Provincie Limburg. Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Provincie Limburg. Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel"

Transcriptie

1 Provincie Limburg Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

2

3

4

5 INHOUDSOPGAVE blz. SAMENVATTING 1. INLEIDING Aanleiding Doelstellingen Uitgangspunten Werkwijze Leeswijzer 3 2. BELEID EN REGELGEVING Het gebiedsdossier in relatie tot de wettelijke verantwoordelijkheden van de betrokken partijen Overzicht beleid en regelgeving Besluit kwaliteitseisen en monitoring water (Bkmw) Drinkwaterregeling Vergelijking Bkmw en Drinkwaterregeling Het grondwaterbeschermingsbeleid van de provincie Limburg Beheer Rijkswaterstaat Oppervlaktewaterkwaliteit Beschermingszones Calamiteitenplan Beheer van de waterschappen Beleid van de gemeente(n) Het beschermingsbeleid van WML Ketenbeheer Maas KENMERKEN WINNING HEEL Waterproductiebedrijf Heel Vergunning waterwet Vergunning onttrekking (oever)grondwater Vergunning onttrekking en lozing oppervlaktewater Beschermingsgebied Type winning Inzet van de back-up Waterkwaliteit Waterbehandeling Toekomstplannen van WML Innamestops WML HERKOMST VAN HET WATER Algemeen Oppervlaktewater Stroomgebied van de Maas Zijrivieren Verwachtingen Grondwater RUIMTEGEBRUIK Inleiding Ruimtegebruik in het stroomgebied van de Maas Ruimtegebruik in bufferzone langs de beschermingszone 27

6 Landbouw, bebouwing en infrastructuur Industrie RWZI s Ruimtegebruik in de directe omgeving van de Lange Vlieter Gebruik van de Maas Scheepvaart Recreatie RWZI s en overstorten Industriële lozingen Ruimtegebruik in het grondwaterbeschermingsgebied van WPH Ruimtegebruik in het waterwingebied Toekomstige ontwikkelingen MONITORING EN TOETSING KWALITEIT OPPERVLAKTEWATER EN GRONDWATER Inleiding Monitoring kwaliteit oppervlaktewater Samenwerking monitoring Rijkswaterstaat, RIWA en WML Samenwerking monitoring WML en Chemelot Monitoring door WML Voor de drinkwater bereiding relevante stoffen en potentieel relevante stoffen in oppervlaktewater Monitoring kwaliteit grondwater Toetsingskaders voor oppervlaktewaterkwaliteit Toetsing Rijkswaterstaat aan Bkmw 2009-normen Toetsing drinkwaterbedrijf aan Drinkwaterregeling Toetsing aan DMR-memorandum Toetsingskader grondwaterkwaliteit Toetsing provincie: grondwatertoestandsbepaling en karakterisering Toetsing oppervlaktewater Resultaten toetsing aan Bkmw 2009-normen Resultaten toetsing aan Drinkwaterregeling 2011 (bijlage 5) Toetsing van gemeten waterkwaliteit aan het Infiltratiebesluit (IB) Resultaten toetsing toestandbepaling en karakterisering grondwater Stoffen waarvan de concentraties in oppervlaktewater de toetsingswaarden overschrijden Toetsing waterkwaliteit in Boschmolenplas BEDREIGINGEN VOOR DE GRONDSTOF Inleiding Buitenlandse invloed op de waterkwaliteit Structurele overschrijdingen van toetsingsnormen Bestrijdingsmiddelen Fosfaat en ammonium Geneesmiddelen DMS in de Boschmolenplas Overige stoffen Mangaan Zwevende stof Bedreigingen voor de grondstof door incidenten en calamiteiten Vliegverkeer Scheepvaart Daalzichtdam 53

7 Industrie en industriële lozingen Bodem- en grondwaterverontreiniging haventerrein Stein Bedreigingen door activiteiten binnen het grondwaterbeschermingsgebied Inrichtingen en ontgrondingen Wegen en infrastructuur Riolering Verontreinigingen in bodem en grondwater Stortplaatsen WKO en beregening Diffuse bedreigingen door de landbouw Bedreigingen voor de grondstof door toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen MOGELIJKE MAATREGELEN Inleiding Maatregelen oppervlaktewater Maatregel t.a.v. uit buitenland afkomstige (structurele) verontreinigingen Maatregel om structurele overschrijdingen van toetsingswaarden tegen te gaan Maatregelen om risico s voor de waterkwaliteit te verkleinen Beleidsmaatregelen oppervlaktewater Onderzoeksmaatregelen oppervlaktewater Maatregelen ter beperking van risico s als gevolg van toekomstige ontwikkelingen Maatregelen Grondwater CONTACTPERSONEN EN GEBRUIKTE LITERATUUR Contactpersonen Gebruikte literatuur 79 laatste bladzijde 80 BIJLAGEN aantal blz. I Beschrijving beleid en regelgeving 4 II Debietontwikkeling door de tijd 1 III Geologie en Hydrogeologie 4 IV (Potentieel) drinkwater relevante stoffen 4 V Overzicht output bodemloket 3

8

9 SAMENVATTING Doel van het gebiedsdossier De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is in 2000 van kracht geworden en heeft als doel de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater te beschermen en te verbeteren. De KRW stelt in artikel 7 dat maatregelen uitgevoerd moeten worden om de kwaliteitsdoelstellingen van de drinkwaterrichtlijn te kunnen behalen. In artikel 4 van de drinkwaterrichtlijn is opgenomen dat lidstaten de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat water voor menselijke consumptie gezond en schoon is en voldoet aan minimumvereisten. Ter ondersteuning van dit bijzondere beschermingsbeleid zet de provincie Limburg het instrument van gebiedsdossiers in voor het beschermen van de drinkwaterwinningen Heel en Roosteren. In een gebiedsdossier wordt door de betrokken partijen informatie verzameld die van belang is voor de waterkwaliteit ter plaatse van de drinkwaterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening. De betrokken partijen bij het opstellen van de gebiedsdossiers zijn Rijkswaterstaat, Waterleiding Maatschappij Limburg (WML), gemeenten en waterschappen. Op basis van de verzamelde informatie worden mogelijke beschermingsmaatregelen, gericht op preventie en risicobeheersing, ontwikkeld en in het dossier opgenomen. Vervolgens nemen de betrokken partijen - uitgaande van het gebiedsdossier - een besluit over de daadwerkelijk uit te voeren maatregelen. In het voorliggende gebiedsdossier zijn de bedreigingen voor de waterkwaliteit van de waterwinlocatie (Heel) beschreven. In de nieuwe Drinkwaterwet wordt de openbare drinkwatervoorziening aangemerkt als een dwingende reden van groot openbaar belang. Dit betekent dat bij besluitvorming door de overheid die hier direct of indirect op van invloed is de openbare drinkwatervoorziening een zwaarwegende functie vormt. Het doel van het gebiedsdossier is om inzicht te geven in de knelpunten en risico s voor de kwaliteit van het te winnen oppervlaktewater en grondwater. De wettelijke basis voor deze zorg wordt gevormd door de Waterwet (implementatie van de Kaderrichtlijn Water), de Wet Milieubeheer, de Wet Bodembescherming en de Drinkwaterwet. Als het bestaande beleid en de toepassing van de regelgeving niet voldoende zijn, worden aanvullende beschermingsmaatregelen gedefinieerd. De provincie Limburg heeft de regie bij het opstellen van de gebiedsdossiers en de uitvoering van de maatregelen. Zij draagt zorg voor het rapporteren over de voortgang daarvan en het actueel houden van het dossier. Overige partijen die daarbij een verantwoordelijkheid hebben zijn WML als drinkwaterbedrijf, Rijkswaterstaat als waterbeheerder, de gemeenten en het waterschap. Kenmerken winning Heel De winning Heel is gelegen tussen de dorpen Heel en Beegden in de gemeente Maasgouw. WML wint bij Heel water voor de productie van drinkwater. Deze winning ligt in de gemeente Maasgouw. Het is een gecombineerde oppervlaktewater- en grondwaterwinning. De pompputten van WPH staan rond het bekken De Lange Vlieter. Via een inlaatwerk wordt vanuit het Lateraalkanaal Maaswater ingelaten in De Lange Vlieter. De pompputten pompen ingelaten water na bodempassage weer op (infiltraat). Daarnaast bestaat het opgepompte water uit grondwater dat uit de omgeving toestroomt. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

10 Daarnaast beschikt WPH ook over diepe pompputten die grondwater kunnen oppompen. Dit diepe water wordt niet gebruikt onder normale omstandigheden maar dient als back-up voor het geval de reguliere winning niet in bedrijf kan zijn. Door WPH mag maximaal 20 mln. m 3 /jaar (provincie Limburg, 2011) oevergrondwater worden opgepompt. Daarnaast is er per april 2012 een vergunning afgegeven voor het oppompen van diep grondwater ten tijde van een langdurige innamestop van Maaswater (de back-upvoorziening). Knelpunten en risico s oppervlaktewater Tijdens het opstellen van dit dossier zijn een aantal knelpunten voor de winning van Heel aangetroffen. Bestrijdingsmiddelen, vooral diuron en glyfosaat die afkomstig zijn van RWZI s in binnen en buitenland, maar ook van afspoeling van verharding, van land- en tuinbouw, van overstorten in stedelijk gebied, stedelijk groen/sportterreinen vormen een knelpunt. Naast deze acute knelpunten worden de normen voor de bereiding van drinkwater uit oppervlaktewater (Drinkwaterregeling 2011) regelmatig en structureel door een aantal parameters overschreden. Het betreft hier met name de parameters fosfaat, 1,2 Dichloorethaan, Tetraglyme, het geneesmiddel metformine, Di-isopropylether, AMPA, EDTA en microbiologische parameters. De Maas is een veel gebruikte waterweg waarlangs ook een aantal grote industriegebieden en stedelijke gebieden liggen. Deze vormen van water- en landgebruik vormen risico s voor de waterkwaliteit ten gevolge van calamiteiten op of langs de Maas. Deze risico s kunnen niet helemaal weg worden genomen maar de kans op calamiteiten en de effecten van eventueel voorkomende calamiteiten kan wel worden verkleind door maatregelen in de preventieve sfeer. Deze risico s en maatregelen zijn ook in dit dossier beschreven. Knelpunten en risico s grondwater Voor grondwater zijn er een aantal specifieke bedreigingen voor de winning Heel. Zo is er de verontreiniging Ter plaatse van Edelchemie te Panheel, waar de bodem en ondergrond zijn verontreinigd met zware metalen, cyanide, bromide, gechloreerde koolwaterstoffen en aromaten. Ook zijn bepaalde delen van de bodem in de Belgische en Nederlandse Kempen zijn met zware metalen verontreinigd ten gevolge van de zinkindustrie. Door akkerbouw en veeteelt in het gebied bestaat er een diffuse belasting van nitraat op het grondwater ook al zorgt dat op dit moment niet voor overschrijdingen van de norm. Een potentiële bedreiging zijn antibiotica die via veeteelt in het grondwater terecht komen en daar mogelijk leiden tot schade aan microbiële gemeenschappen. Maatregelen De knelpunten maken het nemen van maatregelen noodzakelijk om een duurzame levering van schoon drinkwater in de toekomst conform KRW doelstellingen te kunnen blijven garanderen. Belangrijk zijn de verschillen tussen innamecriteria van WML en Bkmw-richtwaarden en de Drinkwaterregeling alsmede de Bkmw- en DMR-streefwaarden. Om deze beter op elkaar af te stemmen moeten nadere afspraken worden gemaakt. Hierbij horen ook verbeterde afspraken over monitoring (inclusief screening nieuwe stoffen) tussen drinkwaterbedrijf en RWS. Deze dienen te worden vastgelegd in een overeenkomst. Hierover is RWS al in gesprek met RIWA. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

11 Op dit moment werkt het ministerie van IenM aan een project om te komen tot harmonisatie van de normen uit het drinkwaterbesluit en de Bkmw-richtwaarden. Omdat bij het schrijven van dit dossier deze afstemming nog niet voltooid was is deze maatregel meegenomen in dit dossier. Geneesmiddelen en andere farmaceutische middelen vormen een belangrijk risico voor de waterkwaliteit, daarom wordt als maatregel voorgesteld om onderzoek naar het voorkomen van deze stoffen in het grond- en oppervlaktewatersysteem te doen. Ook wordt ingezet op een landelijk onderzoek naar gebruik van antibiotica en effect op de drinkwatervoorziening. De overige maatregelen zijn vermeld in de tabellen in hoofdstuk 8. Soms is er een discrepantie tussen het beleid of de normen van het Rijk, bijvoorbeeld het verschil in normering tussen de Wet Bodembescherming en het Drinkwaterbesluit. Provincie en WML zullen in die situaties via IPO, respectievelijk de koepelorganisatie Vewin lobbyen voor afstemming. Bij nieuwe ontwikkelingen waarop de Mijnbouwwet van toepassing is, bijvoorbeeld het realiseren van geothermie en de winning van schaliegas, moeten de risico s voor het grondwater en dus voor de kwaliteit van het drinkwater nadrukkelijk mede een toetsingscriterium zijn bij de beoordeling van de toelaatbaarheid. Uitvoeringsprogramma Na het verzamelen van de feiten en het formuleren van mogelijke maatregelen is het opstellen van een uitvoeringsprogramma de volgende stap. In het uitvoeringsprogramma worden verantwoordelijkheden, planning en financiering voor de maatregelen verder uitgewerkt. Het uitvoeringsprogramma is de basis voor een bestuurlijk akkoord dat gesloten wordt door alle betrokken partijen. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

12

13 1. INLEIDING 1.1. Aanleiding De drinkwatervoorziening in Nederland is goed geregeld en gewaarborgd. De uitvoering van de Kaderrichtlijn Water leidt op langere termijn tot een betere waterkwaliteit en mogelijk lagere zuiveringskosten voor de drinkwaterbereiding. De aandacht blijft ook in de toekomst gericht op beschikbaarheid van voldoende zoetwaterbronnen en de bescherming tegen microbiologische en chemische verontreiniging daarvan. In de nieuwe Drinkwaterwet wordt de openbare drinkwatervoorziening aangemerkt als een dwingende reden van groot openbaar belang. Dit betekent dat bij besluitvorming door de overheid die hier direct of indirect op van invloed is de openbare drinkwatervoorziening een zwaarwegende functie vormt. Bescherming Op basis van de eerste generatie stroomgebiedbeheerplannen zal het Rijk nagaan of er aanvullend beleid noodzakelijk is voor de bescherming van de drinkwaterkwaliteit. De resultaten van de hiertoe uit te voeren analyse zullen primair worden betrokken bij de Nota Drinkwater. Wat bescherming tegen verontreiniging betreft wordt naast het algemeen waterkwaliteitsbeleid bijzonder (gebiedsgericht) beschermingsbeleid gevoerd. De waterlichamen waaruit drinkwater wordt onttrokken en/of industriële winning voor menselijke consumptie plaatsvindt, zijn opgenomen in het register van beschermde gebieden en worden als zodanig ook vastgelegd in de stroomgebiedbeheerplannen. In provinciale milieuverordeningen zijn grondwaterbeschermingsgebieden en waterwingebieden vastgelegd. Het Rijk wil waar nodig bevorderen dat het provinciaal beleid inzake grondwaterbeschermingsgebieden op gemeenschappelijke uitgangspunten is gebaseerd en zal met het oog daarop samen met de provincies een leidraad grondwaterbeschermingsgebieden opstellen. Ook in de Rijkswateren wordt in verband met de implementatie van de Kaderrichtlijn Water onderzocht of drinkwaterbeschermingszones rond drinkwaterinnamepunten een meerwaarde hebben. Gebiedsdossiers Ter ondersteuning van het bijzondere beschermingsbeleid zal het instrument van gebiedsdossiers worden ingezet. Onder regie van de provincies zullen waterbeheerders, gemeenten en waterbedrijven de gebiedsdossiers gezamenlijk opstellen. Een gebiedsdossier is een verzameling van alle informatie die relevant is voor de bescherming van het onttrekkingspunt (grondwater) of innamepunt (oppervlaktewater). Hiermee wordt tevens beoogd de doorwerking naar het ruimtelijk beleid te versterken. Het Rijk heeft in 2010 met provincies, gemeenten, waterbeheerders en drinkwaterbedrijven nadere afspraken gemaakt over de realisatie van gebiedsdossiers. Door het RIVM is in 2007 een handreiking opgesteld voor de uitwerking van de gebiedsdossiers (Gebiedsdossiers voor drinkwaterbronnen; uitwerking van risico's en ontwikkeling van maatregelen, RIVM, 2007). In 2010 is deze handreiking bijgewerkt op basis van de ervaringen die provincies, waterbeheerders, gemeenten en drinkwaterbedrijven in de tussentijd hebben opgedaan (Evaluatie en actualisatie protocol gebiedsdossiers, RIVM, 2010). Het gebiedsdossier wordt als volgt gedefinieerd: In een gebiedsdossier wordt door de betrokken partijen informatie verzameld die van belang is voor de waterkwaliteit ter plaatse van de drinkwaterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening. Op basis van deze informatie worden mogelijke beschermingsmaatregelen, gericht op preventie en risicobeheersing, ontwikkeld en in het dossier opgenomen. Vervolgens nemen de betrokken partijen - uitgaande van het gebiedsdossier - een besluit over de daadwerkelijk uit te voeren maatregelen. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 1

14 Door alle op dat moment bij drinkwaterbereiding betrokken partijen (provincies, gemeenten, waterschappen, drinkwaterbedrijven, RWS, VROM en RIVM) zijn destijds nadere afspraken gemaakt ten aanzien van de gebiedsdossiers. Deze afspraken zijn vastgelegd in het document Afspraken invoering gebiedsdossiers waterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening (Ministerie van VROM, juni 2010). De belangrijkste afspraken die zijn gemaakt betreffen de reikwijdte (geen nieuwe juridische bevoegdheid of instrumenten), de regie (provincies nemen initiatief), uniformiteit en tijdpad (voor 2012 kwetsbare winningen) Doelstellingen Het doel van het gebiedsdossier is om inzicht te geven in de risico s en kansen voor de kwaliteit van het gewonnen oppervlakte- en/of grondwater. Op basis daarvan kan worden bepaald of aanvullende beschermingsmaatregelen noodzakelijk zijn. Het gebiedsdossier vormt een aanvulling op het bestaande beschermingsbeleid zoals opgenomen in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL). Het gebiedsdossier moet worden gezien als een procesdocument en heeft de volgende functies: - communicatiemiddel om verschillende partijen inzicht te geven in de factoren die van belang zijn voor de kwaliteit van het onttrokken water en het geproduceerde drinkwater; - ontwikkelen van effectieve maatregelen voor het bereiken van de KRW-doelstellingen voor wat betreft de bronnen voor drinkwaterbereiding; - basis voor toetsingskader voor de drinkwaterfunctie bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen en vergunningverlening; - basis voor ontwikkeling van waterveiligheidsplannen door waterbedrijven voor het onderdeel bronnen Uitgangspunten Het gebiedsdossier moet zorgen voor een gemeenschappelijk inzicht in de factoren en mogelijke maatregelen die van belang zijn voor de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Uitgangspunt bij het opstellen van het gebiedsdossier is dat dit gebaseerd is op de informatie zoals deze nu bekend en voorhanden is. Aanvullend onderzoek wordt in het kader van het gebiedsdossier niet uitgevoerd. Wel kan het gebiedsdossier attenderen op mogelijke kennisleemten. Het opvullen van deze kennisleemten kan als maatregel in het gebiedsdossier opgenomen worden. Voor het opstellen van dit gebiedsdossier is het protocol van het RIVM (2010) zoveel mogelijk gevolgd ten aanzien van de gevraagde inhoud en uitwerking. Het protocol stelt dat bij het begrenzen van het gebied waarop het gebiedsdossier betrekking heeft enerzijds rekening wordt gehouden met het feit dat activiteiten in het hele bovenstrooms gelegen deel van het (internationale) stroomgebied invloed kunnen hebben op de structurele oppervlaktewaterkwaliteit, maar anderzijds ook met het feit dat met de partijen die bij het gebiedsdossier om tafel zitten alleen concrete afspraken gemaakt kunnen worden over het voorkómen en aanpakken van activiteiten in de directe omgeving van het innamepunt. Dit betekent dat in en rond de beschermingszone de bedreigingen voor de winning in detail worden geïnventariseerd. Daarnaast wordt gekeken naar potentiële structurele bedreigingen in het bovenstroomse deel van het stroomgebied van de Maas tot aan de landsgrens en naar de waterkwaliteit op de landsgrens. Ten opzichte van het protocol is in de projectgroep (zie paragraaf 1.4) besloten om een eigen indeling van het document te hanteren. 2 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

15 Het gebiedsdossier is een dynamisch document dat regelmatig op actualiteit getoetst zal moeten worden. RIVM (2010) schrijft dat de regiehouder (minimaal zes jaarlijks (KRWcyclus) of zoveel vaker als relevant is) initiatief neemt tot actualisatie van het gebiedsdossier. In relatie tot beveiliging van terrorismegevoelige objecten is drinkwater aangemerkt als vitale infrastructuur. Door de Nationaal Coördinator Terrorisme Bestrijding is een leidraad opgesteld voor het gebruik van dergelijke informatie. In overleg met WML is deze leidraad in dit project toegepast. Dat betekent dat gevoelige informatie wel gebruikt is in het project, maar niet in detail in dit rapport wordt beschreven Werkwijze Dit gebiedsdossier is opgesteld in samenwerking met een projectgroep met vertegenwoordiging vanuit de provincie Limburg, Waterleiding Maatschappij Limburg (WML), Rijkswaterstaat, waterschap Peel en Maasvallei, waterschap Roer en Overmaas, gemeente Maasgouw en gemeente Leudal. Voor het opstellen van dit gebiedsdossier is eerst een feitendossier opgesteld. Dit feitendossier is beschreven in de hoofdstukken 3 tot en met 5 van dit rapport. Dit feitendossier is besproken met de projectgroep, op basis waarvan bedreigingen voor de waterkwaliteit zijn geïdentificeerd. Vervolgens is de waterkwaliteit van de Maas getoetst aan de daarvoor geldende normen, hiermee zijn de knelpunten geïdentificeerd. Na deze stappen zijn mogelijke maatregelen geformuleerd om deze bedreigingen te verkleinen of weg te nemen. Dit voorstel is besproken met de projectgroep. Op basis van de voorgaande werkstappen is het concepteindrapport met de projectgroep besproken. Na verwerking van de gemaakte opmerkingen is het definitieve rapport opgesteld. Na het verzamelen van de feiten en het formuleren van mogelijke maatregelen is het opstellen van een uitvoeringsprogramma de volgende stap. Daarin werken de onderscheiden trekkers de maatregelen uit. Er wordt duidelijk beschreven wat een maatregel inhoudt, wat het resultaat moet zijn en wat de rol van de andere betrokken actoren is. Er wordt een inschatting gegeven van de benodigde capaciteit en een indicatie van de kosten. Het uitvoeringsprogramma is de basis voor een bestuurlijk akkoord dat moet leiden tot ondertekening door alle betrokken partijen Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een toelichting gegeven op het relevante beleidskader met betrekking tot drinkwater en grond- en oppervlaktewaterbescherming. In hoofdstuk 3 worden de kenmerken van de waterwinning beschreven, in hoofdstuk 4 de herkomst van het water en in hoofdstuk 5 wordt het ruimtegebruik in het grondwater beschermingsgebied en in de nabijheid van de beschermingszone voor oppervlaktewater beschreven. In hoofdstuk 6 wordt de monitoring en toetsing van de kwaliteit van het oppervlaktewater beschreven. Daarna worden in hoofdstuk 7 de bedreigingen voor de kwaliteit van de grondstof wordt besproken. In hoofdstuk 8 worden de mogelijke maatregelen beschreven. In hoofdstuk 9 worden tenslotte contactpersonen en gebruikte literatuur beschreven. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 3

16 4 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

17 2. BELEID EN REGELGEVING 2.1. Het gebiedsdossier in relatie tot de wettelijke verantwoordelijkheden van de betrokken partijen Het opstellen van de gebiedsdossiers is een bestuurlijke afspraak. Ze zijn een ondersteunend instrument naast de bestaande beleidsinstrumenten. De maatregelen die in het gebiedsdossier zijn opgenomen zijn mogelijke maatregelen, bedoeld als input voor de planvorming met de verschillende betrokken partijen. Na afronden van het gebiedsdossier wil de provincie Limburg samen met alle betrokken partijen een uitvoeringsplan opstellen. Het is de bedoeling dat dit uitvoeringsplan door alle betrokken partijen wordt ondertekend. Afbeelding 2.1. Schematisch overzicht van het gebiedsdossier in relatie tot de wettelijke verantwoordelijkheden van de betrokken partijen Europese Unie Nederlandse Overheid Kaderrichtlijn Water (KRW) Activiteiten om grondwaterkwaliteit te beschermen Actoren Instrumenten Belanghebbende Ordenen & inrichten Provincie Gemeenten Provincie Provinciaal omgevingsplan Omgevingsverordening Limburg Bestemmingsplan Structuurvisie Gemeentelijk waterplan Gemeentelijk rioleringsplan Gebiedsdossier Handhaven Meten Vergunningen Ontheffingen Gebiedsdossier WML Handhaven Gemeenten WABO- en Wm-vergunningen Bodemkwaliteitskaart Beheren Rijkswaterstaat Beheerplan Rijkswateren Vergunning en Handhaving Waterbeheerplan Waterschap Keur Vergunning en Handhaving 2.2. Overzicht beleid en regelgeving In bijlage I is een overzicht opgenomen van relevante wetten en regels enerzijds en richtlijnen en beleid anderzijds. Samen vormen zij het kader waarbinnen de verschillende actoren (het beleid voor) de kwaliteit van drinkwaterwinningen kunnen bepalen. Het kader wordt op hoofdlijnen bepaald door de Nederlandse wetgeving. Europese richtlijnen, waaraan alle lidstaten dienen te voldoen, zijn hierin overgenomen. Door een onderscheid te maken tussen wetten en regels enerzijds en richtlijnen en beleid anderzijds wordt de betrokken actoren inzicht gegeven in verschillende wijzen, waarop zij Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 5

18 de waterkwaliteit kunnen beïnvloeden. Voor de uitvoering van wetten en regels (bijvoorbeeld door een systeem van vergunningen en handhaving) zijn zij gebonden aan wat deze wetten en regels voorschrijven. Van belang is dat de verschillende wetten en regels dan niet tot tegenstrijdigheden in de uitvoering leiden. Binnen de wettelijke kaders wordt de betrokken actoren echter ook een mate van beleidsvrijheid geboden, die zij in kunnen vullen met (beleids)plannen. De verschillende planstelsels bieden de mogelijkheid om de eerder genoemde tegenstrijdigheden te voorkomen, maar ook om prioriteiten te stellen, bijvoorbeeld met betrekking tot de winning van drinkwater. Door onderling overleg bij de totstandkoming kunnen de betrokken actoren elkaars plannen beïnvloeden Besluit kwaliteitseisen en monitoring water (Bkmw) 2009 De Kaderrichtlijn Water (KRW; artikel 7, eerste t/m derde lid) vereist een specifieke bescherming van oppervlaktewaterlichamen bestemd voor drinkwaterwinning. Lidstaten zijn verplicht deze oppervlaktewaterlichamen op te nemen in het KRW Register Beschermde Gebieden. De aanwijzing als beschermd gebied betekent overigens niet dat het beschermingsregime ook op het gehele waterlichaam betrekking moet hebben. De lidstaten dienen te zorgen voor de nodige bescherming van de aangewezen waterlichamen met de bedoeling de achteruitgang van de kwaliteit daarvan te voorkomen. Tevens moet op termijn de zuiveringsinspanning voor de productie van drinkwater verlaagd kunnen worden. In de waterlichamen die voor de drinkwatervoorziening zijn aangewezen gelden vanuit de KRW specifieke milieukwaliteitsnormen. Deze milieukwaliteitseisen zijn in Nederland geïmplementeerd via het Besluit kwaliteit en monitoring water (Bkmw 2009). De milieukwaliteitseisen voor oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterwinning richten zich tot de overheid. De milieukwaliteitsnormen moeten worden toegepast bij de vaststelling van plannen op grond van de Waterwet (Nationaal Waterplan, provinciale waterplannen en beheerplannen van de waterbeheerders). De Waterwet en het Bkmw 2009 verplichten de waterbeheerder niet tot het toetsen van individuele aanvragen voor vergunningen tijdens de planperiode aan de milieukwaliteitsnormen. De waterbeheerder dient in het waterbeheerplan wel aan te geven op welke wijze dergelijke aanvragen worden getoetst. In het Bkmw 2009 zijn in bijlage III richt- en streefwaarden opgenomen. De richtwaarden gelden voor het innamepunt bij oppervlaktewaterwinningen en zijn resultaatsverplichtend voor de waterbeheerder. Als uit de monitoring op het innamepunt blijkt dat de richtwaarde voor een stof is overschreden, moet de waterbeheerder (Rijkswaterstaat), in het beheerplan maatregelen opnemen die ervoor zorgen dat duurzame drinkwatervoorziening gewaarborgd wordt. De streefwaarden gelden voor het waterlichaam waaruit het water wordt onttrokken en zijn inspanningsverplichtend voor de waterbeheerder. Deze streefwaarden stellen hogere eisen aan de oppervlaktewaterkwaliteit dan de richtwaarden. Het beleid moet erop gericht zijn om op termijn de streefwaarden te bereiken. Met het Besluit en de Wet milieubeheer heeft Nederland de bovengenoemde KRW-doelstelling van geen achteruitgang nader uitgewerkt. De instelling van een beschermingszone is volgens Bkmw 2009 een instrument om ervoor te zorgen dat het water op de waterwinlocatie aan de richtwaarden voldoet. Met het instellen van een beschermingszone wordt beoogd de risico s van handelingen waardoor verontreinigende stoffen in het water terecht kunnen komen, extra te beperken (risicoreductie). Voor oppervlaktewaterwinningen is het instellen van een beschermingszone niet verplicht. Deze beschermingszones rondom de directe innamepunten van oppervlaktewater zijn echter wel geïntroduceerd in het Beheer- en Ontwikkelplan rijkswateren (paragraaf 6 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

19 2.7). De beschermingszone is echter nog niet opgenomen in het POL of in de OVL en zal daarom ook niet in de MER staan. Deze zone is daarmee nog niet juridisch vastgelegd. Volgens WML is de Bkmw op basis van de huidige kennis over drinkwaterrelevante stoffen niet toereikend om oppervlaktewater, bestemd voor de openbare drinkwaterproductie, afdoende te beschermen. In het Maaswater worden door de drinkwaterbedrijven meer drinkwaterrelevante stoffen aangetroffen dan in het Bkmw zijn opgenomen. Dit zijn stoffen als complexvormers, geneesmiddelen, hormoonverstorende stoffen, industriële producten, brandvertragers etc. Op het moment van dit schrijven is door het Ministerie van I&M een traject gestart voor de actualisatie van het Bkmw. RIWA is daarbij betrokken Drinkwaterregeling In bijlage 5 van de Drinkwaterregeling zijn de kwaliteitseisen opgenomen waaraan voldaan moet zijn bij inname van oppervlaktewater voor de productie van drinkwater. Deze eisen richten zich tot het waterwinbedrijf. Bij een afwijking van de eisen die naar verwachting maximaal 30 dagen duurt, is het waterwinbedrijf verplicht om dit te melden aan de inspectie. Bij een afwijking die naar verwachting langer dan 30 dagen duurt, dient het waterwinbedrijf een ontheffing (van de Minister IenM) te krijgen om het oppervlaktewater te mogen blijven innemen. De Minister van IenM dient de waterbeheerder te informeren over een dergelijke ontheffing (Drinkwaterregeling artikel 16 lid 5) Vergelijking Bkmw en Drinkwaterregeling De kwaliteitseisen van de Drinkwaterregeling zijn van recenter datum dan Bkmw Achterhaalde normen zijn vervangen door nieuwe of betere normen. Bij vergelijking van de parameterlijsten en kwaliteitseisen voor oppervlaktewater ten behoeve van de drinkwatervoorziening uit zowel Bkmw 2009 als Drinkwaterregeling blijkt dat de kwaliteitseisen voor dezelfde parameter weliswaar in dezelfde ordegrootte liggen, maar niet altijd gelijk zijn. De Drinkwaterregeling kent scherpere kwaliteitseisen voor geleidingsvermogen en chloride dan Bkmw 2009, met als argument dat de waarden in Bkmw 2009 te hoog zijn om zonder ingrijpende zuiveringstechnieken drinkwater te produceren. De kwaliteitseisen voor ammonium en fosfaat zijn daarentegen minder scherp. Voor geur is de kwaliteitseis op andere wijze geformuleerd Het grondwaterbeschermingsbeleid van de provincie Limburg Het waterbeleid van de provincie is opgenomen in het Provinciaal Waterplan Limburg en maakt onderdeel uit van het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL). Aandachtspunten in het Provinciaal Waterplan Limburg zijn ruimtelijke ontwikkelingen die bedreigend zijn voor de drinkwaterwinning: stijgende nitraatconcentraties in freatische winningen in het heuvelland, aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen en andere microverontreinigingen in het grondwater, risico s van warmte-koude-opslagsystemen en de aanwezigheid van historische verontreinigingen in grondwaterbeschermingsgebieden. Bij de kalksteenwinningen, de freatische winningen en de oevergrondwaterwinningen richt de provincie zich op groene bescherming door het stimuleren van activiteiten die in overeenstemming zijn met de bescherming van de grondwaterkwaliteit, zoals uitbreiding van natuur, bosaanplant, extensieve recreatie en extensieve of biologische landbouw. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 7

20 In de gebieden waar het grondwater van nature beschermd is tegen verontreinigingen vanaf maaiveld doordat het diep gelegen watervoerende pakket wordt afgedekt met slecht doorlatende kleilagen, worden deze kleilagen beschermd (geologische bescherming). Ter bescherming van de (grond)waterkwaliteit ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening heeft de provincie op grond van de Wet Milieubeheer de bevoegdheid om beschermingsgebieden (waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden, boringsvrije zone) aan te wijzen. De bescherming in deze gebieden is erop gericht dat de kwaliteit van het grondwater zodanig is en blijft dat het middels eenvoudige zuivering geschikt is voor de openbare drinkwatervoorziening. De exacte begrenzing van deze beschermingsgebieden, als ook de bijbehorende regels, zijn opgenomen in de Omgevingsverordening Limburg. Via de provinciale belangenstaat is de ruimtelijke bescherming van de grondwaterbeschermingsgebieden verankerd in het RO-beleid. T.a.v. de bescherming van het innamepunt Heel is niets opgenomen Omgevingsverordening Limburg (OvL) Een belangrijk onderdeel van het grondwaterbeschermingsbeleid van de provincie is het aanwijzen van beschermingszones. Deze beschermingszones worden vastgelegd in de Omgevingsverordening Limburg en kunnen bestaan uit: - het waterwingebied: dit is het gebied waar het grondwater binnen 60 dagen de winputten bereikt; - het grondwaterbeschermingsgebied: dit is het gebied waar het grondwater binnen 25 jaar de winputten bereikt of het gehele intrekgebied voor de freatische kalksteenwinningen; - een boringsvrije zone: er zijn winningen waarbij (een deel van) de winputten zich onder een slechtdoorlatende kleilaag bevinden, zoals in de Roerdalslenk. In deze kleilagen is maar beperkt grondwaterstroming mogelijk, waardoor er een beschermende werking van uit gaat. Om deze beschermende werking in stand te houden wordt een boringsvrije zone ingesteld, hetgeen betekent dat er in deze zone alleen boringen die aan speciale voorwaarden voldoen, geplaatst mogen worden. Het doel van deze zone is het beschermen van de slechtdoorlatende kleilaag. De regels in de Omgevingsverordening Limburg (OvL) hebben betrekking op activiteiten aan maaiveld (zoals bouwwerken, schadelijke stoffen, begraafplaatsen, wegen, lozingen en energiesystemen) en bepaalde inrichtingen of stoffen die verboden zijn of waar aanvullende eisen worden gesteld Beheer Rijkswaterstaat Oppervlaktewaterkwaliteit Rijkswaterstaat is er als waterbeheerder volgens Bkmw 2009 wettelijk verantwoordelijk voor dat de oppervlaktewaterkwaliteit op het innamepunt Heel aan de richtwaarden voldoet. Om dit te bereiken neemt Rijkswaterstaat de drinkwaterbelangen volgens het Beheer- en Ontwikkelplan Rijkswateren (BPRW) expliciet mee bij de vergunningverlening en handhaving, het beheer in geval van calamiteiten, de afstemming met andere beheerders en de agendering van knelpunten bij de andere verantwoordelijke partijen. De inzet van Rijkswaterstaat bij de reductie van stofconcentraties in het oppervlaktewater krijgt volgens het BPRW gestalte door agendering bij de beleidsdepartementen I&M (nationale aanpak diffuse bronnen, nationaal stoffenbeleid, internationale afstemming emissiereducties) en EZ (toelatingsbeleid bestrijdingsmiddelen, de handhaving en het toezicht daarop). 8 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

21 Beschermingszones Hoewel Rijkswaterstaat hiertoe niet verplicht is, zijn in het BPRW beschermingszones rondom de directe innamepunten van oppervlaktewater geïntroduceerd. Voor de begrenzing van de beschermingszone is gekozen voor een tijdsduur van minder dan 6 uur waarop een puntverontreiniging het innamepunt bereikt. De gedachte hierbij is dat, indien meer dan 6 uur beschikbaar is tussen het optreden van een incident of calamiteit en het ondervinden van de effecten bij het drinkwaterinnamepunt, de gebruikelijke maatregelen voor risicobeheersing volstaan. Bij het begrenzen van de beschermingszones is rekening gehouden met de innamecapaciteit, stroming, wind en fysieke begrenzingen (Rijkswaterstaat, 2007). De beschermingszone voor de waterwinning Heel is weergegeven in afbeelding 2.2. Begrenzing beschermingszone Heel De begrenzing van de beschermingszone voor het innamepunt Heel aan het Lateraalkanaal wordt stroomopwaarts gevormd door de Sluis Heel. De sluis vormt een fysieke begrenzing waardoor wordt voorkomen dat de effecten van calamiteiten die verder stroomopwaarts optreden, het drinkwaterinnamepunt binnen 6 uur bereiken. Stroomafwaarts zijn de effecten van wind en het einde van het Lateraalkanaal maatgevend voor de begrenzing van de beschermingszone. De beschermingszone is beperkt tot de rijkswateren. De Sleijebeek in beheer bij waterschap Peel & Maasvallei - stroomt echter vrij af op het Lateraalkanaal. De stroomsnelheid in de Sleijebeek is zeer gering. Bij windeffecten gaat het om op het water drijvende verontreinigingen die zich onder invloed van wind snel kunnen verplaatsen, door de bochten in de Sleijebeek zal dit effect voor de Sleijebeek echter gering zijn. Een (klein) deel van de Sleijebeek valt daarom binnen de 6-uursdefinitie. Evenals voor de beschermingszone geldt voor dit gedeelte van de Sleijebeek dat er verscherpte aandacht nodig is voor het optreden van incidenten en calamiteiten. Rond de beschermingszone (en het genoemde gedeelte van de Sleijebeek) wordt in dit gebiedsdossier een landzone van 100 meter aangehouden als zoekgebied voor risicovolle activiteiten. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 9

22 Afbeelding 2.2. Locatie van de beschermingszone voor waterwinning Heel De beschermingszone is bedoeld om een extra impuls te geven aan de bescherming van de drinkwatervoorziening. De beschermingszone heeft of krijgt een functie bij: - vergunningverlening: Bij aanvraag van een nieuwe watervergunning voor een lozing maakt Rijkswaterstaat gebruik van het Handboek Immissietoets. Bij de immissietoets is sprake van een mengzone. Indien deze mengzone de beschermingszone overlapt worden voor de stoffen de richtwaarden voor de stoffen uit het Bkmw 2009 gebruikt. Daarmee wordt een voldoende bescherming beoogd van de drinkwaterbelangen. Bij de toetsing gelden als criteria: de lozing mag op de rand van de mengzone niet leiden tot een verhoging van de concentratie die meer dan 10 % bedraagt van de getalswaarde van de norm. De mengzone strekt zich uit over een maximale afstand van 1 km; de lozing mag opgeteld bij de achtergrondconcentratie (meestal de concentratie bovenstrooms van het lozingspunt) niet leiden tot overschrijding van de getalswaarde van de norm op waterlichaamniveau; Lage afvoersituaties zijn in de beschouwing van belang omdat op dat moment de relatieve bijdrage van lozers sterk toeneemt. De immissietoets gaat uit van maatgevend laagwater, d.w.z. een waterstand die 90 % van de tijd wordt overschreden en maar 10 % van de tijd wordt onderschreden; - ruimtelijke ordening: In BPRW is aangekondigd dat in de planperiode wordt verkend of het meerwaarde biedt om de beschermingszones ook te laten doorwerken in de ruimtelijke ordening; - het beheer in geval van calamiteiten. In deze 6-uurs beïnvloedingszones zet Rijkswaterstaat zich extra in voor het maken van adequate afspraken over preventie en beheersing van calamiteiten, d.w.z. voor verscherpte afspraken in calamiteitenplannen. 10 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

23 Opstellen van draaiboeken en communicatieafspraken kunnen schade ingeval van calamiteiten voorkomen en beperken Calamiteitenplan Zoals elke organisatie in Nederland is Rijkswaterstaat wettelijk verplicht een calamiteitenplan te hebben volgens artikel 14 van de Arbeidsomstandighedenwet. Het calamiteitenplan beschrijft de organisatiestructuren, procedures en afspraken voor calamiteitensituaties op strategisch niveau. Rijkswaterstaat Zuid Nederland heeft de processen en acties in het geval er zich een waterverontreiniging voordoet op de Maas (inclusief Julianakanaal, Lateraalkanaal en Maas-Waalkanaal) op tactisch niveau vastgelegd in het Draaiboek Waterverontreiniging Maas Daarnaast zijn op operationeel niveau draaiboeken voor de districten van Rijkswaterstaat opgesteld (calamiteitenbestrijdingsplannen districten). De processen en acties bij een waterverontreiniging richten zich op het voorkomen van schade voor mens en milieu door: - het beheersen en opruimen van verontreinigingen die schadelijk zijn; - het waarschuwen van benedenstroomse watergebruikers. Een voorbeeld hiervan zijn de drinkwaterbedrijven die water innemen vanuit het Maasstroomgebied; - het informeren van de bovenstroomse (hoofd)waarschuwingsposten (meldkamers) in het kader van handhaving; - het opsporen van vervuilers (schepen en bedrijven). Voor het waarschuwen van drinkwaterbedrijven wordt gebruik gemaakt van het meetstation Eijsden. Bij Eijsden meet Rijkswaterstaat on-line de waterkwaliteit. Voor alarmering van het drinkwaterbedrijf op basis van deze meetresultaten is in overleg met RIWA-Maas en de drinkwaterbedrijven een lijst met alarmeringswaarden vastgesteld (zie Deze lijst wordt jaarlijks geactualiseerd. Bij overschrijding van een alarmwaarde waarschuwt Rijkswaterstaat Zuid Nederland de benedenstrooms gelegen drinkwaterbedrijven met innamepunten vanuit de Maas. Hierbij wordt door Rijkswaterstaat indien noodzakelijk informatie over de milieubezwaarlijkheid van de aangetroffen stoffen meegegeven en worden modelberekeningen uitgevoerd om in te schatten hoe lang de verontreiniging erover doet om het innamepunt te bereiken. Indien noodzakelijk wordt een internationale melding verzonden via de Internationale Maascommissie (IMC), zodat de bron kan worden opgespoord. In geval van andere incidenten (branden, aanvaringen, e.d.) waarbij de waterkwaliteit in het geding is wordt de Waterkamer geïnformeerd. Vervolgens wordt het LCM (Landelijke Coördinatiecommissie Milieuverontreiniging) ingeschakeld voor advies. Dit advies wordt afgestemd met de betrokken regionale dienst. De communicatie met externe partijen wordt verzorgd door de regionale dienst. Bij grotere of complexe incidenten kan het LCM het Beleidsondersteunend team milieu-incidenten inschakelen voor een integraal afgewogen advies Beheer van de waterschappen Waterproductiebedrijf Heel (WPH), het innamepunt en het grondwaterbeschermingsgebied liggen binnen de grenzen van het beheersgebied van waterschap Peel en Maasvallei (WPM). Dit waterschap is als integraal waterbeheerder in Noord- en Midden-Limburg belast met het beheer van het watersysteem in het werkgebied met uitsluitsel van het Nederlandse deel van de Maas en Lateraalkanaal l, waarvan Rijkswaterstaat de beheerder is. Het waterschap heeft de zorg voor zowel de kwaliteit als de kwantiteit van de oppervlaktewateren. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 11

24 Een groot deel van de Maas, de kanalen en de zijbeken bovenstrooms van WPH liggen in het beheersgebied van waterschap Roer en Overmaas. Daar liggen ook een aantal belangrijke rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI s). Het beheer van de RWZI s en de bijbehorende infrastructuur wordt via een gemeenschappelijke regeling tussen beide waterschappen door het Waterschapsbedrijf Limburg uitgevoerd. Het beheer van de waterschappen staat beschreven in hun waterbeheerplannen. De maatregelen die de waterschappen nemen ten behoeve van de waterkwaliteit zijn direct gericht op oppervlaktewater. Grondwaterkwaliteit is geen primaire taak van de waterschappen; ze nemen dus geen directe maatregelen ten behoeve van het grondwater. Om te komen tot meer duurzame oplossingen wordt het principe water als medeordenend principe gehanteerd. Dit betekent dat de waterschappen actie ondernemen om beoogde gebruiksfuncties en waterbelangen via het ruimtelijk ordeningsspoor op elkaar af te stemmen en dat nieuwe ontwikkelingen niet mogen leiden tot een significante verslechtering van de huidige kwaliteit (morfologisch, hydrologisch, chemisch en als resultante ecologisch) van het watersysteem. Verder voeren de waterschappen een stimuleringsbeleid voor de agrarische sector en voert het pilotprojecten uit om gedragsveranderingen bij agrariërs te realiseren. Ten aanzien van het herstel van watersystemen is de ambitie om een gezond en veerkrachtig watersysteem te realiseren en te behouden in al zijn facetten (waterkwaliteit, - kwantiteit, morfologie en ecologie). Om de doelen voor het herstel van watersystemen te bereiken hebben de waterschappen de volgende maatregelen gedefinieerd waar van een aantal ook invloed hebben op de waterkwaliteit: - beken herstellen; - het herstel van vennen stimuleren; - vervuiling uit de riolering en rioolwaterzuivering verminderen, door: - samenwerking in de afvalwaterketen; - verbetering van de rioolwaterzuiveringen; - optimalisering van het beheer van de rioolwaterzuiveringen; - aanpak van de riooloverstorten op (zeer) kwetsbare wateren stimuleren; - aanpak van diffuse bronnen; - aanpak van vervuilde waterbodems. Waterschappen hebben weinig financiële middelen om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. Het stimuleringsbeleid van het waterschap Peel en Maasvallei naar gemeenten voor het verminderen van de overstortfrequentie is per 1 januari 2012 stopgezet. Dit neemt niet weg dat het streven van de waterschappen is om de lozing op kwetsbare en zeer kwetsbare wateren met een specifiek ecologische functie en KRW lichamen met voorrang aan te pakken, waarbij gestreefd wordt naar een frequentie van 1 maal per 2 jaar overstort (kwetsbare waterlopen) of eens in de vijf jaar (zeer kwetsbare waterlopen). Het bovengenoemde stimuleringsbeleid is voornamelijk gericht op de ecologische functie van het oppervlaktewater en niet direct op de verbetering van de waterkwaliteit voor de drinkwaterwinning. 12 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

25 Voor wat betreft het recreatief gebruik geldt dat slechts gevaren mag worden op de een beperkt aantal oppervlaktewateren in beheer van de waterschappen. Het waterschap heeft zwemwaterlocaties aangewezen waar gezwommen mag worden. Zwemmen op andere locaties is niet verboden maar het waterschap draagt hiervoor geen verantwoording. Veilig zwemmen in buitenwater is mogelijk in wateren met de functie zwemwater. Op andere locaties wordt zwemmen afgeraden. Op een klein aantal locaties is zwemmen verboden in verband met gevaarlijke situaties (zandafgravingen) of fecale besmetting van het oppervlaktewater. Beide waterschappen beschikken over een calamiteitenplan. Het plan van waterschap Roer en Overmaas is vastgelegd in het document Bestrijdingsplan Kwaliteit Oppervlaktewater. Dat van het waterschap Peel en Maasvallei is vastgelegd in het document Calamiteitenplan Waterschap Peel en Maasvallei Beleid van de gemeente(n) Algemeen Huidig, historisch en toekomstig bovengronds ruimtegebruik kunnen een bedreiging vormen voor de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit. Huidig ruimtegebruik is vastgelegd in bestemmingsplannen en in deze bestemmingsplannen dient het grondwaterbeschermingsgebied te zijn opgenomen met de beperkingen zoals vastgelegd in de omgevingsverordening Limburg (OvL). Historisch ruimtegebruik kan de grond- en of oppervlaktewaterkwaliteit beïnvloeden door de aanwezigheid van bodem- en/of grondwaterverontreinigingen. Bij een geval van bodemverontreiniging is de gemeente de eerste verantwoordelijke en afhankelijk van de aard van de verontreiniging verschuift de verantwoordelijkheid naar de provincie. Bij mobiele grondwaterverontreinigingen wordt de provincie bevoegd gezag. Deze taak wordt uitgevoerd onder de Wet Bodembescherming waarin regels voor sanering van gevallen van bodem- en grondwaterverontreiniging zijn opgesteld. Bodemkwaliteitskaart De gemeenten Beesel, Leudal, Maasgouw en Roermond beschikken over de bodemkwaliteitskaart Regio Maas & Roer. Deze is te raadplegen via de site van de deelnemende gemeenten. De kwaliteitskaart is onderdeel van de Nota Bodembeheer. Hierin zijn de diverse waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden opgenomen. Structuurvisie De structuurvisie van de gemeente Maasgouw is in 2012 vastgesteld door de gemeenteraad. Op kaart is De Lange Vlieter als waterwingebied weergegeven. In een aantal voorstellen voor ruimtelijke ontwikkelingen is rekening gehouden met het belang van De Lange Vlieter voor de drinkwatervoorziening. Ook de Boschmolenplas wordt genoemd als backupvoorziening. Het grondwaterbeschermingsgebied is niet terug te vinden in de structuurvisie. In de in begin 2010 vastgestelde structuurvisie van gemeente Leudal zijn geen bepalingen met betrekking tot het grondwaterbeschermingsgebied of waterwingebied opgenomen. Momenteel is een herijking van deze visie in voorbereiding. Het is de bedoeling om in deze visie aandacht te besteden aan de grondwaterbeschermingsgebieden in de gemeente. Gebiedsgericht grondwaterbeheer De Kempen Het grondwater in het gebied De Kempen waartoe ook delen van de gemeenten Leudal en Maasgouw (voormalige gemeenten Heel en Thorn) behoren is verontreinigd met zware metalen. Gehalten van o.a. cadmium en zink liggen (ver) boven de geldende kwaliteitsnormen. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 13

26 De oplossing voor deze regionale problematiek ligt in het opstellen van een gebiedsgericht grondwaterbeheerplan dat in 2011 door Royal Haskoning in opdracht van Actief Bodembeheer de Kempen is opgesteld (Royal Haskoning, 2011). In dit plan is de gemeente Leudal opgenomen als een optionele gemeente voor gebiedsgericht grondwaterbeheer. Dit houdt in, dat de gemeente Leudal maar gedeeltelijk (< 50 % van het oppervlak) binnen het diffuus beïnvloede gebied ligt. Deze gemeente kan zich, afhankelijk van de wenselijkheid of noodzaak daartoe, in een later stadium alsnog aansluiten bij het gebiedsgericht beheer. De gemeenten Heel en Thorn (nu: gemeente Maasgouw) zijn opgenomen als gemeenten zonder gebiedsgericht grondwaterbeheer. Bescherming grondwaterkwaliteit in bestemmingsplannen In onderstaande tabel zijn de voor het grondwaterbeschermingsgebied van winning Heel vigerende bestemmingsplannen weergegeven en is aangegeven, of het grondwaterbeschermingsgebied in het bestemmingsplan is opgenomen. Voor nadere informatie over deze bestemmingsplannen wordt verwezen naar de website Tabel 2.1. Bestemmingsplannen vigerend voor grondwaterbeschermingsgebied Heel Gemeente bestemmingsplan opgenomen in bestemmingsplan opmerking Leudal Kern Grathem nee bestemmingsplan is een conserverend plan Buitengebied Hunsel ja Dubbelbestemming Voor de gemeente Leudal geldt, dat er in het kader van de actualisering van de bestemmingsplannen voor het gehele grondgebied van de gemeente nieuwe bestemmingsplannen worden opgesteld Het beschermingsbeleid van WML Het beschermingsbeleid van WML is gericht op het beschermen van de bronnen (winputten en oppervlaktewater) en het borgen van de waterkwaliteit. WML draagt bij aan de bescherming door onttrekkingsputten en waarnemingsputten zo af te werken dat stoffen vanaf het maaiveld of bovenliggende watervoerende pakketten niet via de omstorting van de pomp- of waarnemingsput het grondwater in de van nature beschermde watervoerende pakketten kan bereiken. Daarnaast probeert WML het waterwingebied in eigendom te hebben. Daardoor kan WML direct het beheer van die gebieden beïnvloeden. WML voert samen met de provincie het project Duurzaam Schoon Grondwater uit. Hierbij wordt in samenwerking met landbouwers het gebruik van bestrijdingsmiddelen en meststoffen gereduceerd. WML steekt veel tijd in het volgen van ruimtelijke ontwikkelingen, neemt deel aan gebiedsontwikkeling en volgt actief het opstellen van bestemmingsplannen. Dit om de belangen van WML voor een goede grondstof voor de drinkwatervoorziening onder de aandacht te brengen. Activiteiten van derden worden beoordeeld op risico s voor de grondstof. Ook monitort WML de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit in de waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden en wordt ondersteuning geleverd bij het saneren van bodem- en grondwaterverontreinigingen die een grondwaterwinning bedreigen. Naast de activiteiten van WML zelf, is WML ook betrokken bij andere actieprogramma s die lopen om de grondwaterkwaliteit te beschermen zoals het actieprogramma diffuse bronnen 14 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

27 of het programma onkruidbestrijding zonder bestrijdingsmiddelen. De maatregelen die WML neemt zijn uitgewerkt in het strategisch beleid van WML Ketenbeheer Maas Eind 2004 werd bij Sabic, op haventerrein Stein een lekkage aan een ondergrondse pijpleiding ontdekt van MTBE en HF1800. Het incident leidde tot instelling van een Nederlandse Overleggroep Ketenbeheer Maas, nadat in april 2005 was gebleken dat de verontreiniging zich via het grondwater onder het Julianakanaal door in de richting van de Maas had verplaatst. De Vlaams-Nederlandse Bilaterale Maascommissie (VNBM) heeft in november 2005 besloten om de al bestaande Nederlandse Overleggroep Ketenbeheer Maas om te vormen tot een Vlaams-Nederlandse Overleggroep, met als doel in een vroegtijdig stadium informatie uit te wisselen over voorkoming en/of bestrijding van calamiteuze lozingen in de gemeenschappelijke Maas. In deze overleggroep nemen vanuit Nederland deel: waterschap Roer en Overmaas, waterschap Peel en Maasvallei, de provincie Limburg, Rijkswaterstaat en WML. Vanuit België nemen deel: Dienst scheepvaart, de Vlaamse Milieu Maatschappij en het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. De opdracht aan de nieuw samen te stellen Overleggroep Ketenbeheer Maas was tweeledig: - identificeren van bevoegde instanties voor waterkwaliteitsproblemen op de Gemeenschappelijke Maas; - afspreken van procedures voor grensoverschrijdende informatie, verwittiging en sanering. Medio 2006 is de Vlaams-Nederlandse Overleggroep Ketenbeheer Maas ( Ketenbeheer ) van start gegaan. Ketenbeheer rapporteert aan de VNBM via de verslaglegging van het overleg en, met ingang van 2010, ook via een jaarlijkse rapportage over haar verrichtingen. De volgende doelstellingen zijn te onderscheiden voor de overleggroep: - strategisch doel: het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie voor preventie en aanpak van (potentiële) waterkwaliteitsknelpunten in de gemeenschappelijke Maas met een doeltreffende informatie-uitwisseling en eenduidige communicatie, ter borging van de (internationale) waterkwaliteitsnormen; - tactisch doel: rolopvatting Ketenbeheer uitwerken in gezamenlijk plan van aanpak voor preventie, signalering, sanering (aanpak) en evaluatie van (relevante en/of potentiële) waterkwaliteitsknelpunten, alsmede de daaraan verbonden informatie- en communicatieaspecten; - operationeel doel: praktische afstemming in de preventie, aanpak, communicatie en informatie-uitwisseling van/over (relevante en/of potentiële) waterkwaliteitsknelpunten in de gemeenschappelijke Maas en het evalueren van de doorlopen processen. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 15

28 16 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

29 3. KENMERKEN WINNING HEEL 3.1. Waterproductiebedrijf Heel De waterwinning Heel is gelegen tussen de dorpen Heel en Beegden in de gemeente Maasgouw. Het Waterproductiebedrijf Heel (WPH) is in gebruik sinds Voor deze winning zijn een waterwingebied en een grondwaterbeschermingsgebied vastgesteld (zie afbeelding 3.1). De pompputten van WPH staan rond het bekken de Lange Vlieter. Via een inlaatwerk wordt vanuit het Lateraalkanaal Maaswater ingelaten in het waterbekken De Lange Vlieter (DLV). Het bekkenwater wordt via bodempassage weer via pompputten in de oevers van het bekken opgepompt. Hiermee wordt tevens een relatief klein gedeelte grondwater opgepompt. Het infiltraatwater en ondiepe grondwater wordt gewonnen middels 29 pompputten. Als er geen water kan worden gewonnen uit het Lateraalkanaal kan WML water uit de Boschmolenplas naar de Lange Vlieter pompen. Deze dient als eerste stap in de backupvoorziening. Naast de bovengenoemde 29 pompputten beschikt WPH ook over pompputten die diep grondwater kunnen oppompen. Deze diepe winning dient als back-up voor het geval de oevergrondwaterwinning niet kan worden ingezet. Kenmerken van de diepe winning worden besproken in het gebiedsdossier diepe winningen Roerdalslenk Vergunning waterwet Vergunning onttrekking (oever)grondwater Door WPH mag maximaal 20 mln m 3 /jaar (Provincie Limburg, 2011) oevergrondwater worden opgepompt. Daarnaast is er per april 2012 een vergunning afgegeven voor het oppompen van diep grondwater ten tijde van een langdurige innamestop van Maaswater (de back-upvoorziening). In 2010 is door WPH ruim 16 mln m 3 opgepompt. De debietontwikkeling door de tijd is opgenomen in bijlage II Vergunning onttrekking en lozing oppervlaktewater WML heeft een vergunning voor het onttrekken van Maaswater uit het Lateraalkanaal en het lozen van ingenomen verontreinigd Maaswater op het Lateraalkanaal. De vergunning is als volgt gespecificeerd: - vergunning onttrekking Maaswater uit het Lateraalkanaal: maximaal m 3 /uur (2 pompen van elk m 3 /h); - vergunning retourlozing ingenomen Maaswater en propwater innameleiding: - retourlozing: geen hoeveelheidsbeperking - propwater: 600 m 3 /h (maximaal totaal m 3 ) - verder heeft WML nog een vergunning van RWS om water uit Tesken naar de Boschmolenplas te pompen indien de inzet van Boschmolenplas als back-up deze noodzakelijk maakt. Vergund is maximaal m 3 /h. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 17

30 3.3. Beschermingsgebied Voor de bescherming van het grondwater beschikt WPH over een grondwaterbeschermingsgebied en een waterwingebied. Het waterwingebied is weergegeven in afbeelding 3.1. Van het 220 ha grote waterwingebied heeft WML 91 % in eigendom voor de bedrijfsvoering en ter bescherming van de grondstof Type winning Ter plaatse van Waterproductiebedrijf Heel (WPH) bevinden zich drie typen winningen: - freatisch grondwater (Abikou type A); - oeverfiltraat met beschermde inname en spaarbekken (Abikou type U3); - back-up: diep spanningsgrondwater 1 (Abikou type B2) Inzet van de back-up In de watervergunning voor WPH is bepaald wanneer WML de diepe winning (de backupvoorziening) mag inzetten. Hierin is tevens vastgelegd dat WML geacht wordt het peil in de Lange Vlieter te borgen in verband met effecten op de omgeving. Het via oeverfiltratie onttrokken water mag alleen worden gewonnen als het bekken wordt aangevuld met water uit het Lateraalkanaal. De aanvulling dient zodanig te geschieden, dat het peil in De Lange Vlieter in een reguliere situatie op een minimaal niveau van 20,85 m +NAP wordt gehandhaafd. In geval van calamiteiten (droogte, ernstige verontreiniging van Maaswater) mag, uitgaande van een bekkenpeil van 20,85 m +NAP, via oeverfiltratie water worden gewonnen zonder dat aanvulling van het bekken plaatsvindt, mits het peil in De Lange Vlieter hoger blijft dan circa 20,30 m +NAP. Op het moment dat tijdens een langer durende calamiteit er geen water meer wordt ingelaten en het bekkenpeil dreigt te dalen naar 20,30 m +NAP wordt de reguliere winning stop gezet en kan worden overgeschakeld op de diepe winning (back up) indien aan de voorwaarden van de vergunning van de back-up wordt voldaan. 1 De diepe winning ter plaatse van WPH wordt niet in dit dossier besproken, maar in het dossier diepe winningen Roerdalslenk. 18 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

31 Afbeelding 3.1. Geografische ligging winning Heel Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 19

32 3.6. Waterkwaliteit De kwaliteit van het ingenomen water wordt uitgebreid besproken in hoofdstuk Waterbehandeling In deze paragraaf wordt beschreven hoe het opgepompte grondwater in WPH wordt behandeld/gezuiverd. In afbeelding 3.2 is de behandeling van het opgepompte infiltraatwater en grondwater van de winning Heel schematisch weergegeven. Hoewel het infiltraatwater en grondwater uit drie verschillende puttenvelden wordt gewonnen en het grondwater daarnaast vanaf verschillende dieptes wordt gewonnen, is de behandeling van het water hetzelfde. Er zijn twee filterstraten waar het ruwwater min of meer gescheiden behandeld wordt. Als eerste stap wordt het water in WP Heel over een beluchtingscascade geleid. Door de beluchting nemen de H 2 S-, methaan- en koolstofdioxidegehaltes in het water af en neemt het zuurstofgehalte in het water toe. Zuurstof is nodig om het ijzer en mangaan in het water te laten oxideren. Vanuit de beluchtingscascade komt het water in het voorfilter. In beide filterstraten zijn 6 identieke voorfilters operationeel om voldoende zuiveringscapaciteit te realiseren voor het op de winning Heel opgepompte infiltraat- en grondwater. Het geoxideerde ijzer en mangaan wordt met behulp van het voorfilter uit het water verwijderd. Eveneens wordt met behulp van het voorfilter ammonium uit het water gehaald. Na het voorfilter wordt het water door middel van een valstap nogmaals (beperkt) belucht voordat het in de voorfiltraatbuffer terecht komt. De zuurstof die door de valstap met het water mengt, wordt verbruikt in de volgende stap van de waterbehandeling: het Aktief Kool filter. Dit filter, waarvan er in beide filterstraten 4 benodigd zijn om voldoende zuiveringscapaciteit te bewerkstelligen, verwijdert voornamelijk apolaire organische verontreinigingen uit het water. In de volgende stap wordt het water over een UV-filter geleid, dat ervoor zorgt dat microorganismen, die mogelijk nog vrijkomen uit het Aktief Koolfilter, gedood worden (desinfectie). Via een (beperkte) beluchtingsstap komt het water in de reinwaterkelder terecht. Deze kelder is een verzamelkelder, er vindt geen behandeling van het water meer plaats. Vanuit de reinwaterkelder wordt het water gedistribueerd naar satellietpompstations of dvi s van waaruit levering naar het voorzieningsgebied plaatsvindt. 20 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

33 Afbeelding 3.2. Zuiveringsschema Heel 3.8. Toekomstplannen van WML Eind 2008 is het rapport Robuustheid inname en zuivering WP Heel opgesteld door Waterlaboratorium Zuid (WLZ) en WML, waarin werd onderzocht in hoeverre microverontreinigingen voor WP Heel een bedreiging vormen. De conclusie van dit rapport was dat de bestaande zuivering van WP Heel in ieder geval de komende vijf jaar volstaat. Om vast te stellen of in de periode daarna aanpassingen aan de zuivering nodig zijn 1, wordt de ontwikkeling in het vóórkomen van organische microverontreinigingen gevolgd met een meetprogramma Innamestops WML Zodra een overschrijding van de innamecriteria van WPH wordt waargenomen of WML een waarschuwing ontvangt van Rijkswaterstaat van een overschrijding van een alarmwaarde (paragraaf 2.8.3) of een waarschuwing van een andere calamiteit sluit WML de inname van water en wordt er geen Maaswater ingenomen voor de drinkwatervoorziening. Innamestops vinden plaats als er sprake is van: - een overschrijding van één van de innamecriteria zoals beschreven in Tabel 6.2; - een overschrijding van een van de eigen criteria (deze worden om veiligheidsredenen niet openbaar gemaakt); 1 Met name door het binnendringen van polaire stoffen in het drinkwaterproductiesysteem van WP Heel. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 21

34 - een overschrijding van een alarmeringswaarde (paragraaf 2.7.3); - een melding van de waterbeheerder (Rijkswaterstaat), maar ook van Chemelot van een calamiteit (paragraaf 2.7.3); - een melding van de bio-monitor. In de afgelopen jaren heeft WML meerdere malen per jaar de inname van water gestaakt, doordat uit analyses bleek dat de waterkwaliteit onvoldoende was of omdat onbekende stoffen werden gesignaleerd. 22 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

35 4. HERKOMST VAN HET WATER 4.1. Algemeen Het water van WPH is gedeeltelijk afkomstig uit de Maas (afbeelding 4.1) en voor een deel bestaat het uit grondwater dat in WPH wordt opgepompt. De pompputten van WPH staan rond het bekken de Lange Vlieter (afbeelding 4.2). Via een inlaatwerk wordt vanuit het Lateraalkanaal Maaswater ingelaten in de Lange Vlieter. De pompputten pompen ingelaten water na bodempassage weer op (infiltraat). Daarnaast bestaat het opgepompte water uit grondwater, dat uit de omgeving toestroomt. Afbeelding 4.1. Stroomgebied van de Maas 4.2. Oppervlaktewater Stroomgebied van de Maas Het oppervlaktewater dat via het innamepunt aan het Lateraalkanaal wordt ingenomen is afkomstig van de Maas. De Maas voert water af van een circa km 2 groot stroomgebied (afbeelding 4.1). Het water wordt richting Maas aangevoerd via een groot aantal zijrivieren (paragraaf 4.2.2). Ruim driekwart van het stroomgebied van de Maas ligt buiten Nederland. De kwaliteit van het Maaswater wordt daarmee in hoge mate bepaald door het grondgebruik en milieubeleid van andere landen. Vanaf Luik wordt een deel van het Maaswater afgeleid naar het Albertkanaal. Bij Maastricht gaat een deel via het Julianakanaal en de Zuid-Willemsvaart. Voor de waterverdeling tussen Nederland en België is een internationaal akkoord van kracht. Hierin regelen beide landen de verdeling van Maaswater bij verschillende afvoeren van de Maas. Daarin is ook Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 23

36 vastgelegd dat de Grensmaas een minimum debiet moet hebben van 10 m 3 /s; oorspronkelijk vanwege waterkwaliteitsaspecten en nu ook om de ecologische waarde van de Grensmaas te kunnen ontwikkelen en behouden. Om invulling te kunnen geven aan dit akkoord hebben beide landen een verdringingsreeks opgesteld. Hierin is beschreven welke gebruikers bij verschillende afvoeren van de Maas recht hebben op Maaswater Zijrivieren Binnen het stroomgebied van de Maas voert bovenstrooms van het inlaatpunt van WPH - een 23-tal rivieren/zijbeken water af naar de Maas. In het rapport getiteld Geneesmiddelen in de Watercyclus van Limburg is de kwantiteitsverdeling van de herkomst van het Maaswater ter hoogte van het innamewerk WPH beschreven. De grootste bijdrage wordt geleverd door de volgende rivieren: - Maas (Eijsden) nominale afvoer 50 m 3 /s - Jeker nominale afvoer 1,5 m 3 /s - Geul nominale afvoer 2,8 m 3 /s - Geleenbeek nominale afvoer 2,1 m 3 /s - Sleijebeek nominale afvoer 0,06 m 3 /s Overige beken die uitmonden op de Maas bovenstrooms van Heel zijn: - de Berwijn. Deze mondt vlak voor de grensovergang bij Eijsden in de Maas uit. Het stroomgebied ligt grotendeels in de Waalse provincie Luik. De gemiddelde afvoer in 2010 bedroeg 1,0 m 3 /s; - de Voer. Deze ontwatert de Voerstreek, waarbij het uiterste oosten afwatert naar de Gulp. Hierop loost de kleine RWZI van Veurs (110 IE). Gepland is hier ook nog de kleine RWZI van Teuven (700 IE) en de RWZI Remersdaal, die beide die ook naar de Gulp zullen afwateren. In de benedenloop van de Voer is de RWZI Voeren in s Gravenvoeren gepland; - de Ziepbeek. Deze beek ontspringt in de buurt van Lanaken, ten noordwesten van Maastricht en stroomt ter hoogte van Boorsem uit in de Maas. De Ziepbeek is het ontvangende water voor de RWZI s van Lanaken en Boorsem. - de Kikbeek, mondt bij Maasmechelen uit in de Maas; - de Ur. Deze beek stroomt bij Urmond in de Maas. Op de beek vindt lozing van het effluent van de RWZI Stein plaats. Daarnaast is er een grote industriële lozing (0,9 m 3 /s) van de industriële Integrale AfvalwaterZuiveringsinstallatie (IAZI) van het Chemelotterrein (Sabic). Deze laatste loost op een zijtak van de Ur; - de Kogbeek komt bij Elen in de Maas en is het ontvangende water van de RWZI Dilsen. In droge periodes gaat vrijwel uitsluitend effluent door de beek. De geschatte afvoer bedraagt dan 0,21 m 3 /s; - de Abeek, komt bij Ophoven in de Maas De afvoer voor deze beek is onbekend. - de Thornerbeek. Het stroomgebied ligt voor een groot deel in Belgisch Limburg. De beek stroomt samen met de Panheelderbeek bij Wessem in de Maas. De gemiddelde afvoer in 2010 was 0,52 m 3 /s. Voor de kwaliteitsontwikkeling van het Maaswater bij WPH is vooral het Belgische en Franse deel van het stroomgebied relevant. Dit komt omdat het water uit het Duitse deel van het stroomgebied via de Roer, de Swalm en de Niers naar de Maas wordt afgevoerd en deze rivieren benedenstrooms van het inlaatpunt van WPH in de Maas uitmonden. In de directe omgeving van WPH ligt een aantal zijbeken die stroomopwaarts van het inlaatpunt van WPH in de Maas uitmonden zoals de Itterbeek en de Thornerbeek (zie afbeelding 4.2). 24 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

37 De Sleijebeek is een aftakking van de Panheelderbeek die begint ter hoogte van het Kanaal Wessem-Nederweert. De beek stroomt langs de RWZI Panheel (die het effluent en - in tijden van hoge aanvoer - het overstortwater op de beek loost) en langs de bebouwde kom van Heel. Zij mondt direct stroomafwaarts van sluis Heel uit in het Lateraalkanaal binnen de beschermingszone van Heel. Bij hoge waterstand in de Maas voert de Sleijebeek ook het water van de Thornerbeek en de Panheelderbeek af. Stroomafwaarts van het innamepunt Heel maar nog wel binnen de beschermingszone mondt de Maasnielderbeek uit in de Maas en dit Maaswater komt samen met het Lateraalkanaal in het noordelijke deel van de beschermingszone terecht (afbeelding 4.2). Afbeelding 4.2. Oppervlaktewatersysteem omgeving WPH Verwachtingen Het ligt in de verwachting dat de komende decennia onder invloed van klimaatsverandering langere droge perioden zullen voorkomen. Aangezien de waterkwaliteit slechter is bij lage afvoeren dan bij hoge afvoeren, moet rekening gehouden worden met langere perioden met een slechtere Maaswaterkwaliteit Grondwater Rondom de Lange Vlieter liggen als aangegeven een 29-tal pompputten die water oppompen. Dit water is freatisch grondwater dat afkomstig is van een gebied rondom de pompputten. Het grondwater wordt onttrokken aan een pakket van afwisselend fijne en grove zanden, dat aan de bovenzijde niet is afgedekt met een slechter doorlatende laag. Hierdoor is het pakket kwetsbaar voor verontreiniging van bovenaf. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 25

38 De grondwaterwinning op WPH wordt door WML geclassificeerd als een winning die fysisch kwetsbaar is, vanwege het ontbreken van een beschermende slecht doorlatende deklaag of scheidende laag. De chemische kwetsbaarheid van een watervoerend pakket wordt bepaald door de aanwezigheid van klei- en veenlaagjes, organisch materiaal en mogelijk reactieve stoffen. Aan de hand van de lithostratigrafische nomenclator van TNO is voor de verschillende watervoerende pakketen nagegaan of er dergelijke laagjes en stoffen in voorkomen. De Formaties van Beegden en Sterksel, die samen het waterwinpakket vormen, bevatten slechts sporadisch humeus materiaal, veenlagen of kleilaagjes. Dit geeft aan dat er nauwelijks retardatie en afbraak van verontreinigingen kan plaatsvinden en dat het grondwater daarom chemisch gezien slechts weinig beschermd is voor verontreinigingen. Ten aanzien van de reactiviteit van de watervoerende pakketten zijn er weinig gegevens beschikbaar. Enerzijds zijn er weinig gegevens over de aanwezigheid van reactieve stoffen beschikbaar. Anderzijds is het niet bekend of mogelijke reactiviteit een winning beschermt of niet (omzetting van verontreinigingen kunnen weer andere bedreigende stoffen vormen). Op grond van de reactiviteit kunnen we dus geen uitspraak doen over de chemische kwetsbaarheid van de winning Heel. In bijlage III is een uitgebreide geohydrologische beschrijving van het grondwatersysteem opgenomen. 26 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

39 5. RUIMTEGEBRUIK 5.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt het ruimtegebruik beschreven dat de waterkwaliteit van de winning kan beïnvloeden. Eerst wordt een algemeen beeld gegeven van het ruimtegebruik in het stroomgebied van de Maas. Vervolgens wordt gedetailleerd het ruimtegebruik in de door Rijkswaterstaat ingestelde bufferzone langs de beschermingszone beschreven en daarna, in paragraaf 5.4, wordt het gebruik van de Maas beschreven. In paragraaf 5.5 en paragraaf 5.6 worden respectievelijk het ruimtegebruik in het grondwaterbeschermingsgebied en het waterwingebied beschreven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een overzicht van enkele belangrijke ontwikkelingen die zich afspelen in de directe omgeving van WPH en die het toekomstig ruimtegebruik bepalen Ruimtegebruik in het stroomgebied van de Maas Het stroomgebied van de Maas is gelegen in delen van Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, België en Nederland. In een dergelijk groot stroomgebied is het ruimtegebruik uiteraard divers. Het bestaat uit stedelijk gebied, landbouw en natuur Ruimtegebruik in bufferzone langs de beschermingszone In deze paragraaf wordt het ruimtegebruik in de omgeving van beschermingszone van Heel beschreven. Deze beschermingszone is ingesteld door Rijkswaterstaat en rond de beschermingszone (en het genoemde gedeelte van de Sleijebeek) wordt in dit gebiedsdossier een landzone van 100 meter aangehouden als zoekgebied voor risicovolle activiteiten (paragraaf 2.8.2) Landbouw, bebouwing en infrastructuur In deze bufferzone bevindt zich vooral landbouw met bijbehorende boerderijen en bosbouw. Daarnaast zijn er delen bebouwd met woonwijken en recreatiewoningen. Het gebied wordt doorsneden door de N280, deze weg gaat halverwege de beschermingszone via een brug over het Lateraalkanaal heen. Naast deze weg is er in het noorden van de beschermingszone een spoorbrug die over het Lateraalkanaal is gebouwd Industrie In het noorden van de beschermingszone ligt het bedrijventerrein van Haelen. Een deelgebied van dit terrein is Zeven Ellen. Het terrein Zeven Ellen bestaat uit een haven en een aantal bedrijven. De Willem-Alexander Centrale van Nuon, welke zoals door Nuon aangekondigd binnenkort gesloten zal worden, loost koelwater op de Maas. De Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg BV (OML) en Attero zijn ook gevestigd op dit bedrijventerrein. Het bedrijf Edelchemie ligt in Panheel, dit bedrijf is gesloten en de aanwezige bodem verontreiniging wordt gesaneerd zoals besproken in paragraaf 5.7. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 27

40 RWZI s De Sleijebeek stroomt langs de RWZI Panheel die het effluent en - in tijden van hoge aanvoer - het overstortwater op de beek loost. Zij mondt direct stroomafwaarts van sluis Heel uit in het Lateraalkanaal binnen de beschermingszone van Heel. Bij hoge waterstand in de Maas voert de Sleijebeek ook het water van de Thornerbeek en de Panheelderbeek af (par ). WML vermoed dat er een kortsluitstroom bestaat van deze RWZI naar het Lateraalkanaal. Stroomafwaarts van het innamepunt van Heel maar nog wel binnen de beschermingszone ligt de RWZI Roermond van WBL. Deze ligt aan de Buggenummerweg en loost het gezuiverde water op de Maasnielderbeek. Deze beek mondt uit in de Maas en dit Maaswater komt in het noordelijke deel van de beschermingszone samen met het Lateraalkanaal (afbeelding 4.2) Ruimtegebruik in de directe omgeving van de Lange Vlieter Water wordt via oeverinfiltratie gewonnen uit de Lange Vlieter. Landgebruik in de directe omgeving van deze plas bestaat uit gebouwen van WML, woningen en bosbouw. De Lange Vlieter wordt aan de westkant gescheiden van de Boschmolenplas door de Daalzichtdam. Over deze dam loopt een weg die gebruikt wordt door verkeer Gebruik van de Maas Maas en zijrivieren worden o.a gebruikt voor de koelwatervoorziening, scheepvaart, delfstoffenwinning, recreatie, energieopwekking en visserij. De Maas voert effluent af van een groot aantal zuiveringen (veelal via zijbeken), is ontvangend water voor overstorten van riolering en hemelwater in stedelijk gebied en industriële complexen. Tenslotte draineren Maas en zijrivieren het grondwater, dat in delen van het stroomgebied diffuus verontreinigd is, met name door de landbouw en in stedelijk gebied door vroegere industriële activiteiten. Hieronder zijn de vier belangrijkste vormen van gebruik in meer detail beschreven: - scheepvaart; - recreatie; - RWZI en overstorten; - industriële lozingen Scheepvaart De Maas en kanalen worden druk bevaren door beroepsscheepvaart en pleziervaart (afbeelding 5.1). In 2008 passeerden circa vrachtschepen en circa pleziervaartuigen de sluis Heel (Rijkswaterstaat, 2009). Van de beroepsvaart was circa 20 % tankvaart en overige gevaarlijke stoffen. De beroepsvaart is vrij gelijkmatig verdeeld over het jaar, de pleziervaart concentreert zich in de zomermaanden. 28 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

41 Afbeelding 5.1. Aankomstverhoudingen gedurende het jaar Bron: Willemsroute project, Universiteit Twente 2009 Het transport van gevaarlijke goederen over de Nederlandse binnenwateren is geregeld in het Reglement vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen (VBG). Het ADNR Accord Européen relatif au Transport International des Marchandises Dangereuses par voie de Navigation du Rhin is een bijlage van het VBG. Het VBG maakt onderdeel uit van de WVGS (Wet vervoer gevaarlijke stoffen, raamwet). In 2011 werd overgegaan op de ADN (Accord Européen relatif au Transport International des Marchandises Dangereuses par voie de Navigation). Hierin is een lijst transportgevaarlijke stoffen opgenomen die mogen worden vervoerd. Hiertoe behoren giftige en soms radioactieve stoffen. Indien een schip stoffen vervoert die voorkomen op de lijst gevaarlijke stoffen moet hier melding van gemaakt worden. De lading en bestemming worden geregistreerd. De scheepsbewegingen worden momenteel door middel van het IVS90-systeem gemonitord. Door het systeem is bekend waar een schip zich bevindt, hoeveel personen er aan boord zijn en wat de lading is. Bij calamiteiten kunnen hulpdiensten direct en doelgericht optreden Recreatie Water van de Maas en de aangrenzende beken en plassen wordt op verschillende plaatsen recreatief gebruikt. In de plassen langs de Maas bevinden zich diverse zwemwaterlocaties. Voor wat betreft het recreatief gebruik geldt dat slechts gevaren mag worden op een beperkt aantal oppervlaktewateren in beheer bij de waterschappen. Bij zwemmen in plassen langs de Maas hebben Rijkswaterstaat en provincie elk eigen taken. RWS kent de functie zwemwater toe, zorgt voor zwemwaterprofiel en monitoring. De provincie is verantwoordelijk voor veiligheid en gezondheid zwemmer en voor de communicatie daarover naar het publiek. De Provincie Limburg heeft deze taak gedelegeerd aan de waterschappen. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 29

42 RWZI s en overstorten In deze paragraaf worden de RWZI s en overstorten besproken die stroomopwaarts van Heel liggen. Twee RWZI s die op de beschermingszone lozen zijn in paragraaf besproken. De stedelijke gebieden van de Parkstadgemeenten in Oostelijk Zuid-Limburg voeren hun stedelijk hemelwater, riooloverstorten en effluent af via de Caumerbeek, Rode Beek en Geleenbeek en vandaar naar de Maas. Maastricht en omgeving voeren hemelwater en overstortwater af via de Jeker, de Maas en de Zuid-Willemsvaart. De stedelijke complexen van Geleen en Sittard lozen overtollig hemelwater eveneens af via de Geleenbeek en de Ur. Huidige RWZI s Op afbeelding 5.2 zijn industriële lozingen en lozingspunten van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI s) weergegeven. In afbeelding 5.3 is een schematisch overzicht gegeven van de RWZI s met lozingen op de Maas. Deze afbeelding geeft aan welke RWZI s direct op de Maas lozen en welke indirect. Uit onderzoek en monitoring uitgevoerd door de waterbeheerders en het drinkwaterbedrijf zijn veel gegevens bekend over de effecten van effluent op de Maas en haar zijrivieren. Voor Heel is met name de lozing van de RWZI te Panheel van belang. Deze vindt plaats op de Sleijebeek, welke de zuidgrens van het grondwaterbeschermingsgebied vormt en in de beschermingszone van Heel uitmondt. Daarnaast spelen ook lozingen op beken welke in de Maas uitmonden, zoals de Geleenbeek, de Geul en de Jeker een belangrijke rol. 30 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

43 Afbeelding 5.2. Industriële en RWZI-lozingen op de Maas, industriële lozingen lozen op het riool, RWZI in Nederlands deel bovenstrooms Heel Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 31

44 Grensmaas Julianakanaal Afbeelding 5.3. Overzicht van RWZI s met lozingen op de Maas uit: Geneesmiddelen in de Watercyclus in Limburg (concept KWR,2e Concept ) Lateraalkanaal Kanaal Wessem- Nederweert Uffelsebeek Inname WPH Slijbeek RWZI Panheel Panheelder-beek RWZI Kessenich Maas Meetpunt Locatie Debiet 1 5.Q.16 Susteren (Rode Beek) 2 6.Q.25 Nieuwstadt (Vloedgraaf) 3 6.Q.24 Millen (Geleenbeek) 4 6.Q.48 AG-G Totaal (Geleenbeek) 5 6.Q.23 Klepstuw AG 6 10.Q.36 Meerssen (Geul) 7 16.Q.42 Nekum (Jeker) 8 6.Q.27 Oud Roosteren RWZI Molenbeersel 8 Vloedgraaf 1 RWZI Neeroeteren RWZI Dilsen RWZI Susteren Rode beek IAZI 4 RWZI Hoensbroek RWZI Stein RWZI Heerlen RWZI Eisden Ur Geleenbeek RWZI Boorsem 6 Zuid-Willemsvaart RWZI Lanaken Stuw Borgharen RWZI Limmel Geul RWZI Wijlre 7 RWZI Simpelveld Ziepbeek RWZI Heugem Jeker Maas Eijsden RWZI Plombière Legenda Schutsluis, RWZI, IAZI, innamepunt WPH, meetpunt 32 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

45 Geplande aanpassingen Een aantal zuiveringen wordt aangepast en voorzien van een vierde zuiveringstrap. De prioritering hiervan is afgestemd op KRW-doelen. Bepaalde stoffen zoals medicijnen zijn daarin niet opgenomen. De zuiveringen die het halen van de KRW doelen voor oppervlaktewater in de weg staan worden door het Waterschapbedrijf Limburg als eerste aangepast. Overigens wordt opgemerkt dat de vierde zuiveringstrap veelal gericht is op verdere fosfaatreductie en nitraatverwijdering. De toename in zuiveringscapaciteit zal ertoe leiden dat de waterkwaliteit van de Maas verder zal verbeteren. Omdat bepaalde stoffen, onder meer voor röntgencontrastmiddelen, hormonen en geneesmiddelen, nog niet zijn opgenomen in de KRW-doelstelling geldt dit nog niet voor alle stoffen. Verwacht wordt dat polaire antropogene stoffen, waaronder bovengenoemde stoffen, meer en meer een probleem gaan vormen. De RWZI Simpelveld wordt in tegenstelling tot wat in het waterbeheerplan van Waterschap Roer en Overmaas staat niet geamoveerd. De zuivering wordt de komende jaren omgebouwd naar een MDR (Modulaire Duurzame RWZI) waarbij de effluenteisen naar de huidige maatstaven worden aangepast. De RWZI bij Heerlen wordt opgeheven en het influent wordt naar Hoensbroek gebracht. Hiervoor wordt de RWZI Hoensbroek (welke loost op de Geleenbeek) aangepast. De RW- ZI s bij Limmel, Bosscherveld en Susteren voldoen aan de huidige eisen en worden in de planperiode opnieuw geëvalueerd. Overstorten In het stroomgebied van de Maas wordt rioolwater bij hevige neerslag overgestort op het oppervlaktewater. Deze overstorten kunnen een bron van vervuiling zijn van de zijbeken van de Maas of de Maas zelf. Gemeentelijke overstorten worden nauwelijks bemonsterd op de aanwezigheid van (potentieel) relevante stoffen. Momenteel voldoen bijna alle gemeenten aan de basisinspanning, die uitgaat van een overstortfrequentie van maximaal 6 keer per jaar Industriële lozingen Door een aantal bedrijven in de gemeenten Maastricht, Sittard-Geleen, Stein en Echt- Susteren wordt afvalwater geloosd op het Julianakanaal of de Maas. Voor deze lozingen zijn door Rijkswaterstaat vergunningen verleend Ruimtegebruik in het grondwaterbeschermingsgebied van WPH In afbeelding 5.4 is het bodemgebruik binnen het grondwaterbeschermingsgebied van WPH afgebeeld. Het noordelijke deel van het grondwaterbeschermingsgebied ligt in de gemeente Leudal. Het bestaat voornamelijk uit gras- en bouwlanden. Op deze gronden worden onder meer bieten, bollen, granen en maïs geteeld. Ook liggen er een aantal boomkwekerijen, fruitkwekerijen en boomgaarden in het gebied. Het zuidelijke deel in de gemeente Maasgouw kenmerkt zich vooral door grote waterplassen, bossen en graslanden. Verder liggen de kernen Grathem, Heel en Panheel deels in het grondwaterbeschermingsgebied van de winning Heel. Naast woningen en sportvelden zijn er ook verschillende be- Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 33

46 drijven in deze kernen te vinden. In het dorp Panheel zijn vanwege de ligging nabij de A2 vooral bedrijven en fabrieken gevestigd. Afbeelding 5.4.Landgebruikskaart LGN6 34 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

47 5.6. Ruimtegebruik in het waterwingebied Het grootste deel van het waterwingebied wordt ingenomen door de plas De Lange Vlieter (zie afbeelding 5.5). Rondom de plas liggen bossen en graslanden. Daarnaast ligt er een klein aantal bouwlanden, een boomkwekerij en enkele bebouwing behorende bij de kernen Heel en Beegden. Afbeelding 5.5. Luchtfoto met waterwingebied 5.7. Toekomstige ontwikkelingen Uiteraard zijn binnen het stroomgebied van de Maas en het grondwaterbeschermingsgebied van WPH tal van ruimtelijke ontwikkelingen gaande, maar het is praktisch niet doenlijk om deze hier uitputtend te beschrijven. Voor de beschrijving van toekomstige ontwikkelingen wordt hieronder stilgestaan bij enkele belangrijke ontwikkelingen die zich afspelen in de directe omgeving van WPH. Lateraalkanaal Bij het Lateraalkanaal is een retentiebekken gerealiseerd. Dit is een gebied dat bij hoge waterstanden kan volstromen waardoor piekwaterstanden van de Maas lager worden en er minder wateroverlast ontstaat. Ter hoogte van de sluis Heel wordt hiervoor over een lengte van driehonderd meter de bestaande kade verlaagd, zodat het water bij hoge standen op de Maas het zuidelijk retentiebekken kan instromen. Om het water vervolgens in het bekken vast te houden, wordt de kade langs het Lateraalkanaal verhoogd en de weg verlegd. De oprit naar de N280 wordt gedeeltelijk verhoogd en parallel aan de N280 wordt een kade aangelegd. Voor de tunnel Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 35

48 wordt een voorziening gemaakt om deze te kunnen afsluiten bij hoogwater. In de Sleijebeek wordt een duiker aangebracht. Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg In het kader van de Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg (GOML) is een integrale visie voor de inrichting van het Maasplassengebied ontwikkeld, het Masterplan Maasplassen (Heusschen Copier, 2011). Het doel van dit plan is het optimaal en duurzaam benutten van het economisch potentieel van de Maasplassen en het in balans brengen van de verschillende functies. In tegenstelling tot Heel is in Panheel van oudsher industriële bedrijvigheid gehuisvest. Vanwege een bodemverontreiniging bij het bedrijf Edelchemie ligt er een grootschalige saneringsopgave voor het gebied Panheel-Oost die gekoppeld wordt aan een herontwikkeling. Deze herontwikkeling zal gericht moeten zijn op het terugbrengen van bestaande functie (bedrijvigheid) en het toevoegen van natuur, maar niet op het toevoegen van extra woningen aan het gebied. Grondwaterbeschermingsgebied WPH In het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), aanvulling verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering (vastgesteld d.d. 17 december 2009) is het grondwaterbeschermingsgebied Heel aangegeven als een gebied voor (zie afbeelding 5.6): - de Ecologische Hoofdstructuur (behouden, ontwikkelen en versterken); - ontwikkelingszone groen (ontwikkelen en versterken); - plattelandskern; - ruimte voor veerkrachtige watersystemen; - vitaal landelijk gebied; - dynamisch landbouwgebied (ontwikkelen en concentreren). Binnen de gemeente Leudal spelen een aantal projecten: Brede maatschappelijke voorziening Grathem en Uitbreidingsplan Grathem. Het eerste project omvat de sloop van de Nassaurie, de gymzaal en de voormalige kleuterschool en de bouw van een school, sportzaal, gemeenschapshuis, peuterspeelzaal, bibliotheek en Buitenschoolse Opvang. Deze werkzaamheden zijn inmiddels afgerond. Het Uitbreidingsplan Grathem voorziet in een nieuwbouwwijk in het zuidwesten van Grathem (website gemeente Leudal). In het Reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg zijn in de POL-zoekgebieden aangewezen voor landbouwontwikkelingsgebieden, voor 'projectvestiging en/of incidentele nieuwvestiging van intensieve veehouderij'. Dit zijn 'zoekgebieden' als bedoeld in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg In andere woorden 'Nader uit te werken vestigingsgebieden voor intensieve veehouderijen', die overigens niet groter kunnen worden maar wel kleiner. Een van die zoekgebieden is aangewezen binnen het grondwaterbeschermingsgebied aan de Grathemerweg. Tevens liggen er twee projecten in het grondwaterbeschermingsgebied van de gemeente Maasgouw: Centrumplan Heel en Reutsdael Heel. Het doel van het centrumplan is om vrijkomende bebouwing te vervangen door woningbouw. Voor de locaties Rector Driessenstraat oost, Catualiumplein en Basisschool de Sleye is een woningbouwprogramma opgesteld. De vrijkomende grond van sportpark Reutsdael ligt aan de noordzijde van de kern Heel. In het kader van een verkavelingsplan worden hier 21 woningen gerealiseerd (website gemeente Maasgouw). De structuurvisie Maasgouw 2030 is onlangs afgerond (Structuurvisie Maasgouw, 2012). Deze is in paragraaf 2.9 al in het kort besproken. De structuurvisie bevat naast de boven- 36 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

49 staande twee plannen in de gemeente Maasgouw nog andere plannen in zowel het landelijk gebied als in de dorpskernen, bijvoorbeeld de opwaardering van de Heelderpeel en ontwikkelingen aan de Boschmolenplas, de uitbreiding van het bedrijventerrein in Panheel en een aantal kleine woningbouwplannen in Heel en Beegden. We merken op dat de genoemde ruimtelijke ontwikkelingen een momentopname zijn. Op de website kunnen de meest actuele plannen worden geraadpleegd. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 37

50 Afbeelding 5.6. Provinciaal Omgevingsplan Limburg 38 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

51 6. MONITORING EN TOETSING KWALITEIT OPPERVLAKTEWATER EN GRONDWATER 6.1. Inleiding Om de kwaliteit van het drinkwater te bewaken wordt de kwaliteit van het water bij het innamepunt gemonitord en getoetst. Het water wordt door verschillende partijen getoetst aan verschillende toetsingscriteria. Rijkswaterstaat toetst aan het Bkmw 2009 (par. 2.3) en WML toetst onder andere aan de Drinkwaterregeling (2.4). Verschillen tussen deze twee toetsingscriteria zijn in paragraaf 2.5 beschreven. Ook het grondwater wordt getoetst, deze toetsing is beschreven in het rapport getiteld Karakterisering ruwwaterkwaliteit Limburgse drinkwaterwinningen (Provincie Limburg, 2013). In dit hoofdstuk worden eerst de afspraken voor monitoring beschreven. Daarna worden de toetsingskaders beschreven en het hoofdstuk wordt afgesloten met de toetsing van het Maaswater aan de beschreven toetsingskaders Monitoring kwaliteit oppervlaktewater Samenwerking monitoring Rijkswaterstaat, RIWA en WML Rijkswaterstaat en RIWA (namens WML) werken samen in de monitoring van de oppervlaktewaterkwaliteit. Deze samenwerking verloopt als volgt: - Rijkswaterstaat monitort de oppervlaktewaterkwaliteit van de Maas bij Eijsden; - RIWA krijgt de gegevens van de wekelijkse metingen bij Eijsden; - Rijkswaterstaat krijgt van RIWA de gegevens van 4-wekelijkse metingen op de drinkwaterinnamepunten; - elk kwartaal vindt levering plaats van ongevalideerde en jaarlijks van gevalideerde gegevens; - van het in te nemen Maaswater bij WPHeel worden door WML hoogfrequent monsters genomen die vervolgens door Rijkswaterstaat in Eijsden worden geanalyseerd Samenwerking monitoring WML en Chemelot Er bestaat een convenant tussen WML en Chemelot over de aanlevering van monitoringsgegevens van het door de IAZI (afvalwaterzuivering van Chemelot) geloosde effluent Monitoring door WML Met betrekking tot het Maaswater voor winning Heel onderscheidt WML monitoring ten behoeve van: - trendanalyse (4, 13 en 26x per jaar); - wettelijke verplichting (4 tot 13x per jaar); - alarmering (fysisch/chemisch: hoogfrequent); - alarmering met behulp van biomonitoring (continue). Naast de waterkwaliteit bij het innamepunt monitort WML ook de waterkwaliteit in de Boschmolenplas omdat deze als back-upvoorziening dient Voor de drinkwater bereiding relevante stoffen en potentieel relevante stoffen in oppervlaktewater In opdracht van RIWA Maas is onderzoek verricht naar de identificatie van stoffen die voor de bereiding van drinkwater uit Maaswater als relevant of potentieel relevant dienen te Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 39

52 worden beschouwd. De definitie van deze stoffen, die voor de drinkwatervoorziening relevante stoffen worden genoemd, sluit aan bij de terminologie die door de Internationale Commissie voor bescherming van de Rijn wordt gebruikt. Relevante stoffen zijn: - de stof is moeilijk te verwijderen met eenvoudige zuiveringsmethoden, zoals fysieke zuivering (coagulatie, beluchting, snelfiltratie) en desinfectie door chloor, UV of ozon; - de stof is tenminste gemeten in 2 RIWA meetstations of innamestations gedurende tenminste 3 jaar en; - de stof overschrijdt de DMR-streefwaarde of voldoet niet aan de eisen van bijlage 5 van de Drinkwaterregeling 2011 in tenminste 2 RIWA meetstations of innamestations én - de stof overschrijdt de norm die het waterleidingbedrijf hanteert. Stoffen zijn potentieel relevant als: - het aantal metingen te laag is om aan alle bovengenoemde criteria te voldoen, maar de stof is in de Maas aanwezig boven de drempelwaarde en; - de stof voldoet niet aan alle bovengenoemde criteria, maar verwacht wordt dat de concentratie hiervan de komende tijd zal toenemen, bijvoorbeeld als gevolg van wijziging in bestrijdingsmiddelengebruik en; - de stof ongewenste eigenschappen voor de drinkwaterproductie heeft en op basis van onderzoek verwacht wordt te zullen voorkomen. Uitgaande van de bovenstaande definities 5.1 komt RIWA tot een lijst met (potentieel) drinkwaterrelevante stoffen (bijlage IV). Deze geactualiseerde lijst van (potentieel) drinkwaterrelevante stoffen zal met ingang van 2013 door nagenoeg alle RIWA lidbedrijven gemeten gaan worden (Fischer et.al, 2011). In bijlage IV wordt in detail op deze stoffen ingegaan Monitoring kwaliteit grondwater Met betrekking tot monitoring van het grondwater wordt onderscheid gemaakt in: - monitoring gebaseerd op een wettelijk kader (individuele pompputten en het gezamenlijke ruwwater); - monitoring gebaseerd op een bedrijfsspecifieke situatie en informatiebehoefte (individuele pompputten, gezamenlijk ruwwater en waarnemingsputten). Aan bedrijfsspecifieke informatiebehoefte kan voor de situatie in WPH gedacht worden aan de herkomst, bewaking en ontwikkeling van ondermeer: - DMS in de pompputten en het gezamenlijk ruwwater als gevolg van verontreiniging in de Boschmolenplas; - verontreinigingspluim Edelchemie - geneesmiddelen in de grondstof van WPH; - gewasbeschermingsmiddelen in de grondstof voor WPH Toetsingskaders voor oppervlaktewaterkwaliteit Toetsing Rijkswaterstaat aan Bkmw 2009-normen Het toetsingskader voor de oppervlaktewaterwinning dat zich richt op de waterbeheerder, in dit geval Rijkswaterstaat, is in tabel 6.1 opgenomen. 40 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

53 Tabel 6.1. Toetsingscriteria oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie Eisen die zich richten tot de overheid (waterbeheerder) Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 (Bkmw 2009) (zie paragraaf 2.3): - richtwaarden, geldend voor innamepunten (bijlage III, tabel 1); - streefwaarden, geldend voor oppervlaktewaterlichamen (bijlage III, tabel 2) De wijze waarop getoetst wordt aan de normen van Bkmw 2009 is vastgelegd in het KRWdocument Richtlijn monitoring en protocol toetsen en beoordelen (voor document, zie Volgens dit protocol vindt toetsing plaats op basis van een meetreeks van (maximaal) drie aaneengesloten jaren Toetsing drinkwaterbedrijf aan Drinkwaterregeling Het water dat voor drinkwaterproductie wordt gebruikt en dat door Waterproductiebedrijf Heel (WPH) rechtstreeks wordt onttrokken uit de Maas moet voldoen aan bijlage 5 van de Drinkwaterregeling 2011 (zie paragraaf 2.4). De toetsingscriteria die zich richten tot het waterwinbedrijf zijn in tabel 6.2 opgenomen. De resultaten van elke individuele meting worden door WML afzonderlijk aan de kwaliteitseisen getoetst. Tabel 6.2. Toetsingscriteria bestemd voor drinkwaterproductie Eisen die zich richten tot het waterwinbedrijf Drinkwaterregeling (2011) en Drinkwaterbesluit (2011): - kwaliteitseisen gesteld aan de bron (bijlage 5 Drinkwaterregeling); - indicatoren signaleringsparameters bedoeld ter signalering, bij overschrijding (1 µg/l) nader onderzoek nodig (tabel IIIc van het Drinkwaterbesluit, tevens opgenomen in bijlage 5 Drinkwaterregeling) - toetsingswaarde bijlage 1 van het Infiltratiebesluit (IB), deze eis is vastgelegd in de vergunning Toetsing aan DMR-memorandum 2008 De drinkwatersector heeft als wens dat het Donau-, Maas- en Rijn-Memorandum (2008) ofwel de DMR-Streefwaarden als toetsingscriteria worden gehanteerd omdat volgens de drinkwatersector de in 2000 van kracht geworden Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) de voor de bescherming van de drinkwatervoorziening vereiste maatregelen onvoldoende in beeld brengt. In artikel 7 van de KRW wordt verbetering van de waterkwaliteit uitdrukkelijk gekoppeld aan de doelstelling om het niveau van zuivering te verlagen dat voor de productie van drinkwater is vereist. Echter de bindende waterkwaliteitsdoelstellingen werden zodanig afgezwakt dat ze niet langer aan hun doel beantwoorden en ongeschikt zijn om de inmiddels ongeldige oude rechtsnormen te vervangen (IWAR, 2008). Hierdoor zien ondermeer de IAWD (Donau), IAWR (Rijn) en RIWA-Maas zich genoodzaakt waterkwaliteitsdoelstellingen te formuleren die een onontbeerlijk fundament voor de bescherming van de wateren en een duurzame drinkwatervoorziening zijn. Deze waterkwaliteitsdoelstellingen zijn vertaald naar de zogenaamde Donau-Maas-Rijn-streefwaarden (DMR-streefwaarden). Als oppervlaktewater voldoet aan deze streefwaarden dan kan in principe met behulp van eenvoudige zuiveringstechnieken, zoals ook de KRW in artikel 7 stelt, drinkwater worden geproduceerd (IWAR, 2008). Het DMR-memorandum heeft echter geen wettelijke status (RIWA, 2010). De DMRstreefwaarden kunnen wel worden gebruikt om te signaleren of er voor het waterwinbedrijf aanleiding is om nieuwe stoffen te agenderen voor maatregelen, waaronder eventueel normstelling (IWAR, 2008). Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 41

54 6.5. Toetsingskader grondwaterkwaliteit Toetsing provincie: grondwatertoestandsbepaling en karakterisering Het toetsingskader voor de toestandbepaling van de grondwaterwinning, dat zich richt op de waterbeheerder, in dit geval de provincie, is opgenomen in onderstaande tabel. Tabel 6.3. Toetsingscriteria karakterisering grondwater bestemd voor drinkwaterproductie eisen die zich richten tot de Individuele pompputten toetsen aan de normen uit het Drinkwaterbesluit * overheid (waterbeheerder) * Alle beschikbare analyseresultaten per pompput voor de relevante periode zijn getoetst aan 75% van de drinkwaternorm. Niet voor alle stoffen is een drinkwaternorm beschikbaar, reden hiervoor kan zijn dat de betreffende stof niet relevant is voor de volksgezondheid (kalium, barium of hardheid) of dat het een stof betreft die niet van nature in het grondwater voorkomt en er dus per definitie niet in mag voorkomen. Microbiologische parameters zijn niet meegenomen in deze analyse omdat deze voor de KRW-beoordeling niet relevant zijn. De wijze waarop getoetst is, is vastgelegd in Karakterisering ruwwaterkwaliteit Limburgse drinkwaterwinningen (Maastricht, 10 april 2013). Hierbij is getoetst op basis van beschikbare meetgegevens van de individuele pompputten. Toetsing vindt plaats op basis van RE- WAB-gegevens, dat zijn de gegevens van het gemengde ruwwater per individueel pompstation Toetsing oppervlaktewater Resultaten toetsing aan Bkmw 2009-normen In 2012 heeft Rijkswaterstaat een indicatieve toetsing aan de streef- en richtwaarden van het Bkmw 2009 laten uitvoeren door Royal Haskoning. Voor de toetsing zijn de gegevens gebruikt zoals beschikbaar in de database van Rijkswaterstaat. Er is getoetst over een driejarige periode ( ). In tabel 6.4 zijn stoffen en stofgroepen met overschrijding van de Bkmw-streefwaarde of Bkmw-richtwaarde op het meetpunt Heel weergegeven. In de tabel is voor de betreffende parameters een vergelijking gemaakt met het meetpunt Eijsden (Royal Haskoning, 2012). Tabel 6.4. Stoffen en stofgroepen met overschrijding van de Bkmw-streefwaarde of Bkmw-richtwaarde parameter Heel Eijsden >streefwaarde >richtwaarde >streefwaarde >richtwaarde Ammonium Overschrijding Overschrijding Mangaan Overschrijding Overschrijding Diuron Overschrijding Overschrijding Glyfosaat* Overschrijding Overschrijding Overschrijding Overschrijding Bacteriën van de coligroep (totaal)* Thermotolerante bacteriën van de coligroep* Overschrijding Overschrijding Overschrijding Overschrijding Overschrijding Overschrijding Overschrijding Overschrijding Faecale streptococcen* Overschrijding Overschrijding Overschrijding Overschrijding * Voor de tabel is gebruik gemaakt van een rapport van Royal Haskoning (2012) en gegevens van WML. Het rapport van Haskoning is gebaseerd op de meetgegevens die in de database van Rijkswaterstaat staan. Van de periode zijn van de parameters gemarkeerd met een * geen meetgegevens in Heel opgenomen. Uit toetsing van 42 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

55 WML van meetgegevens uit 2012 blijkt dat glyofosaat en de bacteriële parameters de richt- en streefwaarde van het Bkmw op het meetpunt Heel wel overschrijden. Ze zijn daarom wel in deze tabel opgenomen. Zoals hierboven beschreven gelden de richtwaarden voor het innamepunt en gelden de streefwaarden voor het hele oppervlaktewaterlichaam. Streefwaarden zijn strenger dan richtwaarden, voor de waterbeheerder geldt een inspanningsverplichting om de streefwaarden te halen Resultaten toetsing aan Drinkwaterregeling 2011 (bijlage 5) WML heeft de gemeten waterkwaliteit, voor het jaar 2012, bij Heel getoetst aan de kwaliteitseisen van de Drinkwaterregeling 2011 (bijlage 5). De overschrijdingen van de kwaliteitseisen zijn opgenomen in tabel 6.5. Tabel 6.5. Toetsing van de gemeten concentraties (2012) aan kwaliteitseisen drinkwaterregeling (bijlage 5) en aan DMR-streefwaarde gemeten in 2012 unit min gem max Stof Fosfaat mg/l 0,3, 0,7 1,2 Gemeesmiddelen Metformine µg/l 0,26** 0,92** 2,8* Salicylzuur µg/l 0,13** 0,13** 0,13** Iopromide µg/l 0,086 0,21** 0,37** Gemfibrozil µg/l 0,011 0,045 0,18** Caffeine µg/l 0,05 0,2** 0,55** Bestrijdingsmiddelen Glyfosaat µg/l 0,03 0,11* 0,28* AMPA µg/l 0,2* 1,06* 1,93* Di-isopropylether (DIPE) µg/l 0,27* 0,71* 1,2* Complexvormers EDTA µg/l 6* 6* 6* Som Complexvormers µg/l 11* 11* 11* Microbiologische parameters Bacterien van de coligroep E-coli < overige antropogene stoffen 1H-Benzotriazool µg/l 0,12** 0,13** 0,13** 4-Methyl-1Hbenzotriazool µg/l 0,17** 0,19** 0,2** Som PAK's (EPA) µg/l 0,067 0,091 0,14** Triglyme µg/l 0,1** 0,2** 0,27** Diglyme µg/l 0,05** 0,1** 0,32** Tetraglyme µg/l 0,05 3,8* 13* 1,2-Dichloorethaan µg/l 0,06 1,03* 2* * De concentratie overschrijdt de norm in de Drinkwaterregeling en de DMR streefwaarde (rood). ** De concentratie overschrijdt de DMR-streefwaarde (geel). Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 43

56 Uit deze toetsing concludeert WML dat de normen voor de bereiding van drinkwater uit oppervlaktewater (Drinkwaterregeling 2011) regelmatig of structureel door een aantal parameters worden overschreden zoals weergegevens in tabel 6.5. In tabel 6.5 zijn de metingen van 2012 getoetst aan de DMR-streefwaarden. RIWA heeft de gemeten waarden voor de periode 2007 t/m 2011 getoetst aan de DMR streefwaarden over deze toetsing is gerapporteerd in het waterkwaliteitsverslag 2011 (RIWA, 2012, blz /Waterkwaliteitsverslag_2011.pdf) Toetsing van gemeten waterkwaliteit aan het Infiltratiebesluit (IB) WML heeft de oppervlaktewaterkwaliteit bij het innamewerk WPH ( ) getoetst aan het Infiltratiebesluit. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de concentraties in het Maaswater het infiltratiebesluit overschreden voor diuron en zwevende stof Resultaten toetsing toestandbepaling en karakterisering grondwater Uit de karakterisering, die in 2013 is uitgevoerd door de provincie in samenwerking met WML, komen de volgende stoffen naar voren met een overschrijding van 75 % van de norm PP 1 t/m PP 48): - ammonium: van nature aanwezig. Verdwijnt bij beluchting en vormt derhalve geen probleem bij de drinkwatervoorziening. Er is geen sprake van een verhoogde concentratie door menselijk ingrijpen. - methaan: van nature aanwezig, gevolg van afbraak van organisch materiaal, niet relevant voor deze analyse. - mangaan: van nature aanwezig in de bodem. Het is onvermijdelijk dat het opgepompte grondwater mangaan bevat. De verwijdering van mangaan (en ijzer) valt binnen het KRW-streven naar een eenvoudige zuivering. Er is geen sprake van een stijgende trend door menselijke beïnvloeding. - cis-1,2-dichlooretheen (oplosmiddel) al langere tijd in 4 putten. Deze putten liggen dicht bij het terrein van Edelchemie. Mogelijk is de stof afkomstig van de bodem- en grondwaterverontreiniging ter plaatse van het terrein van Edelchemie. De volgende stoffen zijn incidenteel aangetroffen: - dimethylbenzeen (oplosmiddel): PP 6 en 10 eenmalig in 2010; - ethenylbenzeen (kunststof): PP 16 eenmalig in 2010; - ethylbenzeen (kunststof): PP 6 en 10 eenmalig in 2010; - methylbenzeen (tolueen oplosmiddel): PP10 en 20 in 2010, daarvoor enkele (4) malen in jaren 90. Het aantreffen van deze stoffen heeft waarschijnlijk te maken met onderhoudswerkzaamheden aan putten Stoffen waarvan de concentraties in oppervlaktewater de toetsingswaarden overschrijden Tabel 6.6 geeft een samenvatting van welke stoffen de geldende toetsingskaders overschrijden. Uit dit overzicht kan worden opgemaakt dat vooral bestrijdingsmiddelen een probleem vormen voor de huidige waterkwaliteit. Daarnaast vormen ook andere stoffen afkomstig uit binnen en buitenland een probleem. Dit zijn stoffen als, fosfaat, microbiologische parameters, geneesmiddelen en industriële en 44 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

57 huishoudelijke verontreinigingen. Op de microbiologische parameters na overschrijden deze echter niet de Bkmw Tabel 6.6. Samenvatting van stoffen die verschillende normen overschrijden toetsingsnorm infiltratiebesluit Bkmwstreefwaarde Bkmwrichtwaarde drinkwaterregeling DMRstreefwaarde Stof Ammonium overschrijding geen overschrijding geen data geen data geen data Mangaan overschrijding geen overschrijdinding geen overschrij- geen norm geen norm Fosfaat geen overschrijdindinding geen overschrij- overschrijding geen overschrij- overschrijding Zwevende stof geen overschrijding geen overschrijding geen norm overschrijding geen norm Microbiologische parameters Bacteriën van overschrijding overschrijding overschrijding geen norm overschrijding de coligroep (totaal)* Thermotolerante overschrijding overschrijding geen data geen data geen data bacteriën van de coligroep* Faecale streptococcen* overschrijding overschrijding geen data geen data geen data Bestrijdingsmiddelen Glyfosaat overschrijding overschrijding overschrijding geen norm overschrijding Diuron overschrijding overschrijding geen overschrijding overschrijding geen overschrijding AMPA geen norm geen norm overschrijding geen norm overschrijding Diisopropylether (DIPE) geen overschrijding geen overschrijding overschrijding geen overschrijding overschrijding Geneesmiddelen metformine geen norm geen norm overschrijding geen norm overschrijding Salicylzuur geen norm geen norm geen overschrijding geen norm overschrijding Iopromide geen norm geen norm geen overschrijding geen norm overschrijding Gemfibrozil geen norm geen norm geen overschrijding geen norm overschrijding Caffeine geen norm geen norm geen overschrijding geen norm overschrijding Industriële en huishoudelijke verontreinigingen VOCl s en PAK s Som Complexvormers geen norm geen norm overschrijding geen norm overschrijding EDTA geen norm geen norm overschrijding geen norm overschrijding 1H- geen norm geen norm geen overschrijding geen norm overschrijding Benzotriazool 4-Methyl-1Hbenzotriazool geen norm geen norm geen overschrijding geen norm overschrijding Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 45

58 toetsingsnorm infiltratiebesluit Bkmwstreefwaarde Bkmwrichtwaarde drinkwaterregeling DMRstreefwaarde Som PAK's (EPA) geen overschrijding geen overschrijding geen overschrijding Triglyme geen norm geen norm geen overschrijding geen norm geen norm geen norm overschrijding overschrijding overschrijding Tetraglyme geen norm geen norm overschrijding geen norm overschrijding Diglyme geen norm geen norm geen overschrijding 1,2- Dichloorethaan geen norm geen norm overschrijding geen norm overschrijding 6.9. Toetsing waterkwaliteit in Boschmolenplas Naast de bovengenoemde stoffen wordt DMS aangetroffen in de Boschmolenplas, welke de secundaire inname voor WPH vormt (back-upvoorziening). DMS is een metaboliet van tolylfluoride en wordt gebruikt in de houtverduurzaming en in bestrijdingsmiddelen. DMS komt uit de beoordelingsmethodiek in dit dossier niet als drinkwaterrelevante stof naar voren omdat voor de toetsing alleen het Maaswater wordt gebruikt en DMS alleen in de Boschmolenplas wordt aangetroffen. 46 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

59 7. BEDREIGINGEN VOOR DE GRONDSTOF 7.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven welke risico s en bedreigingen er zijn voor het productieproces van Waterproductiebedrijf Heel. In het kader en in functie van dit gebiedsdossier wordt daarbij ingezoomd op de bedreigingen die er zijn voor de grondstoffen van de drinkwaterproductie: het oppervlaktewater en het grondwater. De bedreigingen zijn activiteiten en/of handelingen: - die de kwaliteit van het Maaswater dusdanig (kunnen) beïnvloeden dat de inname vanuit het Lateraalkanaal gestaakt moet worden; - die plaatsvinden rondom de voormalige grindwinplassen en die de kwaliteit van het in deze plassen aanwezige oppervlaktewater dusdanig (kunnen) beïnvloeden dat de inname voor de drinkwaterproductie gestaakt moet worden; - binnen het grondwaterbeschermingsgebied, die de kwaliteit van het grondwater dusdanig (kunnen) beïnvloeden dat het productieproces in gevaar komt. Activiteiten in België en Frankrijk hebben een grote invloed op de waterkwaliteit. Het risico dat dit vormt voor de drinkwaterproductie is in paragraaf 7.2 beschreven. Er worden een aantal stoffen in het Maaswater aangetroffen die structureel de geldende toetsingsnormen overschrijden (tabel 6.6). De dreiging die deze stoffen voor de grondstof vormen en de herkomst van deze stoffen worden in paragraaf 7.3 van dit hoofdstuk beschreven. Naast deze structurele overschrijdingen bestaan er bedreigingen voor de grondstof met een incidenteel karakter. Incidenten en calamiteiten kunnen bijvoorbeeld de waterkwaliteit van de Maas dermate beïnvloeden dat het water niet langer geschikt is voor de drinkwaterproductie. Deze risico s komen in paragraaf 7.4 aan bod. In paragraaf 7.5 worden de activiteiten in het grondwaterbeschermingsgebied beschreven die een bedreiging vormen voor de grondwaterkwaliteit. In paragraaf 7.6 wordt het potentiële effect van de landbouw op de grondwaterkwaliteit beschreven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 7.7. In dit hoofdstuk worden bedreigingen voor de grondstof beschreven die kunnen ontstaan door toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in het grondwaterbeschermingsgebied of langs de Maas Buitenlandse invloed op de waterkwaliteit Een groot deel van de in tabel 6.6 genoemde drinkwaterrelevante stoffen is afkomstig uit België en Frankrijk. Dit wordt gezien als een structurele bedreiging van de waterkwaliteit van de Maas. In de Karakterisering van het Nederlands Maasstroomgebied werd aangetoond dat het gaat om circa 80 % van de concentraties van de drinkwaterrelevante stoffen. Afbeelding 7.1 geeft een indruk van de bijdragen van de binnen- en buitenlandse aanvoer van acht stoffen in het Nederlands Maasstroomgebied. De buitenlandse vrachten zijn een optelsom van de vrachten die via de Maas bij Eijsden en de overige grensoverschrijdende wateren ons land binnenstromen. De binnenlandse belasting is de som van de belasting door RWZI s, industrie en diffuse bronnen. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 47

60 Afbeelding 7.1. Bijdrage buitenlandse aanvoer stoffen Nederlands Maasstroomgebied (Karakterisering Maasstroomgebied) RWZI s in België en Frankrijk Uit onderzoek is bekend dat via de Jeker een grote vracht bestrijdingsmiddelen de Maas belast. Deze belasting is terug te herleiden naar één RWZI en één beek in Vlaanderen. Deze lozing is periodiek zo hoog dat de Maas, op deze momenten, ongeschikt wordt als bron voor de drinkwatervoorziening (o.a. KIWA (2007) en Versteegh et al. (2007), WML (2010), RIWA (2010)). In het kader van de KRW hebben België en Frankrijk programma s om de zuiveringscapaciteit op orde te krijgen. In Vlaanderen worden de komende jaren diverse projecten in de deelstroomgebieden van de Jeker, de Voer, de Berwijn en de Geul uitgevoerd, zoals oplevering RWZI Moelingen (Voerstreek), start bouw RWZI Teuven en voorbereiding bouw RWZI Voeren en de aanleg van grootschalige rioolwatertransportsystemen. Voor de stand van zaken m.b.t. deze werken wordt verwezen naar In Wallonië vindt de sanering van de rioolwaterlozingen op de Waalse beken plaats conform het Saneringsplan voor de Beneden-Maas (PASH: Plan d'assainissement par Sousbassin Hydrographique, sous-bassin de la Meuse Aval, 2006; les Pash). In Luik en omgeving zijn de laatste jaren enkele zeer grote RWZI s gebouwd. De komende jaren wordt geïnvesteerd in het bouwen van kleinere zuiveringen, het opheffen van ongezuiverde lozingen en het verbeteren/aanleggen van transportsystemen. Ook ongezuiverde industriële lozingen worden de komende jaren gesaneerd Structurele overschrijdingen van toetsingsnormen Een aantal stoffen overschrijdt structureel de toetsingsnorm, een overzicht van deze stoffen is weergegeven in tabel 6.6. Hieronder wordt ingegaan op deze stoffen Bestrijdingsmiddelen In 2006 is door RIWA onderzoek uitgevoerd naar risicovolle lozingen in het Maasstroomgebied. Hierbij is het effluent onderzocht van (onder andere) de RWZI s Bosscherveld en Limmel in Maastricht (project geneesmiddelen en hormonen in de watercyclus in Limburg). Uit het onderzoek komt naar voren dat in de RWZI-effluenten bestrijdingsmiddelen worden 48 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

61 teruggevonden, ook van middelen die al verboden zijn. Gebruik van deze stoffen voor onkruidbestrijding op verhardingen lijkt een belangrijke oorzaak te zijn. Diuron is een van de bestrijdingsmiddelen die kan worden gebruikt op verharding en inmiddels verboden is. Diuron Toetsing geeft aan dat diuron een bedreiging vormt voor de oppervlaktewaterkwaliteit. Diuron is een fotosyntheseremmend onkruidbestrijdingsmiddel dat voornamelijk op verharde oppervlakken wordt toegepast voor het bestrijden van kruiden, gras en mos. Het is ook bruikbaar in de landbouw. Diuron is in Nederland (sinds 1999) en Duitsland verboden. Ook in België werden in 2002 alle erkenningen voor diuronbevattende producten ingetrokken (op een klein aantal na met een gering gehalte aan diuron). Diuron komt nog steeds in het Maaswater voor omdat het in Frankrijk en voor klein aantal producten in België nog steeds toegelaten is. De stof is wel opgenomen in de EU-lijst van toegelaten gewasbeschermingsmiddelen per 1 oktober 2008 voor een periode van 10 jaar. Het kan in andere EU landen daarom wel worden toegepast. Een groot gedeelte van de totale diuronvracht is afkomstig uit beken in België: Jeker, Thornerbeek, Voer en Geul, waarbij vooral de Jeker een zeer groot gedeelte voor haar rekening neemt. De hoge vrachten in de Belgische beken zijn niet te wijten aan hoge debieten (samen minder dan 20 % van het totaal), maar aan hoge diurongehalten. De bijdragen van Duitse en Nederlandse beken aan de totale diuronvracht zijn sinds het midden van de jaren 1990 duidelijk afgenomen. De waarden lijken echter niet richting nul te gaan. In de Nederlandse beken lijkt de verbetering sinds 2000 te stagneren. Een deel van het Nederlandse diuron wordt geloosd via RWZI s, waarvan het effluent regelmatig MTR-overschrijdende gehalten bevat. Glyfosaat Tabel 6.6 geeft aan dat glyfosaat een bedreiging vormt voor de waterkwaliteit. Glyfosaat wordt door gemeenten, bedrijven en particulieren gebruikt als middel om onkruid te verdelgen op verhard oppervlak. Het is een totaalherbicide die zeer ruim toegepast wordt. Het wordt onder andere verkocht onder de naam Roundup. Het stroomgebiedsbeheerplan beschrijft dat van de stoffen in de top-negen glyfosaat met afbraakproduct AMPA het grootste knelpunt vormt. AMPA Bij Heel wordt voor AMPA de kwaliteitseis van de Drinkwaterregeling overschreden en wordt de DMR-streefwaarde overschreden. AMPA (aminomethylfosfonylzuur) is een metaboliet van glyfosaat. Het is een humaan toxicologisch niet-relevante metaboliet. Andere bestrijdingsmiddelen en metabolieten Ook andere bestrijdingsmiddelen zoals Di-isopropylether (DIPE) overschrijden de kwaliteitseis van de Drinkwaterregeling en de DMR-streefwaarde. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 49

62 Fosfaat en ammonium Fosfaat en ammonium komen volgens de toetsing beide in te hoge concentraties in het Maaswater voor (tabel 6.6). WML gaat ervan uit dat fosfaat afkomstig is van huishoudelijk afvalwater dat geloosd wordt via rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI s) en riooloverstorten. DHV (2012) beschrijft dat ook (kunstmest)industrie en het gebruik van kunstmest en dierlijke mest in de landbouw een bron van fosfaat en ammonium is. Fosfaat heeft geen direct schadelijke gevolgen voor de mens, maar het overschot aan fosfaat vormt wel een ernstig probleem voor de waterkwaliteit en natuurontwikkeling (DHV, 2012). Ook bij de Waterwinning Brabantse Biesbosch worden te hoge concentraties ammonium aangetroffen. Tijdens het verblijf van het Maaswater in de spaarbekkens van de Biesbosch winning vindt een reductie van de concentratie van ammonium plaats met meer dan 60 %. De gemeten concentratie ammonium vormt geen bedreiging voor de productie van drinkwater (DHV, 2012). WML heeft aangegeven dat ook voor de winning Heel geldt dat ammonium in het bekken De Lange Vlieter sterk wordt gereduceerd door de aanwezige algen. De aanwezige concentratie vormt hierdoor geen probleem voor de winning Geneesmiddelen In het in 2006 door RIWA uitgevoerde onderzoek naar risicovolle lozingen zijn er verschillende geneesmiddelen aangetroffen in de effluenten. Toetsing aan de DMR-streefwaarden geeft aan dat geneesmiddelen in het oppervlaktewater voorkomen en dat deze de DMR-streefwaarden overschrijden (tabel 6.6). Deze zijn voornamelijk afkomstig van RWZI s en hiermee vormt effluent van RWZI s in toenemende mate een bedreiging van de drinkwatervoorziening. Een overschrijding van de DMR-streefwaarde betekent dat eenvoudige zuivering niet volstaat om drinkwater uit oppervlaktewater te produceren, een doelstelling waar in het kader van de verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit wel naar wordt gestreefd (DHV, 2013). Belangrijke landelijke informatie over geneesmiddelenemissie vanuit zorginstellingen is verkregen in het STOWA ZORG-project (Zoeken naar Oplossingen voor Reductie van Geneesmiddelen uit zorginstellingen). In dit project is onderzoek gedaan naar de aard en de omvang van de emissies van geneesmiddelen vanuit zorginstellingen. ZORG was een samenwerkingsproject van STOWA en acht waterschappen. Hieronder volgt puntsgewijs een aantal belangrijke conclusies uit het eindrapport van het project: - er zijn veel kengetallen verzameld over de emissies van geneesmiddelen uit zorginstellingen, woonwijken, het in- en effluent van RWZI s; - emissie van deze middelen komt voor het overgrote deel uit woonwijken, gevolgd door ziekenhuizen en zorginstellingen; - het zuiveringsrendement bij de RWZI s varieert sterk per geneesmiddelengroep; sommige geneesmiddelen worden voor een groot deel door de zuivering verwijderd, andere geneesmiddelen passeren de zuivering vrijwel ongehinderd. In het Zorgproject is de aanbeveling gedaan om in internationaal én nationaal verband meer aandacht te besteden aan de geneesmiddelen die op dit moment analytisch chemisch moeilijk kunnen worden bepaald, maar die wel als relevant naar voren komen op 50 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

63 basis van innamegegevens. Verder wordt speciale aandacht gevraagd voor röntgencontrastmiddelen die door ziekenhuizen worden uitgescheiden. De vrachten hiervan in effluent van zuiveringen zijn hoog. KWR (2013) heeft een onderzoek gedaan naar Geneesmiddelen in de watercyclus in Limburg (KWR ). Dit rapport beschrijft de eerste fase van het Project Geneesmiddelen in de Watercyclus in Limburg. De doelstelling van het onderhavige onderzoek is inzicht krijgen in het voorkomen en de herkomst van geneesmiddelen in het watersysteem van Zuid-Limburg en het evalueren van de ernst van de aangetroffen concentraties voor de drinkwaterbereiding en het leven in het onderzochte oppervlaktewater. Gebleken is dat de bijdrage vanuit België bij langjarig gemiddelde waterafvoer ongeveer 85 % van de concentraties bij Heel bepaalt. Bij zeer hoge afvoer en zeer lage afvoer is de bijdrage uit Nederland, met respectievelijk 52 % en 32 %, echter groter. Het aandeel bij hoge afvoer is minder relevant omdat de concentraties door verdunning dan zeer laag zijn. Zeer relevant zijn echter de situaties met zeer lage afvoer (minder dan 20 m 3 /s) die tot wel zes maanden kunnen duren. De totale concentratie van de onderzochte geneesmiddelen en afbraakproducten in de Maas, de Limburgse beken en het Lateraalkanaal varieert van enkele tot enkele tientallen microgrammen per liter. Acute humane effecten van geneesmiddelen in het drinkwater van WPH, als gevolg van de aangetroffen concentraties in het Maaswater, zijn niet te verwachten. Toch wordt de aanwezigheid van geneesmiddelen in de grondstof voor de drinkwaterbereiding ongewenst geacht. Immers over chronische blootstelling aan lage concentraties is nog weinig bekend. Als gevolg van demografische ontwikkelingen wordt er een verdere toename verwacht van geneesmiddelen in het watersysteem. Bovendien laten klimaatscenario s zien dat de kans op langdurige laagwatersituaties verder zal toenemen en de droge periodes langer worden. Daarom wordt het belangrijk geacht dat er inspanningen plaatsvinden om concentraties geneesmiddelen in het Maaswater te reduceren. Hierbij dient niet alleen naar de Nederlandse situatie te worden gekeken. Gezien de relatief grote bijdrage vanuit België en Frankrijk is een internationale aanpak zeer gewenst. In enkele pompputten van WPH worden geneesmiddelen aangetroffen die niet in het bekken zitten en dus mogelijk uit het grondwater afkomstig zijn. Momenteel wordt de herkomst van deze stoffen onderzocht. Deze kwestie is in 2013 in het meetprogramma opgenomen en in 2014 vindt evaluatie plaats van de analyse resultaten DMS in de Boschmolenplas DMS is een metaboliet van tolylfluoride en wordt gebruikt in de houtverduurzaming en in bestrijdingsmiddelen. DMS wordt aangetroffen bij de secundaire inname (Boschmolenplas). Hiervoor geldt dat DMS een drinkwaterrelevante stof is. Omdat de stof niet in het Maaswater aanwezig is wordt de stof niet getoetst aan de Bkmw 2009 of aan de DMR. De concentraties zijn dermate hoog dat inname vanuit de Boschmolenplas voorlopig is gestaakt. De drinkwaternorm voor DMS ligt bij 1 µg/l. In de Boschmolenplas komt DMS voor tot 0,8 µg/l. De waterzuivering van WPH kan DMS niet verwijderen, de stof moet dus worden weggemengd. DMS is een lokaal probleem. WML heeft het waterschap Peel en Maasvallei gevraagd onderzoek te doen naar de herkomst van de stof. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 51

64 Overige stoffen Te hoge tellingen van microbiologische parameters zijn waarschijnlijk het gevolg van niet goed werkende rioolwaterzuiveringsinstallaties en/of van rioolwateroverstorten. Industriële en huishoudelijke verontreinigingen, VOCl s en PAK s komen in te hoge concentraties voor. WML concludeert dat specifiek de stoffen Tetraglyme, 1,2-Dichloorethaan en EDTA en een probleem vormen (par ), deze overschrijden de norm van de Drinkwaterregeling en de DMR-streefwaarde. De industriële en huishoudelijke verontreinigingen overschrijden alleen de DMRtoetsingswaarde. Net als bij geneesmiddelen (par ) betekent een overschrijding van de DMR-streefwaarde dat eenvoudige zuivering niet volstaat om drinkwater uit oppervlaktewater te produceren, een doelstelling waar in het kader van de verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit wel naar wordt gestreefd (DHV, 2013) Mangaan Mangaan komt in het Maaswater voor in concentraties die de BKMW toetsingswaarde overschrijdt (tabel 6.6). Mangaan is een metaal met een complex milieuchemisch gedrag. Voor de normoverschrijding kunnen niet direct oorzaken of bronnen worden aangegeven. In het jaarrapport 2010 van RIWA-Maas is gesteld dat zich op de innamepunten geen problemen met metalen voordoen. De zuiveringen van de drinkwaterbedrijven zijn goed in staat om de metalen relatief simpel uit het ingenomen water te verwijderen. Hieruit blijkt dat de mangaanconcentratie die gemeten wordt in het Maaswater geen bedreiging vormt voor de productie van drinkwater (DHV, 2012) Zwevende stof Zwevende stof overschrijdt de norm van het Infiltratiebesluit. De norm is 0,5 mg/l. In het infiltratiewater mag 70 dagen per jaar een concentratie aanwezig zijn boven de 0,5 mg/l, waarbij het maximum van 2 mg/l zwevende stof niet overschreden mag worden. Bij Heel wordt dit maximum wel overschreden. Het is niet duidelijk of dit leidt tot een innamestop. Het Infiltratiebesluit is echter ingevoerd om de bodem te beschermen, zwevende stof vormt geen bedreiging voor de productie van drinkwater Bedreigingen voor de grondstof door incidenten en calamiteiten Calamiteiten en incidenten zijn een voorbeeld van incidentele bedreigingen. Een calamiteit is de algemeen gebruikte aanduiding voor een (natuur)ramp of een niet-verwachte gebeurtenis die ernstige schade kan veroorzaken. Een niet-verwachte gebeurtenis kan leiden tot ernstige schade indien er sprake is van: - uitval van infrastructuur (transport en opslag, communicatie, regelsystemen, energie, drinkwater, waterhuishouding); - uitval van bijzondere voorzieningen (op gebied van verzorging, sturing en controle, handhaving); - ongecontroleerd gedrag van grote delen van de bevolking. De inname van water is in de afgelopen jaren gestaakt ten gevolge van calamiteiten en incidenten waarbij de Maas zodanig verontreinigd werd dat de alarmeringswaarden werden 52 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

65 overschreden of anderszins een bedreiging vormde. Vanaf januari 2011 werden incidenten gemeld met ondermeer aceton, chloroform, cyazofamide, dieselolie en hydrauliekolie. Ook in 2010 deden zich enkele incidenten voor in het Maasstroomgebied. Onder andere met tributylfosfaat, met forse pieken bij meetponton Eijsden van boven de 1 μg/l tot een maximum van 10,3 μg/l. Dit leidde tot innamestops bij zowel Heel als Keizersveer. Voorbeelden van calamiteiten zijn (niet uitputtend): - calamiteiten ten gevolge van vliegverkeer; - bluswaterlozingen; - lekkages; - scheepvaartongevallen; - ongeluk met vrachtverkeer op Daalzichtdam (paragraaf 5.3.4); - illegale lozingen van o.a. aceton; - nucleaire incidenten Vliegverkeer Incidenteel komt het voor dat vliegtuigen kerosine lozen, naar schatting 1: vluchten. Ook boven Heel wordt gevlogen en er is dus een kleine kans dat lozingen van kerosine de waterkwaliteit van de Lange Vlieter, Lateraalkanaal of de Maas kunnen beïnvloeden. Over het effect van een dergelijke lozing zijn geen gegevens bekend Scheepvaart Er vindt intensieve scheepvaart plaats nabij het innamepunt. De scheepvaart is potentieel een grote bedreiging voor de waterwinning te Heel door het grote aantal vaarbewegingen waarbij gevaarlijke stoffen kunnen worden vervoerd en de kleine afstand tot het innamepunt Daalzichtdam De Daalzichtdam scheidt de Lange Vlieter en de Boschmolenplas (afbeelding 7.2). In het verleden gold er een verbod voor transport van gevaarlijke stoffen over de Daalzichtdam. De bebording is echter niet (meer) aanwezig waardoor het risico voor een ongeluk met gevaarlijke stoffen is toegenomen Industrie en industriële lozingen Lekkages industriële complexen Incidenteel wordt de waterkwaliteit van de Maas beïnvloed door lozingen van verontreinigingen in het grondwater en vandaar afstroming naar de Maas. In 2004 en 2005 hebben lekkages in Stein geleid tot ernstige verontreiniging van grondwater dat naar de Maas stroomde en verontreiniging van bodem en water in de haven Stein. De grondwaterverontreiniging wordt op dit moment gesaneerd. WML is als een van de te waarschuwen instanties opgenomen in het calamiteitenhandboek van Chemelot. Industriële lozingen In 2006 is door RIWA onderzoek uitgevoerd naar risicovolle lozingen in het Maasstroomgebied. Hierbij is het effluent onderzocht van (onder andere) lozingen van industriële afvalwaterzuiveringen op de Maas in Maastricht, Stein en Maasbracht. Omdat elk bedrijfsproces Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 53

66 anders is, is er geen algemene conclusie getrokken. Wel worden in het effluent prioritaire KRW-stoffen aangetroffen en soms ook zwartelijststoffen, maar wel in erg lage concentraties. Op de zijbeken van de Maas wordt binnen de beheersgebieden van de Limburgse waterschappen industrieel afvalwater geloosd via RWZI s. Daar waar vergunningen worden verleend voor directe lozing op een beek is dit een beleid op maat, waarbij rekening wordt gehouden met het debiet van de beek, de functie van het oppervlaktewater en de kwetsbaarheid daarvan. IAZI (integrale afvalwaterzuivering) Chemelot Met uitzondering van de IAZI Chemelot zijn er in het beheersgebied van WRO geen industriële lozingen op de zijbeken van de Maas vergund. De IAZI beheert door DMC B.V (Chemelot) loost via de afgeleide Ur op de Grensmaas. Bevoegd gezag voor deze lozing is het waterschap Roer en Overmaas. De lozingsvergunning (V05-124) is in 2006 afgegeven voor de duur van maximaal 10 jaar. RWS en WML hebben geadviseerd op deze vergunning. In de vergunning zijn eisen opgenomen t.a.v. temperatuur, stikstof en fosfaat, zouten, metalen en een aantal micro-componenten. De lozingseisen zijn getoetst aan de waterkwaliteitsnormen van de Grensmaas waarbij gebruik is gemaakt van de emissie-imissietoets. De IAZI loost geen bestrijdingmiddelen Bodem- en grondwaterverontreiniging haventerrein Stein Ter plaatse van het haventerrein in Stein bevindt zich, als gevolg van een historische lekkage van een transportleiding, een omvangrijke bodem- en grondwaterverontreiniging met MTBE en BTEX-achtige stoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xyleen). Omdat deze verontreiniging met het grondwater onder de damwanden van het Julianakanaal door naar Maas afstroomt leidde deze lekkage in 2005 tot een omvangrijke MTBE-verontreiniging van het Maaswater. Sanering van het naar de Maas afstromende grondwater nabij de oevers van de Maas zorgde voor een aanzienlijke reductie van de MTBE-belasting van de Maas. Inmiddels zijn de MTBE-concentraties in het naar de Maas toestromende grondwater zodanig afgenomen dat de saneringsinstallatie buiten bedrijf kon worden gesteld. Onzekerheid bestaat echter nog ten aanzien van de uitspoeling met de BTEX-achtige stoffen daar deze zich, vanwege hun polariteit, minder snel via het grondwater verplaatsen dan MTBE. Daar de hoeveelheid van BTEX-achtige componenten ter plaatse van het haventerrein nog steeds aanzienlijk is kan nalevering niet worden uitgesloten. Ook de komende jaren zullen nog saneringswerkzaamheden nodig zijn om de bronverontreiniging aan te pakken om het risico op uitspoeling naar de Maas weg te nemen. Sabic heeft initiatief genomen om de benodigde sanering te laten uitvoeren. In eerste instantie zal de provincie er op toezien dat de sanering naar behoren wordt uitgevoerd en zal monitoring van het naar de Maas afstromende grondwater noodzakelijk zijn om de ontwikkeling van de grondwaterkwaliteit te bewaken. Volgens WML bestaat het risico dat er nalevering plaatsvindt van deze BTEX-achtige componenten ter plaatse van het haventerrein. Als dit gebeurt kan dit zorgen voor een toekomstige structurele bedreiging voor de Maaswaterkwaliteit. 54 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

67 Afbeelding 7.2. Inrichtingen en ontgrondingen Daalzichtdam Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 55

68 7.5. Bedreigingen door activiteiten binnen het grondwaterbeschermingsgebied Inrichtingen en ontgrondingen Binnen het grondwaterbeschermingsgebied zijn elf inrichtingen Wet milieubeheer gelegen (zie tabel 7.1) en zijn elf ontgrondingsvergunningen verleend. Op afbeelding 7.2 zijn de locaties van de inrichtingen en ontgrondingen weergegeven. Alle werkzaamheden ter plaatse van de elf ontgrondingsvergunningen zijn afgerond en opgeleverd. Tabel 7.1. Inrichtingen provincie Naam adres plaats Hohenwalt Recycling VOF Grathemerweg 13 Kelpen-Oler WML (P.S. Panheel) Asgrico BV (Asseltse plassen) Heel Bloem Beheer BV Aan het Kanaal Heel Edelchemie St. Antoniusstraat 15 Heel Koraalgroep St Anna Heel Mgr. Savelbergweg 104 Heel Daelzicht St. Joseph Rector Driessenstraat 2 Heel Recreatiepark De Heelderpeel De Peel 13 Heel VOF Jaree Tinnemans Aan het Kanaal 1 Heel Swalmen Molenstraat Beegden Molenstraat 73 Beegden De Kuuper Holding BV Kuiperweg 11a Kelpen-Oler In het grondwaterbeschermingsgebied is te Kelpen-Oler een tankstation gelegen, aan de Hunselerdijk 5. De gemeente Maasgouw heeft een overzicht gegeven van alle bij hun bekende bedrijven binnen het grondwaterbeschermingsgebied welke mogelijk bodembedreigende stoffen opslaan of mogelijk bodembedreigende activiteiten uitvoeren. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 7.2. Bedrijven gelegen in het grondwaterbeschermingsgebied met bodembedreigende activiteiten Naam adres plaats activiteit Driessens BV St. Antoniusstraat 13 Panheel Opslag gevaarlijke stoffen, spuiterij Edelchemie Panheel BV St. Antoniusstraat 15 Panheel opslag gevaarlijke stoffen Gemeenteloods St. Antoniusstraat 14 Panheel opslag bodembedreigende stoffen (strooizout) Phoenica St. Antoniusstraat 15 Panheel Productiecoatings Uittenbosch Ceramic Metals St. Antoniusstraat 6 Panheel Metaalbewerking Van Aarsen Machinefabriek BV Heelderweg 11 Panheel Metaalbewerking, opslag gevaarlijke stoffen, spuiterij Unibelt BV Heelderweg 6 Panheel Opslag gevaarlijke stoffen, metaalbewerking Auto Klus Schreurs Heelderweg 8 Panheel Autoreparatie (bodembedreigende activiteiten) Panheel Vastgoed BV Heggerstraat 7 Panheel Opslag gevaarlijke stoffen, dieseltank, opslag gevaarlijke afvalstoffen RWZI Panheel Heggerstraat 10 Panheel opslag gevaarlijke stoffen, bodembedreigende activiteiten 56 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

69 Naam adres plaats activiteit St. Anna Panheelderweg 3 Heel Opslag gevaarlijke stoffen Bijlmakers Heelderweg 8a Panheel opslag diesel Van Ass Elektrotechniek Panheelderweg 21 Heel bodembedreigende activiteiten, opslag gevaarlijke (afval)stoffen Stichting Daelzicht Rect. Driessenstraat 2 Heel opslag gevaarlijke stoffen, dieseltank Sutjens Bertjens, Mts. Varkensmesterij Daalzicht 33a Heel Mestopslag Maatschap Verlinden De Peel 10 Heel Mestopslag, dieseltank Akkerbouwbedrijf Rutten De Peel 11 Heel onbekend Ruitersportcentrum De Heelderpeel De Peel 11a Heel Mestopslag Recreatiepark De Heelderpeel De Peel 13 Heel Opslag gevaarlijke stoffen, dieseltank Maatschap Gijsen - Huijs De Peel 7 Heel onbekend Heber, P.J. Melkveehouderij De Peel 8 Heel mestopslag Heemels van Buggenum Rijksweg 16a Heel mestopslag R Pauli, J.L.C. Rijksweg 5 Heel HBO-tank, olietank Ligro trading Heelderweg 30 Panheel Wasplaats, tankplaats, dieseltank, opslag bodembedreigende stoffen De gemeentes geven verder nog aan dat binnen de grondwaterbeschermingsgebieden diverse agrarische bedrijven zijn gelegen welke in het algemeen beschikken over bovengrondse brandstoftoeslag, aftapplaatsen en gewasbeschermingsmiddelenopslag. De laatste jaren is er een toename van bedrijven welke een zuuropslag (tanks van tot liter) hebben voor een luchtwasser. In de vergunningen worden hiervoor afdoende voorschriften opgenomen ter bescherming van de bodem. In het verleden zijn hiervoor extra voorschriften vanuit de voormalige PMV opgenomen Wegen en infrastructuur Door het grondwaterbeschermingsgebied loopt een klein gedeelte van de A2. De N273 loopt van oost naar west door het gebied heen. Daarnaast liggen diverse andere wegen in het grondwaterbeschermingsgebied van de winning Heel. Deze wegen, onder meer de Heerbaan, Daalzicht en de Grathemerweg, verbinden de omliggende dorpen met elkaar. Mogelijk wordt een deel van deze wegen in perioden van gladheid met pekel behandeld. Er liggen meerdere buisleidingen in het grondwaterbeschermingsgebied, zie afbeelding Riolering Binnen het waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied bevindt zich persriolering en een gemengd rioleringsstelsel van de gemeente Maasgouw. In het deel van het grondwaterbeschermingsgebied dat zich in de gemeente Leudal bevindt, ligt in de omgeving van Grathem circa 15,5 km aan riolering met doorsnedes tussen 90 en mm. Op afbeelding 4.2 zijn de in het grondwaterbeschermingsgebied gelegen overstorten opgenomen. Voor de gemeente Leudal geldt, dat de in Grathem gelegen overstorten gekoppeld zijn aan een bergbezinkbassin. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 57

70 Verontreinigingen in bodem en grondwater Algemeen Voor een inventarisatie van (mogelijke) bodemverontreinigingen binnen het grondwaterbeschermingsgebied van winning Heel is gebruik gemaakt van de informatie op en aanvullende informatie van provincie en gemeente (bijlage V). Hieruit blijkt dat er zich één ernstig geval van bodemverontreiniging bevindt binnen het grondwaterbeschermingsgebied, namelijk Edelchemie te Panheel. Edelchemie Ter plaatse van Edelchemie te Panheel is de bodem en ondergrond verontreinigd met zware metalen (zoals zink en nikkel), cyanide, bromide, gechloreerde koolwaterstoffen en aromaten. Edelchemie werd in 2005 gesloten en de bedrijfsactiviteiten m.b.t. het extraheren van edelmetalen uit chemisch afval werden gestaakt. Echter nog tot medio 2012, voordat de Provincie Limburg en de gemeente Maasgouw het terrein isoleerde, lagen er grote hoeveelheden diverse afvalstoffen op een onbeheersbare wijze opgeslagen. Ten tijde van het schrijven van dit dossier (augustus, 2013) heeft de Provincie Limburg de acute bedreiging weggenomen door directe afvoer en het ompakken van de meest gevaarlijke afvalstoffen, het terrein te bewaken en ontoegankelijk te maken voor onbevoegden. Daarnaast wordt ten tijde van het schrijven van dit dossier een deel van de afvalstoffen door de eigenaar van Edelchemie afgevoerd en is een aanbesteding gaande voor de afvoer van de overige afvalstoffen. Tevens is onderzoek in uitvoering naar de aard, ernst en omvang van de grond- en grondwaterverontreiniging en mogelijke saneringsvarianten. Bovengenoemd project moet onder andere de bedreiging wegnemen die de bodem verontreiniging vormt voor het grondwater. Dit project loopt nog ten tijde van het schrijven van dit dossier. De laatste stand van zaken m.b.t. dit project kan worden nagelezen op onder dossier Edelchemie. In het verleden zou er sprake van zijn dat lozingen van afvalwater door Edelchemie via de RWZI Panheel hebben geleid tot verhoogde gehalten aan zware metalen in de Sleijebeek (bron waterschap Peel en Maasvallei). Zinkassen Bepaalde delen van de bodem in de Belgische en Nederlandse Kempen zijn met zware metalen verontreinigd. Deze bodemverontreiniging is tussen circa 1892 en 1973 ontstaan als gevolg van het vroegere productieproces van de zinkindustrie in de regio. Bij dit proces kwamen zware metalen (zink, cadmium, koper, lood en arseen) vrij die via depositie uit de lucht, lozing via oppervlaktewater en het toepassen van het restproduct als verharding en/of fundering van wegen en erven verspreid zijn over een groot gebied. De verspreiding van het restproduct heeft op grote schaal plaatsgevonden tot circa 1973 in verband met de gemakkelijke beschikbaarheid van het restproduct. De Kempense zinkindustrie produceerde namelijk enorme hoeveelheden restproduct en gemeenten en particulieren mochten deze (gratis) ophalen om toe te passen als fundering- en wegverbeteringsmateriaal. Het restproduct is onder meer toegepast op privépercelen (tuinen en opritten), onder asfaltwegen, in fietspaden en in open zandweggetjes in het gebied. Na de verspreiding van het restproduct bleek deze verontreinigende stoffen te bevatten die schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu. Het restproduct wordt doorspoeld met regen- 58 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

71 water, waardoor uitloging van zware metalen naar het grondwater plaatsvindt. Hierdoor zal de grondwaterverontreiniging zich ondergronds verspreiden. In Noord-Brabant en Limburg is via bovenstaand beschreven verspreidingsroutes een oppervlakte van circa km² belast met deze zware metalen. Ook de gemeenten Maasgouw en Leudal waarin de winning Heel gelegen is maken deel uit van dit gebied. De onttrekkingen van de drinkwaterwinning Heel liggen volgens ABdK buiten het voor ABdK relevante gebied. Een aanzienlijk deel van de beide grondwaterbeschermingsgebieden ligt wel in het door zinkassen beïnvloedde gebied. Volgens het Grondwaterplan De Kempen van ABdK is geen aanpassing van het beleid of zijn geen aanvullende maatregelen nodig om de grondwaterkwaliteit van de winning Heel te beschermen. Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK) wil de bodemverontreiniging met zware metalen in en rond de Kempen in 2015 op een maatschappelijk geaccepteerde manier beheersen en beheren. Hiertoe heeft ABdK sinds 2002 reeds verschillende onderzoeken en saneringen uitgevoerd. Zo heeft in de verschillende gemeenten onderzoek plaatsgevonden naar het voorkomen van zinkassen op erven en wegen. Volgens zijn in Leudal 55 erven onderzocht waarvan er 25 zijn gesaneerd. In Maasgouw zouden geen particuliere percelen zijn aangemeld voor onderzoek. Verder blijkt uit grootschalig onderzoek naar de aanwezigheid van zinkassen in wegen dat in of grenzend aan het waterwingebied van Heel en in het grondwaterbeschermingsgebied enkele wegen voorkomen waarin zinkassen heterogeen aanwezig zijn. Het betreft in de gemeente Maasgouw de Molenstraat en Baexemerweg te Beegden, de Heerbaan, De Peel, Hoogezandweg en Dorpsstraat te Heel. In de gemeente Leudal gaat het om de Brugstraat, Loorderstraat, Thoorderstraat, Baexemerweg te Grathem en de Kasteelweg te Baexem. Op delen van deze wegen worden zinkassen heterogeen aangetroffen, in een enkel geval homogeen. Mijnbouw Vanuit de Geul vormt voornamelijk zink een probleem, een belasting die vanuit oude mijnbouwgebieden in België Nederland binnenkomt Stortplaatsen Bij de provincie Limburg zijn binnen het grondwaterbeschermingsgebied van de winning Heel geen voormalige stortlocaties bekend (Geodataportaal provincie Limburg, 2011). In het verleden is vervuild rivierslib uit de Maas in het Lateraalkanaal gestort. Dit slib is later afgedekt met een laag zand. Uit Kamervragen die zijn gesteld tussen 1987 en 1988 blijkt dat de berging van de onderhavige specie plaats heeft gevonden onder de zogenaamde IBC- criteria, criteria voor het isoleren, beheersen en controleren van verontreinigingen. De gebiedseigen specie van de Maas had op dat moment een verhoogd gehalte aan zware metalen, olie en enkele organische microverontreinigingen. Uit de antwoorden blijkt ook dat ten tijde van berging werd verwacht dat bij berging onder anaerobe omstandigheden (onder water) de mogelijkheid dat de verontreinigingen in de specie zullen mobiliseren zeer klein is. Over de huidige situatie van het slibdepot was geen informatie beschikbaar tijdens het schrijven van dit dossier. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 59

72 WKO en beregening In het grondwaterbeschermingsgebied van de winning Heel is één vergunning verleend voor een bodemenergiesysteem (zie afbeelding 7.3). Deze vergunning is eigendom van de Stichting Daelzicht. Het systeem is echter tot op heden niet aangelegd. Daarnaast liggen er circa 60 beregeningsputten in het grondwaterbeschermingsgebied (afbeelding 7.3). Er bevinden zich geen industriële grondwateronttrekkingen in het grondwaterbeschermingsgebied. 60 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

73 Afbeelding 7.3. Overige functies in de ondergrond Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 61

74 7.6. Diffuse bedreigingen door de landbouw Land- en tuinbouw belast zowel het grondwater als het oppervlaktewater. Hoewel nitraatconcentraties op dit moment geen toetsingswaarden overschrijden blijft de diffuse belasting van het grondwater door de landbouw een bron van zorg. In het kader van het 4 e en 5 e actieprogramma Nitraat wordt op dit moment onderzoek gedaan naar de interactie tussen grond- en oppervlaktewater. Een potentiële bedreiging is antibiotica die via veeteelt in het grondwater terecht komen en daar mogelijk leiden tot schade aan microbiële gemeenschappen. In Limburg is het nog niet geconstateerd, maar het blijft een aandachtspunt. Landelijk wordt hiernaar onderzoek gedaan. Daarnaast wordt het mogelijk geacht, dat wanneer pompstation Beegden structureel uit gebruik wordt genomen de bestrijdingsmiddelen die nu door Beegden worden afgevangen uiteindelijk door zullen stromen naar het bekken en de putten van WPH. Tijdens het opstellen van dit gebiedsdossier heeft WML ingebracht dat de zorg bestaat dat door vermesting en daarmee verzuring van het intrekgebied (zware) metalen worden gemobiliseerd. Mogelijk stromen deze met het grondwater in het bekken van WPH en kunnen daarmee de waterkwaliteit bedreigen. In welke mate dit op zal treden en wat het uiteindelijke effect hiervan zal zijn is nog onbekend. In 2012 is gestart met een onderzoek naar dit aspect door een promovendus van de Universiteit van Bologna en de VU Amsterdam Bedreigingen voor de grondstof door toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen In algemene zin is het belangrijk dat er bij ruimtelijke ontwikkelingen tijdig en in voldoende mate oog is voor eventuele bedreigingen van de grondstof voor de drinkwaterbereiding, zowel voor de oppervlaktewaterwinning als de grondwaterwinning. Dit betekent dat in structuurvisies en andere ruimtelijke plannen van provincie en gemeenten rekening moet worden gehouden met het drinkwaterbelang. Provincie, Rijkswaterstaat en waterschappen kunnen via de watertoets en de toetsing van ontwerpen van ruimtelijke plannen invloed uitoefenen op de structuurvisies door te wijzen op ontwikkelingen die de grondwater en de oppervlaktewaterkwaliteit kunnen schaden. Ten tijde van het opstellen van dit gebiedsdossier werd door de provincie Limburg gewerkt aan twee projecten met betrekking tot het inzichtelijk maken van risico s van bodemverontreinigingen binnen de provincie (met uitzondering van de gemeenten Heerlen, Maastricht en Venlo). Het gaat hierbij om de volgende projecten: - bodeminformatiepilot in het kader van de ILG-bestuursovereenkomst: op basis van het resultaat van deze pilot wordt onder andere beoordeeld voor welke (grootschalige) grondwaterverontreinigingen gebiedsgericht grondwaterbeheer een zinvolle aanpak kan zijn; - genereren van een overzicht van spoedlocaties in het kader van het convenant Bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties, om eind 2015 een overzicht te hebben van locaties waar sprake is van zodanige verspreidingsrisico s of ecologische risico s dat spoedige sanering noodzakelijk is. De resultaten van bovenstaande projecten waren bij het opstellen van dit gebiedsdossier nog niet voorhanden. Bij het maken van beleidskeuzes wordt verwezen naar de resultaten van deze projecten. 62 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

75 Bij de periodieke herziening van dit gebiedsdossier zullen de actuele inzichten in de mogelijke risico s van bodemverontreiniging voor de waterwinning en, voor zover aan de orde, de te nemen maatregelen, worden opgenomen. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 63

76 64 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

77 8. MOGELIJKE MAATREGELEN 8.1. Inleiding In dit hoofdstuk worden mogelijke maatregelen voorgesteld om de waterkwaliteit van het Maaswater en het grondwater te verbeteren en te beschermen. Niet alle partijen hebben de wettelijke bevoegdheid om in te grijpen of regels te stellen om alle bedreigingen tegen te gaan. Daar waar partijen, zoals WML, die bevoegdheid niet hebben, kunnen zij een probleem agenderen bij waterschappen (en gemeenten) en bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het Ministerie heeft de bevoegdheid regels te stellen en generieke maatregelen te treffen. Het Ministerie kan de kwestie ook agenderen bij bovenstrooms gelegen landen, bijvoorbeeld in de Internationale Maascommissie (IMC), en in de Vlaams Nederlandse Bilaterale Maascommissie (VNBM). Daarnaast kunnen de partijen (gezamenlijk) communicatie naar de omgeving verbeteren en het belang van een goede waterkwaliteit bij omwonenden onder de aandacht brengen door bijvoorbeeld voorlichtingsacties. De maatregelen zijn samengevat in tabellen. In deze tabellen is van de grootste bedreigingen aangegeven wat de drinkwaterrelevante stof is, de herkomst ervan en een mogelijke maatregel om de bedreiging tegen te gaan. Ook is de initiatiefnemer in de tabel beschreven. In deze tabellen zijn maatregelen weergegeven die de komende jaren worden uitgevoerd aanvullend op huidig beleid, bestaande (internationale) overleggremia of bestaande praktijk. Voor de prioritering van de maatregelen wordt de volgende codering gebruikt: 1: direct oppakken 2: in : na 2015 d: doorlopende actie g: gereed 8.2. Maatregelen oppervlaktewater Maatregel t.a.v. uit buitenland afkomstige (structurele) verontreinigingen Uit de toetsing van de waterkwaliteit en het onderzoek naar de herkomst van de stoffen die zijn aangetroffen, is gebleken dat veel stoffen hun herkomst hebben in België en Frankrijk. Het is daarom belangrijk dat via bestaande internationale overleggremia maatregelen worden genomen om de invloed van verontreinigingsbronnen in het buitenland te stoppen. De stoffen en de voorgestelde maatregelen zijn als eerste beschreven. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 65

78 Tabel 8.1. Maatregel t.a.v. uit buitenland afkomstige structurele verontreinigingen drinkwaterrelevante (stof) 1. Glyfosaat en AMPA Glyfosaat is in belangrijke mate afkomstig uit et buitenland (Table 6.6)) 2. Diuron Diuron is voornamelijk 3. Geneesmiddelen zoals metformine cafeïne en iopromide (tabel 6.6) die via RW- ZI s in België en Frankrijk in het Maaswater terecht komen. 4. Industriële en huishoudelijke verontreinigingen (tabel 6.6) afkomstig uit het buitenland (par.7.2) RWZI s bovenstrooms van Heel in buitenland (par.7.2) Industriële verontreinigingen komen bij Eijsden de grens over (par. 7.2) Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) verzoeken om het treffen van maatregelen te agenderen in de internationale Maascommissie (IMC en Vlaams Nederlandse Bilaterale Maascommisie (VNBM). I&M verzoeken om het treffen van maatregelen te agenderen in de IMC en VNBM. I&M verzoeken om het treffen van maatregelen te agenderen in de IMC en VNBM. I&M verzoeken om het treffen van maatregelen te agenderen in de IMC en VNBM. herkomst maatregel prioriteit en opmerking initiatiefnemer 2 WML en RWS 2 WML en RWS 2 WML 2 WML Maatregel om structurele overschrijdingen van toetsingswaarden tegen te gaan Tabel 8.2. Maatregel om structurele overschrijdingen van toetsingswaarden tegen te gaan drinkwaterrelevante (stof) 5. Glyfosaat en AMPA (zijn grond- en oppervlaktewater gerelateerd) Glyfosaat wordt gebruikt in de landbouw en door gemeenten, bedrijven en particulieren (par ) Stimuleren van het toepassen van de DOBmethode op bedrijventerreinen en openbare ruimte. herkomst maatregel prioriteit en opmerking 2/d initiatiefnemer WML, RWS en waterschappen Ministerie van I&M verzoeken om het doorvoeren van verbod op gebruik. 2/d WML en RWS Ten aanzien van spuitvrije zones langs waterlopen geldt dat voor gronden die niet in ei- 2/d WML, waterschao en RWS 66 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

79 drinkwaterrelevante (stof) herkomst maatregel prioriteit en opmerking gendom van het waterschap zijn de regelgeving afhankelijk is van de gewassoort. Het aanpassen van deze regelgeving voor het drinkwaterbelang kan bij de ministeries IenM en EZ geagendeerd worden. initiatiefnemer Ministerie van I&M verzoeken om actualisatie van beleid inzake (polaire) organische stoffen, waaronder bestrijdingsmiddelen, in RW- ZI s. 2/d WML AMPA is een mataboliet van glyfosaat maar ook van fosfonaten die op groteschaal worden gebruikt als koelwateradditief. 6. Fosfaat Fosfaat is voor een deel afkomstig uit de land- en tuinbouw (par ) 7. Fosfaat, microbiologische Nederlandse RWZI s ver- bovenstrooms van Heel ontreinigingen (par. 7.3 en 5.4.3) WML wil in gesprek gaan met de industrie om het gebruik van deze stoffen te reduceren of te stoppen. Stimuleren om bemesting te verminderen Bij I&M aandringen op strenger mestbeleid. Volgende punten agenderen bij Ie&M: Verbetering RWZI s en beperking riooloverstorten. 2/d WML 3/d WML provincie 2 WML Mogelijk verplaatsen lozingspunt RWZI en overstort naar een locatie benedenstrooms van het innamewerk. Waterschap 8. Fosfaat, Microbiologische verontreinigingen Riooloverstorten 7.3 en 5.4.3) (par. Verlagen van overstortfrequentie. 2 WML en gemeenten Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 67

80 drinkwaterrelevante (stof) 9. Diglymen en Diisopropylether (par ) en andere industriële en huishoudelijke verontreinigingen. herkomst maatregel prioriteit en opmerking initiatiefnemer Industriële verontreinigingen van industriële lozing (par en 7.4.4). Agenderen bij Ministerie I&M om vergunningseisen t.a.v. industriële lozingen aan te scherpen. Agenderen bij Ministerie I&M hoe om te gaan 1 WML WML en RWS met beoordeling van industriële lozingen bovenstrooms van de beschermingszone Maatregelen om risico s voor de waterkwaliteit te verkleinen Tabel 8.3. Maatregelen om risico s voor de oppervlaktewaterkwaliteit te verkleinen drinkwaterrelevant herkomst maatregel prioriteit initiatiefnemer risico 10. Calamiteit in de directe nabijheid van de winning 11. Calamiteiten en lozingen binnen de 6-uurs beïnvloedingszones maar buiten de in BPRW geïntroduceerde beschermingszone. 12. Risico dat drinkwater relevante stoffen in het Maaswater terecht komen door lozing van Chemelot 13. Calamiteiten buitenland Calamiteit op de Daalzichtdam (par ) Herinstellen en handhaven van het verbod van gevaarlijke stoffen over de Daalzichtdam 1 Gemeente Maasgouw De beschermingszone Mogelijkheden verkennen 1 RWS is nog niet juridisch om beschermings- vastgelegd door provincie, zone vast te leggen in gemeenten en wa- ruimtelijke plannen pro- terschappen (par ). Calamiteiten en lozingen in zijbeken van de Maas en het Lateraalkanaal kunnen binnen 6-uur bij innamewerk Heel aankomen, deze vallen echter buiten de beschermingszone (par ) Chemelot loost nu via een beek direct op de Maas (par ). Calamiteiten in het buiteland kunnen de waterkwaliteit van de Maas beïnvloeden. vincie en gemeente en in waterbeheerplan waterschap. De Ontwikkelings-maatschappij Midden Limburg wordt erbij betrokken. Bij herziening van de 3/d Waterschap lozingsvergunning van Chemelot zorgen dat drinkwaterbelang goed wordt meegenomen. Evaluatie huidige systematiek 2 WML, RWS van de alar- mering bij calamiteiten in het buitenland. 68 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

81 14. MTBE en BTEX-achtige stoffen Stoffen die door verontreinigingen op Haventerrein Stein richting de Maas stromen (par.7.4.5) Toezicht op uitvoering van de bronsanering. Ook zal monitoring van het naar de Maas afstromende grondwater plaatsvinden om de kwaliteit te bewaken en zo nodig met gepaste maatregelen in te grijpen. 1/d Provincie Beleidsmaatregelen oppervlaktewater Tabel 8.4. Beleidsmaatregelen oppervlaktewater stoffen Herkomst maatregel prioriteit initiatiefnemer 15. Alle drinkwaterrelevante Onduidelijkheid over stof- het middel Bescher- fen mingszone ter bescherming van de oppervlaktewater kwaliteit. 16. Alle drinkwaterrelevante Tijdens het opstellen stof- van het gebiedsdossier fen is gebleken dat bestaand beleid en toetsingsnormen niet op elkaar zijn afgestemd (par. 2.5). Bij het ministerie van I&M agenderen vragen om duidelijkheid over status en doelen van het instellen van een beschermingsone bij de oppervlaktewaterwinning en vervolgens nagaan hoe het beste invulling kan worden gegeven aan deze doelen. 1 RWS Bij ministerie van I&M 2 RWS agenderen om beleid en toetsingsnormen op elkaar af te stemmen. 17. Een aantal drinkwaterrelevante en potentieel drinkwaterrelevante stoffen Een aantal drinkwaterrelevante en potentieel drinkwaterrelevante stoffen zijn niet of onvoldoende in het Bkmw en/of de Drinkwaterregeling opgenomen (par. 2.5 ). Bij bij I&M en bij Riwa agenderen dat voor bepaalde drinkwaterrelevante en potentieel drinkwaterrelevante stoffen, zoals geneesmiddelen en hormonen of hormoonverstorende stoffen, Bkmwrichtwaarden of kwaliteitseisen in de Drinkwaterregeling worden opgenomen. 2 WML Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 69

82 Onderzoeksmaatregelen oppervlaktewater Tabel 8.5. Onderzoeksmaatregelen oppervlaktewater stoffen herkomst maatregel prioriteit initiatiefnemer 18. Alle drinkwaterrelevante stoffen 19. Geneesmiddelen, hormonen, röntgencontrastmiddelen en andere farmaceutische middelen 20. Alle drinkwaterrelevante stoffen Doorrekenen van kwalitatieve en kwantitatieve effect voor de drinkwaterinnamepunten in Heel en Roosteren van ingrepen in het watersysteem. Recent onderzoek heeft aangetoond dat deze stoffen afkomstig zijn van huishoudens, zorginstellingen en ziekenhuizen en dat deze via effluent van RWZI s in het Maaswater terecht komen (par ). WML vermoedt dat er een kortsluitstroming onderzoeken. bestaat die het effluent van de RWZI Panheel versneld naar het innamewerk van WPH laat stromen (par ). 21. DMS Er is een gebrek aan kennis over de bron van DMS in de Boschmolenplas (par ). Het bepalen van de haalbaarheid van een integraal Maasstroomgebiedsmodel voor zuidelijk Limburg. 1 / 2 WML, RWS en waterschap Bij het Ministerie van 3 WML I&M agenderen onderzoek uit te voeren naar aanwezigheid en herkomst van deze stoffen. Werken aan een verbetering van de analysemethoden voor stoffen die nu nog niet kunnen worden bepaald, maar die wel als relevant naar voren komen op basis van innamegegevens. Deze kortsluitstroom 2 WML Op dit moment voert 1 Waterschap het waterschap Peel en Maasvallei onderzoek uit naar deze bron. De Panheelderbeek dient ook meegenomen te worden in het onderzoek. 22. Risico van verspreiding van Er is een gebrek aan kennis over de actuelesituatie Uitvoeren van een inventarisatie-onderzoek 2 RWS zware metalen, waarin de slib- waarmee bestaande olie en enkele deponie in het Lateraalkanaal kennis en feiten met organische microverontreinigingen verkeerd betrekking tot de slib- uit slib deponie in het lateraalkanaal (par ). depnie worden vastgelegd. Met deze kennis kan worden vastgestteld of aanvullend onderzoek nodig is. 70 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

83 stoffen herkomst maatregel prioriteit initiatiefnemer 23. Alle drinkwaterrelevante stoffen Er bestaat onduidelijkheid over de risico s van scheepvaart nabij het innamepunt (par ). De risico s van de scheepvaart in de beschermingszone in kaart brengen en bijbehorende (preventieve, curatieve) maatregelen formuleren. 2 RWS 8.3. Maatregelen ter beperking van risico s als gevolg van toekomstige ontwikkelingen Tabel 8.6. Maatregelen ter beperking van risico s als gevolg van toekomstige ontwikkelingen stoffen herkomst maatregel prioriteit initiatiefnemer 24. Alle drinkwaterrelevante stoffen Toekomstige ontwikkelingen van het stroomgebied van de Maas kunnen de Maaswater kwaliteit bedreigen (par. 7.7) Afspraken maken tussen partijen om bij bouwen van of renoveren van een nieuwe RWZI, zorginstellingen en ziekenhuizen structurele problemen voor de Maaswaterkwaliteit weg te nemen. 3 WML 25. Alle drinkwaterrelevante stoffen 26. Alle drinkwaterrelevante stoffen Calamiteiten en lozingen in zijbeken van de Maas en het Lateraalkanaal kunnen binnen 6-uur bij innamewerk Heel aankomen, deze vallen echter buiten de beschermingszone (par ) In het noorden van de beschermingszone ligt het bedrijventerrein Zeven Ellen. Hierop bevinden zich een haven, enkele bedrijven (OML, Attero) en de Willem- Alexander centrale van Nuon. Laatstgenoemde loost koelwater op de Maas. Nuon heeft aangekondigd deze centrale te sluiten (par ). Bij nieuwe ontwikkelingen risico s van incidenten in beeld brengen via watertoets of toets op ruimtelijk plan. Nagaan hoe geborgd kan worden dat drinkwaterbedrijf tijdig wordt ingelicht over dergelijke calamiteiten. Uitbreiding van de beschermingszone tot gebied van waterschap kan hierbij een middel zijn. Onderzoeken wat de effecten zijn van deze sluiting en wat gevolgen zijn van een mogelijke nieuwe ontwikkeling ter plaatse van de centrale. RWS en Waterschap 1 Waterschap Peel en Maasvallei 3 WML Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 71

84 8.4. Maatregelen Grondwater Voor het opstellen van de gebiedsdossiers voor de grondwaterwinningen is een Menukaart Maatregelen opgesteld. Uit deze menukaart is een selectie gemaakt van maatregelen die voor deze winning van toepassing is. Deze maatregelen zijn opgenomen in de tabellen 8.8 t/m De in deze tabellen gebruikte nummering komt overeen met de nummering zoals deze in de menukaart wordt gebruikt. De maatregelen zijn op deze manier afgestemd met de maatregelen voor de andere grondwaterwinningen van WML. Naast deze maatregelen zijn voor de winning Heel een aantal gebiedsspecifieke maatregelen geformuleerd (tabel 8.7). Deze maatregelen zijn afzonderlijk genummerd. Tabel 8.7. Gebiedsspecifieke grondwatermaatregelen maatregel omschrijving prioriteit trekker I Landbouwontwikkeling aan de Grathemerweg volgen (par. 5.7). II Ontwikkelingen ten gevolge van de structuurvisie volgen (par. 5.7) III Actief Bodembeheer de Kempen IV Verontreinigingen op en rond het terrein Edelchemie. (par ) In het Reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg zijn in het POLzoekgebieden aangewezen voor landbouwontwikkelingsgebieden, voor 'projectvestiging en/of incidentele nieuwvestiging van intensieve veehouderij'. Dit zijn 'zoekgebieden' als bedoeld in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg In andere woorden 'Nader uit te werken vestigingsgebieden voor intensieve veehouderijen', die overigens niet groter kunnen worden maar wel kleiner. Een van die zoekgebieden is aangewezen binnen het grondwaterbeschermingsgebied aan de Grathemerweg. Momenteel is de Structuurvisie Maasgouw 2030 in ontwikkeling. De conceptstructuurvisie bevat naast de bovenstaande twee plannen in de gemeente Maasgouw nog andere plannen in zowel het landelijk gebied als in de dorpskernen,. WML zal deze ontwikkelingen moeten volgen zodat ontwikkelingen die de waterkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden worden uitgesloten. Zink, zware metalen die vrijkomen uit zinkassen daterend van florerende zink industrie in Nederland en België par Zie rapport Actief Bodembeheer de Kempen. Sanering en monitoring van de pluim met verontreiniging. Voorkomen dat verontreinigende stoffen de winning van Heel bereiken. De totale omvang en verspreiding van de grondwaterverontreiniging van Edelchemie in beeld brengen om daarmee de bedreiging voor WPH nauwkeuriger te kunnen vaststellen. 3 WML 3 WML 2 Provincie 1 Provincie 72 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

85 Tabel 8.8. Communicatiemaatregelen maatregel omschrijving prioriteit trekker 1. Blijvende afstemming tussen betrokken partners. 2. Communicatie naar bewoners, bedrijven, grondeigenaren en gebruikers. 3. Informatieverstrekking aanleg en gebruik putten. 4. Bij de vergunningverlening en de locatiekeuze voor een evenement de risico s voor het grondwater meenemen. 5. Afstemming handhaving en toezicht. Eenmaal per jaar is er overleg tussen betrokken partijen over de uitvoering van de maatregelen en nieuwe ontwikkelingen om de gebiedsdossiers up-todate te houden. Dit overleg zal zoveel mogelijk worden ingebed in bestaande structuren. 1/d provincie Structurele communicatie met bewoners 3 provincie en bedrijven over grondwaterbescherming. Deze zal in samenwerking met WML en met betreffende gemeenten verder worden vormgegeven. De gebruikers van putten zijn veelal niet op de hoogte van risico s bij aanleg en onderhoud van putten. Via een goede voorlichting bij de vergunningverlening kan dit mogelijk worden voorkomen. Bij de vergunningverlening en de locatiekeuze van een evenement de risico s voor het grondwater meenemen. Indien nodig kan dit in overleg met provincie en WML worden ingevuld. De diverse betrokken partners hebben elk hun eigen taak ten aanzien van handhaving en toezicht. Voor zover toezicht en handhaving raakvlakken hebben met de grondwaterbescherming dient dit onderling tussen de diverse partijen goed afgestemd te worden. 2 provincie (boren van de put), waterschap (gebruik van de put) 1 provincie (maakt overzicht van relevante voorschriften) gemeenten (voert uit bij vergunningverlening) 1/d provincie, gemeente, waterschappen Er vinden diverse overleggen plaats waarin grondwater tot een specifiek aandachtspunt gemaakt kan worden, zoals het overleg van het Samenwerkingsknooppunt Limburg (SKP, waarin nieuwe ontwikkelingen rond beleid en wetgeving op het gebied van fysieke leefomgeving besproken worden) en het milieuhandhavingsoverleg, waarin provincie, gemeenten, waterschap en politie vertegenwoordigd zijn. Tijdens dit kwartaaloverleg worden de concrete ervaringen binnen een bepaalde regio besproken. WML is een belangrijke partner bij de gebiedsdossiers, maar heeft geen formele rol bij toezicht en handhaving. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 73

86 maatregel omschrijving prioriteit trekker 6. Signaalfunctie in het Alle betrokken partijen kunnen een signaalfunctie 1/d Alle partijen veld. voor de overheden vervul- len. Het is van belang dat zij alert zijn ( ogen en oren open ) en zaken melden bij de verantwoordelijke overheid of de Milieuklachtentelefoon. 7. Provinciaal beleid bij gemeenten onder de aandacht brengen. Tijdens de overleggen is gebleken dat niet alle medewerkers van de gemeenten op de hoogte zijn van de inhoud van de OvL. Daarnaast bestaat er ook onbekendheid met bepaalde faciliteiten die de provincie biedt zoals informatievoorziening via het Geodataportaal. Het overleg rond het gebiedsdossier wordt benut om de inhoud van de OvL en de bovengenoemde faciliteiten toe te lichten. 1 provincie Tabel 8.9. Stimuleringsmaatregelen maatregel omschrijving prioriteit trekker 8. Stimuleren van landbouwpraktijken die niet of minder belastend zijn voor de grondwaterkwaliteit. Met deze maatregel wordt beoogd de uitkomsten van de onderzoeksprojecten middels stimuleringsmaatregelen te bevorderen. Duurzaam Schoon Grondwater (DSG) is het middel hiervoor. 1 WML Tabel Onderzoeksmaatregelen maatregel omschrijving prioriteit trekker 12. Onderzoek naar de Met werkzaamheden aan de Maas veranderen 1 RWS (bij planvorming) effecten van verandering de waterpeilen in de Maas. De ef- Consortium grindexploi- van Maaspeilenfecten van deze veranderingen op het geohydrologisch systeem worden onderzochttanten (bij vergunningaanvragen) 14. Inventarisatie inrichtingen in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden. 15. Onderzoek geneesmiddelen. Bij uitvoering Maaswerken en realiseren van hoogwatergeulen invloed op waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied nagaan. Inventarisatie van inrichtingen binnen waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden die een risico vormen. Hierbij aandacht voor de nieuwe lijst van toegestane stoffen en inrichtingen in de OvL Via lekkende riolen kunnen geneesmiddelen in het grondwater geraken. Deze worden meegenomen in de brede screening. Ook bij oppervlaktewater maatregelen is voorgesteld onderzoek naar geneesmiddlen te doen (Par ) WML 2 gemeenten ½ Provincie, waterschappen, WML en RWS 74 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

87 Tabel Handhavingsmaatregelen maatregel omschrijving prioriteit trekker 16. Voorvallen met risico s. De wijze waarop wordt gehandeld 18. A Onderzoek naar het voorkomen van (illegale) bodemenergiesystemen verschilt mogelijk sterk per gemeente, waterschap en per locatie. Mogelijke maatregelen om handelen tijdens voorvallen met een risico te verbeteren zijn: - het hebben van een adequaat en actueel calamiteitenplan en het maken van structurele afspraken over hoe te handelen bij calamiteiten, instructie van hulpdiensten en het actualiseren en onderling afstemmen van calamiteitenplannen; - goede communicatie tussen hulpdiensten en WML; - WML als deskundige betrekken bij het opstellen van calamiteitenplannen; - calamiteitenplan ook afstemmen - op voorvallen van illegaal storten. In stedelijk en bebouwd gebied zijn mogelijk (illegale) bodemenergiesystemen geplaatst. In overleg met gemeente onderzoeken of (illegale) bodemenergiesystemen in het grondwaterbeschermingsgebied aanwezig zijn en vervolg maatregelen formuleren. 2 waterschap/provincie 2, kan 3 worden, omdat de AMvB Bodem- energie pas na 2012 van wordt kracht (afhankelijk van wie bevoegd gezag is) provincie 18. B Controle putten bij inrichtingen. Wanneer de gemeente controles van inrichtingen uitvoert daarin ook in de inrichting aanwezige putten meenemen, bezien vanuit de bescherming van het grondwater. 2 gemeenten Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 75

88 Tabel Beleidsmaatregelen maatregel omschrijving prioriteit trekker 19. Opstellen aanpak nitraat- en bestrij- dingsmiddelenpro- blematiek in grond- waterbeschermings- gebieden. 20. Lobby richting rijk om rijksbeleid aan te passen op gebied van Wbb-normen, nitraat, bestrijdingsmiddelen en Mijnbouwwet 21. Opnemen van ringsgevallen. grondwaterbescherming in toekomstvisies. 22. Opnemen van grondwaterbeschermingsgebieden in Structuurvisie Buisleidingen. Op basis van de uitkomst van de onderzoeken IWANH en PESTO een voorstel maken hoe om te gaan met de nitraat en bestrijdingsmiddelen problematiek. Voor een aantal knelpunten/risico s is de regio afhankelijk van landelijk beleid en regelgeving. Inbreng van regionaal standpunt in landelijke gremia IPO en Vewin. Afstemmen met Convenant Bodem en KRW- doelen voor bodemsane- Wanneer gemeenten, provincie, waterschappen en RWS toekomstvisies en/of structuurvisies uitwerken, wordt aangeraden in deze visies het belang van waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden op te nemen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) stelt een Structuurvisie buisleidingen op om ruimte te reserveren voor toekomstige buisleidingen voor gevaarlijke stoffen. Zorgen dat in dit plan het belang van de grondwaterbeschermingsgebieden is opgenomen. Tabel Beheersmaatregelen 1 provincie d provincie en WML 2/d provincie, gemeenten, g waterschappen provincie maatregel omschrijving prioriteit trekker 23. Tegengaan van effecten van bodemverontreinigingen. 25. Bescherming tegen infiltratie uit oppervlaktewater in m.n. waterwingebied. Dit gebeurt binnen de regels en procedures van de WBb. Aanpakken spoedlocaties (mobiele verontreinigingen) die een risico vormen voor de waterwinning. Dit gebeurt conform het bodemsaneringsbeleid. De aanpak moet passen binnen de doelstellingen van de KRW. Infiltratie van oppervlaktewater in de nabijheid van de winning kan een probleem vormen voor de microbiologische kwaliteit van het grondwater door infiltrerend oppervlaktewater. Om dit tegen te gaan kunnen de volgende maatregelen genomen worden: - kwaliteitsverbetering oppervlaktewateren; - beëindigen of verminderen van riooloverstorten (aantal en frequentie); - geen lozingspunten van effluent van d 1, is in uitvoering 1 en vervolgens d provincie provincie waterschap (oppervlaktewater) gemeente (riool) 76 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

89 maatregel omschrijving prioriteit trekker 26. Bescherming tegen infiltratie uit lekkende riolering in m.n. waterwingebied. 27. Bescherming verontreiniging ten gevolge van onderhoud infrastructuur. RWZI s in of bovenstrooms van waterwingebieden; - tijdens onderhoud aan en herinrichting van waterlopen zal rekening worden gehouden met de drinkwaterkwaliteit. Regelmatig inspectie riolering (GRP) en reparatie bij lekkage. In overleg met beheerders van infrastructuur afspraken maken ter bescherming van de grondwaterkwaliteit. Tabel Bestemmingsmaatregelen 1 gemeente/ WBL 1 provincie maatregel omschrijving prioriteit trekker 30. Aanpassen vergunning (Wabo en WM). Toepassen van regels conform inrichtingen- en stoffenbeleid OvL in nieuwe vergunningen. 1 en vervolgens d provincie en gemeenten Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 77

90 78 Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

91 9. CONTACTPERSONEN EN GEBRUIKTE LITERATUUR 9.1. Contactpersonen Aan het opstellen van dit dossier hebben de volgende personen hun medewerking verleend. Tabel 9.1. Contactpersonen Persoon provincie Limburg WML Rijkswaterstaat waterschap Roer en Overmaas waterschap Peel en Maasvallei Witteveen+Bos bedrijf/instantie mw. E. Frankhuizen mw.e. Dieker dhr. R. Hoofs dhr. P. van Diepenbeek mw. M.L. Geurts dhr. J. Hin dhr. W. Hendrix dhr. M. Franssen mw. V. Moonen dhr. R. Hoogeveen mw. N. Visser 9.2. Gebruikte literatuur De volgende literatuur werd gebruikt: 1. Waterbehoeftedekkingsplan SPDL , WML, Gebiedsdossier en beschermingszonedocument voor bronnen drinkwater, innamepunt Heel als pilot voor integratie, RIVM, Beschermingszonedocument Heel, DHV, Startnotitie Milieu Effect Rapportage, Realisatie permanente back-up voor Waterproductiebedrijf Heel, WML, Grote Hegge als tweede innamebron WPH - Haalbaarheidsstudie, Witteveen+Bos, Evaluatie bewaking grondstofkwaliteit medio medio 2010, WML, oktober DINO-loket ( TNO, Gebiedsdossiers voor drinkwaterbronnen, RIVM, Evaluatie en actualisatie protocol gebiedsdossiers, RIVM, Karakterisering Nederlands Maasstroomgebied, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Nieuwe ontwikkelingen in het Maasstroomgebied, drinkwater in het stroomgebiedbeheerplan Maas, KWR, Gebiedsdossier waterwinning Andijk, Witteveen+Bos, Beschermingszonedocument Andijk, beheersing van risico s bij innamelocatie van oppervlaktewater voor de bereiding van drinkwater, Rijkswaterstaat Dienst IJsselmeergebied, Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren , Rijkswaterstaat, Scheepvaartinformatie Hoofdvaarwegen editie 2009, Rijkswaterstaat, Gebiedsgericht grondwaterbeheerplan De Kempen, conceptrapport, Royal Haskoning, juli Royal Haskoning Indicatieve toetsing oppervlaktewaterkwaliteit rijkswateren ten behoeve van de drinkwatervoorziening. In opdracht van Rijkswaterstaat. Kenmerk 9T Definitief rapport 2 maart 2012). 18. Glyfosaat en AMPA in het stroomgebied van de Maas. Resultaten van een internationale meetcampagne in uitgave RIWA Maas. Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel 79

92 19. Jaarrapport 2010 De Rijn. RIWA, Relevant substances for Drinking Water production from the river Meuse. An update of selection criteria and substances lists RIWA-Meuse. Ir. A. Fischer, Ing. A. Bannink and Dr. C. J. Houtman 5th of December Beschermingszonedocument Heel, Rijkswaterstaat, Draaiboek waterverontreiniging Maas , 25 april 2012 Rijkswaterstaat Dienst Limburg (auteur: Jean-Paul van den Beuken). 23. Waterschap Roer en Overmaas en waterschap Peel en Maasvallei, Diuron in de Limburgse beken in de jaren 2001 en Gebiedsdossier Brabantse Biesbosch DHV Structuurvisie Maasgouw 2030, Arcadis, juli Geneesmiddelen in de Watercyclus in Limburg (conceptversie), KWR, mei Masterplan Maasplassen, Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg, Heusschen Copier, Karakterisering ruwwaterkwaliteit Limburgse drinkwaterwinningen, Provincie Limburg, Witteveen+Bos, MT1071-1/ definitief d.d. 24 januari 2014, Gebiedsdossier Oppervlaktewaterwinning Heel

93 BIJLAGE I BESCHRIJVING EN BELEID REGELGEVING Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

94 Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

95 Tabel I.1. Overzicht relevante wetten en regels voor de bescherming van bronnen voor de drinkwatervoorziening wetten en regels Rijk Waterwet, inclusief: - Waterbesluit; - Waterregeling; - Besluit kwaliteitseisen en monitoring water; - Besluit lozing afvalwater huishoudens; - Lozingenbesluit Wvo bodemsanering en proefbronnering; - Lozingenbesluit Wvo vaste objecten; - etc. Wabo, inclusief: - Besluit algemene regels voor inrichtingen; - Regeling omgevingsrecht; - etc. Wet milieubeheer Wet bodembescherming Drinkwaterwet en besluiten relevantie Nieuwe taken en bevoegdheden van waterschappen (vergunningverlening kleine grondwateronttrekkingen) en gemeenten (zorgplicht stedelijk waterbeheer). Daarnaast stelt de Waterwet regels voor het onttrekken of het infiltreren van water in de bodem (zowel kwantitatief als kwalitatief). Het voorkomen dan wel beperken van bodem- en grondwaterverontreinigingen (binnen inrichtingen). Beschrijving bevoegdheden van provincies op het gebied van milieubescherming en drinkwaterbescherming. Het voorkomen van het ontstaan van bodemverontreiniging (zorgplicht) en regels voor sanering van gevallen van bodem- en grondwaterverontreiniging. Vastlegging van taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van de organisatie van de openbare drinkwatervoorziening. Duurzaam veiligstellen van de openbare drinkwatervoorziening is dwingende reden van openbaar belang. De drinkwaterwet is door de Tweede en Eerste kamer is aangenomen en zal naar verwachting per 1 juli 2001 in werking treden. Wet ruimtelijke ordening, inclusief Besluit ruimtelijke ordening Wet op gewasbeschermingsmiddelen en biociden Artikel 7 van deze nieuwe drinkwaterwet treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip. Dit artikel beschrijft een aantal taken van de eigenaar van een drinkwaterbedrijf: Een van die taken is het bijdragen aan de bescherming van de bronnen voor de drinkwatervoorziening in zijn distributiegebied tegen verontreiniging, waaronder in elk geval wordt begrepen: - het verrichten van onderzoek naar de kwaliteit van deze bronnen; - het beheren of medebeheren van terreinen rondom deze bronnen gericht op het voorkomen of beperken van verontreiniging van deze bronnen. Ruimtelijke inpassing van waterfuncties en maatregelen ter bescherming van drinkwater. Toetsing van gevolgen van ruimtelijke plannen op water door het gebruik van de watertoets. Regels voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De toelaatbaarheid van een middel (in een grondwaterbeschermingsgebied) wordt bepaald door een commissie. Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

96 wetten en regels Ontgrondingenwet Waterschapswet provincie Omgevingsverordening Limburg (vervangt de Provinciale MilieuVerordening) Waterschap Keur(verordening) Gemeente Rioleringsverordening relevantie Op grond van deze wet dienen bij vergunningverlening voor een ontgronding alle belangen van belanghebbenden meegewogen te worden. Indien de ontgronding bij een drinkwaterwinning plaats vindt dient het belang hiervan meegewogen te worden. In deze wet worden de taken en inrichting van het waterschap en de samenstelling van het bestuur van het waterschap geregeld. De taken van waterschappen zijn sinds 2009 verder uitgewerkt in de Waterwet. Vastlegging van regels en ontheffingsmogelijkheden voor bescherming van drinkwater. Aanwijzing en vastlegging van beschermingszones rondom drinkwaterwinningen. de Keur bevat veelal regels en voorschriften met betrekking tot zowel de kwaliteit als kwantiteit van onttrekkingen en lozingen. Regels voor het lozen van afvloeiend hemelwater en vrijkomend afvalwater. Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

97 Tabel I.2. Overzicht relevante richtlijnen en beleid voor de bescherming van bronnen voor de drinkwatervoorziening richtlijnen en beleid Europa Kaderrichtlijn Water Europese drinkwaterrichtlijn Grondwaterrichtlijn Nitraatrichtlijn Rijk Nationaal waterplan Beheer- en Ontwikkelplan voor de rijkswateren (BPRW) Structuurvisie provincie Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL2006) Provinciaal waterplan (onderdeel van POL) relevantie De KRW beoogt het beschermen, verbeteren en herstellen van de goede toestand van het (grond)water zodat zuiveringsinspanning kan afnemen. Het voorkomen van de inbreng van verontreinigende stoffen en de ombuiging van stijgende trends van verontreiniging. De KRW is in Nederland geïmplementeerd via de Waterwet en bijbehorende besluiten en regels. De Drinkwaterrichtlijn bevat richtlijnen voor het water bestemd voor menselijke consumptie. De Drinkwaterrichtlijn is geïmplementeerd in de Nederlandse Waterleidingwet en het Waterleidingbesluit (gaan medio 2011 samen op in Drinkwaterwet). Vaststellen van drempelwaarden voor grondwater door de lidstaten om de goede toestand te bereiken. De Grondwaterrichtlijn is geïmplementeerd in de Nederlandse Waterwet, Wet bodembescherming en Wet milieubeheer Verminderen en voorkomen van uitspoeling van nitraat door de landbouw door het nemen van brongerichte maatregelen. De Nitraatrichtlijn is geïmplementeerd in de Nederlandse Meststoffenwet en de Wet bodembescherming. Instrument van de gebiedsdossiers als ondersteuning van het beschermingsbeleid wordt aangekondigd. Beheer rijkswateren in de periode , invulling van beleidsopgave uit Nationaal waterplan op rijksniveau. Het Rijk stelt structuurvisies op voor onder andere de ondergrond, buisleidingen; infrastructuur, ruimte etc. Een structuurvisie is een ambtelijk document in de ruimtelijke ordening. Deze structuurvisies hebben geen juridische status maar zijn wel voor de opsteller bindend en richtinggevend voor ontwikkelingen in de komende tien à twintig jaar. Het POL is zowel Structuurvisie, Streekplan, Waterhuishoudingplan, Milieubeleidplan, als Verkeer en vervoerplan, en bevat de hoofdlijnen van de fysieke onderdelen van het economische, en sociaal-culturele beleid. Belangrijke aandachtspunten zijn, ruimtelijke ontwikkelingen die bedreigend zijn voor de drinkwaterwinning; stijgende nitraat concentraties in freatische winningen in het heuvelland, aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen en andere microverontreinigingen in het grondwater, risico s van warmte koude opslag systemen, aanwezigheid historisch verontreinigingen in grondwaterbeschermingsgebieden. Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

98 richtlijnen en beleid Structuurvisie provincie Waterschap Waterbeheerplan Gemeente Verbreed gemeentelijk rioleringsplan (of gemeentelijk waterplan) Bestemmingsplan Bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan - Structuurvisie WM vergunningen relevantie De provincie stelt structuurvisies op voor ruimtelijke ordening. Een voorbeeld hiervan is het Provinciaal plan voor de ruimtelijke ordening (voorheen streekplan). Een structuurvisie is een ambtelijk document in de ruimtelijke ordening. Deze structuurvisies hebben geen juridische status maar zijn wel voor de provincie bindend en richtinggevend voor ontwikkelingen in de komende tien à twintig jaar. Invulling van beleidsopgave uit provinciaal waterplan. Verbreding GRP met zorgplicht voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, zorgplicht voor afvloeiend hemelwater en zorgplicht voor het voorkomen van structureel nadelige gevolgen van grondwaterstanden. Regels, verbeelding en toelichting op de vastlegging van ruimtelijke bestemmingen, waaronder het grondwaterbeschermingsgebied. Een bodemkwaliteitskaart is een kaart waarop zones staan met ieder een eigen bodemkwaliteit. Deze is bedoeld voor iedereen die van plan is grond toe te passen, maar geeft ook een algemeen beeld van de bodemkwaliteit in een gebied. In het bodembeheerplan staan de regels beschreven over hoe om te gaan met de bodemkwaliteitskaart. Voor de inwerkingtreding van de huidige Wet ruimtelijke ordening maakt de gemeente een structuurvisie voor haar grondgebied op het gebied van ruimtelijke ordening. Deze structuurvisies hebben geen juridische status maar zijn wel voor de gemeente bindend en richtinggevend voor ontwikkelingen in de komende tien à twintig jaar. Beschrijving bevoegdheden van gemeente op het gebied van milieubescherming en drinkwaterbescherming. Witteveen+Bos, bijlage I behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

99 BIJLAGE II DEBIETONTWIKKELING DOOR DE TIJD Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

100 Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

101 Onttrekking (in miljoen m3/jaar) Debietontwikkeling door de tijd In de beginjaren ( ) van het Waterproductiebedrijf Heel werd er gemiddeld zo n 2 miljoen m 3 water per jaar gewonnen (zie afbeelding II.1). Daarna steeg de gewonnen hoeveelheid geleidelijk tot het hoogtepunt in 2010 van meer dan 16 miljoen m 3. Afbeelding II.1. Debietontwikkeling door de tijd Onttrekking pompstation Waterproductiebedrijf Heel Jaar Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

102 Witteveen+Bos, bijlage II behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

103 BIJLAGE III GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

104 Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

105 Beschrijving bodemopbouw Geologisch gezien ligt de winning Heel in de Roerdalslenk. Deze slenk is gelegen tussen de Peelrandbreuk in het noordoosten en de Feldbissbreuk in het zuidwesten. De Feldbissbreuk wordt als ondoorlatend voor grondwater beschouwd. De onderstaande beschrijving van de bodemopbouw is gebaseerd op het digitaal geologisch model en geohydrologisch model voor Limburg II.1 uit REGIS (TNO, 2009). Ook hebben is voor de beschrijving gebruik gemaakt van het rapport Pompproef waterwingebied Beegden (WML, 1976). In tabel V.1 is de bodemopbouw schematisch weergegeven en in afbeelding IV.1 is een geohydrologische doorsnede door het grondwaterbeschermingsgebied opgenomen. Het eerste watervoerend pakket wordt gevormd door drie formaties: de Formatie van Beegden, Sterksel en Stramproy. De Formatie van Beegden bestaat voornamelijk uit fijn en grof grind met uiterst grof zand. De Formatie van Sterksel wordt gevormd door middelgrof zand, met vrij veel fijn en grof grind. De Formatie van Beegden en de Formatie van Sterksel vormen in de Regis-indeling samen watervoerend pakket 1A. Het bovenste deel van de Formatie van Stramproy bestaat uit matig fijn tot matig grof zand, in het onderste deel van deze formatie komen klei- en bruinkoollagen voor en fijn zand met bruinkoolresten. Van de Formatie van Stramproy hoort alleen het bovenste deel tot het watervoerend pakket. In de Regis-indeling vormt het bovenste deel van de Formatie van Stramproy watervoerend pakket 1B. Het eerste watervoerend pakket wordt afgedekt door de afzettingen van de Formatie van Boxtel, welke gekenmerkt worden door matig fijn lemig zand. Onder het onderste deel van de Formatie van Stramproy liggen de bruinkoolhoudende kleien uit de Kiezeloöliet-Formatie. Tussen de eerste en tweede kleilaag van de Kiezeloöliet-Formatie, die op deze locatie respectievelijk de eerste en tweede slecht doorlatende laag vormen (in de Regis-indeling slecht doorlatende laag 2 en 3), liggen grove en grindhoudende zanden. Deze zanden behoren ook tot de Kiezeloöliet-Formatie en vormen het tweede watervoerend pakket (watervoerend pakket 2A in de Regis-indeling). Onder de tweede slecht doorlatende laag ligt het derde watervoerend pakket, gevormd door grof en grindrijk zand. Deze zanden behoren eveneens tot de Kiezeloöliet-Formatie. Het derde watervoerend pakket wordt door twee kleilagen van maximaal enkele meters onderbroken en is daarom in Regis ingedeeld in watervoerend pakket 3A, 3B en 3C. De kleilagen vormen in Regis de slechtdoorlatende lagen 3A en 3B. Tabel III.1. Bodemopbouw ter plaatse van de winning Heel lithologie formatie geohydrologie matig fijn, lemig zand Boxtel matig doorlatende laag fijn en grof grind, uiterst grof zand Beegden watervoerend pakket 1A middelgrof zand met fijn en grof grind Sterksel watervoerend pakket 1A matig fijn tot matig grof zand met grind Stramproy watervoerend pakket 1B bruinkoolhoudende klei slecht doorlatende laag 2 grof, grindhoudend zand watervoerend pakket 2A Kiezeloöliet bruinkoolhoudende klei slecht doorlatende laag 3 grof, grindrijk zand watervoerend pakket 3 matig fijn, kleiig zand Breda geohydrologische basis Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

106 De geohydrologische basis wordt gevormd door de afzettingen van de Formatie van Breda. Deze afzettingen bestaan uit matige fijne en kleiige zanden. Door de aanwezigheid van glauconiet is de kleur van de zanden veelal groengrijs tot grijsgroen. Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

107 Afbeelding IIII.1. Geohydrologische doorsnede west-oost REGIS Limburg II.1 Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

108 Witteveen+Bos, bijlage III behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

109 BIJLAGE IV (POTENTIEEL) DRINKWATER RELEVANTE STOFFEN Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

110 Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

111 Beschrijving van (potentieel) drinkwater relevante stoffen in oppervlaktewater In opdracht van RIWA Maas is onderzoek verricht naar de identificatie van stoffen die voor de bereiding van drinkwater uit Maaswater als relevant of potentieel relevant dienen te worden beschouwd. De definitie van deze stoffen, die voor de drinkwatervoorziening relevante stoffen worden genoemd, sluit aan bij de terminologie die door de Internationale Commissie voor bescherming van de Rijn wordt gebruikt. Relevante stoffen zijn: - de stof is moeilijk te verwijderen met eenvoudige zuiveringsmethoden, zoals fysieke zuivering (coagulatie, beluchting, snelfiltratie) en desinfectie door chloor, UV of ozon; - de stof is tenminste gemeten in 2 RIWA meetstations of innamestations gedurende tenminste 3 jaar en; - de stof overschrijdt de DMR-streefwaarde of voldoet niet aan de eisen van bijlage 5 van de Drinkwaterregeling 2011 in tenminste 2 RIWA meetstations of innamestations én - de stof overschrijdt de norm die het waterleidingbedrijf hanteert. Stoffen zijn potentieel relevant als: - het aantal metingen te laag is om aan alle bovengenoemde criteria te voldoen, maar de stof is in de Maas aanwezig boven de drempelwaarde en; - de stof voldoet niet aan alle bovengenoemde criteria, maar verwacht wordt dat de concentratie hiervan de komende tijd zal toenemen, bijvoorbeeld als gevolg van wijziging in bestrijdingsmiddelengebruik en; - de stof ongewenste eigenschappen voor de drinkwaterproductie heeft en op basis van onderzoek verwacht wordt te zullen voorkomen. Voor de drinkwater bereiding relevante stoffen in oppervlaktewater Uitgaande van de bovenstaande definities komt RIWA tot een lijst met (potentieel) drinkwaterrelevante stoffen (tabel II.1). Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

112 Tabel IV.1. Proposed substances relevant to the drinking water function of the river Meuse, ranked on removal by water treatment, toxicity, odour/taste threshold and public perception. For details on the prioritization see Appendix 1 and 2. The last column details whether the c ompound is also on the list of compounds considered relevant to the Rhine (ICPR, 2011) Number Compounds Use 1 Benzo(a)pyrene PAH 2 Diuron Pesticide 3 MCPA Pesticide 4 DIPE Industrial substance 5 EDTA Industrial substance 6 2,4-D Pesticide 7 Chloortoluron Pesticide 8 Isoproturon Pesticide 9 s-metolachlor Pesticide 10 Diclofenac Pharmaceutical 11 MCPP Pesticide 12 MTBE Industrial substance 13 Nicosulfuron Pesticide 14 Tributylphosphate Industrial substance 15 Glyphosate Pesticide 16 Carbamazepine Pharmaceutical 17 Carbendazim Pesticide 18 Chloridazon Pesticide 19 Metoprolol Pharmaceutical Voor de drinkwater bereiding potentieel relevante stoffen in oppervlakte water Potentieel relevante stoffen zijn opgenomen in tabel II. 2 en II.3. Hierbij gaat het om ondermeer: - farmaceutische middelen; - geur- en smaakstoffen; - verdovende middelen; - röntgencontrastmiddelen; - industriële oplosmiddelen; - bestrijdingsmiddelen. Op WPH vindt er om uiteenlopende redenen, specifiek onderzoek plaats naar onder meer: - geneesmiddelen (ook in het kader van een samenwerkingproject met WML,WRO, WPM, WBL en STOWA); - EDTA; - DMS (rechtstreekse bedreiging vanuit Boschmolenplas); - benzotriazolen/benzothiazolen; - irt Edelchemie: (Zware) metalen, boor, bromide, MCGC_MS, Vluchtige organische koolwaterstoffen, Cyanide en EOX); - glyfosaat en AMPA. Volgens WML worden al deze stoffen in het Maaswater, in voor drinkwater relevante concentraties en frequenties, aangetroffen. In 2013 zal er een onderzoek van start gaan dat beschrijft welke en in welke mate (potentieel)drinkwaterrelevante stoffen in het Maaswater bij Heel zijn aangetroffen. Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

113 Tabellen zijn afkomstig uit: Relevant substances for Drinking Water production from the river Meuse. An update of selection criteria and substances lists RIWA-Meuse. Ir. A. Fischer, Ing. A. Bannink and Dr. C. J. Houtman 5th of December Tabel IV.2. Compounds proposed as potentially relevant to the drinking water function of the river Meuse, that fulfilled criteria B (monitoring frequency 13 times a year). The last column details whether the compound is also on the list of compounds considered relevant to the Rhine (ICPR, 2011) # Compound Category 1 Acetylsalicylic acid Pharmaceuticals 2 Amidotrizoic acid Radio contrast agents 3 AMPA Pesticide metabolites 4 BAM Pesticides 5 Caffeine Pharmaceuticals 6 DEET Pesticides 7 Diglyme Industrial substances 8 Dimethenamide-p Pesticides 9 ETBE Industrial substances 10 Fluoride Industrial substances 11 Ibuprofen Pharmaceuticals 12 Iohexol Radio contrast agents 13 Iomeprol Radio contrast agents 14 Iopamidol Radio contrast agents 15 Iopromide Radio contrast agents 16 Lincomycine Pharmaceuticals 17 Metazachlor Pesticides 18 Naproxen Pharmaceuticals 19 Oestrogenic activity Hormones 20 Phenazone Pharmaceuticals 21 Sotalol Pharmaceuticals 22 Sulfamethoxazole Pharmaceuticals 23 Urotropine Industrial substances Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

114 Tabel IV.3. Compounds proposed as potentially relevant to the drinking water function of the river Meuse, that fulfilled criteria A (monitoring frequency 4 times a year). The last column details whether the compound is also on the list of compounds considered relevant to the Rhine (ICPR, 2011) # Compound Category 1 Pheno barbital Drugs of abuse (tranquilisers) 2 Pento barbital Drugs of abuse (tranquilisers) 3 Barbital Drugs of abuse (tranquilisers) 4 Sucralose Artificial sweeteners 5 Acesulpham Artificial sweeteners 6 Musk xylene Fragrances and musks 7 Musk ketone Fragrances and musks 8 HHCB Fragrances and musks 9 AHTN Fragrances and musks 10 PFOS Perfluorinated compounds 11 PFOA Perfluorinated compounds 12 PFBA Perfluorinated compounds 13 PFBS Perfluorinated compounds 14 PFHxS Perfluorinated compounds 15 4-nonylphenol Industrial substances 16 Benzotriasole Industrial substances 17 Totyltriasole Industrial substances 18 NDMA Industrial substances 19 Surfynol 104 Industrial substances 20 Tris(chloropropyl)phosphate Industrial substances 21 DEP Plasticisers 22 DBP Plasticisers 23 DEHP Plasticisers 24 DIBP Plasticisers 25 BBP Plasticisers 26 N-butylbenzenesulfonamide Plasticisers 27 Metformin Pharmaceuticals 28 4,4 -sulfonyldifenol Industrial substances 29 DMSA Pesticide metabolites 30 TCEP Industrial substances Witteveen+Bos, bijlage IV behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

115 BIJLAGE V OVERZICHT OUTPUT BODEMLOKET Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

116 Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

117 Tabel V.1. Samenvatting bodemverontreiniging in waterwin- en grondwaterbeschermingsgebied Heel # locatie ID locatienaam gemeente verdachte activiteiten procedure 1 LI LI Op bodemloket) 3 LI LI LI LI LI LI LI LI LI Rijksweg A2 km , Hunsel Brugweg 8, Echt Lindestraat 31, Grathem Veldstraat 2, Grathem Baexemerweg 5, Grathem Prinses Margrietstraat 15, Grathem Beekstraat 3, Grathem Sint Antoniusstraat 8 6, Heel Sint Antoniusstraat 3, Heel Heggerstraat 1, Heel Heelderweg 11, Heel - ophooglaag met kolengruis (Foute koppeling Echt- Susteren en/of sintels autowasserij benzinetank (ondergronds) dieseltank (ondergronds) autoreparatiebedrijf benzinepompinstallatie afgewerkte olietank (ondergronds) benzineservicestation timmerwerkplaats brandstoftank (bovengronds) Uitvoeren saneringsevaluatie Voldoende gesaneerd Leudal goederenopslagplaats Uitvoeren historisch onderzoek afgewerkte olietank (bovengronds) chemische afvalstoffenopslag/kca-depot gemeentelijke, provinciale en rijkswerkplaatsen (weg- en waterbouw) Leudal agrarische researchinstelling Uitvoeren historisch onderzoek Leudal machine- en apparatenreparatiebedrijf Uitvoeren historisch onderzoek Leudal dieseltank (ondergronds) smeerolietank (bovengronds) transportbedrijf brandstoffendetailhandel (vaste en vloeibare) Leudal hbo-tank (ondergronds) Uitvoeren oriënterend onderzoek Uitvoeren historisch onderzoek Maasgouw galvaniseerinrichting Opstellen saneringsplan Maasgouw metaalwarenfabriek Uitvoeren historisch onderzoek Maasgouw burgerlijk- en utiliteitsbouwbedrijf chemicaliënopslagplaats Uitvoeren oriënterend onderzoek Maasgouw verfspuitinrichting (metaal) Uitvoeren historisch onderzoek machine- en apparatenindustrie Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

118 # locatie ID locatienaam gemeente verdachte activiteiten procedure 1 LI LI LI LI LI LI LI LI LI LI LI LI LI LI Heggerstraat 9, Maasgouw machine- en apparatenreparatiebedrijf Uitvoeren historisch onderzoek Heel grondwerken bedrijf metaalslijp-, -polijst-, -straalen -graveerbedrijf Heggerstraat ong. Maasgouw erfverharding met kolengruis Uitvoeren nader onderzoek 0, Heel en/of sintels DSM Transport Maasgouw petrochemische productenfabriek Monitoring mij Fietspad Maasgouw ophooglaag met kolengruis Starten sanering Prov.Weg. N566 en/of sintels Lindelaan 18, Heel Maasgouw stookolietank (ingemetseld) - Panheelderweg Maasgouw wikkelinrichting Uitvoeren historisch onderzoek 21, Heel Panheelderweg 3, Maasgouw onverdachte activiteit Uitvoeren historisch onderzoek Heel hbo-tank (bovengronds) Dorpstraat 102, Maasgouw petroleum- of kerosinetank Uitvoeren oriënterend onderzoek Heel (bovengronds) timmerwerkplaats Rector Driessenstraat Maasgouw onverdachte activiteit Uitvoeren historisch onderzoek 2, Heel dieseltank (bovengronds) Monseigneur Savelbergweg Maasgouw ophooglaag met kolengruis Uitvoeren saneringsevaluatie 4, Heel en/of sintels ophooglaag met puin en/of bouw- en sloopafval Mgr. Savelbergweg Maasgouw ophooglaag met puin en/of Uitvoeren nader onderzoek 0, Heel bouw- en sloopafval ophooglaag met kolengruis en/of sintels hbo-tank (bovengronds) onverdachte activiteit Heerbaan 46, Maasgouw lichtpetroleumpompinstallatie Uitvoeren historisch onderzoek Heel brandstoffendetailhandel (vaste en vloeibare) Wilhelminaplein Maasgouw houtbe- en verwerkende Uitvoeren historisch onderzoek 4, Heel industrie Heerbaan 2, Maasgouw metaalconstructiebedrijf Uitvoeren historisch onderzoek Heel loodgieters-, fitters- en sanitairinstallatiebedrijf Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

119 Afbeelding V.1 Overzicht bodemverontreiniging in waterwin- en grondwaterbeschermingsgebied winning Heel op basis van bodemloket Witteveen+Bos, bijlage V behorende bij rapport MT1071-1/ d.d. 24 januari 2014

Provincie Limburg. Gebiedsdossier Oevergrondwaterwinning Roosteren

Provincie Limburg. Gebiedsdossier Oevergrondwaterwinning Roosteren Provincie Limburg Gebiedsdossier Oevergrondwaterwinning Roosteren INHOUDSOPGAVE blz. SAMENVATTING 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstellingen 2 1.3. Uitgangspunten 2 1.4. Werkwijze 3 1.5. Leeswijzer

Nadere informatie

Position Paper. AO Water 24 juni 2015

Position Paper. AO Water 24 juni 2015 Position Paper AO Water 24 juni 2015 Ambitieniveau Nederland De Europese Commissie stelt dat Nederland door te weinig urgentie, het ontbreken van onderzoek naar de effectiviteit van maatregelen en het

Nadere informatie

Zorgplicht Drinkwater. Wat betekent dit voor u?

Zorgplicht Drinkwater. Wat betekent dit voor u? Zorgplicht Drinkwater Wat betekent dit voor u? Zorgplicht Drinkwater Wat betekent dit voor u? Inleiding Houdt u zich bezig met beleid op het terrein van ruimtelijke ordening, water of milieu? Dan heeft

Nadere informatie

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming.

Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Bijlage 1 Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Datum: 3 maart 2015 0. Leeswijzer en inleiding document Met het Rijk zijn afspraken gemaakt om bodemverontreiniging

Nadere informatie

bij drinkwaterwinningen. Dit

bij drinkwaterwinningen. Dit Bron: RWS beeldbank Grip op bodemverontreinigingen bij drinkwaterwinning Een aanzienlijk deel van de grondwaterwinningen voor drinkwater in Nederland wordt beïnvloed door menselijke activiteiten, zoals

Nadere informatie

Grondwaterkwaliteit in de Omgevingswet (Sessie 4.3) Relatie met beheer van bodemverontreinigingen

Grondwaterkwaliteit in de Omgevingswet (Sessie 4.3) Relatie met beheer van bodemverontreinigingen Grondwaterkwaliteit in de Omgevingswet (Sessie 4.3) Relatie met beheer van bodemverontreinigingen Programma 1. Opening (5 min) Dagvoorzitter, Peter de Putter (Sterk Consulting) 2. Grondwaterkwaliteit in

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018. Naam: Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018. Naam: Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de

Nadere informatie

Grondwater in Rijn West. René Hilhorst Procestrekker grondwater

Grondwater in Rijn West. René Hilhorst Procestrekker grondwater Grondwater in Rijn West René Hilhorst Procestrekker grondwater 1 Doel en Opzet Doel: meanderen door provinciale rol en stand van zaken aangeven 1. Provinciale taak 2. Gebiedsdossiers 3. Natura 2000 4.

Nadere informatie

Grondwater en Omgevingswet. 31 januari 2019 Utrecht

Grondwater en Omgevingswet. 31 januari 2019 Utrecht Grondwater en Omgevingswet 31 januari 2019 Utrecht Inhoud Taken irt grondwaterkwaliteit Bevoegdheden irt grondwaterkwaliteit Samenwerken aan grondwaterkwaliteit Kaderrichtlijn water Doelen Relatie met

Nadere informatie

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Beegden

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Beegden Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Beegden INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstellingen 1 1.3. Uitgangspunten 2 1.4. Werkwijze 2 1.5.

Nadere informatie

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw.

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Nummer Onderwerp : B-3.01.2008 : Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Korte inhoud : Voorgesteld wordt: 1. In te stemmen met de verwoorde

Nadere informatie

Afspraken invoering gebiedsdossiers waterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening (16 juni 2010)

Afspraken invoering gebiedsdossiers waterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening (16 juni 2010) Afspraken invoering gebiedsdossiers waterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening (16 juni 2010) Dit document is opgesteld door de projectgroep gebiedsdossiers waterwinning bestaande uit vertegenwoordigers

Nadere informatie

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Mookerheide

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Mookerheide Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Mookerheide INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstellingen 1 1.3. Uitgangspunten 2 1.4. Werkwijze 2

Nadere informatie

Herinrichten diepe plassen

Herinrichten diepe plassen Herinrichten diepe plassen Verantwoord hergebruik is mogelijk 13 april 2011 Tommy Bolleboom, Bodem+ Inhoud Handreiking in notendop Focus op RWS Implementatie tot nu toe 2 Kader handreiking Wat is een diepe

Nadere informatie

Meten en weten aan grondwater in de toekomst

Meten en weten aan grondwater in de toekomst Meten en weten aan grondwater in de toekomst IHW netwerk dag Amersfoort 2016.10.13 Auke Oostra DGRW - Bodem Mijn achtergrond: geologie en bodemsanering 2 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Grondwater

Nadere informatie

Bescherming van bronnen voor ons drinkwater. Arjen Frentz (Vewin) en Harrie Timmer (OASEN)

Bescherming van bronnen voor ons drinkwater. Arjen Frentz (Vewin) en Harrie Timmer (OASEN) Bescherming van bronnen voor ons drinkwater Arjen Frentz (Vewin) en Harrie Timmer (OASEN) Zwolle, 22 april 2016 1 Programma 1. Belang van Omgevingswet voor drinkwater 2. Amendement drinkwatervoorziening

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE Aanleiding Bij de tot standkoming van de eerste stroomgebiedbeheerplannen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW)

Nadere informatie

HOE STELLEN WE ONS DRINKWATER VEILIG ONDER DE OMGEVINGSWET?

HOE STELLEN WE ONS DRINKWATER VEILIG ONDER DE OMGEVINGSWET? HOE STELLEN WE ONS DRINKWATER VEILIG ONDER DE OMGEVINGSWET? Wendela Slok, Lieke Coonen, Mirja Baneke, Rob Eijsink* Schoon drinkwater uit de kraan! Drinkwaterbedrijven zijn verplicht het 24/7 te leveren.

Nadere informatie

De waterbodems in de Waterwet

De waterbodems in de Waterwet De waterbodems in de Waterwet Platform Toezicht Bodembeheer Ede, 13 oktober 2009 Peter de Putter Sterk Consulting, projectleider Invoering Waterwet i.o.v. V&W/DGW Inhoud presentatie 1. Ontwikkelingen en

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0019. Naam: Krijt Zuid-Limburg Code: NLGW0019 Stroomgebied: Maas

Factsheet: NLGW0019. Naam: Krijt Zuid-Limburg Code: NLGW0019 Stroomgebied: Maas Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen

Nadere informatie

Hoofdlijnenverslag van de internetconsultatie

Hoofdlijnenverslag van de internetconsultatie Wijziging Drinkwaterregeling Hoofdlijnenverslag van de internetconsultatie Openbare internetconsultatie van 24 april tot en met 29 mei 2019 Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt een wijziging

Nadere informatie

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens. Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie over de watertoets van Regge en Dinkel

Nadere informatie

Waterkwaliteit en vergunningverlening. en doe het zelf. Marcel & Victor van den Berg Rijkswaterstaat Waterdienst Waterschap Brabantse Delta

Waterkwaliteit en vergunningverlening. en doe het zelf. Marcel & Victor van den Berg Rijkswaterstaat Waterdienst Waterschap Brabantse Delta Waterkwaliteit en vergunningverlening en doe het zelf Marcel & Victor van den Berg Rijkswaterstaat Waterdienst Waterschap Brabantse Delta Inhoud Waarom vergunningen verlenen? Wettelijk kader Hoe RWS ecologie

Nadere informatie

Opkomende stoffen: hoe krijgen we de keten waterdicht? Marjan van Giezen Plv.dir. DG Water en Bodem Ministerie Infrastructuur en Water

Opkomende stoffen: hoe krijgen we de keten waterdicht? Marjan van Giezen Plv.dir. DG Water en Bodem Ministerie Infrastructuur en Water Opkomende stoffen: hoe krijgen we de keten waterdicht? Marjan van Giezen Plv.dir. DG Water en Bodem Ministerie Infrastructuur en Water Waterkwaliteit is verbeterd, als je terug kijkt... Na decennia slechte

Nadere informatie

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de KRW De Europese Kaderrichtlijn water Een grote kans voor de verbetering van de waterkwaliteit en daarmee ook voor de drinkwatervoorziening. Water nu en... Vereniging van Waterbedrijven in Nederand KRW

Nadere informatie

een veelzijdige aak Stansvorm

een veelzijdige aak Stansvorm S c h o o n d r i n k w at e r een veelzijdige aak Stansvorm Schoon drinkwater, een veelzijdige taak Oppervlaktewater speelt een belangrijke rol in vele economische en maatschappelijke facetten van onze

Nadere informatie

Protocol gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen. Vastgesteld door Stuurgroep Water op 14 december 2016

Protocol gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen. Vastgesteld door Stuurgroep Water op 14 december 2016 Protocol gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen Vastgesteld door Stuurgroep Water op 14 december 2016 Inhoudsopgave 0 Over dit protocol 3 0.1 Doel en status protocol 3 0.2 Leeswijzer 3 1 Inleiding 4

Nadere informatie

Innamestops waterwinbedrijven,

Innamestops waterwinbedrijven, Indicator 4 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De kwaliteit van het door waterwinbedrijven

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. REIKWIJDTE BELEIDSKADER

1. INLEIDING 2. REIKWIJDTE BELEIDSKADER 1. INLEIDING In het POL 2006 is vastgelegd dat de Provincie Limburg warmte en koude opslag (WKO) actief zal stimuleren, rekening houdend met de belangen van grondwaterkwaliteit en grondwateronttrekkingen.

Nadere informatie

Nieuwe stoffen, nieuwe wetten?

Nieuwe stoffen, nieuwe wetten? Nieuwe stoffen, nieuwe wetten? Ontwikkelingen lozingsbeleid industrie Roy Tummers, 6 april 2017 Kommer en kwel? PBL: waterkwaliteit sinds 1980 significant verbeterd Kwaliteit oppervlaktewater voldoende

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Schelde is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden dankzij

Nadere informatie

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef

RWS-2017/328 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschrift 4. Overwegingen 5. Ondertekening 6. Mededelingen. 1. Aanhef Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Piershil, voor het lozen van fosfor op het Spui. Zaaknummer RWSZ2016-00018059 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d.) 3 april 2012) Nummer 2644 Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De

Nadere informatie

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems De Waterwet en waterbodems De Waterwet en waterbodems Waterbodembeheer Waterbodembeheer onderdeel onderdeel watersysteembeheer watersysteembeheer Een nieuwe, integrale Een nieuwe, integrale Waterwet Waterwet

Nadere informatie

Onderwerp: Uitvoeringsprogramma Oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa Nummer: Bestuursstukken\1785. Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

Onderwerp: Uitvoeringsprogramma Oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa Nummer: Bestuursstukken\1785. Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Uitvoeringsprogramma Oppervlaktewaterwinning Drentsche Aa Nummer: Bestuursstukken\1785 Agendapunt: 7 DB: Ja 2-2-2015 BPP: Ja 18-2-2015 FAZ: Nee VVSW: Ja 18-2-2015 AB: Ja 11-3-2015 Opsteller:

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep

Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen. Nummer Onderwerp : B-3.11.2008 : Beslisnota Kaderrichtlijn Water Korte inhoud : Water Beheer 21 e eeuw, 2008, Schoon en gezond water in Noord-Nederland 1. Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water in

Nadere informatie

Gebiedsdossier drinkwaterwinning Haamstede

Gebiedsdossier drinkwaterwinning Haamstede Gebiedsdossier drinkwaterwinning Haamstede Bescherming van de drinkwaterwinning Provincie Zeeland Gebiedsdossier Haamstede Bescherming van de drinkwaterwinning Datum: 6-1-2015 Versie: Definitief Auteur:

Nadere informatie

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Grubbenvorst

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Grubbenvorst Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Grubbenvorst INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstellingen 1 1.3. Uitgangspunten 2 1.4. Werkwijze

Nadere informatie

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Breehei

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Breehei Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Breehei INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstellingen 1 1.3. Uitgangspunten 2 1.4. Werkwijze 2 1.5.

Nadere informatie

het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem

het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem CTF Amsterdam bv Prinsengracht 436 in Amsterdam Datum 21 april 2017 Casecode W-17.00767 Kenmerk 17.070654 Watervergunning het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem Uw kenmerk / projectcode:

Nadere informatie

Houden we voldoende drinkwater? Aanvullende Strategische Voorraden voor de drinkwatervoorziening

Houden we voldoende drinkwater? Aanvullende Strategische Voorraden voor de drinkwatervoorziening Houden we voldoende drinkwater? Aanvullende Strategische Voorraden voor de drinkwatervoorziening Voldoende drinkwater in de toekomst Door bevolkingsgroei en economische groei kan de vraag naar drinkwater

Nadere informatie

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Groote Heide

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Groote Heide Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Groote Heide INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstellingen 1 1.3. Uitgangspunten 2 1.4. Werkwijze

Nadere informatie

Startnotitie Milieu Effect Rapportage

Startnotitie Milieu Effect Rapportage Startnotitie Milieu Effect Rapportage Realisatie permanente back-up voor Waterproductiebedrijf Heel WML Limburglaan 25 Postbus 1060 6201 BB Maastricht T 0438808088 I www.wml.nl Cat. 1 Blad 2 van 42 Betreft

Nadere informatie

Waterbodems in de Waterwet

Waterbodems in de Waterwet Waterbodems in de Waterwet Baggernet Eefje Bruinsma (RWS Corporate Dienst) De Waterwet Integratie van de volgende sectorale wetten: Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) Wet verontreiniging zeewater

Nadere informatie

Terugdringen van geneesmiddelen in de watercyclus van Limburg

Terugdringen van geneesmiddelen in de watercyclus van Limburg Terugdringen van geneesmiddelen in de watercyclus van Limburg Jan Hofman, Harry Tolkamp, Thomas ter Laak, Hans Huiting, Roberta Hofman-Caris, KWR Watercycle Research Institute, Nieuwegein; Peter van Diepenbeek,

Nadere informatie

Uitleg deze workshop. Succes! Geschiedenis

Uitleg deze workshop. Succes! Geschiedenis Uitleg deze workshop. Wetgeving wordt vaak als droge kost ervaren. Erg moeilijk door te lezen en soms vrij onbegrijpelijk. Toch hebben we in de procesindustrie ook met wetgeving te maken. In deze workshop

Nadere informatie

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Venloschol: Breehei, Grubbenvorst, Californië, Groote Heide, Hanik

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Venloschol: Breehei, Grubbenvorst, Californië, Groote Heide, Hanik Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Venloschol: Breehei, Grubbenvorst, Californië, INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstellingen 1 1.3.

Nadere informatie

WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld. Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012

WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld. Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012 WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012 Inhoud 1. Introductie 2. Inventarisatie a. Bodemgeschiktheid b. Bouwontwikkelingen c. Omgevingsbelangen

Nadere informatie

Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd.

Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd. Stoffen en normen in waterbeleid: de meest gebruikte termen uitgelegd. Waarom staan stoffen op verschillende stoffenlijsten? Het Nederlandse waterbeleid heeft als doel: een ecologisch gezond oppervlaktewater

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Rijndelta is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden

Nadere informatie

Bescherming bronnen voor drinkwater De rol van drinkwaterbedrijven

Bescherming bronnen voor drinkwater De rol van drinkwaterbedrijven Briefrapport 703719060/2010 JFM Versteegh FAM Swinkels /FJ Wetsteyn/ GJ ten Napel/ S Wuijts Bescherming bronnen voor drinkwater De rol van drinkwaterbedrijven RIVM, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, Tel 030-274

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

Waterbodems in de Waterwet

Waterbodems in de Waterwet Waterbodems in de Waterwet Uitvoering baggerwerkzaamheden onder de Waterwet Martijn van der Veen, Waterdienst Fasen in het waterbeheer waarbij waterbodem een rol speelt Historische verontreinigingen (ontstaan

Nadere informatie

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh

~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh ~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Maas is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden dankzij

Nadere informatie

Het verzoek betreft rioolwaterzuiveringsinstallatie Rozenburg, gelegen aan de Boulevard 12 in Rozenburg.

Het verzoek betreft rioolwaterzuiveringsinstallatie Rozenburg, gelegen aan de Boulevard 12 in Rozenburg. Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5 e van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor RWZI Rozenburg, voor het lozen van totaal fosfor op de Nieuwe Waterweg. Zaaknummer RWSZ2016-00019680

Nadere informatie

Grondwater in de omgevingsvisie

Grondwater in de omgevingsvisie Grondwater in de omgevingsvisie De Omgevingswet treedt in 2019 in werking en verplicht het Rijk, provincie en gemeente tot het opstellen van een omgevingsvisie. Over de termijn waarbinnen de omgevingsvisie

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden)

PROVINCIAAL BLAD. Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden) PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Limburg Nr. 6102 22 december 2017 Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden) Provinciale

Nadere informatie

Besluit Watervergunning

Besluit Watervergunning Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Besluit Watervergunning Waterwet en Omgevingsverordening Limburg DaCapo Learning Community te Sittard Zaaknummer: 2015-1842 Kenmerk: 2015/88283 d.d. 26 november

Nadere informatie

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure) datum 14-9-2015 dossiercode 20150914-63-11571 Samenvatting watertoets (korte procedure) In dit document vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens op de website www.dewatertoets.nl. De toets

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Samenvatting Dit document geeft een toelichting op de

Nadere informatie

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Craubeek

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Craubeek Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Craubeek INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstellingen 1 1.3. Uitgangspunten 2 1.4. Werkwijze 2 1.5.

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders - Waterwet - Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland (VFL) Lelystad, 21 maart 2013 VERGADERDATUM 23 april 2013 SSO SECTOR/AFDELING STUKDATUM NAAM STELLER 3 april 2013 R.J.E. Peeters ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT 12 Voorstel Kennisnemen van het projectplan voor Waterbeheerplan 3 waarin

Nadere informatie

Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP)

Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP) Inhoud lezing uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging (UP) 1. Enkele uitgangspunten 2. Criteria probleemstoffen 3. Belangrijkste sectoren en hun probleemstoffen 4. Drie-deling in aanpak

Nadere informatie

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc. WATERTOETSPROCES Globale checklist waterbelangen in de ruimtelijke ordening Bij het watertoetsproces let het waterschap op alle wateraspecten. Doorgaans krijgen het voorkomen van wateroverlast en de zorg

Nadere informatie

Vraag 1 Wat is uw reactie op de berichten in het Algemeen Dagblad over het aantreffen van GenX in drinkwater op meerdere locaties?

Vraag 1 Wat is uw reactie op de berichten in het Algemeen Dagblad over het aantreffen van GenX in drinkwater op meerdere locaties? > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Zandwinputten. Baggernet Thema-ochtend over Zandwinputten. Een overzicht. Afdelingsoverleg Bodem & Water 22 juni John Maaskant.

Zandwinputten. Baggernet Thema-ochtend over Zandwinputten. Een overzicht. Afdelingsoverleg Bodem & Water 22 juni John Maaskant. Zandwinputten Een overzicht Afdelingsoverleg Bodem & Water 22 juni 2009 Baggernet Thema-ochtend over Zandwinputten John Maaskant Ministerie van Verkeer & Waterstaat Marc Pruijn Ministerie van Volkshuisvesting,

Nadere informatie

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d B i j l a g e 1 : Beleidskader water Europees waterbeleid Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater.

Nadere informatie

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014 MENS Staat van Utrecht 204 Bodemsanering Hoeveel humane spoedlocaties zijn nog niet volledig gesaneerd? 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd Kaart (Humane spoedlocaties bodemverontreiniging

Nadere informatie

Informatieavond ontwikkeling nieuwe drinkwaterwinning

Informatieavond ontwikkeling nieuwe drinkwaterwinning 26-4-2018 Informatieavond ontwikkeling nieuwe drinkwaterwinning Vriezenveen-Daarlerveen-Daarle 24 april 2018 Programma programma Piet Dijkstra inleiding Vitens Gerben Korten voortraject provincie Sander

Nadere informatie

Op het voornemen tot opstellen van het Nationaal Waterplan 2016-2021 en Beheer- en Ontwikkelplan voor de rijkswateren 2016-2021

Op het voornemen tot opstellen van het Nationaal Waterplan 2016-2021 en Beheer- en Ontwikkelplan voor de rijkswateren 2016-2021 Hoofdlijnen uit de zienswijzen Op het voornemen tot opstellen van het Nationaal Waterplan 2016-2021 en Beheer- en Ontwikkelplan voor de rijkswateren 2016-2021 Zienswijzeperiode: 3 juni tot en met 30 juni

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B.K. Potjer (GroenLinks) (d.d. 18 april 2017) Nummer Onderwerp Gifvrij drinkwater

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B.K. Potjer (GroenLinks) (d.d. 18 april 2017) Nummer Onderwerp Gifvrij drinkwater van Gedeputeerde Staten op vragen van B.K. Potjer (GroenLinks) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3289 Onderwerp Gifvrij drinkwater Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De afgelopen periode

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk Notitie Ons kenmerk: Z-2015-15661 / 15945 Behandeld door: mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk Onderwerp: Aantal pag. 5 Bijlagen: Concept notitie reikwijdte en detailniveau planmer Structuurvisie Ondergrond

Nadere informatie

- regels zijn altijd gekoppeld aan digitale werkingsgebieden - de werkingsgebieden van de Verordening ruimte zijn digitaal

- regels zijn altijd gekoppeld aan digitale werkingsgebieden - de werkingsgebieden van de Verordening ruimte zijn digitaal Toelichting op veranderingen Om de veranderingen in de ontwerp Interim omgevingsverordening ten opzichte van vigerende regels inzichtelijk te maken, is per thema in onderstaand overzicht aangegeven welke

Nadere informatie

Nummer 2013.0052 Sittard, 30 augustus 2013

Nummer 2013.0052 Sittard, 30 augustus 2013 BESLUIT INGEVOLGE DE WATERWET Nummer 2013.0052 Sittard, 30 augustus 2013 1 Onderwerp Toepassen van artikel 4.7, lid 1 van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas met betrekking tot het vrijstellen

Nadere informatie

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Heer-Vroendaal

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Heer-Vroendaal Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Heer-Vroendaal INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstellingen 1 1.3. Uitgangspunten 2 1.4. Werkwijze

Nadere informatie

Gelet op artikel 13, eerste lid, van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009;

Gelet op artikel 13, eerste lid, van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009; Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en milieubeheer, de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van., nr. DP/.

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.8.2006 COM(2006) 434 definitief 2003/0210 (COD) ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag

Nadere informatie

Normen voor het waterkwaliteitsbeheer: wat kun, mag en moet je er mee?

Normen voor het waterkwaliteitsbeheer: wat kun, mag en moet je er mee? Normen voor het waterkwaliteitsbeheer: wat kun, mag en moet je er mee? José Vos, Els Smit (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), Dennis Kalf (Rijkswaterstaat), Ronald Gylstra (Waterschap Rivierenland)

Nadere informatie

Tussenevaluatie gebiedsdossiers drinkwaterwinningen Aandachtspunten voor het landelijk beleid. RIVM Rapport /2013 S. Wuijts, et al.

Tussenevaluatie gebiedsdossiers drinkwaterwinningen Aandachtspunten voor het landelijk beleid. RIVM Rapport /2013 S. Wuijts, et al. Tussenevaluatie gebiedsdossiers drinkwaterwinningen Aandachtspunten voor het landelijk beleid /2013 S. Wuijts, et al. Tussenevaluatie gebiedsdossiers drinkwaterwinningen Aandachtspunten voor het landelijk

Nadere informatie

RfC W-1204-008 Foutherstel Termen Aquolex MIDDELGROOT

RfC W-1204-008 Foutherstel Termen Aquolex MIDDELGROOT RfC W-1204-008 Foutherstel Termen Aquolex algemeen onder: Publicatiedatum 18 juni 2013 Aquo-lex Status definitief impact: Fase update procedure Notitie van aandacht dit RfC is in zijn geheel doorgevoerd.

Nadere informatie

Provincie Noord-Brabant

Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Statenfractie Groenlinks Mevrouw H.l. Roiļackers Postbus 90151 5 2 0 0 MC 'S-HERTOGENBOSCH Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 1 1 15 www.brabant.nl

Nadere informatie

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Waterval

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Waterval Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Waterval INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstellingen 1 1.3. Uitgangspunten 2 1.4. Werkwijze 2 1.5.

Nadere informatie

CONVENANT UITVOERINGSPROGRAMMA WATERWINNING BRABANTSE BIESBOSCH

CONVENANT UITVOERINGSPROGRAMMA WATERWINNING BRABANTSE BIESBOSCH CONVENANT UITVOERINGSPROGRAMMA WATERWINNING BRABANTSE BIESBOSCH 2015 2021 ONDERGETEKENDEN: 1. Staat der Nederlanden, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, gevestigd

Nadere informatie

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets Code: 20120223-5-4281 Datum: 2012-02-23 Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie

Nadere informatie

Inzet voor de Structuurvisie Ondergrond

Inzet voor de Structuurvisie Ondergrond Inzet voor de Structuurvisie Ondergrond Versie nr. 1.1 Auteur / Projectleider Rob Eijsink Datum 10 juni 2013 Vewin Bezuidenhoutseweg 12 2594 AV Den Haag T (070) 3490 850 info@vewin.nl www.vewin.nl Postbus

Nadere informatie

Notitie. Randvoorwaarden terreingebruik voor, tijdens en na de bodemsanering bij Chemie-Pack e.o.

Notitie. Randvoorwaarden terreingebruik voor, tijdens en na de bodemsanering bij Chemie-Pack e.o. Notitie Onderwerp Rand terreingebruik voor, tijdens en na de bodemsanering bij Chemie-Pack e.o. 1. Inleiding Als gevolg van de brand bij Chemie-Pack is een omvangrijke grond- en grondwaterverontreiniging

Nadere informatie

Gezien het advies van de Provinciale adviescommissie leefomgevingskwaliteit d.d. 8 juni 2009;

Gezien het advies van de Provinciale adviescommissie leefomgevingskwaliteit d.d. 8 juni 2009; Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten provincie H o L L A N D ZUID Vergadering December 2009 Nummer 6130 onderwerp Zesde tranche Provinciale milieuverordening Zuid-Holland (PMV) 1 Besluit

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0019 Krijt Zuid-Limburg

Factsheet: NLGW0019 Krijt Zuid-Limburg Factsheet: NLGW0019 Krijt Zuid-Limburg -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie

Nadere informatie

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Schinveld

Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Schinveld Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Provincie Limburg Gebiedsdossier winning Schinveld INHOUDSOPGAVE blz. 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstellingen 1 1.3. Uitgangspunten 2 1.4. Werkwijze 2 1.5.

Nadere informatie

Bijlage Grondwaterbeheer. bij Omgevingsvisie, paragraaf Grondwaterbeheer

Bijlage Grondwaterbeheer. bij Omgevingsvisie, paragraaf Grondwaterbeheer Bijlage Grondwaterbeheer bij Omgevingsvisie, paragraaf 10.6.1.4 Grondwaterbeheer 1 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Nadere uitwerking beleidskader beheer grondwatervoorraad... 6 2.1 Inleiding... 6 2.2

Nadere informatie

Samenhang tussen het toelatingsbeleid en de KRW

Samenhang tussen het toelatingsbeleid en de KRW 27858 Gewasbeschermingsbeleid 27625 Waterbeleid Nr. 326 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 15 oktober 2015 In

Nadere informatie

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen B i j l a g e 2 : G e l d e n d w a t e r b e l e i d Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen Inhoudsopgave Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen 1 Inhoudsopgave 1 1 Europees Waterbeleid

Nadere informatie

Memo van de gedeputeerde drs. J.J.C. van den Hout Gedeputeerde Natuur, Water en Milieu

Memo van de gedeputeerde drs. J.J.C. van den Hout Gedeputeerde Natuur, Water en Milieu Memo van de gedeputeerde drs. J.J.C. van den Hout Gedeputeerde Natuur, Water en Milieu Onderwerp Vervolgproces toekomstbestendig grondwaterbeleid Geachte Statenleden, Via deze memo wil ik u graag informeren

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie