Handleiding voor aanbestedingregels

Transcriptie

1 Handleiding voor aanbestedingregels Er zijn twee situaties waarin er voor subsidieontvangers een aanbestedingsplicht geldt: 1. De subsidieontvanger is zelf een aanbestedende dienst Een organisatie is een aanbestedende dienst wanneer de organisatie: 1. Opgericht is met het doel te voorzien in behoeften van algemeen belang anders dan die van commerciële of industriële aard 2. Rechtspersoonlijkheid heeft 3. In hoofdzaak door Staat of andere publiekrechtelijke instellingen gefinancierd wordt dan wel onderworpen is aan toezicht hiervan of hierdoor in bestuur voor meer van 50% vertegenwoordigd (onder invloedssfeer van de overheid) In Nederland bestaan de volgende aanbestedende diensten: Staat: Ministeries, Rijksdiensten; Provincies; Gemeenten; Waterschappen; Gemeentelijke regelingen; Publiekrechtelijke instellingen. Aanbestedingsplichtige publiekrechtelijke instellingen zijn instellingen die: 1. rechtspersoonlijkheid bezitten, en 2. zijn opgericht met het speciale doel tegemoet te komen aan behoeften van algemeen belang die geen industrieel of commercieel karakter dragen, en 3. voor meer dan 50% door een aanbestedende dienst worden gefinancierd, of 4. waarvan het beheer is onderworpen aan toezicht door een aanbestedende dienst, of 5. waarvan de bestuursorganen (directie, raad van bestuur, raad van toezicht) voor meer dan de helft worden benoemd door een andere aanbestedende dienst;

2 2. opdracht is voor meer dan 50% gesubsidieerd Wanneer aanvragers niet aan de bovenvermelde criteria voldoen bestaat er in beginsel geen aanbestedingsplicht. Hierop bestaat een uitzondering voor wat betreft particuliere opdrachtgevers die voor meer dan 50% gesubsidieerd worden bij bepaalde werken of diensten die verband houden met deze werken: Artikel 8 Richtlijn 2004/18 Voor meer dan 50% door aanbestedende diensten gesubsidieerde opdrachten Deze richtlijn is van toepassing op de plaatsing van a. opdrachten die voor meer dan 50% rechtstreeks door aanbestedende diensten worden gesubsidieerd en waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, ten minste gelijk is aan EUR ,* - wanneer deze opdrachten betrekking hebben op civieltechnische werkzaamheden in de zin van bijlage I; - wanneer deze opdrachten betrekking hebben op bouwwerken voor ziekenhuizen, inrichtingen voor sportbeoefening, recreatie en vrijetijdsbesteding, school en universiteitsgebouwen en gebouwen met een administratieve bestemming; b. opdrachten voor diensten die voor meer dan 50% rechtstreeks door aanbestedende diensten worden gesubsidieerd en waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, ten minste gelijk is aan EUR ,* wanneer deze opdrachten verband houden met een opdracht voor werken als bedoeld onder a). De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat de aanbestedende diensten die de subsidies toekennen deze richtlijn doen naleven wanneer deze opdrachten door een of meer andere instanties dan zij zelf worden geplaatst, dan wel zelf deze richtlijn naleven wanneer zij zelf deze opdrachten in naam en voor rekening van deze andere instanties plaatsen. * bedragen worden jaarlijks door de Europese Commissie aangepast, zie voor de drempelbedragen tabel 1. Via kunt u altijd de meest recente drempelbedragen vinden. Tabel 1: drempelwaarden die van toepassing zijn op Artikel 8 Richtlijn 2004/18 Ingangsdatum Drempelbedrag werken Drempelbedrag diensten

3 Indien deze situaties niet van toepassing zijn bestaat er geen verplichting tot aanbesteden. Indien het wenselijk is dat dit wel het geval is (vb. met het oog op verantwoording van de bestede gelden) kan er in de subsidievoorwaarden een verplichting worden opgenomen. Zie volgende pagina s voor bijlage I waar naar verwezen wordt.

4

5

6

7

8

9