1.1 Economische cohesie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1.1 Economische cohesie"

Transcriptie

1 Een overzicht van de Europese economie De huidige EU-economie leunt zwaar op dienstverlening, die thans 67% van de productie en 66% van de werkgelegenheid uitmaakt; in beide gevallen vijf procentpunten meer dan tien jaar geleden. Tegelijk vertoont het aandeel van industrie en landbouw de neiging tot dalen. Deze verschuiving naar dienstverlening zal waarschijnlijk verder gaan, waarbij de landbouw en industrie zich handhaven in activiteiten met een hoge toegevoegde waarde en productie en werkgelegenheid zien dalen in andere activiteiten. In de meeste kandidaatlanden zijn productie en werkgelegenheid nog geconcentreerd in landbouw en nijverheid en vooral in sectoren met een relatief lage toegevoegde waarde, zodat verdere herstructurering in de toekomst kan worden verwacht. Toenemende handel en directe investeringen uit het buitenland hebben in de landen van de EU geleid tot geleidelijke openstelling van de economie, zowel naar andere lidstaten toe als naar de rest van de wereld. In 1999 bedroeg de export 32% van het BBP van de EU en de import 31%. Deze percentages zijn het hoogst sinds statistieken werden opgesteld en bevestigen de trendmatige groei van de handel in de EU, al zijn er schommelingen in de conjunctuur. Zowel in- als uitvoer worden verwacht verder toe te nemen in de toekomst. Zo n 6% van de handel is met andere EU-landen, waaruit de onderlinge afhankelijkheid blijkt, al neemt de interdependentie met de rest van de wereld eveneens toe. De EU zal ook de komende jaren worden geconfronteerd met grote veranderingen in haar omgeving, die van invloed zijn op de hele economie en in het bijzonder op de cohesie: voortdurende economische spanning door globalisatie, toenemende internationale concurrentie en herstructurering van bepaalde sectoren. Omdat die sectoren meestal oververtegenwoordigd zijn in bepaalde regio s en juist bepaalde maatschappelijke groeperingen treffen, vormt herstructurering vaak een bedreiging voor regionale zowel als sociale cohesie. Waar globalisering meer standaardisatie en uniformering brengt is het verder van belang om de geboden kansen op evenwichtig wijze te combineren met de behoefte aan blijvende culturele verscheidenheid in de verschillende delen van de EU. uitbreiding en de moeilijke taak om de kandidaatlanden in de EU te integreren. Hoewel uitbreiding op de duur algemeen gunstig is, zal op korte termijn de druk om te herstructureren groter worden. De bedrijven in de kandidaatlanden ontmoeten grotere concurrentie in een situatie waarin een laag inkomen en lage productie toch al een bedreiging voor de cohesie vormen. de informatierevolutie. In zekere zin zal de informatietechnologie de fysieke isolatie van perifere delen van de Unie verkleinen en hun virtuele isolatie vergroten, voorzover de sleutel tot ontwikkeling de toegang tot die technologie is, meer dan tot de markt. De grootste belemmeringen liggen daarom in weinig onderwijs en in maatschappelijke factoren in plaats van in transportkosten. Hoewel de veranderingen voorlopig meer toekomst dan heden zijn, zullen ze waarschijnlijk de komende jaren toch meer en meer realiteit worden. Mogelijkerwijs gaat er een gunstig effect van uit op de regionale cohesie doordat de periferie dichter bij het centrum komt, maar kunnen de gevolgen voor de sociale cohesie schadelijk zijn. Onderwijs zal steeds belangrijker worden bij het tegengaan van een schei- 3

2 ding tussen de technisch onderlegde haves en de technisch niet ontwikkelde have-nots. Divergentie en convergentie in economische ontwikkeling Verschillen tussen lidstaten blijven bestaan ondanks sterke convergentie De huidige EU kan wat inkomen en productie betreft in twee landengroepen worden verdeeld (zie Tabel A.1 in de Annex). Er is sprake van een duidelijke kloof tussen Spanje, Griekenland en Portugal, waar het BBP per hoofd, gemeten in koopkrachteenheden om de welvaartsniveaus te kunnen vergelijken, maar 67-82% van het EU-gemiddelde is, en de andere lidstaten waar het gelijk aan of groter dan dat gemiddelde is. Toch hebben deze drie landen in het afgelopen decennium een sterke convergentie gekend. Als groep nam hun BBP per hoofd toe van 68% van het EU-gemiddelde in 1988 tot 79% in Elk apart bezien nam de kloof tussen Spanje en Griekenland en het EU-gemiddelde af met 9-1 procentpunten, en tussen Portugal en het gemiddelde met 17 procentpunten. Hoewel het verschil in BBP per hoofd van de drie landen met de rest van de EU met een derde afnam in deze periode, zou het in het huidige tempo nog eens 2-3 jaar kosten voor het helemaal verdwenen is. Hieruit blijkt dat convergentie een proces van lange adem is. Een hoopvol teken is echter de krachtige ontwikkeling van Ierland, dat tien jaar geleden tot de minst welvarende groep van landen behoorde met een BBP per hoofd van slechts 7% van het EU-gemiddelde, maar daar nu ongeveer 14% boven ligt. Hierbij moet er rekening mee worden gehouden dat convergentie van het BBP per hoofd in koopkrachteenheden (kke) niet alleen afhangt van verschil in productiegroei, van een hogere groei van het BBP in de cohesielanden dan in andere lidstaten, maar ook van het relatieve prijsverloop, dat van invloed is op de kke-aanpassing (zie het kader over het BBP en andere maatstaven voor de regionale economie). De verschillen tussen regio s zijn afgenomen, maar in een langzamer tempo De verschillen in de EU zijn nog groter tussen regio s 1 (Kaart 1 en Tabel 1). De top 1% van de regio s met het hoogste BBP per hoofd bestaat voornamelijk uit de hoofdsteden in het noorden, alsmede de welvarendste regio s in het zuiden van Duitsland en het noorden van Italië. Uitbreiding tot de top 25% leidt tot het opnemen van veel regio s in het VK en een aantal gebieden in Oostenrijk, België en Nederland, alsmede Madrid en Rome (Lazio). De onderste 1% bestaat voornamelijk 1 BBP per hoofd (kke) per land en regionale uitersten, Index EU26=1 EU26 exclusief Malta Inner London Bruxelles/B russels Antwerpen Hainaut B DK D EL E Hamburg Sterea Ellada F IRL I L NL Utrecht A Wien Salzburg Lisboa/Vale do Tejo P Uusimaa (Suuralue) Stockholm Flevoland Västsverige Burgenland Itä-Suomi Cornwall & Isles of Scilly Jihozapad Açores Stredocesky Yugoiztoche FIN S UK Berks, Bucks & Praha Oxfordshire Yuzhen Tsentralen BG CY CZ EE Languedoc- Roussillon Chemnitz Extremadura Calabria Border, Ipeiros Midland and Western Trentino- Île de France Alto Opper-Beieren Southern Adige and Comunidad Eastern de Madrid Kozep- Magyarorszag Eszak-Alfold HU LT LV PL Mazowiecki Bucuresti Západné Slow. Východné Lubelskie Nord-Est Slovensko RO SI SK Bratislavský Kraj

3 Canarias (E) Guadeloupe Martinique Réunion (F) (F) Guyane (F) (F) Açores (P) Madeira (P) Kypros SIG16 1 BBP per hoofd naar regio (kke), 1998 Index, EU26=1 < geen gegevens Bron: Eurostat 1 5 km EuroGeographics Association voor de bestuurlijke grenzen 5

4 uit regio s in Griekenland en de Franse overzeese gebiedsdelen plus enkele regio s in Portugal, Spanje en Zuid-Italië, terwijl in de onderste 25% veel andere Spaanse en Portugese regio s zitten, het resterende deel van het zuiden van Italië, Oost-Duitsland en enkele perifeer gelegen gebieden in Frankrijk en het VK. Het contrast tussen de bovenste en onderste 1% is groot. De regio s aan de top hebben een gemiddeld BBP per hoofd dat 6% boven het EU-gemiddelde ligt, of 45% als regio s met veel pendel worden weggelaten 2, terwijl de onderste 1% er bijna 4% onder ligt. Anders gezegd, in de regio s die tot de top 1% behoren is het BBP per hoofd circa 2,5 keer groter dan in de regio s die tot de onderste 1% behoren, en in de top 25% is dat twee keer groter dan in de onderste 25%. De top 25% produceert een derde van het BBP van de hele EU, de onderste 25% een zesde. Er was echter sprake van aanzienlijke convergentie in de periode (zie Kaart A.1). In de onderste 1% van de regio s nam het BBP per hoofd toe van 55% van het EU-gemiddelde tot 6%, al rees het in de onderste 25% maar van 66% tot 68% (deze veranderingen zijn niet zo dramatisch als vermeld in het Zesde Periodieke Verslag, waarin top en staart waren gedefinieerd in aantallen regio s en niet in de bevolkingsomvang van regio s). Hieruit blijkt opnieuw het lange termijn karakter van de convergentie; het verschil tussen de onderste 1% van de regio s en het EU-gemiddelde werd maar 11% kleiner in die tien jaar. Regionale verschillen binnen landen zijn groot, maar lijken niet groter te worden Naast regionale verschillen in de EU als geheel zijn er vaak grote verschillen binnen de afzonderlijke lidstaten (zie Tabel A.2 en Figuur 1). De tweedeling van de economie in Italië en in Duitsland is daarvan een goed voorbeeld, maar in de meeste landen zijn er een of meer regio s met een BBP per hoofd ver boven of onder het nationale gemiddelde. Vooral hoofdsteden, zoals bijvoorbeeld Londen of Parijs (Ile de France), hebben meestal een veel hoger dan gemiddeld BBP per hoofd 3, terwijl het ver achterblijft in veel afgelegen en agrarische gebieden, zoals Epirus in Griekenland, Calabrië in Italië en de Azoren in Portugal. Dit laat duidelijk zien dat landen economisch niet homogeen zijn en dat zowel regionale als nationale kenmerken en ontwikkelingen in de beschouwing dienen te worden betrokken. De in het eerste cohesierapport gesignaleerde tendens dat regionale verschillen in BBP per hoofd in de loop van de tijd groter worden, lijkt nog steeds op te gaan in veel lidstaten, al zijn de verschillen soms ook wat kleiner geworden (zie Tabel A.3 en Figuur 2). Dat laatste kan echter zuiver cyclisch zijn, aangezien achterblijvende regio s meestal sneller convergeren in perioden van groei dan gedurende recessies 4. Bovendien blijven er substantiële verschillen bestaan, met name in enkele minder welvarende lidstaten. Zo is de laatste jaren in Griekenland, ondanks het feit dat het BBP per hoofd er niet sterk verschilt tussen regio s, een kloof ontstaan tussen enerzijds de Tabel 1 De meest en minst welvarende gebieden in de Unie, BBP per hoofd (kke) in % van het EU-gemiddelde Regio's EU15 EU27 2 Verschillen in BBP per hoofd, kke (EU=1), standaarddeviatie EU15 (voor regio's) EU15 (voor lidstaten) %+ 155,3 16,9 176,9 1%- 55,1 61, 31,1 verhouding 2,8 2,6 5,7 25%+ 134,1 137,1 152, 25%- 66,6 68,3 44,3 verhouding 2, 2, 3,4 1%+ en 25%+ : de regio's met het hoogste BBP per hoofd (kke) die 1%, respectievelijk 25% van de bevolking in de Unie bevatten 1%+ en 25%+ : de regio's met het laagste BBP per hoofd (kke) die 1%, respectievelijk 25% van de bevolking in de Unie bevatten Bron: Eurostat, berekeningen DG REGIO Zonder de nieuwe deelstaten Nieuwe NUTSindeling

5 belangrijkste centra van bedrijvigheid in Attika (met Athene) en Thessaloniki en anderzijds de rest van het land. Nadat het wegvervoer door voormalig Joegoslavië naar de rest van de EU ophield, zijn de zee- en luchthaven van Athene de belangrijkste knooppunten van handel met de rest van de wereld geworden. Daardoor blijven de regio s in het verre en bergachtige binnenland de armste van het Europese vasteland. In Spanje, het op een na grootste land van de EU in oppervlak, varieert de ontwikkeling eveneens. Het BBP per hoofd blijft relatief hoog in Madrid and Catalonië en is er verder toegenomen in het afgelopen decennium. Andere regio s in het noorden, zoals Navarra en Baskenland, hebben het ook goed gedaan, maar gebieden in het verre noordoosten en in het onderontwikkelde zuiden presteerden minder. In het noordoosten lag de groei onder het EU-gemiddelde en in het zuiden, dat tot de minst ontwikkelde gebieden van de EU behoort, was er nauwelijks groei. Dientengevolge zijn de verschillen in Spanje verder toegenomen. De verschillen zijn ook groot in Portugal, waar de ontwikkeling vooral plaats heeft in de kuststrook, in Lissabon, Oporto en de Algarve, hoewel ze afnamen in de afgelopen tien jaar. Migratie ontstond in Zweden en Finland, vanuit de dun bevolkte afgelegen regio s in het noorden en in Finland ook vanuit het oosten toen de recessie in het begin van de jaren negentig hard toesloeg. Sindsdien is de emigratie doorgegaan ondanks gedeeltelijk herstel van het BBP per hoofd. Tussen het noorden en zuiden van Italië zijn de verschillen groot en blijvend. Ondanks de economische opleving elders, is het BBP per hoofd in de Mezzogiorno blijven steken op 6-7% van het EU-gemiddelde. Alleen in Basilicata is in de afgelopen tien jaar van een duidelijke groei sprake geweest en zelfs daar nam tussen 1988 en 1998 het BBP per hoofd maar toe van 63% tot 72% van het EU-gemiddelde. Het BBP per hoofd in kke lag in 1998 in de nieuwe Duitse deelstaten, waar de groei in de eerste jaren na de eenwording hoog was, ook ongeveer op 68-7% van het EU-gemiddelde. De verschillen verdubbelen in omvang met de toetreding van de kandidaatlanden Het is de moeite waard om na te gaan hoe de verschillen binnen de EU zouden zijn als alle kandidaatlanden 5 samen met de 15 lidstaten in ogenschouw worden genomen, al kan op het tijdstip van echte toetreding het BBP per hoofd in de kandidaatlanden groter zijn dan nu, afhankelijk van hun ontwikkeling in de tussenliggende periode en het effect van toetreding zelf. 3 BBP per hoofd (kke), Index, EU26 = Gemiddelde groep Gemiddelde groep 2 Gemiddelde EU L DK IRL NL A B D S UK FIN I F E CY P SI EL CZ HU SK PL EE LT LV RO BG Gemiddelde groep 1 Kandidaten EU15 5 7

6 Er moet daarbij rekening met de grote verschillen tussen de kandidaatlanden worden gehouden, niet alleen wat het BBP per hoofd betreft, maar ook in economische ontwikkeling na de omwenteling, mede door tempo en omvang van de hervormingen in deze periode (zie het kader). Er kunnen dan drie in plaats van twee groepen landen worden onderscheiden in de EU van de 27 (zie Figuur 3). De bestaande lidstaten met uitzondering van Spanje, Griekenland en Portugal, vormen de eerste groep met een BBP per hoofd van 2% boven het nieuwe gemiddelde. De genoemde drie landen vormen samen met Cyprus, de Tsjechische Republiek, Slowenië en bijna zeker ook Malta (al zijn daarvan geen cijfers in kke beschikbaar) de tweede groep met een BBP per hoofd tussen de 68% (de Tsjechische Republiek) en 95% (Spanje) van het gemiddelde van de EU-27, terwijl de resterende acht kandidaatlanden de derde groep vormen met een BBP per hoofd dat weer lager is (gemiddeld slechts 4% van het gemiddelde van de EU-27, al is het 56-58% voor Slowakije en Hongarije). Door de uitbreiding zullen de verschillen op twee manieren toenemen (Tabel 2). In de eerste plaats verdubbelt het bevolkingsdeel in regio s met een BBP per hoofd onder de 75% van het huidige EU-gemiddelde euro per hoofd van 71 miljoen tot 174 miljoen, of van 19% van het totaal van de EU-15 tot 36% van dat van de EU-27 (of tot 26% van de EU-27 als het gemiddelde van die 27 landen wordt genomen, namelijk euro). In de tweede plaats zullen de verschillen in omvang toenemen. Nu ligt het gemiddelde BBP per hoofd in de achterblijvende regio s van de Unie op 66% van het EU-gemiddelde. In de achterblijvende regio s van de kandidaatlanden ligt dat veel lager (op ongeveer 37% van het huidige EU-gemiddelde), waardoor beide groepen regio s tezamen op minder dan de helft van het EU-gemiddelde (47%) uitkomen. Op basis van de huidige gegevens heeft toetreding van de 12 kandidaatlanden als statistisch gevolg dat het gemiddelde BBP per hoofd in de EU met 18% daalt, waardoor 27 regio s met circa 49 miljoen inwoners in de bestaande EU boven de 75% van het Recente economische ontwikkelingen in de kandidaatlanden Het groeipotentieel van de kandidaatlanden is op lange termijn groot en daarvan zullen naar verwachting de huidige lidstaten van de EU in de toekomst profiteren. De economische situatie van de kandidaatlanden in Midden-Europa is in de meeste gevallen sinds het midden van de jaren negentig aanzienlijk verbeterd, maar door de groei van de EU in deze periode is er weinig convergentie in het BBP per hoofd geweest. Tegelijk zijn regionale verschillen binnen de landen eerder groter geworden, vooral tussen de hoofdsteden plus de aan de EU grenzende regio s en de gebieden in het oosten. Toekomstig beleid moet aan deze verschillen aandacht schenken. Hoewel de groei van het BBP in 1999 in de gezamenlijke kandidaatlanden (exclusief Turkije) maar 2,2% was, minder dan in de EU-15, bedroeg deze in vijf ervan (Slowenië, Hongarije, Cyprus, Polen en Malta) meer dan 4%. Los van Roemenië (en Turkije) is de inflatie met 1% per jaar of zelfs minder tamelijk stabiel, al is de relatief langzame daling in Hongarije en Polen nog zorgelijk. De lopende rekening van de betalingsbalans is in sommige landen verbeterd, maar het tekort blijft aanzienlijk in Estland, Letland, Litouwen en Polen. De tekorten zijn voor een groot deel gefinancierd met de instroom van kapitaal in verband met privatiseringen, maar de investeringen in nieuwe duurzame activa zijn in een aantal landen eveneens toegenomen. Ondanks pogingen in de meeste landen om het begrotingstekort te verkleinen, blijft duurzaamheid van de openbare financiën een zorgelijke kwestie. Privatisering van grote bedrijven staat op het punt te beginnen in Hongarije, de Tsjechische Republiek, Estland en Bulgarije, en in mindere mate ook in Letland. In Polen wordt het tempo van privatisering volgehouden, maar is de herstructurering van de ijzer- en staalindustrie en van de landbouw nog maar net begonnen. Privatisering van het bankwezen is voortgezet in de Tsjechische Republiek, Bulgarije, Letland en Slowakije, evenals privatisering van de energievoorziening en de telecommunicatie. De macro-economische situatie in de kandidaatlanden is wisselend, met zowel gunstige (groeipotentieel, directe investeringen uit het buitenland, de groei en verschuiving in de handel en zelfs inflatie), als ongunstige (tekort op de lopende rekening, werkloosheid en begrotingstekort) aspecten. De situatie in deze landen kan echter niet zonder meer worden vergeleken met die in de huidige lidstaten van de EU, gezien hun uitgangspositie en de noodzaak van herstructurering. 8

