Handleiding voor installateur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handleiding voor installateur"

Transcriptie

1 Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL

2 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen) Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 24. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen wordt beschreven op pagina 26. Het binnenklimaat instellen temperatuur.. BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER INFO MIJN SYSTEEM 2X De modus voor het instellen van de binnentemperatuur opent u door in de startmodus in het hoofdmenu twee keer de OK-toets in te drukken. Meer over de instellingen leest u op pagina 28. Warmtapwatervolume verhogen X BINNENKLIMAAT tijdelijk in luxe 2. WARMTAPWATER uit INFO MIJN SYSTEEM 2X 3 uren 6 uren 2 uren Om de hoeveelheid warm water tijdelijk te verhogen (als er een boiler is aangesloten op uw ), draait u de selectieknop eerst naar menu 2 (waterdruppel) en drukt u vervolgens 2 keer op de OK-knop. Lees meer over de instellingen op pagina 34. Bij verstoringen van het comfort Indien het comfort, op welke wijze dan ook, verstoord raakt, is er een aantal maatregelen dat u kunt nemen voordat u contact moet opnemen met uw installateur. Zie pagina 5 voor instructies.

3 Inhoudsopgave Belangrijke informatie Veiligheidsinformatie 2 Bezorging en verwerking Montage Geleverde componenten 3 Het ontwerp van de bedieningsmodule Elektrische onderdelen 4 Aansluiting van de leidingen Algemeen Aansluitopties 5 Elektrische aansluitingen Algemeen Aansluitingen Optionele aansluitingen Accessoires aansluiten Startgids 7 Bediening - Inleiding Bedieningseenheid Menusysteem 8 Regeling - Menu's Menu - BINNENKLIMAAT Menu 2 - WARMTAPWATER Menu 3 - INFO Menu 4 - MIJN SYSTEEM Menu 5 - SERVICE 9 Service Servicehandelingen 0 Storingen in comfort Alarm beheren Problemen oplossen Alleen bijverwarming Inbedrijfstelling en afstelling 22 Accessoires 53 Voorbereidingen Inbedrijfstelling met NIBE lucht/waterwarmtepomp Inbedrijfstelling met alleen bijverwarming Controleer de wisselklep Controleer AUX-aansluiting Koelstand Technische gegevens Afmetingen en aansluitingen Technische specificaties Elektrisch schema Index Inhoudsopgave

4 Belangrijke informatie Veiligheidsinformatie In deze handleiding worden de installatie- en onderhoudsprocedures voor uitvoering door specialisten beschreven. Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar of door personen met beperkingen van psychische, zintuigelijke of lichamelijke aard, of door personen met gebrek aan kennis en ervaring, wanneer zij onder toezicht staan en instructies hebben ontvangen om het apparaat veilig te gebruiken en zij de bijkomende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Het reinigen en onderhoud dat door de gebruiker mag worden uitgevoerd, kan niet zonder toezicht door kinderen worden uitgevoerd. Rechten om ontwerpwijzigingen door te voeren zijn voorbehouden. NIBE 204. Symbolen Dit symbool duidt aan dat de machine of een persoon gevaar loopt. Dit symbool duidt belangrijke informatie aan over wat u in de gaten moet houden tijdens onderhoud aan uw installatie. het product is beschermd tegen verticaal vallende druppels. Serienummer Het serienummer is te vinden op de bovenkant van de kap op de bedieningsmodule. Serienummer Vermeld bij het doorgeven van een storing altijd het serienummer van het product. Landspecifieke informatie Handleiding voor installateur Deze installatiehandleiding moet bij de klant worden achtergelaten. TIP Dit symbool duidt tips aan om het gebruik van het product te vergemakkelijken. 2 Keurmerk De is voorzien van het CE-merk en voldoet aan IP2. Het CE-keurmerk houdt in dat NIBE garandeert dat het product voldoet aan alle relevante, uit EU-richtlijnen voortvloeiende wet- en regelgeving ten aanzien van het product. Het CE-keurmerk is verplicht voor de meeste producten die in de EU worden verkocht, ongeacht het land waar ze zijn gemaakt. IP2 houdt in dat het product met de hand kan worden aangeraakt, dat voorwerpen met een diameter groter dan of gelijk aan 2,5 mm niet kunnen doordringen in en schade kunnen veroorzaken aan het product en dat Hoofdstuk Belangrijke informatie

5 ... Inspectie van de installatie Volgens de geldende voorschriften moet de verwarmingsinstallatie aan een inspectie worden onderworpen voordat deze in gebruik wordt genomen. De inspectie moet door een daartoe bevoegd persoon worden uitgevoerd. Vul de pagina met informatie over installatiegegevens in de Gebruikershandleiding in. Beschrijving Elektriciteit (pagina ) Communicatie, warmtepomp Aanvoer aangesloten 230 V Buitenvoeler Temperatuurvoeler, warmtapwater verwarmen Temperatuursensor, warmtapwater boven Temperatuursensor, verbinding externe doorstroming Temperatuursensor, externe aanvoerleiding na elektrische verwarming Temperatuursensor, externe retourleiding Laadpomp Shuttleklep AUX AUX 2 AUX 3 AUX 4 AUX 5 AUX 6 Diversen AA2-X4 Bijverwarming controleren De werking van de wisselklep controleren Werking laadpomp controleren Installatiecontrole van warmtepomp en bijbehorende apparatuur uitgevoerd Opmerkingen Handtekening Datum Hoofdstuk Belangrijke informatie 3

6 Contactgegevens AT CH CZ DE DK FI FR GB NL NO PL RU SE KNV Energietechnik GmbH, Gahberggasse, 486 Schörfling Tel: +43 (0) Fax: +43 (0) NIBE Wärmetechnik AG, Winterthurerstrasse 70, CH-8247 Flurlingen Tel: (52) Fax: (52) info@nibe.ch Druzstevni zavody Drazice s.r.o, Drazice 69, CZ Benatky nad Jizerou Tel: Fax: nibe@nibe.cz NIBE Systemtechnik GmbH, Am Reiherpfahl 3, Celle Tel: 054/ Fax: 054/ info@nibe.de Vølund Varmeteknik A/S, Member of the Nibe Group, Brogårdsvej 7, 6920 Videbæk Tel: Fax: info@volundvt.dk NIBE Energy Systems OY, Juurakkotie 3, 050 Vantaa Puh: Fax: info@nibe.fi NIBE Energy Systems France Sarl, Zone industrielle RD 28, 0600 Reyrieux Tel : Fax : info@nibe.fr NIBE Energy Systems Ltd, 3C Broom Business Park, Bridge Way, Chesterfield S4 9QG Tel: Fax: info@nibe.co.uk NIBE Energietechniek B.V., Postbus 634, NL 4900 AP Oosterhout Tel: Fax: info@nibenl.nl ABK AS, Brobekkveien 80, 0582 Oslo, Postadresse: Postboks 64 Vollebekk, 056 Oslo Tel. sentralbord: post@abkklima.no NIBE-BIAWAR Sp. z o. o. Aleja Jana Pawła II 57, BIAŁYSTOK Tel: Fax: sekretariat@biawar.com.pl "EVAN" 7, per. Boynovskiy, Nizhny Novgorod Tel./fax info@evan.ru NIBE AB Sweden, Box 4, Hannabadsvägen 5, SE Markaryd Tel: +46-(0) Fax: +46-(0) info@nibe.se Voor landen die niet in deze lijst staan kunt u contact opnemen met Nibe Sweden of kunt u kijken op voor meer informatie. 4 Hoofdstuk Belangrijke informatie

7 2 Bezorging en verwerking Montage Geleverde componenten Voor wandmontage gebruikt u de aangepaste bevestiging voor de basis. Buitenvoeler Thermische pasta Isolatietape Temperatuurvoeler Aluminiumtape Kabelbandjes Gebruik alle montagepunten en installeer rechtop plat tegen de wand zonder dat er delen van de bedieningsmodule uitsteken tot voorbij de rand van de wand. Laat ongeveer 00 mm ruimte vrij rond de bedieningsmodule om er goed bij te kunnen en om de kabels te kunnen leggen bij installatie en onderhoud. U kunt van onderen bij de schroeven voor het plaatsen van het voorpaneel. Hoofdstuk 2 Bezorging en verwerking 5

8 L N 0 PE L N 0 PE Het ontwerp van de bedieningsmodule PF3 AA4 Elektrische onderdelen AA 2 Basiskaart SF X2 AA 4 AA 7 FA Bedieningseenheid AA4-XJ3 USB-aansluiting AA4-XJ4 Service-uitlaat (geen functie) Extra relaisprintplaat Automatische zekering X AA4-XJ3 AA2 AA7 AA4-XJ4 X X 2 SF PF 3 Klemmenstrook, ingaande voeding Klemmenstrook, regelsignaal circulatiepomp, sensoren AUX-ingangen en warmtepomp Schakelaar Serienummerplaatje UB UB2 UB Kabeldoorvoer, ingaande voeding, voeding voor accessoires FA UB 2 Kabeldoorvoer, signaal Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaarden IEC en X AA7 AA2 6 Hoofdstuk 3 Het ontwerp van de bedieningsmodule

9 4 Aansluiting van de leidingen Algemeen Leidingen moeten volgens de geldende normen en richtlijnen worden aangesloten. Zie handleiding voor compatibele NIBE lucht/water-warmtepomp voor installatie van de warmtepomp. Compatibele NIBE lucht/water-warmtepompen moeten worden uitgerust met een regelkaart met minimaal de softwareversie zoals aangegeven in de volgende lijst. De versie van de regelkaart wordt tijdens het opstarten weergegeven op het display (indien van toepassing) van de warmtepomp. Product F205 F206 F2020 Softwareversie Installatie temperatuursensor op leiding K De temperatuursensoren worden bevestigd met een hittegeleidend middel, kabelbandjes (het eerste kabelbandje wordt vastgezet aan de leiding in het midden van de sensor en het andere kabelbandje wordt vastgezet op ca. 5 cm na de sensor) en aluminiumtape. Vervolgens isoleren met de bijgeleverde isolatietape. Sensor- en communicatiekabels mogen niet in de buurt van stroomkabels worden geplaatst. F2025 F2026 F2030 F2040 F alle versies alle versies 55 Symboolverklaring Compatibele NIBE lucht/water-warmtepompen Symbool Betekenis Afsluiter Terugslagklep Shunt-/regelafsluiter Overstortventiel Inregelklep P Temperatuurvoeler Drukmeter Circulatiepomp Vuilfilter Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 7

10 Aansluitopties kan op verschillende manieren worden verbonden met andere producten van NIBE. Een aantal van die manieren ziet u hieronder (mogelijk zijn wel accessoires vereist). Zie voor meer informatie over opties en de respectievelijke montage-instructies voor de gebruikte accessoires. Zie pagina 53 voor een lijst met accessoires die kunnen worden gebruikt met de SMO 20. Installaties met kunnen warmte en warmtapwater produceren. Koeling kan eveneens worden geproduceerd, maar dat is afhankelijk van de gebruikte warmtepomp. Als in de koude tijd van het jaar weinig energie uit de lucht beschikbaar is, kan de bijverwarming daarvoor compenseren en helpen bij de productie van warmte. De bijverwarming is ook handig als hulpmiddel als de warmtepomp buiten zijn werkbereik komt of om welke reden dan ook geblokkeerd is. Het verwarmingssysteem en het warmtapwatersysteem moeten conform de geldende regels van de benodigde veiligheidsuitrusting worden voorzien. Dit is de schematische weergave. Daadwerkelijke installaties moeten worden gepland conform toepasselijke standaarden. Uitleg AA25 BT BT6 BT7 BT25 BT50 BT63 BT7 GP0 QN0 EB EB KA EB0 BT3 BT2 EB0 FL0 GP2 HQ QM QM3 QM32 QM43 EQ BT64 CP6 GP3 QN2 Diversen CM CP5 CP0 EB20 FL2 KA RN0 Buitensensor ) Temperatuursensor, warmtapwater verwarmen ) Temperatuursensor, warmtapwater boven ) Temperatuursensor, externe aanvoerleiding ) Ruimtesensor Temperatuursensor, externe aanvoerleiding na elektrische verwarming Temperatuursensor, externe retourleiding ) Circulatiepomp, verwarmingssysteem Wisselklep, warmtapwater/verwarmingssysteem 2) Bijverwarming Elektrisch verwarmingselement Hulprelais/contactor 2) Warmtepompsysteem Temperatuursensor, retourleiding 3) Temperatuursensor, condensator aanvoerleiding 3) Warmtepomp Overstortventiel Laadpomp 2) Vuilfilter 3) Aftapklep, verwarmingssysteem Afsluiter, verwarmingssysteem, aanvoer Afsluiter, verwarmingssysteem, retour Afsluiter Koelsysteem Temperatuursensor, aanvoerleiding koeling 2) Ketel met enkelvoudige mantel, koeling Circulatiepomp, koelen Wisselklep, koelen/verwarmen 2) Expansievat gesloten, warmtapwater Buffervat (UKV) Accumulatortank met verwarming van warmtapwater Elektrische bijverwarming Veiligheidsklep, afgiftesysteem Hulprelais/contactor Regelklep ) Inbegrepen en meegeleverd 2) Inbegrepen en meegeleverd accessoire 3) Inbegrepen en meegeleverd bij NIBE warmtepomp (kan variëren per warmtepomp). Aanduidingen volgens standaarden en Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

11 Compatibele NIBE lucht/water-warmtepomp in combinatie met en elektrisch verwarmingselement vóór de wisselklep voor warmtapwater en koeling (stooklijnregeling) -EQ -CP6 -AA25 -AA25-QN0 -RN0 -GP3 -EB -KA -EB -BT63 -FL2 -CM -CP0 -BT64 -AA25 -BT -AA25 -BT50 -EQ-QN2 -AA25-BT7 -AA25-BT6 -EB0 -EB0 -BT2 -FL0 -QM3 -BT3 -QM32 -GP2 -HQ -QM43 -QM NIBE levert niet alle onderdelen in deze schematische weergave. Deze installatiemogelijkheid is geschikt voor meer gecompliceerde installaties waarbij de nadruk ligt op comfort. (AA25) start en stopt de warmtepomp (EB0) om te voorzien in de warmte- en warmtapwatervraag van de installatie. Bij gelijktijdige verwarmings- en warmtapwatervraag schakelt de wisselklep (AA25- QN0) periodiek tussen het klimaatsysteem en de boiler/accumulatortank (CP0). Als de boiler/accumulatortank volledig gevuld is (CP0), schakelt de wisselklep (AA25-QN0) naar het klimaatsysteem. De bijverwarming (EB) wordt automatisch aangesloten zodra de energiebehoefte de capaciteit van de warmtepomp overstijgt. Het elektrisch verwarmingselement (EB20) in de boiler/accumulatortank (CP0) wordt gebruikt voor de productie van warmtapwater terwijl de warmtepomp (EB0) wordt gebruikt om tegelijkertijd het gebouw te verwarmen. De bijverwarming kan ook worden gebruikt als er een hogere temperatuur in het warmtapwater nodig is dan de warmtepomp kan produceren. Tijdens koeling (compatibele warmtepomp nodig) schakelt wisselklep (EQ-QN2) naar het koelsysteem (EQ). Als er gelijktijdig meerdere behoeften zijn terwijl er vraag naar koeling is, reageert de installatie anders. Als er vraag is naar warmtapwater, schakelt de wisselklep (EQ-QN2) terug en wordt er warmtapwater geproduceerd tot er volledig aan de vraag is voldaan. Als er vraag is naar verwarming, schakelt de wisselklep (EQ-QN2) in plaats daarvan periodiek tussen de verschillende vragen. Als er vraag is naar koeling, schakelt de wisselklep terug naar de basisstand (verwarming/warmtapwater). Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 9

12 Compatibele NIBE lucht/water-warmtepomp in combinatie met en elektrische verwarming na wisselklep voor warmtapwater en koeling (stooklijnregeling) -EB -KA -EB -CP5 -AA25 -GP0 -BT25 -BT7 -EQ -CP6 -AA25 -AA25-QN0 -RN0 -GP3 -BT64 -FL2 -CM -CP0 -AA25 -BT -AA25 -BT50 -EQ-QN2 -AA25-BT7 -AA25-BT6 -EB0 -EB0 -BT2 -BT3 -FL0 -QM32 -QM3 -GP2 -HQ -QM43 -KA -EB20 -QM NIBE levert niet alle onderdelen in deze schematische weergave. Deze installatiemogelijkheid is geschikt voor meer gecompliceerde installaties waarbij de nadruk ligt op comfort. (AA25) start en stopt de warmtepomp (EB0) om te voorzien in de warmte- en warmtapwatervraag van de installatie. Bij gelijktijdige verwarmings- en warmtapwatervraag schakelt de wisselklep (AA25- QN0) periodiek tussen het klimaatsysteem en de boiler/accumulatortank (CP0). Als de boiler/accumulatortank volledig gevuld is (CP0), schakelt de wisselklep (AA25-QN0) naar het klimaatsysteem. De bijverwarming (EB) wordt automatisch aangesloten zodra de energiebehoefte de capaciteit van de warmtepomp overstijgt. Het elektrisch verwarmingselement (EB20) in de boiler/accumulatortank (CP0) wordt gebruikt voor de productie van warmtapwater terwijl de warmtepomp (EB0) wordt gebruikt om tegelijkertijd het gebouw te verwarmen. De bijverwarming kan ook worden gebruikt als er een hogere temperatuur in het warmtapwater nodig is dan de warmtepomp kan produceren. Tijdens koeling (compatibele warmtepomp nodig) schakelt wisselklep (EQ-QN2) naar het koelsysteem (EQ). Als er gelijktijdig meerdere behoeften zijn terwijl er vraag naar koeling is, reageert de installatie anders. Als er vraag is naar warmtapwater, schakelt de wisselklep (EQ-QN2) terug en wordt er warmtapwater geproduceerd tot er volledig aan de vraag is voldaan. Als er vraag is naar verwarming, schakelt de wisselklep (EQ-QN2) in plaats daarvan periodiek tussen de verschillende vragen. Als er vraag is naar koeling, schakelt de wisselklep terug naar de basisstand (verwarming/warmtapwater). 0 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

13 L N 0 PE Elektrische aansluitingen Algemeen Ontkoppel de voordat u een isolatietest van de bedrading in het pand uitvoert. Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschakelaar, moet de worden voorzien van een afzonderlijke aardlekschakelaar. De moet worden geïnstalleerd via een werkschakelaar met minimaal 3 mm schakelafstand. Zie voor het bedradingsschema voor de bedieningsmodule pagina 57. Communicatie- en sensorkabels naar externe aansluitingen moeten niet dichtbij hoogspanningskabels worden gelegd. De minimale doorsnede van de communicatie- en sensorkabels naar externe aansluitingen dient 0,5 mm² met een max. lengte van 50 m te bedragen, bijvoorbeeld EKKX of LiYY of gelijkwaardig. Gebruik voor de communicatie met de warmtepomp een afgeschermde 3-aderige kabel. Gebruik voor het trekken van kabels in de de kabeldoorvoeren (UB en UB2, zie tekening). De schakelaar (SF) mag niet in stand "" of " " worden gezet voordat de boiler in het systeem met water is gevuld. De compressor in de warmtepomp en een eventuele externe bijverwarming kunnen beschadigd raken. FA SF UB Automatische zekering UB2 Het bedrijfscircuit van de bedieningsmodule en een groot deel van de interne componenten daarvan zijn intern gezekerd door een automatische zekering (FA) De elektrische installatie en het onderhoud moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een erkend elektrotechnisch installateur. Schakel, voordat u met het onderhoud aanvangt, de stroom uit met de aardlekschakelaar. De elektrische installatie en de bedrading moeten conform de geldende voorschriften worden uitgevoerd. Bij installatie van moeten de lucht/water-warmtepomp van NIBE en eventuele extra's stroomloos zijn. Raadpleeg de schematische weergave van uw systeem voor de fysieke plaats van de temperatuursensor die geïnstalleerd moet worden. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

14 Het display moet wellicht verplaatst worden om er beter bij te kunnen als u elektronica aansluit. Dit doet u heel makkelijk via de volgende stappen.. Toegankelijkheid, elektrische aansluiting De afdekking van de bedieningsmodule wordt geopend met een Torx 25-schroevendraaier. Montage moet in omgekeerde volgorde worden uitgevoerd. b 3 a Druk de pal bovenaan op de achterkant van de display-eenheid in naar u toe (a) en beweeg de display-eenheid naar boven (b), zodat de bevestigingen loskomen van het paneel. b 2 2. a De kap voor toegang tot de basiskaart kunt u met een Torx 25 schroevendraaier openen. b Breng het display omhoog uit de bevestigingen. 3. a Breng de twee onderste bevestigingen op de achterkant van de display-eenheid in lijn met de twee bovenste gaten in het paneel, zoals op de afbeelding. 2 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

15 4. Kabelslot Gebruik een geschikt hulpmiddel om de kabels los te maken/ te vergrendelen in de klemmenstroken van de warmtepomp. Klemmenstrook op de elektriciteitskaart Zet het display vast op het paneel. 5. Als de elektrische verbinding klaar is, moet het display weer terug worden gemonteerd met drie montagepunten, omdat anders het voorpaneel niet kan worden geïnstalleerd Klemmenstrook 3,5 mm mm 3,5 mm mm Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 3

16 L N 0 PE L N 0 PE L N 0 PE Aansluitingen Om interferentie te voorkomen, mogen nietafgeschermde communicatie- en/of sensorkabels naar externe aansluitingen niet dichter dan 20 cm bij een hoogspanningskabel worden gelegd. Spanningaansluiting De moet worden geïnstalleerd via een isolatorschakelaar met een schakelafstand van min. 3 mm. De min. kabeldikte moet worden afgestemd op de gebruikte zekeringcapaciteit. De meegeleverde kabel voor ingaande voeding wordt aangesloten op klemmenstrook X. Aansluiten van de laadpomp voor warmtepomp en 2 Sluit circulatiepomp (EB0-GP2) volgens de afbeelding aan op klemmenstrook X4:6 (PE), X4:6 (N) en X4:7 (230 V) op de basiskaart (AA2). Regelsignaal voor (EB0-GP2) wordt aangesloten op klemmenstrook X2: (PWM) en X2:2 (GND), zoals op de afbeelding. Als de laadpompen bij het opstarten niet correct zijn aangesloten, ontvangt de bedieningsmodule een alarm. AA2-X X L N Externt PE N L EB0-GP2 AA2-X4 L N 0 PE X Tariefregeling X2 Als de spanning naar de compressor in de warmtepomp gedurende een bepaalde periode wegvalt, moeten deze gelijktijdig worden geblokkeerd via de softwaregeregelde ingang (AUX-ingang) om een alarm te voorkomen, zie pagina X2 Externt EB0-GP2 4 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

17 L N 0 PE L N 0 PE L N 0 PE Communicatie met warmtepomp Sluit de warmtepomp (EB0) met een afgeschermde 3-aderige kabel aan op klemmenstrook X2:9 (A), X2:20 (B) en X2:2 (GND), zoals op de afbeelding. F2040 GND B A GND F2030 B A F206/F A A B GND B GND X2 AA23-X4 X5 X5 F205/F2020/F2025/F2300 A B GND AA2-J2 Buitenvoeler De buitentemperatuursensor (BT) moet op een beschaduwde plaats aan de noord- of noordwestzijde worden geplaatst, zodat de werking ervan niet kan worden verstoord door de ochtendzon. Sluit de sensor aan op de klemmenstroken X2:3 en X2:6. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm² dik. Indien er een mantelbuis wordt gebruikt, moet deze worden afgesloten om condens in de behuizing van de sensor te voorkomen X X2 SMO Externt BT Temperatuurvoeler, warmtapwater verwarmen De temperatuursensor, warmtapwaterproductie (BT6) zit in de dompelbuis van de boiler. Sluit de sensor aan op klemmenstrook X2:5 en X2:6. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm². Warmtapwaterproductie wordt geactiveerd in menu 5.2 of in de startgids X X2 SMO Externt BT A B GND X2 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 5

18 L N 0 PE L N 0 PE L N 0 PE Temperatuursensor, warmtapwater boven Er kan een temperatuursensor voor warmtapwater boven (BT7) worden aangesloten op om de watertemperatuur boven in de tank aan te geven (als het mogelijk is om boven in de tank een sensor te installeren). Sluit de sensor aan op klemmenstrook X2:4 en X2:6. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm². 2 3 SMO Externt BT X2 X2 Temperatuursensor, verbinding externe doorstroming Sluit temperatuursensor, externe aanvoer (BT25) (nodig voor bijverwarming na wisselklep (QN0)) aan op klemmenstrook X2:8 en X2:0. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm² SMO Externt BT X2 X2 Temperatuursensor, externe aanvoer bij bijverwarming vóór wisselklep (QN0). Sluit temperatuursensor, externe aanvoer na elektrische verwarming (BT63) (nodig voor bijverwarming vóór wisselklep voor warmtapwaterproductie (QN0)) aan op klemmenstrook X2:9 en X2:0. Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm² SMO Externt BT63 X2 X2 6 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

19 L N 0 PE L N 0 PE Optionele aansluitingen Ruimtevoeler kan met een ruimtesensor (BT50) worden uitgebreid. De ruimtetemperatuursensor heeft maximaal drie functies:. Weergave van de huidige kamertemperatuur op het display van de bedieningsmodule. 2. Optie om de gewenste kamertemperatuur in C te veranderen. 3. Mogelijkheid tot wijzigen/stabiliseren van de aanvoertemperatuur op basis van de kamertemperatuur. Installeer de sensor in een neutrale positie waar de insteltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is op een vrije binnenwand in een hal op ca.,5 m boven de grond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het meten van de juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd, wat het geval is als de sensor in een nis, tussen planken, achter een gordijn, boven of nabij een warmtebron, in een tochtstroom van een buitendeur of in direct zonlicht wordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorthermostaten kunnen problemen veroorzaken. De bedieningsmodule werkt zonder de sensor, maar indien de gebruiker de binnentemperatuur van de woning wil aflezen op het display van de, moet de sensor worden geïnstalleerd. Sluit de ruimtesensor aan op klemmenstrook X2:7 en X2:0. Indien de voeler wordt gebruikt om de kampertemperatuur te wijzigen in C en/of om de kamertemperatuur te wijzigen/stabiliseren, moet de sensor worden geactiveerd in menu.9.4. Als de ruimtesensor wordt gebruikt in een kamer met vloerverwarming, dient deze uitsluitend een weergavefunctie te hebben en geen controlerende functie van de kamertemperatuur X X2 Extern BT50 Stapgeregelde bijverwarming Merk alle elektrische schakelkasten met waarschuwingsstickers voor externe spanning. Externe stapgeregelde bijverwarming kan worden aangestuurd door maximaal drie potentiaalvrije relais in de bedieningsmodule (3-staps lineair of 7-staps binair). Als alternatief kunnen twee relais (2-staps lineair of 3-staps binair) worden gebruikt voor stapgeregelde bijverwarming, hetgeen betekent dat het derde relais kan worden gebruikt voor het aansturen van het elektrische verwarmingselement in de boiler/accumulatortank. Stapinschakeling vindt plaats met een minimaal interval van minuut en stapuitschakelingen met een minimaal interval van 3 seconden. Stap wordt aangesloten op klemmenstrook X2:2 op de extra relaiskaart (AA7). Stap 2 wordt aangesloten op klemmenstrook X2:4 op de extra relaiskaart (AA7). Stap 3 of elektrisch verwarmingselement in de boiler/accumulatortank wordt aangesloten op klemmenstrook X2:6 op de extra relaiskaart (AA7). Regelspanning altijd aansluiten op klemmenstrook X2:, 3 en 5 op extra relaiskaart (AA7). De instellingen voor stapgeregelde bijverwarming worden verricht in menu en menu Alle bijverwarming kan worden geblokkeerd door een potentiaalvrije schakeling aan te sluiten op de softwaregeregelde ingang, klemmenstrook X2 (zie pagina 9), die wordt geselecteerd in menu 5.4. L N 0 PE X -X X AA7-X2 X 0 PE Externt 2 AA7-X2 3 A A A -K -K2 -K3 A2 A2 A Wijzigingen van temperatuur in de woning nemen tijd in beslag. Korte perioden in combinatie met vloerverwarming leveren bijvoorbeeld geen merkbaar verschil op in de kamertemperatuur. Als de relais worden gebruikt voor regelspanning, verbindt u de voeding vanuit klemmenstrook X: door naar X2:, X2:3 en X2:5 op de extra relaiskaart (AA7). Sluit de nul van een externe bijverwarming aan op klemmenstrook X:0. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 7

20 L N 0 PE L N 0 PE L N 0 PE L N 0 PE Relaisuitgang voor noodstand Merk alle elektrische schakelkasten met waarschuwingsstickers voor externe spanning. Als de schakelaar (SF) in de stand " " (noodstand) staat, wordt de circulatiepomp geactiveerd (EB0- GP2). Externe accessoires worden ontkoppeld. Het noodstandrelais kan worden gebruikt om externe bijverwarming te activeren. Er moet dan een externe thermostaat worden aangesloten op het regelcircuit om de temperatuur te regelen. Zorg ervoor dat het verwarmingsmiddel door de externe bijverwarming circuleert. Externe circulatiepomp Sluit de externe circulatiepomp (GP0) volgens de afbeelding aan op klemmenstrook X4:9 (PE), X4:0 (N) en X4: (230 V) op de basiskaart (AA2). AA2-X4 AA2-X4 Externt 8 GP0 9 PE N L L N 0 PE PE Externt X Shuttleklep kan worden aangevuld met een externe wisselklep (QN0) voor warmtapwaterregeling (zie pagina 53 voor accessoire). Sluit de externe wisselklep (QN0) volgens de afbeelding aan op de klemmenstrook X4:2 (N), X4:3 (regeling) en X4:4 (L) op de basiskaart (AA2). X AA2-X Externt Er wordt geen warmtapwater geproduceerd als de noodstand geactiveerd is. N L QN0 L N 0 PE Externt X 0 PE NIBE Uplink AA2-X4 Sluit de op het netwerk aangesloten kabel (recht, Cat.5e UTP) met het RJ45-contact (mannelijk) aan op contact AA4-X9 van de display-eenheid (zoals afgebeeld). Gebruik de kabeldoorvoer (UB2) in de bedieningsmodule voor het leggen van de kabels. X N L Als het relais gebruikt gaat worden voor regelspanning, verbindt u de voeding vanuit klemmenstrook X: door naar X:2 en sluit u de nul en regelspanning van de externe bijverwarming aan op X:0 (N) en X:4 (L). AA4-X9 8 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

21 L N 0 PE Externe aansluitopties Op klemmenstrook X2 heeft softwaregeregelde ingangen en uitgangen voor het aansluiten van een externe schakeling. Dat betekent dat er een sensor of een externe schakeling kan worden aangesloten op een van de zes speciale aansluitingen, waarbij de functie voor de aansluiting wordt bepaald in de software van de bedieningsmodule. Als er een externe contactfunctie is aangesloten op de, moet de functie voor gebruiksingang of -uitgang worden geselecteerd in menu 5.4. Selecteerbare ingangen klemmenstrook X2 voor deze functies zijn AUX (X2:), AUX2 (X2:2), AUX3 (X2:3), AUX4 (X2:5), AUX5 (X2:6) enaux6 (X2:7). Aarde wordt aangesloten op respectievelijk klemmenstrook X2:4 of X2:8 (zie bedradingsschema voor meer informatie). De selecteerbare ingang is klemmenstrook X4:5-7 op basiskaart (AA2) in-/uitgangen software X2 blokkeer verw. activeer tijd. luxe niet gebruikt niet gebruikt niet gebruikt niet gebruikt X2 SMO Externt In het bovenstaande voorbeeld worden de ingangen AUX (X2:) en AUX3 (X2:3) op de klemmenstrook (X2) gebruikt. Een aantal van de volgende functies kan ook worden geactiveerd en gepland via het menu met instellingen. Mogelijke selectie AUX-ingangen De volgende functies kunnen worden aangesloten op de AUX-ingangen van klemmenstrook X2. Temperatuursensor, externe retourleiding Als temperatuursensor, externe retourleiding (BT7) moet worden gebruikt, moet deze op de gekozen ingang (menu 5.4, zie pagina 45) op klemmenstrook B A X2 worden aangesloten. Gebruik een 2-aderige kabel van min. 0,5 mm². Temperatuursensor, koeling aanvoerleiding Als temperatuursensor, aanvoerleiding koeling (BT64) moet worden gebruikt, moet deze op de gekozen ingang (menu 5.4, zie pagina 45) op klemmenstrook X2 worden aangesloten. Gebruik een 2-aderige kabel van min. 0,5 mm². Schakelaar voor extern blokkeren van bijverwarming In gevallen waarbij externe blokkering van bijverwarming gewenst is, kan deze worden aangesloten op klemmenstrook X2. De bijverwarming wordt ontkoppeld door een potentiaalvrije schakelaar aan te sluiten op de in menu 5.4 gekozen ingang. Een gesloten contact betekent dat het elektrisch vermogen is uitgeschakeld. Contact voor externe blokkering van compressor in de warmtepomp In gevallen waarbij externe blokkering van de compressor in de warmtepomp gewenst is, kan deze worden aangesloten op klemmenstrook X2. De compressor in de warmtepomp wordt ontkoppeld door een potentiaalvrije schakeling aan te sluiten op de in menu 5.4 gekozen ingang. Een gesloten contact betekent dat het elektrisch vermogen is uitgeschakeld. Contact voor externe tariefblokkering In gevallen waarbij externe tariefblokkering vereist is, moet deze worden aangesloten op klemmenstrook X2. Tariefblokkering houdt in dat de bijverwarming, de compressor, verwarming en koeling worden ontkoppeld door een potentiaalvrije schakeling aan te sluiten op de in menu 5.4 geselecteerde ingang. Een gesloten contact betekent dat het elektrisch vermogen is uitgeschakeld. Schakelaar voor "SG ready" Deze functie kan alleen worden gebruikt in elektriciteitsnetten die de "SG Ready"-standaard ondersteunen. "Voor SG Ready" zijn twee AUX-ingangen vereist. In gevallen waarbij deze functie vereist is, moet deze worden aangesloten op klemmenstrook X2. "SG Ready" is een slimme vorm van tariefregeling waarbij uw energieleverancier de binnen-, warmtapwater- en/of zwembadtemperaturen (indien van toepassing) kan beïnvloeden of simpelweg de bijverwarming en/of compressor in de warmtepomp op bepaalde uren van de dag kan blokkeren (kan worden geselecteerd in menu 4..5 nadat de functie is geactiveerd). Activeer de functie door potentiaalvrije contacten aan te sluiten op twee ingangen die u selecteert in menu 5.4 (SG Ready A and SG Ready B), zie pagina45. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 9

22 20 Gesloten of open schakelaar houdt één van de volgende zaken in (A = SG Ready A en B = SG Ready B ): Blokkering (A: Gesloten, B: Open) "SG Ready" is actief. De compressor in de warmtepomp en bijverwarming zijn geblokkeerd volgens de tariefblokkering van die dag. Normale stand (A: Open, B: Open) "SG Ready" is niet actief. Geen effect op het systeem. Stand lage prijs (A: Open, B: Gesloten) "SG Ready" is actief. Het systeem richt zich op kostenbesparingen en kan bijvoorbeeld gebruik maken van een laag tarief bij de energieleverancier of overcapaciteit van een eigen energiebron (effect op het systeem kan worden afgesteld in menu 4..5). Stand overcapaciteit (A: Gesloten, B: Gesloten) "SG Ready" is actief. Het systeem mag op volle capaciteit draaien bij overcapaciteit bij de energieleverancier (effect op het systeem is instelbaar in menu 4..5). Schakelaar extern blokkeren verwarming In gevallen waarbij externe blokkering van warmte gewenst is, kan deze worden aangesloten op klemmenstrook X2. De verwarming wordt ontkoppeld door een potentiaalvrije schakelaar aan te sluiten op de in menu 5.4 geselecteerde ingang. Een gesloten schakelaar blokkeert het verwarmen. Schakelaar extern blokkeren compressor In gevallen waarbij externe blokkering van koeling gebruikt wordt, kan deze worden aangesloten op klemmenstrook X2. Verwarmen wordt ontkoppeld door een potentiaalvrije installatieautomaat aan te sluiten op de in menu 5.4 gekozen ingang. Een gesloten installatieautomaat blokkeert het koelen. Contact voor activering van tijdelijk in luxe" Er kan een externe schakeling op de worden aangesloten voor het activeren van de warmtapwaterfunctie "tijdelijk in luxe". De schakelaar moet potentiaalvrij zijn en worden aangesloten op de geselecteerde ingang (menu 5.4) op klemmenstrook X2. "tijdelijk in luxe" is geactiveerd zolang het contact is gesloten. Contact voor activering van externe instelling" Er kan een externe contactfunctie worden aangesloten op de om de aanvoertemperatuur en de kamertemperatuur te wijzigen. Als de schakelaar is gesloten, verandert de temperatuur in C (als de ruimtevoeler is aangesloten en geactiveerd). Als er geen ruimtevoeler is aangesloten of geactiveerd, wordt de gewenste verschuiving van "temperatuur" (stooklijnverschuiving) ingesteld via het aantal gekozen stappen. De waarde kan worden ingesteld tussen -0 en +0. afgiftesysteem De schakelaar moet potentiaalvrij zijn en worden aangesloten op de geselecteerde ingang (menu 5.4) op klemmenstrook X2. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen De waarde voor de wijziging wordt in menu.9.2 ingesteld, "externe instelling". Schakelaar voor extern alarm Alarmmeldingen vanuit externe apparaten kunnen worden aangesloten op de regeling en worden weergegeven als info-alarm. Potentiaalvrij signaal type NO of NC kan worden aangesloten.

23 L N 0 PE L N 0 PE L N 0 PE Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabel relais) Het is mogelijk om een externe aansluiting te realiseren met de relaisfunctie via een potentiaalvrij variabel relais (max. 2 A) op de klemmenstrook X4:5-7 op de basiskaart (AA2). Optionele functies externe aansluiting: Indicatie zoemeralarm. De functie geeft signalen af terwijl een constant alarm wordt aangegeven door de bedieningsmodule. Indicatie koelmodus. Voor deze optie moet een of andere koelfunctie worden geactiveerd. De functie geeft signalen af als het systeem koeling toestaat en kan worden gebruikt om bijvoorbeeld externe pompen aan te sturen. Actieve koeling (4 leidingen) Voor deze optie moet een of andere koelfunctie worden geactiveerd. De optie kan worden gebruikt voor eenvoudige systemen met 4 leidingen (een buiteneenheid). De functie geeft signalen af als een aangesloten warmtepomp koeling produceert terwijl er geen andere vragen zijn en koeling is toegestaan. Deze functie kan worden gebruikt voor aansturing van de wisselklep voor koeling EP25-QN2. Met deze optie wordt de laadpomp (GP2) altijd aangestuurd in bedrijfsstand "auto", hetgeen betekent dat de pomp draait als de wisselklep (QN2) naar het koelsysteem toe staat. Externe circulatiepomp verwarmingssysteem. De functie geeft signalen af als een externe circulatiepomp (GP0) moet worden aangestuurd volgens de instellingen voor de bedrijfsstand. Regeling circulatiepomp warmwatercirculatie. De functie geeft signalen af als een circulatiepomp voor de warmtapwatercirculatie (GP) moet worden aangestuurd volgens de instellingen in menu "warmtapw.recirc." (2.9.2). Als een van bovenstaande zaken geïnstalleerd is op klemmenstrook X4:5-7 op basiskaart (AA2), moet de functie worden geselecteerd in menu 5.4 Het hoofdalarm is af fabriek als basisinstelling geselecteerd. AA2-X4 Externt Circulatiepomp voor warmtapwater of externe circulatiepomp verwarmingssysteem aangesloten op het zoemeralarmrelais, zoals hieronder aangegeven. Merk alle elektrische schakelkasten met waarschuwingsstickers voor externe spanning. AA2-X4 AA2-X4 Externt L N PE Wisselklep voor koeling aangesloten op het zoemeralarmrelais, zoals hieronder aangegeven. AA2-X4 AA2-X4 Externt L N L N PE De relaisuitgang mag worden belast met maximaal 2 A bij een weerstandsbelasting (230V AC). Accessoires aansluiten Instructies voor het aansluiten van andere accessoires vindt u in de bijgeleverde installatie-instructies. Zie pagina 53 voor de lijst met accessoires die kunnen worden gebruikt met de. L N AA2-X4 De afbeelding toont de relais in de alarmstand. Met schakelaar (SF) in stand " " of staat de relais in de alarmstand. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 2

24 6 Inbedrijfstelling en afstelling Voorbereidingen Compatibele NIBE lucht/water-warmtepomp moet worden uitgerust met een regelkaart met minimaal de softwareversie zoals aangegeven op pagina 7. De versie van de regelkaart wordt tijdens het opstarten weergegeven op het display (indien van toepassing) van de warmtepomp. moet kant-en-klaar zijn aangesloten. Het klimaatsysteem moet worden gevuld met water en worden ontlucht. Inbedrijfstelling met NIBE lucht/water-warmtepomp NIBE F205/F2020/F2025 Volg de instructies in de Installatie- en onderhoudshandleiding voor de warmtepomp, hoofdstuk "Inbedrijfstelling en inregeling" - "Opstarten en inspectie". Controleer AUX-aansluiting Zo controleert u eventuele functies die zijn aangesloten op de AUX-aansluiting:. Activeer "AA2-X4" in menu Controleer de gewenste werking. 3. Deactiveer "AA2-X4" in menu 5.6. Koelstand Als de installatie een NIBE lucht/water-warmtepomp heeft die koeling kan produceren (bijvoorbeeld NIBE F2040), kan koeling worden toegestaan in menu 5... U kunt nu indicatie koelmodus selecteren in menu 5.4 voor AUX-uitgang. NIBE F206/F2026/F2030/F2040/F2300 Volg de instructies in de Installatiehandleiding voor de warmtepomp, hoofdstuk "Inbedrijfstelling en inregeling" - "Opstarten en inspectie".. Schakel de warmtepomp in. 2. Vermogen. 3. Volg de startgids op het display op of start de startgids in menu 5.7. Inbedrijfstelling met alleen bijverwarming Bij de eerste start volgt u de startgids, daarna de lijst hieronder.. Ga naar het menu 4.2 bedrijfsstand. 2. Markeer add. heat only met de selectieknop en druk vervolgens op OK [OK]. 3. Ga terug naar het hoofdmenu met een druk op Back [Terug]. Bij inbedrijfstelling zonder NIBE lucht/waterwarmtepomp wordt er mogelijk een alarmcommunicatiefout weergegeven op het display. Het alarm wordt gereset als de betreffende warmtepomp wordt gedeactiveerd in menu ("geïnstalleerde slaves"). Controleer de wisselklep. Activeer "AA2-K (QN0)" in menu Controleer of de wisselklep opengaat of -staat voor warmtapwaterproductie. 3. Deactiveer "AA2-K (QN0)" in menu Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling

25 Startgids Er moet water in het afgiftesysteem zitten voordat de schakelaar wordt ingesteld op " ".. Draai de schakelaar voor de regelmodule (SF) naar "". 2. Volg de instructies in de startgids op het display van de regelmodule. Als de startgids niet start als u de regelmodule opstart, start u deze handmatig in menu 5.7. TIP Zie pagina 24 voor een nadere introductie van het regelsysteem van de installatie (bediening, menu's enz.). Inbedrijfstelling De eerste keer dat de installatie wordt gestart, wordt de startgids gestart. In de instructies van de startgids staat wat er moet gebeuren tijdens de eerste start en wordt er een overzicht gegeven van de basisinstellingen van de installatie. De startgids zorgt ervoor dat het opstarten juist wordt uitgevoerd en niet wordt overgeslagen. De startgids kan later worden gestart in het menu 5.7. Tijdens de opstartbegeleiding worden de wisselkleppen en de regelafsluiter achterwaarts en voorwaarts bewogen om te helpen bij de ontluchting van de. Zolang als de startgids actief is, wordt geen enkele functie van de warmtepomp automatisch gestart. De gids wordt bij elke herstart van de warmtepomp weergegeven tot dit op de laatste pagina wordt uitgeschakeld. Bediening in de startgids A. Pagina B. Naam en menunummer startgids NIBE taal 4.6 Indien de startgids zich links van deze pagina bevindt, wordt deze automatisch korter 60 min. C. Optie / instelling A. Pagina D. Helpmenu Hier ziet u hoe ver u bent gevorderd in de startgids. U bladert als volgt door de pagina's van de startgids:. Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linkerbovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemarkeerd. 2. Druk op de OK-knop om naar de volgende pagina in de startgids te gaan. B. Naam en menunummer Lees hier op welk menu in het regelsysteem deze pagina van de startgids gebaseerd is. De cijfers tussen haakjes verwijzen naar het menunummer in het regelsysteem. Als u meer wilt lezen over de betreffende menu's kunt u kijken in het submenu of de installatiehandleiding raadplegen vanaf pagina 28. C. Optie / instelling Verricht hier de instellingen voor het systeem. D. Helpmenu In veel menu's staat een symbool dat aangeeft dat er extra hulp beschikbaar is. Om de helptekst te openen:. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool te selecteren. 2. Drukt u op OK [OK]. De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensters waartussen u kunt scrollen met de selectieknop. Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling 23

26 7 Bediening - Inleiding Bedieningseenheid BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER INFO MIJN SYSTEEM A B C D E F Display Statuslamp Toets OK [OK] Toets Terug Selectieknop Schakelaar F Schakelaar (SF) De schakelaar kan in drie standen worden gezet: Aan () Stand-by ( ) Noodstand ( ) De noodstand mag alleen worden gebruikt in het geval van een fout op de regelmodule. In deze stand schakelt de compressor in de warmtepomp uit en schakelt de elektrische bijverwarming in. Het display van de regelmodule is niet verlicht en de statuslamp brandt geel. A B C D E Display Instructies, instellingen en bedieningsinformatie worden op het display weergegeven. Het gebruikersvriendelijke display en menusysteem vergemakkelijken de navigatie tussen de verschillende menu's en opties om het comfort in te stellen of de benodigde informatie te verkrijgen. Statuslamp De statuslamp geeft de status van de regelmodule aan. De lamp: brandt groen tijdens normaal bedrijf. brandt geel in de noodstand. brandt rood in het geval van een geactiveerd alarm. Toets OK [OK] De toets OK [OK] wordt gebruikt om: selecties van submenu's/opties/instelwaarden/pagina in de startgids te bevestigen. Toets Back [Terug] De toets back [terug] wordt gebruikt om: terug te keren naar het vorige menu. een instelling te wijzigen die niet is bevestigd. Selectieknop De selectieknop kan naar rechts of links worden gedraaid. U kunt: in de menu's en tussen de opties scrollen. de waarden verhogen en verlagen. scrollen door pagina's, sommige informatie is verdeeld over meerder pagina's (bijvoorbeeld helptekst of service-info). 24 Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding

27 Menusysteem Buitentemperatuur BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER Binnentemperatuur - (indien ruimtesensoren zijn geïnstalleerd) Symbolen display De volgende symbolen kunnen bij bedrijf op het display verschijnen. Symbool Beschrijving Dit symbool verschijnt in het informatievenster als er informatie van belang in menu 3. staat. INFO MIJN SYSTEEM SERVICE Tijdelijk in luxe (indien geactiveerd) Menu - BINNENKLIMAAT Warmtapwatertemp. Geschatte hoeveelheid warmtapwater Het binnenklimaat instellen. Zie pagina 28. Menu 2 - WARMTAPWATER De warmtapwaterproductie instellen. Zie pagina 34. Dit menu wordt uitsluitend weergegeven wanneer er een boiler in het systeem is geïnstalleerd. Menu 3 - INFO Weergave van temperatuur en andere bedrijfsinformatie en toegang tot alarmlog. Zie pagina 36. Menu 4 - MIJN SYSTEEM Instellen van tijd, datum, taal, weergave, bedrijfsmodus, enz. Zie pagina 37. Menu 5 - SERVICE Geavanceerde instellingen. Deze instellingen zijn niet beschikbaar voor de eindgebruiker. Het menu wordt zichtbaar door 7 seconden op de toets Terug te drukken. Zie pagina 43. Deze twee symbolen geven aan of de compressor in de buitenunit of de bijverwarming in de installatie is geblokkeerd via de. Beide kunnen bijv. worden geblokkeerd als een bepaalde bedrijfsstand is gekozen in menu 4.2, als blokkeren is ingepland in menu of als een alarm is geactiveerd dat één van beide blokkeert. Compressor blokkeren. Bijverwarming blokkeren. Dit symbool verschijnt als de luxe stand voor warmtapwater is geactiveerd. Dit symbool geeft aan of "vakantie-instelling" is geactiveerd in menu 4.7 of niet. Dit symbool geeft aan of de contact heeft met NIBE Uplink. Dit symbool geeft aan of zwembadverwarming actief is. Accessoire vereist. Dit symbool geeft aan of koeling actief is. Accessoire vereist. Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding 25

28 Menunummer - gemarkeerd submenu Naam en menunummer - hoofdmenu BINNENKLIMAAT Symbool - hoofdmenu BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER temperatuur INFO programmering uit MIJN SYSTEEM geavanceerd Gemarkeerd hoofdmenu Symbolen submenu's Naam - submenu's Statusinformatie - submenu's Werking Draai de selectieknop naar links of rechts om de cursor te verplaatsen. De gemarkeerde positie is altijd lichter en/of heeft een licht frame. Menu selecteren Selecteer een hoofdmenu door het te markeren en vervolgens op OK [OK] te drukken om door het menusysteem te lopen. Er wordt hierna een nieuw venster met submenu's geopend. Selecteer een van de submenu's door het menu te markeren en vervolgens op OK [OK] te drukken. Een waarde instellen tijd datum dag maand jaar tijd & datum uur 2 uur Opties selecteren zuinig normaal luxe Alternatief comfortstand 2.2 In een optiemenu wordt de huidig geselecteerde optie aangegeven met een groen vinkje. Een andere optie selecteren:. Markeer de betreffende optie d.m.v. de selctieknop. Een van de opties is voorgeselecteerd (wit). 2. Druk op OK [OK] om de geselecteerde optie te bevestigen. De geselecteerde optie heeft een groen vinkje. Te wijzigen waarden Om een waarde in te stellen:. Markeer u de waarde die u wilt instellen met de selectieknop. 2. Drukt u op OK [OK]. De achtergrond van de waarde wordt groen. Dit betekent dat u de instelmodus hebt geopend. 3. Draai de selectieknop naar rechts om de waarde te verhogen en naar links om deze te verlagen. 4. Druk op OK om de waarde te bevestigen die u hebt ingesteld. Druk op de toets Back [Terug] om naar de oorspronkelijke waarde terug te keren. 26 Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding

29 Het virtuele toetsenbord gebruiken Verschillende toetsenborden Helpmenu In veel menu's staat een symbool dat aangeeft dat er extra hulp beschikbaar is. Om de helptekst te openen:. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool te selecteren. 2. Drukt u op OK [OK]. De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensters waartussen u kunt scrollen met de selectieknop. Als het in sommige menu's nodig is dat er tekst wordt ingevoerd, is er een virtueel toetsenbord beschikbaar. Afhankelijk van het menu hebt u de beschikking over verschillende tekensets die u met behulp van de selectieknop kunt selecteren. Om andere tekens te gebruiken, drukt u op de Terug-knop. Als een menu maar één tekenset heeft, wordt het toetsenbord direct weergegeven. Als u klaar bent met het invoeren van tekst, markeert u "OK" en drukt u op de OK-knop. Door de vensters scrollen Een menu kan uit meerdere vensters bestaan. Draai de selectieknop om tussen de vensters te scrollen. Huidige menuvenster Aantal vensters in het menu Door de vensters in de startgids scrollen taal 4.6 Pijlen voor door venster scrollen in startgids. Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linkerbovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemarkeerd. 2. Druk op de OK-knop om naar de volgende stap in de startgids te gaan. Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding 27

30 8 Regeling - Menu's Menu - BINNENKLIMAAT Overzicht - BINNENKLIMAAT. - temperatuur.3 - programmering.9 - geavanceerd.3. - verwarming koeling *.9. - curve externe instelling min. aanvoer temp instellingen ruimtesensor* instellingen koeling * eigen stooklijn verschuiving punt * Accessoires nodig. Submenu's Het menu BINNENKLIMAAT heeft meerdere submenu's. U vindt de statusinformatie van het betreffende menu op het display aan de rechterkant van de menu s. temperatuur De temperatuur voor het afgiftesysteem instellen. In de statusinformatie worden de instelwaarden weergegeven voor het afgiftesysteem. programmering Verwarming en koeling plannen. De statusinformatie "instellen" wordt weergegeven wanneer u een programma instelt, maar op dit moment is deze niet actief, "vakantie-instelling" wordt weergegeven wanneer het vakantieschema tegelijkertijd actief is met de programmering (de vakantiefunctie krijgt prioriteit), "actief" wordt weergegeven wanneer een deel van het programma actief is. Zo niet, dan wordt weergegeven " uit". geavanceerd Stooklijn, afstelling met extern contact, minimale waarde van aanvoertemperatuur, ruimtevoeler en koelfunctie instellen. Menu. - temperatuur Selecteer of u verwarmen of koelen wilt instellen op de gewenste temperatuur in het volgende menu "temperatuur koeling/verwarming". Stel de temperatuur (met geïnstalleerde en geactiveerde ruimtevoelers): verwarming Instelbereik: 5-30 C Standaardwaarde: 20 koeling (benodigde accessoire) Instelbereik: 5-30 C Standaardwaarde: 25 Een verwarmingssysteem met een langzame warmteafgifte, zoals bijvoorbeeld een vloerverwarming, is mogelijk niet geschikt voor regeling met behulp van de ruimtesensor van de warmtepomp. Gebruik de selectieknop om de kamertemperatuurinstelling te wijzigen in de gewenste temperatuur op het display. Bevestig de nieuwe instelling met een druk op OK [OK]. De nieuwe temperatuur wordt weergegeven aan de rechterkant van het symbool in het display. Instellen van de temperatuur (zonder geactiveerde ruimtevoelers): Instelbereik: -0 tot +0 Standaardwaarde: 0 Het display geeft de instelwaarden voor verwarming weer (verschuiving stooklijn). Verhoog of verlaag de waarde op het display om de binnentemperatuur te verhogen of te verlagen. Gebruik de selectieknop om een nieuwe waarde in te stellen. Bevestig de nieuwe instelling met een druk op OK [OK]. Het aantal stappen dat de waarde moet worden gewijzigd voor een graad verschil in de binnentemperatuur hangt af van de verwarmingsinstallatie. Eén stap is normaliter voldoende, maar in sommige gevallen kunnen meerdere stappen nodig zijn. De gewenste waarde instellen. De nieuwe waarde wordt weergegeven aan de rechterkant van het symbool in het display. 28 De waarde in het display wordt weergegeven als een temperatuur in C indien het klimaatsysteem wordt geregeld door een ruimtevoeler. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

31 Een stijging in de kamertemperatuur kan worden vertraagd door de thermostaten van de radiatoren of de vloerverwarming. Open daarom de thermostaten volledig, behalve in die kamers waar een koudere temperatuur is vereist, bijv. slaapkamers. TIP Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling invoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft te stabiliseren. Indien het buiten koud is en de kamertemperatuur te laag is, verhoogt u de stooklijn in menu.9. met één stap. Indien het buiten koud is en de kamertemperatuur te hoog is, verlaagt u de stooklijn in menu.9. met één stap. Indien het buiten warm is en de kamertemperatuur te laag is, verhoogt u de waarde in menu. met één stap. Indien het buiten warm is en de kamertemperatuur te hoog is, verlaagt u de waarde in menu. met één stap. Menu.3 - programmering In het menu programmering wordt binnenklimaat (verwarming/koeling) voor elke werkdag geprogrammeerd. U kunt ook een langere periode instellen tijdens een geselecteerde periode (vakantie), en wel in menu 4.7. Menu.3. - verwarming U kunt hier een hogere of lagere kamertemperatuur programmeren tot max. drie perioden per dag. Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, is de gewenste kamertemperatuur ( C) voor de opgegeven periode ingesteld. Zonder een geactiveerde ruimtesensor wordt de gewenste wijziging ingesteld (instelling in menu.). Eén stap is normaal voldoende om de kamertemperatuur met één graad te veranderen, maar in sommige gevallen kunnen meerdere stappen nodig zijn. Ingeschakeld Dag VERWARMING PROGRAMMEREN.3. schema alle maa dins wo don vri zat zon geactiveerd programmering schema 2 schema 3 2:30-06: Periode Afstellen Conflict Programmering: Hier selecteert u het te wijzigen programma. Geactiveerd: Hier activeert u het programma voor de geselecteerde periode. Insteltijden worden niet beïnvloed door een deactivering. Dag: Selecteer hier op welke dag(en) van de week het programma van toepassing is. Om het programma voor een bepaalde dag te verwijderen, moet de tijd voor die dag worden gereset door de starttijd en stoptijd hetzelfde in te stellen. Indien de regel "all" ["allemaal"] wordt gebruikt, worden alle dagen van de periode ingesteld op deze tijden. Periode: U kunt hier de start- en stoptijd voor de geselecteerde dag van het programma selecteren. Instellen: Hier kunt u instellen hoeveel de stooklijn moet worden verschoven ten opzichte van menu. tijdens de programmering. Indien de ruimtesensor is geïnstalleerd, wordt de gewenste kamertemperatuur in C ingesteld. Conflict: Indien twee instellingen botsen, wordt er een rood uitroepteken weergegeven. TIP Als u voor elke dag van de week hetzelfde programma wilt instellen, vult u eerst "alle" in en wijzigt u daarna de gewenste dagen. TIP Stel de stoptijd vroeger in dan de starttijd, zodat de periode zich uitstrekt tot na middernacht. De regeling stopt dan de dag erna op de ingestelde stoptijd. Het programma start altijd op de datum waarvoor de starttijd is ingesteld. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 29

32 30 Wijzigingen van temperatuur in de woning nemen tijd in beslag. Korte perioden in combinatie met vloerverwarming leveren bijvoorbeeld geen merkbaar verschil op in de kamertemperatuur. Menu koeling (benodigde accessoire) Hier kunt u programmeren wanneer koeling is toegestaan in de woning, en wel voor maximaal twee verschillende periodes per dag. Ingeschakeld Dag schema alle maa dins wo don vri zat zon KOELING PROGRAMMEREN.3.2 geactiveerd schema 2 2:30-06:00 aan Periode programmering Afstellen Conflict Programmering: Hier selecteert u het te wijzigen programma. Geactiveerd: Hier activeert u het programma voor de geselecteerde periode. Insteltijden worden niet beïnvloed door een deactivering. Dag: Selecteer hier op welke dag(en) van de week het programma van toepassing is. Om het programma voor een bepaalde dag te verwijderen, moet de tijd voor die dag worden gereset door de starttijd en stoptijd hetzelfde in te stellen. Indien de regel "all" ["allemaal"] wordt gebruikt, worden alle dagen van de periode ingesteld op deze tijden. Periode: U kunt hier de start- en stoptijd voor de geselecteerde dag van het programma selecteren. Instellen: Hier wordt ingesteld of koeling al dan niet is toegestaan tijdens programmeren. Conflict: Indien twee instellingen botsen, wordt er een rood uitroepteken weergegeven. TIP Als u voor elke dag van de week hetzelfde programma wilt instellen, vult u eerst "alle" in en wijzigt u daarna de gewenste dagen. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's TIP Stel de stoptijd vroeger in dan de starttijd, zodat de periode zich uitstrekt tot na middernacht. De regeling stopt dan de dag erna op de ingestelde stoptijd. Het programma start altijd op de datum waarvoor de starttijd is ingesteld. Menu.9 - geavanceerd Menu geavanceerd is bedoeld voor gevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere submenu's. curve Helling verwarmings- en koelcurve instellen. externe instelling Stooklijnverschuiving instellen met extern contact aangesloten. min. aanvoer temp. Minimum toegestane aanvoertemperatuur instellen. instellingen ruimtesensor Instellingen voor de ruimtesensor. instellingen koeling Instellingen voor koeling. eigen stooklijn Eigen verwarmings- en koelcurve instellen. verschuiving punt Verschuiving verwarmings- of koelcurve bij een bepaalde buitentemperatuur instellen. Menu.9. - curve aanvoertemperatuur C verwarming Instelbereik: 0-5 Standaardwaarde: 9 stooklijn.9.. buitentemp. C koeling (benodigde accessoire) Instelbereik: 0-9 Standaardwaarde: 0 U kunt de ingestelde verwarmingscurve voor uw woning in het menu stooklijn bekijken. De verwarmingscurve is bedoeld om ongeacht de buitentemperatuur voor een gelijkmatige binnentemperatuur te zorgen en dus voor een energiezuinige werking. Via deze verwarmingscurve bepaalt de regelcomputer van de regelmodule de temperatuur van het water naar het verwarmingssysteem, de aanvoertemperatuur en dus de binnentemperatuur.. Selecteer de verwarmingscurve en lees af hoe de aanvoertemperatuur bij verschillende buitentemperaturen verandert. Als ook koelen beschikbaar is, kan de koelcurve op dezelfde manier worden ingesteld.

33 Helling van de stooklijn De helling van verwarmings-/koelcurves bepaalt hoeveel graden de aanvoertemperatuur moet worden verhoogd/verlaagd als de buitentemperatuur daalt/stijgt. Hoe steiler de helling, hoe hoger de aanvoertemperatuur voor de verwarming of hoe lager de aanvoertemperatuur voor de koeling bij een bepaalde buitentemperatuur. Aanvoertemperatuur C 70 Brantare Steilere helling kurvlutning stooklijn C Buitentemperatuur UTETEMPERATUR De optimale helling hangt af van de klimaatomstandigheden van uw woonplaats, of de woning over radiatoren of vloerverwarming beschikt en hoe goed de woning is geïsoleerd. De curve wordt ingesteld bij de installatie van de verwarming, maar moet later mogelijk worden aangepast. Normaal gesproken hoeft de curve niet verder te worden afgesteld. Voor het fijn afstellen van de binnentemperatuur moet de curve naar boven of beneden worden verschoven in menu. temperatuur. Verschuiving stooklijn Een verschuiving van de curve betekent, dat de aanvoertemperatuur evenveel verandert voor alle buitentemperaturen, d.w.z. een verschuiving van de curve van +2 stappen verhoogt de aanvoertemperatuur met 5 C bij alle buitentemperaturen. Aanvoertemperatuur: maximale en minimale waarden Aangezien de aanvoerleidingtemperatuur niet hoger kan zijn dan de ingestelde max. waarde of lager dan de ingestelde min. waarde, vlakt de stooklijn af bij deze temperaturen. Vloerverwarmingssystemen worden normaal gesproken max. aanvoertemp. ingesteld tussen 35 en 45 C. Moet worden beperkt bij vloerkoeling min. aanvoer temp. om condensatie te voorkomen. Controleer de max. temperatuur voor uw vloer bij uw installateur/vloerleverancier. Het getal aan het einde van de stooklijn geeft de helling van de stooklijn aan. Het getal naast de thermometer geeft de verschuiving van de stooklijn aan. Gebruik de selectieknop om een nieuwe waarde in te stellen. Bevestig de nieuwe instelling met een druk op OK [OK]. Curve 0 is een eigen curve, vanuit menu.9.7. Een andere curve (helling) selecteren:. Druk op OK [OK] om de instelmodus te openen. 2. Selecteer een nieuwe curve. De curves zijn genummerd van 0 tot 5. Hoe hoger het nummer, hoe steiler de helling en hoe hoger de aanvoertemperatuur. Curve 0 betekent dat eigen stooklijn (menu.9.7) wordt gebruikt. 3. Druk op OK [OK] om de instelling te verlaten. Een curve aflezen:. Draai de selectieknop dusdanig dat de ring op de as met de buitentemperatuur is gemarkeerd. 2. Drukt u op OK [OK]. 3. Volg de grijze lijn tot aan de curve en vervolgens naar links om de waarde af te lezen voor de aanvoertemperatuur bij de geselecteerde buitentemperatuur. 4. U kunt nu waarden selecteren voor de verschillende buitentemperaturen door de selectieknop naar rechts of links te draaien en de bijbehorende aanvoertemperatuur af te lezen. 5. Druk op OK [OK] of Back [Terug] om de modus voor aflezen te verlaten. TIP Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling invoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft om zich te stabiliseren. Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te laag is, verhoogt u de helling van de curve met één stap. Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te hoog is, verlaagt u de helling van de curve met één stap. Als het buiten warm is en de kamertemperatuur te laag is, verhoogt u de verschuiving van de curve met één stap. Als het buiten warm is en de kamertemperatuur te hoog is, verlaagt u de verschuiving van de curve met één stap. Menu externe instelling afgiftesysteem Instelbereik: -0 tot +0 of gewenste kamertemperatuur indien er een ruimtevoeler is geïnstalleerd. Standaardwaarde: 0 Door een extern contact aan te sluiten, bijvoorbeeld een kamerthermostaat of een timer, kan de kamertemperatuur tijdelijk of periodiek worden verhoogd of verlaagd. Als het contact is aangesloten, wordt de verschuiving van de verwarmingscurve gewijzigd met het aantal stappen dat in het menu is geselecteerd. Als er een ruimtevoeler is geïnstalleerd en geactiveerd, is de gewenste kamertemperatuur ( C) ingesteld. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 3

34 Menu min. aanvoer temp. verwarming Instelbereik: 5-70 C Standaardwaarde: 20 C koeling (benodigde accessoire) Instelbereik: 7-30 C Standaardwaarde: 8 C In menu.9.3 kiest u verwarmen of koelen, in het volgende menu (min. aanvoertemp. verwarmen/koelen) stelt u de minimumtemperatuur in voor de aanvoertemperatuur naar het klimaatsysteem. Dit betekent dat de nooit een lagere temperatuur berekent dan de hier ingestelde temperatuur. Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling afzonderlijk worden verricht voor ieder systeem. TIP De waarde kan worden verhoogd als u, bijvoorbeeld, een kelder hebt die u altijd wilt verwarmen, zelfs in de zomer. U moet mogelijk ook de waarde in "stop verwarming" menu "instelling modus auto" verhogen. Menu instellingen ruimtesensor (benodigde accessoire) factor systeem verwarming Instelbereik: 0,0-6,0 Fabrieksinstelling verwarming: 2,0 koeling (benodigde accessoire) Instelbereik: 0,0-6,0 Fabrieksinstelling koeling:,0 Ruimtevoelers voor het regelen van de kamertemperatuur kunnen hier worden geactiveerd. Een verwarmingssysteem met een langzame warmteafgifte, zoals bijvoorbeeld een vloerverwarming, is mogelijk niet geschikt voor regeling met behulp van de ruimtesensor van de warmtepomp. Hier kunt u een factor instellen (een numerieke waarde), die bepaalt in welke mate een over- of subnormale temperatuur (het verschil tussen de gewenste en de huidige kamertemperatuur) in de ruimte van invloed is op de aanvoertemperatuur naar het afgiftesysteem. Een hogere waarde levert een grotere en snellere verandering van de stooklijnverschuiving op. Een te hoog ingestelde waarde voor "factorsysteem" kan (afhankelijk van uw afgiftesysteem) resulteren in een instabiele kamertemperatuur. Menu instellingen koeling (benodigde accessoire) delta op +20 C Instelbereik: 2-0 C Standaardwaarde: 3 delta op +40 Instelbereik: 2-20 C Standaardwaarde: 6 actieve koeling starten Instelbereik: Standaardwaarde: 30 tijd t. schakelen warm/koel Instelbereik: 0-48 u Standaardwaarde: 2 U kunt de gebruiken om de woning tijdens warme perioden te koelen. delta op +20 C Stel de gewenste temperatuur in voor het temperatuurverschil tussen de aanvoer- en retourleidingen naar het klimaatsysteem tijdens het koelen bij een buitentemperatuur van +20 C. De probeert vervolgens zo goed mogelijk in de buurt van de ingestelde temperatuur te blijven. delta op +40 Stel de gewenste temperatuur in voor het temperatuurverschil tussen de aanvoer- en retourleidingen naar het klimaatsysteem tijdens het koelen bij een buitentemperatuur van +40 C. De probeert vervolgens zo goed mogelijk in de buurt van de ingestelde temperatuur te blijven. actieve koeling starten Deze insteloptie wordt alleen weergegeven als "actieve koeling" is geactiveerd in menu Hier kunt u instellen wanneer de actieve koeling moet starten. Graadminuten zijn een meting van de huidige warmtevraag in de woning en bepalen wanneer de compressor, de koeling of de bijverwarming wordt gestart/gestopt. 32 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

35 tijd t. schakelen warm/koel Deze optie is alleen beschikbaar bij koelsystemen met 2 leidingen. Hier kunt u instellen hoe lang de moet wachten tot deze terugkeert naar verwarmen als er geen behoefte meer is aan koelen of omgekeerd. Menu eigen stooklijn aanvoertemperatuur verwarming Instelbereik: 5 70 C koeling (benodigde accessoire) Instelbereik: 5 40 C Creëer hier uw eigen verwarmings- of koelcurve door de gewenste aanvoertemperatuur in te stellen voor verschillende buitentemperaturen. Curve 0 in menu.9. moet worden geselecteerd om eigen stooklijn toe te passen. Menu verschuiving punt punt buitentemperatuur Instelbereik: C Standaardwaarde: 0 C wijziging in stooklijn Instelbereik: -0 0 C Standaardwaarde: 0 C Selecteer hier een wijziging in de stooklijn bij een bepaalde buitentemperatuur. Eén stap is normaal voldoende om de kamertemperatuur met één graad te veranderen, maar in sommige gevallen kunnen meerdere stappen nodig zijn. De stooklijn wordt beïnvloed bij ± 5 C ten opzichte van het ingestelde punt buitentemperatuur. Het is belangrijk dat de juiste stooklijn wordt geselecteerd, zodat de kamertemperatuur als constant wordt ervaren. TIP Indien het koud is in de woning, bij bijvoorbeeld -2 C, wordt "punt buitentemperatuur" ingesteld op "-2" en wordt "wijziging in stooklijn" verhoogd totdat de gewenste kamertemperatuur gehandhaafd blijft. Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling invoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft te stabiliseren. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 33

36 Menu 2 - WARMTAPWATER Overzicht 2 - WARMTAPWATER * 2. - tijdelijk in luxe comfortstand programmering geavanceerd periodieke toename * Accessoire vereist. Submenu's Dit menu wordt uitsluitend weergegeven wanneer een boiler is aangesloten op de warmtepomp. Het menu WARMTAPWATER heeft meerdere submenu's. U vindt de statusinformatie van het betreffende menu op het display aan de rechterkant van de menu s. tijdelijk in luxe Activering van tijdelijke verhoging in de warmtapwatertemperatuur. Statusinformatie geeft aan "uit" of wat de resterende tijdsduur is voor de tijdelijke temperatuurverhoging. comfortstand Warmtapwatercomfort instellen. De statusinformatie geeft aan welke modus er is geselecteerd, "zuinig", "normaal" of "luxe". programmering Warmtapwatercomfort programmeren. De statusinformatie "instellen" wordt weergegeven als u een programma hebt ingesteld dat momenteel niet actief is, "vakantie-instelling" wordt weergegeven als de vakantie-instelling tegelijkertijd met een programma actief is (waarbij de vakantiefunctie voorrang krijgt), "actief" wordt weergegeven als een deel van het programma actief is, in overige situaties wordt "uit" weergegeven. geavanceerd Instellen van periodieke verhoging van de warmtapwatertemperatuur. Menu 2. - tijdelijk in luxe Instelbereik: 3, 6 en 2 uur en modus "uit" Standaardwaarde: "uit" Menu comfortstand Instelbereik: zuinig, normaal, luxe Standaardwaarde: normaal Het verschil tussen de te selecteren modi is de temperatuur van het warmtapwater. Een hogere temperatuur betekent dat er meer warmtapwater beschikbaar is. zuinig: In deze modus is er minder warmtapwater beschikbaar dan in de andere, maar deze modus is zuiniger. Deze modus kan worden gebruikt in kleinere huishoudens met een kleinere naar warmtapwaterbehoefte. normaal: In de normale modus is een grotere hoeveelheid warmtapwater beschikbaar, wat voor de meeste huishoudens genoeg is. luxe: In de luxe modus is de grootst mogelijke hoeveelheid warmtapwater beschikbaar. In deze modus worden de elektrische bijverwarming en de compressor gebruikt om warmtapwater te verwarmen, waardoor de energiekosten kunnen oplopen. Menu programmering Er kunnen hier per dag twee verschillende periodes voor warmtapwatercomfort worden geprogrammeerd. Het programma wordt geactiveerd/gereactiveerd door al dan niet aanvinken van "geactiveerd". Insteltijden worden niet beïnvloed door een deactivering. Ingeschakeld programmering Wanneer de vraag naar warmtapwater tijdelijk is verhoogd, kan dit menu worden gebruikt om een verhoging in de warmtapwatertemperatuur te selecteren in de luxe modus voor een bepaalde tijd. Indien de comfortmodus "luxe" is geselecteerd in menu 2.2, kan er verder geen verhoging meer worden doorgevoerd. De functie wordt onmiddellijk geactiveerd wanneer er een periode is geselecteerd en deze is bevestigd met een druk op OK. De resterende tijd voor de geselecteerde instelling wordt aan de rechterkant weergegeven. Wanneer de tijd voorbij is, keert de terug naar de modus die in menu 2.2. is ingesteld. Selecteer uit" om tijdelijk in luxe uit te schakelen. Dag schema alle maa dins wo don vri zat zon WARMTAPWATER PROGRAM. 2.3 geactiveerd Periode schema 2 normaal Afstellen Conflict Programmering: Hier selecteert u het te wijzigen programma. 34 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

37 Geactiveerd: Hier activeert u het programma voor de geselecteerde periode. Insteltijden worden niet beïnvloed door een deactivering. Dag: Selecteer hier op welke dag(en) van de week het programma van toepassing is. Om het programma voor een bepaalde dag te verwijderen, moet de tijd voor die dag worden gereset door de starttijd en stoptijd hetzelfde in te stellen. Indien de regel "all" ["allemaal"] wordt gebruikt, worden alle dagen van de periode ingesteld op deze tijden. Periode: U kunt hier de start- en stoptijd voor de geselecteerde dag van het programma selecteren. Instellen: Stel hier het warmwatercomfort in dat tijdens het programma moet worden toegepast. Conflict: Indien twee instellingen botsen, wordt er een rood uitroepteken weergegeven. TIP Als u voor elke dag van de week hetzelfde programma wilt instellen, vult u eerst "alle" in en wijzigt u daarna de gewenste dagen. TIP Stel de stoptijd vroeger in dan de starttijd, zodat de periode zich uitstrekt tot na middernacht. De regeling stopt dan de dag erna op de ingestelde stoptijd. Het programma start altijd op de datum waarvoor de starttijd is ingesteld. Menu geavanceerd Menu geavanceerd is bedoeld voor gevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere submenu's. Menu periodieke toename periode Instelbereik: - 90 dagen Standaardwaarde: 4 dagen starttijd Instelbereik: 00:00-23:00 Standaardwaarde: 00:00 Om bacteriegroei in de boiler te voorkomen, kunnen de warmtepomp en een eventuele bijverwarming de warmwatertemperatuur met regelmatige intervallen korte tijd verhogen. De duur tussen de verhogingen kan hier worden geselecteerd. De tijd kan worden ingesteld tussen en 90 dagen. De fabrieksinstelling is 4 dagen. Verwijder het vinkje bij "geactiveerd" om de functie uit te schakelen. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 35

38 Menu 3 - INFO Overzicht 3 - INFO 3. - service-info compressor info info bijverwarming alarm log binnentemp. log Submenu's Het menu INFO heeft meerdere submenu's. U kunt in deze menu's geen instellingen doorvoeren. De menu's geven slechts informatie. De statusinformatie van het actuele menu staat op het display aan de rechterkant van de menu's. service-info geeft de temperatuurniveaus en instellingen in de installatie weer. compressor info geeft bedrijfstijden, aantal starts, enz. voor de compressor in de warmtepomp weer. info bijverwarming geeft informatie over de bedrijfstijden, enz. van de bijverwarming weer. alarm log geeft de meest recente alarmmeldingen weer. binnentemp. log de gemiddelde binnentemperatuur per week over het afgelopen jaar. Menu 3. - service-info Informatie over de huidige bedrijfsstatus van de installatie (bijv. huidige temperaturen enz.) kan hier worden verkregen. Er kunnen geen wijzigingen worden doorgevoerd. De informatie staat op meerdere pagina's. Draai de selectieknop om tussen de pagina's te scrollen. Symbolen in dit menu: Compressor Bijverwarming Verwarming Warmtapwater Menu alarm log Om storingen eenvoudiger te kunnen vinden wordt de bedrijfsstatus van de installatie bij alarmwaarschuwingen hier opgeslagen. U vindt hier informatie over de 0 meest recente alarmmeldingen. Indien u de bedrijfsstatus in het geval van een alarm wilt bekijken, markeert u het alarm en drukt u op OK [OK]. Menu 3,5 - binnentemp. log Hier ziet u de gemiddelde binnentemperatuur per week over het afgelopen jaar. De stippellijn geeft de jaarlijkse gemiddelde temperatuur aan. De gemiddelde buitentemperatuur wordt alleen weergegeven als de ruimtetemperatuursensor/ruimteeenheid is geïnstalleerd. Een gemiddelde temperatuur aflezen. Draai de selectieknop dusdanig dat de ring op de as met het weeknummer is gemarkeerd. 2. Drukt u op OK [OK]. 3. Volg de grijze lijn in de grafiek en vervolgens naar links om de gemiddelde binnentemparatuur af te lezen bij de geselecteerde week. 4. U kunt nu waarden selecteren voor de verschillende weken door de selectieknop naar rechts of links te draaien en de gemiddelde temperatuur af te lezen. 5. Druk op OK [OK] of Back [Terug] om de modus voor aflezen te verlaten. Koeling Menu compressor info Informatie over de bedrijfsstatus en statistieken van de compressor kunt u hier verkrijgen. Er kunnen geen wijzigingen worden doorgevoerd. De informatie staat op meerdere pagina's. Draai de selectieknop om tussen de pagina's te scrollen. Menu info bijverwarming Hier kunt u informatie over de instellingen, bedrijfsstatus en statistieken van de bijverwarming krijgen. Er kunnen geen wijzigingen worden doorgevoerd. De informatie staat op meerdere pagina's. Draai de selectieknop om tussen de pagina's te scrollen. 36 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

39 Menu 4 - MIJN SYSTEEM Overzicht 4 - MIJN SYSTEEM 4. - plusfuncties * internet nibe uplink tcp/ip-instellingen proxy-instellingen SG Ready smart price adaption bedrijfsstand tijd & datum taal vakantie-instelling geavanceerd functie voorkeuren instelling modus auto instelling graadminuten fabrieksinstelling gebruiker blokk. programm program. stille stand * Accessoire vereist. Submenu's Het menu MIJN SYSTEEM heeft meerdere submenu's. U vindt de statusinformatie van het betreffende menu op het display aan de rechterkant van de menu s. plusfuncties Instellingen die gelden voor alle geïnstalleerde extra functies in het verwarmingssysteem. bedrijfsstand Activering van handmatige of automatische bedrijfsmodus. De geselecteerde bedrijfsmodus wordt weergegeven in de statusinformatie. tijd & datum Huidige tijd en datum instellen. taal Selecteer hier de taal voor het display. De geselecteerde taal wordt weergegeven in de statusinformatie. vakantie-instelling Vakantieprogramma voor verwarming en warmtapwater. De statusinformatie "instellen" wordt weergegeven wanneer u een vakantieprogramma instelt, maar op dit moment is deze niet actief, "actief" wordt weergegeven als een deel van het vakantieprogramma actief is. Zo niet, dan wordt weergegeven " uit". geavanceerd Instellingen bedrijfsstand regelmodule. Menu 4. - plusfuncties In de submenu's kunnen instellingen worden verricht voor eventuele extra functies die zijn geïnstalleerd in de. Menu internet Hier voert u de instellingen in voor het aansluiten van de op het internet. Voor een goede werking van deze functies moet de netwerkkabel worden aangesloten. Menu nibe uplink Hier kunt u de aansluiting van de installatie op NIBE Uplink ( beheren en het aantal via het internet op de installatie aangesloten gebruikers bekijken. Een aangesloten gebruiker beschikt over een gebruikersaccount in NIBE Uplink met toestemming om uw installatie te beheren/ bewaken. Nieuwe verbindingslijn vragen Om een gebruikersaccount op NIBE Uplink aan te sluiten op uw installatie, moet u een unieke verbindingslijn aanvragen.. Markeer nieuwe verbind.lijn vragen" en druk op de OK-toets. 2. De installatie communiceert nu met NIBE Uplink om een verbindingslijn aan te maken. 3. Als er een verbindingslijn is ontvangen, wordt dit in dit menu getoond onder "verbindingslijn" waarbij de string 60 minuten geldig blijft. De verbinding met alle gebruikers verbreken. Markeer alle gebruikers uitschakelen" en druk op de OK-toets. 2. De installatie communiceert nu met NIBE Uplink om uw installatie los te koppelen van alle gebruikers die zijn aangesloten via het internet. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 37

40 38 Na het loskoppelen van alle gebruikers kan geen van deze gebruikers uw installatie nog bekijken of beheren via NIBE Uplink zonder eerst een nieuwe verbindingslijn aan te vragen. Menu tcp/ip-instellingen Hier kunt u de TCP/IP-instellingen voor uw installatie instellen. Automatische instelling (DHCP). Plaats een vinkje bij automatisch". De installatie ontvangt de TCP/IP-instellingen nu met behulp van DHCP. 2. Markeer bevestigen" en druk op de OK-toets. Handmatige instelling. Verwijder het vinkje bij "automatisch" en u krijgt toegang tot een aantal instellingsmogelijkheden. 2. Markeer IP-adres" en druk op de OK-toets. 3. Voer de juiste gegevens in via het virtuele toetsenbord. 4. Markeer OK" en druk op de OK-toets. 5. Herhaal - 3 voor "netmask", "gateway" en "dns". 6. Markeer bevestigen" en druk op de OK-toets. De installatie kan niet met het internet verbinden zonder correcte TCP/IP-instellingen. Als u niet zeker weet welke instellingen voor u van toepassing zijn, kunt u de automatische stand kiezen of contact opnemen met uw netwerkbeheerder (of vergelijkbaar) voor meer informatie. TIP Alle instellingen ingevoerd sinds het openen van het menu kunnen worden gereset door "resetten" te markeren en op de OK-knop te drukken. Menu proxy-instellingen Hier kunt u de proxy-instellingen voor uw installatie instellen. Proxy-instellingen worden gebruikt om verbindingsinformatie over te brengen op een intermediate server (proxy-server) tussen de installatie en het internet. Deze instellingen worden met name gebruikt als de installatie via een bedrijfsnetwerk op het internet is aangesloten. De installatie ondersteunt proxy-authenticatie van het type HTTP Basic en HTTP Digest. Als u niet zeker weet welke instellingen voor u van toepassing zijn, kunt u de vooraf ingestelde instellingen kiezen of contact opnemen met uw netwerkbeheerder (of vergelijkbaar) voor meer informatie. Instelling. Vink gebruik proxy" aan als u geen gebruik wilt maken van een proxy. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 2. Markeer server" en druk op de OK-toets. 3. Voer de juiste gegevens in via het virtuele toetsenbord. 4. Markeer OK" en druk op de OK-toets. 5. Herhaal - 3 voor "poort", "gebr.naam" en "wachtwoord". 6. Markeer bevestigen" en druk op de OK-toets. TIP Alle instellingen ingevoerd sinds het openen van het menu kunnen worden gereset door "resetten" te markeren en op de OK-knop te drukken. Menu SG Ready Deze functie kan alleen worden gebruikt in elektriciteitsnetten die de "SG Ready"-standaard ondersteunen. Verricht hier de instellingen voor de functie "SG Ready". beïnvloedt kamertemp. Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgen moet hebben voor de kamertemperatuur. Bij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de parallelle verschuiving van de binnentemperatuur verhoogd met "+". Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, wordt de gewenste kamertemperatuur verhoogd met C. Bij de overcapaciteitsstand van "SG Ready" wordt de parallelle verschuiving van de binnentemperatuur verhoogd met "+2". Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, wordt de gewenste kamertemperatuur verhoogd met 2 C. beïnvloedt warm water Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgen moet hebben voor de temperatuur van het warmtapwater. Bij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de stoptemperatuur van het warmtapwater zo hoog mogelijk ingesteld terwijl alleen de compressor in bedrijf is (elektrisch verwarmingselement niet toegestaan). Bij de overcapaciteitsstand van "SG Ready" wordt het warmtapwater ingesteld op "luxe" (elektrisch verwarmingselement toegestaan). beïnvloedt koelen (accessoires vereist) Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgen moet hebben voor de kamertemperatuur tijdens koeling. Bij de lageprijsstand van "SG Ready"en koeling zijn er geen gevolgen voor de binnentemperatuur. Bij de overcapaciteitsstand van "SG Ready" en koeling wordt de parallelle verschuiving van de binnentemperatuur verlaagd met "-". Als er een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, wordt de gewenste kamertemperatuur verlaagd met C.

41 De functie moet worden aangesloten op twee AUX-ingangen en worden geactiveerd in menu 5.4. Menu smart price adaption Smart price adaption verschuift het verbruik van de warmtepomp gedurende 24 uur naar perioden met het goedkoopste elektriciteitstarief, zodat besparingen mogelijk zijn bij elektriciteitscontracten op uurbasis. De functie is gebaseerd op uurtarieven voor de komende 24 uur die worden binnengehaald via NIBE Uplink en daarom zijn een internetaansluiting en een account voor NIBE Uplink vereist. Verwarming, zwembad en koeling worden dusdanig aangestuurd dat de energielevering gedurende 24 uur onveranderd blijft, maar de aanvoer plaatsvindt op die momenten dat de prijs het laagst is. Voor warmtapwater wordt dezelfde functie gebruikt, maar is er ook nog een leerfunctie die de behoefte aan warmtapwater binnen een huishouden leert en zich hierop aanpast. Als de invloed op warmtapwater actief is, is het niet langer mogelijk de comfortstand van het warmtapwater te regelen via menu 2.2. Activeer smart price adaption door de functie aan te vinken en op de OK-toets te drukken. Als smart price adaption is geactiveerd, worden de mogelijke instellingen weergegeven. Om te selecteren welke functies geselecteerd kunnen worden, markeert u de functie met behulp van de selectieknop en drukt u op de OKtoets. Overzicht elektriciteitsprijzen Hier kunt u informatie krijgen over hoe de elektriciteitsprijs gedurende maximaal drie dagen schommelt. Bereik Stel hier uw bereik voor de elektriciteitsprijs in. Invloed kamertemperatuur Hier stelt u in hoeveel de kamertemperatuur door de elektriciteitsprijs moet worden beïnvloed. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de invloed van de elektriciteitsprijs en hoe hoger de besparingen, maar tegelijkertijd is er ook een grotere kans op een nadelige invloed op het comfort. Instelbereik: 0 Standaardwaarde: 5 Invloed warmtapwater Hier stelt u in hoeveel het warmtapwater door de elektriciteitsprijs moet worden beïnvloed. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de invloed van de elektriciteitsprijs en hoe hoger de mogelijke besparingen, maar tegelijkertijd is er ook een grotere kans op een nadelige invloed op het comfort. Instelbereik: 4 Standaardwaarde: 2 Invloed zwembadtemperatuur Hier stelt u in hoeveel de zwembadtemperatuur door de elektriciteitsprijs moet worden beïnvloed. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de invloed van de elektriciteitsprijs en hoe hoger de mogelijke besparingen, maar tegelijkertijd is er ook een grotere kans op een nadelige invloed op het comfort. Instelbereik: 0 Standaardwaarde: 2 Invloed koelen Hier stelt u in hoeveel de koeltemperatuur door de elektriciteitsprijs moet worden beïnvloed. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de invloed van de elektriciteitsprijs en hoe hoger de mogelijke besparingen, maar tegelijkertijd is er ook een grotere kans op een nadelige invloed op het comfort. Instelbereik: 0 Standaardwaarde: 3 Menu bedrijfsstand bedrijfsstand Instelbereik: auto, handmatig, add. heat only Standaardwaarde: auto functies Instelbereik: compressor, addition, heating, cooling De bedrijfsstand van de regelmodule is meestal ingesteld op "auto". Het is ook mogelijk om de regelmodule in te stellen op "add. heat only", maar alleen als er bijverwarming wordt gebruikt, of "handmatig" en vervolgens instellen welke functies moeten worden toegestaan. Wijzig de bedrijfsstand door de gewenste stand aan te vinken en op de OK-knop te drukken. Wanneer een bedrijfsstand is geselecteerd, wordt rechts aangegeven wat er is toegestaan in de regelmodule (doorgekruist = niet toegestaan) en wat de selecteerbare alternatieven zijn. Om selecteerbare functies te selecteren die zijn toegestaan of niet, markeert u de functie met behulp van de selectieknop en drukt u op de OK-knop. Bedrijfsstand auto In deze bedrijfsstand selecteert de regelmodule automatisch welke functies zijn toegestaan. Bedrijfsstand handmatig In deze bedrijfsstand kunt u kiezen welke functies zijn toegestaan. U kunt de selectie van "compressor" niet ongedaan maken in de handmatige stand. Bedrijfsstand add. heat only In deze bedrijfsstand is de compressor niet actief en wordt alleen gebruik gemaakt van bijverwarming. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 39

42 Functies Als u modus "add. heat only" kiest, wordt de selectie van de compressor ongedaan gemaakt en zijn de energiekosten hoger. U kunt niet wisselen van alleen bijverwarming als u geen warmtepomp hebt aangesloten (zie menu 5.2.2). "compressor" produceert verwarming en warmtapwater voor de woning. Als "compressor" is uitgevinkt, verschijnt er een symbool in het hoofdmenu op het symbool voor de regelmodule. U kunt "compressor" niet uitvinken in de handmatige stand. "addition" helpt de compressor de woning en/of het warmtapwater te verwarmen, wanneer deze de gehele vraag niet alleen kan verwerken. "heating" betekent dat u warmte in de woning krijgt. U kunt selectie van de functie ongedaan maken indien u geen verwarming wilt. "cooling" betekent dat u bij warm weer koeling in de woning krijgt. U kunt de functie uitvinken als u geen koeling wilt. Voor dit alternatief is een koeloptie vereist of moet de warmtepomp een ingebouwde koelfunctie hebben die is geactiveerd in het menu. Menu tijd & datum Hier kunt u de tijd, datum, weergavestand en tijdzone instellen. TIP De tijd en datum worden automatisch ingesteld als de warmtepomp is aangesloten op NIBE Uplink. Voor de juiste tijd moet eerst de tijdzone worden ingesteld. Menu taal Kies hier de taal waarin u de informatie wilt aflezen. Menu vakantie-instelling Als er een ruimtevoeler is geïnstalleerd en geactiveerd, is de gewenste kamertemperatuur ( C) voor de opgegeven periode ingesteld. Deze instelling geldt voor alle afgiftesystemen met ruimtevoelers. Indien er geen ruimtesensor is geactiveerd, wordt de gewenste verschuiving van de stooklijn ingesteld. Deze instelling geldt voor alle afgiftesystemen zonder ruimtesensoren. Eén stap is normaal voldoende om de kamertemperatuur met één graad te veranderen, maar in sommige gevallen kunnen meerdere stappen nodig zijn. Het vakantieprogramma start om 00:00 op de startdatum en stopt om 23:59 op de stopdatum. TIP Beëindig de vakantie-instelling ongeveer een dag voordat u terugkomt, zodat de temperatuur van de kamer en het warmtapwater weer tot de gebruikelijke niveaus kunnen komen. TIP Stel het vakantieprogramma vooraf in en activeer deze vlak voordat u vertrekt om het comfort te behouden. Als u ervoor kiest om de warmtapwaterproductie uit te schakelen tijdens de vakantie, worden "periodieke toename" (om bacteriegroei te voorkomen) gedurende deze periode geblokkeerd. "periodieke toename" die zijn gestart bij het instellen voor de vakantie worden wel afgemaakt. Menu geavanceerd Menu geavanceerd is bedoeld voor gevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere submenu's. Menu functie voorkeuren functie voorkeuren Instelbereik: 0 tot 80 min Standaardwaarde: 30 min De cursor geeft aan waar de installatie zich in de cyclus bevindt. Indien 0 minuten is geselecteerd, betekent dit dat de vereiste geen prioriteit heeft en alleen wordt geactiveerd wanneer er geen andere vereiste is. Menu instelling modus auto start koeling (benodigde accessoire) Instelbereik: C Standaardwaarde: 25 stop verwarming Instelbereik: C Standaardwaarde: 7 stop bijverwarming Instelbereik: C Standaardwaarde: 5 filtertijd Instelbereik: 0 48 u Standaardwaarde: 24 u 40 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's Als de bedrijfsstand is ingesteld op "auto", selecteert de regelmodule wanneer een start en stop van de bijverwarming en warmteproductie is toegestaan, afhankelijk van de gemiddelde buitentemperatuur.

43 Als de bedrijfsstand is ingesteld op "auto", selecteert de regelmodule wanneer een start en stop van de bijverwarming en warmteproductie is toegestaan, afhankelijk van de gemiddelde buitentemperatuur. Als een koelaccessoire aanwezig is of als de warmtepomp een geïntegreerde koelfunctie heeft die geactiveerd is in het menu, kunt u ook de starttemperatuur voor het koelen kiezen. Selecteer de gemiddelde buitentemperaturen in dit menu. U kunt ook de tijd instellen waarvoor (filtertijd) de gemiddelde temperatuur wordt berekend. Indien u 0 selecteert, wordt de huidige buitentemperatuur gebruikt. Kan niet hoger worden ingesteld dan "stop bijverwarming" hoger dan "stop verwarming". In systemen waarin verwarmen en koelen via dezelfde leidingen worden verzorgd, kan "stop verwarming" op max. "start koeling" worden ingesteld als er geen koel-/verwarmingssensor is. Menu instelling graadminuten actuele waarde Instelbereik: start compressor Instelbereik: Standaardwaarde: -60 start diff. bijverwarming Instelbereik: Standaardwaarde: 400 verschil bijverw.stappen Instelbereik: Standaardwaarde: 30 Graadminuten zijn een meting van de huidige warmtevraag in de woning en bepalen wanneer de compressor of de bijverwarming wordt gestart/gestopt. Een hogere waarde voor "start compressor" zorgt voor meer compressorstarts waardoor de compressor sneller slijt. Te lage waarden hebben schommelende ruimtetemperaturen tot gevolg. Menu fabrieksinstelling gebruiker Alle instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker (inclusief geavanceerde menu's) kunnen hier worden gereset naar de standaardwaarden. Na fabrieksinstelling moeten persoonlijke instellingen, zoals stooklijnen, opnieuw worden ingesteld. Menu blokk. programm. De bijverwarming kan worden geprogrammeerd om maximaal twee verschillende perioden te worden geblokkeerd. Als programmeren actief is, wordt het relevante blokkeersymbool in het hoofdmenu op het symbool voor de regelmodule getoond. Ingeschakeld Dag schema alle maa dins wo don vri zat zon geactiveerd Periode schema 2 programmering blokk. programm Blokkering Conflict Programmering: Hier kunt u de te wijzigen periode selecteren. Geactiveerd: Hier activeert u het programma voor de geselecteerde periode. Insteltijden worden niet beïnvloed door een deactivering. Dag: Selecteer hier op welke dag(en) van de week het programma van toepassing is. Om het programma voor een bepaalde dag te verwijderen, moet de tijd voor die dag worden gereset door de starttijd en stoptijd hetzelfde in te stellen. Indien de regel "all" ["allemaal"] wordt gebruikt, worden alle dagen van de periode ingesteld op deze tijden. Periode: U kunt hier de start- en stoptijd voor de geselecteerde dag van het programma selecteren. Blokkering: Hier kunt u de gewenste blokkering selecteren. Conflict: Indien twee instellingen botsen, wordt er een rood uitroepteken weergegeven. Blokkeren van de compressor in de buitenunit. Bijverwarming blokkeren. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 4

44 TIP Als u voor elke dag van de week hetzelfde programma wilt instellen, vult u eerst "alle" in en wijzigt u daarna de gewenste dagen. TIP Stel de stoptijd vroeger in dan de starttijd, zodat de periode zich uitstrekt tot na middernacht. De regeling stopt dan de dag erna op de ingestelde stoptijd. Het programma start altijd op de datum waarvoor de starttijd is ingesteld. Een langdurige blokkering kan een verminderd comfort of lager rendement tot gevolg hebben. Menu program. stille stand De compressor kan worden geprogrammeerd om maximaal twee verschillende perioden in de "stille stand" te functioneren (de warmtepomp moet dit wel ondersteunen). Als programmeren actief is, wordt het symbool voor de "stille stand" in het hoofdmenu op het symbool voor de regelmodule getoond. Conflict: Indien twee instellingen botsen, wordt er een rood uitroepteken weergegeven. TIP Als u voor elke dag van de week hetzelfde programma wilt instellen, vult u eerst "alle" in en wijzigt u daarna de gewenste dagen. TIP Stel de stoptijd vroeger in dan de starttijd, zodat de periode zich uitstrekt tot na middernacht. De regeling stopt dan de dag erna op de ingestelde stoptijd. Het programma start altijd op de datum waarvoor de starttijd is ingesteld. Het langdurig programmeren van de "stille stand" kan een verminderd comfort of lager rendement tot gevolg hebben. Ingeschakeld programmering program. stille stand schema schema 2 geactiveerd alle maa dins wo don vri zat zon Conflict Dag Periode Programmering: Hier kunt u de te wijzigen periode selecteren. Geactiveerd: Hier activeert u het programma voor de geselecteerde periode. Insteltijden worden niet beïnvloed door een deactivering. Dag: Selecteer hier op welke dag(en) van de week het programma van toepassing is. Om het programma voor een bepaalde dag te verwijderen, moet de tijd voor die dag worden gereset door de starttijd en stoptijd hetzelfde in te stellen. Indien de regel "all" ["allemaal"] wordt gebruikt, worden alle dagen van de periode ingesteld op deze tijden. Periode: U kunt hier de start- en stoptijd voor de geselecteerde dag van het programma selecteren. 42 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

45 Menu 5 - SERVICE Overzicht 5 - SERVICE 5. - bedrijfsinstellingen in-/uitgangen software service fabriekinstelling geforceerde regeling startgids snelstart vloerdroogfunctie log met wijzigingen warmwaterinstellingen * max. aanvoertemp max. versch. aanvoertemp alarmhandelingen bijverw aanvinst. klim.systeem heat pump testing compressor curve geïnstalleerde warmtepomp accessoires 5. - slave-instellingen EB warmtepomp laadpomp * Accessoire vereist. Ga naar het hoofdmenu en houd de knop Terug 7 seconden ingedrukt om naar het Servicemenu te gaan. Submenu's Menu SERVICE heeft oranje tekst en is bedoeld voor gevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere submenu's. U vindt de statusinformatie van het betreffende menu op het display aan de rechterkant van de menu s. bedrijfsinstellingen Bedrijfsinstellingen voor de regelmodule. systeeminstellingen Systeeminstellingen voor de regelmodule, activeren van accessoires enz. in-/uitgangen software Softwaregeregelde ingangen op de klemmenstrook instellen (X2). service fabriekinstelling Totale reset van alle instellingen (inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar standaardwaarden. geforceerde regeling Gedwongen regeling van de verschillende componenten in de binnenmodule. startgids Handmatige start van de startgids die de eerste keer wordt gebruikt wanneer de regelmodule wordt gestart. snelstart Snelstarten van de compressor. Onjuiste instellingen in de servicemenu's kunnen schade aan de installatie veroorzaken. Menu 5. - bedrijfsinstellingen Bedrijfsinstellingen voor de regelmodule kunnen in de submenu's worden doorgevoerd. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 43

46 44 Menu warmwaterinstellingen zuinig Instelbereik starttemp. eco: 5 70 C Fabrieksinstelling starttemp. eco: 44 C Instelbereik stoptemp. eco: 5 70 C Fabrieksinstelling stoptemp. eco: 47 C normaal Instelbereik starttemp. normaal: 5 70 C Fabrieksinstelling starttemp. normaal: 47 C Instelbereik stoptemp. normaal: 5 70 C Fabrieksinstelling stoptemp. normaal: 50 C luxe Instelbereik starttemp. luxe: 5 70 C Fabrieksinstelling starttemp. luxe: 52 C Instelbereik stoptemp. luxe: 5 70 C Fabrieksinstelling stoptemp. luxe: 55 C stoptemp. per. verhoging Instelbereik: C Standaardwaarde: 55 C laadmethode Instelbereik: doeltemp., delta temp. Standaardwaarde: delta temp. Hier stelt u naast de start- en stoptemperatuur van het warmtapwater voor de verschillende comfortopties in menu 2.2 ook de stoptemperatuur voor periodieke verhogingen in menu De laadmethode voor de warmtapwaterstand wordt hier gekozen. "delta temp." wordt aanbevolen voor verwarmers met laadspiraal, "doeltemp." voor verwarmers met tapspiraal. Als "hoog vermogen" is geactiveerd, wordt het warmtapwater met meer vermogen verwarmd dan in de standaardstand en is er dus meer warmtapwater beschikbaar. Menu max. aanvoertemp. afgiftesysteem Instelbereik: 5-70 C Standaardwaarde: 60 C Stel hier de maximale aanvoertemperatuur in voor het afgiftesysteem. Vloerverwarmingssystemen worden normaal gesproken max. aanvoertemp. ingesteld tussen 35 en 45 C. Controleer de max. vloertemperatuur bij de leverancier van uw vloer. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's Menu max. versch. aanvoertemp. max. versch. compressor Instelbereik: 25 C Standaardwaarde: 0 C max. versch. bijverwarming Instelbereik: 24 C Standaardwaarde: 7 C Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussen de berekende en de huidige aanvoertemperatuur tijdens de compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max. versch. bijverwarming kan nooit hoger zijn dan max. versch. compressor max. versch. compressor Als de huidige aanvoertemperatuur afwijkt van de ingestelde waarde ten opzichte van de berekende aanvoertemperatuur, wordt de warmtepomp gedwongen om te stoppen, ongeacht het aantal graadminuten. Als de huidige aanvoertemperatuur tot boven de berekende doorstroming met instelwaarde stijgt, wordt de waarde van graadminuten ingesteld op 0. De compressor in de warmtepomp stopt als er alleen warmtevraag is voor cv. max. versch. bijverwarming Als "addition wordt geselecteerd en geactiveerd in menu 4.2 en de huidige aanvoertemp. de berekende temperatuur overtreft met de ingestelde waarde, wordt de bijverwarming gedwongen om te stoppen. Menu alarmhandelingen Kies hier of u wilt dat de regelmodule u waarschuwt als een alarm op het display wordt getoond. Als er geen alarmhandeling is geselecteerd, kan dit leiden tot een hoger energieverbruik bij een alarm. Menu bijverw. max. stap Instelbereik (binaire stappen gedeactiveerd): 0 3 Instelbereik (binaire stappen geactiveerd): 0 7 Standaardwaarde: 3 zekeringgrootte Instelbereik: A Fabrieksinstelling: 25 A Hier selecteert u of de stapgeregelde bijverwarming vóór of na de wisselklep voor warmtapwaterproductie zit (QN0). Een stapgeregelde bijverwarming is bijv. een externe elektrische cv ketel. U kunt instellen wat het maximale aantal toegestane stappen voor de bijverwarming is, als er een interne bijverwarming in de tank zit (alleen beschikbaar als de

47 bijverwarming na de QN0 is geplaatst), of er binaire stappen moeten worden gebruikt en wat de grootte van de zekering is. TIP Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire voor een beschrijving van de werking. Menu aanvinst. klim.systeem voorinstell Instelbereik: radiator, vloerverw., rad. + vloerverw., DOT C Standaardwaarde: radiator Instelbereik DOT: -40,0-20,0 C Fabrieksinstelling DOT: -8,0 C eigen inst. Instelbereik dt bij DOT: 0,0-25,0 Fabrieksinstelling dt bij DOT: 0,0 Instelbereik DOT: -40,0-20,0 C Fabrieksinstelling DOT: -8,0 C Hier wordt het type afgiftesysteem ingesteld waar de circulatiepomp verwarmingssysteem naartoe werkt. dt bij DOT is het verschil in graden tussen aanvoer- en retourtemperaturen bij de gemeten buitentemperatuur. Menu heat pump testing Dit menu is bedoeld voor het testen van de volgens verschillende standaarden. Gebruik van dit menu voor andere doeleinden kan ertoe leiden dat uw installatie niet correct functioneert. Dit menu bevat diverse submenu's, één voor iedere standaard. Menu compressor curve Stel in of de compressor in de warmtepomp tijdens specifieke eisen moet werken op basis van een bepaalde curve of moet werken op basis van vooraf ingestelde curven. U stelt een curve voor een vraag (warmte, warmtapwater enz.) in door "auto" uit te vinken, de regelknop te verdraaien tot er een temperatuur wordt aangegeven en op OK te drukken. U kunt nu instellen bij welke temperaturen de maximale en minimale frequenties moeten liggen. Dit menu kan bestaan uit meerdere vensters (één voor iedere beschikbare vraag). Gebruik de navigatiepijlen linksboven om heen en weer te gaan tussen de vensters. Dit menu wordt alleen weergegeven als SMO 20 is aangesloten op een warmtepomp met een invertergestuurde compressor. Menu systeeminstellingen Hier verricht u verschillende systeeminstellingen voor uw installatie, bijv. activeren van de aangesloten warmtepomp en welke accessoires er zijn geïnstalleerd. Menu geïnstalleerde warmtepomp Als er een warmtepomp is aangesloten op de masterinstallatie, stelt u dat hier in. Menu accessoires Hier stelt u in welke accessoires er zijn geïnstalleerd op de installatie. Als de boiler is aangesloten op de, moet hier de warmtapwaterproductie worden geactiveerd. Menu in-/uitgangen software Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang op de klemmenstrook (X2) de externe contactfunctie ((pagina 9) moet worden aangesloten. Selecteerbare ingangen op klemmenstroken AUX-6 (X2:-8 en uitgang AA2-X4. Menu service fabriekinstelling Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar standaardwaarden. Bij het resetten wordt bij de volgende start van de regelmodule de startgids weergegeven. Menu geforceerde regeling U kunt hier de verschillende componenten in de regelmodule en eventueel aangesloten accessoires regelen. Menu startgids Wanneer de regelmodule voor de eerste keer wordt gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt u deze handmatig starten. Zie pagina 23 voor meer informatie over de startgids. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 45

48 Menu snelstart Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten. Er moet een warmtevraag of een warmtapwatervraag zijn om de compressor te starten. U kunt de compressor beter niet te vaak snelstarten gedurende een kort periode, want hierdoor kunnen de compressor en zijn nevenapparatuur beschadigen. Menu vloerdroogfunctie duur periode - 3, 5-7 Instelbereik: 0-30 dagen Standaardwaarde: 2 dagen temp. periode - 3, 5-7 Instelbereik: 5-70 C Standaardwaarde: temp. periode temp. periode 2 temp. periode 3 temp. periode 5 temp. periode 6 temp. periode 7 duur periode 4 Instelbereik: 0-30 dagen Standaardwaarde: 3 dagen temp. periode 4 Instelbereik: 5-70 C Standaardwaarde: 45 C Stel hier de functie drogen ondervloer in. 20 C 30 C 40 C 40 C 30 C 20 C U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen met verschillende, berekende aanvoertemperaturen. Als er minder dan zeven perioden worden gebruikt, moeten de resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0 dagen. Vink het actieve venster aan om de functie vloerdrogen te activeren. Een teller onderin toont het aantal dagen dat de functie actief is geweest. Tijdens het drogen van de vloer draait de circulatiepomp van het verwarmingssysteem in 00%, ongeacht de instelling in menu TIP Als bedrijfsstand "add. heat only" moet worden gebruikt, kiest u dit in menu 4.2. Menu log met wijzigingen Hier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteem aflezen. Datum, tijd en ID-nr. (uniek voor bepaalde instellingen) en de nieuwe ingestelde waarde worden aangegeven voor iedere wijziging. Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bij herstarten en blijft ongewijzigd na fabrieksinstelling. Menu 5. - warmtepompinstellingen Instellingen voor de geïnstalleerde warmtepomp kunnen in de submenu's worden verricht. Menu EB0 Verricht hier de instellingen die specifiek zijn voor de geïnstalleerde warmtepomp en laadpomp. Menu warmtepomp Verricht hier de instellingen voor de geïnstalleerde warmtepomp. Zie voor de mogelijke instellingen de installatiehandleiding voor de warmtepomp. Menu laadpomp bedrijfsstand Instelbereik: auto / intermitterend Standaardwaarde: auto Stel hier de bedrijfsstand van de laadpomp in. auto: De laadpomp draait volgens de huidige bedrijfsstand van de. intermitterend: De laadpomp start en stopt 20 seconden voor en na de compressor in de warmtepomp. snelheid tijdens bedrijf heating, warmtapwater, cooling Instelbereik: auto / handmatig Standaardwaarde: auto Handmatige instelling Instelbereik: 00 % Standaardwaarde: 70 % max. toegest. snelheid Instelbereik: % Standaardwaarde: 00 % snelh. in wachtm. Instelbereik: 00 % Standaardwaarde: 30 % Stel de snelheid in waarop de laadpomp in de huidige bedrijfsstand moet draaien. Selecteer "auto" als de snelheid van de laadpomp automatisch geregeld moet worden (fabrieksinstelling) voor een optimale werking. 46 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

49 Als "auto" wordt geactiveerd voor verwarming, kunt u ook kiezen voor de instelling "max. toegest. snelheid" die de laadpomp beperkt en niet laat draaien op een hogere snelheid dan de ingestelde waarde. Voor handmatige regeling van de laadpomp deactiveert u "auto" voor de huidige bedrijfsstand en stelt u vervolgens de waarde in tussen en 00% (de eerder ingestelde waarde voor "max. toegest. snelheid" geldt niet meer). wachtstand houdt in dat de laadpomp de snelheid verlaagt, omdat de warmtepomp in de verwarmingsof koelingsstand staat, maar geen compressor of elektrische bijverwarming nodig heeft. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 47

50 9 Service Servicehandelingen Noodstand Service mag uitsluitend door ter zake kundig personeel worden verricht. Gebruik bij het vervangen van onderdelen van de uitsluitend vervangende onderdelen van NIBE. Schakelaar (SF) mag niet in stand "" of worden gezet voordat de installatie is gevuld met water. De compressor in de warmtepomp kan beschadigd raken. De noodstand wordt gebruikt bij bedrijfsstoringen en in samenhang met service. In de noodstand wordt geen warmtapwater geproduceerd. De noodstand wordt geactiveerd door de schakelaar (SF) in te stellen op. Dit betekent het volgende: De statuslamp brandt geel. Het display brandt niet en de regelcomputer is niet aangesloten. Er wordt geen warm water aangemaakt. De compressoren in de warmtepomp en de laadpomp zijn uitgeschakeld. De circulatiepomp verwarmingssysteem is actief. Het noodstandrelais (K) is actief. Externe bijverwarming is actief als deze is aangesloten op het noodstandrelais (K, klemmenstrook X). Zorg ervoor dat de warmtedrager door de externe bijverwarming circuleert. Gegevens temperatuursensor Temperatuur ( C) Weerstand (kohm) 35,0 25,6 82,5 33,8 99,22 74,32 56,20 42,89 33,02 25,6 20,02 5,77 2,5 0,00 8,045 6,54 5,306 4,348 3,583 2,968 2,467 2,068,739,469,246,06 0,908 0,779 0,672 Spanning (VDC) 3,256 3,240 3,28 3,89 3,50 3,05 3,047 2,976 2,889 2,789 2,673 2,54 2,399 2,245 2,083,96,752,587,426,278,36,007 0,89 0,785 0,69 0,607 0,533 0,469 0,44 48 Hoofdstuk 9 Service

51 USB-service-uitgang Menu 7. - software updaten software updaten 7. start met updaten kies een ander bestand Hier kunt u de software in de updaten. is voorzien van een USB-aansluiting in de display-eenheid. Deze USB-aansluiting kan worden gebruikt voor het aansluiten van een USB-geheugen voor het updaten van de software, het opslaan van gelogde informatie en het verwerken van de instellingen in de. BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER INFO MIJN SYSTEEM USB USB 7 De volgende functies werken alleen als het USB-geheugen bestanden bevat met software voor de van NIBE. Het gegevensvak bovenaan op het display toont informatie (altijd in het Engels) over de meest waarschijnlijke update die de updatesoftware uit het USB-geheugen heeft geselecteerd. Deze informatie geeft aan voor welk product de software is bedoeld, wat de software versie is plus algemene informatie daarover. Als u een ander bestand wilt selecteren dan het geselecteerde bestand, kunt u het juiste bestand selecteren door "kies een ander bestand". start met updaten Selecteer start met updaten" als u de update wilt starten. U wordt gevraagd of u zeker weet dat u de software wilt updaten. Antwoord "ja" om door te gaan of "nee" om ongedaan te maken. Als u "ja" hebt geantwoord op de vorige vraag, start de update en kunt u de voortgang van de update volgen op het display. Als de update klaar is, wordt de opnieuw opgestart. Bij een software-update worden de menu-instellingen in de niet gereset. software updaten loggen instellingen beheren Als de update wordt onderbroken voordat deze is afgerond (bijvoorbeeld door stroomonderbreking enz.), kan de software worden gereset naar de vorige versie als tijdens het opstarten de OK-knop ingedrukt wordt gehouden totdat de groene lamp gaat branden (duurt ca. 0 seconden). Wanneer een USB-geheugen wordt aangesloten, verschijnt er een nieuw menu (menu 7) op het display. Hoofdstuk 9 Service 49

52 kies een ander bestand software updaten 7. Menu instellingen beheren instellingen beheren 7.3 instellingen bewaren instellingen herstellen Selecteer kies een ander bestand" als u de voorgestelde software niet wilt gebruiken. Als u door de bestanden scrollt, wordt informatie over de gemarkeerde software weergegeven in een gegevensvak, net als eerder. Als u een bestand hebt geselecteerd met de OK-toets, gaat u terug naar de vorige pagina (menu 7.), waar u ervoor kunnen kiezen om de update te starten. Menu loggen loggen 7.2 Hier kunt u alle menu-instellingen (gebruikers- en servicemenu's) beheren (opslaan als of ophalen uit) in de met een USB-geheugen. Via "instellingen bewaren" slaat u de menu-instellingen in het USB-geheugen op, zodat u deze later kunt herstellen of naar een andere kunt kopiëren. Als u de menu-instellingen opslaat in het USBgeheugen, vervangt u alle eerdere, in het USBgeheugen opgeslagen instellingen. Via "instellingen herstellen" reset u alle menu instellingen vanaf het USB-geheugen. geactiveerd interval 5 sec Het resetten van de menu-instellingen vanaf het USB-geheugen kan niet ongedaan worden gemaakt. Instelbereik: s 60 min Standaardinstelbereik: 5 s Stel in of de huidige meetwaarden van de moeten worden opgeslagen in een logbestand in het USB-geheugen. Loggen gedurende langere perioden. Stel het gewenste interval tussen het loggen in. 2. Vink aan: geactiveerd". 3. De huidige waarden van de worden met het ingestelde interval opgeslagen in een bestand in het USB-geheugen tot het vinkje bij "geactiveerd" weer wordt verwijderd. Verwijder het vinkje bij "geactiveerd" voordat u de USB-stick verwijdert. 50 Hoofdstuk 9 Service

53 0 Storingen in comfort In de meeste gevallen merkt de bedieningsmodule een storing op, wordt dit met alarmmeldingen aangegeven en worden er aanwijzingen op het display weergegeven om het probleem te verhelpen. Raadpleeg "Alarm beheren" voor informatie over het beheren van alarmmeldingen. Indien de storing niet wordt weergegeven op het display of als het display niet wordt verlicht, kunt u de volgende gids voor het oplossen van problemen gebruiken. Alarm beheren alarm info / handeling alarm resetten hulpmodus Lagedrukalarm Bij een alarm is er een bepaalde storing opgetreden, wat wordt aangegeven doordat de statuslamp van constant groen nu constant rood gaat branden. Daarnaast verschijnt er een alarmbelletje in het informatievenster. Alarm Bij een alarm met een rode statuslamp is er een storing opgetreden die de warmtepomp en/of regelmodule niet zelf kan verhelpen. Op het display kunt u, door de selectieknop te verdraaien en op de OK-toets te drukken, het type alarm bekijken en het alarm resetten. U kunt er ook voor kiezen om de installatie in te stellen op hulpmodus. info / handeling Hier kunt u lezen wat het alarm betekent en krijgt u tips voor het verhelpen van het probleem dat het alarm heeft veroorzaakt. alarm resetten In de meeste gevallen kunt u volstaan met het selecteren van "alarm resetten" om het probleem te verhelpen dat het alarm heeft veroorzaakt. Als een groene lamp gaat branden na het selecteren van "alarm resetten", is het alarm verholpen. Als er nog steeds een rode lamp brandt en een menu met de naam "alarm" zichtbaar is op het display, is het probleem dat het alarm heeft veroorzaakt nog steeds aanwezig. Als het alarm verdwijnt en terugkeert, zie dan het hoofdstuk over het oplossen van problemen (pagina 5). hulpmodus hulpmodus is een type noodstand. Dit betekent dat de installatie warmte en/of warmtapwater produceert ondanks het feit dat er een probleem is. Dit kan betekenen dat de compressor van de warmtepomp niet draait. In dit geval produceert de elektrische bijverwarming warmte en/of warmtapwater. Om hulpmodus te selecteren, moet een alarmhandeling worden gekozen in menu Het selecteren van hulpmodus is iets anders dan het verhelpen van het probleem dat het alarm heeft veroorzaakt. De statuslamp blijft daarom rood. Problemen oplossen Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven op het display, kunt u de volgende adviezen opvolgen: Basishandelingen Start met een controle van de volgende mogelijke storingsbronnen: De stand van de schakelaar (SF). Groeps- en hoofdzekeringen van de woning. De aardlekschakelaar van de woning. De automatische zekering van de regelmodule (FA). Lage warmtapwatertemperatuur of gebrek aan warmtapwater Dit deel van het hoofdstuk over probleemoplossing is alleen van toepassing als de boiler is geïnstalleerd in het systeem. Gesloten of gesmoorde vulafsluiter van de boiler. Open de afsluiter. Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld. Stel de mengklep af. Regelmodule in onjuiste bedrijfsstand. Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selecteert u "addition". Groot warmtapwaterverbruik. Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. Tijdelijk verhoogde warmtapwatercapaciteit (tijdelijk in luxe) kan worden geactiveerd in menu 2.. Te lage warmtapwaterinstelling. Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfortmodus. Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwater. Open menu 4.9. en verhoog de tijd waarop het warmtapwater prioriteit moet krijgen. Lage kamertemperatuur Gesloten thermostaten in meerdere kamers. Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op max. Stel de kamertemperatuur af via menu. in plaats van de thermostaten te smoren. Regelmodule in onjuiste bedrijfsstand. Open menu 4.2. Indien de modus "auto" geselecteerd is, selecteert u een hogere waarde bij "stop verwarming in menu Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selecteert u "heating". Indien dit niet genoeg is, selecteert u "addition". Te lage instelwaarde op de automatische verwarmingsregeling. Hoofdstuk 0 Storingen in comfort 5

Handleiding voor installateur SMO 20

Handleiding voor installateur SMO 20 Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 546-2 33407 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Boiler IHB NL 1426-1 331092 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Alternatieve installatie 10 Veiligheidsinformatie 2 5 Elektrische installatie 11 2 Bezorging en verwerking

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 1447-1 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur SMO 40

Handleiding voor installateur SMO 40 Handleiding voor installateur Regelmodule LEK IHB NL 1546-2 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur SMO 40

Handleiding voor installateur SMO 40 Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 1624-3 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur VPD 150, 300

Handleiding voor installateur VPD 150, 300 Handleiding voor installateur Boiler IHB NL 1545-3 331092 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 3 5 Elektrische installatie 11 Veiligheidsinformatie 3 Sensoren 11 2 Bezorging en verwerking 6 6 Inbedrijfstelling

Nadere informatie

Handleiding voor installateur METROAIR S20

Handleiding voor installateur METROAIR S20 Handleiding voor installateur METROAIR Regelmodule 08:960-72 IHB GB 344-3 23758 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur LEK Handleiding voor installateur Boiler IHB NL 1036-2 031293 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 5 Transport 5 Montage 5 Geleverde componenten 5

Nadere informatie

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming MAV NL 0525-1XA R GEBRUIKSAANWIJZING Elektrische bijverwarming Algemeen Warmtepompen zijn er gewoonlijk niet op berekend om in de hele warmtevermogensbehoefte te kunnen voorzien. Tijdens koude dagen is

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding Aard-warmtepomp LEK OHB NL 1237-1 231292 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 6. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE SMO 20

Gebruikershandleiding NIBE SMO 20 Gebruikershandleiding Regelmodule LEK UHB NL 1447-1 331413 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE SMO 40

Gebruikershandleiding NIBE SMO 40 Gebruikershandleiding Regelmodule LEK UHB NL 1447-1 331414 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE VVM 500

Gebruikershandleiding NIBE VVM 500 Gebruikershandleiding Binnenmodule APH UHB NL 1243-1 431244 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 12. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE VVM 500

Gebruikershandleiding NIBE VVM 500 Gebruikershandleiding Binnenmodule APH UHB NL 1349-2 431244 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 13. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F1145

Gebruikershandleiding NIBE F1145 Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK UHB NL 1336-1 231690 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 11. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur VPB/VPBS

Handleiding voor installateur VPB/VPBS Handleiding voor installateur Boiler LEK IHB NL 1544-5 031293 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 3 5 Elektrische installatie 15 Veiligheidsinformatie 3 Sensoren 15 2 Bezorging en verwerking Transport

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F1145

Gebruikershandleiding NIBE F1145 Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK AHB NL 1013-1 031352 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 10. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE SMO 40

Gebruikershandleiding NIBE SMO 40 Gebruikershandleiding Regelmodule LEK UHB NL 1546-2 331414 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE VVM 320

Gebruikershandleiding NIBE VVM 320 Gebruikershandleiding Binnenmodule APH UHB NL 1428-1 231337 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 12. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F130. Warmtapwaterwarmtepomp

Gebruikershandleiding NIBE F130. Warmtapwaterwarmtepomp LEK Gebruikershandleiding Warmtapwaterwarmtepomp UHB NL 1434-1 231987 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 10. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1336-1 231539 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 31. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Aan de totstandkoming van deze opstartgids is de uiterste zorg besteed.

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1314-3 231293 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 6 Transport 6 Montage 7 Geleverde componenten

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1243-1 431227 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 26. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding LEK LEK LEK Gebruikershandleiding 8, 12, 16 kw Lucht/water-warmtepomp UHB NL 1512-1 231039 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Serienummer Contactgegevens

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 500

Handleiding voor installateur NIBE VVM 500 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1613-5 431227 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE VVM 320

Gebruikershandleiding NIBE VVM 320 Gebruikershandleiding Binnenmodule APH UHB NL 1613-3 231337 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 310

Handleiding voor installateur NIBE VVM 310 Handleiding voor installateur EMK Binnenmodule APH IHB NL 1524-2 231179 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F2026

Gebruikershandleiding NIBE F2026 Gebruikershandleiding Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1248-1 231005 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Installatiegegevens 2 Veiligheidsinformatie 4 Serienummer 5 Contactgegevens 6 F2026 - Een

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Binnenmodule APH UHB NL 1524-2 231180 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F1245

Gebruikershandleiding NIBE F1245 Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK UHB NL 1607-3 231628 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 500

Handleiding voor installateur NIBE VVM 500 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1524-4 431227 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F1145

Gebruikershandleiding NIBE F1145 Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK AHB NL 1020-1 031652 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 10. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1442-2 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/onged maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Lucht/water-warmtepomp F2040 6, 8, 12, 16

Lucht/water-warmtepomp F2040 6, 8, 12, 16 UHB NL 1829-3 231039 GEBRUIKERSHANDLEIDING Lucht/water-warmtepomp 6, 8, 12, 16 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Symbolen Keurmerk Serienummer Een uitstekende

Nadere informatie

Binnenmodule NIBE VVM 500

Binnenmodule NIBE VVM 500 IHB NL 1834-8 431227 HANDLEIDING VOOR INSTALLATEUR Binnenmodule Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F2120 8, 12, 16, 20

Gebruikershandleiding NIBE F2120 8, 12, 16, 20 Gebruikershandleiding 8, 12, 16, 20 Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1631-2 331403 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Contactgegevens F2120 Een uitstekende

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1013-1 031355 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

INSTALLATION INSTRUCTIONS PASSIVE COOLING MODULE PKM 05 MONTAGEANLEITUNG MODUL FÜR PASSIVES KÜHLEN PKM 05

INSTALLATION INSTRUCTIONS PASSIVE COOLING MODULE PKM 05 MONTAGEANLEITUNG MODUL FÜR PASSIVES KÜHLEN PKM 05 MAV 0751-3 031159 SE GB DE MONTERINGSANVISNING PASSIV KYLMODUL INSTALLATION INSTRUCTIONS PASSIVE COOLING MODULE MONTAGEAEITUNG MODUL FÜR PASSIVES KÜHLEN MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE MONTAGEHANDLEIDING

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Warmtapwaterwarmtepomp IHB NL 1434-1 231986 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 21. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F2120 8, 12, 16, 20

Gebruikershandleiding NIBE F2120 8, 12, 16, 20 Gebruikershandleiding 8, 12, 16, 20 Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1648-3 331403 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie F2120 Een uitstekende keuze 2 De warmtepomp:

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255

Handleiding voor installateur NIBE F1255 Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1548-4 231539 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F1155

Gebruikershandleiding NIBE F1155 Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK UHB NL 1549-3 231572 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1214-1 031847 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 6 Transport 6 Montage 6 Geleverde componenten

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1251-3 431056 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 32. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Lucht/water-warmtepomp NIBE F2120 8, 12, 16, 20

Lucht/water-warmtepomp NIBE F2120 8, 12, 16, 20 UHB NL 1821-4 331403 GEBRUIKERSHANDLEIDING Lucht/water-warmtepomp 8, 12, 16, 20 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Symbolen Keurmerk Serienummer F2120 Een

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1613-4 231349 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/onged maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1245PC

Handleiding voor installateur NIBE F1245PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1602-1 331529 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Verzamelblad E-aansluitingen SMO 40 met 2040

Verzamelblad E-aansluitingen SMO 40 met 2040 LEK L N 0 PE L N 0 PE PE PE -X -X L N -X0 9 -X -X 0 9 0 9 -X9 L N 0 PE Automatische zekering AA - X klemmenstrook AA Accessoirekaart Klemmenstrook X AA-X AA in 00 buiten unit Verzamelblad E-aansluitingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1547-3 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1524-3 231349 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/onged maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1748-5 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1428-1 231349 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 35. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F2300

Gebruikershandleiding NIBE F2300 Gebruikershandleiding Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1508-1 231587 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Veiligheidsmaatregelen Serienummer Contactgegevens

Nadere informatie

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

Quick Guide Artel Mono Block schema 1 Quick Guide Artel Mono Block schema 1 RR Trading 1 van 13 Schema 1 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Schema 1 verwarmen/koelen... 4 4. Aansluiten Mono

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1521-1 331038 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Symbolen Keurmerk 2 2 2 Afgiftesysteem Boiler Aansluitopties 18 18 19 Veiligheidsmaatregelen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F2300

Gebruikershandleiding NIBE F2300 Gebruikershandleiding Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1248-1 031765 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Installatiegegevens 2 Veiligheidsinformatie 4 Veiligheidsmaatregelen 5 Serienummer 7 Contactgegevens

Nadere informatie

Espace bedrade regeling (230 volt)

Espace bedrade regeling (230 volt) Espace bedrade regeling (230 volt) Installatiehandleiding klokthermostaat. Espace klokthermostaat De fraai vormgegeven thermostaat is eenvoudig te bedienen met slechts vier toetsen en is standaard reeds

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE VVM 320

Gebruikershandleiding NIBE VVM 320 Gebruikershandleiding Binnenmodule APH UHB NL 1751-4 231337 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Lucht/water-warmtepomp LEK IHB NL 1248-1 231006 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 5 Transport en opslag 5 Montage

Nadere informatie

VH CONTROL THERMOSTAAT HYPNOS (10080)

VH CONTROL THERMOSTAAT HYPNOS (10080) VH CONTROL THERMOSTAAT HYPNOS (10080) INSTALLATIEHANDLEIDING & INSTRUCTIES ALGEMEEN De VH Control Hypnos is een inbouw thermostaat bedoelt om toe te passen in elektrische (vloer-) verwarmingssystemen.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F1155

Gebruikershandleiding NIBE F1155 Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK UHB NL 1430-2 231572 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 12. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-A DHP-A Inhoudsopgave DHP-A 6, 400V 3N...4 7 DHP-A 8, 400V 3N... 8 11 DHP-A 10, 400V 3N...12 15 DHP-A 12, 400V 3N...16 19 DHP-A Opti 6, 400V

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1027-2 031685 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Service Manual. Comfort System

Service Manual. Comfort System Service Manual Comfort System Elektronische Regeling Het IRC comfortsysteem is voorzien van een elektronische regeling ten behoeve van besturing en bewaking van het toestel. Het toestel is tevens voorzien

Nadere informatie

Binnenmodule NIBE VVM 320

Binnenmodule NIBE VVM 320 UHB NL 1834-5 231337 Binnenmodule GEBRUIKERSHANDLEIDING Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen) Een

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1155PC

Handleiding voor installateur NIBE F1155PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1644-4 331164 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0 Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding Type 3.0 April 2015 INHOUDSOPGAVE 1 Introductie 1 2 Bediening binnenunit 2 3 Thermostaat instellen 3 3.1 Instelling controleren 3 3.2 Koelen of verwarmen

Nadere informatie

handleiding module verwarmen en koelen (PAC-module)

handleiding module verwarmen en koelen (PAC-module) handleiding module verwarmen en koelen (PAC-module) NL 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING De module verwarmen en koelen (PAC-module) is speciaal ontworpen voor de bediening van uw vloerverwarmings- / koelingssysteem.

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F () / F145 (), bijlage bij de schema s. 1. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V NL 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING De Master aansluitmodule -RF is speciaal ontworpen voor de bediening van uw vloerverwarmings-/ koelingssysteem. De module

Nadere informatie

1245 / Schema's

1245 / Schema's 1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem 12-002 Bodem - serie 12-003 Bodem - parallel 12-004 Bodem - parallel - cvketel 12-005 Bodem - parallel - combiketel 12-006 Bodem - parallel -ketel+boiler 12-007 12-008

Nadere informatie

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com ENA 50-60 Bijlage Installatie- en bedieningsinstructies Flamco www.flamcogroup.com Editie 2010 / NL Inhoud Pagina 1. Inbedrijfstelling 3 1.1. Inbedrijfstelling ENA 50/60 3 1.2. Parameters instellen voor

Nadere informatie

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren De BeauHeat digitale thermostaat is een digitale klokthermostaat voor automatische bediening van elektrische handdoekradiatoren. Een externe

Nadere informatie

HANDLEIDING EASY FLEX HC THERMOSTAAT REGISTRATIE MASTER

HANDLEIDING EASY FLEX HC THERMOSTAAT REGISTRATIE MASTER HANDLEIDING EASY FLEX HC THERMOSTAAT REGISTRATIE MASTER Snelle handleiding voor het registeren van thermostaten voor zone bedieningen ten behoeve van de Robot Easy Flex HC master. In verband met de veiligheid

Nadere informatie

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT

VALIO XP KLOKTHERMOSTAAT De VALIO XP opbouw klokthermostaat is ontwikkeld om elektrische- en conventionele verwarmingsinstallaties te kunnen schakelen aan de hand van de ingestelde temperatuur en tijd. Mogelijkheden en voordelen

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S Bedieningshandleiding ExaControl E7R S UW APPARAAT GEBRUIKEN UW APPARAAT GEBRUIKEN 1 Het apparaat wordt geleverd met: Snelstartgids voor de gebruiker, Snelstartgids voor de installateur, Garantieverklaring

Nadere informatie

Stappenplan installeren UMR Vario

Stappenplan installeren UMR Vario Stappenplan installeren UMR Vario stap invullen sl tabbel op blz... 1 begin met het invullen van de tabel in de handleiding. dit geeft een duidelijk overzicht voor de volgende stappen. alle bekabeling

Nadere informatie

2HEAT DESIGN: OPBOUW TOUCHSCREEN DESIGN THERMOSTAAT

2HEAT DESIGN: OPBOUW TOUCHSCREEN DESIGN THERMOSTAAT INTRODUKTIE ; De 2HEAT-DESIGN thermostaat is een hoogwaardige hypermoderne opbouw touchscreen thermostaat. De 2HEAT- DESIGN wordt compleet met diverse aluminium frames geleverd, deze zijn eenvoudig naar

Nadere informatie

Techneco Elga. Regeling en Extra s

Techneco Elga. Regeling en Extra s Techneco Elga Regeling en Extra s Versie D7.3 4 maart 2011 Inhoud 1 Regeling... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Regelstrategie... 1 1.3 Opentherm en aan/uit... 1 1.4 Kamerthermostaat... 1 1.5 Elga of ketel...

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F110

Handleiding voor installateur NIBE F110 Handleiding voor installateur Warmtepomp LEK IHB NL 1540-5 331151 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Pijlen omhoog/omlaag (verplaatsen/verhogen/verlagen) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F1255PC

Gebruikershandleiding NIBE F1255PC Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK UHB NL 1644-2 231822 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

korte handleiding Ruimtebedieningseenheid RBE

korte handleiding Ruimtebedieningseenheid RBE korte handleiding Ruimtebedieningseenheid RBE Symbolen functie De symbolen van uw ruimtebedieningseenheid hangen van de uitvoering van uw warmtepomp af. Symbool functie Definitie Symbolen functie Definitie

Nadere informatie

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies

GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Installatie- en bedieningsinstructies Labkotec Oy Myllyhaantie 6 FI-33960 PIRKKALA FINLAND Tel: +358 29 006 260 Fax: +358 29 006 1260 19.1.2015 Internet: www.labkotec.com 1/11 GA-1 Alarmtoestel vetafscheider Auteursrecht 2015 Labkotec Oy INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

RUIMTEBEDIENINGSEENHEID. RBE handleiding. De beste oplossing, voor een eenvoudige temperatuurregeling! www.alpha-innotec.com

RUIMTEBEDIENINGSEENHEID. RBE handleiding. De beste oplossing, voor een eenvoudige temperatuurregeling! www.alpha-innotec.com RUIMTEBEDIENINGSEENHEID RBE handleiding www.alpha-innotec.com De beste oplossing, voor een eenvoudige temperatuurregeling! -7,3 C 22,1 C 22,0 C 09:51 ON OFF + - Huidige buitentemperatuur Tijd Koeling vrijgeven

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA MONTAGEHANDLEIDING 1 1 2 2 60 mm/2.36 inch 87 mm/3.43 inch ±1.5 m ±60 inch >0.2 m >8 inch 3 34 mm/1.34 inch 125 mm/4.92 inch 3 De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn vertalingen

Nadere informatie

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften.

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. LEGENDA 114 (PC) / (PC), / oktober 010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. 1 Buitenvoeler (BT1) op klemmenstrook AA3-X, klem 1 en Ruimtesensor (RTS40) op klemmenstrook AA3 X, klem

Nadere informatie

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4 Art.-Nr.: Art.-Nr.: Montage handleiding Inhoud Algemene omschrijving...p. Montage handleiding en functies...p. Instellingen van magneet contacten...p. Aansluiting met draadloos magneet contact...p. Aansluiting

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F730

Gebruikershandleiding NIBE F730 Gebruikershandleiding Ventilatieluchtwarmtepomp LEK UHB NL 1651-1 M12124 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Quick Guide Artel Mono Block schema 2 verwarmen/warmwater

Quick Guide Artel Mono Block schema 2 verwarmen/warmwater Quick Guide Artel Mono Block schema 2 verwarmen/warmwater RR Trading B.V. 1 van 17 Schema 2 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Aansluiten Mono Block warmtepomp...

Nadere informatie

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA

Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Aanvullende handleiding Comfort-luchtgordijn met CHIPS-regeling Model CA Versie handleiding: 1.0 P a INLEIDING COMFORT-LUCHTGORDIJN MET CHIPS-REGELING 1.. Inleiding 1.1 Over deze aanvullende handleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F1145

Gebruikershandleiding NIBE F1145 Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK UHB NL 1644-4 231690 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1020-1 031655 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie Jaloeziebesturingsknop Best.nr. : 2328.. Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie Best.nr. : 0820.. Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen

Nadere informatie

TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding

TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding TNG-serie warmtepomp Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding TNG-serie warmtepompen Inhoud Inleiding... 3 Veiligheid... 4 Algemeen... 4 Koudemiddel... 5 Bediening... 6 Overzicht van de Siemens thermostaat...

Nadere informatie

MS Semen Storage Pro

MS Semen Storage Pro MS Semen Storage Pro 150 4508425 NL MS Semenstorage PRO 150 Gebruiksaanwijzing... 3 4508425/11-01-2016/F Inhoud MS Semen Storage Pro 150... 1 Bepalingen... 3 Introductie... 4 MS Semen Storage... 5 Aanbevelingen...

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1343-2 231812 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 34. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Installatie-instructie

Installatie-instructie Document vertaald uit het Engels -NL 2013-06-25 A003 Inhoudsopgave 1 Conformiteitsverklaring... 1 2 Waarschuwingen... 2 3 Inleiding product... 3 3.1 Algemeen... 3 3.1.1 Beschrijving van de ruimteregeling...

Nadere informatie