Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht op:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht op:"

Transcriptie

1 Aan de leden van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht Datum: 25 juni 2015 Kenmerk: Contactpersoon: M. Standaert Telefoon: Onderwerp: Uitnodiging vergadering woensdag 8 juli 2015 Geachte mevrouw, heer, Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht op: Datum: woensdag 8 juli 2015 Aanvang: ca uur* Plaats: de Tuinzaal van het Centraal Museum, Agnietenstraat 1, 3512 XA Utrecht Bijgaand treft u de agenda en bijbehorende stukken aan. * De vergadering maakt onderdeel uit van het programma van de Regionale Assemblée van U10. Hiervoor hebt u apart een uitnodiging ontvangen. Het precieze programma, met daarin de begintijd van de vergadering, ontvangt u nog. Een lichte maaltijd is voorzien voorafgaand aan de AB-vergadering. Het verzoek is om als u naar de AB-vergadering komt, u aan te melden voor de Regionale Assemblée via info@utrecht10.nl. Dit in verband met de catering voor en na de vergadering. In de Tuinzaal vergaderen wij in een theateropstelling. De stoelen voor de leden bevatten geen tafeltjes. Met vriendelijke groet, de voorzitter, mr. J.H.C. van Zanen Postbus SE Utrecht Bank info@regioutrecht.nl Bezoekadres: Archimedeslaan BA Utrecht T (030) F (030) In Bestuur Regio Utrecht werken negen gemeenten samen aan de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de economische ontwikkeling van de regio Utrecht. Het gaat om: Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Vianen en Zeist.

2 Agenda vergadering algemeen bestuur van 8 juli Opening en mededelingen 2. Notulen vergadering van 11 februari 2015 Voorstel: Notulen vaststellen. 3. Ingekomen stukken 4. Principebesluit over de opheffing van de gemeenschappelijke regeling Bestuur Regio Utrecht Voorstel: 1. Kennis nemen van de reacties van de gemeenteraden 2. Het principebesluit nemen voor opheffing van de gemeenschappelijke regeling Bestuur Regio Utrecht 5. Intrekken huisvestingsverordening Regionale Huisvestingsverordening Bestuur Regio Utrecht intrekken per 8 juli 2015 Voorstel: 1. Instemmen met de intrekking van de Regionale Huisvestingsverordening Bestuur Regio Utrecht; 2. In afwijking van het eerste beslispunt, hoofdstuk 3 wijziging en samenstelling van de woonruimtevoorraad en artikel 4.2 en 4.3, niet in te trekken voor de gemeente Utrecht en 3. Het besluit in laten gaan op 8 juli Indien een gemeentelijke huisvestingsverordening na 8 juli 2015 in werking treedt, in afwijking van beslispunt 1, is de Regionale Huisvestingsverordening BRU tot die tijd nog geldig tot uiterlijk 1 januari Jaarstukken 2014 Voorstel: 1. De jaarstukken 2014 vaststellen; 2. Het voordelig jaarresultaat 2014 groot toe te voegen aan de Algemene Reserve; 3. Instemmen met de vorming van de Bestemmingsreserve Transitie GR ; 4. Instemmen met een onttrekking van 1,4 mln. uit de bestemmingsreserve BDU Rente en toe te voegen aan de bestemmingsreserve Transitie GR ; N.B.: in de aanloop naar uw vergadering krijgt u nog de volgende stukken toegezonden: - Accountantsverslag - Verslag rekeningcommissie 7. Rondvraag 8. Sluiting 2

3 Nr Notulen van de openbare AB-vergadering op woensdag 11 februari 2015, tot uur, raadszaal van de gemeente Nieuwegein voorzitter: secretaris: leden: Afwezig: Verslag: mr. J.H.C. van Zanen P.C.M. van Elteren A.J. Gerritsen (De Bilt) A.A. de Boer (De Bilt) M. Boer (De Bilt) F.A. Schenk (Bunnik) M.G. Dagniaux (Houten A.J. Adriani (Nieuwegein) H.J. Schat (Nieuwegein) mw. E. Kotkamp (Nieuwegein) mw. R.C. Blom-Oosterhoff (Nieuwegein) P.F. de Groene (Stichtse Vecht) E.R.M. Balemans (Stichtse Vecht) R. Roos (Stichtse Vecht) mw. L. van Hooijdonk (Utrecht) B. Fokke (Utrecht) P.H. van Corler mw. N. van Gemert (Utrecht) mw. J. Uringa J. Huizinga (IJsselstein) mw. M.N. Kallen-Morren (IJsselstein) N. Slob (IJsselstein) J.J.L.M. Janssen (Zeist) H.R. Camstra (Zeist) Mw. H. Kaemingk (Zeist) P. Otten (Zeist) H.M. Ostendorp (Bunnik) C. van Dalen (Houten) P.A.M. de Laat (Houten) D.E. van t Hof (Stichtse Vecht) P. Jansen (Utrecht) W.W. Buunk (Utrecht) R. Post (Utrecht) C. Bos (Utrecht) mw. E. van Esch (Utrecht) J.A.E. Landwehr (Vianen) H.C. van Tilburg (Vianen) M. Kassing-Veenbrink (Kassing Notuleerservice, Odijk) 1. Opening en mededelingen De voorzitter, de heer Van Zanen, opent de vergadering. Bericht van verhindering is ontvangen van heren Landwehr, Van Tilburg, Jansen, Buunk en Van Dalen. De heer Adriani (DB) heet de aanwezigen welkom in raadszaal van de gemeente Nieuwegein. 1/4

4 2. Notulen vergadering van 17 december 2015 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 3. Ingekomen stukken Er zijn geen ingekomen stukken. 4. Benoeming lid dagelijks bestuur Mevrouw M.N. Kallen-Morren wordt met algemene stemmen benoemd tot lid van het dagelijks bestuur namens de gemeente IJsselstein. 5. Eerste wijziging programmabegroting 2015 De heer De Groene (DB) licht toe dat zaken die in 2014 zijn vastgesteld niet zijn gewijzigd. Deze teksten, en ook de teksten uit U10-verband, zijn ongewijzigd opgenomen. De zaken die zijn overgedragen aan de provincie zijn uit de begroting 2015 gehaald. De heer Schenk (Bunnik) merkt op dat in document 5.1 bijlage 1 de lasten en baten van het bestuur worden toegelicht. Deze waren 0,5% en gaan naar ongeveer 50% van de begroting. De heer Schenk vraagt of er nog aanpassingen worden doorgevoerd bijvoorbeeld een kostenreductie en of het bedrag kan worden uitgesplitst. In document 5.2 staat op pagina 29 dat de jaarlijks uit te keren bedragen van BWS subsidie worden in het programma wonen geboekt en de lasten worden gevoed vanuit de reserve. De betalingen lopen nog door tot In 2018 is nog een onttrekking aan de reserve voorzien. De heer Schenk vraagt of dit correct is. Tot slot merkt hij op dat op pagina 21 alle vervallen onderdelen staan vermeld echter in de bijlage A staan alle portefeuillehouders nog wel vermeld. Hij vraagt of dit niet moet worden aangepast. De heer Fokke (Utrecht) merkt op dat op pagina 28 als gevolg van gewijzigde begroting een onttrekking wordt gedaan aan de reserves van euro in 2015 maar in het overzicht reserves op pagina 33 is dit bedrag niet terug te vinden. Uit dit overzicht blijkt dat de reserves constant blijven. De heer Fokke vraagt de portefeuillehouder om verduidelijking. De heer De Groene (DB) antwoordt dat de bestuurskosten 50% van de begroting uitmaken. In de laatste tabel begroting 2015 is een uitsplitsing van de kosten gemaakt. Het bedrag ad euro is de dekking van een aantal personeelskosten in de U10. Voor het bedrag ad euro worden de kosten gedekt voor de liquidatie, het opheffen van de Wgr-plus, afkoop, risico. etc. Het zou kunnen dat dit bedrag niet volledig zal worden gebruikt. In de regel boven de tabel op pagina 29 staat In de tabel wordt een bedrag genoemd in Dat is een omissie. De heer De Groene gaat ervan uit dat dit niet meer speelt in In de tabel in bijlage A staan de portefeuillehouders benoemd zoals deze in 2014 golden. In 2015 heeft een aantal portefeuillehouders geen budget maar is nog wel werkzaam om zaken met de provincie af te ronden. Voorgesteld wordt dit niet aan te passen. In bijlage B, reserves en voorzieningen, is het bedrag onder 2015 en 2016 opgenomen ad euro. Het bedrag valt vrij. De heer De Groene licht toe dat in de regel rentebaten de afbouw staat vermeld. Het bedrag loopt af van euro eind 2013 naar euro eind De eerste wijziging programmabegroting 2015 wordt conform voorstel met kenmerk vastgesteld. 2/4

5 6. Rondvraag De heer Van Corler (Utrecht) vraagt het DB, gelet op de korte duur van deze vergadering, om een voorstel te doen hoe de AB-vergaderingen zo efficiënt mogelijk ingericht kunnen worden. De heer Janssen (DB) licht toe dat er in de komende maanden nog twee belangrijke momenten zijn voor het AB. Namelijk het besluit tot liquidatie van het BRU en vervolgens het liquidatieplan. Het liquidatieplan wordt voorgelegd aan de deelnemende gemeenten. De gemeenten kunnen een zienswijze indienen en vervolgens moet het AB hier een besluit over nemen. Aanstaande maandag zal het DB over de planning spreken. Daarna zal aan het AB een vergaderplanning worden gezonden die tegemoet komt aan het signaal van de delegatie Utrecht. De toekomst van de regeling is een onderwerp voor de nabije toekomst. Er wordt gesproken met de provincie over de samenwerking met betrekking tot verkeer en vervoer. Er vinden nog gesprekken plaats met de provincie om de afspraken tot nu toe beter uit te werken en te borgen. Op 10 juni a.s. van tot uur is een afsluitende bijeenkomst van het BRU waarvoor AB en oud-ab-leden voor worden uitgenodigd. Een uitnodiging volgt. Mevrouw Van Hooijdonk (DB) licht toe dat de 9 wethouders Verkeer en vervoer van de BRU-gemeenten een aantal keer in overleg bijeen zijn geweest om zich te beraden over de samenwerking in de nieuwe context. Wat de gemeenten bindt is de concessie die door de provincie wordt beheerd. In de afspraken die met de provincie zijn gemaakt is het beleid en de begroting vastgeklikt. Mogelijke mee- en tegenvallers moeten binnen deze begroting worden uitgewisseld. De gemeenten hebben er belang bij dat binnen het beleids- en financiële domein zo goed als mogelijk met één mond te spreken met de provincie. Die intentie is er bij de 9 gemeenten. Een aantal onderwerpen waarover moet worden gesproken is vastgesteld zoals over het concessiebeheer, over het programma s, de projecten, de financiële cyclus en de beleidsmatige ontwikkelingen in de stadsregio. De intensiteit van de samenwerking volgt de inhoud. Als er iets te beïnvloeden valt bij de provincie, dan moet op het juiste moment worden overlegd om een gezamenlijke positie te verwerven. Vervolgens bespreekt een duo waaronder de wethouder van Utrecht dit met de provincie. Materieel is bekend wat de 9 gemeenten willen maar de ambtelijke ondersteuning moet nog worden geregeld. Wat is besproken wordt uitgewerkt in een convenant en vervolgens zal de vorm waarin dit wordt geregeld nog worden bepaald. De heer Adriani (DB) licht toe dat er sinds december geen gesprekken met de Gedeputeerde hebben plaatsgevonden. Er is wel een aantal dingen nader uitgewerkt. Aankomende maandag vindt een afrondend gesprek plaats. De inhoudelijke lijn wordt bij elkaar gebracht. Het is noodzakelijk dat het goed wordt opgeschreven. De medewerkers zijn per 1 januari 2015 overgegaan naar de provincie. De provincie heeft een rapport gemaakt om de risico s van de BRU-gelden inzichtelijk te maken. Dit document zal maandag worden besproken. Er zal een allesomvattend overdrachtsdocument worden opgesteld. Dit document zal ter informatie aan het AB worden gestuurd en mogelijk ter vaststelling aan de gemeenteraden. Het is de bedoeling om het document voor de Statenverkiezingen op 18 maart door de Staten te laten vaststellen. Mevrouw Blom (Nieuwegein) is verbaasd dat er al een bijeenkomst genoteerd kan worden over het afsluiten/opheffen van het BRU terwijl de discussie nog loopt. 3/4

6 De heer Janssen (DB) antwoordt dat op 10 juni ook teruggeblikt zal worden op 20 jaar regionale samenwerking. Wat strikt met de regeling gebeurt kan los van deze bijeenkomst gezien worden. Het is ook een afsluitende bijeenkomst richting het personeel. Mevrouw Blom (Nieuwegein) lijkt het goed om richting het personeel iets afsluitends te doen en terug te kijken op wat er is bereikt. De heer Huizinga (IJsselstein) verzoekt de vergaderplanning zo spoedig mogelijk aan de delegaties te sturen zodat de planning van de gemeenten hierop kan worden afgestemd. De voorzitter antwoordt dat dit voorstel redelijk lijkt en zegt toe er alles aan te zullen doen om het mogelijk te maken. 7. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur. 4/4

7 algemeen bestuur 8 juli 2015 Agendapunt : 3 Nr. : Bijlagen : - Onderwerp Ingekomen stukken Er zijn geen ingekomen stukken.

8 algemeen bestuur 8 juli 2015 Agendapunt : 4 Portefeuillehouder : drs. J.J.L.M. Janssen Registratienr. : Voorstel in het kort Onderwerp Principebesluit over de opheffing van de gemeenschappelijke regeling Bestuur Regio Utrecht Status Openbaar Voorgesteld besluit 1. Kennis nemen van de reacties van de gemeenteraden 2. Het principebesluit nemen voor opheffing van de gemeenschappelijke regeling Bestuur Regio Utrecht Samenvatting Het dagelijks bestuur heeft naar aanleiding van haar vergadering van 16 maart 2015 aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten gevraagd wat hun voorkeur is m.b.t. de toekomst van de gemeenschappelijke regeling BRU. De raden konden hun voorkeur uitspreken voor opheffing of omvorming van de gemeenschappelijke regeling. Inmiddels hebben alle negen raden besloten om te kiezen voor opheffing. Het voorstel is om een principekeuze te maken voor opheffing van de gemeenschappelijke regeling. Daarna zal het dagelijks bestuur een liquidatieplan opstellen, wat voorgelegd wordt aan de raden van de deelnemende gemeenten. Bijlagen - Brief van de gemeente Bunnik - Brief van de gemeente Stichtse Vecht

9 Toelichting 1 Aanleiding en probleembeschrijving Het dagelijks bestuur heeft naar aanleiding van haar vergadering van 16 maart 2015 aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten gevraagd wat hun voorkeur is m.b.t. de toekomst van de gemeenschappelijke regeling BRU. De raden konden hun voorkeur uitspreken voor opheffing of omvorming van de gemeenschappelijke regeling. De raden hadden tot 8 juni de gelegenheid om te reageren. 2 Beleidskader Voor achtergronden wordt verwezen naar de brief aan de raden van de deelnemende gemeenten van 16 maart 2015 (kenmerk ). 3 Oplossing en argumentatie Inmiddels hebben alle negen raden besloten om te kiezen voor opheffing, zo blijkt na raadpleging van de raadsbesluiten en een aantal ontvangen brieven. Het voorstel is daarom om over te gaan tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling en liquidatie van de BRU-organisatie. Het proces is weergegeven in het schema hieronder. De eerstvolgende stap is dat het algemeen bestuur een principebesluit neemt om de gemeenschappelijke regeling op te heffen. Aansluitend zal het dagelijks bestuur het ontwerp-liquidatieplan behandelen en rondsturen aan de deelnemende gemeenten. Wanneer Wie Wat 16 maart DB BRU - De gemeenteraden vragen naar hun wens m.b.t. de gemeenschappelijke regeling; 16 maart 8 juni Raden van de BRU-gemeenten - Aangeven wat de wens is m.b.t. de gemeenschappelijke regeling. 8 juni DB BRU - Kennis nemen van de reacties van de raden en aan de hand daarvan voorstel agenderen t.b.v. AB van 24 juni 24 juni AB BRU - Kennis nemen van de reacties van de raden en aan de hand daarvan principebesluit nemen voor opheffing van de gemeenschappelijke regeling. 24 juni (aansluitend aan AB-vergadering) DB BRU - Ontwerp-liquidatieplan vaststellen en toesturen aan de raden; 24 juni 12 oktober Raden van de BRU-gemeenten - Besluit nemen tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling; - Zienswijze indienen op het conceptliquidatieplan. 12 oktober DB BRU - Kennis nemen van de reacties van de raden op het liquidatieplan en aan de hand daarvan voorstel agenderen t.b.v. AB van 28 oktober. Pagina 2 van 3

10 28 oktober AB BRU - Kennis nemen van de reacties van de raden op het liquidatieplan en aan de hand daarvan: - Besluiten tot liquidatie; - Liquidatieplan vaststellen. 1 januari Opheffing van de gemeenschappelijke regeling en start van de daadwerkelijke liquidatie. 4 Financiële aspecten Programma: Activiteit: Dekking: Bestuur Versterking regionale samenwerking Vanuit product 0120 worden de kosten gedekt door de Regiobijdrage 5 Juridische aspecten De Wet afschaffing plusregio s geeft de deelnemende gemeenten één jaar om de gemeenschappelijke regeling aan te passen op het afstoten van de plustaken. Artikelen 43 en 44 van de gemeenschappelijke regeling Bestuur Regio Utrecht beschrijven de procedure voor wijziging of opheffing. 6 Risico s N.v.t. 7 Communicatie Externe communicatie zal plaatsvinden na vrijgave van het liquidatieplan aan de raden van de deelnemende gemeenten. Pagina 3 van 3

11 gemeente Bunnik Bestuur Regio Utrecht t.a.v. het Dagelijks Bestuur Postbus SE UTRECHT Ons kenmerk Datum Bijlagen Verzonden zaaknr. 20 mei 2015 Uw kenmerk Medewerker Telefoonnummer dhr. J. Linders Onderwerp : Standpunt gemeenteraad over gemeenschappelijke regeling BRU Geachte leden van het Dagelijks Bestuur, Dank voor uw brief d.d. 16 maart 2015, waarin u vraagt om het standpunt van onze raad over de huidige gemeenschappelijke regeling BRU. Dit standpunt is aan de orde geweest tijdens het gesprek dat onze gemeenteraad op woensdag 22 april heeft gevoerd met burgemeester Backhuijs van Nieuwegein en met burgemeester Van Zanen. In dat gesprek is de toekomst van de regionale samenwerking in de vorm van de U10 uitgebreid aan de orde is geweest. Binnen de gemeenteraad van Bunnik bestaat breed draagvlak voor opheffing van de gemeenschappelijke regeling BRU, om een frisse (her)start te maken met de regionale samenwerking in de Utrechtse stedelijke regio. De Bunnikse gemeenteraad steunt het DB BRU in het proces om deze opheffing verder vorm te geven, zodat zij in het najaar kan overgaan tot concrete besluitvorming. Wij vertrouwen erop u op deze wijze voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, de burgemeester r van de gemeente Bunnik, de griffier van de gemeente Bunnik,

12 INGEKOMEN 01 JUNI IS. ö?ą(í Endelhovenlaan 1, 3601 GR Maarssen Postbus 1212, 3600 BE Maarssen T F info@stichtsevecht.nl Aan het Dagelijks Bestuur Regio Utrecht Postbus SE UTRECHT Datum 20 mei 2015 Onderwerp Berichtgeving voornemen tot opheffing GR BRU Bijlage(n) n.v.t. Afdeling Bestuursstaf Behandeld door S.M. Gulzar Direct nummer sharief.gulzar@stichtsevecht. nl VERZONDEN 2 7 MEI 2015 Ons kenmerk Z/15/ UIT/15/44726 Uw kenmerk Bij beantwoording graag ons kenmerk en datum vermelden. Geachte leden van het Dagelijks Bestuur, In uw brief d.d. 16 maart 2015 vraagt u aan het college van Stichtse Vecht een standpunt omtrent de huidige gemeenschappelijke regeling kenbaar te maken voor 18 juni Op 19 mei 2015 jongstleden heeft de gemeenteraad het voorstel van ons college overgenomen. De gemeenteraad heeft besloten het voornemen uit te spreken om de huidige gemeenschappelijke regeling op te heffen. We hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en zien uw reactie graag tegemoet. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht namens hem ; ni Mevrou Ldl van Hussel gemeer iies ÎC rata ris : f f Pagina 1 van 1

13 algemeen bestuur 8 juli 2015 Agendapunt : 5 Portefeuillehouder : A.J. Adriani en P. Jansen Registratienr. : Voorstel in het kort Onderwerp Regionale Huisvestingsverordening Bestuur Regio Utrecht intrekken per 8 juli 2015 Status Openbaar Voorgesteld besluit 1. Instemmen met de intrekking van de Regionale Huisvestingsverordening Bestuur Regio Utrecht; 2. In afwijking van het eerste beslispunt, hoofdstuk 3 wijziging en samenstelling van de woonruimtevoorraad en artikel 4.2 en 4.3, niet in te trekken voor de gemeente Utrecht en 3. Het besluit in laten gaan op 8 juli Indien een gemeentelijke huisvestingsverordening na 8 juli 2015 in werking treedt, in afwijking van beslispunt 1, is de Regionale Huisvestingsverordening BRU tot die tijd nog geldig tot uiterlijk 1 januari Samenvatting Vanaf 1 januari 2015 is de nieuwe Huisvestingswet 2014 van kracht. Gemeenten worden hierdoor in staat gesteld een huisvestingsverordening vast te stellen. Het vaststellen van een nieuwe huisvestingsverordening is een taak van de gemeenteraad. De bevoegdheid van Bestuur Regio Utrecht om een nieuwe regionale huisvestingsverordening vast te stellen is vanaf 1 januari 2015 vervallen met de Wet Afschaffen Plusregio s. In deze wet is wel een overgangsregeling opgenomen. Door deze overgangsregeling vervalt de regionale huisvestingsverordening van BRU automatisch op 1 januari Als een eerder moment wenselijk is, dan dient de regionale huisvestingsverordening ingetrokken te worden door het algemeen bestuur. De overgangsperiode voor gemeenten die onder de plusregio vallen is anders dan voor andere gemeenten. Voor de andere gemeenten vervalt de huisvestingsverordening op 1 juli In de regio Utrecht wordt al vanaf 1997 gewerkt met een eenduidig regionaal systeem. Als regio gaat het om zestien gemeenten. Naast de gemeenten in BRU zijn er nog zeven andere gemeenten, namelijk: Woerden, Lopik, De Ronde Venen, Oudewater, Montfoort, Wijk bij Duurstede en Utrechtse Heuvelrug. De huisvestingsverordening op basis van de oude Huisvestingswet vervalt in deze gemeenten van rechtswege per 1 juli Voor een nieuwe huisvestingsverordening op 1 juli 2015 hebben de wethouders wonen intensief samengewerkt. Het resultaat van deze samenwerking is een voorstel voor een regionale

14 huisvestingsverordening, die in elke gemeenteraad afzonderlijk kan worden vastgesteld. Naast de eenduidige regionale regels is er voor iedere gemeente beperkt ruimte voor specifiek gemeentelijk woonbeleid. Als de huisvestingsverordening in iedere gemeente wordt vastgesteld kan het regionale verdeelsysteem worden gecontinueerd op basis van de nieuwe Huisvestingswet. In de huisvestingsverordening staan ook de regels voor de aanpassing van de woonruimtevoorraad, bijvoorbeeld als een zelfstandige woning wordt omgezet naar onzelfstandige woonruimte. In de gemeente Utrecht loopt nog een traject voor de evaluatie van de huidige regels. Om een goede afweging te kunnen maken voor nieuwe regels is 1 juli 2015 te vroeg. Het intrekken van de regionale huisvestingsverordening op dit gedeelte, is niet van toepassing voor de gemeente Utrecht maar vervalt op 1 januari 2016 van rechtswege. Bijlagen Geen Pagina 2 van 4

15 Toelichting 1 Aanleiding en probleembeschrijving Vanaf 1 januari 2015 is de nieuwe Huisvestingswet 2014 van kracht. Gemeenten worden hierdoor in staat gesteld een huisvestingsverordening vast te stellen. Het vaststellen van een nieuwe huisvestingsverordening is een taak van de gemeenteraad. De bevoegdheid van Bestuur Regio Utrecht om een nieuwe regionale huisvestingsverordening vast te stellen is vanaf 1 januari 2015 vervallen met de Wet Afschaffen Plusregio s. In deze wet is wel een overgangsregeling opgenomen. Door deze overgangsregeling vervalt de regionale huisvestingsverordening van BRU automatisch op 1 januari Als een eerder moment wenselijk is, dan dient de regionale huisvestingsverordening ingetrokken te worden door het algemeen bestuur. De overgangsperiode voor gemeenten die onder de plusregio vallen is anders dan voor andere gemeenten. Voor de andere gemeenten vervalt de huisvestingsverordening al op 1 juli Met alle gemeenten in de woningmarktregio zijn de nieuwe eenduidige regels afgestemd. Onderdeel van deze afstemming is een huisvestingsverordening met eenduidige regionale regels vast te stellen in de gemeenteraden per 1 juli In de gemeente Utrecht wordt op dit moment het beleid geëvalueerd voor de aanpassing van de woonruimtevoorraad. Om een goede afweging te kunnen maken voor nieuwe regels is 1 juli 2015 te vroeg. 2 Beleidskader Gemeentelijke huisvestingsverordening regio Utrecht Het traject voor een nieuwe huisvestingsverordening is gestart op 26 juni 2014 door de wethouders Wonen van de samenwerkende gemeenten in U10 verband. Kort hierop zijn de overige zes gemeenten in de woningmarktregio betrokken bij het proces. Op 26 maart 2015 is door de wethouders wonen ingestemd met de nieuwe regels voor een huisvestingsverordening in de regio Utrecht is ingestemd met de start van de besluitvorming in de gemeenten. Naar verwachting kan per 1 juli 2015 een huisvestingsverordening in werking treden in zestien gemeenten en kan het regionale verdeelsysteem worden gecontinueerd. Inmiddels vindt de besluitvorming in iedere gemeente plaats en wordt op diverse data het besluit verwacht voor een nieuwe gemeentelijke huisvestingsverordening met eenduidige regionale regels. Het intrekken van de regionale huisvestingsverordening BRU is voor de BRU gemeenten een voorwaarde voor de inwerking trede van de nieuwe huisvestingsverordening op 1 juli Behoud hoofdstuk 3 voor de gemeente Utrecht De noodzaak voor regionaal eenduidig beleid heeft vooral te maken met woonruimteverdeling. De datum 1 juli 2015 is van belang om het regionale systeem te continueren in 16 gemeenten. Deze noodzaak is er niet voor het onderdeel aanpassing van de woonruimtevoorraad. 3 Oplossing en argumentatie - In de overgangsregeling in de wet voor de afschaffing van de plusregio, is de bevoegdheid opgenomen dat het algemeen bestuur van een plusregio de huisvestingsverordening voor 1 januari 2016 kan intrekken. - De gemeente Utrecht wil voor hoofdstuk 3 nieuwe regels vaststellen per 1 januari In de BRU-verordening heeft dit betrekking op hoofdstuk 3 en in het verlengde hiervan op artikel 4.2, bestuurlijke boete, en 4.3, strafbepaling. De laatste twee artikelen worden gebruikt als in strijd wordt gehandeld met de vergunningplicht uit hoofdstuk 3. Vanaf 1 januari 2016 vervalt dit deel van de BRU-verordening van rechtswege. Pagina 3 van 4

16 - Als een gemeente onverhoopt niet per 1 juli 2015 een huisvestingsverordening vaststelt, dan blijft de BRU-verordening van kracht tot uiterlijk 1 januari 2016 of eerder op het moment dat er wel een gemeentelijke verordening in werking treedt. 4 Financiële aspecten Naast de kosten voor personele inzet en de bekendmaking van de intrekking in de media zijn er geen extra kosten. De kosten passen binnen het programma Wonen (0301D) dat aan de gemeente Utrecht is overgedragen voor de uitvoering van de activiteiten van U10. 5 Juridische aspecten In de wet voor de afschaffing van de plusregio s is in hoofdstuk 4 een overgangsbepaling opgenomen. Uiterlijk een jaar nadat de wet in werking is getreden (1 januari 2015) vervallen de regionale huisvestingsverordeningen. In dat jaar kan de regionale huisvestingsverordening ook worden ingetrokken. Hieronder het betreffende artikel XXIII. Artikel XXIII 1. De huisvestingsverordeningen, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Huisvestingswet, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van kracht zijn in plusregio s als bedoeld in artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, blijven in de dienovereenkomstige gebieden van kracht tot het moment waarop de gemeenschappelijke regeling waarbij de plusregio is ingesteld, krachtens artikel XVII, eerste lid, is beëindigd met dien verstande dat de verordeningen uiterlijk een jaar na inwerkingtreding van deze wet vervallen. 2. De vervaltermijn, bedoeld in het eerste lid, treedt in voorkomende gevallen in de plaats van de termijnen waarop de verordeningen zouden zijn vervallen, indien de plusregio zou hebben voortbestaan. 3. Gedurende de periode dat de huisvestingsverordeningen van kracht zijn, kan het algemeen bestuur van een voormalige plusregio deze wijzigen of intrekken.. 6 Risico s Vaststelling huisvestingsverordening in zestien gemeenten In zestien gemeenten is een traject gestart om op 1 juli 2015 een huisvestingsverordening in werking te laten treden. In het voortraject is een voorbeeldverordening regionaal afgestemd. Maar uiteindelijk moet iedere gemeenteraad afzonderlijk een besluit nemen. Dit besluit kan afwijken van de regionaal afgestemde regels. In het voortraject zijn geen geluiden gehoord die hierop wijzen. Uitvoering WoningNet vanaf 1 juli 2015 De uitvoering van de woonruimteverdeling is een verantwoordelijkheid van de woningcorporaties in de regio. De woningcorporaties zijn verenigd in de SWRU, de SWRU treedt als opdrachtgever op naar WoningNet, de systeemuitvoerder. De SWRU verwacht dat WoningNet tijdig het systeem heeft aangepast. 7 Communicatie Het intrekken van de regionale huisvestingsverordening is een mijlpaal in het proces om per 1 juli 2015 zestien gemeentelijke huisvestingsverordeningen vast te stellen. Het voornaamste communicatieaspect ligt bij de nieuwe huisvestingsverordeningen en niet bij de intrekking van een verordening. BRU heeft nog de wettelijke taak om de verordening in te trekken, de vaststelling van een nieuwe verordening is een taak van de gemeenten. Communicatie over de nieuwe verordeningen is daarmee ook een taak van deze gemeenten. Voor de intrekking van de regionale huisvestingsverordening wordt melding gemaakt in de media. Pagina 4 van 4

17 algemeen bestuur 8 juli 2015 Agendapunt : 6 Portefeuillehouder : J.A.E. Landwehr Registratienr. : Voorstel in het kort Onderwerp Jaarstukken 2014 Status Openbaar Voorgesteld besluit 1. De jaarstukken 2014 vaststellen; 2. Het voordelig jaarresultaat 2014 groot toe te voegen aan de Algemene Reserve; 3. Instemmen met de vorming van de Bestemmingsreserve Transitie GR ; 4. Instemmen met een onttrekking van 1,4 mln. uit de bestemmingsreserve BDU Rente en toe te voegen aan de bestemmingsreserve Transitie GR ; Samenvatting Hierbij treft u aan de jaarstukken Bestuur Regio Utrecht Over de jaarstukken 2014 inclusief de SISA-bijlage is een Accountantsverslag met een Controleverklaring ontvangen van de accountant. In de SISA-bijlage wordt verantwoording afgelegd over twee specifieke uitkeringen, te weten: de Brede Doeluitkering (BDU) en Bereikbaarheids Offensief Randstad (BOR). De Rekeningcommissie bespreekt de jaarstukken 2014 op 29 juni 2015 met de externe accountant. De bevindingen worden opgenomen in een brief aan het Algemeen Bestuur. De programmarekening 2014 sluit met een positief saldo van Dit resultaat betreft het voordelig saldo van de Regiobijdrage Voorgesteld wordt om dit bedrag toe te voegen aan de Algemene Reserve. In verband met de transitie (omvorming of liquidatie) van de gemeenschappelijke regeling wordt voorgesteld een aparte bestemmingsreserve Transitie GR te vormen en te voeden met een bedrag van 1,4 mln. door een onttrekking vanuit de bestemmingsreserve BDU rente. Bijlagen 1. Jaarstukken 2014 van BRU bestaande uit het jaarverslag, de jaarrekening en het verslag van de accountant met een controleverklaring.

18 Toelichting 1 Aanleiding en probleembeschrijving De Gemeenschappelijke Regeling Bestuur Regio Utrecht (BRU) geeft aan dat het Algemeen Bestuur, uiterlijk op 1 juli volgend op het jaar waarop het betrekking heeft, de jaarstukken vaststelt. De Financiële Verordening geeft aan dat het Dagelijks Bestuur jaarlijks vóór 1 juli de jaarrekening aanbiedt aan het Algemeen Bestuur. De Financiële Verordening geeft aan dat de jaarrekening moet zijn ingedeeld volgens de regels in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De jaarstukken over 2014 zijn bijgevoegd bij dit voorstel. 2 Beleidskader Gemeenschappelijke Regeling BRU, Financiële Verordening BRU en BBV. 3 Oplossing en argumentatie Proces m.b.t. jaarstukken 2014 De externe accountant (Deloitte) is medio mei 2015 gestart met de controle van de jaarrekening. BRU heeft Deloitte een (electronisch) dossier aangeleverd, zodat de controle vlot kan verlopen.. Op het moment van het schrijven van deze nota is de accountant nog bezig met de formele afwikkeling van de controle (review). De verwachting is er zich geen materiële wijzigingen in de ontwerp-jaarstukken zullen gaan voordoen. Het accountantsverslag inclusief accountantsverklaring wordt nagezonden In de Controleverklaring zal de accountant verklaren of de jaarrekening 2014 van BRU een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2014 als van de activa en passiva per 31 december 2014 en in overeenstemming is met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing WNT. Ook zal de accountant verklaren of de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. De ontwerp-jaarstukken 2014 zijn besproken in het Dagelijks Bestuur van 8 juni De jaarstukken zullen op 8 juli 2015 worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Uiterlijk 15 juli moeten de jaarstukken bij de Provincie Utrecht, als financieel toezichthouder, worden ingediend. Resultaatbestemming Toevoeging bestemmingsreserve Transitie GR. Op 1 januari 2015 is de Wet afschaffing plusregio s (Wap) van kracht geworden. Dit betekent dat vanaf die datum de verkeer- en vervoertaken overgaan van BRU naar de Provincie Utrecht. De overige regionale taken (o.a. op gebied van ruimtelijke ordening, economische zaken, milieu en wonen) blijven achter in de Gemeenschappelijke Regeling (GR). Afgesproken is dat het Algemeen Bestuur, in de loop van 2015, een voorstel over de toekomst van de gemeenschappelijke regeling en daarmee de regionale samenwerking gaat voorleggen aan de bestuursorganen van de deelnemende gemeenten. In het najaar van 2015 wordt hierover een definitief besluit genomen. Pagina 2 van 3

19 Voorgesteld wordt om een nieuwe bestemmingsreserve Transitie GR te vormen en deze te voeden met 1,4 mln., vanuit de bestemmingsreserve Rentebaten BDU. De bestemmingsreserve Transitie GR dient voor het dekken van mogelijke risico s en kosten voor de transitie van de Gemeenschappelijke Regeling. Naast de kosten van het afwikkelen van lopende contracten, die niet door de provincie zijn overgenomen, zal BRU voor deze transitie fase kosten maken om dit te gaan ondersteunen. Dit zal nader worden uitgewerkt in een transformatie- of liquidatieplan van de Gemeenschappelijke Regeling. Algemene Reserve. Na bovengenoemde resultaatbestemmingen bedraagt het voordelige saldo van de programmarekening Voorgesteld wordt om dit bedrag toe te voegen aan de Algemene Reserve. 4 Financiële aspecten Programma: Activiteit: Dekking: Bedrijfsvoering N.v.t. N.v.t. 5 Juridische aspecten Dit voorstel is geformuleerd conform artikel 36 uit de Gemeenschappelijke Regeling BRU. 6 Risico s De gemeenten die deelnemen aan de GR worden geadviseerd om, in afwachting van een besluit over de toekomst van regionale samenwerking, voor 2016 middelen in de begroting op te nemen voor de Regiobijdrage. Als een gemeente de middelen anders bestemt kan dit problemen opleveren voor de financiering van de regionale samenwerking in Communicatie Over dit onderwerp vindt geen actieve externe communicatie plaats. Pagina 3 van 3

20 Jaarstukken 2014 van Bestuur Regio Utrecht Datum Mei 2015 (Concept) Status Vastgesteld door het algemeen bestuur op <invullen> 2015

21

22 Colofon Uitgave, eindredactie en vormgeving Bestuur Regio Utrecht Mei 2015 In Bestuur Regio Utrecht werken negen gemeenten samen aan de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de economische ontwikkeling van de regio Utrecht. Het gaat om: Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Vianen en Zeist. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Pagina 1 van 72

23 Pagina 2 van 72

24 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Inleiding 5 JAARVERSLAG 7 PROGRAMMAVERANTWOORDING 9 1 Bestuur Wat wilden we bereiken? Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Heeft het gekost wat het zou kosten? 13 2 Ruimtelijke Ordening Wat wilden we bereiken? Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Heeft het gekost wat het zou kosten? 16 3 Economische zaken Wat wilden we bereiken? Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Heeft het gekost wat het zou kosten? 19 4 Groen, Recreatie en Milieu Wat wilden we bereiken? Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Heeft het gekost wat het zou kosten? 22 5 Wonen Wat wilden we bereiken? Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Heeft het gekost wat het zou kosten? 26 6 Wegen & Verkeer Wat wilden we bereiken? Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Heeft het gekost wat het zou kosten? 32 7 OV Concessie Wat wilden we bereiken? Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Heeft het gekost wat het zou kosten? 40 8 Netwerkontwikkeling Mobiliteit Wat wilden we bereiken? Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Heeft het gekost wat het zou kosten? 45 Pagina 3 van 72

25 9 OV Regiotram Wat wilden we bereiken? Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Heeft het gekost wat het zou kosten? OV Regiotram: aanleg Uithoflijn Wat willen we bereiken in 2018 (plan) Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Heeft het gekost wat het zou kosten? 54 Paragrafen 55 Paragraaf Bedrijfsvoering 57 Heeft het gekost wat het zou kosten? 59 Paragraaf Financiering 60 Heeft het gekost wat het zou kosten? 63 Paragraaf Weerstandsvermogen 64 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 66 Afkortingen en begrippenlijst 70 Jaarrekening Pagina 4 van 72

26 Inleiding Geachte lezer, Voor u liggen de Jaarstukken 2014 van Bestuur Regio Utrecht (BRU). Via deze jaarstukken legt het dagelijks bestuur (DB) verantwoording af over wat BRU het afgelopen jaar heeft gedaan om de doelstellingen, zoals vastgelegd in de Programmabegroting 2014, te bereiken en welke kosten daarmee gepaard gaan. De resultaten van de voor BRU belangrijkste beleidsterreinen leest u terug in de programma s. Zij geven u een beeld van de in 2014 gemaakte keuzes en geboekte resultaten is het laatste jaar waarin BRU beschikte over Brede Doel Uitkering (BDU)-middelen. Op 1 januari 2015 is de Wet afschaffing plusregio s (Wap) van kracht gegaan, wat betekent dat de verkeer- en vervoertaken van BRU naar de provincie Utrecht zijn overgedragen en de BDU Verkeer en Vervoer sinds 1 januari 2015 aan de provincie Utrecht wordt uitgekeerd. BRU heeft met de provincie Utrecht afspraken gemaakt over de overdracht van taken en middelen. De belangrijkste daarvan zijn: 1. Instellen van een overgangsperiode waarbij BRU haar expertise en kennis en ervaring ten aanzien van mobiliteitsbeleid in de Utrechtse grootstedelijke regio kan overdragen. Onderdeel hiervan is dat de provincie na de transitie het door BRU vastgestelde beleid zal overnemen. 2. De vigerende beleidstukken van BRU zijn tot 2020 uitgangspunt, dat laat onverlet dat Provinciale Staten de bevoegdheid heeft om tussentijds beleid te actualiseren. Om te komen tot een geïntegreerd BRU- en provinciebeleid wordt, niet eerder dan na 2 jaar, een proces ingericht van herijking van beleid. In dit proces worden de huidige BRU-gemeenten vooraf bestuurlijk geconsulteerd. 3. De door BRU vastgestelde meerjarenbegroting met uitvoeringsprogramma s (inclusief exploitatie en subsidiebeschikkingen) blijven na de transitie gerespecteerd tot 2020, wat onverlet laat dat Provinciale Staten over budgetrecht beschikt. In relatie tot subsidiebeschikkingen wordt een harmonisatie met de provinciale verantwoordings- en beschikkingsregels toegepast. 4. Tegenvallers bij investeringsprogramma s, Openbaar Vervoer (OV)-exploitatie en beheer & onderhoud worden binnen deze meerjarenbegroting (zie punt 3) opgevangen. In 2020 worden mee- en tegenvallers binnen deze programma s bekeken. Over besteding van een eventueel restant wordt in overleg getreden met de huidige BRU-gemeenten. 5. In aanvulling op punt 2 neemt de provincie Utrecht de besluitvorming van BRU ten aanzien van de tramremise en vervoerkundige koppeling over. Ook hiervoor geldt ten aanzien van mee- en tegenvallers het gestelde onder punt Bij het vaststellen van het jaarlijks OV-vervoerplan worden huidige BRU-gemeenten bestuurlijk nauw betrokken. 7. Gelijk aan andere gemeenten worden BRU-gemeenten vooraf geconsulteerd bij visievorming. De provincie blijft in continue dialoog met de huidige BRU-gemeenten ten aanzien van de specifieke kenmerken van de stadsregionale vraagstukken. 8. De provincie Utrecht neemt de systeemverantwoordelijkheid over voor het OV-systeem bestaande uit eigendom, beheer en exploitatie van infrastructuur en materieel. Ook neemt de provincie de Regiotram Utrecht over, inclusief bijhorende eigendommen. Pas na uitvoering van de huidige infraprojecten ( ) neemt de provincie besluiten over de toekomstige positie (c.q. eventuele verzelfstandiging) van het trambedrijf. In de volgende hoofdstukken worden de behaalde resultaten per programma vergeleken met de in de programmaverantwoording opgenomen doelen en middelen. Pagina 5 van 72

27 Pagina 6 van 72

28 Jaarverslag Pagina 7 van 72

29 Pagina 8 van 72

30 Programmaverantwoording Pagina 9 van 72

31 Pagina 10 van 72

32 1 Bestuur 1.1 Wat wilden we bereiken? Plan: In 2014 is het aan de nieuwe raden en colleges om vorm en inhoud te geven aan de regionale samenwerking. De gezamenlijke inzet in BRU-verband is erop gericht dat de gemeenten zelf zoveel mogelijk zeggenschap hebben over de terreinen waarop gemeenten willen samenwerken en over de vorm van die samenwerking. In BRU-verband hebben raden en colleges vooral vorm en inhoud gegeven aan regionale samenwerking bij taken op het gebied van verkeer en vervoer. Voorbeelden daarvan zijn het vaststellen van de uitgangspunten voor het jaarlijkse vervoerplan en het opstellen van de mobiliteitsvisie grootstedelijk Utrecht. Gemeenten hebben ook in 2014 in U10-verband gezocht naar mogelijkheden voor verdere samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening, economische zaken, groen, recreatie & milieu en wonen. 1.2 Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Plan 1: Het overdrachtsdocument dat eind 2013 is opgesteld wordt verspreid onder de BRU-gemeenten voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen. Het overdrachtsdocument is in maart 2014 verspreid onder alle leden van de nieuwe raden en colleges. Plan 2: Na de gemeenteraadsverkiezingen wordt een nieuw DB aangewezen vanuit het algemeen bestuur (AB) en wordt een introductieprogramma voor het bestuur verzorgd. Op 19 maart 2014 hebben de gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden. Op 28 mei 2014 heeft het AB een nieuw DB aangewezen. Op die dag is er ook een informatiemarkt voor de nieuwe AB-leden georganiseerd. Tijdens deze informatiemarkt hebben de AB-leden kennis gemaakt met de verschillende BRU-afdelingen en hun werkzaamheden. Er is gekozen voor een informele en interactieve setting, waarbij AB-leden door middel van animaties, filmbeelden, posters en gesprekken met BRU-medewerkers werden geïnformeerd over de werkzaamheden en werkwijze van BRU. Tijdens deze bijeenkomst konden AB-leden hun voorkeur uitspreken voor de te bezoeken projecten op de verdiepingsdag. De verdiepingsdag vond plaats op 25 juni Door middel van een rondrit in een nieuwe bus van U-OV zijn achtereenvolgens de Uithoflijn (UHL), de Ring, de Remise en de Plofsluisbrug bezocht. Onderweg werden verschillende presentaties door BRU-medewerkers gehouden over de bezochte projecten. Daarnaast zijn toelichtingen gegeven op de verkenning regionaal OV, Regionaal Verkeersmanagement, de OV-concessie en het uitvoeringsprogramma fiets. In totaal namen 17 AB-leden deel aan deze verdiepingsdag. Pagina 11 van 72

33 Zowel de informatiemarkt als de verdiepingsdag werden door de bestuurders als interessant, leerzaam en bijzonder nuttig ervaren. Plan 3: Na de aanwijzing van het DB wordt een nieuwe regionale agenda opgesteld. Vlak voor het zomerreces heeft de Tweede Kamer het kabinetsvoorstel tot afschaffing van de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) plus aangenomen. Het nieuwe AB heeft daarom besloten geen Regionale Agenda meer op te stellen voor de periode Plan 4: Bij de uitvoering van de regionale agenda wordt de synthese gezocht met het U10-proces. De negen BRU-gemeenten plus de gemeente Woerden geven in U10-verband vorm aan samenwerking op onder andere de thema s ruimtelijke ordening, economische zaken, groen, recreatie & milieu en wonen. De gemeente Utrecht is trekker van U10 en biedt U10 organisatorische en facilitaire ondersteuning. Op 1 oktober 2014 heeft het DB de uitwerkingsovereenkomst netwerk U10 vastgesteld. Om de werkwijze van U10 te ondersteunen geeft BRU U10 de beschikking over een werkbudget van over 2014, waarover de gemeente Utrecht een afrekening heeft ingediend. Een aantal BRUmedewerkers is gedetacheerd bij de gemeente Utrecht. Plan 5: Besluiten van de gemeenten of het Kabinet over de toekomst van regionale samenwerking worden geïmplementeerd. Op 16 december 2014 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de Wet afschaffing plusregio s (Wap). Daarmee was de afschaffing van de plusstatus van BRU een feit. De verkeer- en vervoertaken van BRU (gerelateerd aan de BDU-middelen) zijn per 1 januari 2015 overgedragen aan de provincie Utrecht. Conform de wet heeft BRU vanaf 1 januari 2015 een jaar de tijd om de gemeenschappelijke regeling op te heffen of om te vormen naar een afgeslankte gemeenschappelijke regeling. Pagina 12 van 72

34 1.3 Heeft het gekost wat het zou kosten? Alle bedragen x De lasten zijn hoger dan begroot, omdat de voorbereidingen voor de transitie van de mobiliteitstaken naar de provincie Utrecht voor meer ambtelijke inzet hebben gezorgd en advieskosten voor de Ondernemingsraad met zich mee hebben gebracht. Daarnaast zijn de kosten van de coördinator van de U10-taken, die aan gemeente Utrecht als onderdeel van de afspraak over het werkbudget zijn vergoed, verantwoord in het programma Bestuur. Dit is ook de reden voor het negatieve saldo van op dit programma. De door BRU in 2014 ontvangen Regiobijdrage bedroeg, conform afspraak met de gemeenten (brief van 27 november 2013), Deze bijdrage is als opbrengst verantwoord binnen de programma s Bestuur, Ruimtelijke Ordening (RO), Economische Zaken (EZ), Groen, Recreatie & Milieu en Wonen. Pagina 13 van 72

35 2 Ruimtelijke Ordening 2.1 Wat wilden we bereiken? Plan: Binnenstedelijke bouw en behoud van het landschap, daar ligt de focus van de regionale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. De Utrechtse regio kent ook op langere termijn een grote verstedelijkingsdruk. Centrale opgave is om te voorzien in de blijvende behoefte aan woningen en tegelijkertijd de kwaliteit van het buitengebied verder te versterken, gerelateerd aan de doorontwikkeling van het regionale OV-netwerk. Daartoe wordt een groot deel van de te bouwen woningen op binnenstedelijke locaties gerealiseerd. Daarnaast is aandacht nodig voor (structurele) veranderingen op de kantorenmarkt en voor herstructurering van bedrijventerreinen. Bovenstaande alinea werd begin 2011 opgenomen in de regionale agenda. Sindsdien heeft de crisis op de woningmarkt zich verdiept; de woningmarkt is vrijwel tot stilstand gekomen en de productie van nieuwbouwwoningen in de regio is gezakt van ca woningen naar zo n woningen per jaar. Het is onzeker of al in 2014 herstel van de woningmarkt in zicht is. De wethouders ruimtelijke ontwikkeling van de U10 gemeenten hebben begin 2014 met de folder Regio Utrecht Ruimtelijk verkend een aanzet gepresenteerd voor een ruimtelijke agenda. De inhoud daarvan was grotendeels opgehaald in intensieve gesprekken met experts en maatschappelijke partners. De verkenning bevestigt dat Utrecht trots kan zijn op de topkwaliteit en diversiteit die de regio nu al te bieden heeft. Alles is in huis. Maar om die kwaliteit zo hoog te houden en om op onderdelen echt te kunnen excelleren, moet aan tien vraagstukken intensiever worden samengewerkt. In het najaar van 2014 is gestart met een vervolgproces samen met de bestuurstafel economie. Dat moet leiden tot een Utrechtse Regioatlas (voorjaar 2015) en een gezamenlijke ruimtelijk-economische koers (eind 2015). 2.2 Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Plan 1: BRU participeert in de Noordvleugelsamenwerking: opstellen van een gezamenlijke gebiedsagenda en vertaling daarvan naar projecten en programma s in het bestuurlijk overleg over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). In februari 2014 is een nieuwe gebiedsagenda verschenen. Het bestuurlijk overleg MIRT wordt gecontinueerd Plan 2: In 2013 worden nieuwe uitvoeringsafspraken geformuleerd over woon- en werklocaties voor de periode tot In 2014 wordt de uitvoering van deze afspraken gemonitord en ondersteund. Dit plan krijgt een vervolg in de vraagstukken 2 (transformatie en herstructurering werklocaties) en 4 (vraag naar wonen) van de ruimtelijke agenda (de U10-folder Regio Utrecht ruimtelijk verkend ). Pagina 14 van 72

36 Plan 3: BRU blijft verkennen op welke locaties de verstedelijkingsopgave op langere termijn gerealiseerd kan worden, zoals de A12-zone tussen knooppunten Oudenrijn en Lunetten en ontwikkelingen bij OVknooppunten. Dit plan krijgt en vervolg in vraagstuk 6 (strategische locatie A12-zone) van de ruimtelijke agenda (de U10-folder Regio Utrecht ruimtelijk verkend ) Plan 4: BRU agendeert het belang van de binnenstedelijke opgave (vooral middelen en instrumenten) bij het Rijk, de provincie Utrecht en andere partijen. Regio, rijk en provincie blijven elkaar ontmoeten, onder andere in het kader van het bestuurlijk overleg MIRT. Plan 5: BRU monitort de ontwikkeling van vraag en aanbod op het gebied van woningbouw, kantoorontwikkeling en bedrijventerreinen en brengt de programmering van grootschalige ontwikkelingen in de regio in beeld. Deze actie maakt nadrukkelijk deel uit van de U10-activiteiten om te komen tot een gezamenlijke ruimtelijk-economische koers Plan 6: BRU faciliteert kennisuitwisseling tussen de gemeenten en biedt ondersteuning bij de uitvoering van projecten. Dit gebeurt zowel binnen de regio (U10-cafés, utrecht10.nl) als daarbuiten via bijvoorbeeld platform 31 (forum stedelijke regio s). Pagina 15 van 72

37 2.3 Heeft het gekost wat het zou kosten? Alle bedragen x Van het budget voor onderzoeken is circa niet besteed omdat dit voor de uitvoeringsovereenkomst met de U-10 over 2014 niet nodig was. Pagina 16 van 72

38 3 Economische zaken 3.1 Wat wilden we bereiken? Plan: Een economisch sterke regio met een goede kwalitatieve en kwantitatieve verdeling van werklocaties. Een evenwichtige ontwikkeling van de kantorenmarkt, de detailhandel en de bedrijventerreinenmarkt, gesteund door een succesvolle aanpak op het gebied van herstructurering van bedrijventerreinen. De Utrechtse regio innoveert en versterkt zijn concurrentiepositie op (inter)nationaal schaalniveau. In U10-verband zijn er 6 onderwerpen benoemd waarop de regionale samenwerking wordt voortgezet dan wel de meerwaarde voor verdere samenwerking wordt onderzocht: bedrijventerreinen, detailhandel, economische profilering, toerisme&recreatie, onderwijs&arbeidsmarkt en Europese subsidies. Op alle terreinen (ook aan andere bestuurstafels) wordt waar mogelijk de samenwerking met de Economic Board Utrecht (EBU) aangegaan. Concrete activiteiten van de bestuurstafel economie in 2014 waren onder andere het indienen van een gezamenlijke zienswijze op de provinciale Thematische Structuurvisie Kantoren (TSK), de gezamenlijke profilering op de vastgoedbeurs Provada en het U10-café over detailhandel. 3.2 Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Plan 1: Afspraken maken, actualiseren en naleven in BRU-verband over de kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van de kantorenmarkt Om bestaande leegstand te bestrijden en toekomstige leegstand te voorkomen was het van regionaal belang kwantitatieve en kwalitatieve afspraken te maken over kantoren. In 2013 is een regionaal kantorenmarktstrategie opgesteld, op basis van de aanbevelingen uit de in 2011 vastgestelde kantorenmarktanalyse en het STEC-rapport. In 2014 worden de afspraken uit de in 2013 vastgestelde kantorenmarktstrategie uitgevoerd en gemonitord. Aan de U10-bestuurstafel Economie hebben de wethouders Economie op 10 juni de Regionale Overeenkomst Kantoren ondertekend. De regio heeft met deze overeenkomst een eigen instrument gemaakt, waarmee een adequate sturing van de regionale kantorenmarkt is vastgelegd. Plan 2: Uitvoeren Regionaal Convenant Bedrijventerrein Nieuwe bedrijventerreinen kunnen niet meer worden aangelegd zonder direct te werken aan de herstructurering van bestaande terreinen. Ook zonder meer kiezen voor uitleglocaties is ongewenst. Hiertoe is in 2012 een regionaal convenant bedrijventerreinen opgesteld. Hierin zijn afspraken over herstructurering van bestaande en ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen vastgelegd. Het convenant bevat een uitvoeringsagenda met een doorlopend karakter. De uitvoeringsagenda loopt op schema. Een onderzoek van Doorakkers van eind 2013 wees daar ook al op. Pagina 17 van 72

39 Plan 3: Promotie en profilering regio Een goed vestigingsklimaat en een stevige concurrentiepositie van (bedrijven in) de regio is te bereiken door als één regio naar buiten te treden en onderlinge concurrentie te voorkomen. Profilering, promotie en afstemming in BRU-verband door netwerken en het lanceren van nieuwe initiatieven zorgen voor meer diversiteit en vitaliteit in de regio. Onder meer de participatie in de Utrechtse Ondernemers Academie en het RTV Utrecht-programma BV Utrecht dragen bij aan deze economische vitaliteit van de regio. Ook andere activiteiten met het doel promotie en profilering van de regio worden in 2014 opgepakt. De BRU (onderdeel U 10) stond dit jaar namens de gezamenlijke gemeenten met een stand op de Vastgoedbeurs Provada. Er zijn diverse contacten gelegd met potentiële investeerders. Na evaluatie is besloten ook in 2015 te kiezen voor een gezamenlijke stand. Plan 4: Noordvleugel, EBU en Task Force Innovatie (TFI) Afstemming en samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en de verschillende overheidslagen in de Noordvleugel is van groot belang om de grote internationale concurrentiekracht verder te versterken. De overheden werken samen in het Platform Regionaal Economische Stimulering (PRES). In samenwerking met partijen in de Noordvleugel van de Randstad worden afspraken gemaakt en uitgevoerd, waarmee de regio en het Rijk met elkaar invulling geven aan de versterking van de Noordvleugel en daarmee van Nederland. BRU draagt bij aan activiteiten om innovatie te stimuleren (PRES, Noordvleugel) en de sterke punten van de regionaal economische structuur te promoten. Het bedrijfsleven, de overheid en de kennisinstellingen worden met elkaar verbonden in de EBU. Er wordt gestreefd naar intensivering van de bestuurlijke samenwerking met onze partners. De economische agenda voor de Noordvleugel wordt uitgevoerd. De portefeuillehouder Economische Zaken (EZ) van BRU heeft zitting in de EBU en agendeert daar strategische onderwerpen van economisch belang. De economische agenda voor de Noordvleugel wordt uitgevoerd. De samenwerking tussen EBU en U10 is verder uitgebouwd, onder andere door energiebesparing in de bestaande bouw. Plan 5: BRU behartigt belangen van de BRU-gemeenten en vervult een regiefunctie waar het economische onderwerpen van regionaal belang betreft. Een concrete activiteit van de bestuurstafel economie in 2014 was het indienen van een gezamenlijke zienswijze op de provinciale Thematische Structuurvisie Kantoren. Plan 6: Afspraken maken en kennis/ervaring uitwisselen over (regionaal) detailhandelsbeleid Nadat gemeenten onderling de wensen en wenselijkheid van regionaal beleid hebben bepaald, zal dit in BRU-verband uitgewerkt worden. In 2014 is aan de bestuurstafel gesproken over afstemming met betrekking tot detailhandel en er is een U10-café over detailhandel geweest. De U10-gemeenten lijken het belang van regionale aanpak van dit onderwerp te zien. Pagina 18 van 72

40 3.3 Heeft het gekost wat het zou kosten? Alle bedragen x De lasten op het programma Economische Zaken zijn hoger uitgevallen dan begroot. Dit komt omdat in 2014 een bedrag van is beschikt aan de EBU. Dit bedrag wordt bij de resultaatbestemming 2014, conform het AB-besluit bij de vaststelling van de jaarrekening 2013, onttrokken uit de bestemmingsreserve bijdrage EBU, waarmee deze bestemmingsreserve volledig is benut. Voor 2014 was geen bedrag begroot omdat niet duidelijk was wanneer de subsidieaanvraag voor onttrekking uit EBU zou komen. De kosten voor de coördinatie van de gezamenlijke energie-inkoop zijn hoger uitgevallen. Dit wordt volledig gecompenseerd door de hogere bijdragen van gemeenten aan energie inkoop. Pagina 19 van 72

41 4 Groen, Recreatie en Milieu 4.1 Wat wilden we bereiken? Plan: De Utrechtse regio koestert zijn hoogwaardige woon- en leefmilieu. De bestaande natuur- en groengebieden moeten behouden blijven. BRU voert echter geen zelfstandig beleid op het gebied van groen, onder meer vanwege het ontbreken van financiële middelen en het feit dat vele andere partijen actief zijn op groengebied. Het voeren van integraal beleid staat wel hoog in het vaandel. Dat wil zeggen dat bij het maken van ruimtelijke plannen ook rekening wordt gehouden met de hiervoor genoemde beleidsvelden. In de regionale agenda is vastgelegd dat het BRU slechts een beperkte rol voor zichzelf ziet op het gebied van groen, recreatie en milieu. De voorgenomen activiteiten zijn gebaseerd op oude toezeggingen en afspraken. Het portefeuillehoudersoverleg Groen c.a. is in 2014 niet bijeen geweest. De consultering en advisering over bijvoorbeeld de verleende Recreatie om de Stad (RodS)-beschikkingen (zie plan 2 hierna) heeft per plaatsgevonden. 4.2 Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Plan 1: Voortgangsbewaking groenprojecten. Eind 2011 zijn beschikkingen afgegeven voor de zeven groenprojecten , voor in totaal De voortgang van de projecten wordt bewaakt en waar nodig ondersteund. Hoewel de uiterste looptijd van de projecten tot en met 2015 is, zijn naar verwachting de eerste projecten al in 2013 afgerond. Door middel van een voortgangsrapportage wordt het portefeuillehoudersoverleg twee maal per jaar geïnformeerd over de voortgang. Het grootste project (Speeleiland Maarsseveense Plassen, subsidie )) is in 2013 opgeleverd, de definitieve beschikking is in de loop van 2014 afgerond. Van de andere projecten wordt verwacht dat deze tijdig gerealiseerd worden. Plan 2: Op basis van oude afspraken: een financiële bijdrage leveren aan de uitvoering van RodS In 2013 vindt de besluitvorming over de BRU-bijdrage van in totaal 3,5 mln. plaats. Het idee is om deze in te zetten voor de inrichting van de deelgebieden Haarzuilens (gemeente Utrecht) en Hollandse IJssel (gemeente IJsselstein). Naar verwachting duurt de realisatie van deze projecten enige jaren gaan. Er worden afspraken gemaakt over de voortgangsbewaking. In 2014 zijn de beschikkingen voor Parkbos de Haar ( 1,6 mln.) en voor het publieke deel van Recreatiehoeve Wielrevelt ( ) afgegeven De subsidieaanvraag voor Hollandse IJssel wordt begin 2015 verwacht. Pagina 20 van 72

42 Plan 3: In het kader van belangenbehartiging: deelname aan het Woerdens Beraad. BRU heeft een vertegenwoordiger in het Woerdens Beraad. Dit overlegorgaan van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in het Groene Hart komt gemiddeld vijf maal per jaar bij elkaar. In 2013 zal er duidelijkheid ontstaan zijn over de mogelijke deelname van het Woerdens Beraad aan de Stuurgroep Groene Hart. Tot slot organiseert het Woerdens Beraad jaarlijks een conferentie voor Groene Hartgemeenten. Eind 2013 heeft het DB besloten de deelname aan het Woerdens Beraad met één jaar (in plaats van de gebruikelijke vier jaar) te verlengen tot 1 april Inmiddels was duidelijk geworden dat het Woerdens Beraad niet zou gaan deelnemen aan de Stuurgroep Groene Hart. Toen eind 2014 duidelijk werd dat de Wgr-plus per 1 januari 2015 zo goed als zeker zou worden afgeschaft heeft het DB besloten om, vooruitlopend op een nieuw besluit over voortzetting van deelname, te besluiten daarvan af te zien. Pagina 21 van 72

43 4.3 Heeft het gekost wat het zou kosten? Alle bedragen x In 2014 is voor 2,15 mln. verstrekt aan subsidies (inrichting Parkbos en Pleisterplaats), die zijn gefinancierd uit het restbudget Recreatie om de Stad (van 3,5 mln). Voor een lopende aanvraag van Hollandse IJssel is nog 1,35 mln. beschikbaar. Daarom zijn zowel kosten als baten van dit programma 2,15 mln. hoger dan begroot. Pagina 22 van 72

44 5 Wonen 5.1 Wat wilden we bereiken? Plan: Betaalbare huisvesting is een schaars goed in de Utrechtse regio. De gewenste oplossingen kunnen zelden binnen een enkele gemeente worden geboden. Daarom hebben de samenwerkende gemeenten al langer geleden deze taak op zich genomen. In de regionale agenda zijn daartoe twee doelen geformuleerd en uitgewerkt: 1. Evenwichtiger spreiding sociale woningbouw in de Utrechtse regio. 2. Eerlijke verdeling van schaarse woonruimte met voldoende slaagkansen woningzoekenden. In februari 2014 is aan de bestuurstafel Wonen een paper vastgesteld over de betaalbaarheid van sociale woonruimte in onze regio. Daarin werd geconcludeerd dat: de betaalbaarheid van sociale woonruimte voor veel huishoudens in gevaar is; het onzekere tijden zijn voor woningcorporaties om te investeren; gemeenten meer kans krijgen op sturing van de woningcorporaties maar dat het nog niet duidelijk is hoe en tenslotte dat een duurzame woningvoorraad kansen biedt maar tijd vraagt voor verdere ontwikkeling. Deze onderwerpen zijn in 2014 verder uitgewerkt. Daarnaast is er vanaf 1 januari 2015 een nieuwe Huisvestingswet met als gevolg dat de regionale huisvestingsverordening vervalt op 1 juli De discussie over een nieuwe regionale huisvestingsverordening is gestart in de tweede helft van 2014, onder andere met een openbare discussieavond op 10 november Bijzonder aan woonruimteverdeling in de regio Utrecht is de omvang van de woningmarktregio waarin zestien gemeenten en de woningcorporaties uit deze gemeenten al vanaf 1997 een regionaal systeem hanteren. Bij dit project bestaat U10 uit zestien gemeenten. De zestien wethouders hebben opnieuw uitgesproken op deze schaal te willen blijven samenwerken. Regionaal hebben de woningcorporaties en de gemeenten een advies opgesteld voor een betere verdeling van de schaarse betaalbare woonruimte. Vanwege de urgentie van de problematiek zoals deze in dit advies is beschreven, is per 1 januari 2015 al een voorrangsregeling voor de doelgroep met de laagste inkomens opgenomen in de regionale huisvestingsverordening. Door de voorrangsregeling wordt bevorderd dat de goedkoopste woonruimte beschikbaar komt voor de huishoudens die deze het meest nodig hebben. 5.2 Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Plan 1: Sociale woningbouw stimuleren De woningbouwproductie is vanaf 2011 ingezakt. Met name de sociale woningbouwproductie heeft nog een extra duw gekregen door de financiële onzekerheden bij de woningcorporaties. Als 2014 al herstel laat zien, dan vertaalt zich dit pas in 2015 en later in de oplevering van meer woningen. Met een vooruitzicht op herstel is 2014 wel het jaar waarin gemeenten en sociale partners afspraken kunnen maken over het vervolg. In samenhang met dit onderwerp worden in 2013 wel nieuwe uitvoeringsafspraken gemaakt over nieuwe woon-werklocaties, zie ook het programma Ruimtelijke Ontwikkeling (RO). Pagina 23 van 72

45 Dit plan krijgt een vervolg in vraagstuk 4 (vraag naar wonen) van de ruimtelijke agenda (de U10-folder Regio Utrecht ruimtelijk verkend ). Plan 2: Actief volgen ontwikkelingen woningbouwcorporaties Voor de realisatie van sociale woningbouw zijn de woningcorporaties onontbeerlijk in de regio. BRU blijft de landelijke ontwikkelingen op de voet volgen en bespreekt samen met de gemeenten en de regionale woningcorporaties de regionale gevolgen en onderneemt zo nodig actie. Naar verwachting wordt in 2013 het toezicht op de woningcorporaties opnieuw beoordeeld, inclusief de rol van de gemeenten hierbij. Gelet op de regionale woningmarkt is regionale afstemming gewenst. Overleg met de woningcorporaties vindt regelmatig plaats, bijvoorbeeld het bestuurlijk overleg met het Regioplatform woningcorporaties Utrecht. De herziene woningwet laat langer op zich wachten dan gedacht, onder andere als gevolg van een parlementaire enquête. In 2015 wordt het gesprek tussen gemeenten en corporaties over de rolverdeling voortgezet op basis van de nieuwe wetgeving. Plan 3: Informatie en discussie over de woningmarkt Met actuele informatie over de regionale woningmarkt informeert BRU de gemeenten en haar inwoners. Zo bevordert BRU de discussie tussen de gemeenten. Vanaf 1 januari 2015 is een nieuwe Huisvestingswet van kracht, met als gevolg dat de regionale huisvestingsverordening vervalt op 1 juli De discussie over een nieuwe regionale huisvestingsverordening is gestart in de tweede helft van 2014, onder andere met een openbare discussieavond op 10 november Plan 4: Regionale huisvestingsverordening evalueren en zo nodig aanpassen In de huisvestingsverordening staat het vergunningstelsel voor sociale huurwoningen en de aanpassingen van de woonruimtevoorraad. Het is een belangrijk instrument voor gemeenten bij de huisvesting van doelgroepen, de aanpak van woonoverlast en de aanpassing van de woningvoorraad. Een besluit tot aanpassing van de huisvestingsverordening wordt in het DB genomen. Regionaal hebben de woningcorporaties en de gemeenten een advies opgesteld voor een betere verdeling van de schaarse betaalbare woonruimte. Vanwege de urgentie van de problematiek zoals deze in dit advies is beschreven, is per 1 januari 2015 al een voorrangsregeling voor de doelgroep met de laagste inkomens opgenomen in de regionale huisvestingsverordening. Door de voorrangsregeling wordt bevorderd dat de goedkoopste woonruimte beschikbaar komt voor de huishoudens die deze het meest nodig hebben. Plan 5: Afstemming regionaal woonruimteverdeelsysteem Het toewijzingssysteem voor sociale woonruimte is vastgelegd met regels in de huisvestingsverordening. Het systeem wordt uitgevoerd door de betreffende woningcorporaties in de Stichting Woonruimteverdeling Regio Utrecht (SWRU). Woningcorporaties in zestien gemeenten nemen hieraan deel. Gemeenten hebben een mandaat verleend aan de SWRU voor deze uitvoering. Pagina 24 van 72

