PROJECTNUMMER E ONZE REFERENTIE B

Transcriptie

1 ONDERWERP Uitwerking mogelijkheid van parkeergarage voor Huis ten Duin vanuit het oogpunt van kustveiligheid en morfologie DATUM PROJECTNUMMER E ONZE REFERENTIE B VAN Martijn Onderwater, Peter Petter AAN Paul Haasnoot, Johan Jordi Noorlander- Noorlandergroep; KOPIE AAN Han Bouwman-Gemeente Noordwijk Arie Korbee-KVDK Architecten Aanleiding Er zijn conceptuele plannen voor het realiseren van een parkeergarage aan de zeezijde van Huis ter Duin. Een eerste voorontwerp is gepresenteerd in de figuur hieronder. Figuur 1: Voorontwerp van de parkeergarage Het gebied waar de parkeergarage gerealiseerd wordt, is onderdeel van de waterkering (Kernzone) en daardoor gelden strenge restricties met betrekking tot ingrepen en dus ook de realisatie van constructies. Zonder aanvullende maatregelen, om de veiligheid van deze waterkering te waarborgen, is het realiseren van een parkeergarage niet mogelijk. In dit memo is een eerste analyse gepresenteerd met betrekking tot de mogelijkheden en onmogelijkheden van het realiseren van de beoogde parkeergarage. Achtereenvolgens komen de volgende aspecten aan bod: Beschrijving van de bestaande waterkering en hoe een parkeergarage hierin in principe ingepast zou kunnen worden; Meest waarschijnlijke standpunt van de verschillende overheden die betrokken zullen zijn; Schetsmatig ontwerp van een toekomstige waterkering waarachter een parkeergarage gerealiseerd zou kunnen worden; Beschouwing van de gevolgen op kustonderhoud; Alternatief voor een conservatieve dijk-oplossing; Conclusies. Arcadis Nederland B.V., Lübeckplein 34, Zwolle T +31 (0) Arcadis Nederland B.V. - Registered office: Arnhem - Registered number:

2 Beschrijving van de bestaande primaire waterkering Werking van de bestaande primaire waterkering In 2008 is de primaire waterkering langs de kust van Noordwijk versterkt door middel van een zogeheten Dijk-in- Duin constructie. Dit betreft een dijklichaam dat verholen ligt onder een zandig duin. Tijdens de 1/ per jaar normconditie zal het duin aan zeezijde van de dijk volledig wegslaan als gevolg van een verhoogde waterstand in combinatie met hoge golven. Het weggeslagen zand zal op de vooroever terecht komen en als gevolg daarvan worden inkomende golven in hoogte gereduceerd. Rond de piek van de storm zal het dijklichaam bloot komen te liggen. Dit dijklichaam is zodanig ontworpen, dat de bekleding de dan nog betrekkelijk geringe golfaanval (golfhoogtes tot maximaal orde grootte van 1,5 m) zonder schade kan weerstaan. De hoogte van de dijk is zodanig dat golfoverslag beperkt blijft tot maximaal 1 l/m/s. Hieronder is een doorsnede van de dijk conform het voorontwerp gepresenteerd. De bekleding van de dijk bestaat uit geotextiel, gravel en daarop betonzuilen. Figuur 2: Doorsnede van de dijk aan de zuidzijde van de boulevard. Aan zowel de noord- als de zuidzijde wordt de dijk beëindigd door een kopconstructie. Verder naar het zuiden en noorden, daar waar de waterkering volledig uit zand bestaat, zal echter duinafslag reiken tot een positie die landwaarts ligt van de dijk. Hierdoor zal ook zand vanachter de dijk deels eroderen. Hiermee is rekening gehouden door de dijkbekleding aan de achterzijde voldoende robuust te maken (voldoende hoge zuilen en een teen die voldoende laag ligt). Figuur 3: Bovenaanzicht van de beëindiging van de dijk aan de zuidzijde (met de zee aan de bovenzijde). De ligging van de dijk, alsmede de abrupte beëindiging van de dijk, is terug te zien in de legger zoals het Hoogheemraadschap van Rijnland die momenteel hanteert. Een deel van deze legger is weergegeven in Figuur 4. In deze uitsnede van de legger is tevens de ligging van de dijk geprojecteerd. Het paarsgekleurde gebied Datum: van 16

