Kort commentaar op insprekers inspreekavond Notitie bijgestelde Kaders Windenergie commissie DSO (10 juni 2013)

Transcriptie

1 Kort commentaar op insprekers inspreekavond Notitie bijgestelde Kaders Windenergie commissie DSO (10 juni 2013) A. Inleiding Op 10 juni 2013 hebben tijdens de inspreekavond van de commissie DSO over de Notitie bijgestelde kaders windenergie (hierna: notitie) 10 personen ingesproken. Tijdens de vergadering van de commissie DSO op 11 juni 2013 is gevraagd om een kort commentaar van het college op de insprekers. Door wethouder Akkerman is toegezegd dat het commentaar op de insprekers op een korte globale wijze zal plaatsvinden en voorafgaand aan de raadsvergadering van 27 juni 2013 zal worden verstrekt. Wij kunnen de gemeenteraad als volgt informeren. B. Overzicht insprekers 1. dhr. S. Mensonides Windpark Kop Afsluitdijk (Het windpark is een samenwerking tussen Hiddum Houw BV, Nuon Wind Development en Windpark A7 BV) 2. dhr. S. Bos Stichting Opschalingscluster Sieswerd 3. mw. A. Talhout, Hindeloopen Plaatselijk Belang Hindeloopen 4. dhr. W. Prins, Warns Eigenaar diverse windmolens bij Warns 5. dhr. D. de Jong Vereniging Wjukslach 6. dhr. A. Koers, Schettens Hou Friesland Mooi 7. dhr. D. Hilarides, Pingjum Initiatief Wynkreft Fiif 8. dhr. P. Tichelaar, Makkum 9. dhr. P. Sterkenburgh Platform Duurzaam Fryslân (PDF) 10. dhr. M. van Barneveld Skipsmaritiem Hindeloopen C. Kort commentaar van het college 1. dhr. S. Mensonides Windpark Kop Afsluitdijk (Het windpark is een samenwerking tussen Hiddum Houw BV, Nuon Wind Development en Windpark A7 BV) In de reactie wordt positief gereageerd op de notitie. Graag wil men met de gemeente de verdere mogelijkheden in het gebied Hiddum Houw onderzoeken. In de reactie wordt gewezen op het belang om de drie uitgangspunten nieuwe opstelling, te saneren windturbines en participatie in onderlinge samenhang mee te nemen. Wij onderschrijven dit. Wel vinden wij dat deze aanpak niet los kan worden gezien van een ruimere invulling aan opstellingen binnen Fryslân. Hierdoor ontstaan ruimere mogelijkheden om tot een passende aanpak te komen en kan op dit onderdeel in provinciaal verband tot nadere afspraken worden gekomen. Wij willen dit bij het verdere overleg met de provincie betrekken. De verwachting die wordt uitgesproken om op basis van de bijgestelde kaders nu zo spoedig mogelijk tot een vervolg te kunnen komen is mede afhankelijk van de stellingname van de provincie. 2. dhr. S. Bos Stichting Opschalingscluster Sieswerd In de reactie wordt het belang van opschalingscluster Sieswerd (bij Bolsward) bepleit. Wij onderkennen dat de onderliggende ontwikkelaspecten van het plan interessante aanknopingspunten bieden. Onder andere met betrekking tot de voorstellen in relatie tot sanering/participatie, een op te zetten dorpenfonds, vergoedingen aan omwonenden en de uitgifte van winddelen. Ook de mogelijkheid om windmolenplannen meer met en voor de

2 streek gestalte te geven wordt ook door ons van belang geacht, zoals ook in de notitie wordt aangegeven. Windenergie kan zo ook bijdragen aan de lokale economie. Binnen de nu gekozen opzet van de notitie zien wij echter geen ruimte om binnen Súdwest- Fryslân, naast locatie IJsselmeer Noord, tot meer zoekgebieden te komen dan de drie aangegeven gebieden in de zone A7 Kop Afsluitdijk-Bolsward. Een en ander met het oog op de in de notitie aangegeven balans tussen gebieden en de onderlinge verdeling binnen de provincie. Binnen de nu gekozen aanpak is er geen ruimte voor de inpassing van Opschalingscluster Sieswerd. De in de reactie aangegeven wens om tot meer gebieden in het kleigebied te komen wordt op dit moment met name gezien in relatie tot een extra opgaaf buiten Súdwest-Fryslân. Wij willen hierover in overleg treden met de provincie. Er wordt in de reactie terecht gewezen op de positieve financiële aspecten/gevolgen die met de komst van windmolens aan de orde zijn, zoals bouwleges (incidenteel) en Onroerendezaakbelasting (structureel). In het nadere onderzoek voor locaties kunnen deze baten in samenhang worden beoordeeld binnen een bredere analyse van kosten en baten, waarbij ook negatieve financiële aspecten aan de orde kunnen zijn. 3. mw. A. Talhout, Hindeloopen Plaatselijk Belang Hindeloopen De reactie is een duidelijke stellingname tegen een windmolencluster in het IJsselmeer. Hierbij word gewezen op aspecten als horizonvervuiling, turbineverlichting, geluidhinder en negatieve effecten op recreatie en (meer specifiek) de zeilvaart. Er is veel geïnvesteerd in het recreatieve belang van de Friese kuststrook langs het IJsselmeer. Of dit dan allemaal voor niets is geweest, zo wordt geopperd. Wij herkennen die zorgen met betrekking tot de aangehaalde aspecten. Daarom is in overleg met de initiatiefnemer al gekomen tot een aanpassing van de afstand tot aan de kust. Nu moet uit nader onderzoek naar voren komen of binnen een dergelijke situering een adequate aanpak mogelijk is. Een goede beoordeling kan pas worden gemaakt wanneer er in de volle breedte meer bekend is over de consequenties. Op voorhand wordt verwacht dat er rekening moet worden gehouden met een invulling in het IJsselmeer. Wel vinden wij dat verwachtingen in relatie tot het op te stellen vermogen niet te hoog moeten worden ingeschat. Dit komt tot uitdrukking in de nu gekozen lijn/aanpak in de notitie. De specifieke zorgpunten met betrekking tot de zeilvaart hebben specifieke aandacht binnen het plantraject. Het gaat dan om een voldoende afstand tussen kust en windpark en het effect van windmolens op het gedrag van de wind en daarmee op de zeilvaart. Op dit onderdeel wordt op dit moment door de initiatiefnemer van Windpark Fryslân specifiek onderzoek uitgevoerd. Het kan ook worden gezien als onderdeel van een breder onderzoek naar de consequenties naar de effecten op toerisme (zie ook het commentaar op de heer Van Barneveld (reactie 10)). In de reactie wordt aangegeven dat het wenselijk is om de windmolenopgaaf niet alleen in Súdwest-Fryslân gestalte te laten krijgen. Dit sluit aan bij de gedachtegang in de notitie. 4. dhr. W. Prins, Warns Eigenaar diverse windmolens bij Warns In de reactie wordt een aanpak bepleit waarbij een bestaande windmolencluster te Warns kan worden opgeschaald. De aanpak sluit niet aan bij de keuzes die in de notitie worden gemaakt. In de notitie wordt juist ingezet op het niet realiseren van nieuwe windmolens binnen het merengebied. De geopperde aanpak, waarbij via opschaling de nu vergunde bijplaatsing van twee windmolens kan worden voorkomen en binnen een nieuwe planopzet nader gestalte kan krijgen, wordt op dit moment niet als een reële optie gezien. Bij voor-

3 keur wordt gekomen tot sanering van de nu al geplaatste molens waarbij wordt aangestuurd op sanering/nieuwbouw binnen één van de te realiseren clusters in Fryslân. 5. dhr. D. de Jong Vereniging Wjukslach De reactie heeft in grote lijnen een zelfde insteek als Opschalingscluster Sieswerd (reactie 2). Ook door Vereniging Wjukslach wordt ingezet op een combinatie van sanering, participatie en een aanpak voor en door de streek. Minder nadrukkelijk dan bij Sieswerd wordt dit nu al gekoppeld aan een concreet aangegeven opstelling binnen een gebied. Ook hier geldt dat binnen de nu gekozen opzet van de notitie geen ruimte wordt gezien om binnen Súdwest-Fryslân, naast de locatie in het IJsselmeer, tot meer zoekgebieden te komen dan de drie aangegeven gebieden in de zone A7 Kop Afsluitdijk-Bolsward. Een en ander met het oog op de in de notitie aangegeven balans tussen gebieden en de onderlinge verdeling binnen de provincie. We zien de gevraagde mogelijkheid om sanering en nieuwbouw meer specifiek binnen Súdwest-Fryslân gestalte te laten krijgen in samenhang met gebieden waar nu al windmolens staan niet als een passende aanpak om in balans tot een oplossing te komen. Hier worden juist specifieke keuzes wenselijk geacht, bijvoorbeeld in relatie tot een keuze tussen klei- of merengebied en IJsselmeergebied of merengebied. In de reactie is gewezen op eventuele onduidelijkheid die kan ontstaan rond de exacte begrenzing tussen klei- en merengebied. In de notitie is juist bewust gekozen voor een kaartje met een indicatief karakter. In aanvulling hierop speelt ook nog de begrenzing van het Nationaal Landschap Zuidwest-Fryslân. Wij stellen vast dat de nu gekozen drie gebieden in de zone A7 Kop Afsluitdijk-Bolsward vanuit de gedachte dat in het kleigebied wel molens kunnen worden gerealiseerd (en in het merengebied niet) goed verdedigbaar zijn en dat een verdere verruiming van gebieden binnen die opzet niet aan de orde hoeft te komen. In die zin is het indicatieve karakter van het kaartje toereikend. 6. dhr. A. Koers, Schettens Hou Friesland Mooi In de reactie wordt waardering uitgesproken voor de balans die de gemeente zoekt binnen de eerder door de provincie aangewezen gebieden. Ook het daarbij gehanteerde realisme en de matiging die daarbij wordt voorgesteld wordt in de reactie als positief aangemerkt. De gemeentelijke wens om voor de Friese opgaaf ook meer gebieden buiten Súdwest-Fryslân aan te wijzen wordt gedeeld. Of in de reactie gevraagde duidelijkheid om eerdere megaplannen in de prullenbak te laten belanden kan worden gegeven hangt uiteraard af van de aanpak vanuit rijk en provincie. Wij verwachten dat door de nu gekozen gemeentelijke insteek er een goede basis ligt om op dit pad verdere stappen te kunnen zetten. In de reactie wordt gewezen op de belangen van mensen die in het gebied wonen, werken en ondernemen. De zorg die in dat kader naar voren wordt gebracht wordt door ons gedeeld. De notitie geeft meerdere aanknopingspunten om in lijn hiermee tot een verdere aanpak te komen. In de reactie wordt specifiek gewezen op de problematiek rond het geluidsaspect. Bij het verdere onderzoek zullen in relatie tot de consequenties voor de woonomgeving ook overlastsituaties in relatie tot bijvoorbeeld geluid aan de orde komen. Los van de exacte wettelijke criteria ligt het daarbij voor de hand om ook in bredere zin ervaringen rond afstandscriteria mee te nemen bij verdere keuzes. 7. dhr. D. Hilarides, Pingjum Initiatief Wynkreft Fiif

4 In de reactie wordt het belang van het initiatief Wynkrêft Fiif bepleit. Hierbij wordt gevraagd om een ruimer onderzoeksgebied dan de drie aangegeven gebieden in de zone A7 Kop Afsluitdijk-Bolsward. Als lokale ondernemers in het gebied bij Pingjum en Witmarsum ziet men ook kansen om aanvullend, of in combinatie met andere initiatieven, windmolens te plaatsen. In de notitie wordt het belang aangegeven om juist tot een invulling van een beperkt aantal gebieden te komen in combinatie met een keuze tussen gebieden met een specifiek landschapstype en een aanpak die zich, naast een locatie in het IJsselmeer, uitstrekt over een groter deel van Fryslân (binnen het totale kleigebied).binnen deze aanpak wordt geen kans gezien tegemoet te komen aan de wensen van Wynkrêft Fiif. 8. dhr. P. Tichelaar, Makkum De reactie is een duidelijke stellingname tegen een windmolencluster in het IJsselmeer. Er wordt gewezen op het unieke karakter van de openheid en wijdsheid van het IJsselmeer en de belangrijke waarden van het gebied voor zowel natuur en landschap als voor de economie (meer specifiek met name het toerisme). In die zin wordt aangesloten bij de reacties van mevrouw Talhout (reactie 3) en de heer Van Barneveld (reactie 10). Kortheidshalve wordt naar het commentaar op deze reacties verwezen. 9. dhr. P. Sterkenburgh Platform Duurzaam Fryslân (PDF) In de reactie wordt aangegeven dat de PDF op meerdere onderdelen de notitie als een positieve aanzet ziet om planvorming rond windenergie in Fryslân verder gestalte te geven: Voor 525 MW is meer ruimte nodig dan alleen in Súdwest-Fryslân Ook initiatieven, dorpen en gemeenten elders kunnen bij dragen Er is op korte termijn regie en capaciteit vanuit provincie nodig We moeten mear mei inoar en bottom up in plaats van top down Er ontstaat een balans tussen plaatsing van windmolens in het IJsselmeer en op land Wel worden er vraagtekens gezet bij het nu al min of meer exact vastleggen van aantallen per gebied. Vanuit ontwikkelperspectief begrijpen wij deze stellingname, maar door het ontbreken van aantallen ontstaat juist in ruim bemeten zoekgebieden bij bewoners een grote onduidelijkheid. Meer scherpte op dit onderdeel kan juist ook meer richting geven aan het proces zoals bijvoorbeeld ook tot uiting komt in de reactie van de heer Koers (reactie 6). Overigens gaan wij er vanuit dat binnen de nu gekozen gebieden binnen de onderzoeksopdracht ook nog wel enige rek aanwezig is. Immers, juist in dialoog met de streek kan worden gezocht naar een passende aanpak. Dit geldt ook voor de inzet van sanering en participatie. Hier kan in toenemende mate gebruik worden gemaakt van opgedane expertise. Ook hier kan in dialoog met de streek tot een insteek op maat worden gekomen. 10. dhr. M. van Barneveld Skipsmaritiem Hindeloopen In de reactie wordt de vraag gesteld of er binnen het vraagstuk rond de windenergie niet te veel nadruk wordt gelegd op de aspecten duurzame energie en ruimtelijke kwaliteit. Krijgt het aspect economisch belang wel voldoende aandacht? Met name in relatie tot de recreatieve belangen in het gebied langs de IJsselmeerkust? Immers, ook zonder windplannen staat het toerisme in het gebied al onder druk. Wij delen de zorg rond de impact van de plannen op toerisme en recreatie. De discussie rond de de recreatieve belangen speelt op dit moment met name in relatie tot Windpark

5 Fryslân. In het kader van de Rijksstructuurvisie Wind op Land (waarin de locatie IJsselmeer Noord als één van de 11 locaties voor grootschalige windparken is aangewezen) hebben wij een zienswijze ingediend (als bijlage opgenomen in de notitie). In de zienswijze is onder andere aandacht gevraagd voor de aspecten impact op recreatie en toerisme en IJsselmeergebied afstemming ontwikkelingen. Wij verwachten dat binnen het traject rond de RCR Windpark Fryslân deze aspecten volop de aandacht zullen krijgen. Wellicht geeft het rijk ook in het kader van de Rijkstructuurvisie al verdere richting aan de keuze van gebieden in en bij het IJsselmeer. Ook de provincie Fryslân onderzoekt de consequenties. Zo kan de economische impact van windenergie ook worden afgezet tegen het economische belang van toerisme. Daarnaast is gewezen op het belang om voor windlocaties te komen tot een wenkend ontwikkelperspectief. In die zin kunnen er ook nieuwe kansen voor toerisme ontstaan. Overigens gaan wij er op basis van de notitie vanuit dat door de plaatsing van molens in het IJsselmeer de plaatsing van nieuwe molens in het merengebied achterwege kan blijven. Juist door hier keuzes te maken kan ook een belangrijk deel van Súdwest-Fryslân grotendeels vrij van windmolens blijven. Burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân