAUNACH. A l g e m e n e H a n d l e i d i n g U i t l a a t g e l u i d d e m p e r GLAUNACH GMBH Uitgave Pag.

GLAUNACH. A l g e m e n e H a n d l e i d i n g U i t l a a t g e l u i d d e m p e r GLAUNACH GMBH Uitgave Pag. GLAUNACH A l g e m e n e H a n d l e i d i n g U i t l a a t g e l u i d d e m p e r Pag. 1 van 8 INHOUDSOPGAVE Bladzijde 1. ALGEMEEN... 3 1.1 Inleidende opmerking... 3 1.2 Toepassingsgebied... 3 2. BELANGRIJKE

Nadere informatie

Tuincontactdoos met piket

Tuincontactdoos met piket NL Handleiding GS 2 DE GS 4 DE Belangrijk! Lees deze handleiding en bewaar ze. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 29 2 Leveringsomvang... 29 3 Conform gebruik...

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD-ST-150/160-CCS Kruisrails Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat

Nadere informatie

OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR

OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR Aanvullende bladen bij de bedieningshandleiding Optie af fabriek NL OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR Optie af fabriek: verhoogde sensorspanning voor MIG/MAG-stroombronnen Algemene aanwijzingen

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

Skruvkompressoraggregat Grasso SSP1. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_252517_4

Skruvkompressoraggregat Grasso SSP1. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_252517_4 Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) P_252517_4 COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke toestemming vooraf de GEA Refrigeration

Nadere informatie

H-TRONIC pendeltreinautomaat

H-TRONIC pendeltreinautomaat G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr. 21 65 24 H-TRONIC pendeltreinautomaat Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen

Nadere informatie

VERLENGINGSSET / 230 V

VERLENGINGSSET / 230 V Installatie- en gebruikershandleiding NL VERLENGINGSSET / 230 V voor elektrische verbindingsleidingen tussen een duale lucht-waterwarmtepomp en de hydraulische module A.u.b. eerst lezen Deze handleiding

Nadere informatie

Spanningsomvormermodule

Spanningsomvormermodule Bestnr. 19 13 96 Spanningsomvormermodule Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

Vloeistofkoelgroepen Grasso BluGenium Grasso V. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_142517_1

Vloeistofkoelgroepen Grasso BluGenium Grasso V. Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_142517_1 Grasso V Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_142517_1 Onderhouds checklist Grasso V COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag zonder schriftelijke

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht Vooraanzicht Kenmerken ISDN-industriemodem (digitaal gebruik) voor externe gegevensoverdracht in systeemoplossingen met de Frigodata XP-software Aansluiting op de gateway GTW-XP via lintkabel Aansluiting

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

Bestnr H-TRONIC 8-kanaals zender

Bestnr H-TRONIC 8-kanaals zender Bestnr. 61 81 00 H-TRONIC 8-kanaals zender Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

Installatie en bedieningsvoorschriften

Installatie en bedieningsvoorschriften Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker Wolf GmbH Postfach 1380 84048 Mainburg Tel. 08751/74-0

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding NL Bedieningshandleiding Elektrisch waterverwarmingsapparaat ethermo Top Eco 20 P ethermo Top Eco 30 P 1 Over dit document 1.1 Doel van het document Deze bedieningshandleiding is onderdeel van het product

Nadere informatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage

Nadere informatie

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten,

Nadere informatie

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage. Instructie handleiding MINIBEL Luchtgordijnen Waarschuwingsadvies symbolen Attention, Gevaar, Waarschuwing! Gevaarlijke stroom of hoge voltages! Kans op verwondingen! Gevaar! Sta niet onder de hangende

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 11/2015 Bewaren a.u.b. Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

Calortrans M55. Handleiding

Calortrans M55. Handleiding Calortrans M55 Handleiding Voorwoord BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Voor veilig gebruik van de Calortrans M55 mokkenpers moeten de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden: Vóór gebruik: Lees de

Nadere informatie

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 62 24 60 Programmeerbare elektronische tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 HP Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

Nederlands 11/10/06 GSR 330 N. Gasketel 30 C. Gebruiksaanwijzing. www.oertli.fr

Nederlands 11/10/06 GSR 330 N. Gasketel 30 C. Gebruiksaanwijzing. www.oertli.fr 0 I 0 C Nederlands 11/10/0 GSR 0 N Gasketel Gebruiksaanwijzing 122 www.oertli.fr 2 Inhoud Toegepaste symbolen......................................................................... Belangrijke instructies........................................................................

