MER-BEOORDELINGSNOTITIE (VORMVRIJ)

Transcriptie

1 MER-BEOORDELINGSNOTITIE (VORMVRIJ) INITIATIEFNEMER Coolen VOF Kuilerstraat PA Someren LOCATIE BEDRIJF Eindhovensebaan NB Nederweert

2 MER-BEOORDELINGSNOTITIE (VORMVRIJ) Initiatieflocatie: Eindhovensebaan NB Nederweert Initiatiefnemer: Coolen VOF Kuilerstraat PA Someren Adviseur/contact: FarmConsult Sluisstraat GA Delden farmconsult@forfarmers.eu Projectleider Jan Thijs tel jan.thijs@forfarmers.eu Opsteller J.P. Gelevert han.gelevert@forfarmers.eu Datum: Oktober 2017 Versie 2.0 Disclaimer: FarmConsult aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van resultaten van dit rapport of de toepassing van adviezen.

3 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE PROJECTGEGEVENS M.E.R.-BEOORDELING KENMERKEN VAN HET PROJECT WAARSCHIJNLIJK AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN CONCLUSIES BIJLAGEN M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 1

4 1 PROJECTGEGEVENS 1.1 LOCATIE De activiteit vindt plaats op de locatie Eindhovensebaan 16, kadastraal bekende gemeente Nederweert sectie M nummer(s) De locatie ligt in het buitengebied van Nederweert. Op deze locatie wordt een bestaande vleesvarkenshouderij geëxploiteerd. De locatie is gelegen in het buitengebied van Nederweert. Het bedrijf is vrij gelegen met de dichtstbijgelegen buurman op 186 meter vanaf de dichstbijzijnde stal. Het dichtstbijgelegen dorp is het dorp Ospel op zo n 3 kilometer van het bedrijf. Op 2,3 kilometer van het bedrijf ligt het Natura 2000 gebied De Groote Peel. Dit is M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 2

5 tevens het meest dichtbijgelegen zeer kwetsbaar gebied in het kader van de Wet ammoniak en veehouderij(wav). Het bedrijf is gelegen in een Bufferzone hydrologische gevoelige gebieden. Dit betekent dat bij ontwikkelingen voorwaarden gesteld kunnen worden voor het behoud en herstel van de natte milieuomstandigheden in de natuurgebied de Groote Peel. Tevens is het bedrijf gelegen in een boringsvrije zone. Diet betekent dat ter plaatse van de gronden met de aanduiding Boringsvrije zone geen activiteiten mogen worden ontplooit die strijdig zijn met de bescherming van de bodem en grondwater voor de openbare drinkwatervoorziening. Het gaat dan om activiteiten in de vorm van borningen en roeren van grond die dieper reiken dan 80 meter onder maaiveld. 1.2 ACTIVITEIT De voorgenomen activiteit betreft de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren (onderdeel D14 van de bijlage Besluit milieueffectrapportage). Coolen VOF exploiteert aan de Eindhovensebaan 16 te Nederweert een vleesvarkensbedrijf. Voor deze inrichting is 13 november 2014 een omgevingsvergunning milieu, respectievelijk 22 juni 2017 een milieu neutrale wijziging verleend. Coolen VOF beschikt aan de Kuilerstraat 7 te Someren over een locatie met zeugen en vleesvarkens en met de uitbreiding op de locatie aan Eindhovensebaan 16 is het bedrijf gesloten. Hiervoor worden de vergunde vleesvarkens in stal 4 van 1 m2 op 0,72 m2 gelegd ( groepen groter als 40 stuks ) waardoor er wordt uitgebreid van 3840 naar 5760 vleesvarkens. In stal 1 is het aantal te houden vleesvarkens reeds teruggebracht van 1531 naar 1339 vleesvarkens, zoals ook al is vergund op 22 juni In deze stal worden de jonge vleesvarkens opgevangen voordat zij over de overige stallen verdeeld worden. Gebouw 6 zal worden uitgebouwd, waarna de mestscheider zal worden verplaatst naar deze uitbouw, welke ook zal worden aangesloten op de luchtwasser. De lucht uit de brijvoerkeuken zal niet meer via de luchtwasser worden afgevoerd. In de stallen 1, 2 en 3 wijzigt niets ten opzichte van de reeds vergunde situatie. Zie de plattegrondtekening en de situatieschets in de bijlage. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 3

6 2 M.E.R.-BEOORDELING 2.1 Besluit milieueffectrapportage De m.e.r.-beoordeling is een toets van het bevoegd gezag om te bepalen of er bij een voorgenomen activiteit, die genoemd staat in onderdeel D van het Besluit m.e.r., mogelijke belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden. De m.e.r.-beoordeling is alleen aan de orde bij besluiten. Het bevoegd gezag moet beslissen of bij de voorbereiding van het te nemen besluit een m.e.r.(beoordeling) nodig is. In onderdeel D, kolom 1 van het Besluit m.e.r. staan de activiteiten benoemd waarvoor een m.e.r.- beoordelingsplicht geldt; voor veehouderij is dit D14 De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren. In onderdeel D14 kolom 2 staan bij deze activiteit gevallen (drempelwaarden) genoemd. Onder deze drempels moet een vormvrije m.e.r.-beoordeling uitgevoerd worden. D14: De oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op meer dan: stuks pluimvee (Rav1 cat. E, F, G en J), stuks mestvarkens (Rav cat. D.3), stuks zeugen (Rav cat. D.1.2, D.1.3 en D.3 voor zover het opfokzeugen betreft), stuks gespeende biggen (biggenopfok) (Rav cat. D.1.1), stuks pelsdieren (fokteven) (Rav cat. H.1 t/m H.3), stuks voedsters of 6000 vlees- en opfokkonijnen tot dek leeftijd (Rav cat. I.1 en I.2), stuks melk-, kalf- of zoogkoeien ouder dan 2 jaar (Rav cat. A.1 en A.2), stuks vrouwelijk jongvee tot 2 jaar (Rav cat. A 3), stuks melk-, kalf- en zoogkoeien ouder dan 2 jaar en vrouwelijk jongvee tot 2 jaar (Rav cat. A 1, A 2 en A 3), stuks vleesrunderen (Rav cat. A.4 t/m A.7), stuks schapen of geiten (Rav cat. B.1 en C.1 t/m C.3), stuks paarden of pony s (Rav cat. K.1 en K.3), waarbij het aantal bijbehorende dieren in opfok jonger dan 3 jaar niet wordt meegeteld. (Rav cat. K.2 en K.4), stuks struisvogels (Rav cat. L.1 t/m L.3). De voorgenomen activiteit overschrijdt voornoemde drempelwaarden niet. Ter voorbereiding van de aanvraag om een omgevingsvergunning is onderhavige (vormvrije) m.e.r.- beoordelingsnotitie opgesteld. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 4

7 2.2 M.e.r.-beoordeling Bij een m.e.r.-beoordeling moet de volgende informatie verstrekt worden: 1. Een beschrijving van het project, met in het bijzonder: a) een beschrijving van de fysieke kenmerken van het gehele project en, voor zover relevant, van sloopwerken; b) een beschrijving van de locatie van het project, met bijzondere aandacht voor de kwetsbaarheid van het milieu in de gebieden waarop het project van invloed kan zijn. 2. Een beschrijving van de waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten van het project. 3. Een beschrijving - voor zover er informatie over deze effecten beschikbaar is - van waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten van het project ten gevolge van: a) de verwachte residuen en emissies en de productie van afvalstoffen, indien van toepassing; b) het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, met name bodem, land, water en biodiversiteit. 4. Voor zover relevant wordt rekening gehouden met de criteria van bijlage III (Richtlijn 2014/52/EU) bij het verzamelen van de informatie overeenkomstig de punten 1 tot en met 3. Onderhavige m.e.r.-beoordelingsnotitie voorziet in voorgaande informatie, voor zover relevant voor de specifieke activiteit. 2.3 Selectiecriteria De criteria voor de m.e.r.-beoordeling staan opgenomen in Bijlage III van de Europese m.e.r.-richtlijn (2014/52/EU). Bij de beslissing of voor het project wel of geen m.e.r. nodig is houdt het bevoegd gezag rekening met deze criteria. 1. Kenmerken van het project Bij de kenmerken van het project moet in het bijzonder in overweging worden genomen: a) de omvang en het ontwerp van het gehele project; b) de cumulatie met andere bestaande en/of goedgekeurde projecten; c) gebruik van natuurlijke hulpbronnen, met name land, bodem, water en biodiversiteit; d) de productie van afvalstoffen; e) verontreiniging en hinder; f) risico van zware ongevallen en/of rampen die relevant zijn voor het project in kwestie, waaronder rampen die worden veroorzaakt door klimaatverandering, in overeenstemming met wetenschappelijke kennis; g) de risico s voor de menselijke gezondheid (bijvoorbeeld als gevolg van waterverontreiniging of luchtvervuiling). 2. Locatie van het project M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 5

8 De kwetsbaarheid van het milieu in de gebieden waarop het project van invloed kan zijn, moet in aanmerking worden genomen, en met name: a) het bestaande en goedgekeurde grondgebruik; b) de relatieve rijkdom aan en beschikbaarheid, kwaliteit en regeneratievermogen van natuurlijke hulpbronnen (met inbegrip van bodem, land, water en biodiversiteit) in het gebied en de ondergrond ervan; c) het opnamevermogen van het natuurlijke milieu, met in het bijzonder aandacht voor de volgende typen gebieden: i. wetlands, oeverformaties, riviermondingen; ii. kustgebieden en het maritieme milieu; iii. berg- en bosgebieden; iv. natuurreservaten en parken; v. gebieden die in de nationale wetgeving zijn aangeduid of door die wetgeving worden beschermd; Natura 2000-gebieden die door de lidstaten zijn aangewezen krachtens Richtlijn 92/43/EEG en Richtlijn 2009/147/EG; vi. gebieden waar de milieukwaliteitsnormen, in de wetgeving van de Unie vastgesteld en relevant voor het project, al niet worden nagekomen of worden beschouwd als niet-nagekomen; vii. gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid; viii. landschappen en plaatsen van historisch, cultureel of archeologisch belang. 3. Soort en kenmerken van het potentiële effect De waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten van het project moeten, in samenhang met de criteria onder punt 1 en 2, in aanmerking worden genomen, met inachtneming van: a) de orde van grootte en het ruimtelijk bereik van de effecten (bijvoorbeeld geografisch gebied en omvang van de bevolking die getroffen kan worden); b) de aard van het effect; c) het grensoverschrijdende karakter van het effect; d) de intensiteit en complexiteit van het effect; e) de waarschijnlijkheid van het effect; f) de verwachte aanvang, de duur, de frequentie en de omkeerbaarheid van het effect; g) de cumulatie van effecten met de effecten van andere bestaande en/of goedgekeurde projecten; h) de mogelijkheid om de effecten doeltreffend te verminderen. 2.4 Procedure vormvrije m.e.r.-beoordeling De procedure is opgenomen in art tot en met 7.20 Wet milieubeheer. Voor elke aanvraag waarbij een m.e.r.-beoordeling aan de orde is moet: door de initiatiefnemer een m.e.r.-beoordelingsnotitie worden opgesteld. het bevoegd gezag binnen 6 weken een m.e.r.-beoordelingsbesluit. Dit besluit hoeft bij een vormvrije m.e.r.-beoordeling niet in de Staatscourant gepubliceerd te worden. de initiatiefnemer het (vormvrije) m.e.r.-beoordelingsbesluit bij de vergunningaanvraag voegen. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 6

9 3 KENMERKEN VAN HET PROJECT 3.1 Algemeen en omvang gehele project Vigerende vergunning De inrichting beschikt over een rechtsgeldige omgevingsvergunning voor het oprichten, veranderen en/of in werking hebben van een inrichting ex art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (kenmerk uv , verleend op ). Daarnaast is er op 22 juni 2017 beschikt op een aanvraag om verandering van een omgevingsvergunning(milieuneutraal wijzigen). De vigerende omgevingsvergunning is onherroepelijk en heeft betrekking op onderstaande dieraantallen. Voorgenomen situatie Het voornemen heeft betrekking op het houden van meer vleesvarkens in stal 4 van 3840 stuks naar 5760 vleesvarkens. De overige stallen blijven ongewijzigd. In totaal worden de volgende dieraantallen aangevraagd: overzicht diersoorten diercategorie Totaal Vleesvarkens 8839 Eindtotaal 8839 M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 7

10 Kolom A, B of C nr stal emissie punt RAV code GL nr omschrijving GL maximale emissie drempelwaarde 11765,44 Bedrijfstotaal 9400, RAV code/bwl code nag. totaal fijnstof techniek diercategorie # dierplaatsen # dieren kg NH3 / dier totaal NH3 Oue / dier totaal Oue fijnstof / dier (gr/jaar) A 1 A D 3.1 BWL V1 Volledig roostervloer Vleesvarkens ,5 6025, A 2 C D BWL V2 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie (85% geur en 80% fijn stof emissiereductie) met watergordijn en biologische wasser A 3 C D gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie (85% geur en 80% fijn BWL V2 stof emissiereductie) met watergordijn en biologische wasser gecombineerd luchtwassysteem 85% B 4 D D emissiereductie (85% geur en 80% fijn BWL V2 stof emissiereductie) met watergordijn en biologische wasser Vleesvarkens , , Vleesvarkens , , Vleesvarkens , , Zie ook het bedrijfsontwikkelingsplan, de situatieschets en de plattegrondtekening in de bijlagen. 3.2 Cumulatie met andere projecten en/of goedgekeurde ontwikkelingen In de omgeving bevinden zich meerdere intensieve en grondgebonden veehouderijen. De dichtstbij gelegen veehouderij ligt op ca. 170 m. afstand van de inrichting. In de omgeving zijn geen goedgekeurde ontwikkelingen aanwezig. Cumulatie met andere projecten betreft met name de cumulatie van emissies: ammoniak/stikstofdepositie, geur en fijn stof. In hoofdstuk 4 wordt bij de verschillende waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten afzonderlijk ingegaan op de mogelijk cumulatieve effecten. 3.3 Gebruik van natuurlijke hulpbronnen De natuurlijke hulpbronnen op aarde, in het bijzonder fossiele brandstoffen, vormen een basis voor alle menselijke activiteiten, en daarmee ook voor welvaart en welzijn. Om voor toekomstige generaties de beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen te garanderen, is een duurzaam voorraadbeheer noodzakelijk. Natuurlijke hulpbronnen kunnen ingedeeld worden in niet-vernieuwbare en vernieuwbare grondstofvoorraden, milieuvoorraden (schoon water, schone lucht, ruimte) en biodiversiteit (rijkdom van de natuur waaronder flora, fauna en habitats). Niet-vernieuwbare grondstofvoorraden (zoals fossiele brandstoffen) worden niet of nauwelijks bijgevormd en zullen bij voortdurende winning ooit opraken. De vernieuwbare grondstofvoorraden worden door natuurlijke processen aangevuld, en zullen als de winning en aanwas op elkaar afgestemd zijn, tot in lengte van dagen beschikbaar blijven. Binnen de inrichting wordt propaangas verbruikt voor de verwarming van de stallen en elektra voor met name de verlichting, ventilatie, luchtwassers en voerinstallatie. Door de toepassing van energiebesparende maatregelen en monitoring van het verbruik wordt zo spaarzaam mogelijk omgegaan met het gas- en elektraverbruik. Binnen de inrichting wordt verder dieselolie verbruikt door de noodstroomaggregaat (alleen incidenteel) en interne transportmiddelen (tractor, heftruck, bobcat etc.). Verder wordt er grond- en leidingwater verbruikt als drinkwater voor de dieren, voor reinigingsdoeleinden en door de luchtwassers. Door de toepassing van waterbesparende maatregelen en monitoring wordt zo spaarzaam mogelijk omgegaan met het waterverbruik. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 8

11 In het voornemen worden maatregelen getroffen om te zorgen dat het voornemen niet leidt tot nadelige effecten op de biodiversiteit. Het voornemen voldoet aan de Wet natuurbescherming. Er is geen sprake van significant nadelige effecten ten gevolge van stikstofdepositie op voor verzuring en vermesting gevoelige habitats. De stikstofdepositie op de gevoelige habitats neemt niet toe. Zie hiervoor de depositieberekeningen en/of verleende Nbwet- of Wnb-vergunning in de bijlagen. 3.4 Productie van afvalstoffen Binnen de inrichting komen afvalstoffen vrij, met name kadavers, papier, plastic, metaal, glas, GFT, TLbuizen en restanten bestrijdingsmiddelen en geneesmiddelen. Tevens komen overige afvalstoffen van huioshoudelijk aard vrij. Deze afvalstoffen worden via verschillende erkende inzamelaars afgevoerd. Daarnaast komt binnen de inrichting bedrijfsafvalwater vrij, hetgeen wordt opgevangen in de mestput en samen met de drijfmest conform de Meststoffenwet uitgereden op landbouwgronden. Door de aanwezige dieren wordt mest en spuiwater afkomstig van de luchtwassers geproduceerd. Ook het spuiwater wordt als meststof afgevoerd en als meststof uitgereden op landbouwgronden. Er wordt geen verontreinigd (afval)water geloosd op het oppervlaktewater. Schoon hemelwater wordt afgekoppeld. 3.5 Verontreiniging en hinder In het voornemen is sprake van emissie van met name ammoniak, geur, fijn stof, geluid en vinden bodembedreigende activiteiten plaats. Hierdoor kan milieuhinder veroorzaakt worden. De emissies worden beperkt door het treffen van maatregelen. In hoofdstuk 4 worden deze aspecten en maatregelen nader uitgewerkt. 3.6 Risico s zware ongevallen en/of rampen Hieronder wordt begrepen risico s van zware ongevallen en/of rampen die relevant zijn voor het project in kwestie, in overeenstemming met wetenschappelijke kennis. Propaantank Binnen inrichting is een bestaande, bovengrondse propaangastank aanwezig met een inhoud kleiner dan 13 m 3. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is niet van toepassing. Calamiteiten Het bedrijf is zodanig ingericht dat het zo optimaal mogelijk kan functioneren. Toch kunnen binnen de inrichting onvoorziene situaties of calamiteiten ontstaan, zoals stroomstoringen of brand. Binnen de inrichting zijn de nodige veiligheidsvoorzieningen getroffen om een calamiteit en een hierdoor optredende bijzondere milieubelasting, te voorkomen dan wel te beperken. Zo is een alarminstallatie aanwezig die de ondernemer waarschuwt bij calamiteiten en een noodstroomaggregaat voor stroomstoringen. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 9

12 3.7 Risico s voor de menselijke gezondheid Bij een veehouderij betreft dit met name emissies van ammoniak, geur, fijn stof, geluid, endotoxinen en zoönosen, maar ook water- en bodemvervuiling. De emissies worden beperkt door de toepassing van emissiereducerende technieken, een hoge gezondheidsstatus van de veestapel en door (hygiëne)maatregelen op het bedrijf, de toepassing van bodembeschermende maatregelen en opvang van verontreinigd (afval)water. In hoofdstuk 4 wordt (de beperking van) deze risico s nader uitgewerkt. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 10

13 4 WAARSCHIJNLIJK AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN Op basis van de kenmerken van het gehele project en de locatie zijn de volgende waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten aan de orde. 4.1 Ammoniak en stikstofdepositie Natura 2000 / Wet Natuurbescherming De voorgenomen ammoniakemissie bedraagt 9400,5 kg NH3/jaar. Op 29 juni 2015 is een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet verleend. De vergunde situatie in het kader van de Wet natuurbescherming betreft ,8 kg NH3/jaar. Het voornemen leidt tot een afname van 2656,3kg NH3/jaar. In het berekeningsprogramma AERIUS is een verschilberekening gemaakt welke is bijgevoegd in de bijlagen. Hieruit volgt dat het voornemen resulteert in een afname van stikstofdepositie op de beschermde Natura2000-gebieden. Gezien de aard van de activiteiten en de ligging van de locatie is er geen sprake van overige effecten op Natura 2000-gebieden. Het voornemen leidt niet tot nadelige effecten op beschermde natuurgebieden. Wet ammoniak en veehouderij De locatie ligt niet in een Wav-gebied of een zone van 250 meter daaromheen. De Wet ammoniak en veehouderij geeft geen beperkingen voor deze locatie. Directe ammoniakschade Het effect van de ammoniakemissie op gevoelige planten in de directe omgeving van stallen wordt beoordeeld aan de hand van het rapport Stallucht en planten dat in 1981 is opgesteld door het Instituut voor Plantenziektekundig Onderzoek (IPO). Dit rapport is bedoeld ter beoordeling van directe ammoniakschade veroorzaakt door ammoniakemissie bij intensieve varkens- en pluimveehouderijen op gevoelige gewasgroepen (kasteelt, fruitteelt, boomteelt). Andere gewasgroepen lopen een verwaarloosbare kans beschadigd te worden. Uit jurisprudentie blijkt dat minimaal een afstand van 50 meter moet worden aangehouden ten opzichte van kasteelt en coniferen. Ten opzichte van minder gevoelige planten en bomen, zoals een fruitboomgaard, is een afstand van 25 meter toereikend. Van directe ammoniakschade bij gevoelige gewassen is geen sprake aangezien binnen 50 en 25 meter rondom de locatie geen gevoelige gewasgroepen aanwezig zijn. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 11

14 Besluit emissiearme huisvesting Bij bedrijven die geen omgevingsvergunning milieu nodig hebben is het uitgangspunt dat het Activiteitenbesluit met algemene regels per milieuthema de toepassing van BBT regelt. Alleen bij het stellen van maatwerkvoorschriften voor een type B-bedrijf moet het bevoegd gezag zelf een BBT-afweging maken. Het Besluit emissiearme huisvesting heeft tot doel de emissie van ammoniak en van fijn stof uit dierenverblijven zoveel mogelijk te beperken door de emissie vanuit dierenverblijven aan een maximum te binden (maximale emissiewaarden). Het besluit bevat maximale emissiewaarden voor ammoniak (voor melkvee, vleeskalveren, varkens, kippen en vleeskalkoenen) en fijn stof (kippen, vleeskalkoenen en vleeseenden). Alleen huisvestingssystemen met een emissiefactor die lager is dan of gelijk is aan de maximale emissiewaarde zijn toegestaan. Bijlage 1 van het besluit geeft drie maximale emissiewaarden voor ammoniak: kolom A, B en C. De maximale waarden worden gefaseerd aangescherpt. Welke maximale emissiewaarde geldt (kolom A, B of C) hangt af van de datum van oprichting (bouw) van het dierenverblijf waar het huisvestingssysteem in zit. Een huisvestingssysteem is een gedeelte van een dierenverblijf waar dieren van één diercategorie op dezelfde wijze worden gehouden. Een dierenverblijf is een ruimte waar dieren worden gehouden (stal). Op deze indeling gelden enkele uitzonderingen. Varkens Voor varkens staan er maximale emissiewaarden voor ammoniak in het Besluit emissiearme huisvesting (artikel 5 en bijlage 1 van het besluit). De enige uitzondering waarvoor de maximale emissiewaarde voor ammoniak niet geldt, is een bestaande traditionele stal van vóór 1 januari 2007 die gecompenseerd wordt door toepassing van intern salderen (artikel 5 lid 2 Beh). Navolgende tabel geeft de maximale emissiewaarden per diercategorie weer. Diercategorie Maximale emissiewaarde in kg NH3/dierplaats/jaar art 3.1, art 4, art 5.1 A B C Tot Vanaf IPPC-bedrijven Vanaf Geldt niet voor bedrijven < Biggenopfok D1.1 0,21 0,21 0,21 20 (gespeende biggen) Kraamzeugen D1.2 (incl.biggen tot spenen) 2,9 2,9 2,5 totaal 15 2 Guste en dragende zeugen 2,6 2,6 1,3 D1.3 Vleesvarkens, D3 opfokberen van circa 25kg tot 7mnd, opfokzeugen van circa 25kg tot 1ste dekking 1,6 1,5 1,1 2 voor de bepaling van het aantal landbouwhuisdieren worden de bij de kraamzeugen behorende biggen (de niet-gespeende biggen) niet meegeteld. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 12

15 Overgangsregeling bestaande stallen bij inwerkingtreding Besluit Er is een overgangsregeling voor bestaande stallen die zijn vergund of aangevraagd vóór 1 juli 2015 of vóór inwerkingtreding van het Besluit (1 augustus 2015). Deze regeling staat in artikel 5 lid 3 en 4. In deze situaties geldt kolom A in plaats van kolom B. In tabel 1 zijn de ammoniakemissiefactoren van de aangevraagde huisvesting in de onderscheidenlijke stallen en de maximale emissiefactoren voor de betreffende diercategorieën aangegeven. Tabel 1: Emissiefactoren (Rav) en maximale emissiewaarden (Beh) aangevraagde situatie Kolo m A, nr emissie B of C stal punt RAV code GL nr omschrijving GL nageschakelde techniek diersoort # dierplaatsen # dieren maximale emissiewaarde kg NH 3 /dierplaats/jaar werkelijke emissiewaarde kg NH 3 /dierplaats/jaar A 1 A D 3.1 BWL V1 Volledig roostervloer Vleesvarkens ,6 4,5 A 2 C D BWL V2 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie (85% geur en 80% fijn stof emissiereductie) met watergordijn en biologische wasser Vleesvarkens ,6 0,45 A 3 C D BWL V2 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie (85% geur en 80% fijn stof emissiereductie) met watergordijn en biologische wasser Vleesvarkens ,6 0,45 B 4 D D BWL V2 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie (85% geur en 80% fijn stof emissiereductie) met watergordijn en biologische wasser Vleesvarkens ,5 0,45 Uit tabel 1 blijkt dat niet alle aangevraagde huisvestingssystemen voldoen aan de maximale emissiewaarden voor ammoniak. Intern salderen Het Besluit emissiearme huisvesting maakt interne saldering mogelijk. Interne saldering houdt in dat binnen een veehouderij in (een deel van) de bestaande huisvestingssystemen geen beste beschikbare technieken (BBT) toegepast worden onder de voorwaarde dat de gemiste ammoniakreductie gecompenseerd wordt door het toepassen van verdergaande technieken dan BBT in de overige huisvestingssystemen. Intern salderen kan alleen bij huisvestingssystemen in stallen die zijn opgericht vóór 1 januari Bij intern salderen is het dus van belang dat gekeken wordt naar de ammoniakemissie zoals deze zou ontstaan wanneer alle aangevraagde huisvestingssystemen precies zouden voldoen aan de maximale emissiewaarde van het Besluit emissiearme huisvestingsystemen, zie navolgende tabel 2. Tabel 2: Emissieplafond aangevraagde situatie op basis van maximale emissiewaarde ammoniak Kolo m A, B of C nr emissie stal punt RAV code GL nr omschrijving GL nageschakelde techniek diersoort # dieren totaal 13566,4 kg NH3 / dier totaal NH3 A 1 A D 3.1 BWL V1 Volledig roostervloer Vleesvarkens ,6 2142,4 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie (85% geur en 80% A 2 C D BWL V2 Vleesvarkens 860 1, fijn stof emissiereductie) met watergordijn en biologische wasser gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie (85% geur en 80% A 3 C D BWL V2 Vleesvarkens 880 1, fijn stof emissiereductie) met watergordijn en biologische wasser gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie (85% geur en 80% B 4 D D BWL V2 Vleesvarkens , fijn stof emissiereductie) met watergordijn en biologische wasser M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 13

16 Uit tabel 2 kan geconcludeerd worden dat de aangevraagde ammoniakemissie van 9400,5 kg NH3/jaar binnen het maximale ammoniakplafond (op basis van maximale emissiewaarden) blijft. Met toepassing van intern salderen wordt op inrichtingsniveau voldaan aan het Besluit emissiearme huisvesting. 4.2 Geur De voorgenomen geuremissie bedraagt OUE/sec. De vergunde geuremissie bedraagt OUE/sec. Het voornemen leidt tot een toename van geuremissie. Ligging geurgevoelige objecten Afstand vanaf het dichtstbijgelegen emissiepunt tot: Bebouwde kom: meter (bebouwde kom Ospel) Burgerwoning in buitengebied: 645 meter (Ommelpad 38) Agrarische bedrijfswoning: 186 meter (Eindhovensebaan 19) Voorschriften geur Activiteitenbesluit In het Activiteitenbesluit staan voorschriften voor geur voor de volgende agrarische activiteiten. Deze zijn geldig voor alle agrarische bedrijven: Opslaan van agrarische bedrijfsstoffen (vaste afstanden) Opslaan van drijfmest en digestaat (vaste afstanden) Opslaan van vloeibare bijvoedermiddelen en bereiden van brijvoer (gesloten systeem) Composteren In de aangevraagde situatie / voornemen zijn de volgende agrarische activiteiten van toepassing: Opslaan van agrarische bedrijfsstoffen Aanwezige bedrijfsstoffen: Type agrarische bedrijfsstof Niet-verpompbare bijvoedermiddelen Afstand opslag tot GGO 250 m M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 14

17 Opslaan van vloeibare bijvoedermiddelen en bereiden van brijvoer Om geurhinder te voorkomen vindt de opslag van vloeibare bijvoedermiddelen plaats in een gesloten opslag (luchtdichte tank/silo of inpandige afgesloten ruimte). Het bereiden van brijvoer vindt plaats in een afgesloten ruimte. De voerkeuken en inpandige opslag van bijvoedermiddelen is wel aangesloten op een luchtwasser. Houden van landbouwhuisdieren Voor agrarische bedrijven die geen omgevingsvergunning milieu nodig hebben (Type B bedrijven) is ten aanzien van het houden van landbouwhuisdieren de voorschriften vanuit het activiteitenbesluit van toepassing. Deze staan opgenomen in paragraaf 3.5.8, in de artikelen tot en met De voorschriften vanuit het activiteitenbesluit geeft normen voor de geurbelasting die een veehouderij mag veroorzaken op een geurgevoelig object (artikel 3.115). Daarnaast stellen de voorschriften uit het activiteitenbesluit eisen aan minimale benodigde vaste afstanden van gevel tot gevel en tot (voormalige) bedrijfswoningen (artikel 3.116). Tevens gelden vaste afstanden voor diercategorieën waar geen emissiefactoren voor vastgesteld zijn (artikel 3.117). Geurverordening Gemeenten zijn bevoegd om binnen bepaalde bandbreedtes gemotiveerd af te wijken van de wettelijk voorgeschreven geurnormen. Dit gebiedsgerichte beleid wordt vastgelegd in een gemeentelijke verordening. Om ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan kan de gemeente een aanhoudingsbesluit nemen. Vergunningaanvragen worden dan vanaf de datum van het in werking treden van het aanhoudingsbesluit aangehouden tot de verordening in werking is getreden. Indien na één jaar na het in werking treden van het aanhoudingsbesluit geen verordening in werking is, dient de gemeente de vergunningaanvragen af te handelen aan de hand van de vereisten in de Wet geurhinder en veehouderij. In artikel van het activiteitenbesluit is opgenomen dat de artikelen t/m niet van toepassing zijn bij een verordening op grond van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij De locatie ligt in het gebied waar de wettelijke geurnorm van 14,0 OU van toepassing is. Binnen een zone van meter rondom de kernen van Nederweert en Ospel geldt een geurnorm van 10,0 OU (invloedsgebied F). In beide kernen geldt een geurnorm van 1,5 OU. Daarnaast gelden afwijkende geurnormen in plangebieden voor woningbouw (invloedsgebied B, C en D) en voor een bedrijventerrein (invloedsgebied E). Zie voor een compleet overzicht van de verschillende zoneringen onderstaande kaart. Onderhavige bevoegde gemeente heeft een geurverordening vastgesteld, waardoor de geurnormen uit deze verordening leidend zijn. De geurbelasting vanuit de inrichting naar de omgeving wordt getoetst aan de geurverordening. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 15

18 Vaste afstanden De inrichting voldoet aan de vaste afstanden zoals deze zijn vastgelegd in het activiteitenbesluit (artikel en van het activiteitenbesluit) Per object wordt voldaan aan de minimaal vereiste afstand gemeten vanaf de buitenzijde vanaf de dierenverblijven tot een burgerwoning dan wel een woning horende bij een veehouderij. Er wordt voldaan aan de minimale afstand gemeten vanaf het dichtstbijzijnde emissiepunt tot aan woningen horende bij een veehouderij. Op deze geurgevoelige objecten is navolgend de geurbelasting berekend. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 16

19 Berekening V-STACKS vergunningen De geurbelasting wordt berekend en getoetst met een verspreidingsmodel V-stacks vergunningen. Navolgend is de V-stacks berekening(en) opgenomen. Naam van de berekening: aanvraag Gemaakt op: :09:40 Rekentijd: 0:00:04 Naam van het bedrijf: Coolen, Eindhovensebaan 16, Nederweert, aanvraag Berekende ruwheid: 0,09 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr BronI X-coord. Y-coord. EP Gem.geb. EP EP Uittr. E-. D Hoogte hoogte Diam. snelh. Aanvraag 1 ep A ,4 4,1 0,45 4, ep C ,8 4,1 1,96 4, ep D ,6 7,1 3,90 4, Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 4 Eindhovensebaan ,0 5,9 5 Eindhovensebaan ,0 1,6 6 Wetering ,0 2,0 7 Houbenbaan ,0 2,9 8 Ommelpad ,0 3,1 9 Ommelpad ,0 0,8 10 Geheugden 3a ,0 0,7 11 Houwakker ,0 0,4 12 Stad ,5 0,3 13 Zuidhoeve ,0 2,6 14 Houbenbaan ,0 2,9 15 Eindhovensebaan veehouder 4,2 16 Eindhovensebaan veehouder 3,4 M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 17

20 Cumulatie van geur De achtergrondbelasting en het daarmee samenhangende woon- en leefklimaat wordt bepaald door de cumulatie van geuremissies (= geurbelasting op een woning ten gevolge van de veehouderijen in de omgeving bij elkaar opgeteld). Het verspreidingsmodel V-stacks gebied wordt verstrekt door de landelijke overheid en kan gebruikt worden voor de berekening van de achtergrondbelasting van geur veroorzaakt door meerdere veehouderijen in een bepaald gebied. De achtergrondbelasting is voor drie scenario s berekend: 1. Situatie zonder de bijdrage van Eindhovensebaan 16, 2. Vergund 2017 en 3. Aanvraag. De brongegevens zijn afkomstig uit WEB BVB Limburg (gemeente Nederweert) en WEB BVB Brabant (gemeente Someren), datum Deze vergunningengegevens zijn gebaseerd op defaultwaarden. De brongegevens van Eindhovensebaan 16 zijn op emissiepuntniveau ingevoerd (EP-gegevens afkomstig uit V-stacks Vergunning). M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 18

21 De achtergrondbelasting van geur is berekend met het daarvoor aangewezen verspreidingsmodel V-stacks gebied V In de berekeningen is een gebied van 2x2 km aangehouden en een maximale afstand tussen receptor-bron van 2 km. De in- en output van de berekeningen is bijgevoegd als bijlage 5. In navolgende tabel een vergelijking van de berekeningsresultaten. Deze tabel is ook bijgevoegd in de bijlage. Tabel 3: Vergelijking achtergrondbelasting van geur De gemeente Nederweert hanteert in hun kaarten behorende bij de ontwerp-geurverordening 2017 voor de achtergrondbelasting als streefwaarde 20 OU/m 3 voor het buitengebied en 10 OU/m 3 voor de bebouwde kom. Uit de berekeningsresultaten volgt dat ter plaatse van een aantal woningen in de omgeving een te hoge achtergrondbelasting van geur is, waardoor geen sprake is van een acceptabel woon- en leefklimaat. Uit de berekeningsresultaten in de tabel volgt dat Eindhovensebaan 16 weinig tot geen invloed heeft op de totale achtergrondbelasting. Dit is het gevolg van de relatief grote afstand tussen de locatie en de woningen. De toename ten gevolge van de aanvraag is ten opzichte van de totale achtergrondbelasting dermate klein dat dit geen verslechtering van het woon- en leefklimaat zal geven. Deze bevindingen volgen ook uit een kaart van de gemeente Nederweert m.b.t. het woon- en leefklimaat uit 2016 (=vergunde situatie in 2016), behorende bij de ontwerp-geurverordening 2017 van de gemeente Nederweert. Hieronder een uitsnede van de kaart van de directe omgeving: M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 19

22 Houbenbaan 9 Eindhovensebaan 16 Ommelpad 38 Wetering 4 Eindhovensebaan 17 Op dit figuur is zichtbaar dat binnen de 20-contour van Eindhovensebaan 16 geen woningen aanwezig zijn. Tevens kun je goed zien ter plaatse van de getoetste woningen op deze kaart de naastgelegen veehouderijen verantwoordelijk zijn voor de achtergrondbelasting ter plaatse. Conclusie: De aangevraagde situatie heeft geen significante nadelige milieugevolgen tan aanzien van de achtergrondbelasting van geur. Het woon- en leefklimaat wordt dan ook niet verslechterd. 4.3 Fijn stof De voorgenomen fijn stof emissie bedraagt gram PM10/jaar. De vergunde fijn stof emissie bedraagt gram PM10/jaar. Het voornemen leidt tot een toename van fijn stof emissie. Doordat meer vleesvarkens gehouden gaan worden zal het aantal verkeersbewegingen toenemen. Hiervoor is een berekening gemaakt met de daarvooor ontwikkelde NIBM-Tool. Bij de berekening is de NIBM-Tool is uitgegaan van 3 extra voertuigbewegingen(weekdaggemiddelde) ten opzichte van de huidig vergunde situatie. Uit de tool blijkt dat de bijdrage Niet In Betekenende Mate is en dat er dus geen nader onderzoek nodig is. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 20

23 Worst-case berekening voor de bijdrage van het extra verkeer als gevolg van een plan op de luchtkwaliteit Jaar van planrealisatie 2018 Extra verkeer als gevolg van het plan Extra voertuigbewegingen (weekdaggemiddelde) 3 Aandeel vrachtverkeer 85,0% Maximale bijdrage extra verkeer NO 2 in μg/m 3 0,02 Grens voor "Niet In Betekenende Mate" in μg/m 3 PM 10 in μg/m 3 0,00 1,2 Conclusie De bijdrage van het extra verkeer is niet in betekenende mate; geen nader onderzoek nodig Ten aanzien van het voornemen is een verspreidingsberekening van de concentratie fijn stof zijn uitgevoerd met het verspreidingsmodel ISL3A. Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat in de voorgenomen situatie voldaan wordt aan de normen die gesteld worden door de Wet milieubeheer. De voorgenomen situatie geeft geen overschrijding van de jaargemiddelde concentratie (norm Wm 40 µg/m3) en het aantal overschrijdingsdagen van de etmaalgemiddelde concentratie (norm 35 dagen). Berekeningsresultaat voornemen: M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 21

24 Gegenereerd met ISL3a Versie , Rekenhart Release 16 mei 2017 (c) DNV GL Gebiedsgegevens Naam van deze berekening: Berekening Project: Coolen Eindhovensebaan Nederweert aanvraag RD X coordinaat: Lengte X: 1000 Aantal Gridpunten X: 5 RD Y coordinaat: Breedte Y: 1000 Aantal Gridpunten Y: 5 Berekende ruwheid: 0.08 Eigen ruwheid Eigen ruwheid: 0.00 Type Berekening: PM10 Rekenjaar:2017 Soort Berekening: Contour Toets afstand: n.v.t. Onderlinge afstand: n.v.t. Berekend op: 2017/12/06 10:45:35 Uitvoer directory: G:\Farmconsult\Klanten per gemeente\nederweert\coolen vof, Eindhovensebaan 16, Nederweert\ Omgevingsvergunn Te beschermen object RD X Coord. RD Y Coord. Concentratie Overschrijding Naam: [m] [m] [microgram/m3] [dagen] Eindhovensebaan Eindhovensebaan Eindhovensebaan Brongegevens Naam : ep A (stal 1) Type: AB RD X Coord.: RD Y Coord.: Emissie: hoogte van emissiepunt: verticale uittreesnelheid: diameter van emissiepunt: 0.45 temperatuur van emisstroom: hoogte van gebouw: 4.1 X-coord. zwaartepunt van gebouw: Y-coord. zwaartepunt van gebouw: lengte van gebouw: breedte van gebouw: orientatie van gebouw: 4.00 Naam : ep C (stal 2 en 3) Type: AB RD X Coord.: RD Y Coord.: Emissie: hoogte van emissiepunt: verticale uittreesnelheid: diameter van emissiepunt: 1.96 temperatuur van emisstroom: hoogte van gebouw: 4.1 X-coord. zwaartepunt van gebouw: Y-coord. zwaartepunt van gebouw: lengte van gebouw: breedte van gebouw: orientatie van gebouw: 4.00 Naam : ep D (stal 4) Type: AB RD X Coord.: RD Y Coord.: Emissie: hoogte van emissiepunt: verticale uittreesnelheid: diameter van emissiepunt: 3.90 temperatuur van emisstroom: hoogte van gebouw: 7.1 X-coord. zwaartepunt van gebouw: Y-coord. zwaartepunt van gebouw: lengte van gebouw: breedte van gebouw: orientatie van gebouw: 4.00 Date: Time: 10:47:28 Page 1

25 Gegenereerd met ISL3a Versie , Rekenhart Release 16 mei 2017 (c) DNV GL Date: Time: 10:47:28 Page 2

26 Cumulatie met omliggende veehouderijen en andere emitterende activiteiten De Handreiking fijn stof en veehouderijen van 21 september 2015 staat beschreven hoe omgegaan moet worden met cumulatie: De emissiepunten van de omliggende veehouderijbedrijven en andere emitterende activiteiten in de directe omgeving hoeven niet meegenomen te worden. Het uitgangspunt van de werkwijze zoals beschreven in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit (Rbl 2007) is namelijk dat de bijdragen van deze externe bronnen in de grootschalige concentratiegegevens (GCN-kaarten) zijn opgenomen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu publiceert daarom jaarlijks nieuwe GCN-kaarten. Ook dit is beschreven in de Rbl De achtergrondconcentratie vormt het uitgangspunt in het verspreidingsmodel ISL3A en wordt jaarlijks geactualiseerd. De berekeningsresultaten zijn niet gecorrigeerd voor dubbeltelling. De bestaande initiatieflocatie is opgenomen in de achtergrondconcentratie én wordt ten aanzien van het voornemen ook als bron ingevoerd. Ofwel, de bestaande fijn stof concentratie wordt dubbel meegeteld in de berekening van het voornemen. Zeezoutcorrectie Bij toetsing van de berekende concentratie fijn stof aan de grenswaarden mag bij overschrijding van de grenswaarden (Wm) de berekende concentratie gecorrigeerd worden met de bijdragen van natuurlijke bronnen. Dit conform de Regeling beoordeling luchtkwaliteit. De berekende fijn stof concentraties zijn niet gecorrigeerd voor de zeezoutcorrectie, aangezien ruim voldaan wordt aan de normen. PM2,5 Vanaf 1 januari 2015 dient ook getoetst te worden aan de grenswaarde voor PM2,5 (zeer fijn stof) van 25 µg/m 3. De achtergrondconcentratie PM2,5 ligt in Nederland ruimschoots onder deze grenswaarde. Het RIVM heeft in 2015 een nadere analyse uitgevoerd naar de statistische relatie tussen de jaargemiddelde concentraties PM10 en PM2.5. Uit deze analyse blijkt dat bij een jaargemiddelde concentratie PM10 van 32,5 μg/m 3, de kans dat de jaargemiddelde concentratie PM2.5 gelijk is aan of hoger is dan 24 μg/m 3, kleiner is dan 1%. De resultaten van deze analyse tonen aan dat wanneer wordt voldaan aan de maatgevende grenswaarde voor PM10, ook wordt voldaan aan de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie PM2.5. (bron: Infomil). 4.4 Geluid Toelichting geen noodzaak akoestisch onderzoek Inrichtinghouder is niet verplicht om bij de melding een akoestisch onderzoek in te dienen aangezien binnen een afstand van 50 meter vanaf de grens van de inrichting geen geluidsgevoelige objecten aanwezig zijn en tussen en 7.00 uur niet meer dan 4 transportbewegingen plaatsvinden met motorvoertuigen zwaarder dan kg (incl. laadvermogen). Toelichting toetsingskader Activiteitenbesluit Bedrijven waarop de geluidregels uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn, verschillen in omvang en beïnvloeden de omgeving elk op eigen wijze. Voor een agrarische inrichting geldt een specifiek toetsingskader (art lid 5 Activiteitenbesluit): M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 22

27 Tabel: Toetsingskader agrarische inrichtingen Norm db(a) Periode (uur) Dag Avond Nacht LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen Bij het toepassen van de waarden voor agrarische inrichting gelden conform het Activiteitenbesluit een aantal de randvoorwaarden waaronder: De waarden van het maximale geluidsniveau gelden inclusief door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting In de dagperiode worden de maximale geluidsniveaus van laad- en losactiviteiten buiten beschouwing gelaten In de dagperiode worden het in en uit de inrichting rijden van landbouwtractoren of motorrijtuigen met beperkte snelheid buiten beschouwing gelaten M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 23

28 Verkeersbewegingen van en naar de inrichting Varkens intern zwaar transport Activiteit Frequentie Omschrijving Transportbewegingen per etmaal Reële tijd per etmaal Periode LW db(a) Aanvoer krachtvoer 1x per week Een vrachtwagen rijdt het erf op en af naar de voersilo s en lost de lading. Per vracht 45 min. bijproducten 6x per week (max. 2x per dag) Een vrachtwagen rijdt het erf op en af naar de voersilo s en lost de lading. Per vracht 30 min. biggen 1xweek Een vrachtwagen rijdt het erf op en af naar de laadplaats en stopt de motor. De biggen worden uitgeladen. Per vracht 1 uur. divers 2xweek Een vrachtwagen rijdt het erf op en af en lost de lading. Per vracht 5 min. Afvoer Vleesvarkens 1xweek Een vrachtwagen rijdt het erf op en af naar de laadplaats en stopt de motor. De varkens worden geladen. Per vracht 1 uur. Drijfmest reguliere afvoer Spuiwater reguliere afvoer 1xmaand 4xjaar Een vrachtwagen rijdt het erf op en af naar de pompput zuigt de mest op in de tankwagen. 4 transporten van 15 minuten. Een vrachtwagen rijdt het erf op en af naar de spuiwatertank en laadt de lading. Per vracht 15 min. (1 transport = 2 bewegingen) 2 45 min Dag uur Dag uur Dag 102/ 92, min Dag uur Dag 102/ uur Dag min Dag 102 kadavers 1xweek Een vrachtwagen rijdt tot het erf 2 10 min Dag 102 naar de kadaverplaats en laadt de lading. Per vracht 5 min. divers 2xweek Een vrachtwagen rijdt het erf op en 4 30 min Dag 102 af en laadt de lading. Per vracht 5 min. Op het erf trekker 5xdag Een trekker rijdt op het erf. 1 uur Dag 103,8 1 M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 24

29 Varkens intern licht transport Activiteit Frequentie Omschrijving Transportbewegingen per etmaal Reële tijd per etmaal Periode LW db(a) Aan-/afvoer Personenauto 4xdag Een personenauto rijdt het erf op en af en parkeert. 4 transporten van 5 min. Bestelauto 2xdag Een bestelauto rijdt het erf op en af en laadt/lost. 2 transporten van 10 min. (1 transport = 2 bewegingen) 8 20 min Dag Avond min Dag 97 Voorzieningen ter beperking geluid-/trillingshinder Speciale compressorruimte Omkasting: N.v.t. De ventilatoren van de luchtwassers zijn inpandig geplaatst en omkast door de drukkamer van de luchtwassers en het centraal afzuigkanaal. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 25

30 4.5 Endotoxinen en zoönosen Het houden van landbouwhuisdieren kan effect hebben op de volksgezondheid in de omgeving van de veehouderij. Risico's kunnen er ook zijn voor dieren die in nabijgelegen bedrijven worden gehouden. Het gaat hierbij om zoönosen (infectieziekten die van dieren op mensen kunnen overgaan) en bacteriën die resistent zijn tegen antibiotica, zoals MRSA. Ook vormt de emissie van fijn stof een risicofactor. Fijn stof uit stallen bestaat uit fijne en grovere fracties en bevat allerlei biologische agentia, waaronder endotoxinen. Daarnaast vormt geur een indirect risico voor de volksgezondheid. Ook geluidhinder en externe veiligheid zijn aspecten die effect kunnen hebben op de volksgezondheid. Het bevoegd gezag is wettelijk verplicht om de effecten van (ruimtelijke) ontwikkelingen op de volksgezondheid in de besluitvorming mee te wegen. Deze verplichting is onder andere opgenomen in de volgende bepalingen: - Wet publieke gezondheid: Het college van burgemeester en wethouders bevordert de totstandkoming en de continuïteit van en de samenhang binnen de publieke gezondheidszorg. Ter uitvoering van deze taak draagt het college van burgemeester en wethouders in ieder geval zorg voor het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen. Tevens kunnen maatregelen geformuleerd worden ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen. - Wet milieubeheer: In deze wet en de daarop berustende bepalingen worden onder gevolgen voor het milieu in ieder geval verstaan gevolgen voor het fysieke milieu, gezien vanuit het belang van de bescherming van mensen, dieren, planten en goederen, van water, bodem en lucht en van landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden en van de beheersing van het klimaat, alsmede van de relaties daartussen. - Wet Ruimtelijke Ordening waarin is bepaald dat een ontwikkeling moet voldoen aan het begrip goede Ruimtelijke Ordening (RO). - Besluit milieueffectrapportage waarin de verplichting staat om de effecten voor de volksgezondheid als milieugevolg van een activiteit te betrekken in de besluitvorming. Het staat het bevoegd gezag in principe vrij op welke wijze deze verplichting ingevuld wordt. Voor sommige criteria zoals ammoniak, geur en fijn stof zijn specifieke wet- en regelgeving, richtlijnen en handelingsmethoden beschikbaar. Voor de gezondheid van mensen is dit echter niet of veel minder het geval. Duidelijk is wel dat het bevoegd gezag de gevolgen van ontwikkelingen van een veehouderij voor de gezondheid van mensen in de besluitvorming moet betrekken. Het bevoegd gezag moet zich bij de besluitvorming baseren op beschikbare onderzoeken en algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten. Navolgend volgt een toelichting met betrekking tot de afgeronde en nog lopende onderzoeken en de toetsingsinstrumenten die beschikbaar zijn. Onderzoek Intensieve Veehouderij en Gezondheid (IVG) Het RIVM heeft in 2008 een rapport gepubliceerd met betrekking tot intensieve veehouderij en volksgezondheid. Strekking van het Rapport RIVM 2008: Effecten van intensieve veehouderij- (mega)bedrijven op de volksgezondheid kunnen op verschillende manieren tot stand komen. Bijvoorbeeld via direct diercontact, via de lucht, via mest en via voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong. In 2009 is het onderzoek Intensieve Veehouderij en Gezondheid (IVG) gestart. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 26

31 In juni 2011 zijn de resultaten bekend gemaakt van dit IVG-onderzoek. Hieruit is geen duidelijke afstand tot veehouderijbedrijven gebleken en geen relatie met de omvang van veehouderijen of dierdichtheid te benoemen waarbij gezondheidseffecten bij mensen vaker optreden. Uit een publicatie van juli 2012 inzake het infectierisico van omwonenden van veehouderijen blijkt dat nog geen wetenschappelijk onderbouwde uitspraken kunnen worden gedaan, met uitzondering van Q-koorts. Voornoemde afgeronde onderzoeksrapporten beschouwde de rechter niet als algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten. De Gezondheidsraad heeft op 30 november 2012 het advies Gezondheidsrisico s rond veehouderijen gepubliceerd. Hierin wordt gesteld dat het niet bekend is tot welke afstand omwonenden van veehouderijen verhoogde gezondheidsrisico s lopen. Op basis hiervan is niet op wetenschappelijke gronden één landelijke veilige minimumafstand vast te stellen tussen veehouderijen en woningen. Er zijn wel aanwijzingen dat omwonenden kunnen worden blootgesteld aan endotoxinen. Concentraties van bepaalde stofdeeltjes, endotoxinen en micro-organismen, zullen afnemen met toenemende afstand tot een bedrijf en ook afhangen van de mate van emissie vanuit een bedrijf. Ook de meteorologische omstandigheden, de lokale bebouwing en beplanting kunnen van invloed zijn. Onderzoek Veehouderij en Gezondheid van Omwonenden (VGO) In 2014 is het onderzoek Veehouderij en Gezondheid van Omwonenden (VGO) van start gegaan. Het RIVM, Wageningen UR, IRAS en NIVEL hebben gezamenlijk dit aanvullende onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn bekend gemaakt in juli In het VGO is onderzocht of het wonen in de buurt van veehouderijen effect kan hebben op de gezondheid van de omwonenden. Hieruit komen een aantal positieve en een aantal negatieve gezondheidseffecten naar voren. Een eenduidig antwoord is dan ook niet te geven. Aangetoond is dat mensen die rondom veehouderijen wonen minder astma en allergieën hebben. Dicht bij veehouderijen wonen minder mensen met COPD, een chronische ziekte aan de longen. Daar staat tegenover dat de mensen in deze omgeving die wel COPD hebben, daar vaker en/of ernstigere complicaties van hebben. Verder is er een verband gevonden tussen wonen nabij veehouderijen en een verlaagde longfunctie. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door stoffen die afkomstig zijn van de veehouderij. Niet alleen dichtbij veel veehouderijen wonen zorgt voor een lagere longfunctie. De longfunctie wordt in het hele onderzoeksgebied lager op momenten dat de concentratie van ammoniak in de lucht hoog is. Deze effecten zijn vergelijkbaar met de schadelijke gezondheidseffecten van verkeer in een stad. De onderzoekers vonden dat er meer longontstekingen in het onderzoeksgebied voorkomen dan in de rest van het land; een verschil dat na de Q- koorts-epidemie van wel kleiner is geworden. Er werd een verband gevonden tussen pluimveehouderijen binnen 1 kilometer afstand van de woning en een licht verhoogde kans op longontsteking. Het is onduidelijk of de extra longontstekingen in dit onderzoeksgebied worden veroorzaakt door specifieke ziekteverwekkers die van dieren afkomstig zijn (zoönose-verwekkers), of dat mensen gevoeliger voor longontsteking worden door de blootstelling aan stoffen die veehouderijbedrijven uitstoten, zoals fijnstof, endotoxines (onderdelen van micro-organismen) en ammoniak. In het onderzoek is ook gekeken of bepaalde zoönoseverwekkers vaker voorkomen in de omgeving van veehouderijen ten opzichte van de rest van het land. Bij het hepatitis E-virus, de bacterie Clostridium difficile en ESBL-producerende bacteriën is dat niet het geval. Wel lijken mensen iets vaker drager te zijn van de veegerelateerde MRSA-bacterie. Of deze verhoging komt door uitstoot vanuit veehouderijen is nog onduidelijk. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het VGO-onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd in het oostelijk deel van Noord-Brabant en in Noord-Limburg. Sommige resultaten zijn mogelijk alleen van toepassing op het onderzochte gebied. Dat komt doordat lokale kenmerken, bijvoorbeeld luchtvervuiling uit omliggende industriegebieden, van invloed zijn op de bevindingen. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 27

32 Rapport Emissies van Endotoxinen uit de veehouderij (fase 3a) Tegelijk met het VGO-rapport is in juli 2016 het Rapport Emissies van endotoxinen uit de veehouderij (fase 3a) bekend gemaakt. Dit rapport beschrijft het resultaat van metingen aan de emissies van endotoxinen uit de veehouderij. In stof worden van micro-organismen afkomstige endotoxinen gevonden. Endotoxinen zijn dode celwand-deeltjes van bacteriën die geen pathogene eigenschappen meer hebben. Wel kunnen endotoxinen na inademing tot gezondheidsklachten leiden. Endotoxine komt niet alleen in het fijnstof voor. Ook in de fractie micrometer komen endotoxinen voor. Dit is relevant omdat een eigenschap van de grotere deeltjes is dat ze over het algemeen minder ver komen via de lucht en ook minder diep in de luchtwegen dringen. Meer onderzoek is nodig om de invloed van deze eigenschappen bij endotoxinen te bepalen. De Gezondheidsraad beveelt ten aanzien van de endotoxinen-blootstelling een adviesgrenswaarde van 30 EU/m 3 aan. Vervolgonderzoeken in 2017 Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten uit het VGO- en het endotoxinen heeft in 2017 nader aanvullend onderzoek plaats gevonden. Dit nadere onderzoek bevestigt eerdere conclusies, namelijk dat mensen rond pluimveehouderijen een grotere kans hebben op longontsteking. Dit geldt ook voor mensen rondom geitenhouderijen. Voor geitenhouderijen is echter nog niet duidelijk wat het verhoogde risico op longontstekingen vanaf 2011 verklaard. Bij mensen die dicht bij een veehouderij wonen komen astma en neusallergie minder voor. Het onderzoek bevestigt dat mensen met COPD, die in de buurt van veehouderijen wonen, vaker en ernstiger klachten hebben dan mensen die op grotere afstand wonen. In de buurt van veehouderijen wonen echter minder mensen met COPD Uit luchtmetingen is gebleken dat de concentratie endotoxinen in de lucht toeneemt naar mate de afstand tot een veehouderij kleiner wordt of het aantal veehouderijen in een gebied groter wordt. Veehouderijsectoren met de hoogste uitstoot van fijnstof, zoals pluimvee- en varkenshouderij, dragen duidelijk bij aan de concentratie van endotoxinen in de leefomgeving. Opvallend is dat ook sectoren van de veehouderij die niet bekendstaan om een hoge uitstoot van stoffen toch substantieel lijken bij te dragen aan de concentratie van endotoxinen in de leefomgeving. Veehouderijen uit deze sectoren zijn in grote aantallen in het VGO-gebied vertegenwoordigd. Het advies van de Gezondheidsraad inzake secundair fijnstof ten gevolge van de emissie van ammoniak en de rol van fijnstof uit veehouderijen in het optreden van hart- en vaatziekten en longkanker zal naar verwachting eind 2017 opgeleverd worden. Ten aanzien van endotoxinen zijn meer metingen en betere berekeningen nodig. Dit moet uiteindelijk leiden tot een beoordelingsinstrumentarium. Te zijner tijd zal worden bezien op welke wijze dit beoordelingsinstrumentarium en de normstelling voor endotoxinen zullen worden verwerkt in de AmvB s onder de Omgevingswet. Notitie handelingsperspectieven Veehouderij en Volksgezondheid Het bestuurlijk Platform Omgevingsrecht (BPO) heeft een Notitie handelingsperspectieven Veehouderij en Volksgezondheid opgesteld (25 november 2016). Deze notitie bevat als hulpmiddel voor bevoegde gezagen een systematiek om de endotoxineblootstelling van omwonenden van veehouderijen te beoordelen en helpt bevoegde gezagen om vergunningaanvragen te toetsen aan de adviesgrenswaarde van 30 EU/m 3 endotoxinen. Hiervoor is voor oa. varkens een grafiek opgesteld waarbij de fijnstofemissie in kg/jaar is gerelateerd aan minimale afstand in meters. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 28

33 Figuur: Grafiek fijnstof emissie PM10 versus minimale afstand tot woningen (vleesvarkens) (Notitie handelings-perspectieven Veehouderij en Volksgezondheid, BPO) In de aangevraagde situatie bedraagt de kortste afstand tussen een burgerwoning (Ommelpad 38) en het dichtstbijzijde emisiepunt 645 meter. De kortste afstand tussen een agrarische bedrijfswoning behorende bij een veehouderij (Eindhovensebaan 19) en het dichtstbijzijde emisiepunt bedraagt in de aangevraagde situatie ca. 186 meter. In de aangevraagde situatie bedraagt de fijnstofemissie naar boven afgerond 438 kg/jaar. Uit voorgaande grafiek kan afgeleid worden dat bij de deze fijnstofemissie een minimale afstand tot woningen van ca. 130 meter moet worden aangehouden. Aangezien de afstand tussen emissiepunten en omliggende woningen groter is dan deze adviesafstand kan op basis van huidige kennis en inzichten gesteld worden dat in de aangevraagde situatie voldaan wordt aan de adviesgrenswaarde van 30 EU/m 3. In de aangevraagde situtie is geen sprake van een verhoogd risico op gezondheidseffecten ten gevolge van blootstelling aan endotoxinen. 4.6 Bodem Verwaarloosbaar en aanvaardbaar bodemrisico Als binnen een inrichting bodembedreigende bedrijfsmatige activiteiten worden verricht, moet de kans op bodemverontreiniging tot een verwaarloosbaar minimum worden teruggebracht. In het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling staan algemene voorschriften opgenomen ten aanzien van bodembedreigende activiteiten(ook van toepassing op vergunningplichtige inrichtingen / type C- M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 29

34 inrichtingen). Deze voorschriften betreffen verplichte maatregelen en voorzieningen om tot een verwaarloosbaar bodemrisico te komen. Per activiteit is aan de hand van de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB 2012) het vereiste voorzieningenniveau bepaald om dit verwaarloosbaar bodemrisico te bereiken. In bestaande situaties waar achteraf geen voorzieningen meer aangebracht kunnen worden kan, na instemming van het bevoegde gezag, volstaan worden met een aanvaardbaar bodemrisico. Het bevoegd gezag moet daartoe wel met een maatwerkvoorschrift toestemming hebben verleend. Bodembeschermende voorzieningen en beheermaatregelen Bodembeschermende voorzieningen zijn fysieke voorzieningen, zoals vloeren, verhardingen en lekbakken. Deze voorzieningen moeten altijd in combinatie met de daarbij behorende maatregelen worden toegepast. Bij bodembeschermende maatregelen gaat het om bijvoorbeeld organisatorische maatregelen. In de Activiteitenregeling is voor verschillende bedrijfsmatige activiteiten aangegeven welke combinaties van voorzieningen en maatregelen leiden tot een verwaarloosbaar bodemrisicio en binnen die inrichting getroffen moeten worden zodat aan dit doelvoorschrift wordt voldaan. Hierbij is aangesloten bij de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB 2012). De NRB-aanpak is samen te vatten als vloeistofdichte vloer of verharding met een minimum aan gedragsvoorschriften of vloeistofkerende voorziening en/of lekbakken met een zwaar accent op de daarop toegesneden gedragsvoorschriften. Voor activiteiten waarbij vloeistofkerende voorzieningen worden vereist, zijn in het Activiteitenbesluit en Activiteitenregeling specifieke beheermaatregelen opgenomen. Ze zijn gebaseerd op de NRB en moeten in combinatie worden toegepast. Het gaat om een inspectieprogramma voor apparatuur en emballage en een spill-controleprogramma. Alle acties die bij een beheermaatregel horen moeten zijn uitgewerkt in procedures en werkinstructies. Algemene eisen voor bodembeschermende voorzieningen Bodembeschermende voorzieningen moeten zo zijn uitgevoerd dat het morsen/lekken (spills) van bodembedreigende vloeistoffen effectief wordt opgevangen en opgeruimd. Brandbare vloeistoffen en giftige stoffen moeten direct worden opgeruimd. Verder moet de voorziening bestand zijn tegen de inwerking van de stof en genoeg opvangcapaciteit bieden. Voorbeelden van bodembeschermende voorzieningen zijn absorbtiekorrels, lekbakken, mestdekplaten en olie-waterscheiders. Voor lekbakken stelt de Activiteitenregeling aanvullende eisen: vervuiling door hemelwater of andere stoffen moet worden voorkomen (afdekking of gescheiden opvang en afvoer van hemelwater), de opvangcapaciteit moet minimaal 110% zijn van de inhoud van de grootste verpakkingseenheid of opslagtank met als ondergrens minstens 10% van de inhoud van alle opslagen stoffen). Bodemonderzoek Volgens het Activiteitenbesluit artikel 2.11 moet bij elke activiteit binnen een inrichting die als bodembedreigend wordt beschouwd, de kwaliteit van de bodem worden onderzocht. Deze verplichting tot het uitvoeren van bodemonderzoek geldt alleen bij: oprichting (lid 1), verandering (lid 2) of beëindiging (lid 3) van de inrichting of de IPPC-installatie na beëindiging van het opslaan van vloeibare brandstof M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 30

