Aandrijvingen SA SA 16.1 SAR SAR 16.1 AUMA MATIC. Bedieningsinstructies. Certificate Registration No

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aandrijvingen SA 07.1 - SA 16.1 SAR 07.1 - SAR 16.1 AUMA MATIC. Bedieningsinstructies. Certificate Registration No. 12 100 4269 12 104 4269"

Transcriptie

1 Aandrijvingen SA SA 16.1 SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies ISO 9001 ISO Certificate Registration No

2 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies Geldigheid bedieningsinstructies: Deze instructies zijn van toepassing op de (regel)aandrijvingen SA(R) SA(R) 16.1 met een besturingseenheid. Deze instructies gelden alleen voor de uitvoering rechtsdraaiend sluiten, d.w.z. de aangedreven as draait bij het sluiten van de afsluiter met de wijzers van de klok mee. Inhoudsopgave Pagina 1. Veiligheidsinstructies Toepassingsgebied Korte omschrijving Inbedrijfname (elektrisch aansluiten) Onderhoud Waarschuwingen / aanwijzingen Verdere aanwijzingen Technische gegevens Aandrijvingen SA(R) SA(R) Besturingseenheid Aanvullende informatie voor de legenda van de aansluitschema s Transport en opslag Montage op afsluiter / reductiekast Handbediening Elektrisch aansluiten Aansluitschema Wijze van afschakelen Instelling wegschakelaars Instelling eindstand DICHT (zwart veld) Instelling eindstand OPEN (wit veld) Instelling DUO-wegschakelaars (optie) Instelling voor richting DICHT (zwart veld) Instelling voor richting OPEN (wit veld) Instelling draaimomentschakelaars Proefdraaien Instelling mechanische standaanwijzing (optie) Instelling potentiometer (optie) Instelling elektronische standmelder RWG (optie) Instelling 2-draadssysteem 4-20 ma en 3-/4-draadssysteem 0-20 ma Instelling 3-/4-draadssysteem 4-20 ma Programmering Functies van de diagnose-led s op de interface-printplaat (standaardversie) Programmering van de logica-printplaat NOOD-OPEN en NOOD-DICHT signaal (optie)

3 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR Pagina 16. Elektronische positioner (optie) Technische gegevens Instelling Afregelen positioner eindstand DICHT (standaarduitvoering) Afregelen positioner eindstand OPEN (standaarduitvoering) Instelling gevoeligheid Afregelen positioner eindstand OPEN (invers bedrijf) Afregelen positioner eindstand DICHT (invers bedrijf) Positioner in Split Range versie (optie) Split Range: omschrijving van de functies Programmering Afregelen positioner voor Split Range Timer (optie) Functie van de diagnose-led s (timer) Instelling timer Zekeringen Onderhoud Testapparaat voor Conformiteitsverklaring en fabrikantenverklaring Trefwoordenregister Adressen AUMA kantoren en vertegenwoordigingen

4 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies 1. Veiligheidsinstructies 1.1 Toepassingsgebied AUMA aandrijvingen zijn bestemd voor het bedienen van industriële afsluiters, zoals ventielen, schuifafsluiters, vlinderkleppen en kogelkranen. In geval van andere toepassingen is overleg met de fabriek noodzakelijk. AUMA is niet aansprakelijk voor eventuele schade, voortvloeiend uit het gebruik voor andere doeleinden dan waarvoor de aandrijvingen bestemd zijn. Het risico te dezer zake berust volledig bij de gebruiker. Tot een juist gebruik van de aandrijving behoort ook het inachtnemen van deze instructies. 1.2 Korte omschrijving AUMA aandrijvingen SA(R) SA(R) 16.1 bestaan uit modulaire functieeenheden. De aandrijvingen worden aangedreven door een elektrische motor en aangestuurd door de elektronische besturingseenheid, die beide deel uitmaken van de levering. De afschakeling wordt gerealiseerd door wegschakelaars in beide eindstanden. Het is echter ook mogelijk om in beide eindstanden d.m.v. de draaimomentschakelaars af te schakelen. De wijze van afschakelen wordt door de afsluiterfabrikant bepaald. 1.3 Inbedrijfname (elektrisch aansluiten) Bij het gebruik van elektrische apparatuur staan bepaalde delen daarvan noodzakelijkerwijs onder een gevaarlijke spanning. Alleen elektrotechnici of voor dergelijke werkzaamheden opgeleide personen (op aanwijzing en onder toezicht van een elektrotechnicus) mogen aan elektrische installaties of apparatuur werken. Uiteraard dienen de op dit gebied van toepassing zijnde voorschriften in acht genomen te worden. 1.4 Onderhoud Onderhoudsvoorschriften (zie pag. 30) moeten in acht genomen worden; anders kan niet gegarandeerd worden dat de producten goed werken. 1.5 Waarschuwingen/ aanwijzingen Het niet in acht nemen van waarschuwingen en aanwijzingen kan leiden tot ernstig letsel of grote schade. Het gekwalificeerde personeel dient volledig op de hoogte te zijn van alle waarschuwingen en aanwijzingen in deze bedieningsinstructies. Voor een probleemloze en goede werking van de aandrijvingen is naast een juiste wijze van transport, opslag, montage en installeren een zorgvuldige inbedrijfname essentiëel. De hieronder weergegeven waarschuwingstekens zijn bedoeld om de aandacht te vestigen op de in deze instructies opgenomen veiligheidsprocedures en -aanwijzingen. Elk van deze aanwijzingen wordt aangeduid met een pictogram, dat met het doel van de aandrijvingen overeenstemt. Dit pictogram betekent: Let op! Let op betekent, dat de handelingen of procedures van grote invloed zijn op de juiste werking van de aandrijvingen. Het niet in acht nemen van die handelingen of procedures kan leiden tot het ontstaan van schade. Dit pictogram betekent: Elektrostatischgevoelige onderdelen! Als dit pictogram op een printplaat is aangebracht, is deze printplaat voorzien van onderdelen die door elektrostatische ontladingen beschadigd of vernietigd kunnen worden. Indien de printplaten bij instelwerkzaamheden, metingen of vervanging moeten worden aangeraakt, dient direct voor die handeling zorggedragen te worden voor een ontlading door een geaard, metalen oppervlak (bijv. het huis van de aandrijving) aan te raken. Dit pictogram betekent: Waarschuwing! Waarschuwing duidt op handelingen of procedures, die - indien niet op de juiste wijze uitgevoerd - een risico kunnen worden voor de veiligheid van personen of materialen. 1.6 Verdere aanwijzingen MOV M Dit pictogram betekent: Procedure is mogelijkerwijs reeds door de afsluiterfabrikant verricht! Indien de aandrijvingen gemonteerd op een afsluiter worden geleverd, is de procedure al in de fabriek van de fabrikant verricht. Tijdens de inbedrijfname dient de instelling te worden gecontroleerd! 4

5 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR Technische gegevens 2.1 Multi-turn aandrijvingen SA(R) SA(R) 16.1 Bedrijfsklassen: SA: standaard: kortstondig bedrijf S2-15 min (volgens IEC 34-1/ VDE 0530) optie: kortstondig bedrijf S2-30 min SAR: standaard: regelbedrijf S4-25 % ID. Zie voor het toelaatbaar aantal starts het informatieblad technische gegevens SAR Wegschakelmechanisme: telrollenschakelwerk voor de eindstanden DICHT / OPEN Draaimomentmechanisme: traploos verstelbaar draaimomentmechanisme voor de richting SLUITEN en voor de richting OPENEN Toerental: zie de informatiebladen technische gegevens SA en technische gegevens SAR Verwarming in schakelruimte: ca. 5 W, 24 V, intern verzorgd Motoren: draaistroommotor (3-fasen) of wisselstroommotor (1-fase) Motorbescherming: standaard: 3 thermoknopen optie: 3 PTC-weerstanden + PTC-tripping device Elektrische aansluiting: standaard: AUMA rondstekker 100 met schroefaaansluiting Aansluitschema: zie het typeplaatje op de Omgevingstemperatuur: SA: 25 C tot + 70 C SAR: 25 C tot + 60 C Beschermingsklasse: standaard: IP 67 (overeenkomstig EN ) optie: IP 68 Deklaag coating: standaard: twee-componentenverf 2.2 Besturingseenheden besturingseenheden, type AM 01.1 en type AM 02.1, geschikt voor directe montage op: multi-turn aandrijvingen AUMA NORM SA(R) SA(R) 16.1 Voedingsspanning zie typeplaatje Motorsturing magneetschakelaars: standaard: mechanisch + elektrisch vergrendeld, max. 690 V AC, max. 7,5 kw thyristoren: optie: elektronisch vergrendeld, max. 460 V AC, max. 1,5 kw Externe stuurspanning 24 V DC, galvanisch gescheiden van interne voedingsspanning Binaire ingangssignalen standaard: OPEN-STOP-DICHT (aansturing) optie: galvanische scheiding: nominale spanning: stroomopname: Analoge ingangssignalen (optie) Uitgangssignalen (relais) omschakeling aansturing analoog / binair 1) voor ingangssignalen OPEN - DICHT opto-couplers 24 V DC, hetzij intern verzorgd door het netvoedingsapparaat (met max. 50 ma belastbaar) hetzij extern te verzorgen ma per ingang zie positioner monitorrelais voor storingssignalen: fasenuitval / motorbescherming aangesproken / draaimomentstoring: draaimomentschakelaar aangesproken voor het bereiken van de eindstand (kan verwijderd worden, zie tabel 3, pagina 20) 4 signaleringsrelais: eindstand OPEN / eindstand DICHT / keuzeschakelaar PLAATSELIJK / keuzeschakelaar AFSTAND Monitorrelais (diagnose-led s) fasenuitval, motorbescherming aangesproken draaimomentstoring: voor het bereiken van de eindstand draaimomentschakelaar aangesproken Analoge uitgangssignalen (optie) terugmelding, werkelijke waarde (galvanisch gescheiden) E2 = 0/4-20 ma Positioner (optie) stuursignaal (ingaand - nominale waarde) E1 = 0/4-20 ma ingangsweerstand 250 Ohm terugmelding E2 (werkelijke waarde): 0/4-20 ma Noodbedrijf (NOOD) (optie) van toepassing bij de standen PLAATSELIJK, UIT en AFSTAND van de keuzeschakelaar (zie pagina 21): eindstand OPEN eindstand DICHT Timer (optie) parameters: looptijd / pauzetijd onafhankelijk van elkaar instelbaar (1-30 seconden) Lokale bediening standaard: keuzeschakelaar PLAATSELIJK-UIT-AFSTAND, afsluitbaar drukknoppen OPEN-STOP-DICHT optie: signaallampen OPEN-STORING-DICHT Beschermingsklasse standaard: IP 67 optie: IP 68 Temperatuurbereik SA: SAR: 25 C tot + 70 C 25 C tot + 60 C Elektrische aansluiting zie punt 7, pagina 10 1) Alleen in combinatie met positioner 5

