Vragen en antwoorden over de loonkostensystematiek en FSR

Transcriptie

1 Vragen en antwoorden over de loonkostensystematiek en FSR Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA, 22 december 2017 Inleiding Op 14 november heeft Regieorgaan SIA een informatiebijeenkomst georganiseerd om de notities over de aanpassing van de methodiek van de loonkosten en de aanpassing van de toepassing FSR toe te lichten. Tijdens deze bijeenkomst zijn ook veel vragen van de hogescholen over deze twee onderwerpen beantwoord. In deze notitie hebben we alle besproken vragen en bijbehorende antwoorden verzameld, zodat deze ook beschikbaar zijn voor de hogescholen die niet bij de bijeenkomst aanwezig konden zijn. Mocht u desondanks nog vragen hebben, dan kunt u uiteraard altijd contact opnemen met onderstaande contactpersonen van Regieorgaan SIA: Matthijs Witkam (Matthijs.Witkam@regieorgaan-sia.nl) Shirley Pesik (Shirley.Pesik@regieorgaan-sia.nl) Erwin Devilee (Erwin.Devilee@regieorgaan-sia.nl) Vragen en antwoorden Loonkostensystematiek Vraag 1 Hoe dien je aan te tonen dat de medewerker in de betreffende loonschaal valt? Dit kan op basis van de loonstrook van de betreffende medewerker. Vraag 2 Wat doen we met medewerkers welke geen schaal hebben, maar korttijdelijk worden ingehuurd en betaald via de salarisadministratie en natuurlijk ook uren maken voor projecten? Indien de medewerkers via de salarisadministratie uitbetaald worden, zullen er ook salarisgegevens beschikbaar zijn. Wij gaan er vanuit dat hieruit een bijbehorende schaal afgeleid kan worden. Deze kunt u gebruiken om via de handleiding overheidstarieven het tarief te bepalen. Vraag 3 Onze hogeschool maakt gebruik van medewerkers die naar ons zijn gedetacheerd, maar in loondienst zijn bij een andere werkgever. Indien een medewerker niet enkel gedetacheerd is voor een specifiek project, kan onze hogeschool ze in de projectbegroting opnemen onder de loonkosten hogeschool. Moet dit tegen een tarief uit de HOT-tabel of tegen het tarief incl. btw dat aan onze hogeschool wordt gefactureerd? Indien tegen een tarief uit de HOT-tabel, hoe moet dan de schaal worden bepaald? Het tarief incl. btw, zolang die niet hoger is dan het tarief conform de HOT. Wij gaan ervan uit dat op basis van de detacheringsovereenkomst een bijbehorende schaal afgeleid kan worden. Deze kunt u gebruiken om via de handleiding overheidstarieven het tarief te bepalen. Vraag 4 Kosten studenten: in de RAAK-PRO handleidingen voor SIA-projecten is/was het mogelijk studenten een stagevergoeding te geven volgens de geldende regels van de hogeschool. Is deze vergoeding voor studenten nog steeds subsidiabel? Deze is nog altijd subsidiabel. Wel blijft het maximale tarief van 25 per uur gelden, maar dat was bij de oude RAAK-PRO handleidingen ook al het geval. 1

2 Vraag 5 Kosten studenten: in de oude RAAK-PRO handleidingen voor SIA projecten was het toegestaan maximaal 250 uur per persoon per projectjaar (tegen max tarief 25 per uur) ten laste van het project te brengen. Is deze maximalisatie van 250 uur en 25 per uur nog steeds van toepassing? Ja, deze is nog steeds van toepassing. Vraag 6 Kosten (consortium)partners (kennistoeleveranciers): indien een overige (consortium)partner een hoger tarief van 125 per uur excl. btw in rekening brengt, is dit mogelijk met een maximum van 125 per uur excl. btw? En zijn dan de meerkosten niet subsidiabel? De meerkosten boven de 125 per uur zijn inderdaad niet subsidiabel, aangezien deze conform de bepalingen in de handleiding niet kunnen worden verantwoord als projectkosten. Het is dus ook niet toegestaan deze meerkosten op te voeren in de begroting, ook niet als cofinanciering. Vraag 7 Kosten (consortium)partners (kennistoeleveranciers): indien een overige (consortium)partner een tarief van 125 per uur excl. btw of meer in rekening brengt. Is de in rekening gebrachte BTW (over maximaal 125 per