35 Voert een bedrijf een bodembedreigende activiteit uit, dan moet binnen drie maanden na de oprichting van het bedrijf een rapport met de resultaten van een bodemonderzoek worden toegestuurd aan het bevoegd gezag. Dit staat in artikel 2.11 lid 1 van het Activiteitenbesluit. Dit artikel geldt echter niet voor inrichtingen met een IPPC-installatie. In geval van veranderingen binnen een bedrijf kan het bevoegd gezag gemotiveerd eisen dat een bodemonderzoek ter plaatse nodig is en een maatwerkvoorschrift opstellen. Daarnaast moet het bedrijf binnen zes maanden na beëindiging van de bedrijfsactiviteiten een bodemonderzoek uitvoeren. Binnen zes maanden na toezending van het bodemonderzoek aan het bevoegd gezag, moet de veroorzaakte verontreiniging verwijderd worden. Het uitvoeren en rapporteren van bodemonderzoek moet gebeuren door een erkend bedrijf op grond van het Besluit bodemkwaliteit en voldoen aan de NEN Een aanwezige vloerstofdichte vloer of verharding wordt tijdens bodemonderzoek niet doorboord of aangetast. Algemene zorgplicht Als algemene zorgplicht geldt dat bodemverontreininging voor zover mogelijk wordt voorkomen dan wel voor zover dat niet mogelijk is zoveel mogelijk wordt beperkt. Artikel 13 van de Wet bodembescherming (Wbb) is rechtstreeks van toepassing op de inrichting. Voor zover in de op te leggen voorschriften niet specifiek is vastgelegd welke bodembeschermende maatregelen moeten zijn uitgevoerd, dwingt artikel 13 van de Wbb tot een zorgvuldige bedrijfsvoering. In verband met de strekking van het begrip bodemverontreiniging is van belang dat het begrip bodem ook het grondwater omvat. Het melden van ongewone en gewone voorvallen met betrekking tot bodembescherming is geregeld in artikel 27 en 30 van de Wbb. Deze zorgplicht zal door de inrichtinghouder in acht worden genomen. Bodembedreigende activiteiten in het voornemen / de aanvraag Een bodembedreigende activiteit is gedefinieerd de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB). De volgende voorgenomen activiteiten worden als bodembedreigend aangemerkt: Opslag van drijfmest Opslag biologisch spuiwater luchtwassers Opslag reinigings- en ontsmettingsmiddelen in emballage Opslag bestrijdingsmiddelen in emballage Opslag van diergeneesmiddelen Opslag dieselolie Opslag minerale oliën Opslag van kadavers Spoelplaats Opslag vloeibare bijvoedermiddelen Opslag van niet-verpompbare bijvoedermiddelen Opslag conserveringszuur Opslag van drijfmest De geproduceerde drijfmest wordt opgeslagen in mestkelders onder de stallen. Deze voldoen aan de voorschriften in de Activiteitenregeling en de eisen van de HBRM 1. De vloeren en de wanden zijn vloeistofkerend uitgevoerd. 1 De door de Ministerie van VROM uitgegeven publicatie bouwtechnische richtlijnen mestbassins (BRM en HBRM) M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 31

36 Opslag van reinigings- en ontsmettingsmiddelen in emballage Reinigings- en ontsmettingsmiddelen worden boven een lekbak opgeslagen in een daarvoor bestemde opslagkast. Opslag van bestrijdingsmiddelen in emballage Bestrijdingsmiddelen worden boven een lekbak opgeslagen in een daarvoor bestemde opslagkast of -ruimte. Deze voldoet aan de zorgplichtbepalingen gesteld in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De vloeibare bestrijdingsmiddelen worden boven een lekbak op een vloeistofkerende vloer opgeslagen in gesloten emballage. De vaste bestrijdingsmiddelen worden opgeslagen in zakken. De zakken staan in een opvangbak op een vloeistofkerende vloer. Opslag van diergeneesmiddelen Diergeneesmiddelen worden in de originele verpakking opgeslagen in een afsluitbare koelkast. Opslag dieselolie De dieselolie wordt opgeslagen in een bovengrondse tank welke is geplaatst in een vloeistofdichte lekbak. De tank is uitgevoerd conform de bepalingen van de PGS 30. Ter plaatse van het afleverpunt is de vloer vloeistofkerend uitgevoerd, waarmee gedurende bepaalde tijd het doordringen van gemorst product in de bodem wordt verhinderd. Gemorst product moet met behulp van absorptiemateriaal zo spoedig mogelijk worden verwijderd. In de nabijheid van het afleverpunt zal daarvoor absorptiemateriaal in voorraad worden gehouden. Binnen de inrichting is een noodstroomaggregaat aanwezig. Dit aggregaat wordt aangedreven met dieselolie. Onder het aggregaat is dieselopslag in emballage aanwezig. De diesel valt onder ADR-klasse 3 waarop de PGS 15 van toepassing is 2. De opslag van deze emballage voldoet aan de bepalingen van de PGS 15. Opslag van minerale oliën Smeer-, hydraulische en afgewerkte olie wordt in een vloeistofdicht vat boven een vloeistofdichte lekbak opgeslagen. Opslag van kadavers De kleine kadavers worden opgeslagen in een vloeistofdichte voorziening met koeling. Grote kadavers worden opgeslagen op de vloeistofdichte kadaverplaat of in een vloeistofdichte kadaverton. De opslag van kadavers voldoet aan de Regeling dierlijke producten Spoelplaats Het spoelwater bestaat naast reinigings- en/of ontsmettingsmiddel alleen uit mest, zand en zaagselresten. De spoelplaats is voorzien van een vloeistofkerende vloer met afvoerput naar de mestkelder. De spoelplaats is afwaterend naar een afvoerpunt aangelegd en voorzien van een opstaande rand en is bestand tegen de inwerking van reinigings- en/of ontsmettingsmiddel. Het reinigingswater wordt opgevangen in een mestdichte opvangput. De inhoud van deze opvangput wordt periodiek overgepompt naar de mestkelder om samen met de drijfmest conform de meststoffenwet uitgereden te worden. 2 Het betreft hier de opslag in emballage en geen bovengrondse tank waar de PGS 30 richtlijnen voor stelt. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 32

37 Opslag van vloeibare bijvoedermiddelen De vloeibare bijvoedermiddelen worden opgeslagen in vloeistofkerende silotanks welke aan de binnenzijde voorzien zijn van een polyester coating. Bij de vulpunten is een vloeistofkerende morsbak aangebracht. Het personeel heeft duidelijke vulinstructies. Opslag van niet-verpompbare bijvoedermiddelen De opslag voor niet-verpompbare bijvoedermiddelen is voorzien van een vloeistofkerende vloer welke afwatert naar een afvoerpunt. Het percolaat en vervuild hemel- en reinigingswater wordt opgevangen in een mestdichte opvangput en overgepompt naar de mestkelder om samen met de drijfmest conform de meststoffenwet uitgereden te worden. Opslag van conserveringszuur Het conserveringszuur (voor de verduurzaming van de vloeibare bijvoedermiddelen) wordt opgeslagen in vloeistofdichte, kunststof opslagcontainers (IBC s). Deze zijn geplaatst boven een vloeistofkerende vloer. Het personeel wordt geïnstrueerd over het gebruik van de containers en regelmatig vindt visuele controle op lekkage plaats. De opslag wordt uitgevoerd conform de bepalingen in de PGS Water Tekst rubriek water invoegen. Overzicht waterverbruik In het voornemen wordt gebruik gemaakt van leidingwater en grondwater. Schatting waterverbruik aanvraag: Drinkwater dieren : m3/jaar Reinigingswater :1000 m3/jaar Leidingwaterverbruik wordt jaarlijks geregistreerd door het waterleidingbedrijf Overzicht afvalwater Schatting afvalwaterproductie aanvraag: Huishoudelijk afvalwater : 150 m3/jaar (mestkelder) Spuiwater ontijzeringsinstallatie : 250 m3/jaar (mestkelder) Reinigingswater stallen/spoelplaats : 1000 m3/jaar (mestkelder) Overzicht hemelwater Het verhard oppervlak neemt in de aangevraagde situatie niet toe. Het schone hemelwater wordt afgekoppeld en op het terrein en omliggende landbouwgronden geïnfiltreerd en geloosd op het oppervlaktewater. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 33

38 4.8 Energie Tekst rubriek energie invoegen. In het kader van de omgevingsvergunning en bij een melding in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer is het van belang te weten wat het energieverbruik van de inrichting is. Inrichtingen kunnen in drie verschillende categorieën worden ingedeeld: kleingebruikers, middelgebruikers en de grootgebruikers. Hierbij is aansluiting gezocht bij het Activiteitenbesluit milieubeheer. In het vergunningverleningsproces kan de Uniforme leidraad energiebesparing gebruikt worden. Energieverbruik kan in drie categorieën worden opgedeeld; 1. Kleingebruikers met een verbruik van minder dan m3 gas én minder dan kwh elektriciteit. 2. Middelgebruikers met een verbruik van tussen de m3 en m3 gas of tussen de kwh en kwh elektriciteit. 3. Grootgebruikers met een gasverbruik van meer dan m3 en/of een elektriciteitsverbruik van meer dan kwh. Voor kleinverbruikers worden geen voorschriften over het besparen van energie opgenomen in de vergunning. Bij middelgebruikers beoordeelt het bevoegd gezag of alle rendabele (BBT-) maatregelen zijn genomen. Als dit niet het geval is, kan het bevoegd gezag een haalbaarheidsonderzoek naar specifieke (BBT-)maatregelen eisen (brief van het Ministerie van VROM, kenmerk DGM/SB , januari 2008). Ten slotte geldt voor grootgebruikers dat het bevoegd gezag een energieonderzoek kan eisen. Overzicht energiegebruik en -kosten Energiebron Verbruik Elektriciteit: Propaan: kwh 40 m3 Maakt u gebruik van krachtstroom? (380 V)? ja nee Energiebesparende maatregelen Binnen de bestaande stallen worden de volgende maatregelen getroffen waarmee het energieverbruik tot een minimum beperkt kan worden: In de afdelingen waar op traditionele wijze dieren worden gehouden zijn meetventilatoren aanwezig. Deze ventilatoren registreren constant de ventilatiestroom. Naar aanleiding van deze registratie worden de ventilatoren constant bijgestuurd. Het gevolg daarvan is dat nooit meer geventileerd wordt dan strikt noodzakelijk waardoor niet onnodig verwarmd wordt en het stroomverbruik van de ventilatoren beperkt wordt. De aanwezige HR-verwarmingsketels zijn voorzien van een weersafhankelijke cascaderegeling en een pompschakeling. Het gevolg daarvan is dat de ketel alleen brandt als het noodzakelijk is en dat de watertemperatuur afhankelijk is van de buitentemperatuur waardoor een beperking ontstaat in het gebruik van aardgas. De pompschakeling voorkomt onnodig stroomverbruik en onnodig circuleren van warm water. Alle verwarmingsleidingen zijn, daar waar nodig, geïsoleerd. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 34

39 Buitenverlichting is voorzien van een schemerschakelaar. Verlichting in de afdelingen is met een dag-nacht schakelaar afgesteld op het dag- en nacht ritme van de varkens en de wettelijke vereisten voor licht, die opgenomen staan in de wet- en regelgeving voor dierwelzijn. In de loopgangen komen bewegingsschakelaars. Deze maatregelen beperken het elektraverbruik voor verlichting in de stallen. Verder worden good house keeping maatregelen toegepast. Dit betekent dat de omstandigheden in de stal worden afgestemd op de veranderingen in dieraantallen, gewicht en leeftijd van de dieren. Klimaatbeheersing is hierbij een heel belangrijk punt. De instellingen van de bepalende klimaatparameters (temperatuur, CO2-gehalte, vochtgehalte) worden op de meest recente inzichten en gewijzigde leefomstandigheden afgestemd. Als good housekeeping maatregelen worden verder: De klimaatinstellingen dagelijks gecontroleerd. De meet-smoorunits na iedere ronde gereinigd. De ventilatoren ieder kwartaal gereinigd. De instellingen op klimaatregelapparatuur dagelijks gecontroleerd en bijgesteld. De luchtinlaten en luchtkanalen frequent geïnspecteerd om te hoge weerstanden in ventilatiesystemen te voorkomen. De luchtwassers wekelijks gereinigd, conform de GL-leaflets. Om inzicht te verkrijgen in het verbruik van energie binnen de inrichting vindt een registratie van het energieverbruik plaats. Hierdoor krijgen zowel de aanvrager als het bevoegd gezag een goed beeld van het jaarlijks energieverbruik, zodat adequaat kan worden gereageerd bij significante afwijkingen. Op basis van de bovengenoemde maatregelen kan aan de hand van het Informatieblad energiebesparing veehouderijen E11 (Infomil) gesteld worden dat wat betreft energie de best beschikbare technieken (BBT) worden toegepast. Informatiebladen energiebesparing veehouderijen In deze paragraaf zijn een aantal vragenlijsten opgenomen, overeenkomend met de informatiebladen energiebesparing veehouderijen (E 11 Infomil). Met de vragenlijsten kan worden vastgesteld in hoeverre de Best Beschikbare Technieken worden toegepast. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 35

40 Vragenlijst varkenshouderij Verlichting Wat is het geïnstalleerd vermogen (W/m2)? 1,5 tot 2 watt per m2, afhankelijk welke stal en afdeling. Hoeveel uur per jaar is de verlichting in werking? Tijdens werktijden, dit is ca. 10 uur per dag = 3650 uur per jaar. Welke van onderstaande energiezuinige verlichtingstechnieken worden toegepast? natuurlijke daglichtintreding aanwezigheidsdetectie centrale lichtschakelaar bewegingsmelder buiten- en terreinverlichting spaarlampen halveringsschakelaar of dimmer op biggenlampen anders, namelijk tl-lampen in de stallen buitenverlichting natriumlampen Isolatie Welke isolerende voorzieningen worden toegepast? ligvloerisolatie dak / plafondisolatie (spouw)muurisolatie isolatie van leidingen anders geen Ventilatie Welke maatregelen met betrekking tot mechanische ventilatie worden toegepast? klimaatcomputer regeling met meetwaaier en smoorunit frequentieregeling centrale afzuiging hybride ventilatie ventilatiesysteem met ondergrondse luchtinlaat automatisch geregelde natuurlijke ventilatie anders, namelijk geen Verwarming Wat is het bouwjaar van de stooktoestellen?.. Welk type verwarming wordt toegepast? cv / vloerverwarming, alle stallen luchtverwarming stralingsverwarming, biggenlampen M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 36

41 Wat is de uitvoering van de stooktoestellen? conventioneel VR HR CV kachels VR/HR-combinatie Zijn er aanvullende maatregelen getroffen? optimalisering en weersafhankelijke regeling verwarming eigen CV-groep of -ketel voor afwijkende ruimtes anders, namelijk geen 4.9 Landschap en Bestemmingsplan In deze situatie betreft het voornemen het uitbreiden van dieraantallen in reeds bestaande en gerealiseerde stallen. Er hoeft voor dit voornemen dan ook geen landschappelijk inpassingplan opgesteld te worden. Er wordt een weegbrug aangelegd en tevens worden 3 bulksilo s bijgeplaatst, maar deze worden gerealiseerd binnen het bouwblok. Voor de weegbrug is reeds een omgevingsvergunning afgegeven, de weegbrug zal echter op een andere plaats dan reeds vergund worden gerealiseerd. Het plaatsen van de bulksilo s kan bouwvergunningvrij. De locatie heeft in het bestemmingsplan de aanduiding Waarde-Archeologie. Hierdoor is bouwen op deze bestemde gronden in principe niet toegestaan. Hiervan kan worden afgeweken als is aangetoond dat de archeologische waarden in voldoende mate zijn vastgesteld en zo nodig zijn zeker gesteld. In 2014 is voor de bouw van de stal 4 door Econsultancy een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek volgde het advies om geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. De locatie is tevens aangemerkt als Waarde-Bufferzone hydrologisch gevoelige gebieden. Op deze gronden mag niet worden gebouwd. Omdat de bouw van de silo s en de weegbrug echter plaatsvinden binnen het bouwblok zijn deze activiteiten uitgezonderd van dit verbod. De locatie is ook gelegen in een zogenoemde Boringsvrije zone. Ter plaatse van de gronden met de aanduiding Boringsvrije zone mogen geen activiteiten worden ontplooit die strijdig zijn met de bescherming van de bodem en grondwater voor de openbare drinkwatervoorziening. Het gaat om activiteiten in de vorm van borningen en roeren van grond die dieper reiken dan 80 meter onder maaiveld. De aan te vragen activiteiten(houden van vleesvarkens, bouwen weegbrug en bulksilo s) reiken echter niet dieper dan 80 meter onder het maaiveld Flora en fauna Zeer kwetsbare natuur (Wav-gebieden) De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) vormt een onderdeel van de ammoniakregelgeving voor dierenverblijven van veehouderijen. Deze regelgeving heeft als doel de ammoniakuitstoot in heel Nederland terug te dringen. Voor een aantal gebieden geldt extra beleid met als doel de ammoniakdepositie op die gebieden - de zeer kwetsbare gebieden- te verminderen. De zeer kwetsbare gebieden worden door de Provincie aangewezen. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 37

42 De inrichting is niet gelegen in een zeer kwetsbaar gebied (Wav-gebied) of een zone van 250 meter daar omheen. Het dichtstbijgelegen Wav-gebied is gelegen op ca m afstand. Toestemmingen Wet natuurbescherming (Wnb) Menselijke (bedrijfs)activiteiten kunnen nadelige gevolgen hebben voor natuurgebieden. Sommige natuurgebieden en sommige plant- en diersoorten worden speciaal beschermd tegen de gevolgen van menselijke activiteiten. Als een agrarisch bedrijf activiteiten wil uitvoeren die nadelige gevolgen kunnen hebben voor beschermde natuurgebieden of plant- en diersoorten, is daar in veel gevallen aparte toestemming nodig, namelijk de omgevingsvergunning voor natuur. Deze toestemming kan aangehaakt zijn bij een omgevingsvergunning. Aanhaken kan plaatsvinden bij elk soort omgevingsvergunning zoals bouwen, milieu, slopen etc. De omgevingsvergunning voor natuur loopt via de zogenaamde omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM), zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, sub i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het is ook mogelijke om deze toestemmingen niet te laten aanhaken. Deze toestemmingen dienen dan echter wel voor het indienen van de Omgevingsvergunning te zijn aangevraagd, dan wel te zijn afgegeven. Wet natuurbeschermingsgebieden De inrichting is gelegen op een afstand van meter van het dichtstbijgelegen Wnb-gebied Groote Peel. Koppeling Wet natuurbescherming(wnb) Als voor een activiteit zowel een omgevingsvergunning als een Wet natuurbeschermingsvergunning vereist is, en eerst een omgevingsvergunning wordt aangevraagd, dan is óók een omgevingsvergunning(obm) voor natuur vereist. Deze verplichting geldt niet indien voorafgaand aan het indienen van de aanvraag om een omgevingsvergunning, voor de betrokken activiteit al een aanvraag om een Wnb-vergunning is ingediend of indien al een Wet natuurbeschermingsvergunning is verleend. Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie waarin de aangevraagde activiteit(en) plaats vindt, is het bevoegde gezag voor het verlenen van een vergunning voor de Wet natuurbescherming. Voor de voorgenomen activiteit is nog geen Wnb- vergunning verleend. Uit de bij dit document gevoegde AERIUS-berekeningen blijkt dat er geen ontwikkelruimte nodig is voor de voorgenomen activiteit. De aanvraag Wet natuurbescherming zal in een later stadium worden ingediend. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 38

43 5 CONCLUSIES Initiatiefnemer wil op de locatie aan de Eindhovensebaan 16 te Nederweert de installatie oprichten, wijzigen of uitbreiden voor dieraantal en diercategorie. Op basis van de kenmerken van het project en de omgeving waarin het project plaatsvindt, kunnen zich waarschijnlijk aanzienlijke gevolgen voor het milieu voordoen. Deze m.e.r.-beoordelingsnotitie voorziet in alle voor de activiteit relevante informatie die het bevoegd gezag nodig heeft om het besluit op de m.e.r.-beoordeling te kunnen nemen. M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 39

44 BIJLAGEN Bijlage 1: Stalbeschrijvingen Bijlage 2: Dimensioneringsplannen Bijlage 3: Stikstofdepositieberekeningen (AERIUS) Bijlage 4: Geurberekening voorgrondbelasting (V-stacks vergunningen) Bijlage 5: Geurberekening achtergrondbelasting (V-stacks gebied) Bijlage 6: Plattegrondtekening milieu Bijlage 7: Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Eindhovensebaan 16 te Nederweert in de gemeente Nederweert M.e.r.-beoordelingsnotitie (vormvrij) locatie Eindhovensebaan 16 40

45 Nummer systeem Naam systeem Diercategorie BWL V2 Systeembeschrijving van Juli 2015 Gecombineerd luchtwassysteem 85 % ammoniakemissiereductie met watergordijn en biologische wasser Kraamzeugen, gespeende biggen, guste en dragende zeugen, dekberen, vleesvarkens (inclusief opfokberen en opfokzeugen) en vleeskalveren tot circa 8 maanden Vervangt BWL V1 van maart 2013 Werkingsprincipe De ammoniakemissie (inclusief geur- en stofemissie) wordt beperkt door de ventilatielucht te behandelen in een gecombineerd luchtwassysteem. Dit is een installatie die is opgebouwd uit meerdere wassystemen. Bij het beschreven systeem bestaat de installatie uit een watergordijn (type gelijkstroom) met daarachter een biologische wasser. Het watergordijn is in de voorruimte aanwezig waarin de lucht optimaal wordt verdeeld over het gehele aanstroomoppervlak van de wassectie. De biologische wasser is opgebouwd uit een filterelement van het type tegenstroom. Het betreft een kolom met vulmateriaal, waarover continu wasvloeistof wordt gesproeid. De gezuiverde lucht verlaat vervolgens via een druppelvanger de installatie. Bij passage van de ventilatielucht door het luchtwassysteem wordt de ammoniak opgevangen in de wasvloeistof. Bacteriën die zich op het vulmateriaal en in de wasvloeistof bevinden zetten de ammoniak om in nitriet en/of nitraat, waarna deze stoffen met het spuiwater worden afgevoerd. De verwijdering van stof en geurcomponenten gebeurt in het watergordijn en de biologische wasser Spuiwater komt vrij uit de biologische wasser, het wordt opgevangen in de wateropvangbak onder de wasinstallatie. Ook het sproeiwater van het watergordijn wordt in deze bak opgevangen. DE TECHNISCHE UITVOERING VAN HET SYSTEEM Onderdeel Uitvoeringseis 1a Ventilatie aanvoer ventilatielucht naar luchtwassysteem, zie hiervoor de voorwaarden die zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer 1b capaciteit maximale ventilatie in overeenstemming met de richtlijnen / adviezen voor maximale ventilatie 1 2a 2b 2c 2d 2e Dimensionering luchtwassysteem gecombineerd luchtwassysteem opgebouwd uit een watergordijn van het type gelijkstroom en een biologische wasser van het type tegenstroom watergordijn voor de biologische wasser, de lengte van het watergordijn is gelijk aan de lengte van het filterpakket in de biologische wasser biologische wasser opgebouwd uit een kolom kunststof filtermateriaal (structuurpakking), met een contactoppervlak van 240 m² / m³ filtermateriaal, met een hoogte van 1,5 meter via een druppelvanger verlaat de gereinigde lucht het systeem capaciteit maximaal m³ lucht per uur per m² aanstroomoppervlak van het filterpakket in de biologische wasser 1 Wanneer voor de betreffende diercategorie richtlijnen / adviezen door een klimaatplatform zijn vastgesteld, dan wordt geadviseerd deze richtlijnen / adviezen in acht te nemen. Zie ook de randvoorwaarden die in het technisch informatiedocument 'Luchtwassystemen voor de veehouderij' zijn beschreven.

46 2f aan te tonen met gegevens die op basis van het Activiteitenbesluit milieubeheer bij de melding dienen te worden gevoegd dan wel in de inrichting aanwezig dienen te zijn 2 3 Registratie het luchtwassysteem dient te zijn voorzien van een meet- en registratiesysteem zoals is opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer 4 Spuiregeling het spuien van het waswater uit de gecombineerde wasser moet worden aangestuurd door een automatische regeling op basis van geleidbaarheid HET GEBRUIK VAN HET SYSTEEM a1 a2 Onderdeel Instelling parameters en controle Gebruikseis de zuurgraad van het waswater in de biologische luchtwasser is minimaal gelijk aan ph = 6,5 en mag niet meer zijn dan ph = 7,5 de geleidbaarheid van het waswater in de gecombineerde luchtwasser is maximaal 18 ms/cm b1 Reiniging reiniging filterpakket in de biologische wasser minimaal éénmaal per jaar b2 reiniging druppelvanger minimaal éénmaal per drie maanden c Onderhoud met betrekking tot het onderhoud van het luchtwassysteem dienen in overeenstemming met het Activiteitenbesluit milieubeheer gedragsvoorschriften te worden opgesteld d Registratiesysteem het meet- en registratiesysteem dient te worden gebruikt, gecontroleerd en onderhouden zoals is opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer Werkingsresultaat ammoniakverwijderingsrendement: 85 procent geurverwijderingsrendement: 85 procent verwijderingsrendement fijn stof (PM10): 80 procent Emissiefactor Verwijzing meetrapport Gespeende biggen: - 0,10 kg NH 3 per dierplaats per jaar Kraamzeugen: - 1,3 kg NH 3 per dierplaats per jaar Guste en dragende zeugen: - 0,63 kg NH 3 per dierplaats per jaar, Dekberen: - 0,83 kg NH 3 per dierplaats per jaar. Vleesvarkens (inclusief opfokberen en opfokzeugen): - 0,45 kg NH 3 per dierplaats per jaar Vleeskalveren tot 8 maanden: - 0,53 kg NH 3 per dierplaats per jaar Ortlinghaus, O., Bericht über die Durchführung von Emissionsmessungen an einem Biowäscher mit Vorentstaubung in der Tierhaltung, , Berichtsnummer: Uniqfill Bio-Combi- Wäscher, Fachhochschule Münster 2 In de inrichting dient een opleveringsverklaring aanwezig te zijn. In deze verklaring zijn de belangrijkste gegevens (zoals controleparameters) en dimensioneringsgrondslagen van de geïnstalleerde luchtwasser opgenomen. Met behulp van deze verklaring wordt aangetoond dat het luchtwassysteem volgens de systeembeschrijving is uitgevoerd en gedimensioneerd.

47 NAAM: Gecombineerd luchtwassysteem 85 % ammoniakemissiereductie met watergordijn en biologische wasser, voor kraamzeugen, gespeende biggen, guste en dragende zeugen, dekberen, vleesvarkens (inclusief opfokberen en opfokzeugen) en vleeskalveren tot circa 8 maanden NUMMER: BWL V2 Systeembeschrijving Juli 2015

48 DIMENSIONERINGSPLAN BIOCOMBI - BWL V2 Opdrachtgever: Coolen V.O.F. Kuilerstraat PA Someren Locatie: Eindhovensebaan NB Nederweert Datum: 18 december 2017 In onderstaande beschrijving en tabellen is de dimensionering aangegeven voor bovengenoemde locatie: stal 4 Systeem: Farm Air Biocombi luchtwasser BWL V2 85% ammoniakreductie 85% geurreductie Type: Waterwasser gelijkstroom en biowasser tegenstroom 80% fijn stofreductie Werkingsproces: De ammoniakemissie (inclusief geur- en stofemissie) wordt beperkt door de ventilatielucht te behandelen in een gecombineerd luchtwassysteem. Dit is een installatie die is opgebouwd uit meerdere wassystemen. Bij het beschreven systeem bestaat de installatie uit een watergordijn (type gelijkstroom) met daarachter een biologische wasser. Het watergordijn is in de voorruimte aanwezig waarin de lucht optimaal wordt verdeeld over het gehele aanstroomoppervlak van de wassectie. De biologische wasser is opgebouwd uit een filterelement van het type tegenstroom. Het betreft een kolom met vulmateriaal, waarover continu wasvloeistof wordt gesproeid. De gezuiverde lucht verlaat vervolgens via een druppelvanger de installatie. Bij passage van de ventilatielucht door het luchtwassysteem wordt de ammoniak opgevangen in de wasvloeistof. Bacteriën die zich op het vulmateriaal en in de wasvloeistof bevinden zetten de ammoniak om in nitriet en/of nitraat, waarna deze stoffen met het spuiwater worden afgevoerd. De verwijdering van stof en geurcomponenten gebeurt in het watergordijn en de biologische wasser. Spuiwater komt vrij uit de biologische wasser, het wordt opgevangen in de wateropvangbak onder de wasinstallatie. Ook het sproeiwater van het watergordijn wordt in deze bak opgevangen. Berekening ventilatiebehoefte conform opgave Klimaatplatform Varkenshouderij aantal dieren omschrijving stal m³/uur/ RAV totaal m³ dierplaats categorie ventilatie 0 beren 150 D guste-/dragende zeugen 150 D kraamzeugen 250 D opfokzeugen 80 D opfokzeugen 80 D vleesvarkens 80 D vleesvarkens 80 D biggen 25 D biggen 25 D Maximale ventilatiebehoefte m³/uur Gegevens toegepast filterpakket Specifieke oppervlakte pakket 240 Specifieke luchtbelasting incl. bevestigingspunten Hoogte filterpakket 1,5 Contactoppervlak filterpakket 360 Capaciteit filterpakket 11,33 Afmeting opvang waswater per m² aanstroomoppervlak 612 m²/m³ m³/m² aanstroomoppervlak m m²/m² aanstroomoppervlak m³/m² contactoppervlak liter Capaciteitsberekening luchtwassysteem Maximale capaciteit luchtwassysteem op basis van het aanstroomoppervlak: Lengte filterpakket (mm) Breedte filterpakket (mm) Aanstroomoppervlak (m²) Belasting (m³/m²) Max.capaciteit (m³/u) , Maximale capaciteit luchtwassysteem op basis van capaciteit filterpakket: Aanstroomoppervlak (m²) Contactoppervlak (m²/m²) Contactoppervlak systeem (m²) Capaciteit (m³/m²) Max.capaciteit (m³/u) 115, , Dimensioneringsplan alleen geldig in combinatie met een Farm Air luchtwasser. 1 / 2

49 DIMENSIONERINGSPLAN BIOCOMBI - BWL V2 Opdrachtgever: Coolen V.O.F. Locatie: Eindhovensebaan NB Nederweert Datum: 18 december 2017 Totaal ventilatie behoefte Eenheid m³/uur Minimaal vereist netto aanstroomoppervlak 112,94 m² Diepte filterpakket (exclusief stofafvang) mm. Minimale lengte filterpakket mm. Toegepast aantal vakken 20 vak(ken) Toegepaste lengte filterpakket 40,00 39, mm. Toegepast netto aanstroomoppervlak 115,20 m² Maximale capaciteit luchtwasser m³/u Overcapaciteit luchtwasser t.o.v. berekende maximale ventilatiebehoefte m³/u Diepte luchtwasser inclusief stof afvang mm. Hoogte luchtwasser inclusief uitblaaskoker (uitstroomopening) mm. Inhoud waspakket 172,80 m³ Contactoppervlak waspakket ,00 m² Specifiek waswaterdebiet 0,75 m³/m²/uur Aantal sproeiers per m² filterpakket 0,7 81 stuks Aantal sproeiers stofafvang 1 40 stuks Maximaal vermogen spoelpomp 11 kwh 11 Opvang waswater (waterbuffer) 69 m³ Drukval over de luchtwasser ± 50 Pa Totaal opgenomen vermogen kwh/jaar Besturingskast 230/400 Volt Totaal spuiwater m³/jaar Totaal verbruik water m³/jaar Afmeting centraal kanaal (minimaal) 46,08 m² Uitstroomoppervlak * 11,97 m² Diameter emissiepunt 3,903 Ventilatie volgens V-Stack normen m³/u Uitstroomsnelheid 4,15 m/sec Opmerkingen: loods met mestscheider heeft een inhoud van 2013 m3. In de dimensionering van de luchtwasser is, door over dimensionering, rekening gehouden met verversing en afzuiging van deze inhoud. * De ventilatoren worden achter de luchtwasser geplaatst. Aantal ventilatoren: 18 stuks Diameter ventilatoren: 920 mm 0,6648 m² per ventilator Dimensioneringsplan alleen geldig in combinatie met een Farm Air luchtwasser. 2 / 2