6 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies 3. Aanvullende informatie voor de legenda van de aansluitschema s Toelichting A: Indien de aandrijving is voorzien van een signaalgever (S5), kan met behulp van de signaalgever het knippersignaal aandrijving in bedrijf worden gerealiseerd (het openen en sluiten van potentiaalvrije contacten). Richting DICHT: aansluiten contacten X K 6 - X K 7 Richting OPEN: aansluiten contacten X K 6 - X K 8 In de eindstanden blijven de contacten gesloten. Indien de aandrijving wordt aangestuurd door een extern PLC-systeem, kan het knippersignaal met behulp van een printschakelaar (DIP-switch) worden uitgeschakeld (tabel 3, pag. 20). Toelichting B: Toelichting D: De wijze van afschakelen in de eindstanden wordt door de afsluiterfabrikant bepaald. Met behulp van de printschakelaars S1-2 en S3-2 (zie punt 15.2, pag. 20) stelt de afsluiterfabrikant de wijze van afschakelen in. Indien de draaimomentschakelaar vóór het bereiken van de eindstand wordt aangesproken, wordt de aandrijving afgeschakeld en wordt een storingsmelding gegenereerd. Bij draaimomentafhankelijk afschakelen worden de wegschakelaars gebruikt voor terugmelding. De wegschakelaars dienen zo te worden ingesteld, dat de desbetreffende schakelaar kort vóór het bereiken van de eindstand wordt aangesproken. Indien de draaimomentschakelaar vóór de wegschakelaar aangesproken wordt, wordt de aandrijving afgeschakeld en wordt een storingsmelding gegenereerd. Zie voor verdere programmeermogelijkheden, zoals bijv. afstandsbediening met of zonder overneemcontacten, tabel 3 op pagina 20. De hieronder vermelde storingen worden geregistreerd en kunnen als gezamenlijke storingsmelding aan de controlekamer worden doorgegeven: - stroomuitval - fasenuitval - motorbescherming aangesproken - draaimomentschakelaar aangesproken voor bereiken eindstand Deze storingsmelding kan door middel van de programmering van de printschakelaars worden uitgeschakeld (zie tabel 3, pagina 20). Toelichting E: Ingangssignalen overeenkomstig DIN De nominale stroom van de ingangen X K 2; X K 3enX K 4 is ma. Indien de interne spanning 24 V DC wordt gebruikt voor de aansturing op afstand, mag alleen over potentiaalvrije contacten geschakeld worden. Toelichting F: Toelichting G: Indien zich een verkeerde fasenvolgorde voordoet, wordt het draaiveld automatisch gecorrigeerd door de fasenbewaking. Indien er sprake is van fasenuitval, stopt de aandrijving. De storing wordt door LED V14 op de interface-printplaat aangegeven. Zie voor de signalering van een gezamenlijke storingsmelding de hierboven onder D vermelde gegevens. Potentiaalvrije contacten zijn beschikbaar voor de terugmeldingen. De interne stuurspanning (X K 11 / + 24 V resp. X K 5 / 24V) mag niet voor externe lampen, relais enz. worden gebruikt. 6

7 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR Transport en opslag Materiaal in stevige verpakking naar plaats van bestemming transporteren. Hijs- en hefgereedschap nooit aan het handwiel bevestigen. Als de aandrijving op de afsluiter gemonteerd is: hijs- en hefgereedschap aan de afsluiter bevestigen, niet aan de aandrijving. Opslaan in goed geventileerde en droge ruimtes. Ter bescherming tegen vocht uit de bodem opslaan in stellingen of op houten pallets.. Materiaal afdekken ter bescherming tegen stof en vuil. Ongespoten delen tegen roest beschermen met een daarvoor geschikt anti-roestmiddel. Indien de aandrijvingen gedurende een langere tijd (meer dan 6 maanden) worden opgeslagen, moet het navolgende eveneens in acht genomen worden:. Voor opslag materiaal: bescherm ongespoten delen, met name die van de aandrijfvormen en montagevlakken met een anti-roestmiddel dat een duurzame werking heeft.. Controleer elke 6 maanden het materiaal op corrosie. Als de eerste tekenen van corrosie verschijnen, het anti-roestmiddel nogmaals toepassen. 5. Montage op afsluiter / reductiekast MOV M Sluit na de montage van de aandrijving op de afsluiter de aandrijving onmiddellijk elektrisch aan, zodat het verwarmingselement condensvorming kan voorkomen.. Voor de montage moet de aandrijving worden gecontroleerd op beschadigingen.. Beschadigde onderdelen dienen door originele onderdelen te worden vervangen. De montage is het gemakkelijkst te realiseren, indien de as van de afsluiter/ reductiekast loodrecht naar boven wijst. De aandrijving kan echter in elke gewenste opbouwpositie gemonteerd worden. De aandrijving wordt door de fabriek in de stand DICHT uitgeleverd (wegschakelaar DICHT aangesproken).. Controleer, of de uitgaande flens op de afsluiter/reductiekast past. Let op speling van de centreerring van de flens! De aandrijfvormen B1, B2, B3 of B4 (afb. A) hebben een boring met spiebaan (gewoonlijk overeenkomstig ISO 5210). Afbeelding A Aandrijfvorm B 1 / B2 insteekbus Aandrijfvorm B 3 / B4 boring met spiebaan 7

8 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies Bij aandrijfvorm A (afb. B) moet de draad overeenstemmen met de draad van de spindel. Tenzij anders besteld, wordt de draadbus ongeboord geleverd. Zie het navolgende voor gegevens van het op maat bewerken van de draadbus. Controleer, of boring en spiebaan overeenkomen met de ingaande as van de afsluiter/reductiekast. Ontvet het oppervlak van de aansluitflens van de aandrijving en dat van de aansluitflens van de afsluiter/reductiekast zorgvuldig.. Vet de as van de afsluiter/reductiekast licht in. Plaats de aandrijving op de afsluiter/reductiekast. Zet de aandrijving met schroeven (ten minste kwaliteit 8.8, zie tabel 1) vast. Draai de schroeven gelijkmatig en kruisgewijs aan. Tabel T A (Nm) M 6 10 M 8 25 M M M Op maat bewerken van de draadbus (aandrijfvorm A): Afb. B / Aandrijfvorm A draadbus Het is niet noodzakelijk om de uitgaande flens van de aandrijving te verwijderen. Schroef de centreerring (80.2, afb. B) met behulp van een schroefsleutel of een soortgelijk stuk gereedschap uit de flens. Verwijder de draadbus (80.3) samen met de axiaalnaaldkrans (80.01) en de axiaallagerschijven (80.02). Verwijder de axiaalnaaldkrans en de axiaallagerschijven van de draadbus. Boor de draadbus uit en snijd de draad. Let op: de boring moet exact centrisch en verticaal zijn! Reinig de bewerkte draadbus. Smeer de axiaalnaaldkrans en de axiaallagerschijven en plaats deze weer op de draadbus.. Plaats de draadbus met de axiaallagers weer in de aansluitflens. Zorg ervoor, dat de klauwen op de juiste wijze in de uitsparingen van de holle as grijpen. Schroef de centreerring weer in de flens en draai de ring tot aan de aanslag vast.. Smeer de lagers via de smeernippel met behulp van een vetspuit. Beschermbuis voor een stijgende spindel van de afsluiter Beschermbuizen kunnen los meegeleverd worden. Omwikkel de draad met teflon tape. Schroef de beschermbuis in de draad en draai de buis stevig vast. Bij corrosiebescherming KS/ KX: duw de dichtring tot aan de behuizing naar beneden.. Werk eventuele verfbeschadigingen bij. Controleer, of de beschermkap aanwezig is en onbeschadigd is. 8

9 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR Handbediening De handbediening mag alleen ingeschakeld worden, als de motor stilstaat. Het inschakelen van de handbediening bij een draaiende motor kan tot schade aan de aandrijving leiden (afbeelding C)!. Trek de omschakelhendel in het midden van het handwiel max. 85 omhoog, draai daarbij het handwiel licht heen en weer totdat de handbediening in werking wordt gesteld (afbeelding D). Afbeelding C Afbeelding D Handkracht is voldoende om de omschakelhendel te bedienen. De toepassing van een verlengstuk is noch noodzakelijk, noch toegestaan. Het toepassen van een te hoge kracht kan schade aan het omschakelmechanisme veroorzaken.. Laat de omschakelhendel los (deze valt door veerkracht in de uitgangspositie terug). Als de omschakelhendel niet terugvalt: stuur de hendel dan met de hand bij zodat de hendel alsnog in de uitgangspositie terugkeert (afbeelding E). Afbeelding E Afbeelding F. De handbediening blijft ingeschakeld, totdat de motor weer ingeschakeld wordt. Door het starten van de motor wordt automatisch omgeschakeld op elektrisch bedrijf.. Draai het handwiel in de gewenste richting (afbeelding F). Handbediening is alleen toegestaan, als de omschakelhendel in zijn uitgangspositie staat!. Bij het starten van de motor wordt de handbediening automatisch ontkoppeld. 9

10 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies 7. Elektrisch aansluiten Werkzaamheden aan elektrische installaties of apparatuur mogen alleen door een elektrotechnicus of daartoe opgeleid personeel (op aanwijzing van en onder toezicht van een elektrotechnicus) worden verricht. De van toepassing zijnde Afbeelding G normen dienen in acht genomen te worden. AUMA rondstekker (aansluiting klant XK) aandrijving SA schakelruimtedeksel typeplaatje aandrijving typeplaatje AUMA aandrijvingen SA(R) worden door de AUMA MATIC aangestuurd. Deze besturingseenheid kan direct op de aandrijving gemonteerd worden of separaat op een wandbeugel. De elektrische aansluiting wordt gerealiseerd door middel van een rondstekker met een schroefaansluiting (standaarduitvoering). Als de op een wandbeugel wordt gemonteerd, moet het hieronder vermelde in acht genomen worden: 1) ten behoeve van de terugmelding moet een elektronische standmelder (RWG) worden toegepast. 2) voor de kabelverbinding tussen aandrijving en AUMA MATIC op wandbeugel moeten geschikte, flexibele en afgeschermde kabels worden gebruikt.. Controleer, of de stroomsoort, voedingsspanning en frequentie overeenstemmen met de gegevens van de motor (zie typeplaatje op de motor en typeplaatje op de besturingseenheid). Verwijder het stekkerdeksel (AUMA rondstekker; afbeelding G).. Draai de cilinderschroeven los en neem de rondstekker uit het stekkerdeksel. Gebruik kabelwartels, die geschikt zijn voor de gewenste kabeldiameter..beschermingsklasse IP 67 c.q. IP 68 kan alleen worden gegarandeerd, indien de voor de desbetreffende beschermingsklasse geschikte kabelwartels worden gebruikt.. Niet-benodigde kabelingangen dienen te worden voorzien van de juiste blindstoppen. 7.1 Aansluitschema. Sluit de kabels aan overeenkomstig het voor die order van toepassing zijnde aansluitschema MSP... KMS TP... Bij uitlevering word het van toepassing zijnde aansluitschema samen met de bedieningsinstructies in een weerbestendig hoesje aan het handwiel van de aandrijving bevestigd. Als het aansluitschema niet meer aanwezig is, kan het schema onder vermelding van het commissienummer en/of het Auma Benelux ordernummer van de aandrijving (zie typeplaatje) worden opgevraagd. Zie voor additionele informatie omtrent de schema s punt 3, pag. 6. Doorsnede aansluitkabels: besturingskabels max. 2,5 mm 2, voedingskabels max. 6 mm 2.. Sluit ter voorkoming van condensvorming het verwarmingselement aan (behoort tot standaarduitvoering, tenzij anders besteld).. Over de twee schakelkringen van elke schakelaar moet hetzelfde potentiaal 7.2 staan. Bij verschil in potentiaal moeten tandemschakelaars worden toegepast. Microschakelaars met goud-contacten (optie) mogen alleen met een lage spanning (< 50 V DC / 400 ma) belast worden.. Gebruik voor de aansluiting van standmelders (potentiometer, RWG) afgeschermde kabels. 10

11 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Wijze van afschakelen 8. Instelling wegschakelaars Afbeelding H1 MOV M. De afsluiterfabrikant bepaalt, of de afschakeling in de eindstanden weg- of draaimomentafhankelijk moet plaatsvinden. Indien de wijze van afschakelen moet worden gewijzigd: zie punt 15.2, pagina 20 (programmering van de logica-printplaat).. Plaats de rondstekker in het stekkerdeksel en zet deze vast.. Reinig de pasvlakken van het stekkerdeksel (AUMA rondstekker) en controleer, of de O-ring in goede staat verkeert. Vet de pasvlakken in met zuurvrij vet (bijv. vaseline).. Plaats het deksel terug en draai de 4 schroeven gelijkmatig en kruisgewijs aan. Draai de kabelwartels goed aan, zodat beschermingsklasse IP 67 c.q. IP 68 gewaarborgd is. schijf mech. standaanwijzing (optie) schakelruimtedeksel De hieronder vermelde instructies gelden alleen voor de uitvoering rechtsdraaiend sluiten (aangedreven as draait met de wijzers van de klok mee om de afsluiter te sluiten).. Schakel de handbediening in zoals omschreven in paragraaf 6 op pagina 9.. Verwijder het schakelruimtedeksel en verwijder - indien pijl aanwezig - de schijf van de mechanische standaanwijzing (afb. H1). Eventueel kan een steeksleutel (ca. 10 mm) daarbij als hefboom gebruikt worden. MOV M. Draai het handwiel met de wijzers van de klok mee, totdat de afsluiter gesloten is.. Druk instelspindel A (afb. H2) in, draai deze al ingedrukt houdend met een schroevendraaier (5 mm) in de richting van de pijl en let daarbij op wijzer B. Onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar klikken springt wijzer B telkens 90 verder totdat punt C bereikt is. Draai langzaam verder, als wijzer B nog 90 van punt C verwijderd is. Stop met draaien als punt C bereikt is en laat instelspindel A los. Indien abusievelijk toch te ver gedraaid is: draai de instelspindel dan verder totdat punt C opnieuw bereikt is. Afbeelding H2 8.1 Instelling eindstand DICHT (zwart veld) F D 11

12 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies 8.2 Instelling eindstand OPEN (wit veld) MOV M. Draai het handwiel tegen de wijzers van de klok in, totdat de afsluiter geopend is. Draai het handwiel vervolgens een halve slag terug.. Druk de instelspindel D (afb. H3) in, draai deze al ingedrukt houdend met een schroevendraaier (5 mm) in de richting van de pijl en let daarbij op wijzer E. Onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar klikken springt wijzer E telkens 90 graden verder totdat punt F bereikt is. Als wijzer E nog 90 van punt F verwijderd is, draai dan langzaam verder. Stop met draaien als punt F bereikt is en laat de instelspindel los. Indien abusievelijk toch te ver gedraaid is: draai de instelspindel dan verder totdat punt F opnieuw bereikt is. Met behulp van de rode testknoppen T en P (afb. H2) kunnen de microschakelaars van het draaimoment- en het wegschakelmechanisme bediend worden. 9. Instelling DUO-wegschakelaars (optie) MOV M Gebruik bij het instellen van het schakelpunt (tussenstand) dezelfde draairichting als later tijdens elektrisch bedrijf. Elke toepassing kan worden in- of afgeschakeld door middel van de twee tussenstandschakelaars. De in- of afschakelfunctie kan worden gerealiseerd door de desbetreffende NC- en NO-contacten aan te sluiten.. Breng de afsluiter in de gewenste tussenstand. 9.1 Instelling voor richting DICHT (zwart veld). Draai instelspindel G (afb. H3) met behulp van een schroevendraaier (5 mm) in de richting van de pijl en let daarbij op wijzer H. Onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar klikken verspringt wijzer H telkens 90 totdat punt C bereikt is. Als wijzer H nog 90 graden van punt C verwijderd is, draai dan langzaam verder. Stop met draaien, zodra punt C bereikt is, en laat de instelspindel los. Indien abusievelijk toch te ver gedraaid is: draai de instelspindel dan verder totdat punt C opnieuw bereikt is. 9.2 Instelling voor richting OPEN (wit veld). Draai instelspindel K (afb. H3) met behulp van een schroevendraaier (5 mm) in de richting van de pijl en let daarbij op wijzer L. Onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar klikken verpringt wijzer L telkens 90 totdat punt F bereikt is. Als wijzer L nog 90 van punt F verwijderd is, draai dan langzaam verder. Stop met draaien, zodra punt F bereikt is, en laat de instelspindel los. Indien abusievelijk toch te ver gedraaid is: draai de instelspindel dan verder totdat punt F opnieuw bereikt is. 12

13 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Afbeelding H3 E C F H* L* 10. Instelling draaimomentschakelaars MOV Het ingestelde draaimoment moet geschikt zijn voor de afsluiter! M Indien de aandrijving door een afsluiterfabrikant geleverd is, is de draaimomentinstelling tijdens het testen verricht.. Deze instelling mag alleen met toestemming van de afsluiterfabrikant gewijzigd worden! Afbeelding J instelling DICHT instelling OPEN *) Optie G* K* D O P O P Draai beide schroeven O op het schijfje van het instelmechanisme los (afbeelding J).. Draai het schijfje P om het benodigde draaimoment in te stellen (1 da Nm = 10 Nm). Voorbeeld: Afbeelding J toont de hieronder vermelde instellingen: 3,5 da Nm = 35 Nm voor richting DICHT 3,5 da Nm = 35 Nm voor richting OPEN. Draai de schroeven O weer vast.. De draaimomentschakelaars kunnen ook tijdens handbediening worden bediend. Bij toepassing van de juiste besturing wordt het aanspreken van de draaimomentschakelaars geregistreerd. Op deze wijze wordt het opnieuw starten in een bepaalde richting voorkomen.. Het draaimomentmechanisme functioneert als een beveiliging tegen overbelasting over de gehele stelweg, ook bij wegafhankelijke afschakeling in de eindstanden.. Indien van toepassing: plaats het schijfje van de mechanische standaanwijzing op de as terug en stel de standaanwijzing in op de wijze zoals omschreven onder punt 11 op pag 14.. Reinig de pasvlakken van deksel en behuizing; controleer de O-ring. Smeer de pasvlakken licht in met zuurvrij vet. 13

14 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies. Plaats het schakelruimtedeksel terug en draai de zeskantschroeven gelijkmatig en kruisgewijs vast. 11. Proefdraaien Stel de keuzeschakelaar in op de stand UIT (0); zie afbeelding K. Schakel de voedingsspanning in. Schakel de handbediening in op de wijze zoals op pag. 9 onder punt 6 beschreven.. Breng de aandrijving handmatig in beide eindstanden van de afsluiter. Controleer, of het wegschakelmechanisme goed ingesteld is. Controleer, of in elke eindstand de desbetreffende microschakelaar aanspreekt en na wijziging van de draairichting weer vrijgegeven wordt. Indien dit niet het geval is, moeten de wegschakelaars op de wijze, zoals op pagina 11 onder punt 8 omschreven is, ingesteld worden. Als het wegschakelmechanisme correct ingesteld is:. Voer met behulp van de drukknoppen de test uit, nadat de keuzeschakelaar in de stand PLAATSELIJK (I) gebracht is; zie afb. K. Met behulp van de rode testknoppen T en P (afb. M) kunnen de microschakelaars van het draaimoment- en het wegschakelmechanisme bediend worden. Afbeelding K Drukknoppen Signaallampjes: OPEN OPEN STOP Storing DICHT DICHT Stand keuzeschakelaar 0: UIT I: Lokale bediening II: Bedieningopafstand De stroomtoevoer wordt in de stand UIT niet onderbroken. 12. Instelling mechanische standaanwijzing (optie) MOV M De schijf van de mechanische standaanwijzing draait ca. 180 om zijn as om het sluiten / openen (en vice versa) aan te duiden. Een bijbehorend tandwielkastje is in de fabriek al in de aandrijving gemonteerd. Als naderhand het aantal omwentelingen per slag wordt gewijzigd, moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat het tandwielkastje moet worden vervangen door een exemplaar met een andere overbrengingsverhouding. Breng de afsluiter in de eindstand DICHT. Draai de onderste schijf, totdat het symbool DICHT overeenkomt met de pijl van het kijkglas in het deksel (afb. L).. Breng de afsluiter in de eindstand OPEN. Houd de onderste schijf vast en draai de bovenste schijf met het symbool OPEN, totdat dit met de pijl in het kijkglas van het deksel overeenkomt. 14

15 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Afbeelding L schijf mech. standaanwijzing schakelruimtedeksel pijl 13. Instelling potentiometer (optie). Breng de afsluiter in de eindstand DICHT.. Verwijder het schakelruimtedeksel en - indien van toepassing - verwijder het schijfje van de mechanische standaanwijzing op de wijze zoals omschreven onder punt 8 op pagina 11.. Breng de potentiometer door de instelspindel (R2) met de wijzers van de klok mee te draaien in de uitgangspositie. Eindstand DICHT komt overeen met 0 %; eindstand OPEN met 100 %. Ten gevolge van de overbrengingsverhouding van de tandwielkastjes voor standmelders wordt niet altijd het gehele weerstandsbereik voor de volledige slag benut. Derhalve dient in een externe mogelijkheid tot afregelen (instelpotentiometer) te worden voorzien.. Stel het nulpunt nauwkeurig in bij de externe instelpotentiometer. Indien van toepassing: plaats het schijfje van de mechanische standaanwijzing op de as terug en stel de standaanwijzing in op de wijze zoals omschreven onder punt 13. Reinig de pasvlakken; controleer de O-ring; smeer de pasvlakken licht in met zuurvrij vet.. Plaats het schakelruimtedeksel terug en schroef het deksel vast. Afbeelding M afdekplaatje R2 T P 15

16 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies 14. Instelling elektronische standmelder RWG (optie) Voor een terugmelding op afstand of een externe aansturing De elektronische standmelder wordt in de fabriek ingesteld overeenkomstig de in de bestelling vermelde gegevens inzake het signaalbereik. Een naderhand te realiseren aanpassing dient op de wijze zoals omschreven in punt 14.1 of punt 14.2 te worden verricht. Controleer na de montage van de aandrijving op de afsluiter de instelling door het uitgangssignaal te meten aan de daarvoor bestemde meetpunten (zie punt 14.1 resp. punt 14.2). En, indien nodig, pas de instelling aan. Tabel 2 MSP... KMS TP.. 4 /... (2 externe aders nodig) 3-/ 4-draadssysteem RWG 4020 MSP... KMS TP. 4. /... MSP... KMS TP. 5. /... (2 externe aders nodig) 2-draadssysteem uitgangssignaal I 0-20 ma, 4-20 ma 4-20 ma Technische gegevens aansluitschema s voedingsspanning U v I intern verzorgd 24 V DC 24 ma bij 20 ma uitgangssignaal extern te verzorgen 14 V DC + (I x R B ), max. 30 V 20 ma max. belasting R B 600 Ω (Uv - 14 V) / 20 ma Afbeelding N: RWG-printplaat max (0/4 ma) (20 ma) N R2 M max. stroomopname 3- en 4-draadsysteem meetpunt 1 meetpunt 2 2-draadsysteem + 0/4 20 ma Bij omschakeling dient ook de bedrading gewijzigd te worden. In geval van invers bedrijf: verwissel de aansluitingen 7 (rood/rd) en 5 (zwart/bk) op de RWG-printplaat (afbeelding N). 16

17 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR Instelling 2-draadssysteem 4-20 ma en 3- / 4-draadssysteem 0-20 ma Sluit de voedingsspanning van de aan.. Breng de afsluiter in de eindstand DICHT. Verwijder het schakelruimtedeksel en verwijder - indien van toepassing - het schijfje van de mechanische standaanwijzing op de wijze zoals omschreven onder punt 5 op pagina 11. Schroef bij aandrijvingen, waarbij de meetpunten niet van buitenaf toegankelijk zijn, het afdekplaatje (afb. O) los.. Sluit het meetinstrument voor 0-20 ma aan op de meetpunten (afb. N, pagina 16 en afb. O1). Na de instelling is de waarde in de eindstand DICHT bij 3- en 4- draadssystemen 0 ma, bij 2-draadssystemen 4 ma. Het stroomcircuit (externe belasting) moet aangesloten zijn (let op de max. externe belasting R B ) of de desbetreffende polen van de Auma rondstekker (zie aansluitschema MSP...KMS TP...) moeten aangesloten zijn, anders kan geen waarde gemeten worden.. Breng de potentiometer (R2) door deze met de wijzers van de klok mee te draaien in de uitgangspositie. Draai de potentiometer (R2) bij dalend uitgangssignaal totdat de aanslag merkbaar wordt. Draai de instelpotentiometer (N) naar rechts, totdat de uitgangsstroom begint toe te nemen.. Draai de instelpotentiometer (N) terug, totdat een reststroom van ca. 0,1 ma (of 4,1 ma bij 2-draadssysteem) bereikt is. Op deze manier wordt het elektrische nulpunt op de juiste wijze afgeregeld. Breng de afsluiter in de eindstand OPEN. Stel met behulp van de instelpotentiometer (M) de eindwaarde in op 20 ma. Breng de afsluiter vervolgens in beide eindstanden en controleer de instelling. Indien nodig: corrigeer de instelling.. Als het afdekplaatje (afb.o1) verwijderd werd: schroef het plaatje weer vast. Indien van toepassing: plaats het schijfje van de mechanische standaanwijzing op de as terug en stel de standaanwijzing in op de wijze zoals omschreven onder punt 12 op pagina 14. Reinig de pasvlakken, controleer de O-Ring; smeer de pasvlakken licht in met zuurvrij vet.. Plaats het schakelruimtedeksel terug en schroef het deksel vast. Als de maximale waarde niet bereikt wordt, moet nagegaan worden of het juiste tandwielkastje gekozen is. Afbeelding O1 N (0/4 ma) R2 M(20mA) DSR DOL afdekplaatje WSR WOL meet punt 1 (+) 0/4-20 ma WDR WDL meet punt 2 ( ) 0/4-20 ma 17

18 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies 14.2 Instelling 3- / 4- draadssysteem 4-20 ma.sluit de voedingsspanning van de aan.. Breng de afsluiter in de eindstand DICHT. Verwijder het schakelruimtedeksel en verwijder - indien van toepassing - het schijfje van de mechanische standaanwijzing op de wijze zoals omschreven onder punt 8 op pagina 11. Schroef bij aandrijvingen, waarbij de meetpunten niet van buitenaf toegankelijk zijn, het afdekplaatje (afb. O2) los.. Sluit het meetinstrument voor 0-20 ma aan op de meetpunten (afbeelding. N, pagina 16 of afbeelding O2). Het stroomcircuit (externe belasting) moet aangesloten zijn (let op de max. externe belasting R B ) of de desbetreffende polen van de Auma rondstekker (zie aansluitschema MSP...KMS TP...) moeten aangesloten zijn, anders kan geen waarde gemeten worden.. Breng de potentiometer (R2) door deze met de wijzers van de klok mee te draaien in de uitgangspositie. Draai de potentiometer (R2) bij dalend uitgangssignaal, totdat de aanslag merkbaar wordt. Draai de instelpotentiometer (N) naar rechts, totdat de uitgangsstroom begint toe te nemen. Draai de instel-potentiometer (N) terug, totdat een reststroom van ca. 0,1 ma bereikt is. Breng de afsluiter in de eindstand OPEN. Stel met de instelpotentiometer (M) de eindwaarde in op 16 ma.. Breng de afsluiter in de eindstand DICHT. Regel met de instelpotentiometer (N) de beginwaarde af op 4 ma. Daarmede verschuift tegelijkertijd de eindwaarde 4 ma, zodat op deze wijze het bereik van 4-20 ma doorlopen wordt. Breng de afsluiter opnieuw in beide eindstanden en controleer de instelling. Indien nodig: corrigeer de instelling.. Als het afdekplaatje (afb. O2) verwijderd werd: schroef het plaatje weer vast. Indien van toepassing: plaats het schijfje van de mechanische standaanwijzing op de as terug en stel de standaanwijzing in op de wijze zoals omschreven onder punt 12 op pagina 14. Reinig de pasvlakken; controleer de O-ring; smeer de pasvlakken licht in met zuurvrij vet.. Plaats het schakelruimtedeksel terug en schroef het deksel vast. Als de maximale waarde niet bereikt wordt, moet nagegaan worden of het juiste tandwielkastje gekozen is. Afbeelding O2 N (0/4 ma) R2 M(20mA) DSR DOL afdekplaatje WSR WOL meet punt 1 (+) 0/4-20 ma WDR WDL meet punt 2 ( ) 0/4-20 ma 18

19 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR Programmering Afbeelding P: in standaarduitvoering Afdekplaat Interface-printplaat Logica-printplaat Typeplaatje Lokale bediening Elektrisch aansluiten met AUMA rondstecker Voedingsprintplaat Magneetschakelaars Monitorrelais voor storingssignalen Rondstecker Matic/aandrijving 15.1 Functies van de diagnose-led s op de interface-printplaat (standaarduitvoering) V14 brandt: V15 brandt: fasenuitval, motorbescherming aangesproken draaimomentstoring: draaimomentschakelaar aangesproken voor het bereiken van de eindstand Afbeelding Q1: afdekplaatje interface-printplaat LED s STOP, CLOSE/ ZU (DICHT), OPEN/ AUF (OPEN) geven de beschikbare stuursignalen (ingangssignalen) weer. 19

20 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies 15.2 Programmering logica-printplaat MOV M De wijze van afschakelen, weg- of draaimomentafhankelijk (schakelaar S1-2 en schakelaar S3-2, afb. Q2), dient door de afsluiterfabrikant te worden vastgesteld. Afbeelding Q2: logica-printplaat A2 S3-2 Stand 1: wegafhankelijke afschakeling in eindstand OPEN S2-2 (AUF) S3-2 S3-2 Stand 2: draaimomentafhankelijke afschakeling in eindstand OPEN (ZU) S1-2 S1-2 Stand 1: wegafhankelijke afschakeling in eindstand DICH S1-2 Stand 2: draaimomentafhankelijke afschakeling in eindstand DICH. Stel de gewenste programmering in met behulp van schakelaar S2-2 aan de hand van de gegevens van tabel 3. Tabel 3 Printschakelaar S2-2 (DIP-switch) Overneemfunctie AFSTAND Richting DICHT OFF ON Programmering (ON = ingedrukt) Richting OPEN OFF ON Pulssturing AFSTAND (push-to-run) Overneemfunctie PLAATSELIJK Pulssturing PLAATSELIJK (push-to-tun) Signaalgever Draaimomentstoring in gezamenlijke storingsmelding OFF ON OFF ON OFF ON geactiveerd OFF ON inclusief OFF ON OFF ON OFF ON OFF ON niet-geactiveerd OFF ON exclusief OFF ON

