De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie in toezichthouderregelingen, nader beleid en rapportage staten van DNB.

Transcriptie

1 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie in toezichthouderregelingen, nader beleid en rapportage staten van DNB 28 juni 2010 Deze consultatie is aangekondigd via Open Boek Toezicht. Dit document is tevens beschikbaar Open Boek Toezicht. Dit document heeft als bijlagen: 7 consultatie versies van toezichthouderregelingen 1 consultatie document met consultatie versies van Q&A s 7 schematische rapportage formulieren (waarvan 1 separaat ter consultatie wordt aangeboden en 6 via bijgevoegde links ter informatie) 1

2 Reacties Dit document wordt ter publieke consultatie aangeboden. De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) geeft belanghebbenden de gelegenheid commentaar te leveren op dit consultatiedocument alsmede alle bijbehorende consultatieversies van toezichthouderregelingen, Q&A s en rapportage staten. Naar verwachting volgt in oktober 2010 de publicatie van de toezichthouderregelingen in de Staatscourant. De uitvoering van het leeuwendeel van de bepalingen zal aanvangen op 31 december Het insturen van een reactie op dit consultatiedocument is niet verplicht en heeft ten aanzien van de inzender geen consequenties. Ingestuurde reacties zijn in beginsel publiek, tenzij in de reactie expliciet is aangegeven dat deze als vertrouwelijk moet worden beschouwd. DNB zal de reacties niet publiceren. Reacties dienen uiterlijk op 28 augustus 2010 via post of per te worden gestuurd naar onderstaand adres. Contactgegevens Postadres: De Nederlandsche Bank N.V. Divisie Toezicht Beleid T.a.v. CRD II Implementatieproject Postbus AB AMSTERDAM crd@dnb.nl met kopie aan j.kaijser@dnb.nl en k.holtring@dnb.nl. Website: Open Boek Toezicht ( Voor vragen of voor meer informatie over deze consultatie kunt u kunt contact op nemen met: Jesse Kaijser of Koen Holtring Divisie Toezicht Beleid Afdeling Toezicht beleidsontwikkeling crd@dnb.nl, cc j.kaijser@dnb.nl en k.holtring@dnb.nl +31 (0) of +31 (0)

3 Inhoudsopgave Reacties... 2 Inhoudsopgave... 3 Toelichting... 4 Opzet van dit consultatiedocument... 4 Bijgevoegde documenten... 4 Verwerkt commentaar op het preconsultatiedocument... 5 Juridisch kader: hogere regelgeving... 5 Planning... 6 Specifieke onderwerpen... 9 Regeling securitisaties... 9 Regeling liquiditeit Wft Rapportages / Regeling Staten Wft Regeling hybride instrumenten banken en bijbehorende Q&A s Regeling hybride instrumenten verzekeraars Regeling solvabiliteitseisen voor het marktrisico Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico Regeling solvabiliteitseisen voor het operationeel risico

4 Toelichting Deze consultatie van de CRD II implementatie in toezichthouderregelingen, beleid en rapportage staten van DNB volgt op de preconsultatie van de CRD II implementatie. 1 De consultatie is in beginsel de laatste stap voor publicatie van toezichthouderregelingen in de Staatscourant. Die publicatie is voorzien voor oktober Opzet van dit consultatiedocument Dit document bouwt voort op het op 16 februari 2010 gepubliceerde preconsultatiedocument. In het preconsultatiedocument is een toelichting gegeven op de CRD II wijzigingen. Het consultatiedocument bespreekt alleen op hoofdlijnen de gemaakte keuzes ten aanzien van de implementatie van de CRD II wijzigingen in toezichthouderregelingen, het beleid (Q&A s) en rapportage staten. Hierbij wordt de nadruk gelegd op aspecten van de implementatie die in de consultatie afwijken van hetgeen eerder is aangekondigd. De ter consultatie aangeboden implementatie van de precieze bepalingen is terug te vinden in de 11 documenten die als bijlage beschikbaar zijn bij dit document. (Zie paragraaf Bijgevoegde documenten) In het hoofdstuk specifieke onderwerpen van dit document worden per toezichthouderregeling de belangrijkste aandachtspunten aangestipt alsmede eventueel gemaakte keuzes die in afwijking zijn van de in de preconsultatie aangekondigde keuzes. In het hoofdstuk specifieke vragen van DNB van dit document worden vier onderwerpen benoemd waarop DNB reactie in het bijzonder op prijs stelt. Bijgevoegde documenten De CRD II wordt onder meer geïmplementeerd in toezichthouderregelingen, beleid van DNB en rapportage staten. Delen van CRD II zullen nog worden geïmplementeerd door wetgeving van het Ministerie van Financiën, waarvoor een afzonderlijke consultatie zal plaatsvinden. Daar waar wijzigingen zijn voorzien, zijn als bijlage bij dit document de desbetreffende aanpassingen opgenomen. Deze bijlagen omvatten: 7 consultatie versies van toezichthouderregelingen 1 consultatie document met consultatie versies van Q&A s 7 schematische rapportage formulieren (waarvan 4 geïntegreerd in link ebs.org/publications/standards-guidelines/cebs-publishes-revised-guidelines-on-common- 1 De preconsultatie vond plaats in de periode 16 februari t/m 29 maart 2010 en is terug te vinden op 4

5 report.aspx, 2 geïntegreerd in link Guidelines/2009/Large-exposures_all/Guidelines-on-Large-Exposures-reporting_Annex.aspx en 1 afzonderlijke, zie bijgevoegd bij Regeling liquiditeit, die ter consultatie wordt aangeboden). Als gevolg van de voorgenomen aanpassingen zal de Regelingen liquiditeit Wft integraal vervangen worden door de Regeling liquiditeit Wft De Regeling gelijkstelling hybride kapitaalinstrumenten zal vervangen worden door twee nieuwe regelingen. De Regeling securitisaties vervangt hoofdstuk 6 van de Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico. De Regelingen solvabiliteitseisen voor het marktrisico, solvabiliteitseisen voor het operationeel Risico en solvabiliteitseisen voor het kredietrisico worden aangepast en zijn daarom als Track Changes documenten bijgevoegd. Verwerkt commentaar op het preconsultatiedocument Brancheorganisaties en enkele ondertoezichtstaande ondernemingen hebben gereageerd op de preconsultatie. DNB heeft bilateraal reactie gegeven op deze reacties. De reacties waarin de meest afwijkende visie (ten opzichte van de visie in het preconsultatiedocument) werd geuit hadden allen betrekking op de invulling van nationale discreties ten aanzien van het grote posten regime. Deze invulling was overigens ook de belangrijkste beleidsmatige keuze in het preconsultatie document. DNB heeft deze reacties in overweging genomen en naar aanleiding daarvan een andere invulling gegeven aan enkele van deze nationale discreties. Juridisch kader: hogere regelgeving De wijzigingen die zijn opgenomen in de CRD II zullen deels aanleiding zijn tot aanpassing van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en het Besluit prudentiële regels Wft (Bpr) en enkele andere algemene maatregelen van bestuur (amvb s) onder de Wft. Voor de aanpassingen op wets- en amvbniveau is het Ministerie van Financiën verantwoordelijk. Voor zover de CRD II aanleiding is tot verruiming of aanvulling van de in de Wft of het Bpr (of andere amvb s) opgenomen delegatiegrondslagen voor de toezichthouderregelingen van DNB, zullen die aanpassingen eveneens door het Ministerie van Financiën worden geconsulteerd en doorgevoerd. Het is op dit moment (28 juni 2010) hoogst onwaarschijnlijk dat de CRD II tijdig in Wft en bijbehorende besluiten geïmplementeerd zal zijn. Ongeacht de voortgang van het wetgevingstraject zal DNB evengoed uitvoering geven aan de CRD II vanaf de implementatiedatum van de Richtlijn (31 december 2010). 5

6 Planning De publicatie van dit consultatiedocument vindt helaas circa anderhalve maand later plaats dan was voorzien bij de publicatie van het preconsultatiedocument. De consequentie van de uitgestelde aanvang van de consultatie is dat deze consultatie gedurende de zomermaanden plaatsvindt. DNB had dit in eerste instantie graag voorkomen. Om belanghebbenden de mogelijkheid te geven te reageren op deze consultatie is naar aanleiding van de vertraging ervoor gekozen de consultatieperiode vast te stellen op 2 maanden. Omdat in de projectplanning voor de implementatie van de CRD II enige ruimte voor vertraging was ingebouwd, voorziet DNB op dit moment geen zwaarwegende problemen bij het realiseren van de noodzakelijk aanpassingen in haar toezichthouderregelingen voor de uiterste implementatiedatum. DNB blijft dus voornemens in oktober 2010 de definitieve aanpassingen van de toezichthouderregelingen te publiceren, welke vervolgens per 31 december van toepassing zullen worden. Ter voorbereiding op de publicatie in Staatscourant vindt nog een integrale juridische controleslag plaats om de onderlinge samenhang van de toezichthouderregelingen en andere beleidsuitingen van DNB te waarborgen. 2 De Regeling liquiditeit Wft is hierop een uitzondering en, afhankelijk van nader technisch overleg met de NVB over de eerste rapportagedatum van de (herziene) grote postenrapportage, mogelijk ook de overeenkomstige aanpassing van de bijlage van de Regeling staten Wft. 6

7 Specifieke vragen van DNB Uiteraard is iedere inbreng en reactie op dit consultatiedocument van harte welkom. Daarnaast stelt DNB het op prijs indien u in uw reactie ingaat op de volgende, specifieke vragen: 1) Invulling SRT in Regeling Securitisaties Door de invoering van de CRD II worden meerdere mogelijkheden gecreëerd om het criterium Significant Risk Transfer (SRT) te toetsen. Ter discretie aan de toezichthouder blijft de mogelijkheid bestaan om de criteria die DNB thans hanteert te blijven toepassen. De invulling van de Regeling securitisaties voorziet erin dat DNB in beginsel het reeds bestaande criterium voor SRT blijft toepassen. De in de CRD II vastgelegde criteria die hierop in aanvulling gezien zouden kunnen worden, acht DNB bij toepassing van de reeds bestaande SRT criteria irrelevant. Vraag: acht u het wenselijk dat de huidige criteria voor SRT in beginsel van toepassing blijven? 2) Nationale discreties grote posities Op grond van de herziene richtlijn banken kan DNB invulling geven aan een aantal nationale discreties ten aanzien van de limitering van grote posities (zie hoofdstuk 7 van de bestaande Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico). De invulling van de tien nationale discreties die in CRD II zijn voorzien, is hieronder nader beschreven. DNB heeft bij deze invulling getracht een prudente invulling te geven aan de beschikbare beleidsruimte. De invulling van deze nationale discreties als hierbij ter consultatie aangeboden geeft rekenschap van de reacties op de preconsultatie Vraag: bent u van mening dat er sprake is van een juiste balans tussen prudentie en lasten bij de invulling van nationale discreties ten aanzien van grote posities? 3) Q&A s ter nadere invulling Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken In aanvulling op de CRD II bepalingen met betrekking op hybrids heeft CEBS nadere guidelines opgesteld voor de uitvoering van deze bepalingen. DNB acht het passend om nadere invulling van deze CBES guidelines vorm te geven middels op Vraag en Antwoord (Q&A) geschoeide beleidsuitingen. Vraag: acht u de gekozen vorm van deze beleidsuitingen geschikt ter invulling van nader in te vullen bepalingen in CEBS guidelines? 4) Weging van posten in de liquiditeitsrapportage De weging van enkele posten in de liquiditeitsrapportage kunnen na consultatie nog heroverwogen worden en kunnen pas definitief vastgesteld worden bij de publicatie van de Regeling liquiditeit Wft Het rapportagestaat voor de liquiditeitsrapportage staat evenwel vast. DNB gaat er vanuit dat aanpassing van de weging van afzonderlijke posten in een later stadium geen invloed heeft op de 7

8 rapportage systemen van instellingen, omdat bij aanpassing van de weging geen wijziging van de uitgevraagde gegevens plaatsvindt. Vraag: is het inderdaad zo dat aanpassing van de weging van afzonderlijke posten geen effect heeft op de interne rapportagesystemen van instellingen, en daarmee immaterieel is bij aanpassing van de rapportages? 8

9 Specifieke onderwerpen Het onderstaande bespreekt per onderwerp / toezichthouderregelingen de belangrijkste aandachtspunten van de CRD II implementatie. Hierbij wordt voortgebouwd op de desbetreffende secties in de preconsultatie. De sectie over supervisory arrangements (colleges) is hieronder niet opgenomen omdat DNB aan deze CRD II bepalingen op dit moment geen nadere invulling geeft in een toezichthouderregeling of beleid. Regeling securitisaties Wijzigingen ten opzichte van de preconsultatie: (1) Punt 4 van de omschrijving in de preconsultatie is een abuis. Wijzigingen ten opzichte van de preconsultatie: (2) DNB heeft een nadere invulling gegeven aan de criteria voor SRT (zie vraag 1 eerder in dit document). De bepalingen voor SRT zijn opgenomen in Titel 2 van de Regeling Securitisaties. Regeling liquiditeit Wft 2010 Ten aanzien van de aanpassingen aan de Regeling Liquiditeit heeft DNB na de preconsultatie gemeend om de aanpassingen in de Regeling Liquiditeit vanwege de CRD II, aan te vullen met aanpassingen die hun grond vinden in de door CEBS ter zake opgestelde richtsnoeren. Daarnaast zijn enkele eerder voorziene wijzigingen in de toezichthouderregeling doorgevoerd. Die wijzigingen werden bij de consultatie in 2009 over aanpassingen in de liquiditeitsrapportage al aangegeven en de sector is van het voornemen om een aanpassing door te voeren andermaal geïnformeerd, middels een brief. (zie ook Dit heeft tot gevolg dat de wijzigingen die in de context van de CRD II implementatie in de Regeling Liquiditeit worden aangebracht een verdergaande strekking hebben dan in het preconsultatiedocument was vermeld. In concreto omvat de ter consultatie aangeboden herziene Regeling Liquiditeit 2010: Wijzigingen in de soorten activa die erkend worden als aanwezige liquiditeit en wijzigingen in de toegekende liquiditeitswaarde van soorten liquide activa die voortvloeien uit CRD II bepalingen ten aanzien van adequaat liquiditeitsrisicomanagement en de handhaving van een adequate liquiditeitsbuffer in dit verband, zoals nader uitgewerkt in CEBS richtsnoeren voor liquidity buffers & survival periods ; 9

10 In hetzelfde verband enkele wijzigingen in de liquiditeitseisen voor specifieke posten, gericht op een verhoging van het aandeel van de meest liquide activa in de aanwezige liquiditeit en een versterking van de liquiditeitbuffer in het algemeen; De voorziening van een mogelijkheid om in individuele gevallen extra liquiditeitseisen te stellen, mede op grond van bepalingen die voortvloeien uit de in de CRD II opgenomen eisen ten aanzien van liquiditeitsrisicomanagement, hetgeen toepassing van een ILAAP/SREP inhoudt; Technische aanpassingen als gevolg wijzigingen in door de ECB gehanteerde criteria en definities; Aanvullingen op de toelichting van de Regeling, welke naast een toelichting bij de wijzigingen een verheldering beogen van het reeds bestaande beleid van DNB. Een gewijzigde instructie bij de rubricering van toevertrouwde fiduciaire gelden houdt in dat deze in beginsel worden opgenomen als gelden van kredietinstellingen of van professionele partijen. Het belangrijkste gevolg is dat na deze CRD II wijzigingen geen andere wijzigingen ten aanzien van het liquiditeitstoezicht meer zijn voorzien tot de invoering van de CRD IV (Bazel III) richtlijnen. De wijzigingen in de Regeling Liquiditeit hebben, in tegenstelling tot hetgeen in de preconsultatie vermeld was, tot gevolg dat er aanpassingen doorgevoerd zullen worden in de rapportages. Dit betreft voor alle betroffen instellingen enkele rubrieken in het rapportage format, zie bijgevoegd. Voor instellingen die op grond van de herziene Regeling een hogere liquiditeitsbuffer opgelegd krijgen, zal het extra liquiditeitsvereiste bilateraal worden vastgesteld. Ter wille van de leesbaarheid van de Regeling Liquiditeit en met een volledige toelichting, is DNB voornemens om de Regeling Liquiditeit in te trekken en integraal te vervangen door de Regeling Liquiditeit Rapportages / Regeling Staten Wft Wijzigingen ten opzichte van de preconsultatie: (1) De Regeling Staten Wft wordt in een later stadium aangepast. Vanwege de overgang van de rapportage van grote posten naar het geüniformeerde CEBS format, dient de verwijzing naar de benaming van deze rapportage (thans 8011) in de bijlage van de Regeling Staten Wft te worden aangepast. DNB is voornemens deze wijziging in een later stadium aan te brengen. Wijzigingen ten opzichte van de preconsultatie: (2) Als gevolg van de aanpassingen in de Regeling liquiditeit zijn er anders dan eerder was vermeld wel aanpassingen in de liquiditeitsrapportage. Deze aanpassingen zijn in de bijlage bij dit document aangegeven. 10

11 Wijzigingen ten opzichte van de preconsultatie: (3) Anders dan in de preconsultatie is vermeld zal de aanpassing van de bepalingen voor de behandeling securitisaties wel een wijziging van het rapportage format impliceren. Wijzigingen ten opzichte van de preconsultatie: (4) Anders dan in de preconsultatie is vermeld zal de aanpassing van de bepalingen voor de gelijkstelling van hybride kapitaalinstrumenten wel een wijziging van het rapportage format impliceren. De rapportage formats zoals deze zijn bijgevoegd bij dit consultatiedocument staan in beginsel vast (uitgezonderd de liquiditeitsrapportage en de grote posten rapportage). DNB is voornemens de herziene rapportages per 31 december 2010 van toepassing te laten zijn. Deze zijn immers door CEBS reeds geconsulteerd en daarmee in Europees verband vastgesteld. Met betrekking tot de liquiditeitsrapportage en grote posten rapportage vindt binnenkort technisch overleg plaats met de NVB ten einde het karakter van de wijzigingen te bespreken: dat overleg zal mede bepalend zijn voor verdere besluitvorming omtrent de invoeringsdatum van deze rapportages. De 4 relevante Corep templates zijn te vinden via onderstaande link (vastgesteld en gepubliceerd door CEBS op 6 januari jl., inwerkingtreding 31 december 2010 a.s.). Het betreft de CA template, de CR SEC SA, de CR SEC IRB en de CR SEC Details; Guidelines/CEBS-publishes-revised-guidelines-on-common-report.aspx De 2 templates voor de grote postenregeling zijn door CEBS gepubliceerd op 11 december jl., zie bijgevoegde link: Het template voor de Regeling liquiditeit is als separate bijlage bij dit consultatiedocument gevoegd. Regeling hybride instrumenten banken en bijbehorende Q&A s Wijzigingen ten opzichte van de preconsultatie: Geen De stukken die ter consultatie voorliggen voor wat betreft het onderwerp hybride kapitaalsinstrumenten zijn de nieuwe Regeling gelijkstelling hybride instrumenten met eigen vermogensbestanddelen voor banken 2010 met toelichting alsmede een gewijzigde Regeling gelijkstelling hybride instrumenten met eigenvermogensbestanddelen voor verzekeraars 2010 met toelichting. Zoals de preconsultatie van februari dit jaar aangeeft, is de laatste slechts op onderdelen gewijzigd; voornamelijk om de scope te beperken tot verzekeraars. De nieuwe toezichthouderregeling 11

12 voor banken (kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en clearinginstellingen) is opgesteld om de wijzigingen die voortvloeien uit CRD II te kunnen implementeren. Bij deze consultatie treft U ook vier Q&A s aan. DNB is voornemens deze gelijktijdig met de gewijzigde regelgeving op Open Boek Toezicht te publiceren. De Q&A s geven nadere toelichting op, dan wel uitwerking van: i) de verschillende behandeling voor kernkapitaal en aanvullend kapitaal die het gevolg is van de wijzigingen in regels voor vooral kernkapitaal, ii) termijnen voor het indienen van prospectieve solventie data, iii) en het gebruik van een SPV en de toegestane termijn / maturity voor de on-loan tussen SPV en moeder. Daarnaast is specifiek ten behoeve van de consultatie een Q&A opgenomen over de invulling van verlies absorbtie, conversiemechnismen, triggers en emergency situations. Deze Q&A geeft aan dat op deze onderwerpen de internationale discussie nog loopt. Naar verwachting zal hierover in de loop van 2010 meer helderheid komen. Eventueel noodzakelijke interpretaties en toelichtingen zullen te zijner tijd via de gebruikelijke weg worden geconsulteerd. Regeling hybride instrumenten verzekeraars Wijzigingen ten opzichte van de preconsultatie: Anders dan voorzien heeft DNB twee nieuwe toezichthouderregelingen opgesteld voor de inpassing van bepalingen ten aanzien van de erkenning van hybride vermogensinstrumenten als kapitaal. De oude toezichthouderregeling zal dus ook komen te vervallen. Het bleek wenselijk de feitelijke invulling van eisen voor verzekeraars en voor banken vorm te geven in twee afzonderlijke nieuwe toezichthouderregelingen. De Regeling hybride instrumenten voor verzekeraars beoogt een volledig beleidsarme overgang te zijn. Regeling solvabiliteitseisen voor het marktrisico Wijzigingen ten opzichte van de preconsultatie: geen Er zijn geen aandachtspunten bij de invulling van de wijzigingen in het marktrisicoraamwerk (Richtlijn 2009/27/EG). Deze invulling is conform de voorziene aanpassing. Ten overvloede: de wijzigingen hebben betrekking op de behandeling van n th to default kredietswap en op de berekeningswijze van kredietrisicolimitering voor tegenpartijkredietrisico in het handelsboek. Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico Wijzigingen ten opzichte van de preconsultatie: DNB heeft de invulling van enkele nationale discreties ter invulling van het grote posten regime gewijzigd ten opzichte van het preconsultatiedocument. 12

13 Richtlijn 2009/83/EG brengt een aantal wijzigingen mee voor verschillende onderdelen van de Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico. In de standaardbenadering zijn deze aanpassingen zeer beperkt. Zo wordt een aantal technische wijzigingen aangebracht in paragraaf (aanhef) en de artikelen 2:18 e.v. waar oorspronkelijke looptijd wordt vervangen door resterende looptijd. Deze aanpassing wordt ook consequent doorgevoerd in Bijlage 2A, tabel A van de Regeling. Ook de bepalingen over de interne rating benadering (hoofdstuk 3 van de Regeling) worden op enkele punten in lijn gebracht met de risicomanagementpraktijken van de instellingen. De wijzigingen zitten met name in de paragrafen (risicogewogen posten voor posities in aandelen), (verwateringsrisico van korte handelstransacties m.n. aanpassing in de formule in bijlage 3 van de Regeling) en (berekening looptijd vorderingen die gedekt zijn door zekerheden). Voorts wordt een bepaling toegevoegd die DNB eerder niet in de Regeling had opgenomen (art. 1 lid 5 van Richtlijn 2009/83/EG, wijzigt Bijlage VII, deel 4, punt 96 van Richtlijn 2006/48/EG). Deze bepaling strekt ertoe dat instellingen die partieel gebruik maken van een interne modellen benadering voor kredietrisico (IRB) voor een deel van de posities die niet in deze benadering is onder gebracht, de standaard benadering voor wat betreft kredietrisicolimitering kan toepassen. Ook worden enkele wijzigingen doorgevoerd voor wat betreft kredietrisicolimitering (hoofdstuk 4 van de Regeling). O.a. (deze opsomming is niet volledig, verwezen wordt naar de bijgevoegde aangepaste concept- Regeling) leiden aanpassingen in de artikelen 4:26 en 4:27 ertoe dat ook rechten van deelnemingen in instellingen voor collectieve beleggingen die gedeeltelijk in niet toelaatbare instrumenten mogen beleggen, als financieel onderpand worden erkend. Ook worden de eisen die worden gesteld aan de levensverzekeraar voor de erkenning van levensverzekeringsovereenkomsten als onderpand versoepeld (art. 4:73 van de Regeling). Ook wordt er een (restrictieve) uitzondering geïntroduceerd op het verbod om zowel de eenvoudige als de uitgebreide methode van financiële zekerheden toe te passen (art. 4:32 lid 3 van de Regeling). Tot slot wordt in verschillende artikelen de terminologie in lijn gebracht met de geldende praktijk. Tot slot wordt de grote postenregeling (hoofdstuk 7 van de Regeling) herzien. Deze wijzigingen zijn gebaseerd op Richtlijn 2009/111/EG. Getracht is meer convergentie binnen de Europese Unie te bereiken door een groot aantal nationale discreties te schrappen. Een belangrijke wijziging is dat interbancaire posities niet langer gunstiger worden behandeld. In de plaats daarvan treedt evenwel een alternatieve grote postenlimiet voor kleinere instellingen om het interbancaire verkeer niet al te zeer te schaden. In deze consultatie hebben we, mede naar aanleiding van eerdere commentaren van de sector en in tegenstelling tot de preconsultatie, de alternatieve limiet zo ruim mogelijk genomen. Met de 13

14 sector zijn wij van mening dat een onnodig stringente limiet in voorkomende gevallen nadelige gevolgen kan hebben voor het risicoprofiel van de instellingen. Het uitzonderen van intragroepsposities wordt in voornoemde Richtlijn gecontinueerd als een nationale discretie. DNB heeft nog geen definitief besluit genomen of deze vrijstelling met de aanstaande wijzigingen wordt gecontinueerd. We vinden het van belang hierbij goed de standpunten van de verschillende Europese landen in het oog te houden. Uiteraard vernemen we graag, als reactie op deze consultatie, de opvatting van de marktpartijen. Verder is het relevant te vermelden dat CEBS nieuwe richtsnoeren (Guidelines on the implementation of the revised large exposure regime, dd. 11 december 2009 jl.) 3 heeft gepubliceerd die de toepassing van de te wijzigen grote postenregeling moeten verduidelijken. Deze richtsnoeren zien op het begrip verbonden cliënten, het doorkijken bij deelnemingen in beleggingsfondsen en rapportagevereisten. Er zijn bovendien richtsnoeren in ontwikkeling over de uitzondering van intraday posities (Consultation paper on CEBS s implementation guidelines on Article 106(2)(c) and (d) of Directive 2006/48/EC recast) 4. Tot slot wordt nog verwezen naar de op 11 december jl. door CEBS gepubliceerde CEBS Guidelines on Common reporting of Large Exposures 5. Zoals ook vermeld in de paragraaf Rapportages/ Regeling staten Wft hierboven, zal met betrekking tot deze rapportage binnenkort technisch overleg plaatsvinden met de NVB ten einde het karakter van de wijzigingen te bespreken: dat overleg zal mede bepalend zijn voor verdere besluitvorming omtrent de exacte invoeringsdatum van deze rapportage. Regeling solvabiliteitseisen voor het operationeel risico Wijzigingen ten opzichte van de preconsultatie: geen De wijzigingen in de Regeling solvabiliteitseisen voor het operationeel risico vloeien voort uit Richtlijn 2009/83/EG. Zo wijzigen onder meer de artikelen 3:2, 3:3, 4:13 en 4:17 van de Regeling. De aanpassingen van de standaardbenadering betekenen geen inhoudelijke wijziging, maar maken de tekst toegankelijker. De berekening van de vereiste solvabiliteit verandert niet. Door aanpassing van bijlage X, deel 3, punt 14 van de Richtlijn 2006/48/EG (betreft de AMA) mogen verliesgebeurtenissen die effect op de gehele instelling hebben in een additioneel toegevoegde business line ondernemingsaangelegenheden worden ondergebracht. Tot slot bepaalt 2006/48/EG per abuis dat de vermindering van de vereiste solvabiliteit onder de AMA met maximaal 20% [uitsluitend] mogelijk is bij gebruik van verzekering. De bedoeling was echter om de 20%-grens op alle gebruikte

15 risicoverminderingstechnieken toe te passen en niet alleen op verzekering. Deze correctie is nu gemaakt. 15