Binnenmodule NIBE VVM 500

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Binnenmodule NIBE VVM 500"

Transcriptie

1 IHB NL HANDLEIDING VOOR INSTALLATEUR Binnenmodule

2 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen) Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 46. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen wordt beschreven op pagina 47. Het binnenklimaat instellen BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER 2X MIJN INSTALLATIE INFO De modus voor het instellen van de binnentemperatuur opent u door in de startmodus in het hoofdmenu twee keer de OK-knop in te drukken. Warmtapwatervolume verhogen 1X BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER MIJN INSTALLATIE INFO 2X Om de hoeveelheid warm water tijdelijk te verhogen, draait u de selectieknop eerst naar menu 2 (waterdruppel) en drukt u vervolgens 2 keer op de OK-knop.

3 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 4 7 Bediening - Inleiding 46 Veiligheidsinformatie 4 Bedieningseenheid 46 Symbolen 4 Menusysteem 47 Keurmerk Serienummer Terugwinning Inspectie van de installatie Buitenmodules 2 Bezorging en verwerking Regeling - Menu's Menu 1 - BINNENKLIMAAT Menu 2 - WARMTAPWATER Menu 3 - INFO Menu 4 - MIJN SYSTEEM Menu 5 - SERVICE Transport Montage Geleverde componenten Service Servicehandelingen Verwijderen van de buitenmantel Storingen in comfort 66 3 Design binnenmodule Lijst met onderdelen Infomenu binnenmodule Problemen oplossen Aansluiting van de leidingen Accessoires 68 Algemene leidingaansluitingen Afmetingen en waterzijdige aansluitingen Alternatieve installatie Technische gegevens Afmetingen en aansluitingen Technische specificaties Elektrische aansluitingen 27 Bedradingsschema, 3x400 V 73 Algemeen Aansluitingen Index 78 Instellingen Optionele aansluitingen Contactgegevens 83 Accessoires aansluiten 39 6 Inbedrijfstelling en afstelling 40 Voorbereidingen 40 Vullen en ontluchten 40 Inbedrijfstelling en inspectie 40 De koelcurve/stooklijn instellen 43 Warmtapwatercirculatie instellen 44 Zwembad 45 SG Ready 45 Inhoudsopgave 3

4 1 Belangrijke informatie Veiligheidsinformatie In deze handleiding worden de installatie- en onderhoudsprocedures voor uitvoering door specialisten beschreven. De handleiding moet bij de klant worden achtergelaten. Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar of door personen met beperkingen van psychische, zintuigelijke of lichamelijke aard, of door personen met gebrek aan kennis en ervaring, wanneer zij onder toezicht staan en instructies hebben ontvangen om het apparaat veilig te gebruiken en zij de bijkomende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Het reinigen en onderhoud dat door de gebruiker mag worden uitgevoerd, kan niet zonder toezicht door kinderen worden uitgevoerd. Rechten om ontwerpwijzigingen door te voeren zijn voorbehouden. NIBE Systeemdruk Max. Verwarmingsmiddel (3 bar) 0,3 MPa Tapwater 1,0 MPa (10 bar) Min. 0,05 MPa (0,5 bar) 0,01 MPa (0,1 bar) Er kan water druppelen uit de overstortleiding van het overstortventiel en dus moet deze leiding over zijn volledige lengte schuin aflopen om waterzakken te voorkomen. Bovendien moet de leiding vorstvrij zijn aangelegd. De overstortleiding moet zichtbaar zijn en de opening moet open zijn. VVM 500 moet worden geïnstalleerd met een afschakelmogelijkheid op de voedingskabel. De minimale kabeldikte moet worden afgestemd op de gebruikte zekeringcapaciteit. Alles moet volgens de geldende normen en richtlijnen worden aangesloten. Symbolen Voorzichtig! Dit symbool duidt aan dat een persoon of de machine gevaar loopt. LET OP! Dit symbool duidt belangrijke informatie aan over zaken waar u rekening mee moet houden tijdens installeren of onderhouden van de installatie. TIP Dit symbool duidt tips aan om het gebruik van het product te vergemakkelijken. Keurmerk CE IP21! Het CE-keurmerk is verplicht voor de meeste producten die in de EU worden verkocht, ongeacht het land waar ze zijn gemaakt. Classificatie van behuizing van elektrotechnische apparatuur. Gevaar voor personen of de machine. Lees de gebruikershandleiding. 4 Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie

5 Serienummer U vindt het serienummer in het midden van het bovenpaneel, rechtsonder op het voorpaneel en in menu 3.1. Serienummer Terugwinning Laat het afvoeren van de verpakking over aan de installateur van het product of aan speciale afvalstations. Doe gebruikte producten niet bij het normale huishoudelijke afval. Breng het naar een speciaal afvalstation of naar een dealer die dit type service aanbiedt. Het onjuist afvoeren van het product door de gebruiker leidt tot boetes volgens de actuele wetgeving. LET OP! Voor onderhoud en ondersteuning hebt u het serienummer van het product (14 cijfers) nodig. Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie 5

6 Inspectie van de installatie Volgens de geldende voorschriften moet de verwarmingsinstallatie aan een inspectie worden onderworpen voordat deze in gebruik wordt genomen. De inspectie moet door een daartoe bevoegd persoon worden uitgevoerd. Vul de pagina met informatie over installatiegegevens in de Gebruikershandleiding in. Beschrijving Opmerkingen Handtekening Datum Afgifte systeem (pagina 21) Systeem doorgespoeld Systeem ontlucht Expansievat Vuilfilter Overstortventiel Afsluiters Boilerdruk Aangesloten volgens schematische weergave Warmtapwater (pagina 21) Afsluiters Mengklep Overstortventiel Elektriciteit (pagina 27) Diversen Aangesloten communicatie Circuitzekeringen Zekeringen, binnendeel Zekeringen woning Buitenvoeler Ruimtevoeler Stroomsensoren Werkschakelaar Aardlekschakelaar Instelling van noodstand thermostaat Aangesloten op 6 Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie

7 Buitenmodules COMPATIBELE LUCHT/WATER-WARMTEPOMPEN NIBE SPLIT HBS 05 AMS 10-6 Art.nr HBS 05-6 Onderdeelnr AMS 10-8 Art.nr AMS Art.nr AMS Art.nr HBS Onderdeelnr HBS Onderdeelnr HBS Art.nr F2040 F Art.nr F Art.nr F Art.nr F Onderdeelnr F2120 F x230V Onderdeelnr F x230V Onderdeelnr F x400V Onderdeelnr F x400V Onderdeelnr F x400V Onderdeelnr F x400V Onderdeelnr Controleer de softwareversie van compatibele oudere NIBE lucht/water-warmtepompen, zie pagina 18. Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie 7

8 0 R 0 R 2 Bezorging en verwerking Transport De VVM 500 dient verticaal en droog te worden vervoerd en opgeslagen. Tijdens het naar binnen dragen kan de VVM 500 echter voorzichtig op de achterkant worden neergelegd. INSTALLATIEGEBIED Houd een vrije ruimte van 800 mm vrij aan de voorzijde van het product. Alle werkzaamheden aan de VVM 500 kunnen vanaf de voorkant worden uitgevoerd. Montage Plaats de VVM 500 op een stevige ondergrond die het gewicht kan dragen,. Gebruik de verstelbare poten van het product voor een horizontale en stabiele installatie mm Aangezien er water via het overstortventiel* voor warmtapwater kan ontsnappen, bij aansluiting op de VVM 500, moet de ruimte waar de VVM 500 is aangebracht, zijn voorzien van een afvoer. Voorzichtig! Laat mm ruimte vrij tussen de binnenmodule en de muur erachter voor het leggen van kabels en leidingen. *Niet meegeleverd. 8 Hoofdstuk 2 Bezorging en verwerking

9 LEK LEK LEK Geleverde componenten Buitenvoeler Ruimtevoeler O-ringen Stroomsensoren LOCATIE De set geleverde artikelen wordt boven op het product geplaatst. Hoofdstuk 2 Bezorging en verwerking 9

10 Verwijderen van de buitenmantel Paneel aan voorzijde 2 1 LEK LEK 1. Verwijder de schroeven van de onderrand van het paneel aan de voorzijde. 2. Verwijder het paneel door dit aan de onderrand op te tillen. Zijpanelen De zijpanelen kunnen worden verwijderd om de installatie te vergemakkelijken. LET OP! 50 mm ruimte is vereist om de zijpanelen te verwijderen. 1. Verwijder de schroeven van de boven- en onderrand. 2. Draai het zijpaneel iets naar buiten. 3. Beweeg het luik naar achteren en iets naar de zijkant. 4. Trek het zijpaneel naar één zijde. 5. Trek het luik naar voren. 10 Hoofdstuk 2 Bezorging en verwerking

11 LEK LEK LEK Hoofdstuk 2 Bezorging en verwerking 11

12 3 Design binnenmodule XL8 XL9 QM20 XL1 XL3 XL2 BT2 GP12 XL39 AA4 W130 SF1 QN10 BT63 VVM 500 AA4-XF3 AA4-XF4 XL18 EB1 BT3 UB1 UB2 AA3 QN11 GP1 FQ10 BT6 AA1 AA2 XL19 FC1 XL13 BT54 AA7 QN35 XL14 APH PZ1 PZ3 QM1 XL4 BT7 XL8 XL9 XL30 PZ1 PZ3 XL2 XL3 XL14 XL39 QM20 XL1 XL18 XL19 XL13 12 Hoofdstuk 3 Design binnenmodule

13 Lijst met onderdelen AANSLUITING VAN DE LEIDINGEN XL1 Aansluiting, aanvoerleiding verwarmingssysteem G25 int. XL2 Aansluiting, retourleiding verwarmingssysteem G25 int. XL3 Aansluiting, koud water G25 int. XL4 Aansluiting, warm water G25 ext. XL8 Aansluiting, uitlaat warmtepomp G25 int. XL9 Aansluiting, inlaat warmtepomp G25 int. XL13 Aansluiting, aanvoerleiding zonnewarmtesysteem Ø22 mm XL14 Aansluiting, retourleiding zonnewarmtesysteem Ø22 mm XL18 Aansluiting, inlaat hoge temp. G25 int. XL19 Aansluiting, uitlaat hoge temp. G25 int. XL30 Aansluiting, expansievat G20 int. XL39 Aansluiting, koppeling zwembad Ø28 mm PZ3 Serienummerplaatje UB1 Kabeldoorvoer UB2 Kabeldoorvoer * Niet zichtbaar op afbeelding VVAC-ONDERDELEN GP1 GP12 QM1 QM20 QN10 QN11 QN35 Circulatiepomp Laadpomp Afvoerklep, afgiftesysteem Ontluchten, afgiftesysteem Wisselklep, afgiftesysteem/ketel, aanvoerleiding Regelafsluiter Wisselklep, warm water/verwarming VOELERS, ETC. BT2 BT3 BT6 BT7 BT54 BT63 Temperatuurvoelers, toevoer verwarmingssysteem Temperatuursensor, afgiftesysteem retour* Temperatuursensor, warmtapwater, regeling* Temperatuursensor, warmtapwater, display* Temperatuursensor, zonnespiraal* Temperatuursensor, afgiftesysteem aanvoer na elektrisch verwarmingselement ELEKTRISCHE ONDERDELEN AA1 AA2 AA3 AA4 AA7 EB1 FC1 FQ10 SF1 W130 DIVERSEN PZ1 Kaart elektrische bijverwarming Basiskaart Ingangsprintplaat Bedieningseenheid AA4-XF3 USB-aansluiting AA4-XF4 Service-aansluiting Extra relaisprintplaat Elektrische bijverwarming Automatische zekering Temperatuurbegrenzer Schakelaar Netwerkkabel voor NIBE Uplink TM Typeplaatje Aanduidingen in locaties onderdelen volgens standaard IEC Hoofdstuk 3 Design binnenmodule 13

14 4 Aansluiting van de leidingen Algemene leidingaansluitingen Leidingen moeten volgens de geldende normen en richtlijnen worden aangesloten. VVM 500 vormt samen met een compatibele lucht/water-warmtepomp (zie pagina 18) een complete installatie voor verwarming en warmtapwater. Voor dit systeem is een radiatorcircuit vereist dat is ontworpen voor een verwarmingssysteem met lage temperatuur. Bij de laagste gedimensioneerde buitentemperatuur zijn de hoogst aanbevolen temperaturen 55 C voor de aanvoerleiding en 45 C voor de retourleiding, maar VVM 500 kan temperaturen aan tot 65 C. Voorzichtig! Het product moet worden voorzien van een overstortventiel op de boilerkant en de warmwaterspiraal. Voorzichtig! Alle hoge punten in het afgiftesysteem moeten worden voorzien van ontluchtingskleppen. Voorzichtig! Voordat de binnenmodule wordt aangesloten, moeten de leidingsystemen worden doorgespoeld om te voorkomen dat componenten beschadigd of verstopt raken door verontreinigingen. Voorzichtig! De schakelaar (SF1) mag niet in stand "" of " " worden gezet voordat de VVM 500 is gevuld met water. Anders kunnen de temperatuurbegrenzer, de thermostaat, het elektrisch verwarmingselement enz. beschadigd raken. Overloopwater uit het overstortventiel gaat via een overstortkom naar een afvoer, zodat er geen kans op letsel bestaat door opspattend heet water. De overloopleiding moet over de hele lengte aflopen om waterzakken te voorkomen. Bovendien moet de leiding vorstvrij zijn aangelegd. De uitstroomopening van de afvoerleiding moet zichtbaar zijn en mag niet te dicht bij elektrische componenten worden aangebracht. NIBE raadt aan de VVM 500 zo dicht mogelijk bij de warmtepomp te installeren voor optimaal comfort. Zie voor meer informatie over de locatie van de verschillende onderdelen het hoofdstuk "Installatiealternatieven" in deze handleiding. LET OP! Zorg ervoor dat ingaand water schoon is. Bij gebruik van een eigen bron moet misschien een extra waterfilter worden toegevoegd. 14 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

15 VOLUMES KETEL EN RADIATOR Het interne volume in de VVM 500 voor het berekenen van het expansievat is 500 l. Het expansievatvolume moet minimaal 5% zijn van het totale volume. Voorbeeldtabel Totale volume (l) (binnenmodule en afgiftesysteem) Volume (l), expansievat Voorzichtig! H Er wordt geen expansievat bij het product geleverd. Breng zelf een expansievat op het product aan. SYSTEEMGRAFIEK De VVM 500 bestaat uit een warmtapwaterspiraal, elektrisch verwarmingselement, circulatiepompen, buffervat en regelsysteem en is voorbereid voor gebruik met zonnecollectoren. De VVM 500 wordt aangesloten op het afgiftesysteem. VVM 500 is rechtstreeks afgestemd op aansluiting op en communicatie met een compatibele NIBE-lucht/water-warmtepomp, zie pagina 18. Samen vormen zij een complete verwarmingsinstallatie. Als het buiten koud is, werkt de lucht/water-warmtepomp samen met de VVM 500 en bij een buitentemperatuur lager dan de stoptemperatuur van de warmtepomp neemt de VVM 500 alle verwarming voor zijn rekening. -XL8 -EB15 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -XL9 -FL1 -RM1 -QM40 De voordruk van het expansievat moet worden bepaald op basis van de maximale hoogte (H) tussen het vat en de hoogst geplaatste radiator (zie afbeelding). Een voordruk van 0,5 bar (5 mwk) betekent een maximaal toegestaan hoogteverschil van 5 m. Als de standaard begindruk in het drukvat niet hoog genoeg is, kan deze worden verhoogd door bij te vullen via de klep in het expansievat. De standaard begindruk van het expansievat moet worden ingevuld in de checklijst op pagina 6. Veranderingen in de begindruk hebben gevolgen voor de mate waarin het expansievat de uitzetting van het water kan opvangen. -EB101 -QM40 -XL1 -QZ2 -FL10 -XL2 -QM1 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 15

16 SYMBOOLVERKLARING Symbool Betekenis Ontluchtingsklep Afsluiter Aftapkraan Terugslagklep Filterbal Inregelklep Shunt-/regelafsluiter Overstortventiel Filterbal T Thermometer Temperatuurvoeler Expansievat P Drukmeter Circulatiepomp Vuilfilter Vuilfilter Ventilator Compressor Warmtewisselaar Radiatorsysteem Huishoud-warmtapwater Vloerverwarmingssystemen 16 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

17 Afmetingen en waterzijdige aansluitingen Aansluiting van de leidingen XL1 Aansluiting, aanvoerleiding verwarmingssysteem XL2 Aansluiting, retourleiding verwarmingssysteem XL3 Aansluiting, koud water XL4 Aansluiting, warm water XL8 Aansluiting, inlaat verwarmingssysteem XL9 Aansluiting, uitlaat verwarmingssysteem XL30 Aansluiting, expansievat G25 int. G25 int. G25 int. G25 ext. G25 int. G25 int. G25 int XL4 XL30 XL2 XL8 XL9 XL1 XL3 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 17

18 Alternatieve installatie COMPATIBELE NIBE-LUCHT/WATER-WARMTEPOMPEN Een compatibele NIBE lucht/water-warmtepomp moet zijn uitgerust met een besturingskaart met display met minimaal de softwareversie zoals aangegeven in de volgende lijst. De versie van de regelkaart wordt tijdens het opstarten weergegeven op het display van de warmtepomp. Extra warmtapwaterketels Bij installatie van een grote badkuip of een andere grote warmtapwaterverbruiker kan de binnenmodule worden uitgebreid met een extra boiler. In dat geval wordt een mengklep geïnstalleerd op de warmtapwateruitgang van de boiler. Ketel met elektrisch verwarmingselement Indien het mogelijk is een boiler met een elektrisch verwarmingselement te gebruiken, sluit dit dan op de hieronder getoonde wijze aan. Product F2020 F2025 F2026 F2030 F2040 F2120 F2300 NIBE SPLIT HBS 05: AMS HBS 05-6 AMS HBS AMS HBS AMS HBS Softwareversie alle versies alle versies alle versies 55 alle versies WW van de VVM 500 Zie voor meer informatie over opties nibenl.nl en de respectievelijke montage-instructies voor de gebruikte accessoires. Zie pagina 68 voor de lijst met accessoires die kunnen worden gebruikt met de VVM Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

19 UITLEG AZ10 Warmtepomp afvoerluchtf135 HQ1 Vuilfilter QM42 Afsluiter QM43 Afsluiter QM44 Afsluiter RM1 Terugslagklep CL11 Zwembadset AA25 Schakelkast eenheid BT51 Temperatuursensor, zwembad EP5 Wisselaar, zwembad GP9 Zwembad, pomp HQ4 Vuilfilter QN19 Driewegklep, zwembad EB15 VVM 500 CM1 Expansievat gesloten, verwarmingssysteem FL2 Veiligheidsventiel, afgiftesysteem XL1 Aansluiting, afgiftesysteem, aanvoer 1 XL2 Aansluiting, afgiftesysteem, retour 1 XL3 Aansluiting, koud water XL4 Aansluiting, warmtapwater XL8 Aansluiting, koppeling, van warmtepomp XL9 Aansluiting, koppeling, aan warmtepomp XL13 Aansluiting, zonnewarmtesysteem, aanvoer XL14 Aansluiting, zonnewarmtesysteem, retour XL39 Aansluiting, accessoire, uit QM43 Afsluiter QM44 Afsluiter QM45 Afsluiter RM3 Terugslagklep RM4 Terugslagklep EQ1 Actieve koelmodule ACS 310 AA25 Schakelkast eenheid met accessoirekaart BT64 Temperatuursensor, koeling, aanvoerleiding CP10 Ketel met enkelvoudige mantel, koeling GP12 Laadpomp GP13 Circulatiepomp, koelen QN12 Driewegklep koeling/verwarming Warmtapwatercircuit FL1 Veiligheidsklep, warmtapwater GP11 Circulatiepomp, warmtapwater QM40 Afsluiter RM1 Terugslagklep Diversen HQ1 Vuilfilter EB101 FL10 QM1 QM40 QZ2 EM1 AA25 BT52 GP15 RM1 EP21 AA25 BT2 BT3 GP20 QN25 EP30 AA25 BT53 EP8 GP30 CM5 FL4 GP4 Warmtepomp Overstortventiel Aftapkraan Afsluiter Filterbal Externe warmtebron (Ketel op olie, gas, pellets of hout. Met shunt) Schakelkast eenheid met accessoirekaart Temperatuursensor, boiler Laadpomp, externe warmtebron Terugslagklep Afgiftesysteem 2 Schakelkast eenheid met accessoirekaart Temperatuursensor, afgiftesysteem, aanvoer Temperatuursensor, afgiftesysteem, retour Circulatiepomp, verwarmingsysteem, lagere shunt Regelafsluiter Zonneset Schakelkast eenheid met accessoirekaart Temperatuursensor, zonnecollector Zonnecollector Pompstation SPS 10, SPS 20 Expansievat Veiligheidsklep, zon Pomp, op zonne-energie Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 19

20 LEIDINGSCHEMA -CL11 -EP5 -AA25 -GP9 -BT51 -HQ4 -FL1 -RM1 -QM40 -GP9 -EP21 -AA25 -BT2 -GP20 -CL11-QN19 -EB15 -FL2 -EB15 -CM1 -QN25 -BT3 -EB101 -QM40 -XL1 -QZ2 -XL2 -QM1 -FL10 -EB15 -EM1 -AA25 -RM1-GP15 -EM1 -BT52 -EP30 -AA25 -EP30-BT53 -GP30 -RM4 -EP30-EP8 T -RM3 -GP4 -QM45 -GP30 -CM5 T P -FL4 -QM44 -QM43 20 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

21 AANSLUITING OP WARMTEPOMP U vindt een lijst met compatibele lucht/water-warmtepompen op pagina 18. De VVM 500 is niet voorzien van afsluiters. Deze dienen buiten de binnenmodule te worden geïnstalleerd voor eventueel toekomstige service. -XL8 -EB15 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -XL9 KOUD EN WARM WATER AANSLUITEN Bij het wijzigen van de fabrieksinstelling moet de mengafsluiter worden geïnstalleerd om ervoor te zorgen dat de temperatuur tot boven 60 C kan stijgen. De nationale regelgeving moet worden nageleefd. De instelling wordt verricht in menu (zie pagina 54). -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -XL4 -XL3 -FL1 -RM1 -QM40 -EB15 -EB101 -QM40 -XL1 -QZ2 -XL2 -QM1 -FL10 AANSLUITING TIJDENS GEBRUIK ZONDER WARMTEPOMP Sluit de inlaatleiding van de warmtepomp (XL8) aan op de leiding naar de warmtepomp XL9. -XL8 -EB15 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -XL9 AANSLUITEN VAN HET AFGIFTESYSTEEM Bij aansluiting op een systeem met thermostaten op alle radiatoren/elementen moet er een overstortklep worden gemonteerd, of moet een thermostaat worden verwijderd om voldoende doorstroming te waarborgen. -EB15 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 XL1 XL2 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 21

22 TWEE OF MEER AFGIFTESYSTEMEN Indien er meer dan één afgiftesysteem moet worden verwarmd, kan de volgende aansluiting worden gebruikt. De ECS 40/ECS 41.-accessoire is voor deze aansluiting benodigd. -EB15 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -EP21 -AA25 -XL1 -XL2 -BT2 -GP20 -QN25 -BT3 AANSLUITING VAN SHUNTGEREGELDE BIJVERWARMING Om een externe energiebron louter aan te sluiten op het verwarmingssysteem, geschikt wanneer de energiebron een groot volume heeft, zoals een houtketel met een buffervat. Deze aansluiting gebruikt het accessoire AXC 40. Met een dergelijke koppeling kan de functie "geprioriteerde bijverwarming" worden gebruikt. -EM1 -FL2 -CM3 -EM1 -BT52 -QN11 -EB15 -BT25 -XL4 -KA1 -AA25 -XL3 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 AANSLUITING VAN EXTERNE WARMTEBRON Om een externe energiebron rechtstreeks aan te sluiten op het interne volume in de VVM 500, geschikt wanneer de energiebron een klein volume heeft, zoals een ketel zonder een buffervat of een elektrische verwarming. Deze aansluiting gebruikt de energiebron voor zowel verwarmen als warmtapwater. Voor aansluiting is het accessoire DEH 500 vereist, zie "Accessoires" op pagina 68. Met een dergelijke koppeling kan de functie "geprioriteerde bijverwarming" worden gebruikt. -EB15 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -XL18 -XL19 -EM1 -AA25 -RM1 -GP15 -BT52 -EM1 -EB15 -XL2 WARMTAPWATERCIRCULATIE AANSLUITEN Om het gevaar voor bacteriegroei te beperken in systemen met warmtapwatercirculatie mag de temperatuur van het circulerende water niet lager worden dan 50 C. Er mogen ook geen niet-circulerende de warmtapwaterleidingen zijn. Stel het warmtapwatersysteem zo af dat de temperatuur niet lager kan worden dan 50 C aan de uiteinden van het systeem. -XL4 -XL3 -FL1 -XL1 -RM1 -QM40 -GP11 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -EB15 22 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

23 AANSLUITING VAN GEÏNTEGREERDE KOELING IN SYSTEEM MET 4 LEIDINGEN Aansluiting van geïntegreerde koeling in systeem met 4 leidingen via AUX in VVM EB15-FL2 AANSLUITING ACS 310 Voor aansluiting van actieve koeling, ACS 310, zie "Accessoires" op pagina 68. -EQ1 -AA25 -GP13 -EB1 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -XL8 -EB15 -CM1 -CP10 -GP12 -EQ1 -CP10 -GP13 -GP12 -EB15 -XL9 -BT64 -QN12 -EB15 -BT64 -QM42 -QM41 -QN12 -QM40 -EB101 -XL1 -QZ2 -FL10 -QM40 -XL2 -EB101 -XL1 -QM1 -QZ2 -FL10 -XL2 -QM1 AANSLUITEN OP ZONNE-INSTALLATIE Voor aansluiting op een zonne-installatie is het accessoire SCA 30 vereist, zie "Accessoires" op pagina 68. -EB15 -FL2 -EB15 -CM1 -EP30 -EB15 -BT53 -EP8 -EB101 -QM40 -XL1 -QZ2 -XL2 -QM1 -FL10 -XL13 -XL14 -AA25 -GP30 -RM4 T -RM3 -GP4 -QM45 -CM5 T P -FL4 -QM44 -QM43 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 23

24 ZWEMBAD AANSLUITEN Het opwarmen van het zwembad wordt geregeld door de zwembadsensor. Bij een lage zwembadtemperatuur verandert de wisselklep van richting en opent richting de warmtewisselaar van het zwembad. Het accessoire POOL500 is voor deze aansluiting nodig. -CL11 -EP5 -GP9 -BT51 -HQ4 POOL -AA25 -CL11-QN19 -EB15 -FL2 -EB15 -CM1 -XL39 -EB15 -EB101 -QM40 -XL1 -QZ2 -XL2 -QM1 -FL10 DE F135 AANSLUITEN De vraag aan de F135 wordt geregeld via de binnenmodule in het systeem. De pomp- en ventilatorsnelheid worden ook geregeld via het menu in de binnenmodule. -AZ10 -AZ10 -HQ1 -QM42 -GP10 -QM43 -EB15 -FL2 -EB15 -CM1 -RM1 -EB15 -EB101 -QM40 -XL1 -QZ2 -XL2 -QM1 -FL10 24 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

25 AANSLUITING VAN F135, ACS 310 EN ZWEMBAD F135 aangesloten in lucht/water-systeem met koeling in een systeem met 4 leidingen. In zulke gevallen moet de koeling in een systeem met 4 leidingen worden aangesloten tussen de lucht/water-warmtepomp en F135. Als er ook een zwembad aanwezig is, moet de F135 worden aangesloten tussen de koeling in een systeem met 4 leidingen en het zwembad. De vraag aan de F135 wordt geregeld via de binnenmodule in het systeem. De pompen ventilatorsnelheid worden ook geregeld via het menu in de binnenmodule. -AZ10 -AZ10 -CL11 -HQ1 -QM42 -GP10 -QM43 -AA25 -EP5 -GP9 -BT51 -HQ4 POOL -EQ1 -AA25 -GP13 -QM44 -CL11 -QN19 -EB15 -FL2 -EB15 -CM1 -CP10 -GP12 -RM1 -BT64 -QN12 -EB15 -EB101 -QM40 -XL1 -QZ2 -XL2 -QM1 -FL10 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 25

26 AANSLUITEN VAN OPT 10 EN GASKETEL GBM GBM wordt aangesloten op de aanvoerleiding tussen de binnenmodule en de lucht/water-warmtepomp. Voor aansluiting van GBM 10-15, is het accessoire OPT 10 vereist, zie Accessoires op pagina 68. De binnenmodule regelt de voor de gasketel vereiste aanvoertemperatuur via OPT 10. Hierna regelt de gasketel het eigen vermogen om de vereiste temperatuur te bereiken. U kiest in menu of u "smart energy source " wilt gebruiken. Hier kunt u kiezen of het systeem de energiebron moet gebruiken die op dat moment het goedkoopst is. Hier kunt u ook kiezen of het systeem de energiebron moet gebruiken die op dat moment het meest CO 2 -neutraal is. -EM1 -EM1 -QM42 -EM1 -AA25 -EM1 -QM43 -EM1 -RM1 -EB15 -FL2 -EB15 -CM1 -FL1 -RM1 -QM40 -EB15 -EB101 -QM40 -XL1 -QZ2 -XL2 -QM1 -FL10 26 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

27 VVM 500 APH AB B VVM Elektrische aansluitingen Algemeen Alle elektrische apparatuur, met uitzondering van de buitensensoren, ruimtevoelers en de stroomsensoren, is af fabriek aangesloten. Vóór een isolatietest van het pand moet de binnenmodule worden losgekoppeld. Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschakelaar, moet de VVM 500 worden voorzien van een afzonderlijke aardlekschakelaar. Zie voor het bedradingsschema van de binnenmodule pagina 73. Communicatie- en sensorkabels naar externe aansluitingen moeten niet dichtbij hoogspanningskabels worden gelegd. De minimale doorsnede van de communicatie- en sensorkabels naar externe aansluitingen dient 0,5 mm² tot 50 te bedragen, bijvoorbeeld EKKX of LiYY of gelijkwaardig. Gebruik voor het trekken van kabels in de VVM 500 de kabeldoorvoeren UB1 en UB2 (zie tekening). Trek de kabels voor gebruik in de UB1 en UB2 van achter naar voren door de binnenmodule. FQ10 FQ10-S2 Voorzichtig! Als de voedingskabel beschadigd is, mag deze uitsluitend worden vervangen door NIBE, zijn servicevertegenwoordiger of een soortgelijke erkende persoon om gevaar en schade te voorkomen. Voorzichtig! De elektrische installatie en het onderhoud moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een erkend elektrotechnisch installateur. Schakel, voordat u met het onderhoud aanvangt, de stroom uit met de aardlekschakelaar. De elektrische installatie en de bedrading moeten conform de geldende voorschriften worden uitgevoerd. UB1 UB2 UB1 UB2 FC1 SF1 APH Voorzichtig! De schakelaar (SF1) mag pas worden ingesteld op "" of " " als de boiler met water is gevuld en het radiatorsysteem is ontlucht. Anders kunnen de temperatuurbegrenzer, de thermostaat en het elektrisch verwarmingselement beschadigd raken. AUTOMATISCHE ZEKERING De binnenmodule en een groot deel van haar interne componenten zijn intern gezekerd door een automatische zekering (FC1). Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 27

28 VVM 500 VVM 500 TEMPERATUURBEGRENZER De temperatuurbegrenzer (FQ10) onderbreekt de stroomtoevoer naar de elektrische bijverwarming indien de temperatuur stijgt tot ergens tussen de 90 en 100 C en wordt handmatig gereset. Resetten De temperatuurbegrenzer (FQ10) is toegankelijk achter het voorpaneel. Reset de temperatuurbegrenzer door de knop (FQ10-S2) in te drukken met een kleine schroevendraaier. Druk de knop lichtjes in, max. 15 N (circa 1,5 kg). De afdekking, ingangsprintplaat verwijderen 1 FQ10 2 APH FQ10-S2 LEK 1. Duw de pal omlaag. 2. Neem de afdekking los en verwijder deze. De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwarming verwijderen A TOEGANKELIJKHEID, ELEKTRISCHE AANSLUITING 1 B De plastic afschermkap van de elektrische kasten kan met een schroevendraaier worden geopend. Voorzichtig! De afdekking voor de ingangskaart kan zonder een hulpmiddel worden geopend. APH 2 1. Duw de pal met de schroevendraaier (A) voorzichtig omlaag (B). 2. Neem de afdekking los en verwijder deze. 28 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

29 VVM 500 De afdekking, basisplaat verwijderen LET OP! Indien u de afdekking van de basisplaat wilt verwijderen, moet u eerst de ingangsprintplaat verwijderen. 1 A B 2 APH 1. Duw de pal met de schroevendraaier (A) voorzichtig omlaag (B). 2. Neem de afdekking los en verwijder deze. KABELSLOT Gebruik een geschikt hulpmiddel om de kabels in de klemmenstroken van de binnenmodule los te maken/te vergrendelen LEK LEK 3 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 29

30 VVM 500 APH Aansluitingen Voorzichtig! Om interferentie te voorkomen, mogen nietafgeschermde communicatie- en/of sensorkabels naar externe aansluitingen niet dichter dan 20 cm bij een kabel met hoge spanning worden gelegd. SPANNINGAANSLUITING VVM 500 moet worden geïnstalleerd met een afschakelmogelijkheid op de voedingskabel. De minimale kabeldikte moet worden afgestemd op de gebruikte zekeringcapaciteit. De bijgeleverde kabel (met een lengte van ca. 2 m) voor inkomende elektriciteit wordt aangesloten op klemmenstrook X1 op de kaart van het elektrische verwarmingselement (AA1). Alles moet volgens de geldende normen en richtlijnen worden aangesloten. De aansluitkabel bevindt zich op de achterkant van de VVM 500. (Zie tekening hieronder.) TEMPERATUURSENSOR, VERBINDING EXTERNE DOORSTROMING Als temperatuursensor, verbinding externe stroom (BT25) moet worden gebruikt, moet deze op de klemmenstroken X6:5 en X6:6 op de ingangskaart (AA3) worden aangesloten. Gebruik een 2-aderige kabel van min. 0,5 mm² dik. BT25 VVM F AA3-X6 AANSLUITEN VAN EXTERNE BEDRIJFSSPANNING VOOR HET REGELSYSTEEM Voorzichtig! Geldt alleen voor netaansluiting van 3x400V. Voorzichtig! Merk alle elektrische schakelkasten met waarschuwingsstickers voor externe spanning Aansluiting 1690 Als u externe bedrijfsspanning voor het regelsysteem voor de VVM 500 wilt aansluiten op de printplaat van de bijverwarming (AA1) moet de randconnector bij AA1:X2 worden verplaatst naar AA1:X9 (zie illustratie). Bedrijfsspanning (1x230V ~ 50Hz) is aangesloten op AA1:X11 (zie illustratie). AA1-X1 N 0 PE L1 1 L2 L3 ON AA1-X1 PE1 AA1-X8 AA1-X2 TARIEFREGELING N 0 PE L1 1 L2 L3 Als de spanning naar het elektrische verwarmingselement gedurende een bepaalde periode verdwijnt, moet ook worden geblokkeerd via de AU-ingang, zie "Aansluitopties - mogelijke keuze AU-ingangen". AA1-X9 AA1-X11 AA1 L PE N 1x230V+N+PE 1x230V+N+PE bedrijfsspanning 30 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

31 VVM 500 APH VVM 500 APH BUITENVOELER De buitentemperatuursensor (BT1) moet op een beschaduwde plaats aan de noord- of noordwestzijde worden geplaatst, zodat de werking ervan niet kan worden verstoord door bijvoorbeeld de ochtendzon. Sluit de sensor aan op de klemmenstroken X6:1 en X6:2 op de ingangskaart (AA3). Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm². Indien er een mantelbuis wordt gebruikt, moet deze worden afgesloten om condens in de behuizing van de sensor te voorkomen. AA3-X6 BT1 Extern VVM AA3-X6 RUIMTEVOELER VVM 500 wordt geleverd met een ruimtesensor (BT50). De ruimtesensor heeft een aantal functies: 1. Weergave van de huidige kamertemperatuur op het display van de VVM Optie om de gewenste kamertemperatuur in C te veranderen. 3. De optie om de kamertemperatuur te finetunen. Installeer de sensor in een neutrale positie waar de insteltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is op een vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven de grond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het meten van de juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd, wat het geval is als de sensor in een nis, tussen planken, achter een gordijn, boven of nabij een warmtebron, in een tochtstroom van een buitendeur of in direct zonlicht wordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorthermostaten kunnen problemen veroorzaken. De binnenmodule werkt zonder sensor, maar als de gebruiker de binnentemperatuur van de woning op het display van de VVM 500 wil aflezen, moet de sensor worden geïnstalleerd. Sluit de ruimtesensor aan op de X6:3 en X6:4 op de ingangskaart (AA3). Indien de sensor een controlerende functie moet hebben, wordt deze geactiveerd in menu Als de ruimtesensor wordt gebruikt in een kamer met vloerverwarming, dient deze uitsluitend een weergavefunctie te hebben en geen controlerende functie van de kamertemperatuur. RG Extern 05 VVM F AA3-X6 BT50 AA3-X6 LET OP! Wijzigingen van temperatuur in de woning nemen tijd in beslag. Korte perioden in combinatie met vloerverwarming leveren bijvoorbeeld geen merkbaar verschil op in de kamertemperatuur. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 31

32 VVM 500 APH COMMUNICATIE Als de VVM 500 met de warmtepomp moet worden verbonden, wordt deze aangesloten op de klemmenstroken X4:13, X4:14 en X4:15 op de ingangskaart (AA3). AA3-X4 F2030/F2040/F2300 A+ B- GND VVM AA3-X410 F2026 VVM AA3-X4 F2020/F2025 F20XX A+ B- GND VVM AA3-X4 VVM Inomhusmodul 500 AA3-X4 A 15 B 14 GND F2120 X X22 GND B A HBS F VVM Innemodul 500 AA23-X4 AA23 6 GND B- A+ GND B- A+ AA3-X4 13 GND 14 B- 15 A+ 32 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

33 VVM 500 APH Instellingen 3x400 V (maximaal elektrisch vermogen, aangesloten 7 kw) BT30 Elektrische bijverwarming (kw) Max. L1 (A) Max. L2 (A) Max. L3 (A) AA1-X3 AA1-SF1 AA1-X7 ELEKTRISCHE BIJVERWARMING - MAXIMAAL VERMOGEN Het elektrische verwarmingselement kan worden ingesteld op max. 9 kw. De instelling bij levering is 9 kw. Het vermogen van het elektrische verwarmingselement is onderverdeeld in 7 stappen, zie de tabel. U sluit opnieuw aan op 7 kw door de witte kabel van klemmenstrook X3:13 over te zetten naar klemmenstrook X7:23 op de printplaat van het elektrische verwarmingselement (AA1). (De verzegeling op de klemmenstrook moet worden verbroken.) Het maximale vermogen van de elektrische bijverwarming wordt ingesteld in menu Vermogensstappen van het elektrische verwarmingselement 3x400 V (maximaal elektrisch vermogen, bij levering aangesloten 9 kw) ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 8,7 8,7 8,7 0,0 0,0 8,7 8,7 8,7 0,0 8,7 8,7 0,0 4,3 0,0 4,3 8,7 13 8,7 13 De tabellen tonen de max. fasestroom voor de betreffende elektrische stap voor de binnenmodule. Indien de stroomsensoren zijn aangesloten, regelt de binnenmodule de fasestromen. Voorzichtig! Indien de stroomsensoren niet zijn aangesloten, maakt de binnenmodule een berekening van de hoogte van de stromen als de relevante vermogensstappen worden toegevoegd. Als de stromen hoger zijn dan de ingestelde zekeringgrootte, mag de vermogensstap niet inschakelen. Zie hoofdstuk Laadmonitor op pagina 35. Elektrische bijverwarming (kw) Max. L1 (A) Max. L2 (A) Max. L3 (A) 0 0,0 0,0 0,0 2 0,0 8,7 0,0 3 0,0 7,5 7,5 4 0,0 8,7 8,7 5 8,7 7,5 7,5 6 8,7 8,7 8,7 7 8,7 7,5 15,7 9 8,7 15,7 15,7 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 33

34 NOODSTAND Indien de binnenmodule op de noodstand (SF1 ingesteld op ) is ingesteld, worden uitsluitend de meest benodigde functies geactiveerd. De warmtapwatercapaciteit wordt beperkt. De laadmonitor is niet aangesloten. VERGRENDELING VERMOGEN De VVM 500 voldoet aan de geldende bouwvoorschriften (BBR). Dit betekent dat de maximale vermogensafgifte (maximaal geïnstalleerd elektrisch vermogen voor verwarming) in menu kan worden vergrendeld. Om de maximale vermogensafgifte dan te wijzigen, moeten delen van het product worden vervangen. Vaste temperatuur in de aanvoerleiding, zie hoofdstuk Noodstand thermostaat op pagina 34. Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand Het vermogen van het elektrische bijverwarmingselement in de noodstand wordt ingesteld met de dip-switch (SF1) op de printplaat van het elektrische verwarmingselement (AA1) volgens de onderstaande tabel. De fabrieksinstelling is 6 kw. kw uit uit aan aan uit uit uit uit uit aan aan aan uit uit uit aan aan aan aan aan uit uit uit aan ON In de afbeelding wordt de dip-switch (AA1-SF1) in de fabrieksinstelling getoond, d.w.z. 6 kw. Noodstand thermostaat De aanvoertemperatuur in de noodstand wordt ingesteld met een thermostaat (FQ10-BT30). Deze kan worden ingesteld op 35 (voorinstelling, bijvoorbeeld vloerverwarming) of 45 C (bijvoorbeeld radiatoren). LEK 34 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

35 VVM 500 Optionele aansluitingen LAADMONITOR Geïntegreerde vermogensregeling VVM 500 is voorzien van een eenvoudige vorm van een geïntegreerde vermogensregeling, die de vermogentrappen voor de elektrische bijverwarming beperkt door te berekenen of toekomstige vermogentrappen kunnen worden aangesloten op de relevante fase zonder dat de gespecificeerde hoofdzekering wordt overschreden. In die gevallen waarin de stroom de gespecificeerde hoofdzekering zou overschrijden, is de vermogenstrap niet toegestaan. De grootte van de hoofdzekering van het gebouw is gespecificeerd in menu Vermogensregeling met stroomsensor Als er in het gebouw veel stroomverbruikende producten zijn aangesloten terwijl de elektrische bijverwarming in bedrijf is, bestaat het risico dat de hoofdzekeringen van het gebouw doorslaan. VVM 500 is voorzien van een vermogensregeling die met behulp van stroomsensoren de elektrische stappen voor de elektrische bijverwarming controleert door de stroom tussen de verschillende fasen te verdelen of de elektrische bijverwarming uit te schakelen bij een overbelasting in een fase. De elektrische bijverwarming wordt opnieuw ingeschakeld wanneer het andere stroomverbruik is afgenomen. Aansluiten van stroomsensoren Om de stroom te meten, moet een stroomsensor worden gemonteerd op iedere ingaande faseleiding in de verdeelkast. De verdeelkast is een prima plek voor de installatie. Sluit de stroomsensoren aan op een meeraderige kabel in een behuizing direct naast de elektrische verdeelkast. De meeraderige kabel tussen de behuizing en de VVM 500 moet een kabeldikte van minimaal 0,5 mm² hebben. Sluit de kabel aan op de ingangskaart (AA3) op klemmenstrook X4:1-4, waarbij X4:1 de gezamenlijke klemmenstrook is voor de drie stroomsensoren. Ingaande elektriciteit PEN L1 L 2 L 3 Elektrische hoofdverdeelkast VVM 500 APH AA3-X4 -T1 -T2 -T AA3-X4 Als de geïnstalleerde warmtepomp frequentiegeregeld is, wordt deze beperkt wanneer alle vermogenstrappen worden uitgeschakeld. NIBE UPLINK Sluit de op het netwerk aangesloten kabel (recht, Cat.5e UTP) met RJ45-contact (mannelijk) aan op RJ45-contact (vrouwelijk) op de achterkant van de binnenunit. EXTERNE AANSLUITOPTIES (AUX) De VVM 500 heeft softwaregestuurde AUX-in- en uitgangen op de ingangskaart (AA3) voor het aansluiten van de externe schakelaar of sensor. Dit houdt in dat bij het aansluiten van een externe schakelaar (de schakelaar moet potentiaalvrij zijn) of sensor op één van de zes speciale aansluitingen, deze functie moet worden geselecteerd voor de correcte aansluiting in menu 5.4. in-/uitgangen software 5.4 blokkeer verw. activeer tijd. luxe niet gebruikt niet gebruikt niet gebruikt alarmuitgang Voor sommige functies zijn wellicht accessoires nodig. Selecteerbare ingangen Selecteerbare ingangen op de ingangskaart voor deze functies zijn: Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 35

36 VVM 500 APH AUX1 AUX2 AUX3 AUX4 AUX5 AA3-X6 AA3-X6:9-10 AA3-X6:11-12 AA3-X6:13-14 AA3-X6:15-16 AA3-X6: VVM SMO 500 AA3-X6 Externt In het bovenstaande voorbeeld worden de ingangen AUX1 (X6:9-10) en AUX2 (X6:11-12) gebruikt op de ingangskaart (AA3). Selecteerbare uitgang Een selecteerbare uitgang is AA3-X7. TIP Een aantal van de volgende functies kan ook worden geactiveerd en gepland via het menu met instellingen. Mogelijke selectie AUX-ingangen Temperatuurvoeler Er kan een temperatuursensor worden aangesloten op VVM 500. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm². Dit zijn de mogelijkheden: koelen/verwarmen/warmtapwater bepaalt wanneer het tijd is om te wisselen tussen de standen koelen, verwarmen en warmtapwater (kan worden geselecteerd als er een koelaccessoire is geïnstalleerd) aanvoertemperatuursensor voor koelen (BT64) (gebruikt wanneer actieve koeling in systeem met 4 leidingen is geactiveerd in de uitgang AA3-X7) Monitor Dit zijn de mogelijkheden: alarm van externe eenheden. Het alarm is aangesloten op de regeling, wat betekent dat de storing wordt gepresenteerd als een infoalarm op het display. Potentiaalvrij signaal van het type NO of NC. kachelmonitor. (een thermostaat die is aangesloten op de schoorsteen. Wanneer de negatieve druk te laag is en de thermostaat is aangesloten, zijn de ventilatoren in de ERS gesloten (NC)). Externe activering van functies Er kan een externe schakelaarfunctie op de VVM 500 worden aangesloten voor het activeren van diverse functies. De functie is geactiveerd gedurende de tijd dat de schakelaar is gesloten. B A Mogelijke functies die geactiveerd kunnen worden: comfortstand warmtapwater tijdelijk in luxe comfortstand warmtapwater zuinig externe instelling Er kan een externe contactfunctie worden aangesloten op de VVM 500 om de aanvoertemperatuur en de kamertemperatuur te wijzigen. Als de schakelaar is gesloten, verandert de temperatuur in C (als de ruimtesensor is aangesloten en geactiveerd). Als er geen ruimtesensor is aangesloten of geactiveerd, wordt de gewenste verschuiving van "temperatuur" (verschuiving stooklijn) ingesteld via het aantal gekozen stappen. De waarde kan worden ingesteld tussen -10 en +10. Externe afstelling van klimaatsystemen 2 tot 8 vereist accessoires. klimaatsysteem 1-8 De waarde voor de wijziging wordt ingesteld in menu 1.9.2, "externe instelling". SG ready LET OP! Deze functie kan alleen worden gebruikt in elektriciteitsnetten die de "SG Ready"-standaard ondersteunen. Voor "SG Ready" zijn twee AUX-ingangen vereist. "SG Ready" is een slimme vorm van tariefregeling waarbij uw energieleverancier de binnen-, warmwateren/of zwembadtemperaturen (indien van toepassing) kan beïnvloeden of simpelweg de bijverwarming en/of compressor in de warmtepomp op bepaalde uren van de dag kan blokkeren (kan worden geselecteerd in menu nadat de functie is geactiveerd). Activeer de functie door potentiaalvrije schakelingen aan te sluiten op twee ingangen die u selecteert in menu 5.4 (SG Ready A en SG Ready B). Gesloten of open schakelaar houdt één van de volgende zaken in: Blokkering (A: Gesloten, B: Open) "SG Ready" is actief. De compressor in de warmtepomp en bijverwarming zijn geblokkeerd volgens de tariefblokkering van die dag. Normale stand (A: Open, B: Open) "SG Ready" is niet actief. Geen effect op het systeem. Stand lage prijs (A: Open, B: Gesloten) "SG Ready" is actief. Het systeem richt zich op kostenbesparingen en kan bijvoorbeeld gebruik maken van een laag tarief bij de energieleverancier of overcapaciteit van een eigen energiebron (effect op het systeem kan worden afgesteld in menu 4.1.5). 36 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

37 VVM 500 APH Stand overcapaciteit (A: Gesloten, B: Gesloten) "SG Ready" is actief. Het systeem mag op volle capaciteit draaien bij overcapaciteit (zeer lage prijs) bij de energieleverancier (effect op het systeem is instelbaar in menu 4.1.5) C NO NC (A = SG Ready A en B = SG Ready B ) +Adjust Met behulp van +Adjust communiceert de installatie met de centrale regelaar van de vloerverwarming * en stelt de verwarmingscurve en de berekende aanvoertemperatuur af volgens het opnieuw inschakelen van het vloerverwarmingssysteem. Activeer het klimaatsysteem dat +Adjust moet beïnvloeden door de functie aan te vinken en op de OKtoets te drukken. *Ondersteuning voor +Adjust vereist LET OP! Voor dit accessoire is wellicht een softwareupdate vereist in uw VVM 500. De versie kan worden gecontroleerd in het menu Serviceinfo 3.1. Ga naar nibeuplink.com en klik op de tab "Software" om de nieuwste software te downloaden naar uw installatie. LET OP! In systemen met zowel vloerverwarming als radiatoren moet voor een optimale werking NIBE ECS 40/41 worden gebruikt. Externe blokkering van functies Er kan een externe schakelaarfunctie op de VVM 500 worden aangesloten voor het blokkeren van diverse functies. De schakelaar moet potentiaalvrij zijn en een gesloten schakelaar resulteert in blokkeren. Voorzichtig! Blokkeren houdt het gevaar in van bevriezen. Functies die geblokkeerd kunnen worden: warmtapwater (warmtapwaterproductie) verwarming/koeling (productie en distributie) bijverwarming (bijverwarming is geblokkeerd) compressor in warmtepomp EB101 en/of EB102 tariefblokkering (bijverwarming, compressor, koeling, verwarming en warmtapwater zijn uitgeschakeld) Mogelijke selecties AUX-uitgang Het is mogelijk om een externe aansluiting te realiseren d.m.v. de relaisfunctie via een potentiaalvrij schakelrelais (max. 2 A) op de ingangskaart (AA3), klemmenstrook X7. De functie moet worden geactiveerd in menu 5.4. AA3-X7 AA3-X7 De afbeelding toont de relais in de alarmstand. Met schakelaar (SF1) in stand " " of " " staat het relais in de alarmstand. LET OP! Voor de relaisuitgangen geldt een max. belasting van 2 A bij weerstandsbelasting (230V AC). TIP Het accessoire AXC is nodig als er meer dan één functie wordt aangesloten op de AUX-uitgang. Optionele functies externe aansluiting: Indicaties alarmsignalering indicatie gewoon alarm indicatie koelstand (geldt alleen als er accessoires voor koelen zijn vakantie-indicatie Bediening regeling van circulatiepomp voor warmtapwatercirculatie regeling van actieve koeling in een systeem met 4 leidingen regeling van externe circulatiepomp (voor warmtedrager) regeling van bijverwarming in een laadcircuit Activering activering van weg-modus voor smart home (aanvulling op de functies in menu 4.1.7) Voorzichtig! De relevante verdeelkast moet worden gemarkeerd met een waarschuwing voor externe spanning. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 37

38 VVM 500 APH Er is een externe circulatiepomp aangesloten op de AUXuitgang, zie onderstaande afbeelding AA3-X7 C NO NC AA3-X7 VVM F1X Extern Externt L N PE L N PE Circulatiepomp Geïntegreerde actieve koeling in systeem met 4 leidingen Geïntegreerde actieve koeling in systeem met 4 leidingen met lucht/water-warmtepomp wordt geactiveerd via uitgang software. Actieve koeling wordt geproduceerd door de compressor van de lucht/water-warmtepomp. Als koeling in een systeem met 4 leidingen is geselecteerd als uitgang software, wordt menugroep weergegeven en koeling moet voor de lucht/waterwarmtepomp worden geactiveerd in menu 5.11.X.1, of met dip-switch op de lucht/water-warmtepomp om vast te stellen dat deze bezig is met koelen. De bedrijfsstand koeling wordt geactiveerd door de temperatuur van de buitentemperatuursensor (BT1) en een ruimtesensor (BT50), ruimte-eenheid of afzonderlijke ruimtesensor voor koelen (BT74) (indien er bijvoorbeeld twee verschillende ruimtes verwarmd of gekoeld moeten worden.) Wanneer koelen noodzakelijk is, worden de wisselklep koelen (EQ1-QN12) en de circulatiepomp koelen (EQ1-GP12) in de binnenmodule (VVM) geactiveerd. In de regelmodule (SMO) wordt in plaats daarvan de gewone circulatiepomp (GP12) gebruikt. De koelproductie wordt geregeld conform de koelsensor (BT64) en een ingesteld koelpunt dat wordt bepaald door de geselecteerde koelcurve. De graadminuten voor koeling worden berekend op basis van de waarde op de externe temperatuursensor (BT64) voor afkoelen en de waarde op de ingestelde koelcurve. De functie werkt alleen in systemen met één (1) lucht/water-warmtepomp. Dit wordt gegarandeerd in het koppelingsmenu, indien aanwezig. Als het accessoire actieve koeling met 4 leidingen is geactiveerd, is de functie uitgeschakeld. Koelen wordt dan geregeld vanaf het accessoire. 38 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

39 N L PE PE N L PE PE Accessoires aansluiten Instructies voor het aansluiten van accessoires vindt u in de bij het accessoire geleverde handleiding. Zie pagina 68 voor de lijst met accessoires die kunnen worden gebruikt met de VVM 500. In dit voorbeeld wordt de aansluiting voor communicatie met de meest gebruikte accessoires getoond. ACCESSOIRES MET PRINTPLAAT AA5 Accessoires met printplaat AA5 worden aangesloten op de binnenmodule-klemmenstrook X4:13-15 op de ingangskaart AA3. Als er meerdere accessoires moeten worden aangesloten of al geïnstalleerd zijn, moeten de volgende instructies worden gevolgd. De eerste accessoirekaart moet rechtstreeks op de klemmenstrook van de binnenmodule AA3-X4 worden aangesloten. De volgende kaarten moet in serie met de vorige kaart worden verbonden. Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk. Zie de accessoirehandleiding voor meer informatie. ACCESSOIRES MET PRINTPLAAT AA9 Accessoires met printplaat AA9 worden aangesloten op de binnenmodule-klemmenstrook X4:9-12 op de ingangskaart AA3. Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk. Zie de accessoirehandleiding voor meer informatie. AA3-X4 Binnenmodule Accessoires AA9-X1 12V A B GND AA3-X Binnenmodule AA3-X4 AA3-X4 A 15 B 14 GND 13 Accessoirekaart 1 AA5-X4 A 1 B 2 GND 3 A 4 B 5 GND AA5-X4 -X8 ON X4 -X2 -X10 -X1 -X9 Accessoirekaart 2 AA5-X4 A 1 B 2 GND 3 A 4 B 5 GND AA5-X4 -X8 ON X4 -X2 -X10 -X1 -X9 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 39

40 VVM Inbedrijfstelling en afstelling Voorbereidingen 1. Controleer of de schakelaar (SF1) in de stand " " staat. 2. Controleer of de aftapklep volledig dicht is en of de temperatuurbegrenzer (FQ10) niet is geactiveerd. 3. Een compatibele NIBE-lucht/water-warmtepomp moet worden uitgerust met een regelprint met minimaal de softwareversie als aangegeven op pagina 18. De versie van de regelprint wordt tijdens het opstarten weergegeven op het display van de warmtepomp. Vullen en ontluchten ONTLUCHTEN VAN HET KLIMAATSYSTEEM 1. Schakel de stroom naar de VVM 500 uit. 2. Ontlucht de VVM 500 via de ontluchtingskleppen (QM20) en de andere klimaatsystemen via hun relevante ontluchtingskleppen. 3. Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwijderd en de druk klopt. Ontluchtingskleppen WARMWATERSPIRAAL VULLEN 1. Open een warmtapwaterkraan in de woning. 2. Open de extern gemonteerde afsluitklep. Deze klep moet vervolgens altijd geheel open zijn. 3. Wanneer het water uit de warmtapwaterkraan komt, is de warmtapwaterspiraal vol en kan de kraan worden gesloten. VULLEN VAN HET AFGIFTESYSTEEM 1. Open de ontluchtingskleppen (QM20). 2. Open de extern gemonteerde vulklep. De ketelsectie en de rest van het afgiftesysteem worden met water gevuld. 3. Als het water uit de ontluchtingskleppen (QM20) niet langer met lucht is vermengd, sluit u de ontluchtingskleppen. Na een tijdje begint de druk op de extern gemonteerde drukmeter te stijgen. Als de openingsdruk voor de extern gemonteerde veiligheidsklep is bereikt, begint deze water door te laten. Sluit de vulklep. 4. Open het extern gemonteerde overstortventiel tot de druk in de VVM 500 zich binnen het normale werkbereik bevindt (ca. 1 bar) en controleer of er geen lucht in het systeem zit door aan de ontluchters (QM20) te draaien. Aftapkraan Inbedrijfstelling en inspectie STARTGIDS Voorzichtig! Er moet water in het afgiftesysteem zitten voordat de schakelaar wordt ingesteld op " ". APH 40 Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling

41 1. Zet installatieautomaat (SF1) op de VVM 500 op stand "". 2. Volg de instructies in de startgids van het display. Als de startgids niet start als u de VVM 500, opstart, start u deze handmatig in menu 5.7. Bediening in de startgids A. Pagina B. Naam en menunummer taal 4.6 TIP Zie pagina 46 voor een nadere introductie van het regelsysteem van de installatie (bediening, menu's enz.). Inbedrijfstelling De eerste keer dat de installatie wordt gestart, wordt de startgids gestart. In de instructies van de startgids staat wat er moet gebeuren tijdens de eerste start en wordt er een overzicht gegeven van de basisinstellingen van de installatie. De startgids zorgt ervoor dat het opstarten juist wordt uitgevoerd en niet wordt overgeslagen. De startgids kan later worden gestart in het menu 5.7. Tijdens de opstartbegeleiding worden de wisselkleppen en de regelafsluiter achterwaarts en voorwaarts bewogen om te helpen bij de ontluchting van de VVM 500. LET OP! Zolang de startgids actief is, start geen enkele functie van de VVM 500 automatisch. De gids wordt bij elke herstart van de VVM 500 weergegeven tot dit op de laatste pagina wordt uitgevinkt. Indien de startgids zich links van deze pagina bevindt, wordt deze automatisch korter 60 min. C. Optie / instelling A. Pagina Hier ziet u hoe ver u bent gevorderd in de startgids. U bladert als volgt door de pagina's van de startgids: 1. Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linkerbovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemarkeerd. 2. Druk op de OK-knop om naar de volgende pagina in de startgids te gaan. B. Naam en menunummer Lees hier op welk menu in het regelsysteem deze pagina van de startgids gebaseerd is. De cijfers tussen haakjes verwijzen naar het menunummer in het regelsysteem. Als u meer wilt lezen over de betreffende menu's kunt u kijken in het helpmenu of de gebruikershandleiding lezen. C. Optie / instelling Verricht hier de instellingen voor het systeem. D. Helpmenu In veel menu's staat een symbool dat aangeeft dat er extra hulp beschikbaar is. Om de helptekst te openen: 1. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool te selecteren. 2. Drukt u op OK. De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensters waartussen u kunt scrollen met de selectieknop. Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling 41

42 INBEDRIJFSTELLING ZONDER WARMTEPOMP De binnenmodule kan zonder warmtepomp worden gebruikt en werkt dan alleen als elektrische boiler en kan warmte en warmwater produceren, bijv. in afwachting van installatie van de warmtepomp. Sluit de inlaatleiding voor de warmtepomp (XL8) aan op de leiding uit naar de warmtepomp XL9. Open het menu Systeeminstellingen en vink de warmtepomp uit. Voorzichtig! Selecteer de bedrijfsstand auto of handmatig als de binnenmodule weer met de warmtepomp wordt gebruikt. POMPSNELHEID Beide circulatiepompen in de VVM 500 zijn frequentiegeregeld en stellen zichzelf in op basis van regeling en externe vraag naar verwarming. Beschikbare druk, laadpomp, GP12 Druk (kpa) % Doorstroming (l/u) ACHTERAF AFSTELLEN, ONTLUCHTEN 100% De eerste tijd komt er lucht vrij uit het warme water en kan het nodig zijn om het systeem te ontluchten. Indien er borrelende geluiden uit het klimaatsysteem worden waargenomen, kan het nodig zijn om het hele systeem nogmaals te ontluchten. Ontlucht de installatie via de ontluchtingskleppen (QM20). Bij het ontluchten moet de VVM 500 zijn uitgeschakeld. LEK Beschikbare druk, circulatiepomp, GP1 Beschikbare druk (kpa) % 10 20% Doorstroming (l/u) 42 Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling

43 De koelcurve/stooklijn instellen systeem aanvoertemperatuur C systeem aanvoertemperatuur C stooklijn buitentemp. C koelcurve buitentemp. C Aanvoertemperatuur Framledningstempereratur ( C) Steilere helling stooklijn Buitentemperatuur Utetemperatur ( C) De optimale helling hangt af van de klimaatomstandigheden van uw woonplaats, of de woning over radiatoren of vloerverwarming beschikt en hoe goed de woning is geïsoleerd. De curve wordt ingesteld bij de installatie van de verwarming, maar moet later mogelijk worden aangepast. Normaal gesproken hoeft de curve niet verder te worden afgesteld. LET OP! Voor het fijn afstellen van de binnentemperatuur moet de curve naar boven of beneden worden verschoven in menu 1.1 temperatuur. STOOKLIJN Instelbereik: 0 15 Standaardwaarde: 9 KOELCURVE Instelbereik: 0 9 Standaardwaarde: 0 U kunt de ingestelde verwarmingscurve voor uw woning in het menu curve bekijken. De verwarmingscurve is bedoeld om ongeacht de buitentemperatuur voor een gelijkmatige binnentemperatuur te zorgen en dus voor een energiezuinige werking. Via deze verwarmingscurve bepaalt de regelcomputer van de binnenmodule de temperatuur van het water naar het verwarmingssysteem, de aanvoertemperatuur en dus de binnentemperatuur.. Selecteer de verwarmingscurve en lees af hoe de aanvoertemperatuur bij verschillende buitentemperaturen verandert. Als ook koelen beschikbaar is, kan de koelcurve op dezelfde manier worden ingesteld. HELLING VAN DE STOOKLIJN De helling van verwarmings-/koelcurves bepaalt hoeveel graden de aanvoertemperatuur moet worden verhoogd/verlaagd als de buitentemperatuur daalt/stijgt. Hoe steiler de helling, hoe hoger de aanvoertemperatuur voor de verwarming of hoe lager de aanvoertemperatuur voor de koeling bij een bepaalde buitentemperatuur. VERSCHUIVING STOOKLIJN Een verschuiving van de curve betekent, dat de aanvoertemperatuur evenveel verandert voor alle buitentemperaturen, d.w.z. een verschuiving van de curve van +2 stappen verhoogt de aanvoertemperatuur met 5 C bij alle buitentemperaturen.. AANVOERTEMPERATUUR: MAXIMALE EN MINIMALE WAARDEN Aangezien de aanvoerleidingtemperatuur niet hoger kan zijn dan de ingestelde max. waarde of lager dan de ingestelde min. waarde, vlakt de stooklijn af bij deze temperaturen. LET OP! Met vloerverwarmingssystemen moet de max. aanvoertemp. normaliter worden ingesteld tussen 35 en 45 C. Moet worden beperkt bij vloerkoeling min. aanvoer temp. om condensatie te voorkomen. Controleer de max. temperatuur voor uw vloer bij uw installateur/vloerleverancier. Het getal aan het einde van de stooklijn geeft de helling van de stooklijn aan. Het getal naast de thermometer geeft de verschuiving van de stooklijn aan. Gebruik de selectieknop om een nieuwe waarde in te stellen. Bevestig de nieuwe instelling met een druk op OK. Curve 0 is een eigen curve, vanuit menu Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling 43

44 EEN ANDERE CURVE (HELLING) SELECTEREN: Voorzichtig! Als u maar één klimaatsysteem hebt, is het nummer van de curve al aangevinkt als het menuvenster wordt geopend. 1. Selecteer het klimaatsysteem (als er meerdere zijn) waarvan u de curve wilt wijzigen. 2. Wanneer de klimaatsysteemselectie is bevestigd, wordt het nummer van de curve gemarkeerd. 3. Druk op OK om de instelmodus te openen. 4. Selecteer een nieuwe curve. De curves zijn genummerd van 0 tot 15 en hoe hoger het nummer, hoe steiler de helling en hoe hoger de aanvoertemperatuur. Curve 0 betekent dat eigen stooklijn (menu 1.9.7) wordt gebruikt. 5. Druk op OK om de instelling te verlaten. EEN CURVE AFLEZEN: 1. Draai de selectieknop dusdanig dat de ring op de as met de buitentemperatuur is gemarkeerd. 2. Drukt u op OK. 3. Volg de grijze lijn tot aan de curve en vervolgens naar links om de waarde af te lezen voor de aanvoertemperatuur bij de geselecteerde buitentemperatuur. 4. U kunt nu waarden selecteren voor de verschillende buitentemperaturen door de selectieknop naar rechts of links te draaien en de bijbehorende aanvoertemperatuur af te lezen. 5. Druk op OK of Terug om de modus voor aflezen te verlaten. Warmtapwatercirculatie instellen WARMTAPW.RECIRC. bedrijfstijd Instelbereik: 1 60 min Fabrieksinstelling: 60 min stilstand Instelbereik: 0 60 min Fabrieksinstelling: 0 min Hier stelt u warmtapwatercirculatie in voor maximaal drie periodes per dag. Tijdens de ingestelde periodes zal de circulatiepomp voor warmtapwater draaien volgens de bovengenoemde instellingen. "bedrijfstijd" bepaal hoe lang de circulatiepomp voor warmtapwater moet draaien per activering. "stilstand" bepaal hoe lang de circulatiepomp voor warmtapwater niet mag draaien tussen activeringen. Voorzichtig! Warmtapwatercirculatie wordt geactiveerd in menu 5.4 "ingangen en uitgangen software". TIP Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling invoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft om zich te stabiliseren. Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te laag is, verhoogt u de helling van de curve met één stap. Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te hoog is, verlaagt u de helling van de curve met één stap. Als het buiten warm is en de kamertemperatuur te laag is, verhoogt u de verschuiving van de curve met één stap. Als het buiten warm is en de kamertemperatuur te hoog is, verlaagt u de verschuiving van de curve met één stap. 44 Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling

45 Zwembad ZWEMBAD (ACCESSOIRE VEREIST) starttemp Instelbereik: 5,0 80,0 C Fabrieksinstelling: 22,0 C stoptemperatuur Instelbereik: 5,0 80,0 C Fabrieksinstelling: 24,0 C Selecteer of de zwembadregeling moet worden geactiveerd en binnen welke temperaturen (start- en stoptemperatuur) zwembadverwarming moet plaatsvinden. Als de zwembadtemperatuur onder de ingestelde starttemperatuur zakt en er geen vraag is naar warmtapwater of verwarming, begint de VVM 500 met de zwembadverwarming. Verwijder het vinkje bij "geactiveerd" om de zwembadverwarming uit te schakelen. LET OP! De starttemperatuur kan niet worden ingesteld op een waarde die hoger ligt dan de stoptemperatuur. SG Ready SG READY Deze functie kan alleen worden gebruikt in elektriciteitsnetten die de "SG Ready"-standaard ondersteunen. Verricht hier de instellingen voor de functie "SG Ready". De lageprijsstand houdt in dat de energieleverancier een laag tarief heeft en dat het systeem hier gebruik van maakt om de kosten te verlagen. De overcapaciteitsstand houdt in dat de energieleverancier een laag zeer tarief hanteert en dat het systeem hier gebruik van maakt om de kosten zo laag mogelijk te houden. beïnvloedt kamertemp. Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgen moet hebben voor de kamertemperatuur. Bij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de parallelle verschuiving van de binnentemperatuur verhoogd met "+1". Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, wordt daarentegen de gewenste ruimtetemperatuur verhoogd met 1 C. Bij de overcapaciteitstand van "SG Ready" wordt de parallelle verschuiving van de binnentemperatuur verhoogd met "+2". Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, wordt daarentegen de gewenste ruimtetemperatuur verhoogd met 2 C. beïnvloedt warm water Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgen moet hebben voor de temperatuur van het warmtapwater. Bij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de stoptemperatuur van het warmtapwater zo hoog mogelijk ingesteld terwijl alleen de compressor in bedrijf is (elektrisch verwarmingselement niet toegestaan). Bij de overcapaciteitsstand van "SG Ready" wordt het warmtapwater ingesteld op "activeer tijd. luxe" (elektrisch verwarmingselement toegestaan). beïnvloedt koelen (benodigde accessoire) Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgen moet hebben voor de kamertemperatuur tijdens koeling. Bij de lageprijsstand van "SG Ready"en koeling zijn er geen gevolgen voor de binnentemperatuur. Bij de overcapaciteitstand van "SG Ready" en bij koelen wordt de parallelle verschuiving van de binnentemperatuur verlaagd met "-1". Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, wordt daarentegen de gewenste ruimtetemperatuur verlaagd met 1 C. beïnvloedt zwembadtemp. (accessoire vereist) Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgen moet hebben voor de zwembadtemperatuur. Bij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de gewenste zwembadtemperatuur (start- en stoptemperatuur) verhoogd met 1 C. Bij de overcapaciteitstand van "SG Ready" wordt de gewenste zwembadtemperatuur (start- en stoptemperatuur) verhoogd met 2 C. Voorzichtig! De functie moet worden aangesloten op twee AUX-ingangen en worden geactiveerd in menu 5.4. Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling 45

46 7 Bediening - Inleiding Bedieningseenheid A B C D BINNENKLIMAAT MIJN SYSTEEM WARMTAPWATER VVM 500 DISPLAY INFO A B C D E F Display Statuslamp Toets OK Toets Terug Selectieknop Schakelaar G USB-poort Instructies, instellingen en bedieningsinformatie worden op het display weergegeven. U kunt eenvoudig door de verschillende menu's en opties navigeren om het comfort in te stellen of de benodigde informatie te verkrijgen. STATUSLAMP De statuslamp geeft de status van het binnendeel aan. It: brandt groen tijdens normaal bedrijf. brandt geel in de noodstand. brandt rood in het geval van een geactiveerd alarm. TOETS OK De toets OK wordt gebruikt om: selecties van submenu's/opties/instelwaarden/pagina in de startgids te bevestigen. TOETS TERUG De toets terug wordt gebruikt om: terug te keren naar het vorige menu. een instelling te wijzigen die niet is bevestigd. E F G SELECTIEKNOP De selectieknop kan naar rechts of links worden gedraaid. U kunt: in de menu's en tussen de opties scrollen. de waarden verhogen en verlagen. scrollen door pagina's, sommige informatie is verdeeld over meerder pagina's (bijvoorbeeld helptekst of service-info). SCHAKELAAR (SF1)) De schakelaar kan in drie standen worden gezet: Aan () Stand-by ( ) Noodstand ( ) De noodstand mag alleen worden gebruikt in het geval van een fout op de binnenmodule. In deze stand schakelt de compressor uit en schakelt het elektrische verwarmingselement in. De display van de binnenmodule is niet verlicht en de statuslamp brandt geel. USB-POORT De USB-poort is weggewerkt achter het plastic plaatje met de productnaam erop. De USB-poort wordt gebruikt voor het updaten van de software. Ga naar nibeuplink.com en klik op de tab "Software" om de nieuwste software voor uw installatie te downloaden. 46 Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding

47 Menusysteem Wanneer de deur van de binnenmodule is geopend, worden naast enkele basisgegevens de vier hoofdmenu's van het menusysteem op de display weergegeven. Buitentemperatuur Binnentemperatuur - (indien ruimtesensoren zijn geïnstalleerd) SYMBOLEN DISPLAY De volgende symbolen kunnen bij bedrijf op het display verschijnen. Symbool Beschrijving Dit symbool verschijnt in het informatievenster als er informatie van belang in menu 3.1 staat. BINNENKLIMAAT MIJN SYSTEEM Tijdelijk in luxe (indien geactiveerd) SERVICE WARMTAPWATER Geschatte hoeveelheid warmtapwater INFO MENU 1 - BINNENKLIMAAT Warmtapwatertemp. Informatie over werking Instellen en plannen van binnenklimaat. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikershandleiding. MENU 2 - WARMTAPWATER Instellen en plannen van warmtapwaterproductie. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikershandleiding. MENU 3 - INFO Weergave van temperatuur en andere bedrijfsinformatie en toegang tot alarmlog. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikershandleiding. MENU 4 - MIJN SYSTEEM Instellen van tijd, datum, taal, weergave, bedrijfsmodus enz. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikershandleiding. MENU 5 - SERVICE Geavanceerde instellingen. Deze instellingen zijn niet beschikbaar voor de eindgebruiker. Het menu wordt zichtbaar wanneer in het startmenu 7 seconden lang de Terug-knop wordt ingedrukt. Zie pagina 53. Deze twee symbolen geven aan of de compressor in de buitenmodule of de bijverwarming is geblokkeerd in de VVM 500. Beide kunnen bijvoorbeeld worden geblokkeerd als een bepaalde bedrijfsstand is gekozen in menu 4.2, als blokkeren is ingepland in menu of als een alarm is geactiveerd dat één van beide blokkeert. Compressor blokkeren. Bijverwarming blokkeren. Dit symbool verschijnt als de periodieke toename of de luxe stand voor warmtapwater is geactiveerd. Dit symbool geeft aan of "vakantie-instelling" actief is in 4.7. Dit symbool geeft aan of de VVM 500 contact heeft met NIBE Uplink. Dit symbool geeft de actuele snelheid van de ventilator aan als deze snelheid afwijkt van de normale instelling. Accessoire NIBE F135 vereist. Dit symbool is zichtbaar in installaties met actieve zonneaccessoires. Dit symbool geeft aan of zwembadverwarming actief is. Accessoire vereist. Dit symbool geeft aan of koeling actief is. Warmtepomp met koelfunctie vereist. WERKING Draai de selectieknop naar links of naar rechts om de cursor te bewegen. De gemarkeerde positie is wit en/of heeft een opwaartse tab. MENU SELECTEREN Selecteer een hoofdmenu door het te markeren en vervolgens op OK te drukken om door het menusysteem te lopen. Er wordt hierna een nieuw venster met submenu's geopend. Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding 47

48 Selecteer een van de submenu's door het menu te markeren en vervolgens op OK te drukken. HET VIRTUELE TOETSENBORD GEBRUIKEN OPTIES SELECTEREN comfortstand 2.2 smart control zuinig normaal Verschillende toetsenborden luxe In een optiemenu wordt de huidig geselecteerde optie aangegeven met een groen vinkje. Een andere optie selecteren: 1. Markeer de betreffende optie d.m.v. de selctieknop. Een van de opties is voorgeselecteerd (wit). 2. Druk op OK om de geselecteerde optie te bevestigen. De geselecteerde optie heeft een groen vinkje. Als het in sommige menu's nodig is dat er tekst wordt ingevoerd, is er een virtueel toetsenbord beschikbaar. EEN WAARDE INSTELLEN tijd datum dag maand jaar tijd & datum uur 12 uur Te wijzigen waarden Om een waarde in te stellen: 1. Markeer u de waarde die u wilt instellen met de selectieknop. 2. Drukt u op OK. De achtergrond van de waarde wordt groen. Dit betekent dat u de instelmodus hebt geopend. 3. Draai de selectieknop naar rechts om de waarde te verhogen en naar links om deze te verlagen. 4. Druk op OK om de waarde te bevestigen die u hebt ingesteld. Druk op de toets Terug om naar de oorspronkelijke waarde terug te keren. Afhankelijk van het menu hebt u de beschikking over verschillende tekensets die u met behulp van de selectieknop kunt selecteren. Om andere tekens te gebruiken, drukt u op de Terug-knop. Als een menu maar één tekenset heeft, wordt het toetsenbord direct weergegeven. Als u klaar bent met het invoeren van tekst, markeert u "OK" en drukt u op de OK-knop. DOOR DE VENSTERS SCROLLEN Een menu kan uit meerdere vensters bestaan. Draai de selectieknop om tussen de vensters te scrollen. Huidige menuvenster Aantal vensters in het menu Door de vensters in de startgids scrollen Pijlen voor door venster scrollen in startgids taal Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linkerbovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemarkeerd. 2. Druk op de OK-knop om naar de volgende stap in de startgids te gaan. 48 Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding

49 HELPMENU In veel menu's staat een symbool dat aangeeft dat er extra hulp beschikbaar is. Om de helptekst te openen: 1. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool te selecteren. 2. Drukt u op OK. De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensters waartussen u kunt scrollen met de selectieknop. Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding 49

50 8 Regeling - Menu's Menu 1 - BINNENKLIMAAT 1 - BINNENKLIMAAT temperatuur ventilatie * programmering verwarming koeling * rel. vochtigheid * verwarming koeling * ventilatie * geavanceerd curve externe instelling stooklijn koelcurve * min. aanvoer temp verwarming koeling * instellingen ruimtesensor instellingen koeling * terugsteltijd ventilator * eigen stooklijn verschuiving punt nachtkoeling Adjust verwarming koeling * * Accessoires nodig. 50 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

51 Menu 2 - WARMTAPWATER 2 - WARMTAPWATER tijdelijk in luxe comfortstand programmering geavanceerd warmtapw.recirc. Menu 3 - INFO 3 - INFO service-info compressor info info bijverwarming alarm log binnentemp. log * Accessoires nodig. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 51

52 Menu 4 - MIJN SYSTEEM 4 - MIJN SYSTEEM plusfuncties bedrijfsstand mijn pictogrammen tijd & datum taal vakantie-instelling geavanceerd zwembad * internet sms * SG Ready smart price adaption smart home NIBE Uplink tcp/ip-instellingen proxy-instellingen smart energy source instellingen inst. prijs CO2 impact tariefper., elektr tariefper., ext. shuntbijv tariefper., ext. stapbijv tariefper., OPT10 Menu zonne-energie * functie voorkeuren instelling modus auto instelling graadminuten fabrieksinstelling gebruiker blokk. programm program. stille stand tools * Accessoire vereist. Een beschrijving van menu 1 4 is te vinden in het gebruikershandboek. 52 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

53 Menu 5 - SERVICE OVERZICHT 5 - SERVICE bedrijfsinstellingen warmwaterinstellingen max. aanvoertemp max. versch. aanvoertemp alarmhandelingen bedr.modus circulatiepomp pompsnelheid CV-systeem interne elektrische bijverw max geïnst verm (BBR) aanvinst. klim.systeem doorstroominstelling laadpomp heat pump testing compressor curve tijd filteralarm systeeminstellingen instellingen accessoire in-/uitgangen software service fabriekinstelling geforceerde regeling startgids snelstart vloerdroogfunctie log met wijzigingen warmtepompinstellingen land geïnstalleerde warmtepomp accessoires shuntgestuurde bijverw. * extra klimaatsysteem * zonneverwarming * externe bijverwarming * modbus * afvoer-/aanvoerluchtmodule * F135 * GBM-communicatiemodule * vochtigheidssensor * zwembad* act. koel. 4-leiding* flowmeter/energiemeter* EB warmtepomp laadpomp (GP12) * Accessoire vereist. Ga naar het hoofdmenu en houd de knop Terug 7 seconden ingedrukt om naar het Servicemenu te gaan. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 53

54 Submenu's Menu SERVICE heeft oranje tekst en is bedoeld voor gevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere submenu's. U vindt de statusinformatie van het betreffende menu op het display aan de rechterkant van de menu s. bedrijfsinstellingen Bedrijfsinstellingen voor de binnenmodule. systeeminstellingen Systeeminstellingen voor de binnenmodule, activeren van accessoires enz. instellingen accessoire Bedrijfsinstellingen voor verschillende accessoires. in-/uitgangen software Instellen van softwaregestuurde in- en uitgangen op de ingangsprintplaat (AA3). service fabriekinstelling Totale reset van alle instellingen (inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar standaardwaarden. geforceerde regeling Gedwongen regeling van de verschillende componenten in de binnenmodule. startgids Handmatige start van de startgids die de eerste keer wordt gebruikt wanneer de binnenmodule wordt gestart. snelstart Snelstarten van de compressor. Voorzichtig! Onjuiste instellingen in de servicemenu's kunnen schade aan de installatie veroorzaken. MENU BEDRIJFSINSTELLINGEN Bedrijfsinstellingen voor de binnenmodule kunnen in de submenu's worden doorgevoerd. MENU WARMWATERINSTELLINGEN zuinig Instelbereik starttemp. eco: 5 55 C Fabrieksinstelling starttemp. eco: 44 C Instelbereik stoptemp. eco: 5 60 C Fabrieksinstelling stoptemp. eco: 47 C normaal Instelbereik starttemp. normaal: 5 55 C Fabrieksinstelling starttemp. normaal: 47 C Instelbereik stoptemp. normaal: 5 60 C Fabrieksinstelling stoptemp. normaal: 50 C luxe Instelbereik starttemp. luxe: 5 70 C Fabrieksinstelling starttemp. luxe: 52 C Instelbereik stoptemp. luxe: 5 70 C Fabrieksinstelling stoptemp. luxe: 55 C Hier stelt u de start- en stoptemperatuur in van het warmtapwater voor de verschillende comfortopties in menu 2.2. MENU MAX. AANVOERTEMP. afgiftesysteem Instelbereik: 5-80 C Standaardwaarde: 60 C Stel hier de maximale aanvoertemperatuur in voor het afgiftesysteem. Indien de installatie meerdere klimaatsystemen heeft, kunnen er afzonderlijke maximale aanvoertemperaturen worden ingesteld voor ieder systeem. Afgiftesystemen 2-8 kunnen niet worden ingesteld op een hogere max. aanvoertemperatuur dan klimaatsysteem 1. LET OP! Vloerverwarmingssystemen worden normaal gesproken max. aanvoertemp. ingesteld tussen 35 en 45 C. Controleer de max. vloertemperatuur bij de leverancier van uw vloer. MENU MAX. VERSCH. AANVOERTEMP. max. versch. compressor Instelbereik: 1 25 C Standaardwaarde: 10 C max. versch. bijverwarming Instelbereik: 1 24 C Standaardwaarde: 7 C Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussen de berekende en de huidige aanvoertemperatuur tijdens de compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max. versch. bijverwarming kan nooit hoger zijn dan max. versch. compressor max. versch. compressor Indien de actuele aanvoertemperatuur de ingestelde waarde overstijgt, wordt de waarde in graadminuten ingesteld op 0. De compressor in de warmtepomp stopt als er alleen warmtevraag is voor cv. max. versch. bijverwarming Indien addition wordt gekozen en geactiveerd in menu 4.2 en de actuele aanvoertemperatuur overstijgt de berekende temperatuur met de ingestelde waarde, wordt de bijverwarming stopgezet. 54 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

55 MENU ALARMHANDELINGEN Kies hier of u wilt dat de binnenmodule u waarschuwt als een alarm op het display wordt getoond. LET OP! Als er geen alarmhandeling is geselecteerd, kan dit leiden tot een hoger energieverbruik bij een alarm. MENU VENTILATORSNELHEID UITLAATLUCHT (ACCESSOIRE VEREIST) normaal en snelheid 1-4 Instelbereik: % Fabrieksinstelling normaal: 65 % Fabrieksinstelling snelheid 1: 0 % Fabrieksinstelling snelheid 2: 30 % Fabrieksinstelling snelheid 3: 80 % Fabrieksinstelling snelheid 4: 100 % Stel de snelheid voor de vier verschillende te selecteren standen voor de ventilator hier in. LET OP! Een onjuist ingestelde ventilatiestroom kan het huis beschadigen en kan tot een hoger energieverbruik leiden. MENU BEDR.MODUS CIRCULATIEPOMP bedrijfsstand Instelbereik: auto,,voortdurend Standaardwaarde: auto Stel hier de bedrijfsmodus van de circulatiepomp verwarmingssysteem in. auto: De circulatiepomp draait volgens de huidige bedrijfsmodus van de VVM 500. voortdurend: Continu bedrijf. MENU MENU INTERNE ELEKTRISCHE BIJVERW. max aangesl. el. bijv. Instelbereik: 0 9 Standaardwaarde: 9 kw zekeringgrootte Instelbereik: A Fabrieksinstelling: 16 A Hier stelt u het max. elektrische vermogen in van de interne elektrische bijverwarming in de VVM 500 en de zekeringgrootte voor de installatie. Hier kunt u ook controleren welke stroomsensor op welke inkomende fase van de woning is geïnstalleerd (vraagt om de installatie van stroomsensoren, zie pagina 35). Vink hiervoor fasevolgorde ontdekken aan en druk op de OK-toets. De resultaten van deze controles staan net onder menuoptie "fasevolgorde ontdekken". MENU MAX GEÏNST VERM (BBR) max geïnstalleerd verm. (alleen deze machine) Instelbereik: 0,000-30,000 kw Standaardwaarde: 15,000 kw Gebruik deze instelling niet als bovenstaande bouwvoorschriften niet van toepassing zijn. Om aan bepaalde bouwvoorschriften te voldoen, kan de maximale vermogensafgifte van het apparaat worden vergrendeld. In dit menu kunt u, indien nodig, de waarde instellen die overeenkomt met de maximale netaansluiting van de warmtepomp voor verwarming, warmtapwater en koeling. Let op of er ook externe elektrische componenten zijn waarbij dit moet gebeuren. Nadat de waarde vergrendeld is, gaat er een bedenkingsperiode in van één week. Na deze periode moeten onderdelen van de machine worden vervangen om een hoger vermogen te krijgen. bedrijfsstand Instelbereik: auto / handmatig Standaardwaarde: auto auto: De snelheid van de circulatiepomp wordt geregeld met het oog op optimaal bedrijf. handmatig: De snelheid van de circulatiepomp kan worden ingesteld tussen 0 en 100 %. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 55

56 MENU AANVINST. KLIM.SYSTEEM voorinstell Instelbereik: radiator, vloerverw., rad. + vloerverw., DOT C Standaardwaarde: radiator Instelbereik DOT: -40,0 20,0 C Fabrieksinstelling DOT: -18,0 C eigen inst. Instelbereik dt bij DOT: 2,0 20,0 Fabrieksinstelling dt bij DOT: 10,0 Instelbereik DOT: -40,0 20,0 C Fabrieksinstelling DOT: -18,0 C Hier wordt het type warmteverdeelsysteem waar de circulatiepomp (GP1) van het verwarmingssysteem naartoe werkt, ingesteld. dt bij DOT is het verschil in graden tussen aanvoer- en retourtemperaturen bij de gemeten buitentemperatuur. MENU DOORSTROOMINSTELLING LAADPOMP Stel hier de doorstroom snelheid van de laadpomp in. Activeer de stroomtest voor het meten van delta (verschil tussen stroom en retourleidingtemperaturen van de warmtepomp). De test is OK als delta tussen de twee parameters in de display ligt. MENU HEAT PUMP TESTING Voorzichtig! Dit menu is bedoeld voor het testen van de VVM 500 volgens verschillende standaarden. Gebruik van dit menu voor andere doeleinden kan ertoe leiden dat uw installatie niet correct functioneert. Dit menu bevat diverse submenu's, één voor iedere standaard. MENU COMPRESSOR CURVE LET OP! Dit menu wordt alleen weergegeven als VVM 500 is aangesloten op een warmtepomp met een invertergestuurde compressor. en op OK te drukken. U kunt nu instellen bij welke temperaturen de maximale en minimale frequenties moeten liggen. Dit menu kan bestaan uit meerdere vensters (één voor iedere beschikbare vraag). Gebruik de navigatiepijlen linksboven om heen en weer te gaan tussen de vensters. MENU TIJD FILTERALARM maanden t. filteralarms Instelbereik: 1 24 Fabrieksinstelling: 3 Hier stelt u het aantal maanden in dat tussen de alarmberichten moet zitten als herinnering om het filter van de F135 MENU SYSTEEMINSTELLINGEN Hier verricht u verschillende systeeminstellingen voor uw installatie, bijv. activeren van de aangesloten warmtepomp en welke accessoires er zijn geïnstalleerd. MENU GEÏNSTALLEERDE WARMTEPOMP Als er een warmtepomp op de binnenmodule is aangesloten, stelt u dat hier in. MENU ACCESSOIRES Hier stelt u in welke accessoires er zijn geïnstalleerd op de installatie. Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoires geactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief markeren in de lijst of gebruik maken van de automatische functie "geïnstalleerde acc. zoeken". geïnstalleerde acc. zoeken Markeer geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de OKtoets om automatische aangesloten accessoires voor de VVM 500 te vinden. MENU INSTELLINGEN ACCESSOIRE De bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstalleerd en geactiveerd zijn, worden verricht in de daarvoor bedoelde submenu's. Stel in of de compressor in de warmtepomp tijdens specifieke eisen moet werken op basis van een bepaalde curve of moet werken op basis van vooraf ingestelde curven. U stelt een curve voor een vraag (warmte, warmtapwater enz.) in door "auto" uit te vinken, de regelknop te verdraaien tot er een temperatuur wordt aangegeven 56 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

57 MENU SHUNTGESTUURDE BIJVERW. bijverwarming voorrang Instelbereik: aan/uit Fabrieksinstelling: uit start diff. bijverwarming Instelbereik: GM Standaardwaarde: 400 GM minimale looptijd Instelbereik: 0 48 u Standaardwaarde: 12 u min. temp. Instelbereik: 5 90 C Standaardwaarde: 55 C mengklep versterker Instelbereik: 0,1 10,0 Standaardwaarde: 1,0 mengklep stap vertraging Instelbereik: s Standaardwaarde: 30 s Stel hier de minimale looptijd en de minimale temperatuur in voor het starten van de externe bijverwarming met shunt, zoals een hout-/olie-/gas-/pelletgestookte ketel. U kunt de versterking van de shuntklep en de wachttijd van de shuntklep instellen. Als u "bijverwarming voorrang" kiest, wordt de warmte van de externe bijverwarming gebruikt in plaats van die van de warmtepomp. De shuntklep wordt net zo lang geregeld als er warmte beschikbaar is, anders wordt de shuntklep gesloten. Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire voor een beschrijving van de werking. MENU EXTRA KLIMAATSYSTEEM gebruik in verwarmingsstand Instelbereik: aan/uit Fabrieksinstelling: op gebruik in koelstand Instelbereik: aan/uit Fabrieksinstelling: uit mengklep versterker Instelbereik: 0,1 10,0 Standaardwaarde: 1,0 mengklep stap vertraging Instelbereik: s Standaardwaarde: 30 s In menu kunt u kiezen welk klimaatsysteem (2-8) u wilt instellen. In het volgende menu stelt u het geselecteerde klimaatsysteem in. Als de warmtepomp is aangesloten op meerdere afgiftesystemen, kan daarin condensatie optreden als zij niet bedoeld zijn voor koeling. Controleer, om condensatie te voorkomen, of "gebruik in verwarmingsstand" is aangevinkt voor de afgiftesystemen die niet bedoeld zijn voor koeling. Dit betekent dat de subshunts voor de extra afgiftesystemen sluiten als de koeling geactiveerd is. De shuntversterking en shuntwachttijd voor de verschillende, geïnstalleerde extra klimaatsystemen worden ook hier ingesteld. Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire voor een beschrijving van de werking. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 57

58 MENU ZONNEVERWARMING delta-t starten Instelbereik: 1-40 C Standaardwaarde: 8 C delta-t stoppen Instelbereik: 0-40 C Standaardwaarde: 4 C max. tanktemperatuur Instelbereik: C Standaardwaarde: 85 C max. zonnecollectortemp. Instelbereik: C Standaardwaarde: 125 C max. temp. zwembad zon Instelbereik: C Standaardwaarde: 30 C antivriestemperatuur Instelbereik: C Standaardwaarde: 2 C koeling zonnecollector start Instelbereik: C Standaardwaarde: 110 C delta-t starten, delta-t stoppen: Hier kunt u het temperatuurverschil tussen zonnecollector en zonneboiler instellen, waarbij de circulatiepomp zal starten en stoppen. max. tanktemperatuur, max. zonnecollectortemp.: Hier kunt u de maximumtemperaturen in zonneboiler resp. zonnecollector instellen, waarbij de circulatiepomp zal stoppen. Dit om bescherming te bieden tegen te hoge temperaturen in de zonneboiler. max. temp. zwembad zon: Hier kunt u de maximumtemperatuur instellen waarbij het zonnepaneel stopt met de zwembadverwarming (als de installatie op die manier is opgezet). Zwembadverwarming is alleen mogelijk als er een warmteoverschot is zodra aan de vraag naar verwarming en/of warmtapwater is voldaan. Als de unit een antivriesfunctie heeft en/of zonnepaneelkoeling kunt u die hier activeren. Als de functie geactiveerd is, kunt u daar instellingen voor invoeren. antivriesbescherming antivriestemperatuur: Hier kunt u de temperatuur in de zonnecollectoren instellen, waarbij de circulatiepomp moet starten om bevriezing te voorkomen. zonnepaneelkoeling koeling zonnecollector start: Als de temperatuur in de zonnecollector hoger is dan deze instelling, terwijl tegelijkertijd de temperatuur in de zonneboiler hoger is dan de ingestelde maximumtemperatuur, wordt de externe functie voor koeling geactiveerd. Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire voor een beschrijving van de werking. MENU EXTERNE BIJVERWARMING Hier verricht u instellingen voor de externe bijverwarming. Externe bijverwarming is bijvoorbeeld een olie- of gasgestookte of elektrische externe boilerketel. Als de externe bijverwarming niet stapgeregeld is, moet naast het selecteren van het starten ervan ook de looptijd voor de bijverwarming worden ingesteld. Als de externe bijverwarming stapgeregeld is, is het bijvoorbeeld mogelijk om te selecteren wanneer de bijverwarming moet starten, om het max. aantal toegestane stappen in te stellen en in te stellen of binaire stappen wel of niet moeten worden gebruikt. Als u "bijverwarming voorrang" kiest, wordt de warmte van de elektrische bijverwarming gebruikt in plaats van de warmtepomp. Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire voor een beschrijving van de werking. MENU MODBUS adres Fabrieksinstelling: adres 1 word swap Fabriekinstelling: niet geactiveerd Vanaf Modbus 40 versie 10, kan het adres worden ingesteld van Eerdere versies hebben een vast adres (adres 1). Als u "word swap" selecteert, krijgt u "word swap" in plaats van het vooraf standaard ingestelde "big endian". Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire voor een beschrijving van de werking. 58 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

59 MENU AFVOER-/AANVOERLUCHTMODULE laagste temp. afvoerlucht Instelbereik: 0 10 C Standaardwaarde: 5 C bypass bij te hoge temp. Instelbereik: 2 10 C Standaardwaarde: 4 C omloop tijdens verwarmen Instelbereik: aan/uit Fabrieksinstelling: uit uitschakelwaarde, afvoerluchttemp. Instelbereik: 5 30 C Standaardwaarde: 25 C maanden t. filteralarms Instelbereik: 1 24 Standaardwaarde: 3 laagste temp. afvoerlucht: Stel de minimumtemperatuur van de afvoerlucht in om te voorkomen dat de warmtewisselaar bevriest. bypass bij te hoge temp.: Indien er een ruimtesensor is geïnstalleerd, moet hier de overtemperatuur worden ingesteld waarbij de bypassklep moet openen. maanden t. filteralarms: Stel in hoe vaak het filteralarm moet worden weergegeven. Raadpleeg de installatie-instructies voor ERS een beschrijving van de werking. MENU F135 snelheid laadpomp Instelbereik: % Fabrieksinstelling: 70 % warm water bij koelen Instelbereik: aan/uit Fabrieksinstelling: uit Hier kunt u de snelheid van de laadpomp instellen voor de F135. U kunt er ook voor kiezen om met de F135 warmtapwater te produceren terwijl tegelijkertijd het buitendeel koeling produceert. LET OP! act. koel. 4-leiding Moet worden geselecteerd in ofwel accessoires of in-/uitgangen software om de activering van warmtapwater tijdens koeling mogelijk te maken. De warmtepomp moet ook geactiveerd worden voor koelen. MENU GBM-COMMUNICATIEMODULE start diff. bijverwarming Instelbereik: GM Fabrieksinstelling: 400 GM hysteresis Instelbereik: GM Fabrieksinstelling: 100 GM Stel hier de gasketel GBM in. Selecteer bijvoorbeeld wanneer de gasketel moet starten. Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire voor een beschrijving van de werking. MENU VOCHTIGHEIDSSENSOR afgiftesysteem 1 HTS Instelbereik: 1 4 Standaardwaarde: 1 RH beperk. in ruimte, syst. Instelbereik: aan/uit Fabrieksinstelling: uit voork. condensatie, syst. Instelbereik: aan/uit Fabrieksinstelling: uit Er kunnen maximaal vier vochtigheidssensoren (HTS 40) worden geïnstalleerd. Hier selecteert u of uw system(en) het niveau van de relatieve vochtigheid (RV) tijdens verwarmen of koelen moet(en) beperken. U kunt ook de min. aanvoer van koeling en de berekende aanvoer van koeling beperken om condensatie op leidingen en onderdelen in het koelsysteem te voorkomen. Zie de installatiehandleiding HTS 40 voor een beschrijving van de functie. MENU ZWEMBAD Hier selecteert u welke pomp in het systeem gebruikt wordt. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 59

60 MENU ACT. KOEL. 4-LEIDING Hier selecteert u welke pomp in het systeem gebruikt wordt. MENU FLOWMETER / ENERGIEMETER flowmeter / energiemeter X22, X23 instelmodus Instelbereik: energie per puls / pulsen per kwh / EMK150 / EMK300/310 / EMK500 Standaardwaarde: energie per puls energie per puls Instelbereik: Wh Fabrieksinstelling: 1000 Wh pulsen per kwh Instelbereik: Fabrieksinstelling: 500 Er kunnen maximaal twee flowmeters (EMK) / energiemeters worden aangesloten op de ingangskaart AA3, klemmenstrook X22 en X23. Selecteer deze in menu accessoires. Energiemeter (elektriciteitsmeter) energie per puls: Hier stelt u de hoeveelheid energie in waarmee elke puls correspondeert. pulsen per kwh: Hier stelt u het aantal pulsen per kwh in dat naar de VVM 500 wordt verstuurd. Flowmeter (energiemeterset EMK) Er wordt een flowmeter (EMK) gebruikt om de hoeveelheid energie te meten die door de verwarmingsinstallatie voor warmtapwater en verwarming in het gebouw wordt geleverd en geproduceerd. De functie van de flowmeter is het meten van de doorstroming en de temperatuurverschillen in het laadcircuit. De waarde wordt weergegeven op het display van een compatibel product. Beginnend met softwareversie 8767R2 kunt u de flowmeter (EMK) kiezen die u hebt aangesloten in het systeem. LET OP! De software in de VVM 500 moet versie 8767R2 of later hebben. Ga naar nibeuplink.com en klik op het tabblad "Software" om de nieuwste software te downloaden naar uw installatie. MENU IN-/UITGANGEN SOFTWARE Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang op de ingangskaart (AA3) de externe contactfunctie (pagina 35) moet worden aangesloten. Selecteerbare ingangen op klemmenstrook AUX 1-5 (AA3-X6:9-18) en uitgang AA3-X7 op de ingangskaart. MENU SERVICE FABRIEKINSTELLING Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar standaardwaarden. LET OP! Bij het resetten wordt bij de volgende start van de binnenmodule de startgids weergegeven. MENU GEFORCEERDE REGELING U kunt hier de verschillende componenten in de binnenmodule en eventueel aangesloten accessoires regelen. Voorzichtig! Geforceerde besturing is alleen bedoeld voor het oplossen van problemen. Elk ander gebruik van de functie kan schade veroorzaken aan de onderdelen van uw klimaatsysteem. MENU STARTGIDS Wanneer de binnenmodule voor de eerste keer wordt gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt u deze handmatig starten. Zie pagina 40 voor meer informatie over de startgids. MENU SNELSTART Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten. LET OP! Er moet een warmtevraag of een warmtapwatervraag zijn om de compressor te starten. Voorzichtig! U kunt de compressor beter niet te vaak snelstarten gedurende een kort periode, want hierdoor kunnen de compressor en zijn nevenapparatuur beschadigen. 60 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

61 MENU VLOERDROOGFUNCTIE duur periode 1 7 Instelbereik: 0 30 dagen Fabrieksinstelling, periode 1 3, 5 7: 2 dagen Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen temp. periode 1 7 Instelbereik: C Standaardwaarde: temp. periode 1 temp. periode 2 temp. periode 3 temp. periode 4 temp. periode 5 temp. periode 6 temp. periode 7 Stel hier de functie drogen ondervloer in. 20 C 30 C 40 C 45 C 40 C 30 C 20 C U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen met verschillende, berekende aanvoertemperaturen. Als er minder dan zeven perioden worden gebruikt, moeten de resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0 dagen. Vink het actieve venster aan om de functie vloerdrogen te activeren. Een teller onderin toont het aantal dagen dat de functie actief is geweest. MENU LOG MET WIJZIGINGEN Hier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteem aflezen. Datum, tijd en ID-nr. (uniek voor bepaalde instellingen) en de nieuwe ingestelde waarde worden aangegeven voor iedere wijziging. LET OP! Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bij herstarten en blijft ongewijzigd na fabrieksinstelling. MENU WARMTEPOMPINSTELLINGEN Instellingen voor de geïnstalleerde warmtepomp kunnen in de submenu's worden verricht. MENU EB101 Verricht hier de instellingen die specifiek zijn voor de geïnstalleerde warmtepomp en laadpomp. MENU WARMTEPOMP Verricht hier de instellingen voor de geïnstalleerde warmtepomp. Zie voor de mogelijke instellingen de installatiehandleiding voor de warmtepomp. Voorzichtig! Tijdens het drogen van de vloer draait de circulatiepomp van het afgiftesysteem op 100%, ongeacht de instelling in menu TIP Als bedrijfsstand "add. heat only" moet worden gebruikt, kiest u dit in menu 4.2. TIP Het is mogelijk om een logging op te slaan van het drogen van een vloer die laat zien wanneer de betonplaat de juiste temperatuur heeft bereikt. Zie paragraaf "Loggen van drogen van vloer" op pagina 65. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 61

62 MENU LAADPOMP (GP12) bedrijfsstand Instelbereik: auto / intermitterend Standaardwaarde: auto Stel hier de bedrijfsstand van de laadpomp in. auto: De laadpomp draait volgens de huidige bedrijfsstand van de VVM 500. intermitterend: De laadpomp start en stopt 20 seconden voor en na de compressor in de warmtepomp LAND Selecteer hier waar het product geïnstalleerd is. Zo krijgt u toegang tot landspecifieke instellingen in uw product. Voor de taalinstellingen kan worden afgeweken van deze selectie. LET OP! Deze optie vergrendelt na 24 uur, herstarten van display of updaten van programma. snelheid tijdens bedrijf heating, warmtapwater, zwembad, cooling Instelbereik: auto / handmatig Standaardwaarde: auto Handmatige instelling Instelbereik: % Standaardwaarde: 70 % snelh. in wachtm. Instelbereik: % Standaardwaarde: 30 % max. toegest. snelheid Instelbereik: % Standaardwaarde: 100 % Stel de snelheid in waarop de laadpomp in de huidige bedrijfsstand moet draaien. Selecteer "auto" als de snelheid van de laadpomp automatisch geregeld moet worden (fabrieksinstelling) voor een optimale werking. Als "auto" wordt geactiveerd voor verwarming, kunt u ook kiezen voor de instelling "max. toegest. snelheid" die de laadpomp beperkt en niet laat draaien op een hogere snelheid dan de ingestelde waarde. Voor handmatige regeling van de laadpomp deactiveert u "auto" voor de huidige bedrijfsstand en stelt u vervolgens de waarde in tussen 1 en 100% (de eerder ingestelde waarde voor "max. toegest. snelheid" geldt niet meer). Snelheid in wachtmodus (wordt alleen gebruikt als "auto" is geselecteerd voor "Bedrijfsmodus") houdt in dat de laadpomp met de ingestelde snelheid draait zolang er geen vraag is naar compressorwerking of bijverwarming. 62 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

63 9 Service Servicehandelingen Voorzichtig! Service mag uitsluitend door ter zake kundig personeel worden verricht. Gebruik bij het vervangen van onderdelen van de VVM 500 uitsluitend vervangende onderdelen van NIBE. NOODSTAND De noodstand wordt gebruikt bij bedrijfsstoringen en in samenhang met service. De warmtapwatercapaciteit is in deze stand beperkt. De noodstand wordt geactiveerd door de schakelaar ". Dit betekent het volgen- (SF1) in te stellen op stand " de: De statuslamp brandt geel. Het display brandt niet en de regelcomputer is niet aangesloten. De temperatuur bij het elektrisch verwarmingselement wordt geregeld door de thermostaat (FQ10-BT30). Deze kan worden ingesteld op 35 of 45 C. Alleen de circulatiepompen en de elektrische bijverwarming zijn actief. In de noodstand wordt het vermogen van de elektrische bijverwarming ingesteld op de printplaat van het elektrische verwarmingselement (AA1). Zie pagina 34 voor instructies. WARMTAPWATERSPIRAAL AFTAPPEN De warmtapwaterspiraal wordt het eenvoudigst afgetapt door de koudwaterleiding los te maken op het punt waar de spiraal in het reservoir komt. AFTAPPEN VAN HET AFGIFTESYSTEEM U kunt het beste eerst het systeem aftappen met aftapklep (QM1) als u service aan het klimaatsysteem wilt verrichten. Voorzichtig! Er kan wat warmtapwater uitkomen bij het aftappen van het verwarmingssysteem/afgiftesysteem. Gevaar voor brandwonden. GEGEVENS TEMPERATUURSENSOR Temperatuur ( C) Weerstand (kohm) 351,0 251,6 182,5 133,8 99,22 74,32 56,20 42,89 33,02 25,61 20,02 15,77 12,51 10,00 8,045 6,514 5,306 4,348 3,583 2,968 2,467 2,068 1,739 1,469 1,246 1,061 0,908 0,779 0,672 Spanning (VDC) 3,256 3,240 3,218 3,189 3,150 3,105 3,047 2,976 2,889 2,789 2,673 2,541 2,399 2,245 2,083 1,916 1,752 1,587 1,426 1,278 1,136 1,007 0,891 0,785 0,691 0,607 0,533 0,469 0,414 Hoofdstuk 9 Service 63

64 LEK USB-SERVICE-UITGANG Het display is voorzien van een USB-poort die kan worden gebruikt om de software te updaten en geregistreerde informatie op te slaan in de VVM 500. BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER Voorzichtig! De volgende functies werken alleen als het USB-geheugen bestanden bevat met software voor de VVM 500 van NIBE. Het gegevensvak bovenaan op het display toont informatie (altijd in het Engels) over de meest waarschijnlijke update die de updatesoftware uit het USB-geheugen heeft geselecteerd. Deze informatie geeft aan voor welk product de software is bedoeld, wat de software versie is plus algemene informatie daarover. Als u een ander bestand wilt selecteren dan het geselecteerde bestand, kunt u het juiste bestand selecteren door "kies een ander bestand". start met updaten Selecteer start met updaten" als u de update wilt starten. U wordt gevraagd of u zeker weet dat u de software wilt updaten. Antwoord "ja" om door te gaan of "nee" om ongedaan te maken. Als u "ja" hebt geantwoord op de vorige vraag, start de update en kunt u de voortgang van de update volgen op het display. Als de update klaar is, wordt de VVM 500 opnieuw opgestart. MIJN SYSTEEM USB INFO TIP Bij een software-update worden de menu-instellingen in de VVM 500 niet gereset. software updaten loggen instellingen beheren USB 7 LET OP! Als de update wordt onderbroken voordat deze is afgerond (bijvoorbeeld door stroomonderbreking enz.), kan de software worden gereset naar de vorige versie als tijdens het opstarten de OK-toets ingedrukt wordt gehouden totdat de groene lamp gaat branden (duurt ca. 10 seconden). kies een ander bestand Wanneer een USB-geheugen wordt aangesloten, verschijnt er een nieuw menu (menu 7) op het display. Menu software updaten software updaten7.1 software updaten7.1 start met updaten kies een ander bestand Selecteer kies een ander bestand" als u de voorgestelde software niet wilt gebruiken. Als u door de bestanden bladert, wordt informatie over de gemarkeerde software weergegeven in een gegevensvak, net als eerder. Als Hier kunt u de software in de VVM 500 updaten. 64 Hoofdstuk 9 Service

65 u een bestand hebt geselecteerd met de OK-toets, gaat u terug naar de vorige pagina (menu 7.1), waar u ervoor kunt kiezen om de update te starten. Menu loggen Menu instellingen beheren instellingen beheren7.3 loggen7.2 instellingen bewaren instellingen herstellen geactiveerd interval 5 sec Instelbereik: 1 s 60 min Bereik fabrieksinstelling: 5 s Hier kunt u aangeven hoe actuele meetwaarden van de VVM 500 moeten worden opgeslagen in een logbestand in het USB-geheugen. 1. Stel het gewenste interval tussen het loggen in. 2. Vink aan: geactiveerd". 3. De huidige waarden van de VVM 500 worden met het ingestelde interval opgeslagen in een bestand in het USB-geheugen tot het vinkje bij "geactiveerd" weer wordt verwijderd. Voorzichtig! Verwijder het vinkje bij "geactiveerd" voordat u de USB-stick verwijdert. Hier kunt u alle menu-instellingen (gebruikers- en servicemenu's) beheren (opslaan als of ophalen uit) in de VVM 500 met een USB-geheugen. Via "instellingen bewaren" slaat u de menu-instellingen in het USB-geheugen op, zodat u deze later kunt herstellen of naar een andere VVM 500 kunt kopiëren. Voorzichtig! Als u de menu-instellingen opslaat in het USBgeheugen, vervangt u alle eerdere, in het USBgeheugen opgeslagen instellingen. Via "instellingen herstellen" reset u alle menu instellingen vanaf het USB-geheugen. Voorzichtig! Het resetten van de menu-instellingen vanaf het USB-geheugen kan niet ongedaan worden gemaakt. Loggen van drogen van vloer Hier kunt u op het USB-geheugen een logging opslaan van het drogen van de vloer en op deze manier zien wanneer de betonplaat de juiste temperatuur heeft bereikt. Zorg ervoor dat "vloerdroogfunctie" is geactiveerd in menu 5.9. Selecteer "loggen drogen van vloer geactiveerd". Er wordt nu een logbestand aangemaakt, waarin de temperatuur en het vermogen van het elektrische verwarmingselement kunnen worden afgelezen. Loggen gaat door totdat "loggen drogen van vloer geactiveerd" wordt uitgevinkt of totdat "vloerdroogfunctie" wordt stopgezet. Voorzichtig! Deselecteer "loggen drogen van vloer geactiveerd" voordat u het USB-geheugen verwijdert. Hoofdstuk 9 Service 65

66 10 Storingen in comfort In de meeste gevallen merkt de binnenmodule bedrijfsstoringen (bedrijfsstoringen kunnen leiden tot verstoringen van het comfort) op, geeft dit aan met alarmmeldingen en geeft uit te voeren instructies op de display weer. Infomenu binnenmodule Alle meetwaarden van de warmtepomp worden verzameld onder menu 3.1 in het menusysteem van de warmtepomp. Vaak vindt u de oorzaak van de storing een stuk eenvoudiger door even naar de waarden in dit menu te kijken. Zie het helpmenu of de gebruikershandleiding voor meer informatie over menu 3.1. Alle gemeten waarden van het binnendeel worden verzameld onder menu 3.1 in het menusysteem van het binnendeel. Vaak vindt u de oorzaak van de storing een stuk eenvoudiger door even naar de waarden in dit menu te kijken. alarm resetten In veel gevallen is het voldoende om alarm resetten te selecteren om het product te laten terugkeren naar normaal bedrijf. Als er een groene lamp gaat branden na het selecteren van "alarm resetten", is het alarm verholpen. Als de rode lamp nog steeds brandt en er is een menu met de naam "alarm" zichtbaar op het display, is het probleem dat het alarm veroorzaakt nog aanwezig. Als het alarm verdwijnt en zich vervolgens herhaalt, zie dan het hoofdstuk over het oplossen van problemen (pagina 66). hulpmodus hulpmodus is een type noodstand. Dit betekent dat de binnenmodule warmte en/of warmtapwater produceert, zelfs als er een probleem is. Dit kan betekenen dat de compressor van de warmtepomp niet in bedrijf is. In dit geval produceert het elektrische verwarmingselement warmte en/of warmtapwater. LET OP! Om hulpmodus te selecteren, moet een alarmhandeling worden gekozen in menu alarm info / handeling alarm resetten hulpmodus Lagedrukalarm Bij een alarm is er een bepaalde storing opgetreden, wat wordt aangegeven doordat de statuslamp van constant groen nu constant rood gaat branden. Daarnaast verschijnt er een alarmbelletje in het informatievenster. ALARM Bij een alarm met een rode statuslamp is er een storing opgetreden die de binnenmodule niet zelf kan verhelpen. Op de display kunt u, door de selectieknop te draaien en op de OK-knop te drukken, het type alarm bekijken en het alarm resetten. U kunt er ook voor kiezen om de binnenmodule in te stellen op hulpmodus. info / handeling Hier kunt u lezen wat het alarm betekent en krijgt u tips voor het verhelpen van het probleem dat het alarm heeft veroorzaakt. LET OP! Het selecteren van hulpmodus is iets anders dan het verhelpen van het probleem dat het alarm heeft veroorzaakt. De statuslamp blijft daarom rood. Problemen oplossen Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven op het display, kunt u de volgende adviezen opvolgen: BASISHANDELINGEN Controleer eerst de volgende zaken: De stand van de schakelaar (SF1). Groeps- en hoofdzekeringen van de woning. De aardlekschakelaar van de woning. De automatische zekering van het binnendeel (FA1). De temperatuurbegrenzer van het binnendeel (FD1). Juist ingestelde laadmonitor (indien geïnstalleerd). 66 Hoofdstuk 10 Storingen in comfort

67 LAGE TEMPERATUUR OF GEEN WARMTAPWATER Gesloten of gesmoorde vulklep Open de afsluiter. Binnenmodule in onjuiste bedrijfsstand. Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selecteert u "addition". Warmtapwater wordt geproduceerd met de elektrische boiler/binnenunit in de stand handmatig. Als er geen elektrische boiler/binnenunit is, moet addition worden geactiveerd. Groot warmtapwaterverbruik. Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U kunt een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit (tijdelijk in luxe) activeren in menu 2.1. Te hoge tapwaterstroom. Verlaag de tapwaterstroom, zie de technische gegevens betreffende de warmtapwatercapaciteit op pagina 71. Te lage warmtapwaterinstelling. Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfortmodus. Beperkte toegang warmtapwater met de Smart Control -functie actief. Als het gebruik van warmtapwater beperkt is geweest, zal de VVM 500 minder warmtapwater produceren dan normaal. Start het product opnieuw op. LAGE KAMERTEMPERATUUR Gesloten thermostaten in meerdere kamers. Lucht in het afgiftesysteem. Ontlucht het klimaatsysteem (zie pagina 40) Gesloten kleppen naar het klimaatsysteem. Open de kleppen. HOGE KAMERTEMPERATUUR Te hoge instelwaarde op de automatische verwarmingsregeling. Open menu 1.1 (temperatuur) en beperk de verschuiving van de stooklijn. Indien de kamertemperatuur alleen hoog is bij koud weer, moet de helling van de stooklijn in menu "stooklijn naar beneden toe worden afgesteld. Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde kamerverwarming. Controleer alle externe schakelaars. LAGE SYSTEEMDRUK Niet genoeg water in het afgiftesysteem. Vul het afgiftesysteem met water en controleer op lekkages (zie pagina 40). DE COMPRESSOR VAN DE LUCHT/WATER-WARMTEPOMP START NIET Er is geen verwarmingsvereiste. VVM 500 vraagt niet om verwarming of warmtapwater. Alarm geactiveerd. VVM 500 tijdelijk geblokkeerd, zie menu 3.2 compressorinformatie. Binnenmodule in onjuiste bedrijfsstand. Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd, selecteert u een hogere waarde voor "stop verwarming" in menu Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selecteert u "heating". Indien dit niet genoeg is, selecteert u "addition". Te lage instelwaarde op de automatische verwarmingsregeling. Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de verschuiving van de stooklijn. Indien de kamertemperatuur alleen laag is bij koud weer, moet de helling van de stooklijn in menu "stooklijn naar boven toe worden bijgesteld. "Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7. Open menu 4.7 en selecteer "Uit". Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde kamerverwarming. Controleer alle externe schakelaars. Hoofdstuk 10 Storingen in comfort 67

68 11 Accessoires Niet alle accessoires zijn verkrijgbaar op alle markten. ACTIEVE KOELING. ACS 310 ACS 310 is een accessoire dat de VVM 500 in staat stelt om de productie van koeling te sturen. Art.nr BOVENBEHUIZING Afschermplaat (bovenzijde) die leidingen aan het oog onttrekt. Hoogte 245 mm Art.nr Hoogte mm Art.nr Hoogte 345 mm Art.nr COMMUNICATIEMODULE MODBUS 40 MODBUS 40 maakt het mogelijk om de VVM 500 te regelen en bewaken met een GBS (gebouwbeheersysteem) in het gebouw. Voor de communicatie wordt gebruik gemaakt van MODBUS-RTU. Art.nr COMMUNICATIEMODULE SMS 40 Als er geen internetverbinding is, kunt u het accessoire SMS 40 gebruiken om de VVM 500 via sms te regelen. Art.nr COMMUNICATIEMODULE VOOR ZONNE-ENERGIE EME 20 EME 20 wordt gebruikt om communicatie en controle tussen de omvormer van NIBE voor zonnecellen en de VVM 500 mogelijk te maken. Onderdeelnr ENERGIEMETINGSET EMK 500 Dit accessoire is extern geïnstalleerd en wordt gebruikt om de hoeveelheid energie te meten die wordt geleverd aan zwembad, warmtapwater, verwarming en koeling in het gebouw. Cu-leiding Ø28. Art.nr EXTERNE ELEKTRISCHE BIJVERWARMING ELK Voor deze accessoires is accessoire DEH 500 nodig (stapgeregelde toevoeging). ELK kw, 3 x 400 V Art.nr ELK kw, 3 x 400 V Art.nr ELK kw, 3 x 400 V Art.nr ELK kw, 3 x 400 V Art.nr EXTRA SHUNTGROEP ECS 40/ECS 41 Dit accessoire wordt gebruikt wanneer de VVM 500 wordt geïnstalleerd in huizen met twee of meer verschillende verwarmingssystemen die verschillende aanvoertemperaturen vereisen. ECS 40 (Max. 80 m²) Art.nr GASACCESSOIRE Gasketel GBM ECS 41 (ca m²) Art.nr Voor dit accessoire is communicatiemodule OPT 10 nodig. Onderdeelnr Communicatiemodule OPT 10 OPT 10 wordt gebruikt om de gasketel NIBE GBM te kunnen aansluiten en regelen. Onderdeelnr Hoofdstuk 11 Accessoires

69 HULPRELAIS HR 10 Het hulprelais HR 10 wordt gebruikt om externe een- tot driefasige belastingen zoals oliebranders, elektrische verwarmingselementen en pompen te regelen. Art.nr KOPPELINGSSET SCA 30 SCA 30 houdt in dat de VVM 500 op thermische zonneverwarming kan worden aangesloten. Art.nr LEIDING VOOR EXTERNE WARMTEBRON DEH 500 (olie/elektriciteit/gas) Art.nr ZONNEPANELENPAKKET NIBE PV Zonnepanelenpakket met een buitengewoon lange levensduur om uw eigen elektriciteit te produceren. 3 kw 10 Zonnepanelen 12 kw 40 Zonnepanelen 6 kw 20 Zonnepanelen 15 kw 50 Zonnepanelen 9 kw 30 Zonnepanelen 24 kw 80 Zonnepanelen ZWEMBADVERWARMING POOL 500 POOL 500 is er een accessoire dat zwembadverwarming mogelijk maakt met de VVM 500. Art.nr MEETSET VOOR ZONNE-ENERGIE EME 10 EME 10 wordt gebruikt om het gebruik van zonne-energie te optimaliseren. EME 10 meet de relevante stroom vanaf de omvormer via een stroomtrafo. Kan met alle omvormers werken. Onderdeelnr RUIMTE-EENHEID RMU 40 De RMU 40 houdt in dat regeling en bewaking van de VVM 500 kunnen plaatsvinden in een ander deel van de woning dan de plaats waar de eenheid zich bevindt. Art.nr VENTILATIELUCHTWARMTEPOMP F135 F135 is een ventilatieluchtwarmtepomp speciaal ontworpen voor het combineren van de terugwinning van mechanische afvoerlucht met een lucht/water-warmtepomp. De binnenmodule/regelmodule controleert F135. Art.nr VENTILATIEWARMTEWISSELAAR ERS Dit accessoire wordt gebruikt om de woning te voorzien van energie die is teruggewonnen uit de ventilatielucht. De eenheid ventileert de woning en verwarmt de aanvoerlucht in de mate waarin dat nodig is. ERS Onderdeelnr ERS Onderdeelnr VOCHTIGHEIDSSENSOR HTS 40 Dit accessoire wordt gebruikt voor het tonen en regelen van vochtigheid en temperaturen tijdens zowel verwarmen als koelen. Art.nr Hoofdstuk 11 Accessoires 69

70 12 Technische gegevens Afmetingen en aansluitingen Hoofdstuk 12 Technische gegevens

71 Technische specificaties IP 21 3X400V 3x400V Compatibele NIBE-lucht/water-warmtepompen F2040 F2120 NIBE SPLIT HBS 05 (AMS 10 + HBS 05) 6 / 8 / 12 / 16 8 / 12 / 16 / 20 6 / 8 / 12 / 16 Elektrische gegevens Extra vermogen Nominale spanning Max. bedrijfsstroom Zekering Vermogen, circulatiepomp verwarmingssysteem Vermogen, laadpomp Veiligheidsklasse kw A A W W V 3N~50 Hz 16, IP21 Afgiftesysteem Energieklasse circulatiepomp Energieklasse laadpomp Max. systeemdruk verw.systeem Min. doorstroming Max. HM-temp. MPa l/u C laag energieverbruik laag energieverbruik 0,3 (3 bar) Aansluiting van de leidingen Afgiftesysteem, CU-leiding Warmtapwateraansluiting Koudwateraansluiting Warmtepompaansluitingen G25 G25 G25 G25 inw. ext. inw. inw. Hoofdstuk 12 Technische gegevens 71

72 Diversen Binnenmodule Volume warmwaterspiraal Volume, complete binnenmodule Volume buffervat Volume, zonnespiraal Uitschakeldruk, warmwaterspiraal Max. toegestane druk in binnenmodule l l l l MPa MPa 22, ,0 (10 bar) 0,3 (3 bar) Capaciteit warmwaterproductie volgens EN Hoeveelheid warmtapwater (40 C)* liter 390 Afmetingen en gewicht Breedte Diepte Hoogte Benodigde opstelhoogte Gewicht (excl. verpakking) Art. nr. mm mm mm mm kg *Geldt in het geval van de normale comfortstand, tapwaterdebiet 8 liter/minuut en inkomend koud water 10 C. Een groter warmtapwatercomfort kan gerealiseerd worden met een lager tapwaterdebiet. 72 Hoofdstuk 12 Technische gegevens

73 Bedradingsschema, 3x400 V 400V 3N~ 50Hz 9kW MJN Production GBN WIRING DIAGRAM VVM500 ELSCHEMA VVM Part Specification Sheet Page 2/6 Created: :37 Hoofdstuk 12 Technische gegevens 73

74 400V 3N~ 50Hz 9kW MJN Production GBN WIRING DIAGRAM VVM500 ELSCHEMA VVM Part Specification Sheet Page 3/6 Created: :37 74 Hoofdstuk 12 Technische gegevens

75 400V 3N~ 50Hz 9kW MJN Production GBN WIRING DIAGRAM VVM500 ELSCHEMA VVM Part Specification Sheet Page 4/6 Created: :37 Hoofdstuk 12 Technische gegevens 75

76 400V 3N~ 50Hz 9kW MJN Production GBN WIRING DIAGRAM VVM500 ELSCHEMA VVM Part Specification Sheet Page 5/6 Created: :37 76 Hoofdstuk 12 Technische gegevens

77 400V 3N~ 50Hz 9kW MJN Production GBN WIRING DIAGRAM VVM500 ELSCHEMA VVM Part Specification Sheet Page 6/6 Created: :37 Hoofdstuk 12 Technische gegevens 77

78 Index A Aansluiten op warmtepomp, 21 Aansluiten van externe bedrijfsspanning voor het regelsysteem, 30 Aansluiten van het afgiftesysteem, 21 Aansluiten van stroomsensoren, 35 Aansluiting ACS 310, 23 Aansluiting als elektrische ketel, 21 Aansluitingen, 30 Aansluiting van de leidingen, 14 Afmetingen en leidingaansluitingen, 17 Algemene leidingaansluitingen, 14 Alternatieve installatie, 18 Symboolverklaring, 16 Systeemschema, 15 Volumes ketel en radiator, 15 Aansluiting van externe warmtebron, 22 Aansluiting van geïntegreerde koeling in systeem met 4 leidingen, 23 Accessoires, 68 Accessoires aansluiten, 39 Achteraf afstellen, ontluchten, 42 Afgiftesysteem ontluchten, 40 Afmetingen en leidingaansluitingen, 17 Aftappen van het afgiftesysteem, 63 Alarm, 66 Alarm beheren, 66 Alternatieve installatie, 18 Aansluiten van het afgiftesysteem, 21 Aansluiting ACS 310, 23 Aansluiting als elektrische ketel, 21 Aansluiting op warmtepomp, 21 Aansluiting van externe warmtebron, 22 Aansluiting van geïntegreerde koeling in systeem met 4 leidingen, 23 Extra warmtapwaterketels, 18 Ketel met elektrisch verwarmingselement, 18 Koud en warm water aansluiten, 21, 23 Twee of meer afgiftesystemen, 22 Warmtapwatercirculatie aansluiten, 22 Zwembad aansluiten, Automatische zekering, 27 B Bediening, 46 47, 50 Bediening - Inleiding, 46 Regeling - Menu's, 50 Bediening - Inleiding, 46 Display-eenheid, 46 Menusysteem, 47 Begindruk, 15 Belangrijke informatie, 4 Buitenmodules, 7 Compatibele lucht/water-warmtepompen, 7 Inspectie van de installatie, 6 Markering, 4 Serienummer, 5 Symbolen, 4 Terugwinning, 5 Veiligheidsinformatie, 4 Bezorging en verwerking, 8 Geleverde componenten, 9 Installatiegebied, 8 Montage, 8 Transport, 8 Verwijderen van de buitenmantel, 10 Buitenmodules, 7 Buitensensor, 31 C Compatibele lucht/water-warmtepompen, 7 D De afdekking, basisplaat verwijderen, 29 De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwarming verwijderen, 28 De boiler aftappen, 63 De koelcurve/stooklijn instellen, 43 Design binnenmodule, 12 Lijst met onderdelen, 13 Positie componenten, 12 Display, 46 Display-eenheid, 46 Display, 46 OK-toets, 46 Schakelaar, 46 Selectieknop, 46 Statuslamp, 46 Toets Terug, 46 Door de vensters scrollen, 48 E Een waarde instellen, 48 Elektrische aansluitingen, 27, 32 Aansluiten van externe bedrijfsspanning voor het regelsysteem, Index

79 Aansluitingen, 30 Accessoires aansluiten, 39 Algemeen, 27 Automatische zekering, 27 Buitensensor, 31 Communicatie, 32 De afdekking, basisplaat verwijderen, 29 De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwarming verwijderen, 28 Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 33 Externe aansluitopties (AUX), 35 Instellingen, 33 Kabelslot, 29 Luik verwijderen, ingangsprintplaat, 28 NIBE Uplink, 35 Optionele aansluitingen, 35 Ruimtevoeler, 31 Spanningaansluiting, 30 Temperatuurbegrenzer, 28 Temperatuursensor, verbinding externe stroom, 30 Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 28 Vermogensregeling, 35 Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 33 Vermogensstappen van het elektrische verwarmingselement, 33 Elektrisch schema, 3 x 400 V, 73 Externe aansluitopties Mogelijke selecties AUX-uitgang, 37 Externe aansluitopties (AUX), 35 Extra circulatiepomp, 37 Indicatie koelmodus, 37 Optionele keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabel relais), 37 Warmtapwatercirculatie, 37 Extra circulatiepomp, 37 G Gegevens temperatuursensor, 63 Geleverde componenten, 9 H Helpmenu, 41, 49 Het virtuele toetsenbord gebruiken, 48 I Inbedrijfstelling en afstelling, 40 Achteraf afstellen, ontluchten, 42 De koelcurve/stooklijn instellen, 43 Inbedrijfstelling zonder warmtepomp, 42 Opstarten en inspectie, 40 SG Ready, 45 Startgids, 40 Voorbereidingen, 40 Vullen en ontluchten, 40 Warmtapwatercirculatie instellen, 44 Zwembad, 45 Inbedrijfstelling zonder warmtepomp, 42 Indicatie koelmodus, 37 Inspectie van de installatie, 6 Installatiegebied, 8 Instellingen, 33 K Kabelslot, 29 Keurmerk, 4 Koud en warm water aansluiten, 21, 23 L Luik verwijderen, ingangsprintplaat, 28 M Mått och avsättningskoordinater, 70 Menu 5 - SERVICE, 53 Menu selecteren, 47 Menusysteem, 47 Bediening, 47 Door de vensters scrollen, 48 Een waarde instellen, 48 Helpmenu, 41, 49 Het virtuele toetsenbord gebruiken, 48 Menu selecteren, 47 Opties selecteren, 48 Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabel relais), 37 Mogelijke selectie AUX-ingangen, 36 Mogelijke selecties AUX-uitgang, 37 Montage, 8 N NIBE Uplink, 35 O OK-toets, 46 Opstarten en inspectie, 40 Pompsnelheid, 42 Opstartprocedure Noodstand, 34 Opties selecteren, 48 Optionele aansluitingen, 35 Mogelijke selecties AUX-ingangen, 36 P Pompsnelheid, 42 Problemen oplossen, 66 R Regeling - Menu's, 50 Menu 5 - SERVICE, 53 Reservestand, 34, 63 Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand, 34 Ruimtevoeler, 31 S Schakelaar, 46 Selectieknop, 46 Serienummer, 5 Service, 63 Servicehandelingen, 63 Servicehandelingen, 63 Aftappen van het afgiftesysteem, 63 De boiler aftappen, 63 Gegevens temperatuursensor, 63 Reservestand, 63 USB-service-uitgang, 64 SG Ready, 45 Index 79

80 Spanningaansluiting, 30 Startgids, 40 Statuslamp, 46 Storingen in comfort, 66 Symbolen, 4 Symbolen op VVM 500, 4 Systeembeschrijving Systeemschema, 20 Systeemschema, 15, 20 T Technische gegevens, Elektrisch schema, 3 x 400 V, 73 Technische gegevens, 71 Tekniska uppgifter Mått och avsättningskoordinater, 70 Temperatuurbegrenzer, 28 Resetten, 28 Temperatuursensor, verbinding externe stroom, 30 Terugwinning, 5 Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 28 Toets Terug, 46 Transport, 8 Twee of meer afgiftesystemen, 22 U USB-service-uitgang, 64 V Veiligheidsinformatie, 4 CE-merk, 4 Symbolen op VVM 500, 4 Verstoringen van comfort Alarm, 66 Alarm beheren, 66 Problemen oplossen, 66 Verwijderen van de buitenmantel, 10 Voorbereidingen, 40 Vullen en ontluchten, 40 Afgiftesysteem ontluchten, 40 Vullen van het afgiftesysteem, 40 Warmtapwaterspiraal vullen, 40 Vullen van het afgiftesysteem, 40 W Warmtapwatercircuit, 37 Warmtapwatercirculatie aansluiten, 22 Warmtapwatercirculatie instellen, 44 Warmtapwaterspiraal vullen, 40 Z Zwembad, 45 Zwembad aansluiten, Index

81

82

83 Contactgegevens AUSTRIA KNV Energietechnik GmbH Gahberggasse 11, 4861 Schörfling Tel: +43 (0) knv.at FINLAND NIBE Energy Systems Oy Juurakkotie 3, Vantaa Tel: +358 (0) nibe.fi GREAT BRITAIN NIBE Energy Systems Ltd 3C Broom Business Park, Bridge Way, S41 9QG Chesterfield Tel: +44 (0) nibe.co.uk CZECH REPUBLIC Družstevní závody Dražice - strojírna s.r.o. Dražice 69, Benátky n. Jiz. Tel: nibe@nibe.cz nibe.cz FRANCE NIBE Energy Systems France SAS Zone industrielle RD 28 Rue du Pou du Ciel, Reyrieux Tél: info@nibe.fr nibe.fr NETHERLANDS NIBE Energietechniek B.V. Energieweg 31, 4906 CG Oosterhout Tel: +31 (0) info@nibenl.nl nibenl.nl DENMARK Vølund Varmeteknik A/S Brogårdsvej 7, 6920 Videbaek Tel: info@volundvt.dk volundvt.dk GERMANY NIBE Systemtechnik GmbH Am Reiherpfahl 3, Celle Tel: +49 (0) info@nibe.de nibe.de NORWAY ABK AS Brobekkveien 80, 0582 Oslo Tel: (+47) post@abkklima.no nibe.no POLAND NIBE-BIAWAR Sp. z o.o. Al. Jana Pawla II 57, Bialystok Tel: +48 (0) biawar.com.pl RUSSIA EVAN bld. 8, Yuliusa Fuchika str Nizhny Novgorod Tel: kuzmin@evan.ru nibe-evan.ru SWEDEN NIBE Energy Systems Box 14 Hannabadsvägen 5, Markaryd Tel: +46 (0) info@nibe.se nibe.se SWITZERLAND NIBE Wärmetechnik c/o ait Schweiz AG Industriepark, CH-6246 Altishofen Tel. +41 (0) info@nibe.ch nibe.ch Voor landen die niet in deze lijst staan, kunt u contact opnemen met NIBE Sweden of kunt u kijken op nibe.eu voor meer informatie.

84 NIBE Energy Systems Hannabadsvägen 5 Box 14 SE Markaryd info@nibe.se nibe.eu IHB NL WS name: Eva-Lena WS version: a1 (working edition) Publish date: :52 Deze handleiding is een publicatie van NIBE Energy Systems. Alle productillustraties, feiten en specificaties zijn gebaseerd op informatie beschikbaar op het moment van goedkeuring van de publicatie. NIBE Energy Systems behoudt zich het recht voor op feitelijke of zetfouten in deze handleiding NIBE ENERGY SYSTEMS

Handleiding voor installateur NIBE VVM 500

Handleiding voor installateur NIBE VVM 500 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1613-5 431227 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 500

Handleiding voor installateur NIBE VVM 500 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1524-4 431227 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 310

Handleiding voor installateur NIBE VVM 310 Handleiding voor installateur EMK Binnenmodule APH IHB NL 1524-2 231179 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1748-5 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1613-4 231349 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/onged maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1428-1 231349 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 35. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1524-3 231349 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/onged maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur METROAIR S20

Handleiding voor installateur METROAIR S20 Handleiding voor installateur METROAIR Regelmodule 08:960-72 IHB GB 344-3 23758 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Verzamelblad E-aansluitingen SMO 40 met 2040

Verzamelblad E-aansluitingen SMO 40 met 2040 LEK L N 0 PE L N 0 PE PE PE -X -X L N -X0 9 -X -X 0 9 0 9 -X9 L N 0 PE Automatische zekering AA - X klemmenstrook AA Accessoirekaart Klemmenstrook X AA-X AA in 00 buiten unit Verzamelblad E-aansluitingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1243-1 431227 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 26. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur SMO 40

Handleiding voor installateur SMO 40 Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 1624-3 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur SMO 40

Handleiding voor installateur SMO 40 Handleiding voor installateur Regelmodule LEK IHB NL 1546-2 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 1447-1 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1245PC

Handleiding voor installateur NIBE F1245PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1602-1 331529 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1547-3 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255

Handleiding voor installateur NIBE F1255 Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1548-4 231539 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1251-3 431056 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 32. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1155PC

Handleiding voor installateur NIBE F1155PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1644-4 331164 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Aan de totstandkoming van deze opstartgids is de uiterste zorg besteed.

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1442-2 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/onged maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 447-33407 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur SMO 20

Handleiding voor installateur SMO 20 Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 546-2 33407 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255

Handleiding voor installateur NIBE F1255 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 17454 331305 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften.

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. LEGENDA 114 (PC) / (PC), / oktober 010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. 1 Buitenvoeler (BT1) op klemmenstrook AA3-X, klem 1 en Ruimtesensor (RTS40) op klemmenstrook AA3 X, klem

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1336-1 231539 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 31. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1013-1 031355 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

1245 / Schema's

1245 / Schema's 1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem 12-002 Bodem - serie 12-003 Bodem - parallel 12-004 Bodem - parallel - cvketel 12-005 Bodem - parallel - combiketel 12-006 Bodem - parallel -ketel+boiler 12-007 12-008

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F370

Handleiding voor installateur NIBE F370 Handleiding voor installateur Ventilatieluchtwarmtepomp LEK IHB NL 1722-1 431426 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F () / F145 (), bijlage bij de schema s. 1. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1245

Handleiding voor installateur NIBE F1245 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16021 331496 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1155

Handleiding voor installateur NIBE F1155 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp IHB NL 17464 331351 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1145PC

Handleiding voor installateur NIBE F1145PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp IHB NL 1602-1 331535 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1110-2 431092 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 40. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1145

Handleiding voor installateur NIBE F1145 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16021 331518 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255

Handleiding voor installateur NIBE F1255 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16443 331305 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1145PC

Handleiding voor installateur NIBE F1145PC Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp IHB NL 16432 331535 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1343-2 231812 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 34. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255

Handleiding voor installateur NIBE F1255 Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1551-1 331305 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1245

Handleiding voor installateur NIBE F1245 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16432 331496 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1343-2 231629 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 35. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-A DHP-A Inhoudsopgave DHP-A 6, 400V 3N...4 7 DHP-A 8, 400V 3N... 8 11 DHP-A 10, 400V 3N...12 15 DHP-A 12, 400V 3N...16 19 DHP-A Opti 6, 400V

Nadere informatie

Overzicht Lucht/water LW schema s

Overzicht Lucht/water LW schema s Overzicht Lucht/water LW schema s Schema LW1001: Monoblock 2030/2040/2300 met/zonder boiler en afgifte systeem (buffer in serie) / Toepassing: monovalent en beperkt bivalent Schema LW1002: Monoblock 2030/2040/2300

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Warmwater circulatie-unit O DVU 3 kw 230 V INHOUDSOPGAVE Voorwoord pag. 4 Inleiding pag. 5 Technische specificaties pag. 5 Veiligheidsvoorzieningen en instructies pag. 6 Werking van

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1020-1 031655 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Tapwater en verwarmen - F 2030 met SMO.. 20 of 40 - F 2300 met SMO.. 20 of 40 - F 2040 met SMO.. 20 of 40

Tapwater en verwarmen - F 2030 met SMO.. 20 of 40 - F 2300 met SMO.. 20 of 40 - F 2040 met SMO.. 20 of 40 Attentie het vermogen van een lucht/water warmtepomp wordt meestal gegeven bij een buitenlucht temperatuur van 7 C hou daar rekening mee en informeer dus wat deze doet bij -10 C (daar is immers uw transmissieberekening

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1027-2 031685 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

MGC OpenTherm regelaar

MGC OpenTherm regelaar MOS NL-780-2 MGC 061100 MGC OpenTherm regelaar Montage- en gebruikshandleiding Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar voor elektrische spanning! Let op! Gebruikte

Nadere informatie

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0 Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding Type 3.0 April 2015 INHOUDSOPGAVE 1 Introductie 1 2 Bediening binnenunit 2 3 Thermostaat instellen 3 3.1 Instelling controleren 3 3.2 Koelen of verwarmen

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F (PC) / F14 (PC), bijlage bij de schema s. 1. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1430-2 231573 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 32. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1155

Handleiding voor installateur NIBE F1155 Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp IHB NL 1548-4 231573 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur LEK Handleiding voor installateur Boiler IHB NL 1036-2 031293 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 5 Transport 5 Montage 5 Geleverde componenten 5

Nadere informatie

Installatie instructie

Installatie instructie LUXUS Electronic (KDE, KDE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Installatie instructie Rev. 1808GG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinstructies.. 2 Installatie/ montage. 4 Ontluchten 5 Configuratie..

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1013-1 031353 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1430-1 331174 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 32. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

Quick Guide Artel Mono Block schema 1 Quick Guide Artel Mono Block schema 1 RR Trading 1 van 13 Schema 1 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Schema 1 verwarmen/koelen... 4 4. Aansluiten Mono

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-L DHP-L Inhoudsopgave DHP-L 4, 400V 3N...3 5 DHP-L 6, 400V 3N...6 8 DHP-L 8, 400V 3N... 9 11 DHP-L 10, 400V 3N...12 14 DHP-L 12, 400V 3N...15

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1314-3 231293 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 6 Transport 6 Montage 7 Geleverde componenten

Nadere informatie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F470

Handleiding voor installateur NIBE F470 Handleiding voor installateur Ventilatieluchtwarmtepomp LEK IHB NL 1722-1 431436 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F (PC) / F (PC), bijlage bij de schema s.. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften.

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. LEGENDA 1145 () / (), / oktober 010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. 1 Buitenvoeler (BT1) op klemmenstrook AA3-X6, klem 1 en Ruimtesensor (RTS40) op klemmenstrook AA3 X6, klem

Nadere informatie

S.O.S. Mobile heater

S.O.S. Mobile heater S.O.S. Mobile heater Mobiele elektrische verwarming De snelle oplossing voor ketelstoringen en -vervangingen Technische gegevens Elektrische verwarming Driefase / 400V Monofase / 230V Perilecstekker Verloopstekker

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1214-1 031847 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 6 Transport 6 Montage 6 Geleverde componenten

Nadere informatie

CTC EcoZenith i550 Pro Alles-in-één-tank met ingebouwde intelligente besturing.

CTC EcoZenith i550 Pro Alles-in-één-tank met ingebouwde intelligente besturing. CTC EcoZenith i550 Pro lles-in-één-tank met ingebouwde intelligente besturing. De CTC EcoZenith i550 Pro kan alle componenten van een of meer verwarmingskringen regelen: zonne-energie, zwembad, extra warm

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1343-2 231691 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 33. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Espace bedrade regeling (230 volt)

Espace bedrade regeling (230 volt) Espace bedrade regeling (230 volt) Installatiehandleiding klokthermostaat. Espace klokthermostaat De fraai vormgegeven thermostaat is eenvoudig te bedienen met slechts vier toetsen en is standaard reeds

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1430-1 331164 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 30. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

1245PC / 1255PC - Schema's

1245PC / 1255PC - Schema's 1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem Soms kan het schema dat u nodig heeft een combinatie zijn van 2 12-002 Bodem - serie of meer schema's uit deze serie. 12-003 Bodem - parallel (Er zijn veel combinaties

Nadere informatie

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS T6590B1000 FANCOIL REGELAAR PRODUCT GEGEVENS KENMERKEN TOEPASSINGEN De T6590B1000 ruimteregelaar is ontworpen om de regelafsluiters, ventilator en extra elektrische in fancoil systemen te regelen. Een

Nadere informatie

1145 / PC- Schema's

1145 / PC- Schema's 1145 / 1155 - - Schema's 11-001 Bodem Soms kan het schema dat u nodig heeft een combinatie zijn van 2 11-002 Bodem - serie of meer schema's uit deze serie. 11-003 Bodem - parallel (Er zijn veel combinaties

Nadere informatie

Beknopte informatie voor GBS leverancier t.b.v. NIBE warmtepomp 1145/1245/1155/1255/1345

Beknopte informatie voor GBS leverancier t.b.v. NIBE warmtepomp 1145/1245/1155/1255/1345 Beknopte informatie voor GBS leverancier t.b.v. NIBE warmtepomp 1145/1245/1155/1255/1345 Protocol: Methode: RTU, snelheid: 9600 baud, lengte: 8 bit, parity: geen, stop bits: 1, Adres 0x01*** Scan rate

Nadere informatie

TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding

TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TNG-serie warmtepompen Inhoud Inleiding... 3 Veiligheid... 4 Algemeen... 4 Koudemiddel... 5 Bediening... 6 Overzicht van de Siemens thermostaat...

Nadere informatie

Nederland NL. Montage- en bedieningshandleiding. Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar

Nederland NL. Montage- en bedieningshandleiding. Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar Nederland NL Montage- en bedieningshandleiding Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar Geachte klant, hartelijk dank voor uw keuze voor dit hoogwaardige product. Voordat u het systeem in gebruik neemt,

Nadere informatie

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)

Technische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave) Technische handleiding Versie 11/11 PLC-INTERFACE (slave) Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de PLC-interface (slave) zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik

Nadere informatie

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 -

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 - aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010-1 - AANVULLENDE HANDLEIDING AQUA PLUS Deze handleiding is uitsluitend ter aanvulling van de handleiding van de Altech Eclips (papieren of DVD

Nadere informatie

Quick Guide Artel Split schema 4

Quick Guide Artel Split schema 4 Quick Guide Artel Split schema 4 RR Trading 1 van 15 Schema 1 Rev. 02 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Schema 4 verwarmen/koelen... 5 4. Aansluiten Split warmtepomp....

Nadere informatie

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT De VALIO XP opbouw klokthermostaat is ontwikkeld om elektrische- en conventionele verwarmingsinstallaties te kunnen schakelen aan de hand van de ingestelde temperatuur en tijd. Mogelijkheden en voordelen

Nadere informatie

Inbedrijfstelling van de installatie

Inbedrijfstelling van de installatie Inbedrijfstelling van de installatie excellence in hot water INHOUD. Zonnecircuit.............................. 2. Inbedrijfstelling............................. 3 3. Oplossen van eventuele pannes..............

Nadere informatie

Aandachtspunten bij de bodem schema s 1345/1355

Aandachtspunten bij de bodem schema s 1345/1355 andachtspunten bij de bodem schema s 1345/1355 1. Ontwerp, installeren en beheer van grondgebonden warmtepompen is onderhevig aan de BL 6000-21 2. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel

Nadere informatie

Technische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel

Technische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel Technische Handleiding Versie 08/06 CompTrol Signal 3 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften

Nadere informatie

Installatie instructies

Installatie instructies 1 Installatie instructies 04-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Producten. Lucht/water-warmtepomp, verwarmingscapaciteit van 18,2 t/m 31,0 kw/h (A2/W35) Bouwgrootte: Eco-9 t/m 16 LS-T en LS-T/HG

Producten. Lucht/water-warmtepomp, verwarmingscapaciteit van 18,2 t/m 31,0 kw/h (A2/W35) Bouwgrootte: Eco-9 t/m 16 LS-T en LS-T/HG Producten Lucht/water-warmtepomp, verwarmingscapaciteit van 18,2 t/m 31,0 kw/h (A2/W35) Bouwgrootte: Eco-9 t/m 16 LS-T en LS-T/HG Besturingseenheid (standaard) Afstandbediening Ruimtethermostaat 1 Eco-9

Nadere informatie

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming MAV NL 0525-1XA R GEBRUIKSAANWIJZING Elektrische bijverwarming Algemeen Warmtepompen zijn er gewoonlijk niet op berekend om in de hele warmtevermogensbehoefte te kunnen voorzien. Tijdens koude dagen is

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1345

Handleiding voor installateur NIBE F1345 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp IHB NL 16495 331038 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 4 Bedradingsschema, 3x400V 24 60 55 Symbolen Keurmerk 4 4 Index 66 Veiligheidsmaatregelen Serienummer

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

Spoel-vullen EnviLine warmtepomp

Spoel-vullen EnviLine warmtepomp Spoel-vullen EnviLine warmtepomp Inhoudsopgave Waarom dit document... 2 Vullen van de cv-installatie... 2 Monoblock Tower (Solar) met buffer... 3 Monoblock wand binnenunit all-electric met buffer... 4

Nadere informatie

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V NL 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING De Master aansluitmodule -RF is speciaal ontworpen voor de bediening van uw vloerverwarmings-/ koelingssysteem. De module

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA MONTAGEHANDLEIDING 1 1 2 2 60 mm/2.36 inch 87 mm/3.43 inch ±1.5 m ±60 inch >0.2 m >8 inch 3 34 mm/1.34 inch 125 mm/4.92 inch 3 De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn vertalingen

Nadere informatie

MAV XB PKM PKM 10, PKM 20 MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE PKM 10, PKM 20

MAV XB PKM PKM 10, PKM 20 MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE PKM 10, PKM 20 MAV 0608-4XB 611249 R 10, 20 MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE 10, 20 2 Algemeen Met behulp van de koelmodule is het mogelijk om de woning of het gebouw passief te koelen. Via de verticale bodemwisselaar

Nadere informatie

Inbedrijfstelling. Atec. www.thermia.com

Inbedrijfstelling. Atec. www.thermia.com www.thermia.com Thermia Värmepumpar is niet aansprakelijk en niet gebonden aan de garantie als deze instructies niet worden gevolgd tijdens installatie of onderhoud. De oorspronkelijke instructies zijn

Nadere informatie

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260 All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260 Installatie & Instructie Handleiding Editie 2008 15.07.2008 Rev. 1.0 Inhoudstafel 1. Handleiding voor de installatie...3 1.1 Aansluiting...3 1.2 Installatie

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Boiler IHB NL 1426-1 331092 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Alternatieve installatie 10 Veiligheidsinformatie 2 5 Elektrische installatie 11 2 Bezorging en verwerking

Nadere informatie

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Installatie- en gebruikershandleiding NL RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Afstandsbediening voor warmtepompen met koeling RFV-DK Vertaling van de originele handleiding Alpha-InnoTec GmbH A.u.b.

Nadere informatie

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren De BeauHeat digitale thermostaat is een digitale klokthermostaat voor automatische bediening van elektrische handdoekradiatoren. Een externe

Nadere informatie

Techneco Elga. Regeling en Extra s

Techneco Elga. Regeling en Extra s Techneco Elga Regeling en Extra s Versie D7.3 4 maart 2011 Inhoud 1 Regeling... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Regelstrategie... 1 1.3 Opentherm en aan/uit... 1 1.4 Kamerthermostaat... 1 1.5 Elga of ketel...

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1521-1 331038 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Symbolen Keurmerk 2 2 2 Afgiftesysteem Boiler Aansluitopties 18 18 19 Veiligheidsmaatregelen

Nadere informatie

VH CONTROL THERMOSTAAT HYPNOS (10080)

VH CONTROL THERMOSTAAT HYPNOS (10080) VH CONTROL THERMOSTAAT HYPNOS (10080) INSTALLATIEHANDLEIDING & INSTRUCTIES ALGEMEEN De VH Control Hypnos is een inbouw thermostaat bedoelt om toe te passen in elektrische (vloer-) verwarmingssystemen.

Nadere informatie