7 gemiddelde van de 27 landen zouden uitkomen. Hiermee zijn uiteraard de ontwikkelingsproblemen van deze regio s niet opgelost; het laat slechts zien dat hun positie relatief verbetert door de toetreding van regio s die nog slechter af zijn. Er kan dus uit de huidige gegevens worden geconcludeerd dat in een plotseling groter geworden EU van 27 lidstaten het cohesievraagstuk twee keer zo veelomvattend en twee keer zo groot is als thans. Het zal bovendien lange tijd blijven bestaan. Zelfs als de kandidaatlanden harder zouden groeien dan de cohesielanden in de afgelopen tien jaar, dan impliceert het huidige niveau van het BBP per hoofd toch een convergentieproces van tenminste twee generaties. Zelfs met de Ierse groeivoet van de afgelopen tien jaar zou het 2 jaar duren om op 9% te komen van het BBP per hoofd van de EU-15. Regionale verschillen zullen ook verdubbelen met de toetreding De toetreding van de 12 kandidaatlanden heeft vrijwel geen invloed op de samenstelling van de groep regio s met het hoogste BBP per hoofd in de Unie 6, maar verandert de samenstelling en het relatieve inkomensniveau van de regio s met het laagste BBP per hoofd volledig. De onderste 1% in een uitgebreide EU (gerekend in bevolking) bestaat geheel uit de regio s in het oosten van Polen en uit Bulgarije, Roemenië, Litouwen en Letland. Tot de onderste 25% behoren bijna alle regio s in de kandidaatlanden en de meeste in Griekenland, de Azoren en Madeira in Portugal en Andalusië en Extramadura in Spanje. Het valt op dat erg weinig regio s in de huidige EU op de lijst van minst welvarende gebieden in de uitgebreide EU voorkomen. Ook valt op hoe sterk het BBP per hoofd van de onderste 1% is gereduceerd, van 61% van het gemiddelde van de huidige EU tot maar 31% van dat in de uitgebreide EU. Terwijl momenteel alleen Epirus in Griekenland een inkomen heeft van minder dan de helft van het EU-gemiddelde, zouden in een uitgebreide EU ongeveer 79 miljoen mensen in gebieden wonen met een BBP per hoofd lager dan in Epirus. Zoals in het geval van landen is de verhouding in het BBP per hoofd tussen de rijkste regio s en de armste in de uitgebreide EU het dubbele van dat van thans. De top 25% van de regio s in de uitgebreide EU zou een gemiddeld BBP per hoofd hebben van 3,3 keer het gemiddelde van de onderste 25%, tegen een verhouding van 1,9 in de huidige EU. Voor de top 1% in vergelijking met de onderste 1% van de regio s zijn deze getallen 5,3 in de uitgebreide en 2,4 in de huidige EU. Trends in convergentie Het gebruik van verschillende economische modellen om trendmatige regionale ontwikkelingen te onderzoeken kan helpen om de waarschijnlijke toekomstige ontwikkeling aan te geven als de trend niet verandert en als de regionale economie zich blijft gedragen als in het verleden, en om de belangrijkste factoren op te sporen die dienen te veranderen voor convergentie van het BBP per hoofd. Drie belangrijke conclusies kunnen uit deze modellen worden getrokken. In de eerste plaats zal het, wanneer de trendmatige ontwikkelingen niet veranderen, enkele decennia duren voordat de regionale ongelijkheid in de huidige EU is verdwenen. In de tweede plaats is er geen garantie dat zoiets zal gebeuren. Al kan de regionale economie in de loop van de tijd, gegeven de bestaande achtergrond en het bezit van specifieke productiefactoren, naar een eigen evenwichtsniveau van het BBP convergeren, er is geen duidelijke reden waarom dat proces zou leiden tot convergentie naar het EU-gemiddelde in het BBP per hoofd en tot verkleining van de regionale verschillen er in. De enige manier om daar wel zeker van te kunnen zijn is een verandering in achterliggende factoren en relatieve factorcombinaties (van allerlei soorten kapitaalgoederen en verschillende vaardigheden van de beroepsbevolking). Het primaire doel van regionaal beleid en structuurbeleid is nu juist die veranderingen teweeg te brengen. Tabel 2 Kerncijfers voor regio's met een BBP per hoofd onder de 75% van het BBP per hoofd van de EU, 1998 Gebruikte index In EU15 In EU26 EU15= euro EU15= euro EU26 = euro Aantal regio's onder de 75% Bevolking in die regio's (x 1 miljoen) Bevolkingsaandeel in EU15/27 19% 36% 26% Gemiddeld BBP/hoofd (kke) van regio's onder de 75% EU26 exclusief Malta Bron: Eurostat, berekeningen van DG REGIO 9

8 In de derde plaats is het van groot belang voor convergentie van regio s naar het EU-gemiddelde in BBP per hoofd, dat verschil in menselijk kapitaal d.w.z. in de vaardigheden van de beroepsbevolking verdwijnen, of in ieder geval veel kleiner worden. Dit vereist weer dat onderwijsstelsel en opleiding in achterblijvende regio s worden verbeterd en de toegankelijkheid ervan wordt vergroot, evenals dat bedrijven het potentieel aan kwaliteit beter benutten en dat ze zich sneller aanpassen aan technologische en organisatorische veranderingen. Het BBP en andere kerncijfers van de regionale economie Het BBP per hoofd gemeten in koopkrachteenheden (kke) is de belangrijkste indicator van het peil van economische ontwikkeling van regio s en van verschillen daarin. Dat is met unanieme instemming van de lidstaten vastgelegd in de regelgeving van de structuurfondsen en in artikel 87(3)a van het Verdrag over het mededingingsbeleid. Het wordt eveneens gebruikt door diverse internationale instellingen (waaronder de Wereldbank, het IMF, de OECD en de VN) en door universiteiten en onderzoeksinstellingen, centrale banken en private ondernemingen als dé maatstaf van economische ontwikkeling. De redenen hiervoor zijn de volgende: - Het BBP is bijna per definitie de beste maatstaf van regionale productie. - Los van problemen met de pendel, die maar in een paar gevallen belangrijk zijn, en van het inkomen uit vermogen, is het een goede benadering van het regionale inkomen vóór collectieve en individuele overdrachten. Voor cohesie-doeleinden is het belangrijk, althans in eerste instantie, te beschikken over een maatstaf van regionaal inkomen dat ter plekke is gevormd, zonder overdrachten van of naar andere gebieden. Om een voor de hand liggend voorbeeld te geven: een regio met een laag niveau van productie kan een veel hoger uiteindelijk inkomen hebben vanwege hoge sociale uitkeringen, maar blijft desondanks minder ontwikkeld. - Het BBP per hoofd is statistisch gezien betrouwbaar en kan meestal gemakkelijk op regionaal niveau voor een redelijke reeks van jaren worden verkregen. - Aangezien prijsniveaus bij gegeven wisselkoersen sterk verschillen tussen landen moet daarvoor worden gecorrigeerd om de werkelijke beschikking over goederen en diensten met een bepaald geldbedrag te meten. Dat gebeurt door het BBP in koopkrachteenheden (kke) uit te drukken. Op dit moment is de kke-correctie gebaseerd op het nationale prijsniveau en blijven regionale prijsverschillen dus buiten beschouwing. Die kunnen echter aanzienlijk zijn, zeker waar grote inkomensverschillen tussen regio s bestaan. De kosten van levensonderhoud in het noorden van Italië zijn bijvoorbeeld veel hoger dan in het zuiden. In principe zou hiervoor moeten worden gecorrigeerd bij het berekenen van het BBP per hoofd. Ondanks de bruikbaarheid van het BBP per hoofd in kke kunnen ook andere kerncijfers van de regionale economie worden gebruikt (zie Tabel A.4). 1