50 Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Wet natuurbescherming. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor Natura gebieden. AERIUS Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Berekening Situatie 1 Kenmerken Samenvatting emissies Depositieresultaten Gedetailleerde emissiegegevens Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl. RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 1/20

51 Bepaling projecteffect Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie Coolen VOF Eindhovensebaan 16, 6031 NB Nederweert Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk - RbzoTsATUjpY Datum berekening Rekenjaar Rekeninstellingen 18 oktober 2017, 11: Berekend voor Wnb. Totale emissie Situatie 1 NOx - NH ,50 kg/j Resultaten Hectare met hoogste bijdrage (mol/ha/j) Toelichting Natuurgebied Bijdrage Groote Peel 9,45 Projecteffect Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 2/20

52 Bepaling projecteffect Locatie Situatie 1 Emissie Situatie 1 Bron Sector Emissie NH3 Emissie NOx Stal 1 Landbouw Stalemissies 1.075,50 kg/j - Stal 2+3 Landbouw Stalemissies 783,00 kg/j - stal 4 Landbouw Stalemissies 2.592,00 kg/j - Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 3/20

53 Bepaling projecteffect Resultaten PASgebieden (mol/ha/j) Natuurgebied Hoogste bijdrage * Groote Peel 9,45 Weerter- en Budelerbergen & Ringselven 1,40 Deurnsche Peel & Mariapeel 1,04 Sarsven en De Banen 0,55 Strabrechtse Heide & Beuven 0,53 Leudal 0,30 Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux 0,29 Boschhuizerbergen 0,22 Swalmdal 0,20 Maasduinen 0,18 Roerdal 0,18 (0,14) Meinweg 0,12 Sint Jansberg 0,08 Zeldersche Driessen 0,08 Kempenland-West 0,06 * Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar géén sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 4/20

54 Bepaling projecteffect Resultaten per habitattype (mol/ha/j) Groote Peel Habitattype Hoogste bijdrage * H7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen 9,45 L7120 Herstellende hoogvenen 8,54 Lg04 Zuur ven 7,96 ZGH7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen 4,91 L4030 Droge heiden 2,45 H4030 Droge heiden 2,00 Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 5/20

55 Bepaling projecteffect Weerter- en Budelerbergen & Ringselven Habitattype Hoogste bijdrage * ZGH3130 Zwakgebufferde vennen 1,40 H91D0 Hoogveenbossen 1,40 H3130 Zwakgebufferde vennen 1,40 ZGH91D0 Hoogveenbossen 1,19 Lg13 Bos van arme zandgronden 0,87 H4030 Droge heiden 0,80 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,77 L4030 Droge heiden 0,70 Lg09 Droog struisgrasland 0,58 H2330 Zandverstuivingen 0,58 H9190 Oude eikenbossen 0,57 H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,44 H7210 Galigaanmoerassen 0,36 Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 6/20

56 Bepaling projecteffect Deurnsche Peel & Mariapeel Habitattype Hoogste bijdrage * H7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen 1,04 Lg13 Bos van arme zandgronden 0,94 ZGH7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen 0,91 L7120 Herstellende hoogvenen 0,80 Lg04 Zuur ven 0,73 Lg09 Droog struisgrasland 0,63 H4030 Droge heiden 0,54 H7110A Actieve hoogvenen (hoogveenlandschap) 0,40 Sarsven en De Banen Habitattype Hoogste bijdrage * H3130 Zwakgebufferde vennen 0,55 H3110 Zeer zwakgebufferde vennen 0,50 Lg03 Zwakgebufferde sloot 0,49 H3140hz Kranswierwateren, op hogere zandgronden 0,49 Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 7/20

57 Bepaling projecteffect Strabrechtse Heide & Beuven Habitattype Hoogste bijdrage * Lg03 Zwakgebufferde sloot 0,53 H4030 Droge heiden 0,48 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,48 H3160 Zure vennen 0,46 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,40 H2330 Zandverstuivingen 0,35 H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,34 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,28 H3110 Zeer zwakgebufferde vennen 0,25 Leudal Habitattype Hoogste bijdrage * H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,30 H9160A Eiken-haagbeukenbossen (hogere zandgronden) 0,30 ZGH9160A Eiken-haagbeukenbossen (hogere zandgronden) 0,30 Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 8/20

58 Bepaling projecteffect Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux Habitattype Hoogste bijdrage * H4030 Droge heiden 0,29 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,27 H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,26 H2330 Zandverstuivingen 0,25 H91D0 Hoogveenbossen 0,25 H9190 Oude eikenbossen 0,25 Lg09 Droog struisgrasland 0,24 H3160 Zure vennen 0,23 H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen) 0,22 H9999:136 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H3140;H3130;H3140;H3130) 0,21 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,20 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 0,20 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,20 H3140hz Kranswierwateren, op hogere zandgronden 0,13 ZGH91D0 Hoogveenbossen 0,11 H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes) 0,11 ZGH91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,11 (-) H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) 0,10 (0,08) H7210 Galigaanmoerassen 0,09 ZGH3160 Zure vennen 0,09 Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 9/20

59 Bepaling projecteffect Boschhuizerbergen Habitattype Hoogste bijdrage * H2330 Zandverstuivingen 0,22 H5130 Jeneverbesstruwelen 0,22 H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,20 ZGH3130 Zwakgebufferde vennen 0,10 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,10 Swalmdal Habitattype Hoogste bijdrage * H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,20 ZGH6120 Stroomdalgraslanden 0,14 ZGH91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,12 Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 10/20

60 Bepaling projecteffect Maasduinen Habitattype Hoogste bijdrage * Lg14 Eiken- en beukenbos van lemige zandgronden 0,18 ZGH9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,18 ZGH9190 Oude eikenbossen 0,18 ZGH91D0 Hoogveenbossen 0,17 H91D0 Hoogveenbossen 0,17 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,17 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,16 H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,16 H2330 Zandverstuivingen 0,16 H4030 Droge heiden 0,16 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 0,16 H3160 Zure vennen 0,16 H9190 Oude eikenbossen 0,16 ZGH91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,15 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,15 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,15 L4030 Droge heiden 0,15 Lg03 Zwakgebufferde sloot 0,15 Lg10 Kamgrasweide & Bloemrijk weidevogelgrasland van het zand- en veengebied 0,14 Lg04 Zuur ven 0,14 Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 11/20

61 Bepaling projecteffect Habitattype Hoogste bijdrage * H6230dka Heischrale graslanden, droog kalkarm 0,14 H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes) 0,14 H6120 Stroomdalgraslanden 0,13 ZGH3130 Zwakgebufferde vennen 0,06 Roerdal Habitattype Hoogste bijdrage * Lg02 Geïsoleerde meander en petgat 0,18 (-) H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,14 ZGH91D0 Hoogveenbossen 0,08 H91D0 Hoogveenbossen 0,07 Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 12/20

62 Bepaling projecteffect Meinweg Habitattype Hoogste bijdrage * Lg13 Bos van arme zandgronden 0,12 H4030 Droge heiden 0,11 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,10 L4030 Droge heiden 0,10 H3160 Zure vennen 0,09 H91D0 Hoogveenbossen 0,09 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,09 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,08 ZGH9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,08 Lg09 Droog struisgrasland 0,08 H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes) 0,07 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 0,07 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,06 ZGH3130 Zwakgebufferde vennen >0,05 Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 13/20

63 Bepaling projecteffect Sint Jansberg Habitattype Hoogste bijdrage * Lg05 Grote-zeggenmoeras 0,08 H7210 Galigaanmoerassen 0,08 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,08 ZGH9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,08 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,07 Zeldersche Driessen Habitattype Hoogste bijdrage * H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,08 H91F0 Droge hardhoutooibossen 0,08 H6120 Stroomdalgraslanden 0,06 H6430C Ruigten en zomen (droge bosranden) 0,06 Kempenland-West Habitattype Hoogste bijdrage * H3130 Zwakgebufferde vennen 0,06 ZGH91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) >0,05 * Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar géén sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 14/20

64 Bepaling projecteffect Resultaten resterende gebieden (mol/ha/j) Natuurgebied Hoogste bijdrage * Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Stamprooierbroek en Mariaho 0,37 (-) Abeek met aangrenzende moerasgebieden 0,29 (-) Hageven met Dommelvallei, Beverbeekse Heide, Warmbeek en Waterin 0,27 (-) Vogelschutzgebiet 'Schwalm-Nette-Platte mit Grenzwald u. Meinweg 0,21 (-) Wälder und Heiden bei Brüggen-Bracht 0,21 (-) Krickenbecker Seen - Kl. De Witt-See 0,20 (-) Bocholt, Hechtel-Eksel, Meeuwen-Gruitrode, Neerpelt en Peer 0,19 (-) Uiterwaarden langs de Limburgse Maas met Vijverbroek 0,19 (-) Tantelbruch mit Elmpter Bachtal und Teilen der Schwalmaue 0,17 (-) Itterbeek met Brand, Jagersborg en Schootsheide en Bergerven 0,15 (-) Elmpter Schwalmbruch 0,15 (-) Hangmoor Damerbruch 0,14 (-) Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As-Opglab 0,13 (-) Vallei- en brongebied van de Zwarte Beek, Bolisserbeek en Dommel 0,12 (-) Lüsekamp und Boschbeek 0,12 (-) Militair domein en vallei van de Zwarte Beek 0,11 (-) Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrod 0,11 (-) Grensmaas 0,10 (-) Schwalm, Knippertzbach, Raderveekes u. Lüttelforster Bruch 0,10 (-) Fleuthkuhlen 0,10 (-) Meinweg mit Ritzroder Dünen 0,10 (-) Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 15/20

65 Bepaling projecteffect Natuurgebied Hoogste bijdrage * Helpensteiner Bachtal-Rothenbach 0,10 (-) Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en h 0,10 (-) Houthalen-Helchteren, Meeuwen-Gruitrode en Peer 0,09 (-) Nette bei Vinkrath 0,09 (-) Erlenwälder bei Gut Hovesaat 0,09 (-) Schaagbachtal 0,08 (-) Mechelse Heide en vallei van de Ziepbeek 0,08 (-) Reichswald 0,08 (-) Tote Rahm 0,08 (-) Vogelschutzgebiet 'Unterer Niederrhein' 0,08 (-) Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor 0,07 (-) Uedemer Hochwald 0,07 (-) Dornicksche Ward 0,07 (-) De Mechelse Heide en de Vallei van de Ziepbeek 0,07 (-) Ronde Put 0,06 (-) Valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbee 0,06 (-) Wisseler Dünen 0,06 (-) Rhein-Fischschutzzonen zwischen Emmerich und Bad Honnef 0,06 (-) Vennen, heiden en moerassen rond Turnhout 0,06 (-) Staatsforst Rheurdt / Littard 0,06 (-) Niederkamp 0,06 (-) Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 16/20

66 Bepaling projecteffect Natuurgebied Hoogste bijdrage * NSG Rheinaue Bislich-Vahnum, nur Teilfläche >0,05 (-) NSG - Komplex In den Drevenacker Dünen, mit Erweiterung >0,05 (-) NSG Kranenburger Bruch >0,05 (-) NSG Rheinaue Walsum >0,05 (-) * Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar géén sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 17/20

67 Bepaling projecteffect Emissie (per bron) Situatie 1 Naam Stal 1 Locatie (X,Y) , Uitstoothoogte 3,4 m Warmteinhoud 0,000 MW NH ,50 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie D 3.1 volledig roostervloer (Varkens; vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking ) (BWL V1) 239 NH3 4, ,50 kg/j Naam Stal 2+3 Locatie (X,Y) , Uitstoothoogte 5,8 m Warmteinhoud 0,000 MW NH3 783,00 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie D gedeeltelijk roostervloer; luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch; gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (Varkens; vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking ) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 18/20

68 Bepaling projecteffect Naam stal 4 Locatie (X,Y) , Uitstoothoogte 11,6 m Warmteinhoud 0,000 MW NH ,00 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie D gedeeltelijk roostervloer; luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch; gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (Varkens; vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking ) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 19/20

69 Bepaling projecteffect Disclaimer Rekenbasis Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een vergunningaanvraag, kunnen er geen rechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. Deze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS Database versie 2016L_ _1682e2550c versie 2016L_ _c3f058f00f Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Bepaling projecteffect Situatie 1 RbzoTsATUjpY (18 oktober 2017) pagina 20/20

70 Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Wet natuurbescherming. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor Natura gebieden. AERIUS Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Berekening Situatie 1 Kenmerken Samenvatting emissies Depositieresultaten Gedetailleerde emissiegegevens Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl. RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 1/38

71 Benodigde ontwikkelingsruimte Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie Coolen VOF Eindhovensebaan 16, 6031 NB Nederweert Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk - RqTGb7MHfXxJ Datum berekening Rekenjaar Rekeninstellingen 18 oktober 2017, 11: Berekend voor Wnb. Totale emissie Situatie 1 Situatie 2 Verschil NOx NH ,80 kg/j 9.400,50 kg/j ,30 kg/j Resultaten Hectare met hoogste verschil (mol/ha/j) Natuurgebied - - Bijdrage Toelichting Verschilberekening Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 2/38

72 Benodigde ontwikkelingsruimte Locatie Situatie 1 Emissie Situatie 1 Bron Sector Emissie NH3 Emissie NOx stal 1 EP A Landbouw Stalemissies 4.950,00 kg/j - stal 2 EP B Landbouw Stalemissies 4.950,00 kg/j - stal 3 EP C Landbouw Stalemissies 495,00 kg/j - stal 4 EP D Landbouw Stalemissies 1.661,80 kg/j - Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 3/38

73 Benodigde ontwikkelingsruimte Locatie Situatie 2 Emissie Situatie 2 Bron Sector Emissie NH3 Emissie NOx stal 1 Landbouw Stalemissies 6.025,50 kg/j - stal Landbouw Stalemissies 783,00 kg/j - stal 4 Landbouw Stalemissies 2.592,00 kg/j - Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 4/38

74 Benodigde ontwikkelingsruimte Resultaten PASgebieden (mol/ha/j) Natuurgebied Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Kampina & Oisterwijkse Vennen 0,08 0,08-0,00 Veluwe 0,06 >0,05-0,00 Rijntakken >0,05 0,05-0,00 Bekendelle >0,05 0,05-0,00 Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen 0,06 >0,05-0,00 Kempenland-West 0,06 >0,05-0,01 Korenburgerveen >0,05 0,04-0,01 Geuldal >0,05 0,05-0,01 Savelsbos >0,05 0,05-0,01 Maasduinen 0,11 0,11-0,01 Strabrechtse Heide & Beuven 0,25 0,24-0,01 Geleenbeekdal 0,06 0,06-0,01 Bemelerberg & Schiepersberg >0,05 0,04-0,01 Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek >0,05 0,04-0,01 Sint Pietersberg & Jekerdal 0,06 0,05-0,01 Oeffelter Meent 0,08 0,07-0,01 Zeldersche Driessen 0,08 0,07-0,01 (- 0,02) De Bruuk 0,06 0,06-0,01 Sint Jansberg 0,14 0,13-0,01 Regte Heide & Riels Laag >0,05 0,04-0,01 Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux 0,08 0,07-0,01 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 5/38

75 Benodigde ontwikkelingsruimte Natuurgebied Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Brunssummerheide >0,05 0,04-0,01 Bunder- en Elslooërbos 0,06 0,05-0,01 Roerdal 0,09 0,08-0,01 (- 0,02) Wooldse Veen >0,05 0,04-0,01 Meinweg 0,09 0,07-0,01 Weerter- en Budelerbergen & Ringselven 0,20 0,18-0,02 Swalmdal 0,17 0,15-0,02 (- 0,04) Deurnsche Peel & Mariapeel 0,35 0,32-0,03 Boschhuizerbergen 0,37 0,34-0,04 Leudal 0,29 0,24-0,06 Sarsven en De Banen 0,66 0,53-0,13 Groote Peel 2,69 2,37-0,32 * Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar géén sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 6/38

76 Benodigde ontwikkelingsruimte Resultaten per habitattype (mol/ha/j) Kampina & Oisterwijkse Vennen Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,08 0,08-0,00 Lg03 Zwakgebufferde sloot 0,06 >0,05-0,00 H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes) 0,08 0,07-0,00 H3160 Zure vennen 0,09 0,08-0,00 Lg04 Zuur ven 0,08 0,07-0,00 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,07 0,06-0,00 H4030 Droge heiden 0,06 0,06-0,01 H3110 Zeer zwakgebufferde vennen 0,06 0,05-0,01 H2310 Stuifzandheiden met struikhei >0,05 0,05-0,01 L4030 Droge heiden >0,05 0,05-0,01 Lg09 Droog struisgrasland >0,05 0,05-0,01 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen >0,05 0,05-0,01 H6410 Blauwgraslanden 0,06 >0,05-0,01 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,07 0,06-0,01 H7210 Galigaanmoerassen >0,05 0,04-0,01 L4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,06 0,05-0,01 ZGH3160 Zure vennen 0,06 0,05-0,01 H9190 Oude eikenbossen 0,07 0,06-0,01 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 7/38

77 Benodigde ontwikkelingsruimte Veluwe Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Lg14 Eiken- en beukenbos van lemige zandgronden 0,06 >0,05-0,00 Lg13 Bos van arme zandgronden >0,05 0,05-0,00 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst >0,05 0,05-0,00 L4030 Droge heiden >0,05 0,04-0,01 ZGL4030 Droge heiden >0,05 0,04-0,01 H9190 Oude eikenbossen 0,06 >0,05-0,01 ZGLg13 Bos van arme zandgronden >0,05 0,04-0,01 ZGLg14 Eiken- en beukenbos van lemige zandgronden >0,05 0,04-0,01 Lg09 Droog struisgrasland 0,06 >0,05-0,01 H2330 Zandverstuivingen 0,06 >0,05-0,01 H2310 Stuifzandheiden met struikhei >0,05 0,05-0,01 H4030 Droge heiden >0,05 0,04-0,01 ZGLg01 Permanente bron & Langzaam stromende bovenloop >0,05 0,04-0,01 Lg01 Permanente bron & Langzaam stromende bovenloop >0,05 0,04-0,01 H6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm >0,05 0,04-0,01 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) >0,05 0,04-0,01 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 8/38

78 Benodigde ontwikkelingsruimte Rijntakken Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * ZGLg08 Nat, matig voedselrijk grasland >0,05 0,05-0,00 ZGLg07 Dotterbloemgrasland van veen en klei 0,06 >0,05-0,00 H91E0B Vochtige alluviale bossen (essen-iepenbossen) 0,06 >0,05-0,00 H6120 Stroomdalgraslanden >0,05 0,05-0,01 H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) >0,05 0,05-0,01 ZGLg11 Kamgrasweide & Bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied >0,05 0,05-0,01 Lg08 Nat, matig voedselrijk grasland 0,06 >0,05-0,01 Lg11 Kamgrasweide & Bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied 0,06 >0,05-0,01 Lg02 Geïsoleerde meander en petgat >0,05 0,05-0,01 ZGLg02 Geïsoleerde meander en petgat >0,05 0,05-0,01 ZGH91E0B Vochtige alluviale bossen (esseniepenbossen) >0,05 0,05-0,01 H3150baz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen >0,05 0,05-0,01 ZGH6120 Stroomdalgraslanden >0,05 0,04-0,01 Lg07 Dotterbloemgrasland van veen en klei >0,05 0,05-0,01 H91F0 Droge hardhoutooibossen 0,06 >0,05-0,01 H6430C Ruigten en zomen (droge bosranden) 0,06 >0,05-0,01 ZGH6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) >0,05 0,04-0,01 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 9/38

79 Benodigde ontwikkelingsruimte Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * ZGH3150baz Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden, buiten afgesloten zeearmen >0,05 0,04-0,01 Bekendelle Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) >0,05 0,05-0,00 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst >0,05 0,05-0,01 H9160A Eiken-haagbeukenbossen (hogere zandgronden) >0,05 0,05-0,01 Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H9190 Oude eikenbossen 0,06 >0,05-0,00 H2330 Zandverstuivingen >0,05 0,05-0,01 H9160A Eiken-haagbeukenbossen (hogere zandgronden) >0,05 0,05-0,01 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) >0,05 0,04-0,01 H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,06 0,05-0,01 Lg03 Zwakgebufferde sloot >0,05 0,04-0,01 H3130 Zwakgebufferde vennen >0,05 0,04-0,01 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 10/38

80 Benodigde ontwikkelingsruimte Kempenland-West Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H3130 Zwakgebufferde vennen 0,06 >0,05-0,01 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) >0,05 0,04-0,01 H2310 Stuifzandheiden met struikhei >0,05 0,04-0,01 H4030 Droge heiden >0,05 0,05-0,01 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen >0,05 0,04-0,01 Lg03 Zwakgebufferde sloot 0,06 >0,05-0,01 ZGH3130 Zwakgebufferde vennen >0,05 0,04-0,01 ZGH91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,06 0,05-0,01 H6410 Blauwgraslanden 0,06 0,05-0,01 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,07 0,06-0,01 H3160 Zure vennen >0,05 0,04-0,01 L3130 Zwakgebufferde vennen 0,08 0,06-0,02 Korenburgerveen Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) >0,05 0,04-0,01 H7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen >0,05 0,05-0,01 H7210 Galigaanmoerassen >0,05 0,04-0,01 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 11/38

81 Benodigde ontwikkelingsruimte Geuldal Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H9160B Eiken-haagbeukenbossen (heuvelland) >0,05 0,05-0,01 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst >0,05 0,04-0,01 H6210 Kalkgraslanden >0,05 0,05-0,01 H6430C Ruigten en zomen (droge bosranden) >0,05 0,05-0,01 H9110 Veldbies-beukenbossen >0,05 0,05-0,01 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) >0,05 0,04-0,01 H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) >0,05 0,04-0,01 H7220 Kalktufbronnen >0,05 0,04-0,01 H6230dkr Heischrale graslanden, droog kalkrijk >0,05 0,04-0,01 H7230 Kalkmoerassen 0,06 >0,05-0,01 Savelsbos Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H9160B Eiken-haagbeukenbossen (heuvelland) >0,05 0,05-0,01 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst >0,05 0,05-0,01 H6210 Kalkgraslanden >0,05 0,05-0,01 ZGH6430C Ruigten en zomen (droge bosranden) >0,05 0,04-0,01 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 12/38

82 Benodigde ontwikkelingsruimte Maasduinen Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * ZGH3130 Zwakgebufferde vennen 0,11 0,11-0,01 Lg14 Eiken- en beukenbos van lemige zandgronden 0,16 0,15-0,01 Lg10 Kamgrasweide & Bloemrijk weidevogelgrasland van het zand- en veengebied 0,18 0,17-0,01 ZGH9190 Oude eikenbossen 0,18 0,17-0,01 H4030 Droge heiden 0,17 0,16-0,01 L4030 Droge heiden 0,15 0,14-0,01 Lg03 Zwakgebufferde sloot 0,15 0,14-0,01 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,15 0,14-0,01 H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,15 0,14-0,01 H2330 Zandverstuivingen 0,15 0,14-0,01 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 0,15 0,14-0,01 ZGH9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,21 0,20-0,01 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,14 0,13-0,01 H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes) 0,19 0,17-0,02 H3160 Zure vennen 0,19 0,17-0,02 H6230dka Heischrale graslanden, droog kalkarm 0,17 0,15-0,02 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,16 0,14-0,02 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,17 0,14-0,02 H91D0 Hoogveenbossen 0,20 0,18-0,02 (- 0,03) Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 13/38

83 Benodigde ontwikkelingsruimte Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Lg04 Zuur ven 0,14 0,12-0,02 ZGH91D0 Hoogveenbossen 0,22 0,20-0,03 H6120 Stroomdalgraslanden 0,19 0,16-0,03 ZGH91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,24 0,21-0,03 H9190 Oude eikenbossen 0,26 0,23-0,03 Strabrechtse Heide & Beuven Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,25 0,24-0,01 H4030 Droge heiden 0,25 0,24-0,01 H2330 Zandverstuivingen 0,25 0,24-0,01 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,38 0,35-0,02 H3160 Zure vennen 0,38 0,35-0,02 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,22 0,20-0,02 Lg03 Zwakgebufferde sloot 0,37 0,34-0,03 H3110 Zeer zwakgebufferde vennen 0,40 0,36-0,03 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,26 0,22-0,04 (- 0,05) Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 14/38

84 Benodigde ontwikkelingsruimte Geleenbeekdal Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,06 0,06-0,01 ZGH91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,06 0,06-0,01 H9160B Eiken-haagbeukenbossen (heuvelland) >0,05 0,05-0,01 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,06 0,05-0,01 ZGH9160B Eiken-haagbeukenbossen (heuvelland) 0,06 0,05-0,01 H7230 Kalkmoerassen >0,05 0,04-0,01 ZGH9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,06 >0,05-0,01 Bemelerberg & Schiepersberg Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * ZGH9160B Eiken-haagbeukenbossen (heuvelland) >0,05 0,04-0,01 H9160B Eiken-haagbeukenbossen (heuvelland) 0,06 >0,05-0,01 ZGH6210 Kalkgraslanden >0,05 0,04-0,01 ZGH6110 Pionierbegroeiingen op rotsbodem >0,05 0,04-0,01 H6210 Kalkgraslanden 0,06 0,04-0,01 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 15/38

85 Benodigde ontwikkelingsruimte Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Lg06 Dotterbloemgrasland van beekdalen >0,05 0,04-0,01 H6410 Blauwgraslanden >0,05 0,04-0,01 H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) >0,05 0,04-0,01 Lg03 Zwakgebufferde sloot >0,05 0,04-0,01 Sint Pietersberg & Jekerdal Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H9160B Eiken-haagbeukenbossen (heuvelland) 0,06 0,05-0,01 Oeffelter Meent Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H6120 Stroomdalgraslanden 0,08 0,07-0,01 H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) 0,11 0,10-0,01 Zeldersche Driessen Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H91F0 Droge hardhoutooibossen 0,08 0,07-0,01 (- 0,02) H6120 Stroomdalgraslanden 0,07 >0,05-0,02 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,18 0,16-0,02 H6430C Ruigten en zomen (droge bosranden) 0,11 0,08-0,02 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 16/38

86 Benodigde ontwikkelingsruimte De Bruuk Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H6410 Blauwgraslanden 0,06 0,06-0,01 Sint Jansberg Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * ZGH9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,14 0,13-0,01 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,17 0,15-0,02 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,17 0,15-0,02 H7210 Galigaanmoerassen 0,16 0,13-0,03 Lg05 Grote-zeggenmoeras 0,17 0,13-0,04 Regte Heide & Riels Laag Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H3160 Zure vennen >0,05 0,04-0,01 H4030 Droge heiden 0,06 0,05-0,01 H3130 Zwakgebufferde vennen >0,05 0,04-0,01 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) >0,05 0,04-0,01 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 17/38

87 Benodigde ontwikkelingsruimte Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H3130 Zwakgebufferde vennen 0,08 0,07-0,01 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,07 0,06-0,01 H4030 Droge heiden 0,07 0,06-0,01 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 0,07 0,06-0,01 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,07 0,06-0,01 (- 0,02) H3160 Zure vennen 0,06 >0,05-0,01 H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden (glanshaver) 0,06 0,05-0,01 (- 0,02) H2330 Zandverstuivingen 0,07 0,06-0,01 Lg09 Droog struisgrasland 0,13 0,12-0,02 H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,14 0,12-0,02 H9999:136 Habitattype onbekend/onzeker KDW op basis meest kritische aangewezen type (H3140;H3130;H3140;H3130) 0,11 0,09-0,02 H91D0 Hoogveenbossen 0,14 0,12-0,02 ZGH91D0 Hoogveenbossen 0,13 0,10-0,02 (- 0,07) H3140hz Kranswierwateren, op hogere zandgronden 0,22 0,19-0,03 ZGH91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,17 0,14-0,03 (-) H7210 Galigaanmoerassen 0,17 0,13-0,03 H9190 Oude eikenbossen 0,26 0,22-0,04 ZGH3160 Zure vennen 0,20 0,16-0,04 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 18/38

88 Benodigde ontwikkelingsruimte Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes) 0,29 0,23-0,06 H7140A Overgangs- en trilvenen (trilvenen) 0,48 0,38-0,10 Brunssummerheide Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H4030 Droge heiden >0,05 0,04-0,01 H2330 Zandverstuivingen >0,05 0,04-0,01 H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes) >0,05 0,04-0,01 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) >0,05 0,04-0,01 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 0,06 0,05-0,01 H6230vka Heischrale graslanden, vochtig kalkarm >0,05 0,04-0,01 H91D0 Hoogveenbossen 0,06 >0,05-0,01 H6230dka Heischrale graslanden, droog kalkarm 0,07 >0,05-0,01 ZGH6230dka Heischrale graslanden, droog kalkarm 0,07 0,06-0,01 H3160 Zure vennen 0,07 >0,05-0,01 ZGH91D0 Hoogveenbossen 0,10 0,08-0,02 (-) Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 19/38

89 Benodigde ontwikkelingsruimte Bunder- en Elslooërbos Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,06 0,05-0,01 H7220 Kalktufbronnen 0,06 0,05-0,01 H9160B Eiken-haagbeukenbossen (heuvelland) 0,06 0,05-0,01 ZGH6430C Ruigten en zomen (droge bosranden) 0,06 0,05-0,01 H6430C Ruigten en zomen (droge bosranden) 0,07 0,06-0,01 Roerdal Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Lg02 Geïsoleerde meander en petgat 0,09 0,08-0,01 (- 0,02) H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,09 0,08-0,01 (- 0,02) H91D0 Hoogveenbossen 0,13 0,11-0,02 (- 0,03) ZGH91D0 Hoogveenbossen 0,13 0,11-0,02 Wooldse Veen Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen >0,05 0,04-0,01 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 20/38

90 Benodigde ontwikkelingsruimte Meinweg Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Lg13 Bos van arme zandgronden 0,09 0,07-0,01 H4030 Droge heiden 0,10 0,08-0,01 L4030 Droge heiden 0,10 0,08-0,01 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,11 0,09-0,02 Lg09 Droog struisgrasland 0,11 0,09-0,02 H3160 Zure vennen 0,11 0,09-0,02 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,11 0,10-0,02 H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes) 0,11 0,09-0,02 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,11 0,10-0,02 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 0,10 0,08-0,02 H91D0 Hoogveenbossen 0,13 0,11-0,02 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,11 0,09-0,02 ZGH3130 Zwakgebufferde vennen 0,14 0,11-0,03 ZGH9120 Beuken-eikenbossen met hulst 0,18 0,15-0,04 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 21/38

91 Benodigde ontwikkelingsruimte Weerter- en Budelerbergen & Ringselven Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H3130 Zwakgebufferde vennen 0,20 0,18-0,02 H7210 Galigaanmoerassen 0,20 0,17-0,02 (- 0,03) H4030 Droge heiden 0,22 0,19-0,03 ZGH91D0 Hoogveenbossen 0,23 0,20-0,03 (- 0,08) Lg09 Droog struisgrasland 0,28 0,24-0,04 H2330 Zandverstuivingen 0,30 0,26-0,04 Lg13 Bos van arme zandgronden 0,31 0,27-0,04 H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,31 0,27-0,04 H4010A Vochtige heiden (hogere zandgronden) 0,32 0,27-0,04 L4030 Droge heiden 0,29 0,24-0,05 H91D0 Hoogveenbossen 0,35 0,29-0,06 (- 0,07) H9190 Oude eikenbossen 0,34 0,28-0,06 ZGH3130 Zwakgebufferde vennen 0,46 0,38-0,07 Swalmdal Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,17 0,15-0,02 (- 0,04) ZGH91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,21 0,16-0,04 (- 0,05) ZGH6120 Stroomdalgraslanden 0,28 0,23-0,05 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 22/38

92 Benodigde ontwikkelingsruimte Deurnsche Peel & Mariapeel Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen 0,35 0,32-0,03 Lg04 Zuur ven 0,28 0,22-0,05 ZGH7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen 0,54 0,47-0,06 L7120 Herstellende hoogvenen 0,62 0,55-0,07 Lg13 Bos van arme zandgronden 0,82 0,73-0,09 H4030 Droge heiden 0,85 0,75-0,10 H7110A Actieve hoogvenen (hoogveenlandschap) 0,95 0,84-0,11 Lg09 Droog struisgrasland 1,08 0,87-0,22 Boschhuizerbergen Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H2330 Zandverstuivingen 0,37 0,34-0,04 H5130 Jeneverbesstruwelen 0,37 0,34-0,04 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,17 0,13-0,04 H2310 Stuifzandheiden met struikhei 0,29 0,25-0,04 ZGH3130 Zwakgebufferde vennen 0,25 0,20-0,05 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 23/38

93 Benodigde ontwikkelingsruimte Leudal Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * ZGH9160A Eiken-haagbeukenbossen (hogere zandgronden) 0,29 0,24-0,06 H91E0C Vochtige alluviale bossen (beekbegeleidende bossen) 0,31 0,25-0,06 (- 0,07) H9160A Eiken-haagbeukenbossen (hogere zandgronden) 0,52 0,44-0,08 Sarsven en De Banen Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H3140hz Kranswierwateren, op hogere zandgronden 0,66 0,53-0,13 H3130 Zwakgebufferde vennen 0,69 0,55-0,13 H3110 Zeer zwakgebufferde vennen 0,69 0,55-0,13 Lg03 Zwakgebufferde sloot 0,72 0,58-0,14 (- 0,19) Groote Peel Habitattype Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * H7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen 2,69 2,37-0,32 L7120 Herstellende hoogvenen 2,23 1,78-0,45 L4030 Droge heiden 3,81 3,35-0,45 Lg04 Zuur ven 2,33 1,87-0,47 ZGH7120ah Herstellende hoogvenen, actief hoogveen 3,89 3,41-0,47 H4030 Droge heiden 2,63 2,10-0,53 Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 24/38

94 Benodigde ontwikkelingsruimte * Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar géén sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 25/38

95 Benodigde ontwikkelingsruimte Resultaten resterende gebieden (mol/ha/j) Natuurgebied NSG Lippeaue bei Damm u. Bricht und NSG Loosenberge, nur Teilfl Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * >0,05 >0,05-0,00 (-) Postwegmoore u. Rütterberg-Nord >0,05 0,05-0,00 (-) Vogelschutzgebiet 'Schwalm-Nette-Platte mit Grenzwald u. Meinweg 0,11 0,11-0,00 (-) Schwalm, Knippertzbach, Raderveekes u. Lüttelforster Bruch 0,11 0,11-0,00 (-) Arendonk, Merksplas, Oud-Turnhout, Ravels en Turnhout 0,06 >0,05-0,00 (-) Dämmer Wald 0,06 0,06-0,00 (-) Lichtenhagen 0,06 0,06-0,00 (-) Vogelschutzgebiet 'Unterer Niederrhein' >0,05 0,05-0,00 (-) NSG - Komplex In den Drevenacker Dünen, mit Erweiterung >0,05 0,05-0,00 (-) Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor 0,06 >0,05-0,00 (-) Gartroper Mühlenbach 0,06 0,06-0,00 (-) NSG Salmorth, nur Teilfläche >0,05 0,05-0,00 (-) NSG Kranenburger Bruch 0,06 >0,05-0,00 (-) Ilvericher Altrheinschlinge >0,05 0,05-0,00 (-) NSG Bienener Altrhein, Millinger u. Hurler Meer u. NSG Empeler M >0,05 0,05-0,01 (-) NSG Emmericher Ward >0,05 0,05-0,01 (-) Rhein-Fischschutzzonen zwischen Emmerich und Bad Honnef >0,05 0,05-0,01 (-) Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 26/38

96 Benodigde ontwikkelingsruimte Natuurgebied Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Dornicksche Ward >0,05 0,05-0,01 (-) Vennen, heiden en moerassen rond Turnhout 0,06 >0,05-0,01 (-) NSG Rheinaue Walsum 0,06 >0,05-0,01 (-) Egelsberg 0,07 0,06-0,01 (-) Bachsystem des Wienbaches >0,05 0,05-0,01 (-) NSG Grietherorter Altrhein 0,06 >0,05-0,01 (-) NSG Rheinvorland nördl. der Ossenberger Schleuse, nur Teilfläche 0,06 >0,05-0,01 (-) Voerstreek >0,05 0,05-0,01 (-) Üfter Mark >0,05 0,05-0,01 (-) Lippeaue >0,05 0,05-0,01 (-) Kirchheller Heide und Hiesfelder Wald >0,05 0,05-0,01 (-) Köllnischer Wald >0,05 0,05-0,01 (-) Plateau van Caestert met hellingbossen en mergelgrotten. >0,05 0,05-0,01 (-) Wisseler Dünen 0,06 >0,05-0,01 (-) Heidesee in der Kirchheller Heide >0,05 0,04-0,01 (-) NSG Lohwardt/Reckerfeld, Hübsche Grändort, nur Teilfl., mit Erw. 0,06 >0,05-0,01 (-) Hageven met Dommelvallei, Beverbeekse Heide, Warmbeek en Waterin >0,05 0,05-0,01 (-) Bocholt, Hechtel-Eksel, Meeuwen-Gruitrode, Neerpelt en Peer 0,06 >0,05-0,01 (-) Kalflack 0,07 0,06-0,01 (-) Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 27/38

97 Benodigde ontwikkelingsruimte Natuurgebied Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * NSG Hetter-Millinger Bruch, mit Erweiterung >0,05 0,04-0,01 (-) Vallei- en brongebied van de Zwarte Beek, Bolisserbeek en Dommel 0,06 >0,05-0,01 (-) Houthalen-Helchteren, Meeuwen-Gruitrode en Peer >0,05 0,05-0,01 (-) Montagne Saint-Pierre (Bassenge; Oupeye; Visé) >0,05 0,05-0,01 (-) Die Spey >0,05 0,04-0,01 (-) Burlo-Vardingholter Venn und Entenschlatt >0,05 0,05-0,01 (-) De Demervallei >0,05 0,05-0,01 (-) Overgang Kempen-Haspengouw >0,05 0,04-0,01 (-) Wurmtal südlich Herzogenrath 0,07 0,06-0,01 (-) Vallée de la Gueule en aval de Kelmis (Plombières) >0,05 0,04-0,01 (-) Vallée de la Gueule en aval de Kelmis (Plombières; Welkenraedt) >0,05 0,04-0,01 (-) Bos- en heidegebieden ten oosten van Antwerpen >0,05 0,04-0,01 (-) NSG Weseler Aue >0,05 0,05-0,01 (-) NSG Rheinvorland bei Perrich 0,06 >0,05-0,01 (-) Jekervallei en bovenloop van de Demervallei >0,05 0,04-0,01 (-) NSG Gut Grindt u. NSG Rheinaue zw. Km 830,7-833,2, nur Teilfl 0,06 0,06-0,01 (-) Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en h >0,05 0,04-0,01 (-) De Zegge >0,05 0,04-0,01 (-) De Maten 0,08 0,07-0,01 (-) Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 28/38

98 Benodigde ontwikkelingsruimte Natuurgebied Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * De Maten 0,08 0,07-0,01 (-) Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrod >0,05 0,05-0,01 (-) Ronde Put >0,05 0,04-0,01 (-) Demervallei >0,05 0,04-0,01 (-) Militair domein en vallei van de Zwarte Beek 0,06 0,05-0,01 (-) Wyler Meer (Teilfläche des NSG Düffel) 0,06 0,05-0,01 (-) Ueberanger Mark >0,05 0,04-0,01 (-) Münsterbachtal, Münsterbusch >0,05 0,05-0,01 (-) NSG Altrhein Reeser Eyland, mit Erweiterung 0,06 >0,05-0,01 (-) NSG Kellener Altrhein, nur Teilfläche, mit Erweiterung 0,06 >0,05-0,01 (-) De Mechelse Heide en de Vallei van de Ziepbeek >0,05 0,04-0,01 (-) Mechelse Heide en vallei van de Ziepbeek >0,05 0,04-0,01 (-) Grensmaas >0,05 0,04-0,01 (-) Uiterwaarden langs de Limburgse Maas met Vijverbroek >0,05 0,04-0,01 (-) Valleien van de Laambeek, Zonderikbeek, Slangebeek en Roosterbee 0,08 0,07-0,01 (-) NSG Droste Woy und NSG Westerheide 0,06 0,06-0,01 (-) NSG Reeser Schanz 0,06 0,05-0,01 (-) Rur von Obermaubach bis Linnich >0,05 0,04-0,01 (-) Fleuthkuhlen 0,11 0,10-0,01 (-) Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 29/38

99 Benodigde ontwikkelingsruimte Natuurgebied Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Latumer Bruch mit Buersbach, Stadtgräben und Wasserwerk 0,07 0,06-0,01 (-) Basse vallée du Geer (Bassenge; Juprelle; Oupeye; Visé) >0,05 0,04-0,01 (-) Tote Rahm 0,08 0,08-0,01 (-) NSG Rheinvorland im Orsoyer Rheinbogen, mit Erweiterung 0,06 >0,05-0,01 (-) Vijvercomplex van Midden Limburg 0,06 0,05-0,01 (-) Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As-Opglab >0,05 0,04-0,01 (-) Brander Wald >0,05 0,04-0,01 (-) NSG Sonsfeldsche Bruch, Hagener Meer und Düne, mit Erweiterung 0,06 >0,05-0,01 (-) Kellenberg und Rur zwischen Flossdorf und Broich 0,06 0,05-0,01 (-) Teverener Heide >0,05 0,04-0,01 (-) Bokrijk en omgeving >0,05 0,04-0,01 (-) Bossen en kalkgraslanden van Haspengouw >0,05 0,04-0,01 (-) Itterbeek met Brand, Jagersborg en Schootsheide en Bergerven 0,07 0,06-0,01 (-) Hamonterheide, Hageven, Buitenheide, Stamprooierbroek en Mariaho 0,07 0,06-0,01 (-) NSG Bislicher Insel, nur Teilfläche 0,07 0,06-0,01 (-) Diersfordter Wald/ Schnepfenberg 0,10 0,09-0,01 (-) Kaninchenberge 0,08 0,07-0,01 (-) NSG Rheinaue Bislich-Vahnum, nur Teilfläche 0,07 0,06-0,01 (-) Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 30/38

100 Benodigde ontwikkelingsruimte Natuurgebied Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Wurmtal nördlich Herzogenrath >0,05 0,04-0,01 (-) Vallée de la Gueule en amont de Kelmis (Kelmis; Lontzen; Raeren; >0,05 0,04-0,01 (-) Lindenberger Wald >0,05 0,04-0,01 (-) Basse Meuse et Meuse mitoyenne (Oupeye; Visé) >0,05 0,04-0,01 (-) Basse Meuse et Meuse mitoyenne (Blégny; Oupeye; Visé) >0,05 0,04-0,01 (-) Stollbach 0,09 0,08-0,01 (-) Indemündung >0,05 0,04-0,01 (-) Krickenbecker Seen - Kl. De Witt-See 0,24 0,23-0,01 (-) Klevsche Landwehr, Anholt. Issel, Feldschlaggr. u. Regnieter Bac >0,05 0,04-0,01 (-) Wienbecker Mühle >0,05 0,04-0,01 (-) Abeek met aangrenzende moerasgebieden 0,08 0,06-0,01 (-) Grosses Veen 0,10 0,09-0,01 (-) Het Blak, Kievitsheide, Ekstergoor en nabijgelegen Kamsalamander >0,05 0,04-0,01 (-) Steinbach >0,05 0,04-0,01 (-) Heesbossen, Vallei van Marke en Merkske en Ringven met valleigro >0,05 0,04-0,01 (-) Schwarzes Wasser 0,08 0,07-0,01 (-) Niederkamp 0,09 0,07-0,01 (-) Tantelbruch mit Elmpter Bachtal und Teilen der Schwalmaue 0,10 0,08-0,01 (-) Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 31/38

101 Benodigde ontwikkelingsruimte Natuurgebied Hectare met hoogste verschil Situatie 1 Situatie 2 Verschil * Reichswald 0,15 0,14-0,01 (-) Schaagbachtal 0,09 0,08-0,01 (-) Uedemer Hochwald 0,10 0,09-0,01 (-) Nette bei Vinkrath 0,11 0,09-0,01 (-) Staatsforst Rheurdt / Littard 0,10 0,08-0,02 (-) Helpensteiner Bachtal-Rothenbach 0,12 0,10-0,02 (-) Elmpter Schwalmbruch 0,13 0,12-0,02 (-) Lüsekamp und Boschbeek 0,12 0,10-0,02 (-) Erlenwälder bei Gut Hovesaat 0,19 0,17-0,02 (-) Meinweg mit Ritzroder Dünen 0,14 0,11-0,02 (-) Wälder und Heiden bei Brüggen-Bracht 0,28 0,25-0,03 (-) Hangmoor Damerbruch 0,28 0,25-0,04 (-) * Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar géén sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 32/38

102 Benodigde ontwikkelingsruimte Emissie (per bron) Situatie 1 Naam stal 1 EP A Locatie (X,Y) , Uitstoothoogte 3,4 m Warmteinhoud 0,000 MW NH ,00 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie D 3.1 volledig roostervloer (Varkens; vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking ) (BWL V1) NH3 4, ,00 kg/j Naam stal 2 EP B Locatie (X,Y) , Uitstoothoogte 3,4 m Warmteinhoud 0,000 MW NH ,00 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie D 3.1 volledig roostervloer (Varkens; vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking ) (BWL V1) NH3 4, ,00 kg/j Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 33/38

103 Benodigde ontwikkelingsruimte Naam stal 3 EP C Locatie (X,Y) , Uitstoothoogte 5,8 m Warmteinhoud 0,000 MW NH3 495,00 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie D gedeeltelijk roostervloer; luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch; gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (Varkens; vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking ) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 34/38

104 Benodigde ontwikkelingsruimte Naam stal 4 EP D Locatie (X,Y) , Uitstoothoogte 11,6 m Warmteinhoud 0,000 MW NH ,80 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie D gedeeltelijk roostervloer; luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch; gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (Varkens; vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking ) (BWL V2) NH3 0, ,20 kg/j D luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch; gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (Varkens; fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg; biggenopfok (gespeende biggen)) (BWL V2) NH3 0, ,60 kg/j Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 35/38

105 Benodigde ontwikkelingsruimte Emissie (per bron) Situatie 2 Naam stal 1 Locatie (X,Y) , Uitstoothoogte 3,4 m Warmteinhoud 0,000 MW NH ,50 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie D 3.1 volledig roostervloer (Varkens; vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking ) (BWL V1) NH3 4, ,50 kg/j Naam stal Locatie (X,Y) , Uitstoothoogte 5,8 m Warmteinhoud 0,000 MW NH3 783,00 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie D gedeeltelijk roostervloer; luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch; gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (Varkens; vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking ) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 36/38

106 Benodigde ontwikkelingsruimte Naam stal 4 Locatie (X,Y) , Uitstoothoogte 11,6 m Warmteinhoud 0,000 MW NH ,00 kg/j Dier RAV code Omschrijving Aantal dieren Stof Emissiefactor (kg/dier/j) Emissie D gedeeltelijk roostervloer; luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch; gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (Varkens; vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking ) (BWL V2) NH3 0, ,00 kg/j Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 37/38

107 Benodigde ontwikkelingsruimte Disclaimer Rekenbasis Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een vergunningaanvraag, kunnen er geen rechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. Deze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS Database versie 2016L_ _1682e2550c versie 2016L_ _c3f058f00f Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Benodigde ontwikkelingsruimte Situatie 1 Situatie 2 RqTGb7MHfXxJ (18 oktober 2017) pagina 38/38

108 Gegenereerd op: met V-STACKS Vergunning versie 2010 (c) KEMA Nederland B.V. Naam van de berekening: aanvraag Gemaakt op: :09:40 Rekentijd: 0:00:04 Naam van het bedrijf: Coolen, Eindhovensebaan 16, Nederweert, aanvraag Berekende ruwheid: 0,09 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Hoogte Gem.geb. hoogte EP Diam. EP Uittr. snelh. E-Aanvraag 1 ep A ,4 4,1 0,45 4, ep C ,8 4,1 1,96 4, ep D ,6 7,1 3,90 4, Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 4 Eindhovensebaan ,0 5,9 5 Eindhovensebaan ,0 1,6 6 Wetering ,0 2,0 7 Houbenbaan ,0 2,9 8 Ommelpad ,0 3,1 9 Ommelpad ,0 0,8 10 Geheugden 3a ,0 0,7 11 Houwakker ,0 0,4 12 Stad ,5 0,3 13 Zuidhoeve ,0 2,6 14 Houbenbaan ,0 2,9 15 Eindhovensebaan veehouder 4,2 16 Eindhovensebaan veehouder 3,4

109 Gegenereerd op: met V-STACKS Vergunning versie 2010 (c) KEMA Nederland B.V.

110 Achtergrondbelasting geur zonder bijdrage Eindhovensebaan 16 [OU/m3] Geurnorm (voorgrondbelasting) [OU/m3] Achtergrondbelasting geur VERGUND 2017 [OU/m3] Achtergrondbelasting geur AANVRAAG [OU/m3] Verschil aanvraag t.o.v. vergund 2017 [OU/m3] Verschil aanvraag t.o.v. achtergrondbelasting zonder bijdrage Eindhovensebaan 16 [OU/m3] RecepID X-coor Y-coor Adres ,209 58,209 58,209 0,00 0,000 Eindhovensebaan ,516 15,248 15,366 0,12 0,850 Eindhovensebaan ,345 22,543 22,650 0,11 0,305 Wetering ,544 28,544 28,544 0,00 0,000 Houbenbaan ,890 19,900 19,900 0,00 0,010 Ommelpad ,620 20,620 20,621 0,00 0,001 Ommelpad ,316 83,316 83,316 0,00 0,000 Geheugden 3a ,278 21,278 21,278 0,00 0,000 Houwakker ,815 27,815 27,815 0,00 0,000 Stad ,136 30,244 30,244 0,00 0,108 Zuidhoeve ,556 16,556 16,830 0,27 0,274 Houbenbaan 11

111 Gegenereerd op: met V-Stacks-Gebied Versie (c) KEMA Nederland B.V. Naam van de berekening: Aanvraag Gemaakt op: :50:08 Rekentijd : 0:09:54 Naam van het gebied: Coolen, Eindhovensebaan 16 Nederweert Eigen ruwheid: 0,10 m Meteo station: Eindhoven Rekenuren: 10 % Bronbestand: G:\Farmconsult\Klanten per gemeente\nederweert\coolen vof, Eindhovensebaan 16, Nederweert\2017\Geur\V-stacks gebied\ Bronnenbestand AANVRAAG.dat Receptorbestand: G:\Farmconsult\Klanten per gemeente\nederweert\coolen vof, Eindhovensebaan 16, Nederweert\2017\Geur\V-stacks gebied\receptorbestand.dat Resultaten weggeschreven in: G:\Farmconsult\Klanten per gemeente\nederweert\coolen vof, Eindhovensebaan 16, Nederweert\2017\Geur\V-stacks gebied Rasterpunt linksonder x: m Rasterpunt linksonder y: m Gebied lengte (x): 2000 m, Aantal gridpunten: 24 Gebied breedte (y): 2000 m, Aantal gridpunten: 24

112 Gegenereerd op: met V-Stacks-Gebied Versie (c) KEMA Nederland B.V.

113 _1226_ObjectGeur Aanvraag Cumulatieve geurbelasting op receptorpunten, zoals berekend AANVRAAG RecepID X-coor Y-coor Geurnorm Geurbelasting [OU/m3] Eindhovensebaan Eindhovensebaan Wetering Houbenbaan Ommelpad Ommelpad Geheugden 3a Houwakker Stad Zuidhoeve Houbenbaan 11 Pagina 1

114 Gegenereerd op: met V-Stacks-Gebied Versie (c) KEMA Nederland B.V. Naam van de berekening: Vergund 2017 Gemaakt op: :20:19 Rekentijd : 0:09:54 Naam van het gebied: Coolen, Eindhovensebaan 16 Nederweert Eigen ruwheid: 0,10 m Meteo station: Eindhoven Rekenuren: 10 % Bronbestand: G:\Farmconsult\Klanten per gemeente\nederweert\coolen vof, Eindhovensebaan 16, Nederweert\2017\Geur\V-stacks gebied\ Bronnenbestand VERGUND 2017.dat Receptorbestand: G:\Farmconsult\Klanten per gemeente\nederweert\coolen vof, Eindhovensebaan 16, Nederweert\2017\Geur\V-stacks gebied\receptorbestand.dat Resultaten weggeschreven in: G:\Farmconsult\Klanten per gemeente\nederweert\coolen vof, Eindhovensebaan 16, Nederweert\2017\Geur\V-stacks gebied\vergund 2017 Rasterpunt linksonder x: m Rasterpunt linksonder y: m Gebied lengte (x): 2000 m, Aantal gridpunten: 24 Gebied breedte (y): 2000 m, Aantal gridpunten: 24

115 Gegenereerd op: met V-Stacks-Gebied Versie (c) KEMA Nederland B.V.

116 _1415_ObjectGeur VERGUND 2017 Cumulatieve geurbelasting op receptorpunten, zoals berekend VERGUND 2017 RecepID X-coor Y-coor Geurnorm Geurbelasting [OU/m3] Eindhovensebaan Eindhovensebaan Wetering Houbenbaan Ommelpad Ommelpad Geheugden 3a Houwakker Stad Zuidhoeve Houbenbaan 11 Pagina 1

117 Gegenereerd op: met V-Stacks-Gebied Versie (c) KEMA Nederland B.V. Naam van de berekening: Zonder bijdrage Eindhovensebaan 16 Gemaakt op: :51:54 Rekentijd : 0:09:26 Naam van het gebied: Coolen, Eindhovensebaan 16 Nederweert Eigen ruwheid: 0,10 m Meteo station: Eindhoven Rekenuren: 10 % Bronbestand: G:\Farmconsult\Klanten per gemeente\nederweert\coolen vof, Eindhovensebaan 16, Nederweert\2017\Geur\V-stacks gebied\ Bronnenbestand ZONDER.dat Receptorbestand: G:\Farmconsult\Klanten per gemeente\nederweert\coolen vof, Eindhovensebaan 16, Nederweert\2017\Geur\V-stacks gebied\receptorbestand.dat Resultaten weggeschreven in: G:\Farmconsult\Klanten per gemeente\nederweert\coolen vof, Eindhovensebaan 16, Nederweert\2017\Geur\V-stacks gebied\zonder Rasterpunt linksonder x: m Rasterpunt linksonder y: m Gebied lengte (x): 2000 m, Aantal gridpunten: 24 Gebied breedte (y): 2000 m, Aantal gridpunten: 24

118 Gegenereerd op: met V-Stacks-Gebied Versie (c) KEMA Nederland B.V.

119 _1450_ObjectGeur ZONDER Cumulatieve geurbelasting op receptorpunten, zoals berekend ZONDER (= Situatie zonder bijdrage Eindhovensebaan 16) RecepID X-coor Y-coor Geurnorm Geurbelasting [OU/m3] Eindhovensebaan Eindhovensebaan Wetering Houbenbaan Ommelpad Ommelpad Geheugden 3a Houwakker Stad Zuidhoeve Houbenbaan 11 Pagina 1

120 Bronnenbestand AANVRAAG WEB BVB Limburg 17 oktober 2017 Bronnenbestand gemeente Nederweert en Someren AANVRAAG IDNR X_COORDINAAT Y_COORDINAAT EP-hoogte gemgebhoogte EP-diameter EP-uittree Evergund EmaxVergun Gemeente Straat Huisnummer Postcode Plaats Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT EP A Aanvraag Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT EP B Aanvraag Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT EP C Aanvraag Nederweert Nederweerterdijk PH MEIJEL Nederweert Kreijel AA NEDERWEERT Nederweert Schansstraat AB NEDERWEERT Nederweert Schansstraat AB NEDERWEERT Nederweert Schansstraat AB NEDERWEERT Nederweert Hoofstraat AC NEDERWEERT Nederweert AK Nederweert Dr. Anton Philipsweg LA NEDERWEERT Nederweert Colusdijk LC NEDERWEERT Nederweert Colusdijk LC NEDERWEERT Nederweert Heugterbroekdijk LE NEDERWEERT Nederweert Laarderkapeldijk LK NEDERWEERT Nederweert Veldweverstraat LM NEDERWEERT Nederweert Veldweverstraat LM NEDERWEERT Nederweert Kanaaldijk MZ NEDERWEERT Nederweert Houbenbaan NA NEDERWEERT Nederweert Houbenbaan NA NEDERWEERT Nederweert Houbenbaan NA NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan 15A 6031NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan 2A 6031NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan 7A 6031NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan 7C 6031NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan 9C 6031NB NEDERWEERT Nederweert Zuidhoeveweg NC NEDERWEERT Nederweert Zuidhoeveweg NC NEDERWEERT Nederweert Ommelpad ND NEDERWEERT Nederweert Geheugden NE NEDERWEERT Nederweert Geheugden NE NEDERWEERT Nederweert Geheugden 3A 6031NE NEDERWEERT Nederweert NG Nederweert Kreijelmusweg NJ NEDERWEERT Nederweert NK Nederweert NK Nederweert Winnerstraat NL NEDERWEERT Nederweert Winnerstraat NL NEDERWEERT Nederweert Winnerstraat NL NEDERWEERT Nederweert Peelsteeg NN NEDERWEERT Nederweert NN Nederweert Peelsteeg NN NEDERWEERT Nederweert Peelsteeg NN NEDERWEERT Nederweert Peelsteeg NN NEDERWEERT Pagina 1

121 Bronnenbestand AANVRAAG Nederweert Wetering NP NEDERWEERT Nederweert Wetering NP NEDERWEERT Nederweert Wetering NP NEDERWEERT Nederweert Wetering NP NEDERWEERT Nederweert Klompensteeg NR NEDERWEERT Nederweert Klompensteeg NR NEDERWEERT Nederweert Bosserstraat NS NEDERWEERT Nederweert Bosserstraat NS NEDERWEERT Nederweert Bosserstraat NS NEDERWEERT Nederweert Gerrisstraat NT NEDERWEERT Nederweert Gerrisstraat NT NEDERWEERT Nederweert NV Nederweert Bloemerstraat NV NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat 15A 6031NV NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat NV NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat 1B 6031NV NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat 9D 6031NV NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat NW NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat NW NEDERWEERT Nederweert Kleine steeg NX NEDERWEERT Nederweert Hoebensstraat 9A 6031NZ NEDERWEERT Nederweert Strateris PD NEDERWEERT Nederweert Strateris PD NEDERWEERT Nederweert Hovensteeg PE NEDERWEERT Nederweert Herstraat PG NEDERWEERT Nederweert Herstraat PG NEDERWEERT Nederweert Herstraat PG NEDERWEERT Nederweert Karissteeg PH NEDERWEERT Nederweert Karissteeg PH NEDERWEERT Nederweert Karissteeg PH NEDERWEERT Nederweert Karissteeg PH NEDERWEERT Nederweert PJ Nederweert Booldersdijk PK NEDERWEERT Nederweert Booldersdijk PK NEDERWEERT Nederweert Booldersdijk PK NEDERWEERT Nederweert Booldersdijk PK NEDERWEERT Nederweert Booldersdijk PK NEDERWEERT Nederweert Hardsteeg PM NEDERWEERT Nederweert Hardsteeg PM NEDERWEERT Nederweert PN Nederweert Heerweg PN NEDERWEERT Nederweert Heerweg 2H 6031PN NEDERWEERT Nederweert Krommedijk PP NEDERWEERT Nederweert Boeket PR NEDERWEERT Nederweert Boeket PR NEDERWEERT Nederweert PS Nederweert Aan 't Ven PS NEDERWEERT Nederweert Aan 't Ven 4A 6031PS NEDERWEERT Nederweert Aan 't Ven PS NEDERWEERT Nederweert Aan 't Ven PS NEDERWEERT Nederweert PV Nederweert Rosselsweg PV NEDERWEERT Pagina 2

122 Bronnenbestand AANVRAAG Nederweert Rosselsweg PV NEDERWEERT Nederweert Hoek PW NEDERWEERT Nederweert Grasdijk PX NEDERWEERT Nederweert Grasdijk PX NEDERWEERT Nederweert Grasdijk 2B 6031PX NEDERWEERT Nederweert Grasdijk 2C 6031PX NEDERWEERT Nederweert Grasdijk PX NEDERWEERT Nederweert Tolheuvel PZ NEDERWEERT Nederweert Tolheuvel PZ NEDERWEERT Nederweert Heijsterstraat RA NEDERWEERT Nederweert Heijsterstraat RA NEDERWEERT Nederweert Heijsterstraat RA NEDERWEERT Nederweert Heijsterstraat RA NEDERWEERT Nederweert Heijsterstraat RA NEDERWEERT Nederweert Molenweg RC NEDERWEERT Nederweert Ouwijck RD NEDERWEERT Nederweert Roeven RN NEDERWEERT Nederweert Roeven RN NEDERWEERT Nederweert Roeven 6E 6031RN NEDERWEERT Nederweert Roeventerschans RR NEDERWEERT Nederweert Roeventerschans 1A 6031RR NEDERWEERT Nederweert Roeventerschans RR NEDERWEERT Nederweert Randweg West RS NEDERWEERT Nederweert Kraan RW NEDERWEERT Nederweert Kraan 21A 6031RW NEDERWEERT Nederweert Kraan RX NEDERWEERT Nederweert Schoor SC NEDERWEERT Nederweert Schoor SC NEDERWEERT Nederweert Liskesweg SE NEDERWEERT Nederweert Wessemerdijk SG NEDERWEERT Nederweert Wessemerdijk SG NEDERWEERT Nederweert Wessemerdijk SG NEDERWEERT Nederweert Mildert SM NEDERWEERT Nederweert Mildert SM NEDERWEERT Nederweert Schans SV NEDERWEERT Nederweert Den Akker SZ NEDERWEERT Nederweert Hulsen RA NEDERWEERT EIND Nederweert Hulsen RA NEDERWEERT EIND Nederweert Gebleektendijk RD NEDERWEERT EIND Nederweert Gebleektendijk RD NEDERWEERT EIND Nederweert Gebleektendijk RD NEDERWEERT EIND Nederweert Stokershorst 1A 6034RG NEDERWEERT EIND Nederweert Stokershorst RG NEDERWEERT EIND Nederweert Stokershorst RG NEDERWEERT EIND Nederweert Stokershorst RG NEDERWEERT EIND Nederweert Kruisstraat RH NEDERWEERT EIND Nederweert Kruisstraat RJ NEDERWEERT EIND Nederweert Kruisstraat RJ NEDERWEERT EIND Nederweert Kruisstraat RL NEDERWEERT EIND Nederweert Kruisstraat RL NEDERWEERT EIND Nederweert de Riet RM NEDERWEERT EIND Nederweert de Riet RM NEDERWEERT EIND Pagina 3

