BIJLAGE I WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES VAN HET EMEA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BIJLAGE I WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES VAN HET EMEA"

Transcriptie

1 BIJLAGE I WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES VAN HET EMEA I

2 WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES VAN HET EMEA ALGEHELE SAMENVATTING VAN DE WETENSCHAPPELIJKE BEOORDELING VAN VIVIQ Kwaliteit Op grond van de overgelegde gegevens wordt de kwaliteit van dit product als aanvaardbaar beschouwd. De voor uniforme klinische prestaties van het product relevante fysisch-chemische aspecten zijn onderzocht en zijn adequaat onder controle. Preklinische farmacologie en toxicologie Over het algemeen zijn er beperkte preklinische farmacologische gegevens om de voorgestelde indicaties, met name de ziekte van Alzheimer, te ondersteunen. Het werkingsmechanisme van propentofylline is ingewikkeld en is niet geheel opgehelderd. Verondersteld is dat het neuroprotectieve effect ervan verband houdt met verhoogde gehalten aan adenosine, cyclisch adenosinemonofosfaat (camp) en cyclisch guanosinemonofosfaat (cgmp). Hoewel er enige gegevens zijn die deze hypothese steun verlenen, is er geen direct bewijs voor geleverd. Erkend wordt dat technische redenen een belemmering vormen voor de gelijktijdige bepaling van neuroprotectie en effecten op de adenosine/camp/cgmp-spiegels. De studies naar de algemene farmacologie wijzen op een gunstig algemeen farmacologisch profiel van propentofylline. Vanuit een oogpunt van farmacokinetiek is de variabiliteit bij zowel dieren als de mens zeer groot. Het toxicologisch profiel van propentofylline is relatief goedaardig en er waren geen opvallende aspecten met betrekking tot de preklinische veiligheid. Werkzaamheid De oorspronkelijke aanvraag omvatte vier dubbelblinde, placebogecontroleerde fase III-studies van een half jaar (studie B2) en van één jaar (studie B3-B5). Aan al deze studies namen patiënten met zowel de ziekte van Alzheimer (AD) als vasculaire dementie (VaD) deel. Er werd in alle studies gebruik gemaakt van een dosering van driemaal daags 300 mg. De patiënten met dementie werden zonder stratificatie voor de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie opgenomen, behalve in de grootste studie. De werkzaamheid werd op drie gebieden vastgesteld, d.w.z. cognitie (Syndrom Kurztest SKT, Mini-Mental State Examination MMSE), algehele evaluatie (Gottfries-Bråne- Steen-schaal GBS en Clinical Global Impression-test CGI, punt II) en de activiteiten van het dagelijks leven, ADL (Nürnberger-Alters-Beobachtungs-Skala NAB). In de resultaten van de afzonderlijke studies werden in verscheidene parameters bij twee van de vier studies statistisch significante verschillen ten gunste van het te bestuderen product gevonden. De aard van de parameters die statistisch significant waren, liep per studie uiteen. Voor de meeste parameters werden echter geen statistische verschillen ten gunste van het product aangetoond. Er werden twee soorten samengevoegde analyses uitgevoerd: een totale analyse van alle patiënten in studie B2-B5 en een subgroepanalyse per indicatie. In de totale samengevoegde analyse wordt voor alle parameters een statistisch significant verschil gevonden. In de subgroepanalyses voor VaD waren de resultaten voor ADL minder overtuigend. Het CPMP heeft nota genomen van de beperking van een samengevoegde analyse, die slechts als ondersteunend bewijs voor de werkzaamheid kan worden beschouwd. Als antwoord op de lijst met vragen van het CPMP werden de resultaten van vier nieuwe dubbelblinde, placebogecontroleerde studies overgelegd. Er waren één Europese-Canadese (B8) en één Amerikaanse (301) studie van één jaar bij AD en tevens één Europese-Canadese (B9) en één II

3 Amerikaanse (302) studie van een half jaar bij VaD. Er werd in alle studies gebruikgemaakt van een dosering van driemaal daags 300 mg. Het CPMP heeft er nota van genomen dat de vier nieuwe studies beoogden zowel de symptomatische werkzaamheid als de preventie van de progressie van de aandoening te onderzoeken. Opnieuw werd de symptomatische werkzaamheid op drie gebieden vastgesteld: cognitie (Alzheimer s Disease Assessment Scale ADAS en SKT), algehele evaluatie (Clinician s Interview-Based Impression of Change CIBIC) en ADL (Disability Assessment in Dementia DAD). De bevindingen van studie B8 en B9 waren positief zowel voor AD- als voor VaD-patiënten, behalve voor ADL bij VaD-patiënten. Omgekeerd werd in de Amerikaanse studies voor geen van de parameters een effect van de behandeling aangetoond; derhalve bevestigden deze resultaten de aanname dat het geneesmiddel werkzaam was, niet. In die studies was een ander doseringsschema toegestaan dan dat in de Europese studies. De middagdosis kon twee uur na een maaltijd worden ingenomen, de morgen- en avonddosis moesten voor het eten worden ingenomen. De onderneming veronderstelde dat de biologische beschikbaarheid in de Amerikaanse studies in vergelijking met die in Europa mogelijk is verminderd door de verschillende adviezen inzake de voedselconsumptie en de dosering van propentofylline. Onderzoek naar de voedselinteractie heeft een significant lagere biologische beschikbaarheid tot vier uur na inneming van voedsel aan het licht gebracht. Het is echter niet gelukt dit argument gedocumenteerd te onderbouwen, gegevens over het tijdstip van inneming van de tablet konden niet worden verstrekt en de farmacokinetische analyses werden onvoldoende geacht, omdat de patiënten pas retrospectief, nadat de studies waren afgesloten, werden geanalyseerd. Voorts werd geconstateerd dat de absorptie, hoewel de aanvrager stelde dat er in de beide Amerikaanse studies een gebrekkige absorptie was, voldoende was om aanleiding te geven tot mogelijk met het middel verband houdende bijwerkingen, die bij 45 tot 49% van de patiënten op propentofylline werden gemeld tegenover ongeveer 28% van de placebopatiënten. De hypothese van de voedselinteractie kon daarom niet worden bevestigd en andere redenen ter verklaring van de falende werkzaamheid, zoals verkeerde dosiskeuze, konden niet worden uitgesloten. Het Comité nam verder nota van het, wat de voedselinteractie betreft, onpraktische doseringsschema, dat een belemmering voor de klinische toepassing van het geneesmiddel kan vormen, en het was door de voorgestelde maatregelen om de therapietrouw te verbeteren, niet overtuigd. Veiligheid De mortaliteit (aantal patiënten of proefpersonen per 1000 jaar waarneming) die berust op het aantal tijdens de behandeling optredende sterfgevallen (22 op propentofylline en 11 op placebo) bedroeg 29,7 voor propentofylline en 13,5 voor placebo. Hoewel beide getallen voor de bestudeerde populatie niet onverwacht zijn, is er geen verklaring voor de oversterfte in de groep die het geneesmiddel kreeg. De uitgevoerde analyses strekten zich niet uit tot tendensen in de loop der tijd. Afgezien van het bovenstaande, was de CPMP van mening dat er geen andere bedenkingen waren met betrekking tot de veiligheid van propentofylline. Algehele analyse van de baten/risicoverhouding Het CPMP was van mening dat er niet genoeg gegevens waren om aan te tonen dat voedselinteractie de oorzaak was van de ontbrekende effecten in de twee Amerikaanse studies (301 en 302). Gezien de beide negatieve Amerikaanse studies en de onregelmatige resultaten die blijkens de werkzaamheidsparameter in de Europese studies werden behaald, was het CPMP van oordeel dat de resultaten voor geen van de voorgestelde indicaties een krachtig en consistent bewijs van een zekere mate van werkzaamheid opleverden. Bovendien werden binnen het CPMP nog andere bezwaren geuit die wegens de inconsistente resultaten wat de klinische werkzaamheid betreft niet verder ter sprake zijn gekomen. Zo waren er III

4 bezwaren met betrekking tot de populatie van reagerende patiënten. In vele gevallen resulteerden de responspercentages niet in statistisch significante verschillen daar de betrouwbaarheidsintervallen nul bevatten. De klinische betekenis van de waargenomen verschillen, voor zover aanwezig, is derhalve discutabel. Verder was de voorgestelde claim dat propentofylline de progressie van de aandoening zou kunnen vertragen, onvoldoende onderbouwd. Om deze redenen adviseerde het CPMP in oktober 1998 de vergunning voor het in de handel brengen voor de voorgestelde indicaties, n.l. symptomatische behandeling van lichte tot matige dementie van het type Alzheimer (ziekte van Alzheimer) of lichte tot matige vasculaire dementie, te weigeren. In november 1998 diende de aanvrager een bezwaarschrift in tegen het advies van het CPMP. Dit bezwaarschrift beperkte zich tot de indicatie: ziekte van Alzheimer. Met betrekking tot de indicatie vasculaire dementie werd geen bezwaarschrift ingediend. De aanvrager verstrekte in december 1998 de redenen voor het bezwaarschrift en diende vervolgens op 15 maart 1999 in een brief een herziene SPC en bijsluiter in. De claim symptomatische behandeling van lichte tot matige dementie van het type Alzheimer (ziekte van Alzheimer) was in deze SPC vervangen door behandeling van symptoomprogressie bij lichte tot matige dementie van het type Alzheimer (ziekte van Alzheimer) en in de bijsluiter door Viviq wordt gebruikt om de geheugenfunctie en andere functies in stand te houden bij patiënten die aan een lichte tot matige vorm van de ziekte van Alzheimer lijden. Het CPMP accepteerde deze wijziging in de indicatie niet nadat de beroepsprocedure was ingeleid en de aanvrager werd verzocht een bezwaarschrift in te dienen tegen de indicatie Alzheimer zoals beschreven in het negatieve advies van het CPMP van 22 oktober De aanvrager bepleitte vier punten met betrekking tot werkzaamheid: de nieuwe farmacologische benadering, de geringere blootstelling aan het geneesmiddel als verklaring voor de negatieve Amerikaanse onderzoeken, duurzame verschillen bij langdurige behandeling en de kracht, consistentie en klinische betekenis van de resultaten. De aanvrager bepleitte deze punten bij het CPMP tijdens een mondelinge toelichting in maart De aanvrager baseerde het eerste gedeelte van zijn pleidooi voor werkzaamheid op de farmacologische benadering: propentofylline zou artsen een waardevol alternatief geven voor de behandeling van AD-patiënten in een vroegtijdige fase van hun ziekte, daar dit middel een nieuwe behandelmethode biedt om de onderliggende ontstekingsprocessen en immunologische factoren van de pathologie van AD aan te pakken. Ter verklaring van het ontbreken van effect in de Amerikaanse studies (301 en 302) voerde de aanvrager, ondersteund door een deskundigenforum van klinisch farmacologen nogmaals aan dat voedselinteractie hiervan de oorzaak was, aangezien in deze studies andere toedieningsschema s waren gehanteerd dan in de Europees/Canadese studies. Deze claim is gebaseerd op de bevindingen van twee fase I-studies op het gebied van voedselinteractie en op farmacokinetische gegevens van de populatie die in de Amerikaanse studie 301 bij AD-patiënten een 1,5 tot 2 maal lagere C max van propentofylline en de werkzame metaboliet hiervan aangeven dan in studie B8. De aanvrager bleef bij zijn standpunt dat de gegevens voor de beoordeling van cognitie en de totale functie consistent waren en dat studie B8 bij langdurige behandeling duurzame verschillen op de ADAS-Cog- en CIBIC-PLUS parameters aantoonde voor een behandelperiode tot 72 weken. De aanvrager voerde aan dat studie B8 de resultaten van de meta-analyse van studies B2-B5 bevestigde en de werkzaamheid van propentofylline voor de ziekte van Alzheimer ondersteunt. Bij de bespreking van de redenen van het bezwaarschrift besloot het CPMP dat het oordeel over de werkzaamheid, ook al is het farmacologische argument interessant als theoretische benadering, duidelijk gebaseerd moest zijn op klinische studies zolang de neuropathologische processen die tot AD leiden en de wijze waarop het geneesmiddel werkt niet voldoende bekend zijn. Wat betreft het ontbreken van effect in de Amerikaanse studie (301) had het CPMP, ondanks het feit dat er Fase I-bewijsmateriaal is voor een forse reductie in biologische beschikbaarheid in combinatie IV

5 met voedsel, twijfels over de validiteit van de farmacokinetische gegevens van de populatie. De farmacokinetische analyses van de populatie werden achteraf uitgevoerd en, ofschoon gemeld werd dat in de twee Amerikaanse studies bloedmonsters van alle patiënten beschikbaar waren, werd 20% niet bij de analyse betrokken, omdat er volgens de aanvrager fouten waren gemaakt bij de opgave van het tijdstip dat de dosis was toegediend. Bovendien waren bloedmonsters van minder dan 25% van de patiënten van studie B8 en B9 beschikbaar voor analyse. Daar komt nog bij dat het protocol van de negatieve Amerikaanse studie 301 bij AD duidelijk aangaf dat de tabletten niet tegelijk met voedsel moesten worden ingenomen en dat een zorgverlener toezicht moest houden op de toediening hiervan. Het enige verschil tussen de doseringsaanbevelingen van de Amerikaanse en de Europese studies was dat in de Amerikaanse studie de middagdosis hetzij één uur voor hetzij twee uur na de lunch kon worden ingenomen. De morgen- en avonddosis moesten minstens één uur voor de maaltijd worden ingenomen net zoals bij de Europese/Amerikaanse studies. Het is derhalve onduidelijk waarom patiënten van de Europese studie zich hieraan hebben gehouden en patiënten van de Amerikaanse studie niet. Voorts werden in de Europese studies B5 en B8 dagelijkse doseringsverminderingen toegestaan indien zich tolerantieproblemen voordeden en dat kan eveneens worden beschouwd als een geringere blootstelling aan het geneesmiddel, hetgeen de theorie van de geringere blootstelling aan het geneesmiddel ter verklaring van het negatieve resultaat van de Amerikaanse studie onaannemelijk maakt. Het CPMP kwam tot de conclusie dat de farmacokinetische bevindingen bij de populatie weliswaar een mogelijke en op het eerste gezicht plausibele verklaring gaven voor het ontbreken van effect in de Amerikaanse studie 301 maar zeker geen bewijs vormden. Het CPMP besprak verder de argumenten van de aanvrager met betrekking tot de meta-analyse van studies B2-B5 en B8, die het bewijs zou zijn voor werkzaamheid en derhalve de basis voor het verlenen van een vergunning voor het in de handel brengen. Het CPMP was van oordeel dat de in een vroege fase uitgevoerde studies B2-B5 gefaald hebben in hun poging om de werkzaamheid te bevestigen, omdat ze voor de gecombineerde primaire eindpunten negatief waren ondanks het grote aantal steekproeven. Bovendien werden, wat de opzet betreft, in deze studies schalen gehanteerd die door het CPMP niet meer als de meest geschikte worden beschouwd. De samengevoegde meta-analyse van studies B2-B5 was niet van te voren tijdens het ontwikkelingsproces van het geneesmiddel gepland (studies B2 en B4 waren al geen blinde onderzoeken meer) om een hypothese te ontwikkelen die vervolgens moest worden uitgetest in een passend opgezet bevestigend onderzoek. Tot de uitvoering hiervan werd pas achteraf besloten. In de wijziging van het onderzoeksprotocol voor studie B5 werd geen enkele vorm van meta-analyse gespecificeerd, maar werd enkel melding gemaakt van het voornemen om de in de etiologische subgroepen opgedane bevindingen samen te voegen. In het statistische-analyseplan werd helemaal geen melding gemaakt van een meta-analyse. Studie B8 werd opgezet vóór enige samengevoegde analyse. De positieve resultaten van de meta-analyse van studies B2-B5 worden beschouwd als ondersteunend /hypothese-ontwikkelend bewijsmateriaal en kunnen voornamelijk worden verklaard door het grotere aantal steekproeven. De klinische relevantie van de bevindingen staat niet vast. Direct positief bewijsmateriaal voor de claim dat propentofylline bij dementie van het type Alzheimer grotere werkzaamheid vertoont dan de placebo wordt uitsluitend door studie B8 geleverd. Een meerderheid van de leden van het CPMP kon niet uitsluiten dat de bronnen die dit positief bewijsmateriaal leveren aan betekenis inboeten door de negatieve maar adequaat opgezette Amerikaanse Alzheimerstudie (studie 301). Enkele leden van het CPMP hadden een afwijkend standpunt en waren van mening dat een statistisch significant effect in vergelijking met de placebo was vastgesteld voor cognitie en de totale functie, of de negatieve Amerikaanse studie nu wel of niet in de totale analyse was inbegrepen, en dat bij de reagerende patiënten verschillen waren gebleken die van een zelfde omvang waren als de verschillen die waren waargenomen bij AchE-remmers. V

6 De meerderheid van de leden van het CPMP was echter, na de bezwaren van de aanvrager opnieuw te hebben bestudeerd, nog steeds van oordeel dat de huidige gegevensbasis onvoldoende aanleiding geeft om het advies om de vergunning voor het in de handel brengen te weigeren, te wijzigen. En dat een aanvullende adequaat opgezette bevestigende studie noodzakelijk is om nogmaals de resultaten van studie B8 te produceren. VI

7 REDENEN VOOR WEIGERING VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN In oktober 1998 concludeerde het CPMP dat de symptomatische werkzaamheid van propentofylline voor de symptomatische behandeling van lichte tot matige dementie van het type Alzheimer (ziekte van Alzheimer) of lichte tot matige vasculaire dementie om de volgende redenen onvoldoende was aangetoond: - er waren onvoldoende gegevens om te bevestigen dat het ontbreken van effect in de beide Amerikaanse studies (studie 301 en 302) een gevolg van een voedselinteractie was - gezien de beide negatieve Amerikaanse studies en de onregelmatige resultaten die blijkens de werkzaamheidsparameter in de Europese studies werden behaald, was het CPMP van oordeel dat de resultaten voor geen van de voorgestelde indicaties een krachtig en consistent bewijs van een zekere mate van werkzaamheid opleverden. - de totale baten-/risicoverhouding van propentofylline werd derhalve voor de voorgestelde indicaties als ongunstig beschouwd. Bovendien waren er bezwaren - betreffende de populatie van reagerende patiënten - de klinische betekenis van de waargenomen verschillen, voor zover aanwezig, is derhalve discutabel - de voorgestelde claim dat propentofylline de progressie van de aandoening zou kunnen vertragen, was onvoldoende onderbouwd - de onverklaarde wanverhouding in sterftecijfers tussen de propentofylline- en de placebogroep In november 1998 tekende de aanvrager bezwaar aan tegen het advies van het CPMP. De door de firma Hoechst Marion Roussel Deutschland GmbH ingediende redenen voor het bezwaarschrift waren: Propentofylline biedt een nieuwe behandelmethode om de onderliggende ontstekingsprocessen en immunologische factoren van de pathologie van de ziekte van Alzheimer (AD) te behandelen en grijpt aan op een pathofysiologisch proces waarop de huidige beschikbare middelen nog niet zijn gericht. Propentofylline zou voor artsen derhalve een waardevol alternatief kunnen zijn bij de behandeling van patiënten in de beginfase van de ziekte. Het CPMP heeft zijn verontrusting geuit over het gebrek aan werkzaamheid in de in de VS uitgevoerde studies en over de onmogelijkheid om met terugwerkende kracht een met documenten onderbouwde verklaring te verstrekken. De meest voor de hand liggende verklaring voor het gebrek aan werkzaamheid in deze studies is, na bestudering van alle mogelijke factoren, de geringere blootstelling aan het geneesmiddel, omdat in de Amerikaanse studies andere doseringsschema s werden gehanteerd dan in de Europese/Canadese studies. De farmacokinetische gegevens geven aan dat het niveau van blootstelling bij de patiënten in de Europese/Canadese studies ongeveer tweemaal hoger lag voor de Cmax, en 1,5 maal hoger voor het AUC (oppervlak onder de curve). De gegevens voor de beoordeling van de cognitieve en de totale functie zijn consistent en vormen een aanwijzing voor de werkzaamheid van propentofylline voor de ziekte van Alzheimer overeenkomstig de richtsnoeren van het CPMP. Studie B8 die van tevoren was opgezet met het oog op AD, toonde duurzame verschillen bij langetermijn-behandeling, zowel wat betreft de ADAS-Cog- als de CIBIC-Plus-parameters, voor een periode tot 72 behandelweken. Studie B8 bevestigde onafhankelijk zowel voor de beoordeling van de cognitieve als voor de totale functie VII

8 de resultaten van de meta-analyse van studies B2-B5 die in het oorspronkelijke dossier werden beschreven. De klinische betekenis van de gegevens wordt het beste geïllustreerd door de langetermijngegevens die duurzame behandelingsvoordelen laten zien die louter en alleen zijn aangetoond in lange-termijn, dubbelblinde, placebogecontroleerde studies voor een behandelperiode tot 72 weken. Een analyse van de hellingsgraad van het percentage veranderingen van de resultaten in de tijd op hetzij de ADAS-Cog- hetzij de CIBIC- Plusparameter duidt op een duurzaam symptomatisch voordeel. Een analyse van de tijd-totverslechtering d.w.z. de tijd tot verslechtering met 40 % op de ADAS-Cog parameter, gemeten vanaf de basislijn, toont een lager percentage voor verslechtering aan bij langetermijnbehandeling met propentofylline. Twee onafhankelijke externe fora van klinisch deskundigen hebben de klinische betekenis van de effecten van de behandeling met propentofylline bij de ziekte van Alzheimer bekrachtigd en waren van oordeel dat propentofylline een waardevol alternatief kan zijn bij de aanpak van de ziekte van deze patiënten. Een allesomvattende evaluatie van de sterfgevallen bracht geen consistent patroon aan het licht met betrekking tot overlijdensoorzaak, geschiedenis of begeleidende behandeling dat zou kunnen duiden op een verhoogd risico voor met propentofylline behandelde patiënten. Wanneer alle sterfgevallen gedurende de hele looptijd van de studies, d.w.z. met inbegrip van segmenten I en II in studies met die opzet, in aanmerking worden genomen, is er geen relevant verschil tussen de met placebo en met propentofylline behandelde groepen. Door nadruk te leggen op de onbalans van sterfgevallen in segment I wordt de analyse van een specifiek veiligheidsprobleem selectief beperkt tot één speciale behandelduur. Concluderend kan worden gesteld dat propentofylline symptomatische voordelen biedt op lange termijn en een therapie is die goed wordt verdragen en veilig is. De algehele baten/risicoverhouding van propentofylline wordt derhalve als gunstig beschouwd voor de voorgestelde indicatie. Het bezwaar beperkte zich tot de indicatie: ziekte van Alzheimer. De aanvrager tekende geen bezwaar aan tegen de indicatie: vasculaire dementie. Het CPMP bestudeerde de redenen voor het bezwaarschrift nogmaals en nam nota van de mondelinge toelichting die door de aanvrager tijdens de bijeenkomst van het CPMP in maart 1999 werd gegeven. Op 24 maart 1999 keurde het CPMP het definitieve advies goed, namelijk dat het eerdere advies van 22 oktober 1998 niet hoefde te worden herzien. Derhalve adviseert het EMEA de vergunning voor het in de handel brengen van VIVIQ te weigeren voor de indicatie: symptomatische behandeling van lichte tot matige dementie van het type Alzheimer (ziekte van Alzheimer). VIII

BIJLAGE WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR DE WEIGERING OPGESTELD DOOR HET EMEA

BIJLAGE WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR DE WEIGERING OPGESTELD DOOR HET EMEA BIJLAGE WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR DE WEIGERING OPGESTELD DOOR HET EMEA HERONDERZOEK VAN HET ADVIES VAN HET CHMP VAN 19 JULI VOOR NATALIZUMAB ELAN PHARMA Op zijn bijeenkomst van juli

Nadere informatie

Wetenschappelijke conclusies

Wetenschappelijke conclusies Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor het positieve advies voor de handelsvergunning mits aan de voorwaarden wordt voldaan, en voor de wijziging van de samenvatting van de productkenmerken

Nadere informatie

BIJLAGE. Wetenschappelijke aspecten

BIJLAGE. Wetenschappelijke aspecten BIJLAGE Wetenschappelijke aspecten 3 BIJLAGE Wetenschappelijke aspecten A) INLEIDING Sparfloxacine is een antibioticum van de chinolonengroep dat is geïndiceerd voor de behandeling van: - in gemeenschapsverband

Nadere informatie

Inhoud van de Investigator s Brochure (IB)

Inhoud van de Investigator s Brochure (IB) Inhoud van de Investigator s Brochure (IB) Bron: Richtsnoer voor good clinical practice (CPMP/ICH/135/95) 1. Algemene overwegingen De IB moet bevatten: 1.2 Titelpagina Deze moet de naam van de sponsor,

Nadere informatie

Amoxicillin 200 mg Clavulanic acid 50 mg Prednisolone 10 mg. Amoxicillin 200 mg Clavulanic acid 50 mg Prednisolone 10 mg

Amoxicillin 200 mg Clavulanic acid 50 mg Prednisolone 10 mg. Amoxicillin 200 mg Clavulanic acid 50 mg Prednisolone 10 mg Bijlage I Lijst met namen, farmaceutische vormen, sterkten van het diergeneesmiddel, diersoorten, toedieningsweg, wachttijden, aanvrager, houder van de vergunning voor het in de handel brengen in de lidstaten

Nadere informatie

Aanvrager Fantasienaam Sterkte Farmaceutische vorm. Mefecomb 50 mg/5 mg 50/5 mg: Tablet met verlengde afgifte. Metoprololtartrat/Felodipinratiopharm

Aanvrager Fantasienaam Sterkte Farmaceutische vorm. Mefecomb 50 mg/5 mg 50/5 mg: Tablet met verlengde afgifte. Metoprololtartrat/Felodipinratiopharm BIJLAGE I LIJST VAN NAMEN, FARMACEUTISCHE VORMEN, STERKTE GENEESMIDDELEN, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS, HOUDERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN IN DE LIDSTATEN 1 Lidstaat Denemarken Houder

Nadere informatie

BIJLAGE I. Blz. 1 van 5

BIJLAGE I. Blz. 1 van 5 BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET DIERGENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEG(EN), HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN IN DE LIDSTATEN Blz. 1 van 5 Lidstaat

Nadere informatie

! "# #$ # # "!% & '# (% %&'%)

! # #$ # # !% & '# (% %&'%) BIJLAGE C: Model van formulier voor verlenging: Aanvraagformulier tot VERLENGING van de terugbetaling van een specialiteit opgenomen in 223000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december 2001 II Aanvraag

Nadere informatie

Bijlage IV. Wetenschappelijke conclusies

Bijlage IV. Wetenschappelijke conclusies Bijlage IV Wetenschappelijke conclusies Wetenschappelijke conclusies Natriumglucose-cotransporter-2-remmers (SGLT2-remmers) worden gebruikt in combinatie met een dieet en lichaamsbeweging bij patiënten

Nadere informatie

Sterkte Diersoorten Frequentie van toediening en toedieningsweg

Sterkte Diersoorten Frequentie van toediening en toedieningsweg Bijlage I Lijst met namen, farmaceutische vorm, sterkte van het diergeneesmiddel, diersoorten, toedieningsweg(en), houder van de vergunning voor het in de handel brengen in de lidstaten 1/7 Lidstaat Aanvrager

Nadere informatie

Lipophoral Tablets 150mg. Mediator 150 mg Tablet Oraal gebruik. Benfluorex Qualimed. Mediator 150mg Tablet Oraal gebruik

Lipophoral Tablets 150mg. Mediator 150 mg Tablet Oraal gebruik. Benfluorex Qualimed. Mediator 150mg Tablet Oraal gebruik BIJLAGE I LIJST MET FANTASIENAMEN, FARMACEUTISCHE VORMEN, STERKTE VAN DE GENEESMIDDELEN, TOEDIENINGSWEG EN HOUDERS VAN EEN VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN IN DE LIDSTATEN (EER) 1 Lidstaat Cyprus

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies Bijlage II Wetenschappelijke conclusies 8 Wetenschappelijke conclusies Solu-Medrol 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie (hierna Solu-Medrol ) bevat methylprednisolon en, als hulpstof,

Nadere informatie

Aanvrager (Fantasie) Naam Sterkte Farmaceutische vorm. Actocalcio D3 35 mg mg/880 IU. Acrelcombi 35 mg mg/880 IU

Aanvrager (Fantasie) Naam Sterkte Farmaceutische vorm. Actocalcio D3 35 mg mg/880 IU. Acrelcombi 35 mg mg/880 IU BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORMEN, STERKTEN VAN HET GENEESMIDDELEN, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGERS, HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN IN DE LIDSTATEN 1 Lidstaat EU/EER Houder

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies Bijlage II Wetenschappelijke conclusies 37 Wetenschappelijke conclusies Tussen 29 september 2015 en 9 oktober 2015 heeft de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) een Good Clinical Practice (GCP)-inspectie

Nadere informatie

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.

Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. 1 Samenvatting Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. Zowel arteriële trombose (trombose

Nadere informatie

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau BIJLAGE II Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau Deze Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter zijn het resultaat

Nadere informatie

LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORMEN, STERKTEN, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN, HOUDERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN / AANVRAGERS

LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORMEN, STERKTEN, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN, HOUDERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN / AANVRAGERS BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORMEN, STERKTEN, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN, HOUDERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN / AANVRAGERS 1/9 Lidstaat/nummer van de vergunning voor

Nadere informatie

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters.

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Opmerking: deze wijzigingen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter waren geldig ten tijde van het

Nadere informatie

! "#$%!&''! ( # ' ) * )# ' ' # ' ' ' ## * ' +,+, # '# - '.) ' +, # '# /, ' 0 1231 2 3 ' ) ' ## *' ' )" " # # * ) " ' ) ' ## ) ' 4

! #$%!&''! ( # ' ) * )# ' ' # ' ' ' ## * ' +,+, # '# - '.) ' +, # '# /, ' 0 1231 2 3 ' ) ' ## *' ' )  # # * )  ' ) ' ## ) ' 4 BIJLAGE A: Model van formulier voor eerste aanvraag: Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van een specialiteit ingeschreven in 2230000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december 2001 II

Nadere informatie

Leflunomid Actavis 20 mg Filmtabletten LEFLUNOMID ACTAVIS 20 MG. Leflunomide Actavis 100 mg, filmomhulde

Leflunomid Actavis 20 mg Filmtabletten LEFLUNOMID ACTAVIS 20 MG. Leflunomide Actavis 100 mg, filmomhulde Bijlage I Lijst met namen, farmaceutische vorm, sterkte van het geneesmiddel, toedieningsweg en houder van de vergunning voor het in de handel brengen in de lidstaten 1 Lidstaat EU/EEA Houder van de vergunning

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor weigering, opgesteld door het EMA

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor weigering, opgesteld door het EMA Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor weigering, opgesteld door het EMA 29 Wetenschappelijke conclusies Algehele samenvatting van de wetenschappelijke beoordeling van Norditropin SimpleXx,

Nadere informatie

(Fantasie)naam Sterkte Farmaceutische vorm. VASOBRAL, comprimé sécable. VASOBRAL, solution buvable en flacon. 0,10 g/1 g per 100 ml

(Fantasie)naam Sterkte Farmaceutische vorm. VASOBRAL, comprimé sécable. VASOBRAL, solution buvable en flacon. 0,10 g/1 g per 100 ml Bijlage I Lijst met namen, farmaceutische vorm, sterkten van de geneesmiddelen, toedieningswegen, aanvrager(s), houder(s) van de vergunning voor het in de handel brengen in de lidstaten 1 Lidstaat (EU/EER)

Nadere informatie

Farmaceutische vorm. Amoxicillin 40 mg Clavulanic acid 10 mg. Clavulanic acid 10 mg. Clavulanic acid 10 mg. Clavulanic acid 10 mg

Farmaceutische vorm. Amoxicillin 40 mg Clavulanic acid 10 mg. Clavulanic acid 10 mg. Clavulanic acid 10 mg. Clavulanic acid 10 mg Bijlage I Lijst met nam, farmaceutische vorm, sterkte van het geesmiddel voor diergeeskundig gebruik, diersoort, toediingsweg, aanvrager/houder van de handelsvergunning in de lidstat 1/11 Lidstaat EU/EER

Nadere informatie

BIJLAGE II WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR WEIGERING

BIJLAGE II WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR WEIGERING BIJLAGE II WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR WEIGERING 3 WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES SAMENVATTING VAN DE WETENSCHAPPELIJKE BEOORDELING VAN MYDERISON Tolperison is een centraal werkende spierontspanner

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor weigering

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor weigering Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor weigering 4 Wetenschappelijke conclusies Algehele samenvatting van de wetenschappelijke beoordeling van Levothyroxine Alapis en verwante namen (zie

Nadere informatie

Aanvrager Fantasienaam Sterkte Farmaceutische vorm. Loratadine. Vitabalans 10 mg tablety. Loratadine. Vitabalans. Vitabalans 10 mg tabletes

Aanvrager Fantasienaam Sterkte Farmaceutische vorm. Loratadine. Vitabalans 10 mg tablety. Loratadine. Vitabalans. Vitabalans 10 mg tabletes Biljage I Lijst met namen, farmaceutische vorm, sterkte van het geneesmiddel, toedieningsweg, aanvrager en houder van de vergunning voor het in de handel brengen in de lidstaten 1 Lidstaat (EU/EER) Houder

Nadere informatie

Lidstaat Houder van de vergunning voor het in de handel brengen Fantasienaam Sterkte Farmaceutische vorm Toedieningswijze SIMVASTATIN BMM PHARMA

Lidstaat Houder van de vergunning voor het in de handel brengen Fantasienaam Sterkte Farmaceutische vorm Toedieningswijze SIMVASTATIN BMM PHARMA BIJLAGE I LIJST VAN DE NAMEN, FARMACEUTISCHE VORMEN, STERKTES VAN DE GENEESMIDDELEN, TOEDIENINGSWIJZE EN HOUDERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN IN DE LIDSTATEN 1 Lidstaat Houder van de

Nadere informatie

I Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de V.I.):

I Identificatie van de rechthebbende (naam, voornaam, inschrijvingsnummer bij de V.I.): BIJLAGE A: Model van formulier voor eerste aanvraag: Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van een specialiteit ingeschreven in 2230000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december 2001 II

Nadere informatie

Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen

Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen niet geautoriseerde Nederlandse vertaling Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen De feiten op een rijtje De EMA wil graag dat Europese burgers met zeldzame ziekten toegang hebben tot specifieke en werkzame

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies Bijlage II Wetenschappelijke conclusies 14 Wetenschappelijke conclusies Haldol, dat de werkzame stof haloperidol bevat, is een antipsychoticum dat behoort tot de butyrofenonengroep. Het is een krachtige

Nadere informatie

Samenvatting van de wetenschappelijke beoordeling van buflomedilbevattende geneesmiddelen (zie bijlage I)

Samenvatting van de wetenschappelijke beoordeling van buflomedilbevattende geneesmiddelen (zie bijlage I) Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de schorsing van het in de handel brengen en gebruiken van de geneesmiddelen, opgesteld door het EMA 14 Wetenschappelijke conclusies Samenvatting

Nadere informatie

NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BIJLAGE I NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 1/7 Aanvrager of houder van de vergunning voor

Nadere informatie

Bijlage IV. Wetenschappelijke conclusies

Bijlage IV. Wetenschappelijke conclusies Bijlage IV Wetenschappelijke conclusies 1 Wetenschappelijke conclusies Op 10 maart 2016 werd de Europese Commissie op de hoogte gesteld van het feit dat de onafhankelijke groep voor de bewaking van veiligheidsgegevens

Nadere informatie

NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BIJLAGE I NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 1/7 Aanvrager of houder van de vergunning voor

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

III Identificatie van de geneesheer die verantwoordelijk is voor de behandeling (naam, voornaam, adres, RIZIV-nummer):

III Identificatie van de geneesheer die verantwoordelijk is voor de behandeling (naam, voornaam, adres, RIZIV-nummer): BIJLAGE A: Model van formulier voor eerste aanvraag: Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van EXELON pleisters voor transdermaal gebruik ( 4680000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december

Nadere informatie

Wetenschappelijke conclusies

Wetenschappelijke conclusies Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden voor het in de handel brengen of schorsing van de vergunningen voor het in de handel brengen, indien van toepassing,

Nadere informatie

Amoxicillin 200 mg Clavulanic acid 50 mg Prednisolone 10 mg. Amoxicillin 200 mg Clavulanic acid 50 mg Prednisolone 10 mg

Amoxicillin 200 mg Clavulanic acid 50 mg Prednisolone 10 mg. Amoxicillin 200 mg Clavulanic acid 50 mg Prednisolone 10 mg Bijlage I Lijst met namen, farmaceutische vormen, sterkten van het diergeneesmiddel, diersoorten, toedieningsweg, wachttijden, aanvrager, houder van de vergunning voor het in de handel brengen in de lidstaten

Nadere informatie

Therapeutisch versus niet-therapeutisch onderzoek bij minderjarige en wilsonbekwame proefpersonen

Therapeutisch versus niet-therapeutisch onderzoek bij minderjarige en wilsonbekwame proefpersonen Therapeutisch versus niet-therapeutisch onderzoek bij minderjarige en wilsonbekwame proefpersonen In de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) staat: Het is verboden wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Veel gestelde vragen Melden voorvallen/bijwerkingen bij geneesmiddelenonderzoek

Veel gestelde vragen Melden voorvallen/bijwerkingen bij geneesmiddelenonderzoek Veel gestelde vragen Melden voorvallen/bijwerkingen bij geneesmiddelenonderzoek Wat is een SUSAR? SUSAR is de afkorting van Suspected Unexpected Serious Adverse Reaction. In het Nederlands betekent dit

Nadere informatie

Wetenschappelijke conclusies

Wetenschappelijke conclusies BIJLAGE II WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR DE WIJZIGING VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN, DE ETIKETTERING EN DE BIJSLUITER, OPGESTELD DOOR HET EUROPEES GENEESMIDDELENBUREAU 14 Wetenschappelijke

Nadere informatie

Methylprednisolonwaterstofsuccinaat

Methylprednisolonwaterstofsuccinaat Bijlage I Lijst met namen, farmaceutische vormen, sterkten van de diergeneesmiddelen, diersoorten, toedieningswegen en aanvrager/houder van de vergunning voor het in de handel brengen in de lidstaten 1/7

Nadere informatie

- $! $ ## " $ $!.. # # "!. $! $##!$ /

- $! $ ##  $ $!.. # # !. $! $##!$ / BIJLAGE A: Model van formulier voor eerste aanvraag: Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van EXELON pleisters voor transdermaal gebruik ( 4680000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december

Nadere informatie

Pradaxa is een geneesmiddel dat de werkzame stof dabigatran-etexilaat bevat. Het is verkrijgbaar in de vorm van capsules (75 mg, 110 mg en 150 mg).

Pradaxa is een geneesmiddel dat de werkzame stof dabigatran-etexilaat bevat. Het is verkrijgbaar in de vorm van capsules (75 mg, 110 mg en 150 mg). EMA/47517/2015 EMEA/H/C/000829 EPAR-samenvatting voor het publiek dabigatran-etexilaat Dit document is een samenvatting van het Europees openbaar beoordelingsrapport (EPAR) voor. Het geeft uitleg over

Nadere informatie

nederlandse samenvatting

nederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Hartfalen is een syndroom, waarbij de pompfunctie van het hart achteruitgaat en dat onder andere gepaard kan gaan met klachten van kortademigheid

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning voor het in de handel brengen

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning voor het in de handel brengen Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden verbonden aan de vergunning voor het in de handel brengen 22 Wetenschappelijke conclusies Algehele samenvatting van

Nadere informatie

Bijlage IV. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen

Bijlage IV. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen Bijlage IV Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen 268 Wetenschappelijke conclusies Het CHMP heeft onderstaande aanbeveling

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Neurexan; Tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 tablet (301,5 mg) bevat: Avena sativa D2 0,6 mg Coffea cruda

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31601 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stringer, Frances Title: Pharmacogenomics in drug development : implementation

Nadere informatie

NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BIJLAGE I NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 1/7 Lidstaat Aanvrager of houder van de vergunning

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE WETENSCHAPPELIJKE BEOORDELING VAN GENEESMIDDELEN DIE VALPROÏNEZUUR/VALPROAAT BEVATTEN (zie bijlage I)

SAMENVATTING VAN DE WETENSCHAPPELIJKE BEOORDELING VAN GENEESMIDDELEN DIE VALPROÏNEZUUR/VALPROAAT BEVATTEN (zie bijlage I) BIJLAGE II WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR DE WIJZIGING VAN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITERS, OPGESTELD DOOR HET EUROPEES GENEESMIDDELENBUREAU 108 WETENSCHAPPELIJKE

Nadere informatie

Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland

Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland Mei 2014 Aanleiding Het CVZ beschrijft in het Rapport geneeskundige GGZ deel 2 de begrenzing

Nadere informatie

BIJLAGE WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR WEIGERING OPGESTELD DOOR HET EMEA

BIJLAGE WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR WEIGERING OPGESTELD DOOR HET EMEA BIJLAGE WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR WEIGERING OPGESTELD DOOR HET EMEA 1 WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES De aanvrager BioMimetic Therapeutics, Ltd. diende op 17 maart 2008 bij het Europees

Nadere informatie

Wetenschappelijke conclusies

Wetenschappelijke conclusies Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden voor het in de handel brengen of schorsing van de vergunningen voor het in de handel brengen, indien van toepassing,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting

WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen. Nr. 2018, Den Haag 12 juni Samenvatting WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen Nr. 2018, Den Haag 12 juni 2018 WBO: onderzoek naar online leefstijladvies om het risico op dementie te verlagen pagina

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies Bijlage II Wetenschappelijke conclusies 198 Wetenschappelijke conclusies Naar aanleiding van de beoordeling van een in januari 2012 gestarte werkverdeling voor het PSUR (periodic safety update report,

Nadere informatie

NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BIJLAGE I NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, DIERSOORT, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 1/7 Aanvrager of houder van de vergunning voor het

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de weigering, opgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de weigering, opgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de weigering, opgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau 5 Wetenschappelijke conclusies Samenvatting van de wetenschappelijke beoordeling van

Nadere informatie

Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de conclusies

Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de conclusies Bijlage IV Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen, en nadere uitleg over het onderscheid in de aanbeveling van het

Nadere informatie

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS NB: De amendementen van de samenvatting van de productkenmerken en bijsluiters moeten hierna

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Sedistress 100 harde capsules. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere capsule bevat 100 mg zuiver droog extract van de bovengrondse delen van Passiflora incarnata

Nadere informatie

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Samenvatting Inslaapproblemen komen veel voor bij kinderen en hebben negatieve gevolgen voor gezondheid,

Nadere informatie

ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER

ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER Deze aanpassingen aan de SPC en bijsluiter zijn valide op het moment van de beschikking van de commissie. Na de beschikking

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20304 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20304 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20304 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wietmarschen, Herman van Title: A systems approach to sub-typing of rheumatoid

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: De arts reikte patiënt een drank aan met 400 mg fenobarbital. Na inname overleed patiënt niet en bleef hij wakker. Conform afspraak

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor positief advies opgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor positief advies opgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor positief advies opgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau Wetenschappelijke conclusies Algehele samenvatting van de wetenschappelijke beoordeling

Nadere informatie

Veiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente

Veiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente Veiligheid en methodologie of Waarom voortijdig stoppen? Job van der Palen METC Twente Waarom voortijdig stoppen? Veiligheid Effectiviteit Futiliteit Andere redenen Veiligheid (1) Data and Safety Monitoring

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

Samenvat ting en Conclusies

Samenvat ting en Conclusies Samenvat ting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 125 SAMENVAT TING EN CONCLUSIES In dit proefschrift werd de invloed van viscerale obesitas en daarmee samenhangende metabole ontregelingen, en het

Nadere informatie

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens Onderzoek naar niewe medicijnen duurt jaren en doorloopt een aantal verschillende stadia. Tenslotte worden de medicijnen op mensen getest in klinische trials. Bij stap 1 wordt de veiligheid getest op gezonde

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Bijlage IV. Wetenschappelijke conclusies

Bijlage IV. Wetenschappelijke conclusies Bijlage IV Wetenschappelijke conclusies 54 Wetenschappelijke conclusies 1. - Aanbeveling van het PRAC Achtergrondinformatie Ivabradine is een hartfrequentieverlagend middel met een specifiek effect op

Nadere informatie

Bijlage I. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden van de vergunning(en) voor het in de handel brengen

Bijlage I. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden van de vergunning(en) voor het in de handel brengen Bijlage I Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden van de vergunning(en) voor het in de handel brengen 1 Wetenschappelijke conclusies Rekening houdend met het beoordelingsrapport

Nadere informatie

Waarom was het onderzoek nodig?

Waarom was het onderzoek nodig? Een onderzoek om te testen of BI 4936 de geestelijke vermogens verbetert bij in de vroege fase van de ziekte van Alzheimer Dit is een samenvatting van een klinisch onderzoek bij patiënten met de ziekte

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Hepeel; Tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 tablet (301,5 mg) bevat: Colocynthis D6 90 mg Veratrum album

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Hoogbejaarde patiënte leed aan dementie en kreeg tegelijkertijd met haar echtgenoot euthanasie. Het lijden stond in een medische context en was uitzichtloos en ondraaglijk.

Nadere informatie

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen

Bijlage II. Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen 415 Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging in

Nadere informatie

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden. Samenvatting In hoofdstuk 1 hebben we het belang en het doel van het onderzoek in dit proefschrift beschreven. Wereldwijd vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte. Volgens

Nadere informatie

HALDOL tabletten en drank

HALDOL tabletten en drank Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002

STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002 NVR map Anakinra 12-03-2003 09:36 Pagina 1 STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002 NVR map Anakinra 12-03-2003 09:36 Pagina 2 De door de gepubliceerde richtlijnen en standpunten

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Chapter 7. Summary and General Discussion. Nederlandse Samenvatting

Chapter 7. Summary and General Discussion. Nederlandse Samenvatting Chapter 7 Summary and General Discussion Nederlandse Samenvatting 132 Chapter 7 SAMENVATTING VERTRAGING EN DEPRESSIEVE SYMPTOMEN BIJ OUDERE MENSEN Bij veel diersoorten luidt vertraging het einde van het

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

Huntexil bij symptomen van de Ziekte van Huntington: Waar zijn we nu?

Huntexil bij symptomen van de Ziekte van Huntington: Waar zijn we nu? Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Er is een nieuw artikel gepubliceerd met geactualiseerde gegevens

Nadere informatie

Lijst met namen, farmaceutische vorm, sterkte van het diergeneesmiddel, doeldieren, toedieningsweg, houder van de vergunning in de lidstaten.

Lijst met namen, farmaceutische vorm, sterkte van het diergeneesmiddel, doeldieren, toedieningsweg, houder van de vergunning in de lidstaten. Bijlage I Lijst met namen, farmaceutische vorm, sterkte van het diergeneesmiddel, doeldieren, toedieningsweg, houder van de vergunning in de lidstaten. 1/11 Lidstaat EU/EEA Houder van de vergunning Naam

Nadere informatie

Vantas 50 mg Implantaat Subcutaan 50 mg Ireland Ltd North Wall Quay, Dublin, Ierland Duitsland Valera

Vantas 50 mg Implantaat Subcutaan 50 mg Ireland Ltd North Wall Quay, Dublin, Ierland Duitsland Valera BIJLAGE I LIJST MET DE NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET GENEESMIDDEL, TOEDIENINGSWEG, AANVRAGER EN VERGUNNINGHOUDER VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN IN DE LIDSTATEN Lidstaat Houder van de vergunning

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Engystol; Tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 tablet (301,5 mg) bevat: Vincetoxicum officinale D6 75 mg

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Ferrum-Homaccord; Druppels voor oraal gebruik, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 g oplossing bevat:

Nadere informatie

BIJLAGE WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR WEIGERING OPGESTELD DOOR HET EMEA

BIJLAGE WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR WEIGERING OPGESTELD DOOR HET EMEA BIJLAGE WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR WEIGERING OPGESTELD DOOR HET EMEA 1 WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES ALGEHELE SAMENVATTING VAN DE WETENSCHAPPELIJKE BEOORDELING VAN THYMANAX Aspecten met

Nadere informatie

NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN DE GENEESMIDDELEN, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN, EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN

NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN DE GENEESMIDDELEN, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN, EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BIJLAGE I NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN DE GENEESMIDDELEN, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN, EN HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EMEA/CVMP/166766/2006-NL mei 2006 1/7 Lidstaat

Nadere informatie

Algehele samenvatting van de wetenschappelijke beoordeling van nimesulidebevattende geneesmiddelen voor systemisch gebruik (zie bijlage I)

Algehele samenvatting van de wetenschappelijke beoordeling van nimesulidebevattende geneesmiddelen voor systemisch gebruik (zie bijlage I) Bijlage II Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijzigingen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter, opgesteld door het EMA 42 Wetenschappelijke conclusies Algehele samenvatting

Nadere informatie

Waarom was het onderzoek nodig?

Waarom was het onderzoek nodig? Een onderzoek om te testen of BI 409306 de geestelijke vermogens verbetert bij mensen met lichte ziekte van Alzheimer die problemen hebben met geestelijk functioneren Dit is een samenvatting van een klinisch

Nadere informatie

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische Nederlandse samenvatting Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische farmacokinetische modellen Algemene inleiding Klinisch onderzoek

Nadere informatie