Tympanospongia vankempeni, een oude 'basiplana'-spons met een nieuwe naam
|
|
- Adam Maes
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 In 'Ordovicische Zwerfsteensponzen' (Staringia 9, p , 2001) zijn sponzen beschreven en afgebeeld onder de naam basiplana. 'Astylospongia' De aanhalingstekens duidden op een terughoudendheid ten aanzien van de geslachtsnaam. Van Kempen had zich in het verleden al beziggehouden met enkele sponzen met een platte basis, maar de resultaten ervan waren in 2000 niet beschikbaar. Onlangs is de wetenschappelijke beschrijving van deze spons gepubliceerd (Rhebergen, 2004). Onderstaand artikel is daarvan een beknopte en vereenvoudigde bewerking. vankempeni, een oude 'basiplana'-spons met een nieuwe naam Afbeelding 1. vankempeni. Deze foto toont één van de 25 gepolijste vlakken (zie tekst) met het onregelmatige kanaalstelsel. Sibculo. Voorheen coll. Van Kempen, X-334. Foto Van Kempen. Freek Rhebergen F. Rhebergen, Slenerbrink 178, 7812 HJ Emmen, Voorwerk door Van Kempen Al meer dan 30 jaar geleden onderzocht Theo van Kempen fossiele zwerfsteensponzen, waaronder enkele sponzen met een vlakke basis. Rauff (1894) vermeldde ze als afgesleten exemplaren van juglans. Caryospongia Sinds de publicatie van Wiman (1901) heetten alle sponzen met een platte basis Caryospongia juglans, variëteit basiplana Rauff in Wiman, 1901 (de verklaring van deze ingewikkelde naam is te vinden in Staringia 9, p. 126). Van Kempen ontdekte, dat er sprake was van twee soorten. De ene soort was, op de platte basis na, identiek aan de min of meer kogelronde of enigszins in de lengte uitgerekte Caryospongia juglans, met meridionale groeven (d.w.z. verticaal verlopend over de buitenkant) en een karakteristieke knop op de bovenkant. Het andere type had dan wel een platte basis en eveneens min of meer verticale groeven over de zijden, maar op de top bevond zich altijd een cluster van uitstroomkanalen. Hij veronderstelde dat het kanaalsysteem van deze laatste spons anders zou zijn als dat van C juglans. Hij 'ontleedde' enkele exemplaren, zoals hieronder is beschreven, en legde zijn bevindingen vast in een artikel voor Grondboor & Hamer, dat echter nooit is gepubliceerd. Afbeelding 2. Driedimensionaal beeld van hetzelfde kanaalstelsel als in afbeelding 1. Dit is het resultaat van 25 op elkaar gelegde transparanten met getekende gepolijste vlakken (zie tekst). Toen wij rond 1999 bezig waren met het samenstellen van het Staringianummer, was Van Kempen getroffen door een herseninfarct en waren onderzoeksmateriaal, tekeningen en foto's onbereikbaar. Enkele jaren later vroeg hij mij om gezamenlijk het onderzoek met meer materiaal uit te breiden en de beschrijving van deze nieuwe soort af te maken. Hij had ook al een soortnaam in gedachten: tympanoreversa ('omgekeerde pauk'). Helaas was de samenwerking van korte duur, want niet lang daarna overleed hij. Na zijn dood kreeg ik de beschikking over zijn tekeningen, foto's en andere documentatie. Het zal een ieder duidelijk zijn, waarom ik de nieuwe spons vankempeni heb genoemd. Methode van onderzoek Van Kempen heeft één van de vier beschikbare sponzen (coll. nr. X-334) zijdelings aangezaagd, de kanalen op het zaagvlak nagetekend en genummerd, het vlak een millimeter afgeslepen, de kanalen opnieuw getekend, weer 1 millimeter afgeslepen, getekend, enzovoort, tot hij een serie van circa 25 tekeningen had, van de buitenzijde tot het centrum. Enkele stadia legde hij op een foto vast (Afb. 1). Alle tekeningen bracht hij over op transparanten, die hij op elkaar legde. Zo verkreeg hij een driedimensionaal beeld van het verloop van de kanalen (Afb. 2). Van de resterende helft maakte hij een tweede serie, loodrecht op de eerste, ook weer tot het centrum. Dit zoge- 29 Grondboor & Hamer nr
2 Afbeelding 3. Dezelfde spons met een skelet bestaande uit sferoclonen. i = instroom kanaal. De donkere vlek is het centrum, de zgn. skeletradiant, waar sferoclonen door chalcedoon zijn opgelost. Foto Van Kempen. naamde tomografisch onderzoek moet een zeer tijdrovend en uiterst nauwkeurig werk zijn geweest. Tegenwoordig wordt een dergelijke methode veelvuldig met tijdbesparende computerprogramma's gedaan. Het resultaat was dat hij twee zaken kon aantonen: 1. het kanaalsysteem was niet alleen afwijkend van het radiaire systeem van de platte C. juglans, maar was ook binnen de familie van de astylospongiiden uniek. Onregelmatig kronkelende kanalen vertakten zich en fuseerden dikwijls weer. Ze vormden zo een vlechtend netwerk; Afbeelding 4. Voorbeeld van vankempeni, type a, met de grootste breedte op de 'schouder' en met vlakke bovenzijde. Deze spons toont de onregelmatige, zich vertakkende 2. de meridionale groeven, van C. juglans waren groeven, die geen deel uitmaakten van het kanaalsysteem. Maar de meridionale groeven van de nieuwe spons waren uitstroomkanalen, die van de basis naar boven lopend, uitmondden op de top. Van Kempen liep rond 1975 met zijn onderzoek vast, vooral door gebrek aan materiaal en legde het terzijde. Sindsdien zijn de restanten van drie onderzochte sponzen, t.w. X-248; X-334 en X-335 verloren gegaan. Omdat de onderzoeksresultaten onmisbaar zijn, heb ik deze niet meer bestaande sponzen toch vermeld, ook in de officiële beschrijving. In de laatste jaren is er evenwel door het netwerk van verzamelaars een grote hoeveelheid sponzen voor verder onderzoek beschikbaar gekomen. Bovendien kon ik gebruik maken van tientallen op Gotland gevonden exemplaren, ondergebracht in het Zweeds Museum van Natuurlijke Historie te Stock-holm en het Museum van Gotland in Visby, Zweden. Systematische positie (naar Rigby 2004) Phylum Porifera Grant,1836 Klasse Demospongea Sollas, 1875 Subklasse Lithistida Schmidt, 1870 Orde Orchocladina Rauff, 1894 Familie Astylospongiidae Zittel, 1877 Beschrijving Skelet Het skelet bestaat uit sferoclonen. Een sferocloon bestaat uit een bolvormig centrum met aan de ene kant meestal 5 armen die eindigen in een komvormig schoteltje en aan de andere kant meestal 5 gesplitste doornen. De doornen en de kommetjes van naastgelegen sferoclonen grijpen in elkaar en vergroeien tot een hecht netwerk. Een dergelijk netwerk is in afbeelding 3 te zien. Dit zogenaamde 'sterretjespatroon' is kenmerkend voor de familie van de Astylospongiidae, waartoe dus ook behoort. Meer details over sferoclonen zijn te vinden in 'Ordovicische Zwerf-steensponzen' (Staringia 9), p. 23. Lichaamsvorm vertoont twee typen lichaamsvormen, die meestal goed van elkaar zijn te onderscheiden. De kanaalsystemen hangen sterk samen met de lichaamsvorm, wat een extra reden is om ze in het vervolg aan te duiden als type a en type b. type a heeft een vlakke of holle basis en meestal een bolle bovenzijde. Bij de brede exemplaren is top in de regel vlak. Soms is er zelfs een kleine inzinking in het midden, waar de kanalen uit- Afbeelding 5. vankempeni. Zij- en onderaanzicht om de holle basis van type a uitstroomkanalen op de zijden. Zwerfsteenspons van Gotland. Zweeds Natuurhist. Museum, Stockholm, nr. Sp2445. Genus en soort vankempeni Rhebergen, 2004 te tonen. Sibculo. Nat. Natuurhist. Museum, Leiden, nr. RGM , coll. Rhebergen. Grondboor & Hamer nr
3 is geleidelijk. Het zijn vaak forse sponzen met een gemiddelde doorsnede bij de basis van 45 millimeter, bij de schouder van 60 millimeter en met een gemiddelde hoogte van 45 millimeter. Het tot nu toe grootst bekende exemplaar heeft een doorsnede van 90 millimeter en een hoogte van 60 millimeter (coll. auteur, coll.nr. Ue ) Afbeelding 6. vankempeni. Zijaanzicht van een 'hoge'spons van het type b. De onregelmatige groeven op de zijkanten zijn vlechtende uitstroomkanalen. Bij dit type is niet of nauwelijks een 'schouder' ontwikkeld. Sibculo. Natura Docet, nr. ND 62, coll. Anderson. monden, maar van een echt spongocoel is geen sprake (Afb. 4 en 5). Op de bovenzijde bevindt zich altijd een cluster van uitstroomkanalen (Afb. 4). De meeste exemplaren zijn breder dan hoog. De overgang van de basis naar de zijde is scherp. De hoek tussen de basis en de zijkant is in de regel meer dan 90. De grootste omtrek ligt net onder de top en geeft de spons een soort 'schouder'. De overgang van de zijkant naar de top Afbeelding 7. vankempeni. Mediane doorsnede van een spons van type b. De grootste breedte ligt bij de (onvolledige) basis. Het convergerende stelsel van zich vertakkende kanalen is goed zichtbaar. Zwerfsteen spons uit Wilsum. Coll. T. Koops, Emmen. type b komt minder vaak voor en omvat circa 10% van het totale bestand. Deze spons is min of meer cilindrisch of enigszins kegelvormig. De basis is meestal vlak of licht bolvormig. De overgang van de basis naar de zijde is scherp. De hoek tussen basis en zijkant is 90 of minder (Afb. 6). De grootste diameter ligt meestal bij de basis. De overgang van de zijde naar de top is heel geleidelijk en veel vloeiender dan bij type a. De sponzen van type b zijn in de regel kleiner, met een gemiddelde doorsnede bij de basis van 40 millimeter en een gemiddelde hoogte van 38 millimeter. De bovenkant is vaak halfbolvormig met een klein groepje forse uitstroomkanalen op de top (Afb. 7). Kanaalsysteem Elke spons voedt zich door bacteriën en andere kleine deeltjes uit het water te filteren. Daartoe heeft het dier een stelsel van kleine instroomkanalen, die bij veel soorten heel kort zijn. Bij de Ordovicische Astylospongiidae zijn deze kanalen radiair, dat wil zeggen ze lopen in een rechte lijn van de buitenkant naar het centrum. Omdat er geen verschillen zijn tussen de instroomkanalen van de geslachten, zijn deze niet bruikbaar als determinatiekenmerk. Daarom ook blijft het radiaire stelsel van instroomkanalen van verder onbesproken. Het afgewerkte water wordt uit de spons verwijderd via een stelsel van uitstroomkanalen. De diverse geslachten binnen de familie van de Astylospongiidae hebben elk wèl een karakteristiek stelsel van uitstroomkanalen en dit vormt dan ook het belangrijkste determinatiekenmerk. Het stelsel van is heel onregelmatig, waarbij kanalen zich vertakken en weer kunnen samenvloeien (Afb. 8), maar vrijwel altijd uitmonden in de top (Afb. 2, 7). Afbeelding 8. Voorbeeld van vlechtende uitstroomkanalen, getekend door Van Kempen. Dezelfde spons als in afbeelding 1 en 2. Op de onderkant zien we meestal een radiair patroon van kleine, kronkelende kanaaltjes, die uiteindelijk in het sponslichaam binnendringen en daar uitmonden in de grotere uitstroomkanalen. Bij beide typen zien we dikwijls onderin de spons kanalen, die parallel aan de basis lopen, maar in de buurt van de rand plotseling ombuigen, om onder een rechte of zelfs scherpe hoek naar boven te lopen (Afb. 9; en Staringia 9, p. 129, fig. 4b). Een andere merkwaardigheid nabij de basis is de vorming van kanalen uit 2-4 kleinere, die een soort klauwtje vormen, zoals in afbeelding 1, 2 en 11 is te zien. 31 Grondboor & Hamer nr
4 Afbeelding 9. vankempeni. Mediane doorsnede, waarbij Van Kempen een deel van het verkiezelde, meelachtige poeder heeft verwijderd om het verloop van enkele kanalen te demonstreren. Merkwaardig is de hoek van ca. 90 die het kanaal rechtsonder maakt. Westerhaar. Voorheen coll. Van Kempen, nr X-248. Foto Van Kempen. Afbeelding 10. Astylospongia praemorsa. Een natuurlijk breukvlak toont de het verloop van onvertakte, concentrische uitstroomkanalen, die nergens de buitenkant bereiken. Dit is de naaste verwant van vankempeni. In afbeelding 10 zijn uitstroomkanalen van Astylospongia afgebeeld. Dat stelsel bestaat uit concentrische kanalen, parallel aan de buitenzijde, uitmondend op de bovenzijde, soms in een rond kuiltje, soms in een diepe trechter. Carpospongia en Caryospongia hebben een heel ander stelsel, namelijk van radiaire uitstroomkanalen, dat wil zeggen vanuit het centrum straalsgewijs naar de buitenzijde (Afb. 16). Deze zijn, samen met het gecompliceerde kanaalstelsel van de Silurische Caryoconus gothlandicus, schematisch afgebeeld in Grondboor & Hamer (2004, p. 9). Vergelijken we nu die vier stelsels met dat van, dan is er enerzijds enige verwantschap te zien met het Astylospongia-systeem, maar in het geheel niet met de overige genera. Het verschijnsel van vervlechtende kanalen komt bij geen enkel geslacht van de Astylospongiidae voor. Alle andere hebben'enkelvoudige', onvertakte uitstroomkanalen. Dit wezenlijke verschil rechtvaardigt het onderbrengen van deze spons in het nieuwe genus. Eén of twee soorten? Hierboven hebben we vrij constante verschillen in lichaamsvorm geconstateerd, die leidden tot het onderscheiden van type a en b. Hoe is dat in het kanaalstelsel? Als we het kanaalstelsel van het brede type a bekijken, zoals getekend in afbeelding 11, dan zien we daar een stelsel van min of meer evenwijdige kanalen, aan de rand zelfs min of meer evenwijdig aan de buitenzijde. Hierin is nog een zekere overeenkomst met Astylospongia te bespeuren. Vaak zien we kanalen in de periferie naar buiten treden en hun weg vervolgen als groef, om daarna weer naar binnen te lopen en uit te monden aan de top (Afb. 4). Dat komt het meest voor bij kanalen in of langs de schouder, maar ook hier komen splitsingen en vervlechtingen van kanalen voor. De kanaalopeningen op de meestal vlakke top zijn vrij talrijk, variërend van circa 10 tot meer dan 30, en meestal vrij regelmatig radiair gerangschikt (Afb. 12). Vergelijken we dit stelsel met dat van een spons van type b, dan zien we in de laatste veel onregelmatiger kanalen. Het is een warrig geheel van splitsende en samenkomende kanalen, die zich uiteindelijk verenigen tot slechts enkele kanalen die op de betrekkelijk smalle top uitmonden. Dit cluster omvat in de regel 8-15 kanalen. Ook deze verschillen in kanaalsysteem pleiten voor het benoemen van twee aparte soorten. Afbeelding 11. vankempeni. Door Van Kempen getekende doorsnede van spons X-335, type a. Hoewel hier en daar vlechtend, vertoont het kanaalstelsel toch een zekere mate van overeeenkomst met het stelsel van Astylospongia in afbeelding 10. Sibculo. convergerend naar de top (Afb. 7 en 13). Een 'hoog' exemplaar uit de collectie Drent, Westerhaar, gaf dan weliswaar een duidelijk beeld van de kanalen (Afb. 14), maar zette de hypothese van twee soorten op losse schroeven. Afgezien van wat aangesneden instroomkanalen, gericht naar het middelpunt, zien we een aantal forse, concentrische uitstroomkanalen, evenwijdig aan de buitenzijde. Dit terwijl de spons, overeenkomstig zijn lichaamsvorm, van het warrige type zou moeten zijn. Hier zijn kenmerken van type a en b in één exemplaar gecombineerd. Iets dergelijks zien we ook in afbeelding 9, waarin Van Kempen de poederachtige opvulling van kanalen had verwijderd om het verloop van het kanaal te demonstreren. Onderscheid van twee soorten moet berusten op concrete, consistente en goed benoembare verschillen, met andere woorden: de kenmerken moeten discriminerend zijn. Daarvan is hier geen sprake en dus moeten alle exemplaren tot één soort worden gerekend: vankempeni. Wilsum (D.). Natuurmuseum Enschede, nr (in bruikleen aan de vindster 3. Jonkman). Foto B. Rhebergen. Als proef op de som liet ik vervolgens enkele 'hoge' sponzen van het type b zagen (Afb. 7, 13, 14). Enkele sponzen hadden een kanaalstelsel dat overeenkwam met de verwachtingen: onregelmatig, vlechtend, Vergelijking van vankempeni met Caryospongia juglans, var. basiplana De duidelijkste overeenkomst tussen beide soorten is de platte basis. Het meest kenmerkende verschil zit in het kanaalstelsel, zoals hierboven is Grondboor & Hamer nr
5 Afbeelding 12. Bovenzijde van dezelfde spons als in afbeelding 4. De uitstroomopeningen van type a zijn min of meer radiair gerangschikt. Vergelijk ook met Afb. 11. uiteengezet. In Staringia 9 zijn de verschillen uitvoerig besproken, zodat een puntsgewijze samenvatting volstaat. Op de top van bevindt zich altijd een cluster van uitstroomkanalen terwijl C. juglans en C. juglans var. basiplana een karakteristieke knop hebben, als regel geheel zonder kanaalopeningen. De meridionale groeven van vormen een deel van het inwendig kanaalsysteem. Het zijn uitstroomkanalen, die van de basis naar boven lopen en uitmonden op de top. De groeven, die over de zijkanten van C. juglans (Afb. 15) lopen, maken geen deel uit Afbeelding 13. Mediane doorsnede van de spons in afbeelding 6, type b. Het aantal uitstroomopeningen is veel kleiner dan bij type a en geconcentreerd op de halfronde top. Afbeelding 14. vankempeni. Mediane doorsnede van een spons met de lichaamsvorm van type b en een stelsel van min of meer concentrische uitstroomkanalen dat bij type a behoort (zie tekst). Westerhaar. Ecodrome, Zwolle, nr. Z (in bruikleen aan de vinder A. Drent). van het kanaalstelsel. Het zijn slechts groeven, waarin een groot deel van de radiaire uitstroomkanalen uitmonden (Afb. 16), hetgeen ook blijkt uit de afbeelding in Staringia 9, p. 116, fig. 6 a,b. Afwijkende vormen Sponzen zijn heel eenvoudig gebouwde dieren, waarin de cellen een hoge mate van zelfstandigheid bezitten. Een dergelijk lage organisatiegraad gaat vaak gepaard met een hoge graad van regeneratie of met het ontstaan van afwijkende vormen. Zo heeft een exemplaar uit groeve Haerst bij Zwolle (in de collectie Bos, Epe), twee clusters van uitstroomopeningen. Een exemplaar uit Westerhaar (coll. Ecodrome, Zwolle, nr. Z 25365) vertoont zelfs drie clusters. Een incompleet exemplaar van Itterbeck (D.), in de collectie Van Keulen, Harderwijk, is moeilijk te interpreteren. Op de verticale natuurlijke breuk zijn in de overkiezelde chalcedoon vertakte uitstroomkanalen waarneembaar. De spons heeft evenwel geen platte, maar een ronde basis. Een mediane zaagsnede bevestigde dat het inderdaad een exemplaar van vankempeni was. De spons is niet regelmatig rond maar heeft op een van de zijkanten een soort versterkte uitgroei gehad. Voorkomen en verspreiding komt in het WWWgebied vrij regelmatig voor en omvat circa 1,4 % van het totale bestand. Naar schatting bevinden zich zo'n 200 exemplaren in particuliere en museumcollecties. Ik heb 60 exemplaren van Gotland geïnventariseerd, samen circa 1,5 % van het bestand. Ze bevinden zich in de collecties in Stockholm en Visby en in de particuliere collectie van Heilwig Leipnitz te Uelzen (D.). Heel anders ligt dat op het eiland Sylt en in de Lausitz, de locaties die vrijwel uitsluitend het lavendelblauwe' gezelschap vertegenwoordigen (Von Hacht en Rhebergen, 1997). Van Sylt ken ik 20 exemplaren en dat is minder dan 0,2 % van het totaal der Ordovicische sponzen. Van de Lausitz zijn twee exemplaren bekend (0,2 %). Van Sadewitz (Sawidowice, Polen) zijn geen exemplaren beschreven. Daarmee behoort tot een echte vertegenwoordiger van het Gotland / WWW-gezelschap. Tenslotte 'Staringia 9 dient te verouderen' schreven wij als samenstellers in oktober 2000 in de uitleiding van Staringia 9. Bovenstaand artikel is daarvan een voorbeeld. De negatieve kant is, dat de tekeningen van de kanaalstelsels in Staringia 9, p. 128 onjuist blijken te zijn. Ze waren gebaseerd op oude, summiere gegevens van Van Kempen. Het positieve is, dat nu op dezelfde pagina een 'foutieve' naam kan worden vervangen door een nieuwe. Verder is van belang, dat sinds het verschijnen van Staringia 9 tientallen verzamelaars hun collecties met nieuwe ogen heb- Afbeelding 15. Caryospongia juglans var. basiplana. Deze spons toont de karakteristieke 'juglans'-knop, zonder (grote) kanalen op de top. De uitstroomkanalen monden bij voorkeur uit in groeven die over het oppervlak lopen. Sibculo / Westerhaar. Nat. Natuurhist. Museum, Leiden, nr. RGM , coll. Van Kempen. Foto T. van Kempen. 33 Grondboor & Hamer nr
6 Afbeelding 16. Caryspongia juglans var. basiplana. ik de Stichting Netherlands Journal of Geosciences voor de toestemming om afbeeldingen uit het gepubliceerde artikel opnieuw te gebruiken. Mediane doorsnede toont het radiaire stelsel van uitstroomkanalen, die min of meer recht zijn in het onderste deel, en opwaarts gebogen Literatuur Hacht, U. von, & Rhebergen, F., Ordovizische Geschiebespongien Europas. In: Zwanzig, M. & Loser, H. (eds.): Berliner Beitrage zur Geschiebeforschung, zijn in het bovenste deel van de spons. Wilsum (D.). Natuurmuseum Enschede, Rauff, H., Palaeospongiologie. Erster oder allgemeiner Theil und Zweiter Theil, erste Halfte. Palaeontographica 40,1-346; 41, nr (in bruikleen aan de vinder T. Koops). Foto B. Rhebergen. ben nagekeken, hebben meegedacht en veel interessante sponzen ter beschikking hebben gesteld. Zonder hun hulp was dit artikel niet mogelijk geweest. U kunt ervan verzekerd zijn dat Staringia 9 in de komende jaren verder zal Verouderen'... en zo hoort het. Dankwoord Dit artikel is voor een groot deel gebaseerd op het onderzoek door Van Kempen. Ik ben erkentelijk voor de hulp, die ik van musea en verzamelaars kreeg en die hun -mateïidial langdurig wilden uitlenen: G. Anninga, Schoonebeek; J. Bos, Epe; A. Drent, Westerhaar; R. Eggink, Vroomshoop; J. Jonkman, Wilsum (D.); P. van Keulen, Harderwijk; T. Koops, Emmen; J. de Looze, Zuidwolde; H. Snippe, Klazienaveen; W. Winterman, Raalte, alsmede de staf van Natura Docet, Denekamp; Natuurmuseum Enschede; Ecodrome, Zwolle, Nationaal Natuurhistorisch Museum, Leiden; Zweeds Museum van Natuurlijke Historie, Stockholm; Museum van Gotland, Visby, Zweden. Het zaag- en polijstwerk hebben Gerrit Anninga, Schoonebeek en Wynanda Koot, Vrije Unversiteit, Amsterdam voor mij verricht. Tom Koops en Ruud Eggink gaven commentaar op de tekst. Tenslotte dank Rhebergen, F., A new Ordovician astylospongiid sponge (Porifera) as an erratic from Baltica. Netherlands Journal of Geoscience / Geologie en Mijnbouw 83 (4), Rhebergen, F., Eggink, R. G., Koops, T. & Rhebergen, B., Ordovicische zwerfsteensponzen. Staringia 9 (Grondboor en Hamer 55, 2), Rigby, J. K., Classification. In: Kaesler, R. L. (ed.): Treatise on Invertebrate Paleontology, Part E, Porifera revised, 3, 1-8. Wiman, C, Über die Borkholmer Schicht im Mittelbaltischen Silurgebiet. Bulletin of the Geological Institution of the University of Upsala, 5, 2 (1902), Geo-weetjes Rieks van der Straaten Pterosauriërs vlogen beter dan vogels (NRC1/11/2003, Telegraaf 08/11/2003) De Pterosauriërs moeten echte luchtacrobaten zijn geweest. Uit onderzoek aan Pterosauriërschedels door anatomen en paleontologen van de Ohio University blijkt dat deze vliegende reptielen, die leefden van 250 tot 65 miljoen jaar geleden, een bijzonder goed ontwikkeld evenwichtsorgaan hadden. Tevens bleek dat ze een uitzonderlijk grote flocculaire kwab hebben gehad. Dit is het deel van de hersenen dat de informatie integreert die afkomstig is van het evenwichtsorgaan, de ogen en de spieren. Hierdoor was bij de Pterosauriërs de motoriek en het evenwichtsgevoel heel sterk ontwikkeld, waardoor ze waarschijnlijk beter konden vliegen dan de moderne vogels en vleermuizen. Nieuwe Dino's uit het Zuidpoolgebied (Telegraaf 6/3/2004) Een team van Amerikaanse en Argentijnse onderzoekers twee nieuwe dinosauriërs op ontdekten Antarctica. Met deze ontdekking wordt de geologische geschiedenis van het Zuidpoolgebied steeds beter bekend. De ene dinosaurus heet voorlopig Naze theropod. Het is een twee meter hoog roofdier dat lijkt op de Velociraptor (bekend van Jurassic Pare). Het bijzondere aan deze dinosaurus is dat hij op Antarctica nog leefde terwijl dit type elders al lang was uitgestorven. De andere dinosaurus is een bijna tien meter lange planteneter die 190 miljoen jaar geleden leefde. Het is een van de eerste langnek-dinosauriërs en stamt uit een periode waarin over dit type dinosauriërs nog weinig bekend is. Grondboor & Hamer nr
Fig. 10. Aulocopium aurantium, een klein, compleet exemplaar, x 1,5. Kloosterhaar; coll. Eggink.
