Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de Wet op het financieel toezicht en het Besluit prudentiële regels Wft;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de Wet op het financieel toezicht en het Besluit prudentiële regels Wft;"

Transcriptie

1 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr december 2013 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 9 december 2013, houdende regels met betrekking tot de implementatie van specifieke bepalingen uit de richtlijn kapitaalvereisten en de uitvoering van specifieke bepalingen van de verordening kapitaalvereisten (Regeling specifieke bepalingen CRD IV en CRR) De Nederlandsche Bank N.V., Na overleg met de representatieve organisaties; Gelet op de Wet op het financieel toezicht en het Besluit prudentiële regels Wft; Gelet op Richtlijn nr. 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van richtlijn nr. 2002/87/EG en tot intrekking van de richtlijnen nr. 2006/48/EG en nr. 2006/49/EG (CRD IV; PbEU L 176), in het bijzonder de artikelen 128 en 141; Gelet op Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (CRR; PbEU L 176), in het bijzonder de artikelen 26, 52, 63, 89, 115, 116, 148, 311, 400, 465, 467, 468, 473, 478, 479, 480, 481, 486 en 496; Gelet op artikel 2 van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten; Besluit: HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1:1 definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. Wft: Wet op het financieel toezicht; b. Besluit: Besluit prudentiële regels Wft; c. DNB: de Nederlandsche Bank N.V.; d. CRD IV: Richtlijn nr. 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van richtlijn nr. 2002/87/EG en tot intrekking van de richtlijnen nr. 2006/48/EG en nr. 2006/49/EG (PbEU L 176; richtlijn kapitaalvereisten of Capital Requirements Directive IV); e. CRR: Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU L 176; verordening kapitaalvereisten of Capital Requirements Regulation); f. CET1 kapitaal: Common Equity Tier 1 capital of Tier 1-kernkapitaal, als bedoeld in artikel 50 van de CRR; g. AT1 kapitaal: Additional Tier 1 capital of Aanvullend Tier 1-kapitaal, als bedoeld in artikel 61 van de CRR; h. T2 kapitaal: Tier 2 capital of Tier 2-kapitaal, als bedoeld in artikel 71 van de CRR; i. eigen vermogen: eigen vermogen of own funds, als bedoeld in artikel 72 van de CRR; j. EBA: de Europese Bankenautoriteit (European Banking Authority); k. technische reguleringsnormen of technische uitvoeringsnormen van de EBA: door de EBA ontwikkelde ontwerpen van technische reguleringsnormen (draft regulatory technical standards) of ontwerpen van technische uitvoeringsnormen (draft implementing technical standards), die door de Europese Commissie zijn bevestigd; l. kredietinstelling: een kredietinstelling als bedoeld in artikel 4 van de CRR, dat wil zeggen een bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wft.; m. instelling: een instelling of een onderneming waarop deze regeling op grond van artikel 1:3 van toepassing is. 1 Staatscourant 2013 nr december 2013

2 Artikel 1:2 nadere definities uit hoofde van artikel 89 CRR [gereserveerd] Artikel 1:3 toepassingsbereik van deze regeling 1. Deze regeling is van toepassing op: a. kredietinstellingen met zetel in Nederland; b. kredietinstellingen met zetel in een staat die geen lidstaat is en die hun bedrijf uitoefenen vanuit in Nederland gelegen bijkantoren; c. beleggingsondernemingen met zetel in Nederland; en d. beleggingsondernemingen met zetel in een staat die geen lidstaat is en die in Nederland beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten. 2. Deze regeling is van overeenkomstige toepassing op clearinginstellingen met zetel in Nederland en op clearinginstellingen met zetel in een niet-aangewezen staat die hun bedrijf uitoefenen vanuit in Nederland gelegen bijkantoren, tenzij de aard van een bepaling of de systematiek van deze regeling deze overeenkomstige toepassing uitsluit. Artikel 1:4 toetsing AT1 en T2 instrumenten door DNB 1. Ter voldoening van de eigenvermogensvereisten als bedoeld in artikel 92, eerste lid, van de CRR kunnen aanvullend-tier 1-instrumenten (AT1 instrumenten) als bedoeld in artikel 52 van de CRR en tier-2 instrumenten (T2 instrumenten) als bedoeld in artikel 63 van de CRR, uitsluitend in aanmerking worden genomen als AT1 kapitaal onderscheidenlijk als T2 kapitaal, indien de voorgenomen emissie van deze instrumenten vooraf en tijdig aan DNB ter toetsing wordt voorgelegd, onder overlegging van alle benodigde informatie, bedoeld in het vierde lid, uit welke informatie blijkt dat is voldaan aan alle vereisten van artikel 52 van de CRR onderscheidenlijk artikel 63 van de CRR, alsmede dat is voldaan aan de relevante technische reguleringsnormen van de EBA. 2. Het in aanmerking nemen van de AT1 instrumenten als bedoeld in artikel 52 van de CRR en van T2 instrumenten als bedoeld in artikel 63 van de CRR is uitsluitend mogelijk vanaf het moment dat DNB schriftelijk heeft bevestigd dat aan alle vereisten zoals opgenomen in de CRR en de relevante technische reguleringsnormen van de EBA is voldaan. 3. DNB beslist op een aanvraag tot het in aanmerking nemen van AT1 instrumenten als bedoeld in artikel 52 van de CRR of van T2 instrumenten als bedoeld in artikel 63 van de CRR uiterlijk acht weken nadat de instelling alle informatie als bedoeld in het vierde lid aan DNB heeft verstrekt. 4. De instelling die AT1 instrumenten of T2 instrumenten ter toetsing voorlegt aan DNB, verstrekt in ieder geval de volgende documentatie: a. een onderbouwde en ondertekende aanvraag voor de toetsing van het instrument; b. een prospectus en term-sheet welke een beschrijving van de karakteristieken van het instrument bevatten; c. een analyse waaruit blijkt dat het instrument voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in deel 2 van de CRR en de relevante technische reguleringsnormen van de EBA, waarbij per clausule in het prospectus en de term-sheet dan wel de leningovereenkomst wordt geduid op welk criterium uit de CRR deze bepaling betrekking heeft en hoe hiermee voldaan wordt aan het relevante criterium uit de CRR; d. een beschrijving waaruit blijkt dat het instrument past in de planning van het kapitaalmanagement van de instelling; e. indien de emissie samenhangt met een terugkoop of vervanging van een instrument, ten minste: een term-sheet van het oorspronkelijke instrument en de tekst met voorwaarden van het te vervangen of terug te kopen instrument, inclusief een beschrijving van doel en beoogde wijze waarop de terugkoop of vervanging van het instrument zal geschieden; f. indien de initiële rente of couponrente te betalen op het instrument periodiek aangepast wordt of kan worden of de basis van de rentevoet op een vooraf bepaald tijdstip in de toekomst van vast naar variabel verandert, ten minste: een beschrijving, waar mogelijk aangevuld met berekeningen, waaruit blijkt dat geen aflossingsprikkel ontstaat bij de aanpassing van de rentevoet; g. een beschrijving van de behandeling van het instrument in de financiële verslaggeving van de instelling welke het instrument uit geeft en de wijze waarop de in financiële verslaggeving van de instelling de informatie over het instrument openbaar gemaakt zal worden; en h. indien in het prospectus of het term-sheet, bedoeld onder b, wordt aangegeven dat gebruik wordt gemaakt van een special purpose entity, als omschreven in artikel 83 van de CRR, ten minste: 2 Staatscourant 2013 nr december 2013

3 een beschrijving van de juridische structuur van de special purpose entity; het intragroepsinstrument; en een met redenen omklede beschrijving van de verschillen tussen het intragroepsinstrument en het externe instrument. 5. Waar dat nodig is voor een adequate beoordeling van een aanvraag als bedoeld in het eerste lid, kan DNB in aanvulling op het vierde lid aanvullende informatie opvragen bij de instelling. Artikel 1:5 toetsing CET1 instrumenten door DNB 1. Een instelling die de voorgenomen uitgifte van een CET1-instrument ingevolge artikel 26, derde lid, van de CRR ter goedkeuring voorlegt aan DNB, overlegt daarbij de volgende documentatie: a. een onderbouwde en ondertekende aanvraag tot goedkeuring van het desbetreffende instrument; b. voor zover van toepassing: het prospectus; en c. overige gegevens of bescheiden die relevant zijn voor de in de aanhef bedoelde beoordeling door DNB. 2. Onverminderd het eerste lid, kan DNB de instelling verzoeken nadere gegevens of bescheiden te verstrekken die DNB met het oog op de in het eerste lid bedoelde toetsing nodig acht. Artikel 1:4, derde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 1:6 melding van gebruik opties en discreties door instellingen 1. Telkens waar de CRR de toestemming van de bevoegde autoriteit voorschrijft voor het uitoefenen van een optie of discretie door de instelling, vraagt de instelling deze toestemming aan DNB. 2. Instellingen melden hun keuze voor een optie of discretie uit de CRR waarvoor geen toestemming van DNB is vereist aan DNB. Indien van toepassing geven instellingen bij deze melding aan dat is voldaan aan de toepasselijke voorwaarden van de CRR voor het toepassen van de betreffende optie of discretie, alsmede aan de relevante technische reguleringsnormen of technische uitvoeringsnormen van de EBA. Deze melding vindt in ieder geval plaats indien het een optie of discretie betreft uit de volgende artikelen van de CRR: artikel 33 derde lid, artikel 42 onderdeel a, artikel 45 onderdeel a, artikel 57 onderdeel a, artikel 67 onderdeel c, artikel 69 onderdeel a, artikel 90, artikel 94 eerste lid, artikel 102 vierde lid, artikel 111 tweede en derde lid, artikel 125 derde lid, artikel 126 derde lid, artikel 132 derde lid, artikel 137 eerste lid, artikel 138, artikel 152 vierde lid, artikel 155 eerste lid, artikel 160 vierde lid, artikel 166 achtste lid onderdeel e, artikel 180 tweede lid onderdeel c, artikel 193 derde lid, artikel 194 derde en vierde lid, artikel 197 vierde en vijfde lid, artikel 199 tweede, derde en vierde lid, artikel 202, artikel 214 eerste lid, artikel 221 vijfde lid, artikel 222 zesde lid, artikel 223 zesde lid, artikel 227 eerste en tweede lid, artikel 230 derde lid, artikel 243 eerste lid, artikel 244 eerste lid, artikel 246 tweede lid, artikel 254, artikel 255 eerste lid, artikel 258, artikel 266 eerste en derde lid, artikel 271 tweede lid, artikel 301 tweede lid, artikel 303 vierde lid, artikel 305 tweede en vierde lid, artikel 314 tweede lid, artikel 331 tweede lid, artikel 340 eerste lid, artikel 345 eerste lid, artikel 350 tweede en derde lid, artikel 356 eerste lid, artikel 361, artikel 402 derde lid en artikel 421 vijfde lid. 3. DNB plaatst een formulier op haar website waarmee de toestemmingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen worden aangevraagd respectievelijk de meldingen, bedoeld in het tweede lid, kunnen worden gedaan. Artikel 1:7 aanwijzing regionale en lokale overheden en publiekrechtelijke lichamen 1. Onder regionale en lokale overheden als bedoeld in artikel 115 van de CRR worden verstaan: a. in Nederland: provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen met een bestuurlijk karakter; b. in de overige lidstaten van de Europese Unie: regionale en lokale overheden die door de toezichthouder op financiële ondernemingen in het betrokken land op de lijst zijn geplaatst van regionale en lokale overheden waarvoor hetzelfde risicogewicht geldt als voor hun centrale overheid; c. in de Verenigde Staten, Canada, Japan, Republiek Korea, Hong Kong, Singapore, Australië, Nieuw-Zeeland en Zwitserland: regionale en lokale overheden die door de toezichthouder op financiële ondernemingen op de lijst zijn geplaatst van regionale en lokale overheden waarvoor hetzelfde risicogewicht geldt als voor hun centrale overheid, indien: geen verschil in risico bestaat vanwege de specifieke bevoegdheden van de regionale en lokale overheden om inkomsten te verkrijgen; en 3 Staatscourant 2013 nr december 2013

4 het bestaan van specifieke institutionele regels waardoor de kans dat genoemde overheden in gebreke blijven, wordt verminderd. Posities ten aanzien van deze regionale en lokale overheden worden door DNB behandeld als posities ten aanzien van de centrale overheid. 2. Onder publiekrechtelijke lichamen als bedoeld in artikel 116 van de CRR worden verstaan: de rijksuniversiteiten, de gemeentelijke universiteit te Amsterdam, de bijzondere universiteiten te Amsterdam, Nijmegen en Tilburg, alsmede de aan deze universiteiten verbonden academische ziekenhuizen, dan wel kerkgenootschappen en andere godsdienstige gemeenschappen met publiekrechtelijke grondslag. HOOFDSTUK 2 KAPITAALBUFFERVEREISTEN Paragraaf 2.1 [gereserveerd] Paragraaf 2.2 Maximaal uitkeerbare bedrag (Maximum Distributable Amount MDA) Artikel 2:2:1 berekening maximaal uitkeerbare bedrag (Maximum Distributable Amount MDA) 1. Een instelling berekent het maximaal uitkeerbare bedrag (Maximum Distributable Amount MDA), als bedoeld in artikel 141, vierde lid, van de CRD IV, als het product van de uitkeerbare winst, bedoeld in het tweede lid, en het percentage, bedoeld in het derde lid. 2. De uitkeerbare winst als bedoeld in het eerste lid bedraagt de som van onderdeel a en b minus onderdeel c: a. interim winsten, berekend ingevolge Titel 2 Boek 9 van het Burgerlijk wetboek of de toepasselijke internationale jaarrekeningstandaarden, voor zover deze winsten nog niet zijn toegerekend aan het CET1 kapitaal zoals bedoeld in artikel 26, tweede lid, van de CRR en voor zover deze winsten zijn gegenereerd sinds de meeste recente beslissing over handelingen, als bedoeld in artikel 141, tweede lid, onderdelen a, b en c, van de CRD IV; en b. winsten, berekend ingevolge Titel 2 Boek 9 van het Burgerlijk wetboek of de toepasselijke internationale jaarrekeningstandaarden, voor zover deze winsten nog niet zijn toegerekend aan het eigen vermogen en voor zover deze winsten zijn gegeneerd sinds de meeste recente beslissing over handelingen, als bedoeld in artikel 141, tweede lid, onderdelen a, b en c, van de CRD IV; c. de te betalen belasting als de winsten, bedoeld in onderdelen a en b van dit lid, door de bank of beleggingsonderneming zouden worden aangehouden. 3. Een bank of beleggingsonderneming, stelt het percentage als bedoeld in het eerste lid vast door de waarde van het CET1 kapitaal, voor zover dit niet wordt gebruikt om te voldoen aan de solvabiliteitsvereiste uit hoofde van artikel 92, eerste lid, onderdeel c, van de CRR, af te zetten tegen het gecombineerde buffervereiste, als bedoeld in artikel 128, onderdeel 6, van de CRD IV, waarbij: a. indien de omvang van het CET1 kapitaal afgezet tegen de vereiste kapitaalbuffer kleiner is dan vijfentwintig procent, het percentage nul procent (0%) bedraagt; b. indien de omvang van het CET1 kapitaal afgezet tegen de vereiste kapitaalbuffer kleiner is dan vijftig procent, het percentage twintig procent (20%) bedraagt; c. indien de omvang van het CET1 kapitaal afgezet tegen de vereiste kapitaalbuffer kleiner is dan vijfenzeventig procent, het percentage veertig procent (40%) bedraagt; d. indien de omvang van het CET1 kapitaal afgezet tegen de vereiste kapitaalbuffer kleiner is dan honderd procent, het percentage zestig procent (60%) bedraagt; e. indien de omvang van het CET1 kapitaal groter is dan de vereiste kapitaalbuffer, het percentage honderd procent (100%) bedraagt. 4. Een instelling beschikt over adequate procedures om te waarborgen dat de berekening van het maximaal uitkeerbare bedrag (Maximum Distributable Amount MDA), als bedoeld in het eerste lid, accuraat is. HOOFDSTUK 3 MACROPRUDENTIËLE MAATREGELEN Artikel 3:1 macroprudentiële maatregelen [gereserveerd] 4 Staatscourant 2013 nr december 2013

5 HOOFDSTUK 4 OPTIES EN DESCRETIES Artikel 4:1 berekening exposure op een CCP op grond van alternatieve formule Indien een CCP is gestopt met het berekenen van de K CCP in de zin van artikel 308, derde lid, van de CRR, dan mogen instellingen de alternatieve formule uit artikel 310 van de CRR gebruiken om het vereiste eigen vermogen voor hun handelspositie op de CCP en de bijdrage aan het faillissementsfonds voor de CCP zoals omschreven in artikel 311, tweede lid, van de CRR te berekenen, mits aan de volgende vereisten is voldaan: a. de CCP heeft conform artikel 311, eerste lid, onderdeel a, van de CRR aan de instelling gemeld dat de CCP gestopt is met het berekenen van de K CCP ; en b. naar het oordeel van DNB is voldaan aan de voorwaarden van artikel 311, tweede lid, van de CRR. Artikel 4:2 grote posities Gelet op artikel 400, tweede lid, van de CRR zijn de volgende posities vrijgesteld van het vereiste uit artikel 395, eerste lid, van de CRR: a. gedekte obligaties in de zin van artikel 129, eerste, derde en zesde lid, van de CRR tot een maximum van 100% van het in aanmerking komend kapitaal; b. posities, waaronder deelnemingen of andere belangen, die een instelling heeft met betrekking tot haar moederonderneming, andere dochterondernemingen van de moederonderneming en haar eigen dochterondernemingen, voor zover: deze groepsondernemingen opgenomen zijn in het toezicht op geconsolideerde basis waaraan de instelling zelf onderworpen is, overeenkomstig de CRR, de richtlijn financiële conglomeraten of overeenkomstig daaraan gelijkwaardige, in een derde land geldende prudentiële standaarden; de instelling aan DNB heeft aangetoond dat zij in redelijkheid niet aan de limieten van de grote postenregeling voor de betreffende posities kan voldoen; de instelling aan DNB heeft aangetoond dat de posities op haar groepsondernemingen passen binnen de beheerste en integere uitoefening van haar bedrijf en dat de instelling beschikt over solide risicomanagementprocedures aan de hand waarvan zij doorlopend nagaat en ervoor zorgt dat de grote posities op groepsondernemingen aansluiten op haar risicoprofiel; en de instelling aan DNB heeft aangetoond dat de posities op groepsondernemingen passen binnen de gezonde balansverhoudingen van de instelling en de desbetreffende groepsondernemingen, zowel voor wat betreft de bruto- als netto omvang als voor wat betreft looptijden; c. activa die vorderingen op, en andere posities, waaronder deelnemingen of andere belangen, met betrekking tot regionale of centrale kredietinstellingen vertegenwoordigen waarmee de kredietinstelling krachtens wettelijke of statutaire bepalingen in het kader van een netwerk is verbonden en die op grond van die bepalingen belast zijn met de verevening van onderlinge geldposities binnen het netwerk; d. activa die vorderingen op centrale banken vertegenwoordigen in de vorm van bij deze centrale banken aan te houden voorgeschreven minimumreserves die in de nationale valuta luiden; en e. 50% van de documentaire kredieten met middelhoog tot laag risico buiten de balanstelling en van de niet-opgenomen kredietfaciliteiten buiten de balanstelling, bedoeld in bijlage 1 van de CRR, alsmede, met instemming van DNB, 80% van andere dan leninggaranties met een wettelijke of bestuursrechtelijke grondslag die voor de leden worden verstrekt door onderlinge garantiesystemen met de status van kredietinstelling. Artikel 4:3 interne modellen Gelet op artikel 148, tweede lid, van de CRR hanteren de moederonderneming en dochterondernemingen van een instelling die een IRB model hanteert uiterlijk vanaf 1 januari 2017 voor alle posities een IRB model. DNB kan deze periode verkorten of verlengen, indien daartoe aanleiding bestaat op grond van de aard of de omvang van de betreffende instelling of van het aantal en de aard van de toe te passen ratingsystemen. HOOFDSTUK 5 OVERGAMGSBEPALINGEN EN TRANSITIE VOLGEND UIT DE CRR Artikel 5:1 vaststelling percentages artikel 465 CRR met betrekking tot het vereiste eigen vermogen 1. Gelet op artikel 465, tweede lid, van de CRR wordt de vereiste CET1 ratio voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 vastgesteld op 4,5%. 2. Gelet op artikel 465, tweede lid, van de CRR wordt de vereiste Tier 1 ratio voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 vastgesteld op 6%. 5 Staatscourant 2013 nr december 2013

6 Artikel 5:2 vaststelling percentages artikel 467 CRR met betrekking tot de ongerealiseerde verliezen Gelet op artikel 467, derde lid, van de CRR worden de percentages waarvoor de ongerealiseerde verliezen gerelateerd aan activa of passiva die worden gewaardeerd op de reële waarde kunnen worden toegepast, als volgt vastgesteld: a. voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014, 20%; b. voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015, 40%; c. voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016, 60%; d. voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017, 80%; e. voor de periode vanaf 1 januari 2018, 100%. Artikel 5:3 vaststelling percentages artikel 468 CRR met betrekking tot ongerealiseerde winsten Gelet op artikel 468, eerste lid, van de CRR worden de percentages waarvoor de ongerealiseerde winsten gerelateerd aan activa of passiva die worden gewaardeerd op de reële waarde kunnen worden toegepast, als volgt vastgesteld: a. voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015, 60%; b. voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016, 40%; c. voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017, 20%; d. voor de periode vanaf 1 januari 2018, 0%. Artikel 5:4 toestaan gebruik berekening van artikel 473 CRR met betrekking tot het gebruik van IAS Indien een instelling voldoet aan de vereisten van artikel 473, eerste lid, van de CRR, is het deze instelling toegestaan om voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018 de berekening als bedoeld in artikel 473, tweede en derde lid, van de CRR toe te passen. Artikel 5:5 vaststelling percentages artikel 478 CRR met betrekking tot de aftrek van CET1 kapitaal, AT1 kapitaal en T2 kapitaal 1. Gelet op artikel 478, derde lid, onderdeel a, van de CRR worden de percentages voor onderdelen b, d en e van artikel 36, eerste lid, van de CRR als volgt vastgesteld: a. voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014, 20%; b. voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015, 40%; c. voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016, 60%; d. voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017, 80%; e. voor de periode vanaf 1 januari 2018, 100%. 2. Gelet op artikel 478, derde lid, onderdeel a, van de CRR worden de percentages voor onderdeel c van artikel 36, eerste lid, van de CRR, voor zover de uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en niet voortvloeien uit tijdelijke verschillen, als volgt vastgesteld: a. voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014, 20%; b. voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015, 40%; c. voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016, 60%; d. voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017, 80%; e. voor de periode vanaf 1 januari 2018, 100%. 3. Gelet op artikel 478, derde lid, onderdeel a, van de CRR worden de percentages voor onderdelen a, f, g en h van artikel 36, eerste lid, van de CRR als volgt vastgesteld: voor de periode vanaf 1 januari 2014, 100%. 4. Gelet op artikel 478, derde lid, onderdeel b, van de CRR worden de percentages voor onderdeel c van artikel 36, eerste lid, van de CRR voor zover de uitgestelde belastingvorderingen die op toekomstige winstgevendheid berusten en voortvloeien uit tijdelijke verschillen, en voor onderdeel i van artikel 36, eerste lid, van de CRR als volgt vastgesteld: a. voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014, 0%; b. voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015, 10%; c. voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016, 20%; d. voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017, 30%; e. voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018, 40%; f. voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019, 50%; g. voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020, 60%; h. voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021, 70%; i. voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022, 80%; j. voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023, 90%; 6 Staatscourant 2013 nr december 2013

