De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen."

Transcriptie

1 Oordeel klager / Defensie Klager heeft bij het ministerie van Defensie (Defensie) gesolliciteerd naar een militaire functie. Klager heeft, als onderdeel van zijn sollicitatieprocedure, een Psychologisch Onderzoek (PO) ondergaan. De psycholoog die het PO heeft afgenomen geeft een voorgoed negatief advies over de psychische geschiktheid van klager voor de functie als militair. Defensie neemt klager naar aanleiding van het advies niet aan. De klacht richt zich tegen de aard en inhoud van het gesprek met de psycholoog en de wijze waarop die inhoud heeft meegewogen in de uitslag van het PO. Klager stelt daarbij dat er gezondheidsvragen zijn gesteld tijdens het PO, geen duidelijke instructies vooraf zijn gegeven en de afwijzing onvoldoende onderbouwd is. Klager verzoekt de CKA om te oordelen of de wijze waarop het PO heeft plaatsgevonden in overeenstemming is met de Wet op de medische keuringen (hierna: Wmk). De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen. Gezondheidsvragen en het geven van instructies De Commissie is van oordeel dat vragen naar drank-, drugs- en medicijngebruik en de daaruit voortgekomen vragen naar depressieve klachten vragen over de gezondheidstoestand zijn. Er zijn aan klager vooraf geen duidelijke instructies gegeven over het beantwoorden van vragen naar zijn gezondheidstoestand. De Commissie is van oordeel dat de psycholoog door het stellen van deze vragen en door het medische verleden van klager te bespreken een aanstellingskeuring heeft verricht, waarop de Wmk van toepassing is. Onderbouwing afwijzing Het gespreksverslag van de psycholoog en de toelichting van de vertegenwoordigers van Defensie tijdens de hoorzitting geven geen duidelijkheid over: de relatie tussen de scores op NEO-PI-R en UCL in het gespreksverslag en het oordeel van ongeschiktheid van de psycholoog; in welke mate de bevindingen over de gezondheid van klager een rol hebben gespeeld bij het oordeel van de psycholoog; in hoeverre het voorgoed negatief advies (mede) verband houdt met de gezondheid van klager. De CKA vindt het van belang dat er in het gespreksverslag van de psycholoog een duidelijke toelichting staat op de psychische belastbaarheid. De Commissie beveelt Defensie aan dat psychologen in het vervolg in voldoende mate beargumenteren op welke gronden een sollicitant psychisch niet geschikt is voor een functie als militair. Op basis van de processtukken, in het bijzonder het gespreksverslag en datgene dat ter hoorzitting aan de orde is geweest, is vast komen te staan dat de psycholoog de verkregen informatie over de gezondheid van klager naar alle waarschijnlijkheid (mede) heeft gebruikt om te komen tot zijn advies over de geschiktheid. Een aanstellingskeuring mag alleen plaatsvinden, indien aan de vervulling van de betreffende functie en de daarbij behorende taken bijzondere functie-eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld. Omdat de aspirant werkgever het PO niet als een aanstellingskeuring heeft beschouwd, is niet toegelicht in hoeverre de gezondheidsvragen tijdens het PO waren gericht op bijzondere functie-eisen op het punt van medische geschiktheid.

2 2 De CKA oordeelt dat niet met zekerheid is vast te stellen of het negatief advies over de psychische geschiktheid stand kan houden, nu de psycholoog geen keurend arts is met een medische achtergrond. Het oordeel van de psycholoog dat klager voorgoed ongeschikt is voor een militaire functie is onvoldoende onderbouwd. De afwijzing staat immers niet in relatie tot een bijzondere functie-eis op het punt van medische geschiktheid en de psycholoog was niet bevoegd om daarover een uitspraak te doen. Conclusie De klacht is ontvankelijk en de CKA bevoegd. De CKA stelt voorop dat vragen naar drank-, drugs- en medicijngebruik en de daaruit voortgekomen vragen naar depressieve klachten vragen over de gezondheidstoestand zijn. De CKA vindt het van belang dat de psycholoog in het gespreksverslag een duidelijke toelichting opneemt op de psychische belastbaarheid. Het oordeel van de psycholoog dat klager voorgoed ongeschikt is voor een militaire functie is onvoldoende onderbouwd.

3 3 Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen Oordeel Dit oordeel is gegeven door navolgende leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (CKA): de heer mr. drs. W.M. Hes, voorzitter ad hoc commissie; mevrouw mr. L.F. Markenstein; de heer drs. P.G.W. Grijpink. in tegenwoordigheid van de heer I. Güvec, plaatsvervangend secretaris en mevrouw mr. M.J.M. Bach, secretaris. 1. De klacht van betrokkene Klager heeft op 6 november 2017 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie). De klacht heeft betrekking op de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klager naar de functie van infanterist Natres bij de Koninklijke Landmacht (hierna: de functie) bij het ministerie van Defensie (hierna: aspirant werkgever). Op 4 september 2017 heeft klager, als onderdeel van de sollicitatieprocedure, een basispsychologisch onderzoek (hierna: BPO) ondergaan. De klacht richt zich tegen de uitslag van het BPO, en in het bijzonder tegen de wijze van totstandkoming en de onderbouwing van de afwijzing. Klager verzoekt de Commissie om te oordelen of de wijze waarop het BPO heeft plaatsgevonden in overeenstemming is met de Wet op de medische keuringen (hierna: Wmk). 2. De ontvankelijkheid van de klacht 2.1 Een klacht is in artikel 1, onder b, Besluit klachtenbehandeling aanstellingskeuringen gedefinieerd als een uiting van onvrede over de toepassing van de Wmk of de daarop berustende bepalingen door een klager. Een klacht dient op grond van artikel 9, eerste lid, van het Besluit klachtenbehandeling aanstellingskeuringen binnen zes maanden nadat de gedraging of het feit waartegen de klacht zich richt heeft plaatsgevonden, te worden ingediend. 2.2 De Commissie stelt vast dat: de klacht betrekking heeft op de toepassing van het bepaalde in de Wmk, voor zover het betreft de wijze waarop het BPO heeft plaatsgevonden; de klacht binnen zes maanden na het BPO is ingediend. 2.3 De klacht is derhalve ontvankelijk.

4 4 3. Het verloop van de procedure 3.1 Op 6 november 2017 heeft betrokkene schriftelijk een klacht ingediend bij de Commissie. 3.2 De Commissie heeft de klacht op 16 november 2017 doorgestuurd aan aspirant werkgever met het verzoek om te reageren op deze klacht. 3.3 In een brief van 29 november 2017 heeft aspirant werkgever gereageerd op de klacht en een antwoord gegeven op de door de Commissie gestelde vragen in de brief van 16 november De hoorzitting heeft plaatsgevonden op 8 februari Klager was aanwezig zonder vertegenwoordiging. Namens de aspirant werkgever waren het Hoofd Afdeling Selectie en Keuring en het Hoofd Bijzondere Rechtspositie aanwezig. 3.5 Klager heeft bij aanvang van de hoorzitting aangegeven er geen bezwaar tegen te hebben, indien aspirant werkgever kennisneemt van vertrouwelijke medische gegevens over betrokkene. 3.6 De Commissie heeft kennisgenomen van de volgende correspondentie met klager: a. Stukken verstrekt door klager: afwijzing sollicitatie op grond van het BPO van 4 september 2017; bezwaar tegen afwijzing van 11 september 2017; bedenking ingebracht bij psychologisch advies op 12 oktober b. Stukken die op verzoek van de Commissie door klager zijn verstrekt: reactie op het verweer van aspirant werkgever van 12 december 2017; reactie op het aanvullend verweer van aspirant werkgever van 10 januari De Commissie heeft kennisgenomen van de volgende correspondentie met aspirant werkgever: a. Stukken verstrekt door aspirant werkgever: verweer aspirant werkgever tegen klacht van 29 november b. De stukken die de Commissie aan aspirant werkgever heeft gevraagd en ook heeft verkregen: functieomschrijving 9.0 INF NATRES; rapport volledig BPO van 4 september 2017; aanvullend verweer aspirant werkgever van 22 december De feiten 4.1 De Commissie neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan. 4.2 De Nederlandse Krijgsmacht bestaat uit krijgsmachtdelen, de Koninklijke Marine, Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Luchtmacht en de Koninklijke Marechaussee. 4.3 Voor de vier krijgsmachtdelen wordt de selectie en de keuring, bestaande uit een BPO, een medisch onderzoek en een veiligheidsonderzoek, centraal uitgevoerd op de Marinekazerne in Amsterdam door Dienstencentrum Personeelslogistiek (hierna: DC PL). Daarna volgt eventueel een aanstelling als militair ambtenaar. De

5 5 selectie- en keuringsprocedure is gelijk voor alle functies. Er is een procedure voor klachten of bedenkingen. 4.4 Het BPO bestaat uit drie onderdelen: een persoonlijkheidsvragenlijst, een capaciteitentest en een levensloopinterview. Na het interview combineert de psycholoog de resultaten van de drie onderdelen en beoordeelt of de kandidaat psychologisch geschikt is om te kunnen functioneren als militair. Dit hangt af van hoe de sollicitant scoort op (een aantal van) de volgende punten: psychische belastbaarheid, prestatiegerichtheid, sociaal functioneren, motivatie, discipline, communicatieve vaardigheden en inzetbaarheid. 4.5 Klager is in 1995 als beroepsmilitair in dienst getreden bij Defensie. Klager is in 2006 in dienst getreden als reservist. Klager is in 2008 uit dienst getreden bij Defensie. 4.6 Klager heeft in 2015 gesolliciteerd naar de functie als reservist. Klager mocht na het afronden van het onderdeel BPO naar het onderdeel geneeskundig onderzoek. Klager is destijds niet geschikt bevonden, omdat zijn lichamelijke conditie als niet voldoende is beoordeeld. 4.7 Klager heeft eind 2017 opnieuw bij aspirant werkgever gesolliciteerd naar de functie van reservist. 4.8 Klager heeft in het kader van het BPO thuis online een persoonlijkheidsvragenlijst ingevuld. 4.9 Op de locatie van DC PL heeft klager een capaciteitentest gemaakt Op 4 september 2017 heeft er een levensloopinterview plaatsgevonden met de psycholoog. In het kader van de levensloop van klager is zijn psychische belastbaarheid aan de orde gekomen De psycholoog heeft naar aanleiding van het BPO van klager een voorgoed negatief advies gegeven. Gelet op de uitkomst van het BPO is aan de sollicitatieprocedure geen vervolg gegeven Aspirant werkgever heeft klager per brief van 4 september 2017 bevestigd dat klager op basis van het BPO ongeschikt is bevonden voor het vervullen van de functie Klager heeft op 11 september 2017 bij aspirant werkgever zijn bedenkingen geuit over de negatieve uitslag van het BPO. Aspirant werkgever heeft de bedenkingen op 12 oktober 2017 ongegrond verklaard, omdat volgens aspirant werkgever de uitslag op de juiste wijze en met de juiste onderbouwing tot stand is gekomen. In de afwijzingsbrief wordt voorts meegedeeld dat klager een voorgoed negatief advies heeft gekregen voor een functie bij de vier krijgsmachtdelen van aspirant werkgever.

