Tapwater en verwarmen - F 2030 met SMO.. 20 of 40 - F 2300 met SMO.. 20 of 40 - F 2040 met SMO.. 20 of 40

Transcriptie

1 Attentie het vermogen van een lucht/water warmtepomp wordt meestal gegeven bij een buitenlucht temperatuur van 7 C hou daar rekening mee en informeer dus wat deze doet bij -10 C (daar is immers uw transmissieberekening op gemaakt) LW monoblock EB1 = elektrisch element voor periodieke desinfectie van de boiler en eventueel bijverwarming -BT50 voeding HR10 EB1 SMO.. * Tapwater: zie boilerselectielijst welke boiler bij welke warmtepomp past. BT6 is boilersensor (altijd nodig) BT7 is topboilersensor (soms nodig). QN10 is wisselklep. QN10 BT7 BT6 WW Tapwaterboiler welke past bij het geselecteerde monoblock Tapwater en verwarmen - F 2030 met SMO.. 20 of 0 - F 2300 met SMO.. 20 of 0 - F 200 met SMO.. 20 of 0 Tapwater, verwarmen en koelen: - F200 met SMO 20 of 0 Als u ook wil gaan koelen (F200), kies dan voor QN10 een klep type VCC. Als u koelt onder de dauwpuntgrens (< 18 C) dient u de installatie die dat betreft dampdicht te isoleren (kan niet met vloerverwarming). Indien er geen tapwater is gewenst, kan dit groene blok vervallen. UKV SCHEMA LW 1001 Toepassing: Installatie met bètafactor 1 (100% inzet / transmissie dekkend) of bivalent binnen de range van *: Aan de hand van de minimaal systeeminhoud van de toegepaste lucht/water warmtepomp en of er wel of geen naregeling is, bepaalt u de inhoud van de buffer. Attentie: Als u een RMU 0 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 0 te kiezen. januari 2016 NP

2 Attentie het vermogen van een lucht/water warmtepomp wordt meestal gegeven bij een buitenlucht temperatuur van 7 C hou daar rekening mee en informeer dus wat deze doet bij -10 C (daar is immers uw transmissieberekening op gemaakt) LW monoblock EB1 = elektrisch element voor periodieke desinfectie van de boiler en eventueel bijverwarming -BT50 voeding HR10 EB1 SMO.. * BT7 BT6 * Overweeg om eventueel een mengautomaat te plaatsen Tapwaterboiler passend bij het monoblock voorzien van extra spiraal voor zonenergie *WW QN10 Tapwater en verwarmen - F 2030 met SMO.. 20 of 0 - F 2300 met SMO.. 20 of 0 - F 200 met SMO.. 20 of 0 Zon regeling Tapwater, verwarmen en koelen: - F200 met SMO 20 of 0 SPS10 T T P UKV SCHEMA LW 1001a Toepassing: Installatie met bètafactor 1 (100% inzet / transmissie dekkend) of bivalent binnen de range van *: Aan de hand van de minimaal systeeminhoud van de toegepaste lucht/water warmtepomp en of er wel of geen naregeling is, bepaalt u de inhoud van de buffer. Attentie: Als u een RMU 0 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 0 te kiezen. januari 2016 NP

3 Attentie het vermogen van een lucht/water warmtepomp wordt meestal gegeven bij een buitenlucht temperatuur van 7 C hou daar rekening mee en informeer dus wat deze doet bij -10 C (daar is immers uw transmissieberekening op gemaakt) LW monoblock EB1 = elektrisch element voor periodieke desinfectie van de boiler en eventueel bijverwarming -BT50 voeding HR10 EB1 SMO.. * BT7 BT6 * Overweeg om eventueel een mengautomaat te plaatsen *WW QN10 Boiler geschikt voor monoblock Eventueel een mengautomaat plaatsen Tapwater en verwarmen - F 2030 met SMO.. 20 of 0 - F 2300 met SMO.. 20 of 0 - F 200 met SMO.. 20 of 0 Tapwater, verwarmen en koelen: - F200 met SMO 20 of 0 Voorgeschakelde zonboiler Zon regeling T T P SPS10 UKV Buffervat SCHEMA LW 1001b Toepassing: Installatie met bètafactor 1 (100% inzet / transmissie dekkend) of bivalent binnen de range van *: Aan de hand van de minimaal systeeminhoud van de toegepaste lucht/water warmtepomp en of er wel of geen naregeling is, bepaalt u de inhoud van de buffer. Attentie: Als u een RMU 0 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 0 te kiezen. januari 2016 NP