123 Bronnenbestand AANVRAAG Nederweert Baldessenweg RN NEDERWEERT EIND Nederweert Baldessenweg RN NEDERWEERT EIND Nederweert Kruiszijweg RZ NEDERWEERT EIND Nederweert Eind SM NEDERWEERT EIND Nederweert Eind SN NEDERWEERT EIND Nederweert Eind SN NEDERWEERT EIND Nederweert Eind SN NEDERWEERT EIND Nederweert Eind SN NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsweg SP NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg ST NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg ST NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg ST NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg ST NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg 5A 6034ST NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg ST NEDERWEERT EIND Nederweert Banendijk SV NEDERWEERT EIND Nederweert Banendijk SV NEDERWEERT EIND Nederweert Leveroysedijk SW NEDERWEERT EIND Nederweert Leveroysedijk 2A 6034SW NEDERWEERT EIND Nederweert Leveroysedijk 5B 6034SW NEDERWEERT EIND Nederweert Visdijk SZ NEDERWEERT EIND Nederweert Niesakkerweg TA NEDERWEERT EIND Nederweert Niesakkerweg TA NEDERWEERT EIND Nederweert Zoomdijk TB NEDERWEERT EIND Nederweert TZ Nederweert Klaarstraat AA OSPEL Nederweert Klaarstraat AB OSPEL Nederweert Klaarstraat AB OSPEL Nederweert Klaarstraat AB OSPEL Nederweert Hennesweg AD OSPEL Nederweert Hennesweg AD OSPEL Nederweert Kuilstraat AW OSPEL Nederweert Kuilstraat AW OSPEL Nederweert Kuilstraat AW OSPEL Nederweert Waatskamp 13B 6035BS OSPEL Nederweert Waatskamp BS OSPEL Nederweert Waatskamp 27B 6035BS OSPEL Nederweert Waatskamp BS OSPEL Nederweert Waatskamp BV OSPEL Nederweert Waatskamp BV OSPEL Nederweert Waatskamp BV OSPEL Nederweert Waatskamp BV OSPEL Nederweert Geurtsweg NX OSPEL Nederweert Heiweg NZ OSPEL Nederweert Kreijelmusweg PA OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Pagina 4

124 Bronnenbestand AANVRAAG Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Relder PE OSPEL Nederweert Neulensteeg PG OSPEL Nederweert Horick PH OSPEL Nederweert Horick PH OSPEL Nederweert Horick 1B 6035PH OSPEL Nederweert Horick PH OSPEL Nederweert Horick PH OSPEL Nederweert Horick PH OSPEL Nederweert Vlut 1EN PJ OSPEL Nederweert Kampersweg 10B 6035PM OSPEL Nederweert Kampersweg PM OSPEL Nederweert Kampersweg PM OSPEL Nederweert Kampersweg PM OSPEL Nederweert Kampersweg PM OSPEL Nederweert Kampersweg PM OSPEL Nederweert Horickheide PN OSPEL Nederweert Horickheide PN OSPEL Nederweert Gabrielweg PR OSPEL Nederweert Gabrielweg PR OSPEL Nederweert Reutskamerdijk PS OSPEL Nederweert Reutskamerdijk PS OSPEL Nederweert Schepengraaf PT OSPEL Nederweert Schepengraaf 25C 6035PT OSPEL Nederweert Schepengraaf PT OSPEL Nederweert Schepengraaf PT OSPEL Nederweert Schepengraaf PV OSPEL Nederweert Schepengraaf PV OSPEL Nederweert Hagelkruisbaan PW OSPEL Nederweert Hagelkruisbaan PW OSPEL Nederweert Hagelkruisbaan 6C 6035PW OSPEL Nederweert Hagelkruisbaan PW OSPEL Nederweert Schinkelsweg PX OSPEL Nederweert Schinkelsweg PX OSPEL Nederweert de Platkuil RA OSPEL Nederweert Moost RC OSPEL Nederweert Nieuwebaan RD OSPEL Nederweert Meijelsedijk RH OSPEL Nederweert RJ Nederweert Meijelsedijk RJ OSPEL Nederweert Meijelsedijk RK OSPEL Nederweert Meijelsedijk RL OSPEL Nederweert Meijelsedijk RL OSPEL Nederweert Oude Dijk RM OSPEL Nederweert Reebergweg RN OSPEL Nederweert Reebergweg RN OSPEL Pagina 5

125 Bronnenbestand AANVRAAG Nederweert Reebergweg RN OSPEL Nederweert Plattepeeldijk RP OSPEL Nederweert Plattepeeldijk RP OSPEL Nederweert Plattepeeldijk RP OSPEL Nederweert Plattepeeldijk RP OSPEL Nederweert Plattepeeldijk RP OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RT OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RT OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RT OSPEL Nederweert Kruisvennendijk 26A 6035RT OSPEL Nederweert Bientjesweg RW OSPEL Nederweert Bientjesweg RW OSPEL Nederweert Bientjesweg RW OSPEL Nederweert Venloseweg RX OSPEL Nederweert Venloseweg RX OSPEL Nederweert Venloseweg RX OSPEL Nederweert Waatskamperheide RZ OSPEL Nederweert Waatskamperheide RZ OSPEL Nederweert Beelenstraat SB OSPEL Nederweert Vrijkebomenweg 3B 6035SC OSPEL Nederweert Vrijkebomenweg SC OSPEL Nederweert Kreijel SG OSPEL Nederweert Kreijel SG OSPEL Nederweert Kreijel SG OSPEL Nederweert Bochtstraat SH OSPEL Nederweert Bochtstraat SH OSPEL Nederweert Schans SJ OSPEL Nederweert Schans SJ OSPEL Nederweert SL Nederweert Diepvennendijk SL OSPEL Nederweert Visvijversweg SM OSPEL Nederweert Zwarteboordweg SN OSPEL Nederweert Zwarteboordweg SN OSPEL Nederweert Klaarstraatzijweg SP OSPEL Nederweert Witteplakdijk SR OSPEL Nederweert Witteplakdijk SR OSPEL Nederweert Hogekruisdijk ST OSPEL Nederweert Klaarstraatzijweg SX OSPEL Nederweert Frenkenbaan SZ OSPEL Nederweert Houtsberg NA LEVEROY Nederweert Houtsberg NA LEVEROY Nederweert Houtsberg NA LEVEROY Nederweert Kolenhofweg NB LEVEROY Nederweert Kolenhofweg NB LEVEROY Nederweert Deckersstraat NG LEVEROY Nederweert Velterstraat NH LEVEROY Pagina 6

126 Bronnenbestand AANVRAAG Nederweert Molenstraat 2A 6091NM LEVEROY Nederweert Leveroysedijk NV LEVEROY Nederweert Swelstraat NW LEVEROY Nederweert Swelstraat NW LEVEROY Nederweert Swelstraat NW LEVEROY Nederweert Klompenstraat NX LEVEROY Nederweert Reulisweg NZ LEVEROY Nederweert Sillenhoek PC LEVEROY Nederweert Sillenhoek PC LEVEROY Nederweert Bergdijk PG LEVEROY Nederweert Bergdijk PG LEVEROY Nederweert Ingstraat PJ LEVEROY Nederweert Ingstraat PJ LEVEROY Nederweert Vlakwater PM LEVEROY Nederweert Bergenweg NJ LEVEROY Nederweert Bergenweg 3C 6092NJ LEVEROY Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Varendonkweg PA SOMEREN Someren Varendonkweg PA SOMEREN Someren Heiveldsestraat PB SOMEREN Someren Akkerweg PG SOMEREN Someren Slievenstraat PJ SOMEREN Someren Slievenstraat PK SOMEREN Someren Slievenstraat PL SOMEREN Someren Slievenstraat PL SOMEREN Someren Houtbroekdijk PM SOMEREN Someren Lieropsedijk PS SOMEREN Someren Houtbroekstraat PT SOMEREN Someren Houtbroekstraat PT SOMEREN Someren Houtbroekstraat PT SOMEREN Someren Houtbroekstraat PT SOMEREN Someren Hoijserstraat PV SOMEREN Someren Hoijserstraat PV SOMEREN Someren Heesterdijk PW SOMEREN Someren Heesterdijk PW SOMEREN Someren Provincialeweg RA SOMEREN Someren Vaarselstraat RE SOMEREN Someren Vaarselstraat RE SOMEREN Someren Vaarselstraat RE SOMEREN Someren Vaarselstraat RG SOMEREN Someren Boerenkamplaan AB SOMEREN Someren Boerenkamplaan AB SOMEREN Someren Boerenkamplaan AC SOMEREN Someren Boerenkamplaan AE SOMEREN Someren Steegstraat AL SOMEREN Someren Steegstraat AL SOMEREN Someren Breestraat AN SOMEREN Someren Heikomstraat AS SOMEREN Someren Heikomstraat AS SOMEREN Someren Heikomstraat AS SOMEREN Someren Brugstraat AX SOMEREN Someren Kanaaldijk Zuid BJ SOMEREN Pagina 7

127 Bronnenbestand AANVRAAG Someren Korteweg EC SOMEREN Someren Nieuwendijk EL SOMEREN Someren Nieuwendijk EL SOMEREN Someren Nieuwendijk EL SOMEREN Someren Nieuwendijk EL SOMEREN Someren Nieuwendijk EL SOMEREN Someren Nieuwendijk 100EN EN SOMEREN Someren Nieuwendijk EP SOMEREN Someren Nieuwendijk EP SOMEREN Someren Nieuwendijk EP SOMEREN Someren Nieuwendijk EP SOMEREN Someren Vaartdijk ER SOMEREN Someren Vaartdijk ER SOMEREN Someren Kerkendijk ET SOMEREN Someren Kerkendijk ET SOMEREN Someren Kerkendijk EV SOMEREN Someren Kerkendijk EW SOMEREN Someren Kerkendijk EZ SOMEREN Someren Michelslaan GK SOMEREN Someren Kuilerstraat GM SOMEREN Someren Heikantstraat GR SOMEREN Someren Heikantstraat GR SOMEREN Someren Heikantstraat GS SOMEREN Someren Heikantstraat GS SOMEREN Someren Dellerweg GT SOMEREN Someren Dellerweg GT SOMEREN Someren Parallelweg 14A 5712GV SOMEREN Someren Parallelweg GV SOMEREN Someren Kuilvenweg GX SOMEREN Someren Nederweertseweg JX SOMEREN Someren Nederweertseweg JX SOMEREN Someren Nederweertseweg JX SOMEREN Someren De Hoof LM SOMEREN Someren De Hoof LN SOMEREN Someren Kuilerstraat 12(EN13) 5712PA SOMEREN Someren Kuilerstraat PA SOMEREN Someren Kuilerstraat PA SOMEREN Someren Kuilvenweg PD SOMEREN Someren Kuilvenweg PD SOMEREN Someren Kuilvenweg 15A 5712PD SOMEREN Someren Sneppenweg PE SOMEREN Someren Peelrijtweg PG SOMEREN Someren Stalmansweg PJ SOMEREN Someren Ripsvelderweg PK SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan 11A 5712PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan 21A 5712PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Pagina 8

128 Bronnenbestand AANVRAAG Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Smulderslaan 44A 5712PN SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Gelderselaan PP SOMEREN Someren Gelderselaan PP SOMEREN Someren Brabantlaan PR SOMEREN Someren Kraaiendijk PS SOMEREN Someren Kraaiendijk PS SOMEREN Someren Kraaiendijk PS SOMEREN Someren Kraaiendijk PS SOMEREN Someren Brandvenstraat PT SOMEREN Someren Reigerstraat PV SOMEREN Someren Hugterweg RB SOMEREN Someren Hugterweg RB SOMEREN Someren Molenbrugweg 15A 5712RC SOMEREN Someren Molenbrugweg 19A 5712RC SOMEREN Someren Molenbrugweg RC SOMEREN Someren Molenbrugweg RC SOMEREN Someren Molenbrugweg RC SOMEREN Someren Kerkendijk RE SOMEREN Someren Kerkendijk RE SOMEREN Someren Kerkendijk RE SOMEREN Someren Dooleggersbaan RG SOMEREN Someren Dooleggersbaan RG SOMEREN Someren Dooleggersbaan RG SOMEREN Someren Dooleggersbaan RG SOMEREN Someren Kruisbaan RH SOMEREN Someren Groeneweg RK SOMEREN Someren Ploegstraat RL SOMEREN Someren Hollandseweg RM SOMEREN Someren Hollandseweg RM SOMEREN Someren Vlasstraat RP SOMEREN Someren Vlasstraat RP SOMEREN Someren Laarstraat RT SOMEREN Someren Laarstraat RT SOMEREN Someren Laarstraat RT SOMEREN Someren Heistraat RV SOMEREN Someren Heistraat RV SOMEREN Someren Heistraat RV SOMEREN Someren Ravelweg RW SOMEREN Pagina 9

129 Bronnenbestand AANVRAAG Someren Ravelweg RW SOMEREN Someren Ravelweg RW SOMEREN Someren Vaartdijk SB SOMEREN Someren Antoniusweg SC SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk 27A 5712SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Venweg SG SOMEREN Someren Scheidingsweg SJ SOMEREN Someren Groesbaan SK SOMEREN Someren Groesbaan SK SOMEREN Someren Dertiensedijk SL SOMEREN Someren Landbouwstraat SM SOMEREN Someren Landbouwstraat SM SOMEREN Someren Zaanstraat 13A 5712SN SOMEREN Someren Zaanstraat SN SOMEREN Someren Zaanstraat SN SOMEREN Someren Goord Verbernedijk SP SOMEREN Someren Goord Verbernedijk SP SOMEREN Someren Moostscheiding ST SOMEREN Someren Jan Smitslaan SV SOMEREN Someren Jan Smitslaan SV SOMEREN Someren Jan Smitslaan SV SOMEREN Someren Jan Smitslaan SV SOMEREN Someren Stevensvaartje SW SOMEREN Someren Stevensvaartje SW SOMEREN Someren Valenpeelsedijk SX SOMEREN Someren Valenpeelsedijk SX SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Kalkweg TB SOMEREN Someren Teunis Spekbaan TC SOMEREN Someren Teunis Spekbaan TC SOMEREN Someren Gezandebaan TD SOMEREN Pagina 10

130 Bronnenbestand AANVRAAG Someren Gezandebaan TD SOMEREN Someren Gezandebaan TD SOMEREN Someren Gezandebaan 5A 5712TD SOMEREN Someren Vlasstraat XN SOMEREN Someren Ruiter XP SOMEREN Someren Ruiter XP SOMEREN Someren Ruiter XP SOMEREN Someren Zandstraat XX SOMEREN Someren Zandstraat XX SOMEREN Someren Zandstraat XX SOMEREN Someren Zandstraat XX SOMEREN Someren Zandstraat 97A 5712XX SOMEREN Someren Zandstraat XX SOMEREN Someren Laan Ten Boomen AA LIEROP Someren Laan Ten Boomen AB LIEROP Someren Somerenseweg AG LIEROP Someren Hoolstraat BB LIEROP Someren Heieind BC LIEROP Someren Groenstraat BD LIEROP Someren Verhagenstraat BL LIEROP Someren Verhagenstraat BL LIEROP Someren Verhagenstraat BL LIEROP Someren Achterbroek BM LIEROP Someren Lungendonk PA LIEROP Someren Lungendonk PA LIEROP Someren Lungendonk PA LIEROP Someren Varenschutseweg PB LIEROP Someren Stipdonk PD LIEROP Someren Oude Goorenweg PH LIEROP Someren Oude Goorenweg PH LIEROP Someren Herselseweg PJ LIEROP Someren Herselseweg PJ LIEROP Someren Hersel PL LIEROP Someren Gebergte PM LIEROP Someren Winkelstraat PN LIEROP Someren Veldweg PP LIEROP Someren Broekkant PR LIEROP Someren Broekkant PR LIEROP Someren Moorsel 09-nov 5715PX LIEROP Someren Meervensedijk PZ LIEROP Someren Vaarsehoefweg RB LIEROP Someren Vaarsehoefweg RB LIEROP Someren Vaarsehoefweg RB LIEROP Someren Vaarsehoef RC LIEROP Someren Berkeindje RD LIEROP Someren Berkeindje RD LIEROP Someren Philipsbosweg RE LIEROP Someren Kromvenweg RG LIEROP Someren Otterdijk RH LIEROP Someren Otterdijk RH LIEROP Someren Otterdijk RH LIEROP Pagina 11

131 Bronnenbestand VERGUND 2017 WEB BVB Limburg 17 oktober 2017 Bronnenbestand gemeente Nederweert en Someren VERGUND 2017 IDNR X_COORDINAAT Y_COORDINAAT EP-hoogte gemgebhoogte EP-diameter EP-uittree Evergund EmaxVergun Gemeente Straat Huisnummer Postcode Plaats Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT EP A Vergund Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT EP B Vergund Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT EP C Vergund Nederweert Nederweerterdijk PH MEIJEL Nederweert Kreijel AA NEDERWEERT Nederweert Schansstraat AB NEDERWEERT Nederweert Schansstraat AB NEDERWEERT Nederweert Schansstraat AB NEDERWEERT Nederweert Hoofstraat AC NEDERWEERT Nederweert AK Nederweert Dr. Anton Philipsweg LA NEDERWEERT Nederweert Colusdijk LC NEDERWEERT Nederweert Colusdijk LC NEDERWEERT Nederweert Heugterbroekdijk LE NEDERWEERT Nederweert Laarderkapeldijk LK NEDERWEERT Nederweert Veldweverstraat LM NEDERWEERT Nederweert Veldweverstraat LM NEDERWEERT Nederweert Kanaaldijk MZ NEDERWEERT Nederweert Houbenbaan NA NEDERWEERT Nederweert Houbenbaan NA NEDERWEERT Nederweert Houbenbaan NA NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan 15A 6031NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan 2A 6031NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan 7A 6031NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan 7C 6031NB NEDERWEERT Nederweert Eindhovensebaan 9C 6031NB NEDERWEERT Nederweert Zuidhoeveweg NC NEDERWEERT Nederweert Zuidhoeveweg NC NEDERWEERT Nederweert Ommelpad ND NEDERWEERT Nederweert Geheugden NE NEDERWEERT Nederweert Geheugden NE NEDERWEERT Nederweert Geheugden 3A 6031NE NEDERWEERT Nederweert NG Nederweert Kreijelmusweg NJ NEDERWEERT Nederweert NK Nederweert NK Nederweert Winnerstraat NL NEDERWEERT Nederweert Winnerstraat NL NEDERWEERT Nederweert Winnerstraat NL NEDERWEERT Nederweert Peelsteeg NN NEDERWEERT Nederweert NN Nederweert Peelsteeg NN NEDERWEERT Nederweert Peelsteeg NN NEDERWEERT Nederweert Peelsteeg NN NEDERWEERT Pagina 1

132 Bronnenbestand VERGUND Nederweert Wetering NP NEDERWEERT Nederweert Wetering NP NEDERWEERT Nederweert Wetering NP NEDERWEERT Nederweert Wetering NP NEDERWEERT Nederweert Klompensteeg NR NEDERWEERT Nederweert Klompensteeg NR NEDERWEERT Nederweert Bosserstraat NS NEDERWEERT Nederweert Bosserstraat NS NEDERWEERT Nederweert Bosserstraat NS NEDERWEERT Nederweert Gerrisstraat NT NEDERWEERT Nederweert Gerrisstraat NT NEDERWEERT Nederweert NV Nederweert Bloemerstraat NV NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat 15A 6031NV NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat NV NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat 1B 6031NV NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat 9D 6031NV NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat NW NEDERWEERT Nederweert Bloemerstraat NW NEDERWEERT Nederweert Kleine steeg NX NEDERWEERT Nederweert Hoebensstraat 9A 6031NZ NEDERWEERT Nederweert Strateris PD NEDERWEERT Nederweert Strateris PD NEDERWEERT Nederweert Hovensteeg PE NEDERWEERT Nederweert Herstraat PG NEDERWEERT Nederweert Herstraat PG NEDERWEERT Nederweert Herstraat PG NEDERWEERT Nederweert Karissteeg PH NEDERWEERT Nederweert Karissteeg PH NEDERWEERT Nederweert Karissteeg PH NEDERWEERT Nederweert Karissteeg PH NEDERWEERT Nederweert PJ Nederweert Booldersdijk PK NEDERWEERT Nederweert Booldersdijk PK NEDERWEERT Nederweert Booldersdijk PK NEDERWEERT Nederweert Booldersdijk PK NEDERWEERT Nederweert Booldersdijk PK NEDERWEERT Nederweert Hardsteeg PM NEDERWEERT Nederweert Hardsteeg PM NEDERWEERT Nederweert PN Nederweert Heerweg PN NEDERWEERT Nederweert Heerweg 2H 6031PN NEDERWEERT Nederweert Krommedijk PP NEDERWEERT Nederweert Boeket PR NEDERWEERT Nederweert Boeket PR NEDERWEERT Nederweert PS Nederweert Aan 't Ven PS NEDERWEERT Nederweert Aan 't Ven 4A 6031PS NEDERWEERT Nederweert Aan 't Ven PS NEDERWEERT Nederweert Aan 't Ven PS NEDERWEERT Nederweert PV Nederweert Rosselsweg PV NEDERWEERT Pagina 2

133 Bronnenbestand VERGUND Nederweert Rosselsweg PV NEDERWEERT Nederweert Hoek PW NEDERWEERT Nederweert Grasdijk PX NEDERWEERT Nederweert Grasdijk PX NEDERWEERT Nederweert Grasdijk 2B 6031PX NEDERWEERT Nederweert Grasdijk 2C 6031PX NEDERWEERT Nederweert Grasdijk PX NEDERWEERT Nederweert Tolheuvel PZ NEDERWEERT Nederweert Tolheuvel PZ NEDERWEERT Nederweert Heijsterstraat RA NEDERWEERT Nederweert Heijsterstraat RA NEDERWEERT Nederweert Heijsterstraat RA NEDERWEERT Nederweert Heijsterstraat RA NEDERWEERT Nederweert Heijsterstraat RA NEDERWEERT Nederweert Molenweg RC NEDERWEERT Nederweert Ouwijck RD NEDERWEERT Nederweert Roeven RN NEDERWEERT Nederweert Roeven RN NEDERWEERT Nederweert Roeven 6E 6031RN NEDERWEERT Nederweert Roeventerschans RR NEDERWEERT Nederweert Roeventerschans 1A 6031RR NEDERWEERT Nederweert Roeventerschans RR NEDERWEERT Nederweert Randweg West RS NEDERWEERT Nederweert Kraan RW NEDERWEERT Nederweert Kraan 21A 6031RW NEDERWEERT Nederweert Kraan RX NEDERWEERT Nederweert Schoor SC NEDERWEERT Nederweert Schoor SC NEDERWEERT Nederweert Liskesweg SE NEDERWEERT Nederweert Wessemerdijk SG NEDERWEERT Nederweert Wessemerdijk SG NEDERWEERT Nederweert Wessemerdijk SG NEDERWEERT Nederweert Mildert SM NEDERWEERT Nederweert Mildert SM NEDERWEERT Nederweert Schans SV NEDERWEERT Nederweert Den Akker SZ NEDERWEERT Nederweert Hulsen RA NEDERWEERT EIND Nederweert Hulsen RA NEDERWEERT EIND Nederweert Gebleektendijk RD NEDERWEERT EIND Nederweert Gebleektendijk RD NEDERWEERT EIND Nederweert Gebleektendijk RD NEDERWEERT EIND Nederweert Stokershorst 1A 6034RG NEDERWEERT EIND Nederweert Stokershorst RG NEDERWEERT EIND Nederweert Stokershorst RG NEDERWEERT EIND Nederweert Stokershorst RG NEDERWEERT EIND Nederweert Kruisstraat RH NEDERWEERT EIND Nederweert Kruisstraat RJ NEDERWEERT EIND Nederweert Kruisstraat RJ NEDERWEERT EIND Nederweert Kruisstraat RL NEDERWEERT EIND Nederweert Kruisstraat RL NEDERWEERT EIND Nederweert de Riet RM NEDERWEERT EIND Nederweert de Riet RM NEDERWEERT EIND Pagina 3

134 Bronnenbestand VERGUND Nederweert Baldessenweg RN NEDERWEERT EIND Nederweert Baldessenweg RN NEDERWEERT EIND Nederweert Kruiszijweg RZ NEDERWEERT EIND Nederweert Eind SM NEDERWEERT EIND Nederweert Eind SN NEDERWEERT EIND Nederweert Eind SN NEDERWEERT EIND Nederweert Eind SN NEDERWEERT EIND Nederweert Eind SN NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsweg SP NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg ST NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg ST NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg ST NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg ST NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg 5A 6034ST NEDERWEERT EIND Nederweert Houtsberg ST NEDERWEERT EIND Nederweert Banendijk SV NEDERWEERT EIND Nederweert Banendijk SV NEDERWEERT EIND Nederweert Leveroysedijk SW NEDERWEERT EIND Nederweert Leveroysedijk 2A 6034SW NEDERWEERT EIND Nederweert Leveroysedijk 5B 6034SW NEDERWEERT EIND Nederweert Visdijk SZ NEDERWEERT EIND Nederweert Niesakkerweg TA NEDERWEERT EIND Nederweert Niesakkerweg TA NEDERWEERT EIND Nederweert Zoomdijk TB NEDERWEERT EIND Nederweert TZ Nederweert Klaarstraat AA OSPEL Nederweert Klaarstraat AB OSPEL Nederweert Klaarstraat AB OSPEL Nederweert Klaarstraat AB OSPEL Nederweert Hennesweg AD OSPEL Nederweert Hennesweg AD OSPEL Nederweert Kuilstraat AW OSPEL Nederweert Kuilstraat AW OSPEL Nederweert Kuilstraat AW OSPEL Nederweert Waatskamp 13B 6035BS OSPEL Nederweert Waatskamp BS OSPEL Nederweert Waatskamp 27B 6035BS OSPEL Nederweert Waatskamp BS OSPEL Nederweert Waatskamp BV OSPEL Nederweert Waatskamp BV OSPEL Nederweert Waatskamp BV OSPEL Nederweert Waatskamp BV OSPEL Nederweert Geurtsweg NX OSPEL Nederweert Heiweg NZ OSPEL Nederweert Kreijelmusweg PA OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Nederweert Nieuwstraat PB OSPEL Pagina 4

135 Bronnenbestand VERGUND Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Ommelpad PC OSPEL Nederweert Relder PE OSPEL Nederweert Neulensteeg PG OSPEL Nederweert Horick PH OSPEL Nederweert Horick PH OSPEL Nederweert Horick 1B 6035PH OSPEL Nederweert Horick PH OSPEL Nederweert Horick PH OSPEL Nederweert Horick PH OSPEL Nederweert Vlut 1EN PJ OSPEL Nederweert Kampersweg 10B 6035PM OSPEL Nederweert Kampersweg PM OSPEL Nederweert Kampersweg PM OSPEL Nederweert Kampersweg PM OSPEL Nederweert Kampersweg PM OSPEL Nederweert Kampersweg PM OSPEL Nederweert Horickheide PN OSPEL Nederweert Horickheide PN OSPEL Nederweert Gabrielweg PR OSPEL Nederweert Gabrielweg PR OSPEL Nederweert Reutskamerdijk PS OSPEL Nederweert Reutskamerdijk PS OSPEL Nederweert Schepengraaf PT OSPEL Nederweert Schepengraaf 25C 6035PT OSPEL Nederweert Schepengraaf PT OSPEL Nederweert Schepengraaf PT OSPEL Nederweert Schepengraaf PV OSPEL Nederweert Schepengraaf PV OSPEL Nederweert Hagelkruisbaan PW OSPEL Nederweert Hagelkruisbaan PW OSPEL Nederweert Hagelkruisbaan 6C 6035PW OSPEL Nederweert Hagelkruisbaan PW OSPEL Nederweert Schinkelsweg PX OSPEL Nederweert Schinkelsweg PX OSPEL Nederweert de Platkuil RA OSPEL Nederweert Moost RC OSPEL Nederweert Nieuwebaan RD OSPEL Nederweert Meijelsedijk RH OSPEL Nederweert RJ Nederweert Meijelsedijk RJ OSPEL Nederweert Meijelsedijk RK OSPEL Nederweert Meijelsedijk RL OSPEL Nederweert Meijelsedijk RL OSPEL Nederweert Oude Dijk RM OSPEL Nederweert Reebergweg RN OSPEL Nederweert Reebergweg RN OSPEL Pagina 5

136 Bronnenbestand VERGUND Nederweert Reebergweg RN OSPEL Nederweert Plattepeeldijk RP OSPEL Nederweert Plattepeeldijk RP OSPEL Nederweert Plattepeeldijk RP OSPEL Nederweert Plattepeeldijk RP OSPEL Nederweert Plattepeeldijk RP OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RS OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RT OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RT OSPEL Nederweert Kruisvennendijk RT OSPEL Nederweert Kruisvennendijk 26A 6035RT OSPEL Nederweert Bientjesweg RW OSPEL Nederweert Bientjesweg RW OSPEL Nederweert Bientjesweg RW OSPEL Nederweert Venloseweg RX OSPEL Nederweert Venloseweg RX OSPEL Nederweert Venloseweg RX OSPEL Nederweert Waatskamperheide RZ OSPEL Nederweert Waatskamperheide RZ OSPEL Nederweert Beelenstraat SB OSPEL Nederweert Vrijkebomenweg 3B 6035SC OSPEL Nederweert Vrijkebomenweg SC OSPEL Nederweert Kreijel SG OSPEL Nederweert Kreijel SG OSPEL Nederweert Kreijel SG OSPEL Nederweert Bochtstraat SH OSPEL Nederweert Bochtstraat SH OSPEL Nederweert Schans SJ OSPEL Nederweert Schans SJ OSPEL Nederweert SL Nederweert Diepvennendijk SL OSPEL Nederweert Visvijversweg SM OSPEL Nederweert Zwarteboordweg SN OSPEL Nederweert Zwarteboordweg SN OSPEL Nederweert Klaarstraatzijweg SP OSPEL Nederweert Witteplakdijk SR OSPEL Nederweert Witteplakdijk SR OSPEL Nederweert Hogekruisdijk ST OSPEL Nederweert Klaarstraatzijweg SX OSPEL Nederweert Frenkenbaan SZ OSPEL Nederweert Houtsberg NA LEVEROY Nederweert Houtsberg NA LEVEROY Nederweert Houtsberg NA LEVEROY Nederweert Kolenhofweg NB LEVEROY Nederweert Kolenhofweg NB LEVEROY Nederweert Deckersstraat NG LEVEROY Nederweert Velterstraat NH LEVEROY Pagina 6

137 Bronnenbestand VERGUND Nederweert Molenstraat 2A 6091NM LEVEROY Nederweert Leveroysedijk NV LEVEROY Nederweert Swelstraat NW LEVEROY Nederweert Swelstraat NW LEVEROY Nederweert Swelstraat NW LEVEROY Nederweert Klompenstraat NX LEVEROY Nederweert Reulisweg NZ LEVEROY Nederweert Sillenhoek PC LEVEROY Nederweert Sillenhoek PC LEVEROY Nederweert Bergdijk PG LEVEROY Nederweert Bergdijk PG LEVEROY Nederweert Ingstraat PJ LEVEROY Nederweert Ingstraat PJ LEVEROY Nederweert Vlakwater PM LEVEROY Nederweert Bergenweg NJ LEVEROY Nederweert Bergenweg 3C 6092NJ LEVEROY Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Varendonkweg PA SOMEREN Someren Varendonkweg PA SOMEREN Someren Heiveldsestraat PB SOMEREN Someren Akkerweg PG SOMEREN Someren Slievenstraat PJ SOMEREN Someren Slievenstraat PK SOMEREN Someren Slievenstraat PL SOMEREN Someren Slievenstraat PL SOMEREN Someren Houtbroekdijk PM SOMEREN Someren Lieropsedijk PS SOMEREN Someren Houtbroekstraat PT SOMEREN Someren Houtbroekstraat PT SOMEREN Someren Houtbroekstraat PT SOMEREN Someren Houtbroekstraat PT SOMEREN Someren Hoijserstraat PV SOMEREN Someren Hoijserstraat PV SOMEREN Someren Heesterdijk PW SOMEREN Someren Heesterdijk PW SOMEREN Someren Provincialeweg RA SOMEREN Someren Vaarselstraat RE SOMEREN Someren Vaarselstraat RE SOMEREN Someren Vaarselstraat RE SOMEREN Someren Vaarselstraat RG SOMEREN Someren Boerenkamplaan AB SOMEREN Someren Boerenkamplaan AB SOMEREN Someren Boerenkamplaan AC SOMEREN Someren Boerenkamplaan AE SOMEREN Someren Steegstraat AL SOMEREN Someren Steegstraat AL SOMEREN Someren Breestraat AN SOMEREN Someren Heikomstraat AS SOMEREN Someren Heikomstraat AS SOMEREN Someren Heikomstraat AS SOMEREN Someren Brugstraat AX SOMEREN Someren Kanaaldijk Zuid BJ SOMEREN Pagina 7

