FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 31 maart 2014

Transcriptie

1 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 31 maart 2014 Gegevens failliet : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BWORKING OOST NEDERLAND B.V., statutair gevestigd te Almere en kantoorhoudende te (6921 RE) Duiven aan het adres Marketing 13, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer Faillissementsnummer : F.05/14/288 Datum uitspraak : 11 maart 2014 Curator : mr. R.F.J. Holland R-C : mr. P.F.A. Bierbooms Activiteiten onderneming : Uitzend-, werving-, selectie-, en detacheringsbureau Personeel : 50 Omzetgegevens : 2010: , : , : , : , : ,-- ( t/m februari 2014) Verslagperiode : 11 maart tot en met 30 maart Inventarisatie 1.1 Directie en organisatie BWorking Oost Nederland B.V. (hierna: BWorking ) is opgericht op 23 september Eerste inschrijving bij de Kamer van Koophandel dateert van 11 oktober Enig aandeelhouder en bestuurder van BWorking is BWorking Holding B.V. te Duiven.

2 Enig aandeelhouder en bestuurder van BWorking Holding B.V. is IF B.V. te Duiven. Enig aandeelhouder en bestuurder van IF B.V. is de heer Cornelis Schouten te Giessen. 1.2 Winst en verlies 2010: , : , : , Balanstotaal 2010: , : , : , Lopende procedures Werknemer BWorking is verwikkeld in een procedure met een voormalig werknemer. Het betreft hier een door de werknemer aangespannen procedure omdat een deel van zijn salaris door BWorking niet zou zijn voldaan. Verhuurder bedrijfsruimte BWorking was tevens verwikkeld in een procedure met de verhuurder van het bedrijfspand ter zake de ontbinding van de huurovereenkomst alsmede betaling van onbetaald gelaten huurpenningen. Bij vonnis van de rechtbank Gelderland d.d. 5 maart 2014 is in deze kwestie vonnis gewezen (zaakgegevens \CV EXPL /019) waarbij de vordering van de verhuurder is toegewezen en de huurovereenkomst met BWorking is ontbonden, Bworking is veroordeeld om diverse bedragen aan de eisende partij te voldoen alsmede het gehuurde te ontruimen binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. Gezien het faillissement is met de verhuurder in contact getreden om te bezien op welke wijze deze kwestie kan worden afgewikkeld.

3 Leaseobjecten BWorking Oost Nederland was gedagvaard door Strix Lease Service B.V. (hierna: Strix ) tevens handelend onder de naam Business Car Autolease tegen 17 maart 2014 waarbij Strix nakoming vordert van de betalingsverplichtingen die voortvloeien uit diverse leaseovereenkomsten en een huurovereenkomst. Volgens opgave van de bestuurder zijn de betreffende leaseobjecten inmiddels aan de betreffende partij geretourneerd. 1.5 Verzekeringen De verzekeringen zullen door de curator worden geïnventariseerd en daar waar wenselijk worden beëindigd. 1.6 Huur De bedrijfsruimte werd gehuurd van Derksen Dienstverlening B.V. voor een bedrag van per jaar, exclusief B.T.W. Een deel van de huurpenningen is niet voldaan. Zie hiervoor ook punt Oorzaak faillissement BWorking dreef een uitzendbureau waarbij veelal buitenlands personeel werd uitgeleend aan diverse opdrachtgevers. BWorking verstrekte dienstverlening in de vleessector, bouwsector en asbestsector. De bestuurder verklaart dat het faillissement is ontstaan doordat BWorking haar WKA verklaring is kwijtgeraakt door belastingschulden uit eerdere jaren. Hierdoor voldeed de vennootschap niet meer aan de SNA- normering (Stichting Normering Arbeid) waardoor de vennootschap het SNA-Keurmerk verloor. Het SNA-keurmerk is ontwikkeld om de risico s van inleners van arbeid en opdrachtgevers van werk te beperken. Inleners die werknemers inlenen van een uitzendbureau met het SNA-keurmerk kunnen worden gevrijwaard van eventuele aansprakelijkheidsstelling door de Belastingdienst ten aanzien van niet betaalde loonheffingen en omzetbelasting door de

4 uitlener. De bestuurder stelt dat het verlies van het SNA-keurmerk tot gevolg had dat er minder opdrachten binnen kwamen, waardoor de omzet terugliep. Daarnaast stelt de bestuurder dat de lage winstmarges op de uitgezonden arbeidskrachten en de hoge vaste lasten hebben bijgedragen aan het ontstaan van het faillissement. De hoge lasten zouden hebben bestaan uit woonkosten voor het buitenlandse personeel, waarvoor woonruimte werd gehuurd in Nederland, alsmede diverse leasekosten voor voertuigen, waarmee het personeel zich kon verplaatsen. De stichting Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (hierna: het Pensioenfonds ) had uit hoofde van een op 15 oktober 2013 uitgevaardigd dwangbevel een opeisbare vordering op BWorking van ,46, te vermeerderen met rente. Omdat de betreffende vordering niet werd voldaan, is het Pensioenfonds overgegaan tot het aanvragen van het faillissement van Bworking. Curator zal de oorzaak van het faillissement nader onderzoeken en komt daar indien nodig - op terug in een volgend verslag. 2. Personeel 2.1 Aantal ten tijde van faillissement : Aantal in jaar voor faillissement : Datum ontslag : 18 maart 2014 Na verkregen machtiging van de rechter-commissaris is het personeel van BWorking op 18 maart 2014 het ontslag aangezegd. De intake met UWV met betrekking tot het in werking stellen van de loongarantieregeling heeft plaats gevonden op 26 maart Tevens zijn er circa 30 personen waarvan de arbeidsovereenkomst reeds voor datum faillissement was beëindigd maar die een vordering op de vennootschap hebben ter zake onbetaald gelaten salaris. De betreffende werknemers veelal woonachtig in Polen is verzocht hun vordering bij

5 UWV aan te melden om te bezien welk deel van de vordering onder de loongarantie van UWV valt. Voor het overige kunnen de vorderingen die niet onder de loongarantieregeling vallen als vordering in het faillissement worden aangemeld. 3. Activa Onroerende zaken 3.1 Beschrijving BWorking beschikt niet over onroerende zaken. Bedrijfsmiddelen 3.2 Beschrijving Beperkte kantoorinventaris, bestaande uit bureau s, stoelen, kasten en computers. Voorraden/ onderhanden werk 3.3 Beschrijving Van voorraden is geen sprake. De werknemers van BWorking zijn allen gedetacheerd bij diverse opdrachtgevers. Door een deel van de betreffende werknemers zijn gedurende een korte periode nog werkzaamheden uitgevoerd. De opbrengsten die hiermee worden gegenereerd, zullen naar de boedel toevloeien. Andere activa 3.4 Beschrijving BWorking voerde werkzaamheden uit voor een opdrachtgever aan welke opdrachtgever op enig moment de voorlopige surseance van betaling werd verleend. Door BWorking zijn gedurende de surseance van betaling werkzaamheden verricht, welke werkzaamheden echter onbetaald zijn gelaten. De betreffende surseance van betaling werd beëindigd onder gelijktijdige uitspraak van het faillissement van de vennootschap. BWorking heeft haar vordering door haar gekwalificeerd als boedelvordering ter verificatie in het faillissement aangemeld doch deze vordering is door de curator tevens bewindvoerder in de voorafgaande surseance van betaling niet erkend.

6 BWorking heeft zich op het standpunt gesteld dat de werkzaamheden met instemming dan wel met stilzwijgende instemming van de toenmalige bewindvoerder (thans curator) zijn geschied en derhalve als boedelvordering dienen te worden aangemerkt. Het faillissement zou worden afgewikkeld waarbij een gedeeltelijke uitkering aan preferente crediteuren zou kunnen geschieden. De in dat kader opgestelde slotuitdelingslijst zou in januari 2014 worden gedeponeerd doch er waren reden waarom een uitstel is gegeven om tot depot over te gaan. De raadsman van BWorking heeft de betreffende curator gesommeerd tot betaling van het verschuldigde bedrag over te gaan; dit is tot op heden niet geschied. Bezien zal worden of de vordering van BWorking als boedelvordering te kwalificeren is en of de curator in het faillissement van de gefailleerde opdrachtgever tot betaling van het aan (de boedel van) BWorking dient over te gaan. In een volgend verslag zal hierover nader worden bericht. 3.5 Verkoopopbrengst Onbekend. Werkzaamheden De curator zal bezien op welke wijze de bedrijfsmiddelen ten gelde kunnen worden gemaakt. Tevens zal worden onderzocht of, en zo ja op welke wijze, de vordering van BWorking in het faillissement van een van haar opdrachtgevers als boedelvordering gekwalificeerd kan worden en, in het bevestigende geval, op welke wijze deze kosten aan (de boedel van) BWorking kunnen worden voldaan. 4. Debiteuren Omvang debiteuren Volgens opgave van de bestuurder zou de openstaande debiteurenportefeuille een bedrag belopen van ruim ,--. Daarbij wordt evenwel opgemerkt dat ten behoeve van een derde partij mogelijk een

7 pandrecht is gevestigd op activa ter zekerheid tot nakoming van de terugbetaling van een achtergestelde lening. De schriftelijke documenten die ten grondslag zouden liggen aan de achtergestelde vorderingen c.q. de gevestigde pandrechten, heeft de curator nog niet ontvangen. Noch heeft de betreffende vermeende crediteur zich gemeld. In afwachting van de uitkomsten van het onderzoek worden de debiteuren verder geïnd. 5. Bank / Zekerheden 5.1 Vordering van bank(en) Alle grote banken zijn uitgenodigd een vordering in het faillissement in te dienen. Tot op heden zijn geen vorderingen van banken ontvangen. BWorking Oost Nederland bankierde bij de ABN AMRO Bank N.V. (hierna te noemen: bank ). Op de door haar aangehouden bankrekening is een creditsaldo aangetroffen. De bank is verzocht het betreffende saldo op de boedelrekening over te maken. 5.2 Leasecontracten Er is een leasecontract aangetroffen met Grenke Finance N.V. met betrekking tot een kopieermachine. 5.3 Beschrijving zekerheden Mogelijk zijn er zekerheden gevestigd op activa van BWorking. Dit wordt nader onderzocht. 5.4 Separatistenpositie Vooralsnog niet van toepassing. 5.5 Boedelbijdragen Vooralsnog niet van toepassing. 5.6 Eigendomsvoorbehoud Een crediteur heeft een beroep op eigendomsvoorbehoud gedaan. Deze crediteur is verzocht kenbaar te maken of zij een beperkt aantal door haar geleverde zaken wenst op te halen.

8 5.7 Reclamerechten Tot op heden is geen beroep gedaan op een recht van reclame. 5.8 Retentierechten Tot op heden is geen beroep gedaan op een recht van retentie. 6. Doorstart / voortzetten Voortzetten 6.1 Exploitatie / zekerheden Kort na het uitspreken van het faillissement hebben zich twee partijen bij de curator gemeld die geïnteresseerd waren in overname van (een deel van) de bedrijfsactiviteiten van de onderneming. In dat kader heeft de curator getracht de werknemers, die bij diverse opdrachtgevers werkzaamheden verrichtten, hun werkzaamheden te laten continueren om een mogelijke doorstart niet te frustreren. De overnamekandidaten waren met name geïnteresseerd in vier grote opdrachtgevers van BWorking. De grootste opdrachtgever van deze vier, bleek evenwel al vanaf datum faillissement bezig te zijn de betreffende werknemers bij een ander uitzendbureau onder te brengen. Deze opdrachtgever gaf ook uitdrukkelijk aan niet mee te willen werken met een door de curator voorgestelde doorstart. Deze feiten en omstandigheden hebben ertoe geleid dat uiteindelijk geen van de beoogde overnamekandidaten een bod heeft uitgebracht op de activa. 7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht De curator zal onderzoeken of aan de boekhoudplicht is voldaan. 7.2 Paulianeus handelen De curator zal onderzoeken of sprake is van paulianeus handelen. 8. Crediteuren Alle bekende crediteuren zijn door de curator uitgenodigd een vordering in het faillissement in te dienen.

9 8.1 Boedelvorderingen Tot op heden zijn geen boedelvorderingen ingediend. 8.2 Preferente vordering van de fiscus Door de Belastingdienst is nog een preferente vordering aangemeld. 8.3 Preferente vordering van UWV Door UWV is nog geen preferente vordering in het faillissement ingediend; deze wordt wel verwacht nu UWV de loonverplichtingen van de 50 werknemers heeft overgenomen. 8.4 Andere preferente crediteuren Tot op heden zijn geen andere preferente vorderingen door de curator ontvangen. 8.5 Aantal concurrente crediteuren Tot op heden hebben in totaal 9 crediteuren een concurrente vordering bij de curator ter verificatie aangemeld. 8.6 Bedrag concurrente crediteuren Het bedrag aan concurrente vorderingen beloopt per heden , Verwachte wijze van afwikkeling Onbekend. 9. Overig 9.1 Termijn afwikkeling faillissement Onbekend. 9.2 Plan van aanpak De inning van de debiteuren zal door de curator ter hand worden genomen. Mogelijke pandrechten die op de activa van BWorking rusten, zullen worden onderzocht.

10 De curator zal de administratie van de vennootschap onderzoeken waarbij zal worden bezien of aan de boekhoudplicht is voldaan en/of sprake is van paulianeus handelen. De crediteurenpositie zal nader worden geïnventariseerd. 9.3 Indiening volgend verslag Medio juni Velp, 31 maart 2014 mr. R.F.J. Holland curator Drijber en Partners B.V. Hoofdstraat TH VELP (Gld.) I: E: Belangrijke opmerking! Aan dit openbaar verslag kunnen door derden geen rechten worden ontleend. Het verslag is bedoeld om derden te informeren over de voortgang van het faillissement met betrekking tot die aspecten, waarvan de curator meent dat bepaalde informatie in dit stadium openbaar gemaakt kan worden. Aangaande die informatie heeft de curator getracht een en ander zo zorgvuldig mogelijk te formuleren, doch de lezer dient zich te realiseren dat sommige informatie bewust dan wel onbewust door de curator niet kan zijn weergegeven.