Ontwerp Bestemmingsplan BADHOEVEDORP SCHUILHOEVE. toelichting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerp Bestemmingsplan BADHOEVEDORP SCHUILHOEVE. toelichting"

Transcriptie

1 Ontwerp Bestemmingsplan BADHOEVEDORP SCHUILHOEVE toelichting November 2016

2

3 INHOUD 1 INLEIDING Aanleiding Ligging en begrenzing plangebied Aard en doel Geldende plannen en regelingen Planproces Leeswijzer 2 2 BESTAANDE SITUATIE Ruimtelijke structuur Functionele structuur Bebouwingsstructuur 6 3 BELEID EN REGELGEVING Rijksbeleid en Europese richtlijnen Provinciaal en regionaal beleid Gemeentelijk beleid 14 4 NIEUWE SITUATIE Plangebied masterplan Ruimtelijke structuur Functionele structuur 27 5 ONDERZOEK EN BEPERKINGEN Milieueffectrapportage beoordeling Bodem Cultuurhistorie en archeologie Water Flora en fauna Verkeer Geluid Grondgeluid Luchtkwaliteit Beperkingen door vliegverkeer Bedrijven en milieuzonering Geur Licht Externe veiligheid Explosieven Kabels, leidingen en telecommunicatie installaties TOEPASSING CRISIS- EN HERSTELWET Inleiding Doelstelling toepassing Crisis- en herstelwet gebiedsontwikkeling Projectbeschrijving Beschikbare en benodigde milieugebruiksruimte Maatregelen en projecten 112 Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve iii

4 6.6 Financiële verantwoording en uitvoering Beleidsmatige verantwoording en rapportering UITVOERBAARHEID Financiële uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid Procedure Wet ruimtelijke ordening JURIDISCHE ASPECTEN 1277 BIJLAGEN Bijlage 1 Overzicht relevante rapporten Bijlage 2 Wateradvies Hoogheemraadschap van Rijnland d.d. 23 augustus 2016 Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve iv

5 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding De A9 die door Badhoevedorp loopt wordt omgelegd. Tussen het knooppunt Raasdorp en het knooppunt Badhoevedorp wordt de A9 in zuidelijke richting verlegd. De omlegging zorgt voor een verbetering van de leefbaarheid in Badhoevedorp en voor een betere bereikbaarheid in de regio. Een deel van de gemeentelijke bijdrage aan de omlegging van de A9 wordt gefinancierd door herontwikkeling van het oude wegtracé (zie ook het hoofstuk Uitvoerbaarheid). Het ruimtelijke, functionele en financiële kader voor de herontwikkeling van Badhoevedorp is het Masterplan Badhoevedorp dat op 12 juni 2008 door de gemeenteraad van Haarlemmermeer is vastgesteld. In het masterplan krijgt het oude wegtracé een nieuwe invulling. Hierbij worden waar mogelijk de oude dorpsstructuren hersteld en beide delen van het dorp weer met elkaar verbonden. De belangrijkste uitdaging is het versterken en helen van de ruimtelijke structuur op een manier die past bij de identiteit en sociale structuur van Badhoevedorp. Om tot uitvoering van het masterplan te komen heeft de gemeente een overeenkomst gesloten met ontwikkelaars voor de gebiedsontwikkeling Badhoevedorp. Een onderdeel van de gebiedsontwikkeling is de realisatie van woningen in de wijk Schuilhoeve op de locatie van de sportvelden. Voor de nieuwe wijk Schuilhoeve is een stedenbouwkundig ontwerp opgesteld het Definitief Stedenbouwkundig Ontwerp - met bijbehorende groen-, weg- en waterstructuren. De ontwikkeling van Schuilhoeve was opgenomen in het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden Oost. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de wijzigingsbevoegdheden voor het deelgebied Schuilhoeve echter vernietigd. Dit omdat de aspecten industriegeluid (met name piekniveaus) en grondgeluid onvoldoende waren onderzocht en afgewogen. Dit bestemmingsplan ziet toe op een planologisch juridische regeling voor de toekomstige woonwijk Schuilhoeve. De naam van dit bestemmingsplan is Badhoevedorp Schuilhoeve. Op ruimtelijkeplannen.nl is dit bestemmingsplan digitaal terug te vinden. De digitale kaart met de geometrisch bepaalde planobjecten, regels en bijlagen staan in het GML-bestand: NL.IMRO.0394.BPGbadschuilhoeve-A Ligging en begrenzing plangebied Badhoevedorp ligt ten noorden van Schiphol. Het plangebied wordt globaal begrensd door de Schipholweg aan de zuidzijde, het bedrijventerrein Schuilhoeve aan de oostzijde, de Groene Zoom aan de noordzijde en de bestaande woonwijk aan de westzijde. Ligging plangebied

6 1.3 Aard en doel Het bestemmingsplan Badhoevedorp - Schuilhoeve voorziet in een actueel juridisch planologisch kader waarbij het mogelijk wordt gemaakt om woningen, water, groen en infrastructuur aan te leggen in de toekomstige wijk Schuilhoeve. 1.4 Geldende plannen en regelingen Voor het plangebied vigeert het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden Oost (vastgesteld door de gemeenteraad van Haarlemmermeer op 4 juli 2013). De gronden zijn overwegend bestemd als Sport - 1, Verkeer en Groen, voor respectievelijk de bestaande sportvelden, de A9 en de Groene Zoom. Het voorliggende bestemmingsplan vervangt bovengenoemd plan gedeeltelijk. 1.5 Planproces Een bestemmingsplan doorloopt de procedure zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening. Het voorontwerp bestemmingsplan is conform ex art Besluit ruimtelijke ordening (Bro) voor advies voorgelegd aan Rijk, provincie en waterschap. In dit stadium van planvorming is ook de dorpsraad in de gelegenheid gesteld op het voorontwerp bestemmingsplan te reageren. Binnengekomen reacties uit het wettelijk vooroverleg zijn verwerkt in het ontwerp bestemmingsplan. Tijdens de ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan kan een ieder schriftelijk of mondeling een zienswijze kenbaar maken. De ingediende zienswijzen worden afgewogen en eventuele wijzigingen worden verwerkt in het vast te stellen bestemmingsplan. Het vastgestelde bestemmingsplan wordt nogmaals ter inzage gelegd. Tijdens deze terinzagelegging kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 1.6 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een beeld van de bestaande situatie en de ruimtelijke en functionele structuur. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het relevante beleid en de regelgeving en de invloed hiervan op het bestemmingsplan. Hoofdstuk 4 beschrijft de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Hoofdstuk 5 gaat in op de beperkingen en uitgevoerde onderzoeken. Hoofdstuk 6 geeft de toelichting op de toepassing van de Crisis- en herstelwet. In hoofdstuk 7 komt de uitvoerbaarheid aan bod. Tenslotte wordt in hoofdstuk 8 de juridische opzet van het plan besproken. Achter in dit bestemmingsplan zijn de regels en de verbeelding opgenomen. Zij vormen samen het juridisch bindende deel van dit plan. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 2

7 2 BESTAANDE SITUATIE 2.1 Ruimtelijke structuur Ontstaansgeschiedenis Badhoevedorp heeft een bijzondere geschiedenis. In 1923 werden de eerste plannen gemaakt om in de omgeving van Amsterdam een tuindorp te bouwen. De opvatting in die tijd was, dat het voor arbeiders goed was om in een gezond milieu te wonen. Badhoevedorp werd gezien als een geschikte locatie voor een tuindorp. De gemeenteraad beschikte echter afwijzend op het plan. De daarop volgende jaren vond toch een zekere uitbreiding plaats. In 1937 werd besloten om Badhoevedorp in oostelijke richting uit te breiden, vooral om een deel van het groeiend aantal werknemers op de luchthaven Schiphol te kunnen huisvesten. Zo ontwikkelde Badhoevedorp zich van een randbuurt, die in 1935 circa inwoners telde, tot een ruim aangelegd, goed uitgerust, tuindorp met circa inwoners in Bij latere uitbreidingen is het principe van het tuindorp losgelaten. De tuindorpgedachte, die aan de basis lag van de uitbreiding, is ook nu nog terug te zien in de ruimtelijke opbouw van Badhoevedorp-Oost. Lage bebouwing en veel groen kenmerken het dorp en zijn gewaardeerde kwaliteiten Verkeersstructuur De hoofdwegenstructuur van Badhoevedorp wordt gekenmerkt door de rijksweg A9 die tot 2018 nog dwars door het dorp loopt en de A4 die via het knooppunt Badhoevedorp (ten oosten van Badhoevedorp) aansluit op de A9. Verder zijn de Schipholweg en de Akerdijk belangrijke wegen om de rest van het dorp te bereiken. Naast deze wegen wordt ook de route via de Burgemeester Amersfoordtlaan, Zeemanlaan en de Robert Kochstraat richting de A9 en vice versa veelvuldig gebruikt. Door bedrijvenpark Lijnden-Oost loopt de Amsterdamse Baan / T106, een ontsluitingsweg voor Amsterdam van en naar de A9. Het bedrijventerrein Schuilhoeve is via de Schipholweg ontsloten. Verkeersstructuur huidige situatie De interne verkeersstructuur van Badhoevedorp is te omschrijven als een raster van straten en lanen, die deels ontsluitende functies hebben. De overige straten zijn veelal smalle woonstraten, waar geen of weinig doorgaand verkeer komt. De straten met een ontsluitende functie zijn straten, die door het dorp en het dorpscentrum lopen en tegelijkertijd een verblijfsfunctie hebben. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 3

8 2.1.3 Groen- en waterstructuur Badhoevedorp is een groene enclave aan de rand van de polder. De stedenbouwkundige structuur wordt gedragen door een aaneengesloten netwerk van bomenlanen, singels, plantsoenen en vijvers. De kern van het dorp is opgezet volgens het tuindorp-principe. Groenstructuur De huidige hoofdgroenstructuur in Badhoevedorp bestaat uit een aaneengesloten netwerk van slingerende lanen, buurt- en wijkparken, beplante wegen en brede groenstroken. Badhoevedorp kent een aantal markante groene parken: De Badhoeve aan de Ringdijk, de Groene Zoom in het oosten en het Wandelbos in het westen. In de Groene Zoom is het Vierbuizenmeertje een opvallende plek. De belangrijkste beplanting staat langs de hoofdwegen. Groenstroken, voornamelijk gras, die door het hele dorp heen liggen zorgen voor de verbinding van het groen in Badhoevedorp. In het tuindorpdeel is vooral de lanenstructuur belangrijk terwijl in de andere delen privétuinen, incidentele straatbomen, speelveldjes en de grotere parken het groenbeeld bepalen. In de groenstructuur van Badhoevedorp nemen de Burgemeester Amersfoordtlaan en de Pa Verkuijllaan een bijzondere positie in. De wegen vormen door de zware beplanting (platanen), grasvelden en struiken een kenmerkende groene lijn in het dorp. De vaak royale voor- en achtertuinen versterken het groene lanenprofiel. In de groenstructuur van Badhoevedorp spelen ook de oorspronkelijke polderwegen, tochten en vaarten zoals de Ringvaart, Hoofdweg en Hoofdvaart, de Schipholweg met Spaarnwoudertocht, de Sloterweg en de Kagertocht een belangrijke rol. Zij vormen de schakels tussen dorp en omliggend landschap. De Ringdijk vormt de begrenzing van de droogmakerij en de overgang naar het oude land en is tevens onderdeel van een ecologische verbindingszone. Bestaande groenstructuur Badhoevedorp Waterstructuur De waterstructuur in Badhoevedorp is vaak gecombineerd met groen. Opvallende waterelementen in Badhoevedorp zijn de centrale waterpartij van het tuindorp (uitmondend in het Vierbuizenmeertje), de wateras langs de Keijzersweg (naar het Wandelbos en Akerveld) en het Generaal Snijdersplantsoen. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 4

9 Belangrijke watergangen zijn de Spaarnwoudertocht, de Ringvaart en de Hoofdvaart. De watergangen vervullen een essentiële rol bij de aan- en afvoer van water in Badhoevedorp. Via de Spaarnwoudertocht wordt het overtollige water afgevoerd naar de Hoofdvaart. Vanaf de Hoofdvaart wordt het water via het gemaal Lijnden uitgeslagen op de Ringvaart. Via hetzelfde systeem kan ook water worden ingelaten in droge perioden. In het plangebied Schuilhoeve zijn geen hoofdwatergangen aanwezig. De aanwezige nevenwatergangen omzoomen het sportcomplex aan drie kanten en vormen zo een afscheiding. In de Groene Zoom in het plangebied hebben de waterpartijen ook een landschappelijke en recreatieve functie. 2.2 Functionele structuur Binnen het plangebied Schuilhoeve zijn verschillende functies te onderscheiden; sport, groen en infrastructuur. Het sportpark Schuilhoeve is gelegen aan de Sportlaan in Badhoevedorp. Aan de noordzijde is de Sport Combinatie Badhoevedorp gevestigd. De vereniging beschikt over de volgende sportafdelingen: veldvoetbal, zaalvoetbal, honkbal en softbal. Op het sportpark heeft de vereniging de beschikking over drie voetbalvelden, een Amerikaans honkbalveld, een softbalveld en clubhuis met kantine en kleedkamers. De zaalvoetbalafdeling speelt de wedstrijden in sporthal de Sporthoeve. Aan de zuidzijde is R.K.S.V. Pancratius gevestigd met vijf (kunstgras)velden en een clubgebouw met kantine en kleedaccommodatie. Sportpark Schuilhoeve vanaf oostkant bezien Aan de westzijde grenst het plangebied aan woningen en aan de marechausseekazerne die binnen het plangebied valt. Aan de noordzijde grenst het plangebied aan de parkstrook de Groene Zoom en aanliggende woonwijk. Aan de oostzijde ligt het bedrijven- en kantorenterrein Schuilhoeve met het voormalige hoofdkantoor van Sony als markant punt. Binnen het plangebied is een aantal bestaande woningen gelegen: een viertal woningen aan de Lindberghstraat en een viertal woningen aan de Rijstvogelstraat. De woningen aan de Lindberghstraat blijven gehandhaafd, de woningen aan de Rijstvogelstraat worden mogelijk opgekocht van Ymere. De voormalige rioolwaterzuivering aan de Rijstvogelstraat in de Groene Zoom is niet meer in gebruik en wordt gesaneerd bij ontwikkeling van de woonwijk. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 5

