Meerjarenplan mei Concept. Registratienummer. Datum. Versie. Status

Transcriptie

1 Meerjarenplan Registratienummer Versie 4.1 Status Concept

2 Inhoudsopgave Preambule 3 1 Onze omgeving 3 2 Waterveiligheid Indicatoren Waterveiligheid Programma primaire keringen op orde Beheer van de waterkeringen Crisisbeheersing 8 3 Voldoende water Indicatoren Voldoende water Programma Bestrijding wateroverlast Programma Verbetering boezemkades Bestrijding watertekort Integraal beheer van het watersysteem Monitoring van het watersysteem 13 4 Schoon (zoet) water Indicatoren Schoon water Programma Kaderrichtlijn Water Beheersing van lozingen: vergunningverlening en handhaving Beheersing van lozingen: afvalwaterketen 15 5 Veilige (vaar)wegen Indicatoren Veilige (vaar)wegen Wegenbeheer Vaarwegbeheer en nautisch beheer 18 6 Besturing van de organisatie Indicatoren besturing van de organisatie Bestuur en externe communicatie Bedrijfsvoering Milieu en klimaat Doelmatigheid Financieel beleid Heffing en invordering 25 7 Bijlagen Totale exploitatie per effect Totale investeringskosten per effect 27

3 2 van 26 Preambule Dit Meerjarenplan (MJP) beschrijft op hoofdlijnen onze koers en de bijbehorende prioritering en keuzes voor de komende vier jaren. Het MJP geeft op hoofdlijnen een meerjarenraming. De speerpunten van het bestuur, vastgelegd in het collegeprogramma, en het vastgestelde beleid, onder andere de Deltavisie en de toekomstvisie waterketen, vormen de basis van het MJP. Dit plan stelt de kaders voor het opstellen van het jaarplan 2014 en uiteindelijk voor het vaststellen van de belastingtarieven. Dit plan is ingedeeld in de vier maatschappelijke effecten die we nastreven: Waterveiligheid, voldoende water, schoon (zoet) water en veilige (vaar) wegen. We beginnen met een hoofdstuk over onze omgeving en eindigen met een hoofdstuk over hoe we onze taken willen uitvoeren: de besturing van de organisatie. Onze omgeving Nederland vergrijst in de komende decennia, terwijl de potentiële beroepsbevolking in de nabije toekomst krimpt. Hierom houden we nu al rekening met minder draagkracht en draagvlak voor onze inspanningen. De aanhoudende economische recessie doet daar een schepje boven op. Het draagvlak voor de overheid als instituut neemt verder af, burgers accepteren geen onvoorziene gebeurtenissen en de tolerantie neemt af. De burger verwacht bovendien dat we op een transparante manier verantwoording afleggen over onze resultaten. De klimaatverandering speelt een steeds grotere rol in onze taken en de invloed van Europa neemt toe, onder andere via de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Richtlijn Overstromingsrisico s. Bij onze taakuitoefening laten we ons leiden door een viertal invalshoeken: Positionering, Effectsturing, Innovatie en Communicatie. We organiseren processen zo dat ze zowel efficiënt, effectief, en duurzaam zijn. Waterveiligheid Ook in de komende jaren ligt de prioriteit bij het op orde brengen van de primaire keringen, waarvoor het Hoogwater Beschermingsprogramma (HWBP-2) en het nieuwe HWBP (nhwbp) de basis vormen. HWBP-2 wordt vooralsnog voor een belangrijk deel bekostigd door het rijk; dit gebeurt via een systeem van subsidieverstrekking. Voor het nhwbp is de benodigde financiële bijdrage van de waterschappen nog groter, namelijk 50%. Een andere verandering is dat de risico s voor de uitvoeringsprogramma s ook meer bij de waterschappen worden belegd. Het beheer en onderhoud wordt verder ingericht conform Asset Management 1 waarbij steeds gezocht wordt naar een optimum tussen prestaties, risico s en kosten van de infrastructuur. Voldoende water De wateroverlastbestrijding is één van de drie pijlers van de Deltavisie. Op basis van de trits vasthouden-bergen-afvoeren is al een belangrijk deel van de wateroverlast opgelost. Met deze aanpak gaan we onverkort door. Het verbeteren van boezemkades gaat ook door maar wel getemporiseerd (in lijn met vorig MJP). Een andere pijler is bestrijding van watertekort, hiervoor hebben we, als onderdeel van de Deltavisie, de Trias aquatica ontwikkeld: een combinatie van zuinig omgaan met zoet water, inzetten en ontwikkelen van nieuwe zoetwaterbronnen en het veiligstellen van de klassieke waterbron (IJsselmeer/Markermeer). In de 1 Asset Management is een sturingsmodel voor het kostenefficiënt beheren van bedrijfsmiddelen gedurende de levensduur.

4 2 van 26 planperiode wordt een nieuw Waterbeheersplan opgesteld. De baggervoorziening wordt in overeenstemming met de 2013 op maximaal 11 miljoen per jaar gehouden. Schoon (zoet) water Uiterlijk in 2027 beschikken we over een gezond en betrouwbaar watersysteem dat voldoende veerkrachtig is om (plaatselijke) verstoringen op te vangen. De kwaliteit van het oppervlaktewater blijft minimaal op hetzelfde niveau (geen achteruitgang). Met de afvalwaterketen streven we naar schoon water voor mens, dier en milieu tegen maatschappelijk acceptabele kosten. Verder streven we naar een integrale (afval)waterketen, deze moet beheerd gaan worden als ware het één keten. Daarnaast willen we een transitie bewerkstelligen van afvalstof-denken naar grondstof-denken; een duurzame benadering van de afvalwaterketen. We gaan door met strategische personeelsplanning. We werken aan de efficiency-doelstelling om in 2017 structureel 5% bespaard te hebben op organisatiekosten. We zetten actief in op innovatie; slimmer werken. Het duurzaamheidbudget wordt gespreid uitgegeven tot en met De financiële lijn in dit plan strookt met de richting die het bestuur heeft meegegeven. De belastingopbrengsten mogen de komende jaren niet meer stijgen dan 4% per jaar, in lijn met de uitwerking van de themabijeenkomst van het CHI op 20 maart Dit document heeft een nieuwe stijl en opzet ten opzichte van vorig MJP. In dat opzicht zijn alle teksten gewijzigd. In de verdere tekst van dit meerjarenplan is met grijze kaders aangegeven welke tekstpassages inhoudelijk sterk gewijzigd zijn ten opzichte van het MJP van vorig jaar. Bij gewijzigde indicatoren is de tabel grijs gearceerd. Veilige (vaar)wegen We gaan onze wegen onderhouden op basis van effectbenadering. Waar mogelijk gaan we differentiatie aanbrengen in het beoogde kwaliteitsniveau. Uitgangspunt is dat in de planperiode de kosten van wegenonderhoud niet verder stijgen ten opzichte van het vorige MJP. De overname van vaarweg-beheertaken van de provincie zal in de planperiode worden uitgewerkt in beleid. Besturing van de organisatie Dit thema is uitgewerkt in een nieuw hoofdstuk. Het gaat over hoe wij onze taken willen uitvoeren. Er wordt een ICT-deltaplan opgesteld om een verbeterslag te maken in de ondersteuning van de organisatie. Ook krijgt het financieel systeem een upgrade.

