1 Wijziging betreffende de doelgroep. Omzendbrief 21 december 2012

Transcriptie

1 Omzendbrief 21 december 2012 VRAGEN NAAR: Kurt Asselman TELEFOON: 02/ BIJLAGE(N): Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 1996 betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap Op 21 december keurde de Vlaamse Regering de wijzigingen aan het besluit Thuisbegeleiding principieel goed. Dit betekent dat dit voorstel nog definitief moet worden goedgekeurd, na advies door de Raad van State. De wijzigingen hebben betrekking op zowel de doelgroep, de erkenningsvoorwaarden, de uit te voeren opdrachten als op de wijze van subsidiëring van personeel en toekenning van werkingsmiddelen. Met deze wijzigingen wil de Vlaamse regering weer een stap verder zetten in meer regelluwe kaders. Daarnaast wordt van de diensten voor thuisbegeleiding een bescheiden efficiëntieverhoging gevraagd, doordat er voor ambulante begeleidingen en groepsbegeleidingen minder subsidiëring zal voorzien worden. 1 Wijziging betreffende de doelgroep De doelgroep jongeren met ernstige gedrags- en emotionele stoornissen blijft bijzondere aandacht vragen. De Minister wil prioritair werk maken van de preventieve ondersteuning van gezinnen die zorg dragen voor jongeren met een gedrags- en emotionele stoornis. In het Uitbreidingsbeleid 2011 werd reeds voorzien in de uitbouw van thuisbegeleidingsdiensten voor deze jongeren. Daarnaast krijgen de erkende thuisbegeleidingsdiensten de expliciete opdracht om binnen hun werking ook de begeleiding op te nemen van gezinnen die zorg dragen voor jongeren met een handicap en bijkomende gedragsen emotionele stoornissen. 1

2 2 Wijziging van opdracht en bepalingen rond de werking 2.1 Schrappen van trajectbegeleiding Begin 2012 zijn de diensten ondersteuningsplan van start gegaan. Daarvoor stonden de thuisbegeleidingsdiensten, via de regeling trajectbegeleiding, mee in voor de vraagverduidelijking van personen met een handicap. Zij hebben hun middelen die daarvoor bestemd waren, overgeheveld naar de diensten ondersteuningsplan. De vraagverduidelijking behoort nu niet meer tot hun taak. Zij moeten personen met een handicap die daar nood aan hebben, doorverwijzen naar de diensten ondersteuningsplan (DOP). 2.2 Ondersteuning en combinaties Binnen het wijzigingsbesluit voorziet men de mogelijkheid om psychosociale ondersteuning te beiden aan volwassen personen met een handicap. Een specificatie van de diensten die opvoedingsondersteuning aanbieden én waarmee cumulatie mogelijk is tot twaalf begeleidingen wordt eveneens opgenomen in het wijzigingsbesluit. De ondersteuning aan de persoon met een handicap mag door één of meerdere erkende thuisbegeleidingsdiensten gebeuren. Het percentage van de begeleidingen die thuis of in het secundaire milieu dienen gepresteerd, wijzigt van 75 naar 65%. Een begeleiding kan worden geweigerd indien de te begeleiden persoon of gezin zich buiten het werkingsgebied van de dienst bevindt. Het werkingsgebied is gedefinieerd als de provincie(s) 1. 3 Wijziging programmatie en erkenningsvoorwaarden 3.1 Programmatie Op provinciaal niveau wordt maximaal één dienst erkend voor de doelgroepen GES, verstandelijke handicap, motorische handicap, auditieve handicap en autisme. Wat betreft de doelgroep visuele handicap geldt deze beperking niet. 3.2 Erkenning Om erkend te worden is het niet meer vereist dat de dienst reeds één jaar actief is en minstens 50 personen met een handicap begeleidt. Dit impliceert dat het afleveren van een activiteitenverslag van dit eerste jaar vervalt. Het aantoonbaar maken van werken met bezoekouders wordt eveneens geschrapt. Een noodzakelijke voorwaarde is het aantonen van het in bezit zijn van de handicapspecifieke kennis voor de betreffende doelgroep. Belangrijk is de wijziging bij het niet behalen van het aantal erkende begeleidingen gedurende twee opeenvolgende jaren. In het vorige besluit stelde men dat, wanneer een dienst gedurende twee opeenvolgende jaren 10% minder begeleidingen presteerde, de erkende capaciteit door het VAPH kon aangepast worden. Het wijzigingsbesluit stelt dat de erkende capaciteit wordt verminderd als de dienst gedurende twee opeenvolgende jaren 400 begeleidingen of 10 % (indien 10% van de erkende capaciteit lager is dan 400 begeleidingen) minder presteert dan de erkende capaciteit. 1 Sommige diensten werken over meerdere provincies 2

3 Schematisch : Erkende capaciteit Tot en met 3999 begeleidingen Vanaf 4000 begeleidingen Bepalende factor vermindering verkenning 10% minder begeleidingen gepresteerd dan erkende cap gedurende 2 opeenvolgende jaren 400 begeleidingen minder gepresteerd dan erkende cap gedurende 2 opeenvolgende jaren Wat dient u als dienst te doen rond uw erkenning? Voor de berekening van het aantal te behalen erkende begeleidingen zal uitgegaan worden van het aantal gepresteerde begeleidingen rekening houdend met hun respectievelijk gewicht, het gewogen aantal gepresteerde begeleidingen (zie ). In het model jaarverslag zal de dienst het aantal gepresteerde begeleidingen per soort van het werkingsjaar opgeven. De administratie zal aan de hand van het jaarverslag jaarlijks nagaan of het vereiste quotum behaald werd. Indien een thuisbegeleidingsdienst 2 opeenvolgende jaren het quotum niet haalt, kan de erkenning ambtshalve worden aangepast door het Agentschap. 3.3 Jaarverslag Het model jaarverslag zal in samenspraak met de thuisbegeleidingsdiensten worden uitgewerkt. De indieningsdatum wordt gelegd op 30 juni van het jaar volgend op het activiteitenjaar. 4 Wijziging betreffende subsidiëring 4.1 personeelspunten Met de invoering van de diensten inclusieve ondersteuning in 2010 en de diensten ondersteuningsplan in 2011 werd er geopteerd voor het uitdrukken van de personeelsformatie in personeelspunten. Het voordeel van dit subsidiemechanisme is dat de dienst meer vrijheid en flexibiliteit heeft in het inzetten van personeel. Het geeft hen ook de mogelijkheid hun aanbod af te stemmen op de vraag. Per begeleiding worden 0,235 personeelspunten aan de diensten met een maximum van hun erkenning, behalve voor de diensten erkend voor de doelgroep visueel, toegekend. Deze diensten ontvangen 0,24 personeelspunten per begeleiding met een maximum van hun erkenning. In het besluit wordt één enkele voorwaarde gesteld rond de inzet van personeel. Ten minste 80% van de personeelspunten dient ingezet voor de personeelsleden van functies 13 tot en met 21 van de tabel in bijlage van het besluit. De functienummers dienen enkel om een numerieke volgorde aan te duiden en stroken niet met de baremanummers. Sociaal en paramedisch personeel, nummer 18 in de bijlage, heeft baremanummer De overstap naar personeelspunten : heeft dit invloed op het huidige personeelskader? De omzetting naar personeelspunten gebeurt vanuit de huidige personeelskaders aan 100% (dus de volledig in te vullen personeelsnorm). Als dienst heb je een erkende capaciteit van x aantal begeleidingen. Deze erkenningscapaciteit geeft u recht op een personeelskader in voltijdse equivalenten. Dit personeelskader, bestaande uit verschillende functies, wordt omgezet in personeelspunten. Dit gebeurt op basis van de puntentabel uit de wetgeving. In die puntentabel merkt u dat elke functie een puntenequivalent heeft (voorbeeld opvoeder klasse 1 = 71 punten, d.w.z. dat de 1vte opvoeder klasse 1 overeenstemt met 71 punten, een halftijdse functie dus 35,5 3

4 punten). Zoals u ziet behoudt u dus uw huidig personeelskader en zijn er geen gedwongen afvloeiingen. Belangrijk is dus : de erkenningscapaciteit wordt uitgedrukt in volle begeleidingen, afgeleid van het personeelskader. De dienst erkenningen van het VAPH zal desgevallend U een gewijzigd erkenningsbesluit overmaken. U dient hiertoe geen aanvraag in te dienen. Het totaal aantal effectief te presteren zal variëren naargelang de aard van de begeleiding Hoeveel begeleidingen dien ik als dienst te presteren? Het wijzigingsbesluit voorziet een differentiatie binnen het begeleidingsaanbod. We spreken van ambulante (de hulpverlener blijft op de dienst), mobiele (hulpverlener verplaatst zich), en groepssessies en mobiele en ambulante outreach. Aan elk van deze vormen is een bepaald gewicht gekoppeld. Dit betekent dat u als dienst meer begeleidingen dient te doen. Deze verhoging is afhankelijk van het aantal soorten begeleiding u werkelijk verricht. Soort begeleiding Gewicht Mobiele begeleiding 1 Ambulante begeleiding 0,7 Groepsbegeleiding 0,2 Mobiele outreach 1 Ambulante outreach 0,7 Ambulante begeleiding: algemene psychosociale ondersteuning van minimaal 1 u en maximaal twee uur waarbij de persoon met een handicap of zijn netwerk zich verplaatst naar de hulpverlener. Bij een mobiele begeleiding gaat het om eenzelfde aard van begeleiding waarbij de hulpverlener zich verplaatst. Bij outreach, zowel ambulant als mobiel, gaat het om een kennisoverdracht naar een groep van ondersteuners van personen met een handicap die nood hebben aan handicapspecifieke knowhow. Het dient in beide gevallen te gaan om ondersteuning aan een groep van minimaal drie ondersteuners voor een periode van minimaal één uur en maximaal twee uur. Indien een begeleiding langer duurt dan twee uur wordt dit geteld als 2 begeleidingen. Het onderscheid tussen ambulant en mobiel situeert zich op de plaats waar de kennisoverdracht plaatsvindt. Enkele voorbeelden: Soort begeleiding Gewicht Vb 1 Gerealiseerde begeleidingen Gewogen aantal Vb2 Gerealiseerde begeleidingen Gewogen aantal Mobiele Begeleiding Ambulante Begeleiding 0, Groepsbegeleiding 0, Mobiele Outreach Ambulante Outreach 0, Totaal

5 In voorbeeld 1 heeft de thuisbegeleidingsdienst met een erkenning van begeleidingen het aantal te behalen begeleidingen in de kolom met Gewogen aantal behaald. Dat bedraagt immers * 10% = begeleidingen. De dienst presteerde immers gewogen begeleidingen. In voorbeeld 2 heeft de thuisbegeleidingsdienst met een erkenningsgetal van begeleidingen slechts gewogen begeleidingen gepresteerd. Voor diensten erkend voor meer dan begeleidingen wordt het te behalen quotum bepaald op het erkenningsgetal min 400 begeleidingen, dus hier op Deze dienst heeft het vereiste quotum in dit werkingsjaar niet behaald Efficiëntiewinst De dienst toont aan dat in % meer personen met een handicap zijn ondersteund ten opzichte van het referentiejaar Bij latere uitbreidingen moet hun aantal in het kalenderjaar volgend op het jaar van de uitbreiding ten opzichte van het jaar voor de uitbreiding stijgen met de verhouding tussen die twee jaren. 4.2 Werkingskosten Voor de toekenning van werkingstoelagen wordt geopteerd voor een lineair systeem, met een vast bedrag per erkende begeleiding. Als de dienst meer dan 100 begeleidingen minder presteert dan in de erkenning is bepaald, worden de werkingstoelagen berekend volgens het aantal gepresteerde begeleidingen. 5 Registratie De cliëntregistratie bevat momenteel enkel de begeleidingsovereenkomst van de begeleide persoon met een handicap. Deze applicatie dient aangepast om de monitoring te kunnen verzekeren. Binnen het VAPH worden mogelijke pistes bekeken. Het is onze bedoeling om een eenvoudig, transparant en weinig arbeidsintensief systeem te ontwikkelen. 6 Thuisbegeleiding en rechtstreeks toegankelijke hulp In het vorige besluit thuisbegeleiding kon binnen het toenmalige artikel 19 gebruik gemaakt worden van rechtstreeks toegankelijke hulp, weliswaar binnen bepaalde voorwaarden, waaronder een limiet van 50% inzetbare begeleidingen van de erkende capaciteit. Binnen het wijzigingsbesluit valt deze limiet weg. Het wijzigingsbesluit maakt het mogelijk dat thuisbegeleidingsdiensten aan personen met een handicap of vermoeden van een handicap die niet ingeschreven moeten zijn bij het VAPH begeleiding kunnen bieden, maximum 12 begeleidingen per persoon per jaar, ongeacht welk soort begeleiding. Dit betekent dat voor het bepalen van rechtstreeks toegankelijke groepsbegeleidingen en ambulante begeleidingen even zwaar wegen dan mobiele begeleidingen. Tijdens de eerste twee jaren mag dit aantal begeleidingen in totaal 48 bedragen. Gebruik maken van niet rechtstreekse hulp sluit ondersteuning via rechtsreeks toegankelijke hulp uit. 7 Uitbetaling voorschotten We stappen af van het uitbetalen van kwartaalvoorschotten en betalen de voorschotten op maandbasis. De manier van het aanleveren van personeelsgegevens om het voorschot te bepalen blijft voorlopig gehanteerd. 8 Andere wijzigingen In het besluit zijn ook nog andere wijzigingen aangebracht die niet onmiddellijk invloed hebben op de bovenstaande besproken items. We sommen deze voor u op: - Het inschakelen van bezoekouders is geen verplichting meer 5

6 - De definitie van handelingsplan wordt geschrapt gezien dit begrip geen voorwerp meer uitmaakt binnen het besluit. - Er wordt geopteerd om het correcte begrippenkader te hanteren. Dit betekent dat binnen het besluit het begrip mentale handicap vervangen wordt door verstandelijke handicap. - De persoon met een handicap krijgt handtekenbevoegdheid voor het ondertekenen van het overzicht van het aantal verrichte begeleidingen. Deze wijzigingen vergen van de diensten een andere manier van werken. Om u hier in te begeleiden vindt u als bijlage een simulatietool. Met uw vragen en/of opmerkingen kan u terecht bij : - Luik afrekeningen /personeelspunten :Sandra Muyldermans@vaph.be, 02/ Luik erkenningen : johan.smets@vaph.be, 02/ Algemeen : kurt.asselman@vaph.be, 02/ Met de meeste hoogachting, Laurent Bursens 6