10 2.3 Bebouwingsstructuur De bebouwingsstructuur rond het plangebied karakteriseert zich in het aanpalende oude tuindorp aan de westzijde, de Vliegeniersbuurt aan de noordzijde en het bedrijventerrein Schuilhoeve aan de oostzijde. Aan de zuidzijde grenst het plangebied aan akkerbouwgrond met zicht op een imposant talud met daarop de A9 in aanleg. Oude tuindorp De kern van Badhoevedorp is ten zuiden van de Ringvaart uitgebreid met kleinschalige woningbouw in een ruime groene setting. De opzet van dit deel van Badhoevedorp is gebaseerd op het tuindorp-idee uit het begin van de vorige eeuw. De wijk met het karakter van een tuindorp wordt in het oosten begrensd door de Papegaai- en Rijstvogelstraat en in het westen door de Sloterweg. De noordgrens wordt bepaald door het lint langs de Ringvaart en in het zuiden grenst de wijk aan het buitengebied. De hoofdstructuur wordt gevormd door lanen waar de woningen met de voorzijde naartoe zijn gericht. De vaak royale voor- en achtertuinen versterken het groene lanenprofiel. Oude tuindorp De bebouwing bestaat voornamelijk uit vrijstaande woningen of twee-onder-één-kappers maar ook enkele rijenwoningen komen voor. De woningen zijn gericht op de weg. De rooilijn volgt de weg, verspringt soms iets en is bij de rijen in samenhang. Het merendeel van de panden heeft een onderbouw van één tot twee bouwlagen en een nadrukkelijke kap die uitkraagt. De woningen hebben veel mee ontworpen op-, aan- en uitbouwen waarvan de erker het meest voorkomt en soms schuin is afgedekt met keramische pannen. De detaillering is zorgvuldig en veelal uitgewerkt tot het kleinste niveau. Badhoevedorp-Oost Aan weerszijden van de dorpsuitbreidingen is Badhoevedorp uitgebreid met wijken die opgebouwd zijn uit seriematige woningbouw in een rechte structuur. De uitbreidingen bestaan uit de Uitvindersbuurt aan de westkant en de Antoniushoeve en Vliegeniersbuurt in het oosten. Antoniushoeve is een woon-werkgebied gelegen ten noorden van de huidige A9 en is gebouwd aan het eind van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig. De verkaveling is rechtlijnig van opzet en volgt de richting van het al eerder aangelegde Generaal Snijdersplantsoen. De woningen zijn voornamelijk eengezinswoningen. Tussen de Ringdijk en de woonwijk ligt langs de Jan van Gentstraat het bedrijventerrein Antoniushoeve. Het gebied gaat langs het knooppunt Badhoevedorp (A4 en A9) over in een brede groenstrook met daarin een aantal bedrijven. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 6

11 Badhoevedorp-Oost Een andere buurt in Badhoevedorp-Oost is de Vliegeniersbuurt ten zuiden van de A9. Deze buurt dateert uit het begin van de jaren zestig. De woningen bestaan uit eengezinswoningen en middelhoge bouw. Op de hoek van de Schipholweg en de Pa Verkuijllaan ligt nog een kazerne van de marechaussee. Ten zuiden van de A9 ligt ook het bedrijventerrein Schuilhoeve dat in de tweede helft van de jaren tachtig ontwikkeld is. Deze bedrijven hebben een hoogwaardige uitstraling. Tussen de Vliegeniersbuurt en het bedrijventerrein ligt tenslotte het sportcomplex Schuilhoeve. Zowel Antoniushoeve als de Vliegeniers- en Uitvindersbuurt hebben een heldere structuur met woningen in een veelal groene setting. De bebouwing bestaat uit enkele vrijstaande woningen en twee -onder-één-kappers, veel rijen en enkele flats. De meeste gebouwen zijn met de voorzijde gericht op de belangrijkste openbare ruimte en hebben een voor- en achtertuin. Bij de planvorming voor de nieuwe woonwijk Schuilhoeve zijn met name de buurten met een tuindorpkarakter een inspiratiebron geweest. Hoofdstuk 4 gaat in op de toekomstige situatie en de stedenbouwkundige opzet van de nieuwe woonwijk. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 7

12 3 BELEID EN REGELGEVING 3.1 Rijksbeleid en Europese richtlijnen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte 2040 De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte 2040 (SVIR, 2012) geeft een totaalbeeld van het ruimtelijken mobiliteitsbeleid op Rijksniveau. Het Rijk zet het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. De drie hoofddoelen voor de middellange termijn (2028) zijn: het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk economische structuur van Nederland; het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Het Rijk wil dat verstedelijking op duurzame wijze plaatsvindt. Daarom wordt gewerkt met de ladder voor duurzame verstedelijking (zie paragraaf 3.1.2). Voor de gebiedsontwikkeling van Badhoevedorp - waar de ontwikkeling van Schuilhoeve onderdeel van uitmaakt - is een integraal ruimtelijke kader opgesteld: het masterplan Badhoevedorp. Hierin zijn de lokale en regionale vraag naar bedrijventerreinen, kantoren, woningbouwlocaties en voorzieningen vertaald in diverse deelontwikkelingen in Badhoevedorp. Hierbij is eerst gekeken naar de herstructurering van het centrum en transformatie ter plaatse van de huidige A9, maar er zijn ook enkele uitbreidingslocaties. De gehele gebiedsontwikkeling wordt intensief afgestemd met het Rijk, de provincie en de regio Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en toetsing ladder duurzame verstedelijking Het wettelijke kader bestaat uit Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro). In de Wro is het medebewind van provincie ten behoeve van het uitvoeren van het rijksbelang geregeld. Ook is de wettelijke grondslag versterkt voor rijk en provincies om in specifieke omstandigheden ontheffing te verlenen van de geldende regels. Ook in het Bro is de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen. Op grond van deze bepaling moet in een bestemmingsplan worden beschreven op welke wijze, met betrekking voor onder andere bedrijventerreinen, kantoren, detailhandel en woningbouwlocaties, rekening is gehouden met de voorkeursvolgorde. Vastgestelde Barro-onderdelen In het Barro is een aantal onderwerpen opgenomen waarvoor het Rijk uit het oogpunt van de nationale belangen in de SVIR ruimtelijke regels stelt. Voor het plangebied relevante onderwerpen zijn: toekomstige uitbreiding van het hoofdwegennet en hoofdspoorwegennet; bescherming van de ecologische hoofdstructuur (opgedragen aan provincies). De ontwikkeling van de wijk Schuilhoeve is onderdeel van de Overeenkomst Omlegging A9 en draagt bij aan de financiering van de omlegging van deze rijksweg. Ten zuiden van en parallel aan de Schipholweg en ten oosten van het plangebied ligt een zone die is aangeduid als ecologische verbindingszone (onderdeel van het Nationaal Natuur Netwerk, NNN, voorheen genaamd ecologische hoofdstructuur). Deze zone ligt buiten het plangebied. Dit plan bevat geen ontwikkelingen die in strijd zijn met de vastgestelde Barro onderdelen. Toetsing ladder duurzame verstedelijking De regels uit de ladder voor duurzame verstedelijking uit het Barro zijn van toepassing voor het voorliggende bestemmingsplan. In deze paragraaf wordt de ontwikkeling van Schuilhoeve getoetst aan Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 8

13 de ladder voor duurzame verstedelijking. In hoofdstuk 4 wordt uitgebreid beschreven wat het programma voor Schuilhoeve is en binnen welke context dit woningbouwplan ontwikkeld wordt. In het Besluit ruimtelijke ordening is de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen. De volgende opeenvolgende stappen ('de treden van de ladder') zijn: 1. Beoordeling door betrokken overheden of de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale, intergemeentelijke vraag voor bedrijventerreinen, kantoren, woningbouwlocaties en andere stedelijke voorzieningen. Naast de kwantitatieve beoordeling (aantal hectares of aantallen woningen) gaat het ook om kwalitatieve vraag (bijvoorbeeld een bedrijventerrein waar zware milieuhinder mogelijk is of een specifiek woonmilieu) op regionale schaal. 2. Indien de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale, intergemeentelijke vraag, beoordelen betrokken overheden of deze binnen bestaand bebouwd gebied kan worden gerealiseerd door locaties voor herstructurering of transformatie te benutten. 3. Indien herstructurering of transformatie van bestaand bebouwd gebied onvoldoende mogelijkheden biedt om aan de regionale, intergemeentelijke vraag te voldoen, beoordelen betrokken overheden of deze vraag op locaties kan worden ontwikkeld die passend multimodaal ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld. Trede 1: actuele regionale behoefte? Badhoevedorp maakt onderdeel uit van de stadsregio en is door haar ligging sterk verbonden met de Amsterdamse woningmarkt. Uit de provinciale Monitor Woningbouw 2015 blijkt dat de productie in de regio te laag ligt waardoor de druk op de woningmarkt oploopt. Dit geldt ook wanneer afspraak en productie worden afgezet tegen de nieuwe prognose van de woningbehoefte. Uit de woningbehoefte prognose (2015) voor de periode blijkt dat de Stadsregio Amsterdam behoefte heeft aan woningen. De plancapaciteit bestaat uit woningen, waarvan hard en zacht. Woningbehoefte tot 2040 en beschikbare plancapaciteit (Monitor Woningbouw 2015, Provincie Noord-Holland) De provincie concludeert in de monitor tevens dat in de regio te weinig gebouwd wordt waardoor de druk op de woningmarkt oploopt. Ook de verwachte stijging in de woningbouwproductie vanaf 2016 is Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 9

14 onvoldoende om aan de woningbehoefte te voldoen. Woningbehoefte, plancapaciteit, huishoudens (monitor Woningbouw 2015, provincie Noord-Holland) Binnen de regio is Badhoevedorp aangewezen als prioriteitsgebied voor woningbouw. De locatie is ook reeds in de plancapaciteit opgenomen. De ontwikkeling van Schuilhoeve draagt hiermee onomstotelijk bij aan de actuele regionale behoefte. Trede 2: kan binnen bestaand bebouwd gebied in de behoefte worden voorzien? De locatie van de sportvelden is aan drie zijden met stedelijke functies (woonwijken en kantorengebied) omsloten en daarmee volgens de redenatie van de provincie Noord-Holland te zien als bestaand bebouwd gebied. Wanneer uitgegaan wordt van de definitie bestaand stedelijk gebied is de locatie eveneens te zien als een bestaande binnenstedelijke locatie omdat stedelijk groen, stedelijk water en sport hier binnen vallen. De verplaatsing van het bestaande sportcomplex - naar de buitenrand van Badhoevedorp - is weliswaar een randvoorwaarde voor ontwikkeling van de wijk Schuilhoeve, maar met het ondertekenen van de Overeenkomst Omlegging A9 hebben Rijk, provincie en gemeente zich gecommiteerd aan deze verplaatsing en de ontwikkeling van Schuilhoeve tot woongebied. In algemene zin is te constateren dat gezien de omvang van de actuele woningbouwbehoefte in de regio naar verwachting niet alleen de binnenstedelijke locaties hiervoor een oplossing kunnen bieden. Met de ontwikkeling van Schuilhoeve wordt gehoor gegeven aan het verzoek om in eerste instantie naar binnenstedelijke locaties te kijken bij woningbouwontwikkeling. Andere alternatieven zijn er niet binnen Badhoevedorp. Met de gebiedsontwikkeling en diverse inbreidingslocaties (zie ook het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden Oost) wordt al een maximale inspanning geleverd om de woningbehoefte binnenstedelijk op te lossen. Tenslotte wordt een bijdrage aan de leefbaarheid in Badhoevedorp geleverd doordat de huidige rijkssnelweg A9 wordt wegbestemd. Trede 3: locatie passend en multimodaal ontsloten? De ontsluiting van de woonwijk Schuilhoeve levert geen verkeerskundige problemen op. De nieuwe ontsluitingslaan door Schuilhoeve versterkt de ontsluitingsstructuur en draagt bij aan een betere verdeling van het verkeer over het dorp. Voor een toelichting hierop wordt verwezen naar de verkeersparagraaf. De locatie is op loop- en fietsafstand (< 500 meter) gelegen van de hoogwaardig openbaar vervoer halte (R-net) aan de Schipholweg Hier rijdt de R-net lijn van Haarlem naar Amstelveen en Bijlmer Arena. Deze bus rijdt ook via HOV-knooppunt Schiphol Noord waar onder andere kan worden overgestapt op diverse buslijnen naar Schiphol Plaza en de diverse werklocaties op Schiphol. Ook kan gebruik gemaakt worden van het busnetwerk dat binnen het bestaande dorp aanwezig is. De locatie is hiermee passend en multimodaal ontsloten. Met de hierboven beschreven systematiek wordt voldaan aan de regels wat betreft duurzame verstedelijking Visie voor de Schipholregio (SMASH) Het Rijk gaat in samenwerking met de zogenaamde regiopartijen en de partijen uit de luchtvaartsector een visie opstellen voor de Schipholregio (SMASH). Het programma SMASH is erop gericht de Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 10

15 mainport Schiphol en haar regio te versterken en helderheid te bieden wat betreft de mogelijkheden voor de verdere ruimtelijke en infrastructurele ontwikkeling. SMASH draagt met een heldere visie, juridisch kader en uitvoeringsagenda actief bij aan de concurrentiekracht van Nederland nu en de komende decennia. De kracht en kwaliteit van de Schipholregio komt voort uit de compactheid ervan en haar diversiteit aan functies. De focus ligt hierbij op het managen van de nabijheid van de luchthaven in de stedelijke omgeving Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) Het rijksbeleid voor Schiphol is geformuleerd in de Wet tot wijziging van de wet Luchtvaart ( Wijzigingswet, 2003). De ruimtelijke consequenties van de Wijzigingswet staan in het Luchthavenindelingbesluit (LIB, 2015). In dit besluit is een beperkingengebied opgenomen waarbinnen beperkingen worden gesteld ten aanzien van het gebruik en de bestemming van de grond voor zover deze noodzakelijk zijn met het oog op veiligheid en geluidsbelasting. In hoofdstuk 5 wordt verder ingegaan op de gevolgen van de aanwezigheid van Schiphol en het LIB voor dit bestemmingsplan. Wijziging Luchthavenindelingbesluit (LIB) Het LIB zal medio 2016/2017 gewijzigd worden voor de aspecten geluid en externe veiligheid en dat kan mogelijk effecten hebben op het bestemmingsplan. De ontwikkelingen in dit bestemmingsplan zijn getoetst aan het actuele LIB (zie hoofdstuk 5). Informatieplicht nieuwe inwoners De gemeente zorgt ervoor dat nieuwe inwoners in een zo vroegtijdig mogelijk stadium deugdelijk en objectief geïnformeerd worden over geluidsbelasting en mogelijke hinder door vliegtuiggeluid (of uitstoot en kerosinegeur) door de aanwezigheid van de luchthaven Schiphol. Zie ook paragraaf (geluid industrie weg en rail) en (geur) Conclusie rijksbeleid en Europese richtlijnen Het bestemmingsplan past binnen de kaders van het rijksbeleid. Met de omlegging van de A9 wordt tegemoet gekomen aan de wens van het Rijk om de bereikbaarheid van de regio en Schiphol te verbeteren. De ontwikkeling van de woonwijk Schuilhoeve voorziet in de afspraken uit de Overeenkomst Omlegging A9, draagt bij aan de regionale woningbehoefte en sluit aan bij de ladder voor duurzame verstedelijking. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 11

16 3.2 Provinciaal en regionaal beleid Structuurvisie Noord-Holland 2040 In de Structuurvisie Noord-Holland 2040 beschrijft de provincie hoe en op welke manier ze met ontwikkelingen omgaat die een grote ruimtelijke impact hebben zoals globalisering, klimaatverandering en trends zoals vergrijzing en krimp. Daarnaast geeft de provincie aan welke keuzes gemaakt worden en schetst ze hoe de provincie er in 2040 uit moet komen te zien. De structuurvisie richt zich op drie hoofdbelangen: 1. Klimaatbestendigheid: de provincie zorgt voor een gezonde en veilige leefomgeving in harmonie met water en gebruik van duurzame energie. 2. Ruimtelijke kwaliteit: de provincie zorgt voor behoud van het Noord-Hollandse landschap door verdere ontwikkeling van de kwaliteit en diversiteit. 3. Duurzaam ruimtegebruik: de provincie zorgt voor een regionale ruimtelijke hoofdstructuur waarin functies slim gecombineerd worden en goed bereikbaar zijn, nu en in de toekomst Provinciale ruimtelijke verordening De Provinciale Ruimtelijke Verordening bevat algemene regels over de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen, waarbij een provinciaal belang speelt. Het uitgangspunt daarbij is dat de bevoegdheden ter doorwerking van het ruimtelijk beleid zoveel mogelijk proactief worden ingezet en het provinciale beleid daarbij zoveel mogelijk eenduidig wordt geregeld. In de provinciale verordening is het plangebied geheel aangewezen als bestaande bebouwd gebied (BBG). Naast de kaart zijn ook de bijbehorende artikelen voor BBG van toepassing. Omdat het sportterrein aan drie kanten is omsloten door bestaande bebouwing wordt dit ook gerekend tot bestaand bebouwd gebied. Uitsnede Provinciale Ruimtelijke Verordening Metropoolregio Amsterdam (MRA) en Plabeka Door de Metropoolregio Amsterdam (een samenwerking tussen de gemeenten, stadsregio en provincies in de noordvleugel van de Randstad) is onderkend dat voor het werken naar de toekomstige metropolitane strategie (strategie om de (noordelijke) Randstad op termijn concurrerend te maken met grootstedelijke gebieden als Parijs en Londen) Schiphol en de regio elkaar nodig hebben. Op regionaal niveau vindt afstemming plaast over het kantoren- en bedrijvenaanbod. Binnen Plabeka verband (Platform Bedrijven en Kantoren) van de Metropool Regio Amsterdam (MRA) zijn afspraken gemaakt over de beperking van het planaanbod van nieuwe kantoren en bedrijven tot Ook voor de woningmarkt vindt regionale afstemming plaats. De te realiseren woningbouwopgave in Badhoevedorp draagt bij aan de regionale woningbehoefte. Badhoevedorp is bovendien als prioriteitslocatie aangewezen. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 12

17 3.2.4 Provinciaal verkeers- en vervoersplan Het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP) maakt de keuzes van de provincie duidelijk op het gebied van verkeer en vervoer. Uitgangspunt is dat mobiliteit mag. Mensen en bedrijven moeten ruimte krijgen om te kiezen hoe zij zich verplaatsen. De overheid heeft als taak de keuze van de individuele gebruiker zo goed mogelijk te faciliteren, met oog voor collectieve belangen zoals veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. Daarnaast is infrastructuur niet langer meer volgend aan ruimtelijke ontwikkelingen, maar heeft zij een sturende rol. Een goede bereikbaarheid is een voorwaarde voor bouwen van nieuwe woninglocaties en bedrijventerreinen. Naast de aanpak van een aantal notoire knelpunten in het wegennet, moet ruimte voor mobiliteit gezocht worden in de kwaliteit van netwerken en de verknoping daartussen. Voor elk type verkeer en vervoer, zoals wegennetwerk, fietsnetwerk en openbaar vervoer en verkeersveiligheid, is een visie gemaakt, waar de ontwikkelingen zich de komende jaren op zouden moeten richten. Het provinciaal verkeers- en vervoersplan geeft aan hoe de provincie wil omgaan met de effecten van verkeer en vervoer op veiligheid, milieu, economie, ruimtelijke kwaliteit, natuur en landschap en water. Verkeersveiligheid is tenslotte ook een belangrijk punt in het beleid van de provincie. De provincie heeft de projecten ter verbetering en uitbreiding van de provinciale infrastructuur opgenomen in het Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur (2013). Voor Badhoevedorp is door de gemeente een Verkeersstructuurplan Badhoevedorp opgesteld en geactualiseerd. Hierin zijn de uitgangspunten uit het provinciale verkeers- en vervoersplan vertaald naar de situatie voor Badhoevedorp Beleid Stadsregio Amsterdam De Stadsregio Amsterdam heeft een Regionaal Verkeer en Vervoerplan, een Regionale OV-Visie en een regionale Woonvisie opgesteld. De Regionale OV-Visie heeft uitwerking gekregen in de Investeringsagenda OV (2013). Met de Investeringsagenda OV zijn de ambities van de stadsregio voor het stedelijk en regionaal OV vastgelegd, en wordt aangegeven op welke trajecten de stadsregio de komende jaren wil investeren in het vergroten van de kwaliteit en het wegnemen van vertragingen en stremmingen van het OV. Het traject van HOV A9 is hiervan onderdeel. Deze HOV verbinding ligt ten zuiden van het plangebied. Het bestemmingsplan is aan deze kaders van de stadsregio getoetst en hiermee in overeenstemming Conclusie provinciaal en regionaal beleid Het bestemmingsplan past binnen de kaders van het provinciale en regionale beleid. Met het bestemmingsplan wordt ruimte geboden aan woningbouw en wordt de bereikbaarheid en de leefbaarheid van Badhoevedorp verbeterd door de omlegging van de A9. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 13

18 3.3 Gemeentelijk beleid Structuurvisie Haarlemmermeer In de Structuurvisie Haarlemmermeer 2030 (2012) worden belangrijke ambities, speerpunten en opgaven voor Haarlemmermeer tot 2030 beschreven. De structuurvisie stelt kaders voor de ontwikkeling van Haarlemmermeer. De ambities voor Haarlemmermeer in 2030 zijn als volgt benoemd: sterke gevarieerdheid en atypische stedelijkheid benutten; duurzaam en klimaatbestendig; fysiek en sociaal duurzaam verbonden met elkaar en met de omgeving; blijvend gepositioneerd als attractieve ontmoetingsplaats. Voor de structuurvisie wordt ondermeer ingezet op de volgende speerpunten: Hoogdynamische en laagdynamische ontwikkeling Stimulering en concentratie van economische activiteiten zoals de luchthaven Schiphol, logistiek knooppunt ACT, glastuinbouw PrimAviera in de hoogdynamische oostflank en een gespreide en ontspannen ontwikkeling gericht op wonen, landschap en water in de laagdynamische Westflank van de Haarlemmermeer. Compacte en duurzame luchthaven Versterking van de potenties van de luchthaven Schiphol op basis van een duurzame ontwikkeling met beperkt ruimtebeslag, een reservering van de Schipholdriehoek en het terugdringen van geluidsoverlast. Mobiliteit Inzet op ketenmobiliteit en het benutten van vervoersknooppunten, versterken van de auto- en fietsinfrastructuur, uitbreiding van het netwerk van openbaar vervoer en de ontwikkeling van een smartgrid voor energietransport. De ontwikkelingen in het bestemmingsplan Badhoevedorp Schuilhoeve passen binnen de kaders van de structuurvisie Deltaplan Bereikbaarheid Het gemeentelijk verkeer- en vervoerbeleid is opgenomen in het Deltaplan Bereikbaarheid (2012). De doelen die de gemeente met het plan voor ogen heeft zijn: goede lokale en regionale bereikbaarheid; optimale doorstroming; verbeteren van de verkeersstructuur; goede ontsluiting van de kernen; verdere ontwikkeling van een hoogwaardig openbaar vervoernetwerk in de regio; het verbeteren van de verkeersveiligheid. Naast het feit dat het een kaderstellend beleidsdocument is omvat het een concreet uitvoeringsprogramma dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Ook de parkeernormering wordt regelmatig geactualiseerd. De regels van het bestemmingsplan schrijven voor dat rekening gehouden moet worden met de actuele, geldende parkeernormering. Bij het moment van indiening van de omgevingsvergunning dient de actuele, geldende parkeernorming toegepast te worden. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 14

19 3.3.3 Masterplan Badhoevedorp Het Masterplan Badhoevedorp (Centrum) dat op 12 juni 2008 door de gemeenteraad is vastgesteld geldt als ontwikkelingskader voor Badhoevedorp. Het masterplan geeft in grote lijnen weer wat in de toekomst gaat gebeuren in Badhoevedorp en stelt de ruimtelijke, functionele en financiële kaders vast. Een belangrijk uitgangspunt in het masterplan is behoud van het dorpse karakter. De basis van het plan is een raamwerk van groene openbare ruimten met parken, plantsoenen, waterpartijen, bomenlanen, straten en langzaam verkeerroutes. Tussen de Ringvaart en de Schipholweg lopen noord-zuid gerichte lanen. Een route door het dorp (het groene Lint) verbindt de parken, plantsoenen en woonbuurten met elkaar. Op en langs het oude wegtracé van de A9 komen nieuwe hoogwaardige woongebieden met aantrekkelijke openbare ruimten. In het masterplan zijn verschillende deelgebieden aangewezen; Quatrebras, Centrum, Schuilhoeve, Lijndenhof, De Veldpost en de Rijkstee. Het deelgebied Schuilhoeve valt binnen het plangebied van dit bestemmingsplan. Het huidige sportpark Schuilhoeve en de Groene Zoom (deelgebied Schuilhoeve) veranderen in een eigentijds tuindorp met slingerende bomenlanen en een langgerekt buurtplantsoen. Plankaart masterplan Badhoevedorp Hoofdstuk 4 geeft een uitgebreide beschrijving van de nieuwe situatie Verkeersstructuurplan Badhoevedorp Op 12 juni 2008 is het Verkeersstructuurplan Badhoevedorp (VSP) door de gemeenteraad vastgesteld. Dit plan geeft de gewenste verkeersstructuur in samenhang met de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in Badhoevedorp weer, wanneer de A9 vanaf circa 2018 uit het dorp is verdwenen. Het verkeersstructuurplan bevat: een analyse van de huidige situatie, vastlegging van knelpunten en verbeterpunten; een beoordeling van de situatie na omlegging van de A9; een verkeersstructuurplan voor een situatie na 2020 ten behoeve van autoverkeer, fietsverkeer en openbaar vervoer; een advies voor het aanpakken van de knelpunten op korte termijn (<2010) die passen binnen het eindbeeld. Het verkeersstructuurplan is op enkele punten geactualiseerd (zie de notitie Aanpassing 2013 Verkeerstructuurplan Badhoevedorp). Hierin is onder meer de hoogwaardige openbaar vervoersverbinding (HOV A9) opgenomen. In het hoofdstuk 4 wordt de toekomstige verkeersstructuur uitvoeriger beschreven. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 15

20 3.3.5 Groenstructuurplan Badhoevedorp Voor de gebiedsontwikkeling Badhoevedorp is het Groenstructuurplan Badhoevedorp opgesteld (2013). Hierin is de bestaande en nieuwe groenstructuur beschreven. De basis van het groenstructuurplan wordt gevormd door het groene raamwerk uit het masterplan. Het groenstructuurplan is een verdere uitwerking hiervan. Een gedegen visie op de groenstructuur van Badhoevedorp is niet alleen belangrijk voor de inpassing van nieuwe ontwikkelingen, maar ook voor het behoud van de huidige hoge kwaliteit van Badhoevedorp als groen dorp en het benutten van kansen voor groen in de toekomst. Daarbij dient het plan als kader voor nieuwe ontwikkelingen en geeft het sturing aan beheer en onderhoud van het groen. Het plan geeft een visie op de groenstructuur in Badhoevedorp voor de komende 20 jaar, op het niveau van hoofdgroenstructuur en deelgebied niveau. De groenkwaliteit en -kwantiteit wordt beschreven evenals het beheer en onderhoud van het groen. Een van de kernkwaliteiten van Badhoevedorp is de groene uitstraling. Hiermee onderscheidt het zich van de overige dorpen in de Haarlemmermeer. Het is de ambitie om, ook met de opgave om de gebiedsontwikkeling te realiseren, deze groene uitstraling te behouden. Deze ambitie is onder te verdelen in een aantal uitgangspunten: Herstel en behoud van de hoofdgroenstructuur Het weghalen van het tracé van de A9 biedt de kans om de groen- en waterstructuur te herstellen. In de nieuwe hoofdgroenstructuur zijn die stedelijke structuren opgenomen die beeldbepalend zijn voor Badhoevedorp. De hoofdgroenstructuur wordt beschermd door middel van het groenstructuurplan. Streven naar behoud van de huidige oppervlakte aan openbaar groen Op dit moment is er 44,4 hectare openbaar groen in Badhoevedorp aanwezig (ten noorden van de Schipholweg). Het streven is om deze oppervlakte aan openbaar groen te behouden. Aanleg van nieuw groen Ter compensatie van het te kappen groen langs de oude A9 wordt een deel door Rijkswaterstaat herplant bij de nieuwe A9. De rest (circa 5 hectare) wordt als openbaar groen aangelegd. Ten zuiden van de Schipholweg, in de Veldpost, wordt rondom de sportvelden groen aangelegd. Minimaal 20,1 m² en streven naar 38,6 m² openbaar groen per inwoner De bestaande hoeveelheid groen per inwoner in Badhoevedorp is 38,6 m² (woonomgevings- en infrastructuurgroen, buurt- en wijkparken). Het streven is om deze hoeveelheid ook in de toekomst voor Badhoevedorp aan te houden (de zgn. Badhoevedorpse norm ). Volgens de groennorm in Haarlemmermeer moet er minimaal 20,1 m² openbaar groen (woonomgevings- en infrastructuurgroen, buurt- en wijkparken) per inwoner aanwezig zijn. Binnen de nieuwe woonwijken Quatrebras en Schuilhoeve geldt dat minimaal 14,1 m² openbaar groen per inwoner aanwezig moet zijn (woonomgevings- en infrastructuurgroen en buurtparken). Wijkparken (Wandelbos en Groene Zoom) beter benutten en bereikbaar maken De wijkparken Wandelbos en Groene Zoom blijven als zelfstandig groen behouden. Ze hebben nu al een belangrijke functie in het dorp en gaan in de toekomst, als de nieuwe woongebieden zijn ontwikkeld, een nog belangrijkere rol spelen. De parken liggen straks prominent in het dorp, worden beter bereikbaar en vervullen diverse (wijkpark)functies. Combineren van groen, water en natuur met routes De groen-, water- en ecologische structuur wordt zoveel mogelijk gecombineerd. Wandel- en fietsroutes vormen de verbinding. Deze verbinden niet alleen de groene gebieden en - plekken binnen het dorp, maar zorgen ook voor verbinding met de natuur- en recreatiegebieden in de omgeving. Dit fijnmazig netwerk van plekken en paden maakt het voor alle bewoners mogelijk om het groen, het water en de natuur te beleven, hierin te recreëren of te spelen. Mogelijk maken van de ecologische hoofdstructuur Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 16

21 Badhoevedorp vormt een belangrijke schakel in de ecologische verbinding Groene AS. De verbinding langs en door Badhoevedorp sluit aan op de ecologische zones langs de Westrandweg en de Nieuwe Meer (randen van de golfbaan) die al zijn aangelegd. Vergroten van diversiteit door variatie In de groenstructuur worden soorten gebruikt die ecologisch van waarde zijn en oud kunnen worden. Verbeteren van de waterhuishouding De waterhuishouding in Badhoevedorp wordt verbeterd. De maatregelen hiervoor worden uitgewerkt en bekostigd via het waterstructuurplan (zie 3.3.6). De maatregelen moeten een positieve bijdrage leveren aan de identiteit en de kwaliteit van Badhoevedorp. Voldoende speelruimte voor alle leeftijden Uitgangspunt is dat er, verdeeld over het dorp, genoeg speel-, sport- en ontmoetingsruimte is voor alle leeftijden. De speelruimte moet voor de jeugd ook aantrekkelijk zijn en uitdagen tot spel en ontmoeting. Het gaat hierbij niet alleen om ingerichte speelplekken maar ook om plekken om een hut te bouwen of een balletje te trappen. Beheer op beeld en vraag gestuurd Uitgangspunt is een openbare ruimte die schoon, duurzaam heel en veilig is. De beheerinspanningen worden afgestemd op het resultaat dat we buiten willen zien en er wordt meer rekening gehouden met de specifieke omstandigheden van een gebied. Een beschrijving van de nieuwe groenstructuur in en rond Schuilhoeve is opgenomen in hoofdstuk Waterstructuurplan Badhoevedorp Voor de gebiedsontwikkeling Badhoevedorp is - in samenspraak met de ontwikkelaars en met het Hoogheemraadschap van Rijnland - een waterstructuurplan opgesteld (Waterstructuurplan Badhoevedorp, Witteveen+Bos, 2013). Hierin is de bestaande en nieuwe waterstructuur beschreven. Bij het opstellen van het waterstructuurplan worden de volgende ambities nagestreefd: het creëren van voldoende waterberging; verbeteren van de doorspoeling; verbeteren van de waterkwaliteit (voor zover mogelijk); logische en robuuste indeling van peilvakken. Daarnaast heeft water ook waarde doordat de beleving van gebieden vergroot kan worden. Voor een verdere toelichting op het thema water wordt verwezen naar hoofdstuk 4 en naar de waterparagraaf in hoofdstuk Definitief Stedenbouwkundig Ontwerp Schuilhoeve Op 19 november 2013 is het Definitief Stedenbouwkundig Ontwerp (DSO) Schuilhoeve door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. Het DSO is een uitwerking van het Masterplan Badhoevedorp voor deelgebied Schuilhoeve. Het DSO dient als raamwerk voor de toekomstige bouwplanontwikkeling (woningen en voorzieningen), de inrichting van de openbare ruimte en vormt de basis voor de grondexploitatie. Het plan heeft betrekking op stedenbouwkundige, civieltechnische, planologisch-juridische, financiële en maatschappelijke aspecten. Het DSO legt de structurerende ruimtelijke principes vast: verkeersafwikkeling, water en groen en bouwlocaties. Tevens geeft het referenties voor de inrichting en kwaliteit van de openbare ruimte (wegen, parkeren, groen en water), de wenselijke positie en uitstraling van de bebouwing. Het DSO vormt de basis voor het bestemmingsplan en is het kader voor de verdere (bouw)planontwikkelingen binnen Schuilhoeve. Een beschrijving van het DSO Schuilhoeve is opgenomen in hoofdstuk 4. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 17

22 3.3.8 Welstandsnota De Welstandsnota 2013 geeft het geldende welstandsbeleid van Haarlemmermeer weer. Het grondgebied van Haarlemmermeer wordt onderscheiden naar welstandsregimes van verschillende zwaarte. In het plangebied zijn verschillende welstandsregimes van toepassing. Het reguliere regime is van toepassing bij de nieuwe ligging van de A9, het noordelijke deel van de Schipholweg, de Akerdijk, de Nieuwemeerdijk en in delen van de Vogelbuurt. Voor de polderlijnen is dit reguliere regime ook van toepassing. Buiten de monumenten om geldt voor de rest van Badhoevedorp het welstandsvrije regime. Voor de grootschalige nieuwe ontwikkelingen in Badhoevedorp en Schuilhoeve is er voor gekozen om de ontwikkelingen niet door de Welstandscommissie Haarlemmermeer te laten toetsen, maar door een kwaliteitsteam dat de ontwikkelingen toetst aan de redelijke eisen van welstand Woonvisie In de Woonvisie (2012) staat het gemeentelijk woonbeleid. De woonvisie richt zich op: Woongenot in dorpen en wijken. Maatwerk in regelgeving op lokaal niveau, aandacht voor woonwijken met stadse en suburbane woonmilieus (Hoofddorp, Nieuw Vennep) en versterken van het unieke karakter in de kernen en het buitengebied. Inspelen op de woningmarkt. De woningmarkt, vraag en aanbod, is het uitgangspunt. Dit heeft zijn weerslag in het woningbouwprogramma en de toewijzing aan woningzoekenden. Nieuwbouwaanbod is minder dan voorheen een draaiknop omdat de vraagzijde de markt regeert. Wonen en zorg / bijzondere doelgroepen. De vergrijzing zorgt voor een veranderende woonvraag en het huisvesten van bijzondere doelgroepen heeft extra aandacht. Mede door het scheiden van wonen en zorg en de decentralisatie van taken naar de gemeente, spelen partners die gespecialiseerd zijn in wonen, zorg en welzijn hierbij een sleutelrol. De behoefte aan het aantal nultredenwoningen blijft onverminderd groot. De ambitie is om voldoende aanbod beschikbaar te hebben voor de bijzondere woningzoekenden. In afwijking van de woonvisie zijn de woningen die gerealiseerd worden in Schuilhoeve in principe geen sociale koop- of sociale huurwoningen. De gemeenteraad heeft aangegeven dat als er zich mogelijkheden aandienen voor het realiseren van sociale woningbouw in de plangebieden deze - binnen de financiële en ruimtelijke kaders - benut kunnen worden Spelen, sporten en ontmoeten in de buitenruimte In de beleidsnota Spelen, sporten en ontmoeten in de buitenruimte (2009) hanteert de gemeente voor formele en informele speelplekken landelijk getoetste richtlijnen en wordt de aanleg van nieuwe speel-, sport- of ontmoetingsplekken bepaald aan de hand van bijvoorbeeld demografische gegevens. Van belang is dat in bestaande en nieuwe wijken binnen de bestemmingen voor de openbare ruimte - zoals Groen en Verkeer - voldoende mogelijkheden zijn voor de aanleg van nieuwe speel-, sport en ontmoetingsvoorzieningen. Hier is in het bestemmingsplan rekening mee gehouden Milieu en klimaat Milieubeleid Het gemeentelijk milieubeleid is opgenomen in de nota Op weg naar een duurzaam evenwicht in 2030 (2004). De centrale doelstelling van het gemeentelijk milieubeleid is als volgt geformuleerd: "In 2030 hebben we de voorwaarden bereikt voor een duurzame en leefbare groei en ontwikkeling". In deze gemeentelijke visie concentreren de milieu-inspanningen zich op drie hoofdonderwerpen: Ontwikkeling: maatregelen bij ruimtelijke ontwikkelingen die vooral de milieudruk beogen te verminderen (bijvoorbeeld grondstoffen besparing, beperken wateroverlast, gezond bouwen); Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 18

23 Beheer: milieu-inspanningen die de leefomgeving beogen te verbeteren (bijvoorbeeld vermindering afval, garanderen veiligheid en luchtkwaliteit); Klimaat: alle activiteiten die ervoor zorgen dat er minder CO2 de lucht in gaat teneinde het broeikaseffect te verminderen (realiseren van windmolens, energiebesparing, enzovoorts). Eén van de speerpunten is dat ruimtelijke ontwikkelingsprojecten duurzaam worden ontwikkeld volgens het ambitieniveau uit de daarvoor ontwikkelde beleidskaders. Klimaatbeleid In de nota Kaders klimaatbeleid (2008) zijn de kaders voor toekomstig klimaatbeleid vastgelegd. Algemene doelstelling van het klimaatbeleid is (1) een reductie van de CO2-uitstoot in 2020 van 30 procent ten opzichte van 1990 en (2) de realisatie van 20 procent duurzame energie in Bij de ontwikkeling en uitvoering van het klimaatbeleid/ energiebeleid wordt de trias energetica aangehouden als leidend principe: Beperking van de energievraag; Opwekking noodzakelijke energie door gebruikmaking van duurzame energiebronnen; Indien nodig dient de opwekking van de resterende noodzakelijke energie door middel van gebruikmaking van fossiele brandstoffen, zo efficiënt en zo schoon mogelijk te geschieden. Het klimaatbeleid is uitgewerkt in tien thema's. Per thema is aangegeven wat de beoogde CO2- reductie of beoogde realisatie van duurzame energie binnen dat thema is Conclusie gemeentelijk beleid Dit bestemmingsplan past binnen de kaders van het gemeentelijk beleid. De ontwikkeling van de woonwijk Schuilhoeve - met de bijbehorende weg-, water- en groenstructuur - sluit aan bij de regionale woningbehoefte en biedt draagvlak voor behoud en versterking van het voorzieningenniveau in Badhoevedorp. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 19

24 4 NIEUWE SITUATIE 4.1 Plangebied masterplan Basis voor de gebiedsontwikkeling Badhoevedorp is het masterplan Badhoevedorp. Het plangebied van het masterplan is in deelgebieden opgedeeld. Relevant voor het bestemmingsplangebied is het deelgebied Schuilhoeve. Deelgebieden masterplan Badhoevedorp Schuilhoeve is het meest oostelijk gelegen deelgebied. Het bestaande sportpark de Schuilhoeve wordt verplaatst waarna de locatie getransformeerd wordt in een woonbuurt. Hierbij wordt aangesloten op de bestaande ruimtelijke hoofdstructuur van de oostkant van Badhoevedorp met licht gebogen bomenlanen, plantsoenen en singels. Na het verdwijnen van de snelweg wordt de Groene Zoom met de singel onderdeel van het groene Lint door Badhoevedorp. Aan de noordzijde van de Groene Zoom wordt het park afgezoomd door een strook woningen die met hun voorkant op de Groene Zoom zijn georiënteerd. Aan de oostkant wordt aangesloten op bestaand gemeentelijk groen en het groen dat het Rijk aanplant als Boswetcompensatie. 4.2 Ruimtelijke structuur Ruimtelijke structuur Badhoevedorp Verkeersstructuur algemeen Het Verkeersstructuurplan (VSP) Badhoevedorp (2008) heeft als uitgangspunt gediend voor de verdere uitwerking van de wegenstructuur in en rond Badhoevedorp, zoals het masterplan als uitgangspunt heeft gediend voor de uitwerking van de ontwikkellocaties. In 2013 is het verkeersstructuurplan herijkt met de notitie Actualisatie 2013 VSP Badhoevedorp, kortweg Actualisatie VSP. De hieronder opgenomen beschrijving van de nieuwe verkeersstructuur is gebaseerd op de Actualisatie VSP. Met het weghalen van de rijksweg A9 uit het dorp verbetert de leefbaarheid in het dorp aanzienlijk. Dit wordt aangegrepen om de verkeersstructuur aan te passen, om de routes binnen het dorp te verbeteren en om het sluipverkeer uit het dorp te weren. Het dorp moet toegankelijk zijn voor de bewoners zonder dat het een route is voor doorgaand verkeer. Het uitgangspunt is dat het doorgaande verkeer tussen Amsterdam, Haarlem, Schiphol en dergelijke buiten Badhoevedorp wordt omgeleid. Hiertoe dient in eerste instantie de omgelegde A9 die congestievrij moet functioneren. Bij de verbeteringen in het dorp komen de voetganger en fietser centraal te staan, maar worden ook de routes voor het autoverkeer verbeterd. Voorzien wordt dat hiervoor de toevoeging van nieuwe interne wegen in het dorp nodig is. Bijzondere waarde wordt in de verkeersstructuur toegekend aan de Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 20

25 Schipholweg omdat die in de toekomst de functie krijgt van een centrale ontsluitingsweg aan de zuidkant van het dorp. Autoverkeerstructuur De belangrijkste kenmerken voor de verkeersstructuur voor de auto zijn: entree Badhoevedorp via bestaande Schipholweg (van 80 km/uur naar 50 km/uur); ontsluiting van het dorp vanaf de Schipholweg door noord-zuid gerichte lanen; maatregelen op de Sloterweg ter hoogte van centrum (opnemen in ontwerp centrum gebied); nieuwe ontsluitingsweg Badhoevedorp-zuidoost (Schipholweg - Schuilhoeve); nieuwe ontsluitingsweg Badhoevedorp-west (Schipholweg - Quatrebras); een mogelijkheid voor een verkeersverbinding tussen de Kamerlingh Onneslaan en de Schipholweg. In onderstaande afbeelding is de voorgestelde / toekomstige autowegenstructuur weergegeven. Autowegenstructuur Badhoevedorp Voor het plangebied Schuilhoeve is relevant dat de woonwijk ontsloten wordt via een nieuw aan te leggen wijkontsluitingslaan (50 km/u) vanaf de Schipholweg. Dit is in de volgende paragraaf beschreven. OV-structuur De belangrijkste kenmerken voor de verkeersstructuur voor het openbaar vervoer zijn: het hoogwaardig openbaar vervoer over de Schipholweg (HOV A9, met afrit naar Schipholweg en met een halte in Badhoevedorp) wordt de belangrijkste drager van het buslijnennet in Badhoevedorp; betere ontsluiting van Lijnden, mogelijk gekoppeld aan een buslijn vanuit Schiphol Plaza, via Schiphol Noord West. Hierdoor wordt het busverkeer verdeeld over de drie bruggen (Amsterdamse Baan, Sloterbrug en Oude Haagseweg); busroutes via Oude Haagseweg, de busbaan Loevesteinse Randweg en de Schipholweg worden gekoppeld bij het nieuwe HOV-knooppunt Schiphol Noord. Door de bovenstaande openbaar vervoersstructuren door te voeren is het (H)OV-netwerk van Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 21

26 Badhoevedorp op de toekomst voorbereid. Zeker het HOV maakt dat openbaar vervoer een aantrekkelijker alternatief wordt voor het autogebruik. Voor de toekomstige bewoners van Schuilhoeve is onder meer de HOV-halte ter hoogte van de Pa Verkuijllaan te benutten. Fietsstructuur De fietsstructuur in Badhoevedorp wordt verbeterd door de aanleg van fietsvoorzieningen en het ontvlechten van auto- en fietsroutes. Door de realisatie van het groene Lint ontstaat een goede nieuwe Oost-West route. Samen met de ringdijk, de route Anemoonpad-Keizersweg-Groene Zoom en de Schipholweg is het fietsnetwerk in oost-west richting na realisatie van het groene Lint compleet. Wel dienen de oversteken van de noord-zuid assen voor autoverkeer nog verbeterd te worden. De belangrijkste noord-zuid assen voor het fietsverkeer binnen Badhoevedorp en Lijnden zijn de Hoofdweg, Kamerlingh Onneslaan, Sloterweg en Burgemeester Amersfoordtlaan. Er wordt een extra fietsverbinding gerealiseerd tussen de Schipholweg en de ringdijk via Quatrebras en de Orchideelaan. In het bestemmingsplangebied komt een verbinding voor langzaam verkeer tussen de nieuwe woonwijk Schuilhoeve en de Schipholweg. Na realisatie van die twee nieuwe verbindingen is het fietsnetwerk ook in noord-zuid richting voldoende fijnmazig. De kwaliteit van de bestaande routes moet verbeterd worden. De ruimte is echter te beperkt voor de aanleg van vrijliggende fietspaden. Waar mogelijk wordt getracht het auto- en fietsnetwerk te ontvlechten. Door de realisatie van parallelle routes ontstaan nieuwe fietsverbindingen over bestaande verkeersluwe straten. Ten oosten van de Burgemeester Amersfoordtlaan bestaat de mogelijkheid voor een parallelle fietsroute. Om de verkeersveiligheidsproblemen voor het langzaam verkeer bij de Sloterbrug op te lossen is de aanleg van een nieuwe, bredere brug in voorbereiding. Groenstructuur De basis voor de nieuwe groenstructuur in Badhoevedorp is het groenstructuurplan. In het groenstructuurplan is de nieuwe hoofdgroenstructuur opgenomen. Hierin zijn structuren opgenomen die beeldbepalend zijn voor Badhoevedorp zoals de wijkparken Wandelbos en Groene Zoom, de buurtparken, de slingerende lanen, beplante wegen, brede groenzones, het groene Lint, recreatieve en ecologische verbindingen. De nieuwe hoofdstructuur bestaat uit noord-zuid gerichte lanen tussen de Ringvaart en de Schipholweg met de ecologische zone en het recreatie- en sportgebied aan de zuidzijde van het dorp (De Veldpost). Op en langs het oude tracé van de A9 liggen nieuwe woongebieden met aantrekkelijk openbaar groen. Vanaf de Schipholweg leiden diverse bomenlanen door het dorp. Deze bestaan uit bomen die in hun groene beeld worden ondersteund door diepe voortuinen, brede bermen, plantsoenen of parken. In de groenstructuur is sprake van hiërarchie. De lanen met grote bomen vormen de belangrijkste routes. De woonstraten hebben een smaller profiel met bomen van een kleinere soort. Het nieuwe Wandelbos en de Groene Zoom liggen niet meer geïsoleerd, maar centraal in het dorp. Het groene Lint, op het oude tracé van de A9, verbindt de parken, plantsoenen en woonbuurten met elkaar. Er zijn niet alleen mooie groene routes binnen het dorp maar ook naar de (groen)gebieden buiten het dorp. In het Tracébesluit Omlegging A9 is de helft van het westelijke deel van het huidige klaverblad van het knooppunt Badhoevedorp gereserveerd voor bosplantsoen. Dit bosplantsoen wordt aangeplant als Boswetcompensatie door Rijkswaterstaat. Aangezien dit groen tegen het bestaande dorp en de nieuwe woonwijk Schuilhoeve is gelegen is het idee ontstaan om dit bosplantsoen openbaar toegankelijk te maken voor bewoners. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 22

27 Nieuwe groenstructuur Badhoevedorp (indicatief) Waterstructuur Voor de gebiedsontwikkeling Badhoevedorp is - in samenspraak met de ontwikkelaars en het Hoogheemraadschap - het Waterplanstructuurplan Badhoevedorp opgesteld (Witteveen+Bos, 2013). Hierin is de bestaande en nieuwe waterstructuur beschreven. In het waterstructuurplan zijn de volgende ambities nagestreefd: het creëren van voldoende waterberging; verbeteren van de doorspoeling; verbeteren van de waterkwaliteit (voor zover mogelijk); logische en robuuste indeling van peilvakken. Het streven in het waterstructuurplan is om water meer belevingswaarde te geven, bijvoorbeeld door verbreding van waterpartijen. De hoofdwatergangen krijgen een flinke breedte op de waterlijn en bij voorkeur worden ook ecologische oevers aangelegd. In het waterstructuurplan is voor de deelplannen de structuur voor de toekomstige waterhuishouding weergegeven. Per deelgebied is en wordt de structuur meer in detail uitgewerkt. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de waterparagraaf in hoofdstuk 5. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 23

28 4.2.2 Toekomstige structuur Schuilhoeve Voor het deelgebied Schuilhoeve is in 2013 het Definitief Stedenbouwkundig Ontwerp (DSO) opgesteld. Het gebied dat daarbij in ogenschouw is genomen, is op onderstaande afbeelding aangegeven. Stedenbouwkundige structuur, verkeersstructuur en parkeren Schuilhoeve is onderdeel van het tuindorp gelegen rondom het Vierbuizenmeertje en de Groene Zoom. Deze parkzone is centraal gelegen tussen het oorspronkelijke tuindorp en het nieuwe tuindorp Schuilhoeve. Door Schuilhoeve wordt een nieuwe weg gelegd, een laan vanaf de Schipholweg. Het groene profiel van de laan is één geheel met het nieuwe tuindorp. De woonwijk Schuilhoeve wordt gevormd door verschillende buurten, aan weerszijden van de laan en rondom de Groene Zoom. Onderdeel van de opgave is om een basisreceptuur te ontwikkelen voor een tuindorp. Ontsluitingsprincipe Schuilhoeve (indicatief) Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 24

29 De nieuwe gebogen laan zal de kwaliteit aan de omgeving en de entree van Schuilhoeve een dorpse beleving geven. De inspiratie is om van Schuilhoeve een eigentijds tuindorp te maken naar voorbeeld van de noordelijk gelegen woonbuurt. Daaraan gerelateerde onderwerpen zijn: mooie entree vanaf de Schipholweg, een slingerende laan, verbindingen met de Groene Zoom en statig wonen daaraan. Het groene Lint zorgt in de toekomst voor herkenning en oriëntatie en een duidelijke routing van en naar het centrum van Badhoevedorp. De overgang van de nieuwe woonbuurt naar de bedrijven langs de A4 wordt als volwaardige en groene afronding van Badhoevedorp vormgegeven. Schuilhoeve kent een eenvoudig stratenpatroon met een groen profiel en een duidelijke hiërarchie. Voor het parkeren gelden de volgende uitgangspunten: integrale parkeeroplossingen worden nagestreefd, er moet voldoende parkeergelegenheid zijn per bouwvlek en overlast voor de omgeving moet worden vermeden (of fysiek voorkomen); de ambitie is om het parkeren zoveel mogelijk uit het zicht en/of op eigen terrein te situeren, bijvoorbeeld in parkeerhoven achter de woningen, achter een groene haag of langs de weg; voor de regels voor het parkeren op eigen terrein wordt verwezen naar het parkeerbeleid. Groenstructuur De woonbuurten in Schuilhoeve worden fysiek met elkaar verbonden met wegen, voetpaden en groenzones. De nieuwe woonbuurt heeft een eigen sfeer, architectuurbeeld en stedenbouwkundige structuur, die kan afwijken van de bestaande woonbuurten. Het groene Lint zorgt in de toekomst voor herkenning en oriëntatie en een duidelijke routing van en naar het centrum, respectievelijk het oostelijk deel van Badhoevedorp. De sfeer van de Groene Zoom wordt met name bepaald door waterpartijen met bruggen, zorgvuldig ingerichte oevers, solitaire bomen, bomengroepen en rustige routes voor fietsers en voetgangers. In de wijk zullen op strategische plekken groene pleintjes worden opgenomen om te ruimte van het tuindorp voelbaar te houden. De laan en de woonstraten (de Stam en de Takken) worden begeleid door bomen. Dit draagt bij aan het beoogde groene karakter van de wijk. Zoals in elke tuindorpwijk is ook het privégroen van groot belang bij het bepalen van de sfeer in de wijk. Principe groenstructuur Schuilhoeve (indicatief) Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 25

30 Waterstructuur De waterstructuur voor Schuilhoeve wordt gekarakteriseerd door een waterpartij door het gehele deelgebied. Daarnaast is aan de randen van het deelgebied water aanwezig in de Groene Zoom en langs het bedrijventerrein Schuilhoeve. Door een nieuwe noord-zuid verbinding te realiseren door de nieuwe woonwijk heen zal de doorstroming verbeteren. In het oosten van Schuilhoeve worden verbindingen langs de A4 gerealiseerd. Dit conform het waterstructuurplan. In de oostkant is tevens een gebied beoogd voor de benodigde watercompensatie. Zie voor uitgebreide informatie de waterparagraaf (hoofdstuk 5.4). Proefverkavelingen In het DSO zijn drie proefverkavelingen opgenomen (zie paragraaf 4.3.2). Onderstaande verkaveling op basis van de huidige markt is de voorkeursverkaveling. Het bestemmingsplan biedt voldoende flexibiliteit om de realisatie van verschillende verkavelingen mogelijk te maken. Proefverkaveling huidige markt Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 26

31 4.3 Functionele structuur Wonen algemeen Badhoevedorp is een aantrekkelijke woongemeenschap met een woonprogramma van appartementen en grondgebonden woningen op ruime kavels. In de komende jaren worden kwalitatief hoogwaardige woonmilieus toegevoegd die het karakter van Badhoevedorp gaan versterken. Er zullen in totaal maximaal woningen in Badhoevedorp bijgebouwd worden. Met nieuwe grondgebonden woningen wordt ook ingespeeld op de vraag naar vrijstaande en twee-onder-een-kap woningen, waarbij in dat segment de conjunctuur natuurlijk wel van grote invloed is op de vraag. Daarnaast biedt het programma doorgroeimogelijkheden in het middensegment. Met deze ontwikkeling wordt voldaan aan een woningbouwbehoefte die in de stadsregio Amsterdam aanwezig is. De belangrijkste thema s voor de ruimtelijke invulling van het wonen zijn; het helen van het dorp, het wonen aan en om het groen en het voortzetten van het tuindorp concept. Kansrijke woontypes zijn grondgebonden woningen op ruime kavels, luxe appartementen in het groen en vrijstaande villa s. Op dit moment is het aandeel appartementen in Badhoevedorp groot. Daarom worden slechts selectief appartementen bijgebouwd. Er zal gekeken worden welke soorten appartementen nodig zijn in Badhoevedorp. De toekomstige doelgroep voor vrije sectorappartementen in Badhoevedorp wordt gedomineerd door de huidige 50-plussers. Deze mensen wonen nu veelal in eengezinswoningen Schuilhoeve en Schuilhoeve-Oost In het deelgebied Schuilhoeve worden maximaal 700 woningen ontwikkeld, zowel grondgebonden als appartementen. In het programma van uitgangspunten zijn de volgende randvoorwaarden opgenomen: het plan wordt opgesteld met een kwalitatieve stedenbouwkundige structuur waarbinnen flexibel met het woningbouwprogramma kan worden omgegaan (typologieën en aantallen); de structuur moet woningen kunnen dragen ; de plan/programma-opbrengsten hebben een bijdrage aan omlegging A9 als doelstelling (haalbaarheid plan wordt daarom daaraan getoetst); meerdere verkavelingen (circa 550 en 650) met verdeling volgens onderstaande tabel; er wordt gestuurd op een kwalitatief programma (tevens in afstemming met de programma s voor Quatrebras en Centrum). Type functie Aantal Segment Woningen Grondgebonden vrije sector Woningen Appartementen vrije sector Kantoren (zie aparte paragraaf) m² b.v.o. ( m²) n.v.t. Een belangrijk gegeven voor Schuilhoeve is de geluidssituatie; de zuid- en oostkant van het plangebied zal een (al of niet gebouwde) geluidwerende voorziening bevatten. Voor de details hiervoor wordt verwezen naar de geluidsparagraaf (hoofdstuk 5.7) en hoofdstuk 6. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 27

32 In het DSO Schuilhoeve is het programma uitgewerkt in drie voorbeeldverkavelingen. Hierbij is uitgegaan van een kleiner aandeel appartementen. De uiteindelijk te realiseren verkaveling en het aantal woningen wordt afgestemd op de actuele marktsituatie. Per te ontwikkelen deelgebied van de nieuwe woonwijk zal afhankelijk van de markt - het aantal en type woningen bepaald worden. Het bestemmingsplan biedt hier binnen de kaders en randvoorwaarden de flexibiliteit voor. Het bestemmingsplan maakt maximaal 700 woningen mogelijk, maar dit kunnen er ook minder worden. Voor drie deelgebieden is geen directe bestemming opgenomen, maar een wijzigingsbevoegdheid. Dit betreft: de KMAR-locatie; het is nog onduidelijk of het Rijk deze locatie uit de overeenkomst gaat leveren, de locatie is wel in het DSO Schuilhoeve opgenomen; de locatie van het voormalige garagebedrijf aan de Plesmanlaan, in het DSO Schuilhoeve is rekening gehouden met herontwikkeling van deze locatie naar woningbouw; het deelgebied aansluitend op het centrum tussen Arendstraat en Adelaarstraat; het DSO Schuilhoeve heeft hier nog een uitwerkingsslag nodig. Schuilhoeve-Oost Het kantorenprogramma van m 2 in Schuilhoeve-Oost is onder andere opgenomen in de bestuursovereenkomst (2005) en het Masterplan Badhoevedorp Centrum (2008). In het kader van Plabeka zijn nadere afspraken gemaakt over de mogelijke toekomstige ontwikkeling van de locatie (na 2040). In het DSO Schuilhoeve is op dit moment geen kantorenprogramma opgenomen. In dit bestemmingsplan wordt Schuilhoeve-Oost voor zover vallend binnen de exploitatiegrens conserverend bestemd. Op termijn kan ontwikkeling van Schuilhoeve-Oost mogelijk weer aan de orde komen.in de MER-studie en onderzoeken voor het vigerende bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden-Oost is het oorspronkelijke programma van het masterplan ( m 2 b.v.o. kantoren) wel meegenomen. Een deel van Schuilhoeve-Oost wordt ingezet als locatie voor de benodigde watercompensatie (zie tevens de waterparagraaf). Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 28

33 5 ONDERZOEK EN BEPERKINGEN 5.1 Milieueffectrapportage beoordeling Wet- en regelgeving en beleid Milieueffectrapportage is geregeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer (Wm) en in het Besluit m.e.r. De Wm is een kaderwet waarin de uitgangspunten van het milieubeleid staan beschreven. In het Besluit m.e.r. staat wanneer een m.e.r. moet worden toegepast. Het besluit bevat bijlagen waaronder de C- en D-lijst. In deze lijsten is aangegeven voor welke activiteiten met daarbij gestelde criteria/drempels er een m.e.r.-(beoordelings-)plicht geldt. Bij C-categorieën geldt de m.e.r.-plicht en bij D-categorieën geldt de m.e.r.-beoordelingsplicht. Bij een m.e.r.-plicht dient een milieueffectrapportage gemaakt te worden en bij een m.e.r.-beoordelingsplicht dient een afweging te worden gemaakt door het bevoegd gezag of een m.e.r. opgestart zal worden. Ook voor onder de drempelwaarde blijvende activiteiten uit kolom 2 van de D-lijst dient een m.e.r.- beoordelingsprocedure te worden doorlopen, indien op grond van de selectiecriteria als opgenomen in bijlage III bij de m.e.r. richtlijn niet kan worden uitgesloten dat de activiteit belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. Besluit m.e.r. Het bestemmingsplan Badhoevedorp - Lijnden-Oost voorzag in een aantal ontwikkelingen die zijn benoemd in de D-lijst van het Besluit m.e.r. Voor dit bestemmingsplan is relevant dat de ontwikkeling van Schuilhoeve met maximaal 700 woningen een substantieel onderdeel is van het totale functionele programma dat in het bestemmingsplan Badhoevedorp- Lijnden-Oost is opgenomen. Hiermee wordt (en werd) de gestelde drempel van woningen (categorie D 11.1) welliswaar niet overschreden, desalniettemin is dit reden geweest om een m.e.r.-beoordeling uit te voeren. Een andere reden was categorie D 11.2; de uitvoering dan wel de wijziging of uitbreiding van de uitvoering van een stedelijk ontwikkelingsproject. De gehele gebiedsontwikkeling Badhoevedorp-Centrum (circa 133 hectare) overschreed de drempelwaarde van 100 hectare en overschreed tevens de drempel van toe te voegen bedrijfsvloeroppervlakte. Daarmee werd de voorgenomen ontwikkelingen als een stedelijk ontwikkelingsproject aangemerkt. Voor woningbouw en recreatie zaten de nieuwe ontwikkelingen rond de drempelwaarden. Deze m.e.r.-beoordelingsplicht heeft de gemeente Haarlemmermeer doen besluiten, een m.e.r.-procedure op te starten Onderzoek Voor de gebiedsontwikkeling is een Plan-MER opgesteld (Plan-MER Badhoevedorp Lijnden-Oost, W.Fikken i.o.v. Gemeente Haarlemmermeer, 2013). Alternatieven en effecten Voor de herontwikkeling van de A9-zone is feitelijk maar één wezenlijk alternatief in beeld, namelijk de ontwikkeling zoals aanvankelijk beschreven in het Masterplan Badhoevedorp en later vertaald naar het ruimtelijk programma van eisen voor het bestemmingsplan. Dit alternatief wordt in dit MER de Voorgenomen Activiteit genoemd. In het MER zijn de huidige situatie, de twee referentiesituaties (zonder wegomlegging A9 en met wegomlegging A9, maar zonder ontwikkelingen op het vrijgekomen tracé) en de Voorgenomen Activiteit beschreven. Daarbij is achtereenvolgens aandacht besteed aan bodem, water, verkeer, geluid, luchtkwaliteit en geur, externe veiligheid, natuur en landschap, cultuurhistorie en archeologie. Voor een beschrijving van de effecten wordt verwezen naar het Plan-MER. Beoordeling van de resultaten Op basis van de effectbeschrijvingen is de navolgende tabel samengesteld. Hierin zijn de beoordelingen per aspect vertaald naar een score waarmee de beide referentiesituaties en de Voorgenomen Activiteit worden vergeleken met de huidige situatie. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 29

34 Gebruik is gemaakt van een driepuntsschaal met globaal de volgende betekenis van de toegekende scores: -- = een aanzienlijke verslechtering t.o.v. de huidige situatie - = een zekere verslechtering t.o.v. de huidige situatie 0 = geen wezenlijke verslechtering of verbetering t.o.v. de huidige situatie + = een zekere verbetering t.o.v. de huidige situatie ++ = een aanzienlijke verbetering t.o.v. de huidige situatie Beschouwing Effect wegomlegging A9 (Referentiesituatie 2) Hoewel de omlegging van de A9 geen onderdeel is van de Voorgenomen Activiteit kunnen op basis van het uitgevoerde onderzoek wel uitspraken worden gedaan over het effect van de omlegging op de milieukwaliteit in Badhoevedorp: de wegomlegging leidt in het algemeen tot concrete verbeteringen. Zo wordt de lucht in de omgeving van de bestaande weg schoner en nemen de geluidbelastingen af. Ook neemt het groepsrisico vanwege het transport van gevaarlijke stoffen af; de wegomlegging brengt kansen met zich die in het kader van de gebiedsontwikkeling verzilverd kunnen worden. Genoemd kunnen worden: het verdwijnen van de barrière in het dorp met als kans de waterstructuur (en waterkwaliteit), de groenstructuur en het stedelijk landschap te verbeteren. Ook biedt de sloop van de weg de mogelijkheid om veilige fietsverbindingen te realiseren. Effecten Voorgenomen Activiteit Uit de samenvatting van de effecten kan de volgende overall samenvatting voor de efecten van de Voorgenomen Activiteit worden opgemaakt: de aspecten soortenbescherming, cultuurhistorie en archeologie leiden tot een neutrale beoordeling:er zijn geen noemenswaardige effecten van de Voorgenomen Activiteit te verwachten; ten aanzien van de aspecten bodem, water, gebiedsbescherming en landschap brengt de Voorgenomen Activiteit positieve gevolgen met zich mee. Voor deze aspecten geldt wel dat bij de verdere uitwerking en uitvoering van de plannen permanent aandacht (zorgplicht) nodig is om plaatselijk ongewenste effecten te voorkomen (danwel om de potentie van de plannen ook daadwerkelijk waar te maken); voor het aspect verkeer is sprake van belangrijke aandachtspunten bij de uitwerking van de plannen. Maatregelen zijn noodzakelijk om plaatselijke knelpunten in de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid te voorkomen (zie paragraaf 5.4 van het MER); Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 30

35 wanneer bij de uitwerking geen bijzondere aandacht aan het wegverkeerslawaai wordt besteed, dreigt een toename van het aantal geluidgehinderden, onder andere door de bouw van woningen in de nabijheid van belangrijke ontsluitingswegen. Maatregelen zijn nodig (zie paragraaf 5.4 van het MER); voor het aspect luchtkwaliteit is op sommige plaatsen sprake van verbeteringen, op andere plaatsen neemt de luchtkwaliteit af. Overal wordt echter voldaan aan de geldende normen. Maatregelen zijn niet noodzakelijk. Wel verdient het aanbeveling om bij de uitwerking van de bouwplannen rekening te houden met de luchtkwaliteit langs wegen, zo mogelijk in combinatie met aandacht voor geluid; belangrijke onderwerpen in het kader van de goede ruimtelijke onderbouwing van de bouwplannen zijn de cumulatieve geluidbelastingen vanwege weg- en railverkeer, industrie en luchtvaart, grondgeluid vanwege de luchtvaartgebonden activiteiten op Schiphol, geur en externe veiligheid (verantwoording toename groepsrisico). Maatregelen Verkeersafwikkeling Bij de uitwerking van de plannen dient zorgvuldig gekeken te worden naar de benodigde capaciteit van met name de kruisingen van de belangrijkste ontsluitingswegen van Badhoevedorp. Waar nodig dient de capaciteit door verkeersmaatregelen geoptimaliseerd te worden. In hoofdstuk 5.6 wordt de verkeerssituatie nader beschreven. Wegverkeerslawaai Geluidbeperkende maatregelen (o.a. afscherming door gebouwen) kunnen een aanzienlijke beperking van het aantal gehinderden opleveren. Ook het aanhouden van afstand en de toepassing van stil asfalt zullen een zekere reductie van het aantal gehinderden met zich meebrengen. In hoofdstuk 5.7 wordt de geluidssituatie nader beschreven. Geur en grondgeluid Schiphol Voor geur en grondgeluid geldt in het algemeen dat afstand aanhouden de kans op hinder verkleint. Aangezien de geurcontouren en de reikwijdte van het grondgeluid heel Badhoevedorp beslaan, moet in dit geval ook aan andere maatregelen worden gedacht. Een belangrijke maatregel kan zijn te zorgen voor heldere informatie: door goede informatie bij de verkoop van woningen kan hinder worden voorkomen. Nieuwe inwoners dienen in een zo vroegtijdig mogelijk stadium deugdelijk en objectief te worden geïnformeerd over de geurbelasting en het grondgeluid vanwege de activiteiten op de luchthaven Schiphol. Hier wordt uitvoering aan gegeven door melding hiervan te maken in voorliggende toelichting op het bestemmingsplan. Ook op de gemeentelijke website wordt melding gemaakt van de hinder die vliegtuigen kunnen opleveren. Verder wordt hier verwezen naar De ontwikkelaar zal in de koopcontracten bepalingen opnemen die het voor een ieder ook navolgende kopers - voorzienbaar te maken dat er een zekere milieubelasting is. Zie ook paragraaf Duurzaamheid Ten behoeve van de gebiedsontwikkeling Badhoevedorp zijn twee studies uitgevoerd gericht op verhoging van de duurzaamheid. Een studie voor de energievoorziening van de ontwikkellocaties en een studie naar de mogelijkheden om tot een duurzame inrichting van de openbare ruimte te komen. Maatregelen zullen op gebouwniveau getroffen worden. Voor een toelichting op de mogelijke maatregelen wordt verwezen naar het MER en de bijlagen hiervan Conclusie In het bestemmingsplan is rekening gehouden met de aanbevelingen uit het Plan-MER. Voor een toelichting op de situatie in Schuilhoeve wordt verwezen naar de onderzoeken voor de deelthema s in Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 31

36 dit hoofdstuk. Bij de uitwerkingen van de plannen zal rekening gehouden worden met de in de voorgaande beschouwing opgenomen aandachtspunten en aanbevelingen. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 32

37 5.2 Bodem Artikel van het Besluit ruimtelijke ordening geeft aan dat in het kader van de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit vanuit het oogpunt van volksgezondheid en milieuhygiëne geschikt is voor de beoogde nieuwe functie. Uitgangspunt daarbij is dat nieuwe bestemmingen bij voorkeur op schone gronden worden gerealiseerd Wet- en regelgeving en beleid Het bodembeleid onderscheidt drie soorten grond en bodem met ieder hun eigen beleid en wet- en regelgeving: sterk verontreinigde grond (boven interventiewaarden); licht verontreinigde grond (boven AW2000-waarden); schone bodems (beneden AW2000-waarden). Voor alle typen grond speelt de Wet Bodembescherming en het Bouwstoffenbesluit een rol. Deze regelgeving bepaalt wanneer gesaneerd moet worden en welke kwaliteit grond mag worden toegepast Onderzoek In 2010 is door ingenieursbureau Wareco een historisch bodemonderzoek uitgevoerd. Dit is opgenomen als bijlage van dit bestemmingsplan. Doel van het historisch bodemonderzoek was bestaande en potentiële gevallen van ernstige bodemverontreinigingen in Badhoevedorp in kaart te brengen. De voor het bestemmingsplangebied Schuilhoeve relevante zaken zijn hieronder weergegeven. Bodemkwaliteitskaart Volgens de actuele bodemkwaliteitskaart van de gemeente Haarlemmermeer is het onderzoeksgebied gelegen in zones B3 (Badhoevedorp, oud stedelijk gebied) en B4 (nieuwe stedelijke gebieden). Op basis van de bodemkwaliteitskaart wordt de bodem geclassificeerd als zijnde schone grond. Werkwijze Binnen het plangebied van het bestemmingsplan zijn in het verleden diverse (historische) bodemonderzoeken uitgevoerd. Uit deze onderzoeken zijn de locaties waar een (potentieel) ernstig geval van bodemverontreiniging is aangetroffen, geïnventariseerd. Van bestaande bodemverontreinigingen is in beeld gebracht of deze vanuit het oogpunt van volksgezondheid en milieuhygiëne, een belemmering opleveren voor de beoogde nieuwe functies. Daarvoor zijn de uitkomsten van de historische onderzoeken uit het verleden vergeleken met de toekomstige functies in het ontwikkelingsgebied. Uitkomsten Uit de inventarisatie blijkt dat enkele van deze (potentieel) ernstig verontreinigde locaties binnen het plangebied van Schuilhoeve liggen. Voor deze locaties in het ontwikkelingsgebied dient een vervolgonderzoek te worden uitgevoerd naar de noodzaak en mogelijkheden om de aangetroffen vervuiling te saneren. Deze locaties zijn weergegeven in de tabel. Locatie Vervuiling Vervolgonderzoek Plesmanlaan 2-4/ Kalmthout ev Niel Rijstvogelstraat 90 Door activiteiten van een garagebedrijf is de bodem sterk verontreinigd met minerale olieproducten. Het grondwater is niet onderzocht op MTBE /ETBE Saneren van de olieverontreinigingen. Ter plaatse van de voormalige RWZI aan de Rijstvogelstraat Integraal vaststellen zijn bij bodemonderzoek sterk verhoogde gehalten aan bodemkwaliteit asbest, VOCl en minerale olie aangetroffen. De asbest- en minerale olieverontreinigingen zijn gesaneerd. Op basis van de meest recente gegevens is geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 33

38 Ophooglaag diverse locaties Op diverse locaties blijkt dat sprake is van een heterogeen verontreinigde ophooglaag. Deze ophooglaag is plaatselijk sterk verontreinigd met enkele zware metalen en zogenaamde PAK. De ophooglaag wordt verspreid over het plangebied aangetroffen. Aannemelijk is dat de heterogeen verontreinigde ophooglaag op meerdere plaatsen aanwezig zal zijn. Bij het realiseren van onroerend goed is bodemonderzoek voorafgaand aan de herontwikkeling noodzakelijk. Rijksweg A9 huidig tracé Het huidige tracé van de Rijksweg A9 wordt na verwijdering van de huidige weg door Rijkswaterstaat zodanig opgeleverd dat de gronden geschikt zijn voor de beoogde bestemming. Mobiele verontreinigingen Als bij herontwikkeling grondwater wordt onttrokken, dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van mobiele verontreinigingen in de nabije omgeving. Door het onttrekken van grondwater kunnen deze verontreinigingen worden aangetrokken, waardoor ongewenst verspreiding optreedt. Daar waar nodig zullen bij de werkzaamheden maatregelen dienen te worden getroffen om verspreiding van nabijgelegen mobiele verontreinigingen te voorkomen Conclusie Voor een tweetal locaties in het ontwikkelingsgebied dient een vervolgonderzoek te worden uitgevoerd naar de noodzaak en mogelijkheden om de aangetroffen vervuiling te saneren. De gemeente gaat dit saneren in het kader van het bouwrijp maken uitvoeren voor de locatie Rijstvogelstraat. Voor de locatie Plesmanlaan is de ontwikkelaar van dit terrein verantwoordelijk voor het vervolgonderzoek en voor de kosten van een eventuele sanering. Dit staat de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan niet in de weg. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 34

39 5.3 Cultuurhistorie en archeologie Wet- en regelgeving en beleid De Wet op de archeologische monumentenzorg (2007) regelt de bescherming van het culturele erfgoed (en vooral het archeologische erfgoed). Onder archeologisch erfgoed wordt verstaan: alle fysieke overblijfselen, zowel in als boven de grond, die bijdragen aan het verkrijgen van inzicht in menselijke samenlevingen uit het verleden. De uitgangspunten van de wet zijn: archeologische waarden worden zoveel mogelijk in de bodem bewaard en alleen opgegraven als behoud in de bodem niet mogelijk is, vroeg in de ruimtelijke ordening al rekening houden met archeologie en bodemverstoorders betalen archeologisch onderzoek en mogelijke opgravingen (principe verstoorder betaalt). De kosten voor noodzakelijke archeologische werkzaamheden komen ten laste van de initiatiefnemer tot de bodemverstorende activiteit. De beleidsnota Erfgoed op de kaart (2010) maakt duidelijk welk belang de gemeente Haarlemmermeer hecht aan behoud van het cultureel erfgoed en hoe zij het culturele erfgoed wil behouden. In de nota staat hoe de gemeente omgaat met de archeologische zorgplicht (bescherming van het bodemarchief) en cultuurhistorie in ruimtelijke plannen Archeologie Om te bepalen of archeologische waarden in het plangebied aanwezig kunnen zijn, wordt gebruik gemaakt van de Indicatieve kaart archeologische waarden (IKAW), de Archeologische monumentenkaart (AMK) en de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie van de provincie Noord- Holland (CHW). Volgens de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Holland heeft het plangebied een 'zeer lage trefkans'. Het betreft in het plangebied bodems van droogmakerijen die bestaan uit wad- en onderwater afzettingen. In deze gebieden zijn geen of nauwelijks terrestrische vondsten te verwachten. In dat geval is: geen vergunning nodig voor graafwerkzaamheden beneden de bouwvoor; het niet noodzakelijk, in het bestemmingsplan een dubbelbestemming op te nemen, om het behoud van mogelijk in het plangebied aanwezige archeologische waarden te waarborgen. De archeologische verwachtingswaarde is zeer laag. De bodem is ter plaatse van de bestaande bebouwing al geroerd. Daarbij zijn archeologische resten mogelijk beschadigd/vernietigd. De conclusie is dat er geen nader archeologisch bureau- en/of veldonderzoek hoeft te worden uitgevoerd Cultuurhistorie Geschiedenis van de polder Badhoevedorp ligt in de Haarlemmermeerpolder. Vanaf 1840 is men begonnen het Haarlemmermeer droog te leggen, wat in 1852 is gelukt. De Ringvaart van de Haarlemmermeer is nog steeds van groot belang voor de waterhuishouding van de polder, ondersteund door de Hoofdvaart en de Kruisvaart die dwars door de polder liggen. De polder kent een rationele verkaveling. Een dergelijk verkaveling is vooraf bedacht en bestaat uit grote rechte blokken. Er is in de gehele Haarlemmermeer consequent een grid doorgevoerd, met percelen van 1 kilometer bij 250 meter. Elke 2 kilometer loopt er een weg en in het midden daartussen een watergang (vaart of tocht). Dwars daarop loopt om de 3 kilometer een weg, met direct naast de weg een kanaal. De oriëntatie van het patroon is gebaseerd op de lijn tussen het voormalige Fort Schiphol en Fort De Liede. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 35

40 Langs de wegen en vaarten zijn op enige afstand van elkaar boerderijen gesticht, waardoor een open bebouwingslint is ontstaan. De verscheidenheid in bouwstijlen van de boerderijen in de Haarlemmermeer is groot, omdat veel boerderijen zijn gebouwd in de stijl van de diverse streken waar de boeren oorspronkelijk vandaan kwamen. Huidige situatie De huidige bebouwde kom van Badhoevedorp heeft zich gevoegd in het landschapspatroon; de grenzen van het dorp worden bepaald door landschappelijke grenzen, de Spaarnwoudertocht en de Schipholweg. In de loop der jaren is veel van de oorspronkelijke 'leesbaarheid' van het landschap verdwenen, doordat er nieuwe lagen overheen zijn gelegd. Ter plaatse van het knooppunt Badhoevedorp is een infralandschap ontstaan, dat momenteel landschappelijk geen bijzondere waarde heeft. Het huidige functionele snelweglandschap heeft ter plaatse van het knooppunt geen referentie aan de ligging in de Haarlemmermeer ook doordat het kavelpatroon in de nabijheid volledig is verdwenen. Ten zuiden van Schuilhoeve is de karakteristieke openheid van de Haarlemmermeerpolder niet langer ervaarbaar door de komst van het talud waarop de omgelegde A9 gerealiseerd wordt. Monumenten In het plangebied zijn geen monumenten aanwezig. Effecten van het plan op cultuurhistorische waarden In het plangebied wordt een woonwijk ontwikkeld met wegen, water en groen, aansluitend op de tuindorpgedachte van aanliggende woonwijken. Hiermee worden geen archeologische of cultuurhistorische waarden aangetast Conclusie Door de ontwikkelingen worden geen historisch geografische waarden of monumenten aangetast. Ook is de kans op het aantreffen van archeologische waarden in het plangebied zeer laag. Verder archeologisch onderzoek in het plangebied wordt niet noodzakelijk geacht. Dit bestemmingsplan heeft geen negatieve effecten op (beschermde) archeologische en cultuurhistorische objecten en waarden. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 36

41 5.4 Water Wet- en regelgeving en beleid Europese Kaderrichtlijn Water De Europese Kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van water in alle wateren en stelt zich ten doel dat alle Europese wateren een 'goede toestand' bereiken en dat er binnen heel Europa duurzaam wordt omgegaan met water. Waterwet De Waterwet (2009) regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. De Waterwet helpt Rijk, waterschappen, gemeenten en provincies om wateroverlast, waterschaarste en waterverontreiniging tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Het Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan geldt voor de planperiode en heeft voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. In het Nationaal Waterplan zijn de hoofdlijnen van het nationaal waterbeleid beschreven. Provinciaal Waterplan Noord-Holland Klimaatbestendig waterbeheer speelt een centrale rol in het Waterplan Noord-Holland Het plan is van toepassing op grond- en oppervlaktewater. Het Waterplan geeft de strategische waterdoelen tot 2040 en de concrete acties tot Een belangrijk middel voor het realiseren van deze waterdoelen is het via integrale gebiedsontwikkeling pro-actief zoeken naar kansrijke combinaties met veiligheid, economie, recreatie, landbouw, milieu, landschap, cultuur en natuur. In het waterplan staan de ruimtelijke consequenties van het waterbeleid. Waterbeheerplan In het Waterbeheerplan 5 (2016) geeft het Hoogheemraadschap van Rijnland aan hoe het beheergebied nu en in de toekomst goed beschermd wordt tegen overstromingen en wateroverlast, er een goede waterkwaliteit ontstaat, het afvalwater op duurzame wijze wordt gezuiverd en de grondstoffen worden hergebruikt. In het plan staat samen werken met de omgeving aan duurzaam en efficiënt waterbeheer tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten centraal. Waterstructuurvisie In de Waterstructuurvisie Haarlemmermeerpolder heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland het waterbeleid (een klimaatbestendig en robuust watersysteem) verder geconcretiseerd. Het watersysteem wordt vormgegeven volgens principes; flexibele peilen, hogere peilen, lijn/ vlakvormig ontwerp en optimalisatie van de inrichting. Hierbij worden de belangen van de bestaande en nieuwe gebruiksfuncties zoveel mogelijk ondersteund. De eerste drie principes zijn vooral van toepassing bij gewijzigd gebruik. Keur Rijnland 2015 In de keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland staan regels ter bescherming van waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken (zoals stuwen en gemalen). De keur is een middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. Structuurvisie Haarlemmermeer en water De Structuurvisie Haarlemmermeer 2030 heeft volgende beleidsambitie voor water: een robuust, duurzaam en klimaatbestendig watersysteem voor de polder, meer ruimte voor het vasthouden/bergen van water en kwaliteit; water als drager van kwaliteit en identiteit van de polder, water als onderdeel van de leefomgeving; Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 37

42 meer uit water te halen: sluiten van kringlopen, bron van energie. De gemeente Haarlemmermeer en het Hoogheemraadschap van Rijnland werken samen op het vlak van waterkwaliteitszonering (ordening van schoon naar vies, van zoet naar zilt) en het vasthouden van schoon water in de polderzoom. Gestreefd wordt naar een duurzaam droogmakerijsysteem met waar mogelijk en wenselijk flexibel peilbeheer voor seizoensberging van water en het samenvoegen / samenwerken van peilvakken voor de opvang van pieken Bestaande waterstructuur en -kwaliteit Het Waterstructuurplan Badhoevedorp (Witteveen+Bos, 2013) is in samenspraak met het Hoogheemraadschap van Rijnland opgesteld. Het plan is op 4 juli 2013 vastgesteld door de gemeenteraad. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het waterstructuurplan dat als bijlage bij het bestemmingsplan is gevoegd. Deze paragraaf beperkt zich tot de onderdelen die relevant zijn voor het plangebied Schuilhoeve. Bestaande situatie watersysteem Badhoevedorp Langs de Ringdijk bevindt zich een aantal inlaten waarmee water Badhoevedorp wordt ingelaten. Het water wordt ingelaten om de watergangen in Badhoevedorp door te spoelen. Het peil achter de Ringvaartdijk is gelegen tussen NAP -5,72 meter en NAP -5,02 meter. Via de watergangen in het stedelijk gebied stroomt het water van noord naar zuid richting de huidige A9. De watergangen langs de A9 voeren het water af naar de Hoofdvaart. Het gebied ten zuiden van de A9 voert af via de Spaarnwoudertocht naar de Hoofdvaart. Via het gemaal Lijnden wordt het water vanuit de Hoofdvaart uitgeslagen op de Ringvaart. In de huidige situatie vormt de A9 een barrière in de waterhuishouding in Badhoevedorp omdat er maar een beperkt aantal duikerverbindingen onder de A9 door zijn. Kansen toekomstig watersysteem en toekomstige waterkwaliteit Door het verdwijnen van de A9 als barrière in het watersysteem en de samenhangende ontwikkelingen ontstaan er kansen om nieuwe oost-west en noord-zuid verbindingen te realiseren en de doorspoeling van het watersysteem in Badhoevedorp te verbeteren. Door doodlopende watergangen te verbinden wordt de doorspoeling in het stedelijke gebied verbeterd en zal de waterkwaliteit verbeteren. Bestaande situatie bodem en opbarsting Het maaiveld langs de Ringvaartdijk ligt tussen NAP -3,0 meter en NAP -2,5 meter. De hoogte van het maaiveld loopt af tot circa NAP -4,0 meter ter hoogte van de huidige A9. De deklaag in Badhoevedorp bestaat uit zand en zandige klei met dikte van tussen circa 8 meter en 12 meter. De doorlatendheid van de deklaag is matig. Daaronder ligt het eerste watervoerende pakket dat bestaat uit goed doorlatend zand. Bij het graven van een watergang kan de waterbodem opbarsten als gevolg van de druk van het grondwater in het eerste watervoerende pakket. In het waterstructuurplan is een kaart opgenomen met het opbarstrisico in Haarlemmermeer Toekomstige waterstructuur en -kwaliteit De belangrijkste aandachtspunten voor het toekomstige watersysteem zijn: de peilvakken met hetzelfde peil ten noorden van de huidige A9 samenvoegen; een noord-zuid verbinding door het gebied de Schuilhoeve om de doorstroming te verbeteren; bestaande duikerverbindingen waar mogelijk vervangen door open water; de wens voor het verbinden van de watergangen langs de huidige A9 zodat een oost-west verbinding ontstaat (Kromme Tocht); waar mogelijk verhard oppervlak afkoppelen en het afstromende hemelwater vasthouden; geen peilverlaging in verband met de mogelijkheid op schade aan funderingen en het ontstaan van nieuwe wellen; het risico op het voorkomen van wellen beperken; geen peilverhoging in verband met het behouden van droge kruipruimten; Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 38

43 waar mogelijk herstel in de linten achterwetering en slootpatroon handhaven; mogelijkheden voor flexibel peilbeheer; mogelijkheden van isolatie zilte wellen. Toekomstige waterstructuur De toekomstige waterstructuur zal door het omleggen van de A9 veranderen. Een deel van Badhoevedorp wordt herontwikkeld waardoor er nieuwe verbindingen worden gerealiseerd. Om de toename van verharding te compenseren wordt er meer oppervlaktewater aangelegd. Op de kaarten is de waterstructuur voor de toekomstige situatie opgenomen. Hoofd- en nevenwatergangen Badhoevedorp toekomstige situatie (indicatief) Globale waterstructuur en peilvakken Badhoevedorp toekomstige situatie (indicatief) Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 39

44 Ten noorden van de Spaarnwoudertocht is de afwateringsrichting voornamelijk noord-zuid richting de Spaarnwoudertocht. Vervolgens stroomt het water in westelijke richting naar de Hoofdvaart. De hoofdafvoer richting de Hoofdvaart vindt plaats via de nieuwe watergang in het park in het deelgebied Quatrebras en de Spaarnwoudertocht. Deze watergangen zijn aangemerkt als hoofdwatergangen. De watergang langs de A4 die via Schuilhoeve naar de Spaarnwoudertocht stroomt, is vanwege afwaterende functie voor de A4 en A9 aangemerkt als hoofdwatergang. Toekomstige waterkwaliteit In de huidige situatie zijn er vooral problemen met doorspoeling in de watergangen. Dit wordt deels veroorzaakt door het beperkte aantal noord-zuidverbindingen bij de A9. In de globale waterstructuur is een aantal open water verbindingen opgenomen om de doorspoeling te verbeteren. Ook zijn er in de waterstructuur geen nieuwe doodlopende watergangen opgenomen. Door afkoppelen van verhard oppervlak wordt extra doorstroming gecreëerd met relatief schoon afstromend hemelwater, wat een positief effect heeft op de waterkwaliteit. Grondwater en drainage Een toename van kwel dient vermeden te worden. Daarnaast dient bij het graven van nieuwe watergangen vermeden te worden dat de waterbodem opbarst en wellen ontstaan. Dit is een uitgangspunt bij het vastleggen van de nieuwe waterstructuur en de nieuwe waterpeilen. Flexibel peilbeheer met verhoging van het peil kan bijdragen aan reductie van kwel. Flexibel peilbeheer Het toepassen van flexibel peilbeheer biedt kansen om water zoveel mogelijk lokaal vast te houden en te bergen. De marge voor flexibel peilbeheer kan worden gezocht in (tijdelijke) peilverhoging of -verlaging. Peilverlaging is zeker in bestaand bebouwd gebied moeilijk te realiseren in verband met mogelijke zettingen, schade aan funderingen en het ontstaan van wellen. Flexibel peilbeheer wordt niet ingesteld in bestaande peilvakken in de peilvakken ten noorden van de huidige A9 vanwege gewenste doorstroming vanuit de Ringvaart, risico s voor de bestaande bebouwing en bestaande riooloverstorten Watercompensatie, riolering en uitvoeringsaspecten Voor het gehele plangebied van de gebiedsontwikkeling Badhoevedorp en directe omgeving is een maatwerk berekening uitgevoerd om de benodigde waterberging te bepalen. Deze is in het waterstructuurplan opgenomen. De netto wateropgave in het betreffend peilvak kan worden opgelost in het deelgebied zelf of elders in het peilvak. Aandeel wateropgave peilvak GH per deelgebied deelgebied toename verharding (ha) toename open water (ha) bruto wateropgave (ha) netto wateropgave (ha) Quatrebras 4,07 1,16 0,96-0,20 Schuilhoeve 5,13-0,06 1,21 1,26 Veldpost 5,92 0,87 1,39 0,52 Lijndenhof 8,59 0,43 2,02 1,59 Centrum 0,26 0,01 0,06 0,05 totaal 23,98 2,42 5,64 3,22 Op de navolgende kaart is het bestaande en nieuwe oppervlaktewater (indicatief) aangegeven. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 40

45 Bestaand en nieuw open water Badhoevedorp toekomstige situatie (indicatief) Watercompensatie In het DSO Schuilhoeve heeft een optimalisatie ten op opzichte van het Waterstructuurplan Badhoevedorp plaatsgevonden door een deel van de benodigde watercompensatie - als gevolg van het toevoegen van verhard oppervlak - in Schuilhoeve-Oost te positioneren in plaats van in De Veldpost. Hierdoor hoeven er minder gronden verworven te worden en kan de compensatie efficiënter plaatsvinden. Op een deel van deze gronden is in het Masterplan nog een kantorenprogramma voorzien. Het Hoogheemraadschap van Rijnland is hiermee akkoord. Het bestemmingsplan maakt de aanleg van dit water mogelijk, de exacte vormgeving van dit water wordt nog uitgewerkt. Waterstructuur Schuilhoeve, indicatief (DSO Schuilhoeve, 2013) Riolering De ontwikkelingen rond de huidige A9 zullen leiden tot een toename van afvalwater en afstromend hemelwater van verhard oppervlak. De rioolstructuur voor Badhoevedorp is beschreven en uitgewerkt in het Rioolstructuurplan Badhoevedorp (Witteveen+Bos, 2013). In de te ontwikkelen gebieden zal het afvalwater gescheiden van het hemelwater aangeleverd moeten worden. Voor de grotere inbreidingsgebieden wordt een gescheiden stelsel aangelegd. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 41

46 Afkoppelen van verhard oppervlak wordt toegepast in gebieden die opnieuw ingericht worden en kan worden toegepast in gebieden die direct grenzen aan herontwikkelingsgebieden en die met weinig inspanning mee kunnen worden genomen. Door de afvoer van afstromend hemelwater van daken naar doodlopende watergangen of watergangen met weinig doorstroming te leiden, kunnen waterkwaliteitsknelpunten worden verholpen. De mogelijkheden voor het afkoppelen van daken bij doodlopende watergangen of watergangen met weinig doorstroming zal per geval beoordeeld moeten worden. BergingsRekening Courant (BRC) De BergingsRekening Courant (BRC) is een systeem waarbij enerzijds dempingen en toename verhard oppervlak en anderzijds extra gecreëerd oppervlaktewater geregistreerd wordt. Voor de ontwikkelingen in Badhoevedorp wordt een bergingsrekening geopend bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. Dit kan later opgenomen worden in de bergingsrekening voor de gehele Haarlemmermeer. Het verhard oppervlak en de aangelegde compensatie in de vorm van oppervlaktewater wordt bijgehouden door Rijnland op basis van de verleende vergunningen. Wanneer er veranderingen hebben plaatsgevonden aan verhard oppervlak en de aangelegde compensatie, ontvangt de gemeente een rekeningafschrift van het Hoogheemraadschap van Rijnland met daarop het saldo Conclusie water Het aspect water is voor het deelgebied Schuilhoeve uitvoerig onderzocht en beschreven in een waterstructuurplan dat in samenspraak met het Hoogheemraadschap van Rijnland is opgesteld. In het bestemmingsplangebied zijn geen hoofdwatergangen, daarom is er geen bestemming Water. Realisatie van nieuw water wordt echter mogelijk gemaakt binnen de bestemming Groen. Het aspect water vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan. De resultaten van de overleggen met het Hoogheemraadschap van Rijnland zijn verwerkt in het waterstructuurplan en in deze waterparagraaf. Het hoogheemraadschap heeft op 23 augustus 2016 een positief wateradvies afgegeven voor het bestemmingsplan Badhoevedorp Schuilhoeve. Deze is opgenomen als bijlage bij dit bestemmingsplan. Gemeente en hoogheemraadschap blijven in nauw overleg om optimalisaties en herberekeningen tijdens het planproces met elkaar af te stemmen. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 42

47 5.5 Flora en fauna Gebiedsbescherming Wet- en regelgeving en beleid Natuurbeschermingswet 1998 De natuurbescherming is onderverdeeld in gebiedsbescherming en soortbescherming. De gebiedsbescherming vindt plaats via de Vogel- en Habitatrichtlijn, richtlijnen voor Natura 2000 gebieden. De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van de gebieden die in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn als Natura-2000 gebied aangewezen zijn. Daarnaast beschermt de wet de te beschermen soorten uit deze gebieden ook elders. Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS) Daarnaast is een vorm van gebiedsbescherming het aanwijzen van de Ecologische Hoofdstructuur, tegenwoordig genaamd het Natuurnetwerk Nederland. De ecologische verbinding is vastgelegd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord-Holland. In dit gebied mogen geen bestemmingen worden opgenomen die omzetting naar de natuurfunctie onomkeerbaar belemmeren of aantasten. Onderzoek Natuurbeschermingswet 1998 Badhoevedorp ligt niet in of nabij een Natura-2000 gebied. Het dichtstbijzijnde Natura-2000 gebied, Zuid-Kennemerland, ligt op meer dan 15 km afstand. De voorgenomen ontwikkelingen in Badhoevedorp zullen dan ook geen effect hebben op Natura-2000 gebieden. Wel komt een soort van een Natura 2000-gebied, het Markermeer en IJmeer, regelmatig jagen boven de ringvaart: de meervleermuis. Hoe daarmee om te gaan wordt verder behandeld bij de Flora- en Faunawetgeving. Ecologische hoofdstructuur Net buiten het plangebied is een onderdeel van de ecologische hoofdstructuur / het Natuurnetwerk Nederland aanwezig. De Spaarnwoudertocht aan de zuidzijde van Schuilhoeve is aangewezen als ecologische verbindingszone. In de onderstaande figuur is het plangebied Schuilhoeve met een rode ovaal aangegeven. Provinciale ecologische verbinding (Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord-Holland) Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 43

48 Deze provinciale ecologische verbindingszone is eerder in het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijden Oost opgenomen als natte verbinding langs de Spaarnwoudertocht, dit in combinatie met de Groene AS. Hierdoor ontstaat een ecologische verbinding tussen Amstelland en Spaarnwoude. Deze ecologische verbinding wordt ingericht voor provinciale gidssoorten als de meervleermuis, de ringslang, de noordse woelmuis en waterspitsmuis. Langs deze route loopt ook een droge verbinding, waarbij kansen worden gecreëerd voor bosvogels, dagvlinders en vleermuizen Soortbescherming Wet- en regelgeving en beleid Flora- en faunawet De Flora- en faunawet (Ffw) regelt de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen die voorzien in een bescherming van vogel-, planten- en diersoorten en hun leefomgeving. Deze wet heeft niet alleen als doel de zeldzame plant- en dierensoorten, maar alle in het wild voorkomende soorten in stand te houden. De planten en dieren kunnen op drie manieren beschermd worden: de soort beschermen, de leefomgeving beschermen en schadelijke handelingen verbieden. Omdat de leefomgeving van soorten vaak doorloopt in omringende gebieden, moeten deze mede worden beoordeeld in het kader van het bestemmingsplan. De Ffw is een raamwet en werkt volgens het "nee-tenzij" principe. Veel flora en bijna alle fauna is in beginsel beschermd. Bij algemene maatregel van bestuur worden beschermde planten- en diersoorten aangewezen. De wet geeft aan dat het verboden is beschermde inheemse planten te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op een andere manier van hun groeiplaats te verwijderen. Tevens is het verboden om de beschermde dieren te doden, te verwonden, te vangen, opzettelijk te verontrusten, nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust of verblijfplaatsen te beschadigen, te vernielen, weg te nemen of te verstoren. Daarnaast kent de Ffw de zorgplicht: als het mogelijk is om planten en dieren die beschermd zijn te sparen of van onrust te vrijwaren, dan mag dat niet worden nagelaten. Onderzoek Voor het bestemmingsplan Badhoevedorp lijden Oost is onderzoek gedaan naar de effecten van de ontwikkelingen op aanwezige flora en fauna. In deze paragraaf staan de belangrijkste conclusies. Gebruik is gemaakt van de volgende onderzoeken: Viskartering van de gemeente Haarlemmermeer. Habitatkartering voor beschermde vissoorten in de Haarlemmermeerpolder, ECOlogisch 2010) Trajectnota/MER omlegging A9 te Badhoevedorp, bijlage flora, fauna en ecologie (Bureau Waardenburg in opdracht van