Determineren De meeste verzamelaars willen hun collectie behoorlijk inrichten. Zij willen een naam van de soort en een ordening naar genus en familie. Determineren is niet gemakkelijk en vergt kennis en
Twee nieuwe sponzensoorten als zwerfsteen in Nederland:
Twee nieuwe sponzensoorten als zwerfsteen in Nederland: Chiastoclonella sp. en Syltispongia ingemariae Freek Rhebergen Inleiding Bij de inventarisaties van ordovicische zwerfsteensponzen in enkele tientallen
verrassende zwerfsteenspons van Gotland, Zweden
In 1997 publiceerden Ulrich von Hacht en ik in Grondboor & Hamer een artikel over Astylospongia gothlandica Schlüter, 1884, een merkwaardige fossiele zwerfsteenspons van het eiland Gotland. Wij deden daarin
ZITTELELLA OP HET SPOOR
TOM KOOPS Orvelterbrink 24, 7812 MR Emmen, th.koops@planet.nl FREEK RHEBERGEN Slenerbrink 178, 7812 HJ Emmen, freek.rhebergen@planet.nl ZITTELELLA OP HET SPOOR Bij het onderzoek naar samenstelling en herkomst
Een Caryospongia diadema (KLÖDEN) RAUFF (spons) van Gotland
Grondboor en Hamer 3/4 1983 pag. 100-104 12 fig. Oldenzaal, juni/aug. 1983 Een Caryospongia diadema (KLÖDEN) RAUFF (spons) van Gotland Th.M.G. van Kempen* INLEIDING De redaktie ontving een schrijven met
TIJDLIJN. Een reis door de geschiedenis
De OERKNAL! Wetenschappers denken dat zo n 13,7 miljard aardse jaren geleden alles in het heelal samengeperst was tot een gloeiend heet punt. Tijdens een enorme oerexplosie ontstonden uit dat punt materie
Hand-out Portrettekenen verhoudingen
Hand-out Portrettekenen verhoudingen 1+2) 1. Hoofd: Omtrek van het hoofd tekenen in de vorm van een ovaal = eivorm 2. Verdeel deze verticaal van kruin tot kin door de helft 3. Verdeel de ovaal horizontaal
Fig. 1: Paleo-geografische kaart van het Mioceen in noordwest Frankrijk. Tekening H.J. Bloklander, Amersfoort.
Grondboor pag. 182 Oldenzaal, en Hamer - 187 ' december 1984 0 i y 8 4 a t D Een sponzenparadijs R.J. Kok* INLEIDING Regelmatig verschijnen er in dit blad artikelen over fossiele sponzen. Het zijn altijd
Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni uur
wiskunde B,2 Eamen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 3.30 6.30 uur 20 05 Voor dit eamen zijn maimaal 88 punten te behalen; het eamen bestaat uit 9 vragen. Voor elk vraagnummer
Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 13.30 16.30 uur
wiskunde B,2 Eamen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 22 juni 3.30 6.30 uur 20 05 Voor dit eamen zijn maimaal 88 punten te behalen; het eamen bestaat uit 9 vragen. Voor elk vraagnummer
Bos & milieu. Bomen 2013/12
2013/12 Bos & milieu Bomen In een boom speelt zich een aantal levensprocessen af die zorgen voor de groei. Dit verschijnsel heet fysiologie en komt bij alle levende organismen voor. De belangrijkste levensprocessen
Afb. 1. De vindplaats van het muurwerk is aangegeven met de zwarte driehoek.
17 GORINCHEM, LAAG DALEMSEWEG T. Koorevaar Op 10 juli j.1. is na bemiddeling van mevr. N. de Kriek op aanwijzingen van dhr. H. van Mourik een vluchtige verkenning uitgevoerd op enkele percelen grenzend
Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen
Een Middeleeuwse vuurdover van kasteel Nijenrode
Een Middeleeuwse vuurdover van kasteel Nijenrode Gert Immerzeel Straatweg23,3621BB Breukelen 105 In jaargang 7, nr. 2 (juni 1992) van het Tijdschrift Historische Kring Breukelen schreef de heer A.H. Verroen
wiskunde B havo 2015-II
Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid
Werkstuk door M woorden 15 juni keer beoordeeld. Wat zijn Pterosauriërs Inleiding:
Werkstuk door M. 1487 woorden 15 juni 2001 7 70 keer beoordeeld Vak Biologie Wat zijn Pterosauriërs Inleiding: Dit werkstuk gaat over Pterosauriërs, ik heb hiervoor gekozen omdat ik dit nog de meest interessantste
Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen VMBO-GL en TL 2018 tijdvak 1 dinsdag 15 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift
Programma van Eisen en Wensen BBT Testbaan
Programma van en en Wensen BBT Testbaan 1. BBT Testbaan Medewerkers van de brandweer worden periodiek medisch en fysiek gekeurd. Dit Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO) bestaat uit de volgende
Theorie beeldvorming - gevorderd
Theorie beeldvorming - gevorderd Al heel lang geleden ontdekten onderzoekers dat als licht op een materiaal valt, de lichtstraal dan van richting verandert. Een voorbeeld hiervan is ook te zien in het
o ATerinzagelegging @ 7906572
Octrooiraad o ATerinzagelegging @ 7906572 Nederland @ NL
Zelf een kinderbed maken - HORNBACH
Pagina 1 van 7 Zelf een kinderbed maken - HORNBACH Dit heb je nodig voor jouw project! Materialen Gereedschap 360 x JD Plus spaanplaatschroef verzonken kop 4 x 40 mm 70 x JD Plus spaanplaatschroef verzonken
Onderzoek van de drakenfiguur
Onderzoek van de drakenfiguur Voordat een begin gemaakt werd met de behandeling en de restauratie van de loden drakenfiguur zijn eerst alle zichtbare gegevens fotografisch vastgelegd. Om details goed te
Escher in Het Paleis. Wiskundepakket. Ruimtelijke figuren
Escher in Het Paleis Wiskundepakket Ruimtelijke figuren Ruimtelijke figuren Escher maakt in EEN AANTAL prenten gebruik van wiskundig interessante ruimtelijke vormen, zoals Platonische lichamen en Möbiusbanden.
Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HVO 00 tijdvak woensdag 3 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Domein A: Inzicht en handelen
Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het
Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II)
Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II) J. H. Willems SUMMARY Teloceras blagdeni (SOWERBY) in the Pleistocene gravel of the river Maas in the South of the Dutch
HET LANDLEVEN-KIPPENHOK
LANDLEVEN-KIPPENHOK BLAD 1 HET LANDLEVEN-KIPPENHOK VROEGER WERDEN KIPPEN IN DE MEEST WONDERLIJKE BOUWSELS ONDERGEBRACHT. SOMS ERG ROMANTISCH OM TE ZIEN, MAAR VAAK ONPRAKTISCH, ONHYGIËISCH EN WEINIG DIERVRIENDELIJK.
1. Langere vraag over de theorie
1. Langere vraag over de theorie a) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een condensator die bestaat uit twee evenwijdige vlakke platen waarbij de afstand tussen de platen
Receptaculieten, merkwaardige fossielen uit het Groninger Keileem
Grondboor en Hamer 0 1980 pag. 191 200 8afb. Oldenzaal, december 1980 Receptaculieten, merkwaardige fossielen uit het Groninger Keileem G.J. Brummer ABSTRACT In the present paper the main conclusions are
W.O. Tweede leerjaar Geert DE JAEGER
P ZEK NAAR DIN S! W.. Tweede leerjaar Geert DE JAEGER Wat weten we reeds over dino s? We gebruiken vaak de afkorting dino's. Eigenlijk zeg je dinosaurussen of dinosauriërs. Dat betekent : reuzen hagedis.
Eindexamen wiskunde B havo II
Tonregel van Kepler In het verleden gebruikte men vaak een ton voor het opslaan en vervoeren van goederen. Tonnen worden ook nu nog gebruikt voor bijvoorbeeld de opslag van wijn. Zie de foto. foto Voor
Besmettelijke hersenaandoeningen
Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Moeten we ons zorgen maken over een huntingtine-invasie? Goed lab
Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo
Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken
Nek en Pilaar. Figuur 12. Tabel 1
Nek en Pilaar In figuur 12 resp. 13 wordt de vorm en afmeting van de nek resp. pilaar gegeven. Deze worden gemaakt uit drie lagen hout, twee van 12mm dik en de middelste is 18mm dik, welke stevig met elkaar
Vervangen keerringen en reparatie schroefas Yanmar saildrive SD20
Vervangen keerringen en reparatie schroefas Yanmar saildrive SD20 De saildrive zoals die tegenwoordig veel wordt toegepast blijkt reuze solide en betrouwbaar. Uiterlijk lijkt het op het staartstuk van
3. Beschouw een zeer goede thermische geleider ( k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a
1. Op een vierkantig substraat bevinden zich 4 IC s (warmtebronnen), zoals op de bijgevoegde figuur. Als een van de warmtebronnen een vermogen van 1W dissipeert als warmte (en de andere geen vermogen dissiperen),
Afmetingen Aanzicht zie basistekening 3 van 2D tekenen. Afmetingen van gleuf voor V- riem
2D naar Solid Afmetingen Aanzicht zie basistekening 3 van 2D tekenen Afmetingen van gleuf voor V- riem Veranderen van een 2D tekening naar een solid. Teken een 3D tekening van een aandrijfwiel vertrekkende
Merkwaardige vuursteenknollen en graafgangen uit het Boven Krijt van Zuid-Limburg
Grondboor en Hamer 1 5 1980 pag. 142 154 loafb. Oldenzaal, oktober 1980 Merkwaardige vuursteenknollen en graafgangen uit het Boven Krijt van Zuid-Limburg W.M. Felder Tijdens detailopnamen van het kalksteenpakket,
Ordening Dieren - B 2
Ordening Dieren - B 2 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres siri Muilenburg 29 September 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/66750 Dit lesmateriaal is
Eindexamen wiskunde B havo II
Eindexamen wiskunde B havo 00 - II Verzet en snelheid Een racefiets heeft een set voortandwielen en een set achtertandwielen. De racefiets op de foto heeft drie voortandwielen, met 36, 46 en 5 tanden.
Klankkast. Figuur 2. Figuur 3
Klankkast We gebruiken een stevige plaat met een minimale afmeting van 1040 x 400 mm en ca mm dik als tijdelijk support. Teken vervolgens parallelle lijnen op afstanden zoals gegeven in figuur 2. Deze
Waterjuffer. Reinhart Paelinck
Waterjuffer Reinhart Paelinck De Waterjuffer-vlieger is een vlieger voor lichte wind. De vleugels zijn dan ook gebaseerd op deze van een genki, waardoor de vlieger ook dezelfde vliegeigenschappen vertoont.
HET IS EEN PRISMA, OF TOCH NIET...