uur) subsidiabel? Ja, de in rekening gebrachte én niet verrekenbare btw (over maximaal 125 per uur) is subsidiabel. Vraag 8 Klopt het dat de HOT alleen geldt voor nieuwe projectaanvragen? Ja. Vrijwillige toepassing is wel toegestaan, na aanvraag hiertoe via een wijzigingsverzoek. Het is hierbij niet noodzakelijk een nieuwe of aangepaste begroting mee te sturen. Het is wel mogelijk dat de programmamanager naderhand nog naar een aangepaste begroting vraagt, als er tevens andere wijzigingen zijn aangevraagd. Het wijzigingsverzoek om de HOT toe te passen, dient per project ingediend te worden. De keuze hierin is vrij: Het is mogelijk om de toepassing van de HOT voor bepaalde projecten wel aan te vragen en dit voor andere projecten niet te doen. Vraag 9 Welke verantwoording is vereist om HOT-tarieven toe te passen in de eindrapportage? HOT-tarieven mogen altijd toegepast worden, hier zijn geen voorwaarden vooraf aan verbonden. Achteraf dient op basis van de loonstrook aangetoond te kunnen worden in welke salarisschaal de betreffende medewerker valt. De salarisschaal leidt tot een tarief. Dit tarief is een maximum. Er is voor de tarieven geen verdere verantwoording noodzakelijk. Het toepassen van een afwijkende, hogere functieschaal is niet toegestaan, alleen het tarief conform de werkelijke salarisschaal van de betrokken medewerker mag worden toegepast. Vraag 10 Wanneer een lopend project gebruik wil maken van HOT (overgangsregeling), hoe moeten we dit dan laten weten? Via een verzoek in ISAAC. De begroting wordt bij het toekennen van een subsidie vastgesteld. Wij werken met wijzigingsverzoeken (waaronder dus de toepassing van de HOT) die een aanvulling zijn op de begroting. We kunnen soms vragen om een aangepaste begroting, om de effecten van de wijziging(en) te beoordelen, maar bij de subsidievaststelling zullen we de realisatie altijd beoordelen op basis van de oorspronkelijk goedgekeurde begroting plus de eventuele wijzigingen hierop. 2

3 Vraag 11 Wanneer een project nog de oude systematiek heeft, wordt deze anders gemonitord dan een nieuw project? De wijze van monitoren staat los van de gebruikte loonkostensystematiek. Vraag 12 Hoe om te gaan met de tarieven van projecten waar onze hogeschool deelnemer is. In de begroting worden andere tarieven gebruikt dan de afgesproken tarieven tussen SIA en onze hogeschool. Welke tarieven hanteren? Bespreek dat binnen het project. De tarieven conform de HOT zijn maximale tarieven. U kunt lagere tarieven te hanteren, bv. als deze in een eerder opgestelde begroting worden gebruikt. Als de tarieven in dat project lager zijn, dan mag u deze lagere tarieven blijven hanteren. Zijn de gebruikte tarieven hoger, dan kunt u de oude systematiek voor dit project blijven toepassen, maar zult u wel per jaar deze moeten onderbouwen conform de toegepaste methodiek. Vraag 13 Hoe om te gaan met HOT-tarieven bij meerjarige projecten? Bij meerjarige projecten worden de tarieven uit de handleiding van het desbetreffende jaar gebruikt. Daardoor wordt voor alle projecten in een jaar de handleiding voor dat jaar gebruikt. Bij de begrotingsopstelling voor een meerjarig project zijn in de aanvraagfase de tarieven uiteraard nog niet bekend voor de toekomstige jaren. Het is aan de hogeschool zelf om te kiezen tussen wel of geen indexatie van tarieven. Uiteindelijk zijn de handleidingen voor de betreffende jaren leidend. In de realisatie moet dus gebruik gemaakt worden van de handleidingen van de jaren waarin de uren zijn gerealiseerd. Dat was in de oude situatie (werkelijke kosten c.q. integrale loonkostensystematiek) echter ook al het geval. Vraag 14 De HOT wordt jaarlijks geactualiseerd. Daarbij worden de tarieven in de HOT-tabel geïndexeerd. Moeten bij een project van bijvoorbeeld 3 jaar de loonkosten in de eindrapportage worden verantwoord tegen de jaarlijks geactualiseerde HOT-tabel (dus voor ieder projectjaar andere tarieven) of tegen de tarieven uit de bij toekenning goedgekeurde begroting? Bij meerjarige projecten worden de tarieven uit de handleiding van het desbetreffende jaar gebruikt. Daardoor wordt voor alle projecten in een jaar de handleiding voor dat jaar gebruikt. Bij de begrotingsopstelling voor een meerjarig project zijn in de aanvraagfase de tarieven uiteraard nog niet bekend voor de toekomstige jaren. Het is aan de hogeschool zelf om te kiezen tussen wel of geen indexatie van tarieven. Uiteindelijk zijn de handleidingen voor de betreffende jaren leidend. De handleiding overheidstarieven voor het komende jaar (jaar t+1) wordt over het algemeen in het najaar van het huidige jaar (jaar t) gepubliceerd. Vraag 15 In de HOT wordt uitgegaan van 1327 productieve uren per mensjaar. Deze berekening gaat uit van werkbare dagen per jaar, vakantie-uren, ziekte-uren en indirecte productieve uren (12%). In de HOT 2017 staat: Zo nodig kan voor de eigen situatie van een ander aantal productieve uren worden uitgegaan (p.10). Betekent dit dat iedere hogeschool een aparte berekening mag opstellen voor de productieve uren, gebaseerd op de individuele gegevens per hogeschool? Dat is mogelijk. Het is echter niet de bedoeling de hele berekening van de uurtarieven opnieuw uit te voeren. Die tarieven blijven conform tabel 2. De berekening van het aantal productieve uren per mensjaar kan dus wel anders opgesteld worden. Het percentage, zoals gebruikt in de HOT, is meer een stelpost. Op het moment dat iemand in een jaar niet ziek is, is het logisch dat deze meer 3

4 productieve uren kan maken. In de realisatie kunnen ook alleen directe, voor het project gemaakte uren worden verantwoord. Ziekte-uren kunnen dus niet opgevoerd worden. De handleiding overheidstarieven is gebaseerd op de BBRA, niet op de cao hbo. Uit ons voorbereidend onderzoek is gebleken dat de cao hbo en de BBRA in grote lijnen verenigbaar zijn en daarom achten wij de handleiding ook toepasbaar op het hbo. De toegevoegde waarde van de HOT zit hem met name in de standaardisatie van de tarieven en het verminderen van de complexiteit en arbeidsintensiviteit, zoals bij de methodes werkelijke kosten en de integrale loonkostensystematiek. Vraag 16 Wanneer moet de kolom 'kosten-plus tarief incl. btw' worden gehanteerd? Het gebruik van de kolom 'kosten-plus tarief' is voor programma's van SIA niet toegestaan. Dit geldt zowel voor de kolom incl. als excl. btw. Uitsluitend de kolom Kostendekkend tarief per uur in tabel 2 van de HOT is toegestaan. Vraag 17 In HOT-tabel 2.2 (integrale loonkosten) is een kolom overhead opgenomen. Vallen uren in het kader van projectorganisatie en projectadministratie onder de kolom overhead of kunnen deze uren in de begroting als directe uren worden meegenomen? Rechtstreeks aan de uitvoering van het project toe te rekenen kosten kunnen meegenomen worden. Uren voor projectorganisatie en projectadministratie, zoals het opstellen van (financiële) rapportages en organiseren van meetings (ruimtes, catering, planning) kunnen dus als kosten opgevoerd worden. Doorbelasting van kosten voor werkplekken, ondersteuning van P&O en kosten voor gas en elektra bijvoorbeeld weer niet. Vraag 18 In de Handleiding van RAAK-MKB staat bij de toelichting over eventueel gebruik van lagere uurtarieven: Alleen consistente toepassing is vereist. (p. 9) Wat wordt hiermee bedoeld? Het is niet de bedoeling dat er voor elke individuele medewerker apart bepaald wordt welke uurtarief wordt toegepast, indien dit lager is dan de tarieven conform de HOT. Vergelijkbare medewerkers dienen vergelijkbare tarieven conform een consistente methodiek te hebben. Dezelfde medewerkers kunnen niet voor verschillende projecten voor verschillende tarieven ingezet worden. Vraag 19 Welk tarief wordt gebruikt? Kostendekkend tarief per uur (zie bv. Handleiding RAAK-MKB najaar 2017) of Kosten-plus tarief waar in eerdere powerpoint van SIA over