3 betreft de kernzone. Deze zone is de daadwerkelijke primaire waterkering die wordt aangetast bij optreden van de 1/ per jaar normcondities. Aan landzijde van de kernzone ligt de beschermingszone (groen). Deze zone is op een termijn van 200 jaar nodig om het achterland te beschermen tegen overstroming. Ter plaatse van de dijk is deze beschermingszone nodig voor een toekomstige verhoging (en daarmee verbreding) van de dijk. Verder naar het zuiden (ter plaatse van Huis ter Duin) is een beschermingszone gedefinieerd die rekening houdt met een verder landwaarts reikende duinafslag als gevolg van klimaatverandering (hogere waterstand en zwaardere golfcondities). Figuur 4: Legger met daarin de kernzone (paars) en beschermingszone (groen) aan de zuidzijde van de boulevard. Inpassing van parkeergarage achter de primaire waterkering In geval van de kustversterking bij Katwijk was het standpunt van het Hoogheemraadschap van Rijnland dat de toekomstige parkeergarage geen onderdeel mag uitmaken van de primaire waterkering. Hoofdargumenten hiervoor waren het verschil in levensduur (hard element in de waterkering minimaal 100 jaar vs. enkele tientallen jaren voor een parkeergarage) en mogelijke complicaties met betrekking tot beheer en onderhoud. Aannemende dat dit standpunt ongewijzigd blijft betekent dit, dat de parkeergarage als mede de fundering ervan, niet door het theoretisch profiel van de waterkering mag snijden. De landwaartse begrenzing van de primaire waterkering is gedefinieerd als een (denkbeeldige) lijn die onder een helling 1:3 vanaf het uiteinde van de dijk naar beneden loopt. Daarnaast mag de parkeergarage ook toekomstige benodigde versterkingen van de waterkering (lees verhoging en verbreding van de dijk) niet in de weg staan. Dit betekent dus dat de parkeergarage buiten het theoretische 1:3 profiel van de beschermingszone gepositioneerd dient te worden. Dit is bij wijze van voorbeeld weergegeven in de onderstaande figuur. Figuur 5: Inpassing van een parkeergarage achter de primaire waterkering Noot: Bij het bovenstaande dient opgemerkt te worden dat in geval van de kustversterking bij Noordwijk en Katwijk anders is omgegaan met betrekking tot uitbreidbaarheid van de dijk in de toekomst. In beide situaties is rekening gehouden met de mogelijkheid tot verhoging van de dijk binnen de contouren van de kernzone. In geval van Noordwijk is aan landzijde vervolgens een zone van 10 m breed gereserveerd voor versterkingen na 100 jaar (groene zone in de bovenstaande figuur). In geval van Katwijk is aangenomen dat versterkingen na 100 jaar richting zee gezocht worden en is de groen gemarkeerde beschermingszone niet beschouwd en is de ondergrondse parkeergarage tegen het denkbeeldige 1:3 profiel van de kernzone (paars gekleurd) geplaatst en is Datum: van 16

4 er in geval van de garage voor Huis ten Duin dus 10 m extra ruimte. Deze 10 m marge kan wellicht in de onderhandelingen met het Hoogheemraadschap van Rijnland worden besproken. In de uitwerking in deze notitie is vastgehouden aan de leggerlijnen zoals gegeven in Figuur 5. Kustontwikkeling sinds de realisatie van de kustversterking In 1991 is een zogeheten BasisKustLijn (BKL) vastgesteld. Dit betreft de ligging van de kust die door middel van periodieke suppleties wordt onderhouden. De meest recente versie hiervan dateert uit 2012 waarin ook de herziene ligging van de BKL voor Noorwijk is vastgesteld. Het Rijk is formeel verantwoordelijk voor het onderhoud van de kust. De ligging van de Nederlandse kust wordt hiertoe jaarlijks gemeten. Aan de hand van afgeleide trends in de ligging van de zogeheten Momentane KustLijn (MKL, die representatief is voor het zandvolume tussen de duinvoet en NAP -4,4 m), ten opzichte van de BasisKusLijn (BKL, de kustlijnpositie die door Rijkswaterstaat in stand wordt gehouden) wordt vervolgens het onderhoud voor een aantal jaren vooruit bepaald. In de onderstaande figuur is het gemeten dwarsprofiel gepresenteerd voor raai 82,25 die voor Huis ter Duin ligt. Uit de figuur volgt dat, als gevolg van een vloeiende aansluiting tussen de vooruitgeschoven kust langs de boulevard en de kustlijn verder naar het zuiden, het zandvolume voor Huis ter Duin significant is toegenomen als gevolg van de kustversterking zoals uitgevoerd in De breedte van het duin is met orde van grootte van 50 m toegenomen. Dit is beter terug te zien in Figuur 7. Hierin is de Momentane KustLijn (MKL) in de tijd uitgezet. Tussen 2007 en 2008 verschuift deze MKL over ongeveer 50 m zeewaarts als gevolg van de kustversterking. Als gevolg hiervan zal ook de duinafslag bij 1/ per jaar normcondities veel minder ver landwaarts reiken. Uit een vergelijking tussen de BKL en MKL in Figuur 7 volgt meteen ook dat er momenteel veel meer zand ligt dan noodzakelijk. Met andere woorden: de minimaal door Rijkswaterstaat te onderhouden kustlijn ligt landwaarts van de huidige kustlijn. Figuur 6: Gemeten dwarsprofielen op locatie RSP 82,25 Datum: van 16

5 Figuur 7: Positie van de Momentane KustLijn (MKL) ten opzichte van de BasisKustLijn (BKL) Betrokkenheid en standpunt van betrokken overheden Diverse overheden worden gezien als belanghebbende bij de ontwikkeling van de parkeergarage en de daaruit volgende aanpassing van de primaire waterkering. Middels diverse overleggen zijn de beoogde ontwikkelingen besproken en zijn de standpunten van de diverse overheden duidelijk geworden. Gemeente Noordwijk Uit het gesprek op vrijdag 18 november 2016 in Huis ter Duin hebben wij geconcludeerd dat de Gemeente Noordwijk in principe positief is over de plannen met betrekking tot de ontwikkeling van een parkeergarage voor Huis ter Duin. Voor Noordwijk biedt dit namelijk mogelijkheden voor verbetering van de parkeermogelijkheden rondom de boulevard en daarnaast worden toekomstige ontwikkelingen mogelijk. De Gemeente Noordwijk is niet verantwoordelijk voor de waterkering. Wel is het zo dat de bestemming van het gebied ter plaatse van de toekomstige parkeergarage zal wijzigen. De wijziging van het Bestemmingsplan dient via de gemeente plaats te vinden. Ook heeft de parkeergarage en aangepaste primaire waterkering mogelijk een effect op de grondwaterstand. Gemeente Noordwijk is verantwoordelijk voor het voorkomen van overlast als gevolg hiervan. Hoogheemraadschap van Rijnland Op 15 mei 2017 heeft een overleg plaatsgevonden met de Gemeente Noordwijk en HH Rijnland. Tijdens dit overleg is het standpunt van HH Rijnland verwoord: In 2008 is de kust van Noordwijk versterkt. Momenteel voldoet de kustlijn aan alle eisen met betrekking tot kustveiligheid en is er voor Rijnland dus geen enkele noodzaak om de waterkering nogmaals aan te passen. Sterker nog: Het zandig duin ter hoogte van Huis ter Duin voldoet momenteel voor de komende 200 jaar (inclusief maximum scenario voor klimaatverandering). Daarnaast is het zo dat, als gevolg van de realisatie van de parkeergarage de lengte van de harde constructie groter wordt. Aangezien het beheer en onderhoud van een harde kering meer aandacht vraagt dan een volledig zandige kering, zal HH Rijnland een terughoudend standpunt innemen met betrekking tot de verlenging van de dijk in duin. HH Rijnland staat overigens open voor initiatieven die een boost kunnen geven aan de lokale economische ontwikkeling van Noordwijk en vraagt de initiatiefnemers met een goed verhaal te komen waaruit blijkt dat vanuit het oogpunt van HH Rijnland een acceptabele situatie ontstaat, zowel op de korte als lange termijn. Rijkswaterstaat (het Rijk) Op 15 september 2017 is gesproken met Rijkswaterstaat. Het Rijk is formeel verantwoordelijk voor het onderhoud van de kust. De mate van onderhoud is afhankelijk van de algehele trends in de kustlijnontwikkeling (langs sommige delen van de Nederlandse kust treedt bijvoorbeeld stelselmatige erosie of aanzanding op), maar ook de gevolgen van niet-natuurlijke ontwikkelingen langs de kust. Een voorbeeld van dergelijke niet-natuurlijke Datum: van 16

6 ontwikkelingen is de uitgevoerde kustversterking langs de kust van Noordwijk en Katwijk. In beide gevallen behelst de kustversterking een onder het duin verholen dijklichaam met zeewaarts daarvan extra zand om de golfaanval op de dijk tijdens normcondities te beperken. Als gevolg van het extra zand is de kustlijn zeewaarts verschoven. Periodiek onderhoud is nodig om te voorkomen dat de kustlijn na verloop van tijd zal eroderen tot er weer een min of meer rechte kustlijn is. Als gevolg van de te realiseren parkeergarage en aangepaste waterkering kan het zo zijn dat de te onderhouden kustlijn (de BKL-lijn) aan zeezijde van Huis ter Duin zeewaarts verschuift. In theorie verandert hierdoor de onderhoudsstrategie van de kust van Noordwijk, waarvoor Rijkswaterstaat financieel verantwoordelijk is. Het zou natuurlijk mogelijk zijn om de gebruikers/eigenaren van de toekomstige parkeergarage de extra onderhoudskosten te laten dragen. Dit is op een iets andere wijze ook ter sprake gekomen bij het tot stand komen van de kustversterking van Katwijk. Daar ging Rijkswaterstaat niet akkoord, omdat een dergelijke overeenkomst niet haalbaar is. Ten eerste zou een dergelijke overeenkomst in namelijk theorie tot in einde van dagen gelden. Ten tweede is moeilijk vast te stellen wat nu het extra effect van de maatregel op de onderhoudsbehoefte is. Schetsmatig ontwerp van een toekomstige waterkering Inspelen op eisen, wensen en behoeftes van betrokken overheden In de voorgaande paragraaf is het standpunt van de diverse betrokken overheden benoemd. Om draagvlak/medewerking bij de overheden te verkrijgen, zullen de eisen, wensen en behoeftes van de betrokken overheden reeds in de planfase meegenomen moeten worden. Vooralsnog is dit als volgt gedaan: 1) Behouden of verbeteren van kustveiligheid (betrokken overheid: Hoogheemraadschap van Rijnland): Door eenzelfde type constructie toe te passen als langs de boulevard blijft de wijze het beheer en onderhoud van de waterkering gelijk (de te onderhouden lengte neemt echter wel toe). Door aan de zuidzijde te kiezen voor een eenvoudigere/robuustere beëindiging wordt de kustversterking verbeterd; 2) Toekomstvastheid (betrokken overheid: Hoogheemraadschap van Rijnland): Door aanpassing van het zuidelijke uiteinde van de dijk-in-duin zorgen voor een verbeterde toekomstvastheid door bijvoorbeeld uitbreidbaarheid te verbeteren; 3) Onderhoudsbehoefte (betrokken overheid: Het Rijk): De mate van onderhoud van de kust van Noordwijk komt met name voort uit de maximale verschuiving van de te onderhouden kustlijn. Op basis van een analyse van de afgelopen 8 jaar (na aanleg van de kustversterking volgt dat raai 8200 (ter plaatse van het noordelijk uiteinde van de parkeergarage) voor een belangrijk de behoefte aan onderhoud bepaalt voor de kust van Noordwijk (de werkelijke kustlijn ligt relatief dicht bij de te onderhouden kustlijn). De inpassing van de parkeergarage (en aangepaste waterkering) dient bij voorkeur de onderhoudsbehoefte aan de zuidzijde niet negatief te beïnvloeden. Beëindiging van de dijk aan de zuidzijde In principe zijn er twee opties met betrekking tot de beëindiging van de dijk aan de zuidzijde: Een iets zeewaarts afbuigende dijk met een solide kopconstructie zoals momenteel ook is toegepast in Noordwijk. Deze kopconstructie dient ongeveer 100 m ten zuiden van de nieuwe parkeergarage te liggen. Voordeel: Zelfde principe als nu toegepast voor Noordwijk. Nadelen: Iets zeewaarts liggende kop betekent mogelijk ook een verschuiving van de waterlijn (omdat meer zand nodig is om golven te remmen); Een kopconstructie is relatief duur. Een in landwaartse richting afbuigend dijklichaam zoals ook toegepast in Katwijk, maar ook bij de dijk-inboulevardoplossing in Scheveningen. Voordeel: Relatief goedkope constructie; Meer zekerheid voor wat betreft voldoen van de constructie bij 1/ per jaar normcondities; Waarschijnlijk geen extra zand nodig waardoor de bestaande kustlijnpositie gehandhaafd blijft. Uit de bovenstaande beargumentering volgt dat een landwaarts afbuigende dijk vooralsnog logischer lijkt dan een zeewaarts afbuigende dijk. De exacte locatie waar de dijk landwaarts afbuigt dient nader te worden onderzocht. Belangrijke aspecten hierin zijn onder andere: Locatie waar de parkeergarage eindigt; Datum: van 16