5 3 van 26 1 Onze omgeving Onze omgeving verandert. We volgen de trends en ontwikkelingen systematisch, waarbij we ons richten op zes maatschappelijke en technologische dimensies: sociaal-cultureel, economie, politiekbestuurlijk, technologie, ecologie en demografie. In elk van deze dimensies wordt nagegaan welke ontwikkelingen er spelen en welke daarvan relevant zijn voor de watersector en in het bijzonder voor het hoogheemraadschap. Nederland vergrijst in de komende decennia, terwijl de potentiële beroepsbevolking in de nabije toekomst krimpt. Hierom houden we nu al rekening met minder draagkracht en draagvlak voor onze inspanningen. De aanhoudende economische recessie doet daar een schepje boven op. Het draagvlak voor de overheid als instituut neemt verder af, burgers accepteren geen onvoorziene gebeurtenissen en de tolerantie daarvoor neemt af. De burger verwacht bovendien dat we op een transparante manier verantwoording afleggen over onze resultaten. De klimaatverandering speelt een steeds grotere rol in onze taken en de invloed van Europa neemt toe, onder andere via de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Richtlijn Overstromingsrisico s. Onze koers Voor de periode gaan we uit van een belastingontwikkeling van 4% per jaar. Onze uitgaven sluiten hier op aan. Gezien onze grote investeringsprogramma s kan dit alleen door keuzes te maken. Bij het maken van de keuzes zullen we ons laten leiden door een viertal invalshoeken: Effectsturing, Positionering, Innovatie en Communicatie. Effectsturing We streven er naar onze taken te realiseren op de minst maatschappelijk bezwarende wijze. Daartoe organiseren we processen zo dat ze zowel efficiënt, als effectief, als duurzaam zijn. Efficiënt in de zin van: hetzelfde doen met minder middelen. Effectief in de zin van: zaken niet meer doen of anders doen, temporiseren, uitstellen of afstellen. Dat vraagt een zorgvuldige, organisatie brede afweging omdat efficiëntiedoelstellingen in conflict kunnen komen met de effectiviteit. Het Nationale Deltaprogramma: onze positionering Voor het Deltaprogramma wordt hard gewerkt aan de totstandkoming van de Deltabeslissingen (2014). Wij investeren in de deelprogramma s Veiligheid, Zoetwatervoorziening, IJsselmeergebied, Waddengebied en Kust. Aangezien ons beheersgebied onder zeeniveau ligt en afhankelijk is van de zoetwatervoorziening vanuit het IJsselmeer, krijgen de programma s Veiligheid, IJsselmeergebied en Zoetwatervoorziening speciale aandacht. Onze eigen Deltavisie helpt ons en onze partners om goed en onderbouwd positie te kiezen in de landelijke discussies. De Deltavisie wordt de komende jaren uitgewerkt in een regionaal deltaprogramma voor Hollands Noorderkwartier. Ondertussen blijven we activiteiten uitvoeren om ons beheergebied klimaatbestendig te maken. We pakken de primaire (zee)keringen aan wanneer ze niet voldoen aan de door het Rijk vastgestelde normen: het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2).

6 4 van 26 Voor de wateroverlastbestrijding voeren we het programma Wateropgave uit. Behalve ruimte voor water (waterberging) wordt in dat programma ook gezorgd voor uitbreiding en verbetering van het watersysteem (stuwen en aanpassing van de gemaalcapaciteit). Omdat we het totale watersysteem (polders en boezems) integraal benaderen en aanpakken loopt daarnaast ons programma ter verbetering van de boezemkades (VBK-2). We bereiden ons ook voor op maatregelen die de effecten van langdurige droogte en warmte op het water(eco)systeem moeten voorkomen of verzachten. We moeten ons, samen met de provincie, beraden op een zogenaamde verdringingsreeks voor ons beheersgebied, welkewordt vastgelegd in het WBP5. Het Rijk geeft hiervoor het kader.. Innovatie Onze maatschappelijke opgave voeren we kosteneffectief uit. Dat betekent onder meer dat we constant op zoek blijven naar het vergroten van de efficiëntie van onze werkprocessen, en innovatieve oplossingen verzinnen om ons werk slimmer te doen. Daarnaast hebben we de ambitie om als vooruitstrevende, kennisintensieve en aantrekkelijke werkgever voorop te lopen in ontwikkelingen. Dat vraagt om continue verbetering en vernieuwing (innovatie) van onze manier van werken. Communicatie Onze communicatie is proactief en gericht op samenwerking. Door deskundige dienstverlening heeft de samenleving vertrouwen in onze primaire taakuitvoering als waterbeheerder. Hierdoor wordt bijgedragen aan de leefbaarheid van Noord-Holland. Het creëren en in standhouden van verbinding en open communicatie is leidend, als basis voor een solide reputatie van het hoogheemraadschap. Daarnaast wordt gewerkt aan het vergroten van de naams- en taakbekendheid en het realiseren van het gewenste profiel: een graag geziene deskundige partner die slagvaardig en klantgericht opereert. Bezuinigingen en de Wet Hof Bezuinigingen op de rijksbegroting zorgen voor een toename van onze kosten. De gevolgen van de economische crisis blijven voelbaar. Er staat een voortdurende spanning op de kosten van de taakuitvoering en onze ambities versus de wens om de lasten voor de burger niet verder te verzwaren. Dit vraagt om een zorgvuldige afweging van belangen. Naar verwachting treedt in 2014 de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) in werking. Deze wet stelt eisen aan onze financiële dekkingsgraad. We anticiperen hierop door vast te houden aan de vorig jaar ingezette koers van bezuinigingen, waaronder: temporisering van programma Verbetering boezemkades (VBK-2), 5% verlaging van de kosten van de organisatie, verlaging van de uitgaven voor baggeren en bezuiniging op de kosten van de waterketen (conform afspraken in Nationaal Bestuursakkoord Water). Hierdoor voldoen we in dit meerjarenplan vanaf 2015 aan de normen van Wet Hof. Nationaal Bestuursakkoord Water Het nieuwe Nationaal Bestuursakkoord Water (2011) staat voor een krachtige, kleine en dienstverlenende overheid, die zich tot haar kerntaken beperkt. Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen functioneren samenhangend als herkenbare eenheid. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden doelmatig over maximaal twee bestuurslagen verdeeld. Dat vraagt om intensieve samenwerking en decentralisatie. Het bestuursakkoord geeft daarvoor de richtinggevende afspraken. Het akkoord werkt uiteindelijk door op al onze beleidsterreinen.

