FIETSMETINGEN BIJ WIELERWEDSTRIJDEN (Meten is weten )

Transcriptie

1 FIETSMETINGEN BIJ WIELERWEDSTRIJDEN (Meten is weten ) Versie Bronnen: UCI/KNWU 1

2 Inhoud Nieuwe wijzigingen regels per De fiets Positie zadel Traditioneel stuur Tijdritstuur Tijdritfietsen jeugd/nieuwelingen Remmen Wielen Gebruik camera op fiets Verzetten Bidons 2

3 Nieuwe / wijzigingen regels Verzetten Gebruik camera s (per ) Zadel Voor- & achtervork Wielen Vorm, opbouw fiets ter Camera s (bevestiging) Eisen aan de fiets versie jan

4 De fiets (artikel ) 4

5 Een fiets mag niet langer zijn dan 185 cm en breder dan 50 cm in het algemeen. (artikel ) De afstand tussen de trapas en de grond moet minimaal 24 cm zijn en maximaal 30 cm. (artikel ) De afstand tussen de binnenste uiteinden van de voorvork zal niet meer bedragen dan 11,5 cm. Bij de achtervork niet meer dan 14,5 cm. (artikel ) De punt van het zadel moet zich minimaal 5 cm achter de loodlijn bevinden. (artikel ) Het gewicht van het rijwiel mag niet lager zijn dan 6.8 kg (artikel ) De fiets (artikel ) 5

6 Positie van het zadel (artikel ) De punt van het zadel moet minimaal 5 cm achter een verticale lijn door de trapas zijn. Slechts om morfologische redenen kan toestemming worden verleend met een max. van 5 cm naar voren. 6

7 Positie van het zadel (artikel ) De punt van dit zadel is 5 cm achter de verticale lijn door de trapas. In dit geval kan de vrijstelling bij het stuur worden gebruikt. 5 cm 7

8 Positie van het zadel (artikel ) De punt van dit zadel is gelijk aan de verticale lijn door de trapas. Het zadel mag niet verder naar voren. De renner kan geen gebruik meer maken van vrijstelling bij het stuur. 5 cm 8

9 Horizontale positie van het zadel De lengte van het zadel moet minimaal 24 cm en maximaal 30 cm zijn. Een tolerantie van 5 mm is toegestaan. Het horizontale vlak wordt bepaald door de hoogste punten aan de voor- en achterkant van het zadel. Een te afgeschuind zadel kan de prestaties van de renner verbeteren en moet worden beperkt. 9

10 Meting horizontale positie van het zadel Het vlak tussen hoogste punt voor- en achterzijde van het zadel bedraagt maximaal 9. Als de meting groter is dan 9 dan moet het zadel worden aangepast. 4,0 Helling OK Helling niet OK. De referentiewaarde is de meting van de hoek. Evenementen zonder officiële meetinrichting: meten van verschil tussen hoogste punten van voor- en achterzijde van het zadel. De tolerantie mag dan 5 mm bedragen. 10

11 Positie van het traditionele stuur (artikel ) Het traditionele stuur moet worden geplaatst: Onder het horizontale vlak van het steunpunt van het zadel (B) Boven de horizontale lijn door het hoogste punt van de wielen (C) 11

12 Positie van het traditionele stuur (artikel ) Vanaf de achterkant van de lijn gevormd door stuurbuis (D) Aan de voorzijde, voordat een verticale lijn door het voorwiel as met een 5 cm tolerantie (A) 12

13 Positie van Tijdritstuur (artikel ) De afstand tussen het uiteinde van het stuur extensies en de verticale lijn door de trapas mag niet meer dan 75 cm zijn De 75 cm mag bij tijdritten worden verhoogd tot 80 cm 13

14 Positie van Tijdritstuur (artikel ) In geen geval kan het uiteinde van het stuur extensies de limiet van 80 cm overschrijden. Uitzondering voor renners langer zijn dan 1.90 meter, limiet naar 85 cm. Slechts één morfologische vrijstelling kan worden verleend. (of bij zadel of bij stuur) 14

15 Positie van Tijdritstuur (artikel ) De uitbreiding, gemeten vanaf hart trapas, is max. 80 cm. 5 cm extra voor Renners 1.90 meter Deze positie is niet correct 15

16 Meetpunt van de shifters Vanaf 2014 zullen alle shifters worden gemeten tot hun uiteinde. Meetpunt Meetpunt Automatische & hand bediend Elektrische shifter 16

17 Hoogte van stuur bevestiging (artikel ) Controleer of het stuur zich bevindt boven het vlak van de bovenzijde van de wielen en onder het niveau van de bovenkant van het zadel. Max. 10 cm Max. 10 cm 17

18 Tijdritfietsen Jeugd/Nieuwelingen Nieuwelingen-meisjes (artikel ) Voormelde categorieën dienen tijdens tijdritten in alle disciplines te rijden op traditioneel/conventioneel materiaal. Uitsluitend voor de Nieuwelingen en Nieuweling- meisjes geldt in tijdrit onderdelen de navolgende uitzondering welke is toegestaan: A: Een opzetstuur zonder rem en/of schakelsysteem; B: Een dicht achterwiel; C: Een specifieke (goedgekeurde en gewaarmerkte) tijdrithelm. (zogenaamde Aerohelm, mits gewaarmerkt (artikel ) ook toegestaan bij de jeugd) 18

19 Remmen (artikel ) Fietsen dienen over een goed werkende remmen te beschikken die op beide wielen worden bediend door twee remgrepen. Hydraulische remsystemen zijn toegestaan. Schijfremmen zijn verboden in wegwedstrijden, maar toegestaan voor cyclo-cross/mtb wedstrijden. In 2016 worden ook door de UCI bij UCI teams schijfremmen getest. Verwachting is dat in 2017 de schijfremmen helemaal worden toegestaan. 19

20 Wielen (artikel ) De Wielen hebben een gelijke diameter. De diameter van de wielen is maximaal 70 cm en minimaal 55 cm met inbegrip van de band. Voor pelotons wedstrijden in de disciplines weg en het veldrijden, moeten de wielen ten minste 12 spaken hebben. Bij baanwedstrijden mogen dichte wielen (ook voorwiel) in alle onderdelen worden gebruikt. Spaken kunnen rond, plat of ovaal zijn, doorsnede maximaal 2,4 mm Voor de cyclo-cross fiets de breedte van de band (gemeten tussen de breedste delen) mag niet meer dan 33 mm zijn en mag geen pinnen of spikes hebben. 20

21 Minimale ruimte tussen wiel en frame (Artikel ) Tussen de zitbuis rond het achterwiel moet ruimte zitten. Het moet mogelijk zijn om een credit kaart tussen de buis en het wiel te plaatsen. 21

22 Mogelijkheid voor camera s op de fiets (Artikel & ter) Een fiets mag worden uitgerust met een camera. Echter: camera moet zijn voor gebruik op fietsen, mag niet verwijderd kunnen worden tijdens de wedstrijd, renner mag geen directe toegang hebben tot de beelden of info verzamelen van andere renners. Camera gebruik is dus toegestaan echter geen enkele aansprakelijkheid voor evt. gevolgen die voortvloeien uit de installatie en gebruik van deze technologie. 22

23 Toegestane max. Verzetten (Artikel ) 23

24 Verzetten (meting/controle) (Artikel ) Over lijntje heen (minder nauwkeurig) Door goot (nauwkeurig, artikel , Reglement jeugd) 24

25 Verzetten (meting/controle) (artikel ) Als bij verzettencontrole voorafgaande aan de wedstrijd een te hoog verzet wordt geconstateerd, krijgt de renner eenmaal de gelegenheid dit te herstellen, waarna opnieuw controle plaatsvindt. Als bij verzettencontrole na de wedstrijd een te hoog verzet wordt geconstateerd, volgt diskwalificatie. (Artikel ) Als een renner een te hoog verzet niet kan herstellen, of als het rijwiel anderszins niet aan de eisen voldoet, mag hij buiten mededinging meedoen, mits dit geen gevaar oplevert. Op aanwijzing van de wedstrijdcommissarissen moet hij daarbij vroegtijdig de wedstrijd verlaten. Buiten mededinging meedoen, is niet mogelijk bij nationale kampioenschappen

26 Bidons bij tijdrijden (Artikel bis) Geïntegreerde drinkbussen (bidons) dienen binnen het frame te zijn gemonteerd en mogen uitsluitend bevestigd zijn onder de zadelbuis aan de binnenkant van het frame en mogen niet bevestigd. zijn aan het frame. De maximum afmeting van het gedeelte van de drinkbus, gebruikt tijdens wedstrijden, mag de 10 cm en een maximum van 800 ml te hebben niet overschrijden of minder zijn dan 4 cm en de capaciteit dient een minimum van 400 ml. 26

27 Bidons (Artikel , Jeugd) Het meevoeren van drinkbussen (bidons) in wedstrijden voor de jeugd categorieën 1 t/m 4 is verboden in alle disciplines. In. bijzondere gevallen kunnen de wedstrijdcommissarissen besluiten hier een uitzondering op te maken. 27

28 Vragen? Leo van der Linden Jurylid District-Oost Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend. 28