21 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR NOOD-OPEN en NOOD-DICHT signaal (optie) (5e karakter in aansluitschema MSP C, D of P) Als een EMERGENCY-stuursignaal gegeven wordt, brengt de aandrijving de afsluiter in de aangegeven eindstand (functioneert bij alle drie de standen van de keuzeschakelaar: LOCAL (plaatselijk), OUT (uit), REMOTE (afstand)). De ingang bij klem XK 1 (zie schakelschema) dient via een NC-contact (gesloten-kring-principe) op + 24 V DC aangesloten te worden.. Indien een NOOD-OPEN of een NOOD-DICHT signaal in het algemeen niet gewenst is: verbreek de bruggetjes B1 (bij NOOD-DICHT) en B2 (bij NOOD-OPEN). Afbeelding R: Afdekplaatje bij optie NOOD-OPEN of NOOD-DICHT Bruggen: B1 (NOOD-DICHT) B2 (NOOD-OPEN) ) LED voor NOOD-stuursignaal 16. Positioner (optie) 16.1 Technische gegevens Stuursignaal (ingang E1, nominale waarde) 0/4-20 ma (optie 0-5 V) Terugmelding (ingang E2, werkelijke waarde) 0/4-20 ma (optie 0-5 V) Gevoeligheid (dode band) E (P9) 0,5 % - 2,5 % Fijnafstemming Sens (P7) (alleen zinvol bij min 0,25 % uitgaande toerentallen <16 omw./min.) Pauzetijd t off (P10) 0,5-10 s Ingangsweerstand 250 Ohm Takt-bedrijf: Looptijd t ON (P8) 0,5-15 s effectief tot een regelafwijking 25 %; daarna vermindert de ingestelde waarde met een factor Instelling De positioner in de wordt overeenkomstig de gegevens van de bestelling geprogrammeerd en samen met de aandrijving voor uitlevering ingesteld. Het is echter mogelijk, dat later op basis van waarden van het regelsysteem, die vooraf niet bekend waren, de instelling van de positioner moet worden aangepast. Vóór het aanpassen van de instelling dient de programmering van de positioner te worden gecontroleerd. Draai de 4 schroeven van het deksel van de (afb. P, pag. 19) los en verwijder het deksel.. Controleer de programmering van de logica-platine overeenkomstig de inhoud van punt

22 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies Overneemfunctie AFSTAND dient bij een positioner uitgeschakeld te zijn.. Verwijder het afdekplaatje (afb. S2) en stel de gewenste programmering overeenkomstig de gegevens van tabel 4 in op de printplaat van de positioner (afb. S1). Zie voor de waarden van het stuursignaal E1 en de terugmelding E2 de sticker op het afdekplaatje (afb. S2). Met behulp van de printschakelaars (DIP-switches) kan het gedrag van de aandrijving bij het wegvallen van het stuursignaal E1 of de terugmelding E2 worden ingesteld. Maar alleen bij 4-20 ma signalen zijn alle keuzemogelijkheden beschikbaar. Let erop, dat vóór het instellen het stroomcircuit voor de terugmelding E2 (zie schakelschema MSP... KMS TP...) gesloten is (meetapparaat of draadbrug). Als het signaal E2 ontbreekt, brandt LED V10 E1/E2 < 4 ma (afb. S2) en reageert de positioner niet. Afb. S1: Printplaat positioner A7 P9 ( E) P7 (Sens) P3 (0) P4 (max) S2-7 Afb. S2: Afdekplaatje positioner Sticker met aanduiding signalen (in voorbeeld: E1 = 4-20 ma, E2 = 4-20 ma) MP4( ) MP3(+) MP2(+) MP1( ) ON OFF ON OFF V28 V27 V18 V10 P10 P8 E1 E2 4-20mA 4-20mA t-off E1/E2 <4mA t-off t-on V10 (rood) P10 S1-7 Tabel 4: Aanbevolen instellingen Reactie aandrijving bij verlies signaal Voorwaarde Programmering (Afb. S1) E1 en/of E2 Stuursignaal E 1 (nominaal) Terugmelding E 2 1) (werkelijk) S1-7 (type signaal) S2-7 (reactie) fail as is = de aandrijving schakelt af en blijft in deze stand staan fail close = de aandrijving brengt de afsluiter in de eindstand DICHT fail open = de aandrijving brengt de afsluiter in de eindstand OPEN Takt-bedrijf / stepping mode Split Range versie (optie) 1) 3) 4) zie tabel ma 3) 4) 3) 4) 4-20 ma 4-20 ma 4) 4-20 ma 4) 4-20 ma 4) 4-20 ma 4) overige programmering, zie hierboven overige programmering, zie hierboven

23 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Tabel 5: Verdere mogelijke instellingen Diverse reacties van aandrijving bij verlies van signaal E1 E2 Stuursignaal E 1 (nominaal) Voorwaarde Terugmelding E 2 1) (werkelijk) Programmering (Afb. S1) S1-7 (type signaal) S2-7 (reactie) fail as is fail open 4-20 ma 4) 0-5 V 2) 4) fail as is 0-20 ma 4-20 ma 4) 0-10 V 4-20 ma 4) ma 0-20 ma 2) ma 4-20 ma 4) fail close fail open 0-20 ma 0-5 V 2) 4-20 ma 4) 0-5 V 2) V 2) 0-5 V 2) V 0-5 V 2) ma 4-20 ma 4) V 2) 4-20 ma 4) fail open 4-20 ma 0-20 ma 2) 4-20 ma 4) 0-5 V 2) ) Signalen bij interne terugmelding: 0/4-20 ma van de elektronische standmelder of 0-5 V van de precisiepotentiometer 5 kω. 2) In casu kan het verlies van signaal E1 of signaal E2 verkeerd geïnterpreteerd worden, aangezien E1 of E2 ook (zonder fout) kan functioneren bij een signaal < 4 ma (eindstand DICHT = 0 V of 0 ma). 3) Bij de uitvoering met een externe omschakeling analoog/binair (optie): een additioneel NOOD-stuursignaal voor beide richtingen mogelijk (zie pagina 21, punt 15.3). 4) Alleen bij een Life-Zero-signaal (bijv ma). Waarden zijn niet geldig voor invers bedrijf of voor de terugmelding E Afregelen positioner eindstand DICHT (standaarduitvoering) Vóór het instellen van de positioner dient men zeker te stellen, dat het wegschakel- en het draaimomentmechanisme van de aandrijving (punten 8-10, pagina s 11-13) en de terugmelding (punten 13-14, pagina s 15-18) ingesteld zijn. Zet de keuzeschakelaar (lokale bediening) op de stand PLAATSELIJK. Breng de aandrijving met de drukknop in de eindstand DICHT. Activeer het ingaand signaal E1 (nominale waarde; 0 of 4 ma; zie aansluitschema).. Draai potentiometer P10 (toff ) naar links (tegen de wijzers van de klok in; afb. S2). Het ontbreken van de signalen E1/ E2 of een verkeerde polariteit wordt door LED V10 E1/ E2 < 4 ma (afb. S2) aangeduid. 23

24 Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR 16.1 Bedieningsinstructies. Sluit voltmeter (0-5V)aanopdemeetpunten MP3 en MP4 om de nominale waarde te meten (afb. S3). Voor E1 (nominale waarde) = 0 ma dient 0 V gemeten te worden. Voor E1 (nominale waarde) = 4 ma dient 1 V gemeten te worden. Indien de gemeten waarde niet correct is: corrigeer de nominale waarde in de controlekamer.. Sluit de voltmeter aan op de meetpunten MP2 en MP1 voor het meten van de werkelijke waarde. Voor E2 (werkelijke waarde) = 0 ma geeft de voltmeter 0 V aan. Voor E2 (werkelijke waarde) = 4 ma geeft de voltmeter 1 V aan. Indien de gemeten waarde niet correct is: stel de terugmelding opnieuw in overeenkomstig de inhoud van de punten 13 en 14. Indien Mogelijke LED-signalering: (zie afbeeldingen S3 en S4) LED s branden niet dan Vereiste instelling in eindstand DICHT: (zie afbeeldingen S3 en S4) Draai potentiometer 0 (P3) een klein beetje naar rechts totdat LED (V27 geel) brandt. LED (V28 groen) brandt Draai potentiometer 0 (P3) een klein beetje naar rechts totdat LED (V28 groen) uitgaat en LED (V27 geel) brandt. LED (V27 geel) brandt Draai potentiometer 0 (P3) naar links totdat LED (V27 geel) niet meer brandt. Draai daarna potentiometer 0" (P3) een klein beetje naar rechts totdat LED (V27 geel) weer brandt Afregelen positioner eindstand OPEN (standaarduitvoering). Breng de aandrijving met behulp van de drukknop (lokale bediening) in de eindstand OPEN.. Sluit de voltmeter aan op de meetpunten MP2 en MP1 en meet de werkelijke waarde E2. Bij een correcte instelling van de terugmelding geeft de voltmeter 5 V aan. Indien de gemeten waarde niet correct is: stel de terugmelding opnieuw in aan de hand van de inhoud van de punten 13 en 14 en verricht tevens de handelingen vermeld onder punt 16.3 op pagina 23.. Activeer het maximale stuursignaal (nominale waarde E1) = 20 ma. Sluit de voltmeter aan op de meetpunten MP4 en MP3 en meet de nominale waarde E1. Bij een nominale waarde van 20 ma geeft de voltmeter 5 V aan. Controleer het externe stuursignaal, indien de gemeten waarde niet 5 V is. Indien LED-signalering : (zie afbeeldingen S3 en S4) LED s branden niet dan Vereiste instelling in de eindstand OPEN: (zie afbeeldingen S3 en S4) Draai potentiometer max (P4) een klein beetje naar links totdat LED (V28 groen) brandt. LED (V28 groen) brandt Draai potentiometer max (P4) naar rechts totdat LED (V28 groen) niet meer brandt. Draai daarna potentiometer max (P4) een klein beetje naar links totdat LED (V28 groen) weer brandt. LED (V27 geel) brandt Draai potentiometer max (P4) een klein beetje naar links totdat LED (V27 geel) uitgaat en LED (V28 groen) weer brandt. 24