7 5 van 26 Europese Kaderrichtlijn Water Dit Europese kader geeft aan dat wij uiterlijk in 2027 moeten beschikken over een gezond en betrouwbaar watersysteem dat voldoende veerkrachtig is om (plaatselijke) verstoringen op te vangen. De kwaliteit van het oppervlaktewater mag geen achteruitgang vertonen. De verbetering van de water(systeem)kwaliteit moet maatschappelijk haalbaar en economisch verantwoord plaatsvinden. We moeten dus steeds goed afwegen of maatregelen bijdragen aan het beoogde effect (schoon water). Omgevingswet De wetgeving op het gebied van ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water is te ingewikkeld en versnipperd. Het kabinet wil het omgevingsrecht vereenvoudigen en bundelen in één Omgevingswet. Deze wet vervangt diverse wetten, waaronder de Waterwet. De waterschappen zijn via de Unie van Waterschappen betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe wet. Het wetsvoorstel voor de eerste tranche van de Omgevingswet wordt in de loop van 2013 aangeboden aan de Tweede Kamer. In de toetsversie van de Omgevingswet is vooral naar integratie en vereenvoudiging van de verschillende wetten gestreefd, maar dat heeft ook tot gevolg dat veel geregeld moet worden in AMvB s. Men wil daar onder andere de waterveiligheidsnormen in onderbrengen. De waterschappen hebben daar bezwaren tegen, omdat de AMvB een minder solide basis is om fundamentele normen in te verankeren. Ook is de watertoets nog niet in de wet verankerd. Aan de andere kant zijn vele verworvenheden uit de waterwet één op één overgenomen in de Omgevingswet. Een belangrijk voordeel is dat ook een waterschap een projectbesluit kan nemen, meestal in overleg met zijn collega-overheden. 2 Waterveiligheid 2.1 Indicatoren Waterveiligheid Effect (outcome) Veiligheid tegen overstroming Resultaten (output) Voldoen aan de uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) uit 2007, geactualiseerd in In stand houden van de waterkeringen Een crisis voorkomen of de gevolgen van een crisis zo veel mogelijk beperken. 2.2 Programma primaire keringen op orde De afgekeurde primaire waterkeringen worden versterkt. Het HWBP-2 is de leidraad. Lag het accent tot nu toe vooral op het verder uitwerken van plannen, vanaf nu ligt de nadruk op de besluitvorming over de plannen en het voorbereiden van de uitvoering (vanaf 2014). Voor het nhwbp werken we aan een stabiele scope van het programma en aan het opzetten van het programma, landelijk en intern. In de komende jaren worden, afhankelijk van de (jaarlijkse) vaststelling van het landelijke programma, versterkingen voorbereid en uitgevoerd. Het nhwbp zal voorlopig niet zo omvangrijk zijn als het HWBP.

8 6 van 26 Het HWBP-2 wordt vooralsnog voor een groot deel bekostigd door het rijk. De eigen bijdrage van de waterschappen voor het nhwbp is groter (de bijdrage is 50%) en de risico s voor de uitvoeringsprogramma s worden meer bij de waterschappen belegd. De uitvoering kan alleen slagen als het draagvlak voor waterveiligheid in ons beheergebied groot is. We werken aan regionaal commitment en breiden de samenwerking met gebiedspartijen verder uit. De Deltavisie biedt hiervoor de volgende aanknopingspunten: het bewustzijn rond waterveiligheid vergroten door met onze omgeving in gesprek te gaan over de onacceptabele gevolgen van een overstroming. De meerlaagsveiligheids (MLV) benadering biedt goede aanknopingspunten voor dit gesprek; voorbereidingen treffen om het gesprek over extra veiligheid in onderdelen van het gebied goed te kunnen voeren ( normdifferentiatie ); de consequenties van de multifunctionele benadering onderzoeken en de kansen die deze benadering biedt zo veel mogelijk te benutten om in de toekomst zowel draagvlak als financieringsmogelijkheden te vergroten; de opeenvolging van toetsing, afkeuring en programmering kritisch beschouwen en onze ervaring in het VBK-programma inbrengen (liever effectgericht en doelgericht dan normgericht). Kosteneffectiviteit en risicobenadering nemen daarbij een voorname plaats in. samen met de gebiedspartners ruimte creëren voor innovatie en creatieve oplossingen. We willen zo kosteneffectief mogelijk aan de normen en eisen voldoen. Daarvoor zijn nieuwe technieken en toetsingssystemen nodig. Verder zijn nieuwe contract-, communicatie- en samenwerkingsvormen nodig. We willen partijen binnen en buiten de eigen organisatie daartoe stimuleren en belonen. De solidariteitsbijdragen voor het HWBP zijn opgenomen in de exploitatiebegroting onder 3.4 Beheer van de waterkeringen. Programma-investeringen Investeringsvolumes (bedragen x 1 miljoen) Primaire keringen Uitgaven 31,5 26,3 67,8 104,1 101,9 92,9 op orde Inkomsten -29,7-26,3-65,6-101,9-101,9-92,9 Totaal 1,8 0 2,2 2,2 0 0 Vier punten van aandacht: 1. Project Marken: wordt door Rijkswaterstaat (RWS) aan ons overgedragen. Over de condities van de overdracht vindt bestuurlijk overleg plaats. Naar verwachting wordt dit project in de tweede helft van 2013 opgenomen in (ons) HWBP-2. De kosten hiervan zijn daarom nog niet in dit MJP opgenomen. 2. Project Zandige Oplossing Prins Hendrikpolder (ZOP) op Texel: momenteel onderzoeken we een variant waaraan meerdere partijen financieel bijdragen; de effecten voor dit MJP zijn op basis van de realisatieovereenkomst van de ZOP opgenomen. 3. nhwbp: Door ons aangeleverde koploperprojecten zijn vooralsnog niet opgenomen in de 1 e tranche van het concept 1 e programma nhwbp ( ). We onderzoeken (c.q onderhandelen) of we projecten met een sterke koppeling aan onze HWBP-2 projecten toch in deze planperiode kunnen uitvoeren (kosteneffectief, minder overlast), het resultaat hiervan is medio 2013 bekend.

9 7 van Afvallers : het onderzoek naar de scope voor het nhwbp levert ook projecten op die daar geen deel van zullen uitmaken. In juni 2013 hebben we een gedegen beeld van de aard en omvang van onze opgave. De afgevallen projecten worden vanuit het programma overgedragen aan de beheerorganisatie. De kosten voor uitvoering van deze projecten zijn nog niet bekend. 2.3 Beheer van de waterkeringen Voor het beheer maken we geen onderscheid tussen primaire en regionale waterkeringen, maar tussen veiligheid (primaire waterkeringen) en overlast (regionale waterkeringen). Het programma Verbetering boezemkades (VBK) is beschreven in H4.4. Het beheer is gericht op het (duurzaam) in stand houden van het dijkprofiel met de daarin liggende kunstwerken (sluizen, kademuren, coupures etc.) zoals dat in de legger is vastgelegd. Het beheer en onderhoud wordt uitgevoerd op basis van Asset Management. Hiermee wordt een relatie gelegd wordt tussen prestaties, risico s en kosten van de infrastructuur. Het beheer en onderhoud wordt efficiënter en effectiever. In 2014 beschikken we over actuele leggers voor de primaire waterkeringen en voor de genormeerde regionale waterkeringen (de leggers sluiten aan op de nieuwe indeling van kades in veiligheidsklassen); het beheerregister wordt verder gevuld (ultimo 2015). Met de netwerkbeheerders worden in 2014 protocollen opgesteld voor het beheer van kabels en leidingen in geaccepteerde tracés in de waterkeringen. Ook inventariseren we de overige waterkeringen en kunstwerken. Vervolgens bepalen we of ze worden genormeerd, getoetst en verbeterd. We bepalen de verdere aanpak en planning in Uitwerking beleidsnota Verdere implementatie van de Beleidsnota Waterkeringen is gestart. De deeluitwerkingen van het kustbeheer, de ondergrondse infrastructuur, wegen op waterkeringen en het kader voor versterkingswerken zijn in 2014 beschikbaar. In 2015 evalueren we de beleidsnota zelf. De implementatie van de Deltavisie wordt samen met onze gebiedspartners opgepakt. Toetsing primaire keringen In 2013 is de verlengde derde toetsing van de primaire waterkeringen afgerond. Met de vierde toetsronde verandert onze werkwijze naar een meer routinematige aanpak. We gaan programmatisch toetsen conform de gewijzigde landelijke opzet. De uitkomsten van deze toetsing zullen we kritisch beschouwen op basis van een beheerderoordeel en bewezen sterkte. Dijken Bij het beheer van dijken ligt de nadruk op drie aandachtsvelden: het verder optimaliseren van het maaibeheer, het behoud van natuurlijke oeverbescherming en het gefaseerd oplossen van kwelplekken. We vertalen de mogelijke consequenties van de klimaatverandering (meer en zwaardere stormen op de kust en een langer groeiseizoen van de vegetatie: Deltavisie) naar het beheer. Duinen Het beheer en onderhoud van duinen wordt mede afgestemd op het recreatief medegebruik en het bestaand gebruik zoals wonen, natuur en infrastructuur. In overleg met de terreinbeheerders zijn de aanwezige natuurwaarden beschermd. Bijzondere aandacht is er voor de beheeroverdracht van strandslagen naar derden, afrasteringen, strandpalen, strandhoofden en bestortingen. Het sober en

10 8 van 26 doelmatig kustbeheer krijgt verder vorm door inbreng in het nationale suppletieprogramma en in het langdurig onderbrengen van onderhoudswerk in de contracten bij de versterking van de zandige kust. Overdracht van waterkeringen In het Bestuursakkoord Water (2011) is afgesproken dat we het beheer van drie voorlandkeringen op Texel en de Noorder IJdijk te Amsterdam-Noord overnemen van Rijkswaterstaat (RWS). Tegelijkertijd dragen wij aan RWS het beheer van een gedeelte van dijkring 7 in Velsen-Noord over. In 2013 zijn de belangrijkste stappen voor de overdracht gezet; in 2014 volgt de afwikkeling en de goedkeuring. We hebben met RWS afspraken gemaakt aangaande de condities bij de overname van de omringkade Marken. Als we deze kering overnemen wordt deze eerst opgenomen in het HWBPprogramma (zie H3.3). De verwachting is daarnaast dat we samen met RWS op Marken een pilot uitvoeren voor de toepassing van meerlaagse veiligheid als alternatief voor grootschalige versterkingen. Solidariteitsbijdragen HWBP We dragen bij aan de kosten van het HWBP, voorlopig via de zogenaamde solidariteitsbijdrage. Deze bijdrage is voor ,7 miljoen. Vanaf 2015 is deze bijdrage 11,5 miljoen per jaar. Beheer van de waterkeringen Lasten 24,0 17,7 20,4 21,9 20,6 20,5 Baten ,0-2,7-2,4-2,1-1,9 Totaal incl. reserves 19,4 14,6 17,7 19,5 18,5 18,6 Exploitatiekosten Exploitatielasten (bedragen x 1 miljoen) Beheerinvesteringen Investeringsvolumes (bedragen x 1 miljoen) Beheer van de Uitgaven 3,9 2,0 0,9 2,5 5,6 2,8 waterkeringen Inkomsten -1, Totaal 2,1 2,0 0,9 2,5 5,6 2,8 2.4 Crisisbeheersing Deze paragraaf is een bundeling van de crisisbeheersingsactiviteiten voor Waterveiligheid, Voldoende water, Schoon water en Veilige (vaar)wegen. Effect (outcome) Waterveiligheid, Voldoende water, Schoon water en Veilige (vaar)wegen. Resultaten (output) Een crisis voorkomen of de gevolgen van een crisis zo veel mogelijk beperken. Streefbeeld Bij een crisis, calamiteit of ramp handelt onze crisisbeheersingsorganisatie adequaat, professioneel en slagvaardig. We beschikken over een crisisbeheersingsplan en over actuele bestrijdingsplannen

11 9 van 26 en draaiboeken. Deze worden jaarlijks geoefend. De crisisbeheersingsorganisatie levert maatwerk. Crisisbeheersing bij een grootschalige overstroming van ons gebied vraagt immers om een andere benadering en mensen en middelen dan een breuk in een regionale kade. In de komende jaren onderzoeken we de bijdrage van de crisisorganisatie in het snel en adequaat dichten van zo n breuk als alternatief voor een dijkversterking. Een waterkwaliteitscrisis vraagt om weer geheel andere inzet. Materiaal en materieel We beschikken over noodmateriaal en -materieel, onder andere noodpompen, aggregaten en big bags. Jaarlijks inventariseren we de aanwezige voorraad en vullen deze zo nodig aan. We beproeven jaarlijks de coupures (afsluitmiddelen in waterkeringen) en de compartimenteringswerken. Bij een crisis is het delen van hetzelfde actuele beeld door de verschillende crisispartners van cruciaal belang. Daartoe hebben we een crisismanagementsysteem geïmplementeerd. In de planperiode wordt 3Di waterbeheer verder ontwikkeld. Bij calamiteiten kan 3Di worden ingezet om realistische visualisaties te maken van overstromingsscenario s, om snelle besluitvorming te ondersteunen. Exploitatiekosten Exploitatielasten (bedragen x 1 miljoen) Crisisbeheersing Lasten 0,3 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 Baten Totaal incl. reserves 0,3 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 Beheerinvesteringen Er zijn geen beheerinvesteringen voor crisisbeheersing. 3 Voldoende water 3.1 Indicatoren Voldoende water Effect (outcome) Voldoende water Resultaten (output) In 2020 voldoet het watersysteem aan de afspraken uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW-Actueel) In 2017 voldoet het watersysteem aan de normen voor wateroverlast Het in stand houden van het watersysteem gericht op de vastgestelde functies 3.2 Programma Bestrijding wateroverlast De wateroverlastbestrijding is één van de drie pijlers van de Deltavisie. Op basis van de trits vasthouden-bergen-afvoeren is al een belangrijk deel van de wateroverlast opgelost. Met deze aanpak gaan we onverkort door. Bij het beheer is meer mogelijk. Geautomatiseerd en goed afgestemd peilbeheer van boezem en polders helpt ons om in de toekomst ook complexere faciliteringsvraagstukken op te lossen, met behulp van verbeterde KNMI-voorspellingen. Automatisering en verfijning van gebiedsregelingen voor het peilbeheer zijn daarbij de basis.

12 10 van 26 In 2017 moet het watersysteem aan de normen voor wateroverlast voldoen. Alle 122 polders binnen ons gebied zijn dan op orde. We moeten tot die tijd nog ruim 40 polders op orde brengen. We zoeken per polder naar het meest doelmatige en efficiënte pakket van maatregelen. We passen stuwen aan, vergroten de gemaalcapaciteit, realiseren extra open water en koppelen peilvakken en polders. Voor een deel van de polders willen we intensiever samen met het gebied tot alternatieve oplossingen komen, bijvoorbeeld met het maken van afspraken om de overlast te accepteren, normdifferentiatie of functieverandering. Dit zijn lastige processen. Met de provincie en andere maatschappelijke partijen maken we afspraken over cofinanciering van integrale waterbergingprojecten, waarin het waterdoel wordt gecombineerd met andere doelen op het gebied van natuur, ruimtelijke ordening en recreatie. Dankzij deze medefinanciering kunnen waterbergingen landschappelijk beter worden ingepast (droge waterbergingen). Ondanks de bezuinigingen heeft de provincie de ambitie de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) af te maken. Voor de gecombineerde EHS-/waterbergingsprojecten komt geld beschikbaar via het Programma Groen. Verder komen enkele projecten in aanmerking voor Europese subsidies. Programma-investeringen Investeringsvolumes (bedragen x 1 miljoen) Wateropgave Uitgaven 9,6 20,8 12,7 12,6 6,2 3,3 Inkomsten -4,5-6,1-9,2-0,8-0,7-0,1 Totaal 5,1 14,7 3,5 11,8 5,5 3,2 3.3 Programma Verbetering boezemkades In 2020 voldoet het watersysteem aan de afspraken uit het NBW-actueel. Voor 2016 verbeteren we 110 kilometer kade (VBK-1) en voldoen de belangrijkste kades aan de veiligheidsnorm. Tussen 2016 en 2022 wordt nog eens 160 kilometer verbeterd (VBK-2). We doen dit op een kostenbewuste en maatschappelijk acceptabele manier: de kades met de grootste risicoreductie pakken we het eerst aan. Onder het programma VBK-2 vallen ook het toepassen van compartimentering in de boezem en de nieuwbouw van twee boezemgemalen. Het bestuur stelt vanaf miljoen per jaar beschikbaar voor het verbeteren van kades. De kosten van de nieuwbouw van de twee gemalen vallen buiten dit programma (deze horen bij beheer van het watersysteem). De verwachting is dat het verbeteren van de in totaal 270 kilometer boezemkades van VBK-1 en VBK miljoen gaat kosten. Vanaf 2016 worden de kosten voor verbetering van boezemkades in exploitatie genomen. Programma investeringen Investeringsvolumes (bedragen x 1 miljoen) Verbetering Uitgaven 7,7 11,9 14,0 14,0 boezemkades Inkomsten Totaal 7,7 11,9 14,0 14,0

13 11 van 26 Exploitatiekosten Exploitatielasten (bedragen x 1 miljoen) Verbetering Lasten 12,0 12,0 boezemkades Baten - - Totaal incl. reserves 12,0 12,0 3.4 Bestrijding watertekort In het voorjaar en de zomer worden langere droge periodes verwacht. Daarom is ook watertekort één van de belangrijke pijlers in de Deltavisie. Omdat de aanvoer van zoet water kostbaar en niet meer vanzelfsprekend is, hebben we de Trias aquatica ontwikkeld: een combinatie van zuinig omgaan met zoet water, inzetten en ontwikkelen van nieuwe zoetwaterbronnen en het veiligstellen van de klassieke waterbron. In 2015 wordt de maatschappelijke en economische schade door watertekort beperkt door een verantwoorde verdeling van het beschikbare water. De regionale verdringingsreeks (na 2015) wordt getalsmatig onderbouwd. We inventariseren knelpunten in het wateraanvoersysteem en werken mogelijke maatregelen samen met de omgeving gebiedsgericht uit tijdens de uitvoering van het WBP5 (Waterbeheerprogramma). Een onderdeel hiervan is het terugdringen van het waterverbruik. We stimuleren de omgeving te innoveren (we kijken bijvoorbeeld met de bloembollensector naar mogelijkheden voor ondergrondse zoet wateropslag). 3.5 Integraal beheer van het watersysteem We willen een robuust, op de toekomst (in)gericht watersysteem. De beheerinstrumenten voor het watersysteem zijn op orde en actueel: legger waterlopen, peilbesluiten (2018) en beheerregister. In 2015 hebben we met alle gemeenten afspraken gemaakt over het (al dan niet) opstellen van een gezamenlijk waterplan. In 2020 hebben we het onderhoud van het functioneel stedelijk water van alle gemeenten overgenomen. Nieuw Waterbeheersplan Het Waterbeheersplan wordt jaarlijks geëvalueerd en over de voortgang van dit plan wordt gerapporteerd. Het beleid uit het Waterbeheersplan wordt uitgewerkt in beheerplannen, thematische plannen en gebiedsgerichte uitwerkingen. Voor de planperiode stellen we een Waterbeheerprogramma op. Dit is de nieuwe benaming van het Waterbeheersplan. Voor dit programma vormt de Deltavisie het kader en de Kaderrichtlijn Water krijgt hierin een prominente plaats. Daardoor wordt het Waterbeheersplan een belangrijke bouwsteen voor het Stroomgebiedsbeheerplan-2 van het Rijk. Beheer- en onderhoud Het beheer en onderhoud van de waterlopen vindt plaats op basis van het Waterlopenbeheerplan In het Maaibestek wordt als gevolg van de overnames van stedelijk water, de oplevering van nieuwe waterbergingen en de afspraken in de nieuwe legger voor de waterlopen een structurele toename van het te beheren areaal en van de kosten voorzien. Door gebruik te maken van creatieve oplossingen uit de markt, efficiency en continuïteit in het onderhoud (langjarige afspraken) willen we deze kosten met 5 tot 10% reduceren. In 2015 vindt een eindevaluatie van het Waterlopenbeheerplan plaats.

14 12 van 26 Baggeren van waterlopen en saneren van waterbodems Het Beleidsplan Waterbodems vormt het kader voor de baggeractiviteiten. Gemiddeld verwijderen we per jaar circa m 3 bagger. Met ingang van de begroting 2013 is de dotatie aan de baggervoorziening teruggebracht van 12,9 miljoen naar maximaal 11,0 miljoen per jaar. Om het uitvoeringsprogramma hiermee in lijn te brengen, is het stedelijk baggerwerk getemporiseerd. Op grond van de Waterwet zijn wij bevoegd gezag voor sanering van waterbodems. We hebben de ernstig verontreinigde locaties geïnventariseerd, beoordeeld en geprioriteerd volgens het nieuwe kader uit de Waterwet. We saneren deze locaties alleen als deze nadelige effecten op de waterkwaliteit hebben en deze effecten met de sanering worden weggenomen. Peilbeheer Het streven is dat in 2018 alle peilgebieden een actueel peilbesluit hebben. Met de beschikbare peilregulerende objecten, zoals gemalen, stuwen en inlaten, houden we het waterpeil conform de peilbesluiten in stand. In 2015 zijn de 37 grootste waterstaatkundige eenheden voorzien van een gebiedsregeling. Zo maken we maximaal gebruik van de bergingscapaciteit in het watersysteem en kunnen we het water efficiënter afvoeren. Vanaf 2017 worden de kosten van aanleg en vervanging van poldergemalen ten laste van de exploitatiebegroting gebracht á 5 miljoen per jaar. In het kader van VBK-2 staan voor het boezemsysteem de komende jaren enkele grote investerings-werken op het programma, waaronder de bouw van twee boezemgemalen in Schardam (in ) en Monnickendam. De bouw van gemaal Monnickendam wordt getemporiseerd van naar , hiermee verlagen we een piek in de investeringen in 2014 en We brengen de prestaties, onderhoudskosten en risico s van onze peilregulerende werken systematisch in beeld (met Asset Management). Op basis van risicoanalyses en gewenste kostenverlaging passen we de onderhoudsstrategieën aan. We optimaliseren (de aansturing van) het schouwproces met behulp van moderne ICT-middelen en gebiedsdifferentiatie. Dit proces wordt afgerond in Grondwaterbeheer We zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van het operationele grondwaterbeheer, de vergunningverlening voor ondiepe grondwateronttrekkingen en infiltraties. In 2015 maken we de aanpak van de grondwaterproblematiek in stedelijk gebied inzichtelijk. Op de langere termijn onderzoeken we of grondwater kan worden ingezet als bron van zoet water in perioden van watertekort (Deltavisie). Komend jaar wordt grondwaterbeleid nader uitgewerkt. Exploitatiekosten Exploitatielasten (bedragen x 1 miljoen) Integraal beheer Lasten 66,8 69,6 72,0 74,0 75,7 79,4 Baten -1,6-0,9-0,5-0,4 van het Totaal incl. reserves watersysteem 65,2 68,7 71,5 73,6 75,7 79,4

15 13 van 26 Beheerinvesteringen Investeringsvolumes (bedragen x 1 miljoen) Integraal beheer Uitgaven 7,7 12,9 20,4 11,5 10,6 3,0 van het Inkomsten -0,1-0,6-0,5-0,4 - - watersysteem Totaal 7,6 12,3 19,9 11,1 10,6 3,0 3.6 Monitoring van het watersysteem We hebben een goed functionerend monitoringsysteem, waarin informatievraag en informatieaanbod dicht bij elkaar liggen. Efficiency staat bij het meten en onderzoeken centraal. De informatiebehoefte komt voort uit landelijke en Europese regelgeving en programma s zoals het NBW, KRW, VBK-2, het Deltaprogramma en de Richtlijn Overstromingsrisico s (ROR), maar ook uit stedelijke waterplannen, vergunningen, handhaving, natuurwetgeving en peilbeheer. Voor het bepalen van de waterkwaliteit meten we de chemische en biologische kwaliteit. Verder onderzoeken we of de zwemwateren aan de eisen voldoen. We gaan door met het opstellen van meet- en monitoringprogramma s en verrichten (model)onderzoek. We ontwikkelen en onderhouden hoogwaardige informatiesystemen en applicaties om informatie beschikbaar te stellen, zowel intern als extern. Deze informatie hebben we onder andere nodig om invulling te kunnen geven aan de gewenste effectbenadering bij de uitvoering van onze taken. Voorbeelden hiervan zijn de Lizard Webservices om meetreeksen en modelresultaten te ontsluiten en de ontwikkeling van het KRW Volg- en StuurSysteem (VSS). Ook nemen we deel aan het programma 3Di Waterbeheer, gericht op een doelmatiger waterbeheer op basis van beter en sneller simuleren, interactieve scenariovorming en risicomanagement. De kosten voor monitoring zijn opgenomen in de beheerkosten van Waterveiligheid, Schoon (zoet) water en Voldoende water. 4 Schoon (zoet) water 4.1 Indicatoren Schoon water Effect (outcome) Schoon (zoet) water Resultaten (output) In 2027 voldoen de 54 waterlichamen in ons beheergebied aan de kwaliteitsdoelstellingen van het watersysteem conform de KRW. Het op maatschappelijk verantwoorde wijze verlenen van vergunningen en handhaven van wet en regelgeving en vigerend beleid, conform de kwaliteitsdoelstellingen van de KRW. De zorg voor schoon water voor mens, dier en milieu. We streven naar een integrale (afval)waterketen tegen acceptabele kosten. 4.2 Programma Kaderrichtlijn Water Uiterlijk in 2027 beschikken we over een gezond en betrouwbaar watersysteem dat voldoende veerkracht heeft om (plaatselijke) verstoringen op te vangen. De kwaliteit van het oppervlaktewater blijft minimaal op hetzelfde niveau (geen achteruitgang).