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding ISOBUS-Basisuitrusting met ISOBUScabinecontactdoos Stand: V1.20150220 30322575-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor

Nadere informatie

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING NL DRAAITAFEL DT-1000 / DT-1200 / DT-1500 INOX/ALU handleiding VOORWOORD Deze gebruiksaanwijzing is opgesteld door FT Solutions

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

HANDLEIDING ATEX Explosionproof Nederlands Versie10/2016 Blz. 1/16 393165.00 Inhoudsopgave 1. Fabrikant 3 2. Voorwoord 3 3. Beschrijving 4 4. Certificering en Markering 4 5. Voorwaarden voor veilig gebruik 4 6. Typesleutel 5 7. Omschrijving

Nadere informatie

Bedieningsvoorschriften

Bedieningsvoorschriften 6300 5517 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G334 / G334 Duo Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus

Nadere informatie

Calortrans M55. Handleiding.

Calortrans M55. Handleiding. Calortrans M55 Handleiding BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Voor veilig gebruik van de Calortrans M55 mokkenerpers moeten de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden: Vóór gebruik: Lees de complete

Nadere informatie

Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst)

Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) Grasso F P, Grasso F P duo, Grasso D, M Onderhouds checklist (Vertaling van de oorspronkelijke tekst) L_392517_8 Onderhouds checklist Grasso F P, Grasso F P duo, Grasso D, M COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Montage- en gebruikershandleiding

Montage- en gebruikershandleiding Montage- en gebruikershandleiding wapploxx Repeater 1:1 [1] wapploxx Handleiding Repeater - artikelnr. 505273 Inhoud 1. Algemeen... 3 1.1 Veiligheidsinstructies... 3 1.2 Technische gegevens van de wapploxx

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 3/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

Universele Werklamp GT-AL-02

Universele Werklamp GT-AL-02 Universele Werklamp GT-AL-02 GEBRUIKSAANWIJZING V/09/09 Lees deze handleiding voor het eerste gebruik van deze werklamp door en leef voor uw eigen bescherming in ieder geval de veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

G A R A N T I E. Fabrieksgarantie 3. editie

G A R A N T I E. Fabrieksgarantie 3. editie 2 JAREN G A R A N T I E NL Fabrieksgarantie 3. editie 01.06.2015 Fabrieksgarantie van Solare Datensysteme GmbH Fuhrmannstraße 9 72351 Geislingen - Binsdorf Verkorte Versie: Deze fabrieksgarantie is uitsluitend

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV 4500 Dryfast BV Kreekweg 22 3133AZ Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: +31- (0)104730011 www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Inhoudsopgave 1. Algemene informatie 2. Veiligheid

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL-F VITOSOL-T. voor de gebruiker van de installatie. Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Vlakke plaatcollectoren en vacuümbuiscollectoren VITOSOL-F VITOSOL-T 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen NFC-module nl Montage- en gebruiksaanwijzing NFC-module voor BDC-i440-besturingen Belangrijke informatie voor: de monteur / de elektricien / de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker

Nadere informatie

Calortrans CT3845(M) Handleiding.

Calortrans CT3845(M) Handleiding. Calortrans CT3845(M) Handleiding BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Voor veilig gebruik van de Calortrans CT3845(M) transferpers moeten de volgende voorzorgsmaatregelen genomen worden: Vóór gebruik: Lees

Nadere informatie

Handleiding. UT 16A en UT 18A Afzuigboxen

Handleiding. UT 16A en UT 18A Afzuigboxen Handleiding UT 16A en UT 18A Afzuigboxen Inhoudsopgave Montage en ingebruikname...3 Storing en reparatie...4 Garantie...5 Conformiteitverklaring...6 Montage en ingebruikname Controleer alle onderdelen

Nadere informatie

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid www.testo-international.com/330imanuals 2 1 Inbedrijfstelling 1 Inbedrijfstelling 1.1. App installeren Voor de bediening van het meetinstrument

Nadere informatie

Installatie en bedieningsvoorschriften

Installatie en bedieningsvoorschriften Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker (Vertaling van het orgineel) Wolf GmbH Postfach 1380

Nadere informatie

DL 26 NDT. Manual /30

DL 26 NDT. Manual /30 DL 26 NDT Manual 9000-608-32/30 2 9000-608-32/30 2008/12/10 Inhoud Belangrijke informatie 1. Algemeen...4 1.1 Richtlijnen...4 1.2 Algemene aanwijzingen...4 1.3 Verwijdering van het apparaat als afval...4

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

E X T R A C T O R S QS-2115N

E X T R A C T O R S QS-2115N E X T R A C T O R S QS-2115N Extractor QS-2115N 1. Algemene veiligheidsvoorschriften N.B.: Lees de handleiding zorgvuldig door teneinde problemen te voorkomen. Zoals bij alle machines zijn ook aan deze

Nadere informatie

Bedieningshandleiding Veiligheidsdeurgreepsysteem STS Over dit document. Inhoudsopgave

Bedieningshandleiding Veiligheidsdeurgreepsysteem STS Over dit document. Inhoudsopgave 1. Over dit document.......... Pagina 1 tot 6 Vertaling van de originele bedieningshandleiding 1.1 Functie Deze bedieningshandleiding geeft u de benodigde informatie voor de montage, inbedrijfneming, veilige

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitovolt 100 Vitovolt 200 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOVOLT 100 VITOVOLT 200 2/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Tweede display

Gebruiksaanwijzing Tweede display KERN & Sohn GmbH Ziegelei 1 D-72336 Balingen E-mail: info@kern-sohn.com Gebruiksaanwijzing Tweede display Tel.: +49-[0]7433-9933-0 Fax: +49-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.com KERN PFB-A08 Versie

Nadere informatie

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Montagehandleiding Voor de installateur Montagehandleiding 0020028665, 0020028666, 0020057214 BEnl Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D-42859 Remscheid Telefon 021 91 18 0 Telefax 021

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...

Nadere informatie

VIESMANN. Gebruikershandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 4/2007 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Gebruikershandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 4/2007 Bewaren a.u.b.! Gebruikershandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 4/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

Alarmsirene. Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Alarmsirene. Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36 Alarmsirene Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Handleiding GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE. voor klanten. Hartelijk dank!

Handleiding GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE. voor klanten. Hartelijk dank! voor klanten GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE Hartelijk dank! U hebt gekozen voor een kwaliteitsproduct van de firma LEINER. Lees deze handleiding a.u.b zorgvuldig door, zodat u lang plezier kunt beleven

Nadere informatie

Bestnr TFT LCD kleurenbeeldscherm Module model LM-501

Bestnr TFT LCD kleurenbeeldscherm Module model LM-501 Bestnr. 19 01 03 TFT LCD kleurenbeeldscherm Module model LM-501 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand,

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK Hartelijk dank voor de aankoop van dit product van JB Systems. Lees deze gebruiksaanwijzing zeer zorgvuldig door, om volledig van alle mogelijkheden te kunnen profiteren. EIGENSCHAPPEN Gebruikersvriendelijke

Nadere informatie

TTW S / TTW S

TTW S / TTW S TTW 25000 S / TTW 35000 S NL BEDIENINGSHANDLEIDING WINDMACHINEE TRT-BA-TTW25000S35000S-TC-001-NL INHOUDSOPGAVE 01. Algemene beschrijving............. 01 02. Veiligheidsinstructies................. 01 03.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Tape dispenser M-AFT Korte omschrijving: gebruikshandleiding voor het aanbrengen van tape ten behoeve van het afwerken van stoffen die gevoelig zijn voor rafelen. Speciaal aanbevolen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV4500 Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Noorderlaan 111, bus 10

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-H. Vitocell 300-H Intern verwarmde warmwaterboiler 160 tot 500 liter inhoud. Bewaren a.u.b.!

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-H. Vitocell 300-H Intern verwarmde warmwaterboiler 160 tot 500 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 300-H Intern verwarmde warmwaterboiler 160 tot 500 liter inhoud VITOCELL 300-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Algemene informatie/eerste inbedrijfstelling Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Bestnr. 11 01 73. Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging

Bestnr. 11 01 73. Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging Bestnr. 11 01 73 Zonne-energie laadregelaar 12 V / 24 V 4A met diepontladingsbeveiliging Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. Vitocell 300-V en Vitocell 300-W type EVA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W. Vitocell 300-V en Vitocell 300-W type EVA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 300-V en Vitocell 300-W type EVA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 300-V VITOCELL 300-W 3/2007 Bewaren a.u.b.! Algemene informatie Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

29503_OASE-GAW_SwimSkim_end:29503 SwimSkim :20 Uhr Seite 2 SwimSkim 25

29503_OASE-GAW_SwimSkim_end:29503 SwimSkim :20 Uhr Seite 2 SwimSkim 25 29503_OASE-GAW_SwimSkim_end:29503 SwimSkim 25 04.12.2008 11:20 Uhr Seite 2 SwimSkim 25 - - 2 29503-10-14_GA_SwimSkim 25_print2 2 30.10.2014 11:50:38 - NL - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave) Technische handleiding Versie 11/11 PLC-INTERFACE (slave) Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de PLC-interface (slave) zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik

Nadere informatie

Technische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel

Technische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel Technische Handleiding Versie 08/06 CompTrol Signal 3 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften

Nadere informatie

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus Handleiding Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus Handsealmachine type Standard Plus is specifiek bestemd voor het sluiten van kunststof en aluminium schalen, die worden voorzien van een hitte bestendige

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VOLTCRAFT Universele laptop Netvoeding SPS2406

VOLTCRAFT Universele laptop Netvoeding SPS2406 Versie 04/04 Bestnr. 51 05 11 VOLTCRAFT Universele laptop Netvoeding SPS2406 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOVOLT 300. voor de gebruiker van de installatie. 5548 520 NL 9/2014 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOVOLT 300. voor de gebruiker van de installatie. 5548 520 NL 9/2014 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOVOLT 300 9/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter

Nadere informatie

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 20/50/75/120 R NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS R -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

Bell-control GEBRUIKERSHANDLEIDING (IP66) IDTechnology BV (Bellmarine) Meridiaan 29,

Bell-control GEBRUIKERSHANDLEIDING (IP66) IDTechnology BV (Bellmarine) Meridiaan 29, GEBRUIKERSHANDLEIDING Bell-control (IP66) IDTechnology BV (Bellmarine) Meridiaan 29, NL-2801DA Gouda The Netherlands Tel.: +31-85-4868530 e-mail: info@bellmarine.nl www.bellmarine.nl Copyright 2016 IDTechnology,

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670

Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670 Handleiding Extra elektronica Overspanningsbeveiliging Document ID: 46670 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over dit document 1.1 Functie... 3 1.2 Doelgroep... 3 1.3 Gebruikte symbolen... 3 2 Voor uw veiligheid

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

VOLTCRAFT Schakelnetvoeding 5-24V / 5A

VOLTCRAFT Schakelnetvoeding 5-24V / 5A Versie 11/03 Bestnr. 51 05 00 VOLTCRAFT Schakelnetvoeding 5-24V / 5A Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand,

Nadere informatie

Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 16

Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 16 36 Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 6 VVG... Armatuur brons CC9K (Rg5) DN 5...DN 0 k vs 5...25 m 3 /h Vlak afdichtende buitendraadaansluiting G B volgens ISO 228/ Koppelingsets ALG 2 met draadaansluiting

Nadere informatie

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TDS 75 NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer TRT-BA-TDS 75 -TC-001-NL TROTEC GmbH & Co. KG Grebbener Straße 7 D-52525 Heinsberg Tel.: +49 2452 962-400 Fax: +49 2452 962-200 www.trotec.com

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TTV/DAF2500 Dryfast Kreekweg 22 NL - 3133 AZ - Vlaardingen Tel: +31-(0)10-4261410 Fax: + 31-(0)104730011 Website: www.dryfast.nl E-mail: info@dryfast.nl Dryfast Klein Siberiëstraat

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr. Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

Montagehandleiding. Dubbele antenne. Stand: V

Montagehandleiding. Dubbele antenne. Stand: V Montagehandleiding Dubbele antenne Stand: V1.20160504 3030248960-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

BORA Waterwand t.b.v. stofvrij schuren/slijpen

BORA Waterwand t.b.v. stofvrij schuren/slijpen BORA Waterwand t.b.v. stofvrij schuren/slijpen Introductie De gebruiksaanwijzingen zijn een belangrijk bestanddeel van de machine en moeten samen met de machine aan de gebruiker geleverd worden. Het handboek

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V Aanbouwhandleiding Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan Stand: V8.20161221 30322558-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst.

Nadere informatie