In dit artikel laten we zien hoe je een kubus, een rombendodecaëder en een afgeknotte octaëder kunt omvormen tot een. Om de constructie zelf uit te voeren, heb je de bouwtekeningen nodig die bij dit artikel
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Een platte tekening. Jij staat voor de spiegel, de
Dino's. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres DigilessenPO 06 December 2012 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/40935 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur
Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B1,2 Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met
Bewerkingen met krachten
21 Bewerkingen met krachten Opgeloste Vraagstukken 2.1. Bepaal het moment van de kracht van 2N uir Fig. 2-3 rond het punt O. Laat de loodrechte OD neer vanuit O op de rechte waarlangs de kracht van 2N
klas 3 beeldende vormgeving buitentekenen
ZOEKEN Weet jij wat een zoeker is? Hierboven is er een getekend. Hij wordt gebruikt bij het zoeken naar een geschikt gedeelte om te tekenen. Zo n zoeker heeft brede randen en geeft je als het ware een
Flex 150 Opzetinstructies
Hallo, Benodigdheden: Flex tenten kunnen op veel verschillende manieren opgezet worden. Er zijn maar 3 regels om Flex tenten op te zetten die je MOET volgen. Zorg ervoor dat jij en je team deze in gedachten
Bottenbeest. Activiteit in de klas Docentblad
Bottenbeest Activiteit in de klas Docentblad Doelgroep: basisonderwijs groep 5 t/m 8 Duur: ongeveer 1 uur Doelen: De leerlingen leren redeneren en hun argumentatie uit te leggen aan anderen; De leerlingen
FHN Reglementen. Behendigheid Toestellen
FHN Reglementen Behendigheid Toestellen Behendigheid Toestellen versie 2009 INHOUDSOPGAVE Blz. DE TOESTELLEN 3 FIGUUR 1: Hoogtesprongen 8 FIGUUR 2: De Muur 9 FIGUUR 3: De Borstelsprong 10 FIGUUR 4: De
Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 0 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor
Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I
Steeds meer vlees In wordt voor de periode 1960-1996 zowel de graanproductie als de vleesproductie per hoofd van de wereldbevolking weergegeven. Hiervoor worden twee verticale assen gebruikt. De ronde
wiskunde B pilot havo 2015-II
wiskunde B pilot havo 05-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven
Maar het leidde ook tot een uitkomst die essentieel is in mijn werkstuk van een Stabiel Heelal.
-09-5 Bijlage voor Stabiel Heelal. --------------------------------------- In deze bijlage wordt onderzocht hoe in mijn visie materie, ruimte en energie zich tot elkaar verhouden. Op zichzelf was de fascinatie
Uitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Maak een tekening in bovenaanzicht. Jij staat voor
Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7
Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7 Opgave 1 Iris krijgt een bril voorgeschreven van 4 dioptrie. Zij houdt de bril in de zon en probeert de stralen te bundelen om zodoende een stukje
INFOFICHE. HOEK 1: Lichaamssymmetrie. Zie kijkwijzer
INFOFICHE HOEK 1: Lichaamssymmetrie LICHAAMSSYMMETRIE Wanneer je een organisme in twee gelijke helften kunt verdelen, spreken we van lichaamssymmetrie. De twee lichaamshelften zijn elkaar spiegelbeeld.
Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO!
Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO! M. Beddegenoodts, M. De Cock, G. Janssens, J. Vanhaecht woensdag 17 oktober 2012 Specifieke Lerarenopleiding Natuurwetenschappen: Fysica
B136. BIJLAGE H De verbinding met het 'On-eindige' vanuit het twaalf-, het ruitendertig- en het twintig-vlak. Het twaalfvlak of dodecaëder
B136 De verbinding met het 'On-eindige' vanuit het twaalf-, het ruitendertig- en het twintig-vlak Het twaalfvlak of dodecaëder Een dodecaëder ligt besloten tussen 6 paren van evenwijdige vlakken. Als die
Checklist toestellen 2016 Commissie Agility, Raad van Beheer 1
Hoogtesprong Hoogte L: 55-60 cm, M: 35-40 cm, S: 25-30 cm Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de
Eindexamen wiskunde B havo 1999 I
Eindexamen wiskunde havo 1999 I Opgave 1 Een functie 2x De functie f is gegeven door f(x)= 1 x 2 figuur 1 In figuur 1 is de grafiek van f getekend. y O x 6p 1 Toon aan dat de raaklijn in de oorsprong O
DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 )
DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 ) Algemeen Als klanten met lang haar geen massieve snit hebben, is het meer dan waarschijnlijk dat zij lagen in het haar hebben en meestal toenemende lagen.
Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)
Wiskunde B (oude stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 27 mei 1330 1630 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 18 vragen
FOSSIELENSTUDIE BINNEN ROTTERDAM
FOSSIELENSTUDIE BINNEN ROTTERDAM door DR. A. B. VAN DEINSE Het is nog steeds een door velen gehuldigde mening, dat men voor studie van fossielen in de bergen in het buitenland moet zijn of dan toch minstens
De bouwonderdelen bij dit nummer
De bouwonderdelen bij dit nummer U ontvangt onderdelen voor rompen dekdetails en voor de tuigage. Houten latten 1 houten lat van 2 x 3mm, 0 mm lang Beslag 0 mm messingdraad van 1 mm dik Bruin garen van
Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1
Hoogtesprong Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de vleugel is 40 tot 60 cm. Het mag niet mogelijk
Evolutie, wat is dat nu feitelijk?!
Evolutie, wat is dat nu feitelijk?! Heb je je wel eens afgevraagd waarom er zo veel verschillende soorten vlinders, vogels of vissen zijn? Waarom is er niet gewoon één soort van die dieren? Er is toch
Wilgenhut bouwen. 2011 Dieter Willems
Wilgenhut bouwen 2011 Dieter Willems 2 Bouwen van de hut Wat? Met deze handleiding is het de bedoeling dat je een wilgenhut kan bouwen met een doorsnede van 5 meter met een korte tunnel als ingang. De
Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.
IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 2018: algemene feedback
IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica juli 8 - reeks - p. IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica juli 8: algemene feedback Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal namen 8 studenten
Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 31 mei uur
wiskunde B,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.30 6.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 89 punten te behalen; het examen bestaat uit 20 vragen. Voor elk
Artikel: De verborgen Kadesj-scenes in de tempel van Karnak. Patrick van Gils
Artikel: De verborgen Kadesj-scenes in de tempel van Karnak Patrick van Gils De slag bij Kadesj is één van de bekendste veldslagen uit de Egyptische geschiedenis. In zijn 5 e regeringsjaar trok Ramses
Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B
Wiskunde B Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 1 VHBO Tijdvak 2 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 15 vragen.
Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)
Twee functies en hun som In figuur 1 zijn de grafieken getekend van de functies f ( x) = 2x + 12 en g ( x) = x 1 figuur 1 y Q f g O x De grafiek van f snijdt de x-as in en de y-as in Q 4p 1 Bereken de
Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap
Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap Augustus 2015 Het meeste wetenschappelijk onderzoek wordt betaald door de overheid uit publieke middelen. De gevolgen van wetenschappelijke kennis voor de samenleving
Eindexamen havo wiskunde B I
Vliegende parkieten De wetenschapper Vance Tucker heeft onderzocht hoeveel energie een parkiet verbruikt bij het vliegen met verschillende snelheden. Uit zijn onderzoek blijkt dat de hoeveelheid energie
Examen HAVO. tijdvak 1 dinsdag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 2009 tijdvak 1 dinsdag 19 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde B1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten
Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p
Toelatingstoets havoniveau natuurkunde max. 42 p, vold 24 p Verantwoording: Opgave 1 uit havo natuurkunde 1,2: 2009_1 opg 4 (elektriciteit) Opgave 2 uit havo natuurkunde 1,2: 2009_2 opg 1 (licht en geluid)
Zo plaatst u zelf transparante bouwplaten
bouwmaterialen Zo plaatst u zelf transparante bouwplaten Overzicht assortiment Verwerkingsrichtlijnen Transparante bouwplaten Algemeen In deze folder laten we u zien wat u allemaal kunt doen met transparante
Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II
Eindeamen wiskunde 1- havo 00-II Lichaam met zeven vlakken In figuur 1 is een balk D.EFGH getekend. Het grondvlak D is een vierkant met een zijde van cm. De ribbe G is cm lang. Door uit de balk de twee
Vakopdrachten. Opdracht Geschiedenis Londen. Voor geschiedenis moet je in het British Museum en in het Imperial War Museum opdrachten doen:
Vakopdrachten Opdracht Geschiedenis Londen. Voor geschiedenis moet je in het British Museum en in het Imperial War Museum opdrachten doen: Maak groepjes van twee of drie personen. Maak in het British Museum
Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 20 tijdvak 2 woensdag 22 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk
Cursus KeyCreator. Oefening 18: Regelplaat
Cursus KeyCreator Oefening 18: Regelplaat Afmetingen regelplaat Tekenen van een regelplaat. Deze oefening is een toepassing op bogen, cirkels, hoeken en voornamelijk trimmen. Om het overzichtelijk te houden
Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4.
Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Vraagstelling. Wat zijn de maten, versieringen en vorm van de van de kerk van Drempt (kaart afb. 1) gerapporteerde grafplaat uit de (ruim te nemen) 12 e eeuw? Wat is zijn
Lesbrief T. rex voedselweb
Lesbrief T. rex voedselweb Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Lesduur: ± 45 minuten Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Zelfstandig Doel van de opdracht: Het ontdekken dat niet alle dinosauriërs in dezelfde
Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.
Beschrijving schaal van Oegstgeest Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Figure 2: Onderaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. De schaal heeft een diameter van 21 centimeter
Eindexamen wiskunde B pilot havo II
Mosselen Driehoeksmosselen (zie de foto) kunnen een bijdrage leveren aan de vermindering van de hoeveelheid algen in het water. Zij filteren het water. De hoeveelheid gefilterd water in ml/uur noemen we
Kyra van Leeuwen (Nederlands Jeugdkampioen golf van 2002 tot en met 2004)
Golfbaan. Bij golfen moet een speler vanaf de afslag proberen een golfballetje in zo weinig mogelijk slagen in een putje (of hole) aan het eind van de baan te slaan. Om te kunnen zien waar het putje zich
Het graveerbaar oppervlak van de vuursteen bedraagt ca. hoogte x gemiddelde omtrek = h x x d = 65 mm x x 30 mm = mm2. Afgerond 6000 mm 2
1 Bijlage kansberekeningen. Globale berekening van de kans dat acht op het beeldje van St. Geertruid toevallig twee V s en één tri-line vormen. ir. M.Meulenberg, augustus 2011. Inleiding. Op het beeldje
Les 11. Meetkundige begrippen. Lijnen. een gebogen lijn een gebroken lijn een rechte. Een rechte benoemen we met een kleine letter.
WERKBOEK 3 Meetkundige begrippen Les 11 Dit kan ik al! Ik ken verschillende soorten lijnen. Ik weet wat een punt en een lijn is en kan die tekenen en noteren. Ik kan van een figuur zeggen of het een driehoek,
De Log-Cabin liniaal-met-de-groef, deel 1
De Log-Cabin liniaal-met-de-groef, deel 1 By Maud von Bergh-Arnoldus, 2017. (authentieke versie door Maud von Bergh-Arnoldus, Maart 2017) Dit is het eerste deel uit een serie *) over deze speciale linialen,
Suggesties voor demo s lenzen
Suggesties voor demo s lenzen Paragraaf 1 Toon een bolle en een holle lens. Demo convergerende werking van een bolle lens Laat een klein lampje (6 V) steeds dichter bij een bolle lens komen. Geef de verschillende
Nijmegen, anders bekeken (2).
Nijmegen, anders bekeken (2). De van Welderenstraat, wie kent hem niet? Dé straat voor bijzondere winkeltjes, dé straat voor verrassingen en ook een straat die haar 19de eeuwse uitbreidings- bouwsfeer
De dader droeg handschoenen Een analyse van de afdrukken op de blouse van weduwe Wittenberg
De dader droeg handschoenen Een analyse van de afdrukken op de blouse van weduwe Wittenberg Door I. B., textieldeskundige De auteur is textieldeskundige en is sinds 30 jaar actief met het bewerken en verwerken
6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 1 Opgave 2 Bij diffuse terugkaatsing wordt opvallend licht in alle mogelijke richtingen teruggekaatst, zelfs als de opvallende
Ze doet het zelf workshop: ZELF LAMBRISERING MAKEN VAN STEIGERHOUT. Door Frederike Dollekamp van Bouwadvieshb27
Ze doet het zelf workshop: ZELF LAMBRISERING MAKEN VAN STEIGERHOUT Door Frederike Dollekamp van Bouwadvieshb27 Lambrisering Lambrisering is de wandbetimmering, meestal bestaande uit houten paneelwerk,
Cluster Bestuursorganen in gemeentefonds is goed bemeten en goed verdeeld
Cluster Bestuursorganen in gemeentefonds is goed bemeten en goed verdeeld B. Steiner Zelfstandig adviseur en onderzoeker Samenvatting Uit het Periodiek OnderhoudsRapport gemeentefonds 2006 (verschenen