138 Bronnenbestand VERGUND Someren Korteweg EC SOMEREN Someren Nieuwendijk EL SOMEREN Someren Nieuwendijk EL SOMEREN Someren Nieuwendijk EL SOMEREN Someren Nieuwendijk EL SOMEREN Someren Nieuwendijk EL SOMEREN Someren Nieuwendijk 100EN EN SOMEREN Someren Nieuwendijk EP SOMEREN Someren Nieuwendijk EP SOMEREN Someren Nieuwendijk EP SOMEREN Someren Nieuwendijk EP SOMEREN Someren Vaartdijk ER SOMEREN Someren Vaartdijk ER SOMEREN Someren Kerkendijk ET SOMEREN Someren Kerkendijk ET SOMEREN Someren Kerkendijk EV SOMEREN Someren Kerkendijk EW SOMEREN Someren Kerkendijk EZ SOMEREN Someren Michelslaan GK SOMEREN Someren Kuilerstraat GM SOMEREN Someren Heikantstraat GR SOMEREN Someren Heikantstraat GR SOMEREN Someren Heikantstraat GS SOMEREN Someren Heikantstraat GS SOMEREN Someren Dellerweg GT SOMEREN Someren Dellerweg GT SOMEREN Someren Parallelweg 14A 5712GV SOMEREN Someren Parallelweg GV SOMEREN Someren Kuilvenweg GX SOMEREN Someren Nederweertseweg JX SOMEREN Someren Nederweertseweg JX SOMEREN Someren Nederweertseweg JX SOMEREN Someren De Hoof LM SOMEREN Someren De Hoof LN SOMEREN Someren Kuilerstraat 12(EN13) 5712PA SOMEREN Someren Kuilerstraat PA SOMEREN Someren Kuilerstraat PA SOMEREN Someren Kuilvenweg PD SOMEREN Someren Kuilvenweg PD SOMEREN Someren Kuilvenweg 15A 5712PD SOMEREN Someren Sneppenweg PE SOMEREN Someren Peelrijtweg PG SOMEREN Someren Stalmansweg PJ SOMEREN Someren Ripsvelderweg PK SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan 11A 5712PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan 21A 5712PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Pagina 8

139 Bronnenbestand VERGUND Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Michelslaan PL SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Limburglaan PM SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Smulderslaan 44A 5712PN SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Smulderslaan PN SOMEREN Someren Gelderselaan PP SOMEREN Someren Gelderselaan PP SOMEREN Someren Brabantlaan PR SOMEREN Someren Kraaiendijk PS SOMEREN Someren Kraaiendijk PS SOMEREN Someren Kraaiendijk PS SOMEREN Someren Kraaiendijk PS SOMEREN Someren Brandvenstraat PT SOMEREN Someren Reigerstraat PV SOMEREN Someren Hugterweg RB SOMEREN Someren Hugterweg RB SOMEREN Someren Molenbrugweg 15A 5712RC SOMEREN Someren Molenbrugweg 19A 5712RC SOMEREN Someren Molenbrugweg RC SOMEREN Someren Molenbrugweg RC SOMEREN Someren Molenbrugweg RC SOMEREN Someren Kerkendijk RE SOMEREN Someren Kerkendijk RE SOMEREN Someren Kerkendijk RE SOMEREN Someren Dooleggersbaan RG SOMEREN Someren Dooleggersbaan RG SOMEREN Someren Dooleggersbaan RG SOMEREN Someren Dooleggersbaan RG SOMEREN Someren Kruisbaan RH SOMEREN Someren Groeneweg RK SOMEREN Someren Ploegstraat RL SOMEREN Someren Hollandseweg RM SOMEREN Someren Hollandseweg RM SOMEREN Someren Vlasstraat RP SOMEREN Someren Vlasstraat RP SOMEREN Someren Laarstraat RT SOMEREN Someren Laarstraat RT SOMEREN Someren Laarstraat RT SOMEREN Someren Heistraat RV SOMEREN Someren Heistraat RV SOMEREN Someren Heistraat RV SOMEREN Someren Ravelweg RW SOMEREN Pagina 9

140 Bronnenbestand VERGUND Someren Ravelweg RW SOMEREN Someren Ravelweg RW SOMEREN Someren Vaartdijk SB SOMEREN Someren Antoniusweg SC SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk 27A 5712SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Belienberkdijk SE SOMEREN Someren Venweg SG SOMEREN Someren Scheidingsweg SJ SOMEREN Someren Groesbaan SK SOMEREN Someren Groesbaan SK SOMEREN Someren Dertiensedijk SL SOMEREN Someren Landbouwstraat SM SOMEREN Someren Landbouwstraat SM SOMEREN Someren Zaanstraat 13A 5712SN SOMEREN Someren Zaanstraat SN SOMEREN Someren Zaanstraat SN SOMEREN Someren Goord Verbernedijk SP SOMEREN Someren Goord Verbernedijk SP SOMEREN Someren Moostscheiding ST SOMEREN Someren Jan Smitslaan SV SOMEREN Someren Jan Smitslaan SV SOMEREN Someren Jan Smitslaan SV SOMEREN Someren Jan Smitslaan SV SOMEREN Someren Stevensvaartje SW SOMEREN Someren Stevensvaartje SW SOMEREN Someren Valenpeelsedijk SX SOMEREN Someren Valenpeelsedijk SX SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Peelweg SZ SOMEREN Someren Kalkweg TB SOMEREN Someren Teunis Spekbaan TC SOMEREN Someren Teunis Spekbaan TC SOMEREN Someren Gezandebaan TD SOMEREN Pagina 10

141 Bronnenbestand VERGUND Someren Gezandebaan TD SOMEREN Someren Gezandebaan TD SOMEREN Someren Gezandebaan 5A 5712TD SOMEREN Someren Vlasstraat XN SOMEREN Someren Ruiter XP SOMEREN Someren Ruiter XP SOMEREN Someren Ruiter XP SOMEREN Someren Zandstraat XX SOMEREN Someren Zandstraat XX SOMEREN Someren Zandstraat XX SOMEREN Someren Zandstraat XX SOMEREN Someren Zandstraat 97A 5712XX SOMEREN Someren Zandstraat XX SOMEREN Someren Laan Ten Boomen AA LIEROP Someren Laan Ten Boomen AB LIEROP Someren Somerenseweg AG LIEROP Someren Hoolstraat BB LIEROP Someren Heieind BC LIEROP Someren Groenstraat BD LIEROP Someren Verhagenstraat BL LIEROP Someren Verhagenstraat BL LIEROP Someren Verhagenstraat BL LIEROP Someren Achterbroek BM LIEROP Someren Lungendonk PA LIEROP Someren Lungendonk PA LIEROP Someren Lungendonk PA LIEROP Someren Varenschutseweg PB LIEROP Someren Stipdonk PD LIEROP Someren Oude Goorenweg PH LIEROP Someren Oude Goorenweg PH LIEROP Someren Herselseweg PJ LIEROP Someren Herselseweg PJ LIEROP Someren Hersel PL LIEROP Someren Gebergte PM LIEROP Someren Winkelstraat PN LIEROP Someren Veldweg PP LIEROP Someren Broekkant PR LIEROP Someren Broekkant PR LIEROP Someren Moorsel 09-nov 5715PX LIEROP Someren Meervensedijk PZ LIEROP Someren Vaarsehoefweg RB LIEROP Someren Vaarsehoefweg RB LIEROP Someren Vaarsehoefweg RB LIEROP Someren Vaarsehoef RC LIEROP Someren Berkeindje RD LIEROP Someren Berkeindje RD LIEROP Someren Philipsbosweg RE LIEROP Someren Kromvenweg RG LIEROP Someren Otterdijk RH LIEROP Someren Otterdijk RH LIEROP Someren Otterdijk RH LIEROP Pagina 11

142 DOORSNEDE mestsilo, nr 7 DOORSNEDE, gebouw 5 DOORSNEDE, gebouw 6 DOORSNEDE, gebouw 1 DOORSNEDE, spoelplaats met sleufsilo's pvc uitzuigbuis Ø200mm Peil= betonnen silo wandpaneel ventilator luchtinlaat polyester afdekking nok golfplaten golfplaten gem geb hgt= e.p. hgt= 3,4m hokopp.=17,33/24=0,722m² 17,33:0,72=(meer als 40 dieren per groep)=24/hok LENGTE DOORSNEDE, spoelplaats aanbiedplaats kadavers 288 vlv / 12hokken=24/hok totaal = 17,33m² afschot leefoppervlak vleesvarkens hokafmeting 4,85x3,47=16,83m²+1,25x0,2=0,5m² DOORSNEDE, weegbrug bluswatervoorziening zonder opvoerpomp cap 90m³/h brandweertoegang 1.02 woonhuis silo enkelvoudig grondstof 32 ton weeghuisje hyg.sluis 1.02 werkplaats / garage garage deurtjes silo enkelvoudig grondstof 32 ton varkensafdeling msu msu varkensafdeling 1.02 weegbrug silo enkelvoudig grondstof 32 ton kantoor GS1 mengvoersilo 32 ton 1.02 dieseltank 5000 ltr. in lekbak mengvoersilo 32 ton 1.02 mengvoersilo 32 ton varkensafdeling msu msu varkensafdeling 1.02 mengvoersilo 32 ton opslag (allen boven lekbak) 25 kg bestrijdingsmiddelen 10 kg dierengeneesmiddelen 25 kg reinigingsmiddelen 1.02 silo enkelvoudig grondstof 32 ton weeghokje vloer 500-P kadaverkoeling koudemiddel R407C,570gr grondwaterpomp put 80m diep cap <10m³/h mengtank 5,5m³ x46,4kW wc ontijz.inst xV1 varkensafdeling ziekenstal doorloopruimte varkensafdeling varkensafdeling msu msu varkensafdeling agregaat 120 KVA kantoor 1.03 mengtank 5,5m³ 4.01 watertank 5m³ varkensafdeling msu V2 msu mengtank 5,5m³ 4.01 agregaat 80 KVA mengtank 5,5m³ zuur 1000 ltr. in lekbak 2xV1 varkensafdeling varkensafdeling msu msu varkensafdeling 2xV1 msu varkensafdeling msu msu varkensafdeling onder centrale gang opslag spuiwater GS7 5 tanks tbv voormengsels elk 30m³ silo Ø m³ silo Ø m³ silo Ø m³ silo Ø m³ silo Ø m³ silo Ø m³ 2xV1 msu BWL vleesvarkens varkensafdeling varkensafdeling msu varkensafdeling BWL v2 860 vleesvarkens varkensafdeling varkensafdeling msu varkensafdeling 4 silo Ø m³ silo Ø m³ silo Ø m³ 2xV1 msu varkensafdeling msu msu varkensafdeling BWL v vleesvarkens varkensafdeling 1 varkensafdeling 2 3 msu spoelplaats 5x18m BWL v2 880 vleesvarkens varkensafdeling 2xV1 varkensafdeling varkensafdeling msu msu varkensafdeling 6.07 mestscheider boven container msu luchtafzuigkanaal 2xV1 varkensafdeling varkensafdeling msu msu varkensafdeling msu msu varkensafdeling centr luchtafzuigkanaal 12 m² centr luchtafzuigkanaal 12 m² varkensafdeling luchtwasser 48 x 2,4 x 3,3m 2xV1 varkensafdeling varkensafdeling msu msu varkensafdeling opslag droge produkten put proceswater 130m³ en spuiwater 480m³ 2xV1 varkensafdeling varkensafdeling msu luchtwasser BWL v msu varkensafdeling varkensafdeling msu msu varkensafdeling leiding spuiwater 2xV1 msu luchtwasser 12,1 x 3,4 x 3,3m V3 luchtafzuigkanaal opp. 51,2m² onderkelderd 1150-P V3 luchtwasser BWL v2 varkensafdeling varkensafdeling V3 msu varkensafdeling leiding proceswater V3 V xV1 varkensafdeling varkensafdeling V3 msu msu varkensafdeling varkensafdeling msu msu varkensafdeling x46,4kW silo 24 ton silo 12 ton silo 24 ton silo 12 ton silo 24 ton silo 12 ton verzegelde afvulbeveiliging 4,9 m³ propaantank 4900 ltr. tank 100m³ spuiwater binnenzijde zuurbest.gecoat pvc uitzuigbuis Ø200mm GS8 varkensafdeling msu msu varkensafdeling polyester afdekking Biologisch combiwassysteem 85% BWL v2 Schema biologisch combiwasser Biologisch combiwassysteem 85% BWL v2 Schema biologisch combiwasser doorsnede 22 m, hoogte 6,0 m stal 4 stal 2 en 3 mestopslag silo, inhoud 2500m³ drijfmest via leiding naar put tussen stal 2 en 3 7 luchtwasser 48 x 2,4 x 3,3m luchtwasser 12,1 x 3,4 x 3,3m afvoer spui- en proceswater 18xV4 varkensafdeling msu msu varkensafdeling DOORSNEDE, gebouw nr 4 LANGSDOORSNEDE varkensstal nr 4 DOORSNEDE, gebouw 2 centr. luchtafzuigkanaal 12 m² DOORSNEDE, gebouw 3 onder centrale gang opslag spuiwater put proceswater 130m³ en spuiwater 480m³ betonvloer Peil=0 systeemvloer erfverharding erfverharding erfverharding erfverharding erfverharding Peil= erfverharding Peil=0 Peil=0 kunststofroosters bolle vloer bolle vloer betonroosters Peil=0 vleesvarkensafdeling vleesvarkensafdeling lichtstraat ventilatieplafond Custers o.k lichtstraat luchtinlaat msu msu gem geb hgt=4.05 gem geb hgt kluster stal /3=3.5m luchtafzuigkanaal opp. 51,2m² golfplaten gem geb hgt=7, centrale gang 2x46,4kW luchtinlaat gem geb hgt= Peil= grens v d inrichting tevens bouwblok brandweertoegang bluswatervoorziening zonder opvoerpomp cap 90m³/h V4 18 ventilator Ø920 1,5 V3 6 ventilator Ø800 1,1 V2 1 ventilator Ø350 0,3 V1 22 ventilator Ø450 0, mestscheider 5, aandr luchtwasser 3, hogedrukreiniger 2, n.s.aggregaat 50 kva hamermolen 2, brijvoerinstallatie 3,0 7 mestsilo beton beton - polyester drijfmest 2500m³ voormenger 3,0 6 brijvoer/mestverwerking beton wandpaneel - golfplaten drijfmest 380 m³ 5.01 div handgereedschap 5,0 5 varkensstal beton baksteen - golfplaten mixer 1,0 4 varkensstal beton baksteen - golfplaten vleesvarkens D BWL v2 drijfmest 4900 m³ grondwaterpomp 1,8 3 varkensstal beton baksteen - golfplaten vleesvarkens D BWL v2 drijfmest 990 m³ kadaverkoeling 1,5 2 varkensstal beton baksteen - golfplaten vleesvarkens D BWL v2 drijfmest 990 m³ n.s.aggregaat op diesel 1 varkensstal beton baksteen - golfplaten vleesvarkens D 3.1 BWL drijfmest 990 m³ voervijzel 0,5 0 woonhuis beton baksteen - pannen ontijzeringsinst. 2,0 Nr. Benaming Dakkonstruktie Wandkonstruktie Bruto Oppervlak Vloerkonstruktie Soort dieren Aantal plaatsen Aantal Huisvestingssysteem te houden BWL code Cap.mestopslag Nr. St. Benaming kw RENVOOI STALLEN RENVOOI MOTOREN RENVOOI PICTOGRAMMEN Pict. Benaming Aantal Capaciteit GLV -straler ForFarmers Hendrix B.V. FarmConsult Sluisstraat 24 NL GA Delden tel.: Projectleider: Jan Thijs jan.thijs@forfarmers.eu mob: C.V. -ketel 6 elk 46,4 kw Heteluchtkanon Boiler/geiser Brandblusser GS7 Zuuropslag GS1 Dieseltank GS8 Gastank 12 S 9 1 zuur 1m³ 1 dieselolie 5m³ 1 propaangas 5m³ GS5 Medicijnkast GS4 Gewasbescherming-GS6 reinigingsmiddelen BEDRIJFSGEGEVENS Aard van de inrichting: Behorende bij de aanvraag Omgevingsvergunning milieu van: Adres van de inrichting: Varkenshouderij Coolen VOF Kuilerstraat PA Someren-Eind Eindhovensebaan NB Nederweert Pompput Olieleiding Gasleiding Riolering Grens inrichting Spuiwaterleiding Zuurleiding Regenwater/sloot Tek.nr.: Blad: Schaal: Get: Datum: M : 200 Aelmans Bouwadvies B.V Gewijzigd: A B C D Par: JvB JvB JvB EC Gewijzigd: E F G H Par: JvB JvB JvB

143 ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK EINDHOVENSEBAAN 16 TE NEDERWEERT GEMEENTE NEDERWEERT

144 Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Eindhovensebaan 16 te Nederweert in de gemeente Nederweert Opdrachtgever ForFarmers Hendrix BV Postbus AB Lochem Project NED.FFH.ARC Rapportnummer Status Versienummer Definitieve rapportage C1 Datum 8 augustus 2014 Vestiging Auteur(s) Swalmen Drs.T.H.L.Hos Ma Paraaf Autorisatie ing. G.J. Boots MA Paraaf Econsultancy bv, Swalmen Foto s en tekeningen: Econsultancy bv, tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Econsultancy aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. ISSN: (Analoog rapport) ISSN: (Digitaal rapport E-depot) Econsultancy Archeologisch Rapport

145 Administratieve gegevens plangebied Projectcode en nummer NED.FFH.ARC Toponiem Eindhovensebaan 16 Opdrachtgever Gemeente Plaats Provincie ForFarmers Hendrix BV Nederweert Nederweert Limburg Kadastrale gegevens Gemeente Nederweert, Sectie M, nummer 1627 Omvang plangebied circa m 2 Kaartblad 58 A (1:25.000) Coördinaten centrum plangebied X: / Y: Bevoegde overheid Deskundige namens de bevoegde overheid Gemeente Nederweert t.a.v. mevr. M. Houtappels ArchAeO drs. F.P. Kortlang Rapelenburglaan 9 Postbus AA Nederweert T: E: info@nederweert.nl 5654 AP Eindhoven T: E: advies@archaeo.nl ARCHIS2 Onderzoeksmeldingsnummer (OM-nr.) Vondstmeldingsnummer Onderzoeksnummer Bureauonderzoek n.v.t Booronderzoek n.v.t Archeoregio NOaA Beheer en plaats documentatie Uitvoerders Limburgs zandgebied Econsultancy, Swalmen/ Provinciaal Archeologisch Depot Limburg Econsultancy, Drs. T.H.L. Hos Ma Kwaliteitszorg Econsultancy beschikt over een eigen opgravingsvergunning, afgegeven door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De opgravingsvergunning geeft opdrachtgevers de zekerheid dat het uitvoerend bureau werkt conform de eisen die de RCE stelt op het gebied van competenties en integriteit van medewerkers en het toepassen van vigerende normen en onderzoeksprotocollen. Verder is Econsultancy lid van de Nederlandse Vereniging van Archeologische Opgravingsbedrijven (NVAO). De leden van de NVAO bieden kwalitatief hoogstaand archeologisch onderzoek. Het lidmaatschap is een waarborg voor kwaliteit en betrouwbaarheid. Tevens is Econsultancy aangesloten bij de Vereniging van Ondernemers in Archeologie (VOiA). De VOiA behartigt de belangen van meer dan 100 bedrijven in alle takken van de archeologie. Betrouwbaarheid Dit onderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd, conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving. Een booronderzoek wordt in het algemeen uitgevoerd door het steekproefsgewijs onderzoeken van de bodem, waardoor het, op basis van de resultaten van een booronderzoek, onmogelijk is garanties af te geven ten aanzien van de aan- of afwezigheid van archeologische waarden. In dit kader dient ook opgemerkt te worden dat geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Daar Econsultancy voor het verkrijgen van historische informatie afhankelijk is van deze bronnen, kan Econsultancy niet instaan voor de juistheid en volledigheid van deze informatie. Econsultancy Archeologisch Rapport

146 SAMENVATTING Econsultancy heeft in opdracht van ForFarmers Hendrix BV een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan de Eindhovensebaan 16 te Nederweert in de gemeente Nederweert (zie figuur 1 en figuur 2). In het plangebied zal een nieuwe varkensstal gerealiseerd worden. Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen wat de verwachtingswaarde is voor de aanwezigheid van archeologische waarden binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. Daarom is het binnen het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg uit 2007 (WAMZ), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 5). Het inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase) heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen, en is erop gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied. Tevens is het bedoeld om kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek en kansarme zones ervan uit te sluiten. Ook wordt gelet op het voorkomen van (diepe) verstoringen van het bodemprofiel. Indien de ondergrond tot grote diepte verstoord is, zullen eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verdwenen zijn. Met de resultaten van het archeologisch onderzoek kan worden vastgesteld of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of vervolgonderzoek en/of planaanpassing noodzakelijk is. Gespecificeerde archeologische verwachting Volgens de opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting is er een hoge kans op het aantreffen van sporen van jagers-verzamelaars (Paleolithicum Mesolithicum) en is er een lage kans op het aantreffen van sporen van landbouwers (Neolithicum heden). Resultaten inventariserend veldonderzoek Uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) blijkt dat de bodemopbouw in het plangebied verstoord is tot in de top van de C-horizont. De verwachting op het aantreffen van sporen van jagers-verzamelaars kan hiermee worden bijgesteld naar laag. De archeologische verwachting wordt daarmee voor alle periodes laag. Selectieadvies Op grond van de resultaten van het bureauonderzoek en de verstoorde bodemopbouw, adviseert Econsultancy om, ten aanzien van de geplande bodemingrepen, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. Bovenstaand advies vormt een selectieadvies. Econsultancy wil de opdrachtgever erop wijzen dat dit selectieadvies nog niet betekent dat de bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen eerst moeten worden beoordeeld door het bevoegd gezag (Gemeente Nederweert), die vervolgens een selectiebesluit neemt. Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wil de opdrachtgever er daarom ook op wijzen dat, mochten tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, er conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988 een meldingsplicht geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Infodesk info@cultureelerfgoed.nl of tel: ), de gemeente Nederweert of de provincie Limburg NED.FFH.ARC

147 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN BUREAUONDERZOEK Methoden Afbakening van het plangebied Huidige situatie Toekomstige situatie Beschrijving van het historische gebruik Aardwetenschappelijke gegevens Archeologische waarden Aanvullende informatie Relatie aardwetenschappelijke informatie met archeologische waarden Korte bewoningsgeschiedenis van Nederweert Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Beantwoording onderzoeksvragen bureauonderzoek INVENTARISEREND VELDONDERZOEK Methoden Resultaten Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek CONCLUSIE EN SELECTIEADVIES Conclusie Selectieadvies NED.FFH.ARC

148 LIJST VAN TABELLEN Tabel I. Tabel II. Tabel III. Tabel IV. Tabel V. Tabel VI. Tabel VII. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Grondwatertrappenindeling Overzicht onderzoeksmeldingen Overzicht ARCHIS-waarnemingen Gespecificeerde archeologische verwachting Hoofdlijn bodemopbouw LIJST VAN AFBEELDINGEN Figuur 1. Situering van het plangebied binnen Nederland Figuur 2. Detailkaart van het plangebied Figuur 3. Luchtfoto van het plangebied Figuur 4. Situering van het plangebied binnen Militaire topografische kaart uit Figuur 5. Situering van het plangebied binnen Militaire topografische kaart uit Figuur 6. Situering van het plangebied binnen Militaire topografische kaart uit Figuur 7. Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Figuur 8. Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Figuur 9. Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart Figuur 10. Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied Figuur 11. Situering van het plangebied binnen de archeologische beleidskaart Figuur 12. Boorpuntenkaart BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Literatuur Bronnen Overzicht geologische en archeologische tijdvakken Bewoningsgeschiedenis van Nederland AMZ-cyclus Planontwerp Boorprofielen NED.FFH.ARC

149 1 INLEIDING Econsultancy heeft in opdracht van ForFarmers Hendrix BV een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan de Eindhovensebaan 16 te Nederweert in de gemeente Nederweert (zie figuur 1 en figuur 2). In het plangebied zal een nieuwe varkensstal gerealiseerd worden. Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen wat de verwachtingswaarde is voor de aanwezigheid van archeologische waarden binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. Daarom is het binnen het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg uit 2007 (WAMZ), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 5). Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een bestemmingsplanwijziging. Het archeologisch onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek (hoofdstuk 3) en een inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) door middel van boringen (hoofdstuk 4). Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt een advies gegeven of vervolgstappen nodig zijn en zo ja, in welke vorm (hoofdstuk 5). Dit advies dient te worden getoetst door het bevoegd gezag, de gemeente Nederweert, waarna een besluit zal worden genomen of het plangebied kan worden vrijgegeven of dat vervolgstappen nodig zijn. 2 DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN Het onderzoek heeft tot doel inzicht te krijgen in de archeologische waarden van het plangebied. Het bureauonderzoek heeft tot doel om een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel van het plangebied op te stellen. Het verwachtingsmodel is gebaseerd op bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden in en om het plangebied. Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, die vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of -rug, nabij een veengebied, een beekdal)? Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? Het inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen, en is er op gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied. Tevens is het bedoeld om kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek en kansarme zones ervan uit te sluiten. Ook wordt gelet op het voorkomen van (diepe) verstoringen van het bodemprofiel. Indien de ondergrond tot grote diepte verstoord is, zullen eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verdwenen zijn. Het veldonderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen: Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (geheel of gedeeltelijk) verstoord en indien verstoord, tot welke diepte gaat deze verstoring? NED.FFH.ARC Pagina 1 van 14

150 Wat zijn de gevolgen van het in het plangebied aangetroffen bodemprofiel voor de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied. Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 15 en 16 juni 2014 door T.H.L. Hos (senior KNA-archeoloog). Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd op 3 juli door M. Stiekema (senior prospector). Het rapport is gecontroleerd door ing. G.J. Boots MA (KNA-archeoloog/kwaliteitscontroleur). 3 BUREAUONDERZOEK 3.1 Methoden Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen en normen zoals aangegeven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3, december 2013), die is vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie en is ondergebracht bij het SIKB te Gouda. Voor de uitvoering van het bureauonderzoek gelden de specificaties LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. De resultaten van dit onderzoek worden in dit rapport weergegeven conform specificatie LS06. 1 Binnen dit onderzoek zijn de volgende werkzaamheden verricht: afbakening van het plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS01); beschrijving van de huidige en toekomstige situatie (LS02); beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03); beschrijving van bekende archeologische en historische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS04); opstellen van een gespecificeerde verwachting (LS05). Bij het uitvoeren van deze werkzaamheden zijn de volgende bronnen geraadpleegd: het Archeologische Informatie Systeem (ARCHIS); de Archeologische Monumenten Kaart (AMK); de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW); geologische kaarten, geomorfologische kaarten en bodemkaarten; de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINOLoket); literatuur en historisch kaartmateriaal; de recente topografische kaart (schaal 1:25.000); recente luchtfoto s; het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN); de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Limburg; de archeologische verwachtingskaarten van de gemeente Nederweert; plaatselijke (amateur-)archeoloog c.q. heemkundevereniging. 3.2 Afbakening van het plangebied Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het onderzoeksgebied en het plangebied. Het plangebied is het gebied waarbinnen feitelijk de bodemverstorende ingreep gaat plaatsvinden. Het onderzoeksgebied is het gebied waarover informatie is verzameld om een goed beeld te krijgen van 1 Beschikbaar via NED.FFH.ARC Pagina 2 van 14

151 de archeologische waarden binnen het plangebied. Dit gebied is groter dan het plangebied. In het huidige onderzoek betreft het onderzoeksgebied het gebied binnen een straal van circa 1 kilometer rondom het plangebied. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa m² en ligt aan de Eindhovensebaan 16, circa 4 kilometer ten noorden van Nederweert (zie figuur 1 en figuur 2). Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) heeft het maaiveld een hoogte van circa 28 m +NAP. Het gebied is kadastraal bekend als Gemeente Nederweert, sectie M, nummer Huidige situatie Voor het bureauonderzoek is het van belang de huidige situatie te onderzoeken. Landgebruik en bebouwing kunnen van invloed zijn op de archeologische verwachting. Het plangebied is momenteel in gebruik als weiland (zie figuur 3). Het bodemgebruik van de omliggende percelen is als volgt: aan de noord- en oostzijde bevindt zich landbouwgrond; aan de zuidzijde bevinden zich de huidige drie varkensstallen en het woonhuis; aan de westzijde bevindt zich de weg de Eindhovense baan. Bodemloket Met het bodemloket wil de overheid inzicht geven in maatregelen die de afgelopen jaren getroffen zijn om de bodemkwaliteit in Nederland in kaart te brengen (bodemonderzoek) of te herstellen (bodemsanering). Ook laat het Bodemloket zien waar vroeger (bedrijfs-) activiteiten hebben plaatsgevonden die extra aandacht verdienen. Het raadplegen van het Bodemloket heeft voor het plangebied geen informatie opgeleverd Toekomstige situatie Het toekomstige gebruik van het plangebied kan bepalend zijn voor het vervolgtraject (behoud in-situ of behoud ex-situ van archeologische waarden). De manier waarop het plangebied wordt ingericht kan tot gevolg hebben dat eventueel aanwezige archeologische waarden (deels of geheel) onverstoord (kunnen) blijven. Ook kan besloten worden de inrichting zo aan te passen dat archeologische waarden alsnog onverstoord kunnen blijven liggen. In het plangebied is een nieuwe varkensstal gepland. Hierbij zal een gebied met een oppervlakte van m 2 worden bebouwd tot een diepte van 1.15 m beneden maaiveld, aangezien de hele stal onderkelderd zal worden voor een mestkelder (zie bijlage 6). 3.5 Beschrijving van het historische gebruik In het plangebied kunnen naast archeologische sporen ook historische relicten voorkomen die nog in het landschap zichtbaar zijn. Het gaat hierbij om historisch geografische relicten zoals nederzettingsvormen en wegen- en kavelpatronen. Veel van deze bewaard gebleven historische geografie geeft door de herverkavelingen in de tweede helft van de 20 e eeuw een incompleet beeld van het historisch landschap. Historische kaarten van vóór de herverkaveling zijn een goede aanvulling op het huidige incomplete beeld. Voor de historische ontwikkeling is naast het historisch kaartmateriaal ook relevante achtergrondliteratuur geraadpleegd NED.FFH.ARC Pagina 3 van 14

152 Historisch kaartmateriaal De situatie van het plangebied is op verschillende historische kaarten als volgt: Tabel I. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal 3 Bron Periode Kaartblad Schaal Omschrijving plangebied Bijzonderheden/directe omgeving Kadastrale minuut Gemeente Nederweert, Sectie C, Blad 02 1:2.500 Het plangebied ligt nabij vennetjes in de Grote Peel Geen bebouwing aanwezig, wel al een enkel kavel in gebruik ten zuiden van het plangebied Militaire topografische kaart (nettekening) Militaire topografische kaart (veldminuut) Militaire topografische kaart (veldminuut) Militaire topografische kaart (veldminuut) Militaire topografische kaart (veldminuut) _1rd 1: Het plangebied ligt nabij vennetjes in de Grote Peel : Het plangebied ligt nabij vennetjes in de Grote Peel : Het plangebied ligt nabij vennetjes in de Grote Peel : Het plangebied ligt nabij vennetjes in de Grote Peel : Het plangebied ligt nabij vennetjes in de Grote Peel Geen bebouwing aanwezig, wel al een enkel kavel in gebruik ten zuiden van het plangebied Er verschijnen meer percelen landbouwgrond ten zuiden van het plangebied Direct ten zuiden van het plangebied verschijnt grasland Topografische kaart A 1: Het plangebied ligt nabij vennetjes in de Grote Peel Topografische kaart A 1: Het plangebied is weiland geworden De vennetjes zijn verdwenen alles is landbouwgrond Topografische kaart A 1: Het plangebied is weiland De eerste boerderijen verschijnen maar nog niet die van het plangebied Topografische kaart A 1: Het plangebied is weiland Topografische kaart A 1: Het plangebied is weiland De boerderij en de drie varkensstallen direct ten zuiden van het plangebied zijn gerealiseerd Op basis van het beschikbare gedetailleerde historische kaartmateriaal kan geconcludeerd worden dat het plangebied vanaf de 19 e eeuw nooit bebouwd is geweest. Van oorsprong ligt het plangebied in een nat gebied met veel vennetjes in de Grote Peel (zie figuur 4 t/m 6). Uit de historische kaarten blijkt tevens dat het plangebied pas relatief laat ontgonnen is. Deze late ontginningen gingen gepaard met grootschalig grondverzet zoals egaliseringen en omzettingen. Dit grondverzet kan mogelijk aanwezige archeologische vindplaatsen sterk verstoord hebben. Rijks- en gemeentemonumenten binnen het onderzoeksgebied Het plangebied ligt niet binnen een 50 m attentiezone van zowel rijksmonumenten (AWG categorie 1) als gemeentelijke monumenten (AWG categorie 4 gemeentelijk monument (gebouwd). Binnen een straal van 1 kilometer zijn geen rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten of gebouwen in de MIP inventarisatie aanwezig. Bouwhistorische gegevens NED.FFH.ARC Pagina 4 van 14

153 Het bouwdossier van de gemeente Nederweert is niet geraadpleegd omdat het plangebied volgens het historisch kaartmateriaal de laatste 200 jaar onbebouwd is geweest. 3.6 Aardwetenschappelijke gegevens Het landschap heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het nederzettingspatroon van de mens. Bij onderzoek naar archeologische sporen in een bepaald gebied is het van groot belang te weten hoe het landschap er in het verleden heeft uitgezien. Men kan meer te weten komen over dit landschap door de geologische opbouw, de bodem en de hydrologie van een gebied te bestuderen. De volgende aardwetenschappelijke gegevens zijn bekend van het plangebied: Tabel II. Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Type gegevens Geologie 4 Geomorfologie 5 Bodemkunde 6 Gegevensomschrijving Formatie van Boxtel, met een dek van het Laagpakket van Wierden, Fluvioperiglaciale afzettingen (leem en zand) met een zanddek. 2M45 Veenkoloniale ontginningsvlakte PzN23 Gooreerdgrond Geologie Gedurende de laatste ijstijd had de wind vrij spel in het verplaatsen van zand en silt. Over een groot deel van Nederland werd een pakket dekzand afgezet. 7 Er ontstonden duidelijke hoogteverschillen, waarbij reliëfverschillen kleiner dan 1,5 meter dekzandplateaus worden genoemd en grotere hoogteverschillen dekzandruggen of dekzandkopjes genoemd worden. Dekzandafzettingen die zijn afgezet tijdens het Laat Glaciaal zorgden voor nivellering van het landschap door laagtes in het landschap op te vullen. Het dekzand, dat in het plangebied aan het oppervlak wordt aangetroffen, wordt ook wel het Laagpakket van Wierden genoemd, welke behoort tot de Formatie van Boxtel. 8 Het water van de in het voorjaar smeltende sneeuwmassa s erodeerde een deel van de dekzandruggen, waarna afzetting plaatsvond in de lagere delen van het landschap als vlaktes van verspoelde dekzanden. Het plangebied ligt op zo n dekzandvlakte. In het Holoceen (vanaf circa jaar geleden) zijn door verwaaiing van de dekzanden lokaal stuifzandgebieden ontstaan. Bij het ontstaan hiervan speelde de mens een belangrijke rol, door beweiding, afbranden en het steken van plaggen op de heidevelden dat voornamelijk plaatsvond in de Nieuwe tijd. 9 De stuifzanden worden gerekend tot het Laagpakket van Kootwijk, welke behoort tot de Formatie van Boxtel. Daarnaast zijn er in (lokale) beekdalen in de omgeving van Nederweert afzettingen gevormd bestaande uit leem, veen en zand. Deze afzettingen worden gerekend tot het Laagpakket van Singraven, welke tevens behoren tot de Formatie van Boxtel. Het dichtstbijzijnde bekende beekdalen bevinden zich op ongeveer 1000 meter ten westen van het plangebied (zie figuur 4). Als gevolg van klimaatveranderingen stijgen vanaf het begin van het Holoceen de grondwaterstanden in Nederland. Vanaf het einde van het Mesolithicum leiden de stijgende grondwaterstanden tot nattere omstandigheden waardoor de veenontwikkeling in de Peel op gang komt. Gedurende de rest van het Holoceen breidden de veengebieden van de Peel zich uit in westelijke en oostelijke richting, 4 De Mulder et al., Alterra, Stichting voor Bodemkartering, 19**. 7 Berendsen, De Mulder et al., Berendsen, NED.FFH.ARC Pagina 5 van 14

154 waaronder ook tot op de (relatief laaggelegen) vlakte waarop het plangebied zich bevindt. 10,11 Volgens de Landschappenkaart van de Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart van de gemeenten Weert en Nederweert ligt het plangebied dan ook binnen een natte dekzandvlakte. DINO 12 Het Dinoloket is de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINO). Het DINO-systeem is de centrale opslagplaats voor geowetenschappelijke gegevens over de diepe en ondiepe ondergrond van Nederland. Het archief omvat diepe en ondiepe boringen, grondwatergegevens, sonderingen, geo-elektrische metingen, resultaten van geologische, geochemische en geomechanische monsteranalyses, boorgatmetingen en seismische gegevens. De site wordt beheerd door TNO. In het Dinoloket zijn enkele boringen bestudeerd. 13 Hieruit blijkt dat de ondergrond bestaat uit een gelaagd pakket van leem en zand. De bovenste laag bestaat uit zand. Op een diepte van zes a zeven meter onder maaiveld komt in sommige boringen een pakket van circa 1,5 meter veen voor. Geomorfologie De Geomorfologische kaart geeft de mate van reliëf en de vormen die in het landschap te onderscheiden zijn weer. Volgens de Geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000) ligt het plangebied op een relatief hooggelegen veenkoloniale ontginnigsvlakte (2M45). In deze vlakte zijn enkele dekzandrugjes (3L5) aanwezig, maar het plangebied ligt hier niet op (zie figuur 7). Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 14 Het Actueel Hoogtebestand Nederland vormt een belangrijke aanvullende informatiebron voor de landschapsanalyse. Dit met behulp van laseraltimetrie verkregen digitale bestand vormt een gedetailleerd beeld van het huidige reliëf in het plangebied. Uitgaande van het AHN ligt het plangebied op een relatief laag gelegen deel ten noorden van de dekzandrug van Weert ligt. Verder naar het noorden ligt de nog lager gelegen Peel. De verschillende vennetjes zijn niet meer zichtbaar op het AHN.. Op het AHN is tevens een scherpe lijn zichtbaar die dierct ten zuiden van het plangebeid loopt. Dit zou het gevolg kunnen zijn van grondverzet bij het ontginnen van het plangebied(zie figuur 8). Bodemkunde Volgens de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) is het plangebied gekarteerd als een gooreerdgrond, bestaande uit lemig fijn zand (zie figuur 9). Gooreerdgronden zijn zandgronden met een duidelijke, cm dikke donkere humeuze bovengrond en zonder ijzerhuidjes op de zandkorrels onder de A-horizont. Ze zijn gevormd onder voedselarme omstandigheden onder vaak moerassige omstandigheden. Gronden die door ploegen of diepe grondbewerking de podzol-b-horizont geheel of grotendeels hebben verloren worden ook tot de gooreerdgronden gerekend. 15 Het zou kunnen zijn dat de gooreerdgrond het gevolg is van het ontginnen van het plangebied, waarbij de bodem is omgezet en of geëgaliseerd. Grondwatertrap Grondwatertrappen zijn een indicatie voor de diepte van de grondwaterstand en de seizoensfluctuatie daarvan. De grondwatertrappenindeling is gebaseerd op de gemiddeld hoogste (GHG) en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG). Hiermee worden de winter- en zomergrondwaterstanden geka- 10 Berendsen, Renes, DINO boornummers oa. B58A0777, B58A0323, B58A0700 en B58A Stichting voor Bodemkartering, NED.FFH.ARC Pagina 6 van 14

155 rakteriseerd in een jaar met een gemiddelde neerslag en verdamping. In stedelijk gebied zijn geen grondwatertrappen bepaald. Deze worden als witte vlekken op de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) weergegeven. Tabel III geeft een overzicht van de klassengrenzen die worden aangehouden bij de indeling van de grondwatertrappen. De trappen worden vastgesteld op een schaal van I tot VII van respectievelijk extreem nat tot extreem droog. Bij sommige grondwatertrappen is een * weergegeven: het gaat hier om tussenliggende grondwatertrappen die een drogere variant vertegenwoordigen. Tabel III. Grondwatertrappenindeling 16 Grondwatertrap I II' III' IV V' VI VII" GHG (cm -mv) - - <40 >40 < >80 GLG (cm -mv) < >120 >120 >120 ') Bij deze grondwatertrappen wordt een droger deel onderscheiden ") Een met een * achter de code als onderverdeling aangegeven "zeer droog deel" heeft een GHG dieper dan 140 cm beneden maaiveld Gebiedsdelen met een goede ontwatering (Grondwatertrap VI en VII) zijn zeer geschikt voor landbouw en vormden mede daarom, vooral in het verleden, een aantrekkelijk vestigingsgebied. Tevens is het grondwaterpeil een indicatie voor de conservering van metalen en organische resten. Het plangebied heeft grondwatertrap V. Omdat het plangebied op zand ligt en de toekomstige bebouwing maar op een beperkt deel van het plangebied zal plaatsvinden wordt niet verwacht dat het toekomstig grondwaterpeil zal worden beïnvloed. 3.7 Archeologische waarden Voor de uitkomst van het bureauonderzoek is het van belang de bekende archeologische waarden (al dan niet volledig onderzocht) te beschrijven. Een belangrijke informatiebron is het landelijke ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS), dat beheerd wordt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). In dit systeem worden alle archeologische gegevens verzameld en via internet zijn deze door bevoegden te raadplegen. De bekende archeologische waarden staan afgebeeld op figuur 10, een kaart met daarop, binnen een straal van 1 kilometer rondom het plangebied, de indicatieve archeologische waarde en de in ARCHIS geregistreerde AMK-terreinen, waarnemingen, vondstmeldingen en onderzoeksmeldingen. Indicatieve archeologische waarde De IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarde) geeft voor heel Nederland de trefkans aan op het voorkomen van archeologische resten. Die trefkans is aangegeven in vier categorieën (per landen waterbodem): een hoge, middelhoge, lage en zeer lage verwachting. Bebouwde gebieden, waarvan geen bodemkundige of geologische gegevens bekend zijn, zijn niet gekarteerd. De IKAW is voornamelijk gebaseerd op de relatie die er bestaat tussen de bodemkundige of geologische kwalificaties en de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Een punt van aandacht daarbij is dat de IKAW grotendeels is gebaseerd op kaarten met een schaal van 1: De grenzen op de kaart zijn in werkelijkheid globale overgangen, abrupte overgangen zijn het gevolg van bodemkundige of geologische kwalificaties. Op lokaal schaalniveau is de kaart daarom minder betrouwbaar. Daarbij komt dat de IKAW voornamelijk gebaseerd is op de aanwezigheid van nederzettingen vanaf het Laat- Paleolithicum tot en met Vroege Middeleeuwen en niet op bijvoorbeeld grafvelden of offerplaatsen. Voor de periode Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd is de IKAW minder betrouwbaar, vooral voor de 16 W.P. Locher & H. de Bakker, NED.FFH.ARC Pagina 7 van 14

156 gebieden die vanaf die perioden zijn ontgonnen. Een lage verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden en resten wil daarom niet zeggen dat er geen archeologische waarden of resten aanwezig kunnen zijn. De kans daarop is echter wel kleiner. Volgens de IKAW ligt het plangebied in een gebied met een middelhoge kans op het aantreffen van archeologische waarden (zie figuur 10). Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Limburg In aanvulling op de IKAW hebben veel provincies een eigen verwachtingskaart vervaardigd, waarin veel lokale gebiedskennis is opgenomen. De Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Limburg geeft inzicht in de archeologische waarden van de regio. Volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Limburg ligt het plangebied niet binnen een Provinciaal Archeologisch Aandachtsgebied. Archeologische beleidskaart Gemeente Weert en Nederweert Sinds 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht (WAMZ). Het doel van deze wet is te voorkomen dat archeologische waarden uit het verleden verloren gaan. In deze wet zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het beheer van het bodemarchief binnen hun grondgebied. Voor een goed beheer van dit bodemarchief gebruikt de gemeente een archeologische beleidskaart. De archeologische beleidskaart geeft een gemeentebreed overzicht van bekende en te verwachten archeologische waarden. De kaart maakt inzichtelijk waar en bij welke ruimtelijke ingrepen een archeologisch onderzoek verplicht is en wordt als toetsingskader gebruikt voor ruimtelijke procedures. Volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Weert en Nederweert ligt het plangebied binnen een gebied met een middelhoge archeologische verwachting (zie figuur 11), die te maken hebben met jager en verzamelaarculturen en een lage verwachting op het aantreffen van sporen die te maken hebben met landbouwers. Binnen deze gebieden dient, bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening bij bodemingrepen dieper dan 40 cm -mv en een verstoringsoppervlak groter dan 250 m², vroegtijdig een inventariserend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. AMK-terreinen binnen het onderzoeksgebied De Archeologische Monumentenkaart (AMK) bevat een overzicht van archeologische terreinen in Nederland, welke ook wel worden aangeduid als monumenten. De terreinen zijn beoordeeld op verschillende criteria (kwaliteit, zeldzaamheid, representativiteit, ensemblewaarde en belevingswaarde). Op grond daarvan zijn de terreinen ingedeeld in vier categorieën; terreinen met archeologische waarde, een hoge archeologische waarde, een zeer hoge archeologische waarde of een zeer hoge archeologische waarde met een beschermde status. Binnen het plangebied liggen geen AMK-terreinen. Ook binnen het onderzoeksgebied liggen geen AMK-terreinen (zie en figuur 10). In het verleden uitgevoerde archeologische onderzoeken binnen het onderzoeksgebied Binnen het onderzoeksgebied zijn in de afgelopen jaren door verschillende archeologische bedrijven en instellingen in totaal drie archeologische onderzoeken uitgevoerd. Het gaat daarbij om twee bureauonderzoeken en één booronderzoeken (zie Tabel IV en figuur 10). Het booronderzoek gaf een verstoorde bodem weer ten gevolge van veenontginning. Tabel IV. Overzicht onderzoeksmeldingen Onderzoeks- Situering t.o.v. meldingsnr. plangebied meter ten zuiden Aard, uitvoerder en resultaten van het onderzoek Type onderzoek: bureauonderzoek Toponiem: Nederweert, Eindhovensebaan NED.FFH.ARC Pagina 8 van 14

157 meter ten noordwesten c meter ten zuidwesten Uitvoerder: ADC ArcheoProjecten Datum: Onderzoeksnummer: Resultaat: Het advies is om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een verkennend booronderzoek, teneinde inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden en met als doel kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones te selecteren voor de volgende fasen. Type onderzoek: booronderzoek Toponiem: Nederweert, Houbenbaan Uitvoerder: Synthegra BV Datum: Onderzoeksnummer: Resultaat: Geen vervolgonderzoek. Tijdens het veldonderzoek werd een verstoord bodemprofiel aangetroffen. De bodem is door veenontginning en diepploegen tot in de C-horizont verstoord. Type onderzoek: booronderzoek Toponiem: Ospel, Zuidhoeveweg 3 Uitvoerder: Archeomedia / Arnicon Datum: Resultaat: Onbekend in Archis. Waarnemingen binnen het onderzoeksgebied In ARCHIS staan alle bekende archeologische waarnemingen geregistreerd. Binnen het plangebied zijn geen waarnemingen geregistreerd. Binnen het onderzoeksgebied staan twee waarnemingen geregistreerd (zie Tabel V en figuur 10). Het betreft de vondst van een complete geroellkeule en de vondst van enkele fragmenten middeleeuws aardewerk en baksteen tijdens een booronderzoek. Tabel V. Overzicht ARCHIS-waarnemingen Waarnemingsnr. Situering t.o.v. plangebied Aard van de melding meter ten zuidoosten Mesolithicum - Neolithicum : - 1 complete geroellkeule meter ten zuidwesten Romeinse tijd - Nieuwe tijd : - bakstenen Vroege-Middeleeuwen : - 2 fragmenten van gedraaid aardewerk Vondstmeldingen binnen het onderzoeksgebied In ARCHIS staan vondstmeldingen geregistreerd. Nadat deze zijn gecontroleerd worden het waarnemingen. Tot die tijd staan ze als vondstmeldingen geregistreerd. Binnen het plangebied zijn geen vondstmeldingen geregistreerd. Binnen het onderzoeksgebied staan geen vondstmeldingen geregistreerd (zie figuur 10). NUMIS NUMIS, oftewel het NUMismatisch InformatieSysteem, is een database waarin beschrijvingen zijn te vinden van in Nederland gevonden munten, penningen en andere numismatische voorwerpen. In NUMIS zijn alle bij het Geldmuseum bekende schatvondsten beschreven. Van de losse vondsten is met name materiaal van vóór het jaar 1600 na Christus opgenomen. 18 Aangezien de accuratesse van de gegevens in NUMIS niet toereikend is voor dit onderzoek, is NUMIS niet geraadpleegd. 3.8 Aanvullende informatie 17 Met de term Geroellkeule, oftewel knots van een rolsteen, wordt een stenen voorwerp aangeduid dat geheel doorboord is. De functie ervan is onduidelijk NED.FFH.ARC Pagina 9 van 14

158 Archeologische Verenigingen Voor aanvullende informatie is op 25 juni 2014 contact gezocht met de plaatselijke archeologische vereniging Stichting Regionaal Archeologisch BodemOnderzoek, contactpersoon A. Bruekers. Dit heeft de volgende informatie opgeleverd: Uit de directe nabijheid van het object zijn geen archeologische rapportages bekend anders dan wat in Archis staat. De archeologische verwachtingswaarden zijn echter vrij hoog. Omdat het object zich bevindt op de zuidoever van het beekdal van de voormalige Kievitsloop, een smeltwaterdal uit de laatste IJstijd. Op de westoever van het kanaal Zuid-Willemsvaart is deze loop nog aanwezig, ter plaatse van Eindhovensebaan 16 is dit beekdal ontgonnen en gekanaliseerd in de late 19 de eeuw. Op diverse plaatsen op de oever van dit beekdal zijn steentijdvindplaatsen bekend, overwegend uit het Mesolithicum met Wommersomkwartsiet als gidsartefact Relatie aardwetenschappelijke informatie met archeologische waarden Het plangebied ligt aan de rand van de Grote Peel. Het betreft een laag gelegen gebied waarin zich een gooreerdgrond ontwikkeld heeft. Gooreerdgronden zijn arme gronden die minder geschikt zijn voor landbouw. Er is dan ook nooit een plaggendek ontstaan. Het plangebied ligt wel langs enkele vennetjes en is daarom geschikt voor jager-verzamelaar culturen. De vondst van de geroellkeule bevestigt dit Korte bewoningsgeschiedenis van het plangebied In deze paragraaf wordt een bespreking van de bewoningsgeschiedenis van de streek gegeven. Een algemene ontwikkeling van de bewoningsgeschiedenis van Nederland wordt weergegeven in bijlage 4. Het plangebied ligt aan de zuidkant van de Peel, een moerassig gebied te veel beekjes, stroompjes en vennetjes. De vervening van de Peel heeft plaatsgevonden vanaf het laat Paleolithicum tot en met de Bronstijd. Het strekt zich globaal uit van Weert in het zuiden tot Grave in het noorden. De natte moerassige omstandigheden maakten het vanwege zijn biodiversiteit uitermate geschikt voor jagers en verzamelaars. Voor landbouwers was het echter niet geschikt. In de late middeleeuwen beginnen Nederweert en weert te groeien op de zuidelijk gelegen dekzandruggen. De bebouwing heeft het plangebied echter nooit bereikt. De doorgaande route van Nederweert naar Asten op circa 750 m ten westen van het plangebied en zal geen invloed gehad hebben op het plangebied Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Op grond van het bureauonderzoek is de volgende gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld: Tabel VI. Gespecificeerde archeologische verwachting Archeologische periode Gespecificeerde verwachting Te verwachten resten en/of sporen Relatieve diepte t.o.v. het maaiveld (Laat-)Paleolithicum Hoog Vuursteenstrooiïngen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen Mesolithicum Hoog Vuursteenstrooiïngen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen In de top van de dekzandafzettingen In de top van de dekzandafzettingen 19 Alfons Bruekers, Stichting Regionaal Archeologisch Bodemonderzoek STRABO NED.FFH.ARC Pagina 10 van 14

159 Neolithicum Laag Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen, houtskool en gebruiksvoorwerpen Bronstijd Laag Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen, metaalresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen IJzertijd Laag Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen Romeinse tijd Laag Akkerlaag en/of nederzettingssporen, grafvelden, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen Middeleeuwen Laag Bewoningssporen van een (boeren)erf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen Nieuwe tijd Laag Bewoningssporen van een (boeren)erf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen In de top van de dekzandafzettingen In de top van de dekzandafzettingen In de top van de dekzandafzettingen In de top van de dekzandafzettingen In de top van de dekzandafzettingen Onder maaiveld en in de top van de dekzandafzettingen Uit de landschappelijke ligging, (dekzandvlakte, nabij vennetjes) blijkt dat het plangebied vanaf het Paleolithicum gunstig is geweest voor jagers-verzamelaars. Voor landbouwers vanaf het Neolithicum is het plangebied ongunstig geweest. In de twintigste eeuw is het plangebied ontgonnen. Mogelijk is eerst het veen gewonnen, waarna waarschijnlijk met grondverzet het plangebied geschikt is gemaakt voor huidig gebruik. Er bestaat een gerede kans dat dit grondverzet eventueel aanwezige waarden heeft verstoord. In het hele plangebied kunnen archeologische resten voorkomen van jagers-verzamelaars vanaf het Paleolithicum tot en met het Mesolithicum. De kans op het voorkomen van de resten is hoog. De archeologische resten worden direct aan of onder het maaiveld verwacht. De vondstenlaag wordt verwacht in de eerste 30 cm beneden het maaiveld. Archeologische sporen worden binnen 50 cm beneden het maaiveld verwacht. Deze archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit vuursteenstrooiïngen. Organische resten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Het complextype en de omvang kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens. Bodemverstoring Dat een gebied een middelhoge of hoge archeologische verwachting heeft, hoeft niet te betekenen dat de eventueel aanwezige archeologische resten ook behoudenswaardig zijn. Als gevolg van bodemingrepen kunnen vindplaatsen geheel of gedeeltelijk verstoord zijn. De waarde van archeologische vindplaatsen wordt grotendeels bepaald door de mate waarin vondsten in situ bewaard zijn gebleven in de bodem en/of grondsporen intact zijn NED.FFH.ARC Pagina 11 van 14

160 Het plangebied is pas in de tweede helft van de 20 e eeuw ontgonnen en in gebruik genomen als weiland. Er zullen nauwelijks verstoringen hebben opgetreden. Ook de provinciale ontgrondingenkaart geeft geen verstoringen weer. Wel moet er rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat het plangebied in de Middeleeuwen of Nieuwe tijd is afgegraven ten behoeve van veenwinning. Deze mogelijke winning zal eventueel aanwezige sporen en of vondsten hebben vernietigd Beantwoording onderzoeksvragen bureauonderzoek Voor het bureauonderzoek is een drietal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het bureauonderzoek de daarvoor benodigde gegevens hebben opgeleverd. Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Er zijn geen aanwijzingen voor mogelijke verstoringen aangetroffen. Wel moet er rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat het plangebied in de Middeleeuwen of Nieuwe tijd is afgegraven ten behoeve van veenwinning. Deze mogelijke winning zal eventueel aanwezige sporen en of vondsten hebben vernietigd. Ook de ontginning van het plangbeid zou eventueel aanwezige sporen hebben kunnen verstoren. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de beek hierbij is rechtgetrokken. Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, welke vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of - rug, nabij een veengebied, een beekdal)? Het plangebied ligt in een dekzandvlakte nabij vennetjes en is daarom geschikt voor jagersverzamelaars en ongeschikt voor landbouwers. Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? De verwachting op het aantreffen van sporen van jager-verzamelaar culturen is hoog. De kans op het aantreffen van sporen van landbouwers is laag. 4 INVENTARISEREND VELDONDERZOEK 4.1 Methoden Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd in de vorm van een verkennend booronderzoek, conform de eisen van de KNA, versie 3.3, specificatie VS03. Voor het inventariserend veldonderzoek is op 2 juli 2014 door T.H.L. Hos (senior KNA-archeoloog) een Plan van aanpak (PvA) opgesteld. In totaal zijn er 5 boringen gezet (zie figuur 12). Er is geboord tot een diepte van maximaal 1 m -mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm. De boringen zijn verspreid binnen het plangebied gezet. De raaien zijn verspringend ten opzichte van elkaar gezet, waardoor een systeem bestaande uit gelijkbenige driehoeken ontstaat. Bij het zetten van de boringen is rekening gehouden met de aanwezige verhardingen en gebouwen. De boringen zijn lithologisch conform de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode beschreven. 20 De boringen zijn met meetlinten ingemeten (xen y-waarden). Van alle boringen is de maaiveldhoogte afgeleid van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). 20 Bosch, NED.FFH.ARC Pagina 12 van 14

161 Aan de hand van het opgeboorde materiaal is beoordeeld of er wel, niet of deels sprake is van een gaaf bodemprofiel. Tevens is gekeken naar de aanwezigheid van mogelijke vegetatie- en/of cultuurlagen, die zichtbaar zijn als bodemverkleuringen. Het opgeboorde materiaal is in het veld door middel van versnijden/verkruimelen geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals fragmenten vuursteen, aardewerk, houtskool, verbrande leem en bot. 4.2 Resultaten Geologie en bodem De resultaten van de boringen zijn opgenomen in de vorm van boorprofielen en worden in bijlage 7 weergegeven. Op basis van deze boorprofielen kan de bodemopbouw als volgt worden beschreven. De hoofdlijnen van de opbouw van de bodem kunnen als volgt worden weergegeven: Tabel VII. Hoofdlijn bodemopbouw Diepte Samenstelling Interpretatie 0-80 Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruingrijs, gevlekt Verstoord Vanaf 80 cm Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak gleyhoudend, donkergeel C-horizont Tot een diepte variërend van 60 cm mv tot 80 cm mv komt een verstoord pakket voor bestaande uit matig fijn en zwak siltig, gevlekt zand. Vermoedelijk is dit pakket het resultaat van het ontginnen van het gebied in de 20 e eeuw. Hieronder ligt de C-horizont bestaande uit matig fijn en zwak siltig zwak gleyhoudend zand. Archeologie In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren waargenomen. Het gaat hier echter om een verkennend bodemonderzoek, dat zich richt op de bodemopbouw en mogelijke bodemverstoringen die de archeologische trefkans kunnen beïnvloeden en niet zo zeer op het onderzoeken op de aanwezigheid van archeologische vondsten en/of sporen. 4.3 Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek Voor het veldonderzoek is een aantal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het veldonderzoek de daarvoor benodigde gegevens heeft opgeleverd; Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? De bodemopbouw in het plangebied bestaat uit een verstoord pakket van circa 80 cm dik dat op de C-horizont ligt. Er is geen oorspronkelijke A-horizont of B-horizont aangetroffen. Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (geheel of gedeeltelijk) verstoord en indien verstoord, tot welke diepte gaat deze verstoring? De bodemopbouw in het plangebied is tot tenminste 80 cm mv verstoord. Wat zijn de gevolgen van het in het plangebied aangetroffen bodemprofiel voor de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied. Het ontbreken van een A- en B-horizont zorgt ervoor dat de verwachting op het aantreffen van sporen uit het Paleolithicum en het Mesolithicum naar laag kan worden bijgesteld NED.FFH.ARC Pagina 13 van 14

162 5 CONCLUSIE EN SELECTIEADVIES 5.1 Conclusie Het bureauonderzoek toonde aan dat er zich mogelijk archeologische waarden in het plangebied zouden kunnen bevinden. Er is een hoge verwachting op het aantreffen van sporen van jagersverzamelaars, er is een lage verwachting voor het aantreffen van sporen van landbouwers. Voor een intacte vindplaats van jagers-verzamelaars is een onverstoord bodemprofiel met tenminste een B- horizont van belang. Daarom is aansluitend een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend uitgevoerd. De aangetroffen bodemopbouw blijkt verstoord te zijn tot in de top van de C-horizont. Hierdoor kan de verwachting op het aantreffen van sporen van jagers-verzamelaars naar laag worden bijgesteld. De archeologische verwachting wordt daarmee voor alle periodes laag. 5.2 Selectieadvies Op grond van de resultaten van het bureauonderzoek en de verstoorde bodemopbouw, adviseert Econsultancy om, ten aanzien van de geplande bodemingrepen, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. Bovenstaand advies vormt een selectieadvies. Econsultancy wil de opdrachtgever erop wijzen dat dit selectieadvies nog niet betekent dat de bodemverstorende activiteiten of daarop voorbereidende activiteiten kunnen worden ondernomen. De resultaten van dit onderzoek zullen eerst moeten worden beoordeeld door het bevoegd gezag (Gemeente Nederweert), die vervolgens een selectiebesluit neemt. Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethode. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wil de opdrachtgever er daarom ook op wijzen dat, mochten tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen, er conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988 een meldingsplicht geldt bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Infodesk of tel: ), de gemeente Nederweert of de provincie Limburg NED.FFH.ARC Pagina 14 van 14

163 Figuur 1. Situering van het plangebied binnen Nederland Eindhovensebaan 16 te Nederweert Situering van het plangebied binnen Nederland (bron : Legend a Plangebied NED.FFH.ARC

164 Figuur 2. Detailkaart van het plangebied Eindhovensebaan 16 te Nederweert Detailkaart van het plangebied binnen Nederland Legenda Plangebied NED.FFH.ARC

165 Figuur 3. Luchtfoto van het plangebied Eindhovensebaan 16 te Nederweert Luchtfoto van het plangebied Legenda Plangebied NED.FFH.ARC

166 Figuur 4. Situering van het plangebied binnen Militaire topografische kaart uit Eindhovensebaan 16 te Nederweert Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart (nettekening) uit (bron: Legenda Plangebied NED.FFH.ARC

167 Figuur 5. Situering van het plangebied binnen de Bonnenkaart uit Eindhovensebaan 16 te Nederweert Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart (veldminuut) (bron: Legenda Plangebied NED.FFH.ARC

168 Figuur 6. Situering van het plangebied binnen Bonnenkaart uit Eindhovensebaan 16 te Nederweert Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart (veldminuut) (bron: Legenda Plangebied NED.FFH.ARC

169 Figuur 7. Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Eindhovensebaan 16 te Nederweert Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart Plangebied NED.FFH.ARC

170 Figuur 8. Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Eindhovensebaan 16 te Nederweert Situering van het plangebied binnen Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Legenda Plangebied NED.FFH.ARC

171 Figuur 9. Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart Eindhovensebaan 16 te Nederweert Situering van het plangebied binnen de bodemkaart Legenda Plangebied NED.FFH.ARC

172 Figuur 10. Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied Eindhovensebaan 16 te Nederweert Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied (bron: Archeologisch informatiesysteem Archis2, AHN) NED.FFH.ARC

173 Figuur 11. Situering van het plangebied binnen de archeologische beleidskaart Eindhovensebaan 16 te Nederweert Situering van het plangebied binnen de archeologische beleidskaart gemeente Weert en Nederweert Legenda Plangebied NED.FFH.ARC

174 Figuur 12. Boorpuntenkaart Eindhovensebaan 16 te Nederweert Boorpuntenkaart Legenda Plangebied NED.FFH.ARC