Zwenkaandrijvingen SQEx 05.2 SQEx 14.2 SQREx 05.2 SQREx 14.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zwenkaandrijvingen SQEx 05.2 SQEx 14.2 SQREx 05.2 SQREx 14.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid)"

Transcriptie

1 Zwenkaandrijvingen SQEx 05.2 SQEx 14.2 SQREx 05.2 SQREx 14.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid) Bedieningsinstructies Montage, bediening, inbedrijfstelling

2 Inhoudsopgave SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Eerst de bedieningsinstructies lezen! Veiligheidsinstructies in acht nemen. Deze bedieningsinstructies zijn als onderdeel van het product te beschouwen. Bedieningsinstructies tijdens de levensduur van het product goed bewaren. Bedieningsinstructies aan iedere volgende gebruiker of eigenaar van het product overhandigen. Doel van dit document: Dit document bevat informatie voor het personeel dat de aandrijving installeert, in bedrijf neemt, bedient en dat onderhoudswerkzaamheden verricht. Het document dient als hulpmiddel bij het verrichten van de installatiewerkzaamheden en de inbedrijfname. Inhoudsopgave Bladzijde 1. Veiligheidsinstructies Essentiële veiligheidsinstructies 1.2. Toepassingsgebied 1.3. Waarschuwingen/aanwijzingen 1.4. Aanwijzingen en symbolen 2. Identificatie Typeplaatje 2.2. Korte omschrijving 3. Transport, opslag en verpakking Transport 3.2. Opslag 3.3. Verpakking 4. Montage Montagepositie 4.2. Handwiel monteren 4.3. Zwenkaandrijving op afsluiter monteren Aansluiting afsluiter via koppeling 5. Elektrische aansluiting Essentiële aanwijzingen 5.2. Aansluiting met Ex-stekkers met schroefklemmen (KP, KPH) Aansluitruimte openen Kabels aansluiten Aansluitruimte sluiten 5.3. Aansluiting met Ex-stekkers met serieklemmen (KES) Aansluitruimte openen Kabels aansluiten Aansluitruimte sluiten 5.4. Toebehoren voor de elektrische aansluiting Parkeerstekker Beschermdeksel Externe aansluiting voor aarding 6. Bediening Handmatige bediening Handmatige bediening inschakelen De handmatige bediening ontkoppelen

3 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Inhoudsopgave 6.2. Motorbedrijf Indicaties Mechanische standaanwijzing/indicatie aandrijving in bedrijf 8. Meldingen Terugmeldingen van de aandrijving 9. Inbedrijfname Eindaanslagen in de zwenkaandrijving Eindaanslag DICHT instellen Eindaanslag OPEN instellen 9.2. Schakelruimte openen 9.3. Draaimomentmechanisme instellen 9.4. Wegschakelmechanisme instellen Eindstand DICHT (zwart veld) instellen Eindstand OPEN (wit veld) instellen 9.5. Tussenstanden instellen Richting DICHT (zwart veld) instellen Richting OPEN (wit veld) instellen 9.6. Proefdraaien Draairichting controleren Wegschakelmechanisme controleren 9.7. Elektronische positioner EWG Meetbereik instellen Stroomwaarden aanpassen LED signalering eindstanden in-/uitschakelen 9.8. Potentiometer Potentiometer instellen 9.9. Elektronische positioner RWG Meetbereik instellen Mechanische standaanwijzing instellen Schakelruimte sluiten 10. Verhelpen van storingen Fouten bij de inbedrijfstelling Motorbeveiliging (thermische bewaking) 11. Reparatie en onderhoud Preventieve maatregelen voor het onderhoud en een veilig gebruik Scheiding van het net Onderhoud Afvoeren en recycling 12. Technische gegevens Technische gegevens zwenkaandrijving 13. Onderdelenlijst Zwenkaandrijving SQEx 05.2 SQEx 14.2/SQREx 05.2 SQREx 14.2 met Ex-stekkers met schroefklemmen (KP, KPH) Zwenkaandrijving SQEx 05.2 SQEx 14.2/SQREx 05.2 SQREx 14.2 met Ex-stekkers met serieklemmen (KES) 14. Certificaten Inbouwverklaring en EG-conformiteitsverklaring

4 Inhoudsopgave SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx ATEX-verklaring 53 Trefwoordenregister... Adressen

5 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Veiligheidsinstructies 1. Veiligheidsinstructies 1.1. Essentiële veiligheidsinstructies Normen/richtlijnen AUMA producten worden volgens de erkende normen en richtlijnen geconstrueerd en gefabriceerd. Dit is in een originele inbouwverklaring en in een EG-conformiteitsverklaring geattesteerd. De gebruiker van de installatie en de contractor dienen erop te letten, dat met betrekking tot de montage, elektrische aansluiting, inbedrijfname en het gebruik op de plaats van de installatie alle wettelijke eisen, richtlijnen, voorschriften, nationale regelgevingen en aanbevelingen in acht worden genomen. Hiertoe behoren o.a. normen en richtlijnen, zoals bijv. de IEC/EN Elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - deel 14: Elektrische installaties voor aan gevaar blootgestelde gebieden (uitgezonderd mijnbouw). deel 17: Inspectie en onderhoud van elektrische installaties in explosiegevaarlijke gebieden (uitgezonderd mijnbouw). Veiligheidsinstructies/ waarschuwingen Kwalificatie van personeel Personen die aan dit toestel werkzaamheden verrichten, moeten volledig op de hoogte zijn van alle veiligheids- en waarschuwingsinstructies alsmede de aanwijzingen in deze bedieningsinstructies. Veiligheidsinstructies en waarschuwingsstickers op het product moeten in acht worden genomen om persoonlijk letsel en/of materiële schade te voorkomen. De montage, elektrische aansluiting, inbedrijfname alsmede het bedienen en de onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Dit personeel dient daartoe door de gebruiker van de installatie of door de contractor geautoriseerd te zijn. Voordat met werkzaamheden aan dit product wordt begonnen moet dit personeel deze bedieningsinstructies gelezen en begrepen hebben, alsmede op de hoogte zijn van de geldende veiligheidsvoorschriften inzake arbeidsomstandigheden en deze in acht nemen. Werkzaamheden in de Ex-zone vallen onder bijzondere bepalingen die nageleefd dienen te worden. Voor het naleven en bewaken van deze bepalingen, normen en wetten is de gebruiker van de installatie of de contractor verantwoordelijk. Inbedrijfname Gebruik Het is belangrijk dat voor de inbedrijfname wordt gecontroleerd of alle instellingen met de eisen van de desbetreffende toepassing overeenkomen. Een verkeerde instelling kan leiden tot gevaren tijdens het gebruik, bijv. beschadiging van de afsluiter of de installatie. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schaden, die hieruit voortvloeien. Het risico te dezer zake berust volledig bij de gebruiker. Voorwaarden voor een probleemloze en goede werking van de apparatuur: Een juiste wijze van transport, opslag, montage en installeren, alsook een zorgvuldige inbedrijfname. De apparatuur uitsluitend in een goede staat, met inachtneming van deze bedieningsinstructies, gebruiken. Storingen en beschadigingen dienen direct gemeld en verholpen te worden. Neem de geldende veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de arbeidsomstandigheden in acht. Neem de nationale voorschriften in acht. Tijdens het in bedrijf zijn wordt de behuizing warm en kunnen oppervlaktetemperaturen > 60 C ontstaan. Ter voorkoming van mogelijke brandwonden adviseren wij om voor aanvang van de werkzaamheden de oppervlaktetemperatuur met een geschikte thermometer te meten en, indien nodig, veiligheidshandschoenen te dragen. Veiligheidsmaatregelen De gebruiker van de installatie of de contractor is verantwoordelijk voor de op locatie noodzakelijke veiligheidsmaatregelen, zoals bijv. afdekkingen, afsluitingen of persoonlijke beschermingsmiddelen voor het personeel. 5

6 Veiligheidsinstructies SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Onderhoud Onderhoudsvoorschriften moeten worden nageleefd, omdat anders de veilige werking van de apparatuur niet meer is gewaarborgd Toepassingsgebied Wijzigingen aan de apparatuur zijn uitsluitend met toestemming van de fabrikant toegestaan. AUMA zwenkaandrijvingen zijn bestemd voor het bedienen van industriële afsluiters, zoals vlinderkleppen en kogelkranen. De hier beschreven apparatuur is bedoeld voor de toepassing binnen explosiegevaarlijke omgevingen in de zones 1, 2, 21 en 22. Indien aan de afsluiterflens resp. de afsluiterspindel temperaturen > 40 C te verwachten zijn (bijv. door hete media), dient overleg met de fabriek plaats te vinden. Bij het beschouwen van de temperatuur van aandrijvingen met betrekking tot de niet-elektrische explosiebeveiliging is met temperaturen > 40 C geen rekening gehouden. Andere toepassingen zijn uitsluitend met uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de fabrikant toegestaan. De volgende toepassingen zijn bijvoorbeeld niet toegestaan: Vloertransportmiddelen volgens EN ISO 3691 Hijs- en hefmateriaal volgens EN Personenliften volgens DIN en Goederenliften volgens EN 81-1/A1 Roltrappen Continu bedrijf Onderaardse inbouw Langdurige onderdompeling in water (beschermingsklasse in acht nemen) Explosiegevaarlijke omgevingen in de zone 0 en 20 Explosiegevaarlijke omgevingen van de groep I (mijnbouw) Met straling belaste zones binnen nucleaire installaties De fabrikant is niet aansprakelijk voor schaden, die voortvloeien uit ondeskundig gebruik van de aandrijvingen en/of gebruik voor andere doeleinden dan waarvoor de aandrijvingen bestemd zijn. Tot een juist gebruik van het product behoort ook het inachtnemen van deze bedieningsinstructies. Informatie Deze bedieningsinstructies gelden voor de standaarduitvoering "rechtsdraaiend sluiten". Dit betekent, dat de aangedreven as met de wijzers van de klok mee draait om de afsluiter te sluiten Waarschuwingen/aanwijzingen De hieronder weergegeven aanwijzingen met betrekking tot de veiligheid zijn bedoeld om de aandacht te vestigen op de in deze bedieningsinstructies opgenomen veiligheidsprocedures en -aanwijzingen. Elk van deze aanwijzingen wordt aangeduid met een trefwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG, LET OP), dat met het doel van de desbetreffende aanwijzing overeenstemt. Een direct gevaarlijke situatie met zeer hoog risico. Indien de waarschuwing in de wind wordt geslagen, kan de dood of zwaar lichamelijk letsel het gevolg zijn. Een mogelijk gevaarlijke situatie met middelhoog risico. Indien de waarschuwing in de wind wordt geslagen, kan de dood of zwaar lichamelijk letsel het gevolg zijn. 6

7 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Veiligheidsinstructies Een mogelijk gevaarlijke situatie met laag risico. Indien de waarschuwing in de wind wordt geslagen, kunnen lichte of middelzware verwondingen het gevolg zijn. Kan ook met betrekking tot materiële schaden worden gebruikt. Mogelijk gevaarlijke situatie. Indien de waarschuwing in de wind wordt geslagen, kunnen materiële schaden het gevolg zijn. Wordt niet bij gevaar voor persoonlijk letsel gebruikt. Structuur en typografische opbouw van de waarschuwingen Soort van gevaar en haar veroorzaker! Mogelijke gevolgen bij het niet in acht nemen (als optie) maatregel om gevaar te voorkomen overige maatregelen Het veiligheidssymbool waarschuwt voor gevaar voor verwondingen Aanwijzingen en symbolen Het signaalwoord (hier GEVAAR) geeft de mate van gevaar aan. De hieronder vermelde aanwijzingen en symbolen worden in deze instructies gebruikt: Informatie Het begrip Informatie vóór de tekst duidt op belangrijke opmerkingen en informatie. Symbool voor DICHT (afsluiter gesloten) Symbool voor OPEN (afsluiter open) Belangrijke informatie voor de volgende stap. Dit symbool geeft aan wat voor de volgende stap als voorwaarde geldt of wat voorbereid of waarop gelet dient te worden. < > Verwijzing naar meer informatie Begrippen, die tussen deze haakjes staan, verwijzen naar meerdere tekstpassages in het document met betrekking tot dit thema. Deze begrippen zijn in de index, als titel of in de inhoudsopgave aangegeven en kunnen op deze manier snel worden gevonden. 7

8 Identificatie SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Identificatie 2.1. Typeplaatje Ieder component van het toestel (aandrijving, motor) is van een typeplaatje voorzien. Afbeelding 1: Hier bevinden zich de typeplaatjes [1] Typeplaatje motor [2] Typeplaatje aandrijving [3] Extra plaatje, bijv. KKS-plaatje [4] Keuringsplaatje uitvoering explosieveiligheid Beschrijving typeplaatje aandrijving Afbeelding 2: Typeplaatje aandrijving (voorbeeld) [1] Naam van de fabrikant [2] Adres van de fabrikant [3] Typebenaming [4] Ordernummer [5] Serienummer aandrijving [6] Sluittijd in [s] voor een zwenkbeweging van 90 [7] Draaimomentbereik in de richting DICHT [8] Draaimomentbereik in de richting OPEN [9] Soort smeermiddel [10] Beschermingsklasse [11] Toel. omgevingstemperatuur [12] naar keuze door de klant als optie toe te wijzen [13] naar keuze door de klant als optie toe te wijzen [14] DataMatrix-code 8

9 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Identificatie Beschrijving keuringsplaatje uitvoering explosieveiligheid Afbeelding 3: Keuringsplaatjes uitvoering explosieveiligheid (voorbeelden) [1] Ex-symbool, CE-keurmerk, registratienummer keuringsstation [2] Ex-certificaat (nummer) Classificatie: [3] elektrische explosieveiligheid gas [4] elektrische explosieveiligheid stof [5] niet- elektrische explosieveiligheid [6] schroefdraad voor kabeldoorvoeren op de elektrische aansluiting [7] niet bezet Beschrijvingen Typebenaming Afbeelding 4: Typebenaming (voorbeeld) 1. Type en bouwgrootte aandrijving 2. Flensafmetingen 3. Ex-markering Type en bouwgrootte Deze bedieningsinstructies gelden voor de volgende typen toestellen en bouwgrootten: Zwenkaandrijvingen voor open-dicht bedrijf: SQEx 05.2, 07.2, 10.2, 12.2, 14.2 Zwenkaandrijvingen voor regelbedrijf: SQREx 05.2, 07.2, 10.2, 12.2, 14.2 Ex-markering Tabel 1: Markering voor uitvoering explosieveiligheid (met voorbeeld) / - a 3 b 1e positie: niet gebruikt 1 2e positie: motortype a b ADX of VDX: draaistroommotor AEX, ACX, VEX, VCX: wisselstroommotor 3e positie: beschermingsklasse elektrische aansluiting 3 4 Aansluitruimte Ex e verhoogde veiligheidsklasse: typen: KP, KPH of KES Aansluitruimte Ex d drukvaste behuizing: type: KES-Exd 4e positie: beschermingsklasse standmelder a b zonder intrinsiek veilig stroomcircuit stroomcircuit Ex i intrinsieke beveiliging: type: RWG Ex 5e positie: beschermingsklasse veldbus 9

10 Identificatie SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 / - a 3 b 1 1 standaard veldbus aansluiting 2 Ex nl intrinsieke veldbus aansluiting 3 Ex ic niet-intrinsieke veldbus aansluiting Ordernummer Serienummer aandrijving DataMatrix-code Aan de hand van dit nummer kan het product worden geïdentificeerd en de technischen orderrelevante gegevens van het toestel worden vastgesteld. Bij vragen over het product verzoeken wij u vriendelijk dit nummer steeds te vermelden. In het internet onder bieden wij een service aan, via welke een geautoriseerde gebruiker door het invoeren van het ordernummer orderrelevante documenten zoals schakelschemata en technische gegevens (in de Duitse en Engelse taal), het keuringsprotocol van de afname, de bedieningsinstructies en overige informatie met betrekking tot de order kan downloaden. Tabel 2: Beschrijving van het serienummer (met voorbeeld) NS e+2e positie: montageweek 05 kalenderweek 05 3e+4e positie: productiejaar 14 productiejaar: 2014 Alle overige karakters NS12345 Intern nummer voor het volkomen duidelijk identificeren van het product Met onze AUMA Support App kunt u de DataMatrix-code inscannen en krijgt daarmee als geautoriseerde gebruiker de directe toegang tot orderrelevante documenten van het product zonder dat u het order- of serienummer hoeft in te voeren. Afbeelding 5: Link naar de App-Store: 2.2. Korte omschrijving Zwenkaandrijving Definitie volgens EN ISO 5211: Een zwenkaandrijving is een aandrijving, die een draaimoment d.m.v. minder dan één volledige omwenteling op de afsluiter overbrengt. Hij hoeft geen stangkrachten op te kunnen nemen. AUMA zwenkaandrijvingen worden aangedreven door een elektromotor. Voor de handmatige bediening is de aandrijving voorzien van een handwiel. De afschakeling in de eindstanden kan weg- of draaimomentafhankelijk worden uitgevoerd. Voor de aansturing of de verwerking van de terugmeldingssignalen van de aandrijving is een besturing absoluut noodzakelijk. Aandrijvingen zonder besturingseenheid kunnen ook op een later tijdstip met een AUMA besturingseenheid worden uitgerust. Bij vragen hieromtrent dient ons ordernummer (zie typeplaatje van de aandrijving) te worden opgegeven. 10

11 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Transport, opslag en verpakking 3. Transport, opslag en verpakking 3.1. Transport Transporteer het materiaal in een stevige verpakking naar de plaats van bestemming. Zwevende last! Overlijden of zware verwondingen mogelijk. NIET onder zwevende last verblijven. Bevestig hef- en hijswerktuigen aan de behuizing en NIET aan het handwiel. Aandrijvingen, die op een afsluiter zijn gemonteerd: bevestig hef- en hijswerktuig aan de afsluiter en NIET aan de aandrijving. Aandrijvingen, die met een tandwielkast zijn samengebouwd: bevestig hef- en hijswerktuig met hijsogen aan de tandwielkast en NIET aan de aandrijving. Aandrijvingen, die van een besturingseenheid zijn voorzien: bevestig hef- en hijswerktuig aan de aandrijving en NIET aan de besturingseenheid Opslag Corrosiegevaar door verkeerde opslag! Materiaal opslaan in een goed geventileerde en droge ruimte. Materiaal beschermen tegen vocht uit de bodem door het in stellingen of op houten pallets op te slaan. Materiaal afdekken ter bescherming tegen stof en vuil. Niet-gespoten oppervlakken met geschikt anti-roestmiddel behandelen. Opslag voor langere tijd Indien het materiaal gedurende langere tijd (meer dan 6 maanden) wordt opgeslagen, dan dienen de volgende punten extra in acht te worden genomen: 1. Vóór opslag: bescherm ongespoten delen, in het bijzonder die van de aandrijfvormen en montageflenzen, tegen roest met behulp van een langdurig werkend antiroestmiddel. 2. Materiaal om de 6 maanden: op roestvorming controleren. Wederom anti-roestmiddel aanbrengen, indien de eerste tekenen van corrosie zichtbaar zijn Verpakking Onze producten worden voor het transport vanuit de fabriek door speciale verpakkingen beschermd. De verpakking bestaat uit milieuvriendelijke materialen, die op eenvoudige wijze kunnen worden gescheiden en voor recycling in aanmerking komen. Onze verpakkingsmaterialen zijn hout, karton, papier en PE-folie. Wij adviseren u recycling- en inzamelcentra te benaderen voor het afvoeren van het verpakkingsmateriaal. 11

12 Montage SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Montage 4.1. Montagepositie AUMA aandrijvingen kunnen zonder beperkingen in iedere montagepositie worden toegepast Handwiel monteren Afbeelding 6: Handwiel [1] Vulring [2] Ingaande as [3] Handwiel [4] Circlip 4.3. Zwenkaandrijving op afsluiter monteren 1. Indien noodzakelijk vulring [1] op ingaande as [2] steken. 2. Handwiel [3] op ingaande as steken. 3. Handwiel [3] met meegeleverde circlip [4] borgen. Corrosiegevaar door beschadigingen aan de verf en door vorming van condenswater! Na werkzaamheden aan het toestel eventuele lakbeschadigingen herstellen. Na de montage het toestel direct elektrisch aansluiten zodat het verwarmingelement de vorming van condenswater verminderen kan. De montage van de aandrijving op de afsluiter wordt ofwel via een koppeling (standaard) ofwel via een hefboom uitgevoerd. Voor de montage op de afsluiter in de uitvoering met voet en hefboom zijn er separate bedieningsinstructies beschikbaar. 12

13 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Montage Aansluiting afsluiter via koppeling Afmetingen Afbeelding 7: Inbouwmaten koppelbus [1] Koppelbus [2] As van de afsluiter [3] Draadstift inbus [4] Bout Tabel 3: Inbouwmaten koppelbus Type, bouwgrootte - aansluitflens X max [mm] Y max [mm] Z max [mm] SQEx/SQREx 05.2-F05/F SQEx/SQREx 07.2-F05/F SQEx/SQREx 07.2-F SQEx/SQREx 10.2-F SQEx/SQREx 10.2-F SQEx/SQREx 12.2-F SQEx/SQREx 12.2-F SQEx/SQREx 14.2-F SQEx/SQREx 14.2-F Montage Informatie: Afsluiter en aandrijving in dezelfde eindstand samenbouwen. - Bij kleppen: aanbevolen montagepositie eindstand DICHT. - Bij kogelkranen: aanbevolen montagepositie eindstand OPEN. 1. De contactvlakken van de aansluitflenzen zorgvuldig ontvetten. 2. De as van de afsluiter [2] licht invetten. 3. Aandrijving met handwiel tot de mechanische eindaanslag brengen. 4. Koppelbus [1] op de as van de afsluiter [2] plaatsen en tegen axiaal verschuiven met draadstift, borgring of bout borgen. Daarbij maten X, Y resp. Z aanhouden (zie afbeelding en tabel <Inbouwmaten koppelbus>). 5. Vertanding op de koppelbus goed invetten met zuurvrij vet. 6. Zwenkaandrijving plaatsen. Informatie: Let daarbij op de centrering (indien aanwezig) en zorg ervoor dat de flenzen geheel aanliggen. 7. Indien de flensgaten niet met de schroefdraad gelijk liggen: 7.1 handwiel iets draaien totdat de boorgaten in één lijn liggen. 7.2 Indien nodig de aandrijving op de koppelbus één tand verstellen. 13

14 Montage SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Aandrijving met bouten [4] bevestigen. Informatie: Teneinde contactcorrosie te voorkomen adviseren wij de bouten met vloeibare schroefdraadafdichting te bevestigen. De bouten [4] kruisgewijs met draaimoment volgens tabel aandraaien. Tabel 4: Aandraaimomenten voor bouten Bouten Schroefdraad M6 M8 M10 M12 M16 Aandraaimoment T A [Nm] Sterkteklasse

15 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Elektrische aansluiting 5. Elektrische aansluiting 5.1. Essentiële aanwijzingen Gevaar bij een verkeerde elektrische aansluiting Indien de waarschuwing in de wind wordt geslagen, kan de dood, zwaar lichamelijk letsel of materiële schade het gevolg zijn. De elektrische aansluiting mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Neem vóór het aansluiten de essentiële aanwijzingen in dit hoofdstuk door. Na het aansluiten, maar vóór het inschakelen van de voedingsspanning, eerst de hoofdstukken <Inbedrijfname> en <Proefdraaien> lezen. Schakelschema/ aansluitschema Het bijbehorende schakel-/aansluitschema (in de Duitse en Engelse taal) wordt bij de uitlevering samen met deze bedieningsinstructies in een weerbestendige tas aan het toestel bevestigd. Indien het schema niet meer beschikbaar is, kan het onder vermelding van het ordernummer (zie typeplaatje) worden opgevraagd, of direct van het internet ( worden gedownload. Beschadigingen aan de afsluiter bij aansluiting zonder besturing! NORM-aandrijvingen hebben een besturing nodig: motor uitsluitend via een besturing (magneetschakelaars) aansluiten. De door de afsluiterfabrikant voorgeschreven wijze van afschakeling in acht nemen. Schakelschema in acht nemen. Afschakelvertraging Beveiliging door de klant/contractor te verzorgen Beveiliging door thermische motorbeveiliging Weg- en draaimomentschakelaars Onder afschakelvertraging verstaat men het tijdsbestek tussen het activeren van de weg- of draaimomentschakelaar tot het moment dat de motor spanningsvrij is. Ter bescherming van de afsluiter en de aandrijving adviseren wij een afschakelvertraging < 50 ms. Met inachtneming van de sluittijd, de aandrijfvorm, het type afsluiter en de opbouw zijn langere afschakelvertragingstijden mogelijk. Wij adviseren de magneetschakelaar direct via de desbetreffende weg- of draaimomentschakelaar uit te schakelen. Als beveiliging tegen kortsluiting en voor het vrijschakelen van de aandrijving zijn, door de klant/contractor te verzorgen, zekeringen en lastscheiders noodzakelijk. De stroomwaarde voor de bepaling van de grootte wordt bepaald door het stroomverbruik van de motor (zie elektrische gegevensblad). Uitvoering met thermoknopen als motorbeveiliging: In overeenstemming met EN /VDE 0165 moet bij explosieveilige aandrijvingen in combinatie met de thermoknopen tevens een thermisch relais (bijv. thermische motorbeveiliging) worden toegepast. Uitvoering met PTC-weerstanden: Voor de juiste werking van temperatuursensors is een extra PTC-tripping device in de besturing noodzakelijk. Weg- en draaimomentschakelaars kunnen als enkelvoudige, tandem of drievoudige schakelaar uitgevoerd zijn. Via beide schakelcircuits (maak-/verbreekcontact) van een enkelvoudige schakelaar mag uitsluitend dezelfde spanning (potentiaal) worden geschakeld. Indien verschillende spanningen (potentialen) tegelijkertijd dienen te worden geschakeld, moeten tandemschakelaars of drievoudige schakelaars worden toegepast. Bij toepassing van tandemschakelaars/drievoudige schakelaars: Voor de signalering de voorijlende contacten DSR1, DÖL1, WSR1, WÖL1 gebruiken. Voor het afschakelen de naijlende contacten DSR, DÖL, WSR, WÖL gebruiken. 15

16 Elektrische aansluiting SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Stroomsoort, voedingsspanning en frequentie Stroomsoort, voedingsspanning en de frequentie moeten met de motorgegevens (zie typeplaatje op de motor) overeenkomen. Afbeelding 8: Typeplaatje motor (voorbeeld) [1] Stroomsoort [2] Voedingsspanning [3] Frequentie (bij draai- en wisselstroommotoren) Aansluitkabels Teneinde de isolatie van de apparatuur te waarborgen geschikte (spanningsvaste) kabels toepassen. De kabels selecteren op minimaal de hoogst voorkomende nominale spanning. Aansluitkabels met een minimaal temperatuurbereik van +80 C toepassen. Bij aansluitkabels die aan uv-straling worden blootgesteld (bijv. buiten) uvresistente kabels toepassen Aansluiting met Ex-stekkers met schroefklemmen (KP, KPH) Aansluitruimte openen Afbeelding 9: Ex-stekker KPH, KP [1] Deksel [2] Boutjes deksel [3] O-ring [4] Aansluitruimte [5] Klemmenlijst Gevaarlijke spanning! Elektrische schok mogelijk. Vóór het openen spanningsvrij schakelen. 1. Boutjes [2] losdraaien en het deksel [1] verwijderen. De aansluitruimte [4] is in de beschermingsklasse Ex e (verhoogde veiligheid) uitgevoerd. De drukvaste ruimte (beschermingsklasse Ex d) blijft daarbij gesloten. 16

17 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Elektrische aansluiting 2. Kabelwartels met een Ex e-keurmerk en geschikt voor de aansluitkabels monteren. De op het typeplaatje vermelde beschermingsklasse IP... is slechts dan gegarandeerd, indien geschikte kabelwartels worden toegepast. Voorbeeld: typeplaatje beschermingsklasse IP Kabels aansluiten 3. Niet benodigde kabelingangen met voor de beschermingsklasse geschikte en goedgekeurde blindpluggen afsluiten. 4. De aan te sluiten kabels door de kabelwartels invoeren. Tabel 5: Dwarsdoorsneden aansluitkabels en aandraaimomenten Type Vermogensklemmen (U1, V1, W1) Aardeaansluiting (PE) Signaalcontacten (1 tot 38) Dwarsdoorsneden aansluitkabels (1,5) 1) 2,5 6 mm² (flexibel of massief) 0,75 1,5 mm² (flexibel of massief) Aandraaimomenten 2 Nm 1 Nm 1) met kleine klemringen Zonder motorbescherming ontoelaatbaar hoge temperaturen aan de aandrijving mogelijk: onstekingsgevaar, explosiegevaar! De dood, zwaar lichamelijk letsel of motorschade kunnen de gevolgen zijn. Indien de motorbescherming niet is aangesloten, vervalt de aanspraak op garantie voor de motor. PTC-weerstanden resp. thermoknopen op de externe besturing aansluiten. Corrosiegevaar door vorming condenswater! Na de montage het toestel direct inbedrijfstellen zodat het verwarmingselement de vorming van condenswater verminderen kan. 1. Verwijder over een lengte van mm de mantel van de kabel. 2. Aders afstrippen. Besturing max. 8 mm, motor max. 12 mm 3. Bij flexibele kabels: eindhulzen (massakrimp) volgens DIN gebruiken. 4. Kabels volgens het schakelschema (conform opdracht) aansluiten. Informatie: 2 aders per klem is toegestaan. Bij toepassing van motorkabels met een kabeldoorsnede van 1,5 mm²: voor het aansluiten op de klemmen U1, V1, W1 en PE kleine klemringen toepassen (de kleine klemringen bevinden zich bij uitlevering in het deksel van de E-aansluiting). 17

18 Elektrische aansluiting SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Bij verkeerd aansluiten: gevaarlijke spanning bij NIET aangesloten aardebus! Elektrische schok mogelijk. Alle aardkabels aansluiten. Aardebus op de externe aardkabel van de aansluitkabel aansluiten. Toestel uitsluitend met aangesloten aardkabel inbedrijfstellen! 5. Aardkabel stevig op de aardebus vastschroeven. Afbeelding 10: Aardebus [1] Aardebus (PE) besturingskabel [2] Aardebus (PE) motorkabel Informatie Sommige aandrijvingen beschikken over een motorverwarming (extra accessoire). De motorverwarming reduceert de vorming van condenswater in de motor Aansluitruimte sluiten Afbeelding 11: Ex-stekker KPH, KP [1] Deksel [2] Boutjes deksel [3] O-ring [4] Aansluitruimte [5] Klemmenlijst 1. Pasvlakken van het deksel [1] en de behuizing schoonmaken. 2. Controleer of de O-ring [3] in goede staat is. Indien beschadigd door een nieuw exemplaar vervangen. 3. O-ring met zuurvrij vet (bijv. vaseline) licht invetten en juist plaatsen. 4. Deksel [1] plaatsen en boutjes [2] gelijkmatig en kruisgewijs vastdraaien. 5. Kabelwartels met het voorgeschreven draaimoment vastdraaien, zodat de desbetreffende beschermingsklasse gewaarborgd is. 18

19 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Elektrische aansluiting 5.3. Aansluiting met Ex-stekkers met serieklemmen (KES) Aansluitruimte openen Afbeelding 12: Ex-stekker: links KES, rechts KES-drukvast [1] Deksel [2] Boutjes deksel [3] O-ring [4] Aansluitruimte: Beschermingsklasse Ex e [5] Aansluitruimte: Beschermingsklasse Ex d [6] Behuizing Gevaarlijke spanning! Elektrische schok mogelijk. Vóór het openen spanningsvrij schakelen. 1. Boutjes [2] losdraaien en het deksel [1] verwijderen. De aansluitruimte [4] resp. [5] is in de beschermingsklasse Ex e (verhoogde veiligheid) of in de beschermingsklasse Ex d (drukvaste behuizing) uitgevoerd. De drukvaste binnenruimte van de aandrijving (Ex d) blijft daarbij gesloten. 2. Kabelwartels met een Ex e-keurmerk en geschikt voor de aansluitkabels monteren. De op het typeplaatje vermelde beschermingsklasse IP... is slechts dan gegarandeerd, indien geschikte kabelwartels worden toegepast. Voorbeeld: typeplaatje beschermingsklasse IP Niet benodigde kabelingangen met voor de beschermingsklasse geschikte en goedgekeurde blindpluggen afsluiten. 4. De aan te sluiten kabels ontmantelen en door de kabelwartels invoeren. 5. Kabelwartels met het voorgeschreven draaimoment vastdraaien, zodat de desbetreffende beschermingsklasse gewaarborgd is. 19

20 Elektrische aansluiting SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Kabels aansluiten Tabel 6: Dwarsdoorsneden aansluitkabels en aandraaimomenten Type Vermogensklemmen (U, V, W) Aardeaansluiting (PE) Signaalcontacten (1 tot 50) Dwarsdoorsneden aansluitkabels max. 10 mm² (flexibel of massief) max. 10 mm² (flexibel of massief) max. 2,5 mm² (flexibel), of max. 4 mm² (massief) Aandraaimomenten 1,5 1,8 Nm 3,0 4,0 Nm 0,6 0,8 Nm Zonder motorbescherming ontoelaatbaar hoge temperaturen aan de aandrijving mogelijk: onstekingsgevaar, explosiegevaar! De dood, zwaar lichamelijk letsel of motorschade kunnen de gevolgen zijn. Indien de motorbescherming niet is aangesloten, vervalt de aanspraak op garantie voor de motor. PTC-weerstanden resp. thermoknopen op de externe besturing aansluiten. Corrosiegevaar door vorming condenswater! Na de montage het toestel direct inbedrijfstellen zodat het verwarmingselement de vorming van condenswater verminderen kan. 1. Aders afstrippen. 2. Bij flexibele kabels: eindhulzen (massakrimp) volgens DIN gebruiken. 3. Kabels volgens het schakelschema (conform opdracht) aansluiten. Bij verkeerd aansluiten: gevaarlijke spanning bij NIET aangesloten aardebus! Elektrische schok mogelijk. Alle aardkabels aansluiten. Aardebus op de externe aardkabel van de aansluitkabel aansluiten. Toestel uitsluitend met aangesloten aardkabel inbedrijfstellen! 4. Aardkabel stevig op de aardebus vastschroeven. Afbeelding 13: Aardebus [1] Serieklemmen [2] Klemmenkast [3] Aardebus, symbool: Informatie Sommige aandrijvingen beschikken over een motorverwarming (extra accessoire). De motorverwarming reduceert de vorming van condenswater in de motor. 20

21 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Elektrische aansluiting Aansluitruimte sluiten Afbeelding 14: Ex-stekker: links KES, rechts KES-drukvast [1] Deksel [2] Boutjes deksel [3] O-ring [4] Aansluitruimte: Beschermingsklasse Ex e [5] Aansluitruimte: Beschermingsklasse Ex d [6] Behuizing 1. Pasvlakken van het deksel [1] en de behuizing schoonmaken. 2. Bij Ex-stekkers KES-drukvast: afdichtgroeven met een zuurvrij anti-roestmiddel conserveren. 3. Controleer of de O-ring [3] in goede staat is. Indien beschadigd door een nieuw exemplaar vervangen. 4. O-ring met zuurvrij vet (bijv. vaseline) licht invetten en juist plaatsen. Drukvaste behuizing, explosiegevaar! De dood of zwaar lichamelijk letsel kan het gevolg zijn. Deksel en onderdelen van de behuizing zorgvuldig behandelen. Afdichtgroeven mogen niet beschadigd of vervuild zijn. Deksel tijdens de montage niet scheef plaatsen. 5. Deksel [1] plaatsen en boutjes [2] gelijkmatig en kruisgewijs vastdraaien Toebehoren voor de elektrische aansluiting Optie Parkeerstekker Toepassing Parkeerstekker voor het veilig ophangen van een losgenomen stekker. Ter bescherming tegen het direct aanraken van de contacten en tegen milieu-invloeden. 21

22 Elektrische aansluiting SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Afbeelding 15: Parkeerstekker en Ex-stekker met schroefklemmen (KP/KPH) Afbeelding 16: Parkeerstekker en Ex-stekker met serieklemmen (KES) Beschermdeksel Externe aansluiting voor aarding Beschermdeksel voor de stekkerruimte, bij losgenomen stekker. De geopende aansluitruimte kan met een beschermdeksel (geen afbeelding) worden afgesloten. Op de behuizing is een externe aansluiting voor aarding (klembeugel) beschikbaar. Afbeelding 17: Externe aansluiting voor aarding 22

23 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Bediening 6. Bediening 6.1. Handmatige bediening Handmatige bediening inschakelen De zwenkaandrijving kan handmatig worden bediend bij het instellen, de inbedrijfname, in geval van het uitvallen van de motor en bij stroomuitval. Via een ingebouwd omschakelmechanisme wordt de handmatige bediening ingeschakeld. Beschadigingen aan de motorkoppeling bij een verkeerde wijze van bediening! Handmatige bediening alleen bij stilstaande motor inschakelen. 1. Drukknop indrukken. 2. Handwiel in de gewenste richting draaien. Om de afsluiter te sluiten, het handwiel met de wijzers van de klok mee draaien: de aan te drijven as (van de afsluiter) draait met de wijzers van de klok mee in de richting DICHT De handmatige bediening ontkoppelen 6.2. Motorbedrijf De handmatige bediening wordt automatisch ontkoppeld zodra de motor wordt ingeschakeld. Tijdens het motorbedrijf staat het handwiel stil. Beschadigingen aan de afsluiter door een verkeerde instelling! Voordat wordt overgegaan op motorbedrijf eerst alle instellingen van de inbedrijfname uitvoeren en proefdraaien. Voor de aansturing tijdens motorbedrijf is een besturing noodzakelijk. Dient de aandrijving ter plaatse bediend te worden, is een extra lokale bediening nodig. 1. Voedingsspanning inschakelen. 2. Om de afsluiter te sluiten, motorbedrijf in de richting DICHT inschakelen. As van de afsluiter draait met de wijzers van de klok mee in de richting DICHT. 23

24 Indicaties SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Indicaties 7.1. Mechanische standaanwijzing/indicatie aandrijving in bedrijf De mechanische standaanwijzing: geeft continu de stand van de afsluiter aan (Bij een hoekverdraaiing van 90 draait het schijfje van de mechanische standaanwijzing [2] ca. 180 ) geeft aan of de aandrijving in bedrijf is (indicatie aandrijving in bedrijf) geeft het bereiken van de eindstanden aan (via wijzer [3]) Afbeelding 18: Mechanische standaanwijzing [1] Deksel [2] Schijfje mechanische standaanwijzing [3] Pijl [4] Symbool voor de stand OPEN [5] Symbool voor de stand DICHT 24

25 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Meldingen 8. Meldingen 8.1. Terugmeldingen van de aandrijving Informatie Schakelaars kunnen als enkelvoudige schakelaar (1 NC en 1 NO), als tandemschakelaar (2 NC en 2 NO) of als drievoudige schakelaar (3 NC en 3 NO) uitgevoerd zijn. De exacte uitvoering is aangegeven in het schakelschema of op het specifieke technische gegevensblad van de desbetreffende opdracht. Terugmelding Eindstand OPEN/ DICHT bereikt Tussenstand bereikt (optie) Draaimoment OPEN/ DICHT bereikt Motorbeveiliging aangesproken Indicatie aandrijving in bedrijf (optie) Stand afsluiter (optie) Handmatige bediening actief (optie) Type en omschrijving in het schakelschema Instelling met behulp van wegschakelmechanisme Schakelaar: 1 NC en 1 NO (standaard) WSR WÖL Wegschakelaar Sluiten Rechtsom Wegschakelaar Openen Linksom Instelling met behulp van DUO-wegschakelmechanisme Schakelaar: 1 NC en 1 NO (standaard) WDR WDL Wegschakelaar DUO Rechtsom Wegschakelaar DUO Linksom Instelling met behulp van draaimomentsensoren Schakelaar: 1 NC en 1 NO (standaard) DSR DÖL draaimomentsensor Sluiten Rechtsom draaimomentsensor Openen Linksom Afhankelijk van de uitvoering door thermoknopen of PTC-weerstanden F1, Th R3 Thermoknoop PTC-weerstand Schakelaar: 1 NC (standaard) S5, BL Signaalgever Afhankelijk van de uitvoering door potentiometer of elektronische standmelder EWG/RWG R2 R2/2 B1/B2, EWG/RWG B3/B4, EWG/RWG Potentiometer Potentiometer in tandemuitvoering (optie) 3- of 4-draadssysteem (0/4 20 ma) 2-draadssysteem (4-20 ma) Schakelaar 25

26 Inbedrijfname SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Inbedrijfname 9.1. Eindaanslagen in de zwenkaandrijving De interne eindaanslagen begrenzen de hoekverdraaiing. Zij beschermen de afsluiter indien het wegschakelmechanisme niet functioneert. Het instellen van de eindaanslagen wordt normaliter door de afsluiterfabrikant verzorgd, voordat de afsluiter in de leiding wordt gemonteerd. Niet-afgeschermde, draaiende onderdelen (kleppen/kranen) op de afsluiter! Beknellingen en beschadigingen door afsluiter resp. aandrijving. Eindaanslagen mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden ingesteld. Instelbouten [2] en [4] nimmer compleet verwijderen, omdat er anders vet kan uittreden. Maat T min. in acht nemen. Informatie De in de fabriek ingestelde zwenkhoek is op het typeplaatje weergegeven. De volgorde van instellen is afhankelijk van het type afsluiter: - advies bij kleppen: eerst de eindaanslag DICHT instellen. - advies bij kogelkranen: eerst de eindaanslag OPEN instellen. Afbeelding 19: Eindaanslag [1] Schroefplug eindaanslag OPEN [2] Stelbout eindaanslag OPEN [3] Schroefplug eindaanslag DICHT [4] Stelbout eindaanslag DICHT Maten/bouwgrootte T (bij 90 ) T min

27 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Inbedrijfname Eindaanslag DICHT instellen 1. Schroefplug [3] verwijderen. 2. Met het handwiel de afsluiter in eindstand DICHT brengen. 3. Indien de eindstand van de afsluiter niet wordt bereikt: de stelbout [4] iets tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien totdat de eindstand DICHT van de afsluiter veilig kan worden ingesteld. Het met de wijzers van de klok mee draaien (rechtsom) van de stelbout [4] heeft een kleinere hoekverdraaiing (zwenkhoek) tot gevolg. Het tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien van de stelbout [4] heeft een grotere hoekverdraaiing (zwenkhoek) tot gevolg. 4. De stelbout [4] met de wijzers van de klok mee (rechtsom) tot aan de aanslag draaien Eindaanslag OPEN instellen Daarmee is de eindaanslag DICHT ingesteld. 5. De O-ring in de schroefplug controleren, indien beschadigd vervangen. 6. De schroefplug [3] indraaien en vastdraaien. Aansluitend op deze instelling kan direct de eindstandherkenning DICHT worden ingesteld. Informatie De eindaanslag OPEN hoeft normaliter niet meer te worden ingesteld. 1. Schroefplug [1] verwijderen. 2. Met het handwiel de afsluiter in de eindstand OPEN brengen. 3. Indien de eindstand van de afsluiter niet wordt bereikt: de stelbout [2] iets tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien totdat de eindstand OPEN van de afsluiter veilig kan worden ingesteld. Het met de wijzers van de klok mee draaien (rechtsom) van de stelbout [2] heeft een kleinere hoekverdraaiing (zwenkhoek) tot gevolg. Het tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien van de stelbout [2] heeft een grotere hoekverdraaiing (zwenkhoek) tot gevolg. 4. De stelbout [2] met de wijzers van de klok mee (rechtsom) tot aan de aanslag draaien Schakelruimte openen Daarmee is de eindaanslag OPEN ingesteld. 5. De O-ring in de schroefplug controleren, indien beschadigd vervangen. 6. De schroefplug [1] indraaien en vastdraaien. Aansluitend op deze instelling kan direct de eindstandherkenning OPEN worden ingesteld. Voor de hieronder vermelde instellingen (opties) moet de schakelruimte worden geopend. 27

28 Inbedrijfname SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Drukvaste behuizing, explosiegevaar! De dood of zwaar lichamelijk letsel kan het gevolg zijn. Voor het openen controleren of, en waarborgen dat, de omgeving gasvrij en vrij van spanning is. Deksel en onderdelen van de behuizing zorgvuldig behandelen. Afdichtgroeven mogen niet beschadigd of vervuild zijn. Deksel tijdens de montage niet scheef plaatsen. 1. Bouten [2] losdraaien en het deksel [1] van de schakelruimte wegnemen. Afbeelding 20: 2. Indien een schijfje mechanische standaanwijzing [3] aanwezig is: schijfje [3] met behulp van een steeksleutel (als hefboom) loswippen. Informatie: Om lakbeschadigingen te voorkomen kan bijv. een zachte lap onder de steeksleutel worden gehouden. Afbeelding 21: 9.3. Draaimomentmechanisme instellen Indien het hier ingestelde afschakelmoment wordt bereikt dan worden de draaimomentschakelaars geactiveerd (beveiliging tegen overbelasting van de afsluiter). Informatie Ook tijdens handmatige bediening kan het draaimomentmechanisme worden aangesproken. 28

29 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Inbedrijfname Beschadigingen aan de afsluiter bij een te hoge instelling van het afschakelmoment! Het afschakelmoment dient op de afsluiter te zijn afgestemd. Wijzigingen aan de instelling uitsluitend met toestemming van de afsluiterfabrikant uitvoeren. Afbeelding 22: Meetkoppen draaimoment [1] Meetkop zwart voor draaimoment richting DICHT [2] Meetkop wit voor draaimoment richting OPEN [3] Borgschroeven [4] Schaalschijfje 1. Beide borgschroefjes [3] van de wijzerschijf verwijderen. 2. Door het schaalschijfje [4] te draaien kan het benodigde draaimoment worden ingesteld (1 da Nm = 10 Nm). Voorbeeld: - meetkop zwart ingesteld op ca. 25 da Nm 250 Nm voor richting DICHT - meetkop wit ingesteld op ca. 20 da Nm 200 Nm voor richting OPEN 3. Borgschroefjes [3] weer vastdraaien. Informatie: Maximaal aandraaimoment: 0,3 0,4 Nm Het draaimomentmechanisme is nu ingesteld Wegschakelmechanisme instellen Het wegschakelmechanisme registreert de stelweg. Bij het bereiken van de ingestelde stand wordt de schakelaar aangesproken. 29

