RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging

Transcriptie

1 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Gemeente Heist-op-den-Berg RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 21 mei 2015 Afdeling Bouw en Milieu, Heist-op-den-Berg kenmerk: SCRPL

2 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging COLOFON Gemeente Heist-op-den-Berg College van Burgemeester en Schepenen Kerkplein Heist-op-den-Berg Beleidsverantwoordelijke: Dhr. Wim Van den Bruel Schepen Ruimtelijke Ordening 015/ Ambtelijk verantwoordelijke Afdeling Bouw en Milieu Mevr. Veerle De Belser Stedenbouwkundig ambtenaar Erkend ruimtelijk planner Leopoldlei Heist-op-den-Berg 015/

3 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging INHOUD 1. Methodologie Kadering van verzoek tot raadpleging Beschrijving plan en afbakening gebied Initiatiefnemer Motivering met betrekking tot afbakening Motivering met betrekking tot opmaak gedeeltelijke herziening BPA door een RUP Planomschrijving Effectbenadering Planalternatieven Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden Juridische randvoorwaarden Grens- of voorwaardenstellend kader voor het RUP De Bos Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Ruimtelijk Structuurplan provincie Antwerpen Stedelijk netwerk Lier-Aarschot Afbakening kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Heist-op-den-Berg Andere relevante beleidsdocumenten Alternatieven en referentiesituatie Bepalen van de plan-mer-plicht Potentiële milieu-effecten van het plan Algemeen Discipline bodem en water Discipline lucht en geluid Discipline fauna en flora Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Discipline Mens en Mobiliteit Overzicht van voorgestelde milderende maatregelen Leemten in kennis Grensoverschrijdende effecten Discipline-overschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten BIJLAGE 1: BPA Zuid de Bergstraat BIJLAGE 2: MOBER BIJLAGE 3: uitgebrachte adviezen:

4 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 1. Methodologie De methodologie voor opmaak van een plan-mer-screening is gebaseerd in de richtlijnen voor opstellen van een MER (cfr. Plan-MER-decreet dd. 27/04/2008), waarbij echter de analyses minder diepgaand zijn. Er wordt gewerkt met een hoofdzakelijk kwalitatieve benadering, enkel kwantitatief onderbouwd waar nodig of relevant. In voorliggend document worden volgende begrippen gehanteerd: - plangebied: wordt bepaald door de grenzen van het betrokken RUP, zijnde RUP De Bos, zoals voorlopig vastgelegd. In de loop van het planningsproces kunnen deze grenzen nog aangepast, doch niet meer uitgebreid worden. - studiegebied: wordt afgebakend in functie van verwachte reikwijdte van mogelijke effecten. Het studiegebied kan bijgevolg verschillen afhankelijk van de onderzocht discipline. De planeigenschappen geven aan welke effecten waar onderzocht moeten worden. - alternatieven: essentieel in de beoordeling van milieu-effecten op een plan is de vergelijking met mogelijke alternatieven. Bij het nulalternatief wordt ervan uitgegaan dat het plan niet zal worden uitgevoerd, en er dus teruggevallen wordt op de initiële juridische context (gewestplan vorig BPA of RUP). Bijkomend kan nog een aantal types alternatieven worden onderscheiden: - locatie-alternatieven: deze zijn enkel relevant indien er meerder locaties zowel ruimtelijk als beleidsmatig - mogelijk zijn - uitvoeringsalternatieven: door het opleggen van specifieke 3

5 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging voorschriften in bestemming en inrichting, kan tot diverse vormen van uitvoering worden gekomen. - beheersalternatieven - de referentiesituatie: de situatie waartegen de eventuele milieu-effecten ten gevolge van het planinitiatief (RUP) worden afgewogen. Doorgaans is de referentiesituatie gelijk aan de bestaande situatie, hoewel bij de beoordeling van de effecten ook de heersende juridische context (nulalternatief) kan worden aangehouden.. Op basis van de opzet van het planningsproces, zijnde een eerste inschatting van bestemmingen en stedenbouwkundige voorschriften die gehanteerd zullen worden in het RUP, worden mogelijke milieu-effecten gescreend en schematisch weergegeven. Er wordt gewerkt met een ingreep-effectenschema, waarin de volgende disciplines worden onderzocht op potentieel significante effecten die trouwens zowel positief als negatief kunnen zijn: - primaire disciplines: - lucht - geluid en trillingen - licht, warmte en straling - bodem en watersysteem mobiliteit - integrerende disciplines of receptordisciplines (waarbij de effecten zich voornamelijk voordoen op indirecte manier, nl. via effecten in de primaire disciplines): - mens - bouwkundig erfgoed en landschap -fauna en flora - klimaat Wat betreft de effecten wordt er een onderscheid gemaakt tussen: - directe en indirecte effecten - tijdelijke en permanente effecten. Tijdelijke effecten die te maken hebben met de aanlegfase hebben echter minder relevantie in het kader van een planningsproces, en worden daarom buiten beschouwing gelaten. Ze kunnen desgevallend in een later stadium nog terug naar voren komen, bvb. op het moment van een project-mer-studie. Bij de analyse en beoordeling van de eventueel significante effecten per discipline worden de volgende onderdelen telkens besproken: Studiegebied (reikwijdte van eventuele effecten) Referentiesituatie Analyse van ingrepen en effecten Beoordeling effecten Conclusie en aanbevelingen (remediërende maatregelen) Bij de beoordeling wordt bovendien rekening gehouden met eventuele cumulatieve effecten van andere plannen of projecten in de omgeving. Voor het betreffende plangebied van RUP De Bos zijn er echter geen plannen of projecten gekend / te verwachten, die aanleiding zouden kunnen geven tot cumulatieve effecten. 4

6 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 2. Kadering van verzoek tot raadpleging De opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) De Bos betreft een gedeeltelijke herziening van het BPA Zuid de Bergstraat (KB 03/02/1967), en richt zich meerbepaald op een tot op heden nog niet ontwikkeld binnengebied en haar randen, begrensd door Bossestraat, Boudewijnlaan, Oude Gendarmeriestrat, Spoorwegstraat, Hoge Brugstraat. De herzieningsopdracht kadert in: - de uitvoering van de bindende bepaling van het GRS Heist-opden-Berg, beslissingsveld 3: Acties, 3.2 Ruimtelijke Uitvoeringsplannen actie 25 : herziening van bestaande BPA s - BPA s centrum : de BPA s Noord de Bergstraat, Zuid de Bergstraat zijn in herziening. - de doelstelling van het G.R.S. Heist-op-den-Berg om kernversterkende strategische projecten op te zetten, zoals opgenomen in het Richtinggevend gedeelte als volgt: Strategische projecten hebben een 'uithangbord' functie voor het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Ze materialiseren (deels) de richtlijnen die in de gemeentelijke ruimtelijke structuur zijn aangegeven. Ze kunnen puntsgewijs geformuleerd zijn, maar leggen bij voorkeur relaties. De opname in de bindende bepalingen bevestigt de wil van het gemeentebestuur om tot realisatie over te gaan, zij het stapsgewijs. - De algemene doelstelling om te komen tot een vergunningsinstrument op basis waarvan een hedendaagse invulling tot stand kan komen, die uitgaat van de gangbare principes rond verdichting van woongebieden, zuinig ruimtegebruik en duurzame ruimtelijke ontwikkeling, en in die zin de verouderde stedenbouwkundige invulling van het oude BPA vervangt. De doelstellingen van het RUP De Bos worden omstandig uiteengezet in hoofdstuk 2.2 van voorliggende nota. 5

7 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging De plan-mer-screening voor het RUP De Bos werd uitgevoerd overeenkomstig de decretale bepalingen: - Het PlanMER-decreet dd. 27/04/ Besluit Vlaamse Regering dd. 12/10/2007 inzake milieueffectenrapportage - gewijzigd en aangevuld door latere decreten, uitvoeringsbesluiten en omzendbrieven In het kader hiervan en overeenkomstig hoofdstuk II artikel 3 1 van het besluit van de Vlaamse regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma s, raadpleegt de initiatiefnemer, zijnde het gemeentebestuur Heist-op-den-Berg op eigen initiatief en uiterlijk op het ogenblik dat zij de doelstellingen en de reikwijdte van het voorgenomen plan kan afbakenen, de volgende instanties: 1. de deputatie van de provincie, waarop het voorgenomen plan of programma milieueffecten kan hebben; 2. het college van burgemeesters en schepenen van de gemeente waarop het voorgenomen plan of programma milieueffecten kan hebben; 3. de betrokken instanties afhankelijk van de ligging en de mogelijk te verwachten aanzienlijke effecten van het voorgenomen plan of programma op in voorkomend geval de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ordening, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, het geluid, het licht, de stoffelijke goederen, het cultureel erfgoed met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed, het landschap en de mobiliteit. naam Provinciebestuur Antwerpen Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit Dienst Ruimtelijke Planning ANB Antwerpen Anna Bijnsgebouw Ruimte Vlaanderen APL Antwerpen t.a.v. Mevr. K. Toebak, Mevr. V. Peeters Anna Bijnsgebouw Onroerend Erfgoed Antwerpen t.a.v.dhr. M. De Borgher Anna Bijnsgebouw Agentschap Wonen-Vlaanderen Afdeling Wonen t.a.v. Mevr. H. Van den Bosch, afdelingshoofd Departement MOW t.a.v. Dhr. F. Boelaert, secretaris-generaal De Lijn Antwerpen t.a.v. Dhr. T. Meeuws, directeur adres Koningin Elisabethlei Antwerpen Lange Kievitstraat bus Antwerpen Lange Kievitstraat bus Antwerpen Lange Kievitstraat bus Antwerpen Koning Albert II laan 19bus Brussel Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II laan 20 bus Brussel Grotehondstraat Antwerpen Op 3 september 2014 (datum ontvangstbewijs) werd hiertoe een adviesvraag geformuleerd aan de Dienst Milieueffectrapportagebeheer (dienst Mer). Op 19 september 2014 werd door de Dienst Mer een selectie van de relevante betrokken instanties die in het licht van het onderzoek naar de plan-mer-plicht dienen aangeschreven te worden, meegedeeld. Het betreft: Het verzoek tot raadpleging versie 03/11/ werd ter advies voorgesteld aan de hierboven vermelde instanties. Doel van deze adviesprocedure was om de instanties toe te laten de gegevens met betrekking tot het studiegebied waarover zij beschikken, die eventueel nog niet bekend zouden zijn bij de initiatiefnemer of de Dienst Mer, aan de 6

8 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging initiatiefnemer over te maken zodat de Dienst Mer een gefundeerde beslissing kan nemen over de plan-mer-plicht van het voorgenomen plan. Overeenkomstig bovenvermeld besluit werden de uitgebrachte adviezen integraal toegevoegd aan de voorliggende nota, en werden de teksten aangevuld en bijgestuurd op basis van de betreffende adviezen. Op basis van voorliggende nota wordt dan ook gevraagd aan de dienst Mer om een eindbeslissing inzake (vrijstelling tot) plan-mer-plicht te nemen. 7

9 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 3. Beschrijving plan en afbakening gebied 3.1 Initiatiefnemer Het College voor Burgemeester en Schepenen van de gemeente Heistop-den-Berg is initiatiefnemer voor opmaak van het RUP De Bos, en de daarbij horende screening van de plan-mer-plicht voor het betreffende RUP. 3.2 Motivering met betrekking tot afbakening Algemeen: De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening voorziet in de opmaak van gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplannen als instrument ter uitvoering van de beleidsopties genomen in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Concreet stelt art De gemeente kan gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen opmaken en herzien ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en van die delen van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en van het provinciaal ruimtelijk structuurplan waarvan de uitvoering aan de gemeente werd toegewezen. Vooruitlopend op het afbakeningsproces voor het kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg, dat momenteel lopend is onder de bevoegdheid van de provincie, kan aangenomen worden dat het betreffende plan RUP De Bos gelegen is binnen het kleinstedelijk gebied. Echter gezien de eerder beperkte omvang van het RUP, en het feit dat het gaat om een partiële herziening van het goedgekeurde BPA Zuid de Bergstraat, waarbij geen prominente bestemmingswijzigingen worden voorzien, maar slechts een 8

10 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging aanpassing van bestemmingsplan en stedenbouwkundige voorschriften zal gebeuren om tot een meer hedendaagse, duurzame en ruimtebesparende stedelijke ontwikkeling te kunnen komen is de opmaak van het betreffende RUP toe te wijzen tot de bevoegdheden van het lokale bestuur, en vormt het geen provinciale taak. Bovendien kadert de partiële herziening van RUP De Bos binnen de doelstellingen van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Heist-op-den- Berg, zijnde de realisatie van kernversterkende strategische projecten, hetgeen de lokale bevoegdheid bijkomend onderschrijftt. Vooronderzoek tot afbakening: In het vooronderzoek gericht op het bepalen van een passende afbakening voor de partiële herziening van het BPA Zuid de Bergstraat, werd een ruimer gebied in overweging genomen. Meerbepaald werd het integrale bouwblok, begrensd door de Bossestraat (oost), de Boudewijnlaan (noord) en de spoorlijn Antwerpen Hasselt (zuid), geanalyseerd op basis van de bestaande ruimtelijke structuur en de mogelijke ontwikkelingen binnen het huidig juridische kader. Kadasterplan ruim studiegebied ifv onderzoek afbakening Deze analyse levert volgende gegevens op: - Langsheen de Boudewijnlaan en Bossestraat zijn overwegend woonfuncties gelegen in een vrijstaande, hier en daar gekoppelde typologie. De diepten van de tuinen zijn rationeel in het westelijk gedeelte van het bouwblok (waar het binnengebied reeds verkaveld is), maar blijven overwegend diep tot zeer diep in de noordoostelijke hoek (palend aan het onbebouwde binnengebied). - Het bouwblok is intern grotendeels ontwikkeld met woningbouw op een traditionele manier, door een wegenpatroon loodrecht op de Boudewijnlaan van west naar oost opeenvolgend de Berkenstraat, Kattenstraat, Oude Gendarmeriestraat en Vaes- Oogstlaan -, waarlangs eengezinswoningen met een beperkte densiteit zijn opgericht. Enkel het meest oostelijk gedeelte van het bouwblok is vandaag niet ontwikkeld. - De woningen binnenin het bouwblok vertonen een relatief grote korrel, met vrij ruime en rationeel verkavelde percelen, in hoofdzakelijk een opstelling als vrijstaande bebouwing. Enkel langs het noordelijke gedeelte van de Kattenstraat is een iets densere bebouwing terug te vinden. - Op de westelijke hoek van het bouwblok is een bijzondere typologie terug te vinden, waar zich het rusthuis met aanpalende servicewoningen bevindt. Ook hier betreft het een integraal gerealiseerde toestand, waar bestendiging van de bestaande toestand aan de orde is. Recent werd een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd (d.d. 25/03/2014) voor het bouwen van 26 nieuwe seniorenwoningen na afbraak van de bestaande seniorenwoningen. - Enkel het oostelijk gedeelte van het bouwblok is vandaag niet ontwikkeld. De analyse van de bestaande ruimtelijke structuur en de ontwikkelingsmogelijkheden werd vervolgens in relatie gebracht tot de gewenste ruimtelijke structuur, rekening houdend met: - Enerzijds: de overweging dat het betreffende gebied wellicht deel zal uitmaken van het kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg, en het opzetten van kernversterkende strategische projecten in een 9

11 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging lange termijnvisie hier wenselijk is. De plandelen die hiervoor in aanmerking komen, werden binnen de afbakening van het RUP De Bos opgenomen. Concreet gaat het om het onbebouwde terrein van ca m² tussen de achtertuinen van Bossestraat en Boudewijnstraat, en de achterzijde verkaveling Meidoornstraat Vaes-Oogstlaan Schildenstraat. - Anderzijds: de realiteit dat sites die (quasi) volledig ontwikkeld zijn, vaak een kleine kavelstructuur inhouden met overwegend private eigendomsposities, of ruimtelijk minder gunstig gelegen zijn om tot verdichting over te gaan, ook op lange termijn wellicht in hun huidige constellatie behouden zullen blijven, en er zich weinig opportuniteiten zullen voordoen tot verdichting, zonder de draagkracht van de directe omgeving hierdoor te overschrijden. De plandelen waar verkavelingen met wegenaanleg en private woningbouw tot stand gekomen zijn op basis van het BPA Zuid de Bergstraat, worden daarom niet mee in de afbakening van het RUP De Bos opgenomen. Kadasterplan met aanduiding kerngebied voor strategische projectontwikkeling Tot slot werden de randen van het gebied dat in aanmerking komt voor ontwikkeling van een kernversterkend strategisch project, meer in detail onderzocht, om te komen tot een logische afbakening, die rekening houdt met overgangszones tussen bestaande bebouwing en nieuwe ontwikkelingen. Aanpalende percelen werden bekeken naar hun perceelsdiepte, hoeken van straten, aanzetten tot nieuwe wegenis en andere ontsluitingsmogelijkheden naar het projectgebied werden onderzocht naar hun potentie om al dan niet deel uit te maken van de kernversterkende ontwikkeling. 10

12 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Voorstel tot afbakening Vanuit het vooronderzoek, werd finaal beslist om het plangebied RUP De Bos af te bakenen als volgt : -Boudewijnlaan - Oude Gendarmeriestraat - Spoorwegstraat - Hoge Brugstraat - Bossestraat De bestaande bebouwing langsheen de straten Bossestraat Boudewijnlaan, alsook de bestaande verkavelingen Oude Gendarmeriestraat, zullen naar typologie en bouwmogelijkheden grotendeels bestendigd worden in hun huidige toestand. In die zin zal het RUP De Bos inhoudelijk weinig wijzigingen aanbrengen ten opzichte van het BPA Zuid de Bergstraat, en zullen ook de goedgekeurde verkavelingen binnen het plangebied niet worden opgeheven. De vernieuwende voorschriften van het RUP De Bos, gericht op een kernversterkende strategische ontwikkeling binnen de draagkracht van de omgeving, zullen zich dan ook hoofdzakelijk richten op het nietontwikkelde binnengebied, en de daarbij direct aansluitende randzones (overgangen naar bestaande bebouwing). Kadasterplan met keuze tot afbakening plangebied RUP De Bos. 11

13 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 3.3 Motivering met betrekking tot opmaak gedeeltelijke herziening BPA door een RUP Het bestaande BPA Zuid de Bergstraat voorziet voor het plangebied, zoals hiernaast afgebakend een zeer traditionele invulling van vrijstaande en gegroepeerde bebouwing, met specifieke aanduiding van wegenis, pleinvorming,... Het bestaande bebouwingspatroon rondom Meidoornstraat, Vaes-Oogstlaan en Schildenstraat is tot stand gekomen op basis van dit BPA. Ook voor het centraal gelegen binnengebied, dat tot vandaag nog niet ontwikkeld is, voorziet het BPA een soortgelijke, zeer determinerende en duidelijk gedateerde invulling. Volgens de voorschriften van het BPA is de bebouwing gegroepeerd in huizenblokken van max. 36 m breedte en kan alleenstaande bebouwing worden toegestaan voor zover de afwerking met een kopgebouw van een huizenblok er niet door in het gedrang wordt gebracht. In dat geval worden de voorschriften voor vrijstaande bebouwing van het BPA van toepassing. Uit de invulling in het verleden van dit BPA in de omliggende blijkt duidelijk dat geopteerd werd voor vrijstaande bebouwing. Dit resulteert dan ook in het feit dat een groot deel van de centrumstraten van Heist-op-den-Berg ingevuld zijn met vrijstaande woningen/villa s met ruime tuinen, een bebouwingsconcept dat helemaal niet strookt met de hedendaagse stedenbouwkundige visie van verdichting in het centrum van een kleinstedelijk gebied. Er moet dan ook over gewaakt worden dat de nog niet ontwikkelde en vrij cruciale gebieden in het centrum van de gemeente niet opgeofferd worden aan vrijstaande bebouwing, aangezien deze bebouwingswijze hoegenaamd niet volgens de huidige stedenbouwkundige richtlijnen voor kleinstedelijke gebieden is, doch juridisch omwille van het bestaande BPA slechts moeilijk tegengehouden kan worden (enkel indien de gemeenteraad ondanks het juridische statuut van het bestaande BPA - weigert het wegentracé voor het binnengebied in kader van een verkavelingsaanvraag goed te keuren, kan de ontwikkeling volgens het BPA worden belemmerd). In het kader van het hedendaags ruimtelijk denken over de invulling van een kleinstedelijk gebied en de concentratie aan bebouwing in het kleinstedelijk gebied, het opbouwen van een woningcontingent, enz. moet er op deze site gestreefd worden naar een totaalproject met een hogere dichtheid passend in het centrum van een kleinstedelijk gebied. Kopie van het BPA Zuid de Bergstraat ter hoogte van kerngebied Op het nog onbebouwde gebied gelegen tussen Boudewijnlaan Bossestraat/Hoge Brugstraat Vaes Oogstlaan werd ontwerpend onderzoek verricht. Het bestaande BPA laat niet toe om de resultaten van dit ontwerpend onderzoek kaderend in een hedendaags stedenbouwkundig beleid in het centrum van een kleinstedelijk gebied te implementeren op het terrein. 12

14 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging De enige manier om alsnog het project van het ontwerpend onderzoek, dat kadert in de hedendaagse planologische context, te kunnen realiseren, is via de opmaak van een RUP dat zorgt voor de gedeeltelijke herziening van het bestaande BPA Zuid de Bergstraat. De gedeeltelijke herziening van het BPA Zuid de Bergstraat zal naast het introduceren van een hedendaags, stedenbouwkundig, planologisch concept voor het gebied gelegen tussen Boudewijnlaan Bossestraat/Hoge Brugstraat Vaes Oogstlaan ook aandacht hebben voor o.a. volgende items : - aanpassing bouwmogelijkheden voor bouwstroken langsheen Bossestraat / Hoge Brugstraat en Boudewijnlaan (o.a. toename bouwhoogte om aan huidige EPB-normen te kunnen voldoen) - vrijwaren van voetweg nr. 130 als belangrijke langzaamverkeersverbinding richting centrum, Bergstraat (= winkelstraat van Heistop-den-Berg en de belangrijkste centrumas) - mogelijkheid tot introductie van multifunctionele parking - aanpassen van de bouwstroken in diepe tuinen Bossestraat teneinde ook hier te kunnen verdichten Schildenstraat, met eengezinswoningen in een vrijstaande typologie op vrij ruime kavels. De bebouwing van Bossestraat en Boudewijnlaan zelf wordt eveneens getypeerd door een vrij open structuur, met overwegend vrijstaande en gekoppelde bebouwing. 3.4 Planomschrijving Beschrijving: Het plangebied van het RUP De Bos situeert zich tussen Bossestraat / Hoge Brugstraat, de Boudewijnlaan N15 en de Oude Gendarmeriestraat/Spoorwegstraat. Het plangebied is op een afstand van ca. 450 m gelegen van de kern van Heist-op-den-Berg (kerkplein). Centraal in het plangebied is een onbebouwde zone gelegen van ca m² groot, vandaag in gebruik als grasland. Deze zone paalt ter hoogte van de Bossestraat en Boudewijnlaan aan veelal diepeachtertuinen. Ten westen van de onbebouwde kernzone zijn de verkavelingen gelegen van Meidoornstraat, Vaes-Oogstlaan en Situering plangebied (blauw) en onbebouwd kerngebied (rood) binnen de macro-structuur van Heist-op-den-Berg 13

15 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Ook vanaf de Bossestraat is het centrale binnengebied nog ontsluitbaar, vanaf een vrij ruime onbebouwde kavelstructuur. Langs de Bossestraat bevinden zich veelal oudere woningen, gekoppelde bebouwing op smallere, diepe percelen met bijgebouwen in deze diepere tuinen afgewisseld met vrijstaande bebouwingen veelal ook op diepere maar dan bredere percelen. Deze diepe tuinen doorsnijden het gebied. Ten aanzien van het open binnengebied bevindt zich aan de Bossestraat nog een gekoppelde bebouwing met handelspand erin. Aan voetweg 130 bevindt zich één vergunde vrijstaande ééngezinswoning. De westzijde van het plangebied omgeving Oude Gendarmeriestraat, Meidoornstraat, Vaes Oogstlaan, Schildenstraat - is verkaveld conform de voorschriften van het BPA Zuid de Bergstraat hetgeen resulteert in een rationele structuur met kleinere kavels en hoofdzakelijk vrijstaande eengezinswoningen. Situering plangebied binnen de macro-structuur van Heist-op-den-Berg Vanaf de Boudewijnlaan zijn er vandaag 2 ontsluitingsmogelijkheden naar het centrale binnengebied: de meest westelijke biedt potenties voor een volwaardige ontsluiting met autoverkeer; de oostelijke kan eerder fungeren als verbinding voor zachte weggebruikers. Concreet wordt het binnengebied aan de Boudewijnlaan afgeblokt door 2 appartementsgebouwen. Rechts van deze appartementsblokken werd wel voorzien in de toegang naar het binnengebied conform het bestaande BPA Zuid de Bergstraat. Links van deze gebouwen werd de voetweg sentier nr. 130 bewaard. Deze loopt doorheen het hele plangebied en loopt tevens verder in de richting van de Bergstraat waardoor deze als belangrijke verbinding kan fungeren. Situering plangebied op topografische kaart 14

16 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Visie en doelstellingen Aan de hand van ontwerpend onderzoek, voorafgaand aan de opmaak het RUP De Bos, is er naar een consensus gezocht over de gewenste invulling van dit gebied. Dit onderzoek levert een concept, met volgende uitgangspunten: - verdichting - toegang tot het gebied gebeurt via Bossestraat de hoofdas maakt een lus rond het publieke plein vanaf de hoofdas is er een aftakking, die leidt naar een woonerf fietsers en voetgangers hebben verschillende doorsteken naar de omliggende woongebieden er is een verscheidenheid aan typologieën aanwezig waarbij de densiteit rond het publieke plein vergroot wordt - bestaande voetweg bestendigen en versterken Het hieronder getoonde conceptuele stadsontwerp wordt gedragen door meerdere actoren, in eerste instantie door het gemeentebestuur alsook door potentiële ontwikkelaars. Het RUP zal de noodzakelijke randvoorwaarden om deze ontwikkeling ook kwalitatief tot stand te brengen vastleggen. Globaal concept als resultaat van ontwerpend onderzoek. 15

17 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Binnen dit globale concept, werden 2 varianten verder uitgewerkt. Zowel variant 1 als variant 2 resulteren in duidelijke hogere woningdichtheden dan de omgeving die ingevuld is volgens de principes van het oude BPA Zuid de Bergstraat dat dateert van 03/02/1967. Variant 1 met louter grondgebonden woningen en appartementen Indien het terrein louter met woningen en appartementen ingevuld wordt, kunnen er 88 wooneenheden gecreëerd worden (48 woningen inclusief garage en 40 appartementen met ondergrondse autostaanplaats.) Dit geeft een woningdichtheid van 29 won/ha, een woningdichtheid die in het kleinstedelijk gebied zeker te verantwoorden is. Variant 1 stelt een verscheidenheid van typologieën voorop: de toegang tot het terrein (via Bosstraat) wordt door vrijstaande woningen begrensd rondom het publieke plein wordt de densiteit vergroot het woonerf wordt omringd door tweewoonsten 16

18 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Variant 2 met woonfunctie en supermarkt Gelet op de eigendomsstructuren en de wensen van de eigenaars is er echter een tweede scenario waarbij er op het terrein ook een supermarkt met parking voorzien wordt. Het mengen van functies is hier dan ook nadrukkelijk aanwezig. Gestapeld op de supermarkt worden woningen voorzien om een betere ruimtelijke inpassing van de supermarkt in de woonomgeving te creëren, alsook de 24-uur-beleving te garanderen. De parking van de supermarkt zou tijdens de sluitingsuren van de supermarkt tevens dienst kunnen doen als randparking voor het centrum. De bestaande langzaam-verkeersverbinding naar het centrum (winkelstraat Bergstraat) kan hiervoor dienst doen en verder uitgebouwd worden. Dit scenario geeft dan 83 wooneenheden, een supermarkt van iets minder dan m² en een parking voor ca. 120 wagens. De woningdichtheid komt hier dus neer op 27 won/ha, zijnde een woningdichtheid die zeker verantwoord kan worden in het kleinstedelijk gebied. 17

19 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Inzake mobiliteit wordt in de beide varianten een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de hoofdas in het gebied die de verbinding vormt van de Boudewijnlaan richting Bossestraat en de as met bestemmingsverkeer in het woonerf. 18

20 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Gewenste planinvulling / aanzet tot zoneringsplan Daar waar het hierboven beschreven ontwerpend onderzoek zich hoofdzakelijk richt tot het niet-ontwikkelde kerngebied, werd bij de opmaak van een eerste aanzet tot gewenste planinvulling ook gekeken naar de bestaande grotendeels te bestendigen bebouwing langsheen de straten en binnen de verkaveling, en naar de overgangszones tussen de beiden. Dit resulteert in schets hiernaast met bijbehorende kencijfers, die als basis gebruikt zal worden voor de opmaak van het grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften van het RUP De Bos 19

21 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 3.5 Effectbenadering Voornaamste planaspecten van belang voor de milieu-effecten: De gewenste planinvulling en het ontwerpend onderzoek dat eraan voorafging, geven aan dat de belangrijkste milieu-effecten kunnen ontstaan ten gevolge van: - De bebouwing van een vandaag nog niet-ontwikkeld terrein (grasland): potentiële impact op bodem, water, fauna en flora, landschap - De ontwikkeling van het kerngebied voor wonen, eventueel aangevuld met een handelsfunctie: potentiële impact op bouwkundig erfgoed en landschap, mens en vooral mobiliteit - De (beperkte) verdichtingsmogelijkheden die geboden worden in de reeds bebouwde zones langs de straten en binnen de bestaande verkaveling: potentiële impact op mens en mobiliteit. Gezien de mobiliteitsaspecten bijzondere aandacht vragen in het onderzoek naar milieu- en algemeen ruimtelijke aspecten, werd een MOBER opgemaakt, dat in bijlage bij voorliggende nota wordt toegevoegd. De effectbespreking in het voorliggend document verzoek tot raadpleging werd opgesteld op basis van de aangegeven bestemmingszones, zoals beschreven in de gewenste planinvulling onder hoofdstuk 2.4, uit te werken in het RUP De Bos. Voor de verschillende bestemmingszones zijn er evenwel nog geen voorschriften/beperkingen gekend. Om hiermee rekening te houden, wordt er voor de effectbespreking uitgegaan van een worst-case benadering, zijnde een maximalistische invulling van de verschillende zones. Dit zal een maximale inschatting van de mogelijke effecten opleveren. Het is evenwel zeer waarschijnlijk dat er, op basis van beleidsmatige keuzes of ruimtelijke overwegingen ten gevolge van gedetailleerd ontwerpend onderzoek, tijdens het proces tot opmaak van het RUP via de stedenbouwkundige voorschriften beperkingen (in bebouwing, verharding, mogelijke functies) worden opgelegd. De uiteindelijke effecten zullen in dit geval beperkter worden. In ieder geval zullen bij de opmaak van het RUP De Bos alle conclusies en eventuele milderende maatregelen die voortvloeien uit de milieuscreening, meegenomen worden, en stedenbouwkundig worden vertaald in passende bestemmingszones en voorschriften. 3.6 Planalternatieven Binnen de bestaande juridische toestand, zijnde de stedenbouwkundige voorwaarden van het BPA Zuid de Bergstraat, is het in principe mogelijk het niet-aangesneden binnengebied te ontwikkelen in dezelfde constellatie als de aanpalende verkavelingen, zijnde met overwegend eengezinswoningen in vrijstaande, gekoppelde en eventueel gegroepeerde typologie. Dit alternatief strookt echter helemaal niet met de huidige beleidsvisies. Noch de krachtlijnen voor kleinstedelijke gebieden die op Vlaams en 20

22 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging provinciaal niveau werden opgesteld (R.S.V. en R.S.P.A.), noch de heersende beleidsvisie van de gemeente Heist-op-den-Berg om kernversterkende strategische projecten op te zetten binnen het stedelijk gebied, ondersteunen een dergelijke ontwikkeling. Bovendien kan er verwacht worden dat de milieu-effecten van een traditionele invulling van het gebied volgens het BPA, niet milder zullen zijn dan die van een meer verdicht project. Op micro-niveau zou gesteld kunnen worden dat een minder verdicht project een beperktere toename van mobiliteitsstromen zal genereren, dan wanneer er meer woonmogelijkheden in het gebied worden tot stand gebracht. Deze redenering is echter niet sluitend, aangezien de ontwikkeling van verdichtende projecten ook meer kansen biedt voor opwaardering van het openbaar vervoersaanbod,... Door in te zetten op een strategisch project, ontstaan er daarentegen mogelijkheden tot het creëren van meer grootschalige en aaneengesloten groene ruimten, in tegenstelling tot het versnipperde en quasi volledig geprivatiseerde groen in een traditionele verkaveling. Het zijn juist deze groene longen die een positief effect zullen hebben op een heel aantal de milieu-effecten, zoals waterhuishouding, bodemgebruik, leefbaarheid mens, fauna en flora,... Bij de opmaak van het RUP zullen dan ook passende voorschriften worden ingebouwd die de inrichting van een hoogwaardig publieke groene ruimte garanderen, die de leefbaarheid en woonkwaliteit ondersteunt en milderend werkt op de milieu-effecten van de gehele ontwikkeling. Vanuit deze overwegingen werden geen fundamentele planalternatieven buiten de diverse opties die vanuit het ontwerpend onderzoek naar voor geschoven werden (zie hoofdstuk 2.4) onderzocht. 21

23 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 4. Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden 4.1 Juridische randvoorwaarden Onderstaande tabel geeft een overzicht van het geldige juridische kader binnen het plangebied en de directe omgeving ervan. Type In het plangebied Grenzend aan het plangebied gewestplan Mechelen (KB 05/08/1976) -> vervangen door BPA Mechelen (KB 05/08/1976) Gewestelijke RUP s nvt nvt Provinciale RUP s In voorbereiding: PRUP Afbakening stedelijk gebied Heist-op-den-Berg In voorbereiding: PRUP Afbakening stedelijk gebied Heist-op-den-Berg Gemeentelijke BPA s BPA Zuid de Bergstraat BPA Zuid de Bergstraat BPA Hof van Riemen APA nvt nvt RUP nvt nvt Rooilijnplannen Gewestweg N15 Buurt-en voetwegen Voetweg sentier nr. 130 Chemin nr. 49 Chemin nr.50 Chemin nr.82 Chemin nr.14 Bevaarbare waterlopen nvt nvt Onbevaarbare nvt nvt waterlopen spoorwegen nvt Spoorlijn 16 22

24 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Gewestplan Het plangebied voor het RUP De Bos is gelegen binnen het gewestplan 15, Mechelen, goedgekeurd bij KB dd 06/08/1976 en laatst gewijzigd op 29/03/01. Het gewestplan werd vervangen door het BPA Zuid de Bergstraat, dat een verfijning van de gewestplanbestemming voorziet. Binnen de begrenzing van het geplande RUP De Bos geldt de bestemming woongebied. Deze bestemming wordt in de heersende wetgeving betreffende gewestplanbestemmingen beschreven als volgt: De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De woonzone waarbinnen het plangebied gelegen is maakt deel uit van een grootschalige woonzone, die de hele kern van Heist-op-den-Berg omvat. Ten noordwesten van het plangebied, op een afstand van ca. 700m afstand, zijn twee kleinschalige KMO-zones gelegen. Ten westen van het plangebied begint de open ruimtestructuur, met een parkgebied uitlopend in agrarisch gebied op een afstand van ca. 550m. Gewestplan ter hoogte van plangebied en omgeving 23

25 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging BPA Zuid de Bergstraat Het plangebied van het RUP De Bos ligt volledig binnen het BPA Zuid de Bergstraat. Het BPA is goedgekeurd bij Koninklijk Besluit op 03/02/1967 en heeft een aantal wijzigingen ondergaan, doch niet voor de site van dit RUP. Het bestemmingsplan, alsook de integrale stedenbouwkundige voorschriften voor de bestemmingszones die voorkomen binnen het plangebied, worden weergegeven in de BIJLAGE bij dit document. Atlas der Buurtwegen Op de Atlas der buurtwegen zijn de heersende buurtwegen in en rondom het plangebied weergegeven. Het gaat om: - Voetweg nr. 130 loopt doorheen het plangebied met een NNO- ZZW-verloop. De voetweg vormt vandaag quasi de grens tussen de bestaande bewoning met tuinzones aan Bossestraat, en het niet-ontwikkeld kerngebied - Buurtweg nr. 49: De Bossestraat, als oostelijke grens van het plangebied - Buurtweg nr. 50: de Hoge Brugstraat Spoorwegstraat, als zuidelijke grens van het plangebied - Buurtweg nr. 82 ten westen buiten het plangebied gelegen - Buurtweg nr. 14: buiten het plangebied gelegen. Rooilijnplan Boudewijnlaan N15 Voor de Boudewijnlaan N15 werd een rooilijnplan opgesteld, dat goedgekeurd werd door KB 21/04/1967. Dit rooilijnplan werd overgenomen in de vastlegging van de bouwstroken in het BPA Zuid de Bergstraat, en zal ongewijzigd aangehouden blijven in het RUP De Bos Atlas buurtwegen 24

26 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 4.2 Grens- of voorwaardenstellend kader voor het RUP De Bos Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd op 23 september 1997 goedgekeurd en op 12 december 2003 en 16 februari 2011 gewijzigd door de Vlaamse regering. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is Heist-op-den-Berg geselecteerd als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. Dit betekent dat delen van de gemeente stedelijk zullen zijn. Mogelijk zullen andere delen tot het buitengebied behoren. De gemeente Heist-op-den-Berg is geselecteerd als een kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. De afbakening van de stedelijk gebieden op provinciaal niveau dient te gebeuren door de provincies. Het studiegebied valt binnen de door de gemeente voorgestelde afbakening van het kleinstedelijk gebied, en zal dus wellicht ook door middel van een PRUP Afbakening Kleinstedelijk Gebied hierbinnen worden verankerd. Voor de stedelijke gebieden worden volgende ontwikkelingsopties beschreven: - trendbreuk in de verdeling van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden: 60% in de stedelijke gebieden en 40% in het buitengebied Deze verhouding wordt nog verfijnd per provincie, en in de provinciale structuurplannen dient concreet het aantal bijkomende woongelegenheden per gemeente en stedelijk gebied te worden vastgelegd. - minimale woningdichtheden Er wordt een streefcijfer van 25 won/ha in stedelijke gebieden en 15 won/ha in kernen van het buitengebied vooropgesteld. Dit cijfer wordt berekend voor een ruimtelijk samenhangend geheel, echter met die bemerking dat de dichtheid per site, of tussen verschillende sites onderling kan gedifferentieerd worden - differentiatie en verbetering van de woningvoorraad Het woningaanbod wordt gedifferentieerd inzake grootte en type, zodat de bestaande verschillen in sociale klasse en gezinssamenstelling worden opgevangen. Niet alleen nieuwe bouwlocaties worden hiervoor aangesneden, ook inbreiding en reconversie komen aan bod. - versterken van de multifunctionaliteit In de stedelijke gebieden dient de multifunctionaliteit versterkt te worden door het verweven van verschillende functies. - kantoren aan knooppunten van openbaar vervoer - afstemmen van voorzieningen op het belang van het stedelijk gebied - bundelen van kleinhandel Kleinhandel moet bij voorkeur deel uitmaken van de functies in het stedelijk gebied en in de kernen van het buitengebied. 25

27 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging - optimaliseren van recreatieve en toeristische voorzieningen en medegebruik - zorg voor collectieve en openbare ruimten De privaat collectieve ruimtes - zoals warenhuizen en winkelgalerijen zijn meer en meer het decor van het publieke leven. Dit ten nadele van de openbare ruimtes. Ze moeten beide in samenhang worden geconcipieerd en ingericht. Voor de openbare ruimten zijn kwaliteitsverbetering, het openbaar karakter, de publieke functie en veiligheid de uitgangspunten. - behoud en ontwikkeling van stedelijke natuurelementen en randstedelijke groengebieden - waarborgen voor landbouw in stedelijke gebieden - behoud en uitbouw van cultureel-maatschappelijke en historisch waardevolle elementen in de stedelijke gebieden - stedelijke mobiliteit en locatiebeleid Naar aanleiding van de laatste herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd tevens de aandacht gelegd op een aangename woonomgeving waarbij er aandacht is voor het samenspel van verdichten en ontdichten. Er zullen steeds meer woningen nodig zijn, vooral voor kleine gezinnen en alleenstaanden. Tevens moet gezorgd worden voor een woonaanbod op maat. Verschillende types bewoners moeten een aangepast woonaanbod kunnen vinden Ruimtelijk Structuurplan provincie Antwerpen In het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (RSPA 2001 en partiële herziening 2011) is Heist-op-den-Berg geselecteerd als kleinstedelijk gebied. De taakstelling voor het kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg voor de planperiode bedraagt bijkomende woningen; voor de periode wordt nog een bijkomende woonbehoefte van ca 1077 woningen voorzien. Het PRSA beschrijft de bestaande ruimtelijke structuur bij het informatief gedeelte en de gewenste ruimtelijke structuur bij het richtinggevend gedeelte. In onderstaande tekst wordt er, indien van toepassing, een relatie gelegd met het hier voorliggende plangebied. Deze tekst is aldus geen letterlijke weergave van het PRSA; de conclusies voor het plangebied zelf zijn afgeleid uit de tekst en het kaartmateriaal van het PRSA. 26

28 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Ook op toeristisch en recreatief vlak zijn er verschillende deelgebieden afgebakend; de gemeente Heist-op-den-Berg behoort hierbij tot 3 verschillende deelgebieden: het oostelijk deel met de deelgemeente Wiekevorst behoort tot de 'Zuiderkempen', het westelijk deel behoort tot het 'waterland' en het noordwestelijk deel tot de 'groene Kempen'. Het RUP-plangebied ligt op de grens van deze drie deelgebieden. De bestaande structuur Bij de interpretatie van de bestaande structuur worden er een aantal deelruimten afgebakend met eigen karakteristieken. De bestaande ruimtelijke structuur wordt beschreven aan de hand van 5 deelstructuren of ruimten van gelijke aard: ruimtelijk-natuurlijke structuur, nederzettingsstructuur, ruimtelijk-economische structuur, ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur en de landschappelijke structuur. Deze bestaande ruimtelijke structuren worden geïnterpreteerd en op basis hiervan worden er deelruimten aangeduid. De gemeente Heist-op-den-Berg ligt binnen de deelruimte 'Mechelen-Lier- Aarschot'. Deze deelruimte grenst in het oosten aan 'het valleigebied van de Grote Nete'. De kam van Heist-op-den-Berg, het zuidelijk deel en het noordwestelijk deel worden gekenmerkt door een nieuw landschap, meer bepaalt 'een rasterlandschap'. Het RUP-plangebied is het dicht bebouwd gebied, de kern van Heist-op-den-Berg. Wat betreft de ruimtelijk agrarische structuur behoort het noordelijk deel van Heist-op-den-Berg tot het Neteland van Lier-Heist-op-den-Berg en het zuidelijk deel tot het serreland van St. Katelijne Waver. Op het vlak van de bestaande verkeers- en vervoersstructuur, wordt Heistop-den-Berg en omgeving gekenmerkt als een 'versnipperd gebied met een hoge interne verkeersdruk'. De kern van Heist-op-den-Berg ligt binnen een 'provinciale bundel' welke vertrekt vanuit Antwerpen en de N10 volgt. Hij verbindt Antwerpen en Aarschot via Lier en Heist-op-den- Berg. Op het vlak van openbaar vervoer is men voor het treinverkeer aangewezen op het station in het centrum van Heist-op-den-Berg en van Booischot. Voor de bestaande economische structuur is de Liersesteenweg- Aarschotsebaan (N10) van belang als een 'kleinhandelsconcentratie in ontwikkeling'. Tussen Lier en Aarschot, met inbegrip van Heist-op-den- Berg en Berlaar, de N10 en de spoorweg (belangrijke verbinding passagiers en goederen) ligt er een belangrijke economische concentratie op schaal van de provincie. Ten zuiden van het centrum van Heist-op-den- Berg ligt er een groot bedrijventerrein. Heist-op-den-Berg zelf wordt aangeduid als een kleine stad en een economische concentratie op schaalniveau van de provincie. De gewenste structuur De gemeente Heist-op-den-Berg wordt geselecteerd als hoofddorp type III en de kern van Heist-op-den-Berg wordt geselecteerd als kleinstedelijk gebied. Heist-op-den-Berg is onderdeel van het provinciaal stedelijk netwerk Lier - Aarschot. In dit netwerk zijn de kleinstedelijke gebieden de verdichtingspunten. Heist-op-den-Berg wordt opgewaardeerd tot volwaardig kleinstedelijk gebied. 27

29 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Stedelijke functies worden hier bij voorrang ondergebracht. Heist-op-den- Berg moet zich daarbij positioneren ten opzichte van Lier, Aarschot en Mechelen. Dit gebeurt in het bijzonder op het vlak van (kleinstedelijke) voorzieningen, aanvullend en complementair met deze van de genoemde andere steden. Inplanting van bijkomende functies voor Heist-op-den-Berg gebeurt op schaal van het omliggend versnipperd open ruimte gebied. Bijkomende woningen in het kleinstedelijk gebied leiden de druk af van kleinere kernen. De dichtheid van het wonen in het kleinstedelijk gebied wordt opgedreven. Bedrijvigheid is gericht op het omliggende gebied (bijvoorbeeld op de landbouw). Ook verkeersgenererende bedrijvigheid is hier op zijn plaats mits de aanwezige infrastructuur wordt opgewaardeerd (N10 als drager van het stedelijke netwerk). Ook het winkelapparaat is goed gelegen en kan in ruime mate worden ondersteund. De aanwezigheid en de uitbouw van bepaalde geconcentreerde voorzieningen bouwen voort op een traditie (feestzalen, restaurants). Natuur stelt vooral grenzen aan het kleinstedelijk gebied maar is ook in het kleinstedelijk gebied aanwezig. Heist-op-den-Berg kan de functie van verdichtingspunt in het provinciaal netwerk Lier Aarschot vervullen door de hoge capaciteit van dit knooppunt. De bestaande ruimtelijke structuur heeft hoge potenties. Het gebied heeft een lage dichtheid en is slechts gedeeltelijk bebouwd. Nagenoeg heel het centrum kan in grote mate worden verdicht. Een specifieke potentie biedt de stationsomgeving. Beperkingen zijn daarentegen het ingesloten karakter, de geringe ervaring met bouwen in hogere dichtheden en de kans op verdere uitwaaiering van de bebouwing. Structuurbepalende elementen van provinciaal niveau zijn N10 en de bedrijvenzones, de Netevallei als grensstellend element, de berg, de as van het kruispunt Fabiola tot de berg met daaraan gekoppelde functies en de stationsomgeving. Op het vlak van toerisme en recreatie wordt Heist-op-den-Berg aangeduid als een gebied van 'primair toeristisch recreatief belang'. De Bergsite speelt hierin een belangrijke rol. Op het vlak van de economische structuur, behoort de gemeente Heist-opden-Berg tot een'economisch netwerk van Vlaams niveau' en tot het stedelijk netwerk van provinciaal niveau Mechelen-Lier-Aarschot'. In samenwerking met de provincie Vlaams Brabant zal de provincie een gebiedsgericht geïntegreerd strategisch plan opmaken voor dit stedelijk netwerk. Bij de gewenste economische structuur wordt ook de grondgebonden veehouderij als drager aangegeven. Bij de gewenste nederzettingsstructuur behoort de gemeente Heist-opden-Berg en het plangebied tot een 'gebied gekenmerkt door lintlandschappen bestaande uit dorpenbanden en open ruimten' en het centrum van Heist-op-den-Berg behoort tevens tot het 'stedelijk netwerk van provinciaal niveau', namelijk het netwerk Lier-Aarschot. Binnen de gemeente ligt er een natuurverbindingsgebied en een ecologisch gebied van bovenlokaal belang, grenzend aan de deelgemeente Wiekevorst. Dit natuurverbindingsgebied legt een relatie tussen een natuuraandachtsgebied in Herenthout en één in Herselt/Hulshout. Deze gebieden moeten in RUP's duidelijk worden afgebakend. Belangrijk voor de ruimtelijk-natuurlijke structuur is het valleigebied met de Grote Nete. De gemeente Heist-op-den-Berg de stationsomgeving van - is geselecteerd als multimodaal knooppunt voor personenvervoer van provinciaal niveau Stedelijk netwerk Lier-Aarschot Op 12 september 2002 werd de studie Stedelijk netwerk Lier-Aarschot door de Provincie Antwerpen goedgekeurd als richtinggevend kader. In het kader van het provinciaal stedelijk netwerk Lier-Aarschot wordt Heist-op-den-Berg aanzien als een verdichtingspunt waar bij voorrang 28

30 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging stedelijke functies worden ondergebracht. De dichtheid van het stedelijk gebied dient te worden opgedreven. gekaderd worden binnen het ruimer geheel van het stedelijk netwerk. Deze studie is het kader hiervoor. Het kaderplan is zowel voor de provincie als voor lagere besturen en andere actoren een richtinggevend plan. Het plan moet aantonen wat de ruimtelijke implicaties zijn van dit stedelijk netwerk, hoe de ruimtelijke samenhang versterkt kan worden en welke initiatieven er kunnen en moeten genomen worden. Voor de inrichting van Heist-op-den-Berg is een hypothese tot afbakening van het kleinstedelijk gebied opgenomen. Het station en het administratieve centrum op de berg zijn daarin de centrale polen. Tussen beide polen strekt zich de Bergstraat uit die drager is van een hoogwaardig kleinhandelslint en de ruggengraat van het centrum vormt. Bedrijvigheid en handelsactiviteiten worden alle geconcentreerd binnen dit herkenbare en compacte stedelijk gebied. De ontwikkeling van Heist-op-den-Berg wordt afgestemd op eigen mogelijkheden en kwaliteiten en tevens op deze van Aarschot en Lier. Heist wordt aangeduid als woon- en commercieel centrum. De commerciële activiteiten moeten gecentraliseerd worden in het centrum. Het regionale bedrijventerrein wordt geherstructureerd. Nieuwe vestigingen die mobiliteitsgenererend zijn, zijn niet wenselijk. Landschapsstructuren worden versterkt waardoor het beeld van de stad als kwaliteitsvolle woonomgeving benadrukt wordt. In het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen is het gebied tussen de steden Lier, Heist-op-den- Berg en Aarschot aangeduid als een geheel met een eigen identiteit en een eigen opdracht. In uitvoering van dit Ruimtelijk Structuurplan worden er binnen dit stedelijk netwerk verschillende studies en concrete acties opgestart. Het is wenselijk dat deze verschillende initiatieven steeds Afbakening kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg De afbakening van het kleinstedelijk gebied Heist op den Berg door de provincie is een lopend planproces. Op 25 november 2010 heeft de deputatie het eindrapport van de voorstudie van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Heist-op-den- Berg goedgekeurd als basis voor de opmaak van PRUP's. Het plangebied ligt vermoedelijk binnen de afbakeningslijn van het kleinstedelijk gebied. De opmaak van de PRUP's is lopende. 29

31 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Heist-op-den-Berg Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Heist-op-den-Berg is definitief vastgesteld in de gemeenteraad van 19 december 2000 en is goedgekeurd door de Vlaamse Regering (MB) op 19 juni De gewenste rol van Heist-op-den-Berg kan samengevat worden als landelijke kernen aan de voet van een behoorlijk uitgeruste kleine stad. De kleinstedelijke rol van Heist-op-den-Berg kan onder andere gerealiseerd worden door de benutting van de stationsomgeving. Het kleinstedelijk gebied Heist-op-den-Berg positioneert zich ten opzichte van Mechelen, Lier en Aarschot en heeft tot doel om in de eerste plaats de steeds verder uitdeinende bebouwing in de open ruimte tegen te gaan. Heist-centrum vormt samen met Hallaar het hypothetisch stedelijk gebied, waarbij de site Heist-Station aanzien wordt als een complementaire stedelijke nevenkern. Richtinggevend deel Voor het kleinstedelijk gebied wordt o.a. met betrekking tot het plangebied het volgende voorgesteld : - de concentratie van kleinstedelijke diensten rond de Bergstraat (tussen de polen Berg- Zwaneberg) - de afbakening van dit kleinstedelijk gebied met dichte plekken rond het station en de Bergstraat; Deze elementen worden vertolkt door kaart 14c in het GRS. Daarnaast worden een groot aantal impliciete uitspraken gedaan. In dit verband zijn de visie en conceptelementen in het bijzonder relevant: - versterking van het stedelijk gebied door een doordachte kwaliteitsvolle groei; - klemtoon op kernversterking: de as tussen station en berg en de aangrenzende woongebieden; - sterke aandacht voor woningverbetering en herbruik; 30

32 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging - verscheidenheid aan woningsoorten, betaalbaar en inspelend op de nieuwe behoeften; in stedelijk gebied dient bij ontwikkeling van elk binnengebied een minimale hoeveelheid (10%) van de te realiseren woningen te voldoen aan de normen voor volkshuisvesting. - aandacht voor ruimtelijke kwaliteiten en de draagkracht van de ruimte; - bundelen van activiteiten; - bundelen van het wonen; wonen in hogere dichtheden; de dichtheid van het kerngebied van het kleinstedelijk gebied de driehoek Station-Sirene- Berg kan opgevoerd worden. De gemeente voert via het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ook een classificatie door onder meer van de woongebieden die in aanmerking komen voor ernstige stimulering. Mogelijke acties in dit verband zijn: - het aanduiden van projectzones in BPA - bouwmaatschappijen op kernzones richten; - renovatiepremies; - PPP-projecten opzetten. Dergelijke te stimuleren zones vallen grotendeels samen met de rode zones op het gewestplan. De gedeeltelijke herziening van het BPA Zuid de Bergstraat handelt hier duidelijk over een projectzone in het BPA. Bindende bepalingen Het RUP De Bos wordt opgemaakt in uitvoering van bindende bepaling beslissingsveld 3: Acties, 3.2 Ruimtelijke Uitvoeringsplannen actie 25 : herziening van bestaande BPA s - BPA s centrum : de BPA s Noord de Bergstraat, Zuid de Bergstraat zijn in herziening. De BPA s worden verder afgewerkt conform de richtlijnen van het structuurplan (o.a. nastreven van voldoend hoge dichtheid, aandacht voor het openbaar domein). Voorliggend RUP voert bovenstaande paragraaf uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan uit. Oorspronkelijk is echter voorzien dat de BPA s Noord en Zuid de Bergstraat in hun geheel zouden herzien worden. Dit is niet mogelijk gebleken, noch is het gewenst, omwille van verschillende redenen. Een eerste reden is het feit dat naast de bepalingen van het BPA, in het gebied verschillende verkavelingen van kracht zijn. Om de bepalingen van het structuurplan te laten doorwerken zou dus niet alleen de wijziging van de BPA s nodig zijn, maar ook het aanpassen van een groot aantal verkavelingen. Een dergelijk relatief grootschalig ingrijpen in de bestaande juridische toestand vergt echter een gefaseerde aanpak. Een tweede reden is het feit dat beide BPA s samen een groot grondgebied bestrijken, en bovendien een groot deel van het kleinstedelijk gebied. Het is evident dat nog niet voor alle delen van dat gebied een visie ontwikkeld is, die voldoende gedetailleerd is om een BPA-herziening via een RUP - te verantwoorden. Ook het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan poneert nog geen integrale en gedetailleerde visie op de verdere ontwikkeling van het kleinstedelijk gebied. De planning en ontwikkeling van het kleinstedelijk gebied kan met andere woorden niet steunen op het RUP alleen, maar dient gedragen te worden door: een proces dat leidt tot de opmaak van een structuurschets voor het kleinstedelijk gebied; een proces dat gericht is op de ontwikkeling van geselecteerde zones in het stedelijk gebied; een masterplan publieke ruimte. - Strategische projecten: Kernversterking Strategische projecten hebben een 'uithangbord' functie voor het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Ze materialiseren (deels) de richtlijnen die in de gemeentelijke ruimtelijke structuur zijn aangegeven. Ze kunnen puntsgewijs geformuleerd zijn, maar leggen bij voorkeur relaties. De opname in de bindende bepalingen bevestigt de wil van het gemeentebestuur om tot realisatie over te gaan, zij het stapsgewijs. De realisatie van deze strategische projecten is een van de eerste prioriteiten van voorliggend RUP. 31

33 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Andere relevante beleidsdocumenten Type In het plangebied In de omgeving Vogelrichtlijngebied nvt nvt Habitatrichtlijngebied nvt nvt VEN nvt nvt Natuurreservaat nvt nvt Recht van voorkoop nvt nvt Seveso bedrijven nvt nvt Biologische waarderingskaart VEN- en IVON gebieden Het plangebied, noch de ruime omgeving ervan, is opgenomen binnen een VEN- of IVON-gebied. Het dichtsbijzijnde Grote Eenheid Natuur (GEN) bevindt zich op ca. 2,5km afstand ten noordoosten van het plangebied, buiten het stedelijk gebied Heist-op-den-Berg. Biologische Waarderingskaart (bron: AGIV) Op de biologische waarderingskaart verise 2 van 2014 kunnen voor het plangebied volgende biologische waarden herkend worden: - Biologisch waardevol gebied met soortenrijk permanent grasland (hp+), naaldhoutbestand zonder ondergroep (pa), struisgrasvegetatie (ha) en verruigd grasland (hr) - Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen: soortenarm permanent cultuurgrasland (hp). Ligging van VEN- en IVON gebieden ten opzichte van het planningsgebied(bron: AGIV) Verordeningen De gemeentelijke parkeerverordening is in opmaak. Normen voor parkeerplaatsen voor gemotoriseerd verkeer en fietsverkeer zullen in de verordening voor heel de gemeente Heist-op-den-Berg worden vastgelegd. Om geen verwarring te creëren tussen deze verordening en de 32

34 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging stedenbouwkundige voorschriften van voorliggend RUP wordt nu reeds verwezen naar deze verordening. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwaterputten, infiltratie-en buffervoorzieningen is van toepassing. Bodemkaart De bodemkaart geeft voor het plangebied en omgeving overwegend antropogene gronden aan, evenals droge tot vochtige zandgronden en droge zand-leemgronden. Eco-kwetsbaarheidskaart Bodemkaart (bron: AGIV) Eco-kwetsbaarheidskaart (bron: AGIV) Er zijn geen prioritaire gebieden naar eco-kwetsbaarheid gelegen binnen het plangebied of de directe omgeving. 33

35 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Hellingenkaart Zowel de Heistse berg als de spoorlijn zijn duidelijk op de hellingenkaart aanwezig. Het plangebied zelf is gelegen in een zone met voor het grootste deel een helling tussen 0,5 % en 5 %. het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Een schadelijk effect wordt gedefinieerd als: "ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit; die effecten omvatten mede effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsmede de samenhang tussen een of meer van deze elementen". In artikel 8 5 van het decreet integraal waterbeleid werden specifiek de ruimtelijke uitvoeringsplannen onderworpen aan de watertoets bij wijziging van het decreet van 25 mei Op 1 maart 2012 trad een aangepast uitvoeringsbesluit van de watertoets in werking (goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 14 oktober 2011) Hellingenkaart Watertoets Het decreet van 18/07/2003 betreffende het integraal waterbeleid (B.S. 14/11/2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Artikel 8 van dat decreet luidt: "Art De overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door De belangrijkste wijzigingen zijn het omzetten van de aanbeveling tot advies naar de adviesplicht en het wijzigen van de kaart van overstromingsgevoelige gebieden. Verder zijn de beoordelingsschema s geschrapt evenals de overige watertoetskaarten. Deze kaarten blijven echter nog informatief raadpleegbaar op agiv.be. Uit de kaart van de overstromingsgevoelige gebieden kan afgeleid worden dat het plangebied noch in een mogelijk overstromingsgevoelig noch in een effectief overstromingsgevoelig gebied gelegen is. 34

36 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Overstromingsgevoeligheidskaart type Effectief overstromingsgevoelig gebied Mogelijk overstromingsgevoelig gebied Beschermingszones grondwaterwinning In het In de omgeving plangebied / / / / / / kaart infiltratiegevoeligheid Grondwaterstromingsgevoeligheid type 3 (weinig gevoelig voor grondwaterstroming) komt voor in het plangebied. Het gebied is niet infiltratiegevoelig. kaart grondwaterstromingsgevoeligheid 35

37 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Het gebied is niet erosiegevoelig. De publiekskaarten van de Centrale Archeologische Inventaris voor Vlaanderen geven voor enkele periodes een aantal gekende archeologische sites binnen het plangebied van het RUP aan. Seveso-bedrijven Binnen het plangebied of in de ruime omgeving ervan (binnen een straal van 2km van het plangebied), zijn geen Seveso-bedrijven terug te vinden. Het dichtsbijzijnde Seveso II bedrijf is Impextraco, gelegen op de Wiekevorstsesteenweg 38 in Heist-op-den-Berg. Dit laagdrempelig bedrijf is gelegen op een afstand van 4,4km van het plangebied. Kaart erosiegevoeligheid Archeologie en cultuurbezit Er zijn in het plangebied geen gebouwen opgenomen in de inventaris van het cultuurbezit. type In het plangebied In de omgeving ankerplaats / / Beschermde / / monumenten Beschermde stads-en dorpsgezichten / Kerkplein met omgeving Beschermde landschappen / Omgeving van het Hof van Riemen + uitbreiding Hof van Riemen 36

38 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 5. Alternatieven en referentiesituatie Locatie-alternatieven Het zoeken van locatie-alternatieven voor voor dit RUP is niet relevant. Het gaat hier om een gedeeltelijke herbestemming van een bestaand BPA, dat globaal gezien voorzag in dezelfde bestemmingen, en waarvan enkel de bebouwingsmogelijkheden beperkt werden uitgebreid binnen een flexibel kader van een RUP. Uitvoeringsalternatieven Eventueel op te nemen uitvoeringsalternatieven zijn: - beperken van bebouwingspercentages - beperken van het aandeel aan meergezinswoningen, in functie van een optimale mix van één- en meergezinswoningen, rekening houdend met de draagkracht van de omgeving - beperken van de functionele oppervlakte van de handelsfunctie - beperken van het aantal parkeerplaatsen ten behoeve van de handelsfunctie, zonder bijkomende uitbreidingen in functie van een publieke parking - beperken van het aandeel aan verharding ten voordele van kwalitatieve groene ruimten. Nulalternatief Het nulalternatief houdt de situatie in indien er geen RUP zou worden opgesteld. In dat geval valt men voor de ontwikkeling van het plangebied terug op de heersende juridische context, zijnde het BPA Zuid de Bergstraat. 37

39 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Referentiesituatie Als referentiesituatie wordt de bestaande toestand gebruikt, waarbij abstractie wordt gemaakt van de juridische ontwikkelingsmogelijkheden die geboden worden door het RUP Zuid de Bergstraat. Concreet gaat het om de situatie met de bestaande bebouwing/bewoning in de straten aan de rand van het plangebied, met het onbebouwde open grasland in het kerngebied. Opgemerkt moet worden dat het zuivere behoud van de bestaande toestand (met onbebouwd kerngebied) is juridisch echter moeilijk tegen te houden is (enkel door een weigering van goedkeuring voor aanleg van nieuw wegentracé door de gemeenteraad, hetgeen niet evident is gezien het kader van het bestaande BPA). In die zin geldt het BPA Zuid de Bergstraat dan ook als nulaternatief voor de screening, en de bestaande toestand als referentisituatie. 38

40 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 6. Bepalen van de plan-mer-plicht In het besluit van de Vlaamse Regering dd. 12/10/2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma s wordt gesteld dat de initiatiefnemer van een plan met potentieel aanzienlijke milieueffecten - zoals ondermeer ook ruimtelijke uitvoeringsplannen - deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart moet brengen. Er geldt evenwel enkel een plan-mer-plicht voor die plannen en programma s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben, hetgeen moet blijken uit de plan-mer-screening. Om al dan niet te kunnen besluiten tot een plan-mer-plicht moeten per planningsdossier de volgende drie stappen doorlopen worden: 1. Onderzoek of het plan onder de definitie valt van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM) Aangezien alle ruimtelijke uitvoeringsplannen onder deze definitie valt, is deze onderzoeksvraag dadelijk positief te beantwoorden. 2. Onderzoek of het plan onder het toepassingsgebied van het DABM valt, meerbepaald: - Ofwell: Als het plan het kader vormt voor de toekenning van een stedenbouwkundige-, milieu-, natuur- of kapvergunning aan een project - Ofwel: Als het plan mogelijk betekenisvolle effecten heeft op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling vereist is. Het RUP De Bos zal het juridisch kader vormen voor het stedenbouwkundig vergunningenbeleid in het betreffende plangebied. Aan de eerste van de 2 opties is dus voldaan, om deze onderzoeksvraag positief te beantwoorden. Voorafgaand aan de opmaak van het RUP De Bos zal dus een plan-mer- 39

41 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging screening moeten gebeuren. 3. Onderzoek of het plan onder de plan-mer-plicht valt. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: - Ofwel: Plannen die van rechtswege plan-mer-plichtig zijn: in dat geval is geen voorafgaande plan-mer-screening vereist, maar wordt onmiddellijk overgegaan tot opmaak van een plan- MER.Het gaat hier om plannen die het kader vormen voor projecten uit bijlage I of II van het BVR van 10/12/ 2004 (project-mer-plicht) én niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau noch een kleine wijziging inhouden én betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening - Plannen warvoor een passende beoordeling vereist is, uitgezonderd deze die het gebruik bepalen van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhouden. - Plannen die niet onder de vorige categorie vallen en waarvoor geval per geval moet geoordeeld worden of ze aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben - Plannen voor noodsituaties (niet plan-mer-plichtig, maar hier niet relevant). Het RUP De Bos betreft duidelijk een klein gebied op lokaal niveau, waarbij de stedenbouwkundige wijzigingen eerder beperkt zijn. Vanuit deze redenering kan gesteld worden dat het RUP De Bos niet van rechtswege plan-mer-plichtig is. Gelet op het artikel 4.2.3, 2, 1 D.A.B.M, dient - om aan te tonen dat het plan screeningsgerechtigd is niet enkel nagegaan te worden of het plan het kader vormt voor een bijlage I- of II-project, maar ook of het plan het kader vormt voor een bijlage III-project. Vanuit dit nazicht blijkt: Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r.-besluit van 10 december 2004, namelijk voor een project opgesomd in rubriek 10b en 10e van bijlage III. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau of houdt een kleine wijziging in met een beperkte uitbreiding van de bouwmogelijkheden op het vlak van woningbouw en handelsfuncties (kleine supermarkt), en is dus screeningsgerechtigd. Concreet dient dan ook een screeningsprocedure doorlopen te worden teneinde het finale besluit te kunnen nemen omtrent eventuele plan-merplicht. In volgende paragrafen wordt het screeningsonderzoek, zijnde het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan, gevoerd. 40

42 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 7. Potentiële milieu-effecten van het plan 7.1 Algemeen Het RUP De Bos houdt geen wezenlijke bestemmingswijziging in ten opzichte van het BPA Zuid de Bergstraat, maar wel ten opzichte van het huidige gebruik (van het kernperceel). Omdat de bestemmingswijziging op zich geen reële ingrepen inhoudt, wordt uitgegaan van een maximale invulling volgens de voorschriften bij de nieuwe bestemming en dit ten opzichte van de referentiesituatie (= huidig gebruik / bestaande toestand). Concreet betekent dit, voortgaand op het ontwerpend onderzoek dat als basis voor de stedenbouwkundige voorschriften wordt aangehouden: Ingreep kwantitatief Kwalitatief Bebouwing Ca. 30 bijkomende wooneenheden aan Bossestraat en Boudewijnlaan Langs Bossestraat en Boudewijnstraat ontstaat de (beperkte) mogelijkheid tot verdichting door omvorming naar meergezinswoningen (binnen huidig gabarit) of eengezinswoningen op Geen extra bebouwing aan Oude Gendarmeriestraat, Meidoornstraat, Schildenstraat, Vaes- Oogstlaan Max. 100 bijkomende wooneenheden = max. bebouwbare opp m² = kleinere kavelbreedte Binnen de verkaveling Oude Gendarmeriestraat etc.worden geen verdichtingsmogelijkheden geboden (behoud verkavelingsvoorschriften) Mix van één- en meergezinswoningen op private kavels Activiteiten Verkeersgeneratie (uitgebreide toelichting in hoofdstuk 5.6 mens en mobiliteit ) max.terreinopp. (private kavels) m²² Minder dan 2.000m² handelsfunctie / terreinopp. max m² excl. parking Max. 120 parkeerplaatsen =max m² verharde opp. 1 supermarkt, of cluster van beperkt aantal winkels op buurtniveau Parkeerveld met min. 10% groenaanleg i.f.v. handelsactiviteit en als publieke randparking bij het centrum. Wonen, handelsfunctie en parking in functie van handel en voor publiek gebruik als randparking voor het centrum van Heist-op-den-Berg Doorgaand verkeer: geen wijziging ten opzichte van referentiesituatie Bestemmingverkeer: - ca. 990 extra voertuigbewegingen/dag tgv toename woonfunctie - extra voertuigbewegingen/ dag tgv nieuwe handelsfunctie - extra voertuigbewegingen/dag tgv publiek gebruik van parking Bossestraat en Boudewijnlaan houden hun doorgangsfunctie zoals vandaag, zonder toename doorgaand verkeer tgv het planinitiatief Bijkomende generatie van bestemmingsverkeer ten gevolge van verdichting wonen in Bossestraat Boudewijnlaan, nieuwe woonfuncties in kerngebied, nieuwe handelsfunctie (met eigen parkeergelegenheid), en publiek gebruik van de parking in het kerngebied 41

43 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Onderstaand schema geeft een overzicht van potentieel- significante effecten per ingreep: discipline Bouw- en infrastructurele ontwikkelingen activiteiten Verkeersgeneratie De disciplines waarvoor een mogelijk significant effect zou optreden, worden verder onderzocht. Het effect op de discipline mens is in feite een receptordiscipline, waarvan een potentieel effect zich doorgaans uit op een indirecte manier, bvb. verstoring door geluid, hinder via lucht, In dit planinitiatief valt te verwachten dat eventuele storing voor de mens sterk zal samenhangen met het mobiliteitseffect. Vandaar dat de disciplines mens en mobiliteit als één geheel worden onderzocht. Bodem MS N N Water MS N N Lucht/geur N N MS Geluid / trillingen Licht /warmte / straling MS MS MS N N N Mobiliteit MS MS MS Fauna en flora MS N N Mens MS MS N Erfgoed / landschap Klimaat / atmosfeer MS N N N N N *** N: waarschijnlijk niet significant effect; evt.effect zeer beperkt in omgang en tijd, zeer lokaal effect MS: mogelijk significant effect 7.2. Discipline bodem en water Studiegebied In eerste instantie vormt het plangebied het onderzoeksgebied. Wel werd bekeken of er eventuele relaties met de nabije omgeving meegenomen moesten worden: Infiltratie-kwelrelaties (niet van toepassing binnen en in de omgeving van het plangebied) Eventuele invloed op waterlopen (niet van toepassing binnen en in de omgeving van het plangebied) Analyse van ingrepen effecten Ten opzichte van het behoud van het grasland op het kernperceel (referentiesituatie) zijn volgende elementen relevant voor bodem en water. Ontbreken van verharding behoudens de bestaande woningen aan de randen van het plangebied Grondbewerking, eventuele bemesting e.a. van het grasland conform gangbare praktijken (geen beroepslandbouw) Beoordeling van de effecten Volgende ingrepen zijn mogelijks significant voor de disciplines bodem en water: - Aanleg nieuwe infrastructuur en bebouwing in het kerngebied, inclusief ondergrondse constructies (1 bouwlaag) 42

44 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging - Instandhouding bestaande en nieuwe infrastructuur in de randen van het plangebied - Kleinhandelsactiviteit - Parkeerfunctie / verharding Volgende randvoorwaarden zijn van belang voor de beoordeling: Het plangebied grenst niet aan/maakt geen deel uit van een beschermingszone grondwaterwinning. - Het plangebied en de directe omgeving behoort niet tot de overstromingsgevoelige gebieden. Er zijn geen waterlopen die doorheen het plangebied lopen of eraan grenzen. De bodemkaart geeft voor het plangebied en omgeving een zone van antropogene invloed weer, samen met droge en vochtige zandgronden en droge zandleemgrond. - het plangebied en omgeving is niet infiltratiegevoelig gebied - het plangebied en omgeving is geen grondwaterstromingsgevoelig gebied. - het plangebied en omgeving is geen erosiegevoelig gebied -de bovenloop van de Klein Veldekensloop ter hoogte van de Bossestraat is niet langer geklasseerd. De gracht blijft wel belangrijk voor regenwaterafvoer. Mogelijke effecten Verstoring van de bodemagen en het natuurlijk reliëf grondinname erosie Verstoring van waterhuishouding Beoordeling van effecten Geen aanzienlijke effecten: geen markante reliëfwijzigingen en geen grootschalig grondverzet gepland Geen aanzienlijke effecten: toename bebouwings- en verhardingspercentage blijft relatief beperkt Geen aanzienlijke effecten: geen ingrepen gepland die aanleiding geven tot erosie Effecten op lokaal niveau: toename bebouwings- en verhardingspercentage in het centrale deel van het plangebied, vraagt om de nodige aandacht, op te Verstoring van infiltratiemogelijkheden Afname waterbergend vermogen Verstoring van het overstromingsregime waterkwaliteit leggen vanuit stedenbouwkundige voorschriften als milderende maatregelen. Effecten op lokaal niveau: toename bebouwings- en verhardingspercentage in het centrale deelgebied. Verhardingen in waterdoorlatende materialen. Aandacht voor vertraagde regenwaterafvoer en infiltratiemogelijkheden in overbebouwde delen van het gebied. Geen aanzienlijke effecten: bijkomende bebouwing en verharding zal gepaard gaan met de nodige ingrepen inzake waterretentie en vertraagde hemelwaterafvoer Geen aanzienlijke effecten: geen ingrepen die hiertoe aanleiding geven Geen aanzienlijke effecten: geen ingrepen gepland die de waterkwaliteit aantasten Conclusie en aanbevelingen (remediërende maatregelen) Het plangebied in haar referentietoestand heeft geen bijzondere gevoeligheden wat betreft bodem en watersysteem. De toekomstige projectinvulling omvat slechts een eerder beperkte toename van bebouwing en verharding ten opzichte van de referentiesituatie, en ook het aandeel aan ondergrondse constructies zal beperkt blijven tot maximaal 1 ondergrondse bouwlaag, enkel in functie van een gedeeltelijke opvang van het bewonersparkeren. Zeker indien de sectorale wetgeving inzake bodem en watersysteem wordt nageleefd (vb. gewestelijke verordening mbt hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, aansluiting op riolering, ) worden bijgevolg geen aanzienlijke milieu-effecten verwacht op bodem en watersysteem. In de algemene stedenbouwkundige voorschriften van het RUP zal verwezen worden naar de geldende sectorale wetgeving, die 43

45 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging nageleefd dient te worden. Tevens zullen verplichtingen worden opgelegd om alle verhardingen te voorzien in waterdoorlatende materialen, en de nodige voorzieningen te treffen voor vertraagde hemelwaterafvoer en infiltratie bij bijkomende bebouwing en verhardingen Discipline lucht en geluid Studiegebied In eerste instantie vormt het plangebied het onderzoeksgebied. Aangezien de belangrijkste ontwikkelingsmogelijkheden naar bebouwing, nieuwe activiteiten en verkeersgeneratie zich voordoen ter hoogte van het kernperceel, wordt dit gedeelte in het bijzonder bestudeerd in functie van mogelijks significante effecten. In de rest van het plangebied zijn de ontwikkelingsmogelijkheden ten opzichte van de referentietoestand zodanig beperkt, dat deze zeker geen invloed op het vlak van lucht of geluid hebbe Analyse van ingrepen effecten Ten opzichte van het behoud van het grasland op het kernperceel (referentiesituatie) zijn volgende elementen relevant voor lucht en geluid. geluidsoverlast in de fase van bouwwerkzaamheden ter hoogte van het kernperceel (tijdelijk) geluidsgeneratie en luchtverontreiniging ten gevolge van toenemende verkeersstromen. Beoordeling van de effecten Volgende ingrepen zijn mogelijks significant voor de disciplines lucht en geluid: - Bouwfase voor de nieuwe infrastructuur (bebouwing, wegenis) - Verkeersstromen ten gevolge van de nieuwe ontwikkelingen Volgende randvoorwaarden zijn van belang voor de beoordeling: Eventuele geluidsoverlast gedurende de bouw- en ontwikkelingsfase van het kerngebied is slechts tijdelijk, en kan tot een minimum beperkt worden door een goede voorbereiding en planning van de werkzaamheden. Gezien de ontwikkeling tot stand zal komen als één geheel, zullen de bouwwerkzaamheden in zijn geheel in een korte tijdsspanne worden uitgevoerd. -Het plangebied wordt omgeven door een aantal belangrijke lokale en regionale verkeersaders, die omwille van hun huidige verkeersintensiteiten vandaag al zorgen voor een constante geluidsgeneratie. De toename van verkeersstromen zal in verhouding te beperkt zijn, en moeten wat betreft eventuele geluidsgeneratie steeds in verhouding bekeken worden tot het reeds aanwezige geluidsniveau. Mogelijke effecten Geluidsoverlast ten gevolge van de bouwwerkzaamheden Geluidsoverlast ten gevolge van toename verkeersstromen Luchtverontreiniging ten gevolge van toename verkeersstromen Beoordeling van effecten Geen aanzienlijke effecten in verhouding tot het reeds bestaande geluidsniveau. Effecten zijn in ieder geval beperkt in de tijd en niet blijvend. Geen aanzienlijke effecten in verhouding tot het reeds bestaande geluidsniveau (omliggende verkeerswegen) Geen aanzienlijke effecten in verhouding tot het reeds bestaande luchtverontreinigingsniveau (omliggende verkeerswegen) Conclusie en aanbevelingen (remediërende maatregelen) Op het vlak van geluid en lucht zijn er geen blijvende significante effecten te verwachten. Inzake dienen dan ook geen remediërende maatregelen getroffen te worden. 44

46 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Enkel tijdens de bouwwerkzaamheden van de gebouwen en wegenis in het kerngebied kan er tijdelijk een beperkte impact zijn op het vlak van geluid. Het verdient dan ook de aanbeveling om de bouwwerken zeer goed voor te bereiden, en de effectieve bouwfase zoveel mogelijk beperkt te houden in de tijd. Deze aspecten kunnen echter niet verankerd worden in stedenbouwkundige voorschriften van het RUP, maar zijn gerelateerd aan de ontwikkelingswijze waarvoor wordt gekozen Discipline fauna en flora Studiegebied In eerste instantie vormt het plangebied het onderzoeksgebied. Aangezien enkel het kerngedeelte van het plangebied vandaag onbebouwd is, en een zekere waarde heeft op biologisch vlak, wordt dit gedeelte echter in het bijzonder bestudeerd in functie van significante effecten. De rest van het plangebied vormt als het ware de ruimtelijke buffer met mogelijks uitlopende effecten van hetgeen zich voordoet in het kerngebied. Analyse van ingrepen effecten Ten opzichte van het behoud van het grasland op het kernperceel (referentiesituatie) zijn volgende elementen relevant voor fauna en flora. Ontbreken van verharding behoudens de bestaande woningen aan de randen van het plangebied Grondbewerking, eventuele bemesting e.a. van het grasland conform gangbare praktijken (geen beroepslandbouw) - Nieuwe woonfuncties en kleinhandelsactiviteit in het kerngebied Volgende randvoorwaarden zijn van belang voor de beoordeling: Het plangebied is niet gelegen in een habitatrichtlijngebied, vogelrichtlijngebied of een Ramsargebied of binnen een perimeter van 700 meter ervan. -Het kerngebied wordt gekenmerkt door een permanent grasland van een zekere grootte (ca. 3,5ha). Op de biologische waarderingskaart is een gedeelte van dit gebied aangeduid biologisch waardevol gebied, alsook een gedeelte met een complex met biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen Het plangebied is niet gelegen binnen een afbakening van het VEN. Omwille van de aanwezigheid van wonen als hoofdfunctie in de directe omgeving van het kerngebied (randen van het plangebied en omgeving van het plangebied) zijn minder natuurwaarden aanwezig in het omliggende landschap. - Het plangebied maakt geen deel uit van de prioritaire gebieden naar eco-kwetsbaarheid. Binnen het RUP wordt de wenselijkheid/noodzaak onderzocht voor de realisatie van een zone voor waterretentie en natuurontwikkeling. In het RUP zou bovendien de mogelijkheid kunnen worden geboden tot ontwikkeling van een specifieke vegetatie verbonden aan waterrijke gebieden (relevantie te onderzoeken). Beoordeling van de effecten Volgende ingrepen zijn mogelijks significant voor de disciplines fauna en flora: - Aanleg nieuwe infrastructuur (wegenis en parking) en bebouwing in het kergebied Mogelijke effecten Verstoring van de biodiversiteit van het kerngebied Verlies van biologisch Beoordeling van effecten Geen aanzienlijke effecten op ruimere schaal, enkel een lokaal effect ter hoogte van het kerngebied Geen aanzienlijke effecten op ruimere 45

47 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging waardevolle elementen in het kerngebied schaal, enkel een lokaal effect ter hoogte van het kerngebied Conclusie en aanbevelingen (remediërende maatregelen) In de kernzone van het plangebied zijn vandaag een biologisch waardevol gebied aanwezig, dat zonder twijfel aangetast zal worden of zelfs verloren zal gaan door de geplande ontwikkeling. Het aansnijden van de kernzone als een projectgebied voor strategische ontwikkeling, zal aldus een negatief effect veroorzaken wat betreft fauna en flora. Concreet is te verwachten dat er verstoring door betreding en biotoopverlies zal optreden, zonder dat er verder echter een belangrijke verstoring van de ecologische basiskwaliteit zal ontstaan, gezien de garanties die in het RUP zullen worden geboden op het vlak van bodem en watersysteem. Een zekere inperking van het negatieve effect dat in elk geval slechts zeer lokaal zal voorkomen - kan bekomen worden door het voorzien van voldoende groenelementen en groenzones binnen de ontwikkeling, gekoppeld aan de woonfunctie, parkeerzone en infrastructuur. Daarbij moet zelfs overwogen worden of bepaalde gedeelten van deze groenzones hoe beperkt in oppervlakte ook mensontoegankelijk gemaakt kunnen worden. Het integreren van waterretentiezones binnen dit groene kader zal in het RUP zeker worden onderzocht, en waar mogelijk zullen passende voorschriften naar vegetatie toe worden ingebouwd (bvb. specifieke vegetatie voor WADI s,...) Door het voorzien in het plangebied van een groene verbinding voor langzaam verkeer, waarbij ook aanplanting zal voorzien worden, kan tevens een zeker positief effect bekomen worden. Het vertrekt de voorkeur te werken met streekeigen groen in alle groenzones, en het beheer ervan op ecologische wijze uit te voeren. Het voorschrift standplaatsgeschikte vegetatie zal in het RUP specifiek worden gehanteerd en uitgewerkt, ondermeer in functie van waterretentiezones binen het groene kader. Dit zal als voorwaarde worden opgelegd in de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Studiegebied Het plangebied vormt het onderzoeksgebied. Wel worden eventuele relaties met de nabije omgeving meegenomen. Analyse van ingrepen effecten Ten opzichte van het behoud van de huidige gebouwde en infrastructurele toestand in het plangebied (referentiesituatie) zijn volgende elementen relevant voor landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie: Ontbreken van verharding en bebouwing in de kernzone van het plangebied. Grondbewerking van het niet-bebouwde grasland conform gangbare praktijken (geen beroepslandbouw) Beoordeling van de effecten Volgende ingrepen leiden tot mogelijk significante effecten (voornamelijk indirect): Aanleg nieuwe infrastructuur en bebouwing Instandhouding bestaande en nieuwe infrastructuur en bebouwing Mogelijk significante effecten: Inpasbaarheid in de landschappelijke hoofdstructuur Invloed op de openruimte Invloed op de landschapsbeleving (visueel/ruimtelijk) Invloed op het waardevol onroerend erfgoed Volgende randvoorwaarden zijn van belang voor de beoordeling: Het plangebied grenst niet aan/maakt geen deel uit van een beschermd landschap of geklasseerd dorpsgezicht. Er zijn geen beschermde gebouwen binnen of in de nabijheid van het plangebied aanwezig. Het plangebied grenst niet aan/maakt geen deel uit van een ankerplaats, volgens het erfgoedlandschappendecreet. - De publiekskaarten van de Centrale Archeologische Inventaris voor Vlaanderen geven voor enkele periodes een aantal gekende archeologische sites binnen het plangebied van het RUP aan. 46

48 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Mogelijke effecten Inpasbaarheid in de landschappelijke hoofdstructuur Invloed op de open ruimte Invloed op de landschapsbeleving (visueel/ruimtelijk) Invloed op het waardevol onroerend erfgoed Beoordeling van effecten Geen aanzienlijke effecten: plangebied maakt geen deel uit van een landschappelijke hoofdstructuur met bijzondere waarden Geen aanzienlijke effecten: toename bebouwings- en verhardingspercentage blijft relatief beperkt Geen aanzienlijke effecten: het landschap van het kergebied verandert door de geplande ingrepen, maar met behoud en zelfs versterking van ruimtelijke en visuele kwaliteiten Geen aanzienlijke effecten: geen bijzondere waarden inzake onroerend erfgoed Conclusie en aanbevelingen (remediërende maatregelen) Om de nodige bescherming te bieden aan mogelijk archeologische sites binnen het plangebied, zal in het RUP een verwijzing worden opgenomen naar de gangbare regelgeving en procedures met betrekking tot archeologisch onderzoek Discipline Mens en Mobiliteit Studiegebied In eerste instantie vormt het plangebied het onderzoeksgebied. Wel worden eventuele relaties met de nabije omgeving meegenomen: Invloed van bijkomende vervoersbewegingen op de omliggende woonwijken (Oude Gendarmeriestraat, Bossestraat,...) en de verkeersassen (N15 Boudewijnlaan, Bossestraat) Analyse van ingrepen effecten Ten opzichte van het behoud van de huidige gebouwde en infrastructurele toestand in het plangebied (referentiesituatie) zijn volgende elementen relevant voor mens en mobiliteit: - (beperkte) verdichtingsmogelijkheden van de bestaande bebouwing aan de randzones van het plangebied - nieuwe woonontwikkelingen in het niet-ontwikkelde kernzone van het plangebied, met de daarbij horende verkeersgeneratie. - nieuwe ontwikkeling met handelsfuncties (supermarkt), met de daarbij horende parkeerfunctie en verkeersactiviteit - ontwikkeling van een publieke parkeerzone die - buiten het gebruik ervan door de handelsfunctie ingericht wordt als randparking bij het centrum van Heist-op-den-Berg. Beoordeling van de effecten Volgende ingrepen leiden tot mogelijk significante effecten (voornamelijk indirect): - nieuwe woonfuncties - aanleg nieuwe weg- en parkeerinfrastructuur - instandhouding bestaande infrastructuur Kleinhandel / supermarkt Verkeersgeneratie en daarbij mogelijke impact op verkeersveiligheid en - leefbaarheid, gekoppeld aan het wonen, handel, publieke randparking in de directe, mogelijks ook iets ruimere omgeving. 47

49 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging Volgende randvoorwaarden zijn van belang voor de beoordeling: - de Boudewijnlaan N15 is een gewestweg, doch volgens de categorisering van wegen niet geselecteerd als primaire of secundaire weg (RSV RSPA) in het GRS geselecteerd als lokale weg type I: de ontsluitingsfunctie op bovenlokaal niveau en de verbindende functie op lokaal niveau primeert, maar de weg heeft geen verbindende functie op bovenlokaal niveau. - Aantal bijkomende verkeersbewegingen ten gevolge van de woonverdichting in de reeds bestaande woonstraten, is vrij beperkt en verwaarloosbaar in het geheel van de huidige verkeersintensiteiten in het plangebied en omgeving. - aantal bijkomende verkeersbewegingen ten gevolge van max. 100 bijkomende woningen in het kerngebied, is voelbaar ten opzichte van de verkeersintensiteit in de Bossestraat, en eerder beperkt ten opzichte van de verkeersintensiteiten in de Boudewijnlaan. Door de aanwezigheid van het VRI-geregeld kruispunt (vernieuwde installatie dd. 2013) zal deze ontwikkeling nagenoeg geen probleen opleveren o de bijkomende verkeersintensiteiten te kunnen verwerken. Tijdens de spitsmomenten kan een ietwat langere wachtrij voor het vekeer komende uit de Bossestraat worden verwacht. - aantal bijkomende verkeersbewegingen ten gevolge van max m² nieuwe handelsfunctie en bijbehorende parkeergelegenheid (noodzaak van ca. 40 parkeerplaatsen) in het kerngebied, is aanzienlijk ten opzichte van de huidige intensiteiten in de westelijk aanpalende woonstraten (Oude Gendarmeriestraat, Meidoornstraat, Vaes-Oogstlaan, Schildenstraat), voelbaar ten opzichte van de verkeersintensiteit in de Bossestraat, en beperkt ten opzichte van de verkeersintensiteiten in de Boudewijnlaan. - aantal bijkomende verkeersbewegingen ten gevolge van max 120 parkeerplaatsen, te gebruiken als publieke randparking bij het centrum van Heist-op-den-Berg, is aanzienlijk ten opzichte van alle straten gelegen binnen, aan de rand van of in de directe omgeving van het plangebied. Een gedetailleerde beoordeling werd uitgevoerd in een MOBER (mobiliteitseffectenrapport), die in bijlage bij het voorliggend document is opgenomen. Conclusie en aanbevelingen (remediërende maatregelen) De goedkeuring van het RUP heeft slechts een beperkt significant effect op de mens (grondinname). Door de goedkeuring van het RUP wordt echter wel een toename van de mobiliteitsdynamiek verwacht in vergelijking met de referentietoestand. De ontwikkeling van het strategisch ontwikkelingsproject in de kernzone, en in mindere mate de verdichting van het bestaande woonweefsel, creëert bijkomend verkeer. Het effect van de gewijzigde dynamiek zal voelbaar zijn voor de doelgroep mens. Al in de eerste fase van de mer-screening werd een mobiliteitstoets opgesteld. Op die manier konden de adviserende instanties met volle kennis van alle mobiliteitseffecten, oordelen of de ontwikkelingsmogelijkheden die door het RUP worden geboden (zowel wat betreft de toegelaten functies als hun omvang) ook effectief haalbaar zijn, en geen overmatige mobiliteitsdruk voor de omgeving met zich meebrengen. Op basis van de uitgebrachte adviezen werd de mobiliteitstoets vervolgens verder uitgediept in een MOBER (mobiliteitseffectenrapport). Dit MOBER zal het kader vormen voor opmaak van het RUP De Bos, en de randvoorwaarden/beperkingen die erin opgenomen zullen worden om mobiliteitsoverlast te voorkomen. Het MOBER is in bijlage bij voorliggend document integral toegevoegd. Een aantal maatregelen dat in het RUP juridisch zal worden verankerd, is : - geen rechtstreekse toegangen voor autoverkeer vanaf het kerngebied naar de aanpalende woonstraten Schildenstraat, Vaes-Oogstlaan en Meidoornlaan. De aanzetten tot straten die vanuit de bestaande verkavelingen reeds gegeven zijn, zullen slechts aangewend worden als voetgangersverbindingen naar de kernzone van het plangebied. Daarbij moet echter wel rekening gehouden worden met de noodzaak tot volwaardige ontsluiting van de aanpalende bouwkavels (alle kavels moeten gelegen zijn aan een voldoende uitgeruste weg), maar de woonstraten krijgen een knip voor autoverkeer op een passende locatie, zodat enkel bewegingen van zachte weggebruikers naar de omliggende woonstraten mogelijk zijn, en geen doorgaande autoverbindingen ontstaan. 48

50 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging - evenwichtige ontsluiting van het kerngebied naar Boudewijnlaan enerzijds en Bossestraat anderzijds, zorgt voor een goede verdeling van het verkeer uit de kernzone, naar de randen van het plangebied en de omgeving toe. - de nodige aandacht dient besteed te worden aan een kwalitatieve kruispuntinrichting ter hoogte van de aantakking van de nieuwe ontsluitingsweg op de Bossestraat, rekening houdend met een aanzienlijke toename van de verkeersintensiteiten. Een haakse aansluiting in noodzakelijk; een linksafslagstrook voor het verkeer komende van de Kasteelstraat, dient te worden onderzocht (belang voor doorstroming gezien Bossestraat verzamelend karakter op lokaal niveau als voornaamste functie heeft). Momenteel is er een dubbelrichtingsfietspad aan de overzijde van de Bossestraat. De aanleg van een enkelrichtingsfietspad langs de zijde van de Bossestraat waarop de nieuwe ontwikkeling aansluiting geeft, onderzocht te worden. Daarbij dient voldoende ruimte te worden voorzien om het fietspad door te trekken over het kruispunt. - inrichting van het te ontwikkelen kerngebied als een zone 30 met snelheidspoorten op de nieuwe toegangsweg. - elke stedenbouwkundige aanvraag voor nieuwe woningen of handelsfuncties dienen te voldoen aan strikte parkeernormen, zoals zal worden vastgelegd in de parkeerverordeningen. In ieder geval dient elke activiteit haar parkeerlast op eigen terrein te kunnen opvangen. -in het bijzonder met betrekking tot een eventuele publieke parking in het kerngebied, zal vanuit de MOBER duidelijk worden wat het maximale aantal parkeerplaatsen is dat in het kerngebied voorzien kan worden, zonder de draagkracht van het gebied te overschrijden. Indien de MOBER hier aanwijzigingen toe geeft, zal het totale aantal van 120 parkeerplaatsen zoals in voorliggende nota maximalistisch werd voorgesteld, moeten bijgesteld worden tot een haalbaar cijfer. Bovendien zal in de MOBER ook rekening gehouden worden met de impact van bijkomende woningen in het gebied. De verschillende functies (publieke parking, woon- en handelsfunctie) samen genereren mogelijks immers aanzienlijke bijkomende verkeersintensiteiten. - inrichting van de integrale publieke ruimte op een kwalitatief beeldbepalende en duurzame manier, met aandacht voor groenelementen, veel zorg voor z achte weggebruikers, en uitgaand van de verblijfsfunctie binnen het plangebied. Bijkomende maatregelen die voortkomen uit het MOBER, zullen eveneens juridisch verankerd worden in het RUP De Bos. 49

51 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 7.7. Overzicht van voorgestelde milderende maatregelen Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voorgestelde milderende maatregelen, die in het hiervoor beschreven onderzoek per discipline werden geformuleerd. De tabel geldt dan ook als checklist, die gehanteerd kan worden bij de evaluatie van het ontwerp-rup De Bos, om na te gaan of de milderende maatregelen effectief en accuraat zijn opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften. Discipline Milderende maatregelen Bodem en water Algemene stedenbouwkundige voorschriften: Naleven van de sectorale wetgeving inzake bodem en watersysteem Alle verhardingen uit te voeren in waterdoorlatende materialen Nodige voorzieningen voor vertraagde hemelwaterafvoer en infiltratie bij bijkomende bebouwing en verhardingen Lucht en geluid --- Fauna en flora Minimale eisen, zowel kwalitatief als kwantitatief, m.b.t. de groenzones Integratie van waterretentiezones binnen het groene kader Passende stedenbouwkundige voorschriften inzake de vegetatie in het algemeen, en in waterrijke zones in het bijzonder specifieke uitwerking van de voorschriften inzake standplaatsgeschikt groen Landschap, Verwijzing in de stedenbouwkundige bouwkundig erfgoed, voorschriften van de gangbare regelgeving en archeologie procedures inzake archeologisch onderzoek Mens en mobiliteit geen rechtstreekse toegangen voor autoverkeer vanaf het kerngebied naar de aanpalende woonstraten (m.u.v. Bossestraat), enkel voetgangersverbindingen naar de kernzone. evenwichtige ontsluiting van het kerngebied naar Boudewijnlaan enerzijds en Bossestraat anderzijds kwalitatieve kruispuntinrichting ter hoogte van de aantakking van de nieuwe ontsluitingsweg op de Bossestraat, rekening houdend met een aanzienlijke toename van de verkeersintensiteiten. inrichting van het kerngebied als een zone 30 Opname van duidelijke parkeernormen voor nieuwe ontwikkelingen / maximaal aantal parkeerplaatsen in het kerngebied opleggen inrichting van de integrale publieke ruimte op een kwalitatief beeldbepalende en duurzame manier, met aandacht voor groenelementen, veel zorg voor z achte weggebruikers, en uitgaand van de verblijfsfunctie binnen het plangebied. 50

52 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 7.8. Leemten in kennis Het gevoerde onderzoek toont aan dat er geen significante leemten zijn in kennis of bronnen, om tot een volwaardige analyse en valabele conclusies te komen. De exacte uitvoering van het plan is echter nog niet gekend. Op basis van het RUP De Bos zullen vergunningen kunnen worden verleend voor projecten. In de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP zullen relevante aspecten worden vastgelegd, waarin de nodige flexibiliteit aanwezig blijft. Een goede beoordeling van projectaanvragen blijft bijgevolg noodzakelijk Grensoverschrijdende effecten Voor dit RUP worden geen grensoverschrijdende milieueffecten verwacht Discipline-overschrijdende conclusie onderzoek milieu-effecten Op basis van de beoordeling van de milieueffecten voor de verschillende relevante disciplines en rekening houdend met de per discipline voorziene milderende maatregelen, wordt geconcludeerd dat er voor geen enkele discipline significante milieueffecten te verwchten zijn t.o.v. de referentiesituatie, en dit op voorwaarde dat alle sectorale wetgeving terzake (bvb. verordeningen mbt hemelwaterputten, infiltratievoorziningen, wetgeving archeologisch onderzoek, milieuwetgeving,...) wordt nageleefd. Een duidelijke verwijzing inzake zal opgenomen worden in het RUP De Bos, naast de specifieke voorschriften die in het RUP zullen worden gehanteerd zoals hierboven toegelicht bij de aanbevelingen per discipline. 51

53 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging BIJLAGE 1: BPA Zuid de Bergstraat 52

54 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging BIJLAGE 2: MOBER 53

55 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging BIJLAGE 3: UITGEBRACHTE ADVIEZEN: - Provinciebestuur Antwerpen - ANB Antwerpen - Ruimte Vlaanderen APL Antwerpen - Onroerend Erfgoed Antwerpen - Agenschap Wonen Vlaanderen, Afdeling Wonen - Departement MOW - De Lijn Antwerpen 54

56 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 0

57 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 0

58 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 0

59 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 0

60 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 0

61 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 0

62 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 0

63 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 0

64 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 0

65 RUP DE BOS Screening plan-mer-plicht verzoek tot raadpleging 0

66 Gemeente Heist-op-den-Berg RUP DE BOS Capaciteitstoets Kruispunt N15-Boudewijnlaan- Bossestraat Bijlage bij het Mober mei 2015

67 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg COLOFON Gemeente Heist-op-den-Berg College van Burgemeester en Schepenen Kerkplein Heist-op-den-Berg Beleidsverantwoordelijke: Dhr. Wim Van den Bruel Schepen Ruimtelijke Ordening 015/ Ambtelijk verantwoordelijke Afdeling Bouw en Milieu Mevr. Veerle De Belser Stedenbouwkundig ambtenaar Erkend ruimtelijk planner Leopoldlei Heist-op-den-Berg 015/ Gemeente Heist-op-den-Berg 2

68 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN SITUERING KENMERKEN KRUISPUNT BESTAANDE SITUATIE BASIS-LAYOUT INTENSITEIT PER RICHTING Ochtendspits Avondspits AFRIJCAPACITEIT PER RICHTING Capaciteitsfactoren Nummering van de richtingen Overzicht theoretische afrijcapaciteit per richting BELASTINGSGRAAD PER RICHTING Ochtendspits Avondspits CONFLICTBELASTING KRUISPUNT Selectie conflictgroepen Ochtendspits Avondspits VERZADIGINGSGRAAD MET DE BESTAANDE LICHTENREGELING Fasendiagram bestaande lichtenregeling Ochtendspits Avondspits CAPACITEITSTOETS MET RUP DE BOS VARIANT BIJKOMENDE INTENSITEITEN Beschrijving variant 1 (VAR 1) Verkeersproductie ochtendspits Verkeersproductie avondspits BELASTINGSGRAAD PER RICHTING Ochtendspits Avondspits CONFLICTBELASTING KRUISPUNT Ochtendspits Avondspits VERZADIGINGSGRAAD MET DE BESTAANDE LICHTENREGELING Ochtendspits Avondspits SAMENVATTING CAPACITEITSTOETS VAR CAPACITEITSTOETS MET RUP DE BOS VARIANT 1-UITBREIDING BIJKOMENDE INTENSITEITEN Beschrijving variant 1-uitbreiding (VAR 1-U) Verkeersproductie ochtendspits Verkeersproductie avondspits BELASTINGSGRAAD PER RICHTING Ochtendspits Avondspits CONFLICTBELASTING KRUISPUNT Ochtendspits Avondspits VERZADIGINGSGRAAD MET DE BESTAANDE LICHTENREGELING Ochtendspits Avondspits SAMENVATTING CAPACITEITSTOETS VAR 1-U CAPACITEITSTOETS MET RUP DE BOS VARIANT BIJKOMENDE INTENSITEITEN Beschrijving variant Gemeente Heist-op-den-Berg 3

69 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Verkeersproductie ochtendspits Verkeersproductie avondspits BELASTINGSGRAAD PER RICHTING Ochtendspits Avondspits CONFLICTBELASTING KRUISPUNT Ochtendspits Avondspits VERZADIGINGSGRAAD MET DE BESTAANDE LICHTENREGELING Ochtendspits Avondspits SAMENVATTING CAPACITEITSTOETS SCENARIO VAR CAPACITEITSTOETS MET RUP DE BOS VARIANT 2-UITBREIDING BIJKOMENDE INTENSITEITEN Beschrijving variant 2-uitbreiding (VAR 2-U) Verkeersproductie ochtendspits Verkeersproductie avondspits BELASTINGSGRAAD PER RICHTING Ochtendspits Avondspits CONFLICTBELASTING KRUISPUNT Ochtendspits Avondspits VERZADIGINGSGRAAD MET DE BESTAANDE LICHTENREGELING Ochtendspits Avondspits SAMENVATTING CAPACITEITSTOETS VAR 2-U CONCLUSIE Gemeente Heist-op-den-Berg 4

70 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg 1. INLEIDING EN SITUERING In het kader van de opmaak van het RUP de Bos is een mobiliteitstoets opgemaakt. De conclusie was dat een bijkomende capaciteitstoets van het kruispunt Boudewijnlaan - Bossestraat aangewezen was. Deze toets is uitgevoerd in december 2014 en verder aangepasten aangevuld met uitbreidingsvarianten in mei Naar aanleiding van het advies van AWV dient ook een Mober opgemaakt te worden. In deze Mober dient opnieuw de capaciteit van dit kruispunt onderzocht te worden, zowel met het scenario wonen en supermarkt als met het scenario enkel wonen. Dit document is dan ook een uitbreiding van de eerdere capaciteitstoets alsook de bijlage bij het Mober. Doel is de toetsing of en in welke mate er nog voldoende capaciteit is na realisatie van het RUP de Bos. RUP de Bos Kruispunt Boudewijnlaan - Bossestraat Figuur 1: Situering kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat en het RUP "de Bos" Achtereenvolgens wordt ingegaan op de: huidige toestand en configuratie van het kruispunt capaciteitstoets na realisatie van het RUP met scenario 1 wonen en supermarkt capaciteitstoets na realisatie van het RUP met scenario 2 enkel wonen conclusies Gemeente Heist-op-den-Berg 5

71 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg 2. KENMERKEN KRUISPUNT BESTAANDE SITUATIE 2.1. Basis-layout In onderstaande figuur is de bestaande toestand van het kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat weergegeven, zoals opgenomen in het V-plan van AWV. Figuur 2: Basis-layout kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat (Bron: V-plan, AWV) Gemeente Heist-op-den-Berg 6

72 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg 2.2. Intensiteit per richting Ochtendspits In onderstaande figuur zijn de intensiteiten tijdens de ochtendspits weergegeven (bron: AWV, 2014) Figuur 3: Overzicht verkeersintensiteiten (in personenauto-eenheden) kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat tijdens de ochtendspits Gemeente Heist-op-den-Berg 7

73 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Avondspits In onderstaande figuur zijn de intensiteiten tijdens de ochtendspits weergegeven (bron: AWV, 2014). Figuur 4: Overzicht verkeersintensiteiten (in personenauto-eenheden) kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat tijdens de avondspits 2.3. Afrijcapaciteit per richting Capaciteitsfactoren Als basiscapaciteit per rijstrook wordt in de regel 1800 pae/uur als uitgangspunt gehanteerd. Eén pae (personenauto-eenheid), of pwe, wordt in de regel gezien als 1 personenauto, 0.5 lichte vrachtwagen en 0.33 zware vrachtwagen. Voor de capaciteitsberekening wordt dus rekening gehouden met de samenstelling van het verkeer. Verder zijn er nog correctiefactoren voor de afrijcapaciteit van een rijstrook, afhankelijk van diverse factoren. Deze zijn weergegeven in onderstaande tabel. Gemeente Heist-op-den-Berg 8

74 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Tabel 1: Correctiefactoren voor de berekening van de capaciteit van rijstroken Criterium Waarde Correctiefactor 2.6m 0.93 Rijstrookbreedte 3-3.5m 1 4m stroken van 3.5m 0.95 Meerdere rijstroken naast elkaar 2 stroken van 3m stroken van 3m m 0.85 Bochtstraal 15m m % 0.97 Helling +5% % % % afslaand 0.95 Gemengd verkeer 20% afslaand % afslaand 0.8 veel 0.8 Overstekende voetgangers matig 0.9 weinig Nummering van de richtingen Voor een duidelijker overzicht worden de richtingen verder genummerd volgens het Nederlandse systeem. Dit is duidelijker dan het Vlaamse systeem op het V-plan, te meer daar het Vlaamse systeem geen onderscheid maakt tussen rechtdoorgaande en afslaande rijstroken. Het principe van de nummering gaat als volgt: men begint bij de rechtsafrichting van de oostelijke tak en gaat dan in wijzerzin verder tot alle richtingen zijn genummerd. Samengestelde rijstroken (b.v. rechtsafslaande en rechtdoorgaande rijstroken) krijgen de nummering van de rechtdoorgaande rijstroken. Op deze manier komt men tot de volgende nummering: Tabel 2: Overzicht nummering van de rijrichtingen Richting V-plan Beschrijving 2 C Gecombineerde strook Boudewijnlaan vanuit Booischot naar centrum en Lier 3 C Linksafstrook Boudewijnlaan vanuit Booischot naar Bossestraat 5 B Gecombineerde strook vanuit Bossestraat 8 A Gecombineerde strook Boudewijnlaan vanuit Lier naar Bossestraat en Booischot 9 A Linksafstrook Boudewijnlaan vanuit Lier naar centrum 11 D Gecombineerde strook vanuit Fr. Coeckelbergstraat (centrum) Gemeente Heist-op-den-Berg 9

75 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Overzicht theoretische afrijcapaciteit per richting Gecombineerd met de eerdere correctiefactoren komt men tot de volgende waarden voor de theoretische afrijcapaciteit per richting: Tabel 3: Afrijcapaciteiten per richting Richting Relevante factoren Capaciteit (in pae/uur) 2 Meerdere rijstroken naast elkaar, 10% afslaand verkeer 1800 *09*0.9 = Meerdere rijstroken naast elkaar 1800*0.9 = % afslaand verkeer 1800*0.8 = Meerdere rijstroken naast elkaar, 10% afslaand verkeer 1800 *09*0.9 = Meerdere rijstroken naast elkaar 1800*0.9 = % afslaand verkeer 1800*0.8 = Belastingsgraad per richting De belastingsgraad is de theoretische verhouding tussen intensiteit en capaciteit van één richting of combinatie van rijrichtingen, zonder rekening te houden met de verkeersregeling of de groentijden. Het vormt de basis voor een verdere berekening van de capaciteit van de kruispuntregeling Ochtendspits In onderstaande tabel zijn de belastingsgraden tijdens de ochtenspits weergegeven: Tabel 4: Overzicht belastingsgraden bestaande situatie ochtendspits Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Avondspits In onderstaande tabel zijn de belastingsgraden tijdens de avondspits weergegeven: Tabel 5: Overzicht belastingsgraden bestaande situatie avondspits Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) , , , , , ,22 Gemeente Heist-op-den-Berg 10

76 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg 2.5. Conflictbelasting kruispunt Selectie conflictgroepen Voor de conflictbelasting worden de belastingsgraden van alle conflictgroepen (dat zijn groepen richtingen die onderling met elkaar conflicteren) opgeteld. Zo krijgt men een beeld van de fractie groentijd t.o.v. de gehele cyclustijd die minimaal nodig is om het kruispunt te kunnen regelen. Dit getal moet kleiner zijn dan 0.8 om nog een voldoende restcapaciteit te hebben, ermee rekening houdend dat er in de verkeersregeling nog een deel verliestijd is (oranje en alles-rood) om het kruispunt veilig te kunnen regelen. Op dit moment bestaat de regeling uit een gewone 2-fasenregeling waarbij eerst de Boudewijnlaan en vervolgens de Bossestraat groen krijgt. De volgende conflictgroepen kunnen worden onderscheiden: Ochtendspits De conflictbelasting voor de conflictgroepen is als volgt: 2-5: = : = : = : = : = : = : = : = 0.31 De maatgevende conflictbelasting is 0.49 en wordt gevormd door combinatie van de richtingen 2 en 11. Ermee rekening houdend dat een conflictbelasting niet meer dan 0.8 mag bedragen, betekent dit dat er in principe nog ( )/0.8 = 39% restcapaciteit aanwezig is Avondspits De conflictbelasting voor de conflictgroepen is als volgt: 2-5: = : = : = : = : = : = : = : = 0.32 Gemeente Heist-op-den-Berg 11

77 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg De maatgevende conflictbelasting is 0.56 en wordt gevormd door twee conflictgroepen, nl. de richtingen 5-8 en Dit zijn duidelijk andere conflictgroepen dan tijdens de ochtendspits, en al bij al is de avondspits dan ook drukker. Ermee rekening houdend dat een conflictbelasting niet meer dan 0.8 mag bedragen, betekent dit dat er in principe nog ( )/0.8 = 30% restcapaciteit aanwezig is Verzadigingsgraad met de bestaande lichtenregeling Fasendiagram bestaande lichtenregeling In onderstaande figuur is het fasendiagram (V-plan) van de bestaande lichtenregeling opgenomen. Figuur 5: Fasendiagram bestaande lichtenregeling kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat De belangrijkste kenmerken zijn als volgt: Semi-voertuigafhankelijk (halfstarre) regeling, waarbij de groentijden fractioneel verlengd worden op basis van de gemeten hiaattijd. 2 fasenregeling, met deelconflicten voor linksafslaand en tegemoetkomend verkeer en met deelconflicten met overstekend langzaam verkeer de minimale cyclustijd bedraagt 50s, de maximale cyclustijd bedraagt 75s. de groentijd voor de Boudewijnlaan bedraagt minimaal 21s en maximaal 33s (max. 44% groentijd) de groentijd voor de Bossestraat bedraagt minimaal 15s en maximaal 28s (max. 37% groentijd) Gemeente Heist-op-den-Berg 12

78 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Ochtendspits Wanneer de belastingsgraden worden gerelateerd aan de fractie groentijd die maximaal kan worden verkregen, dan komt men tot een overzicht van de effectieve belastingsgraden van het kruispunt, m.a.w. de fractie groentijd die effectief wordt benut (en dus minimaal nodig is) tijdens de lichtenregeling. In onderstaande tabel zijn de belastingsgraden en de verzadigingsgraden tijdens de ochtenspits weergegeven: Tabel 6: Overzicht verzadigingsgraden bestaande situatie ochtendspits Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Verzadigingsgraad (BG/fractie groen) , /0.44 = 59% , /0.44 = 7% , /0.37 = 27% , /0.44 = 41% , /0.44 =18% , / 0.37 = 62% Hieruit volgt dat de richting 11 (Frans Coeckelbergsstraat) in principe de zwaarst belaste richting is tijdens de ochtendspits met 62% benutte groentijd. Er is dus nog voldoende marge Avondspits In onderstaande tabel zijn de belastingsgraden en de verzadigingsgraden tijdens de avondspits weergegeven: Tabel 7: Overzicht verzadigingsgraden bestaande situatie avondspits Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Verzadigingsgraad (BG/fractie groen) , /0.44 = 43% , /0.44 = 5% , /0.37 = 59% , /0.44 = 77% , /0.44 = 23% , / 0.37 = 59% Hieruit volgt dat de richting 8 (Boudewijnlaan vanuit de richting Lier, naar Booischot en de Bossestraat) de zwaarst belaste richting is tijdens de avondspits, met 77% benutte groentijd. Ook hier is er nog vodoende marge. Gemeente Heist-op-den-Berg 13

79 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg 3. CAPACITEITSTOETS MET RUP DE BOS VARIANT Bijkomende intensiteiten Beschrijving variant 1 (VAR 1) De totale projectzone heeft een oppervlakte van 30600m². Deze variant gaat enkel uit van woonfunctie en een invulling met 88 wooneenheden (48 grondgebonden woningen en 40 appartementen). De gemiddelde woningdichtheid bedraagt 29 wo/ha Verkeersproductie ochtendspits Er wordt aangenomen dat elke woning tijdens het ochtendspitsuur 1 autorit uitgaand en 0.1 autorit ingaand produceert. Samen betekent dit 88 uitgaande en 9 ingaande autoritten tijdens het ochtendspitsuur. Op het kruispunt Bossestraat-Boudewijnlaan gebeurt de verdeling naar de verschillende richtingen op dezelfde manier als bij de huidige situatie. Figuur 6: Verkeersproductie ochtendspits vanuit RUP de Bos op kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat met VAR1 Gemeente Heist-op-den-Berg 14

80 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 7: Totale verkeersbelasting ochtendspits op kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat na realisatie van RUP de Bos met VAR Verkeersproductie avondspits De avondspits kent in de regel een wat verspreider patroon. Er wordt aangenomen dat elke woning tijdens de avondspits 0.75 autorit ingaand en eveneens 0.1 autorit uitgaand produceert. Samen betekent dit 66 ingaande en 9 uitgaande autoritten in het avondspitsuur. Op het kruispunt Bossestraat-Boudewijnlaan gebeurt de verdeling naar de verschillende richtingen op dezelfde manier als bij de huidige situatie. Gemeente Heist-op-den-Berg 15

81 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 8: Verkeersproductie avondspits vanuit RUP de Bos op het kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat met VAR1 Gemeente Heist-op-den-Berg 16

82 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 9: Totale verkeersbelasting avondspits kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat na realisatie van RUP de Bos met VAR Belastingsgraad per richting De belastingsgraad is de theoretische verhouding tussen intensiteit en capaciteit van één richting of combinatie van rijrichtingen, zonder rekening te houden met de verkeersregeling of de groentijden. Het vormt de basis voor een verdere berekening van de capaciteit van de kruispuntregeling. Op dezelfde manier als bij de bestaande situatie kan nu ook weer de belastingsgraad per richting worden berekend Ochtendspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden tijdens de ochtenspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 8: Overzicht belastingsgraden ochtendspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 1 Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Gemeente Heist-op-den-Berg 17

83 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg , , , , , ,26 De hoogste belastingsgraden doen zich voor op de richtingen 2 (Boudewijnlaan vanuit Booischot richting centrum en Lier) en de richting 11 (Fr. Coeckelbergsstraat) Avondspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden tijdens de avondspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 9: Overzicht belastingsgraden avondspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 1 Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) , , , , , ,25 De hoogste belastingsgraad doet zich voor op de richting 8 (Boudewijnlaan vanuit Lier richting Booischot en Bossestraat) Conflictbelasting kruispunt Ochtendspits De conflictbelasting voor de conflictgroepen is als volgt: 2-5: = : = : = : = : = : = : = : = 0.34 De maatgevende conflictbelasting is 0.52 en wordt gevormd door combinatie van de richtingen 2 en 11. Ermee rekening houdend dat een conflictbelasting niet meer dan 0.8 mag bedragen, betekent dit dat er in principe nog ( )/0.8 = 35% restcapaciteit aanwezig is Avondspits De conflictbelasting voor de conflictgroepen is als volgt: 2-5: = : = : = 0.27 Gemeente Heist-op-den-Berg 18

84 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg 3-11: = : = : = : = : = 0.35 De maatgevende conflictbelasting is 0.60 en wordt gevormd door conflictgroep Ook hier is de avondspits duidelijk drukker dan tijdens de ochtendspits, aangezien ook de supermarkt dan verkeer produceert. Ermee rekening houdend dat een conflictbelasting niet meer dan 0.8 mag bedragen, betekent dit dat er in principe nog ( )/0.8 = 25% restcapaciteit aanwezig is Verzadigingsgraad met de bestaande lichtenregeling Op dezelfde manier als tijdens de bestaande situatie kan ook weer de verzadigingsgraad worden berekend Ochtendspits Wanneer we de belastingsgraden relateren aan de fractie groentijd die maximaal kan worden verkregen, dan komen we tot een overzicht van de effectieve belastingsgraden van het kruispunt, m.a.w. de fractie groentijd die effectief wordt benut (en dus minimaal nodig is) tijdens de lichtenregeling. In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden en de verzadigingsgraden tijdens de ochtenspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 10: Overzicht verzadigingsgraden ochtendspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 1 Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Verzadigingsgraad (BG/fractie groen) , /0.44 = 59% , /0.44 = 7% , /0.37 = 51% , /0.44 = 41% , /0.44 = 18% , / 0.37 = 70% Hieruit volgt dat de richting 11 (Frans Coeckelbergsstraat) in principe de zwaarst belaste richting is tijdens de ochtendspits met 70% benutte groentijd. Binnen de bestaande groenverdeling is er dus nog voldoende marge aanwezig Avondspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden en verzadigingsgraden tijdens de avondspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven. Tabel 11: Overzicht verzadigingsgraden avondspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 1 Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Verzadigingsgraad (BG/fractie groen) , /0.44 = 43% , /0.44 = 9% , /0.37 = 62% , /0.44 = 80% , /0.44 = 23% , / 0.37 = 68% Gemeente Heist-op-den-Berg 19

85 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Hieruit volgt dat de richting 8 (Boudewijnlaan vanuit de richting Lier, naar Booischot en de Bossestraat) de zwaarst belaste richting is tijdens de avondspits, met 80% benutte groentijd. Ook hier is er dus nog voldoende marge binnen de bestaande verkeersregeling en groenverdeling Samenvatting capaciteitstoets VAR 1 In onderstaande tabel zijn de belangrijkste resultaten van de capaciteitstoets weergegeven. Tabel 12: Samenvattende beoordeling capaciteitstoets kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat - VAR 1 Criterium Bestaande situatie Na realisatie RUP de Bos Hoogste BG ochtendspits 26% 26% Hoogste BG avondspits 34% 35% Hoogste CB ochtendspits 49% 52% Hoogste CB avondspits 56% 63% Hoogste VG ochtendspits 62% 70% Hoogste VG avondspits 77% 80% Restcapaciteit ochtendspits 39% 35% Restcapaciteit avondspits 30% 25% Verklaring termen en afkortingen: BG = belastingsgraad: verhouding intensiteit/capaciteit (zonder groenverdeling) CB = conflictbelasting: optelling BG van alle conflicterende richtingen (moet kleiner zijn dan 80%, gelet op de nog benodigde geel- en roodtijden) VG = verzadigingsgraad: verhouding intensiteit/capaciteit na groenverdeling (= BG X fractie groen t.o.v. de totale cyclustijd) Restcapaciteit: ruimte om het kruispunt binnen de huidige regelstrategie (2-fasenregeling) te regelen, met evt. aanpassing van de groentijden. M.a.w. het percentage waarmee het verkeer op alle kruispunttakken samen nog mag stijgen om het kruispunt met de huidige regelstrategie nog te kunnen regelen. Gemeente Heist-op-den-Berg 20

86 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg 4. CAPACITEITSTOETS MET RUP DE BOS VARIANT 1- UITBREIDING 4.1. Bijkomende intensiteiten Beschrijving variant 1-uitbreiding (VAR 1-U) Bij verder onderzoek blijkt dat er zich ten westen en ten oosten van de variant 1 nog verdichtingsmogelijkheden bevinden. De totale projectzone wordt dan 44877m² groot. Er worden 125 wooneenheden voorzien (85 grondgebonden woningen en 40 appartementen). De gemiddelde woningdichtheid bedrfaagt 28 wo/ha Verkeersproductie ochtendspits Er wordt aangenomen dat elke woning tijdens het ochtendspitsuur 1 autorit uitgaand en 0.1 autorit ingaand produceert. Samen betekent dit 125 uitgaande en 13 ingaande autoritten tijdens het ochtendspitsuur. Op het kruispunt Bossestraat-Boudewijnlaan gebeurt de verdeling naar de verschillende richtingen op dezelfde manier als bij de huidige situatie. Gemeente Heist-op-den-Berg 21

87 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 10: Verkeersproductie ochtendspits vanuit RUP de Bos op het kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat met VAR 1- U Gemeente Heist-op-den-Berg 22

88 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 11: Totale verkeersbelasting ochtendspits op kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat na realisatie van RUP de Bos met VAR 1-U Verkeersproductie avondspits De avondspits kent in de regel een wat verspreider patroon. Er wordt aangenomen dat elke woning tijdens de avondspits 0.75 autorit ingaand en eveneens 0.1 autorit uitgaand produceert. Samen betekent dit 94 ingaande en 13 uitgaande autoritten in het avondspitsuur. Op het kruispunt Bossestraat-Boudewijnlaan gebeurt de verdeling naar de verschillende richtingen op dezelfde manier als bij de huidige situatie. Gemeente Heist-op-den-Berg 23

89 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 12: Verkeersproductie avondspits vanuit RUP de Bos op het kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat met VAR 1-U Gemeente Heist-op-den-Berg 24

90 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 13: Totale verkeersbelasting avondspits kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat na realisatie van RUP de Bos met VAR 1-U 4.2. Belastingsgraad per richting De belastingsgraad is de theoretische verhouding tussen intensiteit en capaciteit van één richting of combinatie van rijrichtingen, zonder rekening te houden met de verkeersregeling of de groentijden. Het vormt de basis voor een verdere berekening van de capaciteit van de kruispuntregeling. Op dezelfde manier als bij de bestaande situatie kan nu ook weer de belastingsgraad per richting worden berekend. Gemeente Heist-op-den-Berg 25

91 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Ochtendspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden tijdens de ochtenspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 13: Overzicht belastingsgraden ochtendspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 1-U Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) , , , , , ,26 De hoogste belastingsgraden doen zich voor op de richtingen 2 (Boudewijnlaan vanuit Booischot richting centrum en Lier) en de richting 11 (Fr. Coeckelbergsstraat) Avondspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden tijdens de avondspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 14: Overzicht belastingsgraden avondspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 1-U Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) , , , , , ,27 De hoogste belastingsgraad doet zich voor op de richting 8 (Boudewijnlaan vanuit Lier richting Booischot en Bossestraat) Conflictbelasting kruispunt Ochtendspits De conflictbelasting voor de conflictgroepen is als volgt: 2-5: = : = : = : = : = : = : = : = 0.34 De maatgevende conflictbelasting is 0.52 en wordt gevormd door combinatie van de richtingen 2 en 11. Ermee rekening houdend dat een conflictbelasting niet meer dan 0.8 mag bedragen, betekent dit dat er in principe nog ( )/0.8 = 35% restcapaciteit aanwezig is. Gemeente Heist-op-den-Berg 26

92 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Avondspits De conflictbelasting voor de conflictgroepen is als volgt: 2-5: = : = : = : = : = : = : = : = 0.37 De maatgevende conflictbelasting is 0.62 en wordt gevormd door conflictgroep Ook hier is de avondspits duidelijk drukker dan tijdens de ochtendspits, aangezien ook de supermarkt dan verkeer produceert. Ermee rekening houdend dat een conflictbelasting niet meer dan 0.8 mag bedragen, betekent dit dat er in principe nog ( )/0.8 = 22% restcapaciteit aanwezig is Verzadigingsgraad met de bestaande lichtenregeling Op dezelfde manier als tijdens de bestaande situatie kan ook weer de verzadigingsgraad worden berekend Ochtendspits Wanneer we de belastingsgraden relateren aan de fractie groentijd die maximaal kan worden verkregen, dan komen we tot een overzicht van de effectieve belastingsgraden van het kruispunt, m.a.w. de fractie groentijd die effectief wordt benut (en dus minimaal nodig is) tijdens de lichtenregeling. In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden en de verzadigingsgraden tijdens de ochtenspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 15: Overzicht verzadigingsgraden ochtendspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 1-U Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Verzadigingsgraad (BG/fractie groen) , /0.44 = 59% , /0.44 = 7% , /0.37 = 54% , /0.44 = 43% , /0.44 = 18% , / 0.37 = 70% Hieruit volgt dat de richting 11 (Frans Coeckelbergsstraat) in principe de zwaarst belaste richting is tijdens de ochtendspits met 70% benutte groentijd. Binnen de bestaande groenverdeling is er dus nog voldoende marge aanwezig. Gemeente Heist-op-den-Berg 27

93 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Avondspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden en verzadigingsgraden tijdens de avondspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven. Tabel 16: Overzicht verzadigingsgraden avondspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 1-U Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Verzadigingsgraad (BG/fractie groen) , /0.44 = 43% , /0.44 = 7% , /0.37 = 62% , /0.44 = 80% , /0.44 = 23% , / 0.37 = 73% Hieruit volgt dat de richting 8 (Boudewijnlaan vanuit de richting Lier, naar Booischot en de Bossestraat) de zwaarst belaste richting is tijdens de avondspits, met 80% benutte groentijd. Ook hier is er dus nog voldoende marge binnen de bestaande verkeersregeling en groenverdeling Samenvatting capaciteitstoets VAR 1-U In onderstaande tabel zijn de belangrijkste resultaten van de capaciteitstoets weergegeven. Tabel 17: Samenvattende beoordeling capaciteitstoets kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat - VAR 1-U Criterium Bestaande situatie Na realisatie RUP de Bos Hoogste BG ochtendspits 26% 26% Hoogste BG avondspits 34% 35% Hoogste CB ochtendspits 49% 52% Hoogste CB avondspits 56% 62% Hoogste VG ochtendspits 62% 70% Hoogste VG avondspits 77% 80% Restcapaciteit ochtendspits 39% 35% Restcapaciteit avondspits 30% 22% Verklaring termen en afkortingen: BG = belastingsgraad: verhouding intensiteit/capaciteit (zonder groenverdeling) CB = conflictbelasting: optelling BG van alle conflicterende richtingen (moet kleiner zijn dan 80%, gelet op de nog benodigde geel- en roodtijden) VG = verzadigingsgraad: verhouding intensiteit/capaciteit na groenverdeling (= BG X fractie groen t.o.v. de totale cyclustijd) Restcapaciteit: ruimte om het kruispunt binnen de huidige regelstrategie (2-fasenregeling) te regelen, met evt. aanpassing van de groentijden. M.a.w. het percentage waarmee het verkeer op alle kruispunttakken samen nog mag stijgen om het kruispunt met de huidige regelstrategie nog te kunnen regelen. Gemeente Heist-op-den-Berg 28

94 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg 5. CAPACITEITSTOETS MET RUP DE BOS VARIANT Bijkomende intensiteiten Beschrijving variant 2 Dit scenario gaat uit van een gecombineerde invulling van 83 wooneenheden en een supermarkt van 1999 m² met 20 werknemers Verkeersproductie ochtendspits Er wordt aangenomen dat elke woning tijdens het ochtendspitsuur 1 autorit uitgaand en 0.1 autorit ingaand produceert. De supermarkt genereert tijdens de ochtendspits enkel verkeer van werknemers. Dit wordt aangenomen op 20 in het ochtendspitsuur. Samen betekent dit 83 uitgaande en 29 ingaande autoritten tijdens het ochtendspitsuur. Op het kruispunt Bossestraat-Boudewijnlaan gebeurt de verdeling naar de verschillende richtingen op dezelfde manier als bij de huidige situatie. Figuur 14: Verkeersproductie ochtendspits vanuit RUP de Bos op kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat met VAR 2 Gemeente Heist-op-den-Berg 29

95 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 15: Totale verkeersbelasting ochtendspits op kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat na realisatie van RUP de Bos met VAR Verkeersproductie avondspits De avondspits kent in de regel een wat verspreider patroon. Er wordt aangenomen dat elke woning tijdens de avondspits 0.75 autorit ingaand en eveneens 0.1 autorit uitgaand produceert. Voor de supermarkt wordt aangenomen dat er 50 autoritten ingaand en 50 autoritten uitgaand worden geproduceerd. Tijdens de avondspits genereert de supermarkt in de regel nauwelijks of geen verkeer van personeel. Samen betekent dit 113 ingaande en 59 uitgaande autoritten in het avondspitsuur. Op het kruispunt Bossestraat-Boudewijnlaan gebeurt de verdeling naar de verschillende richtingen op dezelfde manier als bij de huidige situatie. Gemeente Heist-op-den-Berg 30

96 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 16: Verkeersproductie avondspits vanuit RUP de Bos op kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat (VAR 2) Gemeente Heist-op-den-Berg 31

97 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 17: Totale verkeersbelasting avondspits kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat na realisatie van RUP de Bos met VAR Belastingsgraad per richting De belastingsgraad is de theoretische verhouding tussen intensiteit en capaciteit van één richting of combinatie van rijrichtingen, zonder rekening te houden met de verkeersregeling of de groentijden. Het vormt de basis voor een verdere berekening van de capaciteit van de kruispuntregeling. Op dezelfde manier als bij de bestaande situatie kan nu ook weer de belastingsgraad per richting worden berekend. Gemeente Heist-op-den-Berg 32

98 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Ochtendspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden tijdens de ochtenspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 18: Overzicht belastingsgraden ochtendspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 2 Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) , , , , , ,27 De hoogste belastingsgraden doen zich voor op de richtingen 2 (Boudewijnlaan vanuit Booischot richting centrum en Lier) en de richting 11 (Fr. Coeckelbergsstraat) Avondspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden tijdens de avondspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 19: Overzicht belastingsgraden avondspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 2 Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) , , , , , ,27 De hoogste belastingsgraad doet zich voor op de richting 8 (Boudewijnlaan vanuit Lier richting Booischot en Bossestraat) Conflictbelasting kruispunt Ochtendspits De conflictbelasting voor de conflictgroepen is als volgt: 2-5: = : = : = : = : = : = : = : = 0.35 De maatgevende conflictbelasting is 0.53 en wordt gevormd door combinatie van de richtingen 2 en 11. Ermee rekening houdend dat een conflictbelasting niet meer dan 0.8 mag bedragen, betekent dit dat er in principe nog ( )/0.8 = 34% restcapaciteit aanwezig is. Gemeente Heist-op-den-Berg 33

99 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Avondspits De conflictbelasting voor de conflictgroepen is als volgt: 2-5: = : = : = : = : = : = : = : = 0.37 De maatgevende conflictbelasting is 0.62 en wordt gevormd door conflictgroep Ook hier is de avondspits duidelijk drukker dan tijdens de ochtendspits, aangezien ook de supermarkt dan verkeer produceert. Ermee rekening houdend dat een conflictbelasting niet meer dan 0.8 mag bedragen, betekent dit dat er in principe nog ( )/0.8 = 22% restcapaciteit aanwezig is Verzadigingsgraad met de bestaande lichtenregeling Op dezelfde manier als tijdens de bestaande situatie kan ook weer de verzadigingsgraad worden berekend Ochtendspits Wanneer we de belastingsgraden relateren aan de fractie groentijd die maximaal kan worden verkregen, dan komen we tot een overzicht van de effectieve belastingsgraden van het kruispunt, m.a.w. de fractie groentijd die effectief wordt benut (en dus minimaal nodig is) tijdens de lichtenregeling. In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden en de verzadigingsgraden tijdens de ochtenspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 20: Overzicht verzadigingsgraden ochtendspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 2 Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Verzadigingsgraad (BG/fractie groen) , /0.44 = 59% , /0.44 = 7% , /0.37 = 51% , /0.44 = 43% , /0.44 = 18% , /0.37 = 73% Hieruit volgt dat de richting 11 (Frans Coeckelbergsstraat) in principe de zwaarst belaste richting is tijdens de ochtendspits met 73% benutte groentijd. Binnen de bestaande groenverdeling is er dus nog voldoende marge aanwezig. Gemeente Heist-op-den-Berg 34

100 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Avondspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden en verzadigingsgraden tijdens de avondspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven. Tabel 21: Overzicht verzadigingsgraden avondspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 2 Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Verzadigingsgraad (BG/fractie groen) , /0.44 = 43% , /0.44 = 9% , /0.37 = 70% , /0.44 = 80% , /0.44 = 23% , /0.37 = 73% Hieruit volgt dat de richting 8 (Boudewijnlaan vanuit de richting Lier, naar Booischot en de Bossestraat) de zwaarst belaste richting is tijdens de avondspits, met 80% benutte groentijd. Ook hier is er dus nog voldoende marge binnen de bestaande verkeersregeling en groenverdeling Samenvatting capaciteitstoets scenario VAR 2 In onderstaande tabel zijn de belangrijkste resultaten van de capaciteitstoets weergegeven. Tabel 22: Samenvattende beoordeling capaciteitstoets kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat - VAR 2 Criterium Bestaande situatie Na realisatie RUP de Bos Hoogste BG ochtendspits 26% 27% Hoogste BG avondspits 34% 35% Hoogste CB ochtendspits 49% 53% Hoogste CB avondspits 56% 62% Hoogste VG ochtendspits 62% 73% Hoogste VG avondspits 77% 80% Restcapaciteit ochtendspits 39% 34% Restcapaciteit avondspits 30% 22% Verklaring termen en afkortingen: BG = belastingsgraad: verhouding intensiteit/capaciteit (zonder groenverdeling) CB = conflictbelasting: optelling BG van alle conflicterende richtingen (moet kleiner zijn dan 80%, gelet op de nog benodigde geel- en roodtijden) VG = verzadigingsgraad: verhouding intensiteit/capaciteit na groenverdeling (= BG X fractie groen t.o.v. de totale cyclustijd) Restcapaciteit: ruimte om het kruispunt binnen de huidige regelstrategie (2-fasenregeling) te regelen, met evt. aanpassing van de groentijden. M.a.w. het percentage waarmee het verkeer op alle kruispunttakken samen nog mag stijgen om het kruispunt met de huidige regelstrategie nog te kunnen regelen. Gemeente Heist-op-den-Berg 35

101 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg 6. CAPACITEITSTOETS MET RUP DE BOS VARIANT 2- UITBREIDING 6.1. Bijkomende intensiteiten Beschrijving variant 2-uitbreiding (VAR 2-U) Ook bij deze variant is een uitbreiding mogelijk. De totale projectzone wordt datn eveneens m² groot en worden er in totaal 115 woonheden voorzien (63 grondgebonden woningen en 52 appartementen. Dit geeft een woningdichtheid van 26 wo/ha. De grootte van de supermarkt blijft behouden op 1999 m² met 20 werknemers Verkeersproductie ochtendspits Er wordt aangenomen dat elke woning tijdens het ochtendspitsuur 1 autorit uitgaand en 0.1 autorit ingaand produceert. De supermarkt genereert tijdens de ochtendspits enkel verkeer van werknemers. Dit wordt aangenomen op 20 in het ochtendspitsuur. Samen betekent dit 115 uitgaande en 32 ingaande autoritten tijdens het ochtendspitsuur. Op het kruispunt Bossestraat- Boudewijnlaan gebeurt de verdeling naar de verschillende richtingen op dezelfde manier als bij de huidige situatie. Figuur 18: Verkeersproductie ochtendspits vanuit RUP de Bos op kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat met VAR 2-U Gemeente Heist-op-den-Berg 36

102 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 19: Totale verkeersbelasting ochtendspits op kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat na realisatie van RUP de Bos met VAR 2-U Verkeersproductie avondspits De avondspits kent in de regel een wat verspreider patroon. Er wordt aangenomen dat elke woning tijdens de avondspits 0.75 autorit ingaand en eveneens 0.1 autorit uitgaand produceert. Voor de supermarkt wordt aangenomen dat er 50 autoritten ingaand en 50 autoritten uitgaand worden geproduceerd. Tijdens de avondspits genereert de supermarkt in de regel nauwelijks of geen verkeer van personeel. Samen betekent dit 137 ingaande en 62 uitgaande autoritten in het avondspitsuur. Op het kruispunt Bossestraat-Boudewijnlaan gebeurt de verdeling naar de verschillende richtingen op dezelfde manier als bij de huidige situatie. Gemeente Heist-op-den-Berg 37

103 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 20: Verkeersproductie tijdens de avondspits vanuit RUP de Bos op het kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat met VAR 2-U Gemeente Heist-op-den-Berg 38

104 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Figuur 21: Totale verkeersbelasting avondspits kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat na realisatie van RUP de Bos met VAR 2-U 6.2. Belastingsgraad per richting De belastingsgraad is de theoretische verhouding tussen intensiteit en capaciteit van één richting of combinatie van rijrichtingen, zonder rekening te houden met de verkeersregeling of de groentijden. Het vormt de basis voor een verdere berekening van de capaciteit van de kruispuntregeling. Op dezelfde manier als bij de bestaande situatie kan nu ook weer de belastingsgraad per richting worden berekend. Gemeente Heist-op-den-Berg 39

105 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Ochtendspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden tijdens de ochtenspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 23: Overzicht belastingsgraden ochtendspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 2-U Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) , , , , , ,27 De hoogste belastingsgraden doen zich voor op de richtingen 2 (Boudewijnlaan vanuit Booischot richting centrum en Lier) en de richting 11 (Fr. Coeckelbergsstraat) Avondspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden tijdens de avondspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 24: Overzicht belastingsgraden avondspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 2U Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) , , , , , ,29 De hoogste belastingsgraad doet zich voor op de richting 8 (Boudewijnlaan vanuit Lier richting Booischot en Bossestraat) Conflictbelasting kruispunt Ochtendspits De conflictbelasting voor de conflictgroepen is als volgt: 2-5: = : = : = : = : = : = : = : = 0.35 De maatgevende conflictbelasting is 0.53 en wordt gevormd door combinatie van de richtingen 2 en 11. Ermee rekening houdend dat een conflictbelasting niet meer dan 0.8 mag bedragen, betekent dit dat er in principe nog ( )/0.8 = 34% restcapaciteit aanwezig is. Gemeente Heist-op-den-Berg 40

106 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Avondspits De conflictbelasting voor de conflictgroepen is als volgt: 2-5: = : = : = : = : = : = : = : = 0.39 De maatgevende conflictbelasting is 0.64 en wordt gevormd door conflictgroep Ook hier is de avondspits duidelijk drukker dan tijdens de ochtendspits, aangezien ook de supermarkt dan verkeer produceert. Ermee rekening houdend dat een conflictbelasting niet meer dan 0.8 mag bedragen, betekent dit dat er in principe nog ( )/0.8 = 20% restcapaciteit aanwezig is Verzadigingsgraad met de bestaande lichtenregeling Op dezelfde manier als tijdens de bestaande situatie kan ook weer de verzadigingsgraad worden berekend Ochtendspits Wanneer we de belastingsgraden relateren aan de fractie groentijd die maximaal kan worden verkregen, dan komen we tot een overzicht van de effectieve belastingsgraden van het kruispunt, m.a.w. de fractie groentijd die effectief wordt benut (en dus minimaal nodig is) tijdens de lichtenregeling. In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden en de verzadigingsgraden tijdens de ochtenspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven: Tabel 25: Overzicht verzadigingsgraden ochtendspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 2-U Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Verzadigingsgraad (BG/fractie groen) , /0.44 = 59% , /0.44 = 7% , /0.37 = 57% , /0.44 = 43% , /0.44 = 18% , /0.37 = 73% Hieruit volgt dat de richting 11 (Frans Coeckelbergsstraat) in principe de zwaarst belaste richting is tijdens de ochtendspits met 73% benutte groentijd. Binnen de bestaande groenverdeling is er dus nog voldoende marge aanwezig. Gemeente Heist-op-den-Berg 41

107 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg Avondspits In onderstaande tabel zijn de nieuwe belastingsgraden en verzadigingsgraden tijdens de avondspits per richting na realisatie van RUP de Bos weergegeven. Tabel 26: Overzicht verzadigingsgraden avondspits na realisatie van RUP de Bos - VAR 2-U Richting Intensiteit Capaciteit Belastingsgraad (I/C) Verzadigingsgraad (BG/fractie groen) , /0.44 = 43% , /0.44 = 9% , /0.37 = 70% , /0.44 = 80% , /0.44 = 23% , /0.37 = 76% Hieruit volgt dat de richting 8 (Boudewijnlaan vanuit de richting Lier, naar Booischot en de Bossestraat) de zwaarst belaste richting is tijdens de avondspits, met 80% benutte groentijd. Ook hier is er dus nog voldoende marge binnen de bestaande verkeersregeling en groenverdeling Samenvatting capaciteitstoets VAR 2-U In onderstaande tabel zijn de belangrijkste resultaten van de capaciteitstoets weergegeven. Tabel 27: Samenvattende beoordeling capaciteitstoets kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat - VAR 2-U Criterium Bestaande situatie Na realisatie RUP de Bos Hoogste BG ochtendspits 26% 27% Hoogste BG avondspits 34% 36% Hoogste CB ochtendspits 49% 53% Hoogste CB avondspits 56% 64% Hoogste VG ochtendspits 62% 73% Hoogste VG avondspits 77% 80% Restcapaciteit ochtendspits 39% 34% Restcapaciteit avondspits 30% 20% Verklaring termen en afkortingen: BG = belastingsgraad: verhouding intensiteit/capaciteit (zonder groenverdeling) CB = conflictbelasting: optelling BG van alle conflicterende richtingen (moet kleiner zijn dan 80%, gelet op de nog benodigde geel- en roodtijden) VG = verzadigingsgraad: verhouding intensiteit/capaciteit na groenverdeling (= BG X fractie groen t.o.v. de totale cyclustijd) Restcapaciteit: ruimte om het kruispunt binnen de huidige regelstrategie (2-fasenregeling) te regelen, met evt. aanpassing van de groentijden. M.a.w. het percentage waarmee het verkeer op alle kruispunttakken samen nog mag stijgen om het kruispunt met de huidige regelstrategie nog te kunnen regelen. Gemeente Heist-op-den-Berg 42

108 Capaciteitstoets mober N15-Bossestraat Heist-op-den-Berg 7. CONCLUSIE Uit het voorgaande is gebleken dat na realisatie van het RUP de Bos het kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat drukker zal worden, maar dat de verkeerstoename zonder problemen binnen de bestaande lichtenregeling kan worden verwerkt. Zelfs na realisatie van de meest uitgebreide variant van het RUP de Bos (VAR 2-U) kan het verkeer in de avondspits nog met ongeveer 20% stijgen opdat de huidige lichtenregeling dit nog kan verwerken. In de ochtendspits is er dan nog ongeveer 34% marge. Toch moet met de realisatie van het RUP maximaal worden ingezet op een duurzame mobiliteitsontwikkeling ten voordele van de voetganger, fietser en openbaar vervoer zodat een vlotte verkeersafwikkeling mogelijk blijft en het kruispunt niet wordt overbelast door nieuwe externe factoren of een externe (auto-)mobiliteitsgroei. Gemeente Heist-op-den-Berg 43

109 Gemeente Heist-op-den-Berg RUP DE BOS Mobiliteits-effectenrapport (Mober) Mei 2015

110 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg COLOFON Gemeente Heist-op-den-Berg College van Burgemeester en Schepenen Kerkplein Heist-op-den-Berg Beleidsverantwoordelijke: Dhr. Wim Van den Bruel Schepen Ruimtelijke Ordening 015/ wim.van.den.bruel2@telenet.be Ambtelijk verantwoordelijke Afdeling Bouw en Milieu Mevr. Veerle De Belser Stedenbouwkundig ambtenaar Erkend ruimtelijk planner Leopoldlei Heist-op-den-Berg 015/ vdb@heist-op-den-berg.be Gemeente Heist-op-den-Berg 2

111 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING STAPPENPLAN EN GEHANTEERDE METHODIEK PROJECTKENMERKEN ALGEMENE SITUERING Macro-niveau Meso-niveau Micro-niveau ADMINISTRATIEVE GEGEVENS ONTWIKKELINGSSCENARIO S Beschrijving VAR Beschrijving VAR 1-U Beschrijving VAR Beschrijving VAR 2-U BEREIKBAARHEIDSPROFIEL VAN DE SITE RUIMTELIJKE BELEIDSCONTEXT VERKEERSKUNDIGE BELEIDSCONTEXT Het (ontwerp) Mobiliteitsplan Vlaanderen Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen Het gemeentelijk Mobiliteitsplan Heist-op-den-Berg Overige relevante plannen VERKEERSTECHNISCHE BESCHRIJVING BELANGRIJKSTE INFRASTRUCTUREN BEREIKBAARHEID VOETGANGERSVERKEER BEREIKBAARHEID FIETSVERKEER BEREIKBAARHEID OPENBAAR VERVOER Spoorvervoer Busvervoer BEREIKBAARHEID AUTOVERKEER CONCLUSIE MOBILITEITSPROFIEL GEPLANDE ONTWIKKELINGEN FACTOREN VERKEERS- EN MOBILITEITSPRODUCTIE Verkeersproductie woningen Verkeersproductie supermarkt Vervoerswijzekeuze MOBILITEITSPROFIEL VAR Voetgangersverkeer Fietsverkeer Openbaar vervoergebruik Autoverkeer MOBILITEITSPROFIEL VAR 1-U Voetgangersverkeer Fietsverkeer Openbaar vervoergebruik Autoverkeer MOBILITEITSPROFIEL VAR Voetgangersverkeer Fietsverkeer Openbaar vervoergebruik Autoverkeer CONFRONTATIE BEREIKBAARHEIDS- EN MOBILITEITSPROFIEL VAR BELASTING WEGVAKKEN Ochtendspits Gemeente Heist-op-den-Berg 3

112 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Avondspits BELASTING KRUISPUNT BOUDEWIJNLAAN-BOSSESTRAAT OVERSTEEKBAARHEID PARKEERBEHOEFTE CONFRONTATIE BEREIKBAARHEIDS- EN MOBILITEITSPROFIEL VAR 1-U BELASTING WEGVAKKEN Ochtendspits Avondspits BELASTING KRUISPUNT BOUDEWIJNLAAN-BOSSESTRAAT OVERSTEEKBAARHEID PARKEERBEHOEFTE CONFRONTATIE BEREIKBAARHEIDS- EN MOBILITEITSPROFIEL VAR BELASTING WEGVAKKEN Ochtendspits Avondspits BELASTING KRUISPUNT BOUDEWIJNLAAN-BOSSESTRAAT OVERSTEEKBAARHEID PARKEERBEHOEFTE CONFRONTATIE BEREIKBAARHEIDS- EN MOBILITEITSPROFIEL VAR 2-U BELASTING WEGVAKKEN Ochtendspits Avondspits BELASTING KRUISPUNT BOUDEWIJNLAAN-BOSSESTRAAT OVERSTEEKBAARHEID PARKEERBEHOEFTE MILDERENDE EN EFFECTBEPERKENDE MAATREGELEN MAATREGELEN OP MACRONIVEAU MAATREGELEN OP MESONIVEAU MAATREGELEN OP MICRONIVEAU ALGEMENE CONCLUSIE Gemeente Heist-op-den-Berg 4

113 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 1. INLEIDING Dit rapport omvat het mobiliteits-effectenrapport, veder Mober genoemd, van het project RUP De Bos te Heist-op-den-Berg. Het is een uitvloeisel van een eerder opgemaakte mobiliteitstoets en capaciteitstoets voor ditzelfde project. Samen past dit in een screening tot plan-mer plicht en verzoek tot raadpleging, zoals opgemaakt door de stad Heist-op-den-Berg in augustus In de volgende hoofdstukken komt aan de orde: stappenplan en gehanteerde methodiek van dit Mober beschrijving van de projectkenmerken beschrijving van het bereikbaarheidsprofiel van de site beschrijving van het mobiliteitsprofiel van de site confrontatie van het bereikbaarheids- en mobiliteitsprofiel van Variant 1 confrontatie van het bereikbaarheids- en mobiliteitsprofiel van Variant 1-uitbreiding confrontatie van het bereikbaarheids- en mobiliteitsprofiel van Variant 2 confrontatie van het bereikbaarheids- en mobiliteitsprofiel van scenario 2-uitbreiding suggestie voor milderende en effectbeperkende maatregelen algemene conclusie Gemeente Heist-op-den-Berg 5

114 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 2. STAPPENPLAN EN GEHANTEERDE METHODIEK In dit Mober wordt het klassieke en voorgestelde stappenplan gevolgd, zoals vermeld in het Richtlijnenboek Mobiliteitseffectenstudies, mobiliteitstoets en Mober uitgegeven door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse Overheid (oktober 2009). Dit stappenplan komt neer op het volgende: projectkenmerken: algemene situering, administratieve gegevens bereikbaarheidsprofiel van het gebied of de site mobiliteitsprofiel van de activiteit(en) confrontatie bereikbaarheids- en mobiliteitsprofiel: beoordeling mobiliteitseffecten effectbeperkende en milderende maatregelen In dit Mober wordt bij de confrontatie van het bereikbaarheids- en mobiliteitsprofiel een stap verder in detail gegaan. Zo wordt er dieper ingegaan op de capaciteitstoets van het kruispunt Bossestraat- Boudewijnlaan, wordt een inschatting gemaakt van evolutie van de verkeersveiligheid en wordt de oversteekbaarheid bij de verschillende scenario s beoordeeld. Gemeente Heist-op-den-Berg 6

115 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 3. PROJECTKENMERKEN 3.1. Algemene situering Macro-niveau Het RUP situeert zich in de stad Heist-op-den-Berg, een kleinstedelijk gebied tussen Lier en Aarschot. Figuur 1: Situering RUP De Bos op macro niveau Gemeente Heist-op-den-Berg 7

116 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Meso-niveau Op meso-niveau situeert het RUP zich ten zuiden van het centrum van Heist-op-den-Berg, tussen de gewestwegen N15 en N10, ten noorden van de spoorlijn Lier-Aarschot. Figuur 2: Situering RUP De Bos op macro niveau Gemeente Heist-op-den-Berg 8

117 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Micro-niveau Op dit moment is het gebied nog braakliggend. Het is omringd door de Boudewijnlaan (N15) in het noorden, de Bossestraat in het oosten, de Spoorwegstraat en de spoorlijn in het zuiden, en Oude Gendarmeriestraat in het westen. De actuele toestand op micro-niveau kan best worden weergegeven op luchtfoto in onderstaande figuur. Figuur 3: Luchtfoto gebied RUP De Bos (niet op schaal) Gemeente Heist-op-den-Berg 9

118 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 3.2. Administratieve gegevens Onderstaande tabel geeft een overzicht van het geldige juridische kader binnen het plangebied en de directe omgeving ervan. Tabel 1: Overzicht administratieve gegevens Type In het plangebied Grenzend aan het plangebied gewestplan Mechelen (KB 05/08/1976) - Mechelen (KB 05/08/1976) > vervangen door BPA Gewestelijke RUP s nvt nvt Provinciale RUP s In voorbereiding: PRUP Afbakening stedelijk gebied Heist-op-den-Berg In voorbereiding: PRUP Afbakening stedelijk gebied Heist-op-den-Berg Gemeentelijke BPA s BPA Zuid de Bergstraat BPA Zuid de Bergstraat BPA Hof van Riemen APA nvt nvt RUP nvt nvt Rooilijnplannen Gewestweg N15 Buurt- en voetwegen Voetweg sentier nr. 130 Chemin nr. 49 Chemin nr.50 Chemin nr.82 Chemin nr.14 Bevaarbare waterlopen nvt nvt Onbevaarbare waterlopen nvt nvt spoorwegen nvt Spoorlijn Ontwikkelingsscenario s In dit mober worden 4 ontwikkelingsscenario s onderzocht: ontwikkelingsscenario met enkel woningen (VAR 1) ontwikkelingsscenario met enkel woningen met uitbreidingsmogelijkheden (VAR 1-U) ontwikkelingsscenario met woningen en supermarkt (VAR 2) ontwikkelingsscenario met woningen en supermarkt met uitbreidingsmogelijkheden (VAR 2- U) Beschrijving VAR 1 Indien het terrein louter met woningen en appartementen ingevuld wordt, kunnen er 88 wooneenheden gecreëerd worden (48 woningen inclusief garage en 40 appartementen met ondergrondse autostaanplaats). De totale projectzone is m². Dit geeft een woningdichtheid van 29 won/ha, een woningdichtheid die in het kleinstedelijk gebied zeker te verantwoorden is. Deze variant stelt een verscheidenheid van typologieën voorop: de toegang tot het terrein (via Bosstraat) wordt door vrijstaande woningen begrensd rondom het publieke plein wordt de densiteit vergroot het woonerf wordt omringd door tweewoonsten Gemeente Heist-op-den-Berg 10

119 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Figuur 4: Mogelijk inrichtingsvoorstel met VAR 1 (enkel wonen) Gemeente Heist-op-den-Berg 11

120 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Beschrijving VAR 1-U Bij verder onderzoek blijkt dat er zich ten westen en ten oosten van de variant 1 nog verdichtingsmogelijkheden bevinden. De totale projectzone wordt dan 44877m² groot. Er worden 125 wooneenheden voorzien (85 grondgebonden woningen en 40 appartementen). De gemiddelde woningdichtheid bedraagt 28 wo/ha. Figuur 5: Mogelijk inrichtingsvoorstel met VAR 1-U (enkel wonen met uitbreidingsmogelijkheid) Gemeente Heist-op-den-Berg 12

121 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Beschrijving VAR 2 Gelet op de eigendomsstructuren en de wensen van de eigenaars is er een scenario wenselijk waarbij er op het terrein ook een buurtsupermarkt met parking voorzien wordt. Het mengen van functies is hier dan ook nadrukkelijk aanwezig. De totale projectzone is eveneens m². Gestapeld op de supermarkt worden woningen voorzien om een betere ruimtelijke inpassing van de supermarkt in de woonomgeving te creëren, alsook de 24-uur-beleving te garanderen. De parking van de supermarkt zou tijdens de sluitingsuren van de supermarkt tevens dienst kunnen doen als randparking voor het centrum. De bestaande langzaam-verkeersverbinding naar het centrum (winkelstraat Bergstraat) kan hiervoor dienst doen en verder uitgebouwd worden. Dit scenario geeft 83 wooneenheden, een supermarkt met een oppervlakte kleiner dan 2000 m² en een parking voor ca. 130 wagens. De woningdichtheid komt hier dus neer op 27 won/ha, zijnde een woningdichtheid die zeker verantwoord kan worden in het kleinstedelijk gebied. Een mogelijk inrichtingsvoorstel is weergegeven in onderstaande figuur Figuur 6: Mogelijk inrichtingsvoorstel met VAR 2 ( wonen en supermarkt) Gemeente Heist-op-den-Berg 13

122 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Beschrijving VAR 2-U Ook bij deze variant is een uitbreiding mogelijk. De totale projectzone wordt dan eveneens m² groot en worden er in totaal 115 woonheden voorzien (63 grondgebonden woningen en 52 appartementen). Dit geeft een woningdichtheid van 26 wo/ha. De grootte van de supermarkt blijft kleiner dan 2000 m² en telt max. 20 werknemers. Figuur 7: Mogelijk inrichtingsvoorstel met VAR 2-U (wonen en supermarkt met uitbreidingsmogelijkheid) Gemeente Heist-op-den-Berg 14

123 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 4. BEREIKBAARHEIDSPROFIEL VAN DE SITE 4.1. Ruimtelijke beleidscontext Voor een uitgebreide beschrijving van de ruimtelijke beleidscontext wordt verwezen naar het document RUP De Bos, Screening Plan-MER-plicht, verzoek tot raadpleging opgemaakt door de stad Heist-op-den-Berg in augustus Belangrijkste ruimtelijk kader vormt het gewestplan. Het plangebied voor het RUP De Bos is gelegen binnen het gewestplan 15, Mechelen, goedgekeurd bij KB dd. 06/08/1976 en laatst gewijzigd op 29/03/01. Het gewestplan werd vervangen door het BPA Zuid de Bergstraat, dat een verfijning van de gewestplanbestemming voorziet. Binnen de begrenzing van het geplande RUP De Bos geldt de bestemming woongebied. Deze bestemming wordt in de heersende wetgeving betreffende gewestplanbestemmingen beschreven als volgt: De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Figuur 8: Gewestplan ter hoogte van plangebied en omgeving De woonzone waarbinnen het plangebied gelegen is maakt deel uit van een grootschalige woonzone, die de hele kern van Heist-op-den-Berg omvat. Ten noordwesten van het plangebied, op een afstand van ca. 700m afstand, zijn twee kleinschalige KMO-zones gelegen. Ten westen van het plangebied begint de open ruimtestructuur, met een parkgebied uitlopend in agrarisch gebied op een afstand van ca. 550m. Gemeente Heist-op-den-Berg 15

124 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 4.2. Verkeerskundige beleidscontext Het (ontwerp) Mobiliteitsplan Vlaanderen Meest relevant uit het (ontwerp) Mobiliteitsplan Vlaanderen (MPV) is de wegencategorisering. Hieruit blijkt echter dat er op het grondgebied van Heist-op-den-Berg geen wegen op Vlaams niveau (hoofdwegen en primaire wegen) zijn geselecteerd. Situering Heist-op-den- Berg en RUP De Bos Hieruit blijkt dat Heist-op-den-Berg zowat middenin de maas tussen E313-E314 en E19 is gelegen, zonder ontsluiting op Vlaams niveau naar deze hoofdwegenstructuur. Toch is de stad geselecteerd als kleinstedelijk gebied, waardoor er in principe wel een ontsluiting op primair niveau naar één of andere hoofdweg of primaire weg type 1 aanwezig zou moeten zijn Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen Doordat er geen apart provinciaal mobiliteitsplan is, is de visie rond mobiliteit opgenomen in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (PRSA) uit Belangrijkste kader is de wegencategorisering op provinciaal niveau en de selectie van secundaire wegen. Sinds de goedkeuring in 200 zijn er partiële herzieningen gebeurd, maar de wegencategorisering in Heist-op-den-Berg zijn er geen wijzigingen. Dit betekent dat de N10 (Lier-Aarschot) als secundaire weg type 1 nog steeds de belangrijkste weg in de stad is. Door afwezigheid van primaire ontsluitingen in dit gebied is deze weg in het PRSA aangeduid als drager in het provinicaal stedelijk netwerk. Verder is er nog de Mechelsesteenweg (N15) ten zuiden van de N10 geselecteerd als secundaire weg type 2 richting Mechelen. Gemeente Heist-op-den-Berg 16

125 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Gemeente Heist-op-den-Berg 17

126 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Het gemeentelijk Mobiliteitsplan Heist-op-den-Berg In het Gemeentelijk Mobiliteitsplan (GMP) Heist-op-den-Berg wordt de volgende wegencategorisering voorgesteld. Figuur 9: Voorgestelde wegencategorisering in het GMP Heist-op-den-Berg Opvallend is dat op meerdere punten wordt afgeweken van het MPV en het RSPA. In die zin vormt de categorisering in het GMP slechts een voorstel of suggestie ter latere aanpassing in de hogere plannen. De voorgestelde wijzigingen zijn: de N10 wordt geselecteerd als primaire weg type II, (als ontsluiting voor het kleinstedelijk gebied) de N15 wordt geselecteerd als secundaire weg (I, II of III) als regionale verbinding of ontsluiting. Gemeente Heist-op-den-Berg 18

127 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Overige relevante plannen PM 4.3. Verkeerstechnische beschrijving belangrijkste infrastructuren Het RUP-gebied wordt omgeven door de Bossestraat in het noorden, de Spoorwegwegstraat en de spoorlijn in het zuiden, de Oude Gendarmeriestraat in het westen en de Boudewijnlaan in het noorden. Het belangrijkste kruispunt waarover het merendeel van het verkeer van en naar de wijk wordt afgewikkeld is het kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat-Fr. Coeckelbergstraat. Bossestraat De Bossestraat is een lokale weg met verspreide bebouwing en bestaat een rijbaan met rijstrookverdeling. Op enkele plaatsen zijn aparte parkeervakken aanwezig. Er ligt een aanliggend dubbelrichtingsfietspad aan de oostkant, dat echter nauwelijks als zodanig herkenbaar is, en kan verward worden met het voetpad. Overigens is de scheiding fietspadvoetpad zeer miniem zichtbaar. Ook aan de westkant is een voetpad aanwezig. De maximum snelheid bedraagt 50 km/u. en er is een tonnenmaatbeperking boven 3.5 ton aanwezig (uitgezonderd plaatselijk verzorgend vrachtverkeer). Foto 1: Bossestraat richting zuiden Gemeente Heist-op-den-Berg 19

128 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Foto 2: Zicht op Bossestraat richting zuiden met aanliggend dubbelrichtingsfietspad Foto 3: Bossestraat richting centrum met wachtrij voor het kruispunt met Boudewijnlaan Gemeente Heist-op-den-Berg 20

129 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Spoorwegstraat De Spoorwegstraat is een smalle weg van ongeveer 3-4m, parallel langs het dubbelspoor dat in verdieping ligt. Het heeft een uitgesproken lokale functie en is geselecteerd als hoofdfietsroute. Bedoeling is uiteraard dat gemotoriseerd verkeer hier zoveel mogelijk wordt geweerd. Foto 4: Spoorwegstraat (tijdelijke werken in uitvoering) naast de verdiepte spoorlijn Gemeente Heist-op-den-Berg 21

130 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Oude Gendarmeriestraat Dit is een lokale woonstraat die in het zuiden slechts ongeveer 3 m breed is, maar in het noorden ongeveer 6m breed is. Straat geeft rechtstreeks toegang tot de Boudewijnlaan (N15) met een rechts in - rechts uit principe. Foto 5: Oude Gendarmeriestraat richting centrum met recent heraangelegde voetpaden Gemeente Heist-op-den-Berg 22

131 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Boudewijnlaan (N15) Dit is een (voorlopig nog) lokale weg type 1 die de gemeente wil opgewaardeerd zien als secundaire weg. De weg bestaat uit twee gescheiden rijbanen met telkens één rijstrook van ongeveer 3.25m. Aan beide zijden zijn voetpaden en aanwezig. Aan de noordkant is een aanliggend dubbelrichtingsfietspad van ongeveer 2 m gelegen, aan de zuidkant is een parkeerstrook aanwezig. Foto 6: Boudewijnlaan richting oosten, met aanliggend dubbelrichtingsfietspad 4.4. Bereikbaarheid voetgangersverkeer In het gemeentelijk mobiliteitsplan wordt veel aandacht besteed aan voetgangersverkeer. In plaats van voetgangersassen of -routes nominatief te selecteren, gaat men eerder uit van een veralgemening van zone 30 en structureel versterkende maatregelen in woonwijken, Voor de aanpalende woonstraten (Vaest-Oogstlaan-Meidoornstraat) wordt expliciet een zone 30 voorgesteld, waaruit mag geconcludeerd worden dat dit ook voor de invulling van RUP de Bos zal gelden. In principe zijn alle omliggende straten toegankelijk voor en voetgangers. De tussenliggende straten in de driehoek Bossestraat-Boudewijnlaan-Spoorwegstraat zijn in principe lokale woonstraten en worden in het gemeentelijk mobiliteitsplan expliciet aangeduid als interessante voetgangersverbindingen naar het centrum, waar maatregelen moeten worden genomen om het autoverkeer zoveel mogelijk te beperken. De verbinding voor voetgangers naar het centrum wordt wel bemoeilijkt door de zware barrière van de N15: de middenberm is slechts op een beperkt aantal plaatsen oversteekbaar. Zonder meer positief is de aanwezigheid van diverse trage wegen, buurtwegen en voetgangersdoorsteekjes in het gebied, zoals de buurtweg nr Gemeente Heist-op-den-Berg 23

132 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Foto 7: Doorsteek voor langzaam verkeer vanaf de N15 naar het RUP-gebied Foto 8: Op diverse plaatsen zijn (onbeveiligde) zebrapaden over de N15 aangebracht (verlengde Buurtweg 130) Gemeente Heist-op-den-Berg 24

133 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg In het kader van de voetgangersbereikbaarheid is ook de oversteekbaarheid van de N15 Boudewijnlaan en de Bossestraat onderzocht. De volgende uitgangspunten en methoden zijn gehanteerd: Oversteeksnelheid voetganger: 1 m/sec Door de aanwezigheid van een middenberm kan de N15 kan in twee tijden worden overgestoken. De benodigde oversteektijd bedraagt 3 sec per weghelft De Bossestraat dient in één keer te worden overgestoken. De benodigde oversteektijd bedraagt 7 sec. Als formule is gebruikt: D = 1 t Ne -Nt 1-e -Nt waarbij: D = gemiddelde wachttijd per overstekende voetganger N = aantal voertuigen op de rijbaan per seconde t = benodigde hiaattijd (1 seconde per meter wegbreedte) e = 2,72 Tabel 2: Beoordeling oversteekbaarheid bestaande situatie ochtendspits Wegvak Benodigde oversteektijd (s) Int. autoverkeer (pae/uur) Int. autoverkeer (pae/sec) Wachttijd (s) N15 Boudewijnlaan N helft ,1319 2,1 N15 Boudewijnlaan Z helft ,1089 2,0 N15 Boudewijnlaan totaal ,2408 4,1 Bossestraat ,1269 7,3 Tabel 3: Beoordeling oversteekbaarheid bestaande situatie avondspits Wegvak Benodigde oversteektijd (s) Int. autoverkeer (pae/uur) Int. autoverkeer (pae/sec) Wachttijd (s) N15 Boudewijnlaan N helft ,1111 2,0 N15 Boudewijnlaan Z helft ,1828 2,4 N15 Boudewijnlaan totaal ,2939 4,4 Bossestraat ,1431 8,0 In het algemeen geldt de volgende kwalitatieve beoordeling voor de wachttijd: De zo berekende gemiddelde wachttijd bij het oversteken kan gekoppeld worden aan een kwalitatief oordeel (CROW, ): 0-5 seconden: goed 5-10 seconden: redelijk seconden: matig seconden: slecht >30 seconden: zeer slecht Hieruit blijkt de oversteekbaarheid van de Boudewijnlaan als goed mag worden beoordeeld. De oversteekbaarheid van de Bossestraat is redelijk. Gemeente Heist-op-den-Berg 25

134 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 4.5. Bereikbaarheid fietsverkeer In onderstaande figuur is het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF) opgenomen. Figuur 10; Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk(BFF) rond RUP De Bos De N15 (Boudewijnlaan) in het noorden is geselecteerd als alternatieve bovenlokale fietsroute. Langs de spoorlijn zijn alle straten in principe geselecteerd voor de uitbouw van een bovenlokale non-stop hoofdroute. Noch de N15, noch de route langs het spoor hebben op dit moment fietsvoorzieningen die beantwoorden aan de criteria van het Vademecum Fietsvoorzieningen. Bedoeling is wel dat deze hiernaar evolueren. Gemeente Heist-op-den-Berg 26

135 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Als verdere invulling heeft de stad ook een lokaal fietsroutenetwerk ontwikkeld, zoals opgenomen in het gemeentelijk mobiliteitsplan. Dit is weergegeven in onderstaande figuur. Figuur 11: Lokaal functioneel fietsroutenetwerk Heist-op-den-Berg Hieruit blijkt dat de Bossestraat en de Boudewijnlaan geselecteerd zijn als lokale fietsroutes. In het gemeentelijk mobiliteitsplan wordt overigens vermeld dat ook de Oude Gendarmeriestraat een interessante fietsverbinding naar het centrum is (zonder dat dit als lokale route wordt geselecteerd). In principe zijn alle omliggende straten toegankelijk voor fietsers. De Bossestraat is niet geselecteerd als bovenlokale fietsroute, maar heeft wel aparte fietsvoorzieningen. Toch zijn deze niet conform met wat wenselijk wordt geacht in het Vademecum Fietsvoorzieningen. De tussenliggende straten in de driehoek Bossestraat-Boudewijnlaan-Spoorwegstraat zijn in principe lokale woonstraten en worden in het gemeentelijk mobiliteitsplan expliciet aangeduid als interessante fietsverbindingen naar het centrum, waar maatregelen moeten worden genomen om het autoverkeer zoveel mogelijk te beperken. De verbinding voor fietsers naar het centrum wordt wel bemoeilijkt door de zware barrière van de N15: de middenberm is slechts op een beperkt aantal plaatsen oversteekbaar. Gemeente Heist-op-den-Berg 27

136 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 4.6. Bereikbaarheid openbaar vervoer Spoorvervoer Op ongeveer 1 km van RUP de Bos is het IC-IR station Heist-op-den-Berg en wordt meermaals per uur bediend door de lijnen Antwerpen-Hasselt en Antwerpen-Leuven. In het GMP wordt voorgesteld om een snellere verbinding te realiseren naar Mechelen en Brussel, maar hiernaar zijn er (nog) geen directe verbindingen Busvervoer In onderstaande figuur zijn de aanwezige buslijnen in het centrum van Heist-op-den-Berg weergegeven. Figuur 12: Netplan De Lijn Heist-op-den-Berg centrum De dichtstbijzijnde halte is de halte KTA en ligt op ongeveer 250m van het middelpunt van het RUP-gebied. Dit is een meervoudige halte. Er is geen enkele halteaccommodatie aanwezig. De volgende buslijnen halteren hier: lijn 510: Mechelen-Geel lijn 511: Mechelen-Herentals lijn 512: Mechelen-Wiekevorst lijn 515: Herselt-scholen Heist-op-den-Berg lijn 527: Tremelo-scholen Heist-op-den-Berg lijn 931: belbus lijn 944: belbus De bussen aan deze halte rijden enkel in functie van de aanwezige school. Er is geen bediening van deze halte op zondag. De dichtsbijzijnde andere halte is de halte Kattestraat op ongeveer 300 m van het centrum van het projectgebied Gemeente Heist-op-den-Berg 28

137 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Foto 9: Bushalte KTA zonder verdere voorzieningen of wachtaccommodatie 4.7. Bereikbaarheid autoverkeer Uit het voorgaande volgt dat RUP de Bos in het noorden wordt begrensd door een secundaire weg en ten zuiden van de spoorlijn een primaire weg is gelegen (gewenste toestand), maar voor de rest geen directe lokale ontsluitingswegen heeft. De voornaamste ontsluiting zal dus via de Bossestraat gebeuren (lokale weg type 3) om het verkeer vervolgens naar de N15 (secundaire weg) en zo verder naar de N10 (primaire weg) af te wikkelen. Indien de categorisering niet zou aangepast worden, zou de ontsluiting in de praktijk hetzelfde zijn, maar officieel over een lokale weg type 3 (Bossestraat), lokale weg type 1 (N15) en een secundaire weg type 1 (N15) gebeuren. Het kruispunt Bossestraat - N15 is met verkeerslichten geregeld. Verder naar het station zijn de kruispunten van het type rechts-in - rechts-uit (waar de middenberm is doorgetrokken) of ongeregeld. De aangewezen route en ontsluiting voor het (bovenlokale) auto- en vrachtverkeer dient dan ook in principe zoveel mogelijk te gebeuren via de N15 (Boudewijnlaan). De mogelijke uitbouw van een oostelijke rondweg (ter ontlasting van de Oude Godstraat) zal de bovenlokale ontsluitingsfunctie van de N15 nog verder versterken. Conclusies: De ontsluiting van lokale bestemmingen, zoals de activiteiten (wonen en winkelen) voorzien in het RUP de Bos, zal dus zoveel mogelijk via de Bossestraat moeten gebeuren. In de bestaande situatie is de bovenlokale auto-ontsluiting relatief beperkt vermits Heist-opden-Berg niet beschikt over primaire wegen als ontsluiting naar het hoofdwegennet. In de gewenste situatie (in het GMP voorgestelde wijziging van de wegencategorieën) wordt de bovenlokale ontsluiting versterkt, ook voor de ontwikkeling in RUP De Bos. Gemeente Heist-op-den-Berg 29

138 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 4.8. Conclusie Uit het voorgaande blijkt dat het plangebied RUP De Bos een dubbel en genuanceerd bereikbaarheidsprofiel heeft. Op macro- en mesoniveau heeft het gebied een uitstekende bereikbaarheid per openbaar vervoer: er is een IC-IR station op loopafstand, en de dichtstbijzijnde bushalte wordt bediend door zeven buslijnen. Doordat er geen hoofd- of primaire wegen in de buurt zijn, is het openbaar vervoer op bovenlokaal niveau dus de belangrijkste vervoersmodus, waardoor het gebied kan getypeerd worden als A-locatie. Doordat langs de zone ook een hoofdfietsroute loopt, is de ontsluiting per fiets op bovenlokaal niveau ook uitstekend Op micro-niveau is er echter een ander beeld. Dan blijkt de bushalte nauwelijks of niet uitgerust, en de fiets- en voetpaden langs de Bossestraat en Boudewijnlaan van onvoldoende kwaliteit en zelfs gevaarlijk te zijn. De aanwezige voet- en buurtwegen in en rond het gebied zijn een pluspunt, maar voor de verbinding met het centrum vormt de Boudewijnlaan een grote barrière. Door de nabijheid van lokale verbindingswegen (Boudewijnlaan) en secundaire wegen, is de autobereikbaarheid op microniveau goed te noemen. Door de mogelijke opwaardering op termijn tot respectievelijk secundaire en primaire weg kan ook de bovenlokale autobereikbaarheid toenemen. Op mesoniveau is er een gemengd beeld. Dit is samengevat in onderstaande tabel. Tabel 4: Samenvattende beoordeling bereikbaarheidsproflel Macroniveau Mesoniveau Microniveau Voetganger NVT NVT Matig Fietser Zeer goed Matig Slecht Openbaar vervoer Zeer goed Matig Slecht Auto Slecht Matig Goed Samenvattende typering A-locatie B-locatie C-locatie Gemeente Heist-op-den-Berg 30

139 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 5. MOBILITEITSPROFIEL GEPLANDE ONTWIKKELINGEN 5.1. Factoren verkeers- en mobiliteitsproductie Verkeersproductie woningen In het algemeen en op basis van wetenschappelijk onderzoek (b.v. Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen) wordt aangenomen dat elke woning 3 autoverplaatsingen (3 ritten heen en 3 ritten terug) per dag genereert. Er wordt bovendien aangenomen dat tijdens de ochtend- en avondspits telkens 1 verplaatsing (= 2 ritten) wordt gemaakt. Verder wordt aangenomen dat elke woning tijdens het ochtendspitsuur 1 autorit uitgaand en 0.1 autorit ingaand produceert Verkeersproductie supermarkt De supermarkt genereert tijdens de ochtendspits enkel verkeer van werknemers (20-tal). Voor de rest wordt aangenomen dat er per uur 50 autoritten ingaand en 50 autoritten uitgaand worden geproduceerd. Dit verkeer vindt enkel plaats in de daluren en de avondspits, dus niet in de ochtendspits. Het grootste deel van het vertrekkend verkeer van personeel is na sluitingstijd en valt in de regel na de avondspits. Tussendoor zijn er nog wel vertrekkende of aankomende personeelsleden (speciale tijdsregimes of deeltijds), maar dit is verspreid over de dag en beperkt tot enkele per uur Vervoerswijzekeuze Onderstaande tabel geeft het gemiddeld aantal verplaatsingen per modus in Vlaanderen, volgens het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen OVG) uitgevoerd van september 2012 tot september Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.5, Janssens, D. e.a. IMOB, i.o.v. Vlaamse Overheid, dept. MOW, Hasselt 2014 Gemeente Heist-op-den-Berg 31

140 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Figuur 13: Gemiddelde verdeling over de vervoerswijzen (modal split) volgens het OVG 2013 Hieruit blijkt ongeveer de volgende verdeling: auto (bestuurder en passagier): ± 70% fietser: ± 13% voetganger ± 10% openbaar vervoer: ± 5% overige: ± 2% Uiteraard is deze verdeling afhankelijk van tijd en plaats. Men mag ervan uitgaan dat in gebieden met een hoog en kwalitatief goed aanbod van openbaar vervoer het aandeel bus- en treingebruikers hoger ligt. Ook zal in stedelijke kernen het aandeel fiets- en voetgangersgebruik in de regel wat hoger liggen. Deze elementen zijn ook in het voordeel van het RUP De Bos dat in een kleinstedelijk gebied is gelegen en met een goede ontsluiting van lokaal en regionaal openbaar vervoer. Toch zal voor de verdere analyse worden uitgegaan van het Vlaams gemiddelde, wetende dat dit in feite een worst case benadering is. Gemeente Heist-op-den-Berg 32

141 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 5.2. Mobiliteitsprofiel VAR Voetgangersverkeer Het aandeel voetgangersverkeer in de totale modal split is met 10 % gemiddeld erg beperkt. Indien men uitgaat van een gemiddelde gezinsgrootte van 2.5 personen en dus ongeveer 220 bewoners voor de gehele buurt, en 3 verplaatsingen per persoon per dag, dan komt men tot 220*3*10% = 66 voetgangersverplaatsingen per dag (66 heen en 66 terug) Fietsverkeer Conform de gestelde uitgangspunten (aandeel fietsverkeer van 13%) genereert deze invulling voor 88 woningen 86 fietsverplaatsingen per dag Openbaar vervoergebruik Conform de gestelde uitgangspunten genereert deze invulling voor 88 woningen 33 openbaar vervoerverplaatsingen per dag Autoverkeer 2 Totale verkeersproductie ochtendspits In de ochtendspits betekent dit samen 88 uitgaande en 9 ingaande autoritten tijdens het ochtendspitsuur. Er wordt van uitgegaan dat al het verkeer via de Bossestraat en zo verder via de Boudewijnlaan wordt afgewikkeld, wat ook conform is met de gewenste wegencategorisering. Totale verkeersproductie avondspits De avondspits kent in de regel een wat verspreider patroon. Er wordt aangenomen dat elke woning tijdens de avondspits per uur 0.75 autorit ingaand en eveneens 0.1 autorit uitgaand produceert. Samen betekent dit 66 ingaande en 9 uitgaande autoritten in het avondspitsuur. Er wordt van uitgegaan dat al het verkeer via de Bossestraat en zo verder via de Boudewijnlaan wordt afgewikkeld, wat ook conform is met de gewenste wegencategorisering Mobiliteitsprofiel VAR 1-U Voetgangersverkeer Conform de eerder gestelde uitgangspunten, en indien men uitgaat ongeveer 313 bewoners voor de gehele buurt, en 3 verplaatsingen per persoon per dag, dan komt men tot 313*3*10% = 92 voetgangersverplaatsingen per dag (92 heen en 92 terug) Fietsverkeer Conform dezelfde uitgangspunten genereert deze invulling voor 125 woningen 122 fietsverplaatsingen per dag. 2 Voor de verkeersproductie van het autoverkeer en de uitgangspunten wordt verwezen naar de capaciteitstoets voor het kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat in bijlage. Gemeente Heist-op-den-Berg 33

142 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Openbaar vervoergebruik Conform dezelfde uitgangspunten genereert deze invulling voor 88 woningen 46 openbaar vervoerverplaatsingen per dag Autoverkeer Totale verkeersproductie ochtendspits In de ochtendspits betekent dit samen 125 uitgaande en 13 ingaande autoritten tijdens het ochtendspitsuur. Er wordt van uitgegaan dat al het verkeer via de Bossestraat en zo verder via de Boudewijnlaan wordt afgewikkeld, wat ook conform is met de gewenste wegencategorisering. Totale verkeersproductie avondspits De avondspits kent in de regel een wat verspreider patroon. Er wordt aangenomen dat elke woning tijdens de avondspits per uur 0.75 autorit ingaand en eveneens 0.1 autorit uitgaand produceert. Samen betekent dit 94 ingaande en 13 uitgaande autoritten in het avondspitsuur. Er wordt van uitgegaan dat al het verkeer via de Bossestraat en zo verder via de Boudewijnlaan wordt afgewikkeld, wat ook conform is met de gewenste wegencategorisering Mobiliteitsprofiel VAR Voetgangersverkeer Woningen Het aandeel voetgangersverkeer in de totale modal split is met 10 % gemiddeld erg beperkt. Indien men uitgaat van een gemiddelde gezinsgrootte van 2.5 personen en dus ongeveer 208 bewoners voor de gehele buurt, en 3 verplaatsingen per persoon per dag, dan komt men tot 208*3*10% = 63 voetgangersverplaatsingen per dag (63 heen en 63 terug). Supermarkt Het aandeel voetgangersverkeer naar een supermarkt is altijd relatief beperkt. Uit het OVG blijkt dat gemiddeld maar 2% van de bezoekers naar de supermarkt te voet komt. Uit diverse onderzoeken in Vlaanderen en uitgaande van kencijfers 3 wordt gaande van ongeveer 600 bezoekers per dag. Hieruit wordt het aantal bezoekende klanten per dag dat te voet komt op 12 geschat Fietsverkeer Woningen Ook het aandeel fietsverkeer in de totale modal split is met 13 % gemiddeld erg beperkt. Indien men uitgaat van dezelfde uitgangspunten (gemiddelde gezinsgrootte van 2.5 personen en dus ongeveer 208 bewoners voor de gehele buurt, en 3 verplaatsingen per persoon per dag), dan komt men tot 208*3*13% = 82 fietsverplaatsingen per dag (82 heen en 82 terug). 3 o.a. Parkeerbeleidsplan Overpelt, Technum 2005: hierin zijn ook diverse supermarkten bevraagd naar hun oppervlakte en gemiddeld bezoekersaantal. Zie verder ook: ASVV (CROW), Gemeente Heist-op-den-Berg 34

143 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Supermarkt Ook het aandeel bezoekers per fiets naar een supermarkt ligt lager dan gemiddeld. In Vlaanderen (OVG) ligt dit op ongeveer 5%. Gemiddeld wordt het aantal bezoekers per fiets per dag op 30 geschat Openbaar vervoergebruik Woningen Conform dezelfde uitgangspunten wordt het openbaar vervoergebruik per dag geschat op 208*3*5% = 32 openbaar vervoerverplaatsingen per dag (32 heen en 32 terug). Supermarkt Het aandeel busgebruikers om te winkelen ligt in Vlaanderen op gemiddeld 3%. Uitgaande van dit cijfer zou de supermarkt per dag ongeveer 18 busgebruikers genereren. Wellicht zal het gebruik van de bus voor deze uitgesproken buurt- of wijksupermarkt nog veel lager liggen, ten voordele van fietsgebruik (en voetganger) Autoverkeer Totale verkeersproductie ochtendspits (wonen en winkelen) In de ochtendspits betekent dit samen 83 uitgaande (bewoners) en 29 ingaande autoritten (bewoners en werknemers supermarkt, zie voorgaande) tijdens het ochtendspitsuur. Er wordt van uitgegaan dat al het verkeer via de Bossestraat en zo verder via de Boudewijnlaan wordt afgewikkeld, wat ook conform is met de gewenste wegencategorisering. Totale verkeersproductie avondspits (wonen en winkelen) De avondspits kent in de regel een wat verspreider patroon. Er wordt aangenomen dat elke woning tijdens de avondspits per uur 0.75 autorit ingaand en eveneens 0.1 autorit uitgaand produceert. Voor de supermarkt wordt aangenomen dat er per uur 50 autoritten ingaand en 50 autoritten uitgaand worden geproduceerd. Samen betekent dit 113 ingaande en 59 uitgaande autoritten in het avondspitsuur. Er wordt van uitgegaan dat al het verkeer via de Bossestraat en zo verder via de Boudewijnlaan wordt afgewikkeld, wat ook conform is met de gewenste wegencategorisering. Gemeente Heist-op-den-Berg 35

144 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 6. CONFRONTATIE BEREIKBAARHEIDS- EN MOBILITEITSPROFIEL VAR Belasting wegvakken Ochtendspits In onderstaande figuur zijn de wegvakbelastingen tijdens de ochtendspits opgenomen. Figuur 14: Overzicht wegvakbelastingen ochtendspits VAR 1 Gemeente Heist-op-den-Berg 36

145 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Avondspits In onderstaande figuur zijn de wegvakbelastingen tijdens de avondspits opgenomen. Figuur 15: Overzicht wegvakbelastingen avondspits VAR 1 Gemeente Heist-op-den-Berg 37

146 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 6.2. Belasting kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat Voor een uitgebreide analyse van de kruispuntbelasting wordt verwezen naar de nota in bijlage ( Capaciteitstoets kruispunt N15 Boudewijnlaan-Bossestraat ). In onderstaande tabel zijn de resultaten samengevat. Tabel 5: Samenvattende beoordeling capaciteitstoets kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat VAR 1 Criterium Bestaande situatie Na realisatie RUP de Bos Hoogste BG ochtendspits 26% 26% Hoogste BG avondspits 34% 35% Hoogste CB ochtendspits 49% 52% Hoogste CB avondspits 56% 63% Hoogste VG ochtendspits 62% 70% Hoogste VG avondspits 77% 80% Restcapaciteit ochtendspits 39% 35% Restcapaciteit avondspits 30% 25% Hieruit blijkt dat het kruispunt nog voldoende restcapaciteit heeft, zowel tijdens de ochtendspits als de avondspits. De avondspits is wel structureel drukker Oversteekbaarheid In onderstaande tabellen is de oversteekbaarheid berekend aan de hand van de nieuwe verkeerscijfers Tabel 6: Beoordeling oversteekbaarheid ochtendspits VAR 1 Wegvak Benodigde oversteektijd (s) Int. autoverkeer (pae/uur) Int. autoverkeer (pae/sec) Wachttijd (s) N15 Boudewijnlaan N helft ,1358 2,1 toename t.o.v. b.s. N15 Boudewijnlaan Z helft ,1094 2,0 N15 Boudewijnlaan totaal ,2453 4,1 1% Bossestraat ,1522 8,4 15% Tabel 7: Beoordeling oversteekbaarheid avondspits VAR 1 Wegvak Benodigde oversteektijd (s) Int. autoverkeer (pae/uur) Int. autoverkeer (pae/sec) Wachttijd (s) N15 Boudewijnlaan N helft ,1114 2,0 toename t.o.v. b.s. N15 Boudewijnlaan Z helft ,1858 2,4 N15 Boudewijnlaan totaal ,2972 4,4 0% Bossestraat ,1633 8,9 12% De oversteekbaarheid van de Boudewijnlaan neemt iets af, maar blijft zowel in de ochtend- als de avondspits goed. De oversteekbaarheid van de Bossestraat neemt eveneens af, maar blijft zowel in de ochtendals de avondspits redelijk. Gemeente Heist-op-den-Berg 38

147 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 6.4. Parkeerbehoefte Voor de parkeerbehoefte kan worden uitgegaan van diverse scenario s: een minimum scenario met krappe parkeernormen een gemiddeld scenario met gemiddelde, frequent gebruikte parkeernormen een maximum scenario met ruime parkeernormen. Voor de geplande twee functies (woningen en supermarkt) kunnen de volgende normen worden gehanteerd. Tabel 8: Gehanteerde normen voor de parkeerbehoefte (bron: Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid) Functie minimum gemiddeld maximum Wonen 1 ppl/woning 1.25 ppl./woning 1.5 ppl.woning Supermarkt 8 ppl./ 100 m² 10 ppl./100 m² 12 ppl./100 m² Opm. In de Nederlandse literatuur (bv. ASVV-CROW) wordt meestal uitgegaan van veel krappere parkeerkencijfers. In matig stedelijk gebied (cfr. Heist-op-den-Berg) wordt voor supermarkten uitgegaan van minimaal 5.5 tot maximaal 8 parkeerplaatsen per 100m² BVO. De hierboven gehanteerde cijfers zijn gebaseerd op huidige richtlijnen en gebruikte kencijfers in Vlaanderen, zoals als voorbeeld opgenomen in het Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid. Conform de uitgangspunten en de verschillende scenario s zoals besproken in de voorgaande paragraaf kan nu een inschatting worden gemaakt van het aantal parkeerplaatsen. Het gaat in deze variant om 88 woningen. Tabel 9: Schatting behoefte aan parkeerplaatsen bij RUP De Bos VAR 1 Functie minimum gemiddeld maximum Wonen Dit betekent dat in het scenario met enkel woningen er minimaal 88 en maximaal 132 parkeerplaatsen voorzien moeten worden. Gemeente Heist-op-den-Berg 39

148 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 7. CONFRONTATIE BEREIKBAARHEIDS- EN MOBILITEITSPROFIEL VAR 1-U 7.1. Belasting wegvakken Ochtendspits In onderstaande figuur zijn de wegvakbelastingen tijdens de ochtendspits opgenomen. Figuur 16: Overzicht wegvakbelastingen ochtendspits VAR 1-U Gemeente Heist-op-den-Berg 40

149 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Avondspits In onderstaande figuur zijn de wegvakbelastingen tijdens de avondspits opgenomen. Figuur 17: Overzicht wegvakbelastingen avondspits VAR 1-U Gemeente Heist-op-den-Berg 41

150 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 7.2. Belasting kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat Voor een uitgebreide analyse van de kruispuntbelasting wordt verwezen naar de nota in bijlage ( Capaciteitstoets kruispunt N15 Boudewijnlaan-Bossestraat ). In onderstaande tabel zijn de resultaten samengevat. Tabel 10: Samenvattende beoordeling capaciteitstoets kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat VAR 1-U Criterium Bestaande situatie Na realisatie RUP de Bos Hoogste BG ochtendspits 26% 26% Hoogste BG avondspits 34% 35% Hoogste CB ochtendspits 49% 52% Hoogste CB avondspits 56% 62% Hoogste VG ochtendspits 62% 70% Hoogste VG avondspits 77% 80% Restcapaciteit ochtendspits 39% 35% Restcapaciteit avondspits 30% 22% Hieruit blijkt dat het kruispunt nog voldoende restcapaciteit heeft, zowel tijdens de ochtendspits als de avondspits. De avondspits is wel structureel drukker Oversteekbaarheid In onderstaande tabellen is de oversteekbaarheid berekend aan de hand van de nieuwe verkeerscijfers Tabel 11: Beoordeling oversteekbaarheid ochtendspits VAR 1-U Wegvak Benodigde oversteektijd (s) Int. autoverkeer (pae/uur) Int. autoverkeer (pae/sec) Wachttijd (s) N15 Boudewijnlaan N helft ,1358 2,1 toename t.o.v. b.s. N15 Boudewijnlaan Z helft ,1094 2,0 N15 Boudewijnlaan totaal ,2453 4,1 0% Bossestraat ,1636 9,0 7% Tabel 12: Beoordeling oversteekbaarheid avondspits VAR 1-U Wegvak Benodigde oversteektijd (s) Int. autoverkeer (pae/uur) Int. autoverkeer (pae/sec) Wachttijd (s) N15 Boudewijnlaan N helft ,1117 2,0 toename t.o.v. b.s. N15 Boudewijnlaan Z helft ,1872 2,4 N15 Boudewijnlaan totaal ,2989 4,4 8% Bossestraat ,1728 9,4 30% De oversteekbaarheid van de Boudewijnlaan neemt iets af, maar blijft zowel in de ochtend- als de avondspits goed. De oversteekbaarheid van de Bossestraat neemt eveneens af, maar blijft zowel in de ochtendals de avondspits redelijk. Gemeente Heist-op-den-Berg 42

151 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 7.4. Parkeerbehoefte Voor de parkeerbehoefte kan worden uitgegaan van diverse scenario s: een minimum scenario met krappe parkeernormen een gemiddeld scenario met gemiddelde, frequent gebruikte parkeernormen een maximum scenario met ruime parkeernormen. Voor de geplande twee functies (woningen en supermarkt) kunnen de volgende normen worden gehanteerd. Tabel 13: Gehanteerde normen voor de parkeerbehoefte (bron: Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid) Functie minimum gemiddeld maximum Wonen 1 ppl/woning 1.25 ppl./woning 1.5 ppl.woning Supermarkt 8 ppl./ 100 m² 10 ppl./100 m² 12 ppl./100 m² Opm. In de Nederlandse literatuur (bv. ASVV-CROW) wordt meestal uitgegaan van veel krappere parkeerkencijfers. In matig stedelijk gebied (cfr. Heist-op-den-Berg) wordt voor supermarkten uitgegaan van minimaal 5.5 tot maximaal 8 parkeerplaatsen per 100m² BVO. De hierboven gehanteerde cijfers zijn gebaseerd op huidige richtlijnen en gebruikte kencijfers in Vlaanderen, zoals als voorbeeld opgenomen in het Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid. Conform de uitgangspunten en de verschillende scenario s zoals besproken in de voorgaande paragraaf kan nu een inschatting worden gemaakt van het aantal parkeerplaatsen. Het gaat in deze variant scenario om 125 woningen. Tabel 14: Schatting behoefte aan parkeerplaatsen bij RUP De Bos bij VAR 1-U Functie minimum gemiddeld maximum Wonen Dit betekent dat in het scenario met enkel woningen er minimaal 125 en maximaal 188 parkeerplaatsen voorzien moeten worden Gemeente Heist-op-den-Berg 43

152 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 8. CONFRONTATIE BEREIKBAARHEIDS- EN MOBILITEITSPROFIEL VAR Belasting wegvakken Ochtendspits In onderstaande figuur zijn de geraamde intensiteiten tijdens de ochtendspits opgenomen. Figuur 18: Geraamde intensiteiten ochtendspits bij VAR 2 Opvallend is dat vooral de Bossestraat richting N15 veel zwaarder wordt belast. Het verkeer neemt er toe met meer dan de helft. Ook in de Frans Coeckelbergstraat is er een aanzienlijke toename. Op de N15 zelf (Boudewijnlaan) is de toename relatief beperkt. Gemeente Heist-op-den-Berg 44

153 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Avondspits De schatting van de intensiteiten tijdens de avondspits is opgenomen in onderstaande figuur. Figuur 19: Geraamde intensiteiten avondspits bij VAR 2 Ook hier is de toename vooral merkbaar in de Bossestraat en de Coeckelbergstraat richting zuiden. Op de andere takken is te toename relatief beperkt. Gemeente Heist-op-den-Berg 45

154 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 8.2. Belasting kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat Voor een uitgebreide analyse van de kruispuntbelasting wordt verwezen naar de nota in bijlage ( Capaciteitstoets kruispunt N15 Boudewijnlaan-Bossestraat ). In onderstaande tabel zijn de resultaten samengevat. Tabel 15: Samenvattende beoordeling capaciteitstoets kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat - VAR 2 Criterium Bestaande situatie Na realisatie RUP de Bos Hoogste BG ochtendspits 26% 27% Hoogste BG avondspits 34% 35% Hoogste CB ochtendspits 49% 53% Hoogste CB avondspits 56% 62% Hoogste VG ochtendspits 62% 73% Hoogste VG avondspits 77% 80% Restcapaciteit ochtendspits 39% 34% Restcapaciteit avondspits 30% 22% Hieruit blijkt dat het kruispunt nog voldoende restcapaciteit heeft tijdens de ochtend- en avondspits. De avondspits is wel structureel drukker dan de ochtendspits Oversteekbaarheid In onderstaande tabellen is de oversteekbaarheid berekend aan de hand van de nieuwe verkeerscijfers Tabel 16: Beoordeling oversteekbaarheid ochtendspits VAR 2 Wegvak Benodigde oversteektijd (s) Int. autoverkeer (pae/uur) Int. autoverkeer (pae/sec) Wachttijd (s) N15 Boudewijnlaan N helft ,1358 2,1 toename t.o.v. b.s. N15 Boudewijnlaan Z helft ,1103 2,0 N15 Boudewijnlaan totaal ,2461 4,1 1% Bossestraat ,1564 8,6 18% Tabel 17: Beoordeling oversteekbaarheid avondspits VAR 2 Wegvak Benodigde oversteektijd (s) Int. autoverkeer (pae/uur) Int. autoverkeer (pae/sec) Wachttijd (s) N15 Boudewijnlaan N helft ,1133 2,0 toename t.o.v. b.s. N15 Boudewijnlaan Z helft ,1878 2,4 N15 Boudewijnlaan totaal ,3011 4,4 8% Bossestraat , ,5 44% De oversteekbaarheid van de Boudewijnlaan neemt iets af, maar blijft zowel in de ochtend- als de avondspits goed. De oversteekbaarheid van de Bossestraat neemt eveneens af en evolueert in de avondspits van redelijk naar matig. Gemeente Heist-op-den-Berg 46

155 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 8.4. Parkeerbehoefte Voor de parkeerbehoefte kan worden uitgegaan van diverse scenario s: een minimum scenario met krappe parkeernormen een gemiddeld scenario met gemiddelde, frequent gebruikte parkeernormen een maximum scenario met ruime parkeernormen. Voor de geplande twee functies (woningen en supermarkt) kunnen de volgende normen worden gehanteerd. Tabel 18: Gehanteerde normen voor de parkeerbehoefte (bron: Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid) Functie minimum gemiddeld maximum Wonen 1 ppl/woning 1.25 ppl./woning 1.5 ppl.woning Supermarkt 8 ppl./ 100 m² 10 ppl./100 m² 12 ppl./100 m² Opm. In de Nederlandse literatuur (bv. ASVV-CROW) wordt meestal uitgegaan van veel krappere parkeerkencijfers. In matig stedelijk gebied (cfr. Heist-op-den-Berg) wordt voor supermarkten uitgegaan van minimaal 5.5 tot maximaal 8 parkeerplaatsen per 100m² BVO. De hierboven gehanteerde cijfers zijn gebaseerd op huidige richtlijnen en gebruikte kencijfers in Vlaanderen, zoals als voorbeeld opgenomen in het Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid. Voor de invulling van het RUP De Bos waarbij in deze variant wordt uitgegaan van maximaal 83 woningen en een supermarkt met een oppervlakte kleiner dan 2000 m², betekent dit dus een volgende parkeerbehoefte Tabel 19: Schatting behoefte aan parkeerplaatsen bij RUP De Bos (op basis van Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid) bij VAR 2 Functie minimum gemiddeld maximum Wonen Supermarkt Totaal Op basis van deze schatting blijkt dat er voor het gebied minimaal 243 en maximaal 365 parkeerplaatsen nodig zijn. Noot: De in het oorspronkelijke project geraamde behoefte van 130 parkeerplaatsen voor de supermarkt gaat uit van 6,5 parkeerplaatsen per 100 m². Als we dit vergelijken met gangbare richtlijnen normen die vaak voor supermarkten worden gehanteerd, ligt dit cijfer misschien iets aan de lage kant. Gelet op het feit dat het hier gaat om een buurtsupermarkt met duidelijk een lokale aantrekkingskracht, waarbij er naar gestreefd wordt om zoveel mogelijk bezoekers te voet en per fiets te laten winkelen, volstaat het cijfer van 130 parkeerplaatsen echter wel degelijk, om voor dit project van een duurzaam scenario te kunnen spreken. Gemeente Heist-op-den-Berg 47

156 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 9. CONFRONTATIE BEREIKBAARHEIDS- EN MOBILITEITSPROFIEL VAR 2-U 9.1. Belasting wegvakken Ochtendspits In onderstaande figuur zijn de geraamde intensiteiten tijdens de ochtendspits opgenomen. Figuur 20: Geraamde intensiteiten ochtendspits bij VAR 2 Opvallend is dat vooral de Bossestraat richting N15 veel zwaarder wordt belast. Het verkeer neemt er toe met meer dan de helft. Ook in de Frans Coeckelbergstraat is er een aanzienlijke toename. Op de N15 zelf (Boudewijnlaan) is de toename relatief beperkt. Gemeente Heist-op-den-Berg 48

157 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Avondspits De schatting van de intensiteiten tijdens de avondspits is opgenomen in onderstaande figuur. Figuur 21: Geraamde intensiteiten avondspits bij VAR 2 Ook hier is de toename vooral merkbaar in de Bossestraat en de Coeckelbergstraat richting zuiden. Op de andere takken is de toename relatief beperkt. Gemeente Heist-op-den-Berg 49

158 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 9.2. Belasting kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat Voor een uitgebreide analyse van de kruispuntbelasting wordt verwezen naar de nota in bijlage ( Capaciteitstoets kruispunt N15 Boudewijnlaan-Bossestraat ). In onderstaande tabel zijn de resultaten samengevat. Tabel 20: Samenvattende beoordeling capaciteitstoets kruispunt Boudewijnlaan-Bossestraat VAR 2-U Criterium Bestaande situatie Na realisatie RUP de Bos Hoogste BG ochtendspits 26% 27% Hoogste BG avondspits 34% 36% Hoogste CB ochtendspits 49% 53% Hoogste CB avondspits 56% 64% Hoogste VG ochtendspits 62% 73% Hoogste VG avondspits 77% 80% Restcapaciteit ochtendspits 39% 34% Restcapaciteit avondspits 30% 20% Hieruit blijkt dat het kruispunt nog voldoende restcapaciteit heeft tijdens de ochtend- en avondspits. De avondspits is wel structureel drukker dan de ochtendspits Oversteekbaarheid In onderstaande tabellen is de oversteekbaarheid berekend aan de hand van de nieuwe verkeerscijfers Tabel 21: Beoordeling oversteekbaarheid ochtendspits VAR 2-U Wegvak Benodigde oversteektijd (s) Int. autoverkeer (pae/uur) Int. autoverkeer (pae/sec) Wachttijd (s) N15 Boudewijnlaan N helft ,1383 2,1 toename t.o.v. b.s. N15 Boudewijnlaan Z helft ,1106 2,0 N15 Boudewijnlaan totaal ,2489 4,1 1% Bossestraat ,1669 9,1 25% Tabel 22: Beoordeling oversteekbaarheid avondspits VAR 2-U Wegvak Benodigde oversteektijd (s) Int. autoverkeer (pae/uur) Int. autoverkeer (pae/sec) Wachttijd (s) N15 Boudewijnlaan N helft ,1136 2,0 toename t.o.v. b.s. N15 Boudewijnlaan Z helft ,1889 2,4 N15 Boudewijnlaan totaal ,3025 4,4 1% Bossestraat , ,9 37% De oversteekbaarheid van de Boudewijnlaan neemt iets af, maar blijft zowel in de ochtend- als de avondspits goed. De oversteekbaarheid van de Bossestraat neemt eveneens af en evolueert in de avondspits van redelijk naar matig. Gemeente Heist-op-den-Berg 50

159 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 9.4. Parkeerbehoefte Voor de parkeerbehoefte kan worden uitgegaan van diverse scenario s: een minimum scenario met krappe parkeernormen een gemiddeld scenario met gemiddelde, frequent gebruikte parkeernormen een maximum scenario met ruime parkeernormen. Voor de geplande twee functies (woningen en supermarkt) kunnen de volgende normen worden gehanteerd. Tabel 23: Gehanteerde normen voor de parkeerbehoefte (bron: Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid) Functie minimum gemiddeld maximum Wonen 1 ppl/woning 1.25 ppl./woning 1.5 ppl.woning Supermarkt 8 ppl./ 100 m² 10 ppl./100 m² 12 ppl./100 m² Opm. In de Nederlandse literatuur (bv. ASVV-CROW) wordt meestal uitgegaan van veel krappere parkeerkencijfers. In matig stedelijk gebied (cfr. Heist-op-den-Berg) wordt voor supermarkten uitgegaan van minimaal 5.5 tot maximaal 8 parkeerplaatsen per 100m² BVO. De hierboven gehanteerde cijfers zijn gebaseerd op huidige richtlijnen en gebruikte kencijfers in Vlaanderen, zoals als voorbeeld opgenomen in het Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid. Voor de invulling van het RUP De Bos waarbij in deze variant wordt uitgegaan van maximaal 115 woningen en een supermarkt met een oppervlakte kleiner dan 2000 m², betekent dit dus een volgende parkeerbehoefte Tabel 24: Schatting behoefte aan parkeerplaatsen bij RUP De Bos (op basis van Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid) bij VAR 2-U Functie minimum gemiddeld maximum Wonen Supermarkt Totaal Op basis van deze schatting blijkt dat er voor het gebied minimaal 275 en maximaal 413 parkeerplaatsen nodig zijn. Noot: De in het oorspronkelijke project geraamde behoefte van 130 parkeerplaatsen voor de supermarkt gaat uit van 6,5 parkeerplaatsen per 100 m². Als we dit vergelijken met gangbare richtlijnen normen die vaak voor supermarkten worden gehanteerd, ligt dit cijfer misschien iets aan de lage kant. Gelet op het feit dat het hier gaat om een buurtsupermarkt met duidelijk een lokale aantrekkingskracht, waarbij er naar gestreefd wordt om zoveel mogelijk bezoekers te voet en per fiets te laten winkelen, volstaat het cijfer van 130 parkeerplaatsen echter wel degelijk, om voor dit project van een duurzaam scenario te kunnen spreken. Gemeente Heist-op-den-Berg 51

160 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 10. MILDERENDE EN EFFECTBEPERKENDE MAATREGELEN In de volgende paragrafen wordt een overzicht gegeven van de mogelijke milderende, effectbeperkende maatregelen voor ongewenste effecten, alsook maatregelen die de gewenste effecten, met name een verdere verduurzaming van het verkeer en de vervoersmogelijkheden, verder kunnen versterken. Achtereenvolgens wordt uitgegaan van maatregelen op macro-, meso- en microniveau. De maatregelen zijn louter te beschouwen als suggesties voor verder onderzoek. In het kader van dit mober is niet de bedoeling dat de maatregelen beleidsmatig, financieel of qua inpasbaarheid worden getoetst Maatregelen op macroniveau Achtereenvolgens kunnen worden genoemd: Betere verbinding per spoor naar Brussel Verdere uitbouw hoofdfietsroute langs het spoor Maatregelen op mesoniveau Minimaal handhaving en indien mogelijk uitbreiding regionaal busverkeer Maatregelen op microniveau Uitbouw halteaccommodatie bushalte KTA en/of Kattestraat Verbetering oversteekbaarheid Boudewijnlaan: beveiliging oversteekbewegingen, kortere wachttijden voor langzaam verkeer op kruispunt Bossestraat-Boudewijnlaan, Verbetering fietsinfrastructuur langs Boudewijnlaan Aanpassing Bossestraat conform wegencategorisering: o Of als lokale weg type 3: snelheidsverlaging, eliminatie doorgaand verkeer, verkeersmenging. o Of als opwaardering tot lokale weg type 2: aanleg conforme fietspaden, brede voetpaden, Opwaardering voetpaden langs Bossestraat en Boudewijnlaan Voor VAR 2 (wonen en supermarkt): bekijken of meer parkeerplaatsen voor de supermarkt (160 in plaats van de voorziene 130) op basis van richtlijnen volgens Vademecum Duurzaam Parkeerbeleid daadwerkelijk nodig en wenselijk zijn met het oog op de functie van buursupermarkt en duurzame mobiliteitsontwikkeling. Gemeente Heist-op-den-Berg 52

161 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg 11. ALGEMENE CONCLUSIE Als algemene conclusie geldt het volgende: Realisatie van RUP De Bos leidt bij alle scenario s en varianten tot een merkbare toename van de verkeersdrukte in de Bossestraat, de Boudewijnlaan en de omliggende straten De verkeerstoename is het grootst bij de variant met woningen en supermarkt, waarbij het projectgebied tevens wordt uitgebreid naar m² en waarbij er 115 wooneenheden en een buurtsupermarkt met een oppervlakte kleiner dan 2000 m² wordt voorzien (VAR 2-U). De avondspits is structureel drukker dan de ochtendspits. De oversteekbaarheid van de wegen blijft bij alle varianten acceptabel en wordt nergens meer dan sec. Op het kruispunt Bossestraat-Boudewijnlaan blijft er nog steeds een restcapaciteit van 20% tijdens de avondspits en 34% tijdens de ochtendspits bij de drukste variant Het aantal parkeerplaatsen dat in het concrete project voor buurtsupermarkt wordt voorzien - zijnde 130 parkeerplaatsen voor een handelsoppervlakte kleiner dan 2.000m² (dit is een gemiddelde van 6,5 parkeerplaatsen per 100m²) - is weliswaar lager dan de gangbare richtlijnen inzake parkeerbehoefte voor doorsnee supermarkten. Vanuit de overwegingen dat het hier gaat om een buurtsupermarkt met een duidelijk lokale aantrekkingskracht, ingebed in een woongebied met een goede bereikbaarheid en nabijheid voor voetgangers en fietsers, wordt er echter bewust een lager aantal gehanteerd, om op die manier een duurzame mobiliteitsontwikkeling te stimuleren. Er wordt hier duidelijk ingezet op een autobereikbaarheid die lager is dan in een gemiddelde supermarkt met eerder regionale aantrekkingskracht. Vandaar dat het vanuit mobiliteitsoogpunt zeker zinvol kan zijn en ook wordt aangeraden om in de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP specifieke parkeernormen op te nemen, op maat van de gewenste supermarkt (en dus uitgaand van een aantal van 130 parkeerplaatsen). Deze visie wordt tevens gedragen door de gemeentelijk mobiliteitsambtenaar. Gemeente Heist-op-den-Berg 53

162 Mobiliteits-effectenrapport (mober) RUP De Bos - Heist-op-den-Berg Bijlage: Stratenplan Heist-op-den-Berg centrum Gemeente Heist-op-den-Berg 54

163 Mobiliteitstoets Volgnr:... Administratieve gegevens Naam project RUP De Bos Provincie en gemeente Provincie Antwerpen, Stad Heist-op-den-Berg Status Screening plan-mer-plicht / Voorontwerp RUP De Bos Contactgegevens aanvrager Gemeentebestuur Heist-op-den-Berg Dienst Bouw en Milieu / dienst Mobiliteit Leopoldlei Heist-op-den-Berg versie mei

164 Projectkenmerken Situering van het project op kaart (bij te voegen als bijlage): zie bijlage I Ontwerpplannen (bij te voegen als bijlage): indicatief, zie bijlage II Terrein oppervlakte: 11 ha 70 a ca niet gekend Luik A (in te vullen door de projectverantwoordelijke) Functiebeschrijving: RUP met bestaande woningen en uitbreiding met nieuwe woningen en een supermarkt en de aanleg van nieuwe niet gekend (publieke) parkeerplaatsen Uitbreiding: X bestaand project nieuw project (In geval van uitbreiding gelieve in onderstaand overzicht te specificeren wat de bestaande opp. is en wat de uitbreiding omvat) Bestaande toestand Uitbreiding Totaal NVT Aantal wooneenheden 110 max niet gekend Bruto vloeroppervlak handel/horeca/ kantoorfunctie/ diensten Bruto vloeroppervlak industrie/kmo/ambacht 0 m² 1999 m² 1999 m² niet gekend 0 m² 0 m² 0 m² X niet gekend Bruto vloeroppervlak scholen 0 m² 0 m² 0 m² X niet gekend Bruto vloeroppervlak bioscoopzaal, feestzaal, theater, concertzaal 0 m² 0 m² 0 m² X niet gekend Bruto vloeroppervlak 0 m² 1999 m² 1999 m² niet gekend Aantal parkeerplaatsen (enkel handel) niet gekend 2

165 Bereikbaarheidsprofiel MESO-NIVEAU (beschrijving weginrichting, netwerken, kruispunten, snelheidsregimes,...) Fietsers/ voetgangers (aanwezige voorzieningen en aangewezen routes) In principe zijn alle omliggende straten toegankelijk voor fietsers en voetgangers. De N15 (Boudewijnlaan) in het noorden is geselecteerd als alternatieve bovenlokale fietsroute. Langs de spoorlijn zijn alle straten in principe geselecteerd voor de uitbouw van een bovenlokale non-stop hoofdroute. Noch de N15, noch de route langs het spoor hebben op dit moment fietsvoorzieningen die beantwoorden aan de criteria van het Vademecum Fietsvoorzieningen. Bedoeling is wel dat deze hiernaar evolueren. De Bossestraat is niet geselecteerd als fietsroute, maar heeft wel aparte fietsvoorzieningen. Toch zijn deze niet conform met wat wenselijk wordt geacht in het Vademecum Fietsvoorzieningen. De tussenliggende straten in de driehoek Bossestraat-Boudewijnlaan-Spoorwegstraat zijn in principe lokale woonstraten en worden in het gemeentelijk mobiliteitsplan expliciet aangeduid als interessante fietsverbindingen naar het centrum, waar maatregelen moeten worden genomen om het autoverkeer zoveel mogelijk te beperken. De verbinding voor fietsers en voetgangers naar het centrum wordt wel bemoeilijkt door de zware barrière van de N15: de middenberm is slechts op een beperkt aantal plaatsen oversteekbaar. Openbaar vervoer Luik A Loopafstand in meter tot de dichtstbijzijnde openbaar vervoerhalte: ± 250 m (gerekend vanaf centrum van het RUP) Aanwezigheid halteaccommodatie: informatieverstrekking / ticketverkoop / schuilhuisje / zitbank / fietsrekken / parkeerplaatsen / aangepast aan de toegankelijkheidsnorm / consumptie mogelijkheden Dichtstbijzijnde halte is de halte KTA aan de Boudewijnlaan. Dit is een meervoudige halte. Er is geen enkele halte-accommodatie aanwezig. Het IC-IR station Heist-op-den-Berg ligt op minder dan 1 km van de projectzone. Deze halte is er enkel in functie van de aanwezige school. De dichtsbijzijnde andere halte is de halte Kattestraat op ongeveer 300 m van de projectzone. Aantal OV bedieningen per uur: minimaal 2, maar niet op zondag aan de halte KTA. Lijnen (lijnnummer + lijnnaam) die de halte bedienen: lijn 510: Mechelen-Geel lijn 511: Mechelen-Herentals lijn 512: Mechelen-Wiekevorst lijn 515: Herselt-scholen Heist-op-den-Berg lijn 527: Tremelo-scholen Heist-op-den-Berg lijn 931: belbus lijn 944: belbus 3

166 Auto s/vrachtwagens (aanwezige voorzieningen en aangewezen routes) De zone is langs de noordzijde goed ontsloten door de N15 (Boudewijnlaan). Deze weg is momenteel geselecteerd als lokale weg type 1 (lokale verbindingsweg). De stad wenst deze echter te selecteren als secundaire weg type 2 (bovenlokale en regionale ontsluitingsweg) en heeft dit ook opgenomen in haar mobiliteitsplan. De functie van deze weg is het ontsluiten op bovenlokaal (regionaal of provinciaal) niveau. De Bossestraat is op dit moment geselecteerd als lokale weg type 3 (woonstraat), maar de stad wil deze in een volgende herziening van het mobiliteitsplan opwaarderen tot lokale weg type 2 (lokale gebiedsontsluitingsweg). De overige straten zijn en blijven geselecteerd als lokale weg type 3. Dit impliceert dat deze straten enkel het ontsluiten van de aanliggende bestemmingen als functie mogen hebben. Het kruispunt Bossestraat - N15 is met verkeerslichten geregeld. Verder naar het station zijn de kruispunten van het type rechts-in - rechts-uit (waar de middenberm is doorgetrokken) of ongeregeld. De aangewezen route en ontsluiting voor het (bovenlokale) auto- en vrachtverkeer dient dan ook in prinicpe zoveel mogelijk te gebeuren via de N15 (Boudewijnlaan). De mogelijke uitbouw van een oostelijke rondweg (ter ontlasting van de Oude Godstraat) zal de bovenlokale ontsluitingsfunctie van de N15 nog verder versterken. De ontsluiting van lokale bestemmingen (zoals de activiteiten (wonen en winkelen) voorzien in het RUP de Bos) zal dus zoveel mogelijk via de Bossestraat moeten gebeuren). 4

167 Bereikbaarheidsprofiel MICRO-NIVEAU Toegangen voor voetgangers via niet gekend Oude Gendarmeriestraat, Kattestraat, Bossestraat en de nieuw aan te leggen wegenis in het gebied Toegangen voor fietsers via Spoorwegstraat, Boudewijnlaan, Bossestraat, Oude Gendarmeriestraat, Kattestraat en de nieuw aan te niet gekend leggen wegenis in het gebied Toegangen voor autoverkeer via Gelet op de gewenste opwaardering van de Boudewijnlaan (N15) tot secundaire weg type 2 is rechtstreekse ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer van de nieuwe ontwikkeling hierop niet wenselijk. Dit is ook niet voorzien in het RUP. De toegang dient bij voorkeur te gebeuren via de Bossestraat. Dit past ook bij haar gewenste opwaardering tot lokale weg type 2. Vanaf deze straat kan het verkeer verder goed worden afgewikkeld via het lichtengeregelde kruispunt met de N15. Het langzaam verkeer kan uiteraard wel via de N15 worden afgewikkeld. Zo ontstaat er een toegang en rechtstreekse doorgang naar het centrum, waardoor het langzaam verkeer van en naar het centrum een strategisch reistijdvoordeel krijgt t.o.v. de auto. niet gekend Luik A Toegangen voor vrachtwagens via niet gekend Idem als autoverkeer Parkeerplaatsen voor autoverkeer Bovengronds: 130 (supermarkt) + max. 85 voor grondgebonden woningen + max. 40 voor appartementen Voor de woningen dient minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein te worden voorzien. Dit beperkt het aantal openbare plaatsen (op of langs de straat) tot ongeveer 30 stuks, die voornamelijk dienen voor bezoekersparkeren. Voor de supermarkt wordt een apart parkeerterrein voorzien. niet gekend Ondergronds: Eventeel (een gedeelte) ondergronds voor de appartementen, nog te bepalen X niet gekend Aantal parkeerplaatsen voor andersvaliden Volgens de aanbevolen richtlijn van het Vademecum duurzaam parkeerbeleid: 1 op 17 niet gekend Parkeerplaatsen voor vrachtverkeer 0 niet gekend Laad- en loszones voor vrachtverkeer Enkel voor supermarkt niet gekend Aantal fietsparkeerplaatsen op de site Bij de supermarkt. Bij de appartementen worden best ook goed toegankelijke, maar tevens goed beveiligde fietsboxen voorzien, zodat de weerstand wordt verkleind om de fiets te gebruiken X niet gekend 5

168 Parkeerregime of beperkingen in gebruik/toegang Private parking voor de supermarkt met indien mogelijk gemengd gebruik en openstelling na de sluitingsuren niet gekend Looplijnen voetgangers Streven om zoveel mogelijk autovrije doorsteekjes te realiseren X niet gekend (toegangen tot de site en inplanting van de verschillende parkeervoorzieningen dienen aangeduid te worden op een inplantingsplan op micro-niveau) Mobiliteitsprofiel Functie 1: wonen / BVO 125 wooneenheden / 0 aantal werkplaatsen niet gekend 0 bezoekers per dag (uitgezonderd normale privé-bezoeken) niet gekend 0 leveringen per dag (uitgezonderd huisgebonden leveringen en diensten (vuilinis,...) niet gekend Functie 2: winkelen / 1999 BVO Luik A 0 wooneenheden / ± 25 aantal werkplaatsen (geschat op basis van andere supermarkten) niet gekend ± 600 bezoekers per dag (geschat op basis van andere supermarkten) niet gekend ± 2 leveringen per dag (geschat op basis van andere supermarkten) niet gekend Bewoners: Werknemers: 20 auto s / 0 vrachtwagens niet gekend Raming benodigde parkeerplaatsen: Bezoekers: 110 auto s / 0 vrachtwagens niet gekend Laad- en loskades: 1-2 niet gekend Raming benodigde parkeerplaatsen (waarvan minimaal 83 op de privé-terrein en garages van de woningen en appartementen) niet gekend 6

169 Luik B (in te vullen in overleg met adviserende instanties en de gemeente) Confrontatie bereikbaarheidsprofiel en mobiliteitsprofiel, te verwachten effecten en knelpunten Omschrijving knelpunt Door de ontsluiting van 98 woningen (die in de ochtenspits naar schatting evenveel autoritten produceren) via de Bossestraat naar de Boudewijnlaan zal de druk op het kruispunt Bossestraat-Boudewijnlaan toenemen. Het bezoek aan de supermarkt zal een extra druk op dit kruispunt betekenen. Toch gebeurt dit vooral buiten de spits en tijdens de weekends, zodat dit vrij complementair is met de klassieke spitsperioden. Hoewel er op dit moment nog een zekere restcapaciteit is, is het onduidelijk of en in welke mate deze restcapaciteit voldoende zal zijn. Het dient wel te worden onderzocht. Problematischer is de ontsluiting voor fietsers. De straten rond het gebied zijn in principe geselecteerd als hoofdfietsroute (Spoorwegstraat) of functionele fietsroute (Boudewijnlaan), maar de fietsvoorzieningen zijn ondermaats en in het geval van de Boudewijnlaan zelfs gevaarlijk (aanliggend dubbelrichtingsfietspad). Ook de fietspaden in de Bossestraat bieden onvoldoende veiligheid en comfort. Ook voor voetgangers is de moeilijke bereikbaarheid van en naar het centrum een potentieel probleem. De Boudewijnlaan is door het beperkt aantal oversteekpunten en de middenberm maar matig tot slecht oversteekbaar, en samen met het drukke autoverkeer vormt dit een zware barrière. Dit kan een rem zetten op het aandeel verplaatsingen te voet en per fiets voor korte afstanden en met name naar het centrum. Indirect kan dit dus de parkeerdruk in het centrum verhogen. De ontlsuiting met het openbaar vervoer is door de nabijgelegen bushalte en een IC-IR station op minder dan 1 km. in principe goed. Toch wordt de dichtsbijgelegen halte KTA enkel bediend in functie van de scholen en is er geen bediening op zondag. De op één na dichtstbijzijnde halte (halte Kattestraat ), op ongeveer 300 m van het projectgebied, wordt wel bediend op zondag. Luik C (in te vullen in overleg met adviserende instanties en de gemeente) Milderende maatregelen Welke maatregelen zullen genomen worden om de effecten te milderen? De volgende maatregelen kunnen iworden genomen: vermindering barrièrewerking N15 (Boudewijnlaan): betere oversteekbaarheid via de bestaande verkeerslichten of nieuwe beveiligde voetgangersoversteekplaatsen beperking autoverkeer op de directe trage routes naar het centrum (Kattestraat, Oude Gendarmeriestraat) extra directe routes voor het langzaam verkeer naar het centrum via de Meylemansstraat en Acacialaan Verbetering fietsinfrastructuur, vooral op de Boudewijnlaan. In de Bossestraat dient, gelet op de gewenste opwaardering tot lokale weg type 2), de aparte fietsinfrastructuur behouden te blijven, maar wel te worden opgewaardeerd conform met de richtlijnen van het Vademecum Fietsvoorzieningen (aanliggende fietspaden van 1.75 m in asfalt of beton, met een schrikstrook van minimaal cm). Interne doorsteekjes voor het langzaam verkeer in het projectgebied. voorzien van voldoende fietsstallingen aan de supermarkt voorzien van goed toegankelijke (liefst bovengrondse) en beveiligde fietsboxen voor de appartementen. 7

170 Besluit Na lezing van de mobiliteitstoets wordt het volgende aanbevolen: Mobiliteitstoets volstaat X Vervolledigen mobiliteitstoets LUIK D (in te vullen door de adviesverlenende overheid ) X Motivatie Toetsing parkeerbehoefte aan parkeeraanbod X Capaciteitstoets kruispunt: N15-Bossestraat-Boudewijnlaan Capaciteitstoets wegvak: Ontsluiting projectsite: Opmaak MOBER, waarin de aandachtspunten weergegeven in de aanstiplijst dienen opgenomen te worden Opmaak Mober is nodig op basis van advies van het Departement MOW, aangezien er gecumuleerd meer dan 200 parkeerplaatsen worden voorzien. De capaciteittoets wordt als bijlage in het Mober opgenomen. Advies opgesteld door Naam verantwoordelijke: Datum: Handtekening: 8

171 Opmaak MOBER Op te nemen thema s en aandachtspunten (zie aanstiplijst voor verdere detaillering) De verkeerseffecten van het project dienen op volgende schaalniveaus bekeken te worden: (aangeven welke ontwikkelingen/projecten er per schaalniveau dienen opgenomen te worden) Macro: LUIK D (in te vullen door de adviesverlenende overheid ) Meso: Micro: Nadere toelichting: Voor het project is het belangrijk dat er afwegingen worden gemaakt tussen: Locatiealternatieven Ontsluitingsalternatieven X Planalternatieven: met en zonder supermarkt en met en zonder uitbreidingsmogelijkheden De werfsituatie zal een grote verkeersimpact hebben en dient mee opgenomen te worden. ja X neen Voor volgend(e) kruispunt(en)/ wegvak(ken) dient zeker een capaciteitstoets te gebeuren: N15-Boudewijnlaan-Bossestraat De verkeerssituatie is dermate complex dat het aangewezen is om de verkeerseffecten te toetsen aan de hand van verkeersmodel. Volgende zone dient onderzocht: Andere aandachtspunten 9

172 Bijlage I: situering projectgebied Projectgebied RUP De Bos 10

173 Kadasterplan met afbakening RUP De Bos 11

174 Bijlage II: Mogelijk ontwerp- en inrichtingsplan (indicatief, nog te verfijnen in ontwerptraject RUP) Concept voor ontwikkeling centrale zone binnen RUP De Bos 12