Kenschets van de Nederlandse glastuinbouw. W. Wetzels A.W.N. van Dril B.W. Daniëls

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kenschets van de Nederlandse glastuinbouw. W. Wetzels A.W.N. van Dril B.W. Daniëls"

Transcriptie

1 Kenschets van de Nederlandse glastuinbouw W. Wetzels A.W.N. van Dril B.W. Daniëls ECN-E December 2007

2 Verantwoording Dit rapport is geschreven als bijdrage aan het project Referentieraming en Langetermijnverkenningen (Projectwerkplan ) van ECN Beleidsstudies. Abstract We present a survey of the Dutch greenhouse horticulture sector, with an emphasis on developments that have an impact on energy use. The production of cut flowers, vegetables and (potted) plants in Dutch greenhouses is highly optimized and energy-intensive. Greenhouse heating and CO 2 fertilization are prevalent and there is a growing use of assimilation lighting. We give an overview of government policies aimed at improving the energy efficiency of greenhouse farming and discuss energy efficiency measures that have already gained a considerable market penetration. We also consider innovative technologies that can be expected to play an important role in the period until ECN-E

3 Inhoud Lijst van tabellen 4 Lijst van figuren 4 Samenvatting 5 1. Inleiding 6 2. Hoe staat de glastuinbouw er voor? Economische betekenis van de glastuinbouw Structuur van de glastuinbouwsector Internationale verhoudingen Energiegebruik Energiebesparende maatregelen Ontwikkelingen in de glastuinbouw Schaalvergroting Ruimtelijke ordening Energiebeleid Energievraag Verwachtingen voor Groei van de sector Emissiehandel Nieuwe technologieën Conclusies 31 Referenties 32 Bronnen 33 ECN-E

4 Lijst van tabellen Tabel 2.1 Kostenopbouw naar bedrijfstype in 2005 (voorlopige cijfers) 11 Tabel 2.2 Direct energiegebruik in de glastuinbouw naar energiedrager in Tabel 2.3 Overzicht van een aantal veel toegepaste energiebesparende maatregelen. 17 Tabel 4.1 Resultaten uit Ruijs et al., 2007 voor (semi-)gesloten kassystemen (uitgaande van prijspeil 2005/2006) 30 Lijst van figuren Figuur 2.1 Productiewaarde van de glastuinbouw in Nederland 9 Figuur 2.2 Verdeling van het areaal van de glastuinbouw naar gewas voor Figuur 2.3 Historische ontwikkeling van het kasoppervlak naar type gewas 10 Figuur 2.4 Exportwaarde bloemkwekerijproducten naar land voor Figuur 2.5 De ontwikkeling van de EE-index tussen 1980 en Figuur 2.6 Percentuele verandering van de EE-index ten opzichte van het voorafgaande jaar 14 Figuur 3.1 Gemiddelde kasoppervlak van bloemkwekerijbedrijven en glasgroentebedrijven 18 Figuur 3.2 Totaal aantal bedrijven met tuinbouwgewassen onder glas 19 Figuur 3.3 Percentage waarmee het aantal bedrijven met tuinbouwgewassen onder glas is afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar 19 Figuur 3.4 Ontwikkeling van het elektriciteitsverbruik per hectare voor de productie van glasbloemen en glasgroenten 24 Figuur 3.5 Ontwikkeling van het opgesteld elektrisch vermogen van WKK in de land- en tuinbouw 25 Figuur 4.1 Ontwikkeling van het finaal thermisch verbruik en het finaal elektrisch verbruik in de landbouw. Daarbij zijn de ramingen van de WLO-GE en WLO-SE langetermijnverkenningen tot 2020 afgebeeld ECN-E

5 Samenvatting Dit rapport beschrijft de stand van zaken in de Nederlandse glastuinbouw en ontwikkelingen die voor die sector van belang zijn. Hierbij concentreren we ons vooral op het energiegebruik. De teelt van snijbloemen, groenten en (pot)planten in verwarmde kassen is zeer energie-intensief en verantwoordelijk voor ongeveer vier procent van het totale Nederlandse primaire energiegebruik. Nederland heeft een groot aandeel in de internationale handel in tuinbouwproducten. De glastuinbouw heeft een productiewaarde van meer dan vijf miljard euro en levert een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse export. Het aantal glastuinbouwbedrijven daalt bijzonder sterk (in 2006 met 6,8%). Door schaalvergroting (vooral bij glasgroentebedrijven) blijft het totale kasoppervlak desondanks ongeveer constant. Er wordt veel geïnnoveerd en geïnvesteerd, hoewel de gemiddelde bedrijfsresultaten de laatste jaren tegenvallend zijn. Sinds 1980 is de energie-efficiëntie van de glastuinbouw sterk verbeterd. Dit heeft niet tot een aanzienlijke daling van het primaire brandstofverbruik geleid omdat de fysieke productie in dezelfde periode sterk is gegroeid. Omdat energiekosten vaak meer dan 20% van de totale kosten uitmaken en de overheid als doelstelling heeft de emissie van broeikasgassen fors te reduceren, bestaat er een duidelijk uitgesproken ambitie om de energie-efficiëntie van de glastuinbouw verder te verbeteren. De energievraag van glastuinbouwbedrijven wordt vooral bepaald door de behoefte aan kasverwarming, koeling, CO 2 -bemesting en assimilatiebelichting. Belichting was al gebruikelijk op snijbloemenbedrijven en wordt nu steeds meer toegepast bij de productie van glasgroente. De groeiende vraag naar elektriciteit wordt vaak ingevuld met WKK-installaties (warmte-kracht koppeling). Deze WKK-installaties produceren ook voor pieklevering op de elektriciteitsmarkt. In 2006 is het WKK-vermogen in de glastuinbouw volgens cijfers van het CBS met 48% gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. De glastelers hebben veel energiebesparende maatregelen getroffen. Kassen worden geïsoleerd, en op een groot deel van de bedrijven zijn beweegbare energieschermen, warmteopslagtanks en rookgascondensors geplaatst. Voor de toekomst zijn innovatieve technologieën die nu nog in een vroeg stadium van ontwikkeling zijn van belang. Er kan bijvoorbeeld energie worden bespaard met semi-gesloten kassystemen en het gebruik van aardwarmte. Verder wordt emissiehandel beschouwd als middel om bedrijven een prikkel te geven om de CO 2 -uitstoot te verminderen. De overheid kiest ervoor om ook kleine glastuinbouwbedrijven mee te laten doen aan een systeem van emissiehandel. ECN-E

6 1. Inleiding De glastuinbouw is energie-intensief en verantwoordelijk voor het merendeel van de energieconsumptie van de Nederlandse landbouw. Omdat energiekosten voor glastuinbouwbedrijven een belangrijk deel van de totale kosten uitmaken (vaak meer dan 20%) is het energiegebruik in sterkere mate bepalend voor de bedrijfsvoering dan in de meeste andere bedrijfstakken. ECN Beleidsstudies verzorgt verkenningen van het toekomstige energiegebruik in opdracht van de Nederlandse overheid. Voor deze verkenningen is een modelinstrumentarium ontwikkeld waarmee het energiegebruik in verschillende economische sectoren kan worden gesimuleerd. In het bijzonder zullen bevindingen uit dit rapport worden gebruikt voor het actualiseren van het Save-production model, dat wordt gebruikt voor de simulatie van het energiegebruik in de Nederlandse industrie en landbouw (voor een modelbeschrijving, zie Daniëls en Van Dril, 2007). In deze technisch-economische simulatie worden ook niet-economische invloeden gemodelleerd. Dit rapport schetst een overzicht van de stand van zaken in de Nederlandse glastuinbouw en de ontwikkelingen die van belang zijn voor deze sector. We gaan hierbij uit van een drietal onderzoeksvragen: 1. Wat is de huidige stand van zaken in de Nederlandse glastuinbouw? 2. Welke ontwikkelingen zijn op dit moment te herkennen en wat zijn daarbij de drijvende krachten? 3. Wat zijn de vooruitzichten voor de ontwikkeling van het energiegebruik en de CO 2 -emissie tot het jaar 2020? De Nederlandse glastuinbouw heeft zich ontwikkeld tot een belangrijke economische sector met een sterke internationale concurrentiepositie. De sector verandert snel en probeert zich op verschillende manieren voor te bereiden op nieuwe omstandigheden. Technologische innovatie en intensivering van de productie spelen daarbij een belangrijke rol. We gaan in op de technieken en teeltmethodes die op dit moment worden toegepast. Ook bespreken we welke technologieën in de toekomst een belangrijke rol kunnen gaan spelen. Groeimogelijkheden voor de glastuinbouw worden mede bepaald door de kostprijs en de toekomstige beschikbaarheid van energie. Het Nederlandse overheidsbeleid is er op gericht de concurrentiepositie van de glastuinbouwsector in stand te houden, maar daarnaast is er ingezet op verbetering van de energie-efficiëntie. Voor deze schets van de glastuinbouwsector baseren we ons voor een belangrijk deel op literatuurstudie en door andere organisaties verzamelde gegevens. Daarnaast maken we gebruik van kennis die aanwezig is bij ECN en bronnen binnen de glastuinbouw en met deze sector verbonden organisaties. Zo is het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) een belangrijk kennisinstituut voor de glastuinbouw. Leeswijzer Hoofdstuk 2 bespreekt de huidige toestand van de glastuinbouw. We gaan in op de economische betekenis, de structuur en de internationale concurrentiepositie van deze sector. Vervolgens geven we een beeld van het energiegebruik en de bestaande toepassing van energiebesparende technieken. In Hoofdstuk 3 bespreken we een aantal ontwikkelingen die op dit moment te herkennen zijn. We gaan in op het door de overheid gevoerde beleid, het proces van schaalvergroting en de 6 ECN-E

7 ruimtelijke ordening. Daarnaast geven we een overzicht van de veranderingen in de energiebehoefte en de toepassing van warmtekrachtkoppeling. Uiteindelijk geven we in Hoofdstuk 4 een overzicht van relevante ontwikkelingen tot We bespreken de te verwachten groei van de sector en de invloed van ontwikkelingen in de energiemarkt. Emissiehandelssystemen zullen waarschijnlijk een bepalende factor zijn voor het slagen van het energiebeleid. Ook bespreken we enkele technologische opties die zich op dit moment nog in een vroeg stadium van ontwikkeling bevinden. ECN-E

8 2. Hoe staat de glastuinbouw er voor? In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de kenmerken van de Nederlandse glastuinbouwsector. We gaan onder andere in op het economische belang van de sector, de internationale concurrentiepositie en het energiegebruik. 2.1 Economische betekenis van de glastuinbouw De Nederlandse glastuinbouw is om verschillende redenen uitzonderlijk. De sector is met een oppervlak van hectare gewassen onder glas (in 2006) zeker niet de grootste van de EU. De arealen van Spanje en Italië zijn met ca en ca ha bijvoorbeeld veel groter (Bron: CBS, Eurostat). Maar de Nederlandse teelt is al decennialang geïntensiveerd en de Nederlandse glastuinbouwsector heeft een belangrijke rol opgeëist in de export en doorvoer van bloemen en groenten. De sterke positie van Nederland kan onder meer worden verklaard door het grote achterland en het milde zeeklimaat. Het overgrote deel van de productie wordt met vrachtwagens vervoerd binnen Europa, maar de haven van Rotterdam en de luchthaven Schiphol maken ook intercontinentale export mogelijk. De sector kan goed concurreren op kwaliteit door het gebruik van innovatieve teelttechnieken. Waar de meeste Zuid-Europese kassen van plastic zijn en gebruikt worden voor seizoensafhankelijke teelt, vindt de Nederlandse glastuinbouw doorgaans plaats met moderne glazen kassen en sterk gecontroleerde teeltmethodes die geschikt zijn voor het Nederlandse klimaat. Uniforme en hoge productie is mogelijk doordat de teelt meestal plaats vindt op substraat (vooral steenwol, maar ook bijvoorbeeld kokosvezel). Het proces van optimalisering en intensivering van de glastuinbouw is gepaard gegaan met een verschuiving van onverwarmde naar zwaar verwarmde kassen en heeft tot een hoog energieverbruik geleid. De ontwikkeling van de productiewaarde van de Nederlandse glastuinbouw sinds 1990 is weergegeven in Figuur 2.1. De productiewaarde vertoont een gestage groei en kwam in 2005 uit op 4,9 miljard. Er vindt daarbij wel een duidelijke verschuiving plaats in het aandeel van de verschillende subsectoren. De productiewaarde van glasgroente nam in de periode van 1990 tot 2005 met slechts 4% toe, terwijl de productiewaarde van snijbloemen groeide met 49%. In dezelfde periode werd de productiewaarde van pot- en perkplanten meer dan verdubbeld. (Boone et al., 2007). 8 ECN-E

9 Productiewaarde (miljarden euros) Pot- en perkplanten Snijbloemen Glasgroente Figuur 2.1 Productiewaarde van de glastuinbouw in Nederland Bron: Productschap Tuinbouw. In 2005 waren er op glasbloemenbedrijven mensen in direct dienstverband. Bij glasgroentenbedrijven was dit aantal Daarnaast wordt er in de glastuinbouw veel gebruik gemaakt van inleenarbeid van een uitzendbureau of inleenbedrijf. Er wordt voor 2006 geschat dat er in de piekperiode ca arbeidskrachten werkzaam waren in de primaire glastuinbouw. Veel arbeiders komen niet uit Nederland, maar bijvoorbeeld uit Midden en Oost-Europa. Van de werkgevers in de primaire glastuinbouw is 56% het eens met de stelling dat de enige manier waarop de tuinbouw in Nederland kan overleven, is door werknemers uit het buitenland in dienst te nemen. (Bron: Kans et al., 2007). 2.2 Structuur van de glastuinbouwsector In 2005 waren er volgens de landbouwtelling van het CBS in Nederland bedrijven met tuinbouw onder glas. Hiertoe behoren bedrijven met groente onder glas (2.547) en bedrijven met siergewassen onder glas (6.194) 1. Er waren bedrijven met snijbloemen, bedrijven met potplanten en met overige sierteeltgewassen. Een derde deel van het totale kasoppervlak (33%) werd gebruikt voor de teelt van snijbloemen zoals rozen en chrysanten. Het grootste aandeel van het oppervlak (43%) was bestemd voor de verbouw van glasgroenten. De meest geteelde groenten zijn paprika, tomaat en komkommer. Voor pot- en perkplanten werd 18% van het oppervlak gebruikt. Daarnaast vindt er in kassen ook teelt van boomkwekerijgewassen en een relatief kleine hoeveelheid fruit en koud geteelde groenten plaats. In Figuur 2.2 is te zien hoe het kasareaal verdeeld is over de verschillende gewassen. 1 Een aantal bedrijven produceert zowel groente als siergewassen. ECN-E

10 Tomaat Paprika Komkommer Overige glasgroenten Roos Chrysant Overige snijbloemen Bloeiende potplanten Groene potplanten Perkplanten Overig Figuur 2.2 Verdeling van het areaal van de glastuinbouw naar gewas voor 2005 Bron: CBS-landbouwtelling, LEI-bewerking. Het totale kasoppervlak blijft al sinds 1998 tamelijk constant. Zoals blijkt uit Figuur 2.3 verandert het aandeel van bepaalde gewassen wel duidelijk. Het areaal bloemkwekerijgewassen vertoont sinds het jaar 2000 een daling na decennialang te zijn gestegen. Tot de bloemkwekerijgewassen worden zowel snijbloemen als pot- en perkplanten gerekend. Het areaal met boomkwekerijgewassen is in de tien jaar voor 2006 verdubbeld. Het kasoppervlak met koud geteelde groenten is in dezelfde periode juist afgenomen Areaal (ha) Areaal (ha) Groenten warm Groenten koud Fruit Bloemkwekerijgewassen Boomkwekerijgewassen Figuur 2.3 Historische ontwikkeling van het kasoppervlak naar type gewas Bron: CBS-landbouwtelling, LEI-bewerking. Net zoals in andere landbouwsectoren fluctueert het gezinsinkomen uit het bedrijf in de glastuinbouwsector sterk van jaar tot jaar. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door varierende opbrengstprijzen, maar ook door veranderende energieprijzen en de rentestand. Binnen de glastuinbouw zijn de onderlinge inkomensverschillen groot. Dit komt mede doordat verschil- 10 ECN-E

11 lende producten andere prijsontwikkelingen doormaken, tuinders verschillende gascontracten afgesloten hebben of zelf elektriciteit produceren. Tuinders die elektriciteit opwekken met warmte-kracht koppeling (WKK) installaties kunnen bijvoorbeeld profiteren van de gestegen elektriciteitsprijzen. Het LEI verzamelt in het Bedrijven-Informatienet onder andere financiële gegevens van individuele bedrijven. Het gemiddelde netto bedrijfsresultaat van snijbloemenbedrijven was in 2005 negatief. De opbrengst per vierkante meter was gemiddeld 52,60 terwijl de kosten 56,70/m 2 bedroegen. De verdeling van de kosten voor verschillende bedrijfstypen is te zien in Tabel 2.1. De kostenopbouw van producten van glasgroentebedrijven verschilt enigszins van die van snijbloemenbedrijven, maar ook voor deze bedrijven was het netto bedrijfsresultaat in 2005 negatief. De opbrengst per m 2 glasoppervlak was in 2005 gemiddeld 35,70 en de kosten 39,00/m 2. Door de sterk gestegen gasprijs is het aandeel van energie in de kosten de afgelopen jaren groter geworden. In 2004 maakte energie nog slechts 18,5% uit van de kosten. Bij de teelt van pot- en perkplanten zijn de energiekosten een stuk minder belangrijk. Daar maakte energie in 2005 slechts 9% uit van de totale kosten. De pot- en perkplantenbedrijven hadden in 2006 gemiddeld positieve bedrijfresultaten. Tabel 2.1 Kostenopbouw naar bedrijfstype in 2005 (voorlopige cijfers) Kosten van glastuinbouwbedrijven per m 2 glasoppervlak Snijbloemenbedrijven Glasgroentebedrijven Pot- en perkplantenbedrijven [ ] [%] [ ] [%] [ ] [%] Arbeidskosten 15, , ,4 28 Energiekosten 10,8 19 8,4 22 6,5 9 Rente en afschrijving 8,9 16 6, ,3 15 Overige kosten 21, , ,6 47 Totale kosten 56, , ,8 100 Bron: Bedrijven-Informatienet, De Bont en Van der Knijff, De gegevens uit het Bedrijven- Informatienet laten zien dat het gemiddelde nettobedrijfsresultaat van glastuinbouwbedrijven over alle jaren van 2001 tot en met 2006 negatief was. Ondanks de tegenvallende bedrijfsresultaten van veel bedrijven, zijn de investeringen in de glastuinbouwsector hoog. In 2005 werd gemiddeld per bedrijf geïnvesteerd. Dit bedrag is onder te verdelen in investeringen in werktuigen en installaties (46,1%), gebouwen (24,7%), grond of grondverbetering (20,9%), en levende have, plantopstanden en overige (8,3%) (bron: De Bont en Van der Knijff, 2006). 2.3 Internationale verhoudingen Door verbetering van de logistiek zijn geografische beperkingen voor de handel in glastuinbouwproducten minder belangrijk geworden. Producten kunnen over steeds grotere afstanden worden vervoerd. Desondanks is de totale export nog steeds voornamelijk afhankelijk van Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk. In 2006 was de totale exportwaarde van bloemkwekerijproducten naar deze drie landen 3,10 miljard. Dit komt overeen met 59% van de totale exportwaarde van 5,23 miljard. In het jaar 2000 was het aandeel in de exportwaarde van dit drietal landen 64%. In Figuur 2.4 is de verdeling van de exportwaarde van bloemkwekerijproducten over de verschillende exportlanden te zien. ECN-E

12 Duitsland Verenigd Koninkrijk Frankrijk Italië België Overig EU Landen buiten EU Figuur 2.4 Exportwaarde bloemkwekerijproducten naar land voor 2006 Bron: HBAG. Het Nederlandse aandeel in de wereldhandel van snijbloemen ligt rond de 60% en van planten rond de 40%. Deze marktaandelen zijn al zo n tien jaar vrij stabiel. Op de exportmarkt voor snijbloemen ondervindt Nederland vooral groeiende concurrentie van Colombia, Equador en Kenia die in 2005 samen 27% van de wereldhandel in handen hadden. (Bron: Snijders et al., 2007, UN Comtrade). Nederlandse bedrijven zijn vaak in staat om hogere prijzen te vragen voor producten vanwege de hoge productkwaliteit en toegevoegde waarde door innovatie, marketing en verpakking. Het is minder gemakkelijk te concurreren in de productie van bulkgoederen. Om de internationale concurrentie op kostprijs aan te kunnen gaan vindt er al lange tijd schaalvergroting plaats. Omdat er in Nederland een grote druk is op de ruimte wordt er gekozen voor intensieve productie en verplaatsen sommige bedrijven hun productie naar andere landen. Eind jaren tachtig werd de vruchtgroentesector geconfronteerd met sterkere concurrentie uit Zuid-Europa. Van der Velden et al. (2004) maken een vergelijkende studie van de Nederlandse en de Spaanse manier van groenteproductie. Waar de Nederlandse productie vooral intensiever wordt, heeft Spanje het areaal sterk uitgebreid. De Spaanse teelttechnieken zijn eenvoudiger en minder gecontroleerd, waardoor de productkwaliteit lager is. Dit is bijvoorbeeld af te leiden uit de op jaarbasis 60% hogere exportprijzen van Nederlandse tomaten vergeleken met tomaten uit de Spaanse provincies Almería en Murcia. Ook het verschil in fysieke productie per vierkante meter glas kan bijzonder groot zijn. Zo is de productie van komkommer in Almería bijvoorbeeld 9 kg per m 2, terwijl de gemiddelde productie in Nederland wel 70 kg per m 2 is. Deze verschillen zijn te verklaren door de langere teeltduur, het verschil in klimaat, andere teelttechnieken en de mate van lichtbenutting. In Spanje worden nog veel traditionele, zogenaamde parral kassen gebruikt met een plastic bedekking. Deze kassen hebben geen klimaatregeling, verwarming en CO 2 -dosering. In Spanje worden kassen doorgaans niet jaarrond gebruikt vanwege de te hete zomers, maar slechts enkele maanden tot een half jaar. In Nederland wordt 10 tot 11 maanden in een kas geteeld. Het is gunstig dat er in Spanje meer lichtinval is (ca. 80% meer), maar een groot deel daarvan wordt niet benut omdat de kassen lang leeg staan en minder licht doorlaten. Plastic kassen laten 50% van het licht door, terwijl glazen kassen een doorlatingspercentage van 70-75% hebben. Ook wordt er in Spanje gedurende een aantal maanden een krijtscherm gebruikt om de gewassen te beschermen tegen te sterk zonlicht en wordt er meer licht tegengehouden door vervuiling met stof. Al met al wordt er in Spanje hierdoor zelfs minder licht benut. 12 ECN-E

13 Door het klimaat zijn er in Spanje regelmatig problemen met te lage luchtvochtigheid. Omdat er een hoge infectiedruk is wordt er gaas gebruikt tegen insecten, waardoor de ventilatiecapaciteit daalt. Ook zijn er meer uitersten in het klimaat die het leveren van constante kwaliteit moeilijker maken. De Nederlandse glastuinbouw steekt gunstig af bij de Spaanse als het gaat om het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Per ton product wordt hier bijvoorbeeld bij komkommer wel ca. 26 keer minder gebruikt. In Nederland wordt voor het bestrijden van plagen veel meer gebruik gemaakt van biologische bestrijdingsmiddelen, en worden substraatmatten gestoomd. Hierdoor zijn er geen chemische middelen nodig voor grondontsmetting. Een belangrijk verschil is wel dat het Spaanse klimaat het toestaat om het energiegebruik beperkt te houden. Per eenheid product is het primaire brandstofverbruik voor Nederlandse tomaten 13 keer groter dan voor Spaanse. Over het algemeen wordt in Nederland tussen 9 en 17 keer zo veel primaire brandstof gebruikt per kg product. 2.4 Energiegebruik De voor Nederland kenmerkende teeltmethodes brengen met zich mee dat de glastuinbouw zeer energie-intensief is. In 2006 werd 91% van het totale kasoppervlak verwarmd (Bron: CBSlandbouwtelling, LEI-bewerking). Dit percentage is sinds 1990 niet veel meer veranderd. Stoken doen tuinders voor verwarming en voor de productie van CO 2. Om overtollig vocht kwijt te raken staan de luchtramen daarbij vaak open. Verder wordt er in toenemende mate elektriciteit gebruikt voor assimilatiebelichting. Milieucentraal heeft een schatting gemaakt van het totale energiegebruik dat nodig is voor voedsel waarbij ook rekening wordt gehouden met de transportwijze en land van herkomst. Voor vollegrondsproducten uit Nederland is 1 en 6 MJ energie per kg nodig. Producten uit de Nederlandse verwarmde kas kosten tussen 40 en 80 MJ/kg. Dit is vergelijkbaar met de energie die nodig is voor het invliegen van producten uit Kenia. In 2004 was het totale primaire energiegebruik van de glastuinbouw 128,9 PJ. De energie werd voor 87% geleverd door aardgas. Warmte van derden leverde 8,6% van de energie. Dit gaat om restwarmte afkomstig van elektriciteitscentrales of STEG-eenheden en WKK-installaties van energiebedrijven. Met elektriciteit werd in 4% van de energiebehoefte voorzien (bron: Van der Velden et al., 2007, Van der Knijff et al., 2006). Tabel 2.2 Direct energiegebruik in de glastuinbouw naar energiedrager in 2004 Direct energiegebruik naar energiedrager in 2004 (gemiddeld per bedrijf) Glasgroentebedrijven Snijbloemenbedrijven Pot- en perkplantenbedrijven Energiedrager [GJ] [%] [GJ] [%] [GJ] [%] Aardgas Elektriciteit (GJ) * Overige Totaal * 1 MWh komt overeen met 3,6 GJ. Bron: Bedrijven-Informatienet van het LEI. Tabel 2.2 maakt duidelijk dat individuele tuinbouwbedrijven vallen onder de grootverbruikers van aardgas. In 2004 gebruikte een gemiddeld snijbloemenbedrijf bijvoorbeeld GJ aan energie uit aardgas, wat overeenkomt met m 3 aardgas. Het elektriciteitsverbruik van GJ komt overeen met kwh. ECN-E

14 Een maat voor de efficiëntie waarmee glastuinbouwbedrijven omgaan met energie is de energieefficiëntie index. Deze EE-index wordt jaarlijks bepaald door het Landbouw Economisch Instituut (LEI) en is gedefinieerd als het primaire brandstofverbruik per eenheid product ten opzichte van het referentiejaar In 2003 lag het primaire brandstofverbruik van de glastuinbouw op ongeveer hetzelfde niveau als in 1980, maar omdat de fysieke productie in diezelfde tijd met ongeveer een factor twee is toegenomen kwam de EE-index in 2005 uit op 46%. Zoals te zien is in Figuur 2.5 is de EE-index tussen 1980 en 1985 snel gedaald, maar daarna is de index tot halverwege de jaren negentig tamelijk constant gebleven. In de daarop volgende periode is er weer een efficiëntieverbetering tot stand gekomen. In Figuur 2.6 is voor 1981 tot 2005 weergegeven met hoeveel procent de EE-index is veranderd ten opzichte van het jaar daarvoor. Vooral opvallend is dat in de jaren 1981 en 1982 een verbetering van respectievelijk 16% en 18% is bereikt EE-index Figuur 2.5 De ontwikkeling van de EE-index tussen 1980 en 2005 Bron: LEI. 10.0% Relatieve verandering EE-index 5.0% 0.0% % -10.0% -15.0% -20.0% Figuur 2.6 Percentuele verandering van de EE-index ten opzichte van het voorafgaande jaar Bron: LEI. 14 ECN-E

15 De historische ontwikkeling van de energie-efficiëntie hangt sterk samen met de gasprijs. Als de gasprijs hoog is, lijken tuinders meer gemotiveerd om initiatieven te nemen om te komen tot energiebesparing. Dit kan komen doordat maatregelen op dat moment meer rendabel zijn, maar ook het gevolg zijn van meer aandacht voor besparingsmogelijkheden. Het is te verwachten dat de huidige hoge energieprijzen opnieuw een stimulans vormen om zuiniger om te gaan met energie. De bereidheid om te investeren in energiebesparende maatregelen of technieken wordt ook bepaald door overheidssubsidies en fiscale instrumenten. Daarnaast speelt de levenscyclus van het bedrijf ook een belangrijke rol. Ongeveer één keer in de twintig jaar wordt een kas compleet vernieuwd, en dit is een geschikt moment om verschillende investeringsopties tegen elkaar af te wegen. Omdat de gasbehoefte van een bedrijf sterk samenhangt met het glasoppervlak is het waarschijnlijk dat een belangrijk deel van de efficiëntieverbetering sinds 1980 kan worden verklaard door de sterke verhoging van de productie per vierkante meter kas. Het eenduidig interpreteren van de EE-index wordt bemoeilijkt doordat er verschuivingen hebben kunnen plaatsvinden naar energie-extensievere of energie-intensievere gewassen. Ook een toename van het jaarrond leveren van producten kan een groter energiegebruik als resultaat hebben. Pas gebouwde kassen zijn gemiddeld hoger en hebben een grotere geveloppervlakte. Hierdoor is er meer energie nodig voor verwarming. Het voordeel van een hoge kas is weer dat het kasklimaat beter is te beheersen en dat schermen beter kunnen worden toegepast. De ontwikkeling van de CO 2 -emissie van de glastuinbouw is te volgen met een CO 2 -index die door het LEI wordt bijgehouden. De index is voor 1990 op 100 is gesteld. In 2003 was de uitstoot van CO 2 van de glastuinbouwsector 6,44 Mton. De CO 2 -index kwam voor dat jaar uit op 95%, wat betekent dat de totale uitstoot in dat jaar 5% lager was dan in Energiebesparende maatregelen De zeer sterke efficiëntieverbetering in het begin van de jaren tachtig duidt erop dat er toen snel en relatief eenvoudig te realiseren besparingsmaatregelen werden getroffen. Op dit moment hebben een aantal technologieën al een hoge penetratiegraad bereikt. We bespreken hier de isolatie van kassen, het gebruik van warmteopslagtanks en rookgascondensors. Veel gegevens over de penetratie van energiebesparende opties zijn te vinden in Van der Knijff et al., Isolatie Ten eerste kan de warmtevraag van een kas worden verminderd door goede isolatie. Voor de façade en de dakbedekking van de kassen hebben tuinders de keuze uit verschillende warmteisolerende materialen. Een verbeterde isolatiegraad verlaagt ook de maximale piek in het gasverbruik, waardoor de energiekosten extra lager worden. Vermindering van de lichtinval kan een nadelig gevolg zijn van deze maatregelen. Voor de isolatie van kassen kunnen ook energieschermen worden gebruikt. Vaste schermen worden in de winter geplaatst om warmte binnen te houden. Beweegbare schermen kunnen altijd worden gebruikt als er weinig zonlicht is. Of de keuze gemaakt wordt voor het plaatsen van een beweegbaar scherm hangt sterk af van het geteelde gewas. Voor chrysanten, rozen en paprika s is de penetratiegraad van beweegbare schermen groter dan 90%. Voor tomaten is dit percentage slechts circa 43%. Doordat een scherminstallatie een gedeelte van het licht onderschept, gaat het plaatsen van een scherm ten koste van de productie. Ruijs et al. (2005) gaan uit van een lichtonderschepping van 3%. Er geldt ongeveer de vuistregel dat 1% minder licht 1% minder productie oplevert. ECN-E

16 In 2004 kon 79% van het totale glasoppervlak worden afgeschermd met een beweegbaar scherm. Dit percentage is tussen 1995 en 2004 met 2,7 procentpunt per jaar toegenomen. De penetratiegraad van vaste schermen is in deze periode juist voortdurend afgenomen tot 6%. Op 3% van het areaal werd een combinatie van een vast en een beweegbaar scherm gebruikt. Er wordt verwacht dat de toename van het gebruik van beweegbare schermen doorzet tot een penetratiegraad van 85-90% is bereikt. De maximale penetratie wordt onder andere beperkt doordat in te lage kassen geen beweegbare schermen worden geplaatst. De energiebesparing van energieschermen hangt af van het materiaal en van hoe vaak ze worden gebruikt. Temperatuurintegratie Omdat planten niet al te snel reageren op temperatuurwisselingen hoeft de temperatuur in de kas niet voortdurend constant te zijn. Door temperaturen tijdelijk te verlagen kan energie worden bespaard en dit wordt temperatuurintegratie genoemd. De temperatuurregeling wordt uitgevoerd door klimaatcomputers. In 2004 was 95% van alle bedrijven voorzien van een dergelijke klimaatcomputer. Warmteopslagtanks Warmteopslagtanks kunnen worden gebruikt om warmte die vrijkomt op tijden dat er weinig warmtevraag is niet verloren te laten gaan. Dit gaat bijvoorbeeld om warmte die overdag wordt opgewekt bij CO 2 -dosering of bij elektriciteitsproductie met een WKK-installatie. Een ander voordeel van warmteopslagtanks is dat ze kunnen worden gebruikt om de maximale gasbehoefte te verlagen. Hierdoor wordt de gasrekening lager. Dat tuinders zich concentreren op aanpassingen om het piekgebruik af te vlakken is waarschijnlijk niet optimaal voor het beperken van het totale gasverbruik. Het gebruik van warmteopslagtanks stijgt, onder meer door intensievere belichting en toename van CO 2 -dosering. De penetratiegraad lag in 2004 op 40%, na een stijging van 3,7 procentpunt per jaar tussen 1995 en Van gewas tot gewas kan de penetratie sterk verschillen. Bij het kweken van tomaat, komkommer en paprika gebruikt bijvoorbeeld 85-95% van de bedrijven al een warmteopslagtank. Het LEI verwacht een maximale penetratiegraad van minstens 60%. De gemiddelde inhoud van warmteopslagtanks groeit sterk en was 126 m 3 per hectare in Rookgascondensors Condensors onttrekken bruikbare warmte aan de uitlaatgassen van verwarmingsketels. De penetratiegraad van condensors op verwarmingsketels was in %. Er is een indeling te maken in drie verschillende types: condensors op een apart net (65%), condensors op retour (25%) en combicondensors (10%). Er is een licht stijgende toepassing van condensators op retour, terwijl de toepassing van de andere twee types daalt. Dit komt waarschijnlijk door de hoge investeringskosten voor een apart condensornet, en door de kosten voor de regeltechnische inpassing. Het LEI verwacht dat het verzadigingspunt voor de penetratie van condensors ongeveer is bereikt. We hebben in Tabel 2.3 een aantal gegevens over energiebesparende maatregelen bij elkaar gezet. Uit de gegevens over de verschillende penetratiegraden van deze besparende maatregelen ontstaat het beeld dat het grootste deel van de energiewinst die met deze maatregelen te behalen is al is gerealiseerd. Toch is er met technologische verbeteringen nog veel te bereiken en worden ook besparende maatregelen met een korte terugverdientijd vaak niet uitgevoerd. 16 ECN-E

17 Tabel 2.3 Overzicht van een aantal veel toegepaste energiebesparende maatregelen. Maatregel Energiefunctie * Besparingspercentage [%] Beweegbare Penetratie in 2004 ** [%] Verwachte maximale penetratie ** [%] Verwarming energieschermen Warmteopslagtanks CO 2 -bemesting >60 Rookgascondensors Verwarming ~72 Temperatuurintegratie Verwarming 8 95 ~95 WKK-installatie: gasmotor * ** *** Verwarming, belichting en CO 2 -bemesting 45 ~22 *** - Bron: Icarus-4. Bron: LEI. In 2004 waren er gasmotoren opgesteld in de land- en tuinbouw. Er waren glastuinbouwbedrijven. Bron: CBS. ECN-E

18 3. Ontwikkelingen in de glastuinbouw In dit hoofdstuk geven we een overzicht van ontwikkelingen die zich op dit moment afspelen. De overheid verwacht van de glastuinbouw dat ze een bijdrage levert aan het halen van doelstellingen voor vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. We gaan ook in op het proces van schaalvergroting, de ruimtelijke ordening en veranderingen in de energiebehoefte van glastuinbouwbedrijven. 3.1 Schaalvergroting Er vindt in de glastuinbouwsector een sterke schaalvergroting plaats. Het aantal bedrijven met een oppervlak kleiner dan 1 ha daalt al sinds 1975 voortdurend, terwijl het aantal bedrijven met een oppervlakte van 3 ha of meer toeneemt. Bij deze schaalvergroting ontstaan ook enkele zeer grote bedrijven. Het glasgroentebedrijf Seasun in Kapelle heeft bijvoorbeeld een kasoppervlak van 50 hectare. In Figuur 3.1 is te zien dat de schaalvergroting bij glasgroentebedrijven sterk doorzet, terwijl het gemiddeld kasoppervlak voor bloemkwekerijbedrijven stabiliseert. In 2006 besloeg een gemiddeld glasgroentebedrijf 1,90 ha en een bloemkwekerijbedrijf 1,07 ha Kasoppervlak per bedrijf (ha) Bloemkwekerijbedrijven Glasgroentebedrijven Figuur 3.1 Gemiddelde kasoppervlak van bloemkwekerijbedrijven en glasgroentebedrijven Bron: CBS-landbouwtelling, LEI-bewerking. Tussen 1975 en 1998 is het totale oppervlak onder glas nog met een derde gegroeid, maar in de periode van 1998 tot 2005 is dit oppervlak ongeveer constant gebleven. Zoals te zien is in Figuur 3.2 neemt het aantal glastuinbedrijven voortdurend af. Figuur 3.3 toont de percentages waarmee dit aantal elk jaar is afgenomen. In 2006 nam het aantal bedrijven in een enkel jaar af met bijna 7%. 18 ECN-E

19 18 16 Aantal bedrijven ( 1000) Figuur 3.2 Totaal aantal bedrijven met tuinbouwgewassen onder glas Bron: CBS-landbouwtelling; LEI-bewerking. Afname aantal bedrijven per jaar (%) 8.0% 6.0% 4.0% 2.0% 0.0% Figuur 3.3 Percentage waarmee het aantal bedrijven met tuinbouwgewassen onder glas is afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar Bron: CBS-landbouwtelling, LEI-bewerking. Grote bedrijven profiteren van verschillende schaalvoordelen in inkoop, verkoop en interne processen. Zo zijn de tarieven voor energie bij grootverbruik lager. Ook is er een voordeliger energiebelastingtarief. De schaalvergroting gaat door mechanisatie en automatisering gepaard met een verschuiving van laagwaardige werkgelegenheid naar hoogwaardigere. Grote bedrijven kunnen ook meer investeren in kassen, installaties en machines omdat deze investeringen meer opleveren (Aramyan et al., 2007). Het grote aantal bedrijfssluitingen in combinatie met de vaak negatieve bedrijfsresultaten wekt de indruk dat veel bedrijven in de glastuinbouwsector in de problemen zitten. In de LEIinnovatiemonitor van 2005 gaf 30,5% van de glastuinbouwers aan dat ze weinig of heel weinig vertrouwen hebben in de toekomst van het bedrijf op de korte termijn. Voor de lange termijn had 33,8% weinig of heel weinig vertrouwen. ECN-E

20 3.2 Ruimtelijke ordening Met ca hectare is het oppervlak van de glastuinbouwbedrijven niet groot in vergelijking met het ruimtebeslag van andere landbouwbestemmingen. Voor het verbouwen van aardappelen alleen werd in 2005 bijvoorbeeld ca ha gebruikt. (Bron: CBS) Maar de aanwezigheid van kassen wordt over het algemeen wel erg lelijk en storend gevonden en de verlichte kassen veroorzaken lichthinder in de omgeving. Dit is een van de redenen om glastuinbouwbedrijven bij elkaar te plaatsen. Een andere reden is dat wanneer er voorzieningen gedeeld kunnen worden met andere bedrijven, er economische schaalvoordelen en betere logistiek mogelijk worden. Er worden voor de toekomst ook kansen gezien in clusters van samenwerkende glastuinbouwbedrijven die zich stuk voor stuk specialiseren in bijvoorbeeld levering van warmte, koeling of CO 2. Door bedrijven met verschillende gewassen samen te laten werken kan op deze manier energie worden bespaard. De warmte van een bedrijf dat belichting gebruikt kan bijvoorbeeld naar een niet-belichtend bedrijf wordt toegevoerd. Het LEI schat dat er in zogenaamde clusterprojecten actief waren met een totaal oppervlak van 236 ha. De overheid heeft vijf locaties aangewezen die hun tuinbouwfunctie moeten behouden en versterken en die greenports worden genoemd. De drie greenports voor de glastuinbouw zijn het Zuid-Hollands glasdistrict (waartoe het Westland en Oostland behoren), Aalsmeer en omstreken en het cluster Venlo. Het rijk verwacht van de provincies dat ze op basis van vrijwilligheid meewerken om verspreid liggende kassen bij elkaar te plaatsen. Er zijn voor de glastuinbouw ook tien landbouwontwikkelingsgebieden (LOG s) aangewezen waar ruimte is voor uitbreiding en nieuwe bedrijven. Deze LOG s liggen verspreid door heel Nederland. De overheid wil deze gebieden herstructureren en zorgen dat bedrijven er naar toe trekken. Voor de glastuinbouw is de provincie Zuid Holland met 53% van het totale oppervlak (in 2005) het belangrijkst. Hoewel de oppervlakte voor glastuinbouw in het Westland tussen 2001 en 2006 met 11% is afgenomen (volgens het CBS door druk van andere ruimtegebruiksfuncties), blijft dit nog wel verreweg het grootste glastuinbouwgebied. De andere provincies waar een aanzienlijke activiteit in de glastuinbouw plaats vindt zijn Noord-Brabant (12%), Noord-Holland (9%, hier worden hoofdzakelijk bloemkwekerijgewassen geteeld), Limburg (8%) en Gelderland (7%). De glastuinbouw in Bleiswijk, Noord-Limburg en Noord-Brabant groeit sterk. Zoals eerder opgemerkt in Paragraaf 2.2 is er sinds 1998 weinig ontwikkeling in het totale kasoppervlak. Ook voor de komende jaren zijn er weinig redenen om te verwachten dat het totale oppervlak sterk zal veranderen. Voor de keuze voor een vestigingsplaats is de beschikbaarheid van voldoende ruimte een belangrijk criterium. Er moet bijvoorbeeld ruimte zijn voor eventuele uitbreiding of het plaatsen van een WKK-installatie. Ook kan de mogelijkheid om warmte of CO 2 af te nemen van de industrie een rol spelen. Onderzoek van Reijnders et al. (2005) geeft aan dat glastuinbouwbedrijven kiezen voor het verplaatsen van hun bedrijf vanwege bedrijfsontwikkeling. Het meest belangrijk zijn efficiencyverbetering en kostenverlaging. Voor snijbloemen en potplantentelers is de nabijheid van veiling en handel erg belangrijk. 3.3 Energiebeleid Het beleid van de Nederlandse overheid is er op gericht om het energieverbruik van de glastuinbouwsector te verminderen. Een belangrijk doel hiervan is het tegengaan van klimaatverandering als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen. Voor het Kyoto-protocol heeft Nederland zich verplicht deze uitstoot in de periode van 2008 tot 2012 met 6% te verminderen ten opzichte van Een andere reden om zuinig om te gaan met energie is de voorzieningszekerheid. De Nederlandse gasvoorraad is beperkt en de afhankelijkheid van gasimport van buiten de Europese Unie zal in de toekomst alleen maar groter worden. 20 ECN-E

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net 3 juli 2010, De Ruijter Energy Consult Energie- en CO 2 -emissieprestatie van verschillende energievoorzieningsconcepten voor Biologisch Tuinbouwbedrijf gebroeders Verbeek in Velden Gebroeders Verbeek

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2010 - I

Eindexamen m&o vwo 2010 - I Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 6 tot en met 9. Peter Steenbergen en Erik Koolwijk zijn de twee directeur-grootaandeelhouders van glastuinbouwbedrijf Rijkgroen bv. Het bedrijf heeft

Nadere informatie

Duurzame Greenport Westland Oostland

Duurzame Greenport Westland Oostland 12 oktober 2009 Duurzame Greenport Westland Oostland EFRO programma Doel: Duurzame Greenport (p p p) Greenport Westland Oostland gemeentes Westland, Pijnacker Nootdorp, Lansingerland Kennisinstellingen

Nadere informatie

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW Besparen en verduurzamen ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW Over Kas als Energiebron Kas als Energiebron is het innovatie- en actieprogramma voor de glastuinbouw met als doel de uitstoot

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Ontwikkeling glastuinbouw voor CAP

Ontwikkeling glastuinbouw voor CAP Ontwikkeling glastuinbouw voor CAP A.W.N. van Dril P. Kroon ECN-C--06-034 19 Juni 2006 Verantwoording Deze notitie is samengesteld door ECN in opdracht van SenterNovem. ECN assisteert Senter- Novem ten

Nadere informatie

Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 1998

Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 1998 Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 1998 N.J.A. van der Velden R. Bakker A. van der Knijff A.P. Verhaegh September 1999 Rapport 2.99.13 LEI, Den

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder 16/12/2010 Cogen Vlaanderen Daan Curvers COGEN Vlaanderen Houtige biomassa in de landbouw 16

Nadere informatie

De ka(n)s voor energie: The Big Picture

De ka(n)s voor energie: The Big Picture De ka(n)s voor energie: The Big Picture Eric Poot, Wageningen UR Glastuinbouw eric.poot@wur.nl Toekomst Glastuinbouw 2 keer meer met 2 keer minder 1 De Ka(n)s voor energie Ondernemers Overheden Kennisinstellingen

Nadere informatie

gespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf

gespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf De markt voor de varkenshouderij in Nederland Structuur In Nederland worden op ongeveer 1. bedrijven varkens gehouden. Het aantal bedrijven met varkens is de afgelopen jaren duidelijk afgenomen (figuur

Nadere informatie

Effect stijgende olieprijs op kosten, rentabiliteit, inkomen en besparingen in de glastuinbouw

Effect stijgende olieprijs op kosten, rentabiliteit, inkomen en besparingen in de glastuinbouw Nico van der Velden Ruud van der Meer Augustus 2005 LEI, Den Haag Effect stijgende olieprijs op kosten, rentabiliteit, inkomen en besparingen in de glastuinbouw I II Inhoud Woord vooraf 5 1. Inleiding

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 2000

Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 2000 Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 2000 R. Bakker A. van der Knijff N.J.A. van der Velden Projectcode 64282 Oktober 2001 Rapport 3.01.07 LEI, Den

Nadere informatie

Tuinbouw fossielvrij. Energiek Event 2018 Feije de Zwart, Bram Vanthoor. Wageningen University & Research, NL

Tuinbouw fossielvrij. Energiek Event 2018 Feije de Zwart, Bram Vanthoor. Wageningen University & Research, NL Tuinbouw fossielvrij Energiek Event 2018 Feije de Zwart, Bram Vanthoor Wageningen University & Research, NL Inhoud Achtergrond Teelten Verschillende fossiel vrije opties Veronderstellingen Voorlopige resultaten

Nadere informatie

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik

Nadere informatie

GREENPORTKAS IN VOGELVLUCHT

GREENPORTKAS IN VOGELVLUCHT 12 GREENPORTKAS IN VOGELVLUCHT Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen staan bij Greenportkas ondernemer Joep Raemakers hoog aangeschreven. De ondernemer wil tomaten telen, de uitputting

Nadere informatie

Tuinbouw wil efficiënt omgaan met energie

Tuinbouw wil efficiënt omgaan met energie Tuinbouw wil efficiënt omgaan met energie Handelsplatform, marktplaats voor energie in de tuinbouw De glastuinder van nu is een allround manager die van alle markten thuis moet zijn om zijn bedrijf economisch

Nadere informatie

WKK in de glastuinbouw samen sterk. Mechelse Veiling 23 mei 2006

WKK in de glastuinbouw samen sterk. Mechelse Veiling 23 mei 2006 WKK in de glastuinbouw samen sterk Mechelse Veiling 23 mei 2006 WKK in de glastuinbouw Welkom R. Libotte - Fiburo WKK Ideaal voor glastuinbouw H.Marien - GlasReg Deutz-Concept Pauze WKK en milieu Voordelen:

Nadere informatie

Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 2002

Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 2002 Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 2002 Anita van der Knijff Jan Benninga Projectcode 64436 Oktober 2003 Rapport 3.03.06 LEI, Den Haag I Het LEI

Nadere informatie

Innovatie Netwerk Energie Systemen glastuinbouw Oost Brabant (INES) Aardwarmte, WKK en CO 2 10 januari 2013, Peter Vermeulen

Innovatie Netwerk Energie Systemen glastuinbouw Oost Brabant (INES) Aardwarmte, WKK en CO 2 10 januari 2013, Peter Vermeulen Innovatie Netwerk Energie Systemen glastuinbouw Oost Brabant (INES) Aardwarmte, WKK en CO 2 10 januari 2013, Peter Vermeulen Programma Kosten doublet Warmte aardwarmte berekening Warmtebalans aardwarmte

Nadere informatie

Energie meervoudig ruimtegebruik

Energie meervoudig ruimtegebruik Energie meervoudig ruimtegebruik Energie delen en uitwisselen met directe omgeving Arenasessie meervoudig ruimtegebruik, Vida Verde Honselersdijk 27 11 2009 Peter Vermeulen en Eric Poot Integratie functies

Nadere informatie

Nationale Energieverkenning 2014

Nationale Energieverkenning 2014 Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare

Nadere informatie

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies Grootschalige introductie van micro wkk systemen Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies jeeninga@ecn.nl Micro wkk een controversieel onderwerp? De discussie rondom het nut van micro wkk wordt niet altijd niet

Nadere informatie

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030 December 2016 ECN-N--16-031 Energiescenario s Drenthe 2030 Gerdes, J. Gewijzigd op: 16-12-2016 13:20 2 Inhoud 1 Context van de energiescenario s voor 2030 4 2 Uitgangspunten voor drie scenario s 5 3 Ontwikkelingen

Nadere informatie

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Najaar 2009 Inhoudsopgave Terugblik seizoen 2008/2009...................................................................................... 3 Najaar 2009 sector bos-

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Co-innovatie in de glastuinbouw KIVI NIRIA jaarcongres 2010 Ir. P. Jan Smits 6 oktober 2010 Inhoud Introductie Kengetallen en energietransitie Convenant Schone en Zuinige

Nadere informatie

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Warmte in Nederland Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Warmte kost veel energie Warmtevoorziening is verantwoordelijk voor bijna 40% van het energiegebruik in Nederland.

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Energiebesparing bij belichte rozen middels verlaging van de teelttemperatuur

Energiebesparing bij belichte rozen middels verlaging van de teelttemperatuur Energiebesparing bij belichte rozen middels verlaging van de teelttemperatuur Rapport van fase 1 van het project Verlagen van de teelttemperatuur bij gebruik van temperatuurintegratie H.F. de Zwart & J.A.

Nadere informatie

Veel gebouwen worden in Nederland verwarmd door installaties die op aardgas werken. Het verbranden van aardgas veroorzaakt het broeikasgas CO2.

Veel gebouwen worden in Nederland verwarmd door installaties die op aardgas werken. Het verbranden van aardgas veroorzaakt het broeikasgas CO2. Veel gebouwen worden in Nederland verwarmd door installaties die op aardgas werken. Het verbranden van aardgas veroorzaakt het broeikasgas CO2. Dit artikel beschrijft hoe een prijs op CO2 invloed heeft

Nadere informatie

Les Biomassa. Werkblad

Les Biomassa. Werkblad LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Les Biomassa Werkblad Les Biomassa Werkblad Niet windenergie, niet zonne-energie maar biomassa is de belangrijkste bron van hernieuwbare energie in Nederland. Meer dan 50%

Nadere informatie

Introductie HoSt B.V.

Introductie HoSt B.V. HR Hout WKK (Vink Sion) voor glastuinbouw en stadverwarming door HoSt Imtech Vonk vof door H. Klein Teeselink info@host.nl Introductie HoSt B.V. Inhoud: Waarom biomassa WKK, belang van warmte? Wie zijn

Nadere informatie

WKK in Het Nieuwe Telen. Een analyse van de rentabiliteit

WKK in Het Nieuwe Telen. Een analyse van de rentabiliteit WKK in Het Nieuwe Telen Een analyse van de rentabiliteit Februari 2010 Uitgevoerd door: In opdracht van: WKK in Het Nieuwe Telen Een analyse van de rentabiliteit Januari 2010 Uitgevoerd door: In opdracht

Nadere informatie

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019 ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED Maart 2019 Inleiding De concentratie van industrie in de Rotterdamse haven is een goede uitgangspositie voor het doen slagen van de energietransitie:

Nadere informatie

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving Warmte en koude Kennis, advies, instrumenten en financiële steun EfficiEncy Duurzaam GebouwDe omgeving energie financiering KEnnis industrie instrumenten EnErgiEbEsparing De Nederlandse overheid streeft

Nadere informatie

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp Meer wooncomfort en minder energieverbruik door een warmtepomp voltalimburg.nl/warmtepomp Tip! Vraag subsidie aan bij de aanschaf van een warmtepomp. Het subsidiebedrag voor een warmtepomp van 5 kw is

Nadere informatie

Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening:

Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening: Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening: Betaalbaar & betrouwbaar? Robert Harmsen ECN Beleidsstudies COGEN Symposium Zeist 22 oktober 2004 Een blik naar de toekomst (1) Four Futures

Nadere informatie

Hoe duurzaamheid in de zorgsector verhogen?

Hoe duurzaamheid in de zorgsector verhogen? Hoe duurzaamheid in de zorgsector verhogen? Pascal Debbaut Probis Corporate nv materiaal- en middelengebruik in de zorgsector Jason Van Driessche Profex energie in de zorgsector Ludo Timmermans Directeur

Nadere informatie

Energieprijzen in vergelijk

Energieprijzen in vergelijk CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 611 HH Delft 611 HH Delft tel: tel: 015 015 150 150 150 150 fax: fax:

Nadere informatie

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Nationaal Expertisecentrum Warmte maakt duurzame warmte en koude mogelijk Warmte in Nederland Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk In opdracht van 1 Warmte kost veel energie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek!

WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek! WKK: de energiebesparingtechnologie bij uitstek! Deze notitie belicht puntsgewijs de grote rol van WKK bij energiebesparing/emissiereductie. Achtereenvolgens worden de volgende punten besproken en onderbouwd:

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

Schiedam, 12 februari 2007 OCAP, het bedrijf dat CO2 van de industrie. levert aan de Nederlandse glastuinbouw, zal zijn doelstellingen aanzienlijk

Schiedam, 12 februari 2007 OCAP, het bedrijf dat CO2 van de industrie. levert aan de Nederlandse glastuinbouw, zal zijn doelstellingen aanzienlijk PERSMEDEDELING OCAP CO2 project sneller succes dan verwacht Milieu profiteert een jaar eerder van een besparing van 95 miljoen kubieke meter aardgas en een verminderde CO2 uitstoot van 170 duizend ton

Nadere informatie

Smart Energy Mix. Victor van Heekeren Platform Geothermie

Smart Energy Mix. Victor van Heekeren Platform Geothermie Smart Energy Mix Victor van Heekeren Platform Geothermie Inhoud 1. Hoe ziet het er uit (globale contouren) 2. Vragen 3. Profiel/introductie Platform Geothermie 4. Blockers & Drivers, het krachtenveld 5.

Nadere informatie

Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart

Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart Programma Kas als Energiebron Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart Inhoud Kenmerken glastuinbouw Introductie Programma Kas als Energiebron

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

Optimaal gebruik van CO 2

Optimaal gebruik van CO 2 Optimaal gebruik van CO 2 Energiek2020 Event, 17 maart 2011 Anja Dieleman Wageningen UR Glastuinbouw Onderwerpen Trends CO 2 balans van de kas Effecten van CO 2 op groei Fysiologisch effect van CO 2 :

Nadere informatie

MWKK met gasturbine. Zwembadverwarming + elektriciteit met MWKK Coiffeusewaswater + elektriciteit met MWKK

MWKK met gasturbine. Zwembadverwarming + elektriciteit met MWKK Coiffeusewaswater + elektriciteit met MWKK MWKK met gasturbine 27/09/2018 Zwembadverwarming + elektriciteit met MWKK Coiffeusewaswater + elektriciteit met MWKK Uw energiedokter Oudenaardseweg 123 B 9790 Wortegem-Petegem Tel: 055 310242 Fax: 055

Nadere informatie

LANDEN ANALYSE DUITSLAND

LANDEN ANALYSE DUITSLAND LANDEN ANALYSE DUITSLAND Algemeen LANDEN ANALYSE ALGEMEEN De Landen Analyse gee7 de sector (cijferma@g) inzicht in de huidige (2013) en toekoms@ge (2018) waarde van de consump@e van snijbloemen en potplanten

Nadere informatie

LANDEN ANALYSE SPANJE

LANDEN ANALYSE SPANJE LANDEN ANALYSE SPANJE Algemeen LANDEN ANALYSE ALGEMEEN De Landen Analyse gee6 de sector (cijferma?g) inzicht in de huidige (2013) en toekoms?ge (2018) waarde van de consump?e van snijbloemen en potplanten

Nadere informatie

Monitoring energie-efficiency en toepassing duurzame energie in de. bloembollensector. Toelichting resultaten 2001

Monitoring energie-efficiency en toepassing duurzame energie in de. bloembollensector. Toelichting resultaten 2001 Monitoring -efficiency en toepassing duurzame in de bloembollensector Toelichting resultaten 2001 M. de Jong, E3T consult b.v., Woubrugge, 2002 1 Inhoud presentatie monitoring aanpassingen voorgaande jaren

Nadere informatie

Vegetarisch eten niet per se goed voor het klimaat

Vegetarisch eten niet per se goed voor het klimaat 1 van 5 4-3-2017 08:55 standaard.be Vegetarisch eten niet per se goed voor het klimaat Van onze redactrice Inge Ghijs BrusselWat moeten we eten als we met ons eetpatroon geen aanslag willen plegen op het

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Milieubarometer 2009-2010

Milieubarometer 2009-2010 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N004 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2009-2010 Datum : 26 juli 2011 Milieubarometer 2009-2010 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 2003

Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 2003 Energie in de glastuinbouw van Nederland Ontwikkelingen in de sector en op de bedrijven t/m 2003 Anita van der Knijff Jan Benninga Christiaan Reijnders Projectcode 64496 September 2004 Rapport 3.04.13

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas,

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, 2012-2016 Indicator 16 January 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Energieverbruik. Thermisch vermogen (GWth)

Energieverbruik. Thermisch vermogen (GWth) Projectbureau Nieuw Aardgas NL Milieu en Leefomgeving Prinses Beatrixlaan 9 AL Den Haag Postbus 93144 09 AC Den Haag www.agentschapnl.nl Contactpersoon A.J. van der Vlugt Monitoren van het effect van nieuw

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Bio-WKK voor een duurzame glastuinbouw Workshop 10 september 2009 Jan Smits Agenda Productschap Tuinbouw & kengetallen glastuinbouw Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren

Nadere informatie

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Willemien Veele Cor Kamminga 08-04-16 www.rijksmonumenten.nl Achtergrond en aanleiding Ambitie om in 2020 16% van de energie duurzaam op te wekken in Fryslân

Nadere informatie

HR WKK met CO 2 winning

HR WKK met CO 2 winning HR WKK met CO 2 winning Door: Herman Klein Teeselink HoSt Sheet 1 of 22 Inhoud HoSt HoSt ImtechVonkV.O.F. - Reinigen van rookgassen - Rookgascondensor / Scrubber - Nat elektrostatisch filter - Waterbehandeling

Nadere informatie

Biogas is veelzijdig. Vergelijking van de opties 1-2-2012. Vergelijking opties voor benutting van biogas

Biogas is veelzijdig. Vergelijking van de opties 1-2-2012. Vergelijking opties voor benutting van biogas 1--1 Ongeveer 7 deelnemende organisaties Promotie van optimale benutting van biomassa Kennisoverdracht door workshops, excursies, nieuwsbrief en artikelen in vakbladen Vergelijking opties voor benutting

Nadere informatie

Sectorupdate. Export bloemen en planten. 25 juni 2012. Economisch Bureau, Sector & Commodity Research

Sectorupdate. Export bloemen en planten. 25 juni 2012. Economisch Bureau, Sector & Commodity Research Sectorupdate Export bloemen en planten Economisch Bureau, Sector & Commodity Research 25 juni 2012 Exportgroei ondanks crisis in de eurozone Rusland vierde exportbestemming door sterke toename van de export

Nadere informatie

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Beleid dat warmte uitstraalt Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Doelen rijksoverheid voor 2020 Tempo energiebesparing 2 % per jaar Aandeel duurzaam in totale

Nadere informatie

Bijlage 1: klimaatdoelstellingen & ambities

Bijlage 1: klimaatdoelstellingen & ambities Bijlage 1: klimaatdoelstellingen & ambities Mondiale ambities In 1992 is in Rio de Janeiro in het VN-Klimaatverdrag de doelstelling vastgelegd om de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer te

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012

VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012 Energy Services Verhoef BV VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012 Concept, 21 mei 2013 Opgesteld door Energy Services Verhoef BV in opdracht van

Nadere informatie

Energie voor morgen, vandaag bij GTI

Energie voor morgen, vandaag bij GTI Energie voor morgen, vandaag bij GTI Jet-Net docentendag 5 juni 2008 GTI. SMART & INVOLVED GTI is in 2009 van naam veranderd: GTI heet nu Cofely SLIMME ENERGIENETWERKEN, NU EN MORGEN 2008 2010 Centrale

Nadere informatie

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers Energie nulmeting Regio Amstelland-Meerlanden Concept 22 oktober 2008 Opdrachtgever: Twynstra Gudde Adviseurs en Managers Opgesteld door: Bosch & Van Rijn Drs. G. Bosch Ing. J. Dooper Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT

Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT Resultaten en bevindingen van project Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT Dit rapport is onderdeel van de projectencatalogus

Nadere informatie

DE RYCK Klima. 1 kw primaire energie 2,25 kw warmte. ŋ verlies op motor 10% netto vermogen op WP 34% geeft warmte afvoer verwarmingscircuit

DE RYCK Klima. 1 kw primaire energie 2,25 kw warmte. ŋ verlies op motor 10% netto vermogen op WP 34% geeft warmte afvoer verwarmingscircuit DE RYCK Klima LUWAGAM : pomp lucht-water aangedreven met gasmotor PAUL DE RYCK Werking op laag niveau (buitenlucht min. 0 C) omzetten naar warmte op hoog niveau (buiswater max. 50 C) Serreverwarming buis

Nadere informatie

Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw,

Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw, Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw, 2012-2016 Indicator 16 januari 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing

Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing Energie- en klimaatmonitor agrosectoren Hernieuwbare energie, reductie broeikasgassen en energiebesparing Inleiding In 28 sloten de overheid en de agrosectoren het convenant Schone en Zuinige agrosectoren.

Nadere informatie

WHITEPAPER WERKING VAN WARMTEKRACHT- KOPPELING

WHITEPAPER WERKING VAN WARMTEKRACHT- KOPPELING WHITEPAPER WERKING VAN WARMTEKRACHT- KOPPELING Auteur: Fred de Lede 1 Werking van warmtekrachtkoppeling De basis van warmtekrachtkoppeling met een motor is dat deze draait om stroom te genereren (zie onderstaande

Nadere informatie

VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE

VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE VERBRUIKSANALYSE SECTOR MACHINE-INDUSTRIE M. Overboom, A.W.N. van Dril ECN-Beleidsstudies Petten NEEDIS Postbus 1 1755 ZG Petten telefoon: 0224-564750 telefax : 0224-563338 NDS--96-011 november 1996 Verantwoording

Nadere informatie

Energietransitie Glastuinbouw en warmte

Energietransitie Glastuinbouw en warmte Energietransitie Glastuinbouw en warmte Inhoud 1. Inleiding 2. Energietransitie glastuinbouw 3. Warmteclusters 1. Doel 2. Aanpak en gebieden 4. Vragen/ discussie Nationale en internationale doelen ambitie

Nadere informatie

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1 CO 2 -Voortgangsrapportage 2017 H1 Datum: 20 december 2017 Versie: 1 In samenwerking met: Will2Sustain: Adviesbureau in Duurzaam Ondernemen 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang

Nadere informatie

3 Energiegebruik huidige situatie

3 Energiegebruik huidige situatie 3 Energiegebruik huidige situatie 3.1 Het Energie Prestatie Certificaat In het kader van de Europese regelgeving (EPBD) bent u verplicht om, bij verkoop of verhuur van de woning, een energiecertificaat

Nadere informatie

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van Externe notitie Petten, 8 juli 2013 Afdeling Policy Studies ECN-N--13-028 Van Cees Volkers Wouter Wetzels Onderwerp Nieuwste inzichten Nederlands gasverbruik Inleiding ECN Policy Studies voert regelmatig

Nadere informatie

FOSSIELE BRANDSTOFFEN

FOSSIELE BRANDSTOFFEN FOSSIELE BRANDSTOFFEN De toekomst van fossiele energiebronnen W.J. Lenstra Inleiding Fossiele energiebronnen hebben sinds het begin van de industriele revolutie een doorslaggevende rol gespeeld in onze

Nadere informatie

Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw,

Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw, Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw, 2000-2012 Indicator 30 maart 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Marktherstel door economisch herstel?

Marktherstel door economisch herstel? Marktherstel door economisch herstel? Bernd Feenstra Sectormanager Tuinbouw Beekbergen, 15-4-2010 Indeling Indeling Even voorstellen Ontwikkelingen Glastuinbouw Marktevenwicht verstoord Marktherstel Toekomstperspectief

Nadere informatie

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Huib Silvis en Martien Voskuilen Grotere bedrijven zijn bij uitbreiding van het areaal landbouwgrond in het voordeel omdat zij over het algemeen hogere

Nadere informatie

Milieubarometer 2010-2011

Milieubarometer 2010-2011 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

http://glasreg.khk.be/ www.khk.be Smart grid Wkk in de glastuinbouw als ondersteuning Slimme netten en Wkk 29/02/2012 Herman Marien

http://glasreg.khk.be/ www.khk.be Smart grid Wkk in de glastuinbouw als ondersteuning Slimme netten en Wkk 29/02/2012 Herman Marien http://glasreg.khk.be/ www.khk.be Smart grid Wkk in de glastuinbouw als ondersteuning Slimme netten en Wkk 29/02/2012 Herman Marien Productieproces in serre Productieproces Teelt Productverwerking Productiemiddelen

Nadere informatie

Mogelijke oplossingen voor het energieprobleem

Mogelijke oplossingen voor het energieprobleem http://glasreg.khk.be/ www.kvlt.be Mogelijke oplossingen voor het energieprobleem Studiedag: Toekomst voor de glastuinbouw? 1 december 2006 Herman Marien Energieprobleem: van kennis tot besparing 1. Kennis

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2010

De agrarische handel van Nederland in 2010 De agrarische handel van Nederland in 1. Opvallende ontwikkelingen Wereldhandel in agrarische producten daalde in met ruim 10%, maar vertoont in weer herstel Nederlandse agrarische export groeit in naar

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 Inhaalbeweging voor de landbouwers in 2017 De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies 2013 Inleiding In het kader van de CO 2 prestatieladder is een ketenanalyse uitgevoerd naar de CO 2 productie door verwarming

Nadere informatie

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl

Aardgasloze toekomst, waarom? ecn.nl Aardgasloze toekomst, waarom? Stroomversnelling Energy Up 2018 Casper Tigchelaar Inhoud presentatie 2 belangrijkste redenen voor aardgasvrije gebouwde omgeving Hoe heeft het energiegebruik in huishoudens

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

Net voor de toekomst. Frans Rooijers directeur CE Delft rooijers@ce.nl

Net voor de toekomst. Frans Rooijers directeur CE Delft rooijers@ce.nl Net voor de toekomst Frans Rooijers directeur CE Delft rooijers@ce.nl CE Delft Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 Energie, Transport en Grondstoffen Economische, technische en beleidsmatige expertise

Nadere informatie

Onderzoek en Innovatie: Ontwikkelingen in de glastuinbouwsector.

Onderzoek en Innovatie: Ontwikkelingen in de glastuinbouwsector. Onderzoek en Innovatie: Ontwikkelingen in de glastuinbouwsector Eric.Poot@wur.nl www.glastuinbouw.wur.nl Wageningen UR Glastuinbouw Sinds November 2006 zelfstandige BU Concentratie glastuinbouw binnen

Nadere informatie

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit

De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in Nederland geleverde elektriciteit De kleur van stroom: de milieukwaliteit van in geleverde elektriciteit Feiten en conclusies uit de notitie van ECN Beleidsstudies Sinds 1999 is de se elektriciteitsmarkt gedeeltelijk geliberaliseerd. In

Nadere informatie

ENERGIE IN EIGEN HAND

ENERGIE IN EIGEN HAND Zonne-energie voor bedrijven? ENERGIE IN EIGEN HAND De Stichting Beheer Bedrijvenpark Merm, heeft een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor bedrijven om d.m.v. aanbrengen van zonnepanelen op het

Nadere informatie

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel

Energie in de provincie Utrecht. Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Energie in de provincie Utrecht Een inventarisatie van het energiegebruik en het duurzaam energie potentieel Doel van Onderzoek Dit onderzoek dient om: 1. Een nieuw overzicht samen te stellen van het energiegebruik

Nadere informatie

inhoud blz. 1. Inleiding 3 2. Kassen en tuinbouw 4 3. Soorten kassen 6 4. In de kas 8 5. Voor en nadelen Het Westland 13 7.

inhoud blz. 1. Inleiding 3 2. Kassen en tuinbouw 4 3. Soorten kassen 6 4. In de kas 8 5. Voor en nadelen Het Westland 13 7. In de kas inhoud blz. 1. Inleiding 3 2. Kassen en tuinbouw 4 3. Soorten kassen 6 4. In de kas 8 5. Voor en nadelen 12 6. Het Westland 13 7. Bijzondere kassen 14 8. Filmpjes 16 Pluskaarten 17 Bronnen en

Nadere informatie

Zuid-Holland is een mooie provincie met grote steden en veel groen. Zuid-Holland is

Zuid-Holland is een mooie provincie met grote steden en veel groen. Zuid-Holland is Klare taal Inleiding Zuid-Holland is een mooie provincie met grote steden en veel groen. Zuid-Holland is ook een kwetsbare provincie. De bodem daalt en de zeespiegel stijgt door klimaatverandering. Er

Nadere informatie