7 k. voor de periode vanaf 1 januari 2024, 100%. 5. Gelet op artikel 478, derde lid, onderdeel c, van de CRR worden de percentages voor onderdelen b tot en met d van artikel 56, eerste lid, van de CRR als volgt vastgesteld: voor de periode vanaf 1 januari 2014, 100%. 6. Gelet op artikel 478, derde lid, onderdeel d, van de CRR worden de percentages voor onderdelen b tot en met d van artikel 66, eerste lid, van de CRR als volgt vastgesteld: voor de periode vanaf 1 januari 2014, 100%. Artikel 5:6 vaststelling percentages artikel 479 CRR met betrekking tot minderheidsbelangen Gelet op artikel 479, vierde lid, van de CRR worden de percentages als volgt vastgesteld: a. voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014, 80%; b. voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015, 60%; c. voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016, 40%; d. voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017, 20%; e. voor de periode vanaf 1 januari 2018, 0%. Artikel 5:7 vaststelling factor artikel 480 CRR met betrekking tot minderheidsbelangen Gelet op artikel 480, derde lid, van de CRR wordt de factor als volgt vastgesteld: voor de periode vanaf 1 januari 2014, 1. Artikel 5:8 vaststelling percentages artikel 481 CRR met betrekking tot additionele aftrekposten Gelet op artikel 481, vijfde lid, van de CRR worden de percentages uit het derde en vierde lid van dat artikel als volgt vastgesteld: voor de periode vanaf 1 januari 2014, 0%. Artikel 5:9 vaststelling percentages artikel 486 CRR met betrekking tot limieten aan transitiebepalingen Gelet op artikel 486, zesde lid, van de CRR worden de percentages, als volgt vastgesteld: a. voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014, 80%; b. voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015, 70%; c. voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016, 60%; d. voor de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017, 50%; e. voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018, 40%; f. voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019, 30%; g. voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020, 20%; h. voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021, 10%; i. voor de periode vanaf 1 januari 2022, 0%. Artikel 5:10 ontheffing voor Fonds Communs de Créances of gelijkwaardige instrumenten De in artikel 129, eerste lid, onderdelen d en e, van de CRR vermelde limiet van 10% geldt tot en met 31 december 2017 niet voor preferente aandelen die zijn uitgegeven door Franse Fonds Communs de Créances of door securitisatie-instellingen die gelijkwaardig zijn aan Franse Fonds Communs de Créances, mits wordt voldaan aan elk van de voorwaarden, bedoeld in artikel 496, eerste lid, van de CRR. HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN Artikel 6:1 intrekking van toezichthouderregelingen van DNB De volgende regelingen van DNB worden ingetrokken: a. Regeling solvabiliteitseisen kredietrisico en grote posities Wft 2010; b. Regeling solvabiliteitseisen marktrisico Wft 2011; c. Regeling solvabiliteitseisen operationeel risico Wft 2010; d. Regeling hybride instrumenten banken en andere financiële ondernemingen (exclusief verzekeraars) Wft 2010; e. Regeling securitisaties Wft 2010; f. Regeling uitsluiting solvabiliteitsaftrek immateriële activa. 7 Staatscourant 2013 nr december 2013

8 Artikel 6:2 citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke bepalingen CRD IV en CRR. Artikel 6:3 inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Amsterdam, 9 december 2013 De Nederlandsche Bank N.V. J. Sijbrand, directeur. 8 Staatscourant 2013 nr december 2013

9 TOELICHTING ALGEMEEN Inleiding In navolging van de financiële crisis is op Europees niveau besloten dat een single rule book noodzakelijk is om het toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen in Europa te harmoniseren. Hiermee wordt onder meer beoogd om de financiële stabiliteit in Europa te versterken. Tevens wordt zo een Europees level playing field gewaarborgd. De Capital Requirements Directive IV (CRD IV 1 ) en de Capital Requirements Regulation (CRR 2 ) implementeren de vereisten uit het Bazel III akkoord voor banken. In Europa is ervoor gekozen om deze regels ook deels van toepassing te verklaren op beleggingsondernemingen. De CRD IV en de CRR beogen te komen tot een versterking van de financiële soliditeit, stabiliteit en weerbaarheid van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (in deze toelichting verder gezamenlijk aangeduid als instellingen). De CRR omvat onder meer regels omtrent het eigen vermogen en de solvabiliteit van instellingen, regelingen omtrent grote posities en omtrent de posities die instellingen innemen ten aanzien van securitisaties, regels over de vereiste liquiditeit en de maximale leverage ratio en de rapportageverplichtingen. Eventueel kunnen op grond van de CRD IV aanvullende kapitaalbuffervereisten worden gesteld. Daarnaast bevat de CRD IV vereisten omtrent de governance en het beloningsbeleid. Opzet van deze regeling Met de CRR wordt maximumharmonisatie beoogd. Hierdoor vervallen veel van de nationale opties en discreties uit de voorlopers van de CRR en de CRD IV, te weten de CRD II en de CRD III 3. De bestaande toezichthouderregelingen van DNB kunnen daarom worden ingetrokken (zie hiertoe artikel 6:1 van deze regeling). In deze toezichthouderregeling zijn de opties en discreties uit de CRR die zijn gericht tot de nationale bevoegde autoriteit (voor de CRR zal dat DNB zijn) ingevuld. De opties en discreties voor de lidstaten zullen in Nederland worden ingevuld door de Minister van Financiën. Eventuele invulling van opties en discreties die voortvloeien uit de CRD IV is afhankelijk van de implementatie van de CRD IV in de Wft en aanverwante algemene maatregelen van bestuur, meer in het bijzonder in het Besluit prudentiële regels Wft (Bpr). Pas als die implementatiewet en -besluiten gereed zijn, is het voor DNB duidelijk welke ruimte zij heeft om nader zaken in te vullen in deze regeling. Overigens is in artikel 2:2:1 van deze regeling al wel de vereiste berekening van het maximaal uitkeerbare bedrag (Maximum Distributable Amount MDA) opgenomen. DNB heeft bij het opstellen van deze regeling onderscheid gemaakt tussen generieke opties en discreties, en individuele opties en discreties. Deze laatste zijn niet in deze regeling opgenomen, aangezien verzoeken tot toepassing daarvan op basis van individuele aanvragen worden beoordeeld. Generieke opties en discreties die DNB niet toepast, zijn evenmin in deze regeling opgenomen. Niet alle bestaande toezichthouderregelingen van DNB worden ingetrokken vanaf 1 januari 2014, en blijven dan ook na 1 januari 2014 bestaan. Zo blijven bijvoorbeeld de nationale voorschriften op het gebied van de liquiditeitsvereisten voor instellingen waaraan DNB een vergunning heeft verleend gehandhaafd totdat de bindende minimumnormen voor de vereiste liquiditeitsdekking (Liquidity Coverage 1 CRD IV staat voor de Richtlijn nr. 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van richtlijn nr. 2002/87/EG en tot intrekking van de richtlijnen nr. 2006/48/EG en nr. 2006/49/EG (PbEU L 176). 2 CRR staat voor de Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffendeprudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012(PbEU L 176), zoals gecorrigeerd bij de Rectificatie van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raadvan 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging vanverordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU L 208) 3 CRD II betreft de Richtlijn nr. 2009/111/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot wijziging van de richtlijnen nr. 2006/48/EG, nr. 2006/49/EG en nr. 2007/64/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer (PbEU L 302), alsmede twee Commissie-richtlijnen (nr. 2009/27/EG en nr. 2009/83/EG, beide wat een aantal technische voorschriften inzake risicobeheer betreft). CRD III is Richtlijn nr. 2010/76/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG wat betreft de kapitaalvereisten voor de handelsportefeuille en voor hersecuritisaties, alsook het bedrijfseconomisch toezicht op het beloningsbeleid (PbEU L 329). De CRD II- en CRD III-richtlijnen zijn in Nederland geïmplementeerd bij de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van CRD II (Stb. 2011, 669), welke implementatiewet met ingang van 30 december 2011 in werking is getreden. 9 Staatscourant 2013 nr december 2013

10 Requirement LCR) nader zijn gespecificeerd en volledig in de Europese Unie worden ingevoerd. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1:1 definities In dit artikel zijn enkele definities opgenomen. Voor het overige wordt aangesloten bij de definities uit de CRD IV en de CRR. Artikel 1:2 nadere definities uit hoofde van artikel 89 CRR De begrippen uit artikel 89 van de CRR zullen nader worden uitgewerkt in artikel 1:2 van deze toezichthouderregeling. Deze uitwerking zal kunnen plaatsvinden nadat voor dit onderdeel van deze regeling door het ministerie van Financiën een delegatiegrondslag is gecreëerd in het Besluit prudentiële regels Wft. Naar verwachting zal dat medio 2014 het geval zijn. Artikel 1:3 toepassingsbereik van deze regeling Deze regeling is, in lijn met de CRD IV en de CRR, van toepassing op kredietinstellingen (banken) en beleggingsondernemingen die in Nederland onder doorlopend prudentieel toezicht van DNB staan. In aanvulling daarop is deze regeling van toepassing op ( stand alone ) clearinginstellingen die in Nederland onder doorlopend prudentieel toezicht van DNB staan. Artikel 1:4 toetsing AT1 en T2 instrumenten door DNB Dit artikel dient ter formalisering van de documentatievereisten voor de aanvragen aan DNB om instrumenten te kunnen aanmerken als AT1 en T2 kapitaal. Het in aanmerking nemen van AT1 instrumenten of van T2 instrumenten is pas mogelijk vanaf het moment dat DNB schriftelijk heeft bevestigd dat aan alle vereisten zoals opgenomen in de CRR en de relevante technische reguleringsnormen van de EBA is voldaan, zo is uitdrukkelijk bepaald in het tweede lid. Een dergelijke schriftelijke bevestiging van DNB kan ook per (beveiligde) aan de betrokken instelling worden bekendgemaakt 4. Tevens worden in het derde lid van dit artikel 1:4 de beslistermijnen die DNB hanteert bij de toetsing van AT1- en T2 instrumenten geëxpliciteerd. De beslistermijn voor DNB vangt aan op de eerste dag na die waarop een volledige aanvraag is ingediend. In het geval DNB op een later moment nadere informatie vraagt die van belang is om een inhoudelijke beslissing op die aanvraag te kunnen nemen, heeft dat in beginsel geen invloed op de beslistermijn. DNB zal zich inspannen om de in het derde lid van artikel 1:4 vermelde beslistermijnen zoveel mogelijk te halen. De betrokken instelling doet er verstandig aan om bij de planning van een (her)uitgifte van AT1- of T2 instrumenten rekening houden met de geldende beslistermijnen voor DNB, door tijdig een aanvraag in te dienen en tijdig alle informatie als bedoeld in het vierde lid te overleggen. Artikel 1:5 toetsing CET1 instrumenten door DNB Op grond van artikel 26, derde lid, van de CRR dient DNB als bevoegde autoriteit vooraf te beoordelen of de (voorgenomen) uitgifte van CET1-instrumenten voldoet aan de gestelde vereisten in de artikelen 28 of 29 van de CRR, en goedkeuring te verlenen voor de kwalificatie van deze uit te geven instrumenten als CET1. Omdat de CRR weliswaar deze goedkeuringsprocedure voorschrijft maar daarbij geen nadere invulling geeft aan de aanvraag- en besluitprocedure, acht DNB het noodzakelijk daarover een aanvullende procedurebepaling in artikel 1:5 op te nemen. Dit artikel regelt de door de aanvrager te verstrekken gegevens en bescheiden, alsmede de procedurele regels die DNB overeenkomstig de Awb zal hanteren. Artikel 1:6 melding van gebruik opties en discreties door instellingen De CRR laat ruimte aan de betreffende instelling om een vrij groot aantal opties en discreties uit te oefenen. Indien het opties of discreties betreft die niet al vooraf aan DNB hoeven te worden gemeld, bijvoorbeeld omdat DNB daar voorafgaande toestemming voor dient te geven, dan dient de instelling op grond van deze bepaling aan DNB te melden dat zij een bepaalde optie of discretie uitoefent. Indien de instelling aan voorwaarden moet voldoen om een optie of discretie te mogen uitoefenen, dan dient 4 Zie ook artikel 2:13 en verder van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). 10 Staatscourant 2013 nr december 2013

11 de instelling bij deze melding aan te tonen dat zij aan die voorwaarden voldoet. Voor het doen van deze meldingen zal DNB op haar website een formulier plaatsen. Deze meldingen zijn voor DNB van belang om per afzonderlijke instelling een volledig overzicht te hebben van de opties en discreties waarvan die instelling gebruikmaakt. Een melding dient te worden gedaan vóórdat een instelling van een concrete optie of discretie gebruikmaakt. Artikel 1:7 aanwijzing regionale en lokale overheden en publiekrechtelijke lichamen In het eerste lid van artikel 1:7 zijn de regionale en lokale overheden aangewezen, in de zin van artikel 115 van de CRR. Onder dit begrip vallen ook zogeheten openbare lichamen als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn bij dit laatste uitgezonderd, omdat Caribisch Nederland weliswaar onderdeel is van het land Nederland, maar geen onderdeel uitmaakt van het grondgebied van de Europese Unie. Hoofdstuk 2 Kapitaalbuffer Deze paragraaf wordt later ingevuld voordat met de daadwerkelijke ingroei moet worden begonnen en de EBA technische regulerings- of uitvoeringsnormen heeft gesteld over de methodiek. Hoofdstuk 3 Macroprudentiële maatregelen Dit hoofdstuk 3 is gereserveerd voor de nadere invulling van de bevoegdheden uit onder meer artikel 124, tweede lid, en artikel 458 van de CRR. Indien de aanscherpingen uit deze artikelen aan de orde zijn, zullen deze hun beslag krijgen in dit hoofdstuk 3. Artikel 4:1 berekening exposure op een CCP op grond van alternatieve formule Momenteel wordt in het Bazels Comité gesproken over een andere berekening voor de K CCP dan die uit artikel 310 van de CRR. De mogelijkheid uit artikel 4:1 van deze regeling om de berekening uit artikel 310 van de CRR te gebruiken vervalt indien er veranderingen komen op het raamwerk voor het vereiste kapitaal dat dient te worden aangehouden voor posities op CCPs. Artikel 4:2 grote posities Dit betreft een beleidsarme implementatie. Bestaande opties, zoals deze gelden tot en met 31 december 2013 en tot die datum zijn opgenomen in de Regeling solvabiliteitseisen kredietrisico en grote posities Wft 2010, blijven behouden voor zover de CRR die mogelijkheid biedt. De invulling van de optie uit artikel 400, tweede lid, onderdeel c, van de CRR betreft materieel voortzetting van het huidige beleid. Onder huidig recht kon een ontheffing (waiver) worden verstrekt op grond van artikel 3:57, zevende lid, van de Wft. Vanaf de inwerkingtreding van de Wijzigingswet ter implementatie van de CRD IV, komt deze grondslag echter te vervallen. Met de implementatie van de optie van artikel 400, tweede lid, onderdeel c, van de CRR op de manier als in artikel 4:2 onderdeel b, van deze regeling weergegeven, is geen materiële wijziging bedoeld. Van een ontheffing is echter geen sprake meer. Indien de instelling de genoemde voorwaarden weet aan te tonen, zijn de genoemde posities uitgezonderd van de grote postenlimiet. Deze dienen echter wel te worden gerapporteerd. De opties van de artikelen 400, tweede lid, onderdelen b, e, f en h, van de CRR worden niet uitgeoefend. Deze opties bestaan ook reeds in de CRD III en worden in de tot 1 januari 2014 geldende Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico en grote posities Wft 2010 evenmin uitgeoefend. DNB ziet geen redenen om deze keuze te herzien. De opties van de artikelen 400, tweede lid, onderdelen c, d, g en i, van de CRR worden wel uitgeoefend, zoals blijkt uit artikel 4:2, onderdelen b tot en met e, van deze regeling. Ook dit betreft voortzetting van het huidige beleid. De optie van artikel 400, tweede lid, onderdeel a, van de CRR dat wil zeggen de optie om posities in covered bonds uit te zonderen van de limieten voor grote posten wordt naar verwachting door het ministerie van Financiën gecontinueerd in artikel 102 van het Bpr. Vooruitlopend daarop is deze optie ook in artikel 4:2, onderdeel a, van deze regeling opgenomen. Artikel 4:3 interne modellen In de Regeling solvabiliteitseisen kredietrisico en grote posities Wft 2010 hanteerde DNB een vaste maximale roll-out periode van drie jaar. Deze periode wordt gehandhaafd met de mogelijkheid om daarvan af te wijken indien de specifieke omstandigheden van de betreffende bank daartoe aanleiding geven. 11 Staatscourant 2013 nr december 2013

12 Hoofdstuk 5 Overgangsbepalingen en transitie volgend uit CRR De CRR biedt de mogelijkheid tot een geleidelijke uitfasering van de oude stijl instrumenten en een geleidelijke infasering van nieuwe aftrekposten. DNB heeft voor een gebalanceerde transitieregeling voor kapitaal gekozen. Deze transitieregeling houdt in dat de instellingen op grond van de implementatie van artikel 465 van de CRR in artikel 5:1 van deze regeling direct op 1 januari 2014 dienen te voldoen aan de vereisten van artikel 92, eerste lid, onderdelen a en b, van de CRR; met andere woorden dat instellingen per die datum ten minste 4,5% CET1 kapitaal en ten minste 6% T1 kapitaal dienen aan te houden. In de opvolgende artikelen is ruimte gevonden voor een geleidelijke transitie van aftrekposten en filters. Indien in de CRR een bandbreedte wordt gegeven waartussen de bevoegde autoriteit een toepasselijk percentage dient vast te stellen is dit gefixeerde percentage in Hoofdstuk 5 van deze regeling gegeven. Hoofdstuk 6 Slotbepalingen Met artikel 6:1 van deze regeling wordt tevens een aantal bestaande toezichthouderregelingen van DNB ingetrokken. De volgende regelingen worden in hun geheel ingetrokken: a. Regeling solvabiliteitseisen kredietrisico en grote posities Wft ; b. Regeling solvabiliteitseisen marktrisico Wft ; c. Regeling solvabiliteitseisen operationeel risico Wft ; d. Regeling hybride instrumenten banken en andere financiële ondernemingen (exclusief verzekeraars) Wft ; e. Regeling securitisaties Wft ; en f. Regeling uitsluiting solvabiliteitsaftrek immateriële activa 10. De overige slotbepalingen spreken voor zichzelf en behoeven geen toelichting. De Nederlandsche Bank N.V. J. Sijbrand, directeur. 5 De oorspronkelijke citeertitel van deze regeling luidt: Regeling solvabiliteitseisen voor het kredietrisico (Stcrt. 2006, 248). Bij de Wijzigingsregeling solvabiliteitseisen Wft 2010 in verband met de implementatie van de CRD II richtlijnen (Stcrt. 2010, 17090) is deze citeertitel met ingang van 31 oktober 2010 gewijzigd in: Regeling solvabiliteitseisen kredietrisico en grote posities Wft Deze toezichthouderregeling is onder meer met ingang van 31 december 2010 en 1 januari 2011 gewijzigd met de Wijzigingsregeling CRD III tranche 1 Wft 2011 (Stcrt. 2010, 20938). Een tussentijdse wijziging van deze regeling heeft plaatsgevonden bij de Veegregeling toezichthouderregelingen DNB (Stcrt. 2007, 245; in werking getreden met ingang van 20 december 2007, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2007). 6 De oorspronkelijke citeertitel van deze regeling luidt: Regeling solvabiliteitseisen voor het marktrisico (Stcrt. 2006, 248). Deze citeertitel is bij de hiervoor genoemde Wijzigingsregeling (Stcrt. 2010, 17090) met ingang van 31 oktober 2010 gewijzigd in: Regeling solvabiliteitseisen marktrisico Wft 2010 en is bij de Wijzigingsregeling CRD III tranche 2 Wft 2011 (Stcrt. 2011, 12179) opnieuw gewijzigd in: Regeling solvabiliteitseisen marktrisico Wft Een tussentijdse wijziging van deze regeling heeft plaatsgevonden bij de Veegregeling toezichthouderregelingen DNB (Stcrt. 2007, 245; in werking getreden met ingang van 20 december 2007, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2007). 7 De oorspronkelijke citeertitel van deze regeling luidt: Regeling solvabiliteitseisen voor het operationeel risico (Stcrt. 2006, 248). Deze citeertitel is bij de hiervoor genoemde Wijzigingsregeling (Stcrt. 2010, 17090) met ingang van 31 oktober 2010 gewijzigd in: Regeling solvabiliteitseisen operationeel risico Wft Een tussentijdse wijziging van deze regeling heeft plaatsgevonden bij de Veegregeling toezichthouderregelingen DNB (Stcrt. 2007, 245; in werking getreden met ingang van 20 december 2007, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2007). 8 Zie Stcrt. 2010, 17099, in werking getreden met ingang van 31 oktober 2010, met dien verstande dat deze regeling voor het eerst van toepassing is met ingang van 31 december Zie Stcrt. 2010, 17098, in werking getreden met ingang van 31 oktober 2010, met dien verstande dat deze regeling voor het eerst van toepassing is met ingang van 31 december Zie Stcrt. 2007, 247, in werking getreden met ingang van 31 december Staatscourant 2013 nr december 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12086 29 april 2014 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 17 april 2014, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie Regeling staten financiële ondernemingen 3 maart 2014

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie Regeling staten financiële ondernemingen 3 maart 2014 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie Regeling staten financiële ondernemingen 3 maart 2014 Inhoud 1. Reacties... 2 2. Toelichting... 3 2.1 CRD IV en CRR: gevolgen voor het nationaal regelkader... 3 2.2

Nadere informatie

- 1 - Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft

- 1 - Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten financiële ondernemingen Wft - 1 - DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen Wft 2011 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [PM] 2013, kenmerk 2013/712998, tot wijziging van de Regeling staten

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD II Implementatie (nieuwe) Regeling Hybride kapitaalinstrumenten banken 2010 28 juni 2010 1 Regeling van De Nederlandsche Bank NV van [datum], tot vaststelling

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 61, vijfde lid, 72, eerste lid, 73, tweede lid, van het Besluit prudentiële regels Wft;

Gelet op de artikelen 61, vijfde lid, 72, eerste lid, 73, tweede lid, van het Besluit prudentiële regels Wft; Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 16 december 2010 tot wijziging van de Regeling solvabiliteitseisen kredietrisico en grote posities Wft 2010 in verband met de implementatie van de CRD III richtlijn

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 2:6, tweede lid, 2:8, tweede lid, en 2:104, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 2:6, tweede lid, 2:8, tweede lid, en 2:104, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht; Regeling van de Minister van Financiën van 4 februari 2019, 2019-16957, directie Financiële Markten, tot wijziging van het Besluit aangewezen staten Wft en de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17099 29 oktober 2010 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 26 oktober 2010 tot vaststelling van de voorwaarden

Nadere informatie

INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN DERDELANDEN BELEGGINGSONDERNEMINGEN IN NEDERLAND

INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN DERDELANDEN BELEGGINGSONDERNEMINGEN IN NEDERLAND CONFIDENTIEEL Onderwerp: Informatieformulier Derdelanden Beleggingsondernemingen Toezicht nationale instellingen Beleggingsondernemingen en beleggingsinstellingen INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT: Ministeriële regeling Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl Inlichtingen Staatscourant nr. 51 Datum 5 maart 2009 Betreft Wijziging Vrijstellingsregeling Wft Uw

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12186 8 juli 2011 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 28 juli 2011 tot wijziging van de Regeling staten financiële

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17608 30 september 2011 Regeling van de Minister van Financiën tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Wft en de Vrijstellingsregeling

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het

Nadere informatie

Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017

Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017 Regeling liquiditeit kredietunies Wft 2017 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [datum] 2016 houdende regels ingevolge artikel 108, derde lid, en artikel 111, zesde lid, van het Besluit prudentiële

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 144 Besluit van 14 maart 2011, houdende wijziging van het Besluit Prudentiële regels Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 259 4 januari 2012 Regeling vaststelling bedragen 2012 ex artikelen 2 en 3 Besluit bekostiging financieel toezicht 23

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 849 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 049 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten in verband met Verordening (EU) Nr. 1024/2013 van de Raad van 15

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit prudentiële regels Wft wordt gewijzigd als volgt:

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit prudentiële regels Wft wordt gewijzigd als volgt: Besluit van tot wijziging van het Besluit prudentiële regels Wft en het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met onder meer het publiceren van gegevens door de Nederlandsche

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 525 Besluit van 4 december 2013 tot wijziging van het Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes

Nadere informatie

Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht

Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht Relevante wetsartikelen aanvraag verklaring van geen bezwaar uit hoofde van artikel 3:96 Wet financieel toezicht In dit document vindt u een overzicht van relevante wetsartikelen die van toepassing zijn

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 2:26d, derde lid, en 3:3 van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 2:26d, derde lid, en 3:3 van de Wet op het financieel toezicht; Regeling van de Minister van Financiën van 2018-0000000000, directie Financiële Markten, tot wijziging van het Besluit aangewezen staten Wft en de Vrijstelingsregeling Wft in verband met de bilaterale

Nadere informatie

CRR en CRD IV: laatste loodjes voor de start

CRR en CRD IV: laatste loodjes voor de start CRR en CRD IV: laatste loodjes voor de start Op 1 januari 2014 treden de Europese verordening kapitaalvereisten (Capital Requirements Regulation (CRR), nr. 575/2013) en de bijbehorende Europese richtlijn

Nadere informatie

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken 23.11.2017 A8-0255/ 001-001 AMENDEMENTEN 001-001 ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken Verslag Peter Simon A8-0255/2017 Overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132, L 314/66 1.12.2015 BESLUIT (EU) 2015/2218 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 20 november 2015 betreffende de procedure tot vaststelling van de niet-toepasselijkheid op personeelsleden van het vermoeden

Nadere informatie

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd: Directie Financiële Markten Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 15 augustus 2007 FM 2007-01901 M Onderwerp Regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling invoering Wft De Minister van Financiën, Gelet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7280 13 maart 2014 Regeling van de Nederlandsche Bank NV van 7 maart 2014, kenmerk 2013/346532, houdende wijziging van

Nadere informatie

Consultatieversie Regeling specifieke bepalingen CRD IV en CRR 2019

Consultatieversie Regeling specifieke bepalingen CRD IV en CRR 2019 Consultatieversie Regeling specifieke bepalingen CRD IV en CRR 2019 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van [ ] 2019, houdende regels met betrekking tot de implementatie en invoering van specifieke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1432 18 nuari 2016 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 7 nuari 2016 houdende regels met betrekking tot het prudentieel

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

(Voor de EER relevante tekst) Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, 27.12.2017 Publicatieblad van de Europese Unie L 345/27 VERORDENING (EU) 2017/2395 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 273 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek ter implementatie van de richtlijn solvabiliteit II en invoering

Nadere informatie

In het eerste lid van artikel 49 wordt met ten hoogste vijf maanden vervangen door: met ten hoogste vier maanden.

In het eerste lid van artikel 49 wordt met ten hoogste vijf maanden vervangen door: met ten hoogste vier maanden. Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

c) overeenkomstig de artikelen 260 tot en met 263 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of gemengde financiële holding die

c) overeenkomstig de artikelen 260 tot en met 263 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of gemengde financiële holding die 2. De lidstaten zien erop toe dat het toezicht op groepsniveau wordt uitgeoefend: a) overeenkomstig de artikelen 218 tot en met 258 die een deelnemende onderneming in ten minste één verzekeringsonderneming,

Nadere informatie

Besluit van houdende regels ter uitvoering van de artikelen 89 en 90 van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni

Besluit van houdende regels ter uitvoering van de artikelen 89 en 90 van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni Besluit van houdende regels ter uitvoering van de artikelen 89 en 90 van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2103 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen

Nadere informatie

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Regeling van de Minister van Financiën van kenmerk: nr. FM 2013/507 M, tot wijziging

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank en de financiering van de toezichtkosten (Wet bekostiging

Nadere informatie

Richtsnoeren. ter specificatie van de voorwaarden voor de financiële steun binnen de groep uit hoofde van artikel 23 van Richtlijn 2014/59/EU

Richtsnoeren. ter specificatie van de voorwaarden voor de financiële steun binnen de groep uit hoofde van artikel 23 van Richtlijn 2014/59/EU RS TER SPECIFICATIE VAN DE VOORWAARDEN VOOR FINANCIËLE STEUN BINNEN DE GROEP EBA/GL/2015/17 08.12.2015 Richtsnoeren ter specificatie van de voorwaarden voor de financiële steun binnen de groep uit hoofde

Nadere informatie

Wet bekostiging financieel toezicht

Wet bekostiging financieel toezicht Wbft Afkortingen Pw: Pensioenwet Pw BES: Pensioenwet BES Wbft: Wet bekostiging financieel toezicht,wet van 24 mei 2012, houdende regels met betrekking tot de financiering van het toezicht op de financiële

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 023 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht financiële verslaggeving in verband met de herziene richtlijn prospectus

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 340/6 20.12.2017 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB.

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB. De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB 11 november 2010 Deze consultatie is aangekondigd via Open Boek Toezicht. Dit document is

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 41742 25 november 2015 Regeling van de Minister van Financiën van 16 november 2015, 2015-0000018448, directie Financiële

Nadere informatie

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft: Artikel 130 Het beheerde vermogen van een icbe als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de wet wordt uitsluitend

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 506 Besluit van 12 oktober 2006, houdende regels ter uitvoering van de Wet op het financieel toezicht met betrekking tot de reikwijdte en toegang

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1671 31 januari 2012 Mededeling van DNB van de aanpassing van bepaalde bedragen in het Besluit prudentiële regels Wft

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 950 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2014) Nr. 4 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 juni 2014 Het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 859 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële

Nadere informatie

Definitieve richtsnoeren

Definitieve richtsnoeren EBA/GL/2017/02 11/07/2017 Definitieve richtsnoeren inzake het onderlinge verband tussen de volgorde van afschrijving en omzetting volgens BRRD en CRR/CRD 1. Nalevings- en rapportageverplichtingen Status

Nadere informatie

Overzicht van markttoegang regelgeving Wft BANKEN met zetel in Nederland

Overzicht van markttoegang regelgeving Wft BANKEN met zetel in Nederland Overzicht van markttoegang regelgeving BANKEN met zetel in Nederland Deel 2 Deel Markttoegang Financiële Ondernemingen Art. 1:1 definities a. een afwikkelonderneming; b. een bank; financiële onderneming

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 786 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet financiële markten BES en de Wet toezicht trustkantoren in verband met de introductie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 84. Nr. 4843 6 maart 208 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 9 maart 208 houdende wijziging van de Regeling staten financiële

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn nr. 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 19.9.2015 L 244/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1555 VAN DE COMMISSIE van 28 mei 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 508 Besluit van 12 oktober 2006, houdende regels met betrekking tot aanvullend prudentieel toezicht op kredietinstellingen, levensverzekeraars,

Nadere informatie

[Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.]

[Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.] Besluit van (datum), houdende regels met betrekking tot aanvullend prudentieel toezicht op kredietinstellingen, levensverzekeraars, schadeverzekeraars en beleggingsondernemingen die tot een financiële

Nadere informatie

Aanvraagformulier voor het gebruik van een interne modellenmethode voor de berekening van de solvabiliteitseisen voor het kredietrisico

Aanvraagformulier voor het gebruik van een interne modellenmethode voor de berekening van de solvabiliteitseisen voor het kredietrisico - 1 - Aanvraagformulier voor het gebruik van een interne modellenmethode voor de berekening van de solvabiliteitseisen voor het kredietrisico MEI 2008 - 2 - De aanvraag DNB kan een financiële onderneming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 31296 16 juni 2016 Verordening tot wijziging van de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (2014/908/EU)

(Voor de EER relevante tekst) (2014/908/EU) 16.12.2014 L 359/155 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 12 december 2014 betreffende de gelijkwaardigheid van de toezicht- en reguleringsvereisten van bepaalde derde landen en grondgebieden ten behoeve

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1 (definities)

Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1 (definities) Besluit van houdende regels ter uitvoering van de artikelen 89 en 90 van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen

Nadere informatie

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd: CONSULTATIEVERSIE Besluit van ( datum), houdende wijziging van de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft van 15 november 2006 in verband met regels met betrekking tot de bescherming

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34618 14 oktober 2015 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 13 oktober 2015 tot wijziging van de Regeling specifieke

Nadere informatie

2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA RIJKSWET van 23 augustus 2016, houdende bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) (Stb. 2016, 320)

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit prudentiële regels Wft wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit prudentiële regels Wft wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit prudentiële regels Wft, het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en enige andere besluiten op het terrein van de financiële markten ter implementatie

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA-BoS-14/170 NL Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. +

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 32 622 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek ter implementatie van richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24795 6 mei 2019 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 april 2019 nr. WJZ/6093459, houdende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 613 Wet van 20 november 2006 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn nr. 2006/48/EG van het Europees

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na consultatie van de betrokken representatieve organisaties en het bredere publiek;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na consultatie van de betrokken representatieve organisaties en het bredere publiek; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5585 5 februari 2019 Besluit van De Nederlandsche Bank N.V. van 28 januari 2019 tot wijziging van de Beleidsregel Individueel

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2014/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 tot wijziging van de richtlijn 2009/65/EG tot

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17208 1 april 2019 Omzetbelasting. Beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen; bijzonder overheidstoezicht Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening van 23 maart, 13 en 20 april 2016 van Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 2 juni 2017

No.W /III 's-gravenhage, 2 juni 2017 ... No.W06.17.0083/III 's-gravenhage, 2 juni 2017 Bij Kabinetsmissive van 28 maart 2017, no.2017000540, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (januari 2016). Voor de meest actuele informatie zie www.wetten.overheid.nl

Nadere informatie

Artikel 1. Onderwerp en werkingssfeer

Artikel 1. Onderwerp en werkingssfeer L 107/76 25.4.2015 BESLUIT (EU) 2015/656 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 februari 2015 betreffende de voorwaarden krachtens welke kredietinstellingen overeenkomstig artikel 26, lid 2, van Verordening

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II ter implementatie van de richtlijn.../eu van het Europees Parlement en de Raad van... 2013[4] houdende

Nadere informatie

Nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I, onderdeel D, komt te luiden:

Nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I, onderdeel D, komt te luiden: 34 176 Wijziging van oek 2 van het urgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1997 27 januari 2015 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 20 januari 2015, houdende regels met betrekking tot het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 964 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht houdende regels met betrekking tot het beloningsbeleid van financiële ondernemingen (Wet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 2.6.2015 L 135/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/850 VAN DE COMMISSIE van 30 januari 2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 tot

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. http://wetten.overheid.nl/bwbr00069/07-06-7/0/afdrukken De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet toezicht financiële verslaggeving Geldend van 7-06-07 t/m heden Wet van 8 september

Nadere informatie

WIJZIGING van de REGELING SPECIFIEKE BEPALINGEN CRD IV EN CRR ter introductie van de SYSTEEMRISICOBUFFER

WIJZIGING van de REGELING SPECIFIEKE BEPALINGEN CRD IV EN CRR ter introductie van de SYSTEEMRISICOBUFFER WIJZIGING van de REGELING SPECIFIEKE BEPALINGEN CRD IV EN CRR ter introductie van de SYSTEEMRISICOBUFFER De Nederlandsche Bank N.V., Gelet op Richtlijn nr. 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB. 1 april 2011

De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie. CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB. 1 april 2011 De Nederlandsche Bank N.V. Consultatie CRD III Implementatie in toezichthouderregelingen en nader beleid van DNB 1 april 2011 Deze consultatie is aangekondigd via Open Boek Toezicht. Dit document is tevens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 108 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Verordening (EU) nr. 2017/1129

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 41489 21 juli 2017 Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen Regeling tot wijziging van de Regeling staten financiële

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 949 Voorstel van wet van de leden Agnes Mulder en Nijboer tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten met het

Nadere informatie

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4 EBA-richtsnoeren inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4 Londen, 27.7.2012 EBA-richtsnoeren inzake de benchmarkexercitie voor beloningen (EBA/GL/2012/4) Status van de richtsnoeren 1.

Nadere informatie

Richtsnoeren EBA/GL/2018/01 16/01/2018. Bijlage Circulaire NBB_2018_07

Richtsnoeren EBA/GL/2018/01 16/01/2018. Bijlage Circulaire NBB_2018_07 Bijlage Circulaire NBB_2018_07 RICHTSNOEREN BETREFFENDE DE UNIFORME OPENBAARMAKING VAN EBA/GL/2018/01 16/01/2018 Richtsnoeren betreffende de uniforme openbaarmaking uit hoofde van artikel 473 bis van Verordening

Nadere informatie

A8-0255/2 AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

A8-0255/2 AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie 23.11.2017 A8-0255/2 Amendement 2 Roberto Gualtieri namens de Commissie economische en monetaire zaken Verslag A8-0255/2017 Peter Simon Overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering

Nadere informatie

9480/17 ons/ass/ev DG G 1C

9480/17 ons/ass/ev DG G 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 31 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0360 (COD) 9480/17 EF 103 ECOFIN 434 CCG 16 CODEC 873 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de

Nadere informatie