9 Veranderingen in de tijd van het BBP per hoofd in kke Er moet rekening mee worden gehouden dat het BBP per hoofd in kke niet alleen in de ene economie sneller kan groeien dan in de andere door verschil in reële groei van het BBP (de zogenaamde reële convergentie), maar ook door verandering van prijsverhoudingen. Dit compliceert de analyse in de tijd voorzover een relatief hoger BBP per hoofd door een verlaging van het relatieve prijsniveau of een nieuwe berekening voor de kke-correctie andere implicaties kan hebben dan wanneer relatieve groei van het reële BBP de oorzaak is. Het BBP zonder kke-correctie : grotere ongelijkheid maar het zelfde patroon Het eenvoudigste alternatief vormt het BBP per hoofd in euro s in plaats van in kke. Dit geeft de marktwaarde van de productie in elke regio, maar niet het reële inkomen (zie Kaart A.2). Hiermee nemen de verschillen tussen regio s toe. Aangezien het prijsniveau positief gecorreleerd is met de rijkdom van een regio, wordt een laag BBP per hoofd in arme regio s enigszins gecompenseerd door lagere kosten van levensonderhoud. Het meest in het oog springt de afwijking in regio s waar het BBP per hoofd veel groter of kleiner is dan het EU-gemiddelde. Voor heel Portugal zakt de grootheid van 76% van het EU-gemiddelde (in kke) naar krap 5%, nog minder dan voor Griekenland. Aan de andere kant is in Zweden en Denemarken, waar de kosten van levensonderhoud heel hoog zijn, het BBP per hoofd groter wanneer het in euro s wordt gemeten (23% groter in Denemarken). Wanneer de vergelijking wordt uitgebreid tot de kandidaatlanden, blijkt hun gemiddelde BBP per hoofd te dalen van 38% van het EU-gemiddelde in kke tot krap 16% in euro s. Het laagste BBP per hoofd wordt gevonden in gebieden in het oosten. Zelfs in Slowenië is het BBP per hoofd in euro s maar weinig meer dan 45% van het EU-gemiddelde, terwijl dat in kke bijna 71% is. BNP: met inbegrip van inkomensoverdrachten Zoals vermeld heeft het BBP het voordeel dat er geen inkomensoverdrachten in zitten en het in een economie gegenereerde inkomen er mee wordt gemeten. Overdrachten zijn echter niet beperkt tot herverdelingen, maar bevatten ook andere betalingen en ontvangsten van zowel personen als bedrijven, die het inkomen dat voor besteding beschikbaar is sterk kunnen veranderen. Overmakingen van gastarbeiders zijn in het verleden een belangrijke inkomensbron geweest in enkele landen en regio s (bijvoorbeeld in Zuid-Italië), terwijl in het buitenland gemaakte winsten of aan een regio onttrokken winsten even belangrijk zijn voor sommige gebieden. Deze inkomensstromen met het buitenland zitten in de maatstaf van het Bruto Nationaal Product of het BNP. Helaas zijn er in de EU geen gegevens beschikbaar van het BNP per regio, voornamelijk door problemen bij het meten van inkomensstromen op dit niveau. Wel is het BNP op nationaal niveau beschikbaar en dat verschilt voor sommige lidstaten van het BBP. Met name voor Ierland, waar het BNP 13% lager is dan het BBP door de omvang van de winsten van buitenlandse bedrijven (deze winsten behoeven niet in Ierland te blijven, al worden ze ook niet noodzakelijkerwijs aan het land onttrokken). In 1999 was in Ierland dientengevolge het BNP in kke gemeten onder het EU-gemiddelde, terwijl het BBP er flink boven lag. Om dezelfde reden lag het BNP in Luxemburg flink onder het BBP, bijna 1%. In de resterende lidstaten was het verschil tussen BNP en BBP maar 2% of minder, met uitzondering van Griekenland waar inkomsten uit het buitenland bijna 3% aan het BNP bijdroegen. Mediane consumptie: een indicator van de levenstandaard van het gemiddelde huishouden Mediane consumptie per hoofd, gemeten in kke, is een andere bruikbare indicator. Deze wordt ontleend aan budgetonderzoek van huishoudens en er worden de door gezinshuishoudingen geconsumeerde goederen en diensten mee gemeten, in plaats van de in de regio geproduceerde. In tegenstelling tot het BBP zitten hier dus importen in, maar geen exporten, hetgeen op regionaal niveau veel verschil kan uitmaken. Inkomensstromen naar het buitenland, zo belangrijk in het geval van Ierland, zijn impliciet uitgesloten. Aangezien de inkomensverdeling meestal nogal scheef is, is het mediane inkomen lager dan het gemiddelde inkomen en illustratiever voor de typische gezinshuishouding. Omdat de consumptie meer bij het inkomen achterblijft naarmate de economische groei groter is, zal de mediane consumptie in het algemeen achterlopen op het BBP per hoofd bij convergentie. Deze indicator is echter voor de EU niet op regionaal niveau beschikbaar. Wel is het interessant nationale vergelijkingen te maken. Portugal heeft het laagste niveau met een mediane consumptie van maar 58% van het EU-gemiddelde, voornamelijk door de scheefheid van de inkomensverdeling. De beide andere cohesielanden Griekenland en Spanje hebben echter ongeveer een gelijk niveau van mediane consumptie en BBP per hoofd in verhouding tot de rest van de EU. 11

10 Groenrekeningen: dichter bij realisatie, maar nog niet operationeel Tenslotte vormen groenrekeningen een belangwekkend begrip. Hierin wordt geprobeerd milieukosten in economische grootheden te verdisconteren. Het argument voor groenrekeningen is dat met de gebruikelijke grootheid van het BBP tegen marktprijzen geen rekening wordt gehouden met het opraken van natuurlijke voorraden en andere milieukosten van de productie en daarmee samenhangende activiteiten 7. Groenrekeningen zijn dus een poging om de werkelijke kosten in beeld te brengen van het verlies aan schaarse hulpbronnen en de toegebrachte schade aan de omgeving door productie, en daarvan expliciete schattingen op te nemen in de berekening van het BBP, bijvoorbeeld in de vorm van de kosten van ontwikkeling van alternatieve hulpbronnen of van milieureiniging. De problemen bij het toekennen van een geldswaarde aan grotendeels immateriële zaken zijn echter groot en tot nu toe zijn er geen algemeen geaccepteeerde schattingen gemaakt van een groen BBP. Een bescheidener aanpak is het schatten van de geproduceerde vervuiling door bepaalde sectoren, of het onderscheiden van uitgaven voor het milieu, en deze op de bestemde plaats als een soort bijlage aan de nationale rekeningen toe te voegen. Dit zal echter toch betekenen dat zulke schattingen als bijproduct van BBP-berekeningen worden beschouwd. De Commissie is voor een tussenoplossing van satellietrekeningen voor bepaalde voorraden, zoals bossen, minerale voorraden, watervoorraden en kwaliteit van de lucht. Waar mogelijk wordt een waarde in geld berekend voor bepaalde aspecten van een voorraad, zoals de waarde van bossen voor de houtproductie of voor de geboden recreatie, of voor de kosten van waterzuivering tot een bepaalde norm. Indien dat niet lukt, worden fysieke grootheden berekend, zoals de uitstoot van CO 2. Samenwerking in de afgelopen drie jaar tussen de DG s Regionaal beleid en Milieu en Eurostat binnen de Commissie en met verschillende nationale bureaus van statistiek 8 heeft als resultaat opgeleverd dat een veelomvattende dataset over het milieu wordt gemaakt met een classificatie van verschillende soorten voorraden, al ontbreekt er nog veel op het punt van geldelijke waardering. Het levert enkele verrassende uitkomsten op. Zo zijn de bossen in de EU (geschat op ongeveer 4 miljard euro) twee keer zoveel waard als alle olie- en gasreserves (circa 2 miljard euro). En daarbij is alleen gekeken naar de houtproductie; het bedrag zou veel hoger zijn als ook met de intrinsieke waarde of met de waarde ontleend aan recreatie wordt rekening gehouden. Dit is in overeenstemming met schattingen van de Wereldbank 9 dat zelfs in rijke landen de natuurlijke voorraden in totaal gemiddeld even veel of meer waard zijn dan de kapitaalgoederenvoorraden aan gebouwen of machines. Het is echter nog veel werk om deze schattingen te vervolmaken. Volgens de planning zullen ze geleidelijk meer systematisch en regelmatiger worden geproduceerd en moet een consistente tijdreeks ontstaan. Een regionale verdeling is echter nog erg ver weg. 1 In het eerste cohesierapport en in de vijfde en zesde periodieke verslagen werden de 1 en 25 regio s in de top en de staart van het klassement vergeleken om de verschillen weer te geven. Aangezien de NUTS regio s echter in omvang uiteenlopen kan dit een vertekening in de tijd geven als de bevolking van de betreffende regio s sterk verandert. Dit speelt te meer door de toevoeging van de kandidaatlanden, die het aantal NUTS-2 regio s vergroot tot 26. De cijfers in de tekst hebben daarom betrekking op de regio s met het hoogste of met het laagste BBP per hoofd, die samen 1% of 25% van de bevolking van de EU uitmaken. 2 Dit zijn regio s die volgens Eurostat een relatief hoog of laag BBP per hoofd hebben door pendel, zodat gevallen waarin het BBP voor een groot deel wordt geproduceerd door personen die buiten de regio wonen, of waar inwoners hun inkomen voor een groot deel elders verdienen, zijn uitgesloten. Zie Eurostat (2) Statistics in focus, theme 1, 1/2. 3 Voor een deel is dat het gevolg van inkomende pendel; van het feit dat personen die aan het BBP bijdragen niet meetellen in de bevolking. 4 Zie het kader in paragraaf 1.1 van het Zesde periodieke verslag voor meer uitleg over dit effect. 5 Dit zijn Estland, Letland, Litouwen, Polen, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Hongarije, Slowenië, Roemenië, Bulgarije, Cyprus en Malta. 6 Met als uitzondering Praag, waar het hoge BBP per hoofd vrijwel zeker een gevolg van pendel is. 7 Voor meer literatuur over theorie en praktijk van groenrekeningen, zie de Wereldbank(1996) Green national accounts: policy uses and empirical experience. 8 Zie Eurostat (1999) Towards environmental pressure indicators for the EU and Eurostat (forthcoming) Towards an environmental accounting framework for the EU. 9 World Bank (1995) Monitoring environmental progress. 12

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie Productiviteit, concurrentiekracht en economische ontwikkeling Concurrentiekracht wordt vaak beschouwd als een indicatie voor succes of mislukking van economisch beleid. Letterlijk verwijst het begrip

Nadere informatie

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Lees ter voorbereiding de volgende teksten en bekijk de vragen en antwoorden van de quiz. De juiste antwoorden zijn vetgedrukt. Wat wil en doet

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers EDITIE 2007 [ ] De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers OK 2 Final DOS FICHES.qxd 19/12/07 17:34 Page 1 Territoriale besturen % 8 25 0,0 0,04 1 ste niveau 2 de niveau 3 de niveau Federale

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2017 (OR. en) 9046/17 ADD 1 EF 97 ECOFIN 351 AGRIFIN 50 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 8 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

Onderzoek gunstige prijsligging.

Onderzoek gunstige prijsligging. Onderzoek gunstige prijsligging. BMW 3 Serie Model 320D. 22 Eu-Lidstaten. Jordy Reijers Marketing/Onderzoek P van. Prijs 1 Inhoud Opgave Onderzoek informatie over Eu landen Welke landen hanteren de euro?

Nadere informatie

Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009

Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009 Lokaal en regionaal Europa Kerncijfers 2009 Editie 2010 / 2011 Sociaaleconomische gegevens Oppervlakte (km 2 ) Inwoners (duizend) (miljard ) /inw. () 2009/2008 ( in volume) België 30 528 10 790 339,2 31

Nadere informatie

Europese feestdagen 2019

Europese feestdagen 2019 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 01-02

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O14 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O14 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Deel 1 Cohesie, concurrentievermogen, werkgelegenheid en groei Situatie en trends

Deel 1 Cohesie, concurrentievermogen, werkgelegenheid en groei Situatie en trends Deel 1 Cohesie, concurrentievermogen, werkgelegenheid en groei Situatie en trends Inhoudsopgave Economische en sociale cohesie... 2 Territoriale cohesie... 27 Factoren die de groei, de werkgelegenheid

Nadere informatie

Europese feestdagen 2018

Europese feestdagen 2018 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-01 02-01 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03

Nadere informatie

1.2 Sociale cohesie. Werkgelegenheid en werkloosheid. Werkloosheid en de arbeidsmarkt

1.2 Sociale cohesie. Werkgelegenheid en werkloosheid. Werkloosheid en de arbeidsmarkt De laatste drie jaar is de werkgelegenheid in de Unie sterk gegroeid en is zowel de werkloosheid fors afgenomen, als de kans op een baan voor nieuwe toetreders of herintreders toegenomen. De meeste nieuwe

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O16 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O16 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15

SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË ESSOBS DATA 2O15 SOCIALE BESCHERMING IN BELGIË DATA 2O15 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen 20.01.2006-20.02.2006 220 antwoorden. Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 58 26,4% G - Groothandel en kleinhandel; reparatie

Nadere informatie

Europese feestdagen 2017

Europese feestdagen 2017 Januari - Februari - Maart Bestemming Januari Februari Maart Nederland (NL) 01-01 Bestemming Januari Februari Maart België (BE) 01-01 Bosnie en Herzegovina (BA) 01-03 Bulgarije (BG) 01-01 03-03 Denemarken

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

Sociale bescherming in belgië

Sociale bescherming in belgië Sociale bescherming in belgië data 2O13 Ook dit jaar is de FOD Sociale zekerheid verheugd om u de nieuwe editie van de -brochure voor te stellen. Deze geeft u een overzicht van de bijgewerkte cijfers

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II Politiek en Ruimte bron 10 Aandeel van de lidstaten in de handel van de Europese Unie in procenten, 1998 30 % 25 20 22 25 Legenda: invoer uitvoer 15 10 8 8 15 15 10 11 9 9 15 12 5 0 6 5 2 2 1 0 België

Nadere informatie

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

Tabel 1: Economische indicatoren (1) Tabel 1: Economische indicatoren (1) Grootte van de Openheid van de Netto internationale Saldo op de lopende rekening (% economie (in economie (Export + BBP per hoofd, nominaal (EUR) BBP per hoofd, nominaal,

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep. Meander Samenvatting groep 7 Thema 2 Om ons heen Samenvatting Landschappen Landschappen in Europa zijn heel verschillend. Nederland is een heel vlak land. Frankrijk is een land met heuvels en bergen. Zweden

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 13.12.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 334/37 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 11 december 2013 tot wijziging van Besluit 2012/226/EU betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen

Nadere informatie

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november 2006 6,6 197 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Inhoud: Voorwoord 3. - Wat verwachten we van dit werkstuk? - Hoe gaan we het aanpakken?

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 66 (1991) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2014 Nr. 39 A. TITEL Overeenkomst betreffende samenwerking en een douane-unie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten,

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen.

Notatie Toelichting Opmerkingen L 8 cijfers en 1 letter Het eerste cijfer is altijd een 0 (nul) voor personen. FISCALE IDENTIFICATIENUMMERS (FIN's) FIN's per thema: Structuur 1. AT - Oostenrijk 99-999/9999 9 cijfers Het liggend streepje en de schuine streep zijn niet in alle gevallen verplicht (met het oog op de

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2016) Omzetting van wetgeving Verleden jaar moesten de lidstaten 66 nieuwe richtlijnen omzetten, een sterke toename dus

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan

Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en in september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 22.7.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 189/19 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 19 juli 2010 inzake gemeenschappelijke veiligheidsdoelen, zoals vermeld in artikel 7 van Richtlijn 2004/49/EG van het

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze Profit Europa is een van s werelds meest welvarende regio s en heeft een van de grootste interne markten. Deze positie wordt echter bedreigd door de snelle opkomst van Azië, maar ook door het steeds groter

Nadere informatie

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN? 2/09/2008-22/10/2008 Er zijn 329 antwoorden op 329 die voldoen aan uw criteria DEELNAME Land DE - Duitsland 55 (16.7%) PL - Polen 41 (12.5%) DK - Denemarken 20

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2015 tijdvak 2 economie CSE GL en TL GT-0233-a-15-2-b Zelfstandig of niet informatiebron 1 Cijfers Kamer van Koophandel over 2013 Starters 113.823 Bedrijfsbeëindigingen 136.640 informatiebron

Nadere informatie

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 4 Tabel B4.3... 5 Tabel B4.4... 6 Tabel B4.5... 7 Tabel B4.6... 8 Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Door: F. De Smyter en P. Holvoet 1. Geef een correcte omschrijving van de volgende economische begrippen: a) Globalisering:.

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H7 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 7 Europese grenzen? Paragraaf 7.1 Wat

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 49 (1994) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. A. TITEL Overeenkomst inzake Partnerschap en Samen waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese

Nadere informatie

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS

DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS DE EUROPESE VISSERIJ IN CIJFERS De tabellen hieronder tonen basisstatistieken met betrekking tot verschillende gebieden van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), namelijk: de vissersvloten van de

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2016 COM(2016) 70 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het protocol

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT Europees Parlement 2014-2019 Geconsolideerd wetgevingsdocument 13.6.2017 EP-PE_TC1-COD(2016)0186 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 13 juni 2017 met het oog op de

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Betalingsachterstand bij handelstransacties

Betalingsachterstand bij handelstransacties Betalingsachterstand bij handelstransacties 13/05/2008-20/06/2008 408 antwoorden 0. Uw gegevens Land DE - Duitsland 48 (11,8%) PL - Polen 44 (10,8%) NL - Nederland 33 (8,1%) UK - Verenigd Koninkrijk 29

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.8.2017 COM(2017) 412 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige

Nadere informatie

NOTA "A"-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers

NOTA A-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 juni 2002 (07.06) (OR. fr,en,de) 9628/02 PUBLIC LIMITE ELARG 201 NOTA "A"-PUNT van: het Comité van permanente vertegenwoordigers aan: de Raad Betreft: UITBREIDING

Nadere informatie

BBP Inflatie Lopende rekening Werkloosheid Europa 2,0 0,1 0,8 3,3 2,8 2,1 0,4 0,8 1,0

BBP Inflatie Lopende rekening Werkloosheid Europa 2,0 0,1 0,8 3,3 2,8 2,1 0,4 0,8 1,0 Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en in september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen

Nadere informatie

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx Bijlage B4 Werken aan de start Freek Bucx Inhoud Tabel B4.1... 3 Tabel B4.2... 5 Tabel B4.3... 6 Tabel B4.4... 7 Tabel B4.5... 8 Tabel B4.6... 9 Tabel B4.7... 10 Tabel B4.8... 11 Tabel B4.9... 12 Tabel

Nadere informatie

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009 Directoraat-generaal voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, 13 november 2012 DESKRESEARCH EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Onthouding en stemgedrag bij de Europese verkiezingen van 2009

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat België (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 1,1% (laatste verslag: 0,8%) voor het eerst sinds mei 2014 weer in de

Nadere informatie

BIJLAGE PROTOCOL. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE PROTOCOL. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.2.2016 COM(2016) 91 final ANNEX 1 BIJLAGE PROTOCOL bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het

Nadere informatie

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen Algemene directie Communicatie UNIT FOLLOW-UP PUBLIEKE OPINIE 15/09/2008 EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Handleiding registratie losbeweging bij invoer of laadbeweging bij uitvoer pluimvee en konijnen Het is de pluimvee- of konijnenhouder van het beslag van aankomst, respectievelijk vertrek, die verantwoordelijk

Nadere informatie

Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten. Meest innovatieve regio s

Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten. Meest innovatieve regio s Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten Meest innovatieve regio s Het Europese Innovatie Scoreboord op regionaal schaalniveau geeft in 2003 zes regio s aan als de leiders van Europa. Deze zijn

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 0,6 % (laatste verslag: 0,6%) stabiel, nog steeds beter dan het EU-gemiddelde

Nadere informatie

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005 Eens in de drie jaar wordt in de Europese Unie onderzoek verricht naar de publieksopvattingen over biotechnologie. Eind 05 zijn in totaal 25.000 respondenten in de 25 lidstaten van de EU ondervraagd. Hier

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.7.2016 C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.7.2016 betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren

Nadere informatie

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels

Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt. Luc Sels Diagnose van de Vlaamse arbeidsmarkt Luc Sels Luc.Sels@econ.kuleuven.be WSE Conferentie 2008 17 december 2008 1. De evolutie vervat in conjunctuurindicatoren 2. (Prognose van de) werkzaamheid 3. Evolutie

Nadere informatie

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau

Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau Raadpleging van betrokken partijen bij het ontwikkelen van beleid voor kleine ondernemingen op nationaal en regionaal niveau 01.06.2004-30.09.2004 Deel I Achtergrondinformatie Land AT - Oostenrijk 1 (1.4)

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 4 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180 47 (1997) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2004 Nr. 180 A. TITEL Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70 13 (2013) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 70 A. TITEL Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering

Nadere informatie

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Persbericht Auteur: Bertus Buizer, Buizer Advies Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Veredeling en kweek van granen en

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het voorstel voor een. Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.3.2016 COM(2016) 156 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt met betrekking tot

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX COM(2012) 386 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds NL NL MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) 2016/0186 (COD) PE-CONS 25/17 CULT 69 AELE 49 EEE 27 CODEC 867 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN

Nadere informatie

the state of renewable energies in europe

the state of renewable energies in europe HERNIEUWBARE ENERGIE IN EUROPA 12 th EurObserv ER Report the state of renewable energies in europe 2012 12 th EurObserv ER Report Werkgelegenheid en omzet Voor de periode 2005-2010 is de energieproductie

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992 10 (1992) Nr. 13 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 182 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan

Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Prognose IMF voor Midden-Europa en de Balkan Jan Limbeek Twee keer per jaar, in april en in september of oktober, publiceert het IMF zijn World Economic Outlook, waarin het zijn economische verwachtingen

Nadere informatie

9079/17 JVS/bb 1 DGC 2A

9079/17 JVS/bb 1 DGC 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 30 mei 2017 (OR. en) 9079/17 Interinstitutioneel dossier: 2017/0082 (NLE) COEST 99 ELARG 36 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Protocol bij de Partnerschaps-

Nadere informatie

10889/10 VP/mg DG G I

10889/10 VP/mg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig

Nadere informatie

Code Geboorteland Straatnaam

Code Geboorteland Straatnaam Uitwisseling van informatie op grond van artikel 10, eerste lid van de Landsverordening spaarvermogensheffing Info Beneficial owner (1) Data Beneficial owner (2) Naamgegevens(3) Geboortegegevens (4) Adresgegevens

Nadere informatie

11562/08 CS/lg DG H 1 A

11562/08 CS/lg DG H 1 A RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 22 juli 2008 (OR. en) 11562/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0074 (C S) VISA 239 COMIX 554 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD

Nadere informatie

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen

EB71.3 Europese verkiezingen Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt: verdeling mannen/vrouwen Directoraat-generaal Communicatie Directoraat C Betrekkingen met de burgers EENHEID MONITORING PUBLIEKE OPINIE 27/10/2009 EB71.3 Europese verkiezingen 2009 Postelectoraal onderzoek Eerste resultaten: Aandachtpunt:

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 26 (1990) Nr. 15 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 291 A. TITEL Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei

Voor wie verstandig handelt! Gematigde groei Gematigde groei Trendsamenvatting Naam Definitie Scope Conclusie Invloed: Gematigde groei De ontwikkeling in het afzetpotentieel van de belangrijkste afzetmarkten en potentiële groeimarkten. Focus op Europa,

Nadere informatie

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE)

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE) Raad van de Europese Unie Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17 Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE) COLAC 144 WTO 329 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Derde aanvullend protocol

Nadere informatie

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1

Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1 Antwoorden Aardrijkskunde Antwoorden Discovery par. 1 Antwoorden door een scholier 1209 woorden 24 februari 2013 4,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Discovery 1: Noord- Europa IJsland

Nadere informatie

Exportstatistiek Bloemkwekerijprodukten FEBRUARI 2012

Exportstatistiek Bloemkwekerijprodukten FEBRUARI 2012 Exportstatistiek Bloemkwekerijprodukten FEBRUARI 212 NA KRIMP IN FEBRUARI STOKT EXPORT BLOEMEN EN PLANTEN OP KRAPPE PLUS VAN 1% TOT 915 MILJOEN In februari is de exportwaarde van bloemen en planten vanuit

Nadere informatie

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juni 2016 (OR. en) 9586/16 BUDGET 15 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting 2016: Boeking van het overschot van het

Nadere informatie