BNL Karting Series 2016 Technisch reglement Mini Max

Transcriptie

1 BNL Karting Series 2016 Technisch reglement Mini Max

2 Mini Max 1. Chassis Elk chassis moet volgens de CIK voorschriften zijn. Per wedstrijd mag slechts 1 chassis ingeschreven worden. Op elk chassis en elke motor die gebruikt worden voor de wedstrijd (incl. kwalificatiereeksen en tijdritten) dient een identificatienummer te zijn ingeklopt. De piloot dient eigenhandig de nummers van de motoren en het chassis op de technische fiche in te vullen en te controleren. Tijdens het ganse verloop van de wedstrijd mag enkel gebruik gemaakt worden van de motoren en het chassis waarvan het nummer werd ingevuld op de technische controlefiche. Foutief ingevulde nummers en/of gebruik maken van dubbele nummers, alsook rijden met materialen waarvan het nummer niet op de fiche werd ingevuld, wordt beschouwd als fraude en heeft onmiddellijk diskwalificatie voor de betrokken reeks/finale tot gevolg. Het EVO onderstel mag gebruikt worden. Wielbasis 970mm 1010mm Spoorbreedte Te allen tijden minimaal 128cm op de achteras bij gebruik van slicks gemeten aan de buitenkant van de velgen. Bij gebruik van regenbanden vrij, echter mag de achterbumper nooit buiten de achterwielen uitsteken. Hoofdchassis buis Buis moet magnetisch zijn Achteras 40mm met wanddikte minimaal 2,9mm. 2. Rem Mechanisch of hydraulisch uitsluitend werkend op de achteras. Voorremmen niet toegelaten. Verplicht dubbele bediening (= 2* kabel min. 1.8mm ofwel stang + kabel min.1.8mm). 3. Velgen Aluminium of magnesium / diameter met 5 inch. Er mag op geen enkel moment een materie buiten de velg uitsteken (bv achteras, fusé, ). Toevoegingen op, aan of rond de velgen zijn verboden. 4. Banden Droog: min. 125/180, gemeten aan de buitenzijde (5mm tolerantie). Regen: vrij Slicks Type LL99 Voor 10x4.5 5 Achter 11x6.0 5 Regen Type W5 Voor 10x4.2 5 Achter 11x6.0-5 Slick wedstrijdbanden dienen op voorhand besteld te worden bij de organisatie. (zie sportief reglement). Regen banden zijn vrij. Per wedstrijd zijn er 2 sets banden toegelaten. Bij problemen met de banden dien je altijd contact op te nemen met de Technische Commissie. Er zijn geen modificaties en behandelingen toegestaan. Merknamen, codenummers, barcodes en aanduidingen dienen altijd zichtbaar te zijn op de banden. 5. Achterbumper De achterbumper dient altijd gemonteerd te zijn op de kart. De bumper moet gehomologeerd zijn en minstens 2/3 van de achterwielen bedekken. 6. Voorbumper Uitsluitend een CIK gehomologeerde voorbumper is toegelaten. De nieuwe klikbare CIK bumper is niet toegelaten. 7. Chassisbescherming Chassisbescherming is toegelaten op de kart na goedkeuring van de Technische Controle. Wegens veiligheidsoverwegingen is het enkel mogelijk om deze te monteren nadat de

3 Technische Commissie de bescherming heeft goedgekeurd. Het is de verantwoordelijkheid van de deelnemer dat de chassisbescherming goed vasthangt met minimum twee M6 bouten. 8. Benzinetank De benzinetank dient goed gemonteerd te zitten aan de daar voorziene plaats. Alle ontluchtingen dienen uit te monden in een reservoir. 9. Brandstof Enkel loodvrije benzine met olie is toegelaten. Rijden met andere brandstoffen heeft onmiddellijke diskwalificatie voor de hele wedstrijd tot gevolg. Een week voor elke wedstrijd zal de organisator een benzinepomp benoemen waar alle rijders hun benzine moet halen. Deze voorgeschreven benzine moet gebruikt worden tijdens de kwalificaties en finales. Tijdens elk onderdeel van de wedstrijd kan de benzine gecontroleerd worden en zelfs verwisseld worden met benzine van de organisatie. Indien we de benzine wisselen zal je benzine 95 octaan krijgen die op voorhand gemixt is met 2% denicol Syn Gewicht Minimaal 135 kg met de piloot en de volledige race uitrusting. Piloten die wedstrijdklaar lichter zijn dan voorgeschreven, moeten extra gewicht bevestigen aan hun kart, zodat zij toch aan het voorgeschreven gewicht voldoen. Lood mag uitsluitend op het chassis of op de stoel gemonteerd worden. De Technische commissie mag elke piloot verplichten om het lood op een andere plaats te bevestigen. Het extra gewicht dient zodanig bevestigd te zijn dat de veiligheid te allen tijde gegarandeerd is: Tot en met 3 Kg minimaal 2 x M6 bouten Tot en met 6 Kg minimaal 2 x M8 bouten Tot en met 10 Kg minimaal 4 x M8 bouten 11. Motor Bij de Mini klasse wordt de Mini Max Pre-EVO motor gebruikt. Volgende EVO onderdelen zijn toegelaten: Karter : Krukas : Drijfstang : Deksel : Head cover : Enkel motoren die voorzien zijn van een Rotax ID-kaart en bijhorende zegel zijn toegelaten. Belgische piloten dienen met een Belgische motor te rijden. Buitenlandse piloten hebben de keuze. Voor alles wat niet in dit reglement gespecifieerd staat, dien je terug te kijken naar het Technisch reglement van de 125 Junior Max Radiator De radiator afplakken met tape is niet toegelaten. Indien je de radiator wilt afdekken ben je verplicht om een plastieken plaat te gebruiken. 13. Squish 125 Mini Max mm De squish moet gemeten worden met een gecertificeerde schuifmaat en een 2mm tinnen draad. De krukas moet met de hand langzaam over de BDP ( Bovenste Dode Punt ) gedraaid worden om de 2mm tinnen draad samen te drukken. Aanbevolen 2mm tinnen draad (Rotax onderdeel nummer ). De squish moet gemeten worden zowel links als rechts in de richting van de zuigerpen. De gemiddelde waarde van de twee metingen is bepalend. 14. Inlaat restrictor De inlaatrestrictor (Rotax onderdeel nr ) moet in de

4 carburator flens gemonteerd worden. De inlaatrestrictor moet een binnendiameter hebben van /-0.2mm en 4 vinnen hebben in de inlaatboring. 15. Sproeiers Enkel de emulsie- en minimumsproeier gemarkeerd van 30 en 60 in de 8.5 carburator zijn legaal om te gebruiken. De sproeier met grootte 30 mag niet groter zijn dan 0.37 (centraal) en 0.60 (dwars). De sproeier met grootte 60 mag niet groter zijn dan 0.65 (centraal) en 0.65 (dwars). Alle waarden zijn maximum waarden! Verder is het ook verplicht dat de emulsie- en de minimumsproeier dezelfde grootte hebben! Met andere woorden: 30/30 of 60/60. Het is NIET toegelaten om met twee verschillende waarden te werken: 30/60 of 60/ Bougie Enkel de Nippon denso Iridium bougies (IW 24/27/29/31/34) zijn toegelaten. De afmetingen dienen identiek te zijn aan de origineel geleverde bougies. De ring dient mee gemonteerd te worden. 17. Startnummer, nummerbord & naam Elke piloot dient de correcte startnummers, kleur van het nummerbord en de naam op de kart te plaatsen. De Mini Max heeft een blauw bord met witte cijfers. De beschikbare nummers zijn op de website terug te vinden en gaan van 002 tot 199. Het nummer dat je kiest voor de eerste wedstrijd zal je nummer worden waar je het volledige seizoen mee rijdt. De nummers dienen op de 2 zijkanten, achterbumper en voorspoiler gemonteerd te zijn. De naam van de piloot dient op de 2 zijkanten gemonteerd te zijn. Enkel de winnaar van vorig seizoen heeft recht op nummer Tandwiel De tandwielverhouding is vastgelegd op 13/ Uitlaat Bij de Mini max zijn de volgende type uitlaten goedgekeurd: - Evo uitlaat MAX (versie 3) : type Niet toegelaten: alle andere types uitlaat De uitlaat restrictor (Rotax onderdeel nr ) moet gebruikt worden in plaats van de originele uitlaatflens (gemonteerd tegen de cilinder). De uitlaatrestrictor mag maximaal de volgende

5 binnendiameter hebben : mm. De stalen uitlaatmat is een toegelaten optie. 20. Geluidsemissie De geluidsisolerende uitlaatmat moet vervangen worden door een origineel Rotax onderdeel indien de uitlaat meer als 90dbA produceert. Procedure om geluid te meten : De meetlocatie wordt vastgelegd op een plaats waar de motor volledig belast wordt en een toerental tussen 9000 en 1000rpm haalt. De afstand tussen de kart en de microfoon moet 7.5m bedragen terwijl de kart zich op de ideale lijn bevindt. 21. Camera s Het gebruik van een camera is toegelaten mits deze correct gemonteerd wordt en goedgekeurd wordt door de Technische Commissie. Elke piloot die een camera monteert dient op eigen verantwoordelijkheid zijn camera laten goedkeuren door de aanwezige technische commissarissen. De beelden van de camera kunnen door de Sport Commissie goedgekeurd worden om te gebruiken als bewijsmateriaal. Maar de sport commissie is niet verplicht deze beelden te aanvaarden. Helmcamera s zijn niet toegelaten. 22. Uitrusting Een piloot dient verplicht te zijn uitgerust en ter keuring verschijnen met het volgende: De volledige uitrusting moet voldoen aan de CIK voorschriften Een turbovizier is toegelaten in geval van regen. Degelijke handschoenen die de gehele hand bedekken. Hoge schoenen, die de enkels bedekken en beschermen. Rib- en nekbeschermer verplicht De verantwoordelijke dokter op het evenement kan om veiligheidsredenen bepaalde types borst-, nek- of ribbenbeschermers afkeuren voor gebruik. 23. Carburator Enkel een carburator QS/QD met volgende beperking is toegelaten: 30/30 of 60/60 Goedkeuring RACB Dit Reglement werd op 06/05/2016 door RACB Sport goedgekeurd en draagt het hiernavolgende VISAnummer T01-MIM-BNLK/B16. Het treedt vanaf die tijd in werking. De Nederlandse tekst van dit Reglement vormt de definitieve tekst waarop men zich zal beroepen in geval van betwisting over de interpretatie. De titels van dit document worden alleen uit zorg voor de leesbaarheid vermeld en maken geen deel uit van huidig Reglement.