Deelovereenkomst van opdracht voor de levering van Dagelijkse Ondersteuning. tussen. De gemeente Rheden. De dienstverleners

Transcriptie

1 Deelovereenkomst van opdracht voor de levering van Dagelijkse Ondersteuning tussen De gemeente Rheden en De dienstverleners Definitieve versie okt 2015

2 DEZE DEELOVEREENKOMST VAN OPDRACHT VOOR DE LEVERING VAN DAGELIJKSE ONDERSTEUNING (de Deelovereenkomst) gaat in op , De gemeente Rheden (de gemeente), publiekrechtelijke rechtspersoon Rheden, gevestigd en kantoorhoudend aan Hoofdstraat 3, De Steeg, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer T. Vughts, wethouder, daartoe gemachtigd door de burgemeester van Rheden, mevrouw P. van Wingerden - Boers, bij haar besluit d.d , zulks ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van Rheden d.d en De dienstverleners Zijnde TUSSEN: 1. De gemeente Rheden en 2. De deelovereenkomst noemt de gemeente en dienstverleners gezamenlijk partijen en ook separaat van elkaar een partij. De deelovereenkomst noemt dienstverleners ook separaat van elkaar dienstverlener. 2

3 OVERWEGENDE DAT: (A) (B) (C) (D) (E) (F) De gemeente hun burgers die beperkingen kennen in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie wenst te ondersteunen. Dienstverleners de dienst dagelijkse ondersteuning aanbieden, waarmee zij burgers die beperkingen kennen in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie kunnen ondersteunen. Partijen onder zelfredzaamheid verstaan dat burgers in ieder geval zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen, voor zover zij daaraan de voorkeur geven, en maximaal zelfstandig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. De Transformatie inzake de 3 Decentralisaties (in casu de Wmo) onder andere vraagt om een andere definiëring van ondersteuning van en begeleiding aan kwetsbare burgers en dat combinaties van bekende voorzieningen in een nieuwe voorziening tegemoet komt aan die vraag. De gemeente heeft geconstateerd dat er momenteel ruim 140 cliënten zijn die naast hulp bij het huishouden ook begeleiding individueel ontvangen en is van mening dat deze twee vormen van ondersteuning gecombineerd moet kunnen worden in één voorziening en daarmee ook geleverd moet kunnen worden door één professional. De gemeente de wens heeft de Transformatie geleidelijk te laten verlopen en dat de tot stand te brengen nieuwe voorziening, omschreven in deze deelovereenkomst, alleen voor nieuwe en geherindiceerde cliënten geldt. (G) Voor de brede samenwerking tussen de gemeenten en dienstverleners een basisovereenkomst is afgesloten waar deze deelovereenkomst ook onder valt. HIEROM komen partijen overeen als volgt: 3

4 1. DEFINITIES (a) (b) (c) (d) (e) (f) (g) (h) (i) (j) Besluit: besluit van de gemeente houdende de vaststelling van de nodige dagelijkse ondersteuning, ook genoemd een beschikking; Cliënt: een inwoner van de gemeente Rheden die op basis van een besluit recht heeft op dagelijkse ondersteuning. Dagelijkse ondersteuning: een combinatie van huishoudelijke ondersteuning, begeleiding en persoonlijke verzorging zoals omschreven in artikel 2 van de deelovereenkomst van opdracht voor levering van dagelijkse ondersteuning. Dienstverlener: een entiteit die op basis van een besluit dagelijkse ondersteuning bij het huishouden aanbiedt aan cliënten, teneinde burgers die beperkingen kennen in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie te ondersteunen. Gemeente: de gemeente Rheden. Indicatie: het door de gemeente afgegeven besluit over de duur en zwaarte van de dagelijkse ondersteuning. Dienstverleningsopdracht: het akkoord en schriftelijke vastlegging van de uit te voeren (verdeling van) taken en de frequentie daarvan tussen cliënt en dienstverlener. Ondersteuningsperiode: achtereenvolgende periodes van in ieder geval 4 weken die gelijk oplopen met de door het CAK gehanteerde periodes. Ondersteuningsplan: het door cliënt, in overleg met de dienstverlener, op te stellen plan over de ondersteuningstaken en de frequentie van de levering van de afgesproken taken. Het laatstgenoemde binnen het besluit dat de cliënt heeft ontvangen. Zowel de dienstverlener als de cliënt ondertekenen het ondersteuningsplan. Voorziening: maatregel met als doel burgers, woonachtig binnen de gemeente effectief en efficiënt te ondersteunen bij het omgaan met die beperkingen die zij ondervinden in hun zelfredzaamheid en hun deelname aan het maatschappelijk verkeer. 2. VOORWERP 2.1 Resultaten: dienstverleners verrichten bij het uitvoeren van de voorziening dagelijkse ondersteuning activiteiten die zijn gericht op het bereiken van de volgende resultaten bij een cliënt, voor zover nodig om deze cliënt te ondersteunen: (a) de cliënt kan wonen in een schoon huis; (b) de cliënt kan dagelijks beschikken over voedsel; (c) de cliënt kan beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; (d) de cliënt kan de dagelijkse gebruikelijke zorg (niet zijnde opvoeding) voor de kinderen bieden; (e) de cliënt kan maximaal zelfstandig functioneren waarbij opname in een instelling dus niet nodig is en verwaarlozing voorkomen wordt; (f) de cliënt wordt gestimuleerd en begeleid in de maatschappelijke participatie en sociale contacten van; (g) de cliënt wordt begeleid en ondersteund bij (administratieve) handelingen. 4

5 2.2 Doelgroep: de voorziening dagelijkse ondersteuning is bedoeld voor cliënten die kampen met psychosociale problematiek en voor ouderen met afnemende regiemogelijkheden en een hulp bij het huishouden-behoefte. Daar waar een gecombineerde inzet van de oude Hulp bij het Huishouden en de oude H300 kan worden ingezet, is Dagelijkse ondersteuning aan de orde. Echter, daar waar de achteruitgang van de burger zodanig is dat deze relatief lichte vorm van begeleiding in Dagelijkse ondersteuning niet meer adequaat is, zal een andere voorziening geïndiceerd en toegekend worden. Deze opsomming is bedoeld als richtinggevend voor de begripsvorming maar is niet limitatief bedoeld. 2.3 Activiteiten: de activiteiten die de dienstverlener in ieder geval moet uitvoeren om de resultaten genoemd in artikel 2.1 te bereiken. 2.4 Dekking: dienstverleners bieden hun diensten aan binnen het gehele gebied van de gemeente. 2.5 Rangorde documenten: Alle bescheiden die een rol hebben gespeeld in de bestuurlijke aanbesteding vormen een integraal onderdeel van deze deelovereenkomst. Voor zover de bescheiden met elkaar in tegenspraak zijn, geldt de navolgende rangorde, waarbij het hoger genoemde document prevaleert boven het lagergenoemde: - deze deelovereenkomst inclusief bijlagen; - de basisovereenkomst Sociaal Domein - de algemene inkoopvoorwaarden van de gemeente. 3. DUUR VAN DE DEELOVEREENKOMST 3.1 Looptijd: de deelovereenkomst gaat in op 1 januari De deelovereenkomst kent een initiële looptijd van 6 jaar. De deelovereenkomst eindigt op de laatste kalenderdag van de laatste Ondersteuningsperiode van het jaar Verlengen: partijen verlengen de deelovereenkomst na ommekomst van de initiële looptijd steeds stilzwijgend met een jaar. Een partij die niet langer wil verlengen maakt dit schriftelijk kenbaar aan in ieder geval de gemeente, uiterlijk zes ondersteuningsperiodes voor het verstrijken van de looptijd. De gemeente informeert de overige partijen. 3.3 Opzeggen: de gemeente of een dienstverlener kan deelname aan deze deelovereenkomst schriftelijk (tussentijds) opzeggen, waarbij deze een termijn van zes ondersteuningsperiodes in acht moet nemen. Als een dienstverlener van deze mogelijkheid gebruik maakt, treedt deze per direct in overleg met de resterende partijen over de (mogelijke) overname van verplichtingen, zoals personeel en cliënten. 3.4 Gehele of gedeeltelijke ontbinding: als wetgeving op Rijksniveau wijzigt die maakt dat delen van deze deelovereenkomst niet langer uitvoerbaar zijn, dan beoordelen Partijen welke aanpassingen nodig zijn om die delen van de deelovereenkomst in lijn te brengen met de gewijzigde wetgeving. Als ook aanpassingen niet mogelijk zijn, besluiten partijen tot gehele of gedeeltelijke buitengerechtelijke ontbinding van deze deelovereenkomst. 5

6 3.5 Overname: dienstverleners verplichten zich ertoe dat bij de overdracht van hun onderneming aan een derde, of bij overdracht van de zeggenschap over hun onderneming aan een derde, of bij overdracht van de resultaten en activiteiten zoals in deze deelovereenkomst of in een voorziening beschreven aan een derde, dat die derde de rechten en verplichtingen zoals vastgelegd in deze deelovereenkomst ongewijzigd overneemt. 3.6 Uitsluiting: mocht tijdens de looptijd van de deelovereenkomst blijken dat een dienstverlener niet meer voldoet aan de in deze deelovereenkomst gestelde voorwaarden, dan kan de gemeente deze dienstverlener zonder verdere opgaaf van redenen van deelname aan de deelovereenkomst éénzijdig en per direct uitsluiten door middel van een buitengerechtelijke verklaring. Hierbij kan de gemeente wel de verplichting opleggen tot medewerking aan, waar mogelijk, de overname van personeel en cliënten. De gemeente is in die situatie geen schadevergoeding of vergoeding van andere kosten verschuldigd. 3.7 Toetreding: gedurende de looptijd van de deelovereenkomst kunnen nieuwe dienstverleners zich aanmelden. De gemeente kan deelname van dienstverleners aan deze deelovereenkomst alleen onthouden als die dienstverleners niet kunnen aantonen te voldoen aan de voorwaarden zoals in de basisovereenkomst en deze deelovereenkomst vastgesteld. Toetreding kan per 1 januari van een kalenderjaar waarbij de aankondiging van gewenste toetreding minimaal 3 maanden van tevoren moet zijn aangekondigd. 4. TOELATING EN UITSLUITING 4.1 Uitsluitingscriteria: de gemeente sluit een dienstverlener uit van deelname aan deze Deelovereenkomst als één of meer van de onderstaande criteria van toepassing zijn. (a) De dienstverlener is bij een onherroepelijk vonnis of arrest veroordeeld op grond van artikel 140, 177, 177a, 178, 225, 226, 227, 227a, 227b of 323a, 328ter, tweede lid, 416, 417, 417bis, 420bis, 420ter of 420quater van het Wetboek van Strafrecht. (b) De dienstverlener verkeert in staat van faillissement of van liquidatie, dienstverleners werkzaamheden zijn gestaakt, tegenover de dienstverlener geldt surseance van betaling of een akkoord of de dienstverlener verkeert in een andere vergelijkbare toestand. (c) Tegen de dienstverlener is faillissement of liquidatie aangevraagd of tegen de dienstverlener is een procedure van surseance van betaling of akkoord aanhangig gemaakt. (d) Tegen de dienstverlener is een rechterlijke uitspraak met kracht van gewijsde gedaan, waarbij een delict is vastgesteld dat in strijd is met zijn beroepsgedragsregels. (e) De dienstverlener heeft bij het verlenen van zijn diensten een ernstige fout begaan, vastgesteld op een grond die de gemeente of een deelnemende dienstverlener aannemelijk kan maken. (f) De dienstverlener heeft niet aan zijn verplichtingen voldaan ten aanzien van de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen. (g) De dienstverlener heeft niet voldaan aan zijn verplichtingen ten aanzien van de betaling van zijn belastingen. 6

7 (h) De dienstverlener heeft zich schuldig gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen die partijen bij toetreding tot deze deelovereenkomst kunnen verlangen, of die inlichtingen niet heeft verstrekt. 4.2 Handelsregister: de gemeente sluit een dienstverlener uit van deelname aan deze deelovereenkomst als hij niet staat ingeschreven in het handelsregister. 4.3 Kwaliteitsborging: de gemeente sluit een dienstverlener uit van deelname aan deze deelovereenkomst als hij niet beschikt over maatregelen om de kwaliteit van zijn werkzaamheden te borgen, aan te tonen conform artikel Eigen verklaring: voor wat betreft artikel 4 lid 1 kan de dienstverlener die deelname aan de deelovereenkomst verzoekt aantonen dat de daar genoemde uitsluitingscriteria niet op hem van toepassing zijn, door het insturen van bijlage 1 bij deze deelovereenkomst. De gemeente behoudt zich het recht voor, alvorens de dienstverlener toe te laten tot de deelovereenkomst of op een ander moment tijdens de looptijd van de deelovereenkomst, daadwerkelijk te toetsen of de dienstverlener aan geen van de criteria vervat in artikel 4 lid 1 voldoet. 4.5 Toetsing: de gemeente heeft het recht bij vermoedens dat één van de criteria genoemd in artikel 4 lid 1 van toepassing is op een deelnemende dienstverlener, daadwerkelijk te toetsen of de dienstverlener nog steeds aan geen van de criteria genoemd in artikel 4 lid 1 voldoet. 4.6 Documenten: de gemeente heeft het recht de volgende (niet uitputtende opsomming van) documenten op te vragen bij de dienstverlener, die de dienstverlener zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen zestig kalenderdagen dient te overleggen, in het geval zij tot toetsing wil overgaan zoals genoemd in artikel 4 lid 4 en lid 5: (a) voor artikel 4 lid 1 sub a en c kan zij een recente Verklaring Omtrent Gedrag rechtspersonen verlangen; (b) voor artikel 4 lid 1 sub b en d kan zij een uittreksel van de griffie van de Rechtbank verlangen; (c) voor artikel 4 lid 1 sub f en g kan zij een verklaring van de Belastingdienst verlangen. 4.7 Kwaliteitscertificaat: voor wat betreft artikel 4 lid 3 kan de dienstverlener die deelname aan de Deelovereenkomst verzoekt, aantonen dat hij voldoet door het insturen van: (a) of een voor zijn branche op datum aanvraag geldend kwaliteitsborgingcertificaat, in ieder geval betrekking hebbende op zorg, maatschappelijke en/of aanpalende dienstverlening; (b) of een op datum aanvraag geldig ISO 9001:2008-certificaat met daarbij een bewijs van implementatie van additionele normen die gelden voor zijn branche, in ieder geval betrekking hebbende op zorg, maatschappelijke en/of aanpalende dienstverlening; (c) of een gelijkwaardig bewijs of certificaat afgegeven door een geaccrediteerde instelling, niet zijnde de onder a. en b. genoemde certificaten, waaruit blijkt dat de dienstverlener voldoet aan kwaliteitscriteria vervat in de certificaten genoemd onder a. of b., zoals bijvoorbeeld een kwaliteitshandboek. De dienstverlener dient tevens te bewijzen criteria te hebben geïmplementeerd in zijn organisatie; 7

8 (d) de gemeente maakt met de zzp-er die niet via een organisatie die in het bezit is van een kwaliteitscertificaat, ondersteuning of zorg in natura levert, waar nodig aparte afspraken over de borging van kwaliteit. 4.8 Tussentijdse toets: de gemeente heeft het recht bij vermoedens dat een dienstverlener niet langer voldoet aan het gestelde in artikel 4 lid 3 hem te verzoeken alsnog conform artikel 4 lid 7 aan te tonen dat hij voldoet. 4.9 Algemene voorwaarden: de algemene inkoopvoorwaarden van de gemeente zijn van toepassing op de deelovereenkomst. Deze inkoopvoorwaarden zijn opgenomen in bijlage 3. De leveringsvoorwaarden of andere voorwaarden van de dienstverlener zijn niet van toepassing op de deelovereenkomst. Als de dienstverlener leveringsvoorwaarden hanteert bij haar dienstverleningsopdrachten met cliënt, dan zijn deze alleen op die dienstverleningsopdrachten van toepassing. 5. CLIËNTEN 5.1 Besluit: cliënten die van de gemeente een daartoe geldend publiekrechtelijk besluit ontvangen hebben recht op toegang tot de voorziening dagelijkse ondersteuning. Het Besluit geeft het recht op dagelijkse ondersteuning. De dienstverlener en cliënt en zijn betrokken omgeving bespreken, voor zover de cliënt hier de mogelijkheden toe heeft, de gewenste ondersteuning en beoogde resultaten. De conclusies leggen zij vast in de dienstverleningsopdracht en een bijlage daarbij, namelijk het ondersteuningsplan. In het ondersteuningsplan worden de bij die cliënt geplande ondersteuning, resultaten en activiteiten opgenomen. 5.2 Regisserend vermogen: een cliënt die onvoldoende beschikt over de vaardigheden genoemd onder sub a) tot en met sub e) beschikt over niet over regisserend vermogen en behoort daarmee tot de doelgroep van de voorziening dagelijkse ondersteuning: (a) (b) (c) (d) (e) cliënt kan al dan niet met behulp van zijn omgeving voor de korte en langere termijn afspraken maken met de dienstverlener (o.a. planning vakanties, werktijden, tijdig afzeggen); cliënt kan al dan niet met behulp van zijn omgeving toezicht houden op de uitvoering van de werkzaamheden; cliënt kan al dan niet met behulp van zijn omgeving een arbeidsovereenkomst aangaan / tekenen en beëindigen; cliënt kan al dan niet met behulp van zijn omgeving de informatie en de handreikingen van de ondersteuning-/bemiddelingsorganisatie goed interpreteren en in de praktijk brengen; cliënt ervaart beperkingen op het gebied van sociale redzaamheid, bewegen en verplaatsen, het geheugen en de oriëntatie, of vertoont probleemgedrag. De Gemeente hanteert bijlage 2 bij het beoordelen of sprake is van regisserende vaardigheden. 5.3 Voortzetting: ongeacht de verplichting voor dienstverleners om cliënten te attenderen op de eventuele (aangepaste) voortzetting van de dienstverlening, blijft de cliënt zelf verantwoordelijk voor het bewaken van de inhoud en looptijd van het besluit. De 8

9 verantwoordelijkheid voor het aanvragen van een nieuw besluit ligt te allen tijde bij de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger. 6. DIENSTVERLENERS 6.1 Besluit: Dienstverleners leveren alleen dagelijkse ondersteuning aan een cliënt op basis van een besluit. 6.2 Informatie aan Gemeente: dienstverleners stellen informatie ter beschikking aan de gemeente waarvan de gemeente de cliënt kan voorzien, zodat deze een voorkeur kan geven voor één van de dienstverleners. Dienstverleners mogen informatiemateriaal aanleveren waarmee zij onderscheidend vermogen aangeven (bijvoorbeeld ondersteuning op basis van levensbeschouwelijke overtuiging). 6.3 Start: een dienstverlener start met de ondersteuning in overleg met de cliënt binnen 10 werkdagen of op een tijdstip dat in overleg en met goedkeuring van de cliënt is afgesproken. Indien sprake is van spoedeisende ondersteuning, in principe alleen mogelijk als sprake is van (éénouder)gezinnen met kinderen jonger dan 12 jaar en/of als sprake is van de verzorging van een hulpbehoevende huisgenoot, start de dienstverlener binnen 24 uur na melding per door een daartoe bevoegd persoon van de gemeente. De termijn van 10 werkdagen start op de datum dat de dienstverlener van een daartoe bevoegd persoon van de gemeente een melding ontvangt per . Deze melding kan voorafgaan aan een telefonische melding, echter de melding per geldt als startpunt voor de genoemde termijn. 6.4 Wachttijd: indien de dienstverlener de cliënt niet binnen 10 werkdagen kan helpen is sprake van een wachtlijst, tenzij cliënt zelf kiest voor een startdatum die niet binnen de genoemde 5 werkdagen ligt. Dienstverleners die te maken krijgen met wachttijd wegens vakantie of ziekte en tijdelijk de dagelijkse ondersteuning niet kunnen leveren, zoeken zelf in overleg met de cliënt naar een gelijkwaardige oplossing. Een gelijkwaardige oplossing houdt in dat de cliënt van de geïndiceerde ondersteuning wordt voorzien indien deze dat wenst. Als de cliënt vrijwillig wil wachten totdat ondersteuning geleverd kan worden, dan verwacht de gemeente van de dienstverlener geen verdere actie. 6.5 Oplossing: dienstverleners verlenen steeds hun medewerking aan de opgenomen handelingen als zij bij wachttijden na 10 werkdagen geen gelijkwaardige oplossing vinden. Zij dragen ook de volledige kosten voor het bereiken van een gelijkwaardige oplossing. 6.6 Afspraken tussen dienstverlener en inwoner (a) Dienstverleningsopdracht: de dienstverlener die een opdracht tot levering van dagelijkse ondersteuning aan een cliënt krijgt gegund, legt de aard en omvang plus de wijze waarop het resultaat behaald moet worden van de specifieke opdracht tot dagelijkse ondersteuning zoals afgesproken met cliënt vast in een individuele dienstverleningsopdracht met de cliënt. De dienstverleningsopdracht maken dienstverleners op in tweevoud waarna dienstverlener en cliënt ondertekenen. Ondertekening van de ondersteuningsovereen-komst moet plaatsvinden door cliënt, door een door cliënt aangewezen persoon op basis van volmacht of, in geval van handelingsonbekwaamheid, een wettelijk vertegenwoordiger. De looptijd van de dienstverleningsopdracht is gelijk aan de looptijd van het laatst afgegeven besluit voor 9

10 de betreffende cliënt. Tussentijdse opzegging van de dienstverleningsopdracht door cliënt of dienstverlener blijft mogelijk. (b) Ondersteuningsplan: dienstverleners leggen alle relevante specifieke afspraken voor wat betreft de te leveren ondersteuning vast in een ondersteuningsplan dat een integraal onderdeel is van de dienstverleningsopdracht. Dienstverleners zijn verantwoordelijk voor de tijdige, juiste en volledige registratie van het Ondersteuningsplan en de hiermee samenhangende bedrijfsadministratie. 6.7 Informatie aan cliënt: dienstverleners leveren bij aanvang van de dienstverlening aan de cliënt, de cliënt in ieder geval de volgende informatie in begrijpelijk Nederlands: (a) de wijze van uitvoering van de ondersteuning; (b) het afzeggen van de dienstverlener; (c) het weigeren en stopzetten van de ondersteuning; (d) klachtenregeling in overeenstemming met de Wet Klachtenrecht Cliënten Zorginstellingen; (e) een algemeen telefoonnummer en een adres. 6.8 Wisselen hulp: dienstverleners bieden cliënten de mogelijkheid om te wisselen van hulp of de dienstverleningsopdracht op te zeggen. Als de cliënt onder opgaaf van reden aangeeft ontevreden te zijn, zorgt de dienstverlener binnen een termijn van 4 weken voor een andere hulp. Ook kan de cliënt ervoor kiezen over te stappen naar een andere dienstverlener. De opzegtermijn is 4 weken. De ondersteuning kan in onderling overleg tussen cliënt en dienstverlener eerder beëindigd worden dan de termijn van 4 weken. De dienstverlener verwerkt de beëindiging in de aan te leveren facturen. Deze mogelijkheid staat los van wettelijke of anderszins verplichte klachtenprocedures. In nauw overleg tussen aanbieder en gemeente kan afgeweken worden van de procedure zoals in dit lid beschreven. 6.9 Personeel: dienstverleners zetten bij het uitvoeren van de voorziening alleen personeel in dat aantoonbaar beschikt over de gangbare competenties en vaardigheden die nodig zijn om de resultaten te bereiken. Zowel de medewerkers in vaste dienst als de medewerkers in tijdelijke dienst dienen te beschikken over deze competenties en vaardigheden. Voor de inzet van ZZP ers geldt conform artikel 9.4 en 9.5 hetzelfde Signalering: dienstverleners zetten bij het uitvoeren van de voorziening dagelijkse ondersteuning personeel in dat in staat is wijzigingen in de situatie van cliënt te signaleren Legitimatieplicht: dienstverleners zorgen ervoor dat zowel vaste, tijdelijke als ingehuurde werknemers zich aan de cliënt als werknemer van die dienstverlener kunnen legitimeren ARBO: dienstverleners stellen aan de cliënt ARBO-richtlijnen ter beschikking voor de inzet van hulpen zodat de cliënt duidelijk weet wat deze wel of niet van de hulpen mag verwachten Protocollen: dienstverleners zijn toegerust voor het continu en kwalitatief leveren van verantwoorde dagelijkse ondersteuning. Het staat dienstverleners vrij hiervoor protocollen te hanteren. Als deze protocollen wettelijk zijn voorgeschreven, hanteert de dienstverlener deze per definitie. 10

11 6.14 Voortzetting: dienstverleners attenderen cliënten op de eventuele (aangepaste) voortzetting van de dienstverlening, onverlet de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt voor het bewaken van de inhoud en looptijd van het besluit. De verantwoordelijkheid voor het aanvragen van een nieuw besluit ligt te allen tijde bij de cliënt of diens wettelijk vertegenwoordiger Digitale productiegegevens: dienstverleners leveren een digitaal verzamelbestand dat productiegegevens bevat, conform de eisen die nader zullen worden vastgesteld Eigen bijdrage: dienstverleners genereren en leveren de relevante gegevens op cliëntniveau om de eigen bijdrageregeling van de gemeente op juiste wijze te kunnen laten uitvoeren, waarbij dienstverleners rekening houden met de rol en de eisen van het CAK. De eigen bijdrage wordt berekend op grond van daadwerkelijk geleverde uren. Dienstverleners leveren daartoe de benodigde gegevens aan bij het CAK Social Return on Investment (SRoI): dienstverleners verklaren zich akkoord met hetgeen bepaald is in bijlage 4 (Social Return on Investment) en spannen zich conform in Klachten: dienstverleners schrijven procedures helder uit zodat voor de cliënt duidelijk is waar zij met eventuele klachten terecht kan. De klachtenregeling van de dienstverleners is in overeenstemming met de Wet Klachtenrecht Cliënten Zorginstellingen, conform art.6.7 (d). Dienstverleners nemen deze klachtenregeling standaard op in de ondersteuningsmap Ervarings-onderzoek: gemeente en dienstverleners komen overeen dat dienstverleners desgevraagd periodiek meewerken aan het ervaringsonderzoek zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning dit aan de gemeente opdraagt uit te voeren. Dienstverleners gaan ermee akkoord dat de gemeente de uitkomsten van dit onderzoek aan cliënten ter beschikking kan stellen bij het maken van een keuze voor één van de dienstverleners. De gemeente kan verder steekproefsgewijs toetsen of een ondersteuningsplan conform de inhoud wordt uitgevoerd. De uitkomst van deze steekproef kan reden zijn tot overleg tussen gemeente en ondersteuningsaanbieder Jaaroverzicht: dienstverleners leveren jaarlijks voor 1 juli na afloop van het betreffende jaar, een door hun accountant gewaarmerkt overzicht van gedeclareerde uren dagelijkse ondersteuning. De kosten voor dit overzicht zijn voor rekening van de dienstverleners. De verplichting tot het inleveren van het overzicht geldt in principe op aanvraag door de gemeente Acceptatieplicht: dienstverleners hebben een acceptatieplicht als de cliënt voor de betreffende dienstverlener kiest, met uitzondering van de mogelijkheid dat er onvoldoende match is tussen cliënt en dienstverlener om de dienstverlening tot een succes te kunnen maken. Ook kan de dienstverlening gestaakt worden indien het welzijn van de medewerker van de dienstverlener in gevaar komt. In alle gevallen kan dienstverlening alleen geweigerd worden na verleg met en toestemming van de gemeente Einde levering: de dienstverlener die stopt met de levering van dagelijkse ondersteuning verwittigt de gemeente hier per ommegaande van. 7 GEMEENTEN 7.1 Keuzevrijheid: de gemeente verplicht zich de cliënten te verwijzen naar alle dienstverleners waarmee zij de overeenkomst heeft afgesloten. 11

12 7.2 Gunning: de gemeente gunt één van de dienstverleners een opdracht tot het leveren van dagelijkse ondersteuning aan een cliënt, als de cliënt de gemeente te kennen geeft van de diensten van die specifieke dienstverlener gebruik te willen maken. 7.3 Oplossing bij wachttijden: de gemeente kan zelf partijen benaderen, indien een dienstverlener bij een situatie waarin een wachttijd bestaat na vijf werkdagen geen gelijkwaardige oplossing vindt. Dit om de cliënten op de wachtlijst toch dagelijkse ondersteuning te verlenen door de inzet van medewerkers van andere partijen, al dan niet aangesloten bij deze deelovereenkomst. De gemeente tracht in eerste instantie de oplossing te vinden bij dienstverleners aangesloten bij deze deelovereenkomst. Als de gemeente gebruik maakt van de diensten van een andere dienstverlener, al dan niet aangesloten, dan verlopen de facturen via de dienstverlener die tijdelijk de ondersteuning niet zelf kan leveren. In geen geval is dan sprake van onderaanneming. 8 FINANCIERING EN FACTURATIE 8.1 Wijze: de gemeente betaalt de dienstverleners voor de voorziening dagelijkse ondersteuning een bedrag dat in de eerste jaren trapsgewijs wordt afgebouwd: 2016: 29,65 per uur; 2017: 29,05 per uur; 2018 e.v. 28,45 per uur. BTW is niet van toepassing. De genoemde bedragen zijn all inclusief. 8.2 Indexering: de gemeente past jaarlijks, voor het eerst per 1 januari 2017, een inflatiecorrectie toe gebaseerd op de consumentenprijsindex (cpi). Daarbij wordt het gemiddelde genomen van de cpi van de 12 maanden daarvoor in de periode 1 november t/m 31 augustus. De gemeente past voorgaande inflatiecorrectie toe, maar de inflatiecorrectie kan nooit hoger zijn dan die zij toepast op de eigen begroting. 8.3 Prijsbepaling: afhankelijk van landelijke en/of gemeentelijke ontwikkelingen kan de gemeente de prijsbepaling voor het eerstvolgende jaar opnieuw in onderhandeling brengen. Uiterlijk per 1 oktober worden de prijzen bepaald voor het eerstvolgende jaar. In afwijking van artikel 3.3 kan een dienstverlener deelname aan deze deelovereenkomst per 15 oktober opzeggen indien hij weigert te leveren voor de met de andere dienstverleners overeengekomen prijs. 8.4 Facturatie: gemeente en dienstverleners komen overeen dat dienstverleners steeds factureren per vier weken, achteraf. Facturen vergezeld van een databestand over de ondersteuningsperiode moeten binnen 6 weken na afloop van een Ondersteuningsperiode van 4 weken worden ingediend. Facturen worden binnen 20 werkdagen betaald. Op facturen/databestand die later dan 6 weken na afloop van de ondersteuningsperiode worden ingediend worden administratiekosten in rekening gebracht van 5% van het factuurbedrag. Dit bedrag wordt op de factuur in mindering gebracht. Facturen die later dan 12 weken na afloop van een ondersteuningsperiode worden ingediend worden niet meer in behandeling genomen. Wanneer de ondersteuningsaanbieder in eerdere instantie, in ieder geval binnen 10 weken na de eigenlijke factuurdatum, in overleg treedt met de 12

13 gemeente inzake mogelijke problemen met de facturatie zal de gemeente beoordelen of een vertraagd aanleveren van de factuur zal worden geaccepteerd. 8.5 Eigen biidrage: gelijktijdig met de facturen leveren de dienstverleners gegevens aan bij het CAK voor de vaststelling van de eigen bijdrage, gebaseerd op een productie in uren, waar nodig per kwartier nauwkeurig. 9 ONDERAANNEMING EN COMBINATIEVORMING 9.1 Mogelijkheid: meerdere dienstverleners kunnen in combinatie of als hoofd- en onderaannemer een verzoek tot deelname aan deze deelovereenkomst indienen. Indien dienstverleners deelnemen aan de deelovereenkomst als combinatie, dan dienen zij een zogenaamde penvoerder te hebben die door de andere leden van de combinatie onherroepelijk en onvoorwaardelijk is gemachtigd hen te vertegenwoordigen. 9.2 Aansprakelijkheid: een combinatie moet na het ondertekenen van de deelovereenkomst hoofdelijke aansprakelijkheid garanderen, bijvoorbeeld door de oprichting van een Vennootschap onder Firma. 9.3 Vereisten: geen enkel criterium genoemd in artikel 4 lid 1 mag van toepassing zijn op één of meer van de combinanten, in het geval van een combinatie, of op de hoofd- noch de onderaannemers. Voorts geldt dat de combinanten, in het geval van een combinatie, of de hoofd- en onderaannemers gezamenlijk moeten voldoen aan het gestelde in artikel 4 lid 2 en lid ZZP ers: de constructie waarbij een dienstverlener gebruik maakt van zelfstandigen zonder personeel (ZZP ers) merken de gemeenten aan als een constructie van onderaanneming. De dienstverlener dient op verzoek van de gemeente in dat geval alleen te kunnen aantonen dat cliënten in geen geval kunnen worden aangemerkt als werkgever. De ZZP er beschikt over een geldige en ter zake doende Verklaring omtrent Arbeidsrelatie (VAR) dan wel de opvolger van de VAR, zijnde de Beschikking geen Loonheffingen (BGL). 9.5 ZZP ers en personeel: waar in deze deelovereenkomst wordt gesproken van personeel of van werknemers geldt dat daaronder ook wordt begrepen zelfstandigen zonder personeel (ZZP ers). Dienstverleners die gebruik maken van ZZP ers om de dagelijkse ondersteuning aan te bieden, kennen aldus dezelfde eisen voor wat betreft deze ZZP ers als dienstverleners kennen voor wat betreft in te zetten personeel c.q. werknemers voor zover fiscaal toelaatbaar. 10 SANCTIES GEMEENTEN 10.1 Opschorting: de gemeente heeft de bevoegdheid de deelname van een dienstverlener aan deze deelovereenkomst op te schorten, als blijkt dat de dienstverlener niet aan de voorwaarden van deze deelovereenkomst voldoet Sanctie: in het geval de gemeente gebruik maakt van haar recht van opschorting zoals genoemd onder lid 1, ontzeggen zij hem de deelname aan de deelovereenkomst. Dit betekent dat de gemeente geen nieuwe cliënten naar de dienstverlener verwijst en indien gewenst de bestaande cliënten van de dienstverlener actief informeert over de situatie rond de dienstverlener. De dienstverlener blijft ondersteuning leveren aan bestaande 13

14 cliënten en ontvangt hiervoor de overeengekomen vergoeding. Daarnaast is de dienstverlener verplicht om binnen drie maanden aan te tonen dat hij weer aan de voorwaarden voldoet Opheffing sanctie: de gemeente heeft de opschorting van deelname conform lid 1 op zodra de dienstverlener heeft aangetoond weer te voldoen. Ook hiervan stelt de gemeente bestaande cliënt actief op de hoogte Bevoegdheid opzeggen: de gemeente heeft de bevoegdheid de deelname van een dienstverlener aan deze deelovereenkomst op te zeggen: (a) als de dienstverlener niet conform lid 2 binnen drie maanden weer aan de voorwaarden voldoet; (b) of als zij tweemaal gebruik maakt van de bevoegdheid tot opschorting zoals genoemd in lid 1. Een verzoek tot deelname aan deze deelovereenkomst van deze dienstverlener zal gedurende twee jaar niet door de gemeente in behandeling worden genomen, daar zij in dat geval een beroep doen op artikel 4 lid 1 sub e. 11 EVALUATIE EN WIJZIGINGEN 11.1 Evaluatie: partijen evalueren de bepalingen van de deelovereenkomst jaarlijks Wijzigingen: partijen kunnen gedurende de looptijd van de deelovereenkomst voorstellen doen tot wijzigen van bepalingen. De gemeente behoudt de bevoegdheid over deze voorstellen te besluiten. 12 GESCHILLENREGELING 12.1 Geschillenregeling: voor partijen gebruik maken van een gang naar de rechter of van arbitrage bij het ontstaan van conflicten of geschillen bij de uitvoering van de deelovereenkomst, treden zij eerst onderling in overleg treden om deze conflicten en geschillen op te lossen. In uiterste gevallen kunnen partijen vervolgens gebruik maken van mediation, waarbij de partijen die een conflict met elkaar hebben de kosten daarvan naar rato dragen. Leidt ook mediation niet tot een oplossing van de conflicten en geschillen, dan staat een gang naar de rechter open. Als bevoegde rechter merken de partijen de rechtbank Gelderland aan. 13 HARDHEIDSCLAUSULE In bijzondere individuele gevallen kan in afstemming tussen de bij de casus betrokken partijen afgeweken worden van de bepalingen in deze deelovereenkomst. 14

15 OP DEZE WIJZE kwamen de partijen tot de deelovereenkomst, getekend op Gemeente Rheden, Naam aanbieder: De heer T. Vughts Wethouder gemeente Rheden Plaats: Datum: De heer/mevrouw: Functie: Plaats: Datum: 15

16 BIJLAGE 1: EIGEN VERKLARING ARTIKEL 4.4 Deze bijlage betreft een door dienstverleners aan te leveren model voor een eigen verklaring waarmee zij kunnen aangeven in ieder geval niet te voldoen aan de uitsluitingscriteria uit artikel 4.1. a. Tegen dienstverlener is bij een onherroepelijk vonnis of arrest een veroordeling uitgesproken op grond van artikel 140, 177, 177a, 178, 225, 226, 227, 227a, 227b of 323a, 328ter, tweede lid, 416, 417, 417bis, 420bis, 420ter of 420quater van het Wetboek van Strafrecht. b. Dienstverlener verkeert in staat van faillissement of van liquidatie, dienstverleners werkzaamheden zijn gestaakt, tegen dienstverlener geldt surseance van betaling of een akkoord. c. Tegen dienstverlener is faillissement of liquidatie aangevraagd of tegen dienstverlener is een procedure van surseance van betaling of akkoord aanhangig gemaakt. d. Tegen dienstverlener is een rechterlijke uitspraak met kracht van gewijsde gedaan, waarbij een delict is vastgesteld dat in strijd is met zijn beroepsgedragsregels. e. Dienstverlener heeft bij de levering van zijn diensten een ernstige fout begaan, vastgesteld op een grond die een partij aannemelijk kan maken. f. Dienstverlener heeft niet aan zijn verplichtingen voldaan ten aanzien van de betaling van de sociale zekerheidsbijdragen. g. Dienstverlener heeft niet voldaan aan zijn verplichtingen ten aanzien van de betaling van zijn belastingen. h. Dienstverlener heeft zich in ernstige mate schuldig gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen die kunnen worden verlangd, of die inlichtingen niet heeft verstrekt. Ondergetekende verklaart dat de bovengenoemde uitsluitingsgronden niet op hem van toepassing zijn: Naam onderneming: Rechtsgeldig vertegenwoordiger: Datum: Plaats: Handtekening: 16

17 BIJLAGE 2: REGISSEREND VERMOGEN Gezien de filosofie van de Wmo en het project De Kanteling is het van belang om eerst in kaart te brengen wat de ondersteuningsbehoefte en de specifieke situatie van de burger is, voordat er wordt gesproken over oplossingen. Een onderdeel van de specifieke situatie van de burger is of de burger zelfredzaam is of kan zijn. Om dit (weer) te kunnen, zal er sprake moeten zijn van een bepaalde mate van regisserend vermogen. Als er sprake is van regisserend vermogen, wat moet de cliënt en/of zijn omgeving dan kunnen? Uitgangspunten hierbij zijn: als gesproken wordt over cliënt, dan wordt bedoeld het cliëntsysteem (dit is de cliënt en zijn omgeving. Hiertoe behoren het (sociale) netwerk: partner, kinderen (in- of uitwonend), vrienden, buren, maar b.v. ook hulpverleners vanuit andere sectoren); het gaat uitsluitend om de activiteiten die de cliënt in zijn eigen omgeving niet geregeld krijgt (of die niet voor hem geregeld kunnen worden) om bovenstaande resultaten te bereiken; de ondersteuningsvraag kan zowel kortdurend als langdurend zijn; bij de inschatting of er sprake is van (voldoende) regisserend vermogen, hoeft de cliënt niet over alle vaardigheden (evenveel) te kunnen beschikken. 17

18 BIJLAGE 3: ALGEMENE INKOOPVOORWAARDEN Bijgevoegd als pdf. Ook te vinden op 18

19 BIJLAGE 4: SOCIAL RETURN ON INVESTMENT Wat is Social Return? Social Return is het opnemen van sociale voorwaarden, eisen en wensen bij inkoop- en aanbestedingstrajecten. Op deze manier wordt van leveranciers/dienstverleners een bijdrage gevraagd voor de uitvoering van het Rhedens beleid t.a.v. het bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De invulling hiervan kan d.m.v. het realiseren van reguliere banen, leerwerkplekken, stageplekken en ervaringsplaatsen voor de doelgroepen. Waarom Social Return? Met Social Return streeft de gemeente ernaar werkgelegenheid te creëren voor de doelgroepen, WWB-, Wajong-, Wsw- en WIJ-gerechtigden. Werk zorgt ervoor dat mensen betrokken blijven bij de samenleving en dat ze de regie hebben over hun eigen leven. Social Return sluit aan bij de reintegratiedoelstellingen van de gemeente; Werk boven uitkering. Voor mensen die zorg nodig hebben worden passende voorzieningen aangeboden. Er wordt uitgegaan van datgene wat mensen kunnen. Wat willen we bereiken? 1. Betrekken van werkgevers (opdrachtnemers) bij het bieden/creëren van werkgelegenheid; 2. Vormgeven aan het uitgangspunt van werk boven uitkering; 3. Versterken van de samenwerking in de keten van scholing tot werk en inkomen,gericht op betere dienstverlening aan de klant als werkzoekende en de klant als werkgever. Hoe geven we invulling aan Social Return? Social Return moet worden toegepast bij alle aanbestedingen voor Werken vanaf in ieder geval de Meervoudig Onderhandse Procedure. Bij Leveringen en Diensten boven de drempel voor Europees aanbesteden. Door middel van het opnemen van een sociale paragraaf in programma s van eisen(pve s)/bestekken t.b.v. de inkoop/aanbesteding van Werken/leveringen en Diensten wordt invulling gegeven aan de sociale component van Duurzaam Inkopen. Inschrijver wordt de verplichting (contracteis) opgelegd, welke in deze Overeenkomst bestaat uit het volgende: SROI is van toepassing bij instroom van personeel in de periode waarin de aanbesteding geldt. De zorgaanbieder is vervolgens verplicht bij instroom van nieuw personeel 50% van de toename van werknemers te verantwoorden door in dienstneming van de doelgroep SROI. 19

20 In overleg met de SROI coördinator wordt vanuit beider visie een reëel vacatureprofiel opgesteld waarna door het WSP-MG geworven gaat worden naar gekwalificeerde kandidaten uit de populatie WWB. Participatie, Wajong of WSW, bij voorkeur uit het bestand van de gemeente Rheden. Voor het beschikbaar stellen van kandidaten krijgt de gemeente een maximale termijn zoals aangegeven door de zorgaanbieder (een termijn van minimaal 2 weken en maximaal 1 maand). Van werkplekken waarbij de gemeente niet of te laat kandidaten aanlevert, vervalt de SROI plicht voor dat deel van de aanvraag. De zorgaanbieder selecteert uit de door de Gemeenten Rheden aangeleverde kandidaten, de kandidaten die in aanmerking komen voor een sollicitatiegesprek. Voor afgewezen kandidaten krijgt de gemeente een nieuwe termijn om andere kandidaten te selecteren. Alles in goed overleg, zodat de zorgaanbieder haar klanten kan blijven bedienen. Kwaliteit van de zorg staat voorop! Bij gebleken geschiktheid zal de zorgaanbieder een kandidaat een dienstverband aanbieden. De gemeente kan, indien nodig extra ondersteuning inzetten, bijvoorbeeld een jobcoach, om de zorgaanbieder te ontlasten. Bij twijfel over geschiktheid is het mogelijk om de kandidaat met een proeftijd van 2 weken met behoud van uitkering te laten starten. Indien een zorgaanbieder een kandidaat afwijst moet dit naar de gemeente worden beargumenteerd. De monitoring en de verantwoording van de SROI verplichting gebeurt door de SROI coördinator door middel van het overleggen van de BSN nummers van de personeelsleden die of urenuitbreiding hebben gehad of die zijn ingestroomd binnen de organisatie. Na gunning van de opdracht wordt door de gemeente van de opdrachtnemer een resultaatverplichting verwacht. Hierin wordt per gunning van een overheidsopdracht een samenwerking in gang gezet. Alert is het aanspreek-/contactpunt voor de opdrachtnemer. De vakafdeling heeft met opdrachtnemer geen contact ten aanzien van de verdere invulling van Social Return. Bij vragen over Social Return kan contact opgenomen worden met Arnoud van Agteren, Accountmanager/Bemiddelaar Social Return. 20