16 14 van 26 De KRW-cyclus kent drie planperiodes: , en Voor de eerste planperiode (tot 2015) hebben we een maatregelen- en activiteitenpakket samengesteld met een resultaatverplichting. Dit omvat de aanleg van 116 km natuurvriendelijke oevers, het oplossen van 41 vismigratieknelpunten, het beperken van gebiedsvreemd water, het uitvoeren van flexibel peilbeheer en het veranderen van de desinfecteringsmethode bij rwzi Wervershoof. Verder het omschakelen naar natuurvriendelijk onderhoud en het uitvoeren van diverse onderzoeken (zoals Samen werken aan Schoon water). We voeren deze maatregelen uit en rapporteren over de voortgang aan het bevoegd gezag. In het kader van de KRW zijn beschermde gebieden aangewezen: de Natura2000-gebieden (Vogel- & Habitatrichtlijngebieden) en 32 officiële zwemwaterlocaties. We voldoen aan de voor deze gebieden geldende striktere ecologische- of kwaliteitsdoelen. Voor de Natura2000-gebieden stellen we beheerplannen op. In 2015 voldoen de officiële zwemwaterlocaties tenminste aan de status aanvaardbaar van de Europese Zwemwaterrichtlijn. De doelen en maatregelen voor de tweede planperiode van de KRW ( ) worden in het kader van het ontwikkel- en besluitvormingsproces over het nieuwe WBP5 bepaald. Naast de kosten die zijn opgenomen voor het programma KRW zijn maatregelen voorzien die onderdeel uitmaken van onze reguliere beheertaak. De kosten daarvan zijn in de reguliere begroting opgenomen en niet specifiek zichtbaar als KRW-uitgaven. Programma-investeringen Investeringsvolumes (bedragen x 1 miljoen) Investerings- Uitgaven 1,7 2,1 2,0 2,0 2,0 2,0 programma Inkomsten - -0,1-0,1-0,1 - - KRW Totaal 1,7 2,0 1,9 1,9 2,0 2,0 4.3 Beheersing van lozingen: vergunningverlening en handhaving In de periode worden de lozingen verder afgestemd op de waterkwaliteit van het ontvangende watersysteem. In de planperiode vervallen de vergunningen van de effluentlozingen van de rwzi s. We hebben tot 2017 de tijd deze vergunningen om te zetten naar algemene regels die onder het Activiteitenbesluit (AB) vallen. Van handhaving naar service verlenen De wetgeving verandert. Steeds meer lozingen gaan onder het Activiteitenbesluit vallen, Dit betekent voor ons dat het aantal te behandelen Waterwetvergunningen afneemt, maar dat er meer meldingen en maatwerkvoorschriften afgehandeld moeten worden. We voorzien een verschuiving van vergunningverlening naar toezicht en handhaving. Deze verandering heeft niet alleen technische consequenties, maar vooral ook communicatieve. Waar onze vergunningverleners voorheen aanvragen toetsten aan geldende wet- en regelgeving en beleid, hebben ze nu steeds vaker een serviceverlenende adviesrol. Dit vraagt een omslag in het denken en handelen. Daarnaast gaat in de planperiode de Waterwet op in de Omgevingswet. Vooralsnog lijkt het erop dat de Watervergunning integraal onderdeel gaat uitmaken van de Omgevingsvergunning waarbij wij het bevoegd gezag blijven voor het waterdeel.

17 15 van 26 Informatiesysteem Het huidige informatiesysteem voor vergunningverlening en handhaving (IRIS V&H) is verouderd en wordt binnen enkele jaren niet meer ondersteund. In de periode selecteren we in samenwerking met Rijkswaterstaat en collega-waterschappen een nieuw informatiesysteem, dat uiterlijk per 1 januari 2015 in productie moet gaan. Effectief handhaven Handhaving vindt plaats op basis van risicoanalyses. We zetten 70% van onze handhavingscapaciteit in op de beheersing van lozingen en 30% op incidenten, meldingen en klachten. Met ingang van 2013 zijn in ons gebied de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD) actief. In de komende perioden zullen wij vorm geven aan de samenwerking met deze RUD s. In overleg met RWS verkennen we de mogelijkheden voor een natte omgevingsdienst. 4.4 Beheersing van lozingen: afvalwaterketen Met de afvalwaterketen streven we naar schoon water voor mens, dier en milieu tegen maatschappelijk acceptabele kosten. Verder streven we naar een integrale afvalwaterketen, deze moet beheerd worden als ware het één keten. Daarnaast streven we een transitie na van afvalstof-denken naar grondstof-denken; een duurzame benadering van de afvalwaterketen. Dit is de kern van de Toekomstvisie afvalwaterketen. Uit de Toekomstvisie is het Programma Waterketen voortgekomen (deze wordt in september 2013 vastgesteld). Dit programma is opgebouwd aan de hand van de vier speerpunten: 1. Begin bij de bron Ongewenste stoffen verwijderen we aan de voorkant. Zo beïnvloeden we de hoeveelheid en de samenstelling van het afvalwater en kunnen we stromen scheiden en apart behandelen. Met gemeenten sluiten we afvalwaterakkoorden. Met circa een derde van de gemeenten is dat al gebeurd. De afvalwaterakkoorden zijn modulair opgebouwd waarbij we per gemeente kijken welke modules van toepassing zijn (bijvoorbeeld afkoppelen, onderzoeken, calamiteitenorganisatie, afspraken over afnamehoeveelheden en aansluitingen). 2. Functies van (afval)water We zien afvalwater en slib niet langer als afvalproducten, maar ook als dragers van waardevolle grondstoffen als energie, nutriënten en zoet water. Waar mogelijk winnen we deze terug. De waterketen kan niet los worden gezien van het watersysteem. We onderzoeken de effecten van effluentlozingen. Tijdens de planperiode worden de resultaten opgeleverd van meerjarige onderzoekstrajecten naar achtergrondwaarden in het watersysteem. 3. Toekomstbestendige bedrijfsvoering In de planperiode gaan we verder met het implementeren van Asset Management voor het efficiënt beheren en onderhouden van de bedrijfsmiddelen van de waterketen. Beheer vindt plaats op basis van een afweging tussen prestaties, kosten en risico s. Voor de persleidingen is dit al gerealiseerd. Dankzij verdergaande meting, monitoring en sturing maken we optimaal gebruik van de systemen. Daarnaast zetten we actief in op innovatie in de waterketen. In dit meerjarenplan is ,- per jaar opgenomen als innovatiebudget.

18 16 van Samenwerken in één waterketen Voor nagenoeg alle onderwerpen binnen de speerpunten is een vorm van samenwerking nodig met andere overheden, semioverheden, kennisinstituten, bedrijfsleven en uiteindelijk ook de inwoners zelf. Zonder samenwerking is geen integrale en doelmatige waterketen mogelijk. Wij zijn een actieve partner in het samenwerkingsproces met gemeenten om de NBW-doelen te realiseren. Er zijn vijf gebiedsregio s gevormd waarbinnen de samenwerking vorm krijgt. Met drie van de vijf regio s zijn convenanten afgesloten. De komende periode wordt gewerkt aan de laatste twee. Parallel hieraan onderzoeken we hoe we de samenwerking met de PWN kunnen intensiveren en versterken. Investeringsprogramma waterketen In de planperiode werken we aan de volgende grote investeringsprojecten: Waterketen Den Helder: uitvoeringsfase (2015) Waterketen Beemster: uitvoeringsfase (2016) Waterketen Alkmaar: uitvoeringsfase (2016) Waterketen Wieringermeer: planfase (2016) Energiefabriek Beverwijk/Zaanstad: planfase (2016) Transportsysteem Hoorn inclusief verleggen leidingen Westfrisiaweg (2015) Risicovolle persleidingen vervangen (2015) De totale kosten van de waterketen mogen (voor ons) in 2020 maximaal 75 miljoen per jaar bedragen, conform de afspraken uit het NBW. Echter worden vanaf 2017 de kosten van de aanleg en vervanging van persleidingen en rioolgemalen opgenomen in de exploitatiebegroting. Hierdoor stijgen de uitgaven aan persleidingen niet, maar stijgt de exploitatiebegroting van waterketen wel met 8 miljoen per jaar vanaf 2017 tot maximaal 83 miljoen. Hiermee wordt het streven om de exploitatiekosten van de waterketen op maximaal 75 miljoen per jaar te houden losgelaten. Dit doet niets af aan onze verplichting om de doelmatigheidsafspraken uit het Bestuursakkoord Water na te komen. Een gemiddelde belastingdrukontwikkeling van 4% per jaar voldoet aan de uitgangspunten. Er worden geen extra kosten gemaakt, ze worden alleen anders gefinancierd. Exploitatiekosten Exploitatielasten (bedragen x 1 miljoen) Beheersing van Lasten 77,5 77,3 76,3 75,2 75,4 84,9 lozingen Baten -3,0-2,7-2,5-2,4-2,4-2,3 Totaal incl. reserves 74,5 74,6 73,8 72,8 73,0 82,6 Beheerinvesteringen Investeringsvolumes (bedragen x 1 miljoen) Beheersing van Uitgaven 18,8 21,4 25,0 19,4 11,7 1,2 lozingen Inkomsten -0,2-0,4-3,7-1,8 - - Totaal 18,6 21,0 21,3 17,6 11,7 1,2

19 17 van 26 5 Veilige (vaar)wegen 5.1 Indicatoren Veilige (vaar)wegen Effect (outcome) Veilige (vaar)wegen Resultaten (output) Het beheren van wegen en (utilitaire) paden buiten de bebouwde kom in de zin van de Wegenverkeerswet Het inrichten van wegen conform het landelijk programma Duurzaam Veilig Het voor de provincie in stand houden van vaarwegen 5.2 Wegenbeheer We streven ernaar dat alle wegen die wij in beheer hebben voldoen aan de landelijke richtlijnen. Het verder verbeteren van de verkeersveiligheid, het wegwerken van achterstallig onderhoud en regionale samenwerking staan hierbij centraal. In ons Wegenbeleidsplan stellen we dat alle wegen aan hetzelfde kwaliteitsniveau moeten voldoen. In deze planperiode zou dat leiden tot een jaarlijkse kostenstijging van 1 miljoen. Dat past niet bij onze wens om de lasten niet verder te laten stijgen. Het streven om alle wegen aan dezelfde norm te laten voldoen laten we daarom los (normdifferentiatie). We gaan het onderhoud inrichten op basis van Asset Management. Op basis van risicoanalyse en effectbenadering zullen we sommige wegen niet meer preventief, maar curatief onderhouden. We blijven voldoen aan landelijke richtlijnen en verkeersveiligheid blijft het uitgangspunt. Het effect van deze beleidswijziging is vanaf 2015 opgenomen in dit meerjarenplan. Verkeersveiligheid We volgen de landelijke doelstelling om in 2020 het aantal ernstige verkeersslachtoffers, doden en gewonden, met respectievelijk 46% en 34% ten opzichte van te laten afnemen. Aan het eind van de planperiode zijn al onze wegen Duurzaam Veilig ingericht. Bereikbaarheid Voor 2015 wordt de categorisering van de wegen opnieuw opgesteld. Er worden routenetwerken voor landbouwverkeer opgezet en ontbrekende schakels van het fietsnetwerk worden aangelegd voor We onderzoeken route- en reistijden om de bereikbaarheid te kunnen verbeteren. We stemmen wegwerkzaamheden af met andere wegbeheerders in de RegioRegie-groep (NHBereikbaar). Berijdbaarheid We onderzoeken in 2013/2014 hoe in het gewenste kwaliteitsniveau van wegverhardingen kan worden gedifferentieerd (op basis van Asset Management), zodat de kosten voor wegenonderhoud in de planperiode niet verder stijgen. We inspecteren de kunstwerken in wegen en stellen een onderhoudsplan op zodat we in 2017 het gewenste kwaliteitsniveau halen. Inpassing in het landschap We passen wegen zo goed mogelijk in het landschap in, conform de structuurvisie 2040 van de provincie Noord-Holland. Het bomenbeheer doen we conform ons Wegenbeleidsplan

20 18 van Vaarwegbeheer en nautisch beheer Momenteel voeren we een aantal vaarwegbeheertaken uit. Op basis van de Waterwet en het Bestuursakkoord Water hebben provincies en waterschappen onderzocht op welke wijze we tot een logische en meer efficiënte (her)verdeling van vaarweg- en nautische beheertaken, inclusief een evenwichtige kostenverdeling kunnen komen. De provincie zal eind 2013 voor de beroepsvaarwegen en de doorgaande recreatieve vaarwegen (Basisnetwerk Recreatie Toervaart Nederland (BRTN-vaarwegen) vaarwegfuncties en vaarwegbeheerders aanwijzen. Voor de wateren onder BRTN-niveau zullen geen vaarwegbeheerders worden aangewezen. De provincie Noord-Holland wijst zichzelf eind 2013 aan als beheerder van alle vaarwegen. Voor de BRTN vaarwegen wordt een aantal uitvoeringstaken, zoals baggeren, oeveronderhoud en bediening en onderhoud van sluizen aan de waterschappen gedelegeerd (zie ook CHI voorstel 20 maart 2013). In 2014 wordt een Vaarwegenbeheerplan opgesteld. Daarna wordt een onderhoudsprogramma opgesteld voor de vaarwegen en bijbehorende kunstwerken. Kosten veilige (vaar)wegen Exploitatiekosten Exploitatielasten (bedragen x 1 miljoen) Veilige (vaar) Lasten 26,6 27,6 28,5 23,9 24,1 24,7 wegen Baten -7,5-7,6-7,4-7,4-7,3-7,3 Totaal incl. reserves 19,1 20,0 21,1 16,5 16,8 17,3 Investeringen Investeringsvolumes (bedragen x 1 miljoen) Veilige (vaar-) Uitgaven 3,7 2,7 7,1 2,3 1,9 2,5 wegen Inkomsten -1,9-0,1-0,1-0,1-0,1 - Totaal 1,8 2,7 7,0 2,3 1,9 2,5 6 Besturing van de organisatie 6.1 Indicatoren besturing van de organisatie Effect (outcome) Besturing van de organisatie Resultaten (output) Een groot draagvlak bij de inwoners en relaties voor onze bestuurlijke keuzes en beleid. Een efficiënte en effectieve ambtelijke organisatie die het bestuur optimaal bedient bij het bereiken van de doelstellingen. We zijn een organisatie met gemotiveerde en kundige medewerkers. We tonen ons verantwoordelijk voor het milieu. We staan voor optimale uitvoering van onze taken. We heffen en innen belastingen op maatschappelijk verantwoorde wijze.