25 Bedieningsinstructies Aandrijvingen SA SA 16.1 / SAR SAR Instelling gevoeligheid Zet de keuzeschakelaar van de lokale bediening (afb. P, pagina 19) in de stand REMOTE (afstand).. Activeer het stuursignaal E1 overeenkomstig de aanwijzingen op de sticker op het afdekplaatje (zie afb. S4). De gevoeligheid ( E / dode band ) is in de fabriek op de maximale waarde (2,5 %) ingesteld.. Door de potentiometer E (P9) met de wijzers van de klok mee te draaien kan de dode band vergroot worden. Door naar links te draaien (tegen de wijzers van de klok in) wordt de dode band verkleind en de gevoeligheid vergroot. Voor een juiste instelling van de gevoeligheid is een stroombrongever met een instelnauwkeurigheid van 0,1 ma benodigd.. Bij aandrijvingen met een uitgaand toerental < 16 omw./min. kan een hogere gevoeligheid ( E min = 0,25 %) gerealiseerd worden door de potentiometer P7 (sens) met de wijzer van de klok mee te draaien. Bij het instellen van E dient het navolgende in acht genomen te worden: een te hoog aantal schakelingen leidt tot onnodige slijtage aan afsluiter en aandrijving. Het is derhalve noodzakelijk om de dode band op het voor het proces maximaal toelaatbare in te stellen.. Om te voorkomen, dat in extreme situaties het max. toelaatbaar aantal schakelingen (zie het informatieblad Technische gegevens SAR) overschreden wordt, kan met behulp van de potentiometer t-off (P10) een pauzetijd tussen 0,5 s (linkeraanslag) en 10 s (rechteraanslag) ingesteld worden. Afb. S3: Printplaat A7 positioner P9 ( E) P7 (Sens) P3 (0) P4 (max) S2-7 S3-7 Afb. S4: Afdekplaatje positioner Sticker met aanduiding signalen (in voorbeeld: E1 = 4-20 ma, E2 = 4-20 ma) meetpunten E1 E2 MP4( ) MP3(+) MP2(+) MP1( ) V28 V27 V18 V10 P10 P8 E1 E2 4-20mA 4-20mA t-off E1/E2 <4mA t-off t-on V28 (groen) V27 (geel) V18 (rood) V10 (rood) P10 P8 S Afregelen positioner eindstand OPEN (invers bedrijf) Bij een standaarduitvoering leidt een maximaal ingaand stuursignaal (E1 = 20 ma) ertoe, dat de afsluiter in de eindstand OPEN gebracht wordt. Door de codeschakelaar S3-7 (afb. S3) in stand 1 te brengen, kan deze signaaldefinitie omgekeerd worden en invers bedrijf gerealiseerd worden.. Vervolgens moeten dan in de aandrijving de aansluitingen 7 (rood/rd) en 5 (zwart/bk) op de RWG-printplaat verwisseld worden (afb. N, pagina 16). Vóór het instellen van de positioner dient men zeker te stellen, dat het wegschakel- en het draaimomentmechanisme van de aandrijving (punten 8-10, pagina s 11-13) en de terugmelding (punten 13-14, pagina s 15-18) ingesteld zijn. Zet de keuzeschakelaar van de lokale bediening in de stand LOCAL.. Breng de aandrijving m.b.v. de drukknop in de eindstand OPEN. Activeer het stuursignaal E1 (0 ma of 4 ma; zie schakelschema). 25

Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3. Bedieningsinstructies. Registratienr. certificaat 12 100 4269 DIN ISO 9001/ EN 29001

Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3. Bedieningsinstructies. Registratienr. certificaat 12 100 4269 DIN ISO 9001/ EN 29001 Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 Bedieningsinstructies DIN ISO 9001/ EN 29001 Registratienr. certificaat 12 100 4269 Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 Bedieningsinstructies Geldigheid bedieningsinstructies:

Nadere informatie

Aandrijvingen. SAExC 07.1 SAExC 16.1 SARExC 07.1 SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1. Bedieningsinstructies

Aandrijvingen. SAExC 07.1 SAExC 16.1 SARExC 07.1 SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1. Bedieningsinstructies Aandrijvingen SAExC 07.1 SAExC 16.1 SARExC 07.1 SARExC 16.1 met besturingseenheid AMExC 01.1 ISO 9001 ISO 14001 Certificate Registration No. 12 100 4269 12 104 4269 Bedieningsinstructies met besturingseenheid

Nadere informatie

Multi-turn aandrijvingen SA 07.2 SA 16.2/SAR 07.2 SAR 16.2 met besturingseenheid voor de aandrijving AUMA MATIC AM 01.1/AM 02.1

Multi-turn aandrijvingen SA 07.2 SA 16.2/SAR 07.2 SAR 16.2 met besturingseenheid voor de aandrijving AUMA MATIC AM 01.1/AM 02.1 Multi-turn aandrijvingen SA 07.2 SA 16.2/SAR 07.2 SAR 16.2 met besturingseenheid voor de aandrijving AUMA MATIC AM 01.1/AM 02.1 Bedieningsinstructies Montage, bediening, inbedrijfname Inhoudsopgave AM

Nadere informatie

Multi-turn aandrijvingen SAEx 07.2 SAEx 16.2 SAREx 07.2 SAREx 16.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid)

Multi-turn aandrijvingen SAEx 07.2 SAEx 16.2 SAREx 07.2 SAREx 16.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid) Multi-turn aandrijvingen SAEx 07.2 SAEx 16.2 SAREx 07.2 SAREx 16.2 AUMA NORM (zonder besturingseenheid) Bedieningsinstructies Montage, bediening, inbedrijfname Inhoudsopgave SAEx 07.2 SAEx 16.2 / SAREx

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9 PRS 9 Gebruiksaanwijzing 810534-00 Programmaschakelaar PRS 9 Afmetingen / Overzicht PRS 9 Test 128,5 169 30,48 (6TE) Fig. 1 A B C D E PRS 9 I H G F Test J Fig. 2 MAX 95 % IP 10 MAX 70 C 2 Legenda A B C

Nadere informatie

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves KEYSTONE Inhoud 1 Optionele module 8: AS-Interface module 1 2 Installatie 1 3 Communicatiekenmerken 1 4 Beschrijving van de OM8 AS-Interface module 2 5 AS-Interface protocol 3 6 Communicatie-interface

Nadere informatie

Documentatie RM-BV 12. Filterregeling

Documentatie RM-BV 12. Filterregeling Documentatie RM-BV 12 Filterregeling Inhoud 1 Veiligheidsinstructies...3 2 Beschrijving van het toestel...4 3 Toestelversies...4 4 Montage...5 5 Display- en instelelementen / Elektrische aansluitingen...8

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

Elektrische zwenkaandrijvingen

Elektrische zwenkaandrijvingen Elektrische zwenkaandrijvingen SG 051 SG 121 SGR 051 SGR 121 met besturingseenheid AUMA MATIC AM 011 Certificate Registration No 12 100/104 4269 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AUMA MATIC AM

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2

MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 MONTAGEHANDLEIDING WINDBEVEILIGING EOLIS 2 Windbeveiliging Eolis 2 VOEDING 230 V - 50 Hz Pulsschakelaar Centralis IB INLEIDING Deze montagehandleiding bevat instructies voor de montage van de windbeveiliging

Nadere informatie

Elektrische aandrijvingen

Elektrische aandrijvingen Elektrische aandrijvingen SA 07.1 SA 30.1 SAR 07.1 SAR 30.1 met besturingseenheid AUMA MATIC AM 01.1/AM 02.1 Registratienummer certificaat 12 100/104 4269 Bedieningsinstructies met besturingseenheid AUMA

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. Vloerverwarmingsthermostaat

Bedieningshandleiding. Vloerverwarmingsthermostaat Bedieningshandleiding 1. Toepassingsgebied Voor het reguleren van de temperatuur van elektrische vloerverwarmingsinstallaties. 2. Functie De vloerthermostaat bestaat uit twee delen: Controleunit voor het

Nadere informatie

Documentatie. RM-BV 4 Micro. Filterregeling

Documentatie. RM-BV 4 Micro. Filterregeling Documentatie RM-BV 4 Micro Filterregeling Inhoud 1 Veiligheidsinstructies... 2 2 Beschrijving van het toestel... 3 3 Toestelversies... 3 4 Display- en instelelementen / Elektrische aansluitingen... 4 5

Nadere informatie

ELWSE sturing met BOX10

ELWSE sturing met BOX10 ELWSE sturing met BOX10 Deze handleiding kan gebruikt worden voor de monofasige en de 3-fasige BOX10-motor met snelontgrendeling of kettingtakel. Belangrijk: De motor en de sturing zijn reeds volledig

Nadere informatie

Ridder PositioningUnit RPU

Ridder PositioningUnit RPU Producthandleiding Ridder PositioningUnit RPU 265036NL - V03-2014.06 Ridder Drive Systems Lorentzstraat 36-38 3846 AX Harderwijk Postbus 360 3840 AJ Harderwijk Nederland T +31 (0)341 416 854 F +31 (0)341

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING IPSO BUISMOTOREN

MONTAGEHANDLEIDING IPSO BUISMOTOREN MONTAGEHANDLEIDING IPSO BUISMOTOREN INLEIDING Deze montagehandleiding bevat instructies voor de montage van de IPSO buismotoren. Lees de handleiding goed door, voordat u met de montage begint. Als u zich

Nadere informatie

Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 SQ 14.2/SQR 05.2 SQR 14.2 SQEx 05.2 SQEx 14.2/SQREx 05.2 SQREx 14.2 met voet en hefboom

Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 SQ 14.2/SQR 05.2 SQR 14.2 SQEx 05.2 SQEx 14.2/SQREx 05.2 SQREx 14.2 met voet en hefboom Zwenkaandrijvingen SQ 05.2 SQ 14.2/SQR 05.2 SQR 14.2 SQEx 05.2 SQEx 14.2/SQREx 05.2 SQREx 14.2 met voet en hefboom Uitsluitend in combinatie met de complete bedieningsinstructies gebruiken! Deze verkorte

Nadere informatie

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: 78327.HOL 070815 1. Toepassing De aansluitmodule SAM 8.1/2 maakt eenvoudige bedrading tussen thermostaten en klokthermostaten mogelijk en de daaraan behorende thermische

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr. Art. nr.: 1731JE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade mogelijk.

Nadere informatie

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 NRS 2-4 Gebruiksaanwijzing 810552-00 HN-schakelaar NRS 2-4 Inhoudsopgave blz. Belangrijke instructies Veiligheidsinstructies...7 Waarschuwing...7 Verklaringen Verpakkingsinhoud...8 Systeembeschrijving...8

Nadere informatie

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27 ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27 Omschrijving: Compressoren met een draaistroom-asynchroonmotor hebben de karakteristieke eigenschappen dat ze bij het inschakelen het net hoog belasten

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions

Wind, Sun & Rain Sensor Instructions Awning Instructions Wind, Sun & Rain Sensor Instructions B C D Nederlands Wind, Zon & Regen Sensor Instructies Inhoud Garantie Voordat u de sensor aansluit raden wij u aan de instructies zorgvuldig door

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden. NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE

OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE De veilige & compacte oplossing! OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE Voor het aansturen van roldeuren en rolhekken welke tegen een valbeweging beveiligd moeten zijn en waar een beperkte montageruimte aanwezig

Nadere informatie

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit STAKA Handleiding elektrische bediening Algemeen Deze handleiding geeft u de juiste instructies voor een correcte aansluiting en een goede bediening van de elektrische bedieningsset van Staka. De installatie

Nadere informatie

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren , besturing voor handbediende schuifdeuren HW V1.0 SW V1.0 NL. Inhoudsopgaven: 1 Veiligheidsvoorschriften 2 2 Werking 3 3 Overzicht 4 4 Aansluiten 6 5 Storingen/specificaties 9 1 1 Veiligheidsvoorschriften:

Nadere informatie

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC 2 Installeren van de FOREST SHUTTLE AC Bepalen van de installatie mode van de FOREST SHUTTLE AC De Shuttle AC motor kan op twee manieren aangesloten worden: 1. Remote control mode. Beide draden bruin en

Nadere informatie

Hoofdmaten V2xx-xxALU-x, V3xx-xxALU-x. Met LED en LED-schakelaar. Cilinder: 17 mm Europrofiel. Benodigdheden

Hoofdmaten V2xx-xxALU-x, V3xx-xxALU-x. Met LED en LED-schakelaar. Cilinder: 17 mm Europrofiel. Benodigdheden Handleiding Montage V25x-xxRVS-x/V25x-xxALU-x smalschild V35x-xxRVS-x/V35x-xxALU-x breedschild Waarschuwingen! Alle voorzorgsmaatregelen, instructies en waarschuwingen zoals beschreven in de handleiding

Nadere informatie

...een product van BEKA

...een product van BEKA Geïntegreerde elektronische besturing S-EP met bajonetstekker Inhoud Pagina EP- pomp met geïntegreerde besturing S-EP Algemeen. Algemene informatie en inbouwmaten. Werking. Werkingswijze. Instelling parameters

Nadere informatie

BoxControl R D 400 besturing voor DFM(-ZE) en DKM(-ZE)

BoxControl R D 400 besturing voor DFM(-ZE) en DKM(-ZE) figuur 1 aansluitschema Beschrijving De motorbesturing BoxControl basic D 400 wordt met voedingskabel van 1,5 m met 3 x 16 A CEE-formstekker en twee verbindingskabels met stekker voor motorvoeding en eindschakelaars

Nadere informatie

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld. Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4 Art.-Nr.: Art.-Nr.: Montage handleiding Inhoud Algemene omschrijving...p. Montage handleiding en functies...p. Instellingen van magneet contacten...p. Aansluiting met draadloos magneet contact...p. Aansluiting

Nadere informatie

FAAC Tubular Motors Schaapweg BA Vlodrop

FAAC Tubular Motors Schaapweg BA Vlodrop 2 Inhoud 1. Algemeen... 4 1.1 Hindernisherkenning en stoppen op een aanslag... 4 2. Beschreibung... 4 3. Technische eigenschappen... 5 4. Montage... 5 4.1 Bouwen van de motor... 5 4.2 Installeren van de

Nadere informatie

EV455AM / EV456AM TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt bij 12 V DC 6 ma in rust (EV456AM - 6 ma) 18 ma tijdens alarm (EV456AM - 18 ma) Auto Focus

EV455AM / EV456AM TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt bij 12 V DC 6 ma in rust (EV456AM - 6 ma) 18 ma tijdens alarm (EV456AM - 18 ma) Auto Focus EV455AM / EV456AM Passief infrarood detector met precisie spiegeloptiek en autofocus. Biedt anti-mask detectie. Bezit 1 gordijnveld van 25 m. Instelbaar detectiebereik en een intelligente "4D" signaalverwerking.

Nadere informatie

Control 701, 702, 703

Control 701, 702, 703 Control 701, 702, 703 Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing O 1 Control 701, 702, 703 Overzicht Control 701, 702, 703 A Omkeerrelais Open, Dicht B Programmeertoets C Testknop Open D Krachtbegrenzing

Nadere informatie

Wormwielkasten GS 50.3 GS met voet en hefboom

Wormwielkasten GS 50.3 GS met voet en hefboom Wormwielkasten GS 50.3 GS 250.3 met voet en hefboom Uitsluitend in combinatie met de complete bedieningsinstructies gebruiken! Deze verkorte bedieningsinstructies vervangen NIET de complete bedieningsinstructies!

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting Universeel-dimmer-basiselement met druk-/draaischakelaar Best.nr. : 1176 00 Basiselement voor parallelaansluiting voor universeel-dimmer-basiselement Best.nr. : 1177 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

EV475AM / EV476AM TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt bij 12 V DC 5 ma in rust (EV476AM - 5 ma) 18 ma tijdens alarm (EV476AM - 18 ma) Auto Focus

EV475AM / EV476AM TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt bij 12 V DC 5 ma in rust (EV476AM - 5 ma) 18 ma tijdens alarm (EV476AM - 18 ma) Auto Focus EV475AM / EV476AM Passief infrarood detector met precisie spiegeloptiek en autofocus. Biedt anti-mask detectie. Bezit 9 gordijnvelden van 15 m. Instelbaar detectiebereik en een intelligente "4D" signaalverwerking.

Nadere informatie

Multi-turn aandrijving. met besturingseenheid. SA 07.1 SA 16.1/SAR 07.1 SAR 16.1 Non-Intrusive AUMATIC AC 01.1. Aansturing: Foundation Fieldbus

Multi-turn aandrijving. met besturingseenheid. SA 07.1 SA 16.1/SAR 07.1 SAR 16.1 Non-Intrusive AUMATIC AC 01.1. Aansturing: Foundation Fieldbus Multi-turn aandrijving SA 07.1 SA 16.1/SAR 07.1 SAR 16.1 Non-Intrusive met besturingseenheid AUMATIC AC 01.1 Aansturing: Parallel Profibus DP Profibus DP met LWL Modbus Modbus met LWL DeviceNet Foundation

Nadere informatie

...een product van BEKA

...een product van BEKA Geïntegreerde elektronische besturing met ba jonet stekker Inhoudsopgave Pagina PICO pomp met geïntegreerde besturing Algemeen 1. Functies en inbouwmaten 1 2. Werking 2 3. Werkingswijze 3 4. Instelling

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Emotron I/O-board 2.0 Optie

Emotron I/O-board 2.0 Optie Emotron I/O-board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 AC frequentieregelaar en Emotron TSA softstarter Gebruiksaanwijzing Nederlands Emotron I/O-board 2.0 Optie Voor Emotron VFX/FDU 2.0 AC frequentieregelaar

Nadere informatie

EV435AM / EV436AM TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt bij 12 V DC 5 ma in rust (EV436AM - 5 ma) 18 ma tijdens alarm (EV436AM - 18 ma) Auto Focus

EV435AM / EV436AM TECHNISCHE GEGEVENS V DC 2 V tt bij 12 V DC 5 ma in rust (EV436AM - 5 ma) 18 ma tijdens alarm (EV436AM - 18 ma) Auto Focus EV435AM / EV436AM Passief infrarood detector met precisie spiegeloptiek en autofocus. Biedt anti-mask detectie. Bezit 9 gordijnvelden van 15 m. Instelbaar detectiebereik en een intelligente "4D" signaalverwerking.

Nadere informatie

URN 2. Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2

URN 2. Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2 URN 2 Gebruiksaanwijzing 810537-00 Netvoedingsapparaat URN 2 Afmetingen / functionele elementen 128,5 169 30,01 (6TE) Fig. 1 A C B MAX 70 C MAX 95 % Fig. 2 2 Legenda A B C 32-polige klemmenstrook LED bedrijf

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding Draaidimmer universeel met incrementaalgever Art.-Nr.: 254 UDIE 1 Neventoestel voor draaidimmer universeel met incrementaalgever Art.-Nr.: 254 NIE 1 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw

Nadere informatie

Gebruikshandleiding E515

Gebruikshandleiding E515 BINNEN BUITEN blad 1/6 Optioneel: externe codegever inbouwdoos drukknopschakelaar inbouwdoos schakelaar aansluiting voor besturingseenheid voeding: installatie in elektrische schakelkast aanbevolen montagehoogte:

Nadere informatie

...een product van BEKA

...een product van BEKA Geïntegreerde elektronische besturing met bajonetstekker Inhoudsopgave Pagina PICO pomp met geïntegreerde besturing S-EP 4 Algemeen. Functies en inbouwmaten 2. Werking 2 3. Werkingswijze 3 4. Instelling

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR D C B A * * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings- en

Nadere informatie

Montage instructie Mechanisch codeslot. Montage instructie Mechanisch codeslot met krukbediening Type KNSV 5150 SCP

Montage instructie Mechanisch codeslot. Montage instructie Mechanisch codeslot met krukbediening Type KNSV 5150 SCP Mechanisch codeslot met krukbediening Type KNSV 5150 SCP Mechanisch codeslot Situatie : Op bestaand DIN slot Mechanisch codeslot met krukbediening Type KNSV 5150 SCP Mechanisch codeslot Situatie : Met

Nadere informatie

Handleiding Brel 35mm en 45mm elektronische radio motor (ook voor ritsscreen) Type MEV MEV MEV MEV45-40

Handleiding Brel 35mm en 45mm elektronische radio motor (ook voor ritsscreen) Type MEV MEV MEV MEV45-40 BREL motors is onderdeel van: Pagina 1 Handleiding Brel 35mm en 45mm elektronische radio motor (ook voor ritsscreen) Type MEV35-10 + MEV45-20 + MEV45-30 + MEV45-40 Lees de handleiding alvorens u begint

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select Bedienungsanleitung EasyStart Remote Gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR A B C * Verlichting: Aan / Uit * Afbeelding van de YCT-102 (niet altijd inbegrepen, check de specificaties op de verpakking) A: Indicator (spannings-

Nadere informatie

PHONIRO MAIN ENTRANCE

PHONIRO MAIN ENTRANCE INSTALLATIEHANDLEIDING PHONIRO MAIN ENTRANCE MODEL 08 VEILIG ZEKER EFFECTIEF Wij bieden meer mensen een veiliger en waardiger oude dag. Phoniro Systems Nederland BV. Postbus 51 4020 BB Maurik Telefoon:

Nadere informatie

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER

HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER HANDLEIDING CIFERO XT CODEKLAVIER April 2014 TECHNISCHE GEGEVENS Aansluitspanning 12 tot 24V AC/DC ±20% Stroomverbruik in rust o bij gelijkspanning 20mA DC o bij wisselspanning 80mA AC Maximaal stroomverbruik

Nadere informatie

GfS Push Bar Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3. Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4

GfS Push Bar Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3. Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4 Art.-Nr.: Montage handleiding GfS Push Bar Alarm Inhoud Algemene omschrijving...p. 2 Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3 Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4 Functies GfS Push Bar Alarm...p. 5 Art.-Nr.:

Nadere informatie

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord

K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord K-Steel deuropenermodule 1156/10 met numeriek toetsenbord Versie 2.0 - februari 2007 Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen voorbehouden. Mogelijkheden De deuropenermodule kan

Nadere informatie

Tyro Pyxis/Auriga 2, 4, 6 of 8 voudige afstandsbediening Handleiding 868 MHz

Tyro Pyxis/Auriga 2, 4, 6 of 8 voudige afstandsbediening Handleiding 868 MHz Handleiding 868 MHz Pyxis zender en Auriga ontvanger Aantal functies: 2, 4, 6 of 8, ON/OFF Toetsfuncties Pyxis zender activeren: houdt de I knop 2 seconden ingedrukt. Pyxis zender deactiveren: houdt de

Nadere informatie

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht Vooraanzicht Kenmerken ISDN-industriemodem (digitaal gebruik) voor externe gegevensoverdracht in systeemoplossingen met de Frigodata XP-software Aansluiting op de gateway GTW-XP via lintkabel Aansluiting

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr. Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 12 versie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 12 versie Jack vta 562/800 Pagina 1 van 12 versie 20171211 Wat wordt standaard geleverd: 1 Lift Jack vta 562/800 2 Besturingskast 3 Verbindingskabel 4 Voeding 5 Voedingskabel 6 TV beugel 7 Vesamount 8 Afstandsbussen

Nadere informatie

Servomotoren voor kleine afsluiters

Servomotoren voor kleine afsluiters 4 891 Servomotoren voor kleine afsluiters met nominale slag 5,5 mm 80130 80117 SSB... zonder hulpschakelaar SSB...1 met hulpschakelaar Elektrische servomotoren voor kleine afsluiters VMP45..., VVP45...

Nadere informatie

Debietdetector/ -melder. bij pneumatisch transport. Bedrijfsinstructies. Neue Technik. und Vertrieb

Debietdetector/ -melder. bij pneumatisch transport. Bedrijfsinstructies. Neue Technik. und Vertrieb Debietdetector/ -melder bij pneumatisch transport Bedrijfsinstructies F. BLOCK F B Neue Technik Entwicklung und Vertrieb Inhoudsopgave: 1 Eigenschappen en toepassing 3 2 Montage van de apparaten 4 - Flensmaten

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834 Bedieningshandleiding Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS 2973 00 Oproepsysteem 834 Veiligheidsaanwijzingen Inbouw en montage van elektrische apparaten mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een elektrotechnicus.

Nadere informatie

Gebruikshandleiding AIR-SAVER

Gebruikshandleiding AIR-SAVER Gebruikshandleiding AIR-SAVER Versie: 0806 Inhoudsopgave Bladzijde 1 en 2 Blz. 2 en 3 Blz. 4 Blz. 5 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 8 Blz. 9 Blz. 10 Blz. 11 en 12 Blz. 13 en 14 Blz. 15 (separaat vel) Algemene veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

1 Kenmerken: 2 Installatie: MontageGIDS. inteo SOLIRIS IB

1 Kenmerken: 2 Installatie: MontageGIDS. inteo SOLIRIS IB nvsysa-mo7-0 MontageGIDS inteo 1 Kenmerken: De is een zon- en windautomaat voor het sturen van meerdere motoren via een Inteo buslijn. De windsnelheid en de lichtintensiteit worden gemeten met behulp een

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Bestnr. 198322 Micro + 198335 Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+ Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

www.somfy.com ilmo 50 WT Ref. 5050496B

www.somfy.com ilmo 50 WT Ref. 5050496B www.somfy.com FR DE IT ilmo 50 WT Ref. 5050496B CS PL HU RU EL PT ES EN Inhoud. Inleiding 6. Veiligheid 6. Algemeen 6. Algemene veiligheidsvoorschriften 6.3 Specifieke veiligheidsvoorschriften 7 3. Installatie

Nadere informatie

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3

1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 307344 NL Bewegingsmelder LUXA 103-100 AP WH 1030022 LUXA 103-101 AP WH 1030023 1. Fundamentele veiligheidsinstructies 3 2. Bedoeld gebruik 3 Afvoer 3 3. Beschrijving van het apparaat 4 4. Montage en aansluiting

Nadere informatie

FLEXESS PEBBLE PASLEZER

FLEXESS PEBBLE PASLEZER MODELLEN KS300 SPECIFICATIES Voltage 12V - 24V DC Stroomafname 35mA Relais uitgang maximaal 1 Amp. schakelen Leesafstand max. 40 mm Frequentie lezer 13,56MhZ voor Mifare Ultralight, Mifare Classic 1K en

Nadere informatie

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten

Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen. 1.1 Aftekenen montage gaten Montagehandleiding Screens screenstotaalshop.nl 1. Instructie plaatsen screen Neem het screen uit de verpakking. Om beschadiging van het screen te voorkomen raden wij u aan hierbij geen mes te gebruiken.

Nadere informatie

Part-turn reductiekasten

Part-turn reductiekasten Part-turn reductiekasten Wormwielkasten GS 503 GS 2503 Certificate Registration No 12 100/104 4269 Bedieningsinstructies Wormwielkasten GS 503 GS 2503 Bedieningsinstructies Geldigheid bedieningsinstructies:

Nadere informatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Detectech, Raveslootstraat 3, 7701XK. Dedemsvaart, Pagina:

Detectech, Raveslootstraat 3, 7701XK. Dedemsvaart, Pagina: 1. Videoschakelaar De videoschakelaar bestaat uit een centrale -en schakelunit. De videoschakelaar is te bestellen met versterkers 012-006-001-001 en zonder versterkers 012-006-001-002 2. Aansluiten centrale

Nadere informatie

elero VarioTec Gebruiksaanwijzing Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed!

elero VarioTec Gebruiksaanwijzing Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed! VarioTec elero Gebruiksaanwijzing Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed! elero GmbH Antriebstechnik Linsenhofer Str. 59 63 D-72660 Beuren info@elero.de www.elero.com 309023 Nr. 18 100.3401/0204 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 15 versie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 15 versie Jack vta 562/800 Pagina 1 van 15 versie 20150709 Wat wordt standaard geleverd: 1 Lift Jack vta 562/800 2 Besturingskast 3 Verbindingskabel 4 Voeding 5 Voedingskabel 6 TV beugel 7 Vesamount 8 Afstandsbussen

Nadere informatie

Aandrijvingen SA 07.1 - SA 48.1 SAR 07.1 - SAR 30.1 AUMA NORM. Bedieningsinstructies. Registratienr. certificaat 12 100 4269 DIN ISO 9001/ EN 29001

Aandrijvingen SA 07.1 - SA 48.1 SAR 07.1 - SAR 30.1 AUMA NORM. Bedieningsinstructies. Registratienr. certificaat 12 100 4269 DIN ISO 9001/ EN 29001 Aandrijvingen SA 07.1 - SA 48.1 SAR 07.1 - SAR 30.1 Bedieningsinstructies DIN ISO 9001/ EN 29001 Registratienr. certificaat 12 100 4269 Aandrijvingen SA 07.1 - SA 48.1 / SAR 07.1 - SAR 30.1 Bedieningsinstructies

Nadere informatie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 9 versie

Jack vta 562/800. Pagina 1 van 9 versie Jack vta 562/800 Pagina 1 van 9 versie 20180205 Wat wordt standaard geleverd: 1 Lift Jack vta 562/800 2 Besturingskast 3 Verbindingskabel 4 Voeding 5 Voedingskabel 6 TV beugel 7 Vesamount 8 Afstandsbussen

Nadere informatie

Documentatie. Kogelkraan met timer

Documentatie. Kogelkraan met timer 1. Inhoudsopgave 2. Algemeen 3 3. Kenmerken en voordelen 3 3.1 Kenmerken 3 3.2 Voordelen 3 4. Veiligheid 4 5. Installatie 5 5.1 Belangrijke opmerking 5 5.2 Aansluiten van het product aan de pijpleiding

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000 Best. nr.: 5404 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led Art. nr.: 1730DD Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade mogelijk.

Nadere informatie

MONTAGE INSTRUCTIES. INSCHROEFELEMENTEN (standaard)

MONTAGE INSTRUCTIES. INSCHROEFELEMENTEN (standaard) MONTAGE INSTRUCTIES INSCHROEFELEMENTEN (standaard) DEZE HANDLEIDING MAAKT INTEGRAAL DEEL UIT VAN DE LEVERING EN DIENT ALTIJD AANWEZIG TE ZIJN BIJ HET INSCHROEFELEMENT NL INDEX 1. ALGEMEEN 3 2. TECHNISCHE

Nadere informatie

Technische documentatie

Technische documentatie Technische documentatie bluesmart-lezer BS TE SR Voor contactloos uitlezen van bluesmart-sleutels, -kaarten en HSH-sleutels. De lezer beschikt over twee relaiscontacten in een externe stuurunit. Identmedia

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...

Nadere informatie

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 TD-1 PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 1. Toepassingen De detector kan temperatuur meten en worden gebruikt om informatie te tonen over: Te lage temperatuur, bijv. in kassen, bloemenwinkels,

Nadere informatie

HANDLEIDING MOTOR CONNECTOR SET. Gebruikershandleiding voor in hoogte verstelbare bureau s cm

HANDLEIDING MOTOR CONNECTOR SET. Gebruikershandleiding voor in hoogte verstelbare bureau s cm HANDLEIDING MOTOR CONNECTOR SET Gebruikershandleiding voor in hoogte verstelbare bureau s 62-82 cm Voor ingebruikname van het systeem lees aandachtig deze handleiding en bewaar het voor naslag Type motor:

Nadere informatie

Sinthesi Deuropenermodule

Sinthesi Deuropenermodule Sinthesi Deuropenermodule 1105/3 met numeriek toetsenbord Elbo Technology b.v. Versie 1.1 - juni 2009 Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen voorbehouden. Handleiding Sinthesi

Nadere informatie

AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT

AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT AANSLUITINGS- VOORSCHRIFT REGELEENHEID VOOR ROTERENDE WARMTEWISSELAAR MiniMax V / VK Herzien op 2014-10-08 Versie 1.4.1 F21037901NL Verklaring van de fabrikant Bevestiging door de fabrikant dat het product

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies Universeel-seriedimmer-basiselement Best.nr. : 2263 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd.

Nadere informatie

Installatie & Onderhoudsinstructies 10-2015

Installatie & Onderhoudsinstructies 10-2015 Installatie & Onderhoudsinstructies 1 10-2015 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen.

Nadere informatie

Afstandsbediening Telis 16 RTS

Afstandsbediening Telis 16 RTS Afstandsbediening Telis 16 RTS Bedieningshandleiding Telis 16 RTS Pure Art.nr. 1811020 Telis 16 RTS Silver Art.nr. 1811021 Afstandsbediening Telis 16 RTS 16 Kanaals zender met display Telis 16 RTS Pure

Nadere informatie

Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX. Tijdgestuurde condensaat aftap 02/13

Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX. Tijdgestuurde condensaat aftap 02/13 Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX Tijdgestuurde condensaat aftap ALGEMENE WERKING 02/13 De COMBO-D-LUX is een alles-in-één tijdgestuurde aftap met een geïntegreerde kogelkraan en zeef. De

Nadere informatie

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman 60 84 06/004 NL Voor de vakman Montagevoorschrift UBA-module xm0 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage Zorgvuldig lezen vóór de montage Inhoudsopgave Veiligheid.......................................

Nadere informatie

Installatie instructies

Installatie instructies 1 Installatie instructies 04-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie