Nota Gezondheidsbeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nota Gezondheidsbeleid"

Transcriptie

1 Nota Gezondheidsbeleid

2 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 2

3 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 3 Inhoudsopgave 1. VOORWOORD 6 2. SAMENVATTING Beleidskader Invalshoeken Rijksbeleid Bestuurlijke taken en organisatie Gemeentelijk Gezondheidsbeleid Deelterreinen lokaal gezondheidsbeleid Uitvoeringsprogramma Nota Volksgezondheid INLEIDING Gezondheid en gezondheid beïnvloedende factoren De openbare gezondheidszorg RIJKSGEZONDHEIDSBELEID Schematisch overzicht Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) Gemeentelijke Gezondheidsdienst De Jeugdgezondheidszorg Het Preventief Jeugdbeleid Nota Gezondheidsbeleid, Jeugdgezondheidszorg en het Preventief Jeugdbeleid Wet Maatschappelijke Ondersteuning De WCPV en WMO De toekomstige Wet publieke gezondheid Het Rijk en de openbare gezondheidszorg REGIONAAL GEZONDHEIDSBELEID Centrumgemeente Maatschappelijke opvang Regionale gezondheidsvisie GEMEENTELIJK GEZONDHEIDSBELEID Deelterreinen lokaal gezondheidsbeleid Preventiebeleid ( Gezonde leefstijl ) Integraal gezondheidsbeleid ( Gezonde omgeving ) Zorgbeleid ( Gezonde zorg ) GGD Zuid-Hollandse Eilanden De Jeugdgezondheidszorg Ieder Kind Wint EVALUATIE NOTA VOLKSGEZONDHEID HELLEVOETSLUIS

4 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: Effectiviteit van de uitgevoerde acties Overgewicht Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) Jeugdzorg Jeugdgezondheidszorg Verslavingspreventie Evaluatie Uitvoeringsplan II DE ACTUELE GEZONDHEIDSSITUATIE IN HELLEVOETSLUIS Algemeen Roken Alcohol Voeding Bewegen Overgewicht en diabetes Sociale relaties en kwetsbaarheid Depressie AANBEVELINGEN VOOR LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID Kies voor universele en selectieve preventie Geef prioriteit aan risicogroepen Stimuleer een integrale aanpak Bevorder effectieve preventie Uitvoeringsprogramma Nota Volksgezondheid VOLKSGEZONDHEID ALGEMEEN VERSLAVINGSZORG OVERGEWICHT EN DIABETES SOCIALE RELATIES, KWETSBAARHEID EN DEPRESSIE BIJLAGE 1: LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN ROND GEZONDHEID EN BELEID Volksgezondheid Toekomst Verkenning Preventie en zorg Lokale en Nationale Monitor Volksgezondheid en Jeugdgezondheid Rijkspreventienota Landelijke aanpak roken Nationaal Programma Tabaksontmoediging Landelijke aanpak schadelijk alcoholgebruik Partnership Vroegsignalering Alcohol Landelijke aanpak overgewicht (bewegen en voeding) Energie in balans, acties Convenant Overgewicht Actieprogramma Gezondheid en Milieu 42

5 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: Overige initiatieven Landelijke aanpak depressie Landelijk Depressie Initiatief Partnership Depressie Preventie Landelijke aanpak diabetes BIJLAGE 2 TABELLEN BIJLAGE 3: LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN 47 C Opdracht: Portefeuillehouder: Realisatie: Door: Bijdragen: Omslagfoto: Gemeentebestuur HELLEVOETSLUIS Jorriena de Jongh-de Champs Afdeling Samenlevingszaken, team Welzijn, Cultuur en Sociaal Beleid Eelco Blanken en Taco Meeuwsen Er is gebruik gemaakt van basisteksten ontwikkeld door de Drentse werkgroep Gemeenten GGD en aangepast voor de regio VPR. Voorts is er geput uit de Kadernota Gezondheidszorg Zuid-Holland Noord. Het Kleine Strandje, Vestinghaven Haringvliet, Hellevoetsluis

6 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 6 1. VOORWOORD Voor u ligt de nieuwe beleidsnota Volksgezondheid van de gemeente Hellevoetsluis. Artikel 3b van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid, vanaf 2009 art. 13 van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) verplicht de gemeenteraad om vanaf juli 2003 ongeveer om de vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast te stellen waarin wordt aangegeven hoe wij uitvoering geven aan de in de wet vastgelegde taken. Dit betekent dat de nota die nu voor u ligt reeds in juli 2007 afgerond had moeten zijn. Vanwege de invoering van de WMO en alle extra gemeentelijke taken die dit met zich meebracht, is actualisering van de Gezondheidsnota niet tijdig gelukt. Vaststelling vindt nu plaats in In deze nota kijken we vooral naar het gezondheidsbeleid inzake de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). Vanaf 1 december 2008 is de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) vervangen door de Wet Publieke Gezondheid (WPG) 1. Er zijn enkele verschillen, maar in grote lijnen blijven de wettelijke gezondheidstaken gelijk. Belangrijke aanpalende wetgeving zoals de Wet op de Jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning worden in deze nota ten tonele gevoerd voor zover ze van invloed zijn op de WPG en het gemeentelijk gezondheidsbeleid. De nota bevat bovendien een evaluatie van de eerdere nota Volksgezondheid: De Gezonde Gemeente ( ). Waarbij ook Uitvoeringsplan I ( ) en Uitvoeringsplan II ( ) tegen het licht gehouden zijn. We kijken in deze nota vanzelfsprekend ook naar de ons omringende gemeenten aangezien gezondheidsbeleid meer en meer een regionale en stadsregionale organisatiestructuur kent. We beschouwen de drie pijlers van het lokale gezondheidsbeleid in samenhang met de daarvan afgeleide beleidsdoelen. De drie pijlers zijn: 1 preventiebeleid; 2 integraal gezondheidsbeleid; 3 zorg. Onze afgeleide beleidsdoelen zijn: 1. het positief beïnvloeden van gezondheid en gezondheidsbeleving; 2. het bevorderen van een gezonde leefstijl; 3. optimale kansen op gezondheid voor iedereen; 4. verkleinen van gezondheidsverschillen; 5. bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke problemen; 6. meer samenhang in het aanbod, afgestemd op de vraag. De gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de ontwikkeling en uitvoering van lokaal gezondheidsbeleid. De GGD ondersteunt de gemeente bij die ontwikkeling en uitvoering van gezondheidsbeleid: van het leveren van (epidemiologische) gegevens, de ondersteuning bij het proces van beleidsvorming tot de beleidsuitvoering en de evaluatie. Maar ook de inwoner van Hellevoetsluis kent een eigen verantwoordelijkheid bij het maken van keuzen die van invloed zijn op de eigen gezondheid. Waar mogelijk zullen wij een beroep doen op deze eigen verantwoordelijkheid. 1 In de tekst van deze overgangsnota wordt meestal gesproken over de WCPV (nu WPG).

7 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 7 2. SAMENVATTING 2.1. Beleidskader Artikel 13 van de Wet Publieke Gezondheid( WPG) verplicht gemeenten om elke vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast te stellen waarin wordt aangegeven hoe uitvoering wordt gegeven aan de in de wet vastgelegde taken Invalshoeken Deze Gezondheidsnota beziet de drie pijlers van het lokale gezondheidsbeleid in samenhang met de daarvan afgeleide beleidsdoelen. De drie pijlers zijn: 1. preventiebeleid; 2. integraal gezondheidsbeleid; 3. zorg. Onze afgeleide beleidsdoelen zijn: het positief beïnvloeden van gezondheid en gezondheidsbeleving; het bevorderen van een gezonde leefstijl; optimale kansen op gezondheid voor iedereen; verkleinen van gezondheidsverschillen; bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke problemen; meer samenhang in het aanbod, afgestemd op de vraag Rijksbeleid Op grond van de WCPV en nu de WPG stelt de minister van VWS vanaf 2002 elke vier jaar in de Rijkspreventienota de landelijke prioriteiten op het gebied van de publieke gezondheid vast. Eind 2006 is de tweede nota vastgesteld, met de titel Kiezen voor gezond leven. Het kabinet en de gemeenten streven ernaar dat mensen langer in goede gezondheid leven. Het bevorderen van de volksgezondheid wordt afgemeten aan: Het terugdringen van vermijdbare gezondheidsachterstanden, waaronder het verminderen van de sociaal economische gezondheidsverschillen; De toename van het aantal gezonde levensjaren op de totale levensverwachting. De vorige Rijkspreventienota ( Langer gezond leven, 2003) bevatte drie speerpunten: roken; alcoholgebruik; overgewicht. De jongste Rijkspreventienota Kiezen voor gezond leven benoemt naast deze drie leefstijlfactoren nog twee ziekten als speerpunt, namelijk diabetes en depressie. De ambities zijn: 1. Het percentage rokers verminderen tot 20% Gezond leven is lekker bewegen en genieten van gezond eten. 3. Tijdig signaleren van diabetes, integratie van preventie en zorg en gezond leven. 4. Vergroten bereik van depressiepreventie Bestuurlijke taken en organisatie In de WCPV (met ingang van 1 december 2008 de Wet Publieke Gezondheid (WPG)) zijn de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente en het rijk ten aanzien van collectieve preventie op het gebied van de openbare gezondheidszorg vastgelegd. De WPG heeft tot doel: 1. gezondheidsbescherming; 2. gezondheidsbevordering; 3. ziektepreventie voor de bevolking. In de WPG worden drie deelterreinen onderscheiden: 2 In 2004 en 2005 rookte 28% van de Nederlandse bevolking.

8 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 8 1. collectieve preventie (gezondheidsbevordering); 2. infectieziektebestrijding; 3. jeugdgezondheidszorg. Gemeenten brengen de hieruit voortvloeiende werkzaamheden over het algemeen onder bij een Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Gemeentelijk Gezondheidsbeleid Het doel van het gemeentelijk gezondheidsbeleid is het bevorderen en verbeteren van de volksgezondheid en het verkleinen van gezondheidsverschillen tussen groepen in de gemeente. De gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de ontwikkeling en uitvoering van lokaal gezondheidsbeleid. De GGD ondersteunt de gemeente bij die ontwikkeling en uitvoering van gezondheidsbeleid Deelterreinen lokaal gezondheidsbeleid 1. Preventiebeleid (Gezonde leefstijl) De gemeente kiest voor de komende vier jaren de belangrijkste gezondheidsthema s en op basis hiervan worden plannen van aanpak uitgewerkt. 2. Integraal gezondheidsbeleid (Gezonde omgeving) Bij Integraal gezondheidsbeleid ligt het accent op het in samenhang beïnvloeden van gezondheid of factoren hiervan. In de meest brede zin betekent dit dat de belangrijkste sectoren rondom het volksgezondheidsdomein samenwerken bij de aanpak van de gezondheid. Aan de hand van de gezondheidsthema s wordt gekeken wat dit betekent voor andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld jeugd, milieu, openbare orde, wonen en de WMO en welke activiteiten in samenhang met deze andere beleidsterreinen kunnen worden opgepakt. 3. Zorgbeleid (Gezonde zorg) Het zorgbeleid richt zich op het bevorderen en handhaven van voorzieningen en het bevorderen van een zo goed mogelijke afstemming van deze voorzieningen op de zorgvraag. Aandachtspunten in het zorgbeleid zijn de bereikbaarheid, toegankelijkheid en spreiding van de gezondheidsvoorzieningen in de gemeente. 4. GGD Zuid-Hollandse Eilanden De VPR-gemeenten hebben via een gemeenschappelijke regeling de GGD ZHE in het leven geroepen. Daarmee is GGD ZHE de gemeentelijke gezondheidsdienst ex artikel 5 van de WCPV die door de gemeenten op VPR via deze gemeenschappelijke regeling wordt aangestuurd. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 17 juli 2008 is besloten tot ontvlechting van de GGD ZHE. Voorne-Putten en Rozenburg en Goeree-Overflakkee zullen onderdeel gaan uitmaken van de GGD Rotterdam Rijnmond. 5. De Jeugdgezondheidszorg De Jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen wordt op Voorne-Putten en Rozenburg uitgevoerd door twee uitvoeringsorganisaties (GGD en Careyn). De belangrijkste uitdagingen waar de gemeenten en de organisaties de komende jaren voor staan zijn: Het realiseren van een integrale JGZ 0-19 jaar. Het opheffen van de knip bij 4 jaar, een doorgaande lijn, één samenhangend productenaanbod, het omschrijven en invullen van alle voorwaarden die nodig zijn om dit te bereiken. De positionering van de integrale JGZ 0-19 jaar binnen het veld van het integrale jeugdbeleid (ontwikkeling Centra Jeugd en Gezin). 6. Ieder Kind Wint De ontvlechting van de GGD ZHE, de integrale Jeugdgezondheidszorg en de ontwikkeling van de Centra Jeugd en Gezin hangen nauw samen met het programma Ieder Kind Wint van de Stadsregio Rotterdam. Alle 16 gemeenten in de Stadregio werken mee aan dit programma. Er zijn de volgende doelen geformuleerd:

9 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 9 1. De preventie wordt versterkt: 100% van de kinderen wordt tijdig gezien door de jeugdgezondheidszorg met extra aandacht voor risicojongeren. 2. Professionals die werkzaam zijn in de vindplaatsen worden toegerust om risico s en problemen eerder en beter te signaleren, waardoor sneller en gerichter kan worden geïntervenieerd en doorverwezen. 3. Er komt één regionaal signaleringssysteem, een elektronisch kinddossier en een systeem van risicomanagement waardoor meer inzet op de inspanningen kan worden gepleegd. 4. Iedere school in de stadsregio kent een (deels bovenschools) zorgadviesteam dat een directe relatie heeft met de nieuw te vormen Centra voor Jeugd & Gezin (CJG). Basisscholen kunnen beschikken over een bovenschools ZAT. 5. Alle (deel-) gemeenten hebben een Centrum voor Jeugd & Gezin of hebben daarop een directe aansluiting. De centra fungeren als laagdrempelige voorziening voor vragen rondom opgroeien en opvoeden, zijn coördinatiepunt voor professionals uit het voorveld en vormen de verbinding naar de jeugdzorg. 6. De aansluiting tussen de vraag naar zorg en het bijbehorend aanbod wordt versterkt; problemen die samenhangen met onderscheid in financiering en sturing van vormen van zorg worden opgelost. 7. Gegevens worden eenduidig geregistreerd en processen van instellingen worden afgestemd, mede uit oogpunt van kwaliteit, cliëntgemak en efficiency. 8. De kwaliteit en doeltreffendheid van het aanbod worden verbeterd door visitaties en benutting van best practices (bewezen therapieën en methoden). Alleen bewezen, succesvol en kansrijk aanbod wordt ingezet. 9. Vernieuwing die bijdraagt aan de doelstellingen wordt, evenals ontmoeting en uitwisseling tussen partners in de jeugdketen, bevorderd Uitvoeringsprogramm a Nota Volksgezondheid De navolgende actiepunten worden in hoofdstuk 10 van deze Gezondheidsnota uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma voor de periode : Aanpak Alcoholmisbruik Bewustwordingscampagne regio VPR; preventie-activiteiten per gemeente; integrale benadering bewustwording-preventie-behandeling; monitoring alcoholproblematiek. OGGZ - Wet Tijdelijk Huisverbod Inrichting hulpverleningstraject en nazorg bij huisverbod. OGGZ - Maatschappelijke opvang; Concrete afspraken bij dreigende huisuitzettingen en vangnet voor de sociaal kwetsbaren. OGGZ- Collectieve preventie GGZ Bestuurlijke afbakening inzet middelen collectieve preventie GGZ. OGGZ, Verslavingspreventie Plan van Aanpak Verslavingspreventie Integrale Jeugdgezondheidszorg Doorontwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin, Ieder Kind Wint en Van Stap naar Sprong. Inrichten Elektronisch Kinddossier Implementatie via de Stadsregio, financiële consequenties afbakenen. Centrum voor Jeugd en Gezin Ketenzorg en samenwerkingsverhoudingen Centrum voor Jeugd en Gezin versus GOSA.

10 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 10 Opvoedingsondersteuning Continueren pilot Gezinsbegeleiding op maat. Onderzoek noodzaak Vroeg Interventie Gezinnen. Sluitende aanpak jeugd Evaluatie GOSA in Verder implementatie SiSa, Verwijsindex en ketenzorg. Overgang GGD Overgang naar GGD Rotterdam Rijnmond in bestuurlijke consequenties inzichtelijk maken. Overgewicht en diabetes Integraal plan Leefstijl, overgewicht en diabetes ; uitvoering speerpunten Sportnota.

11 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: INLEIDING 3.1. Gezondheid en gezondheid beïnvloedende factoren De kwaliteit van leven wordt in belangrijke mate door iemands gezondheid bepaald. Gezonde mensen voelen zich beter, zijn minder vaak ziek, werken meer en langer. Gezondheid is een toestand van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden, die wordt beïnvloed door verschillende factoren. Het Gezondheidsmodel van Lalonde illustreert iemands gezondheid aan de hand van de factoren die er op van invloed zijn. Figuur 1: Model van Lalonde 1 Omgevingsfactoren, de fysieke en sociale omgeving: aspecten van wonen, milieu, veiligheid, inkomen, onderwijs, arbeid, recreatie, welzijn en sociale contacten. 2 Leefstijlfactoren: het gedrag van mensen is van invloed op hun gezondheid of het ontstaan van ziekte. Verandering van gedrag kan de gezondheid bevorderen (bijvoorbeeld op het gebied van voeding, genotsmiddelen, lichaamsbeweging en seksualiteit). 3 Biologische en erfelijke factoren: de aanwezige (aanleg voor) gezondheid of ziekte. 4 Gezondheidszorg: het gaat hier met name over de beschikbaarheid, bereikbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidszorgvoorzieningen. Gezondheid en gezond gedrag zijn in hoge mate een eigen verantwoordelijkheid, maar het model toont dat ook andere factoren een belangrijke rol spelen bij het maken van gezonde keuzen De o penbare gezondheidszorg Openbare gezondheidszorg (OGZ) is gericht op de bescherming, bevordering en bewaking van de gezondheid van en acute hulpverlening aan de bevolking. Bij openbare gezondheidszorg gaat het om de gezondheid van de gehele bevolking, van risicogroepen en van mensen die tussen wal en schip vallen. Aan de activiteiten op het gebied van openbare gezondheidszorg ligt in principe geen individuele hulpvraag ten grondslag. Het meest karakteristieke aan openbare gezondheidszorg is dat er vooral sprake is van een preventieve insteek en een maatschappelijke hulpvraag en dat de interventies zich richten op groepen. Het is de overheid die verantwoordelijk is voor de openbare gezondheidszorg. De openbare gezondheidszorg omvat naast de taken van de jeugdgezondheidszorg en de infectieziektebestrijding, ook voorlichting over diverse gezondheidsthema s, de verslavingspreventie en activiteiten die te maken hebben met overheidsverantwoordelijkheid voor beschikbaarheid en toegankelijkheid van zorg en het optreden bij (dreigende) ongevallen en rampen. Vanwege de samenhang van gezondheidsbeleid met allerlei beleidsterreinen heeft de gemeente de centrale rol in de openbare gezondheidszorg. Daar kan immers het beste het verband worden gelegd

12 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 12 tussen de gezondheidsproblematiek in de gemeente, de leefomgeving, de verschillende gemeentelijke beleidsterreinen en de accenten bij de diverse uitvoeringsorganisaties.

13 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: RIJKSGEZONDHEIDSBELEID 4.1. Schematisch overzicht De Nederlandse overheden hebben de gezondheidszorg in een aantal specifieke wetten georganiseerd. Hieronder volgt een overzicht van de structuur van wetgeving rond het gezondheidsbeleid. Figuur 2 : Schematische voorstelling van de Gezondheidszorg (het Centrum voor Jeugd en Gezin hoort voor een klein deel ook bij de WCPV). De WCPV is op 1 december 2008 vervangen door de WPG) 4.2. Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid / Wet Publieke Gezondheid De Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid is een zogenaamde mede-bewindvoeringswet en regelt sinds 1989 de relatie tussen het rijk en de gemeenten ten aanzien van de openbare gezondheidszorg. Vanaf 1 december 2008 zijn de wettelijke taken overgenomen in de de Wet Publieke Gezondheid (WPG). In de wet zijn de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente en het rijk ten aanzien van collectieve preventie op het gebied van de openbare gezondheidszorg vastgelegd. De WPG heeft tot doel gezondheidsbescherming, gezondheidsbevordering en ziektepreventie voor de bevolking. In de WPG worden drie deelterreinen onderscheiden: collectieve preventie (gezondheidsbevordering),

14 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 14 infectieziektebestrijding en jeugdgezondheidszorg. Gemeenten brengen de hieruit voortvloeiende werkzaamheden over het algemeen onder bij een Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Gemeentelijke Gezondheidsdienst De WPG zegt in artikel 14 het volgende over de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD): Ter uitvoering van bij of krachtens deze wet opgedragen taken dragen de gemeenteraden zorg voor de instelling en instandhouding van gemeentelijke gezondheidsdiensten. En in artikel 16: Alvorens besluiten te nemen die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de collectieve preventie vraagt de gemeenteraad onderscheidenlijk burgemeester en wethouders advies aan de gemeentelijke gezondheidsdienst. In hoofdstuk 5 wordt op de rol van de GGD in Hellevoetsluis en de regio uitgebreid ingegaan De Jeugdgezondheidszorg De Jeugdgezondheidszorg is onderdeel van de WPG.Het Rijk heeft regels vastgesteld waaraan het uitvoeringsprogramma, het basistakenpakket, tenminste moet voldoen. De doelstelling van de jeugdgezondheidszorg is de gezondheid van jeugdigen op een dusdanige manier bewaken, beschermen en bevorderen dat ieder individu als jeugdige en volwassene een optimaal niveau van individueel en maatschappelijk functioneren kan bereiken. De WPG regelt ook de digitaliseringsplicht voor de jeugdgezondheidszorg. Minister Rouvoet (voor Jeugd en Gezin) heeft aan de Eerste Kamer toegezegd dat dit deel pas in werking treedt nadat vragen van de Eerste Kamer hierover naar tevredenheid zijn beantwoord. Dat zal in de eerste helft van 2009 het geval zijn. De WPG legt de gemeenten een basistakenpakket op, waarin de preventieve gezondheidszorg wordt omschreven voor alle in Nederland woonachtige kinderen. Het basistakenpakket bestaat uit zes producten: Monitoring en signalering: het systematisch volgen van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van een kind en/of groepen kinderen. Inschatten van de zorgbehoefte: inschatten in welke mate de ouders/verzorgers en het kind worden belast en of de ouders/verzorgers de opvoeding en verzorging van hun kind aankunnen. Screeningen en vaccinaties, bijvoorbeeld de verplichte DKTP-vaccinatie (difterie, kinkhoest, tetanus, polio). Voorlichting, advies, instructie en begeleiding: het ondersteunen van ouders en kinderen bij bijvoorbeeld het bevorderen van gezond gedrag en opvoedingsproblematiek. Beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen: inschatten van de omgevingsfactoren die de gezondheid van een kind kunnen bedreigen. Zorgsysteem, netwerken, overleg en samenwerking: samenwerken en afstemmen tussen zorg- en hulpverlening aan kinderen Het Preventief Jeugdbeleid De gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het preventieve jeugdbeleid is gebaseerd op een aantal wetten: de WMO, de WPG, onderwijswetgeving voor Voor- en vroegschoolse educatie (VVE), de Leerplichtwet en de Wet op de Jeugdzorg. De Wet op de Jeugdzorg legt de regie voor de geïndiceerde zorg bij de provincies of Stadsregio en voor de niet-geïndiceerde, de voorliggende of preventieve zorg, bij de gemeenten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het voorkomen van ernstige problemen bij de jeugd waartoe onder meer de eerste opvang van jeugdigen en hun ouders met vragen en problemen behoort. De gemeentelijke taken zijn nader bepaald in een convenant dat de rijksoverheid, de provincies en de gemeenten hebben gesloten. De gemeentelijke taken zijn: advies en informatie, signaleren van problemen, toeleiden tot het hulpaanbod, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg. De inhoud van het convenant en de taken hebben mede als basis gediend voor het ontwerp en de invulling van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), die op 1 januari 2007 in werking is getreden. De WMO bestaat uit meerdere prestatievelden: prestatieveld 2 heeft betrekking op jeugd. Hierin gaat het over op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. Prestatieveld 3 geeft aan dat gemeenten

15 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 15 verantwoordelijk zijn voor informatie, advies en cliëntondersteuning. Gemeenten hebben op grond van deze wettelijke kaders vrijheid in het lokaal invullen van het jeugdbeleid Nota Gezondheidsbeleid, Jeugdgezondheidszorg en het Preventief Jeugdbeleid Ieder kind moet de kans krijgen gezond en veilig op te groeien, zijn talenten te ontwikkelen, zich goed voor te bereiden op zijn toekomst, waarbij van jongeren een positieve bijdrage aan de maatschappij wordt verwacht. Rijk en gemeenten willen bereiken dat opvoed- en opgroeiondersteuning voor ouders en jeugdigen vanzelfsprekend wordt, makkelijk te bereiken en voldoende voorhanden is. Centra voor Jeugd en Gezin dienen daartoe als concept, met als doel bestaande functies en taken op het gebied van opvoeden en opgroeien in een samenhangend pakket van diensten aan te bieden. Kabinet en VNG zijn het er over eens dat gemeenten een cruciale rol spelen in de ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen en gezinnen. Zij constateren dat de afstemming tussen provincies en gemeenten op het terrein van de jeugdzorg en het jeugdbeleid nog onvoldoende is en dat de positie van gemeenten moet worden versterkt. Het kabinet ondersteunt en stimuleert daarom pilots op lokaal niveau waarin nieuwe vormen van samenwerking tussen provincies en gemeenten worden ontwikkeld. De bij het preventieve jeugdbeleid betrokken organisaties zijn veelal op regionaal of provinciaal niveau georganiseerd. De gemeenten staan voor de uitdaging om (op onderdelen) overeenstemming te bereiken over enerzijds het lokale maatwerk, anderzijds het belang van gemeentegrensoverschrijdende en meerjarige afspraken met de uitvoeringsorganisaties. In het Bestuursakkoord Rijk en Gemeenten van 6 juni 2007 is overeengekomen dat iedere gemeente gedurende de looptijd van de huidige nota gezondheidsbeleid tenminste één Centrum voor Jeugd en Gezin in de gemeente realiseert. Het basismodel van de Centra voor Jeugd en Gezin omvat de Jeugdgezondheidszorg, prestatieveld 2 van de WMO, een schakel met Bureau Jeugdzorg (met een voorpostfunctie en verankering van samenwerking in de backoffice) en een schakel met Zorgadviesteams Wet Maatschappelijke Ondersteuning De Wet Maatschappelijke Ondersteuning maakt de gemeente verantwoordelijk voor maatschappelijke participatie van alle burgers. Raakvlakken met de WPG zijn er legio, zoals eerder aangeduid. De WMO is bedoeld voor burgers die drempels ervaren in hun deelname aan de maatschappij. Ingevolge de WMO moeten gemeenten periodiek per prestatieveld aangeven welke doelen ze nastreven, welke activiteiten ze ondernemen, welke resultaten ze daarop behalen en wat de samenhang is tussen de prestatievelden. Dit alles in goed overleg met de relevante organisaties, de burgers en de gemeenteraad. In de doelstellingen van de WMO neemt de realisatie en versterking van een zogenaamde civil society een belangrijke plaats in. Het doel dat daarmee wordt beoogd, is dat burgers zorg en ondersteuning in hun eigen omgeving organiseren De WPG en WMO De relatie tussen de WPG en de WMO kan het best omschreven worden als die van twee naast elkaar fungerende pijlers, met een van de doelen het bevorderen van de kwaliteit van leven van burgers (zie figuur 3). De nu WPG richt zich op het bevorderen en het beschermen van de gezondheid van groepen uit de bevolking: de (nog) gezonde burgers. De WMO richt zich zowel op groepen uit de bevolking als op individuele burgers. De WMO is er voor om burgers met een fysieke, sociale of psychische beperking te laten deelnemen aan de maatschappij. Gezondheid in brede zin speelt dus ook een belangrijke rol bij de WMO. Mensen die deelnemen aan de maatschappij voelen zich gezonder, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Andersom maakt een goede gezondheid deelname aan de maatschappij weer mogelijk. Beide wetten hebben uiteindelijk een overstijgend doel, namelijk het bevorderen van de kwaliteit van leven.

16 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 16 Figuur 3 : WPG en WMO pijlers voor kwaliteit van leven (Bron: GGD Gelre IJssel). De relatie tussen de nu WPG en de WMO geeft inzicht in het belang van preventie. In de uitvoering van de WMO worden problemen vroegtijdig in beeld gebracht en preventief aangepakt. Veel gezondheidswinst is te behalen wanneer men vroeg in het (ziekte)proces ingrijpt en de gezondheid bevordert. Om te voorkomen dat te veel inwoners een beroep doen op de WMO-voorzieningen en gemeenten om financiële redenen de aandacht richten op individuele voorzieningen, is het van belang dat gemeenten investeren in de preventietaken in de beide wetten, de (collectieve) preventieactiviteiten die voorafgaan aan cure, care De toekom stige Wet publieke gezondheid Het ministerie van VWS heeft de nieuwe Wet publieke gezondheid voorbereid die de Wet collectieve preventie volksgezondheid vanaf 1 december 2008 vervangt. In de nieuwe wet worden internationale afspraken verankerd op het gebied van infectieziektebestrijding en sturing bij crises (waaronder de sanitaire certificaten ). De nieuwe WPG vervangt daarmee drie afzonderlijke wetten: de WCPV, de Infectieziektewet en de Quarantainewet. Ook het verplichte gebruik van het elektronisch kinddossier (EKD) in de jeugdgezondheidszorg en het elektronisch patiëntendossier (EPD) zijn in de Wet publieke gezondheid definitief geregeld Het Rijk en de openbare gezondheidszorg Op grond van de WCPV en de WPG stelt de minister van VWS elke vier jaar in de Rijkspreventienota de landelijke prioriteiten op het gebied van de publieke gezondheid vast. Eind 2006 is de tweede nota vastgesteld, met de titel Kiezen voor gezond leven. Deze nota beoogt richting te geven aan de vierjaarlijkse gemeentelijke nota s lokaal gezondheidsbeleid. Gezond leven is voor een belangrijk deel een keuze van het individu. Ondanks de kennis over gezond gedrag nemen ongezonde gedragingen onvoldoende af of nemen soms zelfs toe. Ongezonde leefgewoonten leiden tot verhoogde risico s op verlies van gezondheid. De minister stelt dat een sterke inzet op gezond leven zeer noodzakelijk is, omdat de gezondheid van Nederlanders de laatste jaren is verslechterd, vooral door roken, overmatig alcoholgebruik en overgewicht. Hoewel de gemiddelde levensverwachting de afgelopen decennia absoluut gezien is toegenomen, is Nederland in Europa op de ladder van gezondheid en levensverwachting afgezakt naar de middenmoot. Het kabinet en de gemeenten streven ernaar dat mensen langer in goede gezondheid leven. Het bevorderen van de volksgezondheid wordt afgemeten aan: Het terugdringen van vermijdbare gezondheidsachterstanden, waaronder het verminderen van de sociaal economische gezondheidsverschillen; De toename van het aantal gezonde levensjaren op de totale levensverwachting. De vorige Rijkspreventienota ( Langer gezond leven, 2003) bevatte drie speerpunten: roken, alcoholgebruik en overgewicht. Landelijk en lokaal zijn in de afgelopen jaren veel activiteiten ontplooid, maar er is nog veel winst te behalen. De preventienota Kiezen voor gezond leven gaat daarom voort op de ingeslagen weg. Het voorkomen en tegengaan van roken, van schadelijk alcoholgebruik en van overgewicht (voeding en beweging) kan een grote bijdrage leveren aan het beperken van de belangrijkste volksgezondheidsproblemen in Nederland. De jongste Rijkspreventienota benoemt naast deze drie leefstijlfactoren nog twee ziekten als speerpunt, namelijk diabetes en depressie. De in de Rijkspreventienota Kiezen voor gezond leven omschreven ambities zijn: 1. Het percentage rokers verminderen tot 20% Gezond leven is lekker bewegen en genieten van gezond eten. 3. Tijdig signaleren van diabetes, integratie van preventie en zorg en gezond leven. 4. Vergroten bereik van depressiepreventie. 3 In 2004 en 2005 rookte 28% van de Nederlandse bevolking.

17 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 17 Een uitgebreid inhoudelijk overzicht van rijksbeleid en landelijke gezondheidsthema s wordt gegeven in bijlage twee bij deze nota: Landelijke ontwikkelingen rond gezondheid en beleid.

18 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: REGIONAAL GEZONDHEIDSBELEID Het ministerie van VWS heeft de afgelopen jaren gewerkt aan een nieuwe structuur voor de openbare gezondheidszorg. De structuur bestaat uit drie lagen: 1 rijkstaken; 2 bovenregionale samenwerking (in 5 tot 7 regio s); 3 lokale uitvoering (in de 25 veiligheidsregio s). De CDC-gedachte (Centres for Disease Control) staat centraal: in het RIVM worden vijf expertisecentra ingericht met regisserende en coördinerende taken ten aanzien van onderdelen van de openbare gezondheidszorg. Deze bundeling van kennis en regie bij het RIVM moet leiden tot een grotere effectiviteit van de openbare gezondheidszorg. Het gaat om de volgende vijf centra: 1 een Centrum voor Infectieziektenbestrijding (CIB); 2 een Centrum voor Bevolkingsonderzoek en Ketenzorg (CBK); 3 een Centrum voor Jeugdgezondheidszorg (CJGZ); 4 een Centrum voor Gezond Leven (CGL); 5 een Centrum Gezondheid, Milieu en Veiligheid (CGMV). Bij deze laatste werkt VWS samen met het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). VWS kiest bij de discussie over en de introductie van deze centra een gefaseerde benadering. Het CIB, CBK en CJGZ zijn in 2006 van start gegaan. Vanaf 2007 zijn ook de overige centra allemaal werkzaam. De vijf bovenregionale regio s zijn: 1 Noord (Groningen, Friesland, Drenthe); 2 Oost (Overijssel, Gelderland); 3 Noordwest (Noord-Holland, Flevoland, Utrecht); 4 Zuidwest (Zuid-Holland, Zeeland); 5 Zuid (Noord-Brabant, Limburg). In 2008 zijn de GGD en opgeschaald naar het niveau van de 25 veiligheidsregio s Centrumgemeente De gemeente Spijkenisse is op Voorne-Putten en Rozenburg, Goeree-Overflakkee en de Hoeksche Waard centrumgemeente voor de organisatie en uitvoering van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ). Spijkenisse krijgt hiertoe een Brede Doeluitkering van het Rijk. De formele besluitvorming over de verdeling van de gelden ligt bij de gemeenteraad van Spijkenisse. Vanaf het jaar 2010 zal de centrumgemeente gekort worden op de doeluitkering OGGZ. De gevolgen van deze korting op lokale en regionale activiteiten worden in de periode waarin de korting doorgevoerd wordt nader uitgewerkt. De regiogemeenten hebben op de ontwikkeling van de verschillende beleidsterreinen en verdeling van de gelden invloed via de Stuurgroep OGGZ+. De OGGZ+ is vervat in de prestatievelden 7, 8 en 9 van de WMO. In 2007 is met diverse partijen een regionale visie OGGZ+ opgesteld. De visie geeft invulling aan de prestatievelden 7, 8 en 9 van de WMO voor de Zuid-Hollandse Eilanden. Het in 2008 vastgestelde Stedelijk Kompas is complementair aan deze regionale visie en vult prestatieveld 7 maatschappelijke opvang nader in. Het Stedelijk Kompas is bedoeld om de doelgroep daklozen een beter perspectief te bieden en hiermee gepaard gaande overlast en gevoelens van onveiligheid in de woonomgeving tegen te gaan Maatschappelijke opvang Maatschappelijke opvang bestaat uit het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die door problemen, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. In het kader van de maatschappelijke opvang hebben de centrumgemeente (regionale verantwoordelijkheid) en de regiogemeenten (lokale verantwoordelijkheid) met elkaar samenhangende verantwoordelijkheden. Het voorkomen van

19 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 19 dakloosheid is een lokale verantwoordelijkheid van de 15 regiogemeenten. Hierbij gaat het om het tijdig ingrijpen bij dreigende huisuitzettingen zodat mensen niet op straat komen te staan. Tevens gaat het om het organiseren van nazorg zodat inwoners die uit de opvang terugkomen, in staat worden gesteld om weer binnen de eigen gemeente te gaan wonen en leven. Deze lokale verantwoordelijkheden dienen te worden ingevuld door het maken van afspraken met woningcorporaties en andere relevante partijen (onder meer via het tweede kansbeleid en de gemeentelijke zorg voor voldoende woningen). De centrumgemeente Spijkenisse heeft een regionale verantwoordelijkheid bij de zorg voor voldoende opvangplekken voor de verschillende doelgroepen die in de regio Zuid-Hollandse Eilanden opgevangen moeten worden. De lokale verantwoordelijkheden voor Hellevoetsluis zijn uitgewerkt in de Zorgvisie 2009 uislozen. Daarnaast is een Knelpuntennotitie Dak- en Thuislozen Hellevoetsluis opgesteld. Hierin worden de lokale verantwoordelijkheden op het terrein van de OGGZ verder geconcretiseerd Regionale gezondheidsvisie De gemeenten op Voorne-Putten en Rozenburg (Zuid-Holland-Zuid, bovenregionale regio Zuidwest) hebben een gezamenlijke visie op het gezondheidsbeleid geformuleerd die kan worden samengevat in zes kernpunten: De burger heeft een eigen verantwoordelijkheid Gezond gedrag vergt kennis en vaardigheden bij het individu, evenals maatregelen in de sociale en fysieke omgeving van het individu om hem te beschermen en de keuze voor gezond gedrag makkelijker te maken. De gemeenten kunnen voorwaarden scheppen en moeten soms ingrijpen, maar ze moeten altijd uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid van de burger en daarbij aansluiten. Preventie heeft prioriteit Dit omvat uiteraard een goede uitvoering van de collectieve preventietaken volgens de WCPV en nu de WPG. Prioriteit hebben de grootste risicogroepen (burgers met een lage Sociaal Economische Status (SES) en de jeugd. Signalering en universeel en selectief preventief ingrijpen behoeven hierbij aandacht. Verkleinen van gezondheidsverschillen Jongeren, ouderen, allochtonen en mensen met een lage SES vertonen naar verhouding meer ongezond gedrag of hebben meer te maken met ongezonde omstandigheden. We hebben het dan niet alleen over ongezond gedrag dat invloed heeft op de lichamelijke gesteldheid, maar ook over gedrag dat de geestelijke gezondheid op een negatieve manier beïnvloed. Nodig zijn gerichte interventies, waarbij een combinatie wordt gemaakt van verschillende methoden en activiteiten. Samenwerken met het zorgveld Gezondheidsbeleid is zeker geen zaak van de gemeentelijke overheid alleen. Het is van belang dat partijen die werkzaam zijn in de preventieve gezondheidszorg hun activiteiten op elkaar afstemmen zodat samenhang in beleid kan ontstaan. Daarnaast is aandacht nodig voor de onderlinge afstemming van de curatieve gezondheidszorg en de preventieve gezondheidszorg waarvoor de gemeenten verantwoordelijkheid dragen. Integrale aanpak Gezondheidsbeleid vergt een integrale aanpak. Binnen de gemeenten moet afstemming plaatsvinden met andere gemeentelijke beleidsterreinen als onderwijs, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, milieu en welzijn. Anderzijds moet worden samengewerkt met andere partijen in de gezondheidszorg. Dit vereist aandacht voor methodieken en instrumenten om tot integrale beleidsvorming te komen. Vraaggericht werken De laatste jaren is er een beweging zichtbaar naar het vraaggericht werken. Zorg op maat is een begrip dat zijn intrede deed in de ouderenzorg. De mogelijkheden van de klant vormen de basis, waarbij aanvullend zorg en diensten worden verleend. Op veel terreinen is vraaggericht werken belangrijk; het daadwerkelijk betrekken van burgers is daarom van groot belang, zeker bij de moeilijk bereikbare doelgroepen.

20 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: GEMEENTELIJK GEZONDHEIDSBELEID De gemeente kan met het gezondheidsbeleid veel doen aan de omstandigheden voor een gezond leven voor de burgers. Het doel van gezondheidsbeleid is het bevorderen en verbeteren van de volksgezondheid en het verkleinen van gezondheidsverschillen tussen groepen in de gemeente. Afgeleide doelstellingen zijn: 1. het positief beïnvloeden van gezondheid en gezondheidsbeleving; 2. het bevorderen van een gezonde leefstijl; 3. optimale kansen op gezondheid voor iedereen; 4. verkleinen van gezondheidsverschillen; 5. bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke problemen; 6. meer samenhang in het aanbod, afgestemd op de vraag. Een schematisch overzicht van de effecten van het gemeentelijk gezondheidsbeleid (en overig beleid dat het welbevinden en welzijn van burgers beïnvloedt) is in dit schema zichtbaar gemaakt. Figuur 4 : Effecten van gezondheidsbeleid op de verschillende gezondheidsfactoren en -risico s (Bron: GG&GD Utrecht). De gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de ontwikkeling en uitvoering van lokaal gezondheidsbeleid. De GGD ondersteunt de gemeente bij die ontwikkeling en uitvoering van gezondheidsbeleid: van het leveren van (epidemiologische) gegevens, de ondersteuning bij het proces van beleidsvorming tot de beleidsuitvoering en de evaluatie Deelterreinen lokaal gezondheidsbeleid Binnen het lokale gezondheidsbeleid zijn op basis van het model van Lalonde drie deelterreinen aan te geven: preventiebeleid, integraal gezondheidsbeleid en zorgbeleid. De drie deelterreinen vormen de basis van deze Gezondheidsnota Preventiebeleid ( Gezonde leefstijl ) Preventiebeleid is beleid gericht op het stimuleren van gezond gedrag en het versterken van wat mensen nodig hebben om gezondheidsrisico s te vermijden of te beperken. De gemeente kiest voor de komende vier jaren de belangrijkste gezondheidsthema s en op basis hiervan worden plannen van aanpak uitgewerkt Integraal gezondheidsbeleid ( Gezonde omgeving ) Bij Integraal gezondheidsbeleid ligt het accent op het in samenhang beïnvloeden van gezondheid of factoren hiervan. In de meest brede zin betekent dit dat de belangrijkste sectoren rondom het volksgezondheidsdomein samenwerken bij de aanpak van de gezondheid. Aan de hand van de gezondheidsthema s wordt gekeken wat dit betekent voor andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals

21 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 21 bijvoorbeeld jeugd, milieu, openbare orde, wonen en de WMO en welke activiteiten in samenhang met deze andere beleidsterreinen kunnen worden opgepakt. Een voorbeeld is de aanpak van het overgewicht. De gemeente kan er voor kiezen om dit gezondheidsprobleem bij het jeugdbeleid, het onderwijsbeleid en de ruimtelijke ordening te laten uitwerken en uitvoeren. Een integrale methode als De gezonde school biedt gemeenten de mogelijkheid om gezondheidsproblematiek voor jongeren ook binnen het onderwijs aan te pakken. Een ander voorbeeld is de gezondheidseffectscreening (GES). De GES is een hulpmiddel om inzicht te krijgen in de mogelijke gezondheidseffecten van verschillende beleids- of projectplannen en signaleert waar knelpunten ontstaan en hoe je die zou kunnen oplossen. De GES kan bijvoorbeeld toegepast worden bij stedelijke vernieuwingsprojecten of bij nieuwe ontwikkelingen voor industrieterreinen. Zo kan in de planvorming rekening gehouden worden met de invloed van milieu of de inrichting van de openbare ruimte op de gezondheid. Belangrijk is het om gezondheidsaspecten actief te laten meewegen bij de bestuurlijke beslissingen op andere gebieden dan volksgezondheid Zorgbeleid ( Gezonde zorg ) Het zorgbeleid richt zich op het bevorderen en handhaven van voorzieningen en het bevorderen van een zo goed mogelijke afstemming van deze voorzieningen op de zorgvraag. Aandachtspunten in het zorgbeleid zijn de bereikbaarheid, toegankelijkheid en spreiding van de gezondheidsvoorzieningen in de gemeente. De gemeente heeft de taak lacunes in de lokale zorgsituatie te signaleren en te voorkomen door te streven naar voldoende capaciteit. Op het moment dat burgers buiten het reguliere zorgsysteem vallen, moet de gemeente zorgregelend kunnen optreden (vangnetfunctie). De openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) en mantelzorg zijn voorbeelden waarin de gemeente deze rol kan oppakken GGD Zuid-Hollandse Eilanden De WPG zegt in artikelen 14 en 16 het volgende over de GGD: 1. Ter uitvoering van bij of krachtens deze wet opgedragen taken dragen de gemeenteraden zorg voor de instelling en instandhouding van gemeentelijke gezondheidsdiensten. 2. Voordat besluiten worden genomen die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de publieke gezondheid vraagt het college van burgemeester en wethouders advies aan de gemeentelijke gezondheidsdienst. De VPR-gemeenten hebben aan deze verplichting voldaan door via een gemeenschappelijke regeling de GGD ZHE in het leven te roepen. Daarmee is GGD ZHE de gemeentelijke gezondheidsdienst ex artikel 5 van de WCPV (nu WPG) die door de gemeenten op VPR via deze gemeenschappelijke regeling wordt aangestuurd. Er is sprake van verlengd lokaal bestuur. De GGD voert wettelijke taken uit conform de WCPV (nu WPG) en kan daarnaast ook andere taken uitvoeren die in het verlengde daarvan liggen in opdracht van het bestuur, individuele gemeenten of derden. De wethouder van de gemeente die verantwoordelijk is voor volksgezondheid is ook lid van het Algemeen bestuur van de GGD. Hellevoetsluis heeft op grond van de Gemeenschappelijke Regeling ook een plaats in het Dagelijks bestuur. Zodoende kan interactie plaatsvinden tussen de twee rollen. Om de onderscheiden rollen goed te kunnen vervullen, is het noodzakelijk dat er een transparante relatie bestaat tussen gemeenten en de GGD. Een goede (op de lokale situatie toegesneden) uitvoering van de wet is van groot belang voor het gemeentelijke volksgezondheidsbeleid. Naast een gemeenschappelijke pakket kan elke gemeente de GGD inzetten om andere opdrachten binnen het volksgezondheidsbeleid uit te voeren. Dit kan gaan om onder andere extra gegevensverzameling voor beleid, ontwikkeling van gezondheidsbevorderende projecten, milieumetingen op scholen, coördinatie van gezondheidsactiviteiten bijvoorbeeld in samenwerking met de eerste lijn, maatwerkactiviteiten in de jeugdgezondheidszorg, projectleiding binnen het jeugdbeleid en dergelijke. De taken die door de GGD ZHE uitgevoerd worden zijn: Uitvoering JGZ 4-19 jaar, uniform, maatwerk en plustaken (incl. logopedische screening); Uitvoering wet infectieziekten, waaronder technische hygiënezorg en soa/aids; Medische milieukundige zorg en technische hygiënezorg; Inspectie kinderopvang;

22 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 22 Gezondheidsbevordering; Bevolkingsonderzoeken (baarmoederhals- en borstkanker), gezondheidsonderzoek/epidemiologie; Gezondheidsvoorlichting; Forensische geneeskunde; Beleidsadvisering gemeentelijk beleid en Sociaal-medische advisering; Coördinatie, melding en uitvoering OGGZ (lokaal zorgnetwerk); Coördinatie en melding aanpak huiselijk geweld (via het zorgmeldpunt); Medische Opvang Asielzoekers (geen wettelijke taak); Reizigersadvisering en -voorlichting. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 17 juli 2008 is besloten tot ontvlechting van de GGD ZHE. Voorne-Putten en Rozenburg en Goeree-Overflakkee zullen onderdeel gaan uitmaken van de GGD Rotterdam Rijnmond De Jeugdgezondheidszorg De Jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen wordt op Voorne-Putten en Rozenburg uitgevoerd door twee uitvoeringsorganisaties (GGD en Careyn). De belangrijkste uitdagingen waar de gemeenten en de organisaties de komende jaren voor staan zijn: Het realiseren van een integrale JGZ 0-19 jaar. Het opheffen van de knip bij 4 jaar, een doorgaande lijn, één samenhangend productenaanbod, het omschrijven en invullen van alle voorwaarden die nodig zijn om dit te bereiken. De positionering van de integrale JGZ 0-19 jaar binnen het veld van het integrale jeugdbeleid (ontwikkeling Centra Jeugd en Gezin). In het kader van de Transitie van de GGD-ZHE wordt de uitvoering van de JGZ 4-8 jaar ondergebracht bij de GGD-RR. De GGD-RR brengt vervolgens de JGZ 4-18 jaar onder in een Stichting. Er worden stappen ondernomen om de JGZ 0-4 jaar bij bedoelde Stichting onder te brengen Ieder Kind Wint De ontvlechting van de GGD ZHE, de integrale Jeugdgezondheidszorg en de ontwikkeling van de Centra Jeugd en Gezin hangen nauw samen met het programma Ieder Kind Wint van de Stadsregio Rotterdam. Alle 16 gemeenten in de Stadregio werken mee aan dit programma. Er zijn de volgende doelen geformuleerd: 1. De preventie wordt versterkt: 100% van de kinderen wordt tijdig gezien door de jeugdgezondheidszorg met extra aandacht voor risicojongeren. 2. Professionals die werkzaam zijn in de vindplaatsen worden toegerust om risico s en problemen eerder en beter te signaleren, waardoor sneller en gerichter kan worden geïntervenieerd en doorverwezen. 3. Er komt één regionaal signaleringssysteem, een elektronisch kinddossier en een systeem van risicomanagement waardoor meer inzet op de inspanningen kan worden gepleegd. 4. Iedere school (Basis- en Speciaal Onderwijs, Voortgezet Onderwijs en Regionale Opleidingscentra) in de stadsregio kent een zorgadviesteam (ZAT) dat een directe relatie heeft met de nieuw te vormen Centra voor Jeugd & Gezin (CJG).. Er is ruimte voor lokale verbijzondering van de zorgstructuur. Basisscholen in Hellevoetsluis kunnen beschikken over een bovenschools ZAT 5. Alle (deel-) gemeenten hebben een Centrum voor Jeugd & Gezin of hebben daarop een directe aansluiting. De centra fungeren als laagdrempelige voorziening voor vragen rondom opgroeien en opvoeden, zijn coördinatiepunt voor professionals uit het voorveld en vormen de verbinding naar de jeugdzorg. 6. De aansluiting tussen de vraag naar zorg en het bijbehorend aanbod wordt versterkt; problemen die samenhangen met onderscheid in financiering en sturing van vormen van zorg worden opgelost. 7. Gegevens worden eenduidig geregistreerd en processen van instellingen worden afgestemd, mede uit oogpunt van kwaliteit, cliëntgemak en efficiency. 8. De kwaliteit en doeltreffendheid van het aanbod worden verbeterd door visitaties en benutting van best practices (bewezen therapieën en methoden). Alleen bewezen, succesvol en kansrijk aanbod wordt ingezet.

23 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: Vernieuwing die bijdraagt aan de doelstellingen wordt, evenals ontmoeting en uitwisseling tussen partners in de jeugdketen, bevorderd. De realisatie van Ieder Kind Wint en de sturing van het bijbehorende programma is een gezamenlijke verantwoordelijkheid die berust bij de regiegroep. Hellevoetsluis zal de komende jaren meewerken aan de realisatie van deze doelen met het voorbehoud dat ook op lokaal niveau nog invulling kan worden gegeven aan de diverse beleidsterreinen.

24 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: EVALUATIE NOTA VOLKSGEZONDHEID HELLEVOETSLUIS In dit hoofdstuk worden de bevindingen en aanbevelingen uit de evaluatie van Uitvoeringsplan I ( ) van de nota De Gezonde Gemeente weergegeven. Ook is gebruik gemaakt van informatie uit Uitvoeringsplan II ( ). In 2008 heeft een laatste evaluatie plaats van de nota De Gezonde Gemeente ( ) plaatsgevonden, waarbij vooral gekeken werd naar Uitvoeringsplan II. De aandachtsgebieden in het volksgezondheidsbeleid hebben duidelijke raakvlakken met andere beleidsterreinen. Het kan dus voorkomen dat de beschreven aanbevelingen ook in het kader van andere beleidsontwikkelingen worden uitgewerkt Effectiviteit van de uitgevoerde acties Uit de evaluatie blijkt dat, ondanks de in Uitvoeringsplan I zeer duidelijk gestelde doelen, het uiteindelijk toch erg moeilijk is om de effecten van het gemeentelijke beleid op de volksgezondheid op een goede wijze te meten. Dat dit een probleem is waar meerdere gemeenten mee zitten, blijkt uit het feit dat dit punt ook terugkomt in het rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, Staat van de gezondheidszorg Hierin staat te lezen dat: Nog minder wordt onderzocht in hoeverre beleidsmaatregelen en andere interventies de doelgroepen daadwerkelijk bereiken. Evaluatie van bereikte resultaten is in slechts 9 procent van de beleidsnota s opgenomen. Ook uit de evaluatie van Uitvoeringsplan I van De Gezonde Gemeente blijkt dat het moeilijk te bepalen is in hoeverre de beleidsmaatregelen en interventies de doelgroepen daadwerkelijk bereiken en uiteindelijk ook een positief effect hebben op deze doelgroepen. Het objectief meten van de verschillende vaak preventieve acties in het kader van de volksgezondheid is lastig. Op welke wijze kan je het effect van een preventieve actie meten? Uitvoeringsplan I is qua omschrijving van de items waarop zal worden geëvalueerd al vrij concreet opgesteld. De volgende onderdelen zijn nu al in het Uitvoeringsplan opgenomen: ambitie, actie, activiteit, urenraming, kostenraming, samenwerkingspartners, tijdpad, evaluatie, communicatie, doel. Het werken met deze (meetbare) onderdelen heeft in Uitvoeringsplan I goed gewerkt. Daarom zijn deze onderdelen ook in Uitvoeringsplan II opgenomen Overgewicht Uit de evaluatie en de cijfers van de gezondheidsenquête blijkt dat overgewicht een punt van aandacht is voor de komende periode. Uit de monitor van de GGD (2005) blijkt dat 55% van de inwoners van Hellevoetsluis last heeft van overgewicht. Het landelijk percentage is 45%. Overgewicht in de kinderleeftijd en met name de pubertijd is voorspellend voor overgewicht op volwassen leeftijd. Met alle gezondheidsrisico s vandien. Een effectieve aanpak van overgewicht zal om deze reden voornamelijk middels preventieve projecten in de kinderleeftijd moeten worden uitgevoerd. Op dit gebied is het echter ook landelijk gezien nog een speurtocht naar bewezen effectieve interventies. De komende jaren wil de gemeente Hellevoetsluis in overleg met de zorgaanbieders komen tot een nog sterkere inzet op het terugdringen van het probleem van overgewicht Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) In de evaluatie zijn geen duidelijke cijfers opgenomen over de OGGZ in de gemeente Hellevoetsluis. Over dit onderwerp zijn voor de gemeenten op de Zuid-Hollandse Eilanden geen exacte cijfers beschikbaar. Wel is onder andere via het lokaal zorgnetwerk duidelijk geworden dat er ook binnen de gemeente Hellevoetsluis problemen zijn op dit terrein. Een groot deel van de (beleids)verantwoordelijkheid en de financiële middelen liggen bij de centrumgemeente (Spijkenisse). Om deze middelen en het hiermee samenhangende beleid op een goede wijze te kunnen vormgeven, is er een regionale stuurgroep opgericht. De gemeente Hellevoetsluis neemt als afgevaardigde voor de regio Voorne-Putten en Rozenburg deel aan deze stuurgroep OGGZ+. Ondanks de grote rol van de centrumgemeente bij het vormgeven van het (regionale) OGGZ beleid is het van belang om ook een gemeentelijke visie op het OGGZ beleid te ontwikkelen. Om deze reden heeft het college van B&W de verdere (visie)ontwikkeling van de OGGZ als één van de topprioriteiten benoemd.

25 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: Jeugdzorg Een andere topprioriteit van deze collegeperiode is het creëren van een sluitende aanpak jeugd. Het tot stand brengen van een sluitende aanpak jeugd vraagt, vanwege de complexiteit, om een specifieke inzet die uit twee sporen bestaat: 1 De bestaande acties en samenwerkingsverbanden beter op elkaar laten aansluiten; 2 Onderzoeken waar de witte vlekken zitten en hoe deze in de komende vier jaar gevuld kunnen worden. Begin 2007 is in de gemeentelijke notitie Sluitende Jeugdketen in Hellevoetsluis de eerste aanzet gegeven voor de sluitende aanpak jeugd. Deze sluitende aanpak heeft ook een prominente plek in de Kadernota Jeugd en Jongeren die in 2007 is vastgesteld Jeugdgezondheidszorg Over de Jeugdgezondheidszorg in Hellevoetsluis in het bijzonder stelde de nota De Gezonde Gemeente de volgende bestuurlijke ambities vast: Er is een gedurende meerdere achtereenvolgende jaren optimale zorg voor de jeugd van 0-19 jaar tot stand gebracht, waarbij de zorg beleidsmatig en uitvoerend in een aaneensluitende keten wordt geleverd; Het verbeteren van zorgketens voor kinderen/jeugdigen in verschillende leeftijdsfasen door optimalisering van samenwerking tussen de JGZ en andere instellingen (onderwijs, jeugdzorg); Het verder optimaliseren van de monitorfunctie ten aanzien van de jeugd. De ambities zijn in de jaren nadien aan de hand van Uitvoeringsplannen verder vorm gegeven en uitgewerkt. De komende jaren krijgt de jeugdgezondheidszorg met een paar belangrijke ontwikkelingen te maken. Bijvoorbeeld het opgaan van de RSU-uitkering in het gemeentefonds met ingang van 1 januari Omdat deze uitkering tot op heden als specifieke uitkering overgemaakt werd, gebruikten veel gemeenten dit als referentiepunt voor het beoordelen van hun uitgaven aan de JGZ 0-4 jaar (uniform deel). De verdeling van de RSU-uitkering (over gemeenten) strookte echter niet altijd met de werkelijke kosten in een gemeente. Wanneer de RSU-uitkering verdwijnt, zullen sommige gemeenten meer en sommige gemeenten minder moeten betalen. De gemeente Hellevoetsluis betaalt vanaf 1 januari 2008 waarschijnlijk meer. Ook op landelijk niveau zijn er verschillende ontwikkelingen gaande op het terrein van de jeugdgezondheidszorg. Om deze ontwikkelingen goed het hoofd te kunnen bieden, is het zaak dat er een goede besluitvormingsstructuur voor de JGZ op de Zuid-Hollandse Eilanden wordt opgezet. Dit betekent dat er duidelijke afspraken (van procesmatige aard) gemaakt moeten worden tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten en aanbieders. In het voorjaar van 2008 startte de regiegroep JGZ een onderzoek naar de integrale JGZ. Hoe kan deze worden vormgegeven in de regio? Het onderzoek is uitgevoerd door een extern onderzoeksbureau. Inmiddels worden er stappen ondernomen om de JGZ 0-19 jaar in een Stichting onder te brengen Verslavingspreventie Er is een regionaal traject ingezet om de centrumgemeentelijke middelen beter en evenwichtiger over de Zuid-Hollandse Eilanden te verdelen. Er is gebleken dat er op het gebied van verslaving geen duidelijk beeld bestaat over de omvang van de problematiek in de regiogemeenten. Om dit helder te krijgen, is op regionaal niveau aan de GGD de opdracht gegeven om een onderzoek te doen naar deze problematiek per gemeente. Wanneer de problematiek beter in beeld is, zijn gemeenten beter in staat om de producten ook op een effectieve wijze in te zetten. Het grootste deel van de verslavingspreventie in Hellevoetsluis wordt afgestemd in het regionale verslavingsnetwerk VPR. De doelstelling van het overleg is tweeledig. In verband met de korting op de doeluitkering OGGZ zullen de lokale preventiemiddelen vanaf begin 2010 gefinancierd gaan worden door de gemeenten zelf en niet meer vanuit de doeluitkering van de centrumgemeente. De doeluitkering zal dan met betrekking tot verslavingspreventie activiteiten slechts aangewend worden voor regionale activiteiten. Voor 2010 konden de regiogemeenten hun wensen en behoeften aangeven voor de in hun gemeente uit te voeren activiteiten in het kader van de verslavingspreventie en konden aansluitend de activiteiten inpassen in het totaal van het gemeentelijk beleid. Het was aan de individuele gemeenten of zij naast de activiteiten gefinancierd uit de gelden die de centrumgemeente ontving nog andere activiteiten op

26 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 26 het terrein van de verslavingspreventie financierden. Deze keuze is er na januari 2010 niet meer: alle lokale activiteiten worden lokaal gefinancierd, alle regionale activiteiten vanuit de centrumgelden. De ambtenaar die namens Hellevoetsluis plaatsneemt in het verslavingsnetwerk zorgt voor afstemming op lokaal niveau met collega s en lokale instellingen Evaluatie Uitvoeringsplan II Voor de overzichtelijkheid en vergelijkbaarheid is er voor gekozen om de actiepunten uit het eerste uitwerkingsplan op te nemen met de vermelding van de stand van zaken en evaluatie. Zorgvisie De Zorgvisie is een verdere uitwerking van de Woonvisie 2007 vanuit het oogpunt zorg en welzijn. In de Woonvisie Hellevoetsluis wordt inzicht gegeven in de (potentiële) vraag van ouderen en van het aanwezige of geplande aanbod aan woonvoorzieningen voor mensen met een beperking/bijzondere doelgroepen. Nadere invulling is nodig voor de hieraan gekoppelde welzijns- en zorgvoorzieningen voor de doelgroep, met name voor de bijzondere doelgroepen. Het gaat hier om de wensen ten aanzien van de kwaliteit van wonen en woonomgeving (omvang, inbedding in de buurt, spreiding over wijken), over de bereikbaarheid en de kwaliteit van de zorg- en welzijnsvoorzieningen. Deze aandachtspunten dienen ingebed te worden in een integrale visie op wonen, zorg en welzijn. Naast de zorgvisie is in 2008 ook een ouderenvisie ontwikkeld. Voor een deel zullen thema s van de zorgvisie hierin terugkomen en verder worden uitgewerkt. De slotversie van de Zorgvisie wordt in 2009 bestuurlijk vastgesteld. Alzheimercafe Het Alzheimercafe is gerealiseerd en maakt inmiddels onderdeel uit van het structureel werk binnen de gemeente Hellevoetsluis. Opvoedingsondersteuning De opvoedondersteuning is gerealiseerd in diverse werkvormen. Careyn heeft een opvoedbureau voor 0-19 jarigen. De financiering hiervan vindt structureel plaats via het maatwerkdeel JGZ. Daarnaast biedt Stichting Push verschillende opvoedcursussen aan groepen (allochtone) ouders. Het aanbod op dit moment voldoet aan de eisen voor zover het eenvoudige problematiek betreft. Voor complexere situaties lijkt de inzet van gezinscoaches meer effectief te zijn. Met de pilot Gezinsbegeleiding op Maat heeft Hellevoetsluis hiertoe een eerste stap gezet. Dit project zal worden gecontinueerd en worden geborgd in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Daarnaast zullen enkele zware trajecten worden ingekocht via de Stadsregio voor de inzet van gezinscoaches in gezinnen met ernstige meervoudigproblematische situaties. Hieraan kunnen drang- en dwangvoorwaarden worden verbonden. Project gezonde voeding jeugd Dit project loopt en vormt een structureel onderdeel van het maatwerkpakket van de GGD-ZHE. In het licht van de speerpunten van het Rijk en de gezondheidsmonitor zal de komende jaren extra aandacht worden besteed aan gezonde voeding voor de jeugd. Hiervoor dient een plan van aanpak bestrijding overgewicht te worden opgesteld. Regionaal traject hart-, en vaatziekten Dit traject loopt en maakt onderdeel uit van het maatwerkpakket van de GGD-ZHE. Eerstelijnsvoorzieningen Naar aanleiding van de uitslagen uit de enquête Eerstelijnsvoorzienngen Hellevoetsluis (2006) en de actuele ontwikkelingen rond de eerstelijnsvoorzieningen wordt dit actiepunt in Uitvoeringsplan II genoemd. De belangrijkste conclusies uit de enquête zijn dat de benodigde capaciteit voor behandelingsmogelijkheden van inwoners in stand blijft en dat de klantvriendelijkheid en de kwaliteit van behandeling wordt verbeterd. De gemeente moet hierin een regierol vervullen. Hoe de gemeente met de regierol omgaat op het terrein van eerstelijnsvoorzieningen en wonen, zorg en welzijn in brede zin is verder uitgewerkt in de Zorgvisie (2009). Huisartsen en apotheker Zie ook onder eerstelijnsvoorzieningen. Op dit moment is het eerste traject inzake de realisatie van een Huisartsen onder een dak (HOED) afgerond aan het Schelpenpad. Daarnaast zijn er enkele andere

27 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 27 initiatieven voor het realiseren van een HOED aan de Koninginnelaan en Plataanlaan. De zorgvisie stelt dat de diverse HOED-ontwikkelingen niet passen in de voorgestelde woonserviceontwikkelingen. Ambulancevoorziening In overleg met de Ambulance Zorg Rotterdam-Rijnmond (AZRR) is de informatievoorziening verbeterd. Dit is geen aandachtspunt meer. Trefpunt Wonen, Zorg en Welzijn/WMO-loket Door de invoering van de WMO is duidelijkheid ontstaan over de taken die de wetgever aan de gemeenten heeft opgelegd. Het WMO-loket heeft tot taak de betreffende prestatievelden van de WMO verder vorm te geven. De doelstelling om te bezien in hoeverre de producten op het terrein van de WCPC in het productenboek opgenomen kunnen worden, is niet gehaald. Mogelijk kan ook bezien worden welke rol het WMO-loket kan hebben in de verdere CJG ontwikkeling. Immers de belangrijkste taak van het CJG informatie en advies valt ook onder prestatieveld 3 van de WMO. OGGZ; huiselijk geweld Het zorgmeldpunt is inmiddels gerealiseerd. Medewerkers van het zorgpunt zoeken mensen met complexe problemen op en proberen voor elkaar te krijgen dat ze de hulp ontvangen die nodig is. Dit gebeurt in samenwerking met familie, buren en organisaties zoals het maatschappelijk werk, zorginstellingen, woningbouwcorporaties of politie. Centrale actor is op lokaal niveau het lokaal zorgnetwerk. Voor het optimaal functioneren van dit netwerk moeten striktere afspraken worden gesteld. Daarnaast wordt overwogen de gemeentelijke regierol te versterken door het instellen van een zorgregisseur (een soortgelijke functie als de GOSA-regisseur) voor de sociaal-kwetsbaren., Deze centrale figuur zou kunnen fungeren als aanspreekpunt voor de partners. OGGZ, algemeen Op regionaal niveau wordt dit getrokken door de centrumgemeente Spijkenisse. De centrumgemeente verdeelt de doeluitkering en ontwikkelt beleid via het trajectbureau OGGZ+ dat is ondergebracht bij de GGD-ZHE. Recentelijk zijn de regionale visie OGGZ+ en het Stedelijk Kompas opgesteld. Op lokaal niveau liggen echter ook verantwoordelijkheden. Hellevoetsluis zal vanuit de zorgvisie de lokale verantwoordelijkheden verder uitwerken. WMO De WMO is op 1 januari 2007 van kracht geworden. De uitvoering van Hulp bij het huishouden is inmiddels gerealiseerd en is in het WMO-loket vormgegeven. In 2009 wordt de Hulp bij het huishouden in samenwerking met de gemeente Westvoorne opnieuw aanbesteed. De overige gevolgen van de WMO zijn opgenomen het WMO Beleidsplan en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsprogramma s die jaarlijks worden geëvalueerd, bijgesteld of uitgebreid. Jeugdgezondheidszorg De jeugdgezondheidszorg maakt onderdeel uit van het wettelijk takenpakket in de WCPV (nu WPG). In Hellevoetsluis wordt de JGZ voor 2009 uitgevoerd door twee instellingen, 0-4 jaar bij Careyn en 4-19 jaar bij de GGD ZHE. Een onderzoeksrapport van Berenschot (2008) heeft aangetoond dat gestreefd moet worden naar één integrale JGZ in één organisatie. Vanaf 2009 zal dit verder moeten worden uitgewerkt in het licht van verschillende ontwikkelingen, waaronder de overgang GGD ZHE naar GGD RR en de ontwikkeling CJG vanuit het programma Ieder Kind Wint. Daarnaast heeft de Minister gesteld dat vanaf 1 januari 2010 het Elektronisch Kinddossier operationeel moet zijn. Op stadsregionaal niveau zal in samenwerking met de GGD en de thuiszorgorganisaties worden gewerkt aan de implementatie van één EKD voor de gehele Stadsregio Rotterdam Rijnmond. Verslavingspreventie Elk jaar wordt in samenwerking met de centrumgemeente Spijkenisse een spreidingsplan opgesteld over de inzet van de middelen die de centrumgemeente daarvoor ontvangt. De inkoop van activiteiten is nog niet transparant genoeg. Er moet gestreefd worden naar meerjarenprogramma s en tegelijkertijd moet flexibel worden omgegaan met de middelen om in te kunnen spelen op acute situaties.

28 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 28 Consumptie van alcohol De consumptie van alcohol is onder een groot deel van de inwoners aanzienlijk. Ongeveer 16% van de inwoners kent een zeer hoog alcoholgebruik en valt onder de categorie probleemdrinker. Verontrustend is dat steeds meer kinderen op steeds jongere leeftijd alcohol nuttigen. Dit kan tot problemen en blijvende gezondheidsschade leiden in de groei naar volwassenheid. Gezien de aard van de problematiek heeft Hellevoetsluis in samenwerking met de regiomeenten een Plan van aanpak alcoholmatiging opgesteld met stadsregionale middelen. Vanaf 2009 moet echter worden ingevuld hoe dit structureel gemaakt wordt en welke activiteiten, naast de reeds bestaande, moeten worden ingezet. Daarnaast dient er een goede samenwerking te komen met de handhavingskant. In 2009 maakt Hellevoetsluis nog gebruik van de regionale pilot Drank- en Horecawet (DHW). Bestrijding overgewicht Het Plan van aanpak bestrijding overgewicht is niet gerealiseerd. In de Sportnota (2008) wordt hier wel aandacht aan besteed. Vanaf 2009 moet een integraal plan van aanpak worden opgesteld. Beweging De nieuwe sportnota besteed voldoende aandacht aan beweging. Voor jongeren worden diverse activiteiten georganiseerd vanuit de Breedtesport impuls en Buurtonderwijssport impuls. (Verkeers)veiligheid Het volksgezondheidsbeleid dient er op toe te zien dat bij het maken van plannen voor de verbetering van de verkeersveiligheid het facet volksgezondheid wordt meegenomen en dat aandacht wordt besteed aan de positie van de zwakke verkeersdeelnemers: de wandelaar en de fietser. Dit aspect dient meer integraal ingebed te worden binnen de ambtelijke organisatie.

29 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: DE ACTUELE GEZONDHEIDSSITUATIE IN HELLEVOETSLUIS In dit hoofdstuk zijn de kengetallen van de gemeente Hellevoetsluis op gezondheidsgebied bijeengebracht. De GGD is gevraagd de meest actuele cijfers aan te leveren. Voor jeugd en jongeren betreft dit cijfers uit 2008, voor de overige leeftijdsgroepen gaat het om cijfermateriaal uit 2005.De herkomst van de cijfers wordt steeds uitdrukkelijk vermeld Algemeen Aantal inwoners op 1 januari 2008: Percentage allochtone inwoners: 16,5% Grijze druk: 19,6% Groene druk: 37,6% (CBS, statline) Percentage inwoners van jaar met een matig tot slechte ervaren gezondheid: 9% - Monitor Gezondheid Volwassenen - GGD Zuidhollandse Eilanden 2007 (cijfers 2005) Percentage inwoners van 65 jaar en ouder met een matig tot slechte ervaren gezondheid 38% - Monitor Gezondheid Ouderen - GGD Zuidhollandse Eilanden 2007 (cijfers 2005) Percentage jongeren met een matig tot slecht ervaren gezondheid 3% - Monitor Gezondheid Jeugd - GGD Zuidhollandse Eilanden nog niet gepubliceerd (cijfers Gezondheidsprofiel van leerlingen op het voortgezet onderwijs, schooljaren en ) 8.2. Roken Volwassenen jaar 24% rookt wel eens - Monitor Gezondheid Volwassenen - GGD Zuidhollandse Eilanden 2007 (cijfers 2005) 2% van de inwoners van jaar is een zware roker: gemiddeld 21 sigaretten of meer per dag Inwoners van 65 jaar en ouder - 16% rookt wel eens - Monitor Gezondheid Ouderen - GGD Zuidhollandse Eilanden 2007 (cijfers 2005) 2% van de inwoners van 65 en ouder is een zware roker: gemiddeld 21 sigaretten of meer per dag Jongeren - 12% rookt dagelijks - Monitor Gezondheid Jeugd - GGD Zuidhollandse Eilanden nog niet gepubliceerd (cijfers Gezondheidsprofiel van leerlingen op het voortgezet onderwijs, schooljaren en ) 8.3. Alcohol Volwassenen jaar 15% drinkt geen alcohol 12% is een (zeer) excessieve drinker: percentage inwoners van 19 tot 65 jaar dat op 9 tot 20 dagen van de maand 6 glazen of meer per dag drinkt of op 21 dagen van de maand meer dan 4 glazen per dag Monitor Gezondheid Volwassenen - GGD Zuidhollandse Eilanden 2007 (cijfers 2005) Inwoners van 65 jaar en ouder 26% drinkt geen alcohol 3% is een (zeer) excessieve drinker: percentage inwoners van 65 jaar en ouder dat op 9 tot 20 dagen van de maand 6 glazen of meer per dag drinkt of op 21 dagen van de maand meer dan 4 glazen per dag Monitor Gezondheid Ouderen - GGD Zuidhollandse Eilanden 2007 (cijfers 2005) Jongeren 16% drinkt vaak alcohol - percentage leerlingen in leerjaar 2 en leerjaar 4 van het voortgezet onderwijs dat in de voorgaande vier weken vijf keer of vaker alcohol heeft gedronken. 14% drinkt veel alcohol - Percentage leerlingen in leerjaar 2 en leerjaar 4 van het voortgezet onderwijs dat de laatste keer meer dan 5 glazen dronk.

30 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 30 8% drinkt vaak en veel alcohol - Percentage leerlingen in leerjaar 2 en leerjaar 4 van het voortgezet onderwijs dat in de voorgaande vier weken vaker dan vijf keer alcohol heeft gedronken èn de laatste keer meer dan 5 glazen dronk. Monitor Gezondheid Jeugd - GGD Zuidhollandse Eilanden nog niet gepubliceerd (cijfers Gezondheidsprofiel van leerlingen op het voortgezet onderwijs, schooljaren en ) 8.4. Voeding Jongeren (ontbijten ja/nee en consumptie van groente en fruit) Ontbijt niet elke dag: 17% Eet één keer per week of minder fruit: 37% Eet één keer per week of minder groenten: 10% Eet hooguit tweemaal per week een warme maaltijd: 6% Monitor Gezondheid Jeugd - GGD Zuidhollandse Eilanden nog niet gepubliceerd (cijfers Gezondheidsprofiel van leerlingen op het voortgezet onderwijs, schooljaren en ) 8.5. Bewegen Van de volwassenen van jaar beweegt 58% tenminste vijf dagen per week een half uur (dagelijkse norm). Van de inwoners van 65 jaar en ouder beweegt 56% tenminste vijf dagen per week een half uur: Monitor Gezondheid Volwassenen - GGD Zuidhollandse Eilanden 2007 (cijfers 2005) Van de jongeren is 66% lid van een sportvereniging en 87% sport minstens één keer per week Monitor Gezondheid Jeugd - GGD Zuidhollandse Eilanden nog niet gepubliceerd (cijfers Gezondheidsprofiel van leerlingen op het voortgezet onderwijs, schooljaren en ) 8.6. Overgewicht en diabetes Percentage inwoners van jaar met overgewicht, obesitas en diabetes Overgewicht: 36% (BMI 25-30) Obesitas: 13% (BMI > 30) Diabetes: 3% Percentage inwoners van 65+ jaar met overgewicht, obesitas en diabetes Overgewicht: 45% (BMI 25-30) Obesitas: 13% (BMI > 30) Diabetes: 13% Monitor Gezondheid Volwassenen - GGD Zuidhollandse Eilanden 2007 (cijfers 2005) Percentage jongeren met overgewicht, obesitas en diabetes Leeftijd Overgewicht Ernstig overgewicht Groep 2 basisonderwijs 16% 3% Groep 7 basisonderwijs 10% 3% Voortgezet onderwijs - overgewicht (inclusief obesitas): 8% Monitor Gezondheid Jeugd - GGD Zuidhollandse Eilanden nog niet gepubliceerd (cijfers Gezondheidsprofiel van leerlingen op het voortgezet onderwijs, schooljaren en ) De BMI (Bio Massa Index) is berekend met voor de bij de leeftijd en het geslacht geldende afkapwaarden Sociale relaties en kwetsbaarheid Aantal eenoudergezinnen: Statline, CBS, 2008 Huiselijk geweld: in het derde kwartaal van 2008 heeft het Zorgpunt 192 meldingen over huiselijk geweld ontvangen. Een afname in vergelijking met de eerste twee kwartalen van 2008 (respectievelijk 264 in Q1 en 224 in Q2). De daling in de meldingen geldt alleen voor de regio s Voorne-Putten/Rozenburg en Goeree- Overflakkee. In de regio Hoeksche Waard zijn de meldingen juist toegenomen in vergelijking met het tweede kwartaal 2008.

31 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 31 In Hellevoetsluis waren er 55 meldingen in het eerste kwartaal, 50 meldingen in het tweede en 36 meldingen in het derde kwartaal. Kenmerken van de meldingen: 90% van de meldingen komt van de politie. De overige meldingen komen meldingen van burgers, hulpverlenende instellingen en dienstverlenende instellingen; Slachtoffers zijn meestal meerderjarige vrouwen; Daders zijn voornamelijk volwassen mannen. Bij de meeste gevallen is sprake van geweld binnen een partner/ex-partner relatie; 8.8. Depressie Percentage psychisch ernstig ongezonde en ernstig eenzame inwoners van jaar 6% heeft ernstige angst- of depressieklachten. 9% van de volwassenen is (zeer) ernstig eenzaam. Percentage psychisch ernstig ongezonde en ernstig eenzame inwoners inwoners van 65 jaar en ouder 6% heeft ernstige angst- of depressieklachten 8% van de ouderen is (zeer) ernstig eenzaam. Monitor Gezondheid Volwassenen - GGD Zuidhollandse Eilanden 2007 (cijfers 2005) Monitor Gezondheid Ouderen - GGD Zuidhollandse Eilanden 2007 (cijfers 2005) Angst- of depressieklachten: een hoog risico op een depressie of een angststoornis. Gemeten met de Kessler Psychological Distress Scale (K10), tien vragen waarop respondenten aangeven in welke mate deze op hen van toepassing zijn Isolement gemeten volgens de De Jong-Gierveld schaal. Percentage jongeren met een zorgelijke psychische gezondheid. Piekert dag en nacht: 23% Gebruikt slaap/kalmeringsmiddelen: 4% Denkt vaak aan zelfmoord: 17% Heeft (heel) vaak psychosomatische klachten: 20% Slaapt (heel) vaak slecht: 26% Denkt dat het de komende jaren (heel) slecht zal gaan: 21% Monitor Gezondheid Jeugd - GGD Zuidhollandse Eilanden nog niet gepubliceerd (cijfers Gezondheidsprofiel van leerlingen op het voortgezet onderwijs, schooljaren en )

32 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: AANBEVELINGEN VOOR LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID 9.1. Kies voor universele en selectieve preventie De gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de gezondheid van de burger ligt met name op het vlak van de gezondheidsbevordering en de gezondheidsbescherming. Interventies uit de universele preventie en de selectieve preventie zijn dan ook het meest van belang voor gemeenten. Onder universele preventie vallen interventies die gericht zijn op de algemene bevolking en die als doel hebben het bevorderen van gezond gedrag en een gezonde leefstijl. De relatie met een gezondheidsprobleem is niet zichtbaar. Veel preventieprogramma s binnen het onderwijs zoals programma s in het kader van het vergroten van de sociale competentie van kinderen vallen onder universele preventie. Het is belangrijk dat alle kinderen in de gemeente vaardigheden leren om om te gaan met groepsdruk en verleidingen en in staat zijn om gezonde keuzes te maken. Selectieve preventie bestaat uit interventies gericht op een groep die nog geen problemen heeft, maar die op grond van bepaalde kenmerken wel een risicogroep is. Bijvoorbeeld kinderen van ouders met psychiatrische problemen, jongeren op het VMBO etc. In het kader van sociale competentie zijn dit bijvoorbeeld de weerbaarheidstrainingen zoals Schatjes, katjes, watjes of de KOPP-cursus voor kinderen van ouders met psychiatrische ziektebeelden. De interventies met het accent op de individuele hulpverlening, vallen onder de geïndiceerde preventie (vroeginterventie). Dit zijn interventies voor groepen waar (nog) geen sprake is van is van een stoornis, maar wel al in beperkte mate sprake van symptomen. De gemeente kan in het zorgbeleid afspraken maken over interventies op dit terrein en de afstemming tussen het aanbod van de verschillende organisaties Geef prioriteit aan risicogroepen In vergelijking met de andere specifieke bevolkingsgroepen vertoont de lage SES-groep, waaronder leerlingen van het VMBO, het vaakst ongezond gedrag. Ook de combinatie van ongezonde gedragingen komt vaker voor bij deze groep. Met name voor groepen met een lage sociaal economische status blijkt voorlichting als methode niet of nauwelijks te werken. Het werkt zelfs vaak averechts, omdat ze niet of nauwelijks profijt hebben van de voorlichting. Voor deze groepen is het beter om de preventie in settings aan te bieden, dichter bij het leven en werken van mensen: in de wijk, op school en op het werk. Ook het betrekken van de doelgroep zelf bij de opzet en uitvoering van een interventie vergroot het mogelijke effect. De community-benadering is hiervan een voorbeeld. De community-benadering is een open benadering waarin samen met de doelgroep gezocht wordt naar thema's die aansluiten bij de belangstelling en de cultuur van gezondheid van de doelgroep. Achtergrond hiervan is het gegeven dat achterstandsgroepen met de 'traditionele' gezondheidsthema's zoals roken, drinken, voeding of bewegen moeilijk te bereiken zijn. Bestaande voorzieningen in een gemeente, zoals het welzijnswerk, de scholen, maar ook de huisartsen kunnen hierbij een grote rol spelen Stim uleer een integrale aanpak Een gezonde en veilige leefstijl kan veel bijdragen aan de gezondheid en kwaliteit van leven. Het is nodig mensen meer tot gezonde keuzes te verleiden, maar dat is niet eenvoudig. Ongezond gedrag is namelijk niet iets van het individu alleen, maar hangt ook met andere factoren samen. Door de samenleving zo in te richten dat de gezonde en bewuste keuze een makkelijke keuze wordt, wordt de burger gestimuleerd om zich gezonder te gaan gedragen. Gezonde producten moeten gemakkelijk beschikbaar zijn (verkooppunten, prijs, promotie), door verordeningen kunnen ongezonde zaken worden verboden (zoals een snackbar op de hoek van de school voor voortgezet onderwijs) en de leefomgeving moet uitnodigen tot bewegen (bijvoorbeeld via het inrichten van een woonwijk met veel groen). Op deze manier wordt de bevolking verleid om zich gezonder te gaan gedragen. Een goed voorbeeld is het effectief gebleken preventiebeleid gericht op roken. Stoppen met rokencampagnes worden gecombineerd met maatregelen op het gebied van rookvrije openbare ruimtes, het reclameverbod en het heffen van accijns Bevorder effectieve preventie Effectieve preventie betekent dat mensen daadwerkelijk gezonde keuzes gaan maken en in staat zijn hun gedrag te veranderen. Dit is niet zomaar te bereiken, daarvoor is een aantal voorwaarden nodig

33 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 33 waarmee de gemeente rekening moet houden bij de keuzes voor en financiering van preventie. Een belangrijke voorwaarde is het gebruik van methodes die effectief bewezen zijn of effectieve elementen bevatten. Een goed voorbeeld hiervan is de methode Een Gezonde school. Daarnaast is de duur van de activiteiten van belang als het gaat om effectiviteit. Een eenmalige voorlichting vergroot veelal alleen de kennis en leidt niet automatisch tot gedragsverandering. Veel activiteiten worden projectmatig aangeboden en na een korte tijd weer van de agenda gehaald. Dit is deels een gevolg van de financiering binnen preventie die met tijdelijke middelen wordt gedaan (zoals stimuleringsmaatregelen). Het structureel inbedden van preventieprogramma s in systemen is van belang en de gemeente kan door het stellen van prioriteiten en het sturen in de projectmatige waan van de dag hier veel aan bijdragen. Bij een groter risico op gezondheidsproblemen wordt het programma natuurlijk intensiever. Belangrijk is daarbij ook dat de preventieve interventies aansluiten bij de keten van de hulpverlening.

34 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: UITVOERINGSPROGRAMMA NOTA VOLKSGEZONDHEID In dit hoofdstuk wordt het uitvoeringsprogramma voor de periode geformuleerd. Dit programma zal na twee jaar worden geëvalueerd en in 2011 zal het volgende uitvoeringsprogramma worden opgesteld. Het programma volgt op hoofdlijnen de actiepunten in het kader van de WCPV en nu de WPG zoals geformuleerd door het Rijk en de regio s. Ook wordt ingehaakt op actiepunten uit de vorige uitvoeringsprogramma s die nog nadere invullingen behoeven VOLKSGEZONDHEID ALGEMEEN Algemene regie- en beleidstaken rond de drie pijlers van de WCPV (nu WPG): 1. GGD; 2. Jeugdzorg; 3. Verslavingszorg. Overgang GGD In de zomer van 2008 heeft het Algemeen Bestuur van de GGD ZHE besloten om over te gaan tot ontvlechting van de organisatie. In 2009 zal Hellevoetsluis samen met de andere gemeenten op Voorne-Putten en Rozenburg en Goeree-Overflakkee worden ingevlochten bij de GGD Rotterdam Rijnmond. Gedurende 2009 zullen de consequenties, zowel inhoudelijk, financieel als bestuurlijk inzichtbaar worden gemaakt. Hellevoetsluis zal zowel ambtelijk als bestuurlijk nauw betrokken worden bij dit proces. Integrale Jeugdgezondheidszorg Op 19 december 2008 heeft Hellevoetsluis het rapport 'Integrale Jeugdgezondheidszorg op de Zuid- Hollandse Eilanden' ontvangen. Kerngegevens van de rapportage zijn al in deze nota verwerkt. Dit rapport toont aan hoe de integrale Jeugdgezondheidszorg het beste vorm gegeven kan gaan worden. De gemeenten op de Zuid-Hollandse Eilanden hebben gekozen voor scenario 2: nieuwe aanbieder voor de integrale JGZ 0-19 jaar. Gezien de uitgangspunten van het programma Ieder Kind Wint en het daaraan verbonden Stap naar een Sprong en het feit dat de gemeenten op VPR hiermee hebben ingestemd, is besloten om de uitgangspunten van scenario 2 in te brengen in het overgangsproces van de GGD ZHE naar GGD RR en in de verdere ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin. In dit traject zal zowel ambtelijk als bestuurlijk nadrukkelijk geparticipeerd moeten worden. Inrichten Elektronisch Kinddossier De Rijksoverheid heeft besloten dat het Elektronisch Kind Dossier (EKD) op 1 januari 2010 operationeel moet zijn. Hellevoetsluis heeft zich aangesloten bij de Stadsregionale implementatie van het EKD. In 2009 moet helder zijn welke (financiële) consequenties dit heeft. Sluitende aanpak jeugd De GOSA-regisseur wordt geëvalueerd in Verdere implementatie SiSa-signaleringssysteem, Verwijsindex en aansluiting van relevante partners op deze systemen. Centrum voor Jeugd en Gezin Met de ondertekening van het convenant CJG VPR is op 18 december 2008 een eerste belangrijke stap gezet in de Hellevoetse CJG-ontwikkeling. In 2009 zal gestart worden met een CJG op een tijdelijke locatie. Deze start fungeert als een groeimodel. In Hellevoetsluis zal met name de huisstijl en huisvesting nog verder moeten worden ontwikkeld. Vanaf 2010 moet een structureel onderkomen voor het CJG worden gerealiseerd. Op regionaal niveau wordt in 2009 de verdere implementatie CJG uitgewerkt. Het gaat daarbij met name over de manier waarop partijen met elkaar gaan samenwerken en de verhoudingen tussen het CJG, de GOSA-regisseur, het onderwijs en andere instellingen. Uiteraard moet het mogelijk blijven om hier lokale invulling aan te blijven geven. Opvoedingsondersteuning De opvoedingsondersteuning is gedeeltelijk gerealiseerd. De financiering vindt structureel plaats via het maatwerkdeel van de Jeugdgezondheidszorg. Voor 2009 en verder wordt gekeken naar meer eenheid, samenhang en draagvlak bij de verschillende aanbieders. Ook de rol van zogenaamde gezinscoaches

35 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 35 wordt hierin meegenomen. Hiertoe zal de pilot Gezinsbegeleiding op maat worden gecontinueerd. De toewijzing en coördinatie van opvoedondersteuning zal plaatsvinden vanuit het Centrum voor jeugd en Gezin. Er dient nog afstemming plaats te vinden met de GGD ZHE. Vervolgens zal worden bezien in hoeverre er behoefte is aan de inzet van Vroeg Interventie Gezinnen (VIG). De inzet van de VIGvariant zal worden gekoppeld aan de GOSA-regisseur. ACTIE: Regietaken en beleidswerk rond: 1. GGD; 2. Jeugdzorg; 3. Verslavingszorg. Ambtelijke inzet: 700 uur op jaarbasis VERSL AVINGSZORG Alcoholmisbruik De consumptie van alcohol onder een groot deel van de inwoners is aanzienlijk. Ongeveer 16% van de inwoners kent een zeer hoog alcoholgebruik en valt onder de categorie probleemdrinker. Verontrustend is dat steeds meer kinderen op steeds jongere leeftijd alcohol nuttigen. Dit kan tot problemen en blijvende gezondheidsschade (lichamelijke effecten en hersenschade) leiden in de groei naar volwassenheid. Naast gezondheidsschade kan alcoholgebruik ook leiden tot andere negatieve effecten, zoals verkeersongelukken, agressie (bij het uitgaan, huiselijk geweld), ongelukken met het bedienen van machines en dergelijke. Voor de effectieve vermindering van alcoholgebruik en de uitvoering van de Drank en Horecawet wordt de komende twee jaar gewerkt aan: verkrijgen van publiek draagvlak, bewustwording; vroegsignalering/hulpverlening; preventie/voorlichting; opstellen en handhaving van regels. Deze aanpak vereist een nauwe samenwerking tussen de verschillende afdelingen (Samenlevingszaken, Bestuursondersteuning) en externe partners (politie, Bouman, GGD). Voor de integrale aanpak verschijnt in 2009 een Plan van Aanpak Verslavingspreventie, waarin naast alcoholgebruik ook naar drugsgebruik wordt gekeken. In de regio is in 2008 het RAS-project Terugdringing alcoholproblematiek Voorne Putten Rozenburg gerealiseerd. Het project vraagt om een aantal concrete acties dat in verder moet worden uitgewerkt, zowel op lokaal als regionaal niveau: het gezamenlijk met de gemeenten op VPR uitvoeren van een bewustwordingscampagne in aansluiting op die van de rijksoverheid met het doel om alle inwoners op integrale wijze benaderen; het per gemeente vormen van een netwerk bestaande uit o.a. onderwijs, politie en GOSA om de wensen rond preventieactiviteiten in beeld te krijgen waardoor het draagvlak wordt verbreed en waardevolle inbreng wordt verkregen voor het jaarplan van de Centrumgemeente Spijkenisse; het verder uitwerken en ontwikkelen van verslavingspreventie activiteiten op VPR met gebruikmaking van de gelden die de Centrumgemeente Spijkenisse ontvangt; het tot stand brengen van een integrale benadering en koppeling tussen bewustwording, preventie en behandeling en het opstellen en handhaven van regels voor het terugdringen van alcoholproblematiek; het monitoren van het alcoholgebruik en alcoholgerelateerde problematiek als hulpmiddel bij de evaluatie van beleid. De acties en effecten worden bezien in afstemming met de pilot Drank en Horeca. OGGZ, Verslavingspreventie Op dit moment vinden er al tal van preventieactiviteiten plaats. Een beleidsmatig kader ontbreekt hiervoor nog (zie ook onder consumptie van alcohol). Een Plan van Aanpak Verslavingspreventie zal worden opgesteld, waarin naast alcohol ook naar drugsgebruik wordt gekeken. In het kader van de

36 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 36 overheveling van lokale taken vanuit de centrumgemeente op dit gebied is het belangrijk hier in een plan van aanpak nadere uitwerking aan te geven. Het inzetten van de activiteiten kan over verschillende domeinen worden verdeeld; gezin, school, vrije tijd, uitgaan, sport, informatievoorziening, signalering en verwijzing. Per domein zal een meerjarenplanning worden opgesteld. ACTIE: 1. Begeleiding en inzet campagne Alcoholmisbruik + netwerken 75 uur 2. Uitvoering acties RAS-project Terugdringing alcoholproblematiek VPR 75 uur 3. Opstellen Plan van Aanpak Verslavingspreventie 150 uur Ambtelijke inzet: 300 uur op jaarbasis OVERGEWICHT EN DIABETES Overgewicht en diabetes Het hebben van overgewicht kan leiden tot ernstige gezondheidsschade. Algemeen wordt de toename van de ziekte diabetes gezien als een gevolg van overgewicht in combinatie met te weinig bewegen. Bestrijding van overgewicht vereist een integrale aanpak. Het is onvoldoende en werkt vaak averechts, om alleen het voedingspatroon te wijzigen. Het gaat om een verandering van leefstijl waarbij de hoeveelheid voeding in overeenstemming wordt gebracht met de verbranding daarvan in het lichaam. Naast gezond eten is het van belang om voldoende te bewegen. Er moet een integraal plan worden ontwikkeld om mensen te helpen bij het veranderen van hun leefstijl. De nadruk ligt op het stimuleren van allerlei vormen van beweging en het daarbij opstellen van een plan van aanpak, gebruikmakend van zoveel mogelijk andere activiteiten en activiteitenplannen, landelijke en provinciale subsidiemogelijkheden, de lokale instellingen waaronder de sportverenigingen en de scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Sportnota De speerpunten van de Sportnota hebben veel raakvlakken met de volksgezondheid. Aan de sportnota zijn enkele acties gekoppeld zoals het behalen van de Nederlandse norm gezond bewegen, Jeugd in beweging en activiteiten op en rond de scholen ACTIE: 1. Integraal plan Leefstijl, overgewicht en diabetes 75 uur. 2. Speerpunten Sportnota: Nederlandse norm gezond bewegen, Jeugd in beweging op en rond de scholen 150 uur. Ambtelijke inzet: 225 uur op jaarbasis SOCIALE REL ATIES, KWETSBAARHEID EN DEPRESSIE Wet Tijdelijk Huisverbod Op 7 oktober 2008 heeft de Eerste Kamer de Wet Tijdelijk Huisverbod (WTH) aangenomen die op 1 januari 2009 in werking treedt. De WTH biedt de burgemeester de mogelijkheid om een tijdelijk huisverbod op te leggen aan meerderjarige personen van wie een onmiddellijke en ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat naar de huisgenoten. Op 8 december 2008 heeft het Regionaal College van de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond besloten om in de gehele veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond meteen per 1 januari 2009 te starten met het uitvoeren van de WTH. Het huisverbod geldt in beginsel voor tien dagen waarbij de uithuisgeplaatste zijn of haar woning niet meer mag betreden en geen contact mag onderhouden met de achterblijvers (veelal partner en kinderen). Afhankelijk van de situatie kan de burgemeester (of de hiertoe in de regio Rijnmond gemandateerde hulpofficier van Justitie) het huisverbod verlengen tot maximaal 28 dagen (gedurende de gehele periode van het huisverbod kan een huisverbod ook worden ingetrokken). Het huisverbod kan ook opgelegd worden bij kindermishandeling of een ernstige dreiging daarvan. Het huisverbod creëert een afkoelingsperiode, waarborgt de veiligheid voor de achterblijver(s) en is gekoppeld aan een hulpverleningstraject voor alle betrokkenen. Doel van de maatregel is het stoppen van huiselijk geweld

37 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 37 en het voorkomen van verder huiselijk geweld. De inrichting van de nazorg bij het opleggen van een huisverbod staat nog in de kinderschoenen. De komende twee jaar moet actief worden geparticipeerd in dit traject dat wordt getrokken door de Centrumgemeente. Maatschappelijke opvang Op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) is aan de gemeente de verantwoordelijkheid voor de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) toebedeeld. Hoewel gemeenten op dit terrein al actief waren (o.a. bemoeizorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingspreventie) is het beleidsterrein in de huidige vorm en omvang nieuw voor gemeenten. Regionaal is daarom op de Zuid-Hollandse Eilanden een project opgezet om de gemeenten te ondersteunen bij de beleidsvoorbereiding. Inmiddels is een regionale visie op de OGGZ uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in het Stedelijk Kompas in Hieruit blijkt dat ook op lokaal niveau verantwoordelijkheden moeten worden genomen. Een van de consequenties van het Stedelijk Kompas is dat de financiering van de dienstverlening voor sociaal kwetsbaren wordt stopgezet door de Centrumgemeente. Hierdoor worden meldingen van sociaal kwetsbaren bij het Zorgmeldpunt niet meer opgevolgd, maar overgedragen worden naar en afgehandeld worden op lokaal niveau. Gemeenten zullen dus actiever dan voorheen hun eigen lokale beleid voor de sociaal kwetsbaren moeten invullen. Voor Hellevoetsluis betekent dat het volgende: De gemeente zal afspraken maken om huisuitzetting te voorkomen in samenwerking met de woningcorporatie, de eigen sociale dienst, schuldhulpverlening en het algemeen maatschappelijk werk; Daarnaast heeft Hellevoetsluis ook verantwoordelijkheden voor mensen die op straat komen te staan. In overleg met de woningcorporatie en relevante zorgpartijen zal bezien worden hoe deze mensen alsnog gehuisvest kunnen worden in het kader van laatste kansbeleid; Het WMO-loket moet dienen als het loket waar sociaal kwetsbaren met hun vragen terecht kunnen; Het mogelijk inrichten van een gemeentelijk meldpunt en het eventueel aanstellen van een gemeentelijke regisseur; Collectieve preventieve Geestelijke Gezondheidszorg Vanaf 2007 zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor de collectieve preventie GGZ. Voor de verdeling van deze middelen over de gemeenten heeft het ministerie van VWS gebruik gemaakt van de verdeelsleutel die rekening houdt met relevante kenmerken van de doelgroep. De middelen zijn bedoeld om herkenning en begrip van ernstige psychische klachten te bevorderen, de bevolking bewust te maken van wat zij zelf aan deze klachten kunnen doen en de doelgroep wegwijs te maken naar de instanties. Hellevoetsluis moet de komende jaren bepalen hoe deze middelen worden ingezet. ACTIE: 1. Implementatie Wet Tijdelijk Huisverbod 2. Opstellen pakket afspraken sociaal kwetsbaren in Hellevoetsluis (WMO-loket) 3. Visie-ontwikkeling budgetten OGGZ (Stedelijk Kompas) (waaronder inzet middelen collectieve preventie GGZ) 4. Afstemming GGD inzake opvoedingsondersteuning, pilot Gezinsbegeleiding op maat 5. Behoefteraming inzet Vroeg-Interventie Gezinnen Ambtelijke inzet: 300 uur op jaarbasis

38 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: BIJLAGE 1: LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN ROND GEZONDHEID EN BELEID Deze bijlage (overgenomen uit de Kadernota Lokaal Gezondheidsbeleid Zuid-Holland Noord) schetst een globaal beeld van landelijke ontwikkelingen die raken aan de openbare gezondheidszorg. Aan de orde komen de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV), de Rijkspreventienota, de nieuwe taken van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het nieuwe stelsel voor zorg, welzijn en dienstverlening. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de relatie tussen de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). Aan het eind van deze bijlage worden ook nog de belangrijkste landelijke ontwikkelingen op het beleidsterrein jeugd genoemd. Deze bijlage schetst zoals gezegd een globaal, landelijk beeld. Vaak vormen landelijke ontwikkelingen ook de kaders voor het lokale beleid Volksgezondheid Toekomst Verkenning Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voorziet de overheid en zorgsector van de nodige informatie over volksgezondheid en zorg in Nederland. Het Centrum voor Volksgezondheid Toekomst Verkenningen van het RIVM publiceert de verzamelde informatie via websites en rapporten. De belangrijkste ontwikkelingen worden elke vier jaar samengebracht in een Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV). In de recente uitgave van 2006 luiden de belangrijkste bevindingen als volgt: de levensverwachting van de Nederlander is weer iets hoger dan voorgaande jaren (voor mannen 76,2 jaar, voor vrouwen 80,9 jaar); de extra levensjaren zijn meestal gezonde jaren. De Nederlandse gezondheid scoort in vergelijking met Europa heel behoorlijk, maar behoort niet tot de top. Vooral onder vrouwen stijgt de levensverwachting in Nederland minder snel dan in de meeste andere landen van de Europese Unie. Zoals het ongezond gedrag in het verleden sterk van invloed is op de ziektelast van nu, zo zal het huidige gedrag voor een deel de volksgezondheid van de toekomst bepalen. Dat toekomstbeeld is in Nederland niet onverdeeld gunstig: het ongezonde gedrag is hardnekkig, vooral jongeren leven ongezond (zij drinken steeds meer en worden steeds zwaarder). Een belangrijke reden voor deze hardnekkigheid is dat ongezond gedrag niet op zichzelf staat, maar een sterke samenhang vertoont met de sociale en fysieke omgeving waarin mensen geboren worden, opgroeien en leven. Ook de sociaal-economische en etnische gezondheidsachterstanden zijn hardnekkig en verweven met achterstanden op tal van andere terreinen. De vrijheid om te kiezen voor gezond gedrag is daarom in de praktijk vaak beperkt. De VTV rapporteert ook over de uitgaven en opbrengsten van de gezondheidszorg: hoewel de gezondheidszorg kostbaar is, wordt geconcludeerd dat de gezondheidszorg een substantiële bijdrage levert aan de gezondheid van de inwoners van Nederland Preventie en zorg De uitdagingen waar preventie en zorg de komende tijd voor staan, zijn in de VTV als volgt geformuleerd: Preventie van ongezond gedrag vergt een intensieve en integrale aanpak waarbij een combinatie van instrumenten wordt ingezet, gericht op het individu, maar ook op zijn of haar omgeving. Integraal gezondheidsbeleid kan een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de gezondheid en het verminderen van (sociaal-economische) gezondheidsachterstanden. Gezondheidsbevordering zal beter geëvalueerd moeten worden en kennis beter gedeeld. Er is behoefte aan een centrale, systematische verzameling, beoordeling en verspreiding van kennis over gezondheidsbevordering, waarbij er voortdurend wisselwerking is tussen uitvoering, onderzoekers en beleidsmakers. Tal van kosteneffectieve preventiemaatregelen zijn nog niet systematisch ingevoerd. Preventie en zorg moeten geen gescheiden circuits zijn. In ons land, waar de financiering van de gezondheidszorg het karakter van een sociale verzekering heeft, is preventie vaak meer gescheiden van zorg dan in landen waar de overheid de hele gezondheidszorg financiert. Het is onduidelijk wat het effect van het nieuwe zorgstelsel op deze scheiding zal zijn. Zorgverzekeraars en zorgverleners zullen in ieder geval voldoende prikkels moeten krijgen om evidence-based preventieactiviteiten binnen en buiten de zorg te ontwikkelen. Er kan geleerd worden van andere Europese landen waar ook steeds meer rationeel gezondheidsbeleid wordt ontwikkeld. Succesfactoren zijn gedeeld eigenaarschap van

39 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 39 gezondheidsproblemen door betrokken partijen, zichtbare aansturing door de overheid ( stewardship, rentmeesterschap) en goede communicatie. Ontwikkelingen rond SARS en vogelgriep laten zien dat infectieziekten voor wereldwijde problemen kunnen zorgen. Ook Nederland is daarvoor kwetsbaar. Naast een goede voorbereiding op het voorspelbare, is daarom ook alertheid op het onvoorspelbare van wezenlijk belang, bijvoorbeeld door vroegtijdige signalering van plotselinge toenames van infectieziekten. Daarnaast moet worden ingezet op een flexibel bestrijdingsapparaat, samenwerking en informatie-uitwisseling tussen deskundigen in binnen- en buitenland. - In de komende 20 jaar zal door de vergrijzing, maar ook door de huidige leefstijl en het overgewicht, de ziektelast van chronische ziekten van de oude dag met soms 40% of meer toenemen. Hierdoor is er in de toekomst meer en andere zorg nodig, onder andere een verdere verschuiving van genezing (cure) naar verzorging (care). Een belangrijke uitdaging voor de gezondheidszorg is het transparant maken van de kwaliteit van de zorg voor overheid, partijen en burgers. Er bestaat een toenemende aandacht voor prestatieindicatoren, die inzicht bieden in de kwaliteit van zorg en andere aspecten van het functioneren van de zorg, zoals toegankelijkheid en betaalbaarheid Lokale en Nationale Monitor Volksgezondheid en Jeugdgezondheid Betrouwbare informatie over ziekte en gezondheid is niet alleen voor de rijksoverheid van belang, ook regionale en lokale overheden hebben voor de onderbouwing van hun gezondheidsbeleid dergelijke informatie nodig. De huidige VTV levert hier niet voldoende input voor, gezien het primair nationale karakter. GGD en vormen samen een landelijk dekkend netwerk en rapporteren over de gezondheid en zorg in gemeenten. Echter, door verschillen in dataverzameling, analyse, interpretatie en presentatie is de vergelijkbaarheid van lokale gegevens met cijfers uit de nationale VTV en met andere gemeenten vaak lastig. Hierdoor kan bovendien onnodig verschil in prioritering van gezondheidsproblemen tussen regio s ontstaan. De ontwikkeling van een nationale en lokale monitor Volksgezondheid en monitor Jeugdgezondheid moet dit verhelpen. Beide monitors zijn erop gericht lokale en regionale databronnen van GGD en en thuiszorgorganisaties te harmoniseren, zodat onderlinge benchmarking mogelijk wordt. Het project monitor Volksgezondheid wordt uitgevoerd door GGD Nederland en het RIVM. In het project monitor Jeugdgezondheid participeren naast GGD Nederland ook de ActiZ, organisatie van zorgondernemers, en TNO Kwaliteit van Leven Rijkspreventienota Zoals eerder genoemd, zijn sinds de wijziging WCPV in 2003 zowel het rijk als gemeenten verplicht hun beleid op het gebied van collectieve preventie elke vier jaar vast te leggen in een nota. De rijksprioriteiten scheppen het kader; van gemeenten wordt verwacht dat zij in hun lokale nota hierbij aansluiten. In de eerste Rijkspreventienota Langer gezond leven ; ook een kwestie van gezond gedrag (VWS, oktober 2003) is een reeks maatregelen beschreven om binnen de settings wijk, werk, zorg en school te werken aan drie speerpunten roken, diabetes, overgewicht. Deze speerpunten gaan over de grootste risicofactoren voor ongezondheid, ziekte en voortijdige sterfte (ondermeer op basis van de VTV). Naast deze drie speerpunten besteedde het kabinet in de eerst nota ook veel aandacht aan preventie van psychische problemen. Op 6 oktober 2006 is de tweede rijkspreventienota Kiezen voor gezond leven naar de kamer gestuurd. Hierin wordt voortgebouwd op de speerpunten uit de eerste nota. De leefstijlfactoren roken, overgewicht en schadelijk alcoholgebruik zijn tot speerpunt benoemd, evenals de ziekten depressie en diabetes. De doelstellingen uit de preventienota Kiezen voor gezond leven (VWS, 2006) Roken In 2010 zijn er nog 20 procent rokers (nu: 28 procent). Schadelijk alcoholgebruik Het gebruik van alcohol bij jongeren onder de 16 jaar terugbrengen naar het niveau van 1992; Minder volwassen probleemdrinkers: van 10,3 procent nu naar 7,5 procent in Overgewicht Het percentage volwassenen met overgewicht moet niet stijgen (peiljaar 2005); Het percentage jeugdigen met overgewicht moet dalen (peiljaar 2005). Diabetes

40 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 40 Het aantal patiënten met diabetes mag tussen 2005 en 2025 met niet meer dan 15 procent stijgen; Daarbij heeft 65 procent van de diabetespatiënten geen complicaties. Depressie Meer mensen krijgen preventieve hulp tegen depressies (nu worden ongeveer personen bereikt). De bijlage van de preventienota bevat een uitgebreide beschrijving van de speerpunten met aangrijpingspunten voor (lokaal) beleid. De preventienota onderscheidt naast de vijf speerpunten ook twee hoofdlijnen voor preventie: de verbinding landelijk-lokaal en de verbinding preventie-curatie. De preventienota gaat met name in op een betere afstemming tussen rijksbeleid en lokaal beleid; de lijn preventie-curatie wordt de komende jaren verder uitgewerkt. Net zoals het kabinet voor de burger de keus voor gezond leven makkelijker wil maken, wil het kabinet voor gemeenten de keus voor een gezond preventiebeleid makkelijker maken door: Het ontwikkelen van informatie, kennis en interventies via programma s; Het geordend aanbieden en toegankelijk maken van preventie-instrumenten; Het ondersteunen van het proces van beleidsontwikkeling tot beleidsuitvoering. Deze steun spitst zich in relatie tot Kiezen voor gezond leven waar nodig toe op de speerpunten roken, overgewicht, schadelijk alcoholgebruik, diabetes en depressie. Hieronder volgt alvast een uiteenzetting van de landelijke aanpak per speerpunt Landelijke aanpak roken Roken is nog steeds de belangrijkste vermijdbare doodsoorzaak in Nederland. Jaarlijks sterven er ruim Nederlanders aan aandoeningen die aan roken zijn gerelateerd7. Bovendien veroorzaakt roken hoge zorgkosten en aanzienlijke maatschappelijke kosten. Roken brengt niet alleen de gezondheid van de roker zelf schade toe, maar ook die van anderen in zijn omgeving. Roken is in veel gevallen bijzonder verslavend en de verslaving ontstaat vrij snel na het eerste gebruik. Het kost dan ook veel moeite om te stoppen en de kans om succesvol te stoppen is laag. Met het niet-rokenbeleid wil VWS rokers stimuleren te stoppen met roken, niet-rokers beschermen tegen tabaksrook en voorkomen dat jongeren gaan roken. Door de Tabakswet kan de overheid maatregelen nemen om het tabaksgebruik te beperken. De maatregelen uit de gewijzigde Tabakswet, die sinds 2002 van kracht is, zijn inmiddels ingevoerd Nationaal Programm a Tabaksontm oediging In maart 2006 stuurde minister Hoogervorst (VWS) het Nationaal Programma Tabaksontmoediging naar de Tweede Kamer, mede namens KWF Kankerbestrijding, het Astma Fonds en de Nederlandse Hartstichting. In dit programma staan maatregelen waarmee het gebruik van tabak en de blootstelling aan tabaksrook verder teruggedrongen kunnen worden (denk aan voorlichting en (consumenten)informatie, ondersteuning bij stoppen met roken, wet- en regelgeving, prijsmaatregelen). Ook is hierin het streven van de betrokken partijen vastgelegd om het percentage rokers verder te laten dalen tot 20 procent in 2010 (nu: 28 procent). De betrokken partijen maken jaarlijks een Actieplan met concrete activiteiten. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor het kennis- en expertisecentrum STIVORO voor een rookvrije toekomst. Partnership Stop met Roken In 2002 is het Partnership Stop met Roken officieel van start gegaan. Het Partnership -dat diverse publieke en private partijen uit het veld van de gezondheidszorg verenigt- wil de beschikbaarheid, bereikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van ondersteuning bij stoppen met roken verbeteren. Tastbaar resultaat is ondermeer de Richtlijn behandeling van tabaksverslaving (2004), bruikbaar voor iedere sector van de gezondheidszorg. Voor de implementatie van deze richtlijn is een interactief kenniscentrum voor zorgprofessionals geopend Landelijke aanpak schadelijk alcoholgebruik In Nederland drinken veel mensen alcohol. Matig gebruik levert meestal geen problemen op, overmatig gebruik echter wel. Schadelijk alcoholgebruik staat in de top-10 van gezondheidsproblemen in ons land. Het gaat hierbij om verslaving maar ook om acute gezondheidsschade door bijvoorbeeld alcoholvergiftiging. Zo'n tot mensen sterven jaarlijks aan de gevolgen van schadelijk alcoholgebruik. Het levert ook veel maatschappelijke schade op. Gezinnen van alcoholisten,

41 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 41 slachtoffers van agressie, slachtoffers van alcoholverkeersongevallen, ouders van kinderen die teveel drinken: ze ondervinden allemaal de negatieve gevolgen. De laatste jaren is het gebruik van alcohol per hoofd van de bevolking licht aan het dalen. Het alcoholgebruik onder jongeren is echter fors gestegen. Jongeren drinken steeds meer en op steeds jongere leeftijd. Het alcoholbeleid kent een samenhangend pakket maatregelen zoals wetgeving, zelfregulering, zorgen hulpverlening, voorlichting, en beleid gericht op bijzondere situaties. Er zijn verschillende ministeries bij het alcoholbeleid betrokken. De minister van VWS is verantwoordelijk voor alcoholpreventie (voorlichting en wetgeving) en alcoholzorg, de minister van Justitie is belast met de strafrechtelijke handhaving, de minister van Verkeer en Waterstaat met het beleid rondom rijden onder invloed en de minister van Financiën met accijns op alcoholhoudende dranken. Jongeren Project Alcohol en opvoeding In 2006 is het project Alcohol en opvoeding gestart. Dit project wil ouders adviseren en ondersteunen om het alcoholgebruik bij kinderen op jonge leeftijd te voorkomen. Het Trimbos-instituut voert het project uit in samenwerking met het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ). Het project combineert verschillende grote landelijke programma s: een deelcampagne van de NIGZ-alcoholcampagne, het programma De gezonde school en genotmiddelen van het Trimbos-instituut en de landelijke monitoring via het peilstationonderzoek (het landelijk onderzoek naar middelengebruik bij leerlingen). Het opvoedingsadvies dat in dit voorlichtingsproject gegeven wordt, is dat geen alcohol onder de 16 jaar het beste is Partnership Vroegsignalering Alcohol In 2005 hebben diverse partijen uit de gezondheidszorg zich verenigd in het Partnership Vroegsignalering Alcohol (PVA). Dit zijn het NIGZ, het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG), het kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg (CBO), de afdeling kwaliteit van zorg (WOK) van het UMC St. Radboud en het Trimbos-instituut. Het voorzitterschap is in handen van het Amsterdam Institute for Addiction Research (AIAR). Het PVA levert een bijdrage aan de vermindering van het aantal probleemdrinkers en de daaruit voortvloeiende schade en heeft de volgende doelen: Bewustwording creëren bij probleemdrinkers en professionals in de zorg voor de risico s van probleemdrinken Eenheid creëren in het aanbod van vroegsignalering en kortdurende interventies voor probleemdrinkers - Toepassing van vroegsignalering en kortdurende interventies stimuleren in diverse geledingen van de zorg Structurele inbedding van vroegsignalering en hulp voor probleemdrinken in de zorg In 2006 komt het PVA met een Actieplan Vroegsignalering Alcohol. Dit actieplan bestaat uit een overzicht van de praktijk in Nederland met betrekking tot vroegsignalering en kortdurende interventies voor probleemdrinkers en werkplannen op vijf verschillende deelgebieden: Integrale aanpak vroegsignalering voor gemeenten - Basisprogramma vroegsignalering en kortdurende interventies voor de verslavings- en GGZsector - Alcoholconsultatieprojecten tussen de 1e en 2e lijns gezondheidszorg - Implementatie van de NHG-standaard problematisch alcoholgebruik Implementatie van de Multidisciplinaire richtlijn verslaving In 2006 en 2007 worden op deze verschillende deelgebieden pilotprojecten uitgevoerd. Deze moeten leiden tot concrete producten voor de praktijk en een structurele inbedding van vroegsignalering en kortdurende interventies in de zorg Landelijke aanpak overgewicht (bewegen en voeding) Overgewicht is wereldwijd een explosief groeiend probleem voor de volksgezondheid. Ook in Nederland stijgt het aantal mensen dat te zwaar is snel. 40% van de volwassenen heeft overgewicht en 10% is obees (ernstig overgewicht). De nieuwste cijfers over de toename van overgewicht en obesitas bij kinderen, zijn verontrustend10. In 1980 had 1 op de 15 kinderen van 4 tot 14 jaar overgewicht, in 1997 was dit al 1 op de 8 à 9 kinderen. In de zes jaar daarna is dit verder toegenomen tot 1 op de 5 kinderen. Overgewicht komt meer voor bij mensen met een lage sociaal economische status. Overgewicht verhoogt de kans op hart- en vaatziekten, suikerziekte, sommige vormen van kanker, aandoeningen aan het bewegingsapparaat en psychosociale problemen. Een en ander heeft ook maatschappelijke gevolgen. De jaarlijkse directe kosten (kosten van de gezondheidszorg) in Nederland van ernstig overgewicht worden geschat op 0.5 miljard euro, terwijl de indirecte kosten (ziekteverzuim,

42 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 42 productieverlies, uitkeringslasten en maatschappelijke kosten) geschat worden op 2 miljard. De kern van het probleem is de verstoring van de energiebalans: er wordt teveel gegeten en gedronken en te weinig bewogen. Dit is niet zozeer het gevolg van bewuste keuzes van mensen, het individuele gedrag wordt ook beïnvloed door het aanbod van de directe omgeving: er is veel aanbod van eten, het aantal verkooppunten is groot en er is veel reclame. Door voortgaande veranderingen in het arbeidsproces is bewegen minder noodzakelijk en ook in de vrije tijd bewegen we minder door auto, televisie en pc. Met andere woorden: we leven in een dikmakende omgeving Energie in balans, acties Convenant Overgewicht Volgens het kabinet zijn en blijven mensen allereerst zelf verantwoordelijk voor het terugdringen van overgewicht en mogen burgers aangesproken worden op keuzes in hun gedrag die gevolgen hebben voor hun gezondheid. Daarnaast is een gezamenlijke aanpak nodig, gericht op zowel leefstijl als op omgevingsfactoren. De Minister van VWS heeft samen met de Minister van OCW de eerste stap gezet en een convenant gesloten met een aantal belangrijke maatschappelijke partners: de levensmiddelenindustrie, horeca, cateraars, supermarkten, zorgverzekeraars, werkgevers en sportorganisaties. Met elkaar willen zij de negatieve trend in 2010 gekeerd hebben: minder overgewicht bij jongeren en geen stijging meer bij ouderen. Het convenant heeft geleid tot het geïntegreerde actieplan Energie in balans (oktober 2005) gericht op het herstellen van de balans tussen eten en bewegen. De acties zijn uitgewerkt in vier settings (thuis, school, werk en recreatie) en liggen onder andere op de volgende gebieden: portiegrootte, reclame, marketing, samenstelling van producten, etikettering, kantineaanbod en bewegingsbevordering. Twee doelgroepen krijgen speciale aandacht: de jeugd en mensen met een lage sociaal-economische status. VWS begeleidt als initiatiefnemer met een aparte projectorganisatie (het convenantbureau) de ontwikkeling en let op de resultaten Actieprogramm a Gezondheid en Milieu De ministeries van VWS en Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer (VROM) hebben aandacht voor de relatie gezondheid en de leefomgeving in het Actieprogramma Gezondheid en Milieu. Ook de bijdrage van een goede ruimtelijke ordening aan de mogelijkheid om voldoende te bewegen staat daarbij op de agenda. Samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gaan VROM en VWS de integratie milieu/leefomgeving en gezondheid een vervolg geven in een Nationale Aanpak Gezondheid en Milieu. Met deze aanpak wordt beoogd een helder overzicht te bieden van de rijkskeuze bij de aanpak van omgevingsfactoren. De keuze van speerpunten voor omgevingsfactoren verloopt dan analoog aan de keuze van speerpunten voor leefstijlfactoren door VWS. Zo wordt meer lijn en duidelijkheid gecreëerd in het preventieve gezondheidsbeleid Overige initiatieven Een interventie wordt effectiever met aanvullende individuele ondersteuning. Het concept van de vitaliteitscoach wordt nader uitgewerkt. Ook zullen nieuwe media worden ingezet. Zo komt er een nieuwe, innovatieve vorm van voorlichting via internet (persoonlijk leefstijladvies) met de naam Hallo Wereld. Dit biedt al tijdens de zwangerschap en gedurende de eerste levensjaren structurele hulp bij gezonde (op)voeding. Om het geven van borstvoeding te stimuleren, ontwikkelt het Voedingscentrum een nieuw masterplan borstvoeding. Daarnaast komen er handreikingen om zelf de gezonde keuze te kunnen maken. De gezondheidsbevorderende instellingen spelen een belangrijke rol bij de uitwerking van de genoemde activiteiten Landelijke aanpak depressie Per jaar lijden volwassenen in Nederland aan depressie, waarvan nieuwe gevallen. Depressie kenmerkt zich door een depressief gevoel of duidelijk verminderde algemene interesse het grootste deel van de dag, gedurende minimaal twee weken. Daarnaast beïnvloeden andere klachten iemands functioneren, zoals slaapstoornissen, moeheid en lusteloosheid, problemen met concentratie, piekeren over de dood en zelfdoding. Een depressie duurt gemiddeld zes maanden; bij 14 procent van de mensen met een depressie duurt de ziekte langer dan twee jaar. Preventie en de adequate behandeling van psychische stoornissen hebben een positieve impact op de volksgezondheid. Preventie van depressie voorkomt niet alleen veel menselijk leed, maar bespaart waarschijnlijk ook geld. Een groot deel van de WAO instroom wordt bepaald door psychische stoornissen, met depressie

43 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 43 als grootste categorie. De gezamenlijke maatschappelijke kosten van depressie bij 18 tot 65 jarigen bedragen volgens een lage schatting 1,3 miljard euro per jaar. Deze instroom is met de helft te reduceren door een gecombineerde aanpak gericht op preventie, vroegdiagnostiek en doelmatige behandeling in de hele gezondheidszorg. Hierdoor is op jaarbasis 600 miljoen euro te besparen. In Nederland zijn de laatste jaren allerlei methoden beschikbaar gekomen om depressie bij jongeren, volwassenen en ouderen te voorkomen. Internationaal gezien loopt Nederland hiermee voorop. Het VTV thema-rapport Gezond verstand : evidence-based preventie van psychische stoornissen (oktober 2006), geeft een overzicht van beschikbare effectieve interventies voor preventie van depressie. Volgens de Landelijk Steunfunctie Preventie GGZ en verslavingszorg (LSP) gebruiken jaarlijks ongeveer personen preventieve hulp tegen depressies. Dat is ruwweg 1 procent van het aantal mensen dat jaarlijks voor het eerst een depressie krijgt, een zeer beperkt bereik dus. Belangrijke doelstelling bij depressie is: zorgen voor een groter bereik van de bewezen effectieve interventies de komende jaren Landelijk Depressie Initiatief Het Depressie Initiatief is een driejarig landelijk programma onder leiding van het Trimbos instituut. Er wordt samengewerkt met 30 GGZ instellingen, 80 huisartspraktijken, het VUmc, het EMGO instituut en het imta. Het Depressie Initiatief bestaat uit drie onderdelen. Ten eerste preventie door betere vroegsignalering, screening en diagnostiek. Ten tweede het landelijk implementeren van de multidisciplinaire richtlijn voor depressie middels de doorbraakmethode. Ten derde de kosteneffectiviteit evalueren van de stepped care aanpak (psychotherapie als het kan, medicatie als het moet) bij ziekenhuispatiënten die ook depressieve klachten hebben, bij depressieve patiënten in de huisartspraktijk en in de bedrijfsgeneeskundige setting. Daarnaast is het de bedoeling dat patiënten informatie krijgen over de hulp die zij kunnen verwachten voor de behandeling van hun depressie. Artsen en andere hulpverleners worden voorzien van efficiënte middelen voor de behandeling van depressie, afgeleid van de multidisciplinaire richtlijn. En de zorgverzekeraars worden geïnformeerd over de doelmatigheid van deze interventie Partnership Depressie Preventie In de eerste helft van 2007 moet een samenwerkingsverband tussen verschillende landelijke organisaties de preventie van depressie verbeteren. Dit samenwerkingsverband richt zich op: - meer bewustwording, - opstellen en implementeren van een klinische richtlijn depressiepreventie - groter bereik van de interventies - ontwikkelen van e-health voor depressiepreventie - bevorderen van de verdere wetenschappelijke onderbouwing van preventie - realiseren van betere afstemming en samenwerking binnen de infrastructuur voor depressiepreventie. Het Trimbos instituut en GGD- Nederland bereiden dit samenwerkingsverband en werkprogramma voor Landelijke aanpak diabetes Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte is een chronische stofwisselingsziekte waarbij het lichaam niet meer het vermogen heeft glucose om te zetten in energie. De symptomen en complicaties (hart- en vaatziekten, blindheid, gezichtsstoornissen, nierziekten en gevoelloosheid en/of pijn in de ledematen) kunnen de kwaliteit van leven sterk verminderen. Type 1 diabetespatiënten kunnen niet van hun ziekte genezen. Alleen bij patiënten met type 2 en overgewicht is het mogelijk door middel van gewichtsreductie en meer beweging een verbetering te bewerkstelligen. Bijna één op de twintig Nederlanders heeft diabetes. Het aantal mensen met diabetes is sinds de tweede helft van de jaren negentig sterk gestegen, dit geldt zowel voor type 1 als voor type 2 diabetes. In 1993 waren er mensen met diabetes, in 2003 was van mensen bekend dat ze aan deze chronische ziekte leden (RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid). Geschat wordt dat in totaal mensen diabetes hebben; ongeveer mensen weten dit dus niet. Verwacht wordt dat het aantal diabetespatiënten nog verder zal toenemen. De voornaamste reden voor deze stijging zijn overgewicht, te weinig beweging en de vergrijzing van de bevolking. Daarnaast zorgt de toegenomen alertheid van huisartsen en de mensen zelf voor een toename in het aantal gediagnosticeerde patiënten. Actieprogramma Diabeteszorg beter en Nationaal diabetes preventie programma Het diabetesbeleid van VWS hangt nauw samen met het beleid op het gebied van overgewicht en

44 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 44 bewegen. Het kabinet wil dat het aantal patiënten met diabetes tussen 2005 en 2025 met niet meer dan 15 procent stijgt. Daarbij mag 65 procent van de diabetespatiënten geen complicaties hebben. Met het actieprogramma Diabeteszorg Beter wil de minister van VWS gedurende de periode de diabetesproblematiek aanpakken, voornamelijk door de zorg in de keten te versterken. Samenhang tussen behandelaars is immers essentieel voor de tijdige herkenning en goede behandeling van diabetes. Het actieprogramma kent vier lijnen: Mogelijk maken van inkoop van goede diabeteszorg, onder andere met behulp van een speciale transmurale diagnose-behandelcombinatie (dbc) voor diabetes; Regionaal bundelen van expertise uit diverse disciplines en verder professionaliseren van beroepsbeoefenaren; Volop inzetten van ondersteunende ICT en het stimuleren van goede initiatieven en innovatie; Meer voorlichting over de ernst van diabetes en het belang van goede behandeling. De oorspronkelijke opzet van dit actieprogramma is gericht op verbetering van zorg van mensen die al diabetes hebben. Aan dit actieprogramma zal dan ook een nieuw programma worden toegevoegd, namelijk het nationaal diabetes preventie programma. Dit zal op basis van de lopende voorlichtingscampagne Kijk op diabetes- ontwikkeld worden door de Nederlandse Diabetes Federatie, samen met de partijen die al aan deze campagne deelnemen. Het programma bevat algemene publieksvoorlichting en een meerjarige campagne voor groepen met een hoog risico (mensen boven de 45 jaar met overgewicht, mensen met een lage sociaal economische status en mensen van Hindoestaanse, Marokkaanse en Turkse afkomst). Dit programma ontwikkelt ook leefstijlinterventies. Verder zal voorlichting en educatie gegeven worden aan mensen die al diabetes hebben. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) krijgt een belangrijke rol in het volgen, doorrekenen en beoordelen van effecten van de plannen bij diabetes wat betreft kosteneffectiviteit, onderzoek en gegevensverzameling.

45 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: BIJLAGE 2 TABELLEN Tabel 1 Bron: CBS 2005 Tabel 2 Bron: CBS 2005 Tabel 3 Bron: Gezondheidsenquête Volwassenen 19 tot 65 jaar - GGD Zuidhollandse Eilanden, 2005

46 Nota Volksgezondheid Hellevoetsluis pag: 46 Tabel 4 Bron: Gezondheidsenquête Volwassenen 19 tot 65 jaar - GGD Zuidhollandse Eilanden, 2005 Tabel 5 Bron: CBS 2005

Raadsvoorstel (gewijzigd)

Raadsvoorstel (gewijzigd) Raadsvoorstel (gewijzigd) BARCODE STICKER Nr. 2009-064 Houten, 17 november 2009 Onderwerp: Tweede kadernota Lokaal Gezondheidsbeleid 2010-2013 Beslispunten: 1. In te stemmen met de volgende in de tweede

Nadere informatie

GGD Hollands Noorden. en wijkverpleegkundigen met S1-taken

GGD Hollands Noorden. en wijkverpleegkundigen met S1-taken GGD Hollands Noorden en wijkverpleegkundigen met S1-taken Waarom een GGD? Wet Publieke Gezondheidszorg (WPG): Gezondheidsbeschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen voor de bevolking of specifieke

Nadere informatie

Raadsvergadering, 29 januari 2008. Voorstel aan de Raad

Raadsvergadering, 29 januari 2008. Voorstel aan de Raad Raadsvergadering, 29 januari 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 206 Agendapunt: 8 Datum: 11 december 2007 Onderwerp: Vaststelling speerpunten uit de conceptnota Lokaal Gezondheidsbeleid Wijk bij Duurstede 2008-2011

Nadere informatie

Strategische Agenda Een gezond en veilig bestaan voor onze inwoners in Zaanstreek-Waterland

Strategische Agenda Een gezond en veilig bestaan voor onze inwoners in Zaanstreek-Waterland Strategische Agenda 2018-2021 Een gezond en veilig bestaan voor onze inwoners in Zaanstreek-Waterland Vastgesteld Algemeen Bestuur 18 oktober 2018 Inleiding In de door het Algemeen Bestuur in december

Nadere informatie

Onderwerp: Verlengen nota Lokaal gezondheidsbeleid Wijk bij Duurstede 2008-2011

Onderwerp: Verlengen nota Lokaal gezondheidsbeleid Wijk bij Duurstede 2008-2011 Raadsvergadering, 31 januari 2012 Voorstel aan de Raad Onderwerp: Verlengen nota Lokaal gezondheidsbeleid Wijk bij Duurstede 2008-2011 Nr.: 483 Agendapunt: 11 Datum: 31 januari 2012 Onderdeel raadsprogramma:

Nadere informatie

Bestuursopdracht Raad

Bestuursopdracht Raad Bestuursopdracht Raad Natuurlijk: gezond! Uitgangspunten notitie lokaal gezondheidsbeleid Naam ambtenaar: P.M. Veldkamp Datum: 18 april 2008 1. Aanleiding. Gemeenten zijn verplicht om iedere vier jaar

Nadere informatie

Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016

Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016 Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020 Workshop 18 februari 2016 Programma 9.30 uur Welkom Toelichting VTV 2014 en Kamerbrief VWS landelijk gezondheidsbeleid Concept Positieve Gezondheid Wat is integraal gezondheidsbeleid?

Nadere informatie

agendanummer afdeling Simpelveld VI- 38 Burgerzaken 21 oktober 2008 onderwerp Uitvoeringsnota Gemeentelijk gezondheidsbeleid

agendanummer afdeling Simpelveld VI- 38 Burgerzaken 21 oktober 2008 onderwerp Uitvoeringsnota Gemeentelijk gezondheidsbeleid Aan de raad agendanummer afdeling Simpelveld VI- 38 Burgerzaken 21 oktober 2008 onderwerp Uitvoeringsnota Gemeentelijk gezondheidsbeleid 2008-2011 Inleiding Op grond van Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid

Nadere informatie

PROGRAMMABEGROTING

PROGRAMMABEGROTING PROGRAMMABEGROTING 2016-2019 Programma 1 : Zorg, Welzijn, Jeugd en Onderwijs 1A Lokale gezondheidszorg Inleiding Op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg) heeft de gemeente de taak door middel van

Nadere informatie

Nota gezondheidsbeleid Eemnes Aandachtpunten en/of mogelijkheden bij uitvoering van prioriteiten

Nota gezondheidsbeleid Eemnes Aandachtpunten en/of mogelijkheden bij uitvoering van prioriteiten Bijlage I. Aandachtpunten en/of mogelijkheden bij uitvoering van prioriteiten 3.1 schadelijk alcoholgebruik aansluitende lokale activiteiten uit het Plan van Aanpak uit. Het college zal nog een uitgewerkt

Nadere informatie

Onderwerp: Nota lokaal gezondheidsbeleid: Gezondheid, welzijn en welbevinden.

Onderwerp: Nota lokaal gezondheidsbeleid: Gezondheid, welzijn en welbevinden. Vergadering: 21 5 2013 Agendanummer: 7 Status: Opiniërend Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar L.W.Top, 0595 447716 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. L.W.Top) Aan de gemeenteraad, Onderwerp:

Nadere informatie

PROGRAMMABEGROTING 2015-2018

PROGRAMMABEGROTING 2015-2018 PROGRAMMABEGROTING 2015-2018 Programma 1 : Zorg, Welzijn, Jeugd en Onderwijs 1A Lokale gezondheidszorg Inleiding Op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg) heeft de gemeente de taak door middel van

Nadere informatie

Lokaal gezondheidsbeleid 2008-2012. En morgen gezond weer op! december 2007

Lokaal gezondheidsbeleid 2008-2012. En morgen gezond weer op! december 2007 Lokaal gezondheidsbeleid 2008-2012 En morgen gezond weer op! december 2007 Colofon Het format met basisteksten is ontwikkeld door de Drentse werkgroep Gemeenten GGD. Dit in opdracht van het portefeuillehoudersoverleg

Nadere informatie

1. Aanleiding voor de liquidatie. Bijlage (gemeenten HW)

1. Aanleiding voor de liquidatie. Bijlage (gemeenten HW) Bijlage (gemeenten HW) Voorstel opheffing Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuidhollandse Eilanden en aansluiting bij de GGD van de gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid Onze gemeente

Nadere informatie

Voorbeeldadvies Cijfers

Voorbeeldadvies Cijfers Voorbeeldadvies GGD Twente heeft de taak de gezondheid van de Twentse jeugd, volwassenen en ouderen in kaart te brengen. In dit kader worden diverse gezondheidsmonitoren afgenomen om inzicht te verkrijgen

Nadere informatie

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg 2012-2014. Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg 2012-2014. Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg 2012-2014 Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid Raadscarrousel Drechtsteden 2 oktober 2012 Opbouw presentatie 1. Maatschappelijke Zorg (Wmo prestatievelden 7, 8 en

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Inleiding

Raadsvoorstel. Inleiding Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 20 maart 2019 Portefeuillehouder Carla Kreuk- Wildeman Begrotingsprogramma Sociaal Domein (programma 2) Onderwerp Lokale gezondheidsagenda Tiel 2019-2022 Besluit

Nadere informatie

De kernboodschappen voor het gezondheidsbeleid van Westvoorne zijn:

De kernboodschappen voor het gezondheidsbeleid van Westvoorne zijn: Startnotitie Lokaal Gezondheidsbeleid 2014-2017 Inleiding Voor u ligt de startnotitie Lokaal Gezondheidsbeleid van de gemeente Westvoorne. De startnotitie is bedoeld als richtinggevend kader voor de komende

Nadere informatie

Startnotitie Nota Lokaal Gezondheidsbeleid

Startnotitie Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Startnotitie Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2008-2011 April 2008 Castricum Inleiding Voor het tijdvak 2007 tot en met 2010 vraagt het ontwikkelen van de Nota Lokaal gezondheidsbeleid de aandacht. In bijgevoegde

Nadere informatie

De GGD Hollands Midden nader belicht Sjaak de Gouw 26 juni 2013

De GGD Hollands Midden nader belicht Sjaak de Gouw 26 juni 2013 De GGD Hollands Midden nader belicht Sjaak de Gouw 26 juni 2013 Inhoud Kerngegevens RDOG Hollands Midden Wettelijk kader GGD Hollands Midden Korte bespreking producten (basistaken en overige taken) Enkele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 001 Programma voor Jeugd en Gezin Nr. 83 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

PFO-Samenleving Hoeksche Waard Bestuurscommissie Volksgezondheid Zuid-Holland Zuid

PFO-Samenleving Hoeksche Waard Bestuurscommissie Volksgezondheid Zuid-Holland Zuid B&W voorstel Onderwerp Afdeling Product Zaaknummer Vaststelling regionale nota Volksgezondheid Beleid & Ontwikkeling AFDKP11 - Afdelingskostenplaats B&O Z-11.06546 Stuknummer Algemeen besluit nr. 870 Publicatie

Nadere informatie

Beleidsplan Gezondheid Samen vooraan: aan de slag met preventie!

Beleidsplan Gezondheid Samen vooraan: aan de slag met preventie! Beleidsplan Gezondheid 2019-2022 Samen vooraan: aan de slag met preventie! Inhoud Onze taken 3 Onze missie 5 Onze visie 5 Zo staan we bekend! 5 Onze ambities 5 Vier thema's BELEIDSPLAN GEZONDHEID 1 BELEIDSPLAN

Nadere informatie

Bestuursagenda NOG Gezonder. Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 11 april versie 1.3

Bestuursagenda NOG Gezonder. Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 11 april versie 1.3 Bestuursagenda 2019-2023 NOG Gezonder Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 11 april 2019 versie 1.3 Bestuurssamenvatting Het nieuwe Algemeen Bestuur van GGD Noord- en Oost-Gelderland legt in deze Bestuursagenda

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2. Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2. Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2 Raadsvergadering van 11 juni 2009 Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk Verantwoordelijke portefeuillehouder: A. Grootenboer-Dubbelman SAMENVATTING

Nadere informatie

Stichting CJG Rijnmond Organisatie voor jeugdgezondheidszorg en opvoedingsondersteuning. 23 maart 2011 Joy Ek en Els van t Klooster

Stichting CJG Rijnmond Organisatie voor jeugdgezondheidszorg en opvoedingsondersteuning. 23 maart 2011 Joy Ek en Els van t Klooster Stichting CJG Rijnmond Organisatie voor jeugdgezondheidszorg en opvoedingsondersteuning 23 maart 2011 Joy Ek en Els van t Klooster Functies Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeentelijke taken en functies vanuit

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 12 juni 2007 Nummer voorstel: 2007/75

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 12 juni 2007 Nummer voorstel: 2007/75 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 12 juni 2007 Nummer voorstel: 2007/75 Voor raadsvergadering d.d.: 11 september 2007 Agendapunt:

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad, Directie Inwoners Ingekomen stuk D11 (PA 18 juni 2008) Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024)

Nadere informatie

Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven

Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven Aanleiding voor de werkconferenties Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) brengt in het najaar van 2006 een tweede Preventienota

Nadere informatie

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen Gezondheidsachterstanden Gelijke kansen voor iedereen Goede gezondheid: niet voor iedereen Een goede gezondheid is een groot goed, voor de individuele burger én voor de samenleving als geheel. We worden

Nadere informatie

Convenant Samenwerking Zorgkantoor Coöperatie VGZ Gemeente Nijmegen

Convenant Samenwerking Zorgkantoor Coöperatie VGZ Gemeente Nijmegen Convenant Samenwerking Zorgkantoor Coöperatie VGZ Gemeente Nijmegen Partijen Het Zorgkantoor Nijmegen,( Coöperatie VGZ. hierna te noemen het Zorgkantoor, De Coöperatie VGZ Hierna te noemen VGZ, en het

Nadere informatie

Lokale paragraaf gezondheidsnota

Lokale paragraaf gezondheidsnota Lokale paragraaf gezondheidsnota Aanleiding: Gemeenten hebben de wettelijke taak om de gezondheid van hun burgers te beschermen en te bevorderen. Deze taak staat beschreven in de Wet Publieke Gezondheid.

Nadere informatie

Algemeen Bestuur GGD-RR. Datum vergadering: Agendapunt nr.: Onderwerp: Benchmark GGD (Gemeentelijke GezondheidsDiensten) Nederland

Algemeen Bestuur GGD-RR. Datum vergadering: Agendapunt nr.: Onderwerp: Benchmark GGD (Gemeentelijke GezondheidsDiensten) Nederland Gemeenschappelijke Regeling Overleg: Algemeen Bestuur GGD-RR Datum vergadering: 13-12-2018 Agendapunt nr.: 13.9 Onderwerp: Benchmark GGD (Gemeentelijke GezondheidsDiensten) Nederland Gevraagde beslissing:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 606 Jeugdzorg 2003 2006 Nr. 24 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

NOTA LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID DEURNE 2012-2015

NOTA LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID DEURNE 2012-2015 NOTA LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID DEURNE 2012-2015 Deurne, december 2011 Colofon: Portefeuillehouder: Samenstellers: J.P. Ragetlie R. Horbach, GGD Brabant-Zuidoost W. Evers, beleidsmedewerker zorg en volksgezondheid

Nadere informatie

gemeente Eindhoven 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes

gemeente Eindhoven 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes gemeente Eindhoven Dienst Bestuursondersteuning Raadsbijlage nummer S6 Inboeknummer 99NOOOO22 Beslisdatum B&W a3 februari tggg Dossiernummer go8.203 Raadsbijlage Voorstel tot het uitwerken van het gezondheidsbeleid

Nadere informatie

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2012-2015 Wettelijk kader Gewijzigde Wet Publieke Gezondheid (januari 2012) Wijzigingen betreffen drie thema s, te weten: 1. Betere voorbereiding op infectieziektecrisis 2.

Nadere informatie

Zorg voor Jeugd in Vlaardingen

Zorg voor Jeugd in Vlaardingen Zorg voor Jeugd in Vlaardingen Inge Parlevliet CJG Rijnmond 1 Alles onder 1 dak Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is het centrale punt waar jongeren (0-23) ouders/verzorgers, aanstaande ouders en professionals

Nadere informatie

Bijlage 3 Jaarprogramma gemeente Meerssen 2008 (inclusief Jeugdgezondheidszorg)

Bijlage 3 Jaarprogramma gemeente Meerssen 2008 (inclusief Jeugdgezondheidszorg) Bijlage 3 Jaarprogramma gemeente Meerssen 2008 (inclusief Jeugdgezondheidszorg) Deze bijlage is een eerste aanzet. Aan de hand van het nieuwe productenboek van de GGD Zuid - Limburg zal het jaarprogramma

Nadere informatie

Gezonde Opgave

Gezonde Opgave 2014-2018 mei 2014 14 0187 2014-2018 mei 2014 Beleidsadviseur Maatschappelijke Zaken 4 Voorwoord De titel staat voor de verbinding die deze nota beoogt inwoners, het handelt tevens over het wonen in een

Nadere informatie

CONCEPT NOTA LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID 2009-2012 GEMEENTE TYNAARLO. Vastgesteld door de Raad van de gemeente Tynaarlo d.d.

CONCEPT NOTA LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID 2009-2012 GEMEENTE TYNAARLO. Vastgesteld door de Raad van de gemeente Tynaarlo d.d. CONCEPT NOTA LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID 2009-2012 GEMEENTE TYNAARLO Vastgesteld door de Raad van de gemeente Tynaarlo d.d. 1 Inleiding De raad moet 1 x per 4 jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid

Nadere informatie

1: Missie, Visie en Doelstellingen van de Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ

1: Missie, Visie en Doelstellingen van de Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ 1: Missie, Visie en Doelstellingen van de Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ Missie De dienst draagt bij aan een vitale samenleving en gezonde inwoners in de regio Zuid-Holland Zuid. Visie Wij zijn de gemeentelijke

Nadere informatie

Stand van zaken notitie Integrale Jeugdgezondheidszorg.

Stand van zaken notitie Integrale Jeugdgezondheidszorg. Stand van zaken notitie Integrale Jeugdgezondheidszorg. Op 1 januari 2003 is de gewijzigde Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) in werking getreden. Dit houdt voor de Jeugdgezondheidszorg (JGZ)

Nadere informatie

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september 2009 Programma 1. Opening door wethouder Everink 2. Toelichting op gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid Locale Educatieve Agenda (LEA) Centrum voor Jeugd en Gezin

Nadere informatie

1: Missie, Visie en Doelstellingen van de Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ

1: Missie, Visie en Doelstellingen van de Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ 1: Missie, Visie en Doelstellingen van de Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ Missie De dienst draagt bij aan een vitale samenleving en gezonde inwoners in de regio Zuid-Holland Zuid. Visie Wij zijn de gemeentelijke

Nadere informatie

RIS.3934 Emmen Gezond Nota lokaal gezondheidsbeleid

RIS.3934 Emmen Gezond Nota lokaal gezondheidsbeleid RIS.3934 Emmen Gezond Nota lokaal gezondheidsbeleid 2010-2015 gemeente Emmen november 2009 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenvatting 4 Inleiding 5 Deel I Gezondheid: rijk, gemeente en het gezondheidsbeleid

Nadere informatie

JOGG HELLEVOETSLUIS 2014 2016

JOGG HELLEVOETSLUIS 2014 2016 JOGG HELLEVOETSLUIS 2014 2016 Afdeling Samenlevingszaken, november 2013 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Achtergrond... 4 2.1. Gezondheidsbevordering... 4 2.2. Integrale aanpak... 4 3. Probleemstelling... 5

Nadere informatie

Factsheet GGD Hollands Noorden. M T W

Factsheet GGD Hollands Noorden. M T W T 088 01 00 500 M info@ggdhn.nl W www.ggdhn.nl Inhoudsopgave Over de GGD... 3 Jeugdgezondheidszorg... 4 Infectieziektenbestrijding... 5 Kwetsbare burgers... 6 Onderzoek, beleid en preventie... 7 Colofon...

Nadere informatie

Wij bewaken door gezondheidsrisico s en onveiligheid te signaleren en de inzichten hierover actief te verspreiden.

Wij bewaken door gezondheidsrisico s en onveiligheid te signaleren en de inzichten hierover actief te verspreiden. Naam gemeenschappelijke regeling: GGD Hollands Noorden Jaarrekening 2017 Wat wilden we bereiken? Welke (maatschappelijke) doelen waren vastgesteld? GGD Hollands Noorden bewaakt, beschermt en bevordert

Nadere informatie

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie ACHTERGRONDINFORMATIE COMMISSIE SOCIALE INFRASTRUCTUUR 15 MEI 2008 1. Inleiding

Nadere informatie

BESLUITEN. B&W-nr.: 07.0267 d.d. 6-3-2007

BESLUITEN. B&W-nr.: 07.0267 d.d. 6-3-2007 Behoudens advies van de commissie OWZ B&W-nr.: 07.0267 d.d. 6-3-2007 Onderwerp Ondertekening convenant Ketenaanpak jeugdbeleid, jeugdzorg en gezinsondersteuning (vroegsignalering en zorgcoördinatie) Zuid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 001 Programma voor Jeugd en Gezin Nr. 72 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Uitwerking Kadernota Jeugd

Uitwerking Kadernota Jeugd Bijlage I bij besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn van 29 mei 2008, nr 2008/5681 (raadsbesluit 2008/35) Uitwerking Kadernota Jeugd Algemene inleiding Van de deelprogramma s 3 en 4 Jeugd

Nadere informatie

Gezondheid dichtbij. Samenvatting landelijke nota gezondheidsbeleid 2011

Gezondheid dichtbij. Samenvatting landelijke nota gezondheidsbeleid 2011 Gezondheid dichtbij Samenvatting landelijke nota gezondheidsbeleid 2011 Auteur: team Lokaal Gezondheidsbeleid DMS: 92576 Titel: Gezondheid dichtbij Versie: 1 Datum: 26 mei 2011 GGD West-Brabant Inleiding

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2009-2012. Maart 2009. Nota Lokaal gezondheidsbeleid 2009-2012

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2009-2012. Maart 2009. Nota Lokaal gezondheidsbeleid 2009-2012 Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2009-2012 Maart 2009 1 Inhoud Voorwoord... 3 1 Inleiding... 4 1.1 Openbare gezondheid... 4 1.2 Het wettelijke kader... 4 1.3 Samenhang WPG en Wmo... 5 1.4 Lokaal gezondheidsbeleid...

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. WPG / Ouderen. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport WPG / Ouderen

Regionale VTV 2011. WPG / Ouderen. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport WPG / Ouderen Regionale VTV 2011 WPG / Ouderen Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport WPG / Ouderen Auteurs: Drs. L. de Geus, GGD West-Brabant M. Spermon, GGD Brabant-Zuidoost

Nadere informatie

Startnotitie jeugd- en jongerenbeleid Dalfsen 2009-2012 Segment-groep, J. de Zeeuw september 2008

Startnotitie jeugd- en jongerenbeleid Dalfsen 2009-2012 Segment-groep, J. de Zeeuw september 2008 Startnotitie jeugd en jongerenbeleid Dalfsen 20092012 Segmentgroep, J. de Zeeuw september 2008 1. Inleiding De gemeente wil de huidige nota jeugdbeleid 20052008 evalueren en een nieuwe nota integraal jeugdbeleid

Nadere informatie

Sector/stafafdeling: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie de Raad 26 maart 2019

Sector/stafafdeling: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie de Raad 26 maart 2019 Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Wethouder Van Ravenhorst Ter behandeling in de vergadering van: de commissie de Raad 26 maart 2019 Onderwerp: Regionaal plan beschermd wonen en maatschappelijke

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp: Conceptbegroting GGD Drenthe 2010-2013

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp: Conceptbegroting GGD Drenthe 2010-2013 Onderwerp: Conceptbegroting GGD Drenthe 2010-2013 Voorgesteld besluit: 1. Kennis nemen van bijgaande concept Beleidsbegroting 2010-2013 van de GGD Drenthe van 27 maart 2009. 2. De Raad adviseren om de

Nadere informatie

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Workshop verzorgd door: Rob Gilsing (SCP) Hans Migchielsen (Jeugd en Onderwijs) Opzet: inhoudelijke karakterisering lokaal educatieve agenda: Landelijk (relatie

Nadere informatie

Activiteiten gericht op het behalen van de doelstellingen van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid

Activiteiten gericht op het behalen van de doelstellingen van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid Activiteiten gericht op het behalen van de doelstellingen van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 Bijlage bij adviesnota AB 2 juli 2015 20 mei 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Gezondheidsbescherming

Nadere informatie

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant: Bouwstenen nota volksgezondheid 2013-2016 Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant: Renate Martens en Ivanka van der Veeken Bouwstenen Evaluatieverslag nota volksgezondheid 2008-2011 Landelijke nota gezondheidsbeleid

Nadere informatie

Utrecht Gezond! Een succesvolle aanpak tussen gemeente en zorgverzekeraar

Utrecht Gezond! Een succesvolle aanpak tussen gemeente en zorgverzekeraar Utrecht Gezond! Een succesvolle aanpak tussen gemeente en zorgverzekeraar Utrecht gezond! Gemeente Utrecht en Door: Ellen van der Voorst en Victor Everhardt Achmea, divisie Zorg & Gezondheid werken samen

Nadere informatie

Besluit Raad Nr. Datum 0 6 JUL 2015

Besluit Raad Nr. Datum 0 6 JUL 2015 f r -,*;! gemeente Montfoorl Besluit Raad Nr. Datum 0 6 JUL 2015 RAADSVOORSTEL ter besluitvorrning in de raad Datum Forum vergadering 9 juni 2015 Zaaknummer :154279 Datum Raadsvergadering 22ju*rZ0l5 jwu

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

Verslaglegging bijeenkomst voor informatie en opinie 3 februari 2010 van 19.30 uur tot 20.30 uur

Verslaglegging bijeenkomst voor informatie en opinie 3 februari 2010 van 19.30 uur tot 20.30 uur Verslaglegging bijeenkomst voor informatie en opinie 3 februari 2010 van 19.30 uur tot 20.30 uur Aanwezigen: Dhr. R. van Lavieren, voorzitter Mw. M.J.H. Barra-Leenheer, PvdA Dhr. O. Yilmaz, PvdA Dhr. dr.ir.

Nadere informatie

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks Vanessa Peters, GGD Gelderland Midden Marinka de Feijter, GGD N-O Gelderland Ineke van der Vlugt, Rutgers WPF 1

Nadere informatie

Kerncijfers van de gemeente Leiden (gezondheidspeiling 2012)

Kerncijfers van de gemeente Leiden (gezondheidspeiling 2012) Kerncijfers van de gemeente Leiden (gezondheidspeiling 2012) Gezondheid Leiden Hollands Midden 19-64 65+ 19-64 65+ één of meer chronische aandoeningen 50% 78% 51% 78% onder behandeling voor één of meer

Nadere informatie

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011 Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings

Nadere informatie

Volksgezondheid en milieu

Volksgezondheid en milieu Portefeuillehouders Wethouder T. Van Hulsel Wethouder M. Kuijken Wethouder S. Luijten Volksgezondheid en milieu Taakveld 7 Volksgezondheid en milieu Wat gaan we bereiken en wat gaan we doen? De gemeente

Nadere informatie

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams Vangnet 0-99 Onafhankelijke regie Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sociaal medische contractering Jeugd Organisatie wijkteams Lokaal beeld van de transities Wilt u wijkgericht

Nadere informatie

Samen Beter. Lokaal Gezondheidsbeleid gemeente Hardenberg 2008 2011

Samen Beter. Lokaal Gezondheidsbeleid gemeente Hardenberg 2008 2011 Samen Beter Lokaal Gezondheidsbeleid gemeente Hardenberg 2008 2011 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Algemeen Gezondheidsbeleid 3 2.1 GGD IJssel-Vecht 3 2.2 Financieel overzicht Algemeen Gezondheidsbeleid 3 2.3

Nadere informatie

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2009-2012. gemeente Westvoorne

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2009-2012. gemeente Westvoorne Nota Lokaal Gezondheidsbeleid 2009-2012 gemeente Oktober 2009 Voorwoord Met gepaste trots presenteren wij u hierbij de nota gemeentelijke gezondheidsbeleid voor de gemeente. Voor de gemeente is dit de

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier B&W.nr. 08.1145, d.d. 25 november 2008 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Sluiten samenwerkingsconvenant 'Veerkracht' in het kader van preventie van depressie bij ouderen in Leiden Zuidwest BESLUITEN Behoudens

Nadere informatie

Bijlage 2. Beleidskader

Bijlage 2. Beleidskader Bijlage 2. Beleidskader Scholen stellen beleid vast over allerlei onderwerpen, bijvoorbeeld over veiligheid, kwaliteit en diversiteit. Gezondheid is een van de onderwerpen die in het schoolbeleid aan de

Nadere informatie

Portefeuillehouder : W.J.J. Ligtenberg Datum collegebesluit : 16 februari 2016 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : W.J.J. Ligtenberg Datum collegebesluit : 16 februari 2016 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : W.J.J. Ligtenberg Datum collegebesluit : 16 februari 2016 Corr. nr.: 2016.02807 Onderwerp : GGD: Kadernota 2017 'Gezondheid gaat verder' Programma : 2. Welzijn, zorg en onderwijs

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2016-2019 3.2 Zorg (Wmo) 20 Programmabegroting 2016-2019 3.2.1 Wat wil Gouda bereiken? De implementatie van de nieuwe taken en verantwoordelijkheden tengevolge van de decentralisaties

Nadere informatie

Convenant Centrum Jeugd en Gezin Tynaarlo

Convenant Centrum Jeugd en Gezin Tynaarlo Convenant Centrum Jeugd en Gezin Tynaarlo Samenwerken in het CJG Tynaarlo Periode: 2010-2014 1 ALGEMEEN Samenwerken in het Centrum Jeugd en Gezin Tynaarlo Dit convenant maakt deel uit van het ontwikkelingsplan

Nadere informatie

Regie, zorg aan en preventie van gezondheidsachterstanden bij asielzoekers

Regie, zorg aan en preventie van gezondheidsachterstanden bij asielzoekers Regie, zorg aan en preventie van gezondheidsachterstanden bij asielzoekers Hier komt tekst RIB - 8 juni 2017 Jan Hier Braat komt ook tekst Evy Hochheimer Opvang asielzoekers en Gezondheidszorg Asielzoekers

Nadere informatie

GGD regio Utrecht. Uw gemeentelijke gezondheidsdienst Nicolette Rigter, Directeur Publieke Gezondheid

GGD regio Utrecht. Uw gemeentelijke gezondheidsdienst Nicolette Rigter, Directeur Publieke Gezondheid GGD regio Utrecht Uw gemeentelijke gezondheidsdienst Nicolette Rigter, Directeur Publieke Gezondheid GGD regio Utrecht in het kort 26 gemeenten: 6 subregio s incl. de stad Utrecht 1,2 miljoen inwoners

Nadere informatie

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Marian van Leeuwen 19 november 2012 Doelen JGZ (bron NCJ) 1. preventieve gezondheidszorg bieden aan alle kinderen in Nederland van 0-19 jaar. 2. De lichamelijke, psychische,

Nadere informatie

Trends binnen en buiten ons vakgebied. Raadsinformatieavond 14 juni Beleidsvisie GGD Aanleiding.

Trends binnen en buiten ons vakgebied. Raadsinformatieavond 14 juni Beleidsvisie GGD Aanleiding. Raadsinformatieavond 14 juni 2016 Beleidsvisie GGD 2017-2021 Aanleiding Inhoud Raakvlakken beleidsvisie - lokale situatie Boekel Begroting 2017 Trends binnen en buiten ons vakgebied De GGD speelt zo veel

Nadere informatie

B en W d.d

B en W d.d B en W. 13.1048 d.d. 19-11-2013 Onderwerp Nota Lokaal gezondheidsbeleid Besluiten:Behoudens advies van de commissie 1. De bijgevoegde conceptnota Lokaal gezondheidsbeleid Ruimte maken voor gezondheid voor

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 59172 Datum : 10 juni 2014 Programma : Welzijn Volksgezondheid Blad : 1 van 5 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder: mw.

Nadere informatie

STARTNOTITIE NOTA LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID STEDE BROEC

STARTNOTITIE NOTA LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID STEDE BROEC STARTNOTITIE NOTA LOKAAL GEZONDHEIDSBELEID STEDE BROEC 2013 2017 Inlichtingen bij: Bert van Elswijk Afdeling Welzijn Telefoon: 0228-510173 (di-wo-do) Email:bvanelswijk@stedebroec.nl MEI 2012 1 INHOUD 1.

Nadere informatie

9 maart 2015 Judith Lemmen regiomanager Land van Cuijk

9 maart 2015 Judith Lemmen regiomanager Land van Cuijk 9 maart 2015 Judith Lemmen regiomanager Land van Cuijk GGD = Gemeentelijke GezondheidsDienst Publieke Gezondheid & veiligheid is wettelijke taak. Alle 400 gemeenten hebben eigen GGD. GGD is van jullie:

Nadere informatie

VOORSTEL OPSCHRIFT. Vergadering van december 2013. Onderwerp:

VOORSTEL OPSCHRIFT. Vergadering van december 2013. Onderwerp: VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van december 2013 Besluit nummer: 2013_Raad_00078 Onderwerp: Procesnota - Lokaal gezondheidsbeleid 2014-2017 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: In dit voorstel wordt

Nadere informatie

Startnotitie nota gezondheidsbeleid Land van Heusden en Altena 2013-2016

Startnotitie nota gezondheidsbeleid Land van Heusden en Altena 2013-2016 Startnotitie nota gezondheidsbeleid Land van Heusden en Altena 2013-2016 Startnotitie nota gezondheidsbeleid Land van Heusden en Altena 1 AANLEIDING De gemeenten in het Land van Heusden en Altena hebben

Nadere informatie

Afdeling: Behandelend ambtenaar: Anke de Vries. Telefoonnummer:

Afdeling: Behandelend ambtenaar: Anke de Vries. Telefoonnummer: BEHANDELINGSVOORSTEL IN DE RAADSCOMMISSIE Commissie: Samenleving en Zorg Afdeling: Samenlevingszaken Datum: 17 december 2012 Behandelend ambtenaar: Anke de Vries Telefoonnummer: 0512-581 280 Agendapunt:

Nadere informatie

Welzijn Nieuwe Stijl. preventie zorg en opvang. 27 juni 2011

Welzijn Nieuwe Stijl. preventie zorg en opvang. 27 juni 2011 Welzijn Nieuwe Stijl 27 juni 2011 Prestatieveld 7: het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang Prestatieveld 8: het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Integrale Jeugdgezondheidszorg Regio WEST BRABANT

NIEUWSBRIEF. Integrale Jeugdgezondheidszorg Regio WEST BRABANT NIEUWSBRIEF Integrale Jeugdgezondheidszorg Regio WEST BRABANT Inleiding: Op 1 januari 2003 krijgen gemeenten de regie over de totale preventieve Jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor kinderen tot 19 jaar. Naast

Nadere informatie

Publieke Gezondheid en De Dienst Gezondheid & Jeugd. Commissievergadering Samenleving Papendrecht 13 april

Publieke Gezondheid en De Dienst Gezondheid & Jeugd. Commissievergadering Samenleving Papendrecht 13 april Publieke Gezondheid en De Dienst Gezondheid & Jeugd Commissievergadering Samenleving Papendrecht 13 april 2017 1 Wat doet de DG&J? https://www.youtube.com/watch?v=g9a1aynkl2m 2 GR DIENST GEZONDHEID & JEUGD

Nadere informatie

Kinderen/jeugdigen hebben hun plek in de openbare ruimte/de samenleving. Een sterk jeugd- en jongerenwerk gebaseerd op Welzijn Nieuwe Stijl

Kinderen/jeugdigen hebben hun plek in de openbare ruimte/de samenleving. Een sterk jeugd- en jongerenwerk gebaseerd op Welzijn Nieuwe Stijl Vrije Tijd 2012- Optimale ontmoetings- en De jeugd faciliteren om elkaar te ontwikkelingsmogelijkheden voor ontmoeten in de eigen omgeving kinderen en jeugdigen zodat zij hun sociale netwerken opbouwen

Nadere informatie

Uitvraag Vrouwenopvang

Uitvraag Vrouwenopvang Uitvraag Vrouwenopvang 2018-2019 Beleidsambities Een veilig thuis 2015-2020 In de regiovisie Een veilig thuis 2015-2020 zijn de beleidskaders voor de periode 2015-2020 vastgelegd. De inzet van het beleid

Nadere informatie

ADVIESNOTA. Hattem kiest met JOGG voor samenwerking aan een gezonde jeugd. Inleiding. Achtergrond Gezondheidsbevordering.

ADVIESNOTA. Hattem kiest met JOGG voor samenwerking aan een gezonde jeugd. Inleiding. Achtergrond Gezondheidsbevordering. ADVIESNOTA Hattem kiest met JOGG voor samenwerking aan een gezonde jeugd Inleiding Een gezonde jeugd. Dat is wat onze gemeente wil. Overgewicht onder jongeren vormt echter een bedreiging. Daarom is bestrijding

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Beleidskader maatschappelijk zorg besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Beleidskader maatschappelijk zorg besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen Raadsvoorste l Raadsvoorstel Beleidskader maatschappelijk zorg 2017-2025 doel: aan: besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen zaaknummer: 164032 datum voorstel: 31 oktober 2016 datum collegevergadering:

Nadere informatie

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk! Decentralisatie Jeugdzorg Van transitie naar transformatie Samen maken we het mogelijk! 13 oktober 2011 Drentse pilot jeugd Waar gaat het om? Opvoed- en opgroeiondersteuning Jeugdgezondheidszorg Opvoed-

Nadere informatie

O P L E G N O T I T I E

O P L E G N O T I T I E O P L E G N O T I T I E Voorstel ter behandeling in de vergadering van de Bestuurscommissie Gezondheid Datum 9 april 2014 Onderwerp Bijlage ten behoeve van agendapunt 4 Voorstel invulling nieuwe Basispakket

Nadere informatie

OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen van de nota lokaal gezondheidsbeleid

OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen van de nota lokaal gezondheidsbeleid gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke Onnvikkeling Raadsnummer 07.R2264.OOI Inboeknummer o7bstor347 Beslisdatum B%W tr september 2007 Dossiernummer 737.45I OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen

Nadere informatie