4 Tapwater en verwarmen - F 2030 met SMO.. 20 of 0 - F 2300 met SMO.. 20 of 0 - F 200 met SMO.. 20 of 0 Tapwater, verwarmen en koelen: - F200 met SMO 20 of 0 -BT50 Attentie: Als u een RMU 0 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 0 te kiezen. SMO.. QN10 BT7 BT6 WW Tapwater: zie boilerselectielijst welke boiler bij welke warmtepomp past. BT6 is boilersensor (altijd nodig) BT7 is topboilersensor (soms nodig). QN10 is wisselklep. Indien u geen tapwater wenst laat u dit blok weg voeding K11 / IU EB 20 HR10 BT71 BT25 BIVALENT INSTALLATIE Tapwater door lucht/water warmtepomp, ketel voor bijverwarming gebouw. Elektrisch element voor desinfectie UKV Buffervat * GP10 *Aan de hand van de minimaal systeeminhoud van de toegepaste lucht/water warmtepomp en of er wel of geen na-regeling is, bepaalt u de inhoud van de buffer. Als alles wordt na-geregeld past u bij de en een UKV 100 toe en een UKV 200 bij de en F2300 De ketel wordt indien nodig ingeschakeld door de SMO regeling De ketel thermostaat (of externe aanlegthermostaat in serie met het vrijgeven) wordt op maximaal stooklijn temperatuur ingesteld (vloerverw.). SCHEMA LW 1002a Toepassing: O.a. bivalent installatie HR KETEL Open verdeler ontluchter Jan 2016 NP

5 -BT50 VVM310 Verwarming en tapwater: F2030 met VVM310 F200 met VVM310 WW Voeding 00V 3~ +N + PE Aan de hand van de minimaal systeeminhoud van de toegepaste lucht/water warmtepomp en of er wel of geen na-regeling is, bepaalt u of er een (extra) buffer tussen moet / de inhoud van de buffer. SCHEMA LW 1003 Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden januari 201 NP

6 -BT50 (instellen als Actief pijpskoeling) QN12 AXC30 QN12 BT6 Verwarmen, koelen en tapwater: F200 met VVM310 VVM310 Koelen gebeurt buiten de VVM310 om, hiervoor zijn 2 wisselkleppen nodig, één AXC30, één pomp, één keerklep en één aanleg sensor AXC: BT6 komt op X2 van de AXC 30 klem 19 en 20 Dipswitch AXC: 1,2,, en 6 on. WW Voeding 00V 3~ +N + PE Aan de hand van de minimaal systeeminhoud van de toegepaste lucht/water warmtepomp en of er wel of geen na-regeling is, bepaalt u of er een (extra) buffer tussen moet / de inhoud van de buffer. SCHEMA LW 1003 K Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden januari 2016 NP

7 Voeding F200-8, F V -BT50 Verwarming en tapwater: F2030 met VVM320 F200-8 en met VVM320 WW VVM320 Koeling met minimum temperatuur van 18 C: F200-8 en met VVM320 Voeding 00V 3~ +N + PE De combinatie VVM320 met is niet mogelijk Voeding 00V 3~ +N + PE Er zit een 10 liter expansievat in de VVM320 gaat u na of dit voldoende is voor uw installatie, mogelijk is een extra vat nodig. Aan de hand van de minimaal systeeminhoud van de toegepaste lucht/water warmtepomp en of er wel of geen na-regeling is, bepaalt u of er een (extra) buffer tussen moet / de inhoud van de buffer. SCHEMA LW 100 Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden Februari 2015 NP

8 Aan de hand van de minimaal systeeminhoud dient een buffer te worden gekozen. SMO. BT25 UKV Open verdeler BT71 Bivalent installatie / hybride installatie GP10 HR KETEL 5 C AB 80 C Monoblock: F2030 / F200 / F 2300 voor verwarming -Koelen (18 C) alleen mogelijk met F200 -Tapwater en bijverwarming met cv-ketel 70 C eventuele circulatieleiding Boiler geschikt voor ketel WW SCHEMA LW 1005a Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden Attentie: Als u een RMU 0 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 0 te kiezen. Jan 2016 NP

9 Bivalent installatie / hybride installatie SMO. BT25 UKV HR KETEL 5 C AB 80 C Het monoblock lucht/water doet verwarming De ketel doet tapwater en bijverwarming Attentie voor bijverwarming dient de ketel ca 5 C te leveren, laagtemperatuur systeem! BT71 GP10 Monoblock: F2030 / F200 / F 2300 voor verwarming -Koelen (18 C) alleen mogelijk met F C eventuele circulatieleiding Boiler geschikt voor ketel WW SCHEMA LW 1005b Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden Attentie: Als u een RMU 0 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 0 te kiezen. Jan 2016 NP

10 In plaats van de UKV buffer kan bij voldoende systeeminhoud ook een openverdeler worden toegepast. SMO Bivalent installatie / hybride installatie / met combiketel Ketel doet tapwater * BT25 Verwarming: Monoblock: F2030 / F200 / F 2300 Koelen mogelijk met F200 UKV BT71 Combi-ketel Verwarming door LW monoblok, indien nodig schakelt de SMO regeling de ketel bij voor bijverwarming of schakelt om naar alleen ketel (onder een bepaalde buiten temperatuur) 80 C Toepassing: Installatie met bètafactor 1 (100% inzet / transmissie dekkend) of bivalent binnen de range van *: Max 5 C (LaagTemperatuur) Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden SCHEMA LW 1006 Attentie: Als u een RMU 0 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 0 te kiezen. februari 201 NP

11 De ketel wordt voor de radiatoren groep gestuurd via een eigen kamerthermostaat of een eigen WA regeling. De warmtepomp wordt WA gestuurd door de SMO met eventueel ruimte compensatie door RMU0 of BT50 sensor. Voor bijverwarming staat het contact uit de ACX parallel over de kamerthermostaat aansluiting in de ketel zodat zowel de AXC (warmtepomp) als kamerthermostaat de ketel kunnen aansturen. SMO * Bivalent installatie / hybride installatie met combiketel / hoog en laagtemperatuur Ketel doet tapwater en hoog temperatuur groepen (radiatoren) AXC Verwarming: Monoblock: F2030 / F200 / F 2300 Koelen mogelijk met F200 UKV buffer SCHEMA LW 1006 A Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden Januari 2016 NP Combi-ketel Warmtepomp doet laag temperatuur groepen (vloerverwarming) en schakelt indien nodig de ketel bij, (middels de AXC) voor shunt gestuurde bijverwarming, QN11 gaat dan regelen op wens temperatuur BT25. (Als er geen bijverwarmingsvraag is staat de ketel zijde van QN11 dicht) Let op dat de retour van de radiatorengroep dicht bij de ketel zit zoals in dit schema (er geen menging plaats kan vinden als er geen bijverwarmingsvraag is). QN11 Attentie: Als u een RMU 0 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 0 te kiezen. BT52 SMO AXC GP10 BT25 BT71

12 De ketel wordt voor de radiatoren groep gestuurd via een eigen kamerthermostaat of een eigen WA regeling. De warmtepomp wordt WA gestuurd door de SMO met eventueel ruimte compensatie door RMU0 of BT50 sensor. Voor bijverwarming staat het contact uit de ACX parallel over de kamerthermostaat aansluiting in de ketel zodat zowel de AXC (warmtepomp) als kamerthermostaat de ketel kunnen aansturen. WW Bij warmtepomp passende boiler * Bivalent installatie / hybride installatie / hoog en laagtemperatuur Ketel doet hoog temperatuur groepen (radiatoren) Warmtepomp doet laag temperatuur groepen (vloerverwarming) en schakelt indien nodig de ketel bij, (middels de AXC) voor shunt gestuurde bijverwarming, QN11 gaat dan regelen op wens temperatuur BT25. (Als er geen bijverwarmingsvraag is staat de ketel zijde van QN11 dicht) Let op dat de retour van de radiatorengroep dicht bij de ketel zit zoals in dit schema (er geen menging plaats kan vinden als er geen bijverwarmingsvraag is). Verwarming: Monoblock: F2030 / F200 / F 2300 Koelen mogelijk met F200 SMO AXC UKV buffer Attentie: Als u een RMU 0 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 0 te kiezen. SCHEMA LW 1006 B Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden Februari 2016 NP HR ketel QN11 BT52 SMO AXC GP10 BT25 BT71

13 BT1 Optioneel: room sensor of RMU0 XL1 XL2 XL8 XL9 F2300: -Voeding (3~ +N +aarde) op AA1-X1 van de VVM en een voeding (3~ +N +aarde) op X1 van de F2300 buitensensor in de VVM op AA3-X6 klem 1 en 2 -Indien van toepassing ruimtesensor op AA3-X6 klem 3 en Meng automaat VVM500 XL ww XL3 XL1 XL2 kw XL18 XL19 XL13 XL1 DEH500 cv ketel SPS10 T T P Ketel en Zon-energie zijn beide optioneel in dit schema (standaard installatie is alleen Monoblock + VVM500) *** *** Als de installatie geheel is na-geregeld dient alsnog een buffer te worden toegevoegd (in serie in de retour) om voldoende systeeminhoud te creeren. LW 1007 Monoblock + VVM500 sept NP

14 BT1 Optioneel: ruimte sensor of RMU0 XL1 XL2 XL8 XL9 F2300: -Voeding (3~ +N +aarde) op AA1-X1 van de VVM en een voeding (3~ +N +aarde) op X1 van de F2300 buitensensor in de VVM op AA3-X6 klem 1 en 2 -Indien van toepassing ruimtesensor op AA3-X6 klem 3 en Meng automaat VVM500 XL XL3 XL1 XL2 kw DEH500 XL18 XL19 XL13 XL1 cv ketel LW monoblock met VVM500, ketel en zon-energie op de VVM Extra: Indirect gestookte boiler voor meer tapwatercomfort, de ketel verwarmt deze middels de boilerregeling in de ketel. Koud water komt in de VVM en wordt voorverwarmt door monoblock en/of zonenergie, tijdens tappen komt dit in de 2e boiler en wordt indien nodig na verwarmt door de ketel. Maximaal tanktemperatuur VVM500: 80 C (instelling in de zonregelaar) ww SPS10 T T P zonregeling *** *** Als de installatie geheel is na-geregeld dient alsnog een buffer te worden toegevoegd (in serie in de retour) om voldoende systeeminhoud te creeren. LW 1007b Monoblock + VVM500 + ketel met boiler Schema gemaakt op verzoek (GvV) Febr. 2016, NP

15 BT1 XL1 XL2 Denk aan ontluchters AXC koeling AXC XL8 XL9 Meng automaat VVM500 XL ww XL3 kw XL1 XL2 XL18 XL19 XL13 XL1 DEH500 cv ketel SPS10 T T P Koelen (actief) gaat hydraulisch buiten de VVM om. U dient een AXC te monteren en in te stellen als pijps koeling. De AXC start dan de door u te monteren pomp en laat de 2 wisselkleppen omlopen tijdens koeling. UKV LW 1007K Ketel en Zon-energie zijn beide optioneel in dit schema (standaard installatie is alleen Monoblock + VVM500) Monoblock + VVM500 Feb 2016 NP

16 SMO0 BT25 UKV 100 buffervat Bivalent installatie / hybride installatie Koelen mogelijk met F200 BT71 GP10 Ketel max 5 C Voor bijverwarming WW Combi-ketel koudwater Tapwater wordt gedaan door combiketel met voorverwarming door zonboiler Verwarming door Monoblock ( + ketel voor bijverwarming) Meng Klep 65 C Voorgeschakelde zon-boiler SPS10 T T P SCHEMA LW 1008a Denk aan voldoende ontluchtmogelijkheden Attentie: Als u een RMU 0 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 0 te kiezen. Jan 2016 NP

17 AXC30 EB-101 LW monoblock EB-102 EB-103 Optioneel BT50 of bij RMU0 SMO 0 BT25 Grote diameter verdeler / blok / leiding BT71 Het is belangrijk dat de flow van de boiler buiten de flow van de andere toestellen blijft tijdens boiler vraag. Kies dus een goede plaats voor de hydraulische koppeling. SCHEMA LW 1011a Cascade opstelling met boiler en buffer. **** Buffervat **** HR10 Voeding 00 V + N + A *** BT7 BT6 HR10 *** Bijverwarming na driewegklep selecteren dan zijn de eerste 2 contacten (2 stappen) van AA7-X2 voor bijverwarming en het 3e contact voor antilegionella in de boiler (1 stap) **** Bijverwarming : als er in de buffer een element past dan geniet dat de voorkeur, kan dit niet dan kan een element in de aanvoer van het afgifte systeem eventueel ook. Met F 200 verwarmen/koelen - Tapwater - Een voor de warmtepomp geschikte boiler. zie NIBE boilerselectielijst. Jan 2016 NP

18 AXC30 EB-101 LW monoblock EB-102 EB-103 Optioneel BT50 of bij RMU0 SMO 0 BT25 Grote diameter verdeler / blok / leiding BT71 UKV Buffer Cascade opstelling lucht/water tapwater en bijverwarming door ketel.. HR KETEL Ketel en losse PUB boiler. SCHEMA LW 1011b ww De ketel kan ook een combiketel zijn, of een ketel zonder tapwater. (boiler vervalt dan, bij een combiketel komt de koud- en warmwater aansluiting op de ketel natuurlijk) Jan 2016 NP

19 AXC30 EB-101 LW monoblock EB-102 EB-103 Optioneel BT50 of bij RMU0 AB SMO 0 BT25 Grote diameter verdeler / blok / leiding BT71 UKV Buffer Cascade opstelling lucht/water tapwater door één Lucht/water warmtepomp Bijverwarming (afgifte systeem) door ketel Koelen mogelijk met F 200 / warmtepompen SCHEMA LW 1011c HR KETEL ww Boiler welke geschikt is voor de warmtepomp waar deze op aangesloten is. Jan 2016 NP

20 AXC30 EB-101 LW monoblock EB-102 EB-103 Optioneel BT50 of bij RMU0 QN19 QN10 SMO 0 BT25 Grote diameter verdeler / blok / leiding BT71 Het is belangrijk dat de flow van de boiler buiten de flow van de andere toestellen blijft tijdens boiler vraag. Kies dus een goede plaats voor de hydraulische koppeling. Buffer SCHEMA LW 1011d Cascade opstelling met boiler, buitenzwembad en verwarming. Voeding 00 V + N + A HR10 *** *** Bijverwarming na driewegklep selecteren dan zijn de eerste 2 contacten (2 stappen) van AA7-X2 voor bijverwarming en het 3e contact voor antilegionella in de boiler (1 stap) BT7 BT6 HR10 Bij warmtepomp passende boiler (buiten) zwembad AXC30 Maart 2015 NP

21 De weersafhankelijkeregeling SMO stuurt: A: de warmtepomp aan voor verwarming B: bij veel vraag, middels graadminuten, ook de ketel mede aan C: Indien de buitentemperatuur onder een ingestelde waarde komt alleen de ketel aan LW monoblock warmtepomp BT50 SMO..regeling M.b.t. de driewegklep (dwk): Attentie: Als u een RMU 0 ruimte-bediening/opnemer wil toepassen dient u als regelaar de SMO 0 te kiezen. A B (dwk) Als alles wordt na-geregeld is een buffer noodzakelijk HYBRIDE OPSTELLING (LW 1012) De regeling van de combiketel zorgt ervoor dat de dwk tijdens tapwatervraag de positie AB-A aanneemt.** De regeling van de combiketel zorgt ervoor dat de dwk tijdens geen ketel bedrijf de positie AB-A aanneemt. ** Combiketel zonder pomp UKV100 De SMO geeft indien de ketel aan moet voor verwarming een signaal naar de ketel (potentiaal vrij) de dwk neemt dan, gestuurd door de ketelregeling, de stand AB-B aan.** ** Informeer altijd bij de ketelfabrikant of betreffende combiketel geschikt is voor deze configuratie, de sturing van de dwk kan eventueel ook met hulprelais en gecombineerde signalen uit beide regelingen worden uitgevoerd. AB Voor CV-verwarming wordt de maximaal temperatuur van de ketel op 50 ºC ingesteld. Noot: informeer bij de fabrikant of uw ketel geschikt is voor deze configuratie. Sommige hebben een ingebouwde pomp welke uitneembaar/vervangbaar is door een passtuk (doorverbinding). U kunt eventueel ook kiezen voor schema LW 1006 voor ketels waar de pomp niet uitneembaar is. SCHEMA LW 1012 Toepassing: Hybride / bivalent installatie April NP

22 voeding vuil HR1 00V voeding element EB1 ww Voor warmtepomp geschikte, boiler Lucht/water warmtepomp met tapwater-, buiten-zwembad- en gebouwverwarming. QN10 (boiler) Bij toepassing van de F200 als monoblock kan er ook actief worden gekoeld richting, uiteraard gaat koelen en verwarmen niet gelijktijdig in deze toepassing Element voor bijverwarming en desinfectie SMO0 BT7 Noot: In de Zwembad AXC kan eventueel een contact worden aangesloten (X2-21 en 22) vanuit een zwembadregelaar (derde) om bij vraag te starten en stoppen (doorverbinden contact is stoppen voor zwembadwater). De zwembadsensor (BT51) moet dan nog wel worden aangesloten maar hoeft dan geen echte functie te hebben, wel dient u dan de vraagtemperatuur hoger in stellen dan de door de sensor gemeten waarde. BT6 QN19 (zwembad) Laagtemperatuur zwembadwisselaar met afgestemd vermogen Zwembad (BT51) AXC zwembad UKV buffervat SCHEMA LW 1016 BT50 Ruimte optioneel Sep 2015 NP

23 hulprelais AA3 X7 C NC NO koelklep BT25A Toewijzen als indicatie koelmodus 230 V ~ L N Contact voor Na-regeling BT25B Aa3 X6-5 Aa3 X6-6 *Tijdens verwarmen meet BT25 A in de tank, omdat koelen buiten de tank omgaat dient de sensor dan om te schakelen naar sensor BT25 B. Tevens zijn er dus 2 koelkleppen nodig die het water van 18 C buiten het buffervat omleiden. LW monoblock SMO0 vuil HR1 EB1 00V voeding element QN10 ww Boiler welke past bij het geselecteerde monoblock. Monoblock type 200 Koelen/Verwarmen/Tapwater Houtketel en/of zonenergie kan tapwater voorverwarmen en draagt bij aan het verwarming. BT7 BT6 BT71 BA-WH BT25B Koelkleppen BT25A Y1 Y2 Houtketel kw QN25 ECS0/1 na-regeling (verwarmingsgroep 2) Attentie: Voor koeling moet zowel groep 1 als 2 dezelfde vlakke (18 C) curve (stooklijn) krijgen in het menu. (curve 2 moet aan staan in koelen verwarm modus!) Indien de installatie geheel wordt na-geregeld is er voor koeling een buffervat nodig: bij een en een UKV 100 en een UKV 200 bij de AXC zonregelaar GP20 Sensor collector De houtketel of zon mag de BA-WH tank opwarmen tot maximaal 85 graden, de naregeling zorgt ervoor dat richting afgifte de temperatuur op het ingestelde laag-temperatuur stooklijnniveau blijft. BT2 BT3 Sensor In tank Y1 Y2 SPS10 T T P SCHEMA LW 1017 Monoblock - houtketel en/of zon-energie Ook toepasbaar met alleen zon of hout. Jan 2016 NP

24 SMO0 vuil HR1 EB1 00V voeding element QN10 Monoblock type 200 Koelen/Verwarmen/Tapwater ww Optioneel: mengautomaat Boiler welke past bij het geselecteerde monoblock. Houtketel (winter) kan tapwater voorverwarmen en draagt bij aan het verwarming Attentie: tijdens het koel seizoen dient de houtketel uit te blijven, het koelwater van 18 C gaat door de buffer naar het (vloerverwarming) BT7 BT6 BT71 BT25 BA-WH kw Houtketel QN25 De houtketel mag de BA-WH tank opwarmen tot maximaal 85 graden, de na-regeling (2e stooklijn) zorgt ervoor dat richting afgifte de temperatuur op het ingestelde laag-temperatuur stooklijnniveau blijft. (In een SMO 0 zit standaard één vrije AXC, als er geen andere nodig zijn kunt u die voor de 2e stooklijn gebruiken / de bekabeling van klep, pomp en sensoren gaat dan naar de SMO0 AXC GP20 ECS0/1 na-regeling (verwarmingsgroep 2) BT2 BT3 Attentie: Voor koeling moet zowel groep 1 als 2 dezelfde vlakke (18 C) curve (stooklijn) krijgen in het menu. (curve 2 moet aan staan in koelen verwarm modus!) SCHEMA LW 1017a Monoblock - houtketel Maart 2016 NP

25 LEK L N PE L N PE PE PE X -X1 L N X X8 -X X9 L N PE Automatische zekering AA5 - X klemmenstrook AA5 Accessoirekaart Klemmenstrook X1 AA2-X AA23 in 200 buiten unit Verzamelblad E-aansluitingen SMO 0 met 200 SMO0 (Zie ook de LW hydraulische schema s) Display / bedieningseenheid AA3 - X7 (pot.vrij uitgang alarm of koelmodus) AA3 - ingangsprintplaat AA3 - X6 klemmenstrook (aux 1 t/m 3 (9/10-11/12-13/1) AA3 - X klemmenstrook X2 klemmenstrook (bijverw.) AA7 - X2 klemmenstrook (aux t/m 6) Achter de display zit basis kaart AA2 L N PE Koppeling SMO 0 met 200 (3 x 0,8 mm²) in de SMO klemmenstrook AA5-X klem 1, 2 en 3 In deze zelfde volgorde op AA23-X klem 1,2 en 3 in de 200 buiten-unit (dus 1 op 1 -A-, 2 op 2 -B- en 3 op 3 GND) ON Pomp : AA2-X; 5 = PE, 6 = N, 7 = L sturing op AA3-X klem 7 GND en 8 PWM LEK Sensoren: BT1 = buitensensor op AA3-X6 klem 1 en 2 BT50 = (indien van toepassing) op AA3-X6 klem 3 en BT6 = boilersensor op AA3-X6 klem 7 en 8 BT7 = boilersensor top, op AA3-X6 klem 15 en 16 BT25 = aanvoersensor extern op AA3-X6, klem 5 en 6 BT71 = retoursensor extern op AA3-X6 klem 17 en 18 = aanvoer achter bijverwarming, AUX1 in op X2 RMU0 = afstand.bediening/sensor op AA3-X QN10 Driewegklep op AA2-X (Spanningsterugloop klep) 2 = N, 3 = S 230 Volt, = L vast 230 Volt 3(S) Hulprelais bij Y1/Y2 klep: A1 230 V~ hulprelais Pomp GP10: AA2 X; 9=PE, 10=N, 11=L A2 2(N) (L) Y1 Y2 N 230 V~ driewegklep Ketel: Potentiaal vrij op AA7-X2 klem 1 en 2 Element voor desinfectie; op AA7-X2 klem 5 en 6 is potentiaal vrij / eventueel via de 230 volt voeding L naar klem 5, 6 dan naar HR10 en terug naar N om HR10 (hulprelais) het element te laten schakelen) A B GND +12V PE = aardleiding / aarde!! ATTENTIE ZORG DAT DE SPANNING ER AF IS VOOR U IETS AANSLUIT!! NP-2015

26 PE PE L N L N PE N L PE PE N L PE PE N L PE PE Toestel Verzamelblad E-aansluitingen SMO 0 met 200 Cascade Pomp van toestel 2 van een cascade opstelling: voeding AA2: L = 15, N = 13 (1-16 doorverbonden) sturing AA3: klem 5 GND + klem 6 PWM Bij 3 of stuks in cascade is één AXC 30 nodig (voor elke 2 stuks 200 één extra AXC 30 / max. 8 toestellen) Pomp 3 (X) voeding op AA5-X9 ; L en 3 N Sturing op AA5-X2; klem 5 PWM + 6 GND Pomp (Y) voeding op AA5-X9 ; 6 L en 5 N Sturing op AA5-X2; klem 7 PWM + 8 GND ON ON ON 3 en - 5 en 6-7 en 8 toestel Dip switch instelling AXC 30 cascade Aansluiten communicatie tussen SMO 0 en AXC: -X8 -X ON X2 AXC -X10 -X1 -X9 PMW A A 5 GND 6 PMW L N L N 7 GND 8 A A 5 9 sturing Y(-6-8) X(3-5-7) -X -X8 ON X AA5- A 1 B 2 3 A B 5 6 AA5- A B x 0,8mm² -X1 -X9 -X10 AXC30 -X8 ON X LEK -X2 SMO 0 -X10 -X1 -X9 Attentie bij cascade moet u de S3 op de AA23 print in de 200 buiten unit voor elke wp instellen (wp 1 is adres 1 enz.): Address S3:1 S3:2 S3:3 7 8 A B A B AA Eventueel 2e AXC30 -X8 ON X -X2 -X10 -X1 -X !! ATTENTIE ZORG DAT DE SPANNING ER AF IS VOOR U IETS AANSLUIT!! NP-2015