6 6 5. De standpunten van partijen Klager De klacht richt zich tegen de aard en inhoud van het gesprek met de psycholoog en de wijze waarop die inhoud heeft meegewogen in de uitslag van het BPO. Gezondheidsvragen 5.1 Klager heeft zowel schriftelijk als ter hoorzitting gesteld dat in het kader van het BPO o.a. is gevraagd naar eventueel drank-, drugs- en medicijngebruik en dat aan hem vragen zijn gesteld over zijn medisch verleden, in het bijzonder over zijn depressieve klachten. 5.2 Klager heeft, in aanvulling op de schriftelijke klacht, tijdens de hoorzitting aangegeven dat de vragen die hij heeft moeten beantwoorden tijdens het BPO van 4 september 2017, niet verschillen van de vragen, die psychologen van aspirant werkgever aan hem tijdens eerder afgenomen BPO s hebben gesteld. Instructies 5.3 Klager stelt schriftelijk en ter hoorzitting dat hij geen duidelijke informatie en instructies heeft gekregen ten aanzien van het beantwoorden van gezondheidsvragen tijdens het BPO. Daarnaast stelt hij dat hij niet is geïnformeerd over zijn rechten op grond van de Wmk en hier geen beroep op heeft kunnen doen. Het was voor klager niet duidelijk dat hij niet verplicht was om antwoord te geven op gezondheidsvragen tijdens het BPO. Afwijzingsgronden 5.4 Klager stelt schriftelijk dat: gedurende zijn lange dienstperiode bij Defensie het gebruik van antidepressiva geen reden is geweest om hem ongeschikt te verklaren; in zijn gehele dienstperiode voor Defensie zijn psychische toestand niet eerder aanleiding is geweest om te twijfelen aan zijn psychische belastbaarheid; hij ook met zijn medische beperking buiten Defensie heeft kunnen functioneren, o.a. als leidinggevende, (senior) docent en begeleider; hij een stabiele en betrouwbare persoonlijkheid heeft en positief in het leven staat; hij zijn medische beperking heeft geaccepteerd en daarmee kan leven. Hij heeft daarvoor cursussen IPT en CT gevolgd. 5.5 Uit het gespreksverslag van het BPO van 4 september 2017 (hierna: het gespreksverslag) maakt klager niet op waarom hij is afgewezen door aspirant werkgever. Het gespreksverslag maakt niet duidelijk welke redenen hieraan ten grondslag liggen. De scores op zowel de NEO-Personality Inventory-revised (NEO- PI-R) als de Utrechtse Coping Lijst (UCL) zijn gemiddeld of hoger. Volgens klager lijkt er op basis van deze scores geen aanleiding om te twijfelen aan zijn psychische belastbaarheid. Deze scores geven volgens klager eerder aanleiding te veronderstellen dat de psychische belastbaarheid als voldoende beoordeeld moet worden, mede gelet op zijn gezondheid. De eindconclusie van de psycholoog is, aldus klager, niet in overeenstemming met de scores en met de bevindingen van de afgenomen BPO in 2015.

7 7 Aspirant werkgever Gezondheidsvragen 5.6 Aspirant werkgever stelt in haar verweerschrift dat op grond van een eerdere uitspraak van de Commissie gegeven nog mocht worden afgeleid dat algemene vragen naar de gezondheidstoestand toelaatbaar waren binnen de setting van een BPO. Recent heeft de Commissie met een tweetal oordelen deze ruimte nader ingeperkt. In de oordelen K16-04 en K17-04 heeft de Commissie bepaald dat vragen naar de gezondheidstoestand van de aspirant-militair betekenen dat er sprake is van een aanstellingskeuring. Ten tijde van de keuring van klager was deze nadere inperking door de Commissie nog niet bekend en dus ook nog niet in de procedures van aspirant werkgever verwerkt. Op grond hiervan kwalificeert aspirant werkgever in haar verweerschrift niet als gezondheidsvragen zoals bedoeld in de Wmk. 5.7 De vertegenwoordigers van aspirant werkgever hebben tijdens de hoorzitting erkend dat de psycholoog aan klager vragen heeft gesteld, die de psycholoog gelet op de uitspraken van de Commissie niet had mogen stellen. 5.8 De vertegenwoordigers van aspirant werkgever hebben ter hoorzitting meegedeeld dat Defensie het van belang acht om een goed beeld te krijgen van de levensloop van de sollicitant. Een militair moet onder zware omstandigheden kunnen functioneren. Tijdens het semigestructureerd levensloopinterview wordt daarom gevraagd naar de belangrijkste life-events om na te gaan of de sollicitant als militair kan functioneren. In dat kader kunnen vragen over o.a. drank-, drugs- en medicijngebruik én de impact daarvan op de persoon aan de orde komen. Daarnaast wordt aan voormalig militairen gevraagd naar de belangrijkste gebeurtenissen in hun militaire beroepsleven. De vragen die in het kader van het semigestructureerd levensloopinterview worden gesteld zijn dezelfde vragen die in het verleden aan alle sollicitanten werden gesteld. 5.9 De vertegenwoordigers van aspirant werkgever hebben ter hoorzitting voorts meegedeeld dat klager door Defensie is uitgenodigd om deel te nemen aan een nieuw BPO, waarin geen gezondheidsvragen zullen worden gesteld. De psycholoog die dat BPO afneemt is onafhankelijk en een andere psycholoog dan degene die het eerste BPO heeft uitgevoerd. In antwoord op een vraag van klager is bevestigd dat bij dat nieuwe BPO geen gebruik wordt gemaakt van gegevens uit het eerdere BPO. Instructies 5.10 Voor aspirant werkgever geeft met name het oordeel K17-04 aanleiding om de wijze waarop aspirant werkgever het psychologisch onderzoek uitvoert, nader te beschouwen. Het analyseren en uitwerken van de aanbevelingen van de Commissie vergt van Defensie aanpassing van bedrijfsvoeringprocessen en de beschikbare capaciteit van psychologen en keuringsartsen en de aanpassing van interne instructies en richtlijnen. Deze activiteiten zullen naar verwachting drie tot vier maanden na het oordeel (K17-04) d.d. 27 november 2017 in beslag nemen. Ten tijde van het BPO van klager waren die aanpassingen nog niet doorgevoerd. De vertegenwoordigers van aspirant werkgever hebben ter hoorzitting bevestigd dat er geen instructies aan klager zijn gegeven. Aspirant werkgever heeft ook meegedeeld dat de psychologen inmiddels wel zijn geïnstrueerd over het stellen van gezondheidsvragen tijdens een BPO. Op het moment van BPO van klager hadden deze instructies de psycholoog, die het BPO heeft afgenomen nog niet bereikt.

8 8 Afwijzingsgronden 5.11 Gedurende zijn gehele leven, zowel in eerdere levensfasen als tamelijk recent, hebben stressvolle gebeurtenissen klager s stemming in negatieve zin beïnvloed en bij hem geleid tot disfunctioneren. Klager laat daarbij een terugkerend patroon zien van de noodzaak van hulp om deze problemen het hoofd te kunnen bieden en weer zelfstandig verder te kunnen functioneren. De aanwezigheid van deze klachten vormen een rechtvaardiging voor het door de psycholoog gegeven negatieve oordeel Tijdens de hoorzitting hebben de vertegenwoordigers van aspirant werkgever meegedeeld dat Defensie bij sollicitaties onbevooroordeeld naar ex-militairen kijkt. Daarbij wordt geen gebruik gemaakt van gegevens die (mogelijk) opgenomen zijn in de archieven. De psychologen hebben geen inzage in gegevens van exmilitairen. De positieve voorgeschiedenis van klager bij aspirant werkgever heeft dus niet meegewogen in het oordeel van de psycholoog. 6. De beoordeling Bevoegdheid van de CKA 6.1 De Commissie is bevoegd om te oordelen over aanstellingskeuringen. Dat zijn keuringen die plaatsvinden in verband met het aangaan of wijzigen van een arbeidsovereenkomst of in verband met een aanstelling in openbare dienst (artikel 1, onderdeel a, onder 1 en 2, Wmk). 6.2 Voor de beantwoording van de vraag of de Commissie bevoegd is om over deze klacht te oordelen, is relevant of het BPO het karakter heeft (gekregen) van een aanstellingskeuring in de zin van de Wmk. De Commissie onderzoekt per geval of er tijdens het BPO vragen zijn gesteld die zijn te interpreteren als gezondheidsvragen. Om dat te kunnen beoordelen is het belangrijk de context te kennen waarin de vragen zijn gesteld. 6.3 In haar oordeel K17-04 heeft de Commissie aangegeven dat er duidelijke instructies moeten worden gegeven aan sollicitanten in het kader van een BPO. Aspirant werkgevers dienen volgens Commissie daarbij aan sollicitanten, de benodigde informatie te verstrekken over het niet hoeven beantwoorden van gezondheidsvragen tijdens een BPO. Gezondheidsvragen en het geven van instructies 6.4 De CKA stelt op basis van de processtukken, in het bijzonder het gespreksverslag en datgene dat ter hoorzitting aan de orde is gekomen vast dat: a. door klager tijdens de hoorzitting is aangegeven dat in het kader van het BPO o.a. is gesproken over zijn drank-, drugs- en medicijngebruik en dat aan hem vragen zijn gesteld over zijn medisch verleden, in het bijzonder over zijn depressieve klachten. b. de door de psycholoog verkregen informatie over klager s psychische belastbaarheid zijn geïnitieerd door een vraag van de psycholoog over o.a. medicijngebruik. Ter hoorzitting hebben de vertegenwoordigers van aspirant werkgever bevestigd dat er vragen over medicijngebruik zijn gesteld tijdens het BPO. c. er vooraf geen duidelijke instructies zijn gegeven aan klager over het beantwoorden van vragen naar de gezondheidstoestand. Dit is door de vertegenwoordigers van aspirant werkgever bevestigd.