werd gesproken? Het kostendekkend tarief per uur. Per abuis is een eerdere informatiebijeenkomst een onjuiste kolom genoemd, waarvoor onze excuses. In de notitie staat de juiste kolom: Het kostendekkend tarief per uur. Vraag 20 Als hogeschool vallen we niet onder de BBRA, maar onder de CAO Hoger Beroepsonderwijs. Klopt dit? Wat betekent dit voor ons m.b.t. het omgaan met de HOT? Dit klopt. Bij de beleidsvorming van de toepassing van de HOT is ons opgevallen dat de schalen BBRA vrij goed overeenkomen met de schalen van de cao hbo. De toepassing van de HOT is dus ook voor de cao hbo goed toepasbaar. Daarnaast gaat het niet om het één-op-één overnemen van de cao, maar om het standaardiseren van de tarievenstructuur binnen NWO, en om een sterke vereenvoudiging van de totstandkoming van de tarieven. Dat is met de toepassing van de HOT gerealiseerd. 4

5 Vraag 21 Is er een duidelijk controleprotocol beschikbaar voor de accountant? Er is geen apart controleprotocol voor de loonkostensystematiek. In de handleiding van het betreffende programma of de call staan de voorwaarden aangegeven. Uit de verantwoording dient te blijken (en dient door de accountant gecontroleerd te worden) dat aan deze voorwaarden is voldaan. Deze controle dient te geschieden conform het onderwijsaccountantsprotocol, uitgegeven door OCW/EZ. Vraag 22 Welke controles moet de accountant uitvoeren? Welke afspraken maken wij vooraf met de accountant? Het is aan de accountant zelf om de controle zo in te richten dat zij voldoende zekerheid hebben ten aanzien van de volledigheid en de getrouwheid van de verantwoording. De accountant opereert vanuit een onafhankelijke rol, dus kunnen wij geen uitspraken doen hoe die zijn controle moet uitvoeren. In theorie moet het voor de accountant voldoende zijn om de voorwaarden uit de handleidingen van de programma's te volgen, in combinatie met het toepassen van het onderwijsaccountantsprotocol. Als er desondanks nog vragen zijn, dan kan de accountant ook zelf contact met ons opnemen. Vraag 23 Hoe ziet de Handleiding Overheidstarieven 2018 eruit? [Op het moment van de bijeenkomst konden we deze vraag nog niet beantwoorden, omdat we nog niet bekend waren met de HOT Nu dat wel zo is, kunnen we het volgende mededelen.] In het voorjaar van 2017 heeft SIA besloten om over te gaan naar de Handleiding Overheidstarieven als methodiek om de loonkosten te berekenen. Deze aanpassing is enerzijds ingegeven vanuit de wens binnen NWO om de gebruikte systematiek te harmoniseren en anderzijds vanuit de wens binnen SIA om een vereenvoudiging door te voeren in de gehanteerde berekeningsmethodieken. Het kostendekkend tarief per uur is daardoor leidend geworden. Hierbij baseerden we ons op de Handleiding Overheidstarieven van 2017 en de jaren daarvoor. Deze handleiding werd door de jaren heen jaarlijks geïndexeerd. Eind 2017 heeft de Rijksoverheid echter een nieuwe methode gebruikt om de tarieven te bepalen. De grondslag voor de overhead werd opnieuw berekend en de tarieven voor 2018 zijn daardoor lager geworden. De toepasselijke kolom in tabel 2 van de HOT 2018 heet nu Uurtarief productieve uren, ex btw. De herijking wordt in de HOT 2018 toegelicht. Waar de overheid tegenwoordig meer werkt met shared service centers, zijn de kosten van de overhead afgenomen. De geïndexeerde grondslag uit 2005 was hiermee niet langer verdedigbaar. Regieorgaan SIA verwacht dat de overheadkosten (door fusies, shared service centers enz.) bij onderwijsinstellingen ook eerder gedaald zijn dan gestegen ten opzichte van 2005, dus daar zien wij geen grond om van deze loonkostensystematiek af te wijken. Wat ons betreft heeft de Rijksoverheid de wijziging goed onderbouwd en staat hiermee in zijn recht. De wijziging van de tarieven kan voor hogescholen vervelend zijn. Ook de timing van deze wijziging is ongelukkig, net nadat we naar deze systematiek zijn overgestapt. Toch blijven ook de voordelen overeind staan: één tarief binnen NWO, een vereenvoudigde methodiek, lagere administratieve lasten voor de hogeschool en een eenvoudigere controle door de instellingsaccountant. Vragen en antwoorden FSR Vraag 24 Wat zijn de eerste ervaringen vanuit andere hogescholen ten aanzien van de afschaffing van de verplichting van de FSR-tabel? Deze vraag is gesteld aan de hogescholen die aanwezig waren op 14 november. Hieruit bleek dat er nog geen hogescholen waren die al hadden besloten het rapport van bevindingen te gaan gebruiken 5

6 voor boekjaar Op dit moment zijn er dus nog geen concrete ervaringen vanuit andere hogescholen te melden. Wel merken we dat er vooral nog veel onduidelijkheid bij de hogescholen heerst. Wij begrijpen deze onzekerheid. In het najaar vinden de interim controles van de accountant plaats en is het de tijd om de eindejaarscontrole in te richten. Dus ook de vraag: FSR of rapport van bevindingen? komt dan aan de orde. Daarnaast is door OCW in haar nieuwsbrief van juli aangegeven dat er een wijziging zal gaan komen op het onderwijsaccountantsprotocol, maar die wijziging is ten tijde van de informatiebijeenkomst nog niet doorgevoerd. Helaas kunnen wij hierin ook maar beperkt uitspraken doen: SIA heeft in de jaarverslaggeving maar een beperkte rol. Als subsidieverstrekker zijn wij uiteraard gebruiker van een van de accountantsproducten, maar we hebben zelf maar beperkt invloed op de totstandkoming van de wet- en regelgeving hieromtrent. De jaarverslaggeving draait met name om de drie partijen: OCW, de hogeschool en de accountant. Uiteraard is SIA bereid de hogescholen zo goed mogelijk te ondersteunen. Daarom ook deze informatiebijeenkomst. Hiermee hopen wij in ieder geval een deel van de onzekerheid weg te nemen. Helaas zullen we dit waarschijnlijk maar ten dele kunnen doen: De voorgestelde wijzigingen van de FSR moeten door OCW/EZ doorgevoerd worden, wij hebben hier dus maar beperkt invloed op. We merken dat de onzekerheid zich met name richt op het wel of niet toepassen van de FSR voor boekjaar OCW heeft aangegeven de FSR van verplicht naar vrijwillig aan te passen, maar dat kan weer tegenstrijdig werken ten opzichte van de wijziging om de verantwoording van NWOsubsidies voortaan buiten de FSR te houden. Wij hebben deze vraag voorgelegd aan OCW en het antwoord dat wij hebben gekregen is dat de vrijwillige toepassing van de FSR toegestaan is en dat het verplichte karakter komt te vervallen. Dat neemt echter niet weg dat hetzelfde accountantsprotocol voorschrijft dat NWO-subsidies verantwoord dienen te worden middels een rapport van bevindingen (uitzonderingsrapportage). Vanuit Regieorgaan SIA zal voor 2017 hiermee zeker nog soepel worden omgegaan. Zowel de FSR als het rapport van bevindingen zal door ons geaccepteerd worden. Wel raden wij aan zo spoedig mogelijk, na de aanpassing van het accountantsprotocol, over te stappen naar het rapport van bevindingen. Dit is in onze ogen meer toekomstbestendig dan het blijven hanteren van de FSR-tabel. Wij raden de hogescholen tevens aan contact op te nemen met de instellingsaccountant om dit onderwerp voorafgaand aan de eindejaarscontrole, af te stemmen. Vraag 25 Wat komt er in plaats van de FSR-tabel? Het rapport van bevindingen, in de vorm van een uitzonderingsrapportage. Alleen als er uitzonderingen te melden zijn door de accountant, hoeft deze rapportage aangeleverd te worden. De vorm is vrij. Vraag 26 Onze hogeschool wil de FSR-tabel behouden. Kan dat? De ministeries van OCW en EZ gaan over het onderwijsaccountantsprotocol. Nu staat de FSR-tabel in het protocol. De voorgenomen wijziging is dat die verdwijnt en alleen het rapport van bevindingen gebruikt mag worden voor de verantwoording van SIA-subsidies. Uitvoeringsdatum nog niet bekend. Wij volgen deze ontwikkeling. Wat ons betreft zijn de FSR-tabel en het rapport van bevindingen (uitzonderingsrapportage) allebei