GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, C(2014) 5087 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 978/2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties NL NL

2 TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING Het EU-stelsel van algemene tariefpreferenties ("SAP") heeft ontwikkelingslanden sinds 1971 gesteund in hun streven armoede terug te dringen en goed bestuur en een duurzame ontwikkeling te bevorderen door hun een preferentiële toegang te verlenen tot de EU-markt en hen zo te helpen via de internationale handel extra inkomsten te verwerven. Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad 1 ("de SAP-verordening") bepaalt het wettelijk kader voor de uitvoering van het SAP. Het is ontworpen om de SAP-preferenties te richten op de meest behoevende ontwikkelingslanden: de minst ontwikkelde landen (MOL's) en andere landen met lage of middellage inkomens, als afspiegeling van het huidig economisch en handelslandschap op mondiaal niveau. De lijst van SAP-begunstigden is vastgesteld in bijlage II bij de SAP-verordening. Bijlage II is voor het laatst gewijzigd door Verordening (EU) nr. 1421/2013 2, die Verordening (EU) nr. 154/ heeft vervangen. Krachtens artikel 5, lid 2, van de SAP-verordening moet de Commissie bijlage II per 1 januari van elk jaar herzien. De algemene doelstelling is ervoor te zorgen dat SAP wordt verleend aan alle ontwikkelingslanden die zich in een soortgelijk stadium van economische ontwikkeling bevinden en die gemeenschappelijke ontwikkelingsbehoeften hebben. Bij de herziening moet rekening worden gehouden met de veranderingen in de economische, ontwikkelings- of handelssituatie van de begunstigde landen. Bij de uitvoering van de herziening moet de Commissie ook voorzien in een specifieke termijn voor het begunstigde land en de marktdeelnemers om zich aan te passen aan de herziene status van het land in het kader van de SAP-regeling. De criteria om voor de status van SAP-begunstigde in aanmerking te komen, zijn vastgelegd in artikel 4 van de SAP-verordening. In artikel 4, lid 1, onder b), van de SAP-verordening is bepaald dat SAP-preferenties niet worden uitgebreid tot ontwikkelingslanden die profiteren van een preferentiële markttoegangsregeling met de Europese Unie, die ten minste hetzelfde niveau van tariefpreferenties biedt als het SAP voor vrijwel alle handel. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad 4 profiteren onder andere de volgende landen van een preferentiële markttoegangsregeling met de Unie: de Republiek Botswana, de Republiek Kameroen, de Republiek Ivoorkust, de Republiek Fiji-eilanden, de Republiek Ghana, de Republiek Kenia, de Republiek Namibië, en het Koninkrijk Swaziland. De bovengenoemde landen staan derhalve niet in de lijst van SAP-begunstigden van bijlage II bij de SAP-verordening. Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 527/2013 zullen de preferenties die zijn ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 op 1 oktober 2014 vervallen. Daarom zullen de bovengenoemde landen op 1 oktober 2014 niet langer profiteren van een preferentiële markttoegangsregeling die ten minste hetzelfde niveau van tariefpreferenties biedt als het SAP. Bijgevolg zal artikel 4, lid 1, onder b), van de SAP-verordening niet langer van toepassing zijn en moeten deze landen, in overeenstemming met hun status, worden behandeld in het kader van de SAP-wetgeving PB L 303 van , blz. 1. PB L 355 van , blz. 1. PB L 48 van , blz. 1. PB L 348 van , blz. 1. NL 2 NL

3 De Republiek Kameroen, de Republiek Ivoorkust, de Republiek Fiji-eilanden, de Republiek Ghana, de Republiek Kenia en het Koninkrijk Swaziland komen in aanmerking voor SAP en voldoen aan de vereisten van artikel 4 van de SAP-verordening om begunstigde landen te worden van de algemene SAP-regeling. Dienovereenkomstig dienen de bovengenoemde landen per 1 oktober 2014 te worden opgenomen in bijlage II bij de SAP-verordening. In artikel 4, lid 1, onder a), van de SAP-verordening is bepaald dat een land dat gedurende drie opeenvolgende jaren door de Wereldbank als hoge of hogere middeninkomensland is ingedeeld, niet voor de algemene SAP-regeling in aanmerking komt. De Republiek Botswana en de Republiek Namibië zijn door de Wereldbank ingedeeld als hogere middeninkomenslanden in 2011, 2012 en Bijgevolg voldoen de Republiek Botswana en de Republiek Namibië niet meer aan de criteria om te kunnen profiteren van de algemene SAP-regelingen. Artikel 4, lid 3, van de SAP-verordening bepaalt echter dat de bepalingen inzake de classificatie van hoge of hogere middeninkomenslanden van artikel 4, lid 1, onder a), tot 21 november 2014 niet van toepassing zijn voor een land dat vóór 20 november 2012 een bilaterale overeenkomst inzake preferentiële markttoegang met de Unie heeft geparafeerd. De Republiek Botswana en de Republiek Namibië hebben vóór 20 november 2012 een dergelijke bilaterale overeenkomst inzake preferentiële markttoegang met de Unie geparafeerd, maar nog niet toegepast. Derhalve zal artikel 4, lid 1, onder a), pas vanaf 21 november 2014 worden toegepast. Krachtens artikel 5, lid 2, onder a), van de SAP-verordening is het besluit om een land van de lijst van begunstigde landen te schrappen van toepassing vanaf één jaar na de datum van de inwerkingtreding van dat besluit. De verwijdering van de Republiek Botswana en de Republiek Namibië van de lijst van begunstigde landen wordt derhalve met ingang van 22 November 2015 van kracht. Om echter te zorgen voor een actualisering die overeenstemt met de jaarlijkse actualisering van bijlage II bij de SAP-verordening dient de verwijdering van deze twee landen plaats te vinden op 1 januari De Republiek Botswana en de Republiek Namibië zullen derhalve worden opgenomen in bijlage II bij de SAP-verordening van 1 oktober 2014 tot en met 31 december Op 1 januari 2016 zullen beide landen worden geschrapt uit bijlage II en zullen zij niet langer in aanmerking komen voor de algemene SAP-regeling. 2. RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE VASTSTELLING VAN DE HANDELING In overeenstemming met lid 4 van de consensus over gedelegeerde handelingen tussen het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie zijn er passende en transparante raadplegingen over deze gedelegeerde handeling gevoerd, ook met deskundigen. De deskundigengroep van de Commissie inzake het stelsel van algemene preferenties werd geraadpleegd tijdens de vergadering van 21 mei 2014 en via elektronische weg tijdens de maanden mei en juni JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING Artikel 5, lid 3, van de SAP-verordening verleent de Commissie de bevoegdheid gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage II bij die verordening te wijzigen. De volgende wijzigingen van bijlage II worden voorgesteld: NL 3 NL

4 De Republiek Kameroen, de Republiek Ivoorkust, de Republiek Fiji-eilanden, de Republiek Ghana, de Republiek Kenia en het Koninkrijk Swaziland moeten met ingang van 1 oktober 2014 worden toegevoegd aan bijlage II bij de SAP-verordening. De Republiek Botswana en de Republiek Namibië moeten van 1 oktober 2014 tot en met 31 december 2015 worden toegevoegd aan bijlage II bij de SAP-verordening. NL 4 NL

5 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 978/2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad 1, en met name artikel 5, lid 3, Overwegende hetgeen volgt: 1) Artikel 4 van Verordening (EU) nr. 978/2012 ("de SAP-verordening") bevat de criteria voor het verlenen van tariefpreferenties in het kader van de algemene regeling van het stelsel van algemene tariefpreferenties ("SAP"). 2) In artikel 4, lid 1, onder a), van de SAP-verordening is bepaald dat een land dat gedurende drie opeenvolgende jaren door de Wereldbank als hoge of hogere middeninkomensland is ingedeeld, niet voor de SAP-preferenties in aanmerking komt. Artikel 4, lid 3, van de SAP-verordening bepaalt echter dat artikel 4, lid 1, onder a), tot 21 november 2014 niet van toepassing is voor landen die vóór 20 november 2012 een bilaterale overeenkomst inzake preferentiële markttoegang met de Unie hebben geparafeerd. 3) In artikel 4, lid 1, onder b), van de SAP-verordening is bepaald dat landen die profiteren van een preferentiële markttoegangsregeling die ten minste hetzelfde niveau van tariefpreferenties biedt als het SAP voor vrijwel alle handel, niet in aanmerking komen voor SAP-preferenties. 4) De lijst van begunstigde landen van de algemene SAP-regeling is vastgesteld in bijlage II bij de SAP-verordening. In artikel 5 van de SAP-verordening is bepaald dat bijlage II per 1 januari van elk jaar moet worden herzien, teneinde de veranderingen met betrekking tot de criteria van artikel 4 te weerspiegelen. Daarnaast is in dit artikel bepaald dat SAP-begunstigde landen en marktdeelnemers voldoende tijd moeten krijgen om zich op een ordelijke wijze aan te passen aan de veranderde SAP-status van een land. Dienovereenkomstig blijft de SAP-regeling nog een jaar van kracht na de inwerkingtreding van een verandering in de status van een land op grond van artikel 4, lid 1, onder a). 5) Uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1528/ profiteren onder andere de Republiek Botswana ("Botswana"), de Republiek Kameroen ("Kameroen"), de 1 2 PB L 303 van , blz. 1. Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad van 20 december 2007 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst (PB L 348 van , blz. 1). NL 5 NL

6 Republiek Ivoorkust ("Ivoorkust"), de Republiek Fiji-eilanden ("Fiji"), de Republiek Ghana ("Ghana"), de Republiek Kenia ("Kenia"), de Republiek Namibië ("Namibië") en het Koninkrijk Swaziland ("Swaziland") van een preferentiële markttoegangsregeling die ten minste hetzelfde niveau van tariefpreferenties biedt als het SAP. Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder b), van de SAP-verordening zijn deze landen niet opgenomen in bijlage II, omdat zij reeds profiteerden van een dergelijke preferentiële markttoegang. 6) De bovengenoemde landen zijn opgenomen in bijlage I bij de SAP-verordening als landen die in aanmerking komen voor het SAP. 7) Uit hoofde van Verordening (EU) nr. 527/2013 vallen Botswana, Kameroen, Ivoorkust, Fiji, Ghana, Kenia, Namibië en Swaziland met ingang van 1 oktober 2014 niet langer onder de markttoegangsregeling van Verordening (EU) nr. 1528/2007. Deze landen zijn voor SAP in aanmerking komende landen als bedoeld in artikel 2, onder c), van de SAP-verordening en voldoen vanaf 1 oktober 2014 aan de criteria van artikel 4 van de SAP-verordening. Derhalve dienen deze landen met ingang van 1 oktober 2014 te worden opgenomen in bijlage II bij de SAP-verordening. 8) Botswana en Namibië zijn in 2011, 2012 en 2013 door de Wereldbank ingedeeld als hogere middeninkomenslanden. Niettemin hebben beide landen vóór 20 november 2012 een bilaterale overeenkomst inzake preferentiële markttoegang met de Unie geparafeerd, maar nog niet toegepast, die ten minste hetzelfde niveau van tariefpreferenties biedt als het SAP. Bijgevolg geldt artikel 4, lid 1, onder a), tot 21 november 2014 niet voor die twee landen. 9) Overeenkomstig artikel 5, lid 2, onder a), van de SAP-verordening, is het besluit om een land van de lijst van begunstigde landen van het SAP te schrappen van toepassing vanaf één jaar na de datum van de inwerkingtreding van dat besluit. Ingevolge artikel 4, lid 3, van de SAP-verordening kan de verwijdering van Botswana en Namibië echter niet van kracht worden vóór 22 november Overeenkomstig de jaarlijkse herziening van bijlage II bij de SAP-verordening dient de verwijdering van Botswana en Namibië uit deze bijlage van kracht te worden op 1 januari Bijgevolg dienen Botswana en Namibië van 1 oktober 2014 tot en met 31 December 2015 te worden opgenomen in bijlage II bij de SAP-verordening, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Wijziging van Verordening (EU) nr. 978/2012 Bijlage II bij Verordening (EU) nr. 978/2012 wordt als volgt gewijzigd: a) de volgende landen en de bijbehorende lettercodes worden ingevoegd in respectievelijk de kolommen A en B: BW CM CI FJ Botswana Kameroen Ivoorkust Fiji NL 6 NL

7 GH KE NA SZ Ghana Kenia Namibië Swaziland b) de volgende landen en de bijbehorende lettercodes worden verwijderd uit respectievelijk de kolommen A en B: BW NA Botswana Namibië Artikel 2 Inwerkingtreding en toepassing Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 1, onder a), is van toepassing met ingang van 1 oktober Artikel 1, onder b), is van toepassing met ingang van 1 januari Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, op Voor de Commissie De Voorzitter José Manuel BARROSO NL 7 NL