9 9 6.5 De Commissie is van oordeel dat vragen naar drank-, drugs- en medicijngebruik en de daaruit voortgekomen vragen naar depressieve klachten vragen over de gezondheidstoestand zijn. 6.6 De Commissie is, gelet op het bovenstaande, van oordeel dat de psycholoog door het stellen van vragen over drank-, drugs- en medicijngebruik en door het medische verleden (depressieve klachten) van klager te bespreken een aanstellingskeuring heeft verricht, waarop de Wmk van toepassing is. De Commissie is derhalve bevoegd om over de klacht inhoudelijk te oordelen. De Commissie komt vervolgens toe aan de inhoudelijke beoordeling van deze klacht. Inhoudelijke beoordeling Onderbouwing afwijzing 6.7 De Commissie is van oordeel dat in onderhavig geval niet voldaan is aan de in artikel 4, eerste lid, van de Wmk, in samenhang met artikel 3, eerste lid van het Besluit aanstellingskeuringen, gestelde voorwaarde. 6.8 De Commissie stelt vast dat vertegenwoordigers van aspirant werkgever tijdens de hoorzitting in voldoende mate uitleg hebben gegeven over de inhoud en het proces van het BPO, maar niet over de geschiktheid van klager. Geen uitleg is gegeven over de relatie tussen scores en het oordeel van ongeschiktheid en in welke mate de bevindingen over de gezondheid van klager daarbij een rol hebben gespeeld en in hoeverre het voorgoed negatief advies (mede) verband houdt met de gezondheid van klager. De Commissie stelt vast dat het gespreksverslag daarover evenmin duidelijkheid geeft. Overigens verkeren de vertegenwoordigers, gelet op hun functies binnen Defensie en hun deskundigheid, ook niet in de positie om uitleg te geven over de psychische geschiktheid van klager. 6.9 De Commissie onderschrijft het belang van een duidelijke toelichting op de psychische belastbaarheid in het gespreksverslag. De Commissie beveelt aan dat de psycholoog in voldoende mate beargumenteert op welke gronden een sollicitant psychisch niet geschikt is voor de functie als militair Artikel 4, eerste lid, van de Wmk, in samenhang met artikel 3, eerste lid, van het Besluit aanstellingskeuringen bepaalt dat een aanstellingskeuring alleen mag plaatsvinden, indien aan de vervulling van de betreffende functie en de daarbij behorende taken bijzondere functie-eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld De Commissie heeft in haar oordeel K16-04, overweging 6.17, vastgesteld dat de acht ankerpunten van het BPO niet te beschouwen zijn als bijzondere functie-eisen op het punt van medische geschiktheid Omdat de aspirant werkgever het BPO niet als een aanstellingskeuring in de zin van de Wmk heeft beschouwd, is niet toegelicht in hoeverre de gezondheidsvragen tijdens het BPO waren gericht op bijzondere functie-eisen op het punt van medische geschiktheid Het gesprek met klager vond niet plaats met een bedrijfsarts maar met een psycholoog. Tijdens de hoorzitting is gebleken dat de psycholoog in principe ook geen contact heeft met de bedrijfsarts of een andere deskundige arts in het kader van een BPO. De psycholoog is geen bedrijfsarts en staat niet onder toezicht van een bedrijfsarts en is daarom op grond van de Wmk niet bevoegd om tijdens een

10 10 aanstellingskeuring vragen te stellen of inlichtingen in te winnen over de gezondheidstoestand van de keurling De Commissie is van oordeel dat in het onderhavig geval een aanstellingskeuring is verricht door een psycholoog en niet door een bedrijfsarts, hetgeen in strijd is met het bepaalde in artikel 4, tweede lid van de Wmk, in samenhang met artikel 3 van het Besluit aanstellingskeuringen Artikel 4, tweede lid van de Wmk laatste volzin stelt Het is aan een ander dan een keurend arts niet toegestaan vragen te stellen noch anderszins inlichtingen in te winnen over de gezondheidstoestand van de keurling of over diens ziekteverzuim in het verleden. De keurend arts moet volgens artikel 3 van het Besluit aanstellingskeuringen een bedrijfsarts zijn. Daarnaast dient de werkgever ook op grond van artikel 14, eerste lid, sub c onder 2e Arbeidsomstandighedenwet de aanstellingskeuring te laten verrichten door deskundige personen die gecertificeerd zijn of ingeschreven zijn als bedrijfsarts De Commissie stelt op basis van de processtukken, in het bijzonder het gespreksverslag en datgene dat ter hoorzitting aan de orde is gekomen vast dat de psycholoog de verkregen informatie over klager s gezondheid naar alle waarschijnlijkheid (mede) heeft gebruikt om te komen tot de conclusie De Commissie oordeelt overeenkomstig haar oordeel K16-04 dat niet met zekerheid is vast te stellen is of het negatief advies over de psychische geschiktheid van stand kan houden, nu de psycholoog geen keurend arts is met een medische achtergrond De Commissie is van oordeel dat het advies voorgoed negatief als resultante van het BPO onvoldoende is onderbouwd. De afwijzing staat immers niet in relatie tot een bijzondere functie-eis op het punt van medische geschiktheid en de psycholoog is niet bevoegd om daarover een uitspraak te doen. De Commissie komt vervolgens toe aan een ambtshalve toetsing of de aanstellingskeuring, mede in het licht van de klacht van klager, voldeed aan de overige daaraan te stellen eisen. Ambtshalve toetsing 6.19 Op grond van artikel 3, tweede lid van de Wmk mag er geen medisch onderzoek worden verricht dat een onevenredig zware belasting met zich meebrengt, waaronder begrepen een onevenredige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de keurling De Commissie heeft eerder geoordeeld dat een BPO onevenredige inbreuk heeft op de betrokkene, indien dit BPO aangemerkt kan worden als aanstellingskeuring in de zin van de Wmk De Commissie is op basis van hetgeen tijdens de hoorzitting aan de orde is gekomen van oordeel dat er onevenredig inbreuk is gedaan op de persoonlijke levenssfeer van klager. De Commissie is van oordeel dat de psycholoog in aanraking is gekomen met privacygevoelige informatie die verder reikt dan inzicht verkrijgen in zijn gedragingen in het kader van het BPO. Aspirant werkgever heeft daarmee in strijd gehandeld met artikel 3 van de Wmk.

11 Omdat de aspirant werkgever het BPO niet als een aanstellingskeuring in de zin van de Wmk heeft beschouwd, wekt het geen verbazing dat aan de in de Wmk gestelde procedurele eisen niet of niet volledig is voldaan. Klager heeft geen beroep kunnen doen op de bescherming die hij geniet op grond van artikel 10 (plicht tot geheimhouding en beperkte informatie over de keuring), artikel 11 (recht op weigeren van medewerking) en artikel 12 (recht op herkeuring) van de Wmk. 7. Het oordeel en de aanbeveling van de Commissie De Commissie is van oordeel dat aspirant werkgever in strijd heeft gehandeld met artikel 3 en artikel 4 Wet op de medische keuringen (Wmk) in samenhang van artikel 3, eerste lid en tweede lid van het Besluit aanstellingskeuringen, én artikel 10, artikel 11 en artikel 12 van de Wmk. Op grond van vorenstaande overwegingen verklaart de Commissie de klacht gegrond. De Commissie beveelt aspirant werkgever aan om klager een nieuw BPO aan te bieden, zoals eerder mondeling toegezegd in de hoorzitting, en daarbij navolgende randvoorwaarden in acht te nemen: er worden andere onafhankelijke personen bij het nieuwe BPO betrokken, dan diegenen die betrokken waren bij het BPO waarover deze klacht gaat; deze personen hebben geen kennisgenomen van het dossier van klager; Defensie instrueert de psycholoog vooraf duidelijk dat hij/zij geen gezondheidsvragen mag stellen aan klager; de psycholoog informeert klager voorafgaande aan het BPO dat hij/zij geen gezondheidsvragen zal stellen en dat klager geen informatie hoeft te geven over zijn gezondheidstoestand. tijdens het nieuwe BPO geen vragen worden gesteld over het BPO van 4 september een advies van de psycholoog dient enkel en alleen te worden gebaseerd op de uitkomsten van het nieuwe BPO en dat tijdens dat BPO eventueel verkregen informatie over de gezondheidstoestand van klager, die hij mogelijk spontaan verstrekt, niet zal worden meegewogen in het advies. mr. drs. W.M. Hes Voorzitter mr. I. Güvec Plaatsvervangend secretaris Den Haag, 20 maart 2018

Oordeel Klaagster / Defensie

Oordeel Klaagster / Defensie Oordeel 2018-03 Klaagster / Defensie Klaagster heeft bij het ministerie van Defensie (Defensie) gesolliciteerd naar een militaire functie. Klaagster heeft, als onderdeel van haar sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever.

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever. Oordeel 2018-02 klaagster / aspirant werkgever Op 21 december 2017 is klaagster, als onderdeel van de sollicitatieprocedure, gevraagd een sollicitatieformulier in te vullen. De klacht richt zich tegen

Nadere informatie

De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen.

De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen. Oordeel 2017-04 klager / aspirant werkgever Klager heeft bij het ministerie van Defensie (Defensie) gesolliciteerd naar een militaire functie. Klager heeft, als onderdeel van zijn sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

Oordeel klager / aspirant werkgever

Oordeel klager / aspirant werkgever Oordeel 2015-02 klager / aspirant werkgever Klager heeft gesolliciteerd naar de functie van reservist bij de Koninklijke Landmacht (ministerie van Defensie). Uit de aanstellingskeuring bleek dat klager

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts De Wet op de medische keuringen Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts Nieuwe baan? Zomaar keuren mag niet! De Wet op de medische keuringen en het Besluit aanstellingskeuringen

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-02 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het in opdracht

Nadere informatie

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster.

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster. Oordeel 2011-04 Commissie: mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure Aanbeveling 2010-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van

Nadere informatie

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie.

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie. Oordeel 2011-05 Commissie: prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn, en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen, in tegenwoordigheid van

Nadere informatie

Oordeel De klacht

Oordeel De klacht Oordeel 2012-01 Commissie: mevrouw mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mevrouw mr. C.W.G. Rayer en de heer mr. drs. E.P. Harderwijk, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen,

Nadere informatie

2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld.

2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld. Oordeel 2010-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-12 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van: 108218 - Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw [klagers] te [woonplaats], ouders van twee voormalige

Nadere informatie

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005.

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005. Oordeel 2005-10 Utrecht, 5 augustus 2005 1 De klacht 1.1 Op 12 april 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat?

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Een medische keuring of aanstellingskeuring kan soms onderdeel zijn van een sollicitatieprocedure. Dit mag alleen als het voor de functie noodzakelijk is

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-13 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie

I. Ten aanzien van het afwijzen van verzoekster voor een vaste functie Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost in maart 2007 heeft beslist dat zij in aansluiting op een stageperiode niet in aanmerking kwam voor indiensttreding

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst.

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst. 2004-08 Utrecht, 8 juni 2004 1. Het signaal 1.1 Op 31 oktober 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een signaal ontvangen dat in opdracht van de

Nadere informatie

1. Het verloop van de procedure

1. Het verloop van de procedure 16.075T (W) Beslissing van de wrakingskamer van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd De wrakingskamer van het College van Toezicht, hierna te noemen: de wrakingskamer, heeft het volgende

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht Oordeel 2004-14 Utrecht, 15 december 2004 1 De klacht 1.1 Op 30 augustus 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2012-35 15 maart 2013 Het is de commissie niet gebleken van omstandigheden die voor de school reden hadden moeten zijn om te twijfelen

Nadere informatie

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast. 1 Oordeel 2003-02 16 juli 2003 1 De klacht Op 5 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keuring in het

Nadere informatie

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts.

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts. Oordeel 2009-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

Wet op de medische keuringen

Wet op de medische keuringen Wet op de medische keuringen Wet van 5 juli 1997, Stb. 1997, 365 (Verbeterblad), houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen),

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 Rapport Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Haaglanden zich, in het kader van een sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het volgende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING Kenmerk: UITSPRAAK Inzake: Het beroepschrift van Belanghebbende contra De Toetsingscommissie van de Sportbond De Commissie van Beroep voor Toetsing, hierna te noemen

Nadere informatie

DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE

DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE SOLLICITATIE CODE DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE De NVP Sollicitatiecode (hierna te noemen: de code ) bevat basisregels die organisaties en sollicitanten naar het oordeel van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. Oordeel 2005-07 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht. Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde

Nadere informatie

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer: 17.008 Partijen: A verder te noemen Klaagster, tegen B, vertegenwoordigd door C, verder te noemen Aangeklaagde. 1. Behandeling van het geschil Partijen

Nadere informatie

Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen)

Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) (Tekst geldend op: 27-06-2013) Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen.

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen. Oordeel 2006-14 Utrecht, 31 oktober 2006 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en mevrouw mr. M.J.M. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

IMDES SOLLICITATIE-CODE. Sollicitatie Beleid van IMDES Van toepassing voor alle sollicitanten bij IMDES

IMDES SOLLICITATIE-CODE. Sollicitatie Beleid van IMDES Van toepassing voor alle sollicitanten bij IMDES IMDES SOLLICITATIE-CODE Sollicitatie Beleid van IMDES Van toepassing voor alle sollicitanten bij IMDES donderdag 12 april 2012 Algemeen Dit protocol is bedoeld om een regeling te treffen die enerzijds

Nadere informatie

Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,

Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College, UITSPRAAK Betreft klacht met registratienummer 16.01 ingediend door de heer A tegen de heer B. Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding. Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding. Klager heeft van de gemeente een vergunning verkregen voor de aanleg van een uitrit op zijn perceel. Nadat beklaagde,

Nadere informatie

17.064T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.064T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 17.064T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag).

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag). Oordeel 2009-05 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM 11-46tus RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Taxatie. Summiere onderbouwing van vastgestelde waarden. Taxateurs opgedragen met

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt 107793 - Een school moet in overleg met ouders treden om een andere passende school te vinden, ook als de school verwacht dat ouders hier niet voor openstaan. in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende

Nadere informatie

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam 28/07 ECLI:NL:TNOKROT:2008:YC0459 KAMER VAN TOEZICHT Beslissing in de zaak onder nummer van: 28/07 Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam Reg.nr. 28/07 Beslissing op

Nadere informatie

Klachtenregeling aanbesteden VRR

Klachtenregeling aanbesteden VRR Klachtenregeling aanbesteden VRR Hoofdstuk 1 Definities Artikel 1 Klachtenregeling De klachtenregeling is het voortvloeisel uit de nieuwe aanbestedingswet. Deze bestaat uit drie onderdelen, te weten: 1.

Nadere informatie

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-02 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2013-28 28 oktober 2013 Afwijzing toelating niet conform artikel 15 Inrichtingsbesluit WVO. De commissie acht de klacht gegrond

Nadere informatie

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 Instantie Datum uitspraak 05-10-2004 Datum publicatie 08-10-2004 Zaaknummer AWB 03/647 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen werkzaam bij de zorgaanbieder en haar partners.

1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen werkzaam bij de zorgaanbieder en haar partners. Klachtenreglement Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1.1 De zorgaanbieder: Gezinssupport.nu. 1.2 De klacht: Een gemotiveerde uiting van ontevredenheid over een concrete gedraging van personen

Nadere informatie

Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F: Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Incassoondernemingen,

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft

Nadere informatie

1. De klachtencommissie heeft tenminste drie leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.

1. De klachtencommissie heeft tenminste drie leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter. Hoofdstuk 3 De klachtencommissie Artikel 5 Klachtencommissie 1. De deelnemende Raden van Bestuur brengen de klachtenbehandeling onder bij de door hen ingestelde Klachtencommissie Verzorging en Verpleging

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht Oordeel 2005-08 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) nr.14.0008063 Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek) Artikel 1 Wettelijke grondslag Deze klachtenregeling heeft betrekking op de behandeling van klachten in overeenstemming

Nadere informatie

NVP SOLLICITATIECODE DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE

NVP SOLLICITATIECODE DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE Bijlage 1 NVP SOLLICITATIECODE DÉ GEDRAGSCODE VOOR WERVING & SELECTIE De NVP Sollicitatiecode (hierna te noemen: de code ) bevat basisregels die arbeidsorganisaties (bedrijven en instellingen die arbeidsrelaties

Nadere informatie

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Klachtenregeling. Cliënten van Jeugdbescherming Noord

Klachtenregeling. Cliënten van Jeugdbescherming Noord Klachtenregeling Cliënten van Jeugdbescherming Noord Deze regeling is van toepassing vanaf 1 juli 2015 Inhoudsopgave Overwegingen 3 Artikelen Artikel 1 Begripsbepalingen / 4 Artikel 2 De Klachtencommissie

Nadere informatie

Klachtenregeling. Cliënten van Jeugdbescherming Noord & Veilig Thuis Groningen

Klachtenregeling. Cliënten van Jeugdbescherming Noord & Veilig Thuis Groningen Klachtenregeling Cliënten van Jeugdbescherming Noord & Veilig Thuis Groningen Deze regeling is van toepassing vanaf 1 juli 2018 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Artikelen Artikel 1 Begripsbepalingen / 4 Artikel

Nadere informatie

DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS

DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS Stichting Tuchtrechtspraak Mediators Postbus 23265 3001 KG Rotterdam DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS HEEFT DE NAVOLGENDE BESLISSING GEGEVEN IN ZAAK M-2017-11 van: DE HEER

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2016-007 23 maart 2016 Met betrekking tot de vraag of de school de leerling ten onrechte niet heeft laten opstromen, stelt de commissie

Nadere informatie

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast. Oordeel 2003-05 16 juli 2003 1 De klacht Op 20 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies nummer 2014-Z-02 datum 16 mei 2014 Klacht betreffende het niet correct toepassen van de vakantieregeling en andere wetgeving ten opzichte

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ0561

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ0561 ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ0561 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 16-11-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 05/7541 MAW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO SAMENVATTING 105698 - Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO Een gescheiden vader klaagt erover dat de school hem onvoldoende informeert over zijn kinderen en informatie aan de Raad

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/196 Klacht over niet bevorderen naar Havo 4 ondanks het volgen van zomerschool. Klacht is ongegrond. De Commissie adviseert partijen

Nadere informatie

cka Jaarverslag 2012 Nieuwe baan? Zomaar keuren mag niet! Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen

cka Jaarverslag 2012 Nieuwe baan? Zomaar keuren mag niet! Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen cka Jaarverslag 2012 Nieuwe baan? Zomaar keuren mag niet! CKA jaarverslag 2012 cka 2 Inhoud Voorwoord Een jaar van verandering De commissie Klachten

Nadere informatie

ADVIES. de heer A, wonende te B, mede namens andere ouders van school C, klagers. mevrouw F, voorzitter van de medezeggenschapsraad van C, verweerster

ADVIES. de heer A, wonende te B, mede namens andere ouders van school C, klagers. mevrouw F, voorzitter van de medezeggenschapsraad van C, verweerster 107267 - Als de ouderraad verkiezingen aankondigt en voldoende aanmeldingen heeft ontvangen, moet hij de verkiezingen ook houden. inzake de klacht van: ADVIES de heer A, wonende te B, mede namens andere

Nadere informatie

Rapport. Datum: 16 september 1998 Rapportnummer: 1998/386

Rapport. Datum: 16 september 1998 Rapportnummer: 1998/386 Rapport Datum: 16 september 1998 Rapportnummer: 1998/386 2 Klacht Op 31 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer S. te Houten, met een klacht over een gedraging van het

Nadere informatie

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS Informatieverstrekking gescheiden ouders met terugwerkende kracht tijdens het hervatten van het gezag, inschrijving zonder toestemming ex-partner en informatieverstrekking

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

KLACHTREGELING WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT UNIVERSITEIT LEIDEN LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM

KLACHTREGELING WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT UNIVERSITEIT LEIDEN LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM KLACHTREGELING WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT UNIVERSITEIT LEIDEN & LEIDS UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM Inhoudsopgave Preambule... 1 1. Definities... 2 2. Algemeen... 3 3. Vertrouwenspersoon... 3 4. Commissie;

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het volgende

Nadere informatie

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast.

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast. 2002-03 Utrecht, 4 juni 2003 1 DE KLACHT 1.1 Op 5 maart 2002 heeft de vertegenwoordiger van klaagster de Commissie Klachtbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 Rapport Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 2 Klacht Op 4 november 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Voorburg, met een klacht over een gedraging van het Korps

Nadere informatie

Het College van Toezicht (hierna: het College) heeft het volgende overwogen en beslist:

Het College van Toezicht (hierna: het College) heeft het volgende overwogen en beslist: COLLEGE VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN PEDAGOGEN EN ONDERWIJSKUNDIGEN 16-05 Uitspraak van het College van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van pedagogen en Onderwijskundigen (hierna:

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Voordeel verminderde overdrachtsbelasting bij opvolgende transacties. Onjuiste informatie aan koper. Wijziging in concept-akte niet aan koper gemeld. Niet passende wijze van communiceren. Klager koopt

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING Kenmerk: Inzake: UITSPRAAK Het beroepschrift van (belanghebbende) contra De Toetsingscommissie van sportbond) De Commissie van Beroep voor Toetsing, hierna te noemen

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht Betreffende klacht 14.30T ingediend door de heer en mevrouw A. (hierna te noemen klagers

Nadere informatie

Reglement Klachtbehandeling externe klachtencommissie van het Da Vinci College

Reglement Klachtbehandeling externe klachtencommissie van het Da Vinci College Reglement Klachtbehandeling externe klachtencommissie van het Da Vinci College 1 Begripsbepalingen 1.1 Onder klacht wordt in dit reglement verstaan uitingen van ontevredenheid met betrekking tot het Da

Nadere informatie

Klachtenregeling VeWeVe

Klachtenregeling VeWeVe Klachtenregeling VeWeVe Artikel 1. Definities Aangeklaagde: Auditbureau: Beroep: Bestuur: Cliënt: Klacht: Klachtencommissie: Klager: Kwaliteitsprotocol: Lid: Secretaris: de natuurlijke of rechtspersoon

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen X, appellant en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van: 11-005A ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2002 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 11-005A RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 13 september 2011 in de zaak 11-005A

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/133

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/133 LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS Klachtnummer 2017/133 Geen oordeel over gat in broek. Ten aanzien van anti-pestbeleid heeft aangeklaagde tijdens hoorzitting nader uiteengezet

Nadere informatie

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster 107299 - De weg naar de Commissie moet altijd open staan. Het indienen of handhaven van een klacht mag geen reden zijn om maatregelen tegen een klager te nemen. inzake de klacht van: ADVIES mevrouw A te

Nadere informatie

De Raad van Toezicht heeft zijn rol op grond van de klokkenluidersregeling onjuist ingevuld. ADVIES

De Raad van Toezicht heeft zijn rol op grond van de klokkenluidersregeling onjuist ingevuld. ADVIES 107303 - De Raad van Toezicht heeft zijn rol op grond van de klokkenluidersregeling onjuist ingevuld. Landelijke inzake de klacht van: ADVIES de heer A, wonende te B, klager tegen de Raad van Toezicht

Nadere informatie

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN)

Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN) Klachtenregeling Vereniging Spierziekten Nederland (VSN) De VSN doet haar uiterste best om haar leden zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch is het mogelijk dat er zaken fout gaan of niet zoals afgesproken.

Nadere informatie

Klachtenreglement Helios Solutions

Klachtenreglement Helios Solutions Klachtenreglement Helios Solutions Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. cliënt : een jeugdige; een ouder; een

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR 108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd

Nadere informatie