akkoord voor de verantwoording van onze subsidies van Vraag 27 Wat zijn de consequenties bij het facultatief gebruiken van de FSR? Is het gebruik van de FSR 2017 dan gelijk aan de FSR 2016? Moeten er nog individueel afspraken worden gemaakt met SIA of met de accountant? Gebruik van de FSR is hetzelfde als andere jaren. Er hoeven geen aparte afspraken gemaakt te worden met de accountant. Deze kan zijn controle nog altijd inrichten conform het onderwijsaccountantsprotocol, waarbij de toepassing van de FSR van verplicht naar vrijwillig gaat. Daarnaast staat SIA de toepassing van de FSR nog toe voor

7 Vraag 28 Het rapport van bevindingen is vormvrij, maar welke informatie wil SIA minimaal hebben? Kan SIA een voorbeeld van het rapport van bevindingen aanleveren? Dat is aan de accountant. Als deze materiële afwijkingen constateert, zal de accountant deze rapporteren in het rapport van bevindingen. Wij kunnen ons voorstellen dat de aard, de omvang en de bijbehorende toelichting in ieder geval zullen worden opgenomen. Vraag 29 Betekent het gebruik maken van het rapport van bevindingen, dat je net als bij de FSR 2016, geen individuele accountantsverklaring per project nodig hebt? Dat klopt. We zullen geen individuele accountantsverklaringen per project vragen. Vraag 30 Voor welke projecten is de FSR-tabel nog wel verplicht? Voor projecten waarvan de subsidie vóór 2014 is verleend. Destijds was dat nog door de Stichting Innovatie Alliantie. Vraag 31 In de notitie wordt aangegeven dat voor de SIA-projecten een tolerantiegrens van 3% geldt bij opname in de algehele jaarrekeningcontrole. Is het zo dat vanwege deze separate tolerantiegrens de accountant alsnog genoodzaakt is om de SIA-projecten uit de jaarrekening te lichten en daarop een steekproef los te laten? Helemaal wanneer de tolerantiegrens van de algehele jaarrekeningcontrole hoger is? Wij zijn zelf geen accountant en deze vraag gaat erg diep in op de inrichting van de controle. We kunnen ons antwoord dan ook niet met volledige zekerheid geven. We nemen aan dat de accountant de SIA-projecten controleert, mogelijk via een steekproef. Mocht deze afwijkingen tegenkomen, dan is de controletolerantie 3% van de totale gecontroleerde massa van de SIA-projecten. Vraag 32 Wat betekenen de veranderingen voor de verantwoording van de projectkosten van de externe partijen voor de penvoerende hogeschool? En de verhouding hierin met andere hogescholen, gezien hun uitzonderingspositie? Iedere hogeschool verantwoordt haar eigen deel van de subsidie. Projectkosten van externe partijen worden niet meer verantwoord in de jaarverantwoording. Dit gaat uiteraard alleen om de jaarverslaggeving van de hogeschool. In de eindrapportage van een individueel project dient u uiteraard alle projectkosten inzichtelijk te maken. Vraag 33 Nu het FSR model optioneel is geworden ben ik met name benieuwd naar de reactie van SIA voor wat betreft de gewenste wijze van verantwoorden van de subsidie in de jaarstukken. Zie boven. De FSR wordt vervangen door het rapport van bevindingen. Wij kunnen wel aangeven dat wij minder gelukkig zijn met de uitzonderingsrapportage. Liever zouden wij altijd een rapport van bevindingen ontvangen, niet alleen als er uitzonderingen te melden zijn. Nu kunnen wij namelijk de volledigheid lastig checken. Krijgen wij een rapport niet omdat er niets te melden is of omdat wij het rapport gewoonweg niet aangeleverd hebben gekregen? Verder kunnen wij ons goed vinden in de afschaffing van de FSR. De tabel was in onze ogen bewerkelijk en omringd met vragen. We hopen dat de jaarverantwoording met het rapport van bevindingen duidelijker en inzichtelijker wordt. 7

8 Vraag 34 Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen in het vooruitzicht? Ten aanzien van de financiële bepalingen niet op korte termijn. Wel blijven we in overleg met OCW en NWO om de invoering van het rapport van bevindingen te monitoren. 8