46 SWRU stemt de uitvoering af met BRU en de zeven niet-bru-gemeenten. Resultaten en voortgang worden geagendeerd in de bestuurscyclus van BRU. Bijzonder aan woonruimteverdeling in de regio Utrecht is de omvang van de woningmarktregio waarin zestien gemeenten en de woningcorporaties uit deze gemeenten al vanaf 1997 een regionaal systeem hanteren. Bij dit project bestaat U10 uit zestien gemeenten. De zestien wethouders hebben opnieuw uitgesproken op deze schaal te willen blijven samenwerken. Plan 6: Nieuwe Huisvestingswet Het is niet duidelijk wanneer er een nieuwe Huisvestingswet wordt vastgesteld. Al een aantal keren is de behandeling van deze wet uitgesteld. Het is echter wel te verwachten dat een nieuwe huisvestingswet grote gevolgen heeft voor de regionale huisvestingsverordening. Een eerste voorzet uit 2011 heeft dit al duidelijk gemaakt. Na de inwerkingtreding van de wet is er nog een beperkte periode, ongeveer zes maanden, waarbinnen de huisvestingsverordening moet worden aangepast. Dit proces loopt op schema. Plan 7: Doelgroepenbeleid en platformfunctie Diverse doelgroepen, bijvoorbeeld middeninkomens, zijn afhankelijk van sociale huisvesting. De regionale woonruimteverdeling is van invloed op de slaagkans van deze groepen. Regelmatig is een doelgroep onderwerp van discussie. Aanleiding zijn zowel veranderende landelijk regelingen (bijvoorbeeld aanpassing huurbeleid of andere ministeriële regelingen) als lokale prioriteiten. BRU dient daarbij als platform voor gemeenten, waarbij gemeenten niet alleen geïnformeerd worden maar ook kennis en ervaring kunnen uitwisselen (portefeuillehoudersoverleg Wonen). Zie hierboven bij de realisatie van de plannen 4,5 en 6. Plan 8: Bevorderen doorstroming op de woningmarkt De rode draad door de bovenstaande onderwerpen is de doorstroming, of eigenlijk het gebrek aan doorstroming. Al jaren vertoont het aantal verhuizingen een neergaande lijn. Een gezonde woningmarkt heeft doorstroming nodig. Het voorkomt bijvoorbeeld dat woningzoekenden scheef gaan wonen en zorgt dat de schaarse woonruimte passend wordt bewoond door de huishoudens waar de woonruimte voor is gebouwd. In BRU- verband worden de initiatieven en ideeën over stimulering van doorstroming tussen gemeenten onderling uitgewisseld en bediscussieerd. Zie hierboven bij de realisatie van de plannen 4,5 en 6. Pagina 25 van 72

47 5.3 Heeft het gekost wat het zou kosten? Alle bedragen x Een aantal verplichtingen die voortvloeiden uit de wet Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) zijn in 2014 vervallen, waardoor een bedrag van is vrijgevallen in het resultaat (baten BWSmiddelen). De begrote onttrekking uit de bestemmingsreserve rentebaten BWS-budget van was daarom niet nodig. Het programma heeft uiteindelijk een begrotingsoverschot van 0,36 mln. Het positieve saldo van het product BWS binnen het programma Wonen van 0,377 mln. is toegevoegd aan de bestemmingsreserve rentebaten BWS-budget. Pagina 26 van 72

48 6 Wegen & Verkeer 6.1 Wat wilden we bereiken? Plan: Doelen van het programma Wegen en Verkeer zijn: 1. Het verbeteren van de bereikbaarheid van de Utrechtse regio en de regionale Kerngebieden. 2. Het verbeteren van de doorstroming van het openbaar (bus)vervoer om het gebruik van de bus te vergroten. 3. Het vergroten van het fietsgebruik als onderdeel van de totale mobiliteit. 4. Regionaal verkeersmanagement een meer integraal karakter geven. Regionaal verkeersmanagement kenmerkt zich nog steeds door een primaat voor de auto. Daarbij wordt het openbaar vervoer en de fiets in veel gevallen vergeten. Het integrale karakter van regionaal verkeersmanagement moet in elk geval gestalte krijgen bij twee van de verkeersmanagementdiensten: verkeersmanagement in reguliere situaties en verkeersmanagement bij wegwerkzaamheden. Daarnaast willen we de leefbaarheid in de BRU-gemeenten blijven garanderen. De Sturingsvisie Midden-Nederland in het kader van Verkeersmanagement is daarvoor het uitgangspunt. In 2014 zijn acties uitgevoerd om de doelen van het programma Wegen en Verkeer te verwezenlijken. Deze acties zijn hieronder beschreven. 6.2 Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Plan 1: In 2009 is het maatregelenpakket VERDER vastgesteld voor de periode In de jaren 2010 en 2011 zijn veel Plannen van Aanpak ingediend en vastgesteld, waardoor projecten wat betreft voorbereiding van start zijn gegaan. In 2013 zou, vanwege uit te voeren bezuinigingsmaatregelen, samen met de andere in VERDER deelnemende bestuurlijke partners een herprioritering van het programma plaatsvinden. Hierdoor is vertraging in de uitvoering van VERDER opgetreden. Die achterstand moet in 2014 worden omgebogen. De aandacht van BRU is met name gericht op de versnelde aanpak van de prioritaire projecten (versnelling openbaar vervoer, verhogen fietsgebruik) van BRU. Het DB van BRU heeft op 20 juni 2012 ingestemd met de besparingsmaatregelen om de overprogrammering in het VERDER-pakket teniet te doen. Die uitgangspunten zijn vervolgens meegenomen in het traject van herprioritering. Na een ruime periode van overleg tussen de VERDERpartners heeft het Utrechts Verkeer en Vervoer Beraad (UVVB) op 26 november 2014 ingestemd met het voorstel tot herprioritering. Dat voorstel is aan het DB van BRU voorgelegd en door het AB vastgesteld op 1 december Er is besloten om: In te stemmen met het akkoord van het UVVB over de herprioritering van het VERDERmaatregelenpakket; In te stemmen met de aangepaste VERDER-spelregels; In te stemmen met het herijkte VERDER-programma. Het AB van BRU is hierover op 17 december 2014 geïnformeerd. Nadat de gemeenten Amersfoort, Baarn en Soest hebben ingestemd met het UVVB-akkoord is het nieuwe VERDER-programma definitief. Pagina 27 van 72

49 Het akkoord over de herprioritering van het VERDER-maatregelenpakket heeft voor BRU de volgende gevolgen: Uitgangspunt was een financieel gedekt pakket aan maatregelen. Hiervoor was een krimp van de projectenlijst nodig met 9,31%. Voor de Ring Utrecht wordt de taakstelling van 9,31% niet gehaald. Die taakstelling bedroeg in totaal 30 mln.; er resteert nog een overprogrammering van 8 mln. in het totale VERDER-pakket; Als de overprogrammering in 2018 niet geheel is weggewerkt, wordt deze verdeeld over de VERDER-partners naar rato van de financiële omvang van de projecten in het oorspronkelijke pakket voor de Ring Utrecht en Regio: BRU 51%, gemeente Utrecht 27% en provincie Utrecht 22%. BRU loopt daardoor een risico van zo n 4 mln. met dit voorstel. Dit risico is acceptabel omdat de kans dat het optreedt gering is; In het voorstel is vastgelegd dat de verantwoordelijke overheden, om de uitvoering van het hele VERDER-pakket voor 2020 te garanderen, projecten voor de zomer van 2016 met een uitvoeringsbesluit in het UVVB laten vaststellen; In 2016 wordt de projectenlijst opnieuw herijkt met als doel om projecten die niet tijdig tot uitvoering komen alsnog te schrappen. Daarmee kan, zo is de overtuiging, de volledige overprogrammering van 8 mln. worden weggewerkt; Alle projectvoorstellen uit het AB-voorstel van 20 juni 2012 van BRU, bijvoorbeeld de Plofsluis en de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) - HOV-Oosttangent, zijn verwerkt in het voorstel; De spelregels van VERDER zijn aangepast hetgeen voor BRU geen negatieve gevolgen heeft. Nieuwe projecten kunnen, onder voorwaarden, in het VERDER-maatregelenpakket worden ingevoegd. Overblijvende gelden uit de oorspronkelijke BRU-inleg van 180 mln. vloeien terug naar BRU. Nagenoeg alle BRU-projecten hebben inmiddels de instemming van het UVVB om tot uitvoering te komen. Plan 2: In 2014 wordt het project aanpassen haltetoegankelijkheid afgerond. Op dat moment zijn ruim 50% van alle haltes toegankelijk gemaakt. Daarmee voldoet BRU aan de afspraak met het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) om voor % van alle haltes aan te passen conform de toegankelijkheid eisen. Het project was in 2014 volop in uitvoering. In meerdere gemeenten zijn haltes aangepast om de haltetoegankelijkheid te verbeteren. Hiermee is voldaan aan het doel van het ministerie van IenM. Begin 2015 zullen nog enkele haltes worden aangepast. Plan 3: In 2012 heeft in overleg met het Rijk een herijking van het Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer (AROV) plaats gevonden. In 2014 zijn de projecten in uitvoering. Eind 2012 is het actieprogramma herijkt. De uitvoering van de AROV-projecten moest volgens de getekende overeenkomst met het Rijk voor 1 januari 2013 zijn gestart; aan deze voorwaarde is voldaan. Uiterlijk 31 december 2020 moeten de volgende projecten zijn uitgevoerd en afgerekend: A. doorstromingsmaatregelen as Utrecht Centrum Zuilen (Maarssen)/Overvecht (met name knip Paardenveld); B. uitbreiding frequentie sneltram; C. Westtangent fase 1 Nieuwegein-Papendorp-Leidsche Rijn Centrum, Westtangent fase 2 Leidsche Rijn Centrum-Lage Weide-Maarssen, tangentlijn 10; D. HOV Utrecht CS-Leidsche Rijn, ontvlechting vervoerwijzen (met name tunnels 5 Meiplein en Anne Frankplein). Pagina 28 van 72

50 Alle projecten liggen op schema en enkele zijn al gereed. De planning van project D is krap, maar haalbaar. Plan 4: De vijf BRU-projecten (projecten en maatregelen wat betreft openbaar vervoer, fiets en ketenmobiliteit) van het programma Beter Benutten zijn in 2014 gereed. De BRU-projecten in het programma waren in 2014 volop in uitvoering. Uitzondering is het project knooppuntontwikkeling Utrechtseweg/tunneltje de Bilt, dat geen doorgang heeft gevonden. Reden hiervoor is dat deze ontwikkeling bij de nadere uitwerking niet mogelijk bleek binnen de scope van het programma Beter Benutten. De meeste (deel)projecten zijn inmiddels opgeleverd. Enkele deelprojecten worden (begin) 2015 opgeleverd. Het bestuurlijk trio heeft deze vertraging binnen het programma geaccepteerd. Plan 5: Uitvoering van het programma Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) nadert voltooiing. BORprojecten waarvan de bestedingstermijn door het Rijk is verschoven naar 2013 en 2014 dienen actief te worden gevolgd wat betreft tijdige uitvoering. De uitvoering van het programma BOR nadert zijn voltooiing. In 2014 is: het project HOV Bilthoven (project 16) in gebruik genomen. De bijdrage is op 28 oktober 2014 definitief vastgesteld; op het project OV-knoop Driebergen-Zeist (project 19) op 12 maart 2014 een voorschot verleend aan de gemeente Utrechtse Heuvelrug tot de hoogte van het maximaal beschikbare bedrag van ruim 4,9 mln.; op het project Verbetering Ontsluiting Houten, A12 SALTO (project 22) twee voorschotten verleend aan gemeente Houten voor in totaal 7,6 mln.; de reservering A12 SALTO (project 23, ex Bunnik) eind 2014 beschikt tot een maximale bijdrage van 4,6 mln. Plan 6: In 2014 is de N421/Rijsbruggerwegtracé, de extra aansluiting van Houten op de A12 in het kader van A12 SALTO, volop in uitvoering. In 2014 is gewerkt aan de realisatie van de N421/Rijsbruggerwegtracé. Officiële opening is voorzien op 17 april Plan 7: De twee Fiets Filevrij-routes (Houten-Bunnik-Utrecht/De Uithof-Bilthoven en Houten-Nieuwegein- Utrecht West-Maarssen) zijn in 2014 in uitvoering. In alle betrokken gemeenten is en wordt gewerkt om de twee Fiets Filevrij-routes te verbeteren. De twee routes zijn Houten-Bunnik-Utrecht/De Uithof-Bilthoven en Houten-Nieuwegein-Utrecht West-Maarssen. Enkele onderdelen worden pas in 2015 gerealiseerd, waaronder de Plofsluisbrug en de Spinozatunnel. Pagina 29 van 72

51 In 2013 is door BRU de fietsvisie opgesteld en vastgesteld. Hierin zijn de doelen wat betreft fietsgebruik voor de periode tot 2030 vastgelegd. Ook is in deze visie vastgelegd wat BRU de komende jaren gaat doen om deze doelstelling te bereiken en is een eerste aanzet opgenomen voor een uitvoeringsprogramma fiets. Plan 8: BRU stelt jaarlijks het Regionaal Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RUVV) vast. In het RUVV wordt vastgelegd welke regionale projecten, die geen onderdeel uitmaken van bestuurlijke afspraken of andere programma s, in aanmerking komen voor een bijdrage uit het begrotingsprogramma Wegen en Verkeer. Prioriteit ligt hierbij bij maatregelen die bijdragen aan de doelstellingen uit dan wel in een uitvoeringsprogramma zijn opgenomen behorend bij de OV-visie, de fietsvisie, die in 2013 wordt opgesteld en vastgesteld, en de visie op knooppunten, die in 2013 wordt opgesteld en vastgesteld. Ook wordt een Regionaal Verkeers- en Vervoer Plan (RVVP) opgesteld. Concreet gaat het hierbij onder andere om de volgende maatregelen: realisatie van ontbrekende schakels in het regionale fietsnetwerk, maatregelen die de ketenmobiliteit bevorderen en doorstromingsmaatregelen voor het openbaar vervoer. BRU volgt de geprogrammeerde projecten actief en stimuleert spoedige realisatie. In 2014 zijn diverse maatregelen, die opgenomen zijn in het RUVV, aangevraagd en gerealiseerd. Ook is in 2014 een nieuw RUVV voor 2015 vastgesteld, waarin projecten zijn opgenomen die bijdragen aan de doelstellingen van de Mobiliteitsvisie, OV-visie en fietsvisie. Dit RUVV is opgenomen in de programmabegroting 2015, die door de provincie Utrecht is overgenomen. Plan 9: BRU blijft in 2014 vertegenwoordigd op drie niveaus in het programma Regionaal Verkeersmanagement (strategisch, tactisch en operationeel). Daarnaast blijft BRU ook vertegenwoordigd op de twee niveaus voor regionaal verkeersmanagement in het kader van wegwerkzaamheden (strategisch en operationeel). In deze gremia worden de BRU-belangen ten aanzien van het openbaar vervoer vertegenwoordigd, maar ook de belangen als het gaat om leefbaarheid van de BRU-gemeenten. BRU beraadt zich, met de regionale Regionale Verkeersmanagement (RVM)-partners, of en zo ja op welke wijze, het zijn dienstverleningscontract met het Nationale Databank Wegverkeer (NDW) vanaf 2014 continueert. De BRU-bijdrage voor het NDW tot en met 2013 bedraagt circa 0,3 mln., als onderdeel van het project RVM. De in 2013 voor OV en fiets aangepaste Sturingsvisie voor het verkeer in Midden-Nederland wordt naar verwachting in 2014 (volledig) operationeel. In 2014 worden naar verwachting de laatste projecten uit het VERDER-pakket en het BDU-Actieprogramma Wegen ten behoeve van regionaal verkeersmanagement opgeleverd en wordt het verkeersmanagement in de gehele regio Midden-Nederland operationeel. BRU levert een financiële bijdrage aan het programma RVM. De bijdrage heeft een totale omvang van 22 mln., opgebouwd uit een VERDER-bijdrage en middelen, behorende bij de Mobiliteitsaanpak. Samen met de VERDER-partners wordt op drie schaalniveaus (strategisch, tactisch en operationeel) samengewerkt aan het verbeteren van de doorstroming op het regionale wegennet in Midden- Nederland met behulp van Verkeersmanagement. Pagina 30 van 72

52 De projecten uit het RVM-programma, zoals de Gebiedsgerichte Uitwerking, het Centraal Systeem Basismeetnet, het Netwerk Managementsysteem zijn in uitvoering. Oplevering vindt plaats in de eerste helft van Het project Bermdrips moet opnieuw worden aanbesteed. Het gevolg is dat de realisatie van de geplande Bermdrips in 2015 plaats vindt; het UVVB heeft hiermee ingestemd. Planning was dat het RVM-programma per 31 december 2014 op zou houden te bestaan. Het programma is verlengd tot 31 maart De samenwerking op het gebied van RVM in Midden- Nederland blijft ook na 31 maart 2015 bestaan, waarbij sprake is van een nieuwe fase, van realisatie naar beheer en verdere doorontwikkeling. Over beheer en onderhoud van de RVM-middelen zijn afspraken gemaakt. Pagina 31 van 72

53 6.3 Heeft het gekost wat het zou kosten? Alle bedragen x Toelichting De belangrijkste afwijkingen in de realisatie ten opzichte van de begroting worden veroorzaakt door onderbesteding en door vrijval. Aan de lastenkant wordt de onderbesteding van ongeveer ( 12,408 mln. + 8,22 mln.+ 9,024 mln.=) 29,651 mln. veroorzaakt doordat projecten die in 2014 gepland stonden niet in 2014 zijn uitgevoerd of afgerekend. Het hoge bedrag aan onderbesteding is inherent aan de RUVV systematiek en van dezelfde omvang als in voorgaande jaren. Het grootste deel van deze projecten wordt doorgeschoven naar Hieronder een gedetailleerdere toelichting: Projecten infrastructuur Dit budget is begroot op de geprogrammeerde RUVV-maatregelen Dit budget is in 2014 ook belast met enkele niet gebudgetteerde subsidies, waaronder 20,124 mln. voor de HOV om de Zuid subsidie uit Er is voor een totaal bedrag van ( 38,875 mln. 20,124 mln.=) 18,751 mln. aan lasten genomen voor de geprogrammeerde RUVV-subsidies van BRU. OV projecten Er is een onderbesteding van 8,22 mln. op dit budget. Vanuit dit budget wordt het project haltetoegankelijkheid betaald, het dynamische reisinformatiesysteem (DRIS)-projecten en Beter Benutten-projecten. Er is 4 mln. onderbesteding op het project haltetoegankelijkheid. Dit wordt veroorzaakt doordat het project in zijn geheel goedkoper uitvalt en doordat een beperkt deel van het project pas in de eerste helft van 2015 wordt afgerekend. Pagina 32 van 72

54 VERDER-projecten Er is een onderbesteding van 9,024 mln. Deze onderbesteding wordt veroorzaakt doordat met de herijking van het VERDER-pakket er voor 0,5 mln. aan subsidies is geschrapt voor het jaar De overige onderbesteding van 8,5 mln. wordt veroorzaakt door het doorschuiven van (de afrekening van) acht maatregelen van 2014 naar De meest omvangrijke hiervan zijn de RVM-maatregelen voor 3,13 mln. en de AROV-bustunnels HOV Zuidradiaal van 2,0 mln. Management en strategisch beleid Er is sprake van een budgetoverschrijding van De overschrijding wordt veroorzaakt doordat de doorbelasting van de overheadkosten hoger is dan gebudgetteerd. Daarnaast was er minder budget nodig voor inhuur en advies dan begroot. BOR baten en lasten De realisatie op BOR in 2014 is 10,819 mln. Hiervan is 6,573 mln. toe te schrijven aan een (saldo neutrale) administratieve overboeking die niet is begroot. Wanneer deze overboeking uit de cijfers wordt gelaten is er sprake van een realisatie van ( 10,819-6,573 mln. =) 4,236 mln. en een onderbesteding van 1,834 mln. ten opzichte van de begroting. De onderbesteding wordt veroorzaakt doordat een BORsubsidie die in 2014 zou worden beschikt pas in 2015 wordt beschikt. Pagina 33 van 72

55 7 OV Concessie 7.1 Wat wilden we bereiken? Plan: BRU is als vervoer- en openbaarvervoersautoriteit verantwoordelijk voor het vervoer in de Utrechtse regio. BRU zet zich in voor een kwalitatief hoogwaardig regionaal (openbaar) vervoer. Dit wil BRU bereiken samen met de eigen gemeenten, vervoerders en aanliggende vervoerders, het Rijk en de weg- en railbeheerders. Bus en Tram Naar verwachting gaat in december 2013 een nieuwe concessie in. In het bestek Tram en Bus Regio Utrecht heeft BRU kwaliteitsnormen op het gebied van openbaar vervoer beschreven en geëist. De OV-visie Snel, betrouwbaar en effectief vormt het beleidskader. Het OV-aanbod wordt met name gericht op de wensen van de reiziger, die kan kiezen voor openbaar vervoer en waar openbaar vervoer duidelijk een toegevoegde waarde heeft. Dit heeft vooral betrekking op de bereikbaarheidsfunctie. Het OV draagt als collectief vervoer bij aan de duurzaamheid en de leefbaarheid van de regio. Daarbij is tijdens de komende concessieperiode de focus van de vervoerder, BRU en andere partijen voortdurend gericht op het beperken van de uitstoot per reizigerskilometer. Uitvoering geschiedt door de vervoerder binnen de hiervoor gestelde financiële kaders. Regiotaxi Utrecht Per februari 2014 gaan er vier nieuwe contracten in voor de Regiotaxi Utrecht. Een voor de regiecentrale en drie betreffende de vervoerspercelen. Regiotaxi Utrecht biedt hoofdzakelijk vervoer aan Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) geïndiceerden. Daarnaast vervult Regiotaxi ook een bereikbaarheidsfunctie en hier kunnen OVreizigers gebruik van maken. Uitvoering geschiedt conform de gemaakte financiële afspraken met de deelnemende gemeenten van BRU. In 2013 is een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheid van bundeling van doelgroepenvervoer, zowel AWBZ, WMO als leerlingenvervoer. Toekomstig beleid hierover is afhankelijk van de uitkomsten. Op 8 december 2013 is de nieuwe concessie voor het openbaar vervoer in de regio Utrecht overgegaan van Connexxion en GVU naar Qbuzz. Daarmee hebben in 1 nacht 1200 medewerkers een nieuwe werkgever gekregen en heeft U-OV zijn intrede gedaan. Er zijn in een nacht 170 nieuwe milieuvriendelijke Euro 6 bussen ingestroomd en 142 bussen overgenomen. Deze laatste rijden op het milieuvriendelijke GTL (gas to liquid). Het eerste concessiejaar is het jaar waarin stad en streek niet alleen qua uiterlijke profilering zijn geïntegreerd maar ook qua dienstregeling. Een eerste jaar dat reeds grote uitdagingen bood qua werkzaamheden waar de dienstuitvoering op in moest spelen zoals sluiting van de Leidseveertunnel en volledige buitendienststelling van de Sneltram Utrecht Nieuwegein IJsselstein (SUNIJ) voor 6 weken in verband met onderhoud. In 2014 is het merk U-OV van start gegaan en eind 2014 is er een onderzoek gedaan naar de bekendheid van het merk. Het merk is voor het eerste jaar redelijk bekend. In 2015 wordt het merk verder geladen. Pagina 34 van 72

56 7.2 Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Plan 1: Het beheren van de concessie Tram en Bus Regio Utrecht. Het DB heeft Qbuzz aangewezen als concessiehouder. Er loopt nog een juridische procedure waarmee de gunning aan Qbuzz nog niet onherroepelijk is. Per 8 december 2013 is Qbuzz het eerste concessiejaar als nieuwe concessiehouder in de regio Utrecht gestart onder de merknaam U-OV. Er worden maandelijks concessiegesprekken gehouden met de concessiedirecteur van Qbuzz. Hier worden de maandelijkse uitvoeringscijfers besproken en ook de actuele ontwikkelingen en uitdagingen waar zowel de concessiehouder (Qbuzz) als concessiebeheerder (BRU) gezamenlijk voor aan de lat staan. Maandelijks overleggen de werkgroepen vervoerontwikkeling, monitoring, marketing en communicatie en sociale veiligheid, waarin medewerkers van BRU en Qbuzz participeren, met elkaar over de voortgang en uitvoering. Per kwartaal zijn concessietevredenheidsgesprekken gevoerd en vastgelegd. Op basis van deze gesprekken zijn de prestaties van de Qbuzz beoordeeld en dit heeft geleid tot een bonus van over het jaar BRU voert per kwartaal ook een klanttevredenheidsonderzoek uit, uitgevoerd door een onafhankelijk bureau die mystery guests en enquêteurs uitstuurt. De resultaten van Q2, Q3 en Q4 waren goed. Plan 2: Uitvoeren van het beheer van de vier overeenkomsten van Regiotaxi Utrecht, met alle taken en verantwoordelijkheden die hieruit voortvloeien. Sinds 1 februari 2014 beheert BRU de overeenkomsten die betrekking hebben op Regiotaxi Utrecht. Maandelijks vindt (bilateraal) overleg plaats met alle partijen die betrokken zijn bij de dagelijkse uitvoering. Betalingen aan vervoerders en regiecentrale worden (inclusief bonus/malus) conform bestek uitgevoerd. Plan 3: Het voeren van overleg met de negen gemeenten over uitvoering en kosten van Regiotaxi Utrecht. Iedere twee maanden is er overleg gevoerd met de contactambtenaren van de negen gemeenten waarin actuele zaken over uitvoering en financiën werden besproken. In 2014 konden de gemeenten ook online meekijken naar de (financiële) resultaten van Regiotaxi Utrecht en hadden daarmee direct inzage in de ontwikkelingen van het vervoer en de daarmee samenhangende kosten. In geval van calamiteiten of ernstige klachten zijn betrokken gemeente direct zonder enig voorbehoud geïnformeerd en geadviseerd. Plan 4: Uitvoering van het uitvoeringsplan 2014 door de vervoerder. In 2014 heeft Qbuzz voor de eerste keer een uitvoeringsplan opgesteld en uitgevoerd. Het uitvoeringsplan geeft een overzicht van de activiteiten die de vervoerder verricht op het gebied van klanttevredenheid, marketing, reisinformatie, vervoerbewijzen en tarieven, materieel, duurzaamheid & leefbaarheid en sociale veiligheid. Onder plan 7 zijn de prestaties van de vervoerder m.b.t. het uitvoeringsplan meer gedetailleerd beschreven. Pagina 35 van 72

57 Plan 5: Opstellen van het uitvoeringsplan 2015 door de vervoerder in nauwe samenwerking met en onder regie van BRU volgens de vastgestelde procedure. In december 2014 is het uitvoeringsplan 2015 door BRU vastgesteld. De doelstellingen voor 2015 als het gaat om klanttevredenheid (8) liggen op hetzelfde niveau als in Voor reisinformatie en communicatie naar de reizigers wordt toegespitst op verbetering van informatie bij vertragingen en calamiteiten. Voor de dienstuitvoering ligt de nadruk op het faciliteren van vervoer op de drukke corridors richting Uithof/Rijnsweerd en het opvangen van de werkzaamheden en drukte in de stad Utrecht. Ook wordt ingezet op verbetering van de doorstroming door de gemeenten in de regio omdat dit een grote druk legt op de rijtijden en de kwaliteit en kostenefficiency van het openbaar vervoer. Plan 6: Monitoren van sociale veiligheid in bus en tram aan de hand van de sociale veiligheidsplannen die zijn ingediend door de vervoerders. De visie van U-OV is dat sociale veiligheid tot stand komt in samenwerking met de gemeenschap, zoals politie en scholen, waarbij er een gedeelde verantwoordelijkheid is voor de veiligheid in het openbaar vervoer. Qbuzz neemt hierin een leidende rol waarbij ze op een positieve wijze sturen op objectieve én subjectieve veiligheid. De vervoerder is gehouden om 2% van alle ritten te controleren. De 2% controlenorm is gemiddeld genomen in 2014 niet gehaald. Hier is medio 2014 op bijgestuurd en over de tweede helft van 2014 is de norm wel gehaald. Het beleid voor de sociale veiligheid in het openbaar vervoer moet gericht zijn op het voorkomen en verminderen van het aantal incidenten in en rond het openbaar vervoer voor reizigers en personeel. In vergelijk met 2013 is er een dalende trend in het aantal incidenten. Het zwartrijdpercentage ligt in 2014 voor de bus net onder de, door Qbuzz gestelde en door BRU geaccepteerde, norm van 2%. Voor de tram ligt dit percentage net iets boven de gestelde norm van 5%. Het feit dat het percentage hoger ligt komt onder andere door een nieuwe manier van controleren, zijnde doelgericht gesloten controles. Doordat zwartrijders de controle niet kunnen ontlopen ontstaat er een beter inzicht in het werkelijke zwartrijdpercentage. Ook zijn deze controles erop gericht om op termijn het percentage zwartrijders naar beneden te krijgen door ze te bekeuren. Deze vorm van controleren wordt ook toegepast op lijn 12. Plan 7: Door middel van monitoring en het jaarlijkse uitvoeringsplan zicht houden op de prestaties van de vervoerders en informatie inwinnen over de ontwikkelingen in het OV. Het monitoren houdt ook in dat wordt gekeken of de vervoerder de prestaties haalt zoals die in het bestek Bus en Tram regio Utrecht en Regiotaxi Utrecht staan omschreven. Naast de doelstellingen zoals beschreven onder Wat willen we bereiken? houdt dit onder andere ook in: monitoren van rituitval; monitoren van het gebruik (reizigersaantallen, vervoeropbrengsten); monitoren van klanttevredenheid; monitoren van aantal incidenten (aangeleverd door vervoerder via de A-B-C methodiek); monitoren van de ontwikkeling van het aantal klachten. Pagina 36 van 72

58 De reizigersaantallen en vervoeropbrengsten zijn de afgelopen jaren voor de regio gedaald door allerhande zaken, zoals de werkzaamheden in het stationsgebied, de werkzaamheden aan de tramlijn en de economische recessie. Het jaar 2014 kenmerkt zich door stabilisatie en in de laatste maanden van 2014 zelfs door een lichte toename hiervan. De klanttevredenheid scoort hoog in de kwartaalenquêtes. De landelijke klantenbarometercijfers worden in maart 2015 bekend. Rituitval en klachten scoorden boven de gewenste norm. Stiptheid scoorde onder de gewenste norm. Voor stiptheid is in 2014 een verbetertraject ingezet. Deels waren de cijfers te wijten aan verkeerde ICT-instellingen. Deze zijn grotendeels hersteld. De stiptheidscijfers worden iedere maand iets beter door het ingezette verbetertraject. BRU subsidieert marketing acties (er is in 2014 voor 0,4 mln. aan subsidie beschikt) om het openbaar vervoer gericht op de kaart te kunnen zetten bij specifieke doelgroepen, maar ook bij het algemene publiek. Het is ook de bedoeling dat deze marketingacties opbrengstenondersteunend zijn. Het publiek en andere belanghebbenden worden geïnformeerd over de kosten, opbrengsten en prestaties van het openbaar vervoer door middel van de brochure Feiten en cijfers. Deze is in september 2014 uitgekomen. In 2014 is niet het gehele marketingbudget besteed omdat de effectiviteit van bepaalde acties qua tijdigheid beter in 2015 gehouden kunnen worden. Plan 8: Op reguliere basis overleg voeren met de vervoerder, vervoerders van aangrenzende concessiegebieden en wegbeheerders om onder andere de bereikbaarheid van Utrecht op peil te houden. Deze overleggen vinden op structurele basis plaats. Voortgang op het dossier bereikbaarheid (doorstroming) door de wegbeheerders wordt langzaam geboekt. Zie ook plan 10 hieronder. Plan 9: Op landelijk niveau overleg voeren met andere overheden met een wettelijk taak op het gebied van openbaar vervoer. Dit vindt plaats middels het Samenwerkende Kaderwetgebieden Verkeer en Vervoer (SKVV). BRU participeert zowel in het SKVV als in de landelijke expert groep als het gaat om landelijke tariefontwikkelingen. Plan 10: Op tactisch niveau activiteiten uitvoeren (uitwerking uitvoeringsplan) op het gebied van vervoersontwikkeling en bereikbaarheid. Binnen het programma OV Concessie wordt het initiatief genomen om de doorstroming van het openbaar vervoer te bewaken en te bevorderen, onder andere door bij te dragen aan visievorming. Zowel de vervoerder als BRU zitten regelmatig met de wegbeheerders aan tafel om dit te bevorderen. Omdat hier vanuit de wegbeheerders nog te weinig voortgang op wordt geboekt wordt in 2015 hier Pagina 37 van 72

59 vanuit het programma Infrastructurele maatregelen OV extra inzet op gepleegd, in de vorm van een project. Plan 11: Het regionaal OV-belang behartigen en de kwaliteit van het regionale OV bewaken binnen het project OV-Terminal. Zowel de fasering als de eindfase vragen aandacht. BRU heeft in dit gebied de rol van Regionale OV-autoriteit en draagt zorg dat de voorzieningen en de infrastructuur in het stationsgebied goed functioneren voor het openbaar vervoer en de reizigers. Dit betekent onder andere dat de bus en tramstations en de toeleidende routes van voldoende kwaliteit zijn (ruimte en capaciteit bieden voor de afwikkeling van het vervoer en reizigers). Dit voor zowel de tijdelijke als de definitieve situatie. Het betekent ook goede voorzieningen voor de reisinformatie en tickets- en service, zowel in de stationshal als op de bus- en tramperrons. Tenslotte gaat het bij OV-kwaliteit ook om de kwaliteit van de fysieke ruimte (schoon, heel en veilig). Het stationsgebied is een turbulente omgeving met veel partijen. In 2014 richtte de gebiedsmanager zich op de werkzaamheden die reeds zijn gestart door de projectorganisaties en ontwikkelpartijen met als doel: Het realiseren van de in de ontwerpeisen van de Openbaar Vervoer Terminal (OVT) omschreven integrale kwaliteitseisen van het grootste OV-knooppunt van Nederland. Het voorkomen van kwaliteitsverlies voor regionaal OV vanwege de bouw van de OVT op basis van het daarvoor in de ontwerpeisen opgenomen uitgangspunt; Het minimaliseren van kwaliteitsverlies voor regionaal OV in de OVT vanwege de ontwikkeling van het stationsgebied. In 2014 heeft de gebiedsmanager deze zaken gemonitord, onder de aandacht gebracht en zo nodig ingegrepen. Een van de resultaten hiervan is de aanleg van het DRIS. Een belangrijke reizigersvoorziening die tussen wal en schip was geraakt in de constateringen van verschillende partijen. Deze is nu helder belegd waardoor er een goed informatiesysteem op het nieuwe busstation Jaarbeurszijde en in de OVT hal kan worden gerealiseerd. Blijvende aandacht vraagt de bereikbaarheid en doorstroming in relatie tot de diverse realisatieprojecten, zoals de HOV-verbindingen naar de busstations. Hieraan zal de gebiedsmanager in 2015 extra aandacht geven. Plan 12: Meewerken aan de Uithoflijn, onder andere aan de voorbereiding inrichting proefbedrijf tram. Bijdragen aan de uitvoering van projecten uit de uitvoeringsagenda OV-visie. Concessiebeheer participeert in de (deel) projecten materieel, proefbedrijf, Nieuwe Tram Remise en participeert BRU breed in de visievoering over de koppeling van de SUNIJ lijn met de Uithoflijn. Ook de vervoerder Qbuzz participeert in deze projecten en levert de gevraagde inspanning. Plan 13: Ondersteuning van visievorming voor de lange termijn. Pagina 38 van 72

60 Er zijn kennis en cijfers aangeleverd ten behoeve van visievorming op lange termijn. Voor de middellange termijn is in 2014 het streefbeeld 2020 opgesteld en vastgesteld. Plan 14: Ontwikkelen en beheren van het DRIS door deelname in Grenzeloze Openbaar Vervoer Informatie (GOVI). Dit bestaat uit het stimuleren van de werking van het DRIS door juiste informatielevering door de vervoerders, maar ook door het meedenken in de doorontwikkeling van het systeem (nieuwe functionaliteiten), onder andere naar een Nationale Database OV (NDOV). OV Concessie participeert hierin kende hierin nieuwe ontwikkelingen waarbij Qbuzz (U-OV) als eerste in Nederland in staat is via dynamische informatie in de bussen wijzigingen (vervallen halten) en overstap informatie te bieden. Er loopt een project om ook in de trams reisinformatie schermen te hangen en daarmee reisinformatie te bieden zodat het gehele netwerk hetzelfde kwaliteitsniveau levert. Dit wordt in 2015 opgeleverd. Pagina 39 van 72

61 7.3 Heeft het gekost wat het zou kosten? Alle bedragen x OV Concessie Twee afwijkingen veroorzaken de belangrijkste verschillen tussen de realisatie en de begroting van het programma OV Concessie. Als eerste is de exploitatiesubsidie 2014 structureel hoger dan begroot en als tweede was de afronding van het aanbestedingstraject 2010 hoger dan begroot. Samen zorgden deze twee afwijkingen ervoor dat de lasten voor concessiebeheer bus/tram ongeveer 6,361 mln. hoger zijn dan begroot. Regiotaxi De exploitatiekosten van Regiotaxi zijn 2,5 mln. lager dan begroot. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat enkele kosten die voor 2014 waren geraamd pas in 2015 zullen worden gemaakt. De resterende (structureel) lagere kosten worden veroorzaakt doordat de nieuwe aanbesteding die in februari 2014 is ingegaan, per zone gemiddeld iets goedkoper is dan de vorige aanbesteding. Overeenkomstig is de bijdrage van de gemeenten aan regiotaxi ook lager. Monitoring/Vervoersontwikkeling korte termijn/project aanbesteding bus en tram De onderbesteding op deze budgetten wordt veroorzaakt doordat er minder onderzoek en inhuur nodig was dan gepland en doordat enkele kosten die in 2014 werden verwacht pas in 2015 worden gemaakt. Pagina 40 van 72

62 8 Netwerkontwikkeling Mobiliteit 8.1 Wat wilden we bereiken? Plan: Kwaliteit behouden en groei faciliteren van regionaal openbaar vervoersaanbod De aanhoudende groei van de vraag naar OV in de regio en de beperktere financiële middelen, stellen het regionale openbaar vervoer op korte termijn voor een grote uitdaging. Het doel is om, ondanks de beperkte mogelijkheden, het aanbod kwalitatief op peil te houden en de groei volgens de vastgestelde ambities te faciliteren. Een robuuster regionaal busnetwerk met een sterker accent op de verbindende radiale en tangentiële lijnen tussen bestaande en nieuwe woongebieden, de openbaar vervoer-/p+rknooppunten en de economische kerngebieden. Uitbouwen van een Tramnetwerk voor de toekomstige regionale ontwikkeling De regio heeft voor de langere termijn hoge ambities met openbaar vervoer en de ruimtelijke ontwikkeling. Door de inzet op stedelijke verdichting, neemt de druk op het verkeerssysteem nog verder toe. Een kwalitatief hoogwaardiger openbaar vervoerssysteem met een grotere capaciteit dan het huidige bussysteem is dan noodzakelijk als aanjager van economische ontwikkeling en het aantrekken van investeringen. Stevige regionale lobby bij snelwegverbredingen Diverse BRU-gemeenten worden beïnvloed door de planstudie Ring en de overige snelwegprojecten in de regio die de bereikbaarheid verbeteren. Naast de bereikbaarheid zijn leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit echter van groot belang. BRU behartigt bij de planstudie Ring de belangen van de BRUgemeenten en zorgt ervoor dat deze belangen in de besluitvorming worden meegewogen. Zowel ambtelijk als bestuurlijk wordt periodiek met de betrokken gemeenten overlegd over aandachtspunten bij de diverse snelwegprojecten. Sterker inzetten op alternatieven voor autogebruik voor leefbaarheid en mobiliteit Door in te zetten op alternatieven voor autogebruik wordt beoogd de leefbaarheid en mobiliteit in de Utrechtse regio te verbeteren. Uitgangspunt bij het bedenken van nieuwe maatregelen is de zogenaamde ladder van Verdaas. Kennis delen zodat het netwerk sterker wordt Wegen en verkeer houden niet op bij gemeentegrenzen. Gemeenschappelijk beleid en kennisuitwisseling is gewenst, bijvoorbeeld op het gebied van verkeersmanagement. Uit diverse onderzoeken en beleidstrajecten blijkt dat vervoersstromen in het algemeen en OV-reizen in het bijzonder zich steeds meer aan de bestemmingskant concentreren. In de regio Utrecht zijn twee bestemmingen, namelijk het centrum/stationsgebied van Utrecht en het Science Park De Uithof steeds dominanter in met name de stroom OV-reizigers die in de spits naar hun bestemming reizen. Het zijn ook juist deze twee gebieden die zich ruimtelijk-economisch nu en in de toekomst het hardst ontwikkelen én in deze twee gebieden is ruimte, bijvoorbeeld voor infrastructuur, schaars, waardoor extra automobiliteit nauwelijks mogelijk en ook onwenselijk is. Voor het bereikbaar houden van beide gebieden is het rationaliseren, concentreren en intensiveren van het spoor/ov-systeem noodzakelijk en de regio onderzoekt daarom, samen met het ministerie van IenM en de spoorsector, in diverse trajecten de gewenste toekomst van het vervoersysteem. Pagina 41 van 72

63 Voor een fijnmazige bereikbaarheid van alle gebieden in de regio zijn auto en fiets dominante modaliteiten. Deur-tot-deur reizen met de auto verlopen in de regio vrijwel altijd via de Ring Utrecht en een goed functionerende Ring is dat ook een voorwaarde voor een bereikbare regio. Fietsbewegingen zijn zeer divers, maar convergeren in het stedelijk gebied van Utrecht bijvoorbeeld richting Utrecht CS, alwaar de infrastructuur het sterk groeiende aanbod niet bij kan houden. Het is een uitdaging om in de toekomst op diverse OV-knooppunten auto, fiets en OV met elkaar te verweven zodat automobilisten en fietsers OV-alternatieven hebben om richting de belangrijke bestemmingen in de regio te reizen. Bovenstaande ontwikkelingen zijn in 2014 gebundeld in de vastgestelde mobiliteitsvisie, die als basis moet dienen voor mobiliteitsbeleid vanaf Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Plan 1: Het openbaar vervoersnetwerk faciliteert de groeiende vraag naar OV tegen gelijkblijvende exploitatiekosten. Daartoe moet de kostendekkingsgraad per buslijn omhoog. Daarnaast wordt de positie van het openbaar vervoer bij de wegbeheerder versterkt. Het is van belang ervoor te zorgen dat de huidige sociale functie van het openbaar vervoer overeind blijft. Met het vaststellen van het Streefbeeld OV in 2014 heeft BRU tot 2020 per jaar tot in detail in beeld gebracht hoe het OV-systeem jaarlijks efficiënter en effectiever wordt gemaakt, op basis van de uitgangspunten uit de Regionale OV-visie. In het kader maatwerkvervoer, dat samen met de provincie in 2015 wordt vastgesteld, maakt de regio duidelijk hoe maatwerk, voor doelgroepen die moeilijk van het OV-systeem gebruik kunnen maken, er in de toekomst uit kan komen te zien. In 2014 zijn er te veel verstorende factoren (bouwput OVT, nieuwe concessie, Grootschalige Vervanging Infrastructuur (GVI) 1c, onvoldoende realisatie van doorstromingsmaatregelen) geweest om een hogere dekkingsgraad te kunnen realiseren. Op basis van het Streefbeeld OV blijft het streven om op langere termijn de doelstellingen voor een efficiënt OV-netwerk wel te halen. Plan 2: Besluit voorbereiden tot uitbouw van de frequenties van Randstadspoor, inclusief nieuwe stations en infrastructurele aanpassingen, naar 4 of 6 x per uur. Ook wordt op de huidige SUNIJ-lijn en de Uithoflijn gewerkt aan realisatie in de periode van één doorgaande tramlijn. Het Rijk, de regio en de spoorsector hebben in 2014 een nieuw samenwerkingsmodel omarmd, dat voorziet in de organisatie van regionale spoortafels, waarin gezamenlijk afspraken worden gemaakt over vervoerplannen van NS en dienstregelingwijzigingen op middellange termijn. De Utrechtse regio maakt, als onderdeel van de spoortafel Noordvleugel, twee keer met de spoorsector en haar opdrachtgever, het ministerie van IenM, afspraken over de verder ontwikkeling van de treinfrequenties in de regio, inclusief monitoring van reizigersgroei en een ontwikkelagenda met benodigde infrastructuur en frequentiesprongen in de dienstregeling. Doel van de ontwikkelagenda is om ruimtelijke ontwikkeling te koppelen aan stappen in de spoordienstregeling en in de dienstregeling van de belangrijke regionale OVassen, zoals de tram naar De Uithof. Pagina 42 van 72

64 Op 17 december 2014 heeft het AB de uitgangspunten vastgesteld om de SUNIJ-lijn exploitatief te koppelen aan de Uithoflijn en is een voorbereidingskrediet van 1,5 mln. verstrekt om een realisatiebesluit voor te bereiden. In 2015 worden de gevolgen van dit principebesluit verder uitgewerkt in voor te leggen uitvoeringsbesluit, waarin tevens de beoogde ingangsdatum van de koppeling wordt opgenomen. Plan 3: Er wordt voor gezorgd dat lokale bestuurders permanent zicht hebben op de stand van zaken van de studies en de eerstvolgende inspraak- en beslismomenten. In de studies worden alternatieven onderzocht voor een zo goed mogelijke inpassing van de snelwegverbredingen. BRU verkent op welke wijze het openbaar vervoer kan helpen om op lange termijn de snelwegen te ontlasten. Bij de onderhandelingen over snelwegverbredingen zit BRU aan tafel namens de BRUgemeenten. In 2014 heeft de minister van IenM de Voorkeursvariant vastgesteld voor de verbreding van de Ring Utrecht. De voorkeursvariant is door de minister vastgesteld op basis van adviezen die door de Bestuurlijke Stuurgroep Ring zijn opgesteld. BRU heeft als adviserend lid van de stuurgroep de belangen van de BRU-gemeenten ingebracht, waarbij een grote focus ligt op de leefbaarheidaspecten. Naast de leefbaarheidaspecten zet BRU in op alternatieve vormen van vervoer. De insteek van BRU is bij de advisering continue dat een verbreding van de Ring Utrecht toekomstige ontwikkelingen van het openbaar vervoer, zoals een mogelijke tweede tramlijn, niet onmogelijk of extreem duur mag maken. Plan 4: BRU subsidieert verbetering van bestaande fietsverbindingen en aanleg van nieuwe verbindingen, vooral woon-school en woon-werk tussen kleine kernen. Daarnaast toont BRU met onderzoek aan hoe maatregelen op het gebied van gedragsbeïnvloeding, autodelen en leenfietsen werken. In 2014 zijn diverse ideeën voor nieuwe fietsverbindingen getoetst op effectiviteit (middels de VERDERsystematiek) en functionaliteit, waarna ze als project kunnen worden opgenomen in diverse regionale programma s, zoals VERDER, restbudget Randstadspoor, RUVV of Beter Benutten. Diverse projecten werden in dat kader in 2014 ook opgeleverd, zoals de fietsbrug tussen Overvecht en het Noorderpark, de fietsverbinding met twee spoortunnels tussen Maarschalkerweerd en Lunetten en de fietstunnel Spinozaweg. BRU is bezig met de ontwikkeling van een verkeersmodel dat fietsverplaatsingen beter kan voorspellen dan traditionele verkeersmodellen; resultaten daarvan komen in 2015 beschikbaar. Plan 5: BRU neemt een rol op zich op het gebied van regionaal verkeersmanagement binnen het VERDERsamenwerkingsverband. We werken actief samen met het bedrijfsleven op gebieden als vervoersmanagement en mobiliteitsmanagement. BRU fungeert als kennisbank voor de aangesloten gemeenten. In 2014 heeft BRU een bijdrage geleverd aan het Kernteam RVM, dat als stuurgroep functioneert van het programma RVM. De ambitie was dat het RVM-programma in 2014 alle middelen, nodig om het regionaal verkeersmanagement op een hoger plan te tillen, te realiseren. Doordat de opgaven complex zijn, de markt te maken heeft met een gebrek aan capaciteit is de oplevering van de projecten vertraagd tot de eerste helft van Als gevolg van deze vertraging is looptijd van het programma RVM verlengd tot 31 maart In VERDER-verband zijn afspraken gemaakt over het continueren van de samenwerking, onder trekkerschap van de provincie Utrecht. Pagina 43 van 72

65 Plan 6: Deelname aan landelijke activiteiten, zoals het overleg binnen de koepelorganisatie SKVV, overleg met het ministerie van IenM, en het OV-bureau Randstad. In 2014 heeft de regio samen met het ministerie van IenM en de overige overheden in de Randstad, verenigd in OV-bureau Randstad, diverse onderzoeken uitgevoerd over de ontwikkeling van (OV-) vervoerstromen in de Randstad. Bestaande beleidskaders van het ministerie van IenM blijken onvoldoende rekening te houden met de explosieve mobiliteitsgroei naar een beperkt aantal bestemmingen in de Randstad en de kaders moeten daarom worden aangepast. Daartoe zijn afspraken gemaakt tussen het ministerie van IenM en de regio om verder te studeren aan een OV-verkenning regio Utrecht en aan een Stip op de Horizon voor het spoor/ov-systeem in de Randstad (onderzoek Spitsreiziger). Met het SKVV is hard gewerkt aan het optimaliseren van de OV-chipkaart en het amenderen van de teksten voor de hoofdrailnetconcessies Beheer en Vervoer die het ministerie van IenM in 2014 heeft vastgesteld. Deze amendementen hebben geleid tot scherpere concessieteksten voor deze onderwerpen. Plan 7: Inbrengen van openbaar vervoer belangen in infrastructurele en/of ruimtelijke programma s, zowel intern binnen BRU als extern. BRU is nauw betrokken bij de planontwikkeling van grote infrastructurele projecten. Daartoe heeft BRU deelgenomen in werkgroepen, stakeholdersoverleggen en reacties gegeven op plannen die voor werden gelegd. Belangrijke voorbeelden hiervan zijn: 1. De ontwikkeling in het Stationsgebied waarbij BRU gestuurd heeft op een oplossing voor de ontsluiting van het bus/tramstation centrumzijde, er afspraken zijn gemaakt over faseringen, deadlines en beschikbaarheid van routes voor bussen en reizigers. BRU heeft bijgedragen aan een visie op ruimtelijke kwaliteit. BRU heeft meegedacht over de herontwikkeling van het Westplein (belangrijke busroute), de inrichting van het Vredenburg. 2. Planvorming rondom de Ring Utrecht, met name het knooppunt Rijnsweerd en de transformatie van het zogenaamde pootje A28. Hierbij heeft BRU de belangen van de doorstroming van het huidige busverkeer en de toekomstvastheid voor vertramming ingebracht en hierop getoetst, zodat een toekomstige tramverbinding in alle varianten mogelijk blijft. 3. In de Verkenning OV regio Utrecht wordt door BRU actief meegewerkt in het projectteam waarin een goede probleemanalyse is opgesteld en oplossingsrichtingen worden ontwikkeld. Bij de planvorming van Utrecht Aantrekkelijk en Bereikbaar en de uitwerking daarvan in Slimme Routes, Slimme Regelingen heeft BRU zowel inhoudelijk OV- en fietsbelangen ingebracht en hierop getoetst als ook het proces van afstemming tussen gemeente Utrecht en de andere gemeenten, de provincie en Rijkswaterstaat gefaciliteerd. Tevens is BRU inhoudelijk betrokken (advisering, toetsing) bij diverse kleinere infrastructurele projecten zoals station Driebergen-Zeist, onderdoorgang station Bilthoven, Leidsche Rijn Centrum, enkele provinciale wegprojecten N411, N210, N237, N412 en N229. Pagina 44 van 72

66 8.3 Heeft het gekost wat het zou kosten? Alle bedragen x De lasten op dit programma zijn lager dan begroot. Dat resulteert niet in een saldo op het programma, omdat door deze onderbesteding de toegerekende bijdrage uit de ontvangen BDU met hetzelfde bedrag is verlaagd. De lagere lasten laten zich verklaren door minder inzet en onderzoek op dit programma, wat het directe gevolg is van het wetsvoorstel Wap, waarmee een nieuw RVVP en onderzoeksuitgaven voor MIRT, NOBRUZ (Nieuwegein-OV-terminal-binnenstad-Rijnsweerd-De Uithof-Zeist) en de vervoerkundige koppeling tot een minimum zijn beperkt, zeker in de inzet van externen. Het begrote budget voor het VRU-model kent eveneens een overschot omdat gemeenten hebben bijgedragen in een spaarpot om toekomstige ontwikkelingen van het model te kunnen financieren. Op het product Spoorse lobby zijn meer baten en minder lasten gerealiseerd dan begroot omdat de coördinatie niet meer vanuit BRU maar door de provincie is uitgevoerd. Pagina 45 van 72

67 9 OV Regiotram 9.1 Wat wilden we bereiken? Plan: Een deel van het door BRU geconcessioneerde openbaar vervoer is railgebonden. BRU is, als regionale OV-autoriteit, eigenaar van het gehele regionale tramsysteem, dat wil zeggen: de infrastructuur, het materieel, de haltes en de remise. Als eigenaar is BRU ook beheerverantwoordelijk voor de systeemonderdelen en stuurt hiertoe via contracten marktpartijen aan die de uitvoering verzorgen. BRU streeft naar een betrouwbaar (assetmanagement) en veilig (safetymanagement) tramsysteem en wil daarin toonaangevend zijn in Nederland ( Daarom wordt de organisatie van OVI in 2013 en 2014 verder omgevormd naar een hoogwaardig en kostenefficiënt tram/infrabedrijf. Dat geldt ook voor de aanleg van de Uithoflijn, die, in eerste instantie via een technische koppeling, na geplande oplevering in 2018 verbonden zal worden met de bestaande infrastructuur van de SUNIJ-lijn. In het afgelopen jaar hebben we veel bereikt. De start van Regiotram Utrecht met een nieuw management. Een mijlpaal is de certificering met Pas-55 (zie ook hierna onder plan 7), een belangrijke stap voor een betrouwbaar en veilig tramsysteem. De vervoerkundige koppeling met de Uithoflijn wordt hierna toegelicht onder plan 6 en in het programma Uithoflijn. 9.2 Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Plan 1: Het faciliteren van de railgebonden OV-exploitatie. Deze jaarlijks terugkerende activiteit bestaat uit het beheer van infrastructuur, materieel, haltes en remise en het op basis daarvan aansturen van de marktpartijen met betrekking tot de uitvoering. In 2014 is het assetregister verder verbeterd en zijn stappen gezet met betrekking tot risico gestuurd beheer en onderhoud. Hierdoor ontstaat er beter zicht op de relaties tussen de prestaties, de kosten en de risico s. In 2014 zijn de Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI s) meetbaar gemaakt. Plan 2: Vanuit voornoemde beheerverantwoordelijkheid worden zowel de infrastructuur als het wagenpark grondig herzien staat in het teken van de laatste fase van GVI-1 (1c) tijdens de zomervakantie. Aansluitend worden de onderstations (energievoorziening) vervangen. De realisatie van de grote vervangingsinvestering GVI-1c in de zomer van 2014 is volgens plan verlopen. Het project is op tijd conform planning in dienst gegaan en buiten is het project kwalitatief goed en veilig uitgevoerd. Het project Onderstations is in november gestart met het slaan van de eerste paal voor het nieuwe onderstation op het remiseterrein. Plan 3: Fase 3 van Levensduurverlengend Onderhoud (LVO) van de technische systemen van het trammaterieel, wordt eind 2014/begin 2015 afgerond. Pagina 46 van 72

68 Fase 3 van LVO betreft de renovatie van de installaties van de voertuigen. Voor de uitvoering worden de SIG-trams getransporteerd naar een gespecialiseerd bedrijf in Heerenveen. In 2014 is ca. 40% gereed; 10 van de 26 trams. In 2015 worden de andere voertuigen technisch gerenoveerd en wordt daarmee fase 3 afgerond. Plan 4: Op basis van het vastgestelde Integraal Programma van Eisen (IPvE) 2011 wordt de systeemveiligheid van de SUNIJ-lijn waar nodig aangepast. Het verbeterplan daarvoor wordt in 2013 afgerond. De realisatie ervan start in Het verbeterplan is afgerond. De mogelijke verbeteringen worden zoveel mogelijk meegenomen in de uit te voeren projecten uit het Meerjaren investeringsplan Daarnaast is er een veiligheidsbewijs gemaakt van de SUNIJ-lijn, waarin is aangetoond dat de lijn veiliger is geworden in 2013/2014 ten opzichte van Tevens is er een rapport opgesteld van de veiligheid van alle kruisingen van de SUNIJlijn. Daaruit blijkt dat zij op dit moment voldoende veilig zijn ingericht maar er bij enkele kruisingen aanvullende maatregelen wenselijk zouden zijn. Dit zijn maatregelen die veelal door de wegbeheerder (gemeente) uitgevoerd dienen te worden. In het reguliere afstemmingsoverleggen met de gemeenten wordt dit besproken. Plan 5: Op basis van zowel de instandhoudingsopgave als de uitbreiding met de Uithoflijn moet de remise vernieuwd en uitgebreid worden staat in het teken van de (voorbereiding op de) aanbesteding voor de realisatie van het herontwerp van de remise. Contractering en start van de realisatie vindt naar verwachting in 2014 plaats. Op 11 december 2013 heeft het AB ingestemd met de start aanbesteding Nieuwe Tram Remise (NTR), gericht op een te nemen gunningsbesluit in december 2014 (besluit ). Uitwerking van het projectplan heeft met gelijkblijvende functionaliteit, geleid tot een gewijzigde contracteringsstrategie waarbij BRU (Regiotram Utrecht) zelf de verantwoordelijkheid houdt voor het ontwerp en de contractering zich nog alleen richt op de feitelijke bouwwerkzaamheden. Het DB heeft, conform het mandaat afgegeven door het AB, op 1 december 2014 besloten de contracteringsstrategie aan te passen en de lopende contractering te staken. Het gunningsbesluit voor de realisatie wordt naar verwachting aan het einde van het vierde kwartaal 2015 genomen. Als uitvloeisel van de Bestuursovereenkomst Uithoflijn van 20 juni 2012 tussen BRU en de gemeente Utrecht heeft het AB op 17 december 2014 ingestemd met de opgestelde Uitvoeringsovereenkomst Integrale Tramremise. Na afronding van de definitiefase in november, is op 30 december 2014 opdracht gegeven aan het ontwerpcombinatie CORTU voor de nadere detaillering van het ontwerp van de NTR. Plan 6: De ombouw van de SUNIJ-lijn tot een lagevloersysteem betekent dat haltes van de SUNIJ-lijn geschikt moet worden gemaakt en dat het bestaande materieel van de SUNIJ-lijn vervangen moet worden conform de specificaties van het materieel van de UHL. In 2013/2014 wordt een bestuurlijk uitvoeringsbesluit inclusief een voorstel voor financiering voorbereid. Pagina 47 van 72

69 In februari 2014 heeft het DB een voorbereidingsbesluit vervoerkundige koppeling genomen. In 2014 is in de business case onderzocht wat het effect is van verschillende varianten van het koppelen van de SUNIJ-lijn aan de Uithoflijn. Op basis van de uitkomsten van de business case heeft het DB in december 2014 de scope en de uitgangspunten voor de vervoerkundige koppeling vastgesteld. Tevens is een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld voor de voorlopige ontwerpfase tot aan het realisatiebesluit. Naar verwachting wordt dit realisatiebesluit eind 2015 genomen. Plan 7: BRU heeft met een externe partij een resultaatverplichting afgesloten om eind 2014 haar assetmanagementproces te certificeren (PAS-55). Hiertoe is begin 2012 een nulmeting verricht op basis waarvan de relevante werkprocessen worden verbeterd. In december 2014 heeft BRU (Regiotram) het certificaat PAS 55 behaald. Dit betekent dat de tramorganisatie als asset manager in de volle breedte voldoet aan de internationale standaard op het gebied van beheer en onderhoud, projecten en bedrijfsvoering binnen de rail sector. De uitreiking van het PAS 55-certificaat is het sluitstuk op een intensief proces van professionalisering dat in 2012 is ingezet. Pagina 48 van 72

70 9.3 Heeft het gekost wat het zou kosten? Alle bedragen x De uitgaven in het programma OV Regiotram worden gedekt vanuit de BDU. De lasten van het programma zijn 0,3 mln. hoger dan geraamd. Hieronder worden de belangrijkste financiële afwijkingen toegelicht. OV Terminal Er is minder uitgegeven dan geraamd vanwege lagere onderzoekskosten. Dit komt doordat onderzoekskosten gedeeld zijn met andere opdrachtgevers binnen de OVT. Beheer & Onderhoud tram Er is minder uitgegeven dan geraamd. Deze onderschrijding is het gevolg van: de lagere onderhoudskosten op infra, haltes en remise voornamelijk door minder storingsonderhoud; de vergoeding die BRU van de gemeente Utrecht heeft ontvangen voor het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van de gemeente; het niet benutten van de stelpost beheer en onderhoud haltes/locaties Safetymanagement Er is minder uitgegeven vanwege lagere onderzoekskosten en het niet invullen van de vacature. Ontwikkeling Netwerk en systemen Er is meer uitgegeven dan geraamd. De overschrijding wordt vooral veroorzaakt door de extra inhuur in het kader van projectmanagement en extra adviezen onderzoek (onder andere het onderzoek Kan materieel UHL over SUNIJ naar de Remise komen ). Pagina 49 van 72

71 Directie en bedrijfsvoering Er is meer uitgegeven dan geraamd. De overschrijding wordt veroorzaakt door: de audits, second opinions en gatereview (voor onder andere nieuwe Remise en Uithoflijn) die ten behoeve van de opdrachtgever uitgevoerd zijn bij een fase overgang en/of kaderstelling ten behoeve van de lopende grote projecten; de mediationkosten om het dossier met betrekking tot GVI-1a uit voorgaande jaren af te ronden; de extra inhuur in het kader van het ontwikkelen van de projectbeheersing en het management control systeem; de eenmalige meerkosten als gevolg van de implementatie van het informatiesysteem aangeschaft in 2013; Overzicht van de uitgevoerde en lopende projecten Alle bedragen x Investeringsstaat Krediet Realisatie Realisatie Totaal Prognose Projectbesluiten t/m t/m Renovatie haltes 1,295 0,485 0,100 0,585 0,349 LVO fase 1 10,600 5,959 1,566 7,525 2,975 GVI 1 45,200 26,510 14,040 40,550 6,980 Nieuwe Tram Remise (nieuwbouw) 4,120 2,312 1,358 3,670 0,450 Overwegbeveiliging (ahobs) 0,260 0,000 0,040 0,040 0,220 Overwegbevloering (zomerdijk) 0,000 0,000 0,475 0,475-0,475 Datanetwerken 0,230 0,000 0,238 0,238 0,000 Totaal 61,705 35,266 17,817 53,083 10,499 GVI Het project betreft het vervangen van de bovenleidingen en baan is op 1 oktober 2014 opgeleverd. Het DB heeft kennis genomen van de oorzaak van de overschrijding en de voorgedragen oplossingsrichting, zijnde het bedrag vanaf 2014 te activeren en te financieren vanuit het budget voor Beheer en Onderhoud. Het DB heeft op 1 december 2014 heeft hierover een besluit genomen. LVO LVO fase 1 en 2 zijn gereed en binnen budget uitgevoerd. LVO fase 3 is in uitvoering. De opdracht is Europees aanbesteed en gegund. Voor de uitvoering worden de 26 SIG-trams getransporteerd naar Heerenveen. Momenteel is ca. 30% van de serie gereed. Einddatum van het contract staat op 30 juni Bij LVO-4 zijn inmiddels op één na alle werkzaamheden al gecombineerd met LVO-1, -2 of -3. Het totale LVO project kan na afronding van LVO-3 worden afgesloten in Pagina 50 van 72

72 NTR De notitie Afronding Definitiefase NTR is op 20 november 2014 ondertekend door de ambtelijk opdrachtgever. Eind 2014 is aan een ontwerpbureau opdracht verleend voor de nadere detaillering van het ontwerp. Deze dient maart 2015 zover zijn uitgewerkt dat het als input kan dienen voor de preselectie van partijen die de contractstukken willen opstellen. Planning is om in oktober de contractstukken t.b.v. de realisatie gereed te hebben. Voor de financiering door de projectorganisatie Uithoflijn van 20 mln. is een Uitvoeringsovereenkomst BRU Gemeente Utrecht opgesteld welke begin 2015 door de betrokken partijen is ondertekend. Overwegbeveiliging (ahobs) In het meerjareninvesteringsplan staat de uitvoering van de Ahobs gepland voor Teneinde ervoor te zorgen dat de uitvoering in 2015 kan starten, vindt de voorbereiding in 2014 plaats. Overwegbevloering Zomerdijk In verband met een calamiteit bij de overwegbevloering Zomerdijk is besloten deze vernieuwing eerder te uit te voeren dan oorspronkelijk gepland. Het AB heeft in december 2014, bij de vaststelling van het meerjareninvesterings- en onderhoudsprogramma (mip/mop), deze investering geaccordeerd. Datanetwerken Eind 2014 zijn de twee percelen van het contract Datanetwerk aanbesteed en gegund. De aanbesteding was ruim binnen het gestelde budget en beide aanbestedingen zijn gebaseerd op kwalitatief goed opgebouwde aanbiedingen, die voldoende vertrouwen geven om tot een succesvolle realisatie te komen. De ingediende planningen van betrokken leveranciers geven aan dat een realisering binnen de gestelde tijdstermijn haalbaar is. Alle bedragen x Raakvlak project Uithoflijn Raakvlak Realisatie Realisatie Totaal Prognose Resultaat Projectbesluiten financiering t/m t/m Tijdelijke Eindhalte Jaarbeursplein 4,800 4,249 1,520 5,769 0,000-0,969 Totaal 4,800 4,249 1,520 5,769 0,000-0,969 Het project Tijdelijke Eindhalte was een raakvlak project van Uithoflijn. Dit project is in 2014 financieel afgerond. Het resultaat is een overschrijding van 0,97 mln. op het budget. Het tekort wordt geactiveerd en wordt vanaf 2015 in 3 jaar afgeschreven. De kapitaallasten kunnen vanaf 2015 worden gedekt binnen de bestaande begroting. Pagina 51 van 72

73 10 OV Regiotram: aanleg Uithoflijn 10.1 Wat willen we bereiken in 2018 (plan) Het projectresultaat bestaat uit diverse onderdelen die integraal ervoor gaan zorgen dat er niet alleen een werkend tramsysteem wordt opgeleverd, maar dat bovendien op den duur de exploitatiedoelstellingen kunnen worden waargemaakt. De volgende deelresultaten kunnen worden onderscheiden: tracé tussen Utrecht Centraal en De Uithof met negen haltes; goed werkend tramvervoersysteem dat voldoet aan de eisen voor het tramsysteem Regio Utrecht, zoals opgenomen in het Integraal Programma van Eisen; inpassing in de stad, het (toekomstige) regionaal tramvervoersysteem en het tramnetwerk in het Stationsgebied; met voldoende capaciteit: 16 ritten per uur per richting; op een zo kort mogelijke verantwoorde termijn: start exploitatie medio 2018; binnen de tijd en het budget: zoals is vastgelegd in de projectbegroting, zowel ten aanzien van de aanleg van de infrastructuur, als de aanschaf van trammaterieel; veiligheidstoets: levering van veiligheidsbewijs ten behoeve van goedkeuring infrastructuur en toelating materieel op de baan; exploitatievoorbereiding: - nadat het testbedrijf succesvol is verlopen, overdracht aan Regiotram; - nadat het proefbedrijf succesvol is verlopen, overdracht aan OV&M; - waarna de concessiehouder de dienstregeling kan gaan rijden; - Overgedragen aan en in beheer genomen door de provincie (c.q. Regiotram Utrecht) Hebben we in 2014 gerealiseerd wat we zouden realiseren? Plan: De fasering van het project Uithoflijn is als volgt: 1. Verkenningsfase (projectbesluit): tracéstudies HOV om de Zuid naar vertrambare busbaan, MKBA; 2. Planstudiefase (uitvoeringsbesluit): definitie en Programma van Eisen (PvE), RO-inpassing, bestemmingsplan, VO+ en investeringsraming; Definitief Ontwerp (DO), contracteringsplan, bestek en directieraming; 3. Contractering- en Realisatiefase: aanbesteding en gunning, contract en bouwmanagement; opleveringen, testbedrijf en coördinatie proefbedrijf, overdrachtsdossier assetregister, financiële afsluiting. Na afronding van het DO eind 2013, bevond het project zich in 2014 zowel in de contracteringsfase als de realisatiefase. In 2014 waren voorzien: afronding diverse bestemmingsplanprocedures; doorlopen aanbestedingsprocedures en gunning in december; realisatie en oplevering onderbouw; vaststelling diverse (uitvoerings)overeenkomsten; actualisatie projectbudget o.b.v. DO bestendigen met AB-besluit; actualisatie Projectplan en Bestuursovereenkomst. Pagina 52 van 72

74 Vooruitblik: De aannemer van de bovenbouw heeft van 2015 tot 2017 om het tramsysteem aan te leggen. Begin 2017 is de infrastructuur gereed voor het test- en proefbedrijf. De eerste tramstellen worden dan ook opgeleverd. Er is een half jaar voor het testbedrijf en een half jaar voor het proefbedrijf ingeruimd. Als het project volgens planning verloopt, kan de exploitatie medio 2018 starten. Ter actualisatie van de Bestuursovereenkomst is een allonge vastgesteld (inclusief verschuiving de start exploitatie naar medio 2018 als gevolg van ontwikkelingen Stationsgebied). De bestemmingsplannen voor De Uithof, de Westflank en het Smakkelaarsveld zijn onherroepelijk geworden. De aanbestedingsprocedures voor het materieel en de traminfrastructuur zijn vanaf medio 2013 begonnen en gedurende 2014 doorlopen. In december zijn deze afgerond met een gunningsbesluit door het DB en een besluit tot het aangaan van de overeenkomsten door het AB. De realisatie van de onderbouw is verder gevorderd en grotendeels opgeleverd. Het AB heeft op 1 oktober 2014 ingestemd met een budgettaire verschuiving van materieel naar traminfrastructuur t.b.v. EMI-maatregelen. Het AB heeft op 1 oktober 2014 besloten de coördinatie van het proefbedrijf bij de projectorganisatie neer te leggen. De volgende Uitvoeringsovereenkomsten zijn vastgesteld (en ondertekend): - Hoofdovereenkomst met Uithofpartners; - Diverse uitvoeringsovereenkomsten tussen BRU en gemeente inzake deelproject. Het geactualiseerde Projectplan is in augustus 2014 vastgesteld door de Stuurgroep. Als gevolg van de transitie van BRU naar de provincie Utrecht zijn meerpartijenovereenkomsten opgesteld voor de overdracht van de belangrijkste contracten en overeenkomsten naar de provincie. Deze zijn allemaal in de betreffende gremia vastgesteld (en zijn begin 2015 ondertekend). Pagina 53 van 72

75 10.3 Heeft het gekost wat het zou kosten? Alle bedragen x De kosten in 2014 voor de Uithoflijn volgens bovenstaande tabel bedragen en het verschil met de begroting Dat is inclusief 0,753 voor materieel. Exclusief materieel zijn de kosten en het verschil Voornaamste afwijkingen ten opzichte van de begroting: De uitgaven voor de bovenbouw (begroot op mln.) vinden plaats in 2015 en latere jaren als gevolg van het sluiten van het contract einde december Hetzelfde geldt voor de uitgaven voor de NTR. Deze zijn begroot op mln. Het contract is in januari 2015 getekend, waardoor er in 2014 geen kosten zijn. Pagina 54 van 72

76 Paragrafen Pagina 55 van 72

77 Pagina 56 van 72

78 Paragraaf Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering betreft de ondersteuning van de sturing en beheersing van de primaire processen in de organisatie. Deze paragraaf bedrijfsvoering gaat in op de wijze waarop in 2014 invulling is gegeven aan deze processen. Hierbij zijn de belangrijkste criteria doelmatigheid, betrouwbaarheid en klantgerichtheid. Financiën De Planning & Control-cyclus is voor het bestuur en management een belangrijk sturingsinstrument. De reguliere Planning en Control producten (Programmabegroting, Bestuursrapportage en Programmaverslag) zijn conform de financiële verordening door het DB in 2014 behandeld en vastgesteld. Daarnaast fungeerden de tussentijdse managementrapportages als sturingsmiddel voor de algemeen directeur voor de voortgangsbewaking van de afspraken met de afdelingshoofden. Deze rapportages vormen tevens de basis voor de Bestuursrapportage. Tijdigheid en consistentie in de Planning en Control-cyclus is daarbij belangrijk. Echter door het niet tijdig ontvangen van de accountantsverklaring op de Jaarstukken 2013 is het proces voorafgaand aan de besluitvorming in het DB niet conform de planning geweest. Hierop zijn in 2014 maatregelen getroffen om herhaling hiervan te voorkomen. De maatregelen zijn opgenomen in een verbeterplan. De verbeteringen zijn voornamelijk gericht op procesbeheersing, accuratesse, projectbeheersing en verslaglegging. Per 1 januari 2014 is de implementatie gestart van de digitalisering van het factuurproces. De implementatie is in juli 2014 afgerond, maar heeft meer tijd in beslag genomen dan gepland. Met de nieuwe pakketten kan het inkoopproces van begin tot eind worden vastgelegd en worden gemonitord. Daarbij is de vastlegging van de projecten verbeterd en vormen daardoor belangrijke verbeteringen van het financiële proces binnen BRU. In 2014 is gezorgd voor een soepel verloop van het ontvlechtingproces in verband met de overgang per 1 januari 2015 van de verkeers- en vervoertaken van BRU naar de provincie Utrecht. Automatisering Het DB heeft op 25 juni 2012 besloten de huur van het kantoorpand BRU aan de Maliebaan te Utrecht met ingang van 1 januari 2014 op te zeggen. Met de verhuizing heeft BRU een nieuw ICT-concept geïntroduceerd. De plannen om de Automatisering in 2014 extern te hosten c.q. het niet meer in eigen beheer hebben van het serverpark (housing) zijn volledig gerealiseerd, de gemeente Utrecht verzorgt deze. Daarnaast is voor het nieuwe ICT-concept ook de leasing van ICT-middelen (laptop, monitor, toetsenbord en muis) en verzorging vaste telefonie gekoppeld aan mobiele telefonie van belang geweest. Huisvesting Door de eerder genoemde verhuizing is de BRU-organisatie per 1 januari 2014 gehuisvest in het Huis van de provincie Utrecht en op het Remiseterrein te Nieuwegein. Het project Uithoflijn blijft gehuisvest op de Laan van Maarschalkerweerd te Utrecht. Tot dat de nieuwe tramremise is gerealiseerd, is Regiotram Utrecht gehuisvest in een tijdelijk gebouw. De inventaris van het pand aan de Maliebaan te Utrecht (voormalige huisvesting BRU) wordt nu benut voor de tijdelijke huisvesting Regiotram Utrecht. Pagina 57 van 72

79 Communicatie Communicatie heeft de organisatie op alle (belangrijke) interne en externe terreinen ondersteund en heeft actief gecommuniceerd via een actieve communicatie middelenmix. Daarnaast fungeerde communicatie als eerste aanspreekpunt voor pers en vakinhoudelijk geïnteresseerden. Het eerste half jaar van 2014 heeft voornamelijk in het teken gestaan van de volgende onderdelen: Communicatieve samenwerking met Qbuzz en nieuwe Regiotaxi contractanten In december is Qbuzz gaan rijden onder het nieuw geïntroduceerde reizigersmerk U-OV. In nauwe samenwerking met de communicatieafdeling van Qbuzz is dit merk geïntroduceerd met onder andere een special van ons relatiemagazine over de invoering van U-OV, een nieuw twitter-account geopend. In februari is U-Regiotaxi communicatief geïntroduceerd. Wisseling van voorzitter en bestuur In januari is Jan van Zanen als nieuwe voorzitter aangetreden. Communicatie heeft zich ingezet voor een goede introductie. Van Zanen heeft in april een uitgebreide toer door de regio gedaan. Eind mei is een informatiemarkt gehouden voor het nieuwe DB en in juni hebben ook zij getoerd door de regio. Bovendien hebben alle bestuursleden een gezicht gekregen op de website van BRU. Ook is er een interactief overdrachtdocument gemaakt. Professionalisering communicatiemiddelenmix De website van BRU is vernieuwd en er is een intranet ontwikkeld voor de hele BRU-organisatie. Er is gekozen het relatiemagazine BRU-berichten te incorporeren bij de maandelijkse nieuwsbrief en erop te sturen de maandelijkse nieuwsbrief tijdig en inhoudelijk goed wordt verstuurd om voornamelijk AB-leden te informeren over aanstaande voorstellen. Communicatie rondom GVI-1c Al vanaf het voorjaar heeft communicatie zich samen met Qbuzz voorbereid op het laatste onderdeel van de grootschalige vervanging infrastructuur tram. Er is vanuit communicatie nauw samengewerkt met de omgevingsmanager om begrip te krijgen voor de buitendienststelling van 6 weken bij belanghebbenden, omwonenden en reizigers. Dit heeft geresulteerd in constructieve persaandacht en weinig klachten. Intensivering communicatieve samenwerking stationsgebied BRU is dit jaar communicatiepartner geworden van de CU2030-campagne in het stationsgebied. Aanbesteding Uithoflijn Op 23 december 2014 hebben het DB van BRU en Koninklijke BAM Groep het contract voor de realisatie van de traminfrastructuur van de Uithoflijn ondertekend. Via een persbericht is (landelijke) mediaaandacht gegenereerd. Wgr-plus / transitie Vanaf september is een projectorganisatie transitie opgezet om het verwachte besluit invoering Wet afschaffing plusregio s voor te bereiden. Er is samen met de provincie Utrecht een werkgroep communicatie gestart en communicatie heeft de interne communicatie geïntensiveerd. Personeel en Organisatie Ter voorbereiding op de transitie van de BRU medewerkers naar de provincie Utrecht is de rechtspositie geactualiseerd en zijn de HRM-instrumenten aangepast. Door deze informatie op orde te hebben is in een hoog tempo een Sociaal Plan gerealiseerd. Hierdoor hebben de medewerkers van BRU die overgaan naar de provincie Utrecht nog vlak voor de feestdagen 2014 gelijktijdig een ontslagbesluit van BRU en een aanstellingsbesluit van de provincie Utrecht ontvangen. Pagina 58 van 72

80 Heeft het gekost wat het zou kosten? Alle bedragen x De lasten van de paragraaf Bedrijfsvoering zijn toegerekend aan de programma s volgens het kostenverdeelmodel. Het negatieve saldo van mln. betreft frictiekosten van 3 voormalige medewerkers van BRU. Voorgesteld wordt om dit bedrag te onttrekken aan de bestemmingsreserve Personele Verplichtingen. N.B. de presentatie van lasten en baten in de derde begrotingswijziging van 2014 geeft het verkeerde beeld. Er had bij lasten (en baten) een saldo van nul moeten staan, analoog aan de presentatie in de oorspronkelijke begroting. Pagina 59 van 72

Agenda voor de vergadering d.d. 1 juli 2015 van het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam

Agenda voor de vergadering d.d. 1 juli 2015 van het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam Algemeen Bestuur vergadering 1 juli 2015 Agenda voor de vergadering d.d. 1 juli 2015 van het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam NB. Vergadering begint om 16.00 uur Locatie zaal Staal WTC Rotterdam

Nadere informatie

AGENDAPUNT /10

AGENDAPUNT /10 AGENDAPUNT 2015.02.16/10 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 16 februari 2015 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Wijziging GR zienswijzeprocedure De heer Van

Nadere informatie

Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht op:

Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht op: Bestuur Regio invï 1 Utrecht Aan de leden van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht Datum: 13 februari 2013 Kenmerk: 2013-000635 Contactpersoon: H. Kerckhaert Telefoon: 030-2862578 Onderwerp:

Nadere informatie

VEILIGHEIDSREGIO UTRECHT. Concept-wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling VRU (wijziging van de artikelen 3.4 en 4.5)

VEILIGHEIDSREGIO UTRECHT. Concept-wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling VRU (wijziging van de artikelen 3.4 en 4.5) VEILIGHEIDSREGIO UTRECHT Concept-wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke regeling VRU (wijziging van de artikelen 3.4 en 4.5) VEILIGHEIDS REGIO UTRECHT De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten:

Nadere informatie

De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Utrecht, Stichtse Vecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en Houten

De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Utrecht, Stichtse Vecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en Houten 1 Bestuursconvenant Mobiliteit in grootstedelijk Utrecht De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Utrecht, Stichtse Vecht, De Bilt, Zeist, Bunnik en

Nadere informatie

algemeen bestuur 5 februari 2014

algemeen bestuur 5 februari 2014 algemeen bestuur 5 februari 2014 Agendapunt : 8 Portefeuillehouder : J.A.E. Landwehr Nr. : 2014-00267 Bijlage : 1 Onderwerp Tweede wijziging Programmabegroting 2014 Voorstel AB besluit Vaststellen van

Nadere informatie

Datum: 4 juli 2014 Agendapunt: 4 Betreft: Jaarstukken 2013

Datum: 4 juli 2014 Agendapunt: 4 Betreft: Jaarstukken 2013 VERGADERING ALGEMEEN BESTUUR OMGEVINGSDIENST MIDDEN- EN WEST-BRABANT Datum: 4 juli 2014 Agendapunt: 4 Betreft: Jaarstukken 2013 Aanleiding Ter uitvoering van de artikelen 197 en 198 van de Gemeentewet

Nadere informatie

Notulen van de openbare AB-vergadering op woensdag 16 mei 2012, tot uur, kantoor BRU te Utrecht

Notulen van de openbare AB-vergadering op woensdag 16 mei 2012, tot uur, kantoor BRU te Utrecht Nr. 2012-04403 Notulen van de openbare AB-vergadering op woensdag 16 mei 2012, 20.00 tot 21.00 uur, kantoor BRU te Utrecht voorzitter: secretaris (plv.): leden: Afwezig: A. Wolfsen P. Smit mw. H.J. Mourits,

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI)

Raadsvergadering. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI) RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17-12-2015 15-097 Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI) Aan de raad, Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst

Nadere informatie

Raadsvergadering. Grondslag Samenwerkingsverband U10; strategische agenda (Stepping Stones) en jaarlijks werkplan uit te voeren door EBU

Raadsvergadering. Grondslag Samenwerkingsverband U10; strategische agenda (Stepping Stones) en jaarlijks werkplan uit te voeren door EBU RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 12-05-2016 16-023 Onderwerp Afsluiten convenant tussen EBU en U10 regio Aan de raad, Onderwerp Afsluiten convenant tussen EBU en U10 regio Gevraagde beslissing 1.

Nadere informatie

Farid Chikar / juni 2017

Farid Chikar / juni 2017 Agendapunt commissie: 4.1 steller telefoonnummer email Farid Chikar 040-2083696 Farid.chikar@A2samenwerking.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 208981/269305 29 juni 2017 Portefeuillehouder Wethouder

Nadere informatie

26 maart 2015 Coos Rijsdijk

26 maart 2015 Coos Rijsdijk Raadsvoorstel Datum Raad Portefeuillehouder 26 maart 2015 Coos Rijsdijk Registratienummer BR1500017 Preventief toezicht van toepassing Nee Onderwerp Liquidatieplan Stadsregio Rotterdam Gevraagde beslissing

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Raadsvoorstel. Aan de raad, Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 765996 De heer H. ter Heegde, burgemeester Zienswijze indienen over de jaarstukken 2017 en de ontwerpbegroting 2019 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

Raadsvergadering. 11 juni Onderwerp Vaststelling huisvestingsverordening regio Utrecht 2015, gemeente Bunnik

Raadsvergadering. 11 juni Onderwerp Vaststelling huisvestingsverordening regio Utrecht 2015, gemeente Bunnik RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 11 juni 2015 15-032 Onderwerp Vaststelling huisvestingsverordening regio Utrecht 2015, gemeente Bunnik Aan de raad, Onderwerp Vaststelling huisvestingsverordening

Nadere informatie

Verslag dagelijks bestuur van 28 april 2014

Verslag dagelijks bestuur van 28 april 2014 DATUM 28 april 2014 PLAATS Enschede TIJDSTIP 14:30 uur VOORZITTER Dhr. J.H. Coes, plv. SECRETARIS dhr H.M. Bolhaar, plv PAGINA 1 De heren J.H. Coes, drs.mr. R.G. Welten, P. van Zwanenburg, drs. J. Bron,

Nadere informatie

Aan burgemeester en wethouders inkomen:.? m m. reg.nr.: >v.^^ ^Wl( zaaknr.: 2! o 2_b ^ b. 6 mei 2015 BZM Burgemeester J.M. Kraak-Brouwer par.

Aan burgemeester en wethouders inkomen:.? m m. reg.nr.: >v.^^ ^Wl( zaaknr.: 2! o 2_b ^ b. 6 mei 2015 BZM Burgemeester J.M. Kraak-Brouwer par. Aan burgemeester en wethouders inkomen:.? m m Datum: Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Ontworpen door: 6 mei 2015 BZM Burgemeester J.M. Kraak-Brouwer par.: "[TT reg.nr.: >v.^^ ^Wl( zaaknr.: 2! o

Nadere informatie

Bijlage: 3 Portefeuillehouder: H.J. van Schaik

Bijlage: 3 Portefeuillehouder: H.J. van Schaik Nota voor : vergadering algemeen bestuur Datum : 1 juli 2015 Onderwerp : Jaarrekening 2014 en jaarverslag 2014 VNOG Agendapunt : Kenmerk : Bijlage: 3 Portefeuillehouder: H.J. van Schaik Inleiding De jaarrekening

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Uitgangspunten transitiearrangementen jeugd. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Uitgangspunten transitiearrangementen jeugd. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 07-11-2013 13-089 Onderwerp Uitgangspunten transitiearrangementen jeugd Aan de raad, Onderwerp Uitgangspunten transitiearrangementen jeugd 1. De uitgangspunten voor

Nadere informatie

Bestuursconvenant samenwerking U10-gemeenten

Bestuursconvenant samenwerking U10-gemeenten Bestuursconvenant samenwerking U10-gemeenten De colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Utrecht, Stichtse Vecht, Vianen, Woerden en Zeist

Nadere informatie

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed Gemeente Nijmegen Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Danny Ederveen Peggy van Gemert RA/AA Mei 2014 1 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

BEHANDELINGSFORMULIER AB

BEHANDELINGSFORMULIER AB BEHANDELINGSFORMULIER AB Onderwerp Portefeuillehouder Beleidstaak Voorgesteld besluit Vergadering 29-10-2014 Agendapunt 7 Voorgenomen besluit opheffing gemeenschappelijke regeling Stadsgewest Haaglanden

Nadere informatie

Agenda. Openbare vergadering van. Datum en tijdstip 15 september 2015 16:00 uur. Algemeen Bestuur GR Bleizo

Agenda. Openbare vergadering van. Datum en tijdstip 15 september 2015 16:00 uur. Algemeen Bestuur GR Bleizo Agenda Openbare vergadering van Algemeen Bestuur GR Bleizo Datum en tijdstip 15 september 2015 16:00 uur Gemeente Lansingerland - Dhr. A. Abee (voorzitter) - Dhr. J. Heuvelink - Dhr. S.A.F. Fortuyn Gemeente

Nadere informatie

Vaststellen wijziging begroting 2015 Stadsgewest Haaglanden volgens plan A

Vaststellen wijziging begroting 2015 Stadsgewest Haaglanden volgens plan A Vergadering: 10 december 2014 Agendapunt: 4 Nummer: Portefeuillehouder: dhr drs. M.J. Bezuijen Contactpersoon: ir. P.E.B. Van Heel Doorkiesnummer: 070 750 1 1537 Den Haag, 29 oktober 2014 Aan het algemeen

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Toekomst regionale samenwerking. Bestuur Besluitvorming Toekomst regionale samenwerking. Beleid en regie W. Hilboezen P.J.

Raadsvoorstel. Toekomst regionale samenwerking. Bestuur Besluitvorming Toekomst regionale samenwerking. Beleid en regie W. Hilboezen P.J. Titel Nummer 13/73 Toekomst regionale samenwerking Datum 30 oktober 2013 Programma Fase Onderwerp Bestuur Besluitvorming Toekomst regionale samenwerking Gemeentehuis Bezoekadres Kerkbuurt 4, 1511 BD Oostzaan

Nadere informatie

Datum: Adviserend

Datum: Adviserend 15 PHO voorstel verlenging Regiotaxi Oplegvel 1. Onderwerp Verlenging Regiotaxi Holland Rijnland 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang Basistaak Efficiencytaak Platformtaak

Nadere informatie

*Z00DC82ADBB* documentnr.: INT/M/15/15913 zaaknr.: Z/M/15/19062

*Z00DC82ADBB* documentnr.: INT/M/15/15913 zaaknr.: Z/M/15/19062 *Z00DC82ADBB* documentnr.: INT/M/15/15913 zaaknr.: Z/M/15/19062 Raadsvoorstel Onderwerp : Vaststelling jaarstukken 2014 gemeente Mill en Sint Hubert Datum college : 26 mei 2015 Portefeuillehouder : H.P.W.M.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

Raadsvoorstel. 3. Inleiding Raadsvoorstel Agenda nr. 6 Onderwerp: Reactie geven op de onderzoeksvraagstelling en uitwerking daarvan voor de evaluatie van de Metropoolregio Eindhoven Soort: Besluitvormend Opsteller: J. v.d. Kolk Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen: Geachte Griffie,

Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen: Geachte Griffie, Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen: Nicolette Rigter woensdag 19 april 2017 12:02 Amersfoort, raadsgriffier; Baarn, raadsgriffier; Bunnik, raadsgriffier; Bunschoten, raadsgriffier;

Nadere informatie

VERGADERING VAN DE REGIORAAD. Van de Regioraad wordt gevraagd: Samenvatting CONCEPT. Dhr. Reneman

VERGADERING VAN DE REGIORAAD. Van de Regioraad wordt gevraagd: Samenvatting CONCEPT. Dhr. Reneman Vergaderdatum Regioraad (16-10-2018) Agendapunt CONCEPT Onderwerp Programmabegroting 2019-2022 Portefeuillehouder Dhr. Reneman Van de Regioraad wordt gevraagd: 1 Kennis te nemen van de ontvangen zienswijzen

Nadere informatie

1. Onderwerp Proces Regionale huisvestingsverordening Rol van het

1. Onderwerp Proces Regionale huisvestingsverordening Rol van het Oplegvel 1. Onderwerp Proces Regionale huisvestingsverordening 2019 2. Rol van het Basistaak samenwerkingsorgaan 3. Regionaal belang Het eerlijk verdelen van schaarse sociale huurwoningen in de regio op

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 192553 Datum: 29-09-2015 Programma : Bestuur, Organisatie en Dekkingsmiddelen Blad: 1 van 7 Cluster : Bestuur Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9. Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008

Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9. Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008 RAADSVOORSTEL Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9 Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008 Portefeuillehouder: College datum: 6 mei 2009 Samengevat voorstel 1. Het jaarverslag 2008

Nadere informatie

Intrekking van de Verordening toeslagen WWB Werk en Inkomen Lekstroom

Intrekking van de Verordening toeslagen WWB Werk en Inkomen Lekstroom Nieuwegein Gemeenteraad Onderwerp Intrekking van de Verordening toe Datum 5 februari 2015 Werk en Inkomen Lekstroom gen WWB Raadsvoorstel Afdeling Str :egie Maatschappelijke Ontwikkeling Portefeuillehouder

Nadere informatie

Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht op:

Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht op: Aan de leden van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht Datum: 17 september 2014 Kenmerk: 2014-04345 Contactpersoon: M. Standaert Telefoon: 030-2862507 Onderwerp: Uitnodiging vergadering woensdag

Nadere informatie

: 14 april 2014 : 12 mei : dhr. G.H.J. Weierink : Onderwerp: Synchronisatieproces Planning- & controlcyclus Montfoort en IJsselstein

: 14 april 2014 : 12 mei : dhr. G.H.J. Weierink : Onderwerp: Synchronisatieproces Planning- & controlcyclus Montfoort en IJsselstein RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid : 14 april 2014 : 12 mei 2014 : dhr. G.H.J. Weierink : Zaaknummer :

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 31 oktober Geachte raad, Agendapunt: 19. Nummer: Behandeld door: J. van Dijk Datum:

Raadsvoorstel. 31 oktober Geachte raad, Agendapunt: 19. Nummer: Behandeld door: J. van Dijk Datum: Raadsvoorstel Nummer: 169781 Behandeld door: J. van Dijk Datum: 31 oktober 2017 Agendapunt: 19 Onderwerp: Uittreden gemeente Utrechtse Heuvelrug uit gemeenschappelijke regeling IW4 Geachte raad, Samenvatting:

Nadere informatie

Rijnwaarden llllllllllllllllllilllllllllllllllllli

Rijnwaarden llllllllllllllllllilllllllllllllllllli Aan de leden van de raad. Betreft: Voorstel met toelichting Agendering: 26 mei 2015 GEMEENTE Rijnwaarden llllllllllllllllllilllllllllllllllllli GEMEENTE RUNWAAROEN *0m1MMXIt Ontvangstdatum: 4-6-2015 Behandelend

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Jaarrekening 2013 Gemeente Bunnik Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Agenda Controle van de jaarrekening De voorschriften voor de jaarrekening Jaarrekeningcontrole 2013 Controle van de jaarrekening

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.2058 *B.18.2058* Landgraaf, 16 november 2018 ONDERWERP: 3e -5e begrotingswijziging 2018 en 1e begrotingswijziging 2019 BsGW

Nadere informatie

1 Onderwerp Begroting 2015 Gemeenschappelijke regeling "GGD regio Utrecht

1 Onderwerp Begroting 2015 Gemeenschappelijke regeling GGD regio Utrecht 2 O 1 4 -! s Nieuwegein Gemeenteraad Onderwerp Begroting 2015 GGD ru Datum 19 mei 2014 Raadsvoorstel Afdeling Strategie Maatschappelijke Ontwikkeling Portefeuillehouder A.J. Adfiani 1 Onderwerp Begroting

Nadere informatie

1. Onderwerp Jaarstukken 2014 van Holland Rijnland

1. Onderwerp Jaarstukken 2014 van Holland Rijnland In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude

Nadere informatie

1. Onderwerp Jaarstukken 2013 van Holland Rijnland

1. Onderwerp Jaarstukken 2013 van Holland Rijnland In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten

Nadere informatie

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5 S T A T E N V O O R S T E L Datum : 10 oktober 2006 Nummer PS : PS2006WEM10 Dienst/sector : WEM/MSM Commissie :WEM/BEM Registratienummer : 2006WEM004017i Portefeuillehouder : Binnekamp Titel : Eindrapportage

Nadere informatie

: 24 juni 2014 : 7 juli : dhr. J.L.M. Vlaar : Marjon Gadella

: 24 juni 2014 : 7 juli : dhr. J.L.M. Vlaar : Marjon Gadella RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raadsvergadering Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid : 24 juni 2014 : 7 juli 2014 : dhr. J.L.M. Vlaar : Marjon Gadella Zaaknummer

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

Provincie Utrecht t.a.v. het college van Gedeputeerde Staten Postbus TH Utrecht. Geacht college,

Provincie Utrecht t.a.v. het college van Gedeputeerde Staten Postbus TH Utrecht. Geacht college, U10, bestuurstafel Mobiliteit p.a. gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht www.utrecht10.nl Provincie Utrecht t.a.v. het college van Gedeputeerde Staten Postbus 80300 3508 TH Utrecht Behandeld door

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp:

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Gevraagde Beslissing: 1. wijziging gemeenschappelijke regeling Promen 2. vaststelling verordening persoongebonden budget begeleid werken Wsw

Nadere informatie

A-5 Toekomst Regionale Samenwerking Portefeuillehouder Bestuurlijke Toekomst Mathijs Triou

A-5 Toekomst Regionale Samenwerking Portefeuillehouder Bestuurlijke Toekomst Mathijs Triou agendapunt : A-5 vergaderdatum : 14 januari 2016 onderwerp : aangemeld door : behandelend ambtenaar : paraaf afdelingshoofd : A-5 Toekomst Regionale Samenwerking Portefeuillehouder Bestuurlijke Toekomst

Nadere informatie

Raadsvergadering. 28 november Onderwerp Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bunnik 2012

Raadsvergadering. 28 november Onderwerp Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bunnik 2012 RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 28 november 2013 13-102 Onderwerp Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bunnik 2012 Aan de raad, Onderwerp: Wijziging van de Algemene plaatselijke

Nadere informatie

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG

METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG Retouradres: Postbus 12600,2500 DJ Den Haag Colleges van B&W in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag U w brief van U w k enmer k Ons kenmerk Burgemees ter/2013. aanbiedingvoor

Nadere informatie

Gemeenteraden van de Utrecht10. Geachte raadsleden,

Gemeenteraden van de Utrecht10. Geachte raadsleden, Aan: Gemeenteraden van de Utrecht10 Onderwerp: Huisvestingswet 2014 en de nieuwe huisvestingsverordening in de regio Utrecht Aankondiging bijeenkomst november 2014 Kenmerk: 2014-04267 Contactpersoon: Micha

Nadere informatie

Probleemstelling : Op korte termijn moet gestart worden met Werkprogramma 2020.

Probleemstelling : Op korte termijn moet gestart worden met Werkprogramma 2020. Metropoolregio Eindhoven Vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 11 februari 2019 Agendapunt : Onderwerp : Werkprogramma 2020 Probleemstelling : Op korte termijn moet gestart worden met Werkprogramma 2020.

Nadere informatie

Financiële verordening VRU

Financiële verordening VRU Financiële verordening VRU Versie 2018-1 Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018. Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht, gelet op: - artikel 212 van de Gemeentewet, -

Nadere informatie

2 ö APR KRIMPEN AAN DEN IJSSEL ingekomen d i. Rappel. Reg.no. 23 april S.W. Nettinga

2 ö APR KRIMPEN AAN DEN IJSSEL ingekomen d i. Rappel. Reg.no. 23 april S.W. Nettinga STADSREGIO ROTTERDAM KRIMPEN AAN DEN IJSSEL ingekomen d i. Rappel 2 ö APR. 2015 Reg.no. Aan: Colleges van B&W van de deelnemende gemeenten van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam datum

Nadere informatie

Datum raadsvergadering donderdag 4 juni 2015

Datum raadsvergadering donderdag 4 juni 2015 Raadsvoorstel Datum vaststelling voorstel door het college 11 mei 2015 Datum raadsvergadering donderdag 4 juni 2015 Nummer raadsvoorstel 2015-158 Bijbehorend veld van de programmabegroting Beheer openbare

Nadere informatie

Onderwerp: Concept verslag BC 26 maart 2015

Onderwerp: Concept verslag BC 26 maart 2015 AGENDAPUNT 2015.07.09/4 BC 15-002 Voorstel voor de vergadering van: de bestuurscommissie Midden-Nederland Datum vergadering: 9 juli 2015 Onderwerp: Concept verslag BC 26 maart 2015 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering van : 31 mei 2016 Agendanummer : 14 Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : J. (Jasper) Nieuwenhuizen : Bestuurs- en managementondersteuning : M. (Mark) Prijs Voorstel

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2013/05778 Datum : 16 april 2013 Programma : Onderwijs Blad : 1 van 6 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder : mw. M.

Nadere informatie

Raadsvoorstel (gewijzigde versie conform clustervergadering Ruimte van 19 mei 2015) agendapunt

Raadsvoorstel (gewijzigde versie conform clustervergadering Ruimte van 19 mei 2015) agendapunt Raadsvoorstel (gewijzigde versie conform clustervergadering Ruimte van 19 mei 2015) agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 141121 Datum : 26 mei 2015 Programma : wonen en ruimte

Nadere informatie

gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus AB VEENDAM Geachte heer, mevrouw,

gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus AB VEENDAM Geachte heer, mevrouw, 0117 gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus 97 9640 AB VEENDAM Registratienummer: 2018003670 Onderwerp: Ontwerpbegroting 2019 Contactpersoon: mevrouw N. Abramjan Leek, 28 mei 2018 Geachte heer,

Nadere informatie

B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014

B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014 B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014 Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer Concept 10 september, versie ten behoeve van de stuurgroep vervoerregio van 18 september Convenant tussen

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.17.0848 B.17.0848 Landgraaf, 4 mei 2017 ONDERWERP: Zienswijze raad op de ontwerpbegroting 2018 stadsregio Parkstad Limburg PROGRAMMA

Nadere informatie

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. Algemene toelichting In 2007 is de Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. herzien vanwege onder meer een door de gemeente

Nadere informatie

*1518441* Statenvoorstel

*1518441* Statenvoorstel Statenvoorstel ** Aan Provinciale Staten Onderwerp Zomernota 2013 Besluitvormingsronde Statendag 25 september 2013 (ov) / 16 oktober 2013 Agendapunt 1. Beslispunten 1. De Zomernota 2013 vast te stellen;

Nadere informatie

Verordening op de Auditcommissie gemeente Schinnen 2014

Verordening op de Auditcommissie gemeente Schinnen 2014 CVDR Officiële uitgave van Schinnen. Nr. CVDR347695_1 27 juni 2017 Verordening op de Auditcommissie gemeente Schinnen 2014 DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN Gelezen het voorstel van het presidium van 11-11-2014;

Nadere informatie

Advies: Akkoord te gaan met de in bijgevoegde brief aangegeven technische wijzigingen en deze ter besluitvorming aan de raad voor te leggen

Advies: Akkoord te gaan met de in bijgevoegde brief aangegeven technische wijzigingen en deze ter besluitvorming aan de raad voor te leggen VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & VOORSTEL AAN DE RAAD Van: G. Kraaijkamp Tel.nr.: 0620094919 Nummer: 14A.00445 Datum: 27 mei 2014 Team: Onderwijs, Welzijn & Zorg Tekenstukken: Ja Persoverleg:

Nadere informatie

INT / 2435 A.van Genderen. Jaarstukken ODRU 2016 en accountantsverklaring

INT / 2435 A.van Genderen. Jaarstukken ODRU 2016 en accountantsverklaring Aan de raad van de Gemeente Bunnik Postbus 5 3980 CA Bunnik c^ regio Utrecht Bezoekadres: Archimedeslaan 6 3584 BA Utrecht Postadres: Postbus 13101 3507 LC Utrecht 088-022 50 00 info@odru.nl www.odru.nl

Nadere informatie

Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer

Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer 1 december 2014, eindversie ten behoeve van de ondertekening door de vertegenwoordigers van het het openbaar lichaam Stadsregio Amsterdam, de gemeenten

Nadere informatie

Raadsvergadering van 9 juni 2011 Agendanummer: 7.2

Raadsvergadering van 9 juni 2011 Agendanummer: 7.2 RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 285516 Raadsvergadering van 9 juni 2011 Agendanummer: 7.2 Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant in verband met

Nadere informatie

Nieuwe fase in samenwerking in de regio

Nieuwe fase in samenwerking in de regio Nieuwe fase in samenwerking in de regio Presentatie voor de gemeenteraad Opbouw MRDH en Afbouw Haaglanden 2 september 2014 Aanleiding voor de presentatie MRDH: Consultatiepakket gemeenten om daadwerkelijke

Nadere informatie

Op 15 april 2015 heeft RMN ons de ontwerpbegroting voor 2016 toegestuurd. RMN vraagt u uw mening te geven over de ontwerpbegroting.

Op 15 april 2015 heeft RMN ons de ontwerpbegroting voor 2016 toegestuurd. RMN vraagt u uw mening te geven over de ontwerpbegroting. Nieuwegein 0 Gemeenteraad 2015-263 Onderwerp Begroting Reinigingsdienst Midden Nederland 2016. Datum 26 mei 2015 Raadsvoorstel kfdeling Duurzame Ontwikkeling Portefeuillehouder mr. ng Peter W.M. Snoeren

Nadere informatie

Ons kenmerk. Datum uw brief

Ons kenmerk. Datum uw brief Aan de colleges en de gemeenteraden van Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen Datum 7 juli 2016 Ons kenmerk Contactpersoon Onderwerp Opheffing/liquidatieplan Breed

Nadere informatie

Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht op:

Hierbij nodig ik u uit tot het bijwonen van de vergadering van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht op: Aan de leden van het algemeen bestuur van Bestuur Regio Utrecht Datum: 29 januari 2015 Kenmerk: 2015-00457 Contactpersoon: M. Standaert Telefoon: 030-2862507 Onderwerp: Uitnodiging vergadering woensdag

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 2.Wat willen we bereiken?

Raadsvoorstel. 2.Wat willen we bereiken? Raadsvoorstel Agendanr: CS5 Kenmerk: 15-0120932 Datum collegevergadering: 26 mei 2015 Onderwerp: jaarverslag en jaarrekening 2014 en de concept meerjarenbegroting 2016-2019 van Baanbrekers 0.Samenvatting:

Nadere informatie

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 1 mei 2018 Blad : 1 van 5

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 1 mei 2018 Blad : 1 van 5 Raadsvoorstel Gemeente IJsselstein agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 549215 Programma : Wonen & Ruimte Commissie : Ruimte Portefeuillehouder: Wethouder mr. N.P.L.M. Doesburg

Nadere informatie

Bijgaand ontvangt u twee aanvullingen op de stukken voor de vergadering van de regioraad op dinsdag 4 maart 2014:

Bijgaand ontvangt u twee aanvullingen op de stukken voor de vergadering van de regioraad op dinsdag 4 maart 2014: Page 1 of 2 Ouwehand, Lizette Van: Ramon Smit [R.Smit@stadsregioamsterdam.nl] Verzonden: vrijdag 21 februari 2014 14:34 Aan: CC: Regiohuis Bestuurlijke Besluitvorming Onderwerp: Aanvulling stukken regioraad

Nadere informatie

6 juni 2014 drs. M.M.M. Vogelpoel. Hierbij ontvangt u onze controleverklaring d.d. 5 juni 2014 bij de jaarrekening 2013 van uw gemeente.

6 juni 2014 drs. M.M.M. Vogelpoel. Hierbij ontvangt u onze controleverklaring d.d. 5 juni 2014 bij de jaarrekening 2013 van uw gemeente. Meander 551 6825 MD Arnhem Postbus 30265 6803 AG Arnhem Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9777 www.deloitte.nl Aan de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk Postbus 1000 3860 BA NIJKERK Datum Behandeld

Nadere informatie

in de tien raden wordt vastgesteld, enerzijds als richtinggevende bouwsteen voor de

in de tien raden wordt vastgesteld, enerzijds als richtinggevende bouwsteen voor de Raadsvoorstel Voorstelnummer: Houten, 16 februari 2016 Onderwerp: Peilnota ruimtelijk-economische koers U-10 Beslispunten: 1. Kennis te nemen van de Peilnota ruimtelijk-economische koers van de bestuurstafels

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 193184 Datum : 17 november 2015 Programma : Woon en leefomgeving Blad : 1 van 5 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. H.C.V.

Nadere informatie

Alle zienswijzen overwegende stelt het Dagelijks Bestuur voor om de Eerste Bestuursrapportage 2018 ongewijzigd vast te stellen.

Alle zienswijzen overwegende stelt het Dagelijks Bestuur voor om de Eerste Bestuursrapportage 2018 ongewijzigd vast te stellen. Aanbiedingsbrief aan: Algemeen Bestuur RUD Utrecht van: Dagelijks Bestuur steller: M. van Bockel onderwerp: AP03.1a_Reactie zienswijzen Eerste Bestuursrapportage 2018 t.b.v.: AB d.d. 15 oktober 2018 bijlagen:

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp: Beslispunten: Aanleiding. Doel van dit voorstel. Voorstelnummer: Houten, 25 oktober 2016 '"-1

Raadsvoorstel. Onderwerp: Beslispunten: Aanleiding. Doel van dit voorstel. Voorstelnummer: Houten, 25 oktober 2016 '-1 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2016-065 Houten, 25 oktober 2016 Onderwerp: '"-1 Wijziging Gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht Beslispunten: 1. Het college toestemming te verlenen om de gewijzigde Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Het pluspakket moet gelezen worden als maatwerk, waardoor ruimte wordt geboden voor de lokale autonomie en het voeren van lokaal beleid.

Het pluspakket moet gelezen worden als maatwerk, waardoor ruimte wordt geboden voor de lokale autonomie en het voeren van lokaal beleid. Aan de leden van de gemeenteraad B.J. Nootenboom Wethouder Uw brief van: 17 april 2013 Ons kenmerk: 395123 Uw kenmerk: 392770 Contactpersoon: S. Krikke Bijlage(n): - Afdeling: BAR-staf Onderwerp: Beantwoording

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Promen

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Promen COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Promen Te besluiten om 1. In principe de 'Wijzigingsregeling gemeenschappelijke regeling Promen 2015" vast te stellen; 2. Een definitief

Nadere informatie

Controleverordening gemeente Wijk bij Duurstede

Controleverordening gemeente Wijk bij Duurstede Controleverordening gemeente Wijk bij Duurstede 2006 Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie: Officiële naam regeling: Citeertitel: Vastgesteld door: Onderwerp: Deze versie is geldig tot(als de vervaldatum

Nadere informatie

OPHEFFEN MUZIEKCENTRUM ZUID KENNEMERLAND (MZK)

OPHEFFEN MUZIEKCENTRUM ZUID KENNEMERLAND (MZK) MID 10/018 OPHEFFEN MUZIEKCENTRUM ZUID KENNEMERLAND (MZK) 1. Samenvatting: Ultimo 2008 werd in principe besloten om de Gemeenschappelijke regeling Muziekcentrum Zuid-Kennemerland (hierna te noemen de regeling

Nadere informatie

Stijn Smeulders / september 2017

Stijn Smeulders / september 2017 Agendapunt commissie: 5.4 steller telefoonnummer email Stijn Smeulders 06-14164246 stijn.smeulders@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 280559/287224 21 september 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.17.1171 B.17.1171 Landgraaf, 20 juni 2017 ONDERWERP: Programmaverantwoording 2016 Raadsvoorstelnummer: 53 PROGRAMMA 1. Bestuur

Nadere informatie

Verslag Dagelijks Bestuur van 6 mei 2013

Verslag Dagelijks Bestuur van 6 mei 2013 DATUM 6 mei 2013 PLAATS Enschede TIJDSTIP 14:30 uur VOORZITTER Dhr. P.E.J. den Oudsten SECRETARIS dr. ing. G.J.M. Vos PAGINA 1 AANWEZIG AFWEZIG De heren P.E.J. den Oudsten, J.H. Coes, H. van Agteren, drs.

Nadere informatie

Quickscan Intergemeentelijke Samenwerking

Quickscan Intergemeentelijke Samenwerking Quickscan Intergemeentelijke Samenwerking Inleiding Op 19 februari is de werkgroep vervolg BKO voor het eerst bij elkaar geweest. Deze werkgroep is ingesteld door de gemeenteraad om naar aanleiding van

Nadere informatie

Aan de Raad. Jaarlijkse stukken 2013, 2014 en 2015 Veiligheidsregio Fryslân

Aan de Raad. Jaarlijkse stukken 2013, 2014 en 2015 Veiligheidsregio Fryslân Aan de Raad Agendapunt: 6 Onderwerp: Jaarlijkse stukken 2013, 2014 en 2015 Veiligheidsregio Fryslân Kenmerk: Status: BV/JS Besluitvormend Kollum, 10 juni 2014 Samenvatting De Veiligheidsregio Fryslân (hierna

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Jaarrekening 2011 en begroting 2013 GGD. Maatschappelijke participatie. Beleid en regie H.L. Klomberg M. Olij

Raadsvoorstel. Jaarrekening 2011 en begroting 2013 GGD. Maatschappelijke participatie. Beleid en regie H.L. Klomberg M. Olij Titel Nummer 13/39 Jaarrekening 2011 en begroting 2013 GGD Datum 15 mei 2013 Programma Fase Onderwerp Maatschappelijke participatie Zienswijze over de jaarrekening 2012 van de GGD Zaanstreek-Waterland

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel *Z01633AB306* documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel Onderwerp : Jaarrekening 2015 en begroting 2017 ODBN Datum college : 21 juni 2016 Portefeuillehouder : G.M.P. Stoffels Afdeling

Nadere informatie

Agendapunt het Algemeen Bestuur van de BWB 5. Vaststelling jaarverslag en jaarrekening 2015 BWB 15 april 2016

Agendapunt het Algemeen Bestuur van de BWB 5. Vaststelling jaarverslag en jaarrekening 2015 BWB 15 april 2016 Voorstel Aan Agendapunt het Algemeen Bestuur van de BWB 5 Onderwerp Datum Vaststelling jaarverslag en jaarrekening 2015 BWB 15 april 2016 Inleiding Bijgaand treft u het jaarverslag en de jaarrekening 2015

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI Aan : Algemeen Bestuur Vergadering : 24 juni 2015 Agendapunt : 6e Van : Stuurgroep afsplitsing Avri Onderwerp : Integrale besluitvorming afsplitsing Avri Voorstellen 1. In te stemmen met voorliggende gemeenschappelijke

Nadere informatie

Titel : Huisvestingswet 2014 en intrekken beleidsregels bindingseisen woningmarkt Besluit pag. 3. Toelichting pag. 4

Titel : Huisvestingswet 2014 en intrekken beleidsregels bindingseisen woningmarkt Besluit pag. 3. Toelichting pag. 4 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 16 december 2014 NUMMER PS PS2015WMC01 AFDELING FLO COMMISSIE WMC STELLER I. Schartman DOORKIESNUMMER 030 2582486 DOCUMENTUMNUMMER 8110A627 PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

11RAAD0056 VOORBLAD RAADSVOORSTEL

11RAAD0056 VOORBLAD RAADSVOORSTEL VOORBLAD RAADSVOORSTEL G e m e e n t e Z e i s t 11RAAD0056 Ronde Tafel : - Debat : 17 mei 2011 Raadsvergadering : 31 mei 2011 Gewijzigd voorstel : Organisatieonderdeel : strategie & beleid Telefoon :

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (GR RDWI)

Raadsvergadering. Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (GR RDWI) RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 15 februari 2018 18-007 Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (GR Aan de raad, Onderwerp Wijziging

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Raadsvoorstel. Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 165140 Behandeld door: J. van Dijk Agendapunt: 27 juni 2017 Onderwerp: Voorlopige voorkeur uitvoeringsvariant Participatiewet Geachte raad, Samenvatting: In opdracht van het algemeen

Nadere informatie

Datum: 2 maart 2012 Nummer: 8058 Provincie Utrecht blij met kabinetsbesluit over toekomst Randstad De provincie Utrecht is blij dat het kabinet, op basis van de inhoud, zijn standpunt heeft bepaald voor

Nadere informatie