7 Vormgeving en locatie van de in-/uitrit van de parkeergarage; Gewenste ontwikkelingen rondom Paviljoen Zon Zee Bad (vaste bebouwing dient immers binnendijks te komen). Tot hoever de dijk landwaarts doorgetrokken dient te worden is afhankelijk van de mate van afslag die optreedt bij optreden van 1/ per jaar condities. Op basis van verkennende berekeningen (voor een situatie over 200 jaar, inclusief klimaatverandering conform het maximum scenario) volgt dat de afslag tot ongeveer 15 m zeewaarts van de Kon. Astrid Boulevard reikt. Dit betekent dat de dijk tot aan de boulevard doorgetrokken dient te worden, Dit is voordelig aangezien als gevolg hiervan de diverse kabels en leidingen (die vermoedelijk onder de boulevard liggen) niet worden aangetast. Een mogelijke belijning van de dijk is hieronder weergegeven. Figuur 8: Mogelijke belijning van de beëindiging van de dijk aan zuidzijde. Als gevolg van een aangepaste primaire waterkering zal een gebied dat momenteel in de kernzone of beschermingszone ligt, binnendijks komen te liggen. Op de eerste plaats betekent dat voor dit specifieke gebied de waterveiligheid toeneemt. Daarnaast zijn in dit specifieke gebied ook ontwikkelingen mogelijk die als onderdeel van de kernzone en/of beschermingszone niet mogelijk waren. De exacte ligging van de aangepaste waterkering hangt af van de breedte van de parkeergarage en het type constructie dat wordt toegepast. Hieronder is op hoofdlijnen de consequentie van de aanpassing van de primaire waterkering gevisualiseerd. Datum: van 16

8 Figuur 9: Consequentie van aangepaste primaire waterkering (rode lijn: nieuwe constructie, rode stippellijn: landwaartse begrenzing beschermingszone, groen: gebied dat binnendijks wordt). Beschikbare ruimte voor een parkeergarage achter een Dijk-in-Duin waterkering Op basis van aanvullende berekeningen met het model DurosTA (dat ook is gebruikt bij het ontwerp van de Dijkin-Duin voor de boulevard van Noordwijk) is vastgesteld of er, met in acht name van de wensen van de overheden, de mogelijkheid bestaat om een parkeergarage achter een dijk in te passen in het bestaande duin voor Huist ter Duijn. Datum: van 16

9 Vanuit het oogpunt van kustveiligheid Berekeningen zijn uitgevoerd voor raai 82,00, aan de noordzijde van de beoogde garage en raai 82,25 aan de zuidzijde van de beoogde garage. Er zijn twee afmetingen van de parkeergarage onderzocht, namelijk een breedte van 46 m en een breedte van 37 m. Hieronder zijn enkele rekenresultaten gepresenteerd. Figuur: Parkeergarage van 37 m breed ter hoogte van Jarkusraai 8200 Figuur: Parkeergarage van 46 m breed ter hoogte van Jarkusraai 8200 Datum: van 16

10 Figuur: Parkeergarage van 37 m breed ter hoogte van Jarkusraai 8225 Figuur: Parkeergarage van 46 m breed ter hoogte van Jarkusraai 8225 In alle hierboven beschreven gevallen lijkt een parkeergarage en dijk inpasbaar in het duin, zoals gemeten in 2013 (meest magere profiel in de afgelopen jaren). Echter, in 3 van de 4 gevallen wordt de dijk aangevallen door golven. De mate van golfoverslag is in deze 3 gevallen te groot. Met andere woorden: Een dijk van 37 m breed is inpasbaar bij raai 82,25, maar ter plaatse van raai 82,00 is slechts een smallere parkeergarage inpasbaar (orde 35 m). Voor raai 82,00 (noordelijke zijde van de parkeergarage is het volgende geconcludeerd: - Om een bak met een breedte van 46 m (en dijk zeewaarts daarvan) veilig in het duin in te passen is een verbreding van het duin (en verschuiving van de kustlijn) van 11 m nodig en een zeewaartse verschuiving van de BKL van 30 m (naar 270 m) noodzakelijk. - Om een bak met een breedte van 37 m (en dijk zeewaarts daarvan) veilig in het duin in te passen is een verbreding van het duin (en verschuiving van de kustlijn) van 2 m nodig en een zeewaartse verschuiving van de BKL van 21 m (naar 261 m) noodzakelijk. Datum: van 16

11 - Bij een gelijkblijvende BKL (dus op 240 m van de RSP) blijft een beschikbare horizontale ruimte van 16 m over Voor raai 8225 (zuidelijke zijde van de parkeergarage is het volgende geconcludeerd: - Om een bak met een breedte van 46 m (en dijk zeewaarts daarvan) veilig in het duin in te passen is een verbreding van het duin (en verschuiving van de kustlijn) van 2 m nodig en een zeewaartse verschuiving van de BKL van 57 m noodzakelijk (naar 275 m). - Om een bak met een breedte van 37 m (en dijk zeewaarts daarvan) veilig in het duin in te passen is geen verbreding van het duin nodig en een zeewaartse verschuiving van de BKL van 48 m noodzakelijk (naar 266 m. - Bij een gelijkblijvende BKL (dus op 218 m van de RSP) blijft geen horizontale ruimte over voor de parkeergarage (zelfs 11 m tekort). Vanuit het oogpunt van kustonderhoud Hierboven zijn enkele rekenresultaten gepresenteerd omtrent de inpasbaarheid van een parkeergarage (en dijk) in het bestaande duin. Ook is aangegeven hoeveel de BasisKustLijn (een maat voor het volume zand op het strand en de vooroever, die door Rijkswaterstaat onderhouden wordt) zeewaarts moet verschuiven om de dijk voldoende te beschermen bij optreden van de maatgevende 1/10,000 jaar stormconditie. Hieronder is het een en ander in één figuur tezamen gepresenteerd. - Positie van de MKL: Een maat voor de werkelijke hoeveelheid zand die aanwezig is op het strand en de vooroever; - Huidige BKL: Een maat voor de hoeveelheid zand die door Rijkswaterstaat, door middel van onderhoudssuppleties, wordt gehandhaafd; - De gele lijn representeert een projectie van de benodigde BKL om een parkeergarage (van respectievelijk 37 en 46 m breedte) in te passen in het duin; - De rode stippellijn geeft een trendlijn door de gemeten MKL s van 2010 tot en met Figuur: Overzichtsfiguur, geldend voor Jarkusraai 8200 (noordzijde van de garage). Datum: van 16

12 Figuur: Overzichtsfiguur, geldend voor Jarkusraai 8225 (zuidzijde van de garage). Uit de figuren volgt, dat de BKL als gevolg van de beoogde parkeergarage aanzienlijk zeewaarts moet verschuiven ten opzichte van de bestaande BKL. Stel nu dat de parkeergarage en dijk in 2010 gerealiseerd zouden zijn. Als gevolg hiervan, ligt de hieruit volgende BKL (gele lijn) erg dicht bij de gemeten MKL s en doorsnijdt de trendlijn door de MKL s van 2010 tot 2013 deze aangepaste BKL. Voor Rijkswaterstaat zou dit rond 2012 tot een acute onderhoudsbehoefte hebben geleid. Met andere woorden: De realisatie van de parkeergarage (en dijk) zou voor Rijkswaterstaat maatgevend zijn geweest voor het benodigde kustonderhoud aan de zuidzijde van Noordwijk. Dit geeft aan dat Rijkswaterstaat waarschijnlijk terughoudend zal zijn met betrekking tot de beoogde ontwikkelingen voor Huis ter Duijn. Voor de initiatiefnemers is het daarom van belang om a) Op korte termijn met Rijkswaterstaat om tafel te zitten over de mogelijkheid tot (financieel) bijdragen aan het kustonderhoud aan de zuidzijde van Noordwijk, of b) de plannen zodanig aan te passen dat de BKL slechts minimaal (of helemaal niet) zeewaarts verschuift. Laatste ontwikkelingen in de planvorming Op 25 september 2017 heeft opnieuw overleg plaatsgevonden met de initiatiefnemers (gemeente Noordwijk en Noorlandergroep). Uit dit overleg is geconcludeerd dat het terugdringen van de BKL door een smallere garage geen optie is. De breedte van de resterende garage zou niet rendabel zijn. Als optie is de toepassing van een diepwand aan zeezijde van de parkeergarage geopperd. Omdat de breedte van de diepwand aanzienlijk kleiner is dan de dijk, kan een zeewaartse verschuiving van de BKL worden verkleind. Hieronder is een principedoorsnede gepresenteerd van de diepwand. Aan zeezijde van de diepwand zal het duin grotendeels afslaan (tot ongeveer NAP+5 m). Aan landzijde van de diepwand is een wig van zand (startend bij NAP+5 m en onder helling 1:2) toegepast om de geotechnische stabiliteit/inklemming van de diepwand te garanderen. Deze zandwig wordt als onderdeel van de waterkering beschouwd en de beoogde parkeergarage staat hier los van. Ten opzichte van de dijk wordt de breedte van de waterkering (zeewaarts van de garage) met ongeveer 30 m verkleind. Hieruit volgt dat ook de zeewaartse verschuiving van de BKL met 30 m wordt verkleind. Datum: van 16

13 Hieronder zijn de werkelijke positie en de benodigde positie van de BKL nogmaals weergegeven voor de raaien 82,00 en 82,25, maar dan indien een diepwand wordt toegepast. Uit de figuren volgt dat (uitgaande van een parkeergarage van 37 m breed): - De BKL ter plaatse van raai 82,00 niet zeewaarts hoeft te verschuiven ten opzichte van de bestaande BKL. Met andere woorden: De onderhoudsopgave voor Rijkswaterstaat verandert niet als gevolg van de parkeergarage (en diepwand); - De BKL ter plaatse van raai 82,25 weliswaar zeewaarts moet verschuiven ten opzichte van de bestaande BKL, maar deze zodanig ver van de MKL s afligt, dat deze raai vermoedelijk niet maatgevend gaat zijn voor de onderhoudsopgave van Rijkswaterstaat. Figuur: Overzichtsfiguur, geldend voor Jarkusraai 8200 (noordzijde van de garage) bij toepassing van een diepwand. Datum: van 16

14 Figuur: Overzichtsfiguur, geldend voor Jarkusraai 8225 (zuidzijde van de garage) bij toepassing van een diepwand. Conclusies Algemene conclusies In de voorgaande paragrafen zijn de opties gepresenteerd voor het toepassen van een parkeergarage in het duin voor Huis ter Duin. Om dit mogelijk te maken is het noodzakelijk om de primaire waterkering aan te passen. Hierin staan de volgende aspecten centraal: Voor een efficiënte en exploitabele indeling van de parkeergarage is een breedte van 37 m noodzakelijk (de parkeergarage variant met een breedte van 46 m is verlaten vangwe ede grote impact op de verschuiving van de BKL); Inpassing van een parkeergarage is alleen toepasbaar in combinatie met een harde constructie; Een zekere hoeveelheid zand aan zeezijde van de harde constructie is noodzakelijk om golven ter plaatse van de constructie voldoende te reduceren. Deze hoeveelheid zand (uitgedrukt in een Basis KustLijn (BKL) wordt vervolgens door Rijkswaterstaat gegarandeerd door uitvoeren van onderhoudssuppleties. Op basis van een eerste uitwerking van de opties wordt geconcludeerd dat het technisch mogelijk is om een parkeergarage (en een aangepaste primaire waterkering) in te passen aan zeezijde van Huis ter Duin. Er zijn echter een aantal raakvlakken met de diverse overheden die zijn betrokken: Gemeente Noordwijk is mede-initiatiefnemer. Echter, de gemeente is ook verantwoordelijk voor het beheren van de grondwaterstand. Deze wordt mogelijk beïnvloed door de inpassing van de parkeergarage en de aanpassing van de primaire waterkering; HH Rijnland is verantwoordelijk voor het beheren van de Primaire Waterkering en wordt daarmee eigenaar van de aangepaste primaire waterkering. HH Rijnland moet de aanpassing dus accepteren; Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het onderhouden van de BKL. Als de BKL als gevolg van de voorziene maatregelen veranderd, heeft dit mogelijk effect op de onderhoudsbehoefte van de kust bij Noordwijk. Conclusies m.b.t. toepassing van een Dijk-in-Duin constructie Een Dijk-in-Duin constructie komt overeen met de constructie die in 2008 ook langs de Wilhelmina-boulevard van Noordwijk is toegepast. Om de parkeergarage mogelijk te maken, dient de bestaande dijk in een zuidelijke Datum: van 16

15 richting te worden verlengd. In overleg met HH Rijnland moet worden onderzocht of dit acceptabel is en hoe omgegaan moet worden met toekomstvastheid. Het zandig duin aan zeezijde van de dijk zal bij 1/ ste per jaar condities grotendeels afslaan en op de vooroever terecht komen. Het bestaande duin (en strand) bevat hiervoor net voldoende zand bij inpassing van een parkeergarage met een breedte van 37 m (voor een bredere garage is een verbreding van het duin nodig). Echter, om dit zandvolume te kunnen garanderen zal de BKL zeewaarts moeten verschuiven. Dit heeft hoogstwaarschijnlijk een toename van het kustonderhoud tot gevolg. De initiatiefnemer zal voor de toename van het kustonderhoud moeten opdragen. Het is echter niet goed hard te maken hoeveel dit precies zal zijn. De voordelen op een rij: Inmiddels geaccepteerd concept als primaire waterkering; Waarschijnlijk geen effect op de grondwaterstand; De nadelen op een rij: Aanzienlijke verschuiving van de BKL noodzakelijk waardoor discussie over bijdragen aan kustonderhoud onvermijdelijk wordt (en lastige te kwantificeren is). Conclusies m.b.t. toepassing van een diepwand-constructie Een alternatief voor de dijk is de toepassing van een diepwand. Zeewaarts van de diepwand is vervolgens een zekere hoeveelheid zand nodig om golfaanval op de diepwand voldoende te reduceren. Het horizontale ruimtebeslag is veel kleiner dan een dijk. Als gevolg hiervan hoeft de BKL (ten opzichte van een dijk-oplossing) minder ver zeewaarts te worden verschoven. Toepassing van een diepwand in het duin leidt ertoe dat de onderhoudsopgave voor Rijkswaterstaat vermoedelijk niet zal veranderen. De toepassing van een diepwand is eerder wel toegepast als primaire waterkering, echter nog niet in het beheergebied van HH Rijnland. Er heeft nog geen overleg plaatsgevonden met HH Rijnland en daarmee is dus onduidelijk in hoeverre HH Rijnland openstaat voor toepassing van een diepwand in de primaire waterkering. Daarnaast heeft een diepwand mogelijk effect op de grondwaterstand. De gemeente is aan het onderzoeken of dat het geval is en zo ja, welke mitigerende maatregelen dan genomen moeten worden. De voordelen op een rij: Kleine verschuiving van de BKL. Dit zal vermoedelijk geen effect hebben op de onderhoudsinspanning van Rijkswaterstaat; Aanbrengen van diepwand is bewezen techniek, die sowieso al wordt toegepast voor de wand van de garage (eenmalige mobilisatie). De nadelen op een rij: Mogelijk effect op de grondwaterstand dat dan gemitigeerd dient te worden; Advies voor verdere uitwerking Uit het voorgaande volgt dat een technische oplossing voor het realiseren van een waterkering ten behoeve van het realiseren van een parkeergarage, voorhanden ligt. Het is echter van belang om op korte termijn verdere stappen te nemen voor een concrete uitwerking van één van de opties. Door Arcadis wordt geadviseerd om de optie met een diepwand nader uit te werken, als zijnde de meest haalbaar geachte optie: Deze optie heeft als voordeel dat de onderhoudsbehoefte van de kust bij Noordwijk hierdoor niet zal wijzigen. Hierdoor zal Rijkswaterstaat vermoedelijk geen bezwaar hebben met deze oplossing; HH Rijnland was in een eerste gesprek wat terughoudend over het aanpassen van de primaire waterkering. Deze terughoudendheid komt met name door de toekomstvastheid ( nu een kust waar in 200 jaar tijd geen maatregelen nodig zijn, na aanpassing 500 m extra kust die beheerd en in de toekomst aangepast moet worden ). Beide opties (dijk of diepwand) scoren in deze kwestie gelijk. Om tot een haalbaar en vooral geaccepteerd concept te komen is het noodzakelijk dat HH Rijnland zo goed mogelijk wordt betrokken in het ontwerpproces; Gelet op de ervaring die de gemeente heeft met een veranderende grondwaterstand na het realiseren van de Dijk in Duin langs de boulevard, zal er onderzocht moeten worden of er effecten gaan optreden na het realiseren van een waterkering en welke mitigerende maatregelen er genomen moeten worden. Datum: van 16

16 Onze referentie Datum Wijziging Zie koptekst Keuze parkeergarage breedte 37 m A Variant diepwand als zeewering; landzijde 1:2 lijn start op NAP 5m+, BKL verschoven A Basis memo Tabel 1 Versiebeheer Datum: van 16