Handleiding voor installateur
|
|
- Jan Eilander
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL
2
3 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 6 Transport 6 Montage 6 Geleverde componenten 7 Verwijderen van de buitenmantel 7 3 Het ontwerp van de warmtepomp 8 Algemeen 8 Elektriciteitsmodules 10 Koudemiddelgedeelte 11 4 Aansluiting van de leidingen 13 Algemeen 13 Afmetingen en waterzijdige aansluitingen 14 Bronsysteem 15 Verwarmingssysteem 17 Boiler 17 Aansluitopties 18 5 Elektrische aansluitingen 21 Algemeen 21 Aansluitingen 22 Optionele aansluitingen 24 Accessoires aansluiten 29 6 Inbedrijfstelling en afstelling 30 Voorbereidingen 30 Vullen en ontluchten 30 Startgids 31 Achteraf afstellen en ontluchten 32 7 Accessoires 37 8 Technische gegevens 39 Afmetingen en aansluitingen 39 Technische gegevens 40 Elektrisch schema 43 Index 73 Inhoudsopgave 1
4 1 Belangrijke informatie Veiligheidsinformatie In deze handleiding worden de installatie- en onderhoudsprocedures voor uitvoering door specialisten beschreven. Dit toestel is ontworpen voor gebruik in een woonomgeving en niet bedoeld om te worden gebruikt door personen en/of kinderen met beperkingen van psychische, zintuiglijke of lichamelijke aard, of gebrek aan ervaring of kennis, behalve als zij ondertoezicht staan of instructie is gegeven met betrekking tot het gebruik van het toestel door een persoon welke verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Dit overeenkomstig met de van toepassing zijnde delen van de laag-spanning voorschriften 2006/95/EC, LVD. Het toestel is tevens bedoeld voor gebruik door experts of getrainde gebruikers in winkels, hotels, lichte industrie, op boerderijen en in dergelijke omgevingen. Dit overeenkomstig de van toepassing zijnde onderdelen van de machinerichtlijn 2006/42/EC. Kinderen moeten ondertoezicht staan om er zeker van te zijn dat zij niet spelen met het toestel. Dit is een originele handleiding. Vertaling is niet toegestaan zonder goedkeuring van NIBE. De rechten voor het maken van ontwerp en technische wijzigingen zijn voorbehouden. NIBE Symbolen Voorzichtig! Dit symbool duidt aan dat de machine of een persoon gevaar loopt. LET OP! Dit symbool duidt belangrijke informatie aan over wat u in de gaten moet houden tijdens onderhoud aan uw installatie. TIP Dit symbool duidt tips aan om het gebruik van het product te vergemakkelijken. Keurmerk De F1345 is voorzien van het CE-merk en voldoet aan IP21. Het CE-keurmerk houdt in dat NIBE garandeert dat het product voldoet aan alle relevante, uit EU-richtlijnen voortvloeiende wet- en regelgeving ten aanzien van het product. Het CE-keurmerk is verplicht voor de meeste producten die in de EU worden verkocht, ongeacht het land waar ze zijn gemaakt. IP21 houdt in dat het product met de hand kan worden aangeraakt, dat voorwerpen met een diameter groter dan of gelijk aan 12,5 mm niet kunnen doordringen in en schade kunnen veroorzaken aan het product en dat het product is beschermd tegen verticaal vallende druppels. Veiligheidsmaatregelen Let op Installeer het systeem volledig volgens de instructies in de installatiehandleiding. Een onjuiste installatie kan leiden tot barsten, persoonlijk letsel, waterlekkage, lekkage van koudemiddel, elektrische schokken en brand. Let op de meetwaarden voordat u aan het koelsysteem gaat werken, met name bij installatie in kleine ruimtes, zodat de grens voor de dichtheid van het koudemiddel niet wordt overschreden. Raadpleeg een expert voor de interpretatie van de meetwaarden. Als de dichtheid van het koudemiddel boven de grens ligt, kan bij lekkage zuurstofgebrek optreden, wat tot ernstige ongevallen kan leiden. Gebruik voor de installatie originele accessoires en de aangegeven onderdelen. Indien gebruik wordt gemaakt van niet-aangegeven onderdelen, kunnen waterlekkage, elektrische schokken, brand en persoonlijk letsel optreden doordat de eenheid mogelijk niet correct werkt. Zorg ervoor dat uw werkgebied goed ventileert. Er kan tijdens de onderhoudswerkzaamheden koudemiddel weglekken. Als het koudelmiddel in aanraking komt met open vuur, ontstaat een giftig gas. Installeer de eenheid op een locatie met een goede ondersteuning. Bij ongeschikte installatielocaties kan de eenheid vallen en leiden tot schade en letsel. Installatie zonder voldoende ondersteuning kan ook leiden tot trillingen en lawaai. Zorg ervoor dat de eenheid bij installatie stabiel is, zodat deze bestand is tegen aardbevingen en krachtige winden. Bij ongeschikte installatielocaties kan de eenheid vallen en leiden tot schade en letsel. De elektrische installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektrotechnicus en het systeem moet worden aangesloten als een afzonderlijk circuit. Voeding met onvoldoende capaciteit en een onjuiste werking kunnen leiden tot elektrische schokken en brand. Gebruik voor de elektrische installatie de aangegeven kabels, zet de kabels goed vast in de klemmenstroken en ontlast de bedrading op de juiste manier om overbelasting van de klemmenstroken te voorkomen. Losse verbindingen of kabelaansluitingen kunnen leiden tot abnormale warmteproductie of brand. Controleer, als u klaar bent met de installatie- of onderhoudswerkzaamheden, of er geen koudemiddel uit het systeem lekt in de vorm van gas. Als er koudemiddelgas in het huis lekt en in aanraking komt met een aerotemp, een oven of een ander heet oppervlak, worden er giftige gassen geproduceerd. Gebruik leidingen die en gereedschap dat geschikt is voor dit type koudemiddel. Het gebruik van bestaande onderdelen (voor R22) kan leiden tot storingen en ernstige ongevallen door barsten in procescircuits. Schakel de compressor uit voordat u het koudemiddelcircuit opent/doorbreekt. Als het koudemiddelcircuit wordt doorbroken/geopend terwijl de compressor draait, kan er lucht in het procescircuit stromen. Dit kan tot ongebruikelijk hoge druk in het procescircuit leiden, die barsten en persoonlijk letsel kan veroorzaken. Schakel bij service of inspectie de voeding uit. Als de voeding niet wordt uitgeschakeld, bestaat gevaar voor elektrische schokken en schade door de draaiende ventilator. Laat de eenheid niet draaien als er panelen of beschermingsmiddelen verwijderd zijn. Het aanraken van draaiende apparatuur, hete oppervlakken of onderdelen onder hoge spanning kan leiden tot letsel door beknelling, brandwonden of elektrische schokken. Schakel de stroom uit voordat u aan elektrische werkzaamheden begint. 2 Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie
5 Als u de stroom niet uitschakelt, kan dit leiden tot elektrische schokken, schade en een onjuiste werking van de apparatuur. Zorgvuldigheid Wees zorgvuldig bij het uitvoeren van de elektrotechnische werkzaamheden. Sluit de massakabel niet aan op de gasleiding, waterleiding, verlichtingsleiding of de massakabel van de telefoonleiding. Een onjuiste massaverbinding kan leiden tot fouten in eenheden, zoals elektrische schokken vanwege kortsluiting. Gebruik een hoofdschakelaar met voldoende uitschakelvermogen. Als de schakelaar onvoldoende uitschakelvermogen heeft, kunnen storingen en brand optreden. Gebruik altijd een zekering met de juiste capaciteit op de plekken waar zekeringen moeten worden gebruikt. Het aansluiten van de eenheid met draad van koper of ander metaal kan leiden tot storing in de eenheid en brand. Breng de kabels zo aan dat ze niet beschadigd raken door metalen kanten of beklemd zitten tussen panelen. Onjuist installeren kan elektrische schokken, warmteontwikkeling en brand veroorzaken. Installeer de eenheid niet in de buurt van locaties waar lekkage van brandbare gassen mogelijk is. Indien weggelekte gassen zich ophopen rondom de eenheid, kan er brand ontstaan. Installeer de eenheid niet op plaatsen waar corrosief gas (bijvoorbeeld nitreuze dampen) of brandbare gassen of stoom (bijvoorbeeld verdunner en petroleumgassen) zich kunnen vormen of ophopen of waar met vluchtige brandbare stoffen wordt gewerkt. Corrosief gas kan leiden tot corrosie aan de warmtewisselaar, breuken in kunststof onderdelen enz. en brandbare gassen of stoom kunnen brand veroorzaken. Gebruik de eenheid niet voor de speciale doeleinden, zoals opslag van voedsel, het koelen van precisie-instrumenten, conservering door bevriezing van dieren, planten of kunst. De artikelen kunnen hierdoor beschadigd raken. Installeer en gebruik het systeem niet in de buurt van apparatuur die elektromagnetische velden of hoogfrequente tonen genereert. Apparatuur zoals inverters, stand-bysets, hoogfrequente medische apparatuur en telecomapparatuur kan van invloed zijn op de eenheid en leiden tot storingen en uitval. De eenheid kan ook van invloed zijn op medische apparatuur en telecomapparatuur, zodat deze niet goed of helemaal niet werkt. Wees voorzichtig als u het apparaat met de hand draagt. Als de eenheid meer weegt dan 20 kg, moet deze worden gedragen door twee mensen. Draag handschoenen om het gevaar voor snijwonden tot een minimum te beperken. Gooi verpakkingsmateriaal op de juiste manier weg. Eventueel achterblijvend verpakkingsmateriaal kan leiden tot persoonlijk letsel. Het kan namelijk spijkers en hout bevatten. Raak geen knoppen aan met natte handen. Dit kan leiden tot elektrische schokken. Raak geen koudemiddelleidingen aan met uw handen terwijl het systeem in bedrijf is. Tijdens bedrijf worden de leidingen uitzonderlijk heet of uitzonderlijk koud, afhankelijk van de bedrijfsmethode. Dit kan leiden tot brandwonden of bevriezingswonden. Schakel de voeding niet uit direct nadat de werking is gestart. Wacht minimaal 5 minuten, omdat anders gevaar bestaat voor waterlekkage of uitval. Bedien het systeem niet met de hoofdschakelaar. Dit kan leiden tot brand of waterlekkage. Bovendien kan de ventilator onverwacht starten, wat tot persoonlijk letsel kan leiden. Met name voor eenheden bedoeld voor R410A - Gebruik alleen koudemiddel R410A. R410A houdt in dat de druk ongeveer 1,6 keer groter is dan bij conventionele koudemiddelen. - De vulaansluitingen op eenheden met R410A zijn verschillend in grootte om te voorkomen dat het systeem per ongeluk wordt gevuld met het verkeerde koudemiddel. - Gebruik geen vulflessen (charging bottles). Dit type flessen verandert de samenstelling van het koudemiddel, waardoor de prestaties van het systeem verslechteren. - Bij het bijvullen van koudemiddel moet het koudemiddel altijd in vloeibare vorm uit de fles komen. Serienummer Het serienummer vindt u rechtsonder op het voorpaneel en in het infomenu (menu 3.1). LET OP! Vermeld bij het doorgeven van een storing altijd het serienummer (14-cijferig) van het product. Landspecifieke informatie Handleiding voor installateur Deze installatiehandleiding moet bij de klant worden achtergelaten. Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie 3
6 Inspectie van de installatie Volgens de geldende voorschriften moet de verwarmingsinstallatie aan een inspectie worden onderworpen voordat deze in gebruik wordt genomen. De inspectie moet door een daartoe bevoegd persoon worden uitgevoerd. Vul de pagina in de Bedieningshandleiding met informatie over installatiegegevens in. Beschrijving Opmerkingen Handtekening Datum Bronvloeistof (pagina 15) Terugslagkleppen Systeem doorgespoeld Systeem ontlucht Antivries Expansievat Vuilfilter Overstortventiel Afsluiters Circulatiepompen ingesteld Verwarmingsmiddel (pagina 17) Terugslagkleppen Systeem doorgespoeld Systeem ontlucht Expansievat Vuilfilter Overstortventiel Afsluiters Circulatiepompen ingesteld Elektriciteit (pagina 21) Zekeringen warmtepomp Zekeringen woning Buitenvoeler Ruimtevoeler Stroomsensor Veiligheidsonderbreker Aardlekschakelaar Relaisuitgang voor noodstand 4 Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie
7 Contactgegevens AT KNV Energietechnik GmbH, Gahberggasse 11, 4861 Schörfling Tel: +43 (0) Fax: +43 (0) CH NIBE Wärmetechnik AG, Winterthurerstrasse 710, CH-8247 Flurlingen Tel: (52) Fax: (52) CZ Druzstevni zavody Drazice s.r.o, Drazice 69, CZ Benatky nad Jizerou Tel: Fax: nibe@nibe.cz DE NIBE Systemtechnik GmbH, Am Reiherpfahl 3, Celle Tel: 05141/ Fax: 05141/ info@nibe.de DK Vølund Varmeteknik A/S, Member of the Nibe Group, Brogårdsvej 7, 6920 Videbæk Tel: Fax: info@volundvt.dk FI NIBE Energy Systems OY, Juurakkotie 3, Vantaa Puh: Fax: info@nibe.fi GB NIBE Energy Systems Ltd, 3C Broom Business Park, Bridge Way, Chesterfield S41 9QG Tel: Fax: info@nibe.co.uk NL NIBE Energietechniek B.V., Postbus 2, NL-4797 ZG WILLEMSTAD (NB) Tel: Fax: info@nibenl.nl NO ABK AS, Brobekkveien 80, 0582 Oslo, Postadresse: Postboks 64 Vollebekk, 0516 Oslo Tel. sentralbord: post@abkklima.no PL NIBE-BIAWAR Sp. z o. o. Aleja Jana Pawła II 57, BIAŁYSTOK Tel: Fax: sekretariat@biawar.com.pl RU "EVAN" 17, per. Boynovskiy, Nizhny Novgorod Tel./fax info@evan.ru SE NIBE AB Sweden, Box 14, Hannabadsvägen 5, SE Markaryd Tel: +46-(0) Fax: +46-(0) info@nibe.se Voor landen die niet in deze lijst staan kunt u contact opnemen met Nibe Sweden of kunt u kijken op voor meer informatie. Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie 5
8 0 R 0 R 2 Bezorging en verwerking Transport De F1345 dient verticaal en droog te worden vervoerd en opgeslagen. De warmtepomp mag tijdens verplaatsing in een gebouw 45 naar achteren leunen. LET OP! De warmtepomp is topzwaar. Als de compressormodules er rechtop uit worden getrokken en getransporteerd, kan de F1345 op de achterkant getransporteerd worden. Voorzichtig! Zorg ervoor dat de warmtepomp niet kan kantelen tijdens transport. Montage Plaats F1345 op een stevige ondergrond die het gewicht kan dragen, bij voorkeur op een betonnen vloer of een betonnen fundament. Gebruik de verstelbare poten van het product voor een horizontale en stabiele installatie mm TIP De zijpanelen kunnen worden verwijderd om de installatie in het gebouw te vereenvoudigen. Verwijderen van de compressormodules De warmtepomp kan uiteen worden gehaald door de compressormodules uit de kast te trekken. Dit vereenvoudigt het transport en onderhoud. Raadpleeg het servicehoofdstuk in de bedieningshandleiding voor instructies over het uit elkaar halen. Het gebied waar de F1345 wordt geplaatst, moet zijn voorzien van afwatering in de vloer. De warmtepomp moet in een niet-geluidsgevoelige ruimte met de rugzijde tegen een buitenmuur worden gezet om storende geluiden tegen te gaan. Indien dit niet mogelijk is, moet de opstelling in nabijheid van slaapkamers of andere geluidsgevoelige kamers worden vermeden. Muren van geluidsgevoelige ruimten moeten met geluidsisolatie worden uitgerust, waar u de eenheid ook plaatst. Laat leidingen zodanig lopen dat ze niet worden bevestigd aan binnenmuren die aan een slaap- of woonkamer grenzen. Installatiegebied Laat een ruimte van 800 mm over aan de voorzijde van het product. Er is ongeveer 50 mm vrije ruimte vereist voor het openen van de panelen aan de zijkant. De zijpanelen hoeven niet te worden geopend tijdens onderhoudswerkzaamheden, want alle werkzaamheden aan de F1345 kunnen vanaf de voorkant worden uitgevoerd. Laat ruimte vrij tussen de warmtepomp en de muur erachter (en gelegde toevoerkabels en -leidingen) om de kans op het produceren van trillingen te verminderen. Voorzichtig! De warmtepomp mag niet worden verplaatst als alleen de onderste compressormodule eruit is getrokken. Als de warmtepomp niet op zijn plaats is vastgezet, moet de bovenste compressormodule altijd worden verwijderd voordat de onderste eruit kan worden getrokken. (50) (50) * Een normale installatie vereist mm (alle zijkanten) voor aansluiting op apparatuur, zoals niveaureservoirs, kleppen en elektrische apparatuur. 6 Hoofdstuk 2 Bezorging en verwerking
9 Geleverde componenten Zie aparte lijst met geleverde onderdelen. Locatie De set geleverde artikelen wordt boven op de warmtepomp geplaatst. Verwijderen van de buitenmantel Paneel aan voorzijde 2 1 LEK LEK 1. Verwijder de schroeven van de onderrand van het paneel aan de voorzijde. 2. Verwijder het paneel door deze aan de onderrand op te tillen. Zijpanelen LEK LEK LEK De zijpanelen kunnen worden verwijderd om de installatie te vergemakkelijken. 1. Verwijder de schroeven van de boven- en onderrand. 2. Draai het zijpaneel iets naar buiten. 3. Verplaats het zijpaneel naar achteren en iets naar buiten. 4. Trek het zijpaneel naar één zijde. 5. Trek het zijpaneel naar voren. Hoofdstuk 2 Bezorging en verwerking 7
10 3 Het ontwerp van de warmtepomp Algemeen LEK LEK 8 Hoofdstuk 3 Het ontwerp van de warmtepomp
11 Aansluiting van de leidingen XL 1 Aansluiting, toevoer verwarmingssyteem XL 2 Aansluiting, retour van verwarmingssysteem XL 6 Aansluiting, bronvloeistof in XL 7 Aansluiting, bronvloeistof uit VVAC-onderdelen EP 14 Compressormodule EP 15 Compressormodule Voelers, etc. BT 1 Buitenvoeler Elektrische onderdelen AA 2 Basiskaart AA 3 Ingangsprintplaat AA 4 Bedieningseenheid XJ 9 XJ 10 SF 1 Connector, compressormodule EP15 Connector, compressormodule EP14 Schakelaar Diversen PF 1 Typeplaatje PF 2 Typeplaatje, compressormodule PF 3 Serienummerplaatje UB 1 Kabeldoorvoer, inkomende elektriciteit UB 2 Kabeldoorvoer, stroom UB 3 Kabeldoorvoer, signaal Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaarden IEC en AA4-XJ3 USB-uitlaat (geen functie) AA 7 AA 26 FC 1 K1 K2 K3 K4 K5 X1 X2 X3 X4 X5 X6 X7 X8 XJ 1 XJ 2 XJ 3 XJ 4 XJ 5 XJ 6 XJ 7 XJ 8 AA4-XJ4 Service-uitlaat (geen functie) Extra relaisprintplaat Basiskaart 2 Automatische zekering Noodstandrelais Relais, externe circulatiepomp (alleen 40 en 60 kw) Relais, externe circulatiepomp (alleen 40 en 60 kw) Relais, externe circulatiepomp (alleen 40 en 60 kw) Relais (alleen 24 en 30 kw) Klemmenstrook, ingaande voeding Klemmenstrook, terugslagklep, externe circulatiepomp bronsysteem (alleen 40 en 60 kw) en externe bedrijfsspanning (bij tariefregeling) Klemmenstrook, stapgeregelde bijverwarming Klemmenstrook, noodstandrelais Klemmenstrook, hoofdalarm Klemmenstrook, communicatie, sensoren en softwaregeregelde ingangen Klemmenstrook, regelsignaal externe circulatiepomp bronsysteem (alleen 40 en 60 kw) Klemmenstrook Connector, voeding voor compressor, compressormodule EP14 Connector, voeding voor compressor, compressormodule EP15 Connector, compressormodule EP14 Connector, circulatiepomp bronsysteem, compressormodule EP14 (alleen 24 en 30 kw) Connector, circulatiepomp verwarmingssysteem, compressormodule EP14 Connector, compressormodule EP15 Connector, circulatiepomp bronsysteem, compressormodule EP15 (alleen 24 en 30 kw) Connector, circulatiepomp verwarmingssysteem, compressormodule EP15 Hoofdstuk 3 Het ontwerp van de warmtepomp 9
12 Elektriciteitsmodules F kw, 3x400 V LEK F kw, 3x400 V LEK F en 60 kw, 3x400 V LEK Elektrische onderdelen AA 10 Softstart-kaart FC 2 Motorbeveiliging QA 10 Magneetrelais, compressor QA 11 Magneetrelais, compressor Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaarden IEC en Hoofdstuk 3 Het ontwerp van de warmtepomp
13 Koudemiddelgedeelte F en 30 kw, 3x400 V LEK F en 60 kw, 3x400 V LEK LEK LEK LEK LEK Hoofdstuk 3 Het ontwerp van de warmtepomp 11
14 Aansluiting van de leidingen XL 20 Serviceaansluiting, hogedruk XL 21 Serviceaansluiting, lagedruk VVAC-onderdelen GP 1 Circulatiepomp GP 2 Circulatiepomp van het bronsysteem QM 1 Aftappen, afgiftesysteem QM 2 Aftappen, bronsysteem Voelers, etc. BP 1 Hogedrukpressostaat BP 2 Lagedrukpressostaat BP 8 Sensor, lage druk BT 3 Temperatuurvoelers, retour verwarmingssysteem BT 10 Temperatuurvoeler, bronvloeistof in BT 11 Temperatuurvoeler, bronvloeistof uit BT 12 Temperatuurvoeler, condensor aanvoerleiding BT 14 Temperatuurvoeler, heet gas BT 15 Temperatuurvoeler, vloeistofleiding BT 17 Temperatuurvoeler, aanzuiggas Elektrische onderdelen AA 100 Gezamenlijke kaart EB 10 Compressorverwarming Koedemiddelonderdelen EP 1 Verdamper EP 2 Condensor GQ 10 Compressor HS 1 Droogfilter QN 1 Expansieventiel Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaarden IEC en Hoofdstuk 3 Het ontwerp van de warmtepomp
15 4 Aansluiting van de leidingen Algemeen De leidingen moeten worden aangesloten volgens de geldende normen en voorschriften. De F1345 kan werken met een retourtemperatuur van maximaal 58 C en een uitgaande temperatuur vanuit de warmtepomp van 65 C. De F1345 is niet voorzien van interne afsluiters. Deze moeten worden geïnstalleerd om toekomstig onderhoud te vereenvoudigen. Voorzichtig! Voordat de warmtepomp wordt aangesloten, moet het leidingsysteem worden doorgespoeld om te voorkomen dat componenten beschadigd of verstopt raken door verontreinigingen. Systeemschema De F1345 bestaat uit twee warmtepompmodules, circulatiepompen en een regelsysteem plus een mogelijke bijverwarming. De F1345 is aangesloten op het bron- en verwarmingssysteem. In de verdamper van de warmtepomp geeft de bronvloeistof (water vermengd met antivries, glycol of ethanol) haar energie af aan het koudemiddel dat wordt verdampt om in de compressor te worden gecomprimeerd. Het koudemiddel, waarvan de temperatuur intussen is toegenomen, wordt naar de condensor geleid, waar het haar energie aan het verwarmingssysteem en aan een eventueel aangesloten boiler afgeeft. Indien er meer vraag is naar verwarming/warmtapwater dan de compressoren kunnen leveren, is het mogelijk om een extern elektrisch verwarmingselement aan te sluiten. Voorzichtig! Soldeer niet rechtstreeks op de leidingen van de warmtepomp. Dit vanwege interne sensoren. Er moet gebruik worden gemaakt van een knelkoppeling of een perskoppeling. Symboolverklaring Symbool Betekenis Ontluchtingsklep Afsluiter Terugslagklep Shunt-/regelafsluiter Overstortventiel Temperatuurvoeler Expansievat EP 14 EP 15 XL 1 XL 2 XL 6 XL 7 Compressormodule Compressormodule Aansluiting, toevoer verwarmingssyteem Aansluiting, retour van verwarmingssysteem Aansluiting, bronvloeistof in Aansluiting, bronvloeistof uit P Drukmeter Circulatiepomp Vuilfilter Hulprelais Compressor Warmtewisselaar Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 13
16 Afmetingen en waterzijdige aansluitingen Afmetingen leiding Aansluiting (XL1) Toevoer verwarmingsmiddel, externe draad (XL2) Retour verwarmingsmiddel, externe draad (XL6) Bronvloeistof in, externe draad (XL7) Bronvloeistof uit, externe draad G2" G2" G2" G2" 14 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen
17 Bronsysteem Collector Type 24 kw 30 kw 40 kw 60 kw Grondwarmte, aanbevolen collectorlengte (m) 3x350-4x400 3x450-4x450 4x500-6x500 6x450-8x450 Gesteentewarmte, aanbevolen actieve boordiepte (m) 2x180-3x180 3x150-5x150 4x170-5x200 6x150-8x180 Bij gebruik van PEM-slang 40x2,4 PN 6,3. Dit zijn ruwe voorbeeldwaarden. Bij installatie moeten de juiste berekeningen worden uitgevoerd aan de hand van de omstandigheden ter plaatse. LET OP! De lengte van de collectorslang varieert en is afhankelijk van de eigenschappen van gesteente/bodem, de klimaatzone en het afgiftesysteem (radiatoren of vloerverwarming). Max. lengte per lus van de collector mag niet langer zijn dan 500 m. De collectoren moeten altijd parallel worden aangesloten met de mogelijkheid om de aanvoer voor de betreffende lus(sen) bij te stellen. Bij horizontale collector moet de slang op een diepte worden aangebracht die wordt bepaald door de omstandigheden ter plaatse en moet de afstand tussen de slangen minstens 1 meter zijn. Voor meerdere boorgaten moet de afstand tussen de gaten worden bepaald aan de hand van de omstandigheden ter plaatse. Zorg ervoor dat de horizontale collectorslang voortdurend omhoog loopt naar de warmtepomp. Hierdoor worden luchtbellen in het systeem voorkomen. Indien dit niet mogelijk is, dienen er ontluchtingsmogelijkheden te worden aangebracht. Indien de temperatuur van het bronsysteem tot onder 0 C kan dalen, moet het water tegen bevriezing worden beveiligd tot -15 C. Een goede richtwaarde voor het berekenen van het volume is 1 liter voorgemengde bronvloeistof per meter collectorslang (bij gebruik van PEM-slang 40x 2,4 PN 6,3). Het bronsysteem aansluiten De leidingaansluitingen zitten aan de achterkant van de warmtepomp. Isoleer alle binnenleidingen in het gebouw voor de bronvloeistof tegen condensatie. Voorzichtig! Er kan condens van het expansievat druppelen. Plaats het reservoir daarom zodanig dat andere apparatuur niet kan worden beschadigd. LET OP! Monteer indien nodig ontluchtingskleppen in het bronsysteem. Geef op het bronsysteem aan welk antivriesmiddel er is gebruikt. Installeer de meegeleverde veiligheidsklep bij het expansievat, zoals aangegeven in de schematische weergave. De afvoerleiding moet over de hele lengte vanaf het overstortventiel omlaag lopen om waterzakken te voorkomen. Bovendien moet de leiding vorstvrij zijn aangelegd. Installeer afsluiters zo dicht mogelijk bij de warmtepomp, zodat de aanvoer naar afzonderlijke compressormodules kan worden uitgeschakeld. Er zijn extra veiligheidskleppen nodig tussen het vuilfilter en afsluiters (volgens de schematische weergave). Monteer het bijgeleverde vuilfilter in de retourleiding. Breng de meegeleverde terugslagkleppen aan in de uitgaande toevoerleiding. Bij een open bronwatersysteem moet er, met het oog op verontreiniging en bevriezingsgevaar in de verdamper, een tussenliggend en tegen bevriezing beveiligd circuit worden geïnstalleerd. Hiervoor is een extra warmtewisselaar nodig. P LET OP! Omdat de temperatuur van het bronsysteem varieert al naargelang de warmtebron, moet het menu "bronpomp al.instelling" worden ingesteld op de juiste waarde. Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 15
18 Aansluiten van externe circulatiepomp bronsysteem (alleen 40 en 60kW) Installeer de circulatiepomp bronsysteem (GP16) volgens de circulatiepomphandleiding voor aansluiting van ingaande bronvloeistof (EP14-XL6) en (EP15-XL6) tussen de warmtepomp en de afsluiter (zie afbeelding). In bepaalde landen wordt de circulatiepomp bronsysteem niet meegeleverd (zie lijst met geleverde artikelen). Expansievat Het bronsysteem moet worden voorzien van een expansievat. Het bronsysteem moet op een druk van minimaal 0,05 MPa (0,5 bar) worden gebracht. Om bedrijfsstoringen te voorkomen, moet de maat van het expansievat worden bepaald aan de hand van het volgende schema. De grafieken tonen het temperatuurbereik van 10 C tot +20 C bij een voordruk van 0,05 MPa (0,5 bar) en een openingsdruk van 0,3 MPa (3,0 bar) voor de veiligheidsklep. Ethanol 28% (volumepercentage) In installaties met ethanol (28% volumepercentage) als bronvloeistof moet het expansievat qua afmeting overeenkomen met het volgende schema Voorzichtig! Isoleer de circulatiepomp bronsysteem om condensvorming te voorkomen (zonder het aftapgat te bedekken) Ethyleenglycol 40% (volumepercentage) In installaties met ethyleenglycol (40% volumepercentage) als bronvloeistof moet het expansievat qua afmeting overeenkomen met het volgende schema Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen
19 Verwarmingssysteem Aansluiten van het afgiftesysteem Een afgiftesysteem is een systeem dat het binnencomfort regelt met behulp van het regelsysteem in de F1345 en bijvoorbeeld radiatoren, vloerverwarming/koeling, ventilatorconvectoren enz. De leidingaansluitingen zitten aan de achterkant van de warmtepomp. Installeer de vereiste veiligheidsvoorzieningen en afsluiters (zo dicht mogelijk bij de warmtepomp, zodat de aanvoer naar afzonderlijke compressormodules kan worden uitgeschakeld). Monteer het bijgeleverde vuilfilter in de retourleiding. Het overstortventiel moet een openingsdruk hebben van maximaal 0,6 MPa (6,0 bar) en moet op de retourleiding van het verwarmingssysteem worden gemonteerd. De afvoerleiding moet over de hele lengte vanaf het overstortventiel omlaag lopen om waterzakken te voorkomen. Bovendien moet de leiding vorstvrij zijn aangelegd. Bij aansluiting op een systeem met thermostaatkranen op alle radiatoren moet er een by-pass, overstortventiel of buffer worden gemonteerd of moet er een aantal thermostaatkranen worden verwijderd om voldoende doorstroming te waarborgen. Breng de meegeleverde terugslagkleppen aan in de uitgaande toevoerleiding. LET OP! Monteer indien nodig ontluchtingskleppen in het afgiftesysteem. LET OP! De warmtepomp is zo ontworpen, dat warmteproductie kan plaatsvinden met één of twee compressormodules. Dit brengt echter wel verschillen met zich mee in leidingwerk of elektrische installaties. Boiler De boiler aansluiten Een eventueel aangesloten boiler moet worden voorzien van de benodigde afsluiters. De mengklep kan worden geïnstalleerd indien de instelling dusdanig wordt gewijzigd, dat de temperatuur boven 60 C kan stijgen. De instelling voor warmtapwater wordt verricht in menu Het overstortventiel moet een maximale openingsdruk hebben conform de boilerhandleiding en moet worden geïnstalleerd op de binnenkomende tapwaterleiding. De afvoerleiding moet over de hele lengte vanaf het overstortventiel omlaag lopen om waterzakken te voorkomen. Bovendien moet de leiding vorstvrij zijn aangelegd. LET OP! De warmwaterproductie wordt geactiveerd in menu 5.2 of in de startgids. LET OP! De/het warmtepomp/systeem is zo ontworpen, dat warmtapwaterproductie kan plaatsvinden met één of meer compressormodules. Dit brengt echter wel verschillen met zich mee in leidingwerk of elektrische installaties. Vaste aanvoertemperatuur Als de F1345 met de boiler met vaste aanvoertemperatuur moet werken, moet u een externe aanvoersensor (BT25) aansluiten. Zie de beschrijving op pagina 23. Bovendien moet u de volgende menu-instellingen uitvoeren. Menu min. aanvoer temp stapverschil compressors max. aanvoertemp max. versch. aanvoertemp., max. versch. compressor max. versch. aanvoertemp., max. versch. bijverwarming bedr.modus circulatiepomp bedr.modus Menu-instelling (plaatselijke variaties kunnen vereist zijn) 50 C 0,5 C zelfde als boven 3 C 2 C intermitterend handmatig Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 17
20 18 Aansluitopties De F1345 kan op verschillende manieren worden aangesloten, waarvan enkele hieronder worden weergegeven. Zie voor meer informatie over opties en de respectievelijke montage-instructies voor de gebruikte accessoires. Zie pagina 37 voor een lijst met accessoires die kunnen worden gebruikt met de F1345. Uitleg CL11 Zwembadsysteem AA5 Accessoirekaart BT51 Temperatuursensor, zwembad EP5 Wisselaar, zwembad GP9 Circulatiepomp, zwembad HQ41 Vuilfilter, zwembad QN19 Driewegklep, zwembad RN42 Inregelklep EB1 Externe bijverwarming CM5 Expansievat, gesloten EB1 Externe elektrische bijverwarming FL10 Overstortventiel, verwarmingssysteem QM42 - QM43Afsluiter, verwarmingssysteem RN11 Inregelklep EB100 Warmtepompsysteem (Master) BT1 Temperatuursensor, buiten BT6 Temperatuurvoeler, warmtapwater verwarmen BT25 Temperatuursensor, aanvoer verwarmingsmiddel, extern BT71 Temperatuursensor, retour verwarmingssysteem, extern EB100 Warmtepomp, F1345 EP14 Compressormodule A EP15 Compressormodule B FL11 - FL12 Overstortventiel, bronsysteem FL13 - FL14 Overstortventiel, verwarmingssysteem HQ12 - HQ15 Vuilfilter QM50 - QM53Afsluiter, bronsysteem QM54 - QM57Afsluiter, verwarmingssysteem QN10 Wisselklep, verwarming/warmtapwater RM10 - RM13 Terugslagklep EB101 Warmtepompsysteem (Slave 1) EB101 Warmtepomp, F1345 EP14 Compressormodule A EP15 Compressormodule B FL11 - FL12 Overstortventiel, bronsysteem FL13 - FL14 Overstortventiel, verwarmingssysteem HQ12 - HQ15 Vuilfilter QM50 - QM53Afsluiter, bronsysteem QM54 - QM57Afsluiter, verwarmingssysteem RM10 - RM13 Terugslagklep EM1 Externe bijverwarming AA5 Accessoirekaart BT52 Temperatuursensor, boiler Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen CM5 Expansievat, gesloten EM1 Gasketel FL10 Overstortventiel, verwarmingssysteem KA1 Hulprelais, externe bijverwarming QN11 Mengklep, bijverwarming EP21 Afgiftesysteem 2 AA5 Accessoirekaart BT2 Temperatuurvoelers, toevoer verwarmingssysteem BT3 Temperatuurvoelers, retour verwarmingssysteem GP20 Circulatiepomp QN25 Regelafsluiter Diversen AA5 Accessoirekaart BP6 Manometer, bronsysteem BT70 Temperatuursensor, aanvoer warmtapwater CP10, CP11 Warmwater boiler met opwarm spiraal CM1 Expansievat, gesloten, verwarmingssysteem CM3 Expansievat, gesloten, bronsysteem EB2 Elektrische bijverwarming EB10 Boiler EP12 Collector, bronsysteem FL2 Overstortventiel, verwarmingssysteem FL3 Overstortventiel, bron FQ1 Mengklep, warmtapwater GP10 Circulatiepomp, verwarming extern GP11 Circulatiepomp, warmtapwatercirculatie KA1 Hulprelais, elektrisch verwarmingselement QM11 Vulklep, verwarmingssysteem QM20 Ontluchtingsklep, verwarmingssysteem QM21 Ontluchtingsklep, bronsysteem QM33 Afsluiter, aanvoer bronvloeistof QM34 Afsluiter, bronvloeistof retour RM42 - RM43 Terugslagklep RN41, RN60 - Inregelklep RN63 XD1 Aansluitkast XL27 - XL28 Aansluiting, vullen bronvloeistof Aanduidingen volgens standaarden en
21 Voorbeeld - F1345 aangesloten op elektrische bijverwarming en boiler (stooklijnregeling) -EB1 -FL10 -CM5 -EB1 -QM42 -QM43 -RN11 -GP10 -RM42 -EB100-BT25 -EB100-BT71 -BP6 P -QM21 -FL3 -CM3 -QM33 -EB100 -BT1 -XL27 -XL28 -QM34 -FL12 -QM53 -EB100 -HQ13 -EP15 -RM13 -QM57 -EB100 -QN10 -CP10 -EP12 -QM52 -RM11 -FL11 -QM51 -HQ12 -QM50 -RM10 -EP14 -HQ15 -QM56 -FL14 -RM12 -QM55 -HQ14 -QM54 -FL13 -AA5 -EB100 -BT6 -XD1 -KA1 -EB2 -QM11 -FL2 -CM1 -QM20 De warmtepomp (EB100) geeft voorrang aan de productie van warmtapwater met het halve vermogen (compressormodule EP14) via een wisselklep (QN10). Als de boiler/accumulatortank (CP10) volledig geladen is, schakelt (EB100-QN10) over naar het verwarmingscircuit. Als er warmtevraag is, start eerst compressormodule (EP15). Bij een grotere vraag start compressormodule (EP14) ook voor verwarming. De bijverwarming (EB1) wordt automatisch aangesloten zodra de energiebehoefte de capaciteit van de warmtepomp overtreft. Als de boiler/accumulatortank (CP10) is voorzien van een elektrisch verwarmingselement (EB2) en een aansluitdoos (XD1), kunnen de functies "tijdelijk in luxe" en "periodieke verhogingen" worden gebruikt. Een schakelrelais wordt aanbevolen. Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 19
22 Voorbeeld 2-2x F1345 aangesloten op oliebijverwarming, zwembad en boiler (stooklijnregeling) -EM1 -EP21 -CM5 -EM1 -FL10 -BT52 -KA1 -AA5 -AA5 -QN25 -BT2 -BT3 -GP20 -QN11 -GP10 -EB100-BT25 -EB100-BT71 -RM42 -CM3 -BP6 P -QM21 -FL3 -QM33 -EB101 -EB101 -QM53 -HQ13 -FL12 -QM52 -RM11 -EP15 -RM13 -HQ15 -QM57 -QM56 -CL11 -QN19 -AA5 -RN42 -EP5 -GP9 -BT51 -HQ41 POOL -QM51 -HQ12 -EP14 -FL14 -RM12 -QM55 -FL11 -QM50 -RM10 HQ14 -QM54 -EB100 -BT1 -FL13 -AA5 -RN61 -RN63 -RN41 -RM43 -FQ1 -GP11 -BT70 -EB100 -RN60 -RN62 -QM53 -HQ13 -EP15 -RM13 -QM57 -EB100 -CP10 -QN10 -CP11 -EB10 -XL27 -XL28 -QM34 -QM52 -FL12 -RM11 -QM51 -HQ12 -EP14 -HQ15 -QM56 -FL14 -RM12 -QM55 -EB100 -BT6 -EP12 -QM50 -FL11 -RM10 -HQ14 -QM54 -FL13 -QM11 -FL2 -QM20 -CM1 De warmtepomp (EB100) geeft voorrang aan de productie van warmtapwater met het halve vermogen (compressormodule EP14) via een wisselklep (EB100-QN10). Als de boiler/accumulatortank (CP10 en CP11) volledig geladen is, schakelt (EB100-QN10) over naar het verwarmingscircuit. De andere helft van het vermogen (compressormodule (EP14) geeft voorrang aan zwembadverwarming via een wisselklep (CL11-QN19). Als het zwembad verwarmd is, schakelt (CL11-QN19) over naar het verwarmingscircuit. Als er warmtevraag is, start eerst compressormodule (EP15) in warmtepomp (EB101). Bij een grotere vraag start compressormodule (EP14) ook in (EB101) voor verwarming. De bijverwarming (EM1) wordt automatisch aangesloten zodra de energiebehoefte de capaciteit van de warmtepomp overtreft. Als de boiler/accumulatortank (CP10) is voorzien van een elektrisch verwarmingselement en een aansluitdoos, kan de functie "tijdelijk in luxe" worden gebruikt. Een schakelrelais wordt aanbevolen. 20 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen
23 5 Elektrische aansluitingen Algemeen Alle elektrische apparatuur met uitzondering van de buitensensoren, ruimtesensoren en de stroomsensoren is af fabriek al aangesloten. Voor 40 en 60 kw vinden levering en installatie van de circulatiepomp bronsysteem buiten de warmtepomp plaats (geldt niet voor alle landen, zie lijst met geleverde artikelen). Voorafgaand aan een isolatietest van de woning moet de warmtepomp worden losgekoppeld. Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschakelaar, moet elke F1345 worden voorzien van een afzonderlijke aardlekschakelaar. Indien van een automatische zekering gebruik wordt gemaakt, moet deze minimaal motorkarakteristiek C hebben. Zie pagina 39 voor de grootte van de zekering. Zie voor het bedradingsschema van de warmtepomp pagina 43. Communicatie- en sensorkabels naar externe aansluitingen moeten niet dichtbij hoogspanningskabels worden gelegd. De minimale doorsnede van de communicatie- en sensorkabels naar externe aansluitingen dient 0,5 mm² met een max. lengte van 50 m te bedragen, bijvoorbeeld EKKX of LiYY of gelijkwaardig. Gebruik voor het trekken van kabels in de F1345 kabeldoorvoeren (bijv. UB2, stroomkabels en UB3, signaalkabels, zie tekening). Zet de kabels met kabelbandjes vast in de openingen in het paneel (zie afbeelding). Automatische zekering Het bedrijfscircuit van warmtepomp en een groot deel van de interne componenten daarvan zijn intern gezekerd door een automatische zekering (FC1). Motorbeveiliging De motorbeveiligingen (EP14-FC2) en (EP15-FC2) onderbreken de stroom naar de betreffende compressor indien de stroomsterkte te hoog is. LEK LEK Resetten De motorbeveiligingen (EP14-FC2) en (EP15-FC2) zijn toegankelijk achter het voorpaneel. U kunt de betreffende beveiliging resetten door de selectieknop horizontaal te draaien. Voorzichtig! De schakelaar (SF1) mag niet in de stand "" of " " worden gezet voordat de boiler met water is gevuld. Als dat wel gebeurt, kan de compressor beschadigd raken. LET OP! Controleer de automatische zekering en de motorbeveiligingen. Het kan zijn dat deze tijdens het transport zijn uitgeschakeld. Voorzichtig! De elektrische installatie en het onderhoud moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een erkend elektrotechnisch installateur. Schakel, voordat u met het onderhoud aanvangt, de stroom uit met de werkschakelaar. De elektrische installatie en de bedrading moeten conform de geldende voorschriften worden uitgevoerd. Voorzichtig! Raadpleeg de schematische weergave van uw systeem voor de plaatsing van de temperatuursensor. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 21
24 Kabelslot Gebruik een geschikt hulpmiddel om de kabels los te maken/ te vergrendelen in de klemmenstroken van de warmtepomp. LEK Aansluiten van externe circulatiepomp bronsysteem (alleen 40 en 60kW) Sluit de externe circulatiepomp (GP16) zoals afgebeeld aan op de klemmenstrook X2:16 (PE), X2:17 (230 V) en X2:18 (N). Sluit de motorbeveiliging voor de externe circulatiepomp (GP16:FC1) zoals afgebeeld aan op de klemmenstrook X2:14 en X2:15. In bepaalde landen wordt de circulatiepomp bronsysteem niet meegeleverd (zie lijst met geleverde artikelen). 3,5 mm 1 mm Aansluitingen Voorzichtig! Om interferentie te voorkomen, mogen niet-afgeschermde communicatie- en/of sensorkabels naar externe aansluitingen niet dichter dan 20 cm bij een hoogspanningskabel worden gelegd. Spanningaansluiting De F1345 moet worden geïnstalleerd via een isolatorschakelaar met een schakelafstand van min. 3 mm. De min. kabeldikte moet worden afgestemd op de gebruikte zekeringcapaciteit. De meegeleverde kabel voor ingaande voeding wordt aangesloten op klemmenstrook X1. Voorzichtig! F1345 Externt PE L N Als de circulatiepompen bronsysteem bij het opstarten niet correct zijn aangesloten, ontvangt de warmtepomp een alarm. Aansluiten van externe bedrijfsspanning voor het regelsysteem LEK Voorzichtig! PE N L1 L2 L3 De F1345 beschikt over een scrollcompressor, wat inhoudt dat het belangrijk is dat elektrische aansluitingen met de juiste fasevolgorde worden verricht. Met een onjuiste fasevolgorde start de compressor niet en wordt er een alarm weergegeven. Voorzichtig! Merk alle elektrische schakelkasten met waarschuwingsstickers voor externe spanning. Bij de aansluiting van de externe bedrijfsspanning met aparte aardlekschakelaar moeten de kabels tussen klemmenstrook X2:1 en X2:4 en tussen klemmenstrook X2:2 en X2:5 worden verwijderd (zie afbeelding). Bedrijfsspanning (1x230 V+N+PE) is aangesloten op X2:3 (PE), X2:4 (N) en X2:5 (L) (zoals afgebeeld) Tariefregeling Als de spanning voor de compressoren gedurende een bepaalde periode wegvalt, moeten deze gelijktijdig worden geblokkeerd via de softwaregeregelde ingang (AUXingang) om een alarm te voorkomen, zie pagina 28. Tegelijkertijd moet er externe bedrijfsspanning voor het regelsysteem worden aangesloten op de warmtepomp, zie pagina 22. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen F1345 Externt PE N L
25 Buitenvoeler Monteer de buitentemperatuurvoeler (BT1) op een beschaduwde plaats aan de noord- of noordwestzijde, zodat de werking ervan niet kan worden verstoord door de ochtendzon. Sluit de sensor aan op klemmenstrook X6:13 en X6:GND. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm² dik. Indien er een mantelbuis wordt gebruikt, moet deze worden afgesloten om condens in de behuizing van de voeler te voorkomen. Temperatuursensor, warmtapwater boven Er kan een temperatuursensor voor warmtapwater bovenin (BT7 ) worden aangesloten op de F1345 om de watertemperatuur bovenin de boiler te meten (indien mogelijk). Sluit de sensor aan op klemmenstrook X6:20 en X6:GND. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm² dik. GND GND GND GND F1345 Externt F1345 Externt Temperatuurvoeler, warmtapwater verwarmen De temperatuursensor, warmtapwaterproductie (BT6) zit in de dompelbuis van de boiler. Sluit de sensor aan op klemmenstrook X6:16 en X6:GND. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm² dik. Warmtapwaterproductie wordt geactiveerd in menu 5.2 of in de startgids GND GND Temperatuursensor, verbinding externe aanvoer Sluit temperatuursensor, externe aanvoer (BT25) aan op klemmenstrook X6:15 en X6:GND. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm² dik. F1345 Externt GND GND GND F1345 Externt Temperatuursensor, externe retourleiding Sluit temperatuursensor, externe retourleiding (BT71) aan op klemmenstrook X6:21 en X6:GND. Gebruik een 2- aderige kabel van minimaal 0,5 mm² dik. GND GND GND F1345 Externt Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 23
26 Optionele aansluitingen Master/Slave Er kunnen meerdere warmtepompen (F1345) onderling worden verbonden door één warmtepomp als master te selecteren en de rest als slaves. De warmtepomp wordt altijd als master geleverd en er kunnen maximaal 8 slaves op worden aangesloten. In systemen met meerdere warmtepompen moet elke pomp een unieke naam hebben, d.w.z. dat er slechts één warmtepomp "Master" kan zijn en slechts één bijvoorbeeld "Slave5". Master/slaves stelt u in in menu Externe temperatuursensoren en regelsignalen mogen alleen op de master worden aangesloten, met uitzondering van externe regeling van de compressormodule en wisselklep(pen) (QN10), waarvan op elke warmtepomp één kan worden aangesloten. Zie pagina 27 voor het aansluiten van de wisselklep (QN10). Sluit de communicatiekabels zoals afgebeeld in serie aan op de klemmenstrook X6:5 (A), X6:6 (B) en X6:7 (GND) tussen de warmtepompen. Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk A B GND A B GND A B GND A B GND A B GND 24 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen
27 Laadmonitor Als er in het gebouw veel stroomverbruikers zijn ingeschakeld terwijl de elektrische bijverwarming in bedrijf is, bestaat het risico dat de hoofdzekering doorslaat. De warmtepomp heeft ingebouwde vermogensschakelaars die de elektrische stappen controleren voor de elektrische bijverwarming door bij overbelasting in een fase stap voor stap uit te schakelen. Er wordt opnieuw ingeschakeld wanneer het andere stroomverbruik is afgenomen. Aansluiten van stroomsensoren Om de stroom te meten, moet er een stroomsensor (BE1 - BE3) worden gemonteerd op iedere ingaande faseleiding in de verdeelkast. De verdeelkast is een prima plek voor de installatie. Sluit de stroomsensoren aan op een meeraderige kabel in een behuizing naast de verdeelkast. Gebruik tussen behuizing en warmtepomp een meeraderige kabel van min. 0,5 mm² dik. Sluit de kabel naar klem X6:10 aan op 12 en X6:GND waar X6:GND de gezamenlijke klemmenstrook is voor de drie stroomsensoren. De grootte van de hoofdzekering van het gebouw kan worden ingesteld in menu Inkommande el PEN L1 L 2 L 3 Ruimtevoeler De F1345 kan met een ruimtesensor (BT50) worden uitgebreid. De ruimtetemperatuursensor heeft maximaal drie functies: 1. Weergave van de huidige kamertemperatuur in het display van de warmtepomp. 2. Optie om de gewenste kamertemperatuur in C te veranderen. 3. Mogelijkheid tot wijzigen/stabiliseren van de aanvoertemperatuur op basis van de kamertemperatuur. Installeer de sensor op een neutrale plaats aan de wand waar de insteltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is op een vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven de grond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het meten van de juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd, wat het geval is als de sensor in een nis, tussen planken, achter een gordijn, boven of nabij een warmtebron, in een tochtstroom van een buitendeur of in direct zonlicht wordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorthermostaten kunnen problemen veroorzaken. De warmtepomp werkt zonder de sensor, maar indien de gebruiker de binnentemperatuur van de woning wil aflezen op de display van de F1345, moet de sensor worden geïnstalleerd. Sluit de ruimtesensor aan op X6:14 en X6:GND. Indien de voeler wordt gebruikt om de kampertemperatuur te wijzigen in C en/of om de kamertemperatuur te wijzigen/stabiliseren, moet de sensor worden geactiveerd in menu Indien de ruimtevoeler wordt gebruikt in een kamer met vloerverwarming, dient deze uitsluitend een weergavefunctie te hebben en geen controlerende functie van de kamertemperatuur. Elcentral Värmepump GND GND F1345 Externt GND GND F1345 Externt LET OP! Wijzigingen van temperatuur in de woning nemen tijd in beslag. Korte perioden in combinatie met vloerverwarming leveren bijvoorbeeld geen merkbaar verschil op in de kamertemperatuur. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 25
28 Stapgeregelde bijverwarming Voorzichtig! Merk alle elektrische schakelkasten met waarschuwingsstickers voor externe spanning. Externe stapgeregelde bijverwarming kan worden aangestuurd door maximaal drie potentiaalvrije relais in de warmtepomp (3-staps lineair of 7-staps binair). Met het accessoire AXC 50 worden nog eens drie potentiaalvrije relais gebruikt voor bijverwarmingsregeling, wat maximaal 3+3 lineaire of 7+7 binaire stappen oplevert. Stapinschakeling vindt plaats met een minimaal interval van 1 minuut en stapuitschakelingen met een minimaal interval van 3 seconden. Stap 1 wordt aangesloten op klemmenstrook X3:1 en 2. Stap 2 wordt aangesloten op klemmenstrook X3:3 en 4. Stap 3 wordt aangesloten op klemmenstrook X3:5 en 6. De instellingen voor stapgeregelde bijverwarming worden verricht in menu en menu Alle bijverwarming kan worden geblokkeerd door een potentiaalvrije schakelaar aan te sluiten op de softwaregeregelde ingang, klemmenstrook X6 (zie pagina 28), die wordt geselecteerd in menu 5.4. Relaisuitgang voor noodstand Voorzichtig! Merk alle elektrische schakelkasten met waarschuwingsstickers voor externe spanning. Als schakelaar (SF1) wordt ingesteld op " " (noodstand), worden de interne circulatiepompen (EP14-GP1 en EP15-GP1) geactiveerd en het potentiaalvrije variabele noodstandrelais (K1). Externe accessoires worden ontkoppeld. Het noodstandrelais kan worden gebruikt om externe bijverwarming te activeren. Er moet dan een externe thermostaat worden aangesloten op het regelcircuit om de temperatuur te regelen. Zorg ervoor dat het verwarmingsmiddel door de externe bijverwarming circuleert. F1345 Externt A1 A F1345 Externt LET OP! Er wordt geen warmtapwater geproduceerd als de noodstand geactiveerd is. A1 A2 Als de relais gebruikt moeten worden voor bedrijfsspanning, verbindt u de voeding van X2:6 door naar X3:2, X3:4 en X3:6. Sluit de nul van een externe bijverwarming aan op X2: F1345 Externt N L Als het relais gebruikt gaat worden voor bedrijfsspanning, verbindt u de voeding vanuit klemmenstrook X2:6 door naar X4:1 en sluit u de nul en bedrijfsspanning van de externe bijverwarming aan op X2:8 (N) en X4:3 (L). 26 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen
29 Wisselkleppen F1345 kan worden aangevuld met een externe wisselklep (QN10) voor warmtapwaterregeling (zie pagina 37 voor accessoire). GND GND GND GND Sluit de externe wisselklep (QN10) zoals afgebeeld aan op klemmenstrook X2:10, X2:12 en X2:13. Als er meerdere warmtepompen zijn aangesloten als master/slave, sluit u de wisselklep elektrisch aan op een geschikte warmtepomp die op zijn beurt wordt aangestuurd door de master-warmtepomp. F1345 Externt In het bovenstaande voorbeeld worden de ingangen AUX1 (X6:17) en AUX2 (X6:18) op de klemmenstrook gebruikt (X6). F1345 Externt Blue Black Brown LET OP! Een aantal van de volgende functies kan ook worden geactiveerd en gepland via het menu met instellingen. Externe aansluitopties Op klemmenstrook (X6) heeft F1345 softwaregeregelde ingangen en uitgangen voor het aansluiten van een externe contactfunctie. Dat betekent dat er een externe contactfunctie kan worden aangesloten op een van de drie speciale aansluitingen, waarbij de functie voor de aansluiting moet worden aangegeven in de software van de warmtepomp. LET OP! Als er een externe contactfunctie is aangesloten op de F1345, moet de functie voor gebruiksingang of -uitgang worden geselecteerd in menu 5.4. Selecteerbare ingangen op de ingangskaart voor deze functies zijn AUX1 (X6:17), AUX2 (X6:18) en AUX3 (X6:19). Sluit de massa aan op klemmenstrook X6:GND. Selecteerbare uitgangen zijn klemmenstrook X5 Mogelijke selectie AUX-ingangen De volgende functies kunnen worden aangesloten op de AUX-ingangen op de klemmenstrook X6 achter het voorpaneel. Temperatuursensor, koeling/verwarming Er kan een extra temperatuursensor worden aangesloten op de F1345 om beter te kunnen bepalen wanneer het tijd is om te schakelen tussen verwarming en koeling. De temperatuursensor wordt aangesloten op de geselecteerde ingang (menu 5.4, wordt alleen weergegeven als koelingaccessoire geïnstalleerd is) op klemmenstrook X6 achter het voorpaneel en wordt aangebracht op een geschikte plaats in het afgiftesysteem. Gebruik een 2-aderige kabel van min. 0,5 mm² dik. Schakelaar voor extern blokkeren van bijverwarming Als extern blokkeren van bijverwarming gewenst is, kan dit worden aangesloten op klemmenstrook X6 achter het voorpaneel. De bijverwarming wordt ontkoppeld door een potentiaalvrije schakelaar aan te sluiten op de in menu 5.4 gekozen ingang. Een gesloten contact betekent dat het elektrisch vermogen is uitgeschakeld. Schakelaar voor extern blokkeren van compressor (EP14) en/of (EP15) Als extern blokkeren van compressor (EP14) en/of (EP15) gewenst is, kan dit worden aangesloten op klemmenstrook X6 achter het voorpaneel. De compressor (EP14) en/of (EP15) wordt ontkoppeld door een potentiaalvrij contact aan te sluiten op de in menu 5.4 geselecteerde ingang. Extern blokkeren van de compressor (EP14) en (EP15) kan worden gecombineerd. Een gesloten contact betekent dat het elektrisch vermogen is uitgeschakeld. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 27
Handleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Boiler IHB NL 1426-1 331092 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Alternatieve installatie 10 Veiligheidsinformatie 2 5 Elektrische installatie 11 2 Bezorging en verwerking
Nadere informatieHandleiding voor installateur VPD 150, 300
Handleiding voor installateur Boiler IHB NL 1545-3 331092 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 3 5 Elektrische installatie 11 Veiligheidsinformatie 3 Sensoren 11 2 Bezorging en verwerking 6 6 Inbedrijfstelling
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1521-1 331038 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Symbolen Keurmerk 2 2 2 Afgiftesysteem Boiler Aansluitopties 18 18 19 Veiligheidsmaatregelen
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1314-3 231293 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 6 Transport 6 Montage 7 Geleverde componenten
Nadere informatieHandleiding voor installateur
LEK Handleiding voor installateur Boiler IHB NL 1036-2 031293 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 5 Transport 5 Montage 5 Geleverde componenten 5
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1345
Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16064 331038 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Symbolen Keurmerk 3 3 3 Afgiftesysteem Boiler Aansluitopties 18 18 19 Veiligheidsmaatregelen
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1345
Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp IHB NL 16495 331038 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 4 Bedradingsschema, 3x400V 24 60 55 Symbolen Keurmerk 4 4 Index 66 Veiligheidsmaatregelen Serienummer
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1345
Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 15473 331038 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Symbolen Keurmerk 3 3 3 Afgiftesysteem Boiler Aansluitopties 18 18 19 Veiligheidsmaatregelen
Nadere informatieHandleiding voor installateur SMO 40
Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 1624-3 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 1447-1 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming
MAV NL 0525-1XA R GEBRUIKSAANWIJZING Elektrische bijverwarming Algemeen Warmtepompen zijn er gewoonlijk niet op berekend om in de hele warmtevermogensbehoefte te kunnen voorzien. Tijdens koude dagen is
Nadere informatieHandleiding voor installateur SMO 40
Handleiding voor installateur Regelmodule LEK IHB NL 1546-2 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1336-1 231539 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 31. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1013-1 031355 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1027-2 031685 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 447-33407 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1013-1 031353 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur SMO 20
Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 546-2 33407 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1020-1 031655 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur VPB/VPBS
Handleiding voor installateur Boiler LEK IHB NL 1544-5 031293 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 3 5 Elektrische installatie 15 Veiligheidsinformatie 3 Sensoren 15 2 Bezorging en verwerking Transport
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1255PC
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1748-5 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1251-3 431056 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 32. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1442-2 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/onged maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1255PC
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1547-3 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1245PC
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1602-1 331529 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1255
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1548-4 231539 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1343-2 231812 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 34. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1343-2 231629 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 35. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1430-2 231573 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 32. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1110-2 431092 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 40. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatie1245 / Schema's
1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem 12-002 Bodem - serie 12-003 Bodem - parallel 12-004 Bodem - parallel - cvketel 12-005 Bodem - parallel - combiketel 12-006 Bodem - parallel -ketel+boiler 12-007 12-008
Nadere informatieGebruikershandleiding
LEK LEK LEK Gebruikershandleiding 8, 12, 16 kw Lucht/water-warmtepomp UHB NL 1512-1 231039 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Serienummer Contactgegevens
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1343-2 231691 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 33. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieGebruikershandleiding NIBE F2026
Gebruikershandleiding Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1248-1 231005 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Installatiegegevens 2 Veiligheidsinformatie 4 Serienummer 5 Contactgegevens 6 F2026 - Een
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1145
Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16021 331518 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieGEBRUIKERSHANDLEIDING
GEBRUIKERSHANDLEIDING Warmwater circulatie-unit O DVU 3 kw 230 V INHOUDSOPGAVE Voorwoord pag. 4 Inleiding pag. 5 Technische specificaties pag. 5 Veiligheidsvoorzieningen en instructies pag. 6 Werking van
Nadere informatieVerkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement
Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Aan de totstandkoming van deze opstartgids is de uiterste zorg besteed.
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE VVM 500
Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1613-5 431227 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieAandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.
Aandachtspunten F () / F145 (), bijlage bij de schema s. 1. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.
Nadere informatieBinnenmodule NIBE VVM 500
IHB NL 1834-8 431227 HANDLEIDING VOOR INSTALLATEUR Binnenmodule Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatie1245PC / 1255PC - Schema's
1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem Soms kan het schema dat u nodig heeft een combinatie zijn van 2 12-002 Bodem - serie of meer schema's uit deze serie. 12-003 Bodem - parallel (Er zijn veel combinaties
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1245
Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16021 331496 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieAandachtspunten bij de bodem schema s 1345/1355
andachtspunten bij de bodem schema s 1345/1355 1. Ontwerp, installeren en beheer van grondgebonden warmtepompen is onderhevig aan de BL 6000-21 2. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1155PC
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1644-4 331164 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE VVM 310
Handleiding voor installateur EMK Binnenmodule APH IHB NL 1524-2 231179 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieLEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften.
LEGENDA 114 (PC) / (PC), / oktober 010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. 1 Buitenvoeler (BT1) op klemmenstrook AA3-X, klem 1 en Ruimtesensor (RTS40) op klemmenstrook AA3 X, klem
Nadere informatieQuick Guide Artel Mono Block schema 1
Quick Guide Artel Mono Block schema 1 RR Trading 1 van 13 Schema 1 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Schema 1 verwarmen/koelen... 4 4. Aansluiten Mono
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1243-1 431227 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 26. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieGebruikershandleiding NIBE F130. Warmtapwaterwarmtepomp
LEK Gebruikershandleiding Warmtapwaterwarmtepomp UHB NL 1434-1 231987 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 10. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieGebruikershandleiding NIBE F2300
Gebruikershandleiding Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1248-1 031765 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Installatiegegevens 2 Veiligheidsinformatie 4 Veiligheidsmaatregelen 5 Serienummer 7 Contactgegevens
Nadere informatieInbedrijfstelling van de installatie
Inbedrijfstelling van de installatie excellence in hot water INHOUD. Zonnecircuit.............................. 2. Inbedrijfstelling............................. 3 3. Oplossen van eventuele pannes..............
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE VVM 500
Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1524-4 431227 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieBedieningshandleiding
Bedieningshandleiding Aard-warmtepomp LEK OHB NL 1237-1 231292 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 6. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieGebruikershandleiding NIBE F2120 8, 12, 16, 20
Gebruikershandleiding 8, 12, 16, 20 Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1631-2 331403 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Contactgegevens F2120 Een uitstekende
Nadere informatieNederland NL. Montage- en bedieningshandleiding. Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar
Nederland NL Montage- en bedieningshandleiding Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar Geachte klant, hartelijk dank voor uw keuze voor dit hoogwaardige product. Voordat u het systeem in gebruik neemt,
Nadere informatie1145 / PC- Schema's
1145 / 1155 - - Schema's 11-001 Bodem Soms kan het schema dat u nodig heeft een combinatie zijn van 2 11-002 Bodem - serie of meer schema's uit deze serie. 11-003 Bodem - parallel (Er zijn veel combinaties
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1430-1 331174 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 32. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1145PC
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp IHB NL 1602-1 331535 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieProducten. Lucht/water-warmtepomp, verwarmingscapaciteit van 18,2 t/m 31,0 kw/h (A2/W35) Bouwgrootte: Eco-9 t/m 16 LS-T en LS-T/HG
Producten Lucht/water-warmtepomp, verwarmingscapaciteit van 18,2 t/m 31,0 kw/h (A2/W35) Bouwgrootte: Eco-9 t/m 16 LS-T en LS-T/HG Besturingseenheid (standaard) Afstandbediening Ruimtethermostaat 1 Eco-9
Nadere informatieINSTALLATION INSTRUCTIONS PASSIVE COOLING MODULE PKM 05 MONTAGEANLEITUNG MODUL FÜR PASSIVES KÜHLEN PKM 05
MAV 0751-3 031159 SE GB DE MONTERINGSANVISNING PASSIV KYLMODUL INSTALLATION INSTRUCTIONS PASSIVE COOLING MODULE MONTAGEAEITUNG MODUL FÜR PASSIVES KÜHLEN MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE MONTAGEHANDLEIDING
Nadere informatieVerzamelblad E-aansluitingen SMO 40 met 2040
LEK L N 0 PE L N 0 PE PE PE -X -X L N -X0 9 -X -X 0 9 0 9 -X9 L N 0 PE Automatische zekering AA - X klemmenstrook AA Accessoirekaart Klemmenstrook X AA-X AA in 00 buiten unit Verzamelblad E-aansluitingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1155
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp IHB NL 1548-4 231573 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieLucht/water-warmtepomp F2040 6, 8, 12, 16
UHB NL 1829-3 231039 GEBRUIKERSHANDLEIDING Lucht/water-warmtepomp 6, 8, 12, 16 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Symbolen Keurmerk Serienummer Een uitstekende
Nadere informatieElektrische installatie instructie
Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-A DHP-A Inhoudsopgave DHP-A 6, 400V 3N...4 7 DHP-A 8, 400V 3N... 8 11 DHP-A 10, 400V 3N...12 15 DHP-A 12, 400V 3N...16 19 DHP-A Opti 6, 400V
Nadere informatieHANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT
HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:
Nadere informatieGebruikershandleiding NIBE F2300
Gebruikershandleiding Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1508-1 231587 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Veiligheidsmaatregelen Serienummer Contactgegevens
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Lucht/water-warmtepomp LEK IHB NL 1248-1 231006 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 5 Transport en opslag 5 Montage
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1430-1 331164 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 30. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieInstallatie instructie
LUXUS Electronic (KDE, KDE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Installatie instructie Rev. 1808GG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinstructies.. 2 Installatie/ montage. 4 Ontluchten 5 Configuratie..
Nadere informatieGebruikershandleiding NIBE F2120 8, 12, 16, 20
Gebruikershandleiding 8, 12, 16, 20 Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1648-3 331403 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie F2120 Een uitstekende keuze 2 De warmtepomp:
Nadere informatieAandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.
Aandachtspunten F (PC) / F14 (PC), bijlage bij de schema s. 1. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1145PC
Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp IHB NL 16432 331535 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Warmtapwaterwarmtepomp IHB NL 1434-1 231986 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 21. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse
Nadere informatieGebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter
Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1255
Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1551-1 331305 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieGebruikershandleiding NIBE F1145
Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK UHB NL 1336-1 231690 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 11. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1245
Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16432 331496 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieONDERHOUDSHANDLEIDING
ONDERHOUDSHANDLEIDING Danfoss warmtepomp DHP-R Eco VUIFK110 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie... 4 1.1 Veiligheidsvoorzorgen...4 1.2 Bescherming...4 2 Informatie over uw warmtepomp... 5 2.1 Productbeschrijving...5
Nadere informatieHandleiding voor installateur
Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1428-1 231349 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 35. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr
Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële
Nadere informatieLucht/water-warmtepomp NIBE F2120 8, 12, 16, 20
UHB NL 1821-4 331403 GEBRUIKERSHANDLEIDING Lucht/water-warmtepomp 8, 12, 16, 20 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Symbolen Keurmerk Serienummer F2120 Een
Nadere informatieProfessional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107
Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing
Nadere informatieEspace bedrade regeling (230 volt)
Espace bedrade regeling (230 volt) Installatiehandleiding klokthermostaat. Espace klokthermostaat De fraai vormgegeven thermostaat is eenvoudig te bedienen met slechts vier toetsen en is standaard reeds
Nadere informatieMGC OpenTherm regelaar
MOS NL-780-2 MGC 061100 MGC OpenTherm regelaar Montage- en gebruikshandleiding Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar voor elektrische spanning! Let op! Gebruikte
Nadere informatieAQUASNAP Bedieningspaneel
LLOYD'S REGISTER QULITY SSURNCE QUSNP edieningspaneel I S O 9 00 1 MONTGE-INSTRUCTIES edieningspaneel Montage-instructies Dit regelsysteem werkt alleen met 30R / 30RH units: Zie voor montage en onderhoudsinstructies
Nadere informatieElektrische installatie instructie
Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-L DHP-L Inhoudsopgave DHP-L 4, 400V 3N...3 5 DHP-L 6, 400V 3N...6 8 DHP-L 8, 400V 3N... 9 11 DHP-L 10, 400V 3N...12 14 DHP-L 12, 400V 3N...15
Nadere informatieMYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden
MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE
Nadere informatieMONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA
MONTAGEHANDLEIDING 1 1 2 2 60 mm/2.36 inch 87 mm/3.43 inch ±1.5 m ±60 inch >0.2 m >8 inch 3 34 mm/1.34 inch 125 mm/4.92 inch 3 De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn vertalingen
Nadere informatieTechneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0
Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding Type 3.0 April 2015 INHOUDSOPGAVE 1 Introductie 1 2 Bediening binnenunit 2 3 Thermostaat instellen 3 3.1 Instelling controleren 3 3.2 Koelen of verwarmen
Nadere informatieDe GROOTSTE van Limburg op het gebied van vloerverwarming KLEPPEN EN VENTIELEN
De GROOTSTE van Limburg op het gebied van vloerverwarming KLEPPEN EN VENTIELEN De Gigant.nl Kleppen en Ventielen zijn zeer geschikt om te worden toegepast bij conventionele (vloer)verwarming. Middels de
Nadere informatieGebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL
Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE VVM 320
Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1613-4 231349 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/onged maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van
Nadere informatieInstallatie-instructie
Document vertaald uit het Engels -NL 2013-06-25 A003 Inhoudsopgave 1 Conformiteitsverklaring... 1 2 Waarschuwingen... 2 3 Inleiding product... 3 3.1 Algemeen... 3 3.1.1 Beschrijving van de ruimteregeling...
Nadere informatieHandleiding voor installateur NIBE F1155
Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp IHB NL 17464 331351 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)
Nadere informatieNefit Economy cv-boilers
Nefit houdt Nederland warm Installatie-instructie Nefit Economy cv-boilers INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMEEN 1-1 2. INSTALLEREN 2-1 2.1 Voorschriften 2-1 2.1.1 Algemene voorschriften 2-1 2.1.2 Voorschriften fabrikant
Nadere informatieTechnische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel
Technische Handleiding Versie 07/05 CompTrol Signal 1 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften
Nadere informatieMONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7
MONTAGEHANDLEIDING Kit met -wegafsluiter/kit met -wegafsluiter EKMVC09B7 EKMVC09B7 EKMVC09B7 EKMVC09B7 Kit met -wegafsluiter/kit met -wegafsluiter Lees grondig deze handleiding vooraleer tot de montage
Nadere informatieTechnische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel
Technische Handleiding Versie 08/06 CompTrol Signal 3 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften
Nadere informatieTechnische handleiding Versie 11/11. PLC-INTERFACE (slave)
Technische handleiding Versie 11/11 PLC-INTERFACE (slave) Deze handleiding voor het installeren en bedienen van de PLC-interface (slave) zorgvuldig doorlezen en navolgen. Deze handleiding binnen handbereik
Nadere informatie