Handleiding voor installateur NIBE VVM 500

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handleiding voor installateur NIBE VVM 500"

Transcriptie

1 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL

2 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen) Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 40. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen wordt beschreven op pagina 42. Het binnenklimaat instellen BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER 2X MIJN INSTALLATIE INFO De modus voor het instellen van de binnentemperatuur opent u door in de startmodus in het hoofdmenu twee keer de OK-knop in te drukken. Warmtapwatervolume verhogen 1X BINNENKLIMAAT WARMTAPWATER MIJN INSTALLATIE INFO 2X Om de hoeveelheid warm water tijdelijk te verhogen, draait u de selectieknop eerst naar menu 2 (waterdruppel) en drukt u vervolgens 2 keer op de OK-knop. Bij verstoringen van het comfort Indien het comfort, op welke wijze dan ook, verstoord raakt, is er een aantal maatregelen dat u kunt nemen voordat u contact moet opnemen met uw installateur. Zie pagina 58 voor instructies.

3 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 4 SG Ready 38 Veiligheidsinformatie 4 7 Bediening - Inleiding 40 2 Bezorging en verwerking Transport 7 7 Bedieningseenheid Menusysteem Montage Geleverde componenten Verwijderen van de buitenmantel 3 Design binnenmodule Regeling - Menu's Menu 1 - BINNENKLIMAAT Menu 2 - WARMTAPWATER Menu 3 - INFO Menu 4 - MIJN SYSTEEM Aansluiting van de leidingen 11 Menu 5 - SERVICE 47 Algemene leidingaansluitingen Afmetingen en waterzijdige aansluitingen Alternatieve installatie Service Servicehandelingen Elektrische aansluitingen Algemeen Aansluitingen Instellingen Storingen in comfort Infomenu binnendeel Alarm beheren Problemen oplossen Optionele aansluitingen Accessoires aansluiten Accessoires 60 6 Inbedrijfstelling en afstelling Voorbereidingen Vullen en ontluchten Inbedrijfstelling en inspectie De koelcurve/stooklijn instellen Technische gegevens Afmetingen en aansluitingen Warmtapwatercapaciteit Technische specificaties Elektrisch schema, 3 x 400 V Warmtapwatercirculatie instellen Zwembad Index 71 Inhoudsopgave 3

4 1 Belangrijke informatie Veiligheidsinformatie In deze handleiding worden de installatie- en onderhoudsprocedures voor uitvoering door specialisten beschreven. Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar of door personen met beperkingen van psychische, zintuigelijke of lichamelijke aard, of door personen met gebrek aan kennis en ervaring, wanneer zij onder toezicht staan en instructies hebben ontvangen om het apparaat veilig te gebruiken en zij de bijkomende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Het reinigen en onderhoud dat door de gebruiker mag worden uitgevoerd, kan niet zonder toezicht door kinderen worden uitgevoerd. Rechten om ontwerpwijzigingen door te voeren zijn voorbehouden. NIBE Symbolen Serienummer Het serienummer vindt u links bovenop de VVM 500. LET OP! Serienummer Vermeld bij contact met uw installateur altijd het serienummer (14-cijferig). Terugwinning Laat het afvoeren van de verpakking over aan de installateur van het product of aan speciale afvalstations. Doe gebruikte producten niet bij het normale huishoudelijke afval. Breng het naar een speciaal afvalstation of naar een dealer die dit type service aanbiedt. Het onjuist afvoeren van het product door de gebruiker leidt tot boetes volgens de actuele wetgeving. Landspecifieke informatie Handleiding voor installateur Deze installatiehandleiding moet bij de klant worden achtergelaten. Dit symbool duidt aan dat de machine of een persoon gevaar loopt. LET OP! Dit symbool duidt belangrijke informatie aan over wat u in de gaten moet houden tijdens onderhoud aan uw installatie. TIP Dit symbool duidt tips aan om het gebruik van het product te vergemakkelijken. 4 Keurmerk VVM 500 is voorzien van het CE-merk en voldoet aan IP21. Het CE-keurmerk houdt in dat NIBE garandeert dat het product voldoet aan alle relevante, uit EU-richtlijnen voortvloeiende wet- en regelgeving ten aanzien van het product. Het CE-keurmerk is verplicht voor de meeste producten die in de EU worden verkocht, ongeacht het land waar ze zijn gemaakt. IP21 houdt in dat voorwerpen met een diameter groter dan of gelijk aan 12,5 mm niet kunnen doordringen en schade kunnen veroorzaken en dat het product is beschermd tegen verticaal vallende druppels water. Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie

5 Inspectie van de installatie Volgens de geldende voorschriften moet de verwarmingsinstallatie aan een inspectie worden onderworpen voordat deze in gebruik wordt genomen. De inspectie moet door een daartoe bevoegd persoon worden uitgevoerd. Vul de pagina met informatie over installatiegegevens in de Gebruikershandleiding in. Beschrijving Opmerkingen Handtekening Datum Afgifte systeem (pagina 18) Systeem doorgespoeld Systeem ontlucht Expansievat Vuilfilter Overstortventiel Afsluiters Boilerdruk Aangesloten volgens schematische weergave Warmtapwater (pagina 18) Afsluiters Mengklep Overstortventiel Elektriciteit (pagina 24) Diversen Aangesloten communicatie Circuitzekeringen Zekeringen, binnendeel Zekeringen woning Buitenvoeler Ruimtevoeler Stroomsensoren Werkschakelaar Aardlekschakelaar Instelling van noodstand thermostaat Aangesloten op Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie 5

6 Contactgegevens AT CH CZ DE DK FI FR GB NL NO PL RU SE KNV Energietechnik GmbH, Gahberggasse 11, 4861 Schörfling Tel: +43 (0) Fax: +43 (0) NIBE Wärmetechnik c/o ait Schweiz AG, Industriepark, CH-6246 Altishofen Tel: (52) Fax: (52) Druzstevni zavody Drazice s.r.o, Drazice 69, CZ Benatky nad Jizerou Tel: Fax: nibe@nibe.cz NIBE Systemtechnik GmbH, Am Reiherpfahl 3, Celle Tel: 05141/ Fax: 05141/ info@nibe.de Vølund Varmeteknik A/S, Member of the Nibe Group, Brogårdsvej 7, 6920 Videbæk Tel: Fax: info@volundvt.dk NIBE Energy Systems OY, Juurakkotie 3, Vantaa Puh: Fax: info@nibe.fi NIBE Energy Systems France Sarl, Zone industrielle RD 28, Rue du Pou du Ciel, Reyrieux Tel : Fax : info@nibe.fr NIBE Energy Systems Ltd, 3C Broom Business Park, Bridge Way, Chesterfield S41 9QG Tel: Fax: info@nibe.co.uk NIBE Energietechniek B.V., Postbus 634, NL 4900 AP Oosterhout Tel: Fax: info@nibenl.nl ABK AS, Brobekkveien 80, 0582 Oslo, Postadresse: Postboks 64 Vollebekk, 0516 Oslo Tel. sentralbord: post@abkklima.no NIBE-BIAWAR Sp. z o. o. Aleja Jana Pawła II 57, BIAŁYSTOK Tel: Fax: sekretariat@biawar.com.pl "EVAN" 17, per. Boynovskiy, Nizhny Novgorod Tel./fax info@evan.ru NIBE AB Sweden, Box 14, Hannabadsvägen 5, SE Markaryd Tel: +46-(0) Fax: +46-(0) info@nibe.se Voor landen die niet in deze lijst staan kunt u contact opnemen met Nibe Sweden of kunt u kijken op voor meer informatie. 6 Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie

7 LEK LEK LEK 2 Bezorging en verwerking Transport De VVM 500 dient verticaal en droog te worden vervoerd en opgeslagen. Tijdens het naar binnen dragen kan de VVM 500 echter voorzichtig op de achterkant worden neergelegd. Montage Plaats de VVM 500 op een stevige ondergrond die bestand is tegen water en het gewicht van de warmtepomp. Gebruik de verstelbare poten van het product voor een horizontale en stabiele installatie. Geleverde componenten Buitenvoeler Ruimtevoeler Stroomsensoren O-ringen mm Locatie De set geleverde artikelen wordt boven op het product geplaatst. Aangezien er water uit de VVM 500 komt, moet het gebied waar de warmtepomp wordt geplaatst zijn voorzien van een afvoer in de vloer. Installatiegebied Houd een vrije ruimte van 800 mm vrij aan de voorzijde van het product. Alle werkzaamheden aan de VVM 500 kunnen vanaf de voorkant worden uitgevoerd. 800 Laat mm ruimte vrij tussen de binnenmodule en de muur erachter voor het leggen van kabels en leidingen. Hoofdstuk 2 Bezorging en verwerking 7

8 Verwijderen van de buitenmantel Paneel aan voorzijde 2 1 LEK LEK 1. Verwijder de schroeven van de onderrand van het paneel aan de voorzijde. 2. Verwijder het paneel door deze aan de onderrand op te tillen. LEK LEK LEK De zijpanelen kunnen worden verwijderd om de installatie te vergemakkelijken. 50 mm ruimte is vereist om de zijpanelen te verwijderen. 1. Verwijder de schroeven van de boven- en onderrand. 2. Draai het zijpaneel iets naar buiten. 3. Beweeg het luik naar achteren en iets naar de zijkant. 4. Trek het zijpaneel naar één zijde. 5. Trek het luik naar voren. 8 Hoofdstuk 2 Bezorging en verwerking

9 3 Design binnenmodule VVM 500 XL8 XL9 QM20 XL1 XL3 XL2 BT2 GP12 XL39 AA4 W130 SF1 QN10 BT63 VVM 500 AA4-XJ3 AA4-XJ4 XL18 EB1 BT3 UB1 UB2 AA3 QN11 GP1 FD1 BT6 AA1 AA2 XL19 FA1 XL13 BT54 AA7 QN35 XL14 APH PF1 PF3 QM1 XL4 BT7 XL8 XL9 XL30 PF1 PF3 XL2 XL3 XL14 XL39 QM20 XL1 XL18 XL19 XL13 Hoofdstuk 3 Design binnenmodule 9

10 Aansluiting van de leidingen XL1 Aansluiting, aanvoerleiding verwarmingssysteem G25 int. XL2 Aansluiting, retourleiding verwarmingssysteem G25 int. XL3 Aansluiting, koud water G25 int. XL4 Aansluiting, warm water G25 ext. XL8 Aansluiting, uitlaat warmtepomp G25 int. XL9 Aansluiting, inlaat warmtepomp G25 int. XL13 Aansluiting, aanvoerleiding zonnewarmtesysteem Ø22 mm XL14 Aansluiting, retourleiding zonnewarmtesysteem Ø22 mm XL18 Aansluiting, inlaat hoge temp. G25 int. XL19 Aansluiting, uitlaat hoge temp. G25 int. XL30 Aansluiting, expansievat G20 int. XL39 Aansluiting, koppeling zwembad Ø28 mm Diversen PF1 Typeplaatje PF3 Serienummerplaatje UB1 Kabeldoorvoer UB2 Kabeldoorvoer * Niet zichtbaar op afbeelding Aanduidingen in onderdeellocaties volgens standaarden IEC en VVAC-onderdelen GP1 Circulatiepomp GP12 Laadpomp QM1 Afvoerklep, afgiftesysteem QM20 Ontluchten, afgiftesysteem QN10 Wisselklep, afgiftesysteem/ketel, aanvoerleiding QN11 Regelafsluiter QN35 Wisselklep, warm water/verwarming Voelers, etc. BT2 Temperatuurvoelers, toevoer verwarmingssysteem BT3 Temperatuursensor, afgiftesysteem retour* BT6 Temperatuursensor, warmtapwater, regeling* BT7 Temperatuursensor, warmtapwater, display* BT54 Temperatuursensor, zonnespiraal* BT63 Temperatuursensor, afgiftesysteem aanvoer na elektrisch verwarmingselement Elektrische onderdelen AA1 Kaart elektrische bijverwarming AA2 Basiskaart AA3 Ingangsprintplaat AA4 Bedieningseenheid AA7 EB1 FA1 FD1 SF1 W130 AA4-XJ3 USB-aansluiting AA4-XJ4 Service-aansluiting Extra relaisprintplaat Elektrische bijverwarming Automatische zekering Temperatuurbegrenzer Schakelaar Netwerkkabel voor NIBE Uplink TM 10 Hoofdstuk 3 Design binnenmodule

11 4 Aansluiting van de leidingen Algemene leidingaansluitingen Leidingen moeten volgens de geldende normen en richtlijnen worden aangesloten. Voor dit systeem is een radiatorcircuit vereist dat is ontworpen voor een verwarmingssysteem met lage temperatuur. Bij de laagste gedimensioneerde buitentemperatuur zijn de hoogst aanbevolen temperaturen 55 C voor de aanvoerleiding en 45 C voor de retourleiding, maar VVM 500 kan temperaturen aan tot 65 C. Het product moet worden voorzien van een veiligheidsklep op de boilerkant en de tapspiraal. Overloopwater uit het overstortventiel gaat via overloopkommen naar een afvoer, zodat er geen kans op letsel bestaat door heetwaterspatten. De overloopleiding moet over de hele lengte omlaag lopen om waterzakken te voorkomen. Bovendien moet de leiding vorstvrij zijn aangelegd. NIBE raadt aan de VVM 500 zo dicht mogelijk bij de warmtepomp te installeren voor optimaal comfort. Zie voor meer informatie over de locatie van de verschillende onderdelen het hoofdstuk "Installatiealternatieven" in deze handleiding. Alle hoge punten in het afgiftesysteem moeten worden voorzien van ontluchtingskleppen. Voordat de binnenmodule wordt aangesloten, moeten de leidingsystemen worden doorgespoeld om te voorkomen dat componenten beschadigd of verstopt raken door verontreinigingen. Volumes ketel en radiator Het interne volume in de VVM 500 voor het berekenen van het expansievat is 500 l. Het expansievatvolume moet minimaal 5% zijn van het totale volume. Voorbeeldtabel Totale volume (l) (binnenmodule en afgiftesysteem) Volume (l), expansievat H Er wordt geen expansievat bij het product geleverd. Breng zelf een expansievat op het product aan. De voordruk van het expansievat moet worden bepaald op basis van de maximale hoogte (H) tussen het vat en de hoogst geplaatste radiator (zie afbeelding). Een voordruk van 0,5 bar (5 mwk) betekent een maximaal toegestaan hoogteverschil van 5 m. Als de standaard begindruk in het drukvat niet hoog genoeg is, kan deze worden verhoogd door bij te vullen via de klep in het expansievat. De standaard begindruk van het expansievat moet worden ingevuld in de checklijst op pagina 5. Veranderingen in de begindruk hebben gevolgen voor de mate waarin het expansievat de uitzetting van het water kan opvangen. De schakelaar (SF1) mag niet in stand "" of " " worden gezet voordat de VVM 500 is gevuld met water. Anders kunnen de temperatuurbegrenzer, de thermostaat, het elektrisch verwarmingselement enz. beschadigd raken. Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 11

12 Systeemgrafiek Symboolverklaring De VVM 500 bestaat uit een warmtapwaterspiraal, elektrisch verwarmingselement, circulatiepompen, buffervat en regelsysteem en is voorbereid voor gebruik met zonnecollectoren. De VVM 500 wordt aangesloten op het afgiftesysteem. De VVM 500 is bedoeld voor aansluiting op en communicatie met F2020/F2025/F2026/F2030/F2040/F2120/F2300, die samen een complete verwarmingsinstallatie vormen. Als het buiten koud is, werkt F2020/F2025/F2026/F2030/F2040/F2120/F2300 samen met de VVM 500. Bij een buitentemperatuur lager dan de stoptemperatuur van de warmtepomp neemt de VVM 500 alle verwarming voor zijn rekening. -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -FL1 -RM1 -QM40 Symbool T Betekenis Ontluchtingsklep Afsluiter Aftapkraan Terugslagklep Inregelklep Shunt-/regelafsluiter Overstortventiel Thermometer Temperatuurvoeler -EB15 Expansievat P Drukmeter -EB101 Circulatiepomp -EB101 -FL10 -XL1 -XL2 -QM40 -HQ1-QM41 Vuilfilter Vuilfilter Ventilator -QM1 Compressor Warmtewisselaar Radiatorsysteem Huishoud-warmtapwater Vloerverwarmingssystemen 12 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

13 Afmetingen en waterzijdige aansluitingen Aansluiting van de leidingen XL4 Aansluiting, warm water XL8 Aansluiting, inlaat verwarmingssysteem XL9 Aansluiting, uitlaat verwarmingssysteem G25 ext. G25 int. G25 int XL4 CM1 XL2 XL8 XL9 XL1 XL3 Aansluiting van de leidingen XL1 Aansluiting, aanvoerleiding verwarmingssysteem XL2 Aansluiting, retourleiding verwarmingssysteem XL3 Aansluiting, koud water G25 int. G25 int. G25 int. Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 13

14 Uitleg AZ10 Warmtepomp afvoerluchtf135 HQ1 Vuilfilter QM42 Afsluiter QM43 Afsluiter QM44 Afsluiter RM1 Terugslagklep CL11 Zwembadset AA25 Schakelkast eenheid BT51 Temperatuursensor, zwembad EP5 Wisselaar, zwembad GP9 Zwembad, pomp HQ4 Vuilfilter QN19 Driewegklep, zwembad EB15 VVM 500 CM1 Expansievat gesloten, verwarmingssysteem FL2 Veiligheidsventiel, afgiftesysteem XL1 Aansluiting, afgiftesysteem, aanvoer 1 XL2 Aansluiting, afgiftesysteem, retour 1 XL3 Aansluiting, koud water XL4 Aansluiting, warmtapwater XL8 Aansluiting, koppeling, van warmtepomp XL9 Aansluiting, koppeling, aan warmtepomp XL13 Aansluiting, zonnewarmtesysteem, aanvoer XL14 Aansluiting, zonnewarmtesysteem, retour XL39 Aansluiting, accessoire, uit EB101 Warmtepomp FL10 Overstortventiel HQ1 Vuilfilter QM1 Aftapkraan QM40 Afsluiter QM41 Afsluiter BT53 EP8 GP30 EQ1 AA25 BT64 CP10 GP12 GP13 QN12 Temperatuursensor, zonnecollector Zonnecollector Pompstation SPS 10, SPS 20 CM5 Expansievat FL4 Veiligheidsklep, zon GP4 Pomp, zonne-energie QM43 Afsluiter QM44 Afsluiter QM45 Afsluiter RM3 Terugslagklep RM4 Terugslagklep Actieve koelmodule ACS 310 Schakelkast eenheid met accessoirekaart Temperatuursensor, koeling, aanvoerleiding Ketel met enkelvoudige mantel, koeling Laadpomp Circulatiepomp, koelen Driewegklep koeling/verwarming Warmtapwatercircuit FL1 Veiligheidsklep, warmtapwater GP11 Circulatiepomp, warmtapwater QM40 Afsluiter RM1 Terugslagklep Diversen HQ1 Vuilfilter EM1 AA25 BT52 GP15 RM1 EP21 AA25 BT2 BT3 GP20 QN25 EP30 AA25 Externe warmtebron (Olie-, gas-, pellet- of houtgestookte ketel met shuntklep) Schakelkast eenheid met accessoirekaart Temperatuursensor, boiler Laadpomp, externe warmtebron Terugslagklep Afgiftesysteem 2 Schakelkast eenheid met accessoirekaart Temperatuursensor, afgiftesysteem, aanvoer Temperatuursensor, afgiftesysteem, retour Circulatiepomp, verwarmingsysteem, lagere shunt Regelafsluiter Zonneset Schakelkast eenheid met accessoirekaart 14 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

15 Leidingschema -CL11 -EP5 -AA25 -GP9 -BT51 -HQ4 -FL1 -RM1 -QM40 -GP9 -EP21 -AA25 -BT2 -GP20 -CL11-QN19 -EB15 -FL2 -EB15 -CM1 -QN25 -BT3 -EB101 -EB15 -EM1 -AA25 -RM1-GP15 -EM1 -BT52 -EP30 -AA25 -EP30-BT53 -GP30 -RM4 -EP30-EP8 T -RM3 -GP4 -QM45 -GP30 -CM5 T P -FL4 -QM44 -QM43 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 15

16 Alternatieve installatie Compatibele NIBE lucht/water-warmtepompen Compatibele NIBE lucht/water-warmtepompen moeten worden uitgerust met een regelkaart met display met minimaal de softwareversie zoals aangegeven in de volgende lijst. De versie van de regelkaart wordt tijdens het opstarten weergegeven op de display van de warmtepomp. Product F2020 F2025 F2026 Softwareversie Extra warmtapwaterketels Bij installatie van een bad of een andere grote warmtapwaterverbruiker kan de binnenmodule worden uitgebreid met een extra elektrische ketel. In dat geval wordt een mengklep geïnstalleerd op de warmtapwateruitgang van de ketel. Ketel zonder elektrisch verwarmingselement Als er behoefte aan een extra boiler is, kunnen boilers van het type NIBE VPB 200, VPBS 300 of AHPS worden gebruikt (voorbereid voor aansluiting op zonnecollectoren). De aansluitset (accessoire) is vereist. Bij koppeling aan de AHPS moeten de leidingen achter de eenheden worden getrokken, wat om een vrije ruimte tot de wand van mm vraagt. cw kv F2030 F2040 F2120 F2300 alle versies alle versies alle versies 55 Zie voor meer informatie over opties en de respectievelijke montage-instructies voor de gebruikte accessoires. Zie pagina 60 voor een lijst met accessoires die kunnen worden gebruikt met de VVM 500. hw vv 16 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

17 Ketel met elektrisch verwarmingselement Als het mogelijk is een boiler met elektrische bijverwarming te gebruiken, kunnen boilers van het type NIBE COMPACT of EMINENT worden gebruikt. Als de klepaansluiting extern moet worden geïnstalleerd, naar buiten moet worden verplaatst of uit elkaar moet worden gehaald, moet deze worden vervangen door een tweedelige koppeling Ø 22 mm. WW van de VVM 500 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 17

18 Aansluiting op warmtepomp Alle buitenleidingen moeten thermisch geïsoleerd zijn met leidingisolatie met een dikte van ten minste 20 mm. De VVM 500 is niet voorzien van afsluiters. Deze dienen buiten de binnenmodule te worden geïnstalleerd voor eventueel toekomstige service. -EB15 -XL8 -EB15 -CM1 -XL9 -FL2 Koud en warm water aansluiten De mengklep moet worden geïnstalleerd als de fabrieksinstelling dusdanig wordt gewijzigd dat de temperatuur tot boven 60 C kan stijgen. Bij het wijzigen van de fabrieksinstelling moet de nationale regelgeving worden gevolgd. De instelling wordt verricht in menu ( zie pagina 48). -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -XL4 -XL3 -FL1 -RM1 -QM40 -EB101 -EB15 -EB101 -FL10 -QM40 -XL1 -HQ1-QM41 -XL2 -QM1 Aansluiting tijdens gebruik zonder warmtepomp Sluit de inlaatleiding van de warmtepomp (XL8) aan op de leiding naar de warmtepomp XL9. -XL8 -EB15 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -XL9 Aansluiten van het afgiftesysteem Bij aansluiting op een systeem met thermostaten op alle radiatoren/elementen moet er een overstortklep worden gemonteerd, of moet een thermostaat worden verwijderd om voldoende doorstroming te waarborgen. -EB15-FL2 -EB15 -CM1 XL1 XL2 -EB15 18 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

19 Twee of meer afgiftesystemen Indien er meer dan één afgiftesysteem moet worden verwarmd, kan de volgende aansluiting worden gebruikt. De ECS 40/ECS 41.-accessoire is voor deze aansluiting benodigd. -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -EP21 -AA25 -XL1 -BT2 -GP20 -QN25 -BT3 Warmtapwatercirculatie aansluiten Om de kans op bacteriegroei in systemen met warmwatercirculatie te beperken, mag de temperatuur van het circulerende water niet lager worden dan 50 C. Het water moet in alle warmwaterleidingen circuleren. Stel het warmwatersysteem zo af dat de temperatuur niet lager wordt dan 50 C aan de uiteinden van het systeem. -XL4 -XL3 -FL1 -RM1 -QM40 -GP11 -XL2 -EB15 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -EB15 Aansluiting van externe warmtebron Voor aansluiting op een gas- of oliegestookte of elektrische ketel is het accessoire DEH 500 vereist, zie "Accessoires" op pagina 60. -EB15-FL2 -EB15 -CM1 Aansluiting ACS 310 Voor aansluiting van actieve koeling, ACS 310, zie "Accessoires" op pagina 60. -EB15 -EM1 -AA25 -BT52 -EM1 -EQ1 -AA25 -GP13 -EB1 -EB15-FL2 -EB15 -CM1 -XL18 -XL19 -RM1 -GP15 -CP10 -GP12 -BT64 -QN12 -EB15 -EB101 -EB101 -FL10 -QM40 -XL1 -HQ1-QM41 -XL2 -QM1 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 19

20 Aansluiten op zonne-installatie Voor aansluiting op een zonne-installatie is het accessoire SCA 30 vereist, zie "Accessoires" op pagina 60. -EB15 -FL2 -CM1 -EB15 -EP30 -BT53 -EP8 -EB101 -EB101 -FL10 -QM40 -XL1 -HQ1-QM41 -XL2 -QM1 -XL13 -XL14 -AA25 -GP30 -RM4 -CM5 T -RM3 T P -FL4 -GP4 -QM45 -QM44 -QM43 Zwembad aansluiten Het opwarmen van het zwembad wordt geregeld door de zwembadsensor. Bij een lage zwembadtemperatuur verandert de wisselklep van richting en opent richting de warmtewisselaar van het zwembad. Het accessoire POOL500 is voor deze aansluiting nodig. -CL11 -EP5 -AA25 -GP9 -BT51 -HQ4 POOL -CL11-QN19 -EB15 -EB15 -EB15 -FL2 -EB15 -CM1 -XL39 -EB101 -EB101 -FL10 -QM40 -XL1 -HQ1-QM41 -XL2 -QM1 20 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

21 De F135 aansluiten De vraag aan de F135 wordt geregeld via de binnenmodule in het systeem. De pomp- en ventilatorsnelheid worden ook geregeld via het menu in de binnenmodule. -AZ10 -AZ10 -HQ1 -QM42 -GP10 -QM43 -EB15 -FL2 -EB15 -CM1 -RM1 -EB15 -EB101 -EB101 -FL10 -XL1 -QM40 -HQ1-QM41 -XL2 -QM1 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 21

22 Aansluiting van F135, ACS 310 en zwembad De F135 aangesloten in lucht/watersysteem met koeling met 4 leidingen. De koeling met 4 leidingen moet in dit geval worden aangesloten tussen de buitenluchtwarmtepomp en de F135. Als er ook een zwembad aanwezig is, moet de F135 worden aangesloten tussen de koeling met 4 leidingen en het zwembad. De vraag aan de F135 wordt geregeld via het binnendeel in het systeem. De pomp- en ventilatorsnelheid worden ook geregeld via het menu in het binnendeel. -AZ10 -AZ10 -CL11 -EP5 -HQ1 -QM42 -GP10 -QM43 -AA25 -GP9 -BT51 -HQ4 POOL -EQ1 -AA25 -GP13 -QM44 -CL11 -QN19 -EB15 -FL2 -EB15 -CM1 -CP10 -GP12 -RM1 -BT64 -QN12 -EB15 -EB101 -EB101 -FL10 -RN10 -QM40 -XL1 -HQ1-QM41 -XL2 -QM1 22 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen

23 Aansluiten van OPT 10 en gasketel GBM De GBM wordt aangesloten op de aanvoerleiding tussen de binnenmodule en de lucht/water-warmtepomp. Voor het aansluiten van GBM 10-15, is het accessoire OPT 10 vereist, zie "Accessoires" op pagina 60. De binnenmodule regelt de voor de gasketel vereiste aanvoertemperatuur via OPT 10. Hierna regelt de gasketel het eigen vermogen om de vereiste temperatuur te bereiken. U kiest in menu of u "smart energy source " wilt gebruiken. Hier kunt u kiezen of het systeem de energiebron moet gebruiken die op dat moment het goedkoopst is. Hier kunt u ook kiezen of het systeem de energiebron moet gebruiken die op dat moment het meest CO 2 -neutraal is. -EM1 -EM1 -QM42 -EM1 -AA25 -EM1 -QM43 -EM1 -RM1 -EB15 -FL2 -EB15 -CM1 -FL1 -RM1 -QM40 -EB15 -EB101 -EB101 -FL10 XL1 -QM40 -HQ1-QM41 XL2 -QM1 Hoofdstuk 4 Aansluiting van de leidingen 23

24 VVM 500 APH AB B VVM Elektrische aansluitingen Algemeen Alle elektrische apparatuur, met uitzondering van de buitensensoren, ruimtevoelers en de stroomsensoren, is af fabriek aangesloten. Vóór een isolatietest van het pand moet de binnenmodule worden losgekoppeld. Als het gebouw is uitgerust met een aardlekschakelaar, moet de VVM 500 worden voorzien van een afzonderlijke aardlekschakelaar. Zie voor het bedradingsschema van de binnenmodule pagina 66. Communicatie- en sensorkabels naar externe aansluitingen moeten niet dichtbij hoogspanningskabels worden gelegd. De minimale doorsnede van de communicatie- en sensorkabels naar externe aansluitingen dient 0,5 mm² tot 50 te bedragen, bijvoorbeeld EKKX of LiYY of gelijkwaardig. Gebruik voor het trekken van kabels in de VVM 500 de kabeldoorvoeren UB1 en UB2 (zie tekening). Trek de kabels voor gebruik in de UB1 en UB2 van achter naar voren door de binnenmodule. UB1 UB2 SF1 De schakelaar (SF1) mag pas worden ingesteld op "" of " " als de boiler met water is gevuld en het radiatorsysteem is ontlucht. Anders kunnen de temperatuurbegrenzer, de thermostaat en het elektrisch verwarmingselement beschadigd raken. FD1 FD1-SF2 FA1 Automatische zekering UB1 UB2 De binnenmodule en een groot deel van haar interne componenten zijn intern gezekerd door een automatische zekering (FA1). Temperatuurbegrenzer De temperatuurbegrenzer (FD1) onderbreekt de stroomtoevoer naar de elektrische bijverwarming indien de temperatuur stijgt van 90 tot 100 C en kan handmatig worden gereset. Resetten De temperatuurbegrenzer (FD1) is toegankelijk achter de afdekking aan de voorzijde. Reset de temperatuurbegrenzer door de knop (FD1-SF2) in te drukken met een kleine schroevendraaier. Druk de knop licht in, max. 15 N (ca. 1,5 kg). LEK LEK FD1 APH Als de voedingskabel beschadigd is, mag deze uitsluitend worden vervangen door NIBE, zijn servicevertegenwoordiger of een soortgelijke erkende persoon om gevaar en schade te voorkomen. De elektrische installatie en het onderhoud moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een erkend elektrotechnisch installateur. Schakel, voordat u met het onderhoud aanvangt, de stroom uit met de aardlekschakelaar. De elektrische installatie en de bedrading moeten conform de geldende voorschriften worden uitgevoerd. FD1-SF2 LEK Toegankelijkheid, elektrische aansluiting De plastic afschermkap van de elektrische kasten kan met een schroevendraaier worden geopend. 24 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

25 VVM 500 VVM 500 VVM 500 De afdekking voor de ingangskaart kan zonder een hulpmiddel worden geopend. De afdekking, ingangsprintplaat verwijderen De afdekking, basisplaat verwijderen LET OP! Indien u de afdekking van de basisplaat wilt verwijderen, moet u eerst de ingangsprintplaat verwijderen. 1 A B APH 1. Duw de pal omlaag. 2. Neem de afdekking los en verwijder deze. De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwarming verwijderen A 1 B 2 APH APH 1. Duw de pal met de schroevendraaier (A) voorzichtig omlaag (B). 2. Neem de afdekking los en verwijder deze. Kabelslot Gebruik een geschikt hulpmiddel om de kabels in de klemmenstroken van de binnenmodule los te maken/te vergrendelen LEK LEK 3 1. Duw de pal met de schroevendraaier (A) voorzichtig omlaag (B). 2. Neem de afdekking los en verwijder deze. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 25

26 VVM 500 APH VVM 500 APH Aansluitingen Om interferentie te voorkomen, mogen nietafgeschermde communicatie- en/of sensorkabels naar externe aansluitingen niet dichter dan 20 cm bij een kabel met hoge spanning worden gelegd. Spanningaansluiting De VVM 500 moet worden geïnstalleerd via een werkschakelaar met minimaal 3 mm schakelafstand. De minimale kabeldikte moet worden afgemeten volgens de gebruikte zekeringcapaciteit. De bijgeleverde kabel (met een lengte van ca. 2 m) voor inkomende elektriciteit wordt op klemmenstrook X1 op de kaart van het elektrische verwarmingselement AA1 aangesloten. De aansluitkabel bevindt zich op de achterkant van de VVM 500. (Zie tekening hieronder.) Buitenvoeler De buitentemperatuursensor (BT1) moet op een beschaduwde plaats aan de noord- of noordwestzijde worden geplaatst, zodat de werking ervan niet kan worden verstoord door bijvoorbeeld de ochtendzon. Sluit de sensor aan op de klemmenstroken X6:1 en X6:2 op de ingangskaart (AA3). Gebruik een 2-aderige kabel van minimaal 0,5 mm². Indien er een mantelbuis wordt gebruikt, moet deze worden afgesloten om condens in de behuizing van de sensor te voorkomen. AA3-X6 Extern VVM 500 BT AA3-X Aansluiting AA1-X1 N 0 PE L1 1 L2 L3 AA1-X1 PE1 Tariefregeling Als de spanning naar het elektrische verwarmingselement gedurende een bepaalde periode verdwijnt, moet ook worden geblokkeerd via de AU-ingang, zie "Aansluitopties - mogelijke keuze AU-ingangen". 26 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

27 VVM 500 APH Ruimtevoeler De VVM 500 wordt geleverd met een ruimtesensor (BT50). De ruimtesensor heeft maximaal drie functies: 1. Weergave van de actuele kamertemperatuur in de display van de VVM Optie om de gewenste kamertemperatuur in C te veranderen. 3. Mogelijkheid tot wijzigen/stabiliseren van de aanvoertemperatuur op basis van de kamertemperatuur. Installeer de sensor in een neutrale positie waar de insteltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is op een vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven de grond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het meten van de juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd, wat het geval is als de sensor in een nis, tussen planken, achter een gordijn, boven of nabij een warmtebron, in een tochtstroom van een buitendeur of in direct zonlicht wordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorthermostaten kunnen problemen veroorzaken. De binnenmodule werkt zonder sensor, maar als de gebruiker de binnentemperatuur van de woning op het display van de VVM 500 wil aflezen, moet de sensor worden geïnstalleerd. Sluit de ruimtesensor aan op de X6:3 en X6:4 op de ingangskaart (AA3). Indien de sensor wordt gebruikt om de kamertemperatuur in C te wijzigen en/of om de kamertemperatuur te stabiliseren, moet de sensor worden geactiveerd in menu Als de ruimtesensor wordt gebruikt in een kamer met vloerverwarming, dient deze uitsluitend een weergavefunctie te hebben en geen controlerende functie van de kamertemperatuur. AA3-X6 BT50 RG Extern 05 VVM F AA3-X6 Communicatie Als de VVM 500 met de warmtepomp moet worden verbonden, wordt deze aangesloten op de klemmenstroken X4:13, X4:14 en X4:15 op de ingangskaart (AA3). AA3-X4 F2030/F2040/F2300 F20XX A+ B- GND F2026 F2020/F2025 F20XX A+ B- GND F2120 VVM500 VVM AA3-X AA3-X4 VVM AA3-X4 VVM Inomhusmodul 500 X22 AA3-X4 4 AA3-X4 GND3 15 A B2 14 B A1 13 GND LET OP! Wijzigingen van temperatuur in de woning nemen tijd in beslag. Korte perioden in combinatie met vloerverwarming leveren bijvoorbeeld geen merkbaar verschil op in de kamertemperatuur. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 27

28 VVM 500 APH Instellingen BT30 AA1-X3 AA1-SF1 Noodstand Indien de binnenmodule op de noodstand (SF1 ingesteld op ) is ingesteld, worden uitsluitend de meest benodigde functies geactiveerd. De warmtapwatercapaciteit wordt beperkt. De laadmonitor is niet aangesloten. Vaste temperatuur in de aanvoerleiding, zie hoofdstuk Noodstand thermostaat op pagina 28. AA1-X7 Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen Het elektrische verwarmingselement kan worden ingesteld op max. 9 kw. De fabrieksinstelling is 9 kw. Het vermogen van het elektrische verwarmingselement is onderverdeeld in 4 stappen, zie de tabel. Het maximale vermogen van de elektrische bijverwarming wordt ingesteld in menu Vermogensstappen van het elektrische verwarmingselement Elektrische bijverwarming (kw) Max. (A) L1 0,0 0,0 0,0 8,7 8,7 Max. (A) L2 0,0 8,7 8,7 8,7 16,2 Max. (A) L3 0,0 0,0 8,7 8,7 16,2 De tabel toont de max. fasestroom voor de betreffende elektrische stap voor de binnenmodule. Indien er stroomsensoren zijn aangesloten, regelt de binnenmodule de fasestromen. Bij overbelasting in een fase wordt de stroom omgeschakeld naar (een) andere fase(n). Bij overbelasting van de ingestelde zekeringgrootte, waarbij de geïnstalleerde warmtepomp frequentiegeregeld is, wordt eerst de vermogenstrap van het elektrische verwarmingselement uitgeschakeld en daarna wordt de compressor beperkt. Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand Het vermogen van het elektrische verwarmingselement in de noodstand wordt ingesteld met de dip-switch (SF1) op de kaart van het elektrische verwarmingselement (AA1) volgens de onderstaande tabel. De fabrieksinstelling is 6 kw. kw ON 1 uit uit aan aan uit uit uit uit 3 uit aan aan aan 4 uit uit uit aan 5 aan aan aan aan In de afbeelding wordt de dip-switch (AA1-SF1) in de fabrieksinstelling getoond, d.w.z. 6 kw. Noodstand thermostaat 6 uit uit uit aan De aanvoertemperatuur in de noodstand wordt ingesteld met een thermostaat (FD1-BT30). Deze kan worden ingesteld op 35 (voorinstelling, För markvärme! bijvoorbeeld vloerverwarming) of 45 C (bijvoorbeeld radiatoren). LEK Vergrendeling vermogen De VVM 500 voldoet För frånluftsvärme! aan de geldende bouwvoorschriften (BBR). Dit betekent dat de maximale vermogensafgifte (maximaal geïnstalleerd elektrisch vermogen voor verwarming) in menu kan worden vergrendeld. Om de maximale vermogensafgifte dan te wijzigen, moeten delen van het product worden vervangen. LEK 28 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

29 VVM 500 VVM 500 APH Optionele aansluitingen Laadmonitor Als er in het gebouw veel stroomverbruikers zijn ingeschakeld terwijl de elektrische bijverwarming in bedrijf is, bestaat het risico dat de hoofdzekering doorslaat. De binnenmodule beschikt over geïntegreerde laadmonitoren die de elektrische stappen controleren voor de elektrische bijverwarming door de stroom tussen de verschillende fasen te verdelen of de stroom uit te schakelen bij overbelasting in een fase. Er wordt opnieuw ingeschakeld wanneer het andere stroomverbruik is afgenomen. Aansluiten van stroomsensoren Om de stroom te meten, moet een stroomsensor worden gemonteerd op iedere ingaande faseleiding in de verdeelkast. De verdeelkast is een prima plek voor de installatie. Sluit de stroomsensoren aan op een meeraderige kabel in een behuizing naast de verdeelkast. Gebruik tussen behuizing en binnenmodule een meeraderige kabel van min. 0,5 mm2 dik. Sluit de kabel aan op de ingangskaart (AA3) op klemmenstrook X4:1-4 - waarbij X4:1 de gezamenlijke klemmenstrook is voor de drie stroomsensoren. De grootte van de hoofdzekering van het gebouw kan worden ingesteld in menu Ingaande Inkommande elektriciteit PEN L1 L 2 L 3 van de zes speciale aansluitingen voor een correcte werking de actuele aansluiting moet worden geselecteerd in de software in de VVM 500. LET OP! Als een externe schakelaar of sensor op de VVM 500 is aangesloten, moet de actuele gebruiksin- of uitgang worden geselecteerd in menu 5.4, zie pagina 52. De te selecteren ingangen op de ingangskaart voor deze functies zijn AUX1 (X6:9-10), AUX2 (X6:11-12), AUX3 (X6:13-14), AUX4 (X6:15-16) en AUX5 (X6:17-18). De te selecteren uitgangen zijn AA3:X7. in-/uitgangen software5.4 blokkeer verw. activeer tijd. luxe niet gebruikt niet gebruikt niet gebruikt alarmuitgang B A Externt VVM F AA3-X6 AA3-X6 Elektrische Elcentral hoofdverdeelkast VVM Värmepump 500 -T1 -T2 -T3 In het bovenstaande voorbeeld worden de ingangen AUX1 (X6:9-10) en AUX2 (X6:11-12) gebruikt op de ingangskaart (AA3). LET OP! Een aantal van de volgende functies kan ook worden geactiveerd en gepland via het menu met instellingen. Mogelijke selectie AUX-ingangen APH AA3-X AA3-X4 Als de geïnstalleerde warmtepomp frequentiegeregeld is, wordt deze beperkt wanneer alle vermogenstrappen worden uitgeschakeld. Externe aansluitopties De VVM 500 heeft softwaregeregelde in- en uitgangen op de ingangskaart (AA3) voor het aansluiten van de externe schakelaar of sensor. Dit houdt in dat bij het aansluiten van een externe schakelaar of sensor op één Temperatuursensor, koeling/verwarming Er kan een extra temperatuursensor worden aangesloten op de VVM 500 om te kunnen bepalen wanneer het tijd is om te schakelen tussen verwarming en koeling. Sluit de temperatuursensor aan op de geselecteerde ingang (menu 5.4, de optie wordt alleen weergegeven als het koelingsaccessoire geïnstalleerd is, zie pagina 52) op klemmenstrook X6 op de ingangskaart (AA3) die achter het voorpaneel zit en op een geschikte plek in het klimaatsysteem moet worden geplaatst. Gebruik een 2-aderige kabel van min. 0,5 mm2 dik. Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 29

30 Schakelaar extern blokkeren bijverwarming en/of compressor Als extern blokkeren van bijverwarming en/of compressor gewenst is, kan dit worden aangesloten op klemmenstrook X6 op de ingangskaart (AA3), die achter het voorpaneel zit. De bijverwarming en/of de compressor worden ontkoppeld door een potentiaalvrij contact aan te sluiten op de ingang die is geselecteerd in menu 5.4, zie pagina 52. Extern blokkeren van bijverwarming en compressor kan worden gecombineerd. Een gesloten contact betekent dat het elektrisch vermogen is uitgeschakeld. Contact voor externe tariefblokkering Als externe tariefblokkering wordt gebruikt, kan dit worden aangesloten op klemmenstrook X6 op de ingangskaart (AA3), die achter het voorpaneel zit. Tariefblokkering houdt in dat de bijverwarming, de compressor, de verwarming en het warmtapwater worden geblokkeerd door een potentiaalvrij contact aan te sluiten op de ingang die is geselecteerd in menu 5.4, zie pagina 52. Een gesloten schakelaar houdt in dat de tariefblokkering is geactiveerd. Als tariefblokkering is geactiveerd, is de min. aanvoertemperatuur niet van toepassing. Schakelaar voor extern blokkeren verwarming Als extern blokkeren van verwarming gebruikt wordt, kan dit worden aangesloten op klemmenstrook X6 op de ingangskaart (AA3), die achter het voorpaneel zit. Verwarmen wordt geblokkeerd door een potentiaalvrij contact aan te sluiten op de ingang geselecteerd in menu 5.4, zie pagina Een gesloten schakelaar blokkeert het verwarmen. Als blokkeer verwarming is geactiveerd, is de min. aanvoerleiding niet van toepassing. Schakelaar voor extern alarm (NC) Als schakelaar voor extern alarm (NC) is geselecteerd als functie op een software-ingang, verschijnt infoalarm 995 als het aangesloten externe circuit voor de geselecteerde software-ingang open is. Schakelaar voor extern alarm (NO) Als schakelaar voor extern alarm (NC) is geselecteerd als functie op een software-ingang, verschijnt infoalarm 995 als het aangesloten externe circuit voor de geselecteerde software-ingang dicht is. Contact voor activering van tijdelijk in luxe" Er kan een externe schakeling worden aangesloten op de VVM 500 voor het activeren van de warmtapwaterfunctie "tijdelijk in luxe". De schakelaar moet potentiaalvrij zijn en worden aangesloten op de geselecteerde ingang (menu 5.4, zie pagina 52) op klemmenstrook X6 op de ingangsprintplaat (AA3). "tijdelijk in luxe" is geactiveerd zolang het contact is gesloten. Contact voor activering van externe instelling" Er kan een externe contactfunctie worden aangesloten op de VVM 500 om de aanvoertemperatuur en de kamertemperatuur te wijzigen. Als de schakelaar is gesloten, verandert de temperatuur in C (als de ruimtesensor is aangesloten en geactiveerd). Indien er geen ruimtesensor is aangesloten of geactiveerd, wordt de gewenste wijziging van "temperatuur" (verschuiving stooklijn) met het aantal geselecteerde stappen ingesteld. De waarde kan worden ingesteld tussen -10 en +10. afgiftesysteem 1 De schakelaar moet potentiaalvrij zijn en worden aangesloten op de geselecteerde ingang (menu 5.4, zie pagina 52) op klemmenstrook X6 op de ingangsprintplaat (AA3). De waarde voor de wijziging wordt ingesteld in menu 1.9.2, "externe instelling". klimaatsysteem 2-8 Voor externe afstelling van klimaatsystemen 2 tot 8 zijn accessoires vereist (ECS 40 of ECS 41). Zie het installateurshandboek van het accessoire voor installatie-instructies. Schakelaar voor "SG ready" Deze functie kan alleen worden gebruikt in elektriciteitsnetten die de "SG Ready"-standaard ondersteunen (Duitsland). "Voor SG Ready" zijn twee AUX-ingangen vereist. In gevallen waarbij deze functie vereist is, moet deze worden aangesloten op klemmenstrook 6 op de ingangskaart (3). "SG Ready" is een slimme vorm van tariefregeling waarbij uw energieleverancier de binnen-, warmwateren/of zwembadtemperaturen (indien van toepassing) kan beïnvloeden of simpelweg de bijverwarming en/of compressor in de warmtepomp op bepaalde uren van de dag kan blokkeren (kan worden geselecteerd in menu nadat de functie is geactiveerd). Activeer de functie door potentiaalvrije contacten aan te sluiten op twee ingangen die u selecteert in menu 5.4 (SG Ready A en SG Ready B), zie pagina 52. Gesloten of open schakelaar houdt één van de volgende zaken in (A = SG Ready A en B = SG Ready B ): Blokkering (A: Gesloten, B: Open) 30 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

31 VVM 500 VVM 500 APH APH "SG Ready" is actief. De compressor in de warmtepomp en bijverwarming zijn geblokkeerd volgens de tariefblokkering van die dag. Normale stand (A: Open, B: Open) "SG Ready" is niet actief. Geen effect op het systeem. Stand lage prijs (A: Open, B: Gesloten) "SG Ready" is actief. Het systeem richt zich op kostenbesparingen en kan bijvoorbeeld gebruik maken van een laag tarief bij de energieleverancier of overcapaciteit van een eigen energiebron (effect op het systeem kan worden afgesteld in menu 4.1.5). Stand overcapaciteit (A: Gesloten, B: Gesloten) "SG Ready" is actief. Het systeem mag op volle capaciteit draaien bij overcapaciteit bij de energieleverancier (effect op het systeem is instelbaar in menu 4.1.5). Regeling circulatiepomp warmwatercirculatie. Externe circulatiepomp (voor afgiftesysteem). Externe wisselklep voor warmtapwater. Externe circulatiepomp, bijv. externe pomp en shuntgroep. Als een van de bovenstaande systemen is aangesloten op de klemmenstrook X7, moet het worden geselecteerd in menu 5.4, zie pagina 52. Het hoofdalarm is af fabriek als basisinstelling geselecteerd. Er is een accessoirekaart vereist als meerdere functies op klemmenstrook X7 zijn aangesloten terwijl het hoofdalarm is geactiveerd (zie pagina 60). Schakelaar voor +Adjust Met behulp van +Adjustcommuniceert de installatie met de centrale regelaar* van de vloerverwarming en stelt de verwarmingscurve en de berekende aanvoertemperatuur af volgens het opnieuw inschakelen van het vloerverwarmingssysteem. Activeer het klimaatsysteem dat +Adjust moet beïnvloeden door de functie aan te vinken en op de OK-toets te drukken. *Ondersteuning voor +Adjust vereist AA3-X C NO NC AA3-X7 +Adjust moet eerst worden geselecteerd in menu 5.4 ingangen/uitgangen software. Printplaat AA3 in de installatie moet minimaal "inputversie 34 hebben en de software moet "displayversie 5539 of hoger hebben om +Adjust te laten werken. De versie kan worden gecontroleerd in menu 3.1 onder respectievelijk inputversie of displayversie. Nieuwe software kan gratis worden gedownload van De afbeelding toont de relais in de alarmstand. Met schakelaar (SF1) in stand " " of " " staat het relais in de alarmstand. De externe circulatiepomp of warmwatercirculatiepomp wordt aangesloten op het zoemeralarmrelais als hieronder getoond. Merk alle elektrische schakelkasten met waarschuwingsstickers voor externe spanning. In systemen met zowel vloerverwarming als radiatoren moet voor een optimale werking NIBE ECS 40/41 worden gebruikt. AA3-X7 VVM F1X Externt C NO NC Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabel relais) Het is mogelijk een externe aansluiting te realiseren door middel van de relaisfunctie via een potentiaalvrij variabel relais (max. 2 A) op de ingangskaart (AA3), klemmenstrook X7. AA3-X7 L N PE L Circulatiepomp N PE Optionele functies externe aansluiting: Indicatie zoemeralarm. Indicatie koelstand (geldt alleen als accessoires voor koelen aanwezig zijn of als de warmtepomp een geïntegreerde koelfunctie heeft). Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 31

32 LET OP! De relaisuitgangen kunnen met max. 2 A (230 V AC) worden belast. 32 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen

33 Wilo Wilo VVM 310 VVM325 VVM VVM320 VVM 500 APH N L PE PE N L PE PE Accessoires aansluiten Instructies voor het aansluiten van accessoires vindt u in de bij het accessoire geleverde handleiding. Zie pagina 60 voor de lijst met accessoires die kunnen worden gebruikt met de VVM 500. In dit voorbeeld wordt de aansluiting voor communicatie met de meest gebruikte accessoires getoond. Accessoires met printplaat AA5 Accessoires met printplaat AA5 worden aangesloten op de binnenmodule-klemmenstrook X4:13-15 op de ingangskaart AA3. Als er meerdere accessoires moeten worden aangesloten of al geïnstalleerd zijn, moeten de volgende instructies worden gevolgd. De eerste accessoirekaart moet rechtstreeks op de klemmenstrook van de binnenmodule AA3-X4 worden aangesloten. De volgende kaarten moet in serie met de vorige kaart worden verbonden. Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk. Zie de accessoirehandleiding voor meer informatie. EB15 Accessoires met printplaat AA9 Accessoires met printplaat AA9 worden aangesloten op de binnenmodule-klemmenstrook X4:9-12 op de ingangskaart AA3. Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk. Zie de accessoirehandleiding voor meer informatie. AA3-X4 Binnenmodule Accessoires AA9-X1 12V A B GND AA3-X AA3-X4 VVM 310 VVM 320 A B GND AA3-X VVM 325 VVM 500 Accessoirekaart 1 A B GND A B GND AA5-X AA5-X4 -X8 ON X4 -X2 -X10 -X1 -X9 8 Accessoirekaart 2 A B GND A B GND AA5-X AA5-X4 -X8 ON X4 -X2 -X10 -X1 -X9 8 Hoofdstuk 5 Elektrische aansluitingen 33

34 VVM Inbedrijfstelling en afstelling Voorbereidingen 1. Controleer of de schakelaar (SF1) in de stand " " staat. 2. Controleer of de aftapklep volledig dicht is en of de temperatuurbegrenzer (FD1) niet is geactiveerd. 3. Compatibele NIBE lucht/water-warmtepompen moeten worden uitgerust met een regeling met display met minimaal de softwareversie zoals aangegeven in de lijst op pagina 16. De versie van de regelkaart wordt tijdens het opstarten weergegeven op de display van de warmtepomp. Ontluchtingskleppen Vullen en ontluchten Warmwaterspiraal vullen 1. Open een warmtapwaterkraan in de woning. 2. Open de extern gemonteerde afsluitklep. Deze klep moet vervolgens altijd geheel open zijn. 3. Wanneer het water uit de warmtapwaterkraan komt, is de warmtapwaterspiraal vol en kan de kraan worden gesloten. Vullen van het afgiftesysteem 1. Open de ontluchtingskleppen (QM20). 2. Open de extern gemonteerde vulklep. De ketelsectie en de rest van het afgiftesysteem worden met water gevuld. 3. Als het water uit de ontluchtingskleppen (QM20) niet langer met lucht is vermengd, sluit u de ontluchtingskleppen. Na een tijdje begint de druk op de extern gemonteerde drukmeter te stijgen. Als de openingsdruk voor de extern gemonteerde veiligheidsklep is bereikt, begint deze water door te laten. Sluit de vulklep. 4. Open de extern gemonteerde veiligheidsklep tot de druk in de VVM 500 zich binnen het normale werkbereik bevindt (ca. 1 bar) en controleer of er geen lucht in het systeem zit door aan de ontluchtingskleppen (QM20) te draaien. Ontluchten van het klimaatsysteem 1. Schakel de stroom naar de VVM 500 uit. 2. Ontlucht de VVM 500 via de ontluchtingskleppen (QM20) en de andere klimaatsystemen via hun relevante ontluchtingskleppen. 3. Blijf vullen en ontluchten totdat alle lucht is verwijderd en de druk klopt. Aftapkraan APH 34 Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling

35 Inbedrijfstelling en inspectie Startgids Er moet water in het afgiftesysteem zitten voordat de schakelaar wordt ingesteld op " ". 1. Stel schakelaar (SF1) van het binnendeel in op "". 2. Volg de instructies in de startgids op het display van het binnendeel. Als de startgids niet start als u het binnendeel opstart, start u deze handmatig in menu 5.7. TIP Zie pagina 40 voor een nadere introductie van het regelsysteem van de installatie (bediening, menu's enz.). Inbedrijfstelling De eerste keer dat de installatie wordt gestart, wordt de startgids gestart. In de instructies van de startgids staat wat er moet gebeuren tijdens de eerste start en wordt er een overzicht gegeven van de basisinstellingen van de installatie. De startgids zorgt ervoor dat het opstarten juist wordt uitgevoerd en niet wordt overgeslagen.de startgids kan later worden gestart in menu 5.7. Tijdens de opstartbegeleiding worden de wisselkleppen en de regelafsluiter achterwaarts en voorwaarts bewogen om te helpen bij de ontluchting van de VVM 500. LET OP! Zolang de startgids actief is, start geen enkele functie van de VVM 500 automatisch. De gids wordt bij elke herstart van de VVM 500 weergegeven tot dit op de laatste pagina wordt uitgevinkt. Bediening in de startgids A. Pagina taal 4.6 Indien de startgids zich links van deze pagina bevindt, wordt deze automatisch korter 60 min. C. Optie / instelling A. Pagina B. Naam en menunummer Hier ziet u hoe ver u bent gevorderd in de startgids. U bladert als volgt door de pagina's van de startgids: 1. Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linkerbovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemarkeerd. 2. Druk op de OK-knop om naar de volgende pagina in de startgids te gaan. B. Naam en menunummer Lees hier op welk menu in het regelsysteem deze pagina van de startgids gebaseerd is. De cijfers tussen haakjes verwijzen naar het menunummer in het regelsysteem. Als u meer wilt lezen over de betreffende menu's kunt u kijken in het helpmenu of de gebruikershandleiding lezen. C. Optie / instelling Verricht hier de instellingen voor het systeem. D. Helpmenu In veel menu's staat een symbool dat aangeeft dat er extra hulp beschikbaar is. Om de helptekst te openen: 1. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool te selecteren. 2. Drukt u op OK. De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensters waartussen u kunt scrollen met de selectieknop. Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling 35

36 Inbedrijfstelling zonder warmtepomp De binnenmodule kan zonder warmtepomp worden gebruikt en werkt dan alleen als elektrische boiler en kan warmte en warmwater produceren, bijv. in afwachting van installatie van de warmtepomp. Sluit de inlaatleiding voor de warmtepomp (XL8) aan op de leiding uit naar de warmtepomp XL9. Open het menu Systeeminstellingen en vink de warmtepomp uit. Selecteer de bedrijfsstand auto of handmatig als de binnenmodule weer met de warmtepomp wordt gebruikt. Pompsnelheid Beide circulatiepompen in de VVM 500 zijn frequentiegeregeld en stellen zichzelf in op basis van regeling en externe vraag naar verwarming. Achteraf afstellen, ontluchten De eerste tijd komt er lucht vrij uit het warme water en kan het nodig zijn om het systeem te ontluchten. Indien er borrelende geluiden uit het klimaatsysteem worden waargenomen, kan het nodig zijn om het hele systeem nogmaals te ontluchten. Ontlucht de installatie via de ontluchtingskleppen (QM20). Bij het ontluchten moet de VVM 500 zijn uitgeschakeld. De koelcurve/stooklijn instellen systeem aanvoertemperatuur C stooklijn buitentemp. C systeem koelcurve aanvoertemperatuur C LEK Druk (kpa) (kpa) 70 Beschikbare druk, circulatiepomp, GP1 buitentemp. C stooklijn Instelbereik: 0 15 Standaardwaarde: ,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 Vattenflöde Stroom (l/s) (l/s) Druk (kpa) Beschikbare druk, laadpomp, GP12 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 Stroom (l/s) koelcurve (benodigde accessoire) Instelbereik: 0 9 Standaardwaarde: 0 U kunt de ingestelde verwarmingscurve voor uw woning in het menu curve bekijken. De verwarmingscurve is bedoeld om ongeacht de buitentemperatuur voor een gelijkmatige binnentemperatuur te zorgen en dus voor een energiezuinige werking. Via deze verwarmingscurve bepaalt de regelcomputer van de binnenmodule de temperatuur van het water naar het verwarmingssysteem, de aanvoertemperatuur en dus de binnentemperatuur.. Selecteer de verwarmingscurve en lees af hoe de aanvoertemperatuur bij verschillende buitentemperaturen verandert. Als ook koelen beschikbaar is, kan de koelcurve op dezelfde manier worden ingesteld. Helling van de stooklijn De helling van verwarmings-/koelcurves bepaalt hoeveel graden de aanvoertemperatuur moet worden verhoogd/verlaagd als de buitentemperatuur 36 Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling

37 daalt/stijgt. Hoe steiler de helling, hoe hoger de aanvoertemperatuur voor de verwarming of hoe lager de aanvoertemperatuur voor de koeling bij een bepaalde buitentemperatuur. Aanvoertemperatuur C 70 Brantare Steilere helling kurvlutning stooklijn C Buitentemperatuur UTETEMPERATUR De optimale helling hangt af van de klimaatomstandigheden van uw woonplaats, of de woning over radiatoren of vloerverwarming beschikt en hoe goed de woning is geïsoleerd. De curve wordt ingesteld bij de installatie van de verwarming, maar moet later mogelijk worden aangepast. Normaal gesproken hoeft de curve niet verder te worden afgesteld. LET OP! Voor het fijn afstellen van de binnentemperatuur moet de curve naar boven of beneden worden verschoven in menu 1.1 temperatuur. Verschuiving stooklijn Een verschuiving van de curve betekent, dat de aanvoertemperatuur evenveel verandert voor alle buitentemperaturen, d.w.z. een verschuiving van de curve van +2 stappen verhoogt de aanvoertemperatuur met 5 C bij alle buitentemperaturen.. Aanvoertemperatuur: maximale en minimale waarden Aangezien de aanvoerleidingtemperatuur niet hoger kan zijn dan de ingestelde max. waarde of lager dan de ingestelde min. waarde, vlakt de stooklijn af bij deze temperaturen. LET OP! Een vloerverwarmingssysteem wordt normaal gesproken max. aanvoertemp. ingesteld op 35 tot 45 C. Moet worden beperkt bij vloerkoeling min. aanvoer temp. om condensatie te voorkomen. Controleer de max. temperatuur voor uw vloer bij uw installateur/vloerleverancier. Een andere curve (helling) selecteren: Als u maar één klimaatsysteem hebt, is het nummer van de curve al aangevinkt als het menuvenster wordt geopend. 1. Selecteer het klimaatsysteem (als er meerdere zijn) waarvan u de curve wilt wijzigen. 2. Wanneer de klimaatsysteemselectie is bevestigd, wordt het nummer van de curve gemarkeerd. 3. Druk op OK om de instelmodus te openen. 4. Selecteer een nieuwe curve. De curves zijn genummerd van 0 tot 15. Hoe hoger het nummer, hoe steiler de helling en hoe hoger de aanvoertemperatuur. Curve 0 betekent dat eigen stooklijn (menu 1.9.7) wordt gebruikt. 5. Druk op OK om de instelling te verlaten. Een curve aflezen: 1. Draai de selectieknop dusdanig dat de ring op de as met de buitentemperatuur is gemarkeerd. 2. Drukt u op OK. 3. Volg de grijze lijn tot aan de curve en vervolgens naar links om de waarde af te lezen voor de aanvoertemperatuur bij de geselecteerde buitentemperatuur. 4. U kunt nu waarden selecteren voor de verschillende buitentemperaturen door de selectieknop naar rechts of links te draaien en de bijbehorende aanvoertemperatuur af te lezen. 5. Druk op OK of Terug om de modus voor aflezen te verlaten. TIP Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling invoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft om zich te stabiliseren. Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te laag is, verhoogt u de helling van de curve met één stap. Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te hoog is, verlaagt u de helling van de curve met één stap. Als het buiten warm is en de kamertemperatuur te laag is, verhoogt u de verschuiving van de curve met één stap. Als het buiten warm is en de kamertemperatuur te hoog is, verlaagt u de verschuiving van de curve met één stap. Het getal aan het einde van de stooklijn geeft de helling van de stooklijn aan. Het getal naast de thermometer geeft de verschuiving van de stooklijn aan. Gebruik de selectieknop om een nieuwe waarde in te stellen. Bevestig de nieuwe instelling met een druk op OK. Curve 0 is een eigen curve, vanuit menu Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling 37

38 38 Warmtapwatercirculatie instellen warmtapw.recirc. bedrijfstijd Instelbereik: 1 60 min Fabrieksinstelling: 60 min stilstand Instelbereik: 0 60 min Fabrieksinstelling: 0 min Hier stelt u warmtapwatercirculatie in voor maximaal drie periodes per dag. Tijdens de ingestelde periodes zal de circulatiepomp voor warmtapwater draaien volgens de bovengenoemde instellingen. "bedrijfstijd" bepaal hoe lang de circulatiepomp voor warmtapwater moet draaien per activering. "stilstand" bepaal hoe lang de circulatiepomp voor warmtapwater niet mag draaien tussen activeringen. Warmtapwatercirculatie wordt geactiveerd in menu 5.4 "ingangen en uitgangen software". Zwembad zwembad (accessoire vereist) starttemp Instelbereik: 5,0 80,0 C Fabrieksinstelling: 22,0 C stoptemperatuur Instelbereik: 5,0 80,0 C Fabrieksinstelling: 24,0 C Selecteer of de zwembadregeling moet worden geactiveerd en binnen welke temperaturen (start- en stoptemperatuur) zwembadverwarming moet plaatsvinden. Als de zwembadtemperatuur onder de ingestelde starttemperatuur zakt en er geen vraag is naar warmtapwater of verwarming, begint de VVM 500 met de zwembadverwarming. Verwijder het vinkje bij "geactiveerd" om de zwembadverwarming uit te schakelen. LET OP! De starttemperatuur kan niet worden ingesteld op een waarde die hoger ligt dan de stoptemperatuur. Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling SG Ready SG Ready Deze functie kan alleen worden gebruikt in elektriciteitsnetten die de "SG Ready"-standaard ondersteunen. Verricht hier de instellingen voor de functie "SG Ready". De lageprijsstand houdt in dat de energieleverancier een laag tarief heeft en dat het systeem hier gebruik van maakt om de kosten te verlagen. De overcapaciteitsstand houdt in dat de energieleverancier een laag zeer tarief hanteert en dat het systeem hier gebruik van maakt om de kosten zo laag mogelijk te houden. beïnvloedt kamertemp. Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgen moet hebben voor de kamertemperatuur. Bij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de parallelle verschuiving van de binnentemperatuur verhoogd met "+1". Als een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, wordt de gewenste kamertemperatuur verhoogd met 1 C. Bij de overcapaciteitstand van "SG Ready" wordt de parallelle verschuiving van de binnentemperatuur verhoogd met "+2". Als een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, wordt de gewenste kamertemperatuur verhoogd met 2 C. beïnvloedt warm water Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgen moet hebben voor de temperatuur van het warmtapwater. Bij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de stoptemperatuur van het warmtapwater zo hoog mogelijk ingesteld terwijl alleen de compressor in bedrijf is (elektrisch verwarmingselement niet toegestaan). Bij de overcapaciteitsstand van "SG Ready" wordt het warmtapwater ingesteld op "luxe" (elektrisch verwarmingselement toegestaan). beïnvloedt koelen (benodigde accessoire) Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgen moet hebben voor de kamertemperatuur tijdens koeling. Bij de lageprijsstand van "SG Ready"en koeling zijn er geen gevolgen voor de binnentemperatuur. Bij de overcapaciteitstand van "SG Ready" en koeling wordt de parallelle verschuiving van de binnentemperatuur verlaagd met "-1". Als een ruimtesensor is geïnstalleerd en geactiveerd, wordt de gewenste kamertemperatuur verlaagd met 1 C. beïnvloedt zwembadtemp. (accessoire vereist) Hier stelt u in of het activeren van "SG Ready" gevolgen moet hebben voor de zwembadtemperatuur. Bij de lageprijsstand van "SG Ready" wordt de gewenste zwembadtemperatuur (start- en stoptemperatuur) verhoogd met 1 C.

39 Bij de overcapaciteitstand van "SG Ready" wordt de gewenste zwembadtemperatuur (start- en stoptemperatuur) verhoogd met 2 C. De functie moet worden aangesloten op twee AUX-ingangen en worden geactiveerd in menu 5.4. Hoofdstuk 6 Inbedrijfstelling en afstelling 39

40 7 Bediening - Inleiding Bedieningseenheid A B C D E BINNENKLIMAAT MIJN SYSTEEM WARMTAPWATER VVM 500 Display INFO A B C D E F Display Statuslamp Toets OK Toets Terug Selectieknop Schakelaar G USB-poort Instructies, instellingen en bedieningsinformatie worden op het display weergegeven. U kunt eenvoudig door de verschillende menu's en opties navigeren om het comfort in te stellen of de benodigde informatie te verkrijgen. Statuslamp De statuslamp geeft de status van het binnendeel aan. It: brandt groen tijdens normaal bedrijf. brandt geel in de noodstand. brandt rood in het geval van een geactiveerd alarm. Toets OK De toets OK wordt gebruikt om: selecties van submenu's/opties/instelwaarden/pagina in de startgids te bevestigen. Toets Terug De toets terug wordt gebruikt om: terug te keren naar het vorige menu. een instelling te wijzigen die niet is bevestigd. Selectieknop De selectieknop kan naar rechts of links worden gedraaid. U kunt: in de menu's en tussen de opties scrollen. de waarden verhogen en verlagen. scrollen door pagina's, sommige informatie is verdeeld over meerder pagina's (bijvoorbeeld helptekst of service-info). F G Schakelaar (SF1)) De schakelaar kan in drie standen worden gezet: Aan () Stand-by ( ) Noodstand ( ) De noodstand mag alleen worden gebruikt in het geval van een fout op de binnenmodule. In deze stand schakelt de compressor uit en schakelt het elektrische verwarmingselement in. De display van de binnenmodule is niet verlicht en de statuslamp brandt geel. USB-poort De USB-poort is weggewerkt achter het plastic plaatje met de productnaam erop. De USB-poort wordt gebruikt voor het updaten van de software. Ga naar en klik op de tab "Software" om de nieuwste software voor uw installatie te downloaden. 40 Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding

41 Menusysteem Wanneer de deur van de binnenmodule is geopend, worden naast enkele basisgegevens de vier hoofdmenu's van het menusysteem op de display weergegeven. Symbolen display De volgende symbolen kunnen bij bedrijf op het display verschijnen. Symbool Beschrijving Buitentemperatuur BINNENKLIMAAT Binnentemperatuur - (indien ruimtesensoren zijn geïnstalleerd) WARMTAPWATER Warmtapwatertemp. Dit symbool verschijnt in het informatievenster als er informatie van belang in menu 3.1 staat. MIJN SYSTEEM Tijdelijk in luxe (indien geactiveerd) SERVICE Geschatte hoeveelheid warmtapwater INFO Menu 1 - BINNENKLIMAAT Informatie over werking Instellen en plannen van binnenklimaat. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikershandleiding. Menu 2 - WARMTAPWATER Instellen en plannen van warmtapwaterproductie. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikershandleiding. Menu 3 - INFO Weergave van temperatuur en andere bedrijfsinformatie en toegang tot alarmlog. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikershandleiding. Menu 4 - MIJN SYSTEEM Instellen van tijd, datum, taal, weergave, bedrijfsmodus enz. Zie informatie in het helpmenu of de gebruikershandleiding. Menu 5 - SERVICE Geavanceerde instellingen. Deze instellingen zijn niet beschikbaar voor de eindgebruiker. Het menu wordt zichtbaar wanneer in het startmenu 7 seconden lang de Terug-knop wordt ingedrukt. Zie pagina 47. Deze twee symbolen geven aan of de compressor in de buitenunit of de bijverwarming is geblokkeerd in de VVM 500. Beide kunnen bijvoorbeeld worden geblokkeerd als een bepaalde bedrijfsstand is gekozen in menu 4.2, als blokkeren is ingepland in menu of als een alarm is geactiveerd dat één van beide blokkeert. Compressor blokkeren. Bijverwarming blokkeren. Dit symbool verschijnt als de periodieke toename of de luxe stand voor warmtapwater is geactiveerd. Dit symbool geeft aan of "vakantie-instelling" actief is in 4.7. Dit symbool geeft aan of de VVM 500 contact heeft met NIBE NIBE Uplink. Dit symbool geeft de actuele snelheid van de ventilator aan als deze snelheid afwijkt van de normale instelling. Accessoire NIBE F135 vereist. Dit symbool geeft aan of verwarming d.m.v. een zonnecollectorsysteem actief is. Accessoire vereist. Dit symbool geeft aan of zwembadverwarming actief is. Accessoire vereist. Dit symbool geeft aan of koeling actief is. Accessoire vereist. Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding 41

42 Werking Draai de selectieknop naar links of naar rechts om de cursor te bewegen. De gemarkeerde positie is wit en/of heeft een opwaartse tab. Menu selecteren Selecteer een hoofdmenu door het te markeren en vervolgens op OK te drukken om door het menusysteem te lopen. Er wordt hierna een nieuw venster met submenu's geopend. Selecteer een van de submenu's door het menu te markeren en vervolgens op OK te drukken. Opties selecteren Een waarde instellen tijd & datum4.4 tijd 24 uur 12 uur datum dag maand jaar Te wijzigen waarden zuinig normaal luxe Alternatief comfortstand2.2 Om een waarde in te stellen: 1. Markeer u de waarde die u wilt instellen met de selectieknop. 2. Drukt u op OK. De achtergrond van de waarde wordt groen. Dit betekent dat u de instelmodus hebt geopend. 3. Draai de selectieknop naar rechts om de waarde te verhogen en naar links om deze te verlagen. 4. Druk op OK om de waarde te bevestigen die u hebt ingesteld. Druk op de toets Terug om naar de oorspronkelijke waarde terug te keren. In een optiemenu wordt de huidig geselecteerde optie aangegeven met een groen vinkje. Een andere optie selecteren: 1. Markeer de betreffende optie d.m.v. de selctieknop. Een van de opties is voorgeselecteerd (wit). 2. Druk op OK om de geselecteerde optie te bevestigen. De geselecteerde optie heeft een groen vinkje. 42 Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding

43 Het virtuele toetsenbord gebruiken Verschillende toetsenborden Helpmenu In veel menu's staat een symbool dat aangeeft dat er extra hulp beschikbaar is. Om de helptekst te openen: 1. Gebruikt u de selectieknop om het helpsymbool te selecteren. 2. Drukt u op OK. De helptekst bestaat vaak uit meerdere vensters waartussen u kunt scrollen met de selectieknop. Als het in sommige menu's nodig is dat er tekst wordt ingevoerd, is er een virtueel toetsenbord beschikbaar. Afhankelijk van het menu hebt u de beschikking over verschillende tekensets die u met behulp van de selectieknop kunt selecteren. Om andere tekens te gebruiken, drukt u op de Terug-knop. Als een menu maar één tekenset heeft, wordt het toetsenbord direct weergegeven. Als u klaar bent met het invoeren van tekst, markeert u "OK" en drukt u op de OK-knop. Door de vensters scrollen Een menu kan uit meerdere vensters bestaan. Draai de selectieknop om tussen de vensters te scrollen. Huidige menuvenster Aantal vensters in het menu Door de vensters in de startgids scrollen taal 4.6 Pijlen voor door venster scrollen in startgids 1. Draai de selectieknop totdat de pijltjes in de linkerbovenhoek (bij het paginanummer) zijn gemarkeerd. 2. Druk op de OK-knop om naar de volgende stap in de startgids te gaan. Hoofdstuk 7 Bediening - Inleiding 43

44 8 Regeling - Menu's Menu 1 - BINNENKLIMAAT 1 - BINNENKLIMAAT temperatuur ventilatie * programmering geavanceerd verwarming koeling * verwarming koeling * ventilatie * curve externe instelling min. aanvoer temp instellingen ruimtesensor instellingen koeling * terugsteltijd ventilator * stooklijn koelcurve * eigen stooklijn verschuiving punt Adjust verwarming koeling * * Accessoires nodig. 44 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

45 Menu 2 - WARMTAPWATER 2 - WARMTAPWATER tijdelijk in luxe comfortstand programmering geavanceerd warmtapw.recirc. Menu 3 - INFO 3 - INFO service-info compressor info info bijverwarming alarm log binnentemp. log * Accessoires nodig. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 45

46 Menu 4 - MIJN SYSTEEM 4 - MIJN SYSTEEM plusfuncties bedrijfsstand mijn pictogrammen tijd & datum taal vakantie-instelling geavanceerd zwembad * internet sms * SG Ready smart price adaption smart home * NIBE Uplink tcp/ip-instellingen proxy-instellingen smart energy source instellingen functie voorkeuren instelling modus auto instelling graadminuten fabrieksinstelling gebruiker blokk. programm program. stille stand inst. prijs inst. prim. fact tariefper., elektr tariefper., ext. shuntbijv tariefper., ext. stapbijv tariefper., OPT10 * Accessoire vereist. Een beschrijving van menu 1 4 is te vinden in het gebruikershandboek. 46 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

47 Menu 5 - SERVICE Overzicht 5 - SERVICE bedrijfsinstellingen warmwaterinstellingen max. aanvoertemp max. versch. aanvoertemp alarmhandelingen ventilatorsnelheid uitlaatlucht * bedr.modus circulatiepomp pompsnelheid CV-systeem interne elektrische bijverw max geïnst verm (BBR) aanvinst. klim.systeem doorstroominstelling laadpomp heat pump testing compressor curve tijd filteralarm systeeminstellingen geïnstalleerde warmtepomp accessoires instellingen accessoire in-/uitgangen software service fabriekinstelling geforceerde regeling startgids snelstart vloerdroogfunctie log met wijzigingen land extra klimaatsysteem * zonneverwarming * externe bijverwarming * F135 * GBM-communicatiemodule * zwembad* act. koel. 4-leiding* aanvoersensor* laadpomp (GP12) * Accessoire vereist. Ga naar het hoofdmenu en houd de knop Terug 7 seconden ingedrukt om naar het Servicemenu te gaan. Submenu's Menu SERVICE heeft oranje tekst en is bedoeld voor gevorderde gebruikers. Dit menu heeft meerdere submenu's. U vindt de statusinformatie van het betreffende menu op het display aan de rechterkant van de menu s. bedrijfsinstellingen Bedrijfsinstellingen voor de binnenmodule. systeeminstellingen Systeeminstellingen voor de binnenmodule, activeren van accessoires enz. instellingen accessoire Bedrijfsinstellingen voor verschillende accessoires. in-/uitgangen software Instellen van softwaregestuurde in- en uitgangen op de ingangsprintplaat (AA3). service fabriekinstelling Totale reset van alle instellingen (inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar standaardwaarden. geforceerde regeling Gedwongen regeling van de verschillende componenten in de binnenmodule. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 47

48 startgids Handmatige start van de startgids die de eerste keer wordt gebruikt wanneer de binnenmodule wordt gestart. snelstart Snelstarten van de compressor. Onjuiste instellingen in de servicemenu's kunnen schade aan de installatie veroorzaken. Menu bedrijfsinstellingen Bedrijfsinstellingen voor de binnenmodule kunnen in de submenu's worden doorgevoerd. Menu warmwaterinstellingen zuinig Instelbereik starttemp. eco: 5 55 C Fabrieksinstelling starttemp. eco: 44 C Instelbereik stoptemp. eco: 5 60 C Fabrieksinstelling stoptemp. eco: 47 C normaal Instelbereik starttemp. normaal: 5 55 C Fabrieksinstelling starttemp. normaal: 47 C Instelbereik stoptemp. normaal: 5 60 C Fabrieksinstelling stoptemp. normaal: 50 C luxe Instelbereik starttemp. luxe: 5 70 C Fabrieksinstelling starttemp. luxe: 52 C Instelbereik stoptemp. luxe: 5 70 C Fabrieksinstelling stoptemp. luxe: 55 C Hier stelt u de start- en stoptemperatuur in van het warmtapwater voor de verschillende comfortopties in menu 2.2. Menu max. aanvoertemp. afgiftesysteem Instelbereik: 5-70 C Standaardwaarde: 60 C Stel hier de maximale aanvoertemperatuur in voor het afgiftesysteem. Indien de installatie meerdere klimaatsystemen heeft, kunnen er afzonderlijke maximale aanvoertemperaturen worden ingesteld voor ieder systeem. Afgiftesystemen 2-8 kunnen niet worden ingesteld op een hogere max. aanvoertemperatuur dan klimaatsysteem 1. LET OP! Vloerverwarmingssystemen worden normaal gesproken max. aanvoertemp. ingesteld tussen 35 en 45 C. Controleer de max. vloertemperatuur bij de leverancier van uw vloer. Menu max. versch. aanvoertemp. max. versch. compressor Instelbereik: 1 25 C Standaardwaarde: 10 C max. versch. bijverwarming Instelbereik: 1 24 C Standaardwaarde: 7 C Hier stelt u het maximale toegestane verschil in tussen de berekende en de huidige aanvoertemperatuur tijdens de compressor- of de bijverwarmingsmodus. Max. versch. bijverwarming kan nooit hoger zijn dan max. versch. compressor max. versch. compressor Als de huidige aanvoertemperatuur tot boven de berekende doorstroming met instelwaarde stijgt, wordt de waarde van graadminuten ingesteld op 0. De compressor in de warmtepomp stopt als er alleen warmtevraag is voor cv. max. versch. bijverwarming Als "addition wordt geselecteerd en geactiveerd in menu 4.2 en de huidige aanvoertemp. de berekende temperatuur overtreft met de ingestelde waarde, wordt de bijverwarming gedwongen om te stoppen. Menu alarmhandelingen Kies hier of u wilt dat de binnenmodule u waarschuwt als een alarm op het display wordt getoond. LET OP! Als er geen alarmhandeling is geselecteerd, kan dit leiden tot een hoger energieverbruik bij een alarm. Menu ventilatorsnelheid uitlaatlucht (accessoire vereist) normaal en snelheid 1-4 Instelbereik: % Fabrieksinstelling normaal: 65 % Fabrieksinstelling snelheid 1: 0 % Fabrieksinstelling snelheid 2: 30 % Fabrieksinstelling snelheid 3: 80 % Fabrieksinstelling snelheid 4: 100 % 48 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

49 Stel de snelheid voor de vier verschillende te selecteren standen voor de ventilator hier in. LET OP! Een onjuist ingestelde ventilatiestroom kan het huis beschadigen en kan tot een hoger energieverbruik leiden. Menu bedr.modus circulatiepomp bedrijfsstand Instelbereik: auto,,voortdurend Standaardwaarde: auto Stel hier de bedrijfsmodus van de circulatiepomp verwarmingssysteem in. auto: De circulatiepomp draait volgens de huidige bedrijfsmodus van de VVM 500. voortdurend: continu bedrijf. Menu pompsnelheid CV-systeem bedrijfsstand Instelbereik: auto / handmatig Standaardwaarde: auto auto: De cv-pompen regelen de snelheid voor optimaal bedrijf. handmatig: De snelheid van de cv-pomp is instelbaar tussen 0 en 100%. Menu interne elektrische bijverw. max aangesl. el. bijv. Instelbereik: 0 9 Standaardwaarde: 9 kw zekeringgrootte Instelbereik: A Fabrieksinstelling: 16 A Hier stelt u het max. elektrische vermogen in van de interne elektrische bijverwarming in de VVM 500 en de zekeringgrootte voor de installatie. Hier kunt u ook controleren welke stroomsensor op welke inkomende fase van de woning is geïnstalleerd (vraagt om de installatie van stroomsensoren, zie pagina 29). Vink hiervoor "fasevolgorde ontdekken" aan en druk op de OK-toets. De resultaten van deze controles staan net onder menu-optie "fasevolgorde ontdekken". Menu max geïnst verm (BBR) max geïnstalleerd verm. (alleen deze machine) Instelbereik: 0,000-30,000 kw Standaardwaarde: 15,000 kw Gebruik deze instelling niet als bovenstaande bouwvoorschriften niet van toepassing zijn. Om aan bepaalde bouwvoorschriften te voldoen, kan de maximale vermogensafgifte van het apparaat worden vergrendeld. In dit menu kunt u, indien nodig, de waarde instellen die overeenkomt met de maximale netaansluiting van de warmtepomp voor verwarming, warmtapwater en koeling. Let op of er ook externe elektrische componenten zijn waarbij dit moet gebeuren. Nadat de waarde vergrendeld is, gaat er een bedenkingsperiode in van één week. Na deze periode moeten onderdelen van de machine worden vervangen om een hoger vermogen te krijgen. Menu aanvinst. klim.systeem voorinstell Instelbereik: radiator, vloerverw., rad. + vloerverw., DOT C Standaardwaarde: radiator Instelbereik DOT: -40,0 20,0 C Fabrieksinstelling DOT: -18,0 C eigen inst. Instelbereik dt bij DOT: 2,0 20,0 Fabrieksinstelling dt bij DOT: 10,0 Instelbereik DOT: -40,0 20,0 C Fabrieksinstelling DOT: -18,0 C Hier wordt het type warmteverdeelsysteem waar de circulatiepomp (GP1) van het verwarmingssysteem naartoe werkt, ingesteld. dt bij DOT is het verschil in graden tussen aanvoer- en retourtemperaturen bij de gemeten buitentemperatuur. Menu doorstroominstelling laadpomp Stel hier de doorstroom snelheid van de laadpomp in. Activeer de stroomtest voor het meten van delta (verschil tussen stroom en retourleidingtemperaturen van de warmtepomp). De test is OK als delta tussen de twee parameters in de display ligt. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 49

50 Menu heat pump testing Dit menu is bedoeld voor het testen van de VVM 500 volgens verschillende standaarden. Gebruik van dit menu voor andere doeleinden kan ertoe leiden dat uw installatie niet correct functioneert. Dit menu bevat diverse submenu's, één voor iedere standaard. Menu compressor curve Dit menu wordt alleen weergegeven als VVM 500 is aangesloten op een warmtepomp met een invertergestuurde compressor. Stel in of de compressor in de warmtepomp tijdens specifieke eisen moet werken op basis van een bepaalde curve of moet werken op basis van vooraf ingestelde curven. U stelt een curve voor een vraag (warmte, warmtapwater enz.) in door "auto" uit te vinken, de regelknop te verdraaien tot er een temperatuur wordt aangegeven en op OK te drukken. U kunt nu instellen bij welke temperaturen de maximale en minimale frequenties moeten liggen. Dit menu kan bestaan uit meerdere vensters (één voor iedere beschikbare vraag). Gebruik de navigatiepijlen linksboven om heen en weer te gaan tussen de vensters. Menu tijd filteralarm maanden t. filteralarms Instelbereik: 1 24 Fabrieksinstelling: 3 Hier stelt u het aantal maanden in dat tussen de alarmberichten moet zitten als herinnering om het filter van de F135 Menu systeeminstellingen Hier verricht u verschillende systeeminstellingen voor uw installatie, bijv. activeren van de aangesloten warmtepomp en welke accessoires er zijn geïnstalleerd. geïnstalleerde acc. zoeken Markeer geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de OK-toets om automatische aangesloten accessoires voor de VVM 500 te vinden. Menu instellingen accessoire De bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstalleerd en geactiveerd zijn, worden verricht in de daarvoor bedoelde submenu's. Menu extra klimaatsysteem gebruik in verwarmingsstand Instelbereik: aan/uit Fabrieksinstelling: op gebruik in koelstand Instelbereik: aan/uit Fabrieksinstelling: uit mengklep versterker Instelbereik: 0,1 10,0 Standaardwaarde: 1,0 mengklep stap vertraging Instelbereik: s Standaardwaarde: 30 s In menu kunt u kiezen welk klimaatsysteem (2-8) u wilt instellen. In het volgende menu stelt u het geselecteerde klimaatsysteem in. Als de warmtepomp is aangesloten op meerdere afgiftesystemen, kan daarin condensatie optreden als zij niet bedoeld zijn voor koeling. Controleer, om condensatie te voorkomen, of "gebruik in verwarmingsstand" is aangevinkt voor de afgiftesystemen die niet bedoeld zijn voor koeling. Dit betekent dat de subshunts voor de extra afgiftesystemen sluiten als de koeling geactiveerd is. De shuntversterking en shuntwachttijd voor de verschillende, geïnstalleerde extra klimaatsystemen worden ook hier ingesteld. Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire voor een beschrijving van de werking. 50 Menu geïnstalleerde warmtepomp Als er een warmtepomp op de binnenmodule is aangesloten, stelt u dat hier in. Menu accessoires Hier stelt u in welke accessoires er zijn geïnstalleerd op de installatie. Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoires geactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief markeren in de lijst of gebruik maken van de automatische functie "geïnstalleerde acc. zoeken". Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

51 Menu zonneverwarming delta-t starten Instelbereik: 1-40 C Standaardwaarde: 8 C delta-t stoppen Instelbereik: 0-40 C Standaardwaarde: 4 C max. tanktemperatuur Instelbereik: C Standaardwaarde: 85 C max. zonnecollectortemp. Instelbereik: C Standaardwaarde: 125 C max. temp. zwembad zon Instelbereik: C Standaardwaarde: 30 C antivriestemperatuur Instelbereik: C Standaardwaarde: 2 C koeling zonnecollector start Instelbereik: C Standaardwaarde: 110 C delta-t starten, delta-t stoppen: Hier kunt u het temperatuurverschil tussen zonnepaneel en zonnetank instellen, waarbij de circulatiepomp moet starten en stoppen. max. tanktemperatuur, max. zonnecollectortemp.: Hier kunt u de maximumtemperaturen in zonneboiler c.q. zonnepaneel instellen waarbij de circulatiepomp moet stoppen. Dit om bescherming te bieden tegen te hoge temperaturen in de zonneboiler. max. temp. zwembad zon: Hier kunt u de maximumtemperatuur instellen waarbij het zonnepaneel stopt met de zwembadverwarming (als de unit op die manier is opgezet). Zwembadverwarming is alleen mogelijk als er een warmteoverschot is tijdens verwarming en/of wordt voorzien in de warmwatervraag. Als de unit een antivriesfunctie heeft en/of zonnepaneelkoeling kunt u die hier activeren. Als de functie geactiveerd is, kunt u daar instellingen voor invoeren. antivriesbescherming antivriestemperatuur: Hier kunt u de temperaturen in de zonnetank instellen, waarbij de circulatiepomp moet starten om bevriezing te voorkomen. zonnepaneelkoeling koeling zonnecollector start: Als de temperatuur in het zonnepaneel hoger is dan deze instelling op hetzelfde moment dat de temperatuur in de zonnetank hoger is dan de ingestelde maximumtemperatuur, wordt de extere functie voor koeling geactiveerd. Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire voor een beschrijving van de werking. Menu externe bijverwarming Hier verricht u instellingen voor de externe bijverwarming. Externe bijverwarming is bijvoorbeeld een olieof gasgestookte of elektrische externe boilerketel. Als de externe bijverwarming niet stapgeregeld is, moet naast het selecteren van het starten ervan ook de looptijd voor de bijverwarming worden ingesteld. Als de externe bijverwarming stapgeregeld is, is het bijvoorbeeld mogelijk om te selecteren wanneer de bijverwarming moet starten, om het max. aantal toegestane stappen in te stellen en in te stellen of binaire stappen wel of niet moeten worden gebruikt. Als u "bijverwarming voorrang" kiest, wordt de warmte van de elektrische bijverwarming gebruikt in plaats van de warmtepomp. Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire voor een beschrijving van de werking. Menu F135 snelheid laadpomp Instelbereik: % Fabrieksinstelling: 70 % warm water bij koelen Instelbereik: aan/uit Fabrieksinstelling: uit Hier kunt u de snelheid van de laadpomp instellen voor de F135. U kunt er ook voor kiezen om met de F135 warmtapwater te produceren terwijl tegelijkertijd het buitendeel koeling produceert. Het koelingsaccessoire ACS 310 is vereist om activering van warm water tijdens koeling mogelijk te maken. LET OP! Koeling moet worden toegestaan in Menu warmtepomp, zodat warm water tijdens koeling kan worden geactiveerd. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 51

52 Menu GBM-communicatiemodule start diff. bijverwarming Instelbereik: GM Fabrieksinstelling: 400 GM hysteresis Instelbereik: GM Fabrieksinstelling: 100 GM Stel hier de gasketel GBM in. Selecteer bijvoorbeeld wanneer de gasketel moet starten. Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire voor een beschrijving van de werking. Menu zwembad Hier selecteert u welke pomp in het systeem gebruikt wordt. Menu act. koel. 4-leiding Hier selecteert u welke pomp in het systeem gebruikt wordt. Menu aanvoersensor aanvoersensor Menu service fabriekinstelling Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar standaardwaarden. Bij het resetten wordt bij de volgende start van de binnenmodule de startgids weergegeven. Menu geforceerde regeling U kunt hier de verschillende componenten in de binnenmodule en eventueel aangesloten accessoires regelen. Geforceerde besturing is alleen bedoeld voor het oplossen van problemen. Elk ander gebruik van de functie kan schade veroorzaken aan de onderdelen van uw klimaatsysteem. Menu startgids Wanneer de binnenmodule voor de eerste keer wordt gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt u deze handmatig starten. Zie pagina 35 voor meer informatie over de startgids. aanvoersensor EMK 500 Menu snelstart Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten. LET OP! Er moet een warmtevraag of een warmtapwatervraag zijn om de compressor te starten. aanvoersensor Insteloptie: EMK 500, EMK 310 / 300, EMK 150 Fabrieksinstelling: EMK 500 LET OP! U kunt de compressor beter niet te vaak snelstarten gedurende een kort periode, want hierdoor kunnen de compressor en zijn nevenapparatuur beschadigen. Hier selecteert u welke aanvoersensor wordt gebruikt voor de energiemeting. Menu in-/uitgangen software Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang van de ingangsprintplaat (AA3) de externe contactfunctie (pagina 29) moet worden aangesloten. Te selecteren ingangen op klemmenstrook AUX1-5 (AA3-X6:9-18) en uitgang AA3-X7 (op de ingangsprintplaat). 52 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

53 Menu vloerdroogfunctie duur periode 1 7 Instelbereik: 0 30 dagen Fabrieksinstelling, periode 1 3, 5 7: 2 dagen Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen temp. periode 1 7 Instelbereik: C Standaardwaarde: temp. periode 1 temp. periode 2 temp. periode 3 temp. periode 4 temp. periode 5 temp. periode 6 temp. periode 7 Stel hier de functie drogen ondervloer in. 20 C 30 C 40 C 45 C 40 C 30 C 20 C U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen met verschillende, berekende aanvoertemperaturen. Als er minder dan zeven perioden worden gebruikt, moeten de resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0 dagen. Vink het actieve venster aan om de functie vloerdrogen te activeren. Een teller onderin toont het aantal dagen dat de functie actief is geweest. Tijdens het drogen van de vloer draait de circulatiepomp van het afgiftesysteem op 100%, ongeacht de instelling in menu TIP Als bedrijfsstand "add. heat only" moet worden gebruikt, kiest u dit in menu 4.2. Menu log met wijzigingen Hier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteem aflezen. Datum, tijd en ID-nr. (uniek voor bepaalde instellingen) en de nieuwe ingestelde waarde worden aangegeven voor iedere wijziging. Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bij herstarten en blijft ongewijzigd na fabrieksinstelling. Menu warmtepompinstellingen Instellingen voor de geïnstalleerde warmtepomp kunnen in de submenu's worden verricht. Menu EB101 Verricht hier de instellingen die specifiek zijn voor de geïnstalleerde warmtepomp en laadpomp. Menu warmtepomp Verricht hier de instellingen voor de geïnstalleerde warmtepomp. Zie voor de mogelijke instellingen de installatiehandleiding voor de warmtepomp. Menu laadpomp (GP12) bedrijfsstand Instelbereik: auto / intermitterend Standaardwaarde: auto Stel hier de bedrijfsstand van de laadpomp in. auto: De laadpomp draait volgens de huidige bedrijfsstand van de VVM 500. intermitterend: De laadpomp start en stopt 20 seconden voor en na de compressor in de warmtepomp. snelheid tijdens bedrijf heating, warmtapwater, zwembad, cooling Instelbereik: auto / handmatig Standaardwaarde: auto Handmatige instelling Instelbereik: % Standaardwaarde: 70 % snelh. in wachtm. Instelbereik: % Standaardwaarde: 30 % max. toegest. snelheid Instelbereik: % Standaardwaarde: 100 % Stel de snelheid in waarop de laadpomp in de huidige bedrijfsstand moet draaien. Selecteer "auto" als de snelheid van de laadpomp automatisch geregeld moet worden (fabrieksinstelling) voor een optimale werking. Als "auto" wordt geactiveerd voor verwarming, kunt u ook kiezen voor de instelling "max. toegest. snelheid" die de laadpomp beperkt en niet laat draaien op een hogere snelheid dan de ingestelde waarde. Voor handmatige regeling van de laadpomp deactiveert u "auto" voor de huidige bedrijfsstand en stelt u vervolgens de waarde in tussen 1 en 100% (de eerder ingestelde waarde voor "max. toegest. snelheid" geldt niet meer). Snelheid in stand-bymodus (wordt alleen gebruikt als "auto" is geselecteerd voor "Bedrijfsmodus") houdt in dat de laadpomp met de ingestelde snelheid draait zolang er geen vraag is naar compressorwerking of bijverwarming. Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's 53

54 land Selecteer hier waar het product geïnstalleerd is. Zo krijgt u toegang tot landspecifieke instellingen in uw product. Voor de taalinstellingen kan worden afgeweken van deze selectie. Deze optie vergrendelt na 24 uur, herstarten van display of updaten van programma. 54 Hoofdstuk 8 Regeling - Menu's

55 9 Service Servicehandelingen Noodstand Service mag uitsluitend door ter zake kundig personeel worden verricht. Gebruik bij het vervangen van onderdelen van de VVM 500 uitsluitend vervangende onderdelen van NIBE. De noodstand wordt gebruikt bij bedrijfsstoringen en in samenhang met service. De warmtapwatercapaciteit is in deze stand beperkt. De noodstand wordt geactiveerd door de schakelaar (SF1) in te stellen op stand " ". Dit betekent het volgende: De statuslamp brandt geel. Het display brandt niet en de regelcomputer is niet aangesloten. De temperatuur bij het elektrisch verwarmingselement wordt geregeld door de thermostaat (FD1- BT30). Deze kan worden ingesteld op 35 of 45 C. Alleen de circulatiepompen en de elektrische bijverwarming zijn actief. In de noodstand wordt het vermogen van de elektrische bijverwarming ingesteld op de printplaat van het elektrische verwarmingselement (AA1). Zie pagina 28 voor instructies. Warmtapwaterspiraal aftappen De warmtapwaterspiraal wordt het eenvoudigst afgetapt door de koudwaterleiding los te maken op het punt waar de spiraal in het reservoir komt. Aftappen van het afgiftesysteem U kunt het beste eerst het systeem aftappen met aftapklep (QM1) als u service aan het klimaatsysteem wilt verrichten. Gegevens temperatuursensor Temperatuur ( C) Weerstand (kohm) 351,0 251,6 182,5 133,8 99,22 74,32 56,20 42,89 33,02 25,61 20,02 15,77 12,51 10,00 8,045 6,514 5,306 4,348 3,583 2,968 2,467 2,068 1,739 1,469 1,246 1,061 0,908 0,779 0,672 Spanning (VDC) 3,256 3,240 3,218 3,189 3,150 3,105 3,047 2,976 2,889 2,789 2,673 2,541 2,399 2,245 2,083 1,916 1,752 1,587 1,426 1,278 1,136 1,007 0,891 0,785 0,691 0,607 0,533 0,469 0,414 Er kan wat warmtapwater uitkomen bij het aftappen van het verwarmingssysteem/afgiftesysteem. Gevaar voor brandwonden. Hoofdstuk 9 Service 55

56 LEK USB-service-uitgang Menu software updaten software updaten7.1 start met updaten kies een ander bestand Hier kunt u de software in de VVM 500 updaten. Het display is voorzien van een USB-poort die kan worden gebruikt om de software te updaten, gelogde informatie op te slaan en de instellingen in VVM 500 te verwerken. BINNENKLIMAAT MIJN SYSTEEM USB software updaten loggen instellingen beheren WARMTAPWATER INFO USB 7 De volgende functies werken alleen als het USB-geheugen bestanden bevat met software voor de VVM 500 van NIBE. Het gegevensvak bovenaan op het display toont informatie (altijd in het Engels) over de meest waarschijnlijke update die de updatesoftware uit het USB-geheugen heeft geselecteerd. Deze informatie geeft aan voor welk product de software is bedoeld, wat de software versie is plus algemene informatie daarover. Als u een ander bestand wilt selecteren dan het geselecteerde bestand, kunt u het juiste bestand selecteren door "kies een ander bestand". start met updaten Selecteer start met updaten" als u de update wilt starten. U wordt gevraagd of u zeker weet dat u de software wilt updaten. Antwoord "ja" om door te gaan of "nee" om ongedaan te maken. Als u "ja" hebt geantwoord op de vorige vraag, start de update en kunt u de voortgang van de update volgen op het display. Als de update klaar is, wordt de VVM 500 opnieuw opgestart. Bij een software-update worden de menu-instellingen in de VVM 500 niet gereset. Wanneer een USB-geheugen wordt aangesloten, verschijnt er een nieuw menu (menu 7) op het display. Als de update wordt onderbroken voordat deze is afgerond (bijvoorbeeld door stroomonderbreking enz.), kan de software worden gereset naar de vorige versie als tijdens het opstarten de OK-toets ingedrukt wordt gehouden totdat de groene lamp gaat branden (duurt ca. 10 seconden). 56 Hoofdstuk 9 Service

57 kies een ander bestand software updaten7.1 Menu instellingen beheren instellingen beheren7.3 instellingen bewaren instellingen herstellen Selecteer kies een ander bestand" als u de voorgestelde software niet wilt gebruiken. Als u door de bestanden bladert, wordt informatie over de gemarkeerde software weergegeven in een gegevensvak, net als eerder. Als u een bestand hebt geselecteerd met de OK-toets, gaat u terug naar de vorige pagina (menu 7.1), waar u ervoor kunt kiezen om de update te starten. Menu loggen loggen7.2 Hier kunt u alle menu-instellingen (gebruikers- en servicemenu's) beheren (opslaan als of ophalen uit) in de VVM 500 met een USB-geheugen. Via "instellingen bewaren" slaat u de menu-instellingen in het USB-geheugen op, zodat u deze later kunt herstellen of naar een andere VVM 500 kunt kopiëren. Als u de menu-instellingen opslaat in het USBgeheugen, vervangt u alle eerdere, in het USBgeheugen opgeslagen instellingen. Via "instellingen herstellen" reset u alle menu instellingen vanaf het USB-geheugen. geactiveerd interval 5 sec Het resetten van de menu-instellingen vanaf het USB-geheugen kan niet ongedaan worden gemaakt. Instelbereik: 1 s 60 min Bereik fabrieksinstelling: 5 s Hier kunt u aangeven hoe actuele meetwaarden van de VVM 500 moeten worden opgeslagen in een logbestand in het USB-geheugen. 1. Stel het gewenste interval tussen het loggen in. 2. Vink aan: geactiveerd". 3. De huidige waarden van de VVM 500 worden met het ingestelde interval opgeslagen in een bestand in het USB-geheugen tot het vinkje bij "geactiveerd" weer wordt verwijderd. Verwijder het vinkje bij "geactiveerd" voordat u de USB-stick verwijdert. Hoofdstuk 9 Service 57

58 10 Storingen in comfort In de meeste gevallen merkt de binnenmodule bedrijfsstoringen (bedrijfsstoringen kunnen leiden tot verstoringen van het comfort) op, geeft dit aan met alarmmeldingen en geeft uit te voeren instructies op de display weer. Infomenu binnendeel Alle gemeten waarden van het binnendeel worden verzameld onder menu 3.1 in het menusysteem van het binnendeel. Vaak vindt u de oorzaak van de storing een stuk eenvoudiger door even naar de waarden in dit menu te kijken. Alarm beheren alarm info / handeling alarm resetten hulpmodus Lagedrukalarm Bij een alarm is er een bepaalde storing opgetreden, wat wordt aangegeven doordat de statuslamp van constant groen nu constant rood gaat branden. Daarnaast verschijnt er een alarmbelletje in het informatievenster. Alarm Bij een alarm met een rode statuslamp is er een storing opgetreden die de binnenmodule niet zelf kan verhelpen. Op de display kunt u, door de selectieknop te draaien en op de OK-knop te drukken, het type alarm bekijken en het alarm resetten. U kunt er ook voor kiezen om de binnenmodule in te stellen op hulpmodus. info / handeling Hier kunt u lezen wat het alarm betekent en krijgt u tips voor het verhelpen van het probleem dat het alarm heeft veroorzaakt. alarm resetten In de meeste gevallen kunt u volstaan met het selecteren van "alarm resetten" om het probleem te verhelpen dat het alarm heeft veroorzaakt. Als een groene lamp gaat branden na het selecteren van "alarm resetten", is het alarm verholpen. Als er nog steeds een rode lamp brandt en een menu met de naam "alarm" zichtbaar is op het display, is het probleem dat het alarm heeft veroorzaakt nog steeds aanwezig. Als het alarm verdwijnt en terugkeert, zie dan het hoofdstuk over het oplossen van problemen (pagina 58). hulpmodus "hulpmodus" is een type noodstand. Dit betekent dat het binnendeel warmte en/of warmtapwater produceert, zelfs als er een probleem is. Dit kan betekenen dat de compressor van de warmtepomp niet draait. In dit geval produceert de elektrische bijverwarming warmte en/of warmtapwater. Om hulpmodus te selecteren, moet een alarmhandeling worden gekozen in menu LET OP! Het selecteren van hulpmodus is iets anders dan het verhelpen van het probleem dat het alarm heeft veroorzaakt. De statuslamp blijft daarom rood. Problemen oplossen Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven op het display, kunt u de volgende adviezen opvolgen: Basishandelingen Start met een controle van de volgende mogelijke storingsbronnen: De stand van de schakelaar (SF1). Groeps- en hoofdzekeringen van de woning. De aardlekschakelaar van de woning. De automatische zekering van het binnendeel (FA1). De temperatuurbegrenzer van het binnendeel (FD1). Juist ingestelde laadmonitor (indien geïnstalleerd). Lage warmtapwatertemperatuur of gebrek aan warmtapwater (QM10) voor de boiler. (QM10) voor het warme water. Binnenmodule in onjuiste bedrijfsstand. Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selecteert u "addition". Groot warmtapwaterverbruik. Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U kunt een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit (tijdelijk in luxe) activeren in menu 2.1. Te hoge tapwaterstroom. Verlaag de tapwaterstroom, zie het diagram van de warmtapwatercapaciteit op pagina 63. Te lage warmtapwaterinstelling. Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfortmodus. Lage kamertemperatuur Gesloten thermostaten in meerdere kamers. Binnenmodule in onjuiste bedrijfsstand. Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd, selecteert u een hogere waarde voor "stop verwarming" in menu Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selecteert u "heating". Indien dit niet genoeg is, selecteert u "addition". Te lage instelwaarde op de automatische verwarmingsregeling. 58 Hoofdstuk 10 Storingen in comfort

59 Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de verschuiving van de stooklijn. Indien de kamertemperatuur alleen laag is bij koud weer, moet de helling van de stooklijn in menu "stooklijn naar boven toe worden bijgesteld. "Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7. Open menu 4.7 en selecteer "Uit". Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde kamerverwarming. Controleer alle externe schakelaars. Lucht in het afgiftesysteem. Ontlucht het klimaatsysteem (zie pagina 34) (QM20), (QM32) naar het klimaatsysteem. Gesloten kleppen naar het klimaatsysteem. (QM40), (QM41) naar het klimaatsysteem. (QM31), (QM32) naar het verwarmingssysteem. (QM31) naar het verwarmingssysteem. Open de kleppen. Hoge kamertemperatuur Te hoge instelwaarde op de automatische verwarmingsregeling. Open menu 1.1 (temperatuur) en beperk de verschuiving van de stooklijn. Indien de kamertemperatuur alleen hoog is bij koud weer, moet de helling van de stooklijn in menu "stooklijn naar beneden toe worden afgesteld. Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde kamerverwarming. Controleer alle externe schakelaars. Lage systeemdruk Niet genoeg water in het afgiftesysteem. Vul het klimaatsysteem met water en controleer op lekkage (zie pagina 34). De compressor van de warmtepomp start niet Er is geen verwarmingsvereiste. De binnenmodule vraagt niet om verwarming of warmtapwater. Temperatuurvoorwaarden geactiveerd. Wacht tot de temperatuurvoorwaarde is gereset. Minimale tijd tussen compressorstarten is nog niet bereikt. Wacht 30 minuten en controleer of de compressor is gestart. Alarm geactiveerd. Volg de instructies op het display. Hoofdstuk 10 Storingen in comfort 59

60 11 Accessoires Actieve koeling. ACS 310 Onderdeelnr Bovenbehuizing Bovenbehuizing om leidingen aan het oog te onttrekken. 250 mm Onderdeelnr mm Onderdeelnr mm Onderdeelnr Buitenluchtwarmtepomp F kw Art.nr kw Art.nr F2040 F Art nr F Art nr F Art nr F2120 F x230V Art nr F x400V Art nr F x230V Art nr F x400V Art nr F x400V Art nr F x400V Art nr F kw Art.nr kw Art.nr Communicatiemodule MODBUS 40 MODBUS 40 maakt het mogelijk om de VVM 500 te regelen en bewaken met een GBS (gebouwbeheersysteem) in het gebouw. Voor de communicatie wordt gebruik gemaakt van MODBUS-RTU. Onderdeelnr Communicatiemodule SMS 40 Als er geen internetverbinding is, kunt u het accessoire SMS 40 gebruiken om de VVM 500 via sms te regelen. Onderdeelnr Energiemetingset EMK 500 Onderdeelnr Externe elektrische bijverwarming ELK Voor deze accessoires is accessoire DEH 500 nodig (stapgeregelde toevoeging). ELK 15 Elektrisch verwarmingselement 15 kw, 3 x 400 V Onderdeelnr ELK 26 Elektrisch verwarmingselement 26 kw, 3 x 400 V Onderdeelnr ELK 42 Elektrisch verwarmingselement 42 kw, 3 x 400 V Onderdeelnr ELK 213 Elektrisch verwarmingselement 7-13 kw, 3 x 400 V Onderdeelnr Extra shuntgroep ECS 40/ECS 41 Dit accessoire wordt gebruikt wanneer de VVM 500 wordt geïnstalleerd in huizen met twee of meer verschillende verwarmingssystemen die verschillende aanvoertemperaturen vereisen. ECS 40 (Max. 80 m²) Onderdeelnr Gasaccessoire Gasketel GBM ECS 41 (Min. 80 m²) Onderdeelnr Voor dit accessoire is communicatiemodule OPT 10 nodig. Onderdeelnr Communicatiemodule OPT 10 OPT 10 wordt gebruikt om de gasketel NIBE GBM te kunnen aansluiten en regelen. Onderdeelnr Hulprelais HR 10 Onderdeelnr Leiding voor externe warmtebron DEH 500 (olie/elektriciteit/gas) Onderdeelnr Hoofdstuk 11 Accessoires

61 Ruimte-eenheid RMU 40 RMU 40 houdt in dat regeling en bewaking van de warmtepomp kunnen plaatsvinden in een ander deel van het pand dan de plaats waar de VVM 500 zich bevindt. Onderdeelnr SCA 30 SCA 30 houdt in dat VVM 500 op zonneverwarming kan worden aangesloten. Onderdeelnr Solar-pakket PV kw Onderdeelnr Warmtepomp afvoerluchtf135 De F135 is een ventilatieluchtwarmtepomp speciaal ontworpen voor het combineren van terugwinning van mechanische afvoerlucht met lucht-water binnendelen, bijv. VVM. Het binnendeel regelt de F135. Onderdeelnr Zwembadverwarming POOL 500 POOL 500 is er een accessoire dat zwembadverwarming mogelijk maakt met de VVM 500. Onderdeelnr Hoofdstuk 11 Accessoires 61

62 12 Technische gegevens Afmetingen en aansluitingen Hoofdstuk 12 Technische gegevens

63 Warmtapwatercapaciteit Tapwaterstroom (l/min) 30 Warmtapwatercapaciteit VVM 500 Capaciteit circulatiepomp Economy Normaal Lux Stroom (liter) (l) Hoofdstuk 12 Technische gegevens 63

64 Technische specificaties 3x400V 3x400V IP 21 Max. vermogen warmtepomp 1) kw 20 Extra vermogen Elektrische gegevens kw 9 Nominale spanning 400 V 3N~50 Hz Max. bedrijfsstroom A 16,2 Zekering A 16 Vermogen, circulatiepomp verwarmingssysteem W 3 76 Vermogen, laadpomp W 3 76 IP-klasse Afgiftesysteem IP 21 Energieklasse circulatiepomp laag energieverbruik Energieklasse laadpomp laag energieverbruik Max. systeemdruk verw.systeem MPa 0,3 (3 bar) Min. doorstroming l/u 500 Max. HM-temp. Aansluiting van de leidingen C 70 Afgiftesysteem, CU-leiding G25 inw. Warmtapwateraansluiting G25 inw. Koudwateraansluiting G25 inw. Warmtepompaansluitingen G25 ext. Diversen Binnenmodule Volumelus Volume, complete binnenmodule Volume buffervat Volume, zonnespiraal Uitschakeldruk, lus Max. toegestane druk in binnenmodule l l l l MPa MPa 22, ,0 (10 bar) 0,3 (3 bar) 235 Tapdebietvolume 40 C tijdens Eco-comfort l Capaciteit warmwaterproductie volgens EN Tapdebietvolume 40 C tijdens Normaal comfort l 303 Tapdebietvolume 40 C tijdens Luxe comfort l 378 Stand-byverlies volgens DIN Afmetingen en gewicht W 116 Breedte mm 760 Diepte mm 900 Hoogte mm Benodigde opstelhoogte mm Gewicht (excl. verpakking) kg 240 Art. nr Hoofdstuk 12 Technische gegevens

65 1)Geldt voor een buitenluchtwarmtepomp bij 7/45 C (buitenluchttemperatuur/aanvoerleidingtemperatuur) Hoofdstuk 12 Technische gegevens 65

66 Elektrisch schema, 3 x 400 V 66 Hoofdstuk 12 Technische gegevens

67 Hoofdstuk 12 Technische gegevens 67

68 68 Hoofdstuk 12 Technische gegevens

69 Hoofdstuk 12 Technische gegevens 69

70 70 Hoofdstuk 12 Technische gegevens

71 13 Index Index A Aansluiten op warmtepomp, 18 Aansluiten van het afgiftesysteem, 18 Aansluiten van stroomsensoren, 29 Aansluiting ACS 310, 19 Aansluiting als elektrische ketel, 18 Aansluitingen, 26 Aansluiting van de leidingen, 11 Afmetingen en leidingaansluitingen, 13 Algemene leidingaansluitingen, 11 Alternatieve installatie, 16 Symboolverklaring, 12 Systeemschema, 12 Volumes ketel en radiator, 11 Aansluiting van externe warmtebron, 19 Accessoires, 60 Accessoires aansluiten, 33 Achteraf afstellen, ontluchten, 36 Afgiftesysteem ontluchten, 34 Afmetingen en aansluitingen, 62 Afmetingen en leidingaansluitingen, 13 Aftappen van het afgiftesysteem, 55 Alarm, 58 Alarm beheren, 58 Alternatieve installatie, 16 Aansluiten van het afgiftesysteem, 18 Aansluiting ACS 310, 19 Aansluiting als elektrische ketel, 18 Aansluiting op warmtepomp, 18 Aansluiting van externe warmtebron, 19 Extra warmtapwaterketels, 16 Ketel met elektrisch verwarmingselement, 17 Ketel zonder elektrisch verwarmingselement, 16 Koud en warm water aansluiten, 18, 20 Twee of meer afgiftesystemen, 19 Warmtapwatercirculatie aansluiten, 19 Zwembad aansluiten, Automatische zekering, 24 B Bediening, 40, 42, 44 Bediening - Inleiding, 40 Regeling - Menu's, 44 Bediening - Inleiding, 40 Display-eenheid, 40 Menusysteem, 41 Begindruk, 11 Belangrijke informatie, 4 Terugwinning, 4 Veiligheidsinformatie, 4 Bezorging en verwerking, 7 Geleverde componenten, 7 Installatiegebied, 7 Montage, 7 Transport, 7 Verwijderen van de buitenmantel, 8 Buitensensor, 26 C Contactgegevens, 6 Contact voor activering van externe instelling", 30 Contact voor activering van tijdelijk in luxe", 30 Contact voor externe tariefblokkering, 30 D De afdekking, basisplaat verwijderen, 25 De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwarming verwijderen, 25 De boiler aftappen, 55 De koelcurve/stooklijn instellen, 36 Design binnenmodule, 9 Lijst met onderdelen, 10 Positie componenten, 9 Display, 40 Display-eenheid, 40 Display, 40 OK-toets, 40 Schakelaar, 40 Selectieknop, 40 Statuslamp, 40 Toets Terug, 40 Door de vensters scrollen, 43 E Een waarde instellen, 42 Elektrische aansluitingen, 24, 27 Aansluitingen, 26 Accessoires aansluiten, 33 Algemeen, 24 Automatische zekering, 24 Buitensensor, 26 Communicatie, 27 De afdekking, basisplaat verwijderen, 25 De afdekking, printplaat van de elektrische bijverwarming verwijderen, 25 Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 28 Externe aansluitopties, 29 Instellingen, 28 Kabelslot, 25 Luik verwijderen, ingangsprintplaat, 25 Ruimtevoeler, 27 Spanningaansluiting, 26 Temperatuurbegrenzer, 24 Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 24 Vermogensregeling, 29 Elektrische bijverwarming - maximaal vermogen, 28 Vermogensstappen van het elektrische verwarmingselement, 28 Elektrisch schema, 3 x 400 V, 66 Externe aansluitopties, 29 Contact voor activering van externe instelling", 30 Contact voor activering van tijdelijk in luxe", 30 Contact voor externe tariefblokkering, 30 Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabel relais), 31 Mogelijke selectie AUX-ingangen, 29 Schakelaar extern blokkeren verwarming, 30 Temperatuursensor, koeling/verwarming, 29 G Gegevens temperatuursensor, 55 Geleverde componenten, 7 H Helpmenu, 35, 43 Het virtuele toetsenbord gebruiken, 43 I Inbedrijfstelling en afstelling, 34 Achteraf afstellen, ontluchten, 36 De koelcurve/stooklijn instellen, 36 Inbedrijfstelling zonder warmtepomp, 36 Opstarten en inspectie, 35 SG Ready, 38 Startgids, 35 Voorbereidingen, 34 Vullen en ontluchten, 34 Hoofdstuk 13 Index 71

72 Warmtapwatercirculatie instellen, 38 Zwembad, 38 Inbedrijfstelling zonder warmtepomp, 36 Inspectie van de installatie, 5 Installatiegebied, 7 Instellingen, 28 K Kabelslot, 25 Keurmerk, 4 Koud en warm water aansluiten, 18, 20 L Luik verwijderen, ingangsprintplaat, 25 M Menu 5 - SERVICE, 47 Menu selecteren, 42 Menusysteem, 41 Bediening, 42 Door de vensters scrollen, 43 Een waarde instellen, 42 Helpmenu, 35, 43 Het virtuele toetsenbord gebruiken, 43 Menu selecteren, 42 Opties selecteren, 42 Mogelijke keuze AUX-uitgang (potentiaalvrij, variabel relais), 31 Mogelijke selectie AUX-ingangen, 29 Montage, 7 O OK-toets, 40 Opstarten en inspectie, 35 Pompsnelheid, 36 Opstartprocedure Noodstand, 28 Opties selecteren, 42 P Pompsnelheid, 36 Problemen oplossen, 58 R Regeling - Menu's, 44 Menu 5 - SERVICE, 47 Reservestand, 28, 55 Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand, 28 Ruimtevoeler, 27 S Schakelaar, 40 Schakelaar extern blokkeren verwarming, 30 Selectieknop, 40 Serienummer, 4 Service, 55 Servicehandelingen, 55 Servicehandelingen, 55 Aftappen van het afgiftesysteem, 55 De boiler aftappen, 55 Gegevens temperatuursensor, 55 Reservestand, 55 USB-service-uitgang, 56 SG Ready, 38 Spanningaansluiting, 26 Startgids, 35 Statuslamp, 40 Storingen in comfort, 58 Symbolen, 4 Systeembeschrijving Systeemschema, 15 Systeemschema, 12, 15 T Technische gegevens, 62, 64 Afmetingen en aansluitingen, 62 Elektrisch schema, 3 x 400 V, 66 Technische gegevens, 64 Warmtapwatercapaciteit, 63 Temperatuurbegrenzer, 24 Resetten, 24 Temperatuursensor, koeling/verwarming, 29 Toegankelijkheid, elektrische aansluiting, 24 Toets Terug, 40 Transport, 7 Twee of meer afgiftesystemen, 19 U USB-service-uitgang, 56 V Veiligheidsinformatie, 4 CE-merk, 4 Contactgegevens, 6 Inspectie van de installatie, 5 Serienummer, 4 Symbolen, 4 Verstoringen van comfort Alarm, 58 Alarm beheren, 58 Problemen oplossen, 58 Verwijderen van de buitenmantel, 8 Voorbereidingen, 34 Vullen en ontluchten, 34 Afgiftesysteem ontluchten, 34 Vullen van het afgiftesysteem, 34 Warmtapwaterspiraal vullen, 34 Vullen van het afgiftesysteem, 34 W Warmtapwatercapaciteit, 63 Warmtapwatercirculatie aansluiten, 19 Warmtapwatercirculatie instellen, 38 Warmtapwaterspiraal vullen, 34 Z Zwembad, 38 Zwembad aansluiten, Hoofdstuk 13 Index

73

74

75

76 WS name: -Gemensamt WS version: a172 (working edition) Publish date: :09 NIBE AB Sweden Hannabadsvägen 5 Box 14 SE Markaryd info@nibe.se

Handleiding voor installateur VPD 150, 300

Handleiding voor installateur VPD 150, 300 Handleiding voor installateur Boiler IHB NL 1545-3 331092 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 3 5 Elektrische installatie 11 Veiligheidsinformatie 3 Sensoren 11 2 Bezorging en verwerking 6 6 Inbedrijfstelling

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Boiler IHB NL 1426-1 331092 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Alternatieve installatie 10 Veiligheidsinformatie 2 5 Elektrische installatie 11 2 Bezorging en verwerking

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 500

Handleiding voor installateur NIBE VVM 500 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1524-4 431227 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Binnenmodule NIBE VVM 500

Binnenmodule NIBE VVM 500 IHB NL 1834-8 431227 HANDLEIDING VOOR INSTALLATEUR Binnenmodule Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 310

Handleiding voor installateur NIBE VVM 310 Handleiding voor installateur EMK Binnenmodule APH IHB NL 1524-2 231179 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur LEK Handleiding voor installateur Boiler IHB NL 1036-2 031293 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 5 Transport 5 Montage 5 Geleverde componenten 5

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1613-4 231349 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/onged maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur SMO 40

Handleiding voor installateur SMO 40 Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 1624-3 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1243-1 431227 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 26. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur VPB/VPBS

Handleiding voor installateur VPB/VPBS Handleiding voor installateur Boiler LEK IHB NL 1544-5 031293 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 3 5 Elektrische installatie 15 Veiligheidsinformatie 3 Sensoren 15 2 Bezorging en verwerking Transport

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 1447-1 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur SMO 40

Handleiding voor installateur SMO 40 Handleiding voor installateur Regelmodule LEK IHB NL 1546-2 331408 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1428-1 231349 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 35. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 447-33407 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur SMO 20

Handleiding voor installateur SMO 20 Handleiding voor installateur Regelmodule IHB NL 546-2 33407 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320

Handleiding voor installateur NIBE VVM 320 Handleiding voor installateur Binnenmodule APH IHB NL 1524-3 231349 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/onged maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1336-1 231539 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 31. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming

ETS 12 / 121 Elektrische bijverwarming MAV NL 0525-1XA R GEBRUIKSAANWIJZING Elektrische bijverwarming Algemeen Warmtepompen zijn er gewoonlijk niet op berekend om in de hele warmtevermogensbehoefte te kunnen voorzien. Tijdens koude dagen is

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1547-3 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1245PC

Handleiding voor installateur NIBE F1245PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1602-1 331529 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC

Handleiding voor installateur NIBE F1255PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1748-5 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1442-2 331174 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/onged maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255

Handleiding voor installateur NIBE F1255 Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1548-4 231539 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur METROAIR S20

Handleiding voor installateur METROAIR S20 Handleiding voor installateur METROAIR Regelmodule 08:960-72 IHB GB 344-3 23758 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1013-1 031355 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1314-3 231293 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 6 Transport 6 Montage 7 Geleverde componenten

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1251-3 431056 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 32. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1155PC

Handleiding voor installateur NIBE F1155PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1644-4 331164 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1343-2 231812 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 34. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1027-2 031685 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255

Handleiding voor installateur NIBE F1255 Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1551-1 331305 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1020-1 031655 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1430-2 231573 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 32. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1145PC

Handleiding voor installateur NIBE F1145PC Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp IHB NL 1602-1 331535 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Aan de totstandkoming van deze opstartgids is de uiterste zorg besteed.

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding Aard-warmtepomp LEK OHB NL 1237-1 231292 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 6. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding LEK LEK LEK Gebruikershandleiding 8, 12, 16 kw Lucht/water-warmtepomp UHB NL 1512-1 231039 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Serienummer Contactgegevens

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1430-1 331174 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 32. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1013-1 031353 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 42. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1245

Handleiding voor installateur NIBE F1245 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16021 331496 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F2026

Gebruikershandleiding NIBE F2026 Gebruikershandleiding Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1248-1 231005 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Installatiegegevens 2 Veiligheidsinformatie 4 Serienummer 5 Contactgegevens 6 F2026 - Een

Nadere informatie

Verzamelblad E-aansluitingen SMO 40 met 2040

Verzamelblad E-aansluitingen SMO 40 met 2040 LEK L N 0 PE L N 0 PE PE PE -X -X L N -X0 9 -X -X 0 9 0 9 -X9 L N 0 PE Automatische zekering AA - X klemmenstrook AA Accessoirekaart Klemmenstrook X AA-X AA in 00 buiten unit Verzamelblad E-aansluitingen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F130. Warmtapwaterwarmtepomp

Gebruikershandleiding NIBE F130. Warmtapwaterwarmtepomp LEK Gebruikershandleiding Warmtapwaterwarmtepomp UHB NL 1434-1 231987 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 10. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1155

Handleiding voor installateur NIBE F1155 Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp IHB NL 1548-4 231573 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F1145

Gebruikershandleiding NIBE F1145 Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK UHB NL 1336-1 231690 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 11. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1110-2 431092 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 40. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1521-1 331038 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Symbolen Keurmerk 2 2 2 Afgiftesysteem Boiler Aansluitopties 18 18 19 Veiligheidsmaatregelen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1145

Handleiding voor installateur NIBE F1145 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16021 331518 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Lucht/water-warmtepomp F2040 6, 8, 12, 16

Lucht/water-warmtepomp F2040 6, 8, 12, 16 UHB NL 1829-3 231039 GEBRUIKERSHANDLEIDING Lucht/water-warmtepomp 6, 8, 12, 16 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Symbolen Keurmerk Serienummer Een uitstekende

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE VVM 500

Gebruikershandleiding NIBE VVM 500 Gebruikershandleiding Binnenmodule APH UHB NL 1243-1 431244 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 12. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F2120 8, 12, 16, 20

Gebruikershandleiding NIBE F2120 8, 12, 16, 20 Gebruikershandleiding 8, 12, 16, 20 Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1631-2 331403 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Contactgegevens F2120 Een uitstekende

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1145PC

Handleiding voor installateur NIBE F1145PC Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp IHB NL 16432 331535 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1343-2 231629 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 35. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255

Handleiding voor installateur NIBE F1255 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16443 331305 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1214-1 031847 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 6 Transport 6 Montage 6 Geleverde componenten

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1255

Handleiding voor installateur NIBE F1255 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 17454 331305 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1245

Handleiding voor installateur NIBE F1245 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16432 331496 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F2120 8, 12, 16, 20

Gebruikershandleiding NIBE F2120 8, 12, 16, 20 Gebruikershandleiding 8, 12, 16, 20 Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1648-3 331403 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie F2120 Een uitstekende keuze 2 De warmtepomp:

Nadere informatie

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften.

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. LEGENDA 114 (PC) / (PC), / oktober 010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. 1 Buitenvoeler (BT1) op klemmenstrook AA3-X, klem 1 en Ruimtesensor (RTS40) op klemmenstrook AA3 X, klem

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE VVM 500

Gebruikershandleiding NIBE VVM 500 Gebruikershandleiding Binnenmodule APH UHB NL 1349-2 431244 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 13. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F () / F145 (), bijlage bij de schema s. 1. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F1145

Gebruikershandleiding NIBE F1145 Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK AHB NL 1013-1 031352 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 10. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F370

Handleiding voor installateur NIBE F370 Handleiding voor installateur Ventilatieluchtwarmtepomp LEK IHB NL 1722-1 431426 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1430-1 331164 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 30. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

INSTALLATION INSTRUCTIONS PASSIVE COOLING MODULE PKM 05 MONTAGEANLEITUNG MODUL FÜR PASSIVES KÜHLEN PKM 05

INSTALLATION INSTRUCTIONS PASSIVE COOLING MODULE PKM 05 MONTAGEANLEITUNG MODUL FÜR PASSIVES KÜHLEN PKM 05 MAV 0751-3 031159 SE GB DE MONTERINGSANVISNING PASSIV KYLMODUL INSTALLATION INSTRUCTIONS PASSIVE COOLING MODULE MONTAGEAEITUNG MODUL FÜR PASSIVES KÜHLEN MONTAGEHANDLEIDING PASSIEVE KOELMODULE MONTAGEHANDLEIDING

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Lucht/water-warmtepomp LEK IHB NL 1248-1 231006 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Veiligheidsinformatie 2 2 Bezorging en verwerking 5 Transport en opslag 5 Montage

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE VVM 320

Gebruikershandleiding NIBE VVM 320 Gebruikershandleiding Binnenmodule APH UHB NL 1428-1 231337 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 12. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

1245 / Schema's

1245 / Schema's 1245 / 1255 - Schema's 12-001 Bodem 12-002 Bodem - serie 12-003 Bodem - parallel 12-004 Bodem - parallel - cvketel 12-005 Bodem - parallel - combiketel 12-006 Bodem - parallel -ketel+boiler 12-007 12-008

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE VVM 320

Gebruikershandleiding NIBE VVM 320 Gebruikershandleiding Binnenmodule APH UHB NL 1613-3 231337 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Lucht/water-warmtepomp NIBE F2120 8, 12, 16, 20

Lucht/water-warmtepomp NIBE F2120 8, 12, 16, 20 UHB NL 1821-4 331403 GEBRUIKERSHANDLEIDING Lucht/water-warmtepomp 8, 12, 16, 20 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Symbolen Keurmerk Serienummer F2120 Een

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1155

Handleiding voor installateur NIBE F1155 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp IHB NL 17464 331351 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/gedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Aard-warmtepomp LEK IHB NL 1343-2 231691 Een gedetailleerde leg van de toetsfuncties vindt u op pagina 33. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse instellingen

Nadere informatie

Handleiding voor installateur

Handleiding voor installateur Handleiding voor installateur Warmtapwaterwarmtepomp IHB NL 1434-1 231986 Een gedetailleerde uitleg van de toetsfuncties vindt u op pagina 21. Het bladeren door de menu' s en het verrichten van diverse

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE SMO 20

Gebruikershandleiding NIBE SMO 20 Gebruikershandleiding Regelmodule LEK UHB NL 1447-1 331413 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F (PC) / F14 (PC), bijlage bij de schema s. 1. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING Warmwater circulatie-unit O DVU 3 kw 230 V INHOUDSOPGAVE Voorwoord pag. 4 Inleiding pag. 5 Technische specificaties pag. 5 Veiligheidsvoorzieningen en instructies pag. 6 Werking van

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE SMO 40

Gebruikershandleiding NIBE SMO 40 Gebruikershandleiding Regelmodule LEK UHB NL 1447-1 331414 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Espace bedrade regeling (230 volt)

Espace bedrade regeling (230 volt) Espace bedrade regeling (230 volt) Installatiehandleiding klokthermostaat. Espace klokthermostaat De fraai vormgegeven thermostaat is eenvoudig te bedienen met slechts vier toetsen en is standaard reeds

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F2300

Gebruikershandleiding NIBE F2300 Gebruikershandleiding Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1248-1 031765 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie 2 Installatiegegevens 2 Veiligheidsinformatie 4 Veiligheidsmaatregelen 5 Serienummer 7 Contactgegevens

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1345

Handleiding voor installateur NIBE F1345 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 16064 331038 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Symbolen Keurmerk 3 3 3 Afgiftesysteem Boiler Aansluitopties 18 18 19 Veiligheidsmaatregelen

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Binnenmodule APH UHB NL 1524-2 231180 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F2300

Gebruikershandleiding NIBE F2300 Gebruikershandleiding Lucht/water-warmtepomp LEK UHB NL 1508-1 231587 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Installatiegegevens Veiligheidsinformatie Veiligheidsmaatregelen Serienummer Contactgegevens

Nadere informatie

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s.

Aandachtspunten F1145 (PC) / F1245 (PC), bijlage bij de schema s. Aandachtspunten F (PC) / F (PC), bijlage bij de schema s.. Zorg voor voldoende ontluchtingsmogelijkheden in zowel - als.. Zorg voor expansiemogelijkheid in zowel - als middels een voldoende groot expansievat.

Nadere informatie

Installatie instructie

Installatie instructie LUXUS Electronic (KDE, KDE2) ELEKTRISCHE DOORSTROMER VOOR TAPWATER Installatie instructie Rev. 1808GG Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinstructies.. 2 Installatie/ montage. 4 Ontluchten 5 Configuratie..

Nadere informatie

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0 Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding Type 3.0 April 2015 INHOUDSOPGAVE 1 Introductie 1 2 Bediening binnenunit 2 3 Thermostaat instellen 3 3.1 Instelling controleren 3 3.2 Koelen of verwarmen

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-A DHP-A Inhoudsopgave DHP-A 6, 400V 3N...4 7 DHP-A 8, 400V 3N... 8 11 DHP-A 10, 400V 3N...12 15 DHP-A 12, 400V 3N...16 19 DHP-A Opti 6, 400V

Nadere informatie

Quick Guide Artel Mono Block schema 1

Quick Guide Artel Mono Block schema 1 Quick Guide Artel Mono Block schema 1 RR Trading 1 van 13 Schema 1 Rev. 03 Inhoud opgave 1. Algemene aandachtspunten... 2 2. Opstelling ruimte... 2 3. Schema 1 verwarmen/koelen... 4 4. Aansluiten Mono

Nadere informatie

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften.

LEGENDA 1145 (PC) / 1245 (PC), / oktober 2010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. LEGENDA 1145 () / (), / oktober 010 / zie tevens onze installatie- en onderhoud voorschriften. 1 Buitenvoeler (BT1) op klemmenstrook AA3-X6, klem 1 en Ruimtesensor (RTS40) op klemmenstrook AA3 X6, klem

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F470

Handleiding voor installateur NIBE F470 Handleiding voor installateur Ventilatieluchtwarmtepomp LEK IHB NL 1722-1 431436 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afslen) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Elektrische installatie instructie

Elektrische installatie instructie Elektrische installatie instructie Danfoss warmtepompen DHP-L DHP-L Inhoudsopgave DHP-L 4, 400V 3N...3 5 DHP-L 6, 400V 3N...6 8 DHP-L 8, 400V 3N... 9 11 DHP-L 10, 400V 3N...12 14 DHP-L 12, 400V 3N...15

Nadere informatie

Nederland NL. Montage- en bedieningshandleiding. Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar

Nederland NL. Montage- en bedieningshandleiding. Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar Nederland NL Montage- en bedieningshandleiding Hybride Hybride uitbreidingspakket Solar Geachte klant, hartelijk dank voor uw keuze voor dit hoogwaardige product. Voordat u het systeem in gebruik neemt,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding NIBE F1245

Gebruikershandleiding NIBE F1245 Gebruikershandleiding Aard-warmtepomp LEK UHB NL 1607-3 231628 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten) Selectieknop (verplaatsen/verhogen/verlagen)

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F1345

Handleiding voor installateur NIBE F1345 Handleiding voor installateur Aardwarmtepomp LEK IHB NL 15473 331038 Inhoudsopgave 1 Belangrijke informatie Symbolen Keurmerk 3 3 3 Afgiftesysteem Boiler Aansluitopties 18 18 19 Veiligheidsmaatregelen

Nadere informatie

CTC EcoZenith i550 Pro Alles-in-één-tank met ingebouwde intelligente besturing.

CTC EcoZenith i550 Pro Alles-in-één-tank met ingebouwde intelligente besturing. CTC EcoZenith i550 Pro lles-in-één-tank met ingebouwde intelligente besturing. De CTC EcoZenith i550 Pro kan alle componenten van een of meer verwarmingskringen regelen: zonne-energie, zwembad, extra warm

Nadere informatie

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden MYSON Kickspace 500, 600 & 800 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 1 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE 3 2. ONTWERP CV INSTALLATIE

Nadere informatie

MGC OpenTherm regelaar

MGC OpenTherm regelaar MOS NL-780-2 MGC 061100 MGC OpenTherm regelaar Montage- en gebruikshandleiding Gebruikte symbolen In dit document worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar voor elektrische spanning! Let op! Gebruikte

Nadere informatie

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS

T6590B1000 FANCOIL REGELAAR KENMERKEN TOEPASSINGEN PRODUCT GEGEVENS T6590B1000 FANCOIL REGELAAR PRODUCT GEGEVENS KENMERKEN TOEPASSINGEN De T6590B1000 ruimteregelaar is ontworpen om de regelafsluiters, ventilator en extra elektrische in fancoil systemen te regelen. Een

Nadere informatie

Handleiding voor installateur NIBE F110

Handleiding voor installateur NIBE F110 Handleiding voor installateur Warmtepomp LEK IHB NL 1540-5 331151 Snelgids Navigatie Toets OK (bevestigen/selecteren) Pijlen omhoog/omlaag (verplaatsen/verhogen/verlagen) Toets Terug (terug/ongedaan maken/afsluiten)

Nadere informatie