30 Inbedrijfname SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Afbeelding 23: Instellingselementen voor het wegschakelmechanisme Zwart veld: [1] Instelspindel: Eindstand DICHT [2] Wijzer: Eindstand DICHT [3] Punt: Eindstand DICHT ingesteld Wit veld: [4] Instelspindel: Eindstand OPEN [5] Wijzer: Eindstand OPEN [6] Punt: Eindstand OPEN ingesteld Eindstand DICHT (zwart veld) instellen Eindstand OPEN (wit veld) instellen 1. Inschakelen van handmatige bediening. 2. Het handwiel met de wijzers van de klok meedraaien totdat de afsluiter is gesloten. 3. Instelspindel [1] continu ingedrukt houden en met behulp van een schroevendraaier in de richting van de pijl draaien; let daarbij op de wijzer [2]: onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar ratelen springt de wijzer [2] steeds 90 verder. 4. Staat de wijzer [2] 90 voor punt [3]: dan alleen nog langzaam verder draaien. 5. Springt de wijzer [2] naar het punt [3]: niet meer draaien en de instelspindel loslaten. De eindstand DICHT is nu ingesteld. 6. Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer): de instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure herhalen. 1. Inschakelen van handmatige bediening. 2. Het handwiel tegen de wijzers van de klok in draaien, totdat de afsluiter geheel geopend is. 3. Instelspindel [4] (afbeelding) continu ingedrukt houden en met behulp van een schroevendraaier in de richting van de pijl draaien; let daarbij op de wijzer [5]: onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar ratelen springt de wijzer [5] steeds 90 verder. 4. Staat de wijzer [5] 90 voor punt [6]: dan alleen nog langzaam verder draaien. 5. Springt de wijzer [5] naar het punt [6]: niet meer draaien en de instelspindel loslaten. De eindstand OPEN is nu ingesteld. 6. Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer): de instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure herhalen. 30

31 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Inbedrijfname 9.5. Tussenstanden instellen Optie Aandrijvingen voorzien van een DUO-wegschakelmechanisme beschikken over twee tussenstandschakelaars. Per richting kan één tussenstand worden ingesteld. Afbeelding 24: Instellingselementen voor het wegschakelmechanisme Zwart veld: [1] Instelspindel: Richting DICHT [2] Wijzer: Richting DICHT [3] Punt: Tussenstand DICHT ingesteld Wit veld: [4] Instelspindel: Richting OPEN [5] Wijzer: Richting OPEN [6] Punt: Tussenstand OPEN ingesteld Richting DICHT (zwart veld) instellen Richting OPEN (wit veld) instellen 1. Afsluiter, in de richting DICHT, in de gewenste tussenstand brengen. 2. Indien te ver werd gedraaid: afsluiter weer terugdraaien en tussenstand opnieuw in de richting DICHT benaderen. Informatie: Gebruik bij het instellen van de tussenstand dezelfde draairichting als later tijdens elektrisch bedrijf. 3. Instelspindel [1] continu ingedrukt houden en met behulp van een schroevendraaier in de richting van de pijl draaien, daarbij op wijzer [2] letten: onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar ratelen springt de wijzer [2] steeds 90 verder. 4. Staat de wijzer [2] 90 voor punt [3]: dan alleen nog langzaam verder draaien. 5. Springt de wijzer [2] naar het punt [3]: niet meer draaien en de instelspindel loslaten. De tussenstand in de richting DICHT is nu ingesteld. 6. Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer): de instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure herhalen. 1. Afsluiter, in de richting OPEN, in de gewenste tussenstand brengen. 2. Indien te ver werd gedraaid: afsluiter weer terugdraaien en tussenstand opnieuw in de richting OPEN benaderen (gebruik bij het instellen van de tussenstand dezelfde draairichting als later tijdens elektrisch bedrijf). 31

32 Inbedrijfname SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Instelspindel [4] continu ingedrukt houden en met behulp van een schroevendraaier in de richting van de pijl draaien, daarbij op wijzer [5] letten: onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar ratelen springt de wijzer [5] steeds 90 verder. 4. Staat de wijzer [5] 90 voor punt [6]: dan alleen nog langzaam verder draaien. 5. Springt de wijzer [5] naar het punt [6]: niet meer draaien en de instelspindel loslaten. De tussenstand in de richting OPEN is nu ingesteld. 6. Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer): de instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure herhalen Proefdraaien Pas als alle hiervoor beschreven instellingen zijn uitgevoerd mag met proefdraaien worden begonnen Draairichting controleren Beschadigingen aan de afsluiter in geval van een verkeerde draairichting! Bij een verkeerde draairichting direct uitschakelen. Fasenvolgorde corrigeren. Het proefdraaien herhalen. 1. Aandrijving handmatig in de tussenstand, resp. op voldoende afstand van de eindstand, brengen. 2. Aandrijving in de richting DICHT inschakelen en vervolgens de draairichting (schijfje mechanische standaanwijzing) observeren. Voor het bereiken van de eindstand afschakelen. De draairichting is correct wanneer de aandrijving in de richting DICHT beweegt en het schijfje van de mechanische standaanwijzing tegen de wijzers van de klok in draait Wegschakelmechanisme controleren 1. Aandrijving handmatig in de beide eindstanden van de afsluiter brengen. Het wegschakelmechanisme is juist ingesteld, als: - schakelaar WSR in eindstand DICHT schakelt - schakelaar WÖL in eindstand OPEN schakelt - de schakelaars na het terugdraaien van het handwiel de contacten weer vrijgeven. 2. Indien de eindstanden verkeerd zijn ingesteld: wegschakelmechanisme opnieuw instellen. 32

33 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Inbedrijfname 9.7. Elektronische positioner EWG 01.1 Technische gegevens 3. Indien de eindstanden juist zijn ingesteld en geen opties (zoals bijv. potentiometer, standmelder) aanwezig zijn: schakelruimte sluiten. Optie De elektronische wegsensor EWG 01.1 strekt tot vaststelling van de stand op afstand of algemeen tot terugmelding van de stand van de afsluiter. Hij genereert, op basis van de van de Hall-sensoren (wegopnemers) ontvangen gegevens omtrent de actuele stand, een stroomsignaal van 0-20 ma of 4-20 ma. Tabel 7: EWG 01.1 Gegevens 3- en 4-draadssysteem 2-draadssysteem Uitgangsstroom I a 0 20 ma, 4 20 ma 4 20 ma Voedingsspanning U 1) V 24 V DC (18 32 V) 24 V DC (18 32 V) Max. stroomverbruik LED uit = 26 ma, LED aan = 27 ma 20 ma Max. weerstandsbelasting R B 600 Ω (U V 12 V)/20 ma Invloed van de 0,1 % voedingsspanning Invloed van de weerstandsbelasting Invloed van de temperatuur Omgevingstemperatuur 2) 0,1 % < 0,1 /K -60 C tot +80 C 1) 2) Voedingsspanning mogelijk via: meld- en stuureenheden AC, AM of externe voedingsadapter Afhankelijk van het temperatuurbereik van de aandrijving: zie typeplaatje Instelelementen De EWG bevindt zich in het huis van de aandrijving. Voor het instellen dient de schakelruimte te worden geopend. Zie <Huis van de aandrijving openen>. Alle instellingen worden via de beide knoppen [S1] en [S2] uitgevoerd. Afbeelding 25: Zicht op meld- en stuureenheid bij geopend huis van de aandrijving [S1] Knop: 0/4 ma instellen [S2] Knop: 20 ma instellen LED optische hulp voor het instellen [1] Meetpunt (+) 0/4 20 ma [2] Meetpunt ( ) 0/4 20 ma Op de meetpunten [1] en [2] kan de uitgangsstroom (meetbereik 0 20 ma) worden gecontroleerd. 33

34 Inbedrijfname SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Tabel 8: Kort overzicht knopfuncties Knop [S1] + [S2] [S1] [S2] Functie 5 sec. tegelijkertijd indrukken: Instelmodus activeren 3 sec. in de instelmodus indrukken: 4 ma instellen 6 sec. in de instelmodus indrukken: 0 ma instellen 3 sec. in bedrijf indrukken: LED signalering eindstanden in-/uitschakelen in eindstand aantippen: stroomwaarde met 0,02 ma reduceren 3 sec. in de instelmodus indrukken: 20 ma instellen 3 sec. in bedrijf indrukken: LED signalering eindstanden in-/uitschakelen in eindstand aantippen: stroomwaarde met 0,02 ma verhogen Meetbereik instellen Teneinde in te kunnen stellen dient de voedingsspanning op de positioner aanwezig te zijn. Informatie Er kan zowel een meetbereik van 0/4 20 ma alsook een meetbereik van 20 0/4 ma (invers bedrijf) worden ingesteld. Het meetbereik (normaal of invers bedrijf) wordt bij het instellen door middel van de toewijzing van de knoppen S1/S2 aan de eindstanden bepaald. Het activeren van de instelmodus wist de instelling in beide eindstanden en stelt de uitgangsstroom op een waarde van 3,5 ma in. Na het activeren dienen beide eindwaarden (0/4 en 20 ma) opnieuw te worden ingesteld. Bij een onbedoeld verkeerde instelling kan op ieder moment door het opnieuw activeren van de instelmodus (tegelijkertijd indrukken van [S1] en [S2]) de instelling worden gereset. Instelmodus activeren 1. Beide knoppen [S1] en [S2]) tegelijkertijd indrukken en ca. 5 seconden lang ingedrukt houden: De LED geeft door een pulserend dubbel knipperen aan dat de instelmodus correct is geactiveerd: Bij een andere LED-knippervolgorde (enkelvoudig/drievoudig knipperen): Zie <Fouten bij de inbedrijfstelling>. Meetbereik instellen 2. Afsluiter in één van de eindstanden (DICHT/OPEN) bewegen. 3. Gewenste uitgangsstroom (0/4 ma resp. 20 ma) instellen: voor 4 ma: [S1] ca. 3 seconden ingedrukt houden, totdat LED langzaam knippert. voor 0 ma: [S1] ca. 6 seconden ingedrukt houden, totdat LED snel knippert. voor 20 ma: [S2] ca. 3 seconden ingedrukt houden, totdat LED brandt. 4. Afsluiter in de tegenovergestelde eindstand bewegen. De in de eindstand ingestelde waarde (0/4 ma resp. 20 ma) wijzigt zich tijdens de beweging in de instelmodus niet. 5. Instelling in de 2e eindstand op dezelfde manier uitvoeren. 34

35 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Inbedrijfname Stroomwaarden aanpassen 6. Beide eindstanden nog eenmaal aansturen teneinde de instelling te controleren. Indien het meetbereik niet is in te stellen: Zie <Fouten bij de inbedrijfstelling>. Indien de stroomwaarden (0/4/20 ma) niet kloppen: Zie <Stroomwaarden aanpassen>. Indien de stroomwaarde fluctueert (bijv. 4,0 4,2 ma): <LED signalering eindstanden> uitschakelen. De in de eindstanden ingestelde stroomwaarden (0/4/20 ma) kunnen op ieder moment worden aangepast. Gebruikelijke waarden zijn bijv. 0,1 ma (in plaats van 0 ma) of 4,1 ma (in plaats van 4 ma). Informatie Indien de stroomwaarde fluctueert (bijv. tussen 4,0 4,2 ma) dan dient de <LED signalering eindstanden> voor de aanpassing van de stroomwaarde te worden uitgeschakeld. Afsluiter in de gewenste eindstand (DICHT/OPEN) bewegen. Stroomwaarde reduceren: knop [S1] indrukken (met iedere druk op de knop wordt de stroom met 0,02 ma gereduceerd) Stroomwaarde verhogen: Knop [S2] (met iedere druk op de knop wordt de stroom met 0,02 ma verhoogd) LED signalering eindstanden in-/uitschakelen De LED kan zo worden ingesteld dat zij het bereiken van de eindstanden door knipperen resp. branden signaleert of dat zij in de eindstanden uit blijft. Tijdens de instelmodus is de signalering van de eindstanden ingeschakeld. In-/uitschakelen 1. Afsluiter in één van de eindstanden (DICHT/OPEN) bewegen. 2. Knop [S1] of [S2] ca. 3 seconden ingedrukt houden. De signalering van de eindstanden wordt in- resp. uitgeschakeld. Tabel 9: LED gedrag bij ingeschakelde signalering van de eindstanden ingestelde uitgangsstroom 4 ma 0 ma 20 ma LED gedrag in de eindstand LED knippert langzaam LED knippert snel LED brandt 9.8. Potentiometer Instelelementen Optie De potentiometer functioneert als stelwegsensor en strekt tot vaststelling van de stand van de afsluiter. De potentiometer bevindt zich in het huis van de aandrijving. Voor het instellen dient de schakelruimte te worden geopend. Zie <Huis van de aandrijving openen>. De instelling wordt via de potentiometer [1] uitgevoerd. 35

36 Inbedrijfname SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Afbeelding 26: Bovenaanzicht meld- en stuureenheid Potentiometer instellen [1] Potentiometer Informatie Doordat het tandwielkastje niet traploos functioneert, wordt niet altijd de totale weerstand/slag in aanspraak genomen. Derhalve dient in een externe mogelijkheid tot afregelen (instelpotentiometer) te worden voorzien. 1. Afsluiter in de eindstand DICHT brengen. 2. Potentiometer [1] met de wijzers van de klok (rechtsom) tot aan de aanslag mee draaien. Eindstand DICHT komt overeen met 0 % Eindstand OPEN komt overeen met 100 % 3. Potentiometer [1] weer iets terugdraaien. 4. Exacte afstelling van het 0-punt met een externe instelpotentiometer (voor signalering op afstand) uitvoeren Elektronische positioner RWG Technische gegevens Optie De elektronische positioner RWG strekt tot vaststelling van de stand van de afsluiter. Hij genereert, op basis van de van de potentiometer (wegopnemer) ontvangen gegevens omtrent de actuele stand, een stroomsignaal van 0 20 ma of 4 20 ma. Tabel 10: RWG 4020 Gegevens Uitgangsstroom I a Voedingsspanning U 1) V Max. stroomverbruik 3- en 4-draadssysteem 0 20 ma, 4 20 ma 24 V DC (18 32 V) 24 ma bij 20 ma uitgangssignaal Max. weerstandsbelasting R B 600 Ω Invloed van de 0,1 %/V voedingsspanning Invloed van de weerstandsbelasting Invloed van de temperatuur Omgevingstemperatuur 2) Melderpotentiometer 0,1 %/(0 600 Ω) 2-draadssysteem 4 20 ma 14 V DC + (I x R B ), max. 30 V 20 ma (U V 14 V)/20 ma 0,1 %/V < 0,3 /K 0,1 %/100 Ω -60 C tot +80 C 5 kω 1) 2) Voedingsspanning mogelijk via: meld- en stuureenheden AC, AM of externe voedingsadapter Afhankelijk van het temperatuurbereik van de aandrijving: zie typeplaatje Instelelementen De RWG bevindt zich in het huis van de aandrijving. Voor het instellen dient de schakelruimte te worden geopend. Zie <Huis van de aandrijving openen>. De instelling wordt via de drie potentiometers [1], [2] en [3] uitgevoerd. 36

37 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Inbedrijfname Afbeelding 27: Zicht op meld- en stuureenheid bij geopend huis van de aandrijving Meetbereik instellen [1] Potentiometer (stelwegsensor) [2] Potentiometer min. (0/4 ma) [3] Potentiometer max. (20 ma) [4] Meetpunt (+) 0/4 20 ma [5] Meetpunt ( ) 0/4 20 ma Mechanische standaanwijzing instellen Op de meetpunten [4] en [5] kan de uitgangsstroom (meetbereik 0 20 ma) worden gecontroleerd. Teneinde in te kunnen stellen dient de voedingsspanning op de positioner aanwezig te zijn. 1. Afsluiter in de eindstand DICHT brengen. 2. Meetinstrument voor 0 20 ma op de meetpunten [4 en 5] aansluiten. Indien geen waarde meetbaar is: Controleren of externe last op de aansluiting van de klant XK is aangesloten (bij standaard bekabeling: klemmen 23/24). Max. weerstandsbelasting R B in acht nemen. Of brug op de aansluiting van de klant XK aanbrengen (bij standaard bekabeling: klemmen 23/24). 3. Potentiometer [1] met de wijzers van de klok mee (rechtsom) tot aan de aanslag draaien. 4. Potentiometer [1] weer iets terugdraaien. 5. Potentiometer [2] naar rechts draaien totdat de waarde van de uitgaande stroom stijgt. 6. Potentiometer [2] terugdraaien totdat de volgende waarde is bereikt: - bij 0 20 ma ca. 0,1 ma - bij 4 20 ma ca. 4,1 ma Hierdoor is gewaarborgd dat het elektrische 0-punt op de juiste wijze wordt afgesteld. 7. Afsluiter in de eindstand OPEN brengen. 8. Met potentiometer [3] op de eindwaarde 20 ma instellen. 9. De afsluiter opnieuw in de eindstand DICHT brengen en de minimale waarde (0,1 ma of 4,1 ma) controleren. Indien nodig een correctie uitvoeren. 1. Schijfje mechanische standaanwijzing op de as plaatsen. 2. Afsluiter in de eindstand DICHT brengen. 37

38 Inbedrijfname SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Onderste schijfje van de mechanische standaanwijzing verdraaien, totdat symbool (DICHT) met pijl op het deksel in lijn ligt. 4. Aandrijving in de eindstand OPEN brengen. 5. Onderste schijfje van de mechanische standaanwijzing vasthouden en de bovenste schijf met symbool (OPEN) verdraaien, totdat deze met de pijl op het deksel in lijn ligt Schakelruimte sluiten 6. Afsluiter nog eenmaal in de eindstand DICHT brengen. 7. Instelling controleren: Indien het symbool (DICHT) niet meer met de pijl op het deksel in lijn ligt: instelling herhalen. Corrosiegevaar door beschadigingen aan de verf! Na werkzaamheden aan het toestel eventuele lakbeschadigingen herstellen. 1. Pasvlakken van het deksel en de behuizing schoonmaken. 2. Afdichtgroeven met een zuurvrij anti-roestmiddel conserveren. 3. Controleren, of de O-ring (3) in goede staat is; indien beschadigd, O-ring door een nieuw exemplaar vervangen. 4. O-ring (3) met zuurvrij vet (bijv. vaseline) licht invetten en op een juiste wijze plaatsen. 38

39 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Inbedrijfname Drukvaste behuizing, explosiegevaar! De dood of zwaar lichamelijk letsel kan het gevolg zijn. Deksel en onderdelen van de behuizing zorgvuldig behandelen. Afdichtgroeven mogen niet beschadigd of vervuild zijn. Deksel tijdens de montage niet scheef plaatsen. 5. Deksel [1] op de schakelruimte plaatsen. 6. Bouten [2] gelijkmatig en kruisgewijs vastdraaien. 39

40 Verhelpen van storingen SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Verhelpen van storingen Fouten bij de inbedrijfstelling Tabel 11: Fouten bij de inbedrijfstelling Fout Omschrijving/oorzaak De mechanische standaanwijzing Het tandwielkastje past niet bij de kan niet worden ingesteld. omwentelingen/slag van de aandrijving. Aandrijving beweegt ondanks ingestelde wegschakelmechanisme tot in de eindaanslag van de afsluiter. Op de meetpunten van de RWG is geen waarde meetbaar. Bij het instellen van het wegschakelmechanisme werd geen rekening gehouden met de naloop. De naloop ontstaat door het doorduwen van het eigen gewicht van de aandrijving en de afsluiter en de afschakelvertraging van de besturingseenheid. De stroomlus over de RWG is open. (De standmelding 0/4 20 ma functioneert alleen indien de stroomlus over de RWG is gesloten.) Het meetbereik 0/4 20 ma resp. Het tandwielkastje past niet bij de de maximale waarde 20 ma op omwentelingen/slag van de aandrijving. de positioner kan niet worden ingesteld resp. levert een verkeerde waarde. Het meetbereik 0/4 20 ma op de positioner EWG kan niet worden ingesteld. Weg- en/of draaimomentsensoren schakelen niet. Schakelaar controleren De LED op de EWG knippert in de instelmodus a) enkelvoudig of b) drievoudig: a) EWG is niet gekalibreerd. b) De magneetposities van de EWG zijn verschoven. Schakelaar/s defect of verkeerd ingesteld. Oplossing Overbrengingsverhouding van het tandwielkastje instellen. Naloop bepalen: Naloop = het traject dat afgelegd wordt tussen het moment van uitschakeling en stilstand. Wegschakelmechanisme opnieuw instellen en daarbij rekening houden met naloop (het handwiel zoveel als de naloop bedraagt terug draaien). Draadbrug over RWG op XK (klemmen 23/24) plaatsen. Externe last op XK aansluiten, bijv. terugmelding op afstand. Maximale weerstandsbelasting R B in acht nemen. Overbrengingsverhouding van het tandwielkastje instellen. Met AUMA Service contact opnemen. De instelling controleren, eventueel de eindstanden opnieuw instellen. Zie <Schakelaar controleren>, eventueel schakelaar vervangen. Met behulp van de rode testknoppen [1] en [2] kunnen de schakelaars met de hand worden bediend: 1. Testknop [1] in de pijlrichting DSR draaien: draaimomentsensor DICHT wordt in werking gesteld. 3. Testknop [2] in de pijlrichting DÖL draaien: draaimomentsensor OPEN wordt in werking gesteld. Indien in de aandrijving een DUO-wegschakelmechanisme (optie) is gemonteerd, worden met de draaimomentsensoren tevens tegelijkertijd de tussenstandschakelaars WDR en WDL geactiveerd. 1. Testknop [1] in de pijlrichting WSR draaien: wegschakelaar DICHT wordt in werking gesteld. 40

41 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Verhelpen van storingen Motorbeveiliging (thermische bewaking) Gedrag in geval van storing Mogelijke oorzaken Oplossing 2. Testknop [2] in de pijlrichting WÖL draaien: wegschakelaar OPEN wordt in werking gesteld. Ter bescherming tegen oververhitting en ontoelaatbaar hoge oppervlaktetemperaturen van de aandrijving zijn in de motorwikkeling PTC-weerstanden of thermoknopen geïntegreerd. Deze worden geactiveerd zodra de maximaal toelaatbare temperatuur van de wikkelingen is bereikt. Bij een juiste verwerking van de signalen in de besturing wordt de aandrijving gestopt, verder draaien is pas mogelijk nadat de motor afgekoeld is. Overbelasting, looptijdoverschrijding, teveel schakelbewegingen, te hoge omgevingstemperatuur. Oorzaak zoeken, indien mogelijk probleem oplossen. 41

42 Reparatie en onderhoud SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Reparatie en onderhoud Beschadigingen door ondeskundig onderhoud! Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Dit personeel dient daartoe door de gebruiker van de installatie of door de contractor geautoriseerd te zijn. Wij adviseren u voor dergelijke werkzaamheden contact op te nemen met onze serviceafdeling. Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd als de apparatuur niet in bedrijf is. AUMA Service & Support AUMA biedt een uitgebreid servicepakket aan zoals bijv. reparatie en onderhoud, maar ook scholingen voor het personeel van de klant. Een overzicht van de adressen van de AUMA vestigingen treft u aan onder <Adressen> en op internet ( Preventieve maatregelen voor het onderhoud en een veilig gebruik Scheiding van het net De hieronder vermelde maatregelen zijn noodzakelijk om de veilige werking van het product tijdens het gebruik te garanderen: Zes maanden na inbedrijfname en vervolgens jaarlijks Visuele controle uitvoeren: kabelingangen, kabelwartels, blindpluggen enz. op juiste positie en dichtheid controleren. Draaimomenten conform de voorschiften van de fabrikant aanhouden. Montagebouten tussen aandrijving en afsluiter/tandwielkast controleren. Indien noodzakelijk met de in het hoofdstuk <Montage> aangegeven draaimomenten voor bouten aandraaien. Indien de aandrijving zelden wordt gebruikt: proefdraaien. Bij beschermingsklasse IP68 Na een onderdompeling: Aandrijving controleren. Indien water is binnengedrongen, lekkages localiseren en verhelpen, het toestel vakkundig drogen en op goed functioneren controleren. Als de aandrijving bijv. voor service-werkzaamheden van de afsluiter gedemonteerd moet worden, kan de scheiding van het net plaatsvinden zonder de bekabeling los te maken. Drukvaste behuizing, explosiegevaar! De dood of zwaar lichamelijk letsel kan het gevolg zijn. Voor het openen controleren of, en waarborgen dat, de omgeving gasvrij en vrij van spanning is. Deksel en onderdelen van de behuizing zorgvuldig behandelen. Afdichtgroeven mogen niet beschadigd of vervuild zijn. Deksel tijdens de montage niet scheef plaatsen. 42

43 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Reparatie en onderhoud Afbeelding 28: boven: KP/KPH, beneden: KES [1] Deksel [2] Bouten behorende bij de behuizing [3] O-ring [4] Aansluitruimte [5] Klemmenlijst (KP, KPH) [6] Behuizing (KES) Stekker losnemen: 1. Bouten (2) losdraaien. 2. Stekkerdeel losnemen. Het stekkerdeksel [1] en de klemmenlijst [5] resp. de behuizing [6] blijven met elkaar verbonden. 3. Open stekkerdelen afdekken, bijv. met AUMA beschermkap en parkeerstekker. Stekker plaatsen: 4. Pasvlakken van het deksel en de behuizing schoonmaken. 5. Afdichtgroeven met een zuurvrij anti-roestmiddel conserveren. 6. Controleer of de O-ring [3] in goede staat is. Indien beschadigd door een nieuw exemplaar vervangen. 7. O-ring met zuurvrij vet (bijv. vaseline) licht invetten en op een juiste wijze plaatsen. 8. Stekkerdelen plaatsen en boutjes gelijkmatig en kruisgewijs vastdraaien Onderhoud Onderhoudsintervallen Bij Ex-gecertificeerde producten uiterlijk na drie jaar. Aanwijzingen voor het onderhoud Smering De behuizing is in de fabriek met vet gevuld. Het vervangen van vet gebeurt tijdens het onderhoud. - Bij regelbedrijf normaliter na 4-6 jaar. - Indien regelmatig gebruikt (open-dicht bedrijf) normaliter na 6 8 jaar. - Indien zelden gebruikt (open-dicht bedrijf) normaliter na jaar. Wij adviseren dat tijdens het vervangen van vet tevens de afdichtingen worden vervangen. Tijdens het gebruik is een extra smering van de behuizing niet nodig. Aandrijving visueel controleren. Let erop, of uitwendige beschadigingen of veranderingen zichtbaar zijn. De elektrische aansluitbekabeling moet onbeschadigd en correct gelegd zijn. 43

44 Reparatie en onderhoud SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Afvoeren en recycling Teneinde corrosievorming te voorkomen, eventuele aanwezige lakbeschadigingen zorgvuldig herstellen. Kleine hoeveelheden van de originele verf kunnen door AUMA geleverd worden. Controleren, of kabelingangen, stopbussen, blindpluggen enz. vastgedraaid en dicht zijn. Draaimomenten conform de voorschriften van de fabrikant aanhouden. Eventueel de onderdelen vervangen. Gebruik uitsluitend onderdelen die voorzien zijn van een eigen EG-typekeuringscertificaat. Controleren, of de Ex-aansluitingen correct zijn bevestigd. Let op eventuele verkleuringsverschijnselen van de klemmen en aansluitkabels. Deze verschijnselen duiden op verhoogde temperaturen. Let in het bijzonder op water(condens-)vorming binnen Ex-behuizingen. Bij sterke temperatuurschommelingen (bijv. dag-/nachttemperatuur) kan door lekkende pakkingen enz. condens ontstaan, en dat kan tot een gevaarlijke hoeveelheid water leiden. Eenmaal verzameld water direct verwijderen. Anti-vonk afdichtgroeven van drukvaste behuizingen op vervuiling en corrosie controleren. Doordat de Ex-afdichtgroeven als pasmaat gedefinieerd en gekeurd zijn, mag daaraan geen mechanische bewerking (bijv. slijpen) plaatsvinden. De afdichtgroeven moeten chemisch (bijv. met Esso-Varsol) worden gereinigd. De afdichtgroeven vóór het afsluiten met een zuurvrij anti-roestmiddel conserveren (bijv. Esso-Rust-BAN 397). Let erop, dat alle behuizingsdeksels zorgvuldig behandeld en de pakkingen gecontroleerd worden. Alle kabel- en motorbeveiligingsonderdelen controleren. Als tijdens onderhoudswerkzaamheden gebreken worden vastgesteld die de veiligheid beïnvloeden, moeten onmiddellijk reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd. Een coating - in welke vorm dan ook - van de afdichtgroeven is niet toegestaan. Bij het vervangen van onderdelen, pakkingen enz. mogen uitsluitend originele onderdelen worden toegepast. AUMA producten zijn producten met een lange levensduur. Maar eens komt het moment waarop zij moeten worden vervangen. De apparatuur is modulair opgebouwd en kan daardoor gescheiden en gesorteerd worden naar: elektronica-afval verschillende soorten metaal kunststoffen vetten en oliën In het algemeen geldt: In de regel zijn vetten en oliën gevaarlijk voor het aquatisch milieu. Zij mogen dus niet in het milieu terechtkomen. Het gedemonteerde materiaal moet naar afvalstroom worden gescheiden en vervolgens op de juiste wijze worden afgevoerd. Nationale milieuvoorschriften in acht nemen. 44

45 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Technische gegevens 12. Technische gegevens Informatie In de hieronder vermelde tabellen zijn, naast de standaard uitvoering, ook opties weergegeven. De exacte uitvoering staat op het specifieke technische gegevensblad van de desbetreffende order. Het specifieke technische gegevensblad van de desbetreffende order staat in het internet onder als download in de Duitse en Engelse taal ter beschikking (vermelding van het ordernummer noodzakelijk) Technische gegevens zwenkaandrijving Uitvoering en functies Explosieveiligheidsklasse EG-typekeuringscertificaat Bedrijfsklasse Motoren Netspanning, frequentie Overspanningscategorie Isolatieklasse Motorbeveiliging Motorverwarming (optie) Hoekverdraaiing Zelfremmendheid Handmatige bediening Signalering handmatige bediening (optie) Elektrische aansluiting Schroefdraad voor kabelingangen Aansluitschema Standaard: Standaarduitvoering (ATEX): II2G Ex de IIC T4 of T3 Gb II2G c IIC T4 of T3 II2D Ex tb IIIC T130 C of T190 C Db IP6x Standaarduitvoering (IECEx): Ex de IIC T4 of T3 Gb Ex tb IIIC T130 C of T190 C Db IP6x Exacte uitvoering: zie typeplaatje op de aandrijving DEKRA 13 ATEX 0016 X IECEx DEK X Kortstondig bedrijf S2-15 min (zwenkaandrijvingen voor open-dicht bedrijf met draaistroommotoren) Intermitterend bedrijf S2-25 % (zwenkaandrijvingen voor regelbedrijf met draaistroommotoren) Bij nominale spanning en een omgevingstemperatuur van 40 C en een gemiddelde belasting met 35 % van het max. draaimoment Standaard: asynchroon-draaistroommotor, bouwvorm IM B9 volgens IEC Zie typeplaatje op de motor Toelaatbare fluctuatie in de voedingsspanning: ±10 % Toelaatbare fluctuatie in de frequentie: ±5 % categorie III volgens IEC Standaard: Optie: Standaard: Optie: F, tropenbestendig H, tropenbestendig PTC-weerstanden (PTC conform DIN 44082) Voor de juiste werking van temperatuurvoelers is een extra tripping device in de besturingseenheid noodzakelijk thermoknopen (NC) In overeenstemming met EN /VDE 0165 moet bij explosieveilige aandrijvingen in combinatie met de thermoknopen tevens een thermisch relais (bijv. thermische motorbeveiliging) worden toegepast. Spanningen: V AC, V AC of 400 V AC (extern verzorgd) Vermogen: Standaard: Optie: 12,5 W 75 tot < 105 traploos instelbaar 15 tot < 45, 45 tot < 75, 105 tot < 135 Ja (zwenkaandrijvingen zijn zelfremmend als door de draaimomentwerking op de uitgaande as de stand van de afsluiter vanuit stilstand niet kan worden veranderd.) Handwiel voor het instellen en voor de noodbediening staat tijdens elektrisch bedrijf stil. Optie: afsluitbaar handwiel Handwielspindelverlenging Melding handmatige bediening actief/ niet actief via enkelvoudige schakelaar (1 wisselcontact) Standaard: Optie: Standaard: Optie: Ex-stekker met schroefklemmen (KP) Ex-stekker met serieklemmen (KES) Metrische schroefdraad PG-schroefdraad, NPT-schroefdraad, G-schroefdraad Aansluitschema conform ordernummer is bij de levering inbegrepen 45

46 Technische gegevens SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Uitvoering en functies Koppelbus met kerfvertanding t.b.v. de verbinding met de as van de afsluiter. Aansluiten van de afsluiter Standaard: Optie: Koppelbus ongeboord Koppelbus op maat bewerkt, boring met spiebaan, binnenvierkant of DD volgens EN ISO 5211 Afmetingen volgens EN ISO 5211, zonder centrering Met voet en hefboom (optie) Hefboom Kogelgewrichten (optie) Bevestiging Van nodulair gietijzer met twee of drie boorgaten voor het bevestigen van een stangenstelsel. De hefboom kan via een kerfvertanding, rekening houdend met de externe omstandigheden, in elke gewenste positie op de aan te drijven as worden gemonteerd. Twee kogelgewrichten, geschikt voor de hefboom, inclusief de contramoeren en twee laseinden, passend bij de buis volgens maatblad Voet met vier boorgaten voor bevestigingsbouten Elektromechanische meld- en stuureenheid Wegschakelmechanisme Draaimomentmechanisme Terugmelding, analoog (optie) Mechanische standweergave (optie) Indicatie aandrijving in bedrijf Verwarming in het huis van de aandrijving Telrollenschakelwerk voor eindstanden OPEN en DICHT Standaard: Opties: enkelvoudige schakelaar (1 NC en 1 NO) per eindstand, niet galvanisch gescheiden tandemschakelaar (2 NC en 2 NO) per eindstand, schakelaars galvanisch gescheiden drievoudige schakelaar (3 NC en 3 NO) per eindstand, schakelaars galvanisch gescheiden tussenstandschakelaar (DUO-wegschakelmechanisme), naar wens in te stellen Traploos verstelbaar draaimomentmechanisme voor richtingen OPEN en DICHT Standaard: Opties: enkelvoudige schakelaar (1 NC en 1 NO) per richting, niet galvanisch gescheiden tandemschakelaar (2 NC en 2 NO) per richting, schakelaars galvanisch gescheiden potentiometer of 0/4 20 ma (EWG/RWG) Continue weergave, instelbaar schijfje van de mechanische standweergave is voorzien van de symbolen OPEN en DICHT Signaalgever (bij regelbedrijf optie) Standaard: Opties: autonome PTC-verwarming, 5 20 W, V AC/DC V AC/DC of V AC In combinatie met de besturingseenheden voor aandrijvingen AM of AC is in de aandrijving een weerstandsverwarming van 5 W, 24 V DC ingebouwd. Technische gegevens weg- en draaimomentschakelaars Mechanische levensduur Verzilverde contacten: U min. U max. I min. I max. wisselstroom I max. gelijkstroom Vergulde contacten: U min. U max. I min. I max. 2 x 10 6 schakelbewegingen 24 V AC/DC 250 V AC/DC 20 ma 5 A bij 250 V (ohmse belasting) 3 A bij 250 V (inductieve belasting, cos phi = 0,6) 0,4 A bij 250 V (ohmse belasting) 0,03 A bij 250 V (inductieve belasting, L/R = 3 µs) 7 A bij 30 V (ohmse belasting) 5 A bij 30 V (inductieve belasting, L/R = 3 µs) 5 V 30 V 4 ma 400 ma 46

47 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Technische gegevens Technische gegevens signaalgever Mechanische levensduur Verzilverde contacten: U min. U max. I max. wisselstroom I max. gelijkstroom 10 7 schakelbewegingen 10 V AC/DC 250 V AC/DC 3 A bij 250 V (ohmse belasting) 2 A bij 250 V (inductieve belasting, cos phi 0,8) 0,25 A bij 250 V (ohmse belasting) Technische gegevens schakelaar inschakelen handwiel Mechanische levensduur 10 6 schakelbewegingen Verzilverde contacten: U min. 12 V DC U max. 250 V AC I max. wisselstroom 3 A bij 250 V (inductieve belasting, cos phi = 0,8) I max. gelijkstroom 3 A bij 12 V (ohmse belasting) Toepassingsvoorwaarden Toepassing Montagepositie Opstellingshoogte Omgevingstemperatuur Beschermingsklasse volgens EN Toepassing zowel binnen als buiten toegestaan Willekeurig m boven N.A.P. > bij een toepassing boven m N.A.P. is overleg met ons noodzakelijk Standaard: Opties: 40 C tot +60 C (draaistroommotoren) -60 C tot +60 C Exacte uitvoering: zie typeplaatje op de aandrijving. Standaard: IP 68 met AUMA draaistroommotor Bij speciale motoren afwijkende beschermingsklasse: zie typeplaatje. De beschermingsklasse IP 68 voldoet conform de definitie van AUMA aan de volgende eisen: Waterdiepte: maximaal 8 m waterkolom Duur van de onderdompeling in water: maximaal 96 uur Tijdens de onderdompeling max. 10 schakelingen Vervuilingsklasse Schokbestendigheid volgens IEC Corrosiebescherming Coating Kleur Levensduur Regelbedrijf is tijdens een onderdompeling niet mogelijk. Exacte uitvoering: zie typeplaatje op de aandrijving. Vervuilingsklasse 4 (in een gesloten toestand) conform EN g, van10 tot 200 Hz Bestand tegen schokken en trillingen tijdens de start-up resp. bij storingen van de installatie. Een ongelimiteerde bestendigheid kan daaruit niet worden afgeleid. Geldt voor zwenkaandrijvingen in uitvoering AUMA NORM (met AUMA rondstekkers, zonder besturingseenheid), geldt niet in combinatie met tandwielkasten. Standaard: Optie: Poedercoating Standaard: Optie: KS: geschikt voor de opstelling in industriële installaties, in drinkwaterbedrijven of energiecentrales bij gering belaste atmosfeer alsmede geschikt voor de opstelling in af en toe of continu met een geringe concentratie schadelijke stoffen belaste atmosfeer (bijv. in zuiveringsinstallaties, in de chemische industrie) KX: geschikt voor de opstelling in extreem belaste atmosfeer met een hoge relatieve luchtvochtigheid en sterke concentratie schadelijke stoffen KX-G: zoals KX, echter uitvoering zonder aluminium (externe onderdelen) AUMA zilvergrijs (gelijkwaardig aan RAL 7037) andere kleuren zijn na overleg met de fabriek mogelijk AUMA zwenkaandrijvingen voldoen aan resp. overtreffen de eisen voor de technische levensduur van de EN Gedetailleerde informatie is op aanvraag verkrijgbaar. Overig EG-richtlijnen ATEX-richtlijn: (94/9/EG) Elektromagnetische compatibiliteit (EMC): (2004/108/EG) Laagspanningsrichtlijn: (2006/95/EG) Machinerichtlijn: (2006/42/EG) 47

48 Onderdelenlijst SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Onderdelenlijst Zwenkaandrijving SQEx 05.2 SQEx 14.2/SQREx 05.2 SQREx 14.2 met Ex-stekkers met schroefklemmen (KP, KPH) 48

49 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Onderdelenlijst Informatie: Bij iedere bestelling van onderdelen a.u.b. het type apparaat en ons ordernummer vermelden (zie typeplaatje). Er mogen uitsluitend originele AUMA onderdelen worden gebruikt. Bij toepassing van andere fabricaten vervalt de garantie en is elke vorm van aansprakelijkheid van AUMA uitgesloten. Het is mogelijk dat de afbeelding van de onderdelen afwijkt van de geleverde onderdelen. Ref.nr. Omschrijving Soort Ref.nr. Omschrijving Soort Ingaande as Schroefplug Motorkoppeling Handwiel met hendel Tandwiel handbediening (compl.) Mechanische standaanwijzing Wormwiel Rondstekker female motor met kabelboom Planetair stelsel (kant handwiel) Potentiometer voor positioner Draaimomentvinger (compl.) Potentiometer zonder slipkoppeling Tandwielsegment Verwarmingselement Kroonwiel Signaalgever inclusief stiften (zonder impulsschijf en isoleerplaat) Aandrijftandwiel voor draaimomentmechanisme Meld- en stuureenheid met meetkoppen voor draaimomentmechanisme en schakelaars Tandwiel wegschakelmechanisme Meld- en stuureenheid met magnetische weg- en draaimomentsensors (MWG), voor non-intrusive uitvoering in combinatie met geïntegreerde besturingseenheid AUMATIC Tandwiel wegschakelmechanisme Pakket schakelaars voor de richting OPEN Fixeerplaat Pakket schakelaars voor de richting DICHT Aardkabel Weg-/draaimomentsensor Motor (VD motor incl. ref.nr ) Schakelaarscassette Planetair stelsel aan de kant van de motor (SQ bij VD-motor) Standmelder RWG Tandwielkastje Potentiometer voor RWG zonder slipkoppeling Deksel Printplaat voor RWG Ex-stekker met schroefklemmen (KP, KPH) Kabelboompje voor RWG Schroef voor signaalcontactklem Slipkoppeling voor potentiometer Ring voor signaalcontactklem Motorkoppeling aan de kant van de motor Schroef voor vermogenscontactklem Stift voor motorkoppeling Ring voor vermogenscontactklem Borgveer voor motorkoppeling Rondstekker male zonder stiften Aansluitflens met eindaanslag Stekkerstift voor besturing Schroefplug eindaanslag Stekkerstift voor motor Positioner EWG Deksel voor elektrische aansluiting S1 Set O-ringen, klein Set Koppelbus S2 Set O-ringen, groot Set 49

50 Onderdelenlijst SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Zwenkaandrijving SQEx 05.2 SQEx 14.2/SQREx 05.2 SQREx 14.2 met Ex-stekkers met serieklemmen (KES) 50

51 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Onderdelenlijst Informatie: Bij iedere bestelling van onderdelen a.u.b. het type apparaat en ons ordernummer vermelden (zie typeplaatje). Er mogen uitsluitend originele AUMA onderdelen worden gebruikt. Bij toepassing van andere fabricaten vervalt de garantie en is elke vorm van aansprakelijkheid van AUMA uitgesloten. Het is mogelijk dat de afbeelding van de onderdelen afwijkt van de geleverde onderdelen. Ref.nr. Omschrijving Soort Ref.nr. Omschrijving Soort Ingaande as Rondstekker female motor met kabelboom Motorkoppeling Potentiometer voor positioner Tandwiel handbediening (compl.) Potentiometer zonder slipkoppeling Wormwiel Verwarmingselement Planetair stelsel (kant handwiel) Signaalgever inclusief stiften (zonder impulsschijf en isoleerplaat) Draaimomentvinger (compl.) Meld- en stuureenheid met meetkoppen voor draaimomentmechanisme en schakelaars Tandwielsegment Meld- en stuureenheid met magnetische weg- en draaimomentsensors (MWG), voor non-intrusive uitvoering in combinatie met geïntegreerde besturingseenheid AUMATIC Kroonwiel Pakket schakelaars voor de richting OPEN Aandrijftandwiel voor draaimomentmechanisme Pakket schakelaars voor de richting DICHT Tandwiel wegschakelmechanisme Weg-/draaimomentsensor Tandwiel wegschakelmechanisme Schakelaarscassette Fixeerplaat Standmelder RWG Aardkabel Potentiometer voor RWG zonder slipkoppeling Motor (VD motor incl. ref.nr ) Printplaat voor RWG Planetair stelsel aan de kant van de motor (SQ 05.2 SQ 14.2 bij VD-motor) Kabelboompje voor RWG Tandwielkastje Slipkoppeling voor potentiometer Deksel Ex-stekker met serieklemmen (KES) Rondstekker male zonder stiften Motorkoppeling aan de kant van de motor Stekkerstift voor besturing Stift voor motorkoppeling Stekkerstift voor motor Borgveer voor motorkoppeling Koppelbus Aansluitflens met eindaanslag Klemmen-frame (zonder klemmen) Deksel Klemmeneindhouder Schroefplug eindaanslag Klemmen voor motor/besturing Positioner EWG Schroefplug S1 Set O-ringen, klein Set Handwiel met hendel S2 Set O-ringen, groot Set Mechanische standaanwijzing 51

52 Certificaten SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx Certificaten Inbouwverklaring en EG-conformiteitsverklaring 52

53 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Certificaten ATEX-verklaring 53

54 Certificaten SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx

55 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Certificaten 55

56 Certificaten SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx

57 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx

58 58 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2

59 SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 Trefwoordenregister Trefwoordenregister A Aandraaimomenten 16, 19 Aansluitschema 15 Afschakelvertraging 15 Afvoeren 44 ATEX-verklaring 53 AUMA Support App 10 B Bediening 23 Beschermdeksel 22 Beschermingsklasse 8, 47 Beveiliging (motorbeveiliging) 15 Beveiliging door de klant te 15 verzorgen Beveiliging tegen kortsluiting 15 Bouwgrootte 9 C Certificaten 52 Commissienummer 10 Corrosiebescherming 11, 47 D DataMatrix-code 10 Draaimomentbereik 8 Draaimomentmechanisme 28 Draaimomentschakelaar 15 Draairichting 32 DUOwegschakelmechanisme 31 Dwarsdoorsneden 16, 19 aansluitkabels E EG-typekeuringscertificaat 9 EG-verklaring van 52 overeenstemming Eindaanslagen 26 Elektrische aansluiting 15 Elektronische positioner 33 Elektronische standmelder 36 EWG 33 Ex-certificaat 9 Explosieveiligheidsklasse 9 Externe aansluiting voor 22 aarding F Fabrieksnummer 10 Flensafmetingen 9 Fout 40 Frequentie 16 G Gebruik 5 H Handmatige bediening 23 Handwiel 12 I Identificatie 8 Inbedrijfname 5, 26 Inbouwverklaring 52 Indicatie aandrijving in bedrijf 24 Indicaties 24 Invers bedrijf (20 0/4 ma) 34 J Jaar van productie 10 K Keuringsplaatje 9 Keuringsprotocol afname 10 Kwalificatie van personeel 5 L LED signalering eindstanden 35 M Markering uitvoering 9 explosieveiligheid Mechanische standaanwijzing 24, 37 Meldingen 25 Montage 12 Motorbedrijf 23 Motorbeveiliging 41 Motorverwarming 18, 20 N Netaansluiting 16 Normen 5 O Omgevingstemperatuur 8, 47 Onderdelenlijst 48 Onderhoud 6, 42, 43 Opslag 11 Ordernummer 8, 10 P Parkeerstekker 21 Positioner EWG 33 Potentiometer 35 Productiejaar 10 Proefdraaien 32 PTC-weerstanden 41 R Recycling 44 Reparatie 42 Richtlijnen 5 RWG 36 59

60 Trefwoordenregister SQEx 05.2 SQEx 14.2 / SQREx 05.2 SQREx 14.2 S Schakelaar 15 Schakelaar controleren 40 Schakelschema 10, 15 Schijfje mechanische 24, 37 standaanwijzing Serienummer 8, 10 Service 42 Signalering eindstanden 35 Sluittijd 8 Smering 43 Soort smeermiddel 8 Standaanwijzing 37 Standmelder RWG 36 Stroomsoort 16 Stroomverbruik 15 Support 42 Support App 10 T Tandemschakelaar 15 Technische gegevens 45 Technische gegevens 46 schakelaars Thermische bewaking 41 Thermoknopen 41 Toebehoren (elektrische 21 aansluiting) Toepassingsgebied 6, 6 Transport 11 Tussenstanden 31 Type (type toestel) 9 Typebenaming 8 Typeplaatje 8, 16 Type toestel 9 U Uitvoering explosieveiligheid markering 9 V Veiligheidsinstructies 5 Veiligheidsinstructies/waarschuwingen 5 Veiligheidsmaatregelen 5 Verhelpen van storingen 40 Verpakking 11 Voedingsspanning 16 W Wegschakelaar 15 Wegschakelmechanisme 29, 32 Wegsensor EWG 33 60

61 AUMA wereldwijd Europa AUMA Riester GmbH & Co. KG Werk Müllheim DE Müllheim Tel Werk Ostfildern-Nellingen DE Ostfildern Tel Service-Center Bayern DE Eching Tel Service-Center Köln DE Köln Tel Service-Center Magdeburg DE Niederndodeleben Tel AUMA-Armaturenantriebe Ges.m.b.H. AT 2512 Tribuswinkel Tel AUMA BENELUX B.V. B. A. BE 8800 Roeselare Tel ProStream Group Ltd. BG 1632 Sofia Tel valtchev@prostream.bg OOO Dunkan-Privod BY Minsk Tel belarus@auma.ru AUMA (Schweiz) AG CH 8965 Berikon Tel RettichP.ch@auma.com AUMA Servopohony spol. s.r.o. CZ Brandýs n.l.-st.boleslav Tel auma-s@auma.cz GRØNBECH & SØNNER A/S DK 2450 København SV Tel GS@g-s.dk IBEROPLAN S.A. ES Madrid Tel iberoplan@iberoplan.com AUMA Finland Oy FI Espoo Tel auma@auma.fi AUMA France S.A.R.L. FR Taverny Cedex Tel info@auma.fr AUMA ACTUATORS Ltd. GB Clevedon, North Somerset BS21 6TH Tel mail@auma.co.uk D. G. Bellos & Co. O.E. GR Acharnai, Athens Tel info@dgbellos.gr APIS CENTAR d. o. o. HR Bestovje Tel auma@apis-centar.com Fabo Kereskedelmi és Szolgáltató Kft. HU 8800 Nagykanizsa Tel / auma@fabo.hu Falkinn HF IS 108 Reykjavik Tel os@falkinn.is AUMA ITALIANA S.r.l. a socio unico IT Cerro Maggiore (MI) Tel info@auma.it AUMA BENELUX B.V. LU Leiden (NL) Tel office@auma.nl NB Engineering Services MT ZBR 08 Zabbar Tel nikibel@onvol.net AUMA BENELUX B.V. NL 2314 XT Leiden Tel office@auma.nl SIGUM A. S. NO 1338 Sandvika Tel post@sigum.no AUMA Polska Sp. z o.o. PL Sosnowiec Tel biuro@auma.com.pl AUMA-LUSA Representative Office, Lda. PT Barcarena Tel geral@aumalusa.pt SAUTECH RO Bucuresti Tel office@sautech.ro OOO PRIWODY AUMA RU Khimki, Moscow region Tel aumarussia@auma.ru OOO PRIWODY AUMA RU Moscow Tel aumarussia@auma.ru ERICHS ARMATUR AB SE Malmö Tel info@erichsarmatur.se ELSO-b, s.r.o. SK Nitra Tel / elsob@stonline.sk Auma Endüstri Kontrol Sistemleri Limited Sirketi TR Ankara Tel info@auma.com.tr AUMA Technology Automations Ltd UA Kiev Tel auma-tech@aumatech.com.ua Afrika Solution Technique Contrôle Commande DZ Bir Mourad Rais, Algiers Tel /18 stcco@wissal.dz A.T.E.C. EG Cairo Tel contactus@atec-eg.com SAMIREG MA Casablanca Tel samireg@menara.ma MANZ INCORPORATED LTD. NG Port Harcourt Tel mail@manzincorporated.com 61

62 AUMA wereldwijd AUMA South Africa (Pty) Ltd. ZA 1560 Springs Tel Amerika AUMA Argentina Rep.Office AR Buenos Aires Tel AUMA Automação do Brazil ltda. BR Sao Paulo Tel TROY-ONTOR Inc. CA L4N 8X1 Barrie, Ontario Tel AUMA Chile Representative Office CL Buin Tel aumachile@auma-chile.cl Ferrostaal de Colombia Ltda. CO Bogotá D.C. Tel dorian.hernandez@ferrostaal.com Transcontinental Trading Overseas SA. CU Ciudad Habana Tel / tto@ttoweb.com AUMA Región Andina & Centroamérica EC Quito Tel auma@auma-ac.com Corsusa International S.A.C. PE Miraflores - Lima Tel / 0044 / 2321 corsusa@corsusa.com Control Technologies Limited TT Marabella, Trinidad, W.I. Tel / AUMA ACTUATORS INC. US PA Canonsburg Tel AUMA (2862) mailbox@auma-usa.com Suplibarca VE Maracaibo, Estado, Zulia Tel suplibarca@intercable.net.ve Azië AUMA Actuators UAE Support Office AE 287 Abu Dhabi Tel Nagaraj.Shetty@auma.com AUMA Actuators Middle East BH Salmabad Tel salesme@auma.com Mikuni (B) Sdn. Bhd. BN KA1189 Kuala Belait Tel / mikuni@brunet.bn AUMA Actuators (China) Co., Ltd CN Taicang Tel mailbox@auma-china.com PERFECT CONTROLS Ltd. HK Tsuen Wan, Kowloon Tel joeip@perfectcontrols.com.hk PT. Carakamas Inti Alam ID Jakarta Tel auma-jkt@indo.net.id AUMA INDIA PRIVATE LIMITED. IN Bangalore Tel info@auma.co.in ITG - Iranians Torque Generator IR Teheran info@itg-co.ir Trans-Jordan Electro Mechanical Supplies JO Amman Tel Info@transjordan.net AUMA JAPAN Co., Ltd. JP Kawasaki-shi, Kanagawa Tel +81-(0) mailbox@auma.co.jp DW Controls Co., Ltd. KR Gasan-dong, GeumChun-Gu,, Seoul Tel import@actuatorbank.com Al-Arfaj Engineering Co WLL KW Salmiyah Tel info@arfajengg.com TOO Armaturny Center KZ Atyrau Tel armacentre@bk.ru Network Engineering LB JBEIL, Beirut Tel nabil.ibrahim@networkenglb.com AUMA Malaysia Office MY Seremban, Negeri Sembilan Tel sales@auma.com.my Mustafa Sultan Science & Industry Co LLC OM Ruwi Tel r-negi@mustafasultan.com FLOWTORK TECHNOLOGIES CORPORATION PH 1550 Mandaluyong City Tel flowtork@pldtdsl.net M & C Group of Companies PK Cavalry Ground, Lahore Cantt Tel , sales@mcss.com.pk Petrogulf W.L.L QA Doha Tel pgulf@qatar.net.qa AUMA Saudi Arabia Support Office SA Al Khobar Tel Vinod.Fernandes@auma.com AUMA ACTUATORS (Singapore) Pte Ltd. SG Singapore Tel sales@auma.com.sg NETWORK ENGINEERING SY Homs eyad3@scs-net.org Sunny Valves and Intertrade Corp. Ltd. TH Yannawa, Bangkok Tel mainbox@sunnyvalves.co.th Top Advance Enterprises Ltd. TW Jhonghe City, Taipei Hsien (235) Tel support@auma-taiwan.com.tw AUMA Vietnam Hanoi RO VN Hanoi chiennguyen@auma.com.vn Australië BARRON GJM Pty. Ltd. AU NSW 1570 Artarmon Tel info@barron.com.au 62

63 AUMA wereldwijd 63

64 AUMA Riester GmbH & Co. KG P.O.Box 1362 DE Müllheim Tel Fax AUMA BENELUX B.V. NL 2314 XT Leiden Tel Fax Y /039/nl/1.15 Gedetailleerde informatie over de AUMA producten vindt u in het internet onder:

Multi-turn aandrijvingen SAEx 07.2 SAEx 16.2 SAREx 07.2 SAREx 16.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid)

Multi-turn aandrijvingen SAEx 07.2 SAEx 16.2 SAREx 07.2 SAREx 16.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid) Multi-turn aandrijvingen SAEx 07.2 SAEx 16.2 SAREx 07.2 SAREx 16.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid) Bedieningsinstructies Montage, bediening, inbedrijfname Inhoudsopgave SAEx 07.2 SAEx 16.2 / SAREx

Nadere informatie

Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 SQ 14.2/SQR 05.2 SQR 14.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid)

Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 SQ 14.2/SQR 05.2 SQR 14.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid) Zwenkaandrijvingen AUMA NORM (zonder besturingseenheid) Bedieningsinstructies Montage, bediening, inbedrijfname Inhoudsopgave Eerst de bedieningsinstructies lezen! Veiligheidsinstructies in acht nemen.

Nadere informatie

Zwenkaandrijvingen SG 05.1 SG 12.1/SGR 05.1 SGR 12.1 AUMA NORM (zonder besturingseenheid)

Zwenkaandrijvingen SG 05.1 SG 12.1/SGR 05.1 SGR 12.1 AUMA NORM (zonder besturingseenheid) Zwenkaandrijvingen SG 05.1 SG 12.1/SGR 05.1 SGR 12.1 AUMA NORM (zonder besturingseenheid) Bedieningsinstructies Montage, bediening, inbedrijfname Inhoudsopgave SG 05.1 SG 12.1/SGR 05.1 SGR 12.1 Eerst de

Nadere informatie

Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 SQ 14.2/SQR 05.2 SQR 14.2 met besturingseenheid voor de aandrijving AUMA MATIC AM 01.1

Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 SQ 14.2/SQR 05.2 SQR 14.2 met besturingseenheid voor de aandrijving AUMA MATIC AM 01.1 Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 SQ 14.2/SQR 05.2 SQR 14.2 met besturingseenheid voor de aandrijving AUMA MATIC AM 01.1 Bedieningsinstructies Montage, bediening, inbedrijfname Inhoudsopgave AM 01.1 Eerst de

Nadere informatie

Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3. Bedieningsinstructies. Registratienr. certificaat 12 100 4269 DIN ISO 9001/ EN 29001

Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3. Bedieningsinstructies. Registratienr. certificaat 12 100 4269 DIN ISO 9001/ EN 29001 Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 Bedieningsinstructies DIN ISO 9001/ EN 29001 Registratienr. certificaat 12 100 4269 Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 Bedieningsinstructies Geldigheid bedieningsinstructies:

Nadere informatie

Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 SQ 14.2/SQR 05.2 SQR 14.2 SQEx 05.2 SQEx 14.2/SQREx 05.2 SQREx 14.2 met voet en hefboom

Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 SQ 14.2/SQR 05.2 SQR 14.2 SQEx 05.2 SQEx 14.2/SQREx 05.2 SQREx 14.2 met voet en hefboom Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 SQ 14.2/SQR 05.2 SQR 14.2 SQEx 05.2 SQEx 14.2/SQREx 05.2 SQREx 14.2 met voet en hefboom Uitsluitend in combinatie met de complete bedieningsinstructies gebruiken! Deze verkorte

Nadere informatie

Multi-turn aandrijvingen SA 07.2 SA 16.2/SAR 07.2 SAR 16.2 met besturingseenheid voor de aandrijving AUMA MATIC AM 01.1/AM 02.1

Multi-turn aandrijvingen SA 07.2 SA 16.2/SAR 07.2 SAR 16.2 met besturingseenheid voor de aandrijving AUMA MATIC AM 01.1/AM 02.1 Multi-turn aandrijvingen SA 07.2 SA 16.2/SAR 07.2 SAR 16.2 met besturingseenheid voor de aandrijving AUMA MATIC AM 01.1/AM 02.1 Bedieningsinstructies Montage, bediening, inbedrijfname Inhoudsopgave AM

Nadere informatie

Wormwielkasten GS 50.3 GS met voet en hefboom

Wormwielkasten GS 50.3 GS met voet en hefboom Wormwielkasten GS 50.3 GS 250.3 met voet en hefboom Uitsluitend in combinatie met de complete bedieningsinstructies gebruiken! Deze verkorte bedieningsinstructies vervangen NIET de complete bedieningsinstructies!

Nadere informatie

Aansturing Parallel Profibus DP Modbus DeviceNet Foundation Fieldbus

Aansturing Parallel Profibus DP Modbus DeviceNet Foundation Fieldbus Multi-turn aandrijvingen SAEx 25.1 SAEx 40.1 SAREx 25.1 SAREx 30.1 Meld- en stuureenheid: elektromechanisch met besturingseenheid AUMATIC Aansturing Parallel Profibus DP Modbus DeviceNet Foundation Fieldbus

Nadere informatie

Adapters en verloopmoeren van metaal

Adapters en verloopmoeren van metaal Adapters en verloopmoeren van metaal Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere

Nadere informatie

Part-turn reductiekasten

Part-turn reductiekasten Part-turn reductiekasten Wormwielkasten GS 503 GS 2503 Certificate Registration No 12 100/104 4269 Bedieningsinstructies Wormwielkasten GS 503 GS 2503 Bedieningsinstructies Geldigheid bedieningsinstructies:

Nadere informatie

Elektrische zwenkaandrijvingen

Elektrische zwenkaandrijvingen Elektrische zwenkaandrijvingen SG 051 SG 121 SGR 051 SGR 121 met besturingseenheid AUMA MATIC AM 011 Certificate Registration No 12 100/104 4269 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AUMA MATIC AM

Nadere informatie

Elektrische aandrijvingen

Elektrische aandrijvingen Elektrische aandrijvingen SA 07.1 SA 30.1 SAR 07.1 SAR 30.1 met besturingseenheid AUMA MATIC AM 01.1/AM 02.1 Registratienummer certificaat 12 100/104 4269 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AUMA

Nadere informatie

Multi-turn aandrijving. met besturingseenheid. SAExC 07.1 SAExC 16.1/SARExC 07.1 SARExC 16.1 Intrusive. AUMATIC ACExC Aansturing: Profibus DP

Multi-turn aandrijving. met besturingseenheid. SAExC 07.1 SAExC 16.1/SARExC 07.1 SARExC 16.1 Intrusive. AUMATIC ACExC Aansturing: Profibus DP Ex Multi-turn aandrijving SAExC 07.1 SAExC 16.1/SARExC 07.1 SARExC 16.1 Intrusive met besturingseenheid AUMATIC ACExC 01.1 Aansturing: Parallel Profibus DP Profibus DP met LWL Modbus Modbus met LWL DeviceNet

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

Aandrijvingen. SAExC 07.1 SAExC 16.1 SARExC 07.1 SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1. Bedieningsinstructies

Aandrijvingen. SAExC 07.1 SAExC 16.1 SARExC 07.1 SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1. Bedieningsinstructies Aandrijvingen SAExC 07.1 SAExC 16.1 SARExC 07.1 SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 ISO 9001 ISO 14001 Certificate Registration No. 12 100 4269 12 104 4269 Bedieningsinstructies met besturingseenheid

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr. Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR Installatie voorschrift AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

HANDLEIDING ATEX Explosionproof Nederlands Versie10/2016 Blz. 1/16 393165.00 Inhoudsopgave 1. Fabrikant 3 2. Voorwoord 3 3. Beschrijving 4 4. Certificering en Markering 4 5. Voorwaarden voor veilig gebruik 4 6. Typesleutel 5 7. Omschrijving

Nadere informatie

Documentatie RM-BV 12. Filterregeling

Documentatie RM-BV 12. Filterregeling Documentatie RM-BV 12 Filterregeling Inhoud 1 Veiligheidsinstructies...3 2 Beschrijving van het toestel...4 3 Toestelversies...4 4 Montage...5 5 Display- en instelelementen / Elektrische aansluitingen...8

Nadere informatie

Documentatie. RM-BV 4 Micro. Filterregeling

Documentatie. RM-BV 4 Micro. Filterregeling Documentatie RM-BV 4 Micro Filterregeling Inhoud 1 Veiligheidsinstructies... 2 2 Beschrijving van het toestel... 3 3 Toestelversies... 3 4 Display- en instelelementen / Elektrische aansluitingen... 4 5

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting Universeel-dimmer-basiselement met druk-/draaischakelaar Best.nr. : 1176 00 Basiselement voor parallelaansluiting voor universeel-dimmer-basiselement Best.nr. : 1177 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding Draaidimmer universeel met incrementaalgever Art.-Nr.: 254 UDIE 1 Neventoestel voor draaidimmer universeel met incrementaalgever Art.-Nr.: 254 NIE 1 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw

Nadere informatie

Aandrijvingen SA 07.1 - SA 16.1 SAR 07.1 - SAR 16.1 AUMA MATIC. Bedieningsinstructies. Certificate Registration No. 12 100 4269 12 104 4269

Aandrijvingen SA 07.1 - SA 16.1 SAR 07.1 - SAR 16.1 AUMA MATIC. Bedieningsinstructies. Certificate Registration No. 12 100 4269 12 104 4269 Aandrijvingen SA 07.1 - SA 16.1 SAR 07.1 - SAR 16.1 Bedieningsinstructies ISO 9001 ISO 14001 Certificate Registration No. 12 100 4269 12 104 4269 Aandrijvingen SA 07.1 - SA 16.1 / SAR 07.1 - SAR 16.1 Bedieningsinstructies

Nadere informatie

Aansturing Parallel Profibus DP Modbus DeviceNet Foundation Fieldbus

Aansturing Parallel Profibus DP Modbus DeviceNet Foundation Fieldbus Zwenkaandrijvingen SG 05.1 SG 12.1/SGR 05.1 SGR 12.1 Meld- en stuureenheid: elektromechanisch met besturingseenheid voor de aandrijving AUMATIC AC 01.1 Intrusive Aansturing Parallel Profibus DP Modbus

Nadere informatie

Aansturing Parallel Profibus DP Modbus DeviceNet Foundation Fieldbus

Aansturing Parallel Profibus DP Modbus DeviceNet Foundation Fieldbus Zwenkaandrijvingen SG 05.1 SG 12.1/SGR 05.1 SGR 12.1 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG) met besturingseenheid voor de aandrijving AUMATIC AC 01.1 Non-intrusive Aansturing Parallel Profibus DP Modbus

Nadere informatie

Multi-turn aandrijving. met besturingseenheid. SA 07.1 SA 16.1/SAR 07.1 SAR 16.1 Non-Intrusive AUMATIC AC 01.1. Aansturing: Foundation Fieldbus

Multi-turn aandrijving. met besturingseenheid. SA 07.1 SA 16.1/SAR 07.1 SAR 16.1 Non-Intrusive AUMATIC AC 01.1. Aansturing: Foundation Fieldbus Multi-turn aandrijving SA 07.1 SA 16.1/SAR 07.1 SAR 16.1 Non-Intrusive met besturingseenheid AUMATIC AC 01.1 Aansturing: Parallel Profibus DP Profibus DP met LWL Modbus Modbus met LWL DeviceNet Foundation

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Montagehandleiding Voor de installateur Montagehandleiding 0020028665, 0020028666, 0020057214 BEnl Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D-42859 Remscheid Telefon 021 91 18 0 Telefax 021

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc

Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023 II 3 G Ex na mc IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc 1. Veiligheidsinstructies Het AR-023 timerrelais is een explosieveilig product dat geschikt is voor

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

Multi-turn aandrijving. met besturingseenheid. SAExC 07.1 SAExC 16.1/SARExC 07.1 SARExC 16.1 Non-Intrusive. AUMATIC ACExC Aansturing: Parallel

Multi-turn aandrijving. met besturingseenheid. SAExC 07.1 SAExC 16.1/SARExC 07.1 SARExC 16.1 Non-Intrusive. AUMATIC ACExC Aansturing: Parallel Ex Multi-turn aandrijving SAExC 07.1 SAExC 16.1/SARExC 07.1 SARExC 16.1 Non-Intrusive met besturingseenheid AUMATIC ACExC 01.1 Aansturing: Parallel Profibus DP Profibus DP met LWL Modbus Modbus met LWL

Nadere informatie

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld. Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding Sluitdop > Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave...2 2 Algemene gegevens...2 3 Symbolen...2 4 Veiligheidsaanwijzingen...3 5 Normconformiteit...3 6 Functie...3 7 Technische

Nadere informatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr. Art. nr.: 1731JE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade mogelijk.

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Met 2-kanaals toetselement: instelling van de kleurtemperatuur met rechter tuimelschakelaar

Met 2-kanaals toetselement: instelling van de kleurtemperatuur met rechter tuimelschakelaar Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

ASZ... Potentiometers. Building Technologies Division. ASZxx.3x

ASZ... Potentiometers. Building Technologies Division. ASZxx.3x 7 921 ASZxx.7xx / ASZxx.8xx ASZxx.7xx / ASZxx.8xx ASZxx.9xx Potentiometers ASZ... Voor aanbouw aan de servomotoren SQM... en SQN... voor de elektrischen signalering van de posities van de servomotorassen.

Nadere informatie

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht. Woord vooraf Handleiding Het doel van deze handleiding is de gebruiker een inzicht te geven in de werking, montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. Voordat u begint met de plaatsing

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Aansturing Parallel Profibus DP Modbus Foundation Fieldbus

Aansturing Parallel Profibus DP Modbus Foundation Fieldbus Multi-turn aandrijvingen SA 07.2 SA 16.2 SAR 07.2 SAR 16.2 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG) met besturingseenheid voor de aandrijving AUMATIC AC 01.2 Non-intrusive Aansturing Parallel Profibus

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...

Nadere informatie

DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding, DALIpotentiometer. DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding

DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding, DALIpotentiometer. DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding DALI-potentiometer met geïntegreerde netvoeding, DALIpotentiometer DALI-potentiometer met geïntegreerde netvoeding Best. nr. : 2030 00 DALI-potentiometer Best. nr. : 2020 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Basiselement toerentalregelaar. Best.nr. : Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Basiselement toerentalregelaar. Best.nr. : Best.nr. : Bedieningshandleiding Best.nr. : 0314 00 Best.nr. : 0314 30 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Gevaar voor elektrocutie.

Nadere informatie

Aansturing Parallel Profibus DP Modbus Foundation Fieldbus

Aansturing Parallel Profibus DP Modbus Foundation Fieldbus Multi-turn aandrijvingen SA 07.2 SA 16.2/SAR 07.2 SAR 16.2 Meld- en stuureenheid: elektronisch (MWG) met besturingseenheid voor de aandrijving AUMATIC Aansturing Parallel Profibus DP Modbus Foundation

Nadere informatie

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive.

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive. Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG P.O. Box 3023 D-76642 Bruchsal / Germany Phone +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com

Nadere informatie

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding Art. nr. 232 ME Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat DIN-rail trappenhuisverlichtingsautomaat Best.nr. : 0821 00 Basiselement impulsgever Best.nr. : 0336 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Toerenregelaar. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Toerenregelaar. Bedieningshandleiding Toerenregelaar Art.-Nr.: 245.20 Toerenregelaar Art.-Nr.: 844.20W Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden

Nadere informatie

- - AOY0001 AOY0004 AOY0003 AOY0002

- - AOY0001 AOY0004 AOY0003 AOY0002 AquaOxy500 - - A AOY0001 B AOY0004 C AOY0003 D ; ; AOY0002 2 - - E AOY0008 F AOY0006 3 - - G AOY0009 H AOY0010 4 - - I AOY0007 5 Veiligheidsinstructies - NL - Dit apparaat kan gevaar opleveren voor personen

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitvoer met veerbladen voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 307344 NL Bewegingsmelder LUXA 103-100 AP WH 1030022 LUXA 103-101 AP WH 1030023 1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 Afvoer 3 3. Beschrijving van het apparaat 4 4. Montage en aansluiting

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen NFC-module nl Montage- en gebruiksaanwijzing NFC-module voor BDC-i440-besturingen Belangrijke informatie voor: de monteur / de elektricien / de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX. Tijdgestuurde condensaat aftap 02/13

Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX. Tijdgestuurde condensaat aftap 02/13 Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX Tijdgestuurde condensaat aftap ALGEMENE WERKING 02/13 De COMBO-D-LUX is een alles-in-één tijdgestuurde aftap met een geïntegreerde kogelkraan en zeef. De

Nadere informatie

* /1 * /1 * x40

* /1 * /1 * x40 Item: *710.020 1/1 *710.021 2/1 *710.022 60x40 1. Inhoud 1. Instructie waarschuwingen... 2 2. Waarschuwingen voor een veilig en juist gebruik... 2 3. Garantie... 2 4. Installatie... 3 4.1 Technische eigenschappen...

Nadere informatie

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 62 24 60 Programmeerbare elektronische tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Kleine elektrische zwenkaandrijving 2SQ7

Kleine elektrische zwenkaandrijving 2SQ7 Kleine elektrische zwenkaandrijving 2SQ7 Aanvulling op gebruiksaanwijzing SIPOS SEVEN Uitgave 12.17 Wijzigingen voorbehouden! Inhoud Aanvulling op gebruiksaanwijzing SIPOS SEVEN Inhoud Inhoud 1 Elementaire

Nadere informatie

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman 60 84 06/004 NL Voor de vakman Montagevoorschrift UBA-module xm0 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage Zorgvuldig lezen vóór de montage Inhoudsopgave Veiligheid.......................................

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel

Technische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel Technische Handleiding Versie 07/05 CompTrol Signal 1 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften

Nadere informatie

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding Best.nr. : 1136 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,

Nadere informatie

Aanvullende handleiding. Connector ISO voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30380

Aanvullende handleiding. Connector ISO voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30380 Aanvullende handleiding Connector ISO 4400 voor niveaudetectiesensoren Document ID: 30380 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voor uw veiligheid. Correct gebruik... 3.2 Algemene veiligheidsinstructies... 3.3 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27 ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27 Omschrijving: Compressoren met een draaistroom-asynchroonmotor hebben de karakteristieke eigenschappen dat ze bij het inschakelen het net hoog belasten

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Potentiometer 1-10 V

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Potentiometer 1-10 V Potentiometer 1-10 V schakelfunctie Best.nr. : 0309 00 Potentiometer 1-10 V drukcontactfunctie Best.nr. : 0308 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten

Nadere informatie

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Art. nr. : 240PDPETW Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Installatie- en bedieningsinstructie. Table Stand DS (2018/08) nl

Installatie- en bedieningsinstructie. Table Stand DS (2018/08) nl Installatie- en bedieningsinstructie Table Stand DS-1 6720888222 (2018/08) nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting op de symbolen en veiligheidsinstructies...... 2 1 Toelichting van de symbolen......................

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding met druk-wisselschakelaar met druk-wisselschakelaar Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig

Nadere informatie

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9 PRS 9 Gebruiksaanwijzing 810534-00 Programmaschakelaar PRS 9 Afmetingen / Overzicht PRS 9 Test 128,5 169 30,48 (6TE) Fig. 1 A B C D E PRS 9 I H G F Test J Fig. 2 MAX 95 % IP 10 MAX 70 C 2 Legenda A B C

Nadere informatie

LED signaallamp. Reeks 8010. Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL

LED signaallamp. Reeks 8010. Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL LED signaallamp Bedieningshandleiding Additional languages www.stahl-ex.com Algemene gegevens Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...2 1.1 Fabrikant...2 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...2 1.3

Nadere informatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing DC 24 V. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing DC 24 V. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat Best.nr. : 0388 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Als de handleiding niet wordt opgevolgd,

Nadere informatie

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 307274 NL Bewegingsmelder theluxa R180 WH 1010200 theluxa R180 BK 1010201 1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 Afvoer 3 3. Aansluiting 4 4. Montage 5 Installatievoorschriften 5

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Elektronische stuureenheid. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Elektronische stuureenheid. Bedieningshandleiding , schakelfunctie Art.-Nr.: 240-10, impulsfunctie Art.-Nr.: 240-31 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden

Nadere informatie

1. Funddamentele veiligheidsinstructies

1. Funddamentele veiligheidsinstructies 309699 NL Bewegingsmelder theluxa S360 WH 1010510 theluxa S360 BK 1010511 1. Funddamentele veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Levensgevaar door elektrische schokken of brand! Montage uitsluitend door

Nadere informatie

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit STAKA Handleiding elektrische bediening Algemeen Deze handleiding geeft u de juiste instructies voor een correcte aansluiting en een goede bediening van de elektrische bedieningsset van Staka. De installatie

Nadere informatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie Jaloeziebesturingsknop Best.nr. : 2328.. Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie Best.nr. : 0820.. Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen

Nadere informatie

Afbeelding 1: Constructie apparaat. Bedoeld gebruik - Schakelen en dimmen van gloeilampen, HV halogeenlampen en Tronic-trafo's met halogeenlampen.

Afbeelding 1: Constructie apparaat. Bedoeld gebruik - Schakelen en dimmen van gloeilampen, HV halogeenlampen en Tronic-trafo's met halogeenlampen. Tronic-dimmer 20-525 W Best.nr. : 0307 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel,

Nadere informatie

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting Best. nr. : 0399 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële

Nadere informatie

Alarmsirene. Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Alarmsirene. Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36 Alarmsirene Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Automatische antennerotor

Automatische antennerotor G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 28 49 71 Automatische antennerotor Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Verwarmingselement. Building Technologies Division

Verwarmingselement. Building Technologies Division 7 923 Verwarmingselement AGA63 Verwarmingselement voor toepassing op SKP... en SKL servomotoren. De AGA63 breidt het toepassing gebied uit voor de servomotoren bij lage of sterk wisselende omgevingstemperaturen.

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led Art. nr.: 1730DD Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade mogelijk.

Nadere informatie

voorschrift Voor de installateur OpenTherm module AAN DE INSTALLATEUR

voorschrift Voor de installateur OpenTherm module AAN DE INSTALLATEUR Installatie voorschrift AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 Windbeveiliging Eolis 2 VOEDING 230 V - 50 Hz Pulsschakelaar Centralis IB INLEIDING Deze montagehandleiding bevat instructies voor de montage van de windbeveiliging

Nadere informatie

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid

testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid testo 330i Rookgas-meetinstrument Inbedrijfstelling en veiligheid www.testo-international.com/330imanuals 2 1 Inbedrijfstelling 1 Inbedrijfstelling 1.1. App installeren Voor de bediening van het meetinstrument

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING VLAMING IRRIDELTA HASPELBEVEILIGING 34.HAS.112 Vlaming Groep b.v. 1681PD Zwaagdijk-Oost Telefoon: 0228 565013 Fax: 0228 565015 e-mail: irridelta@vlaming-groep.nl INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Bestnr Module SMD- Servotester

Bestnr Module SMD- Servotester Bestnr. 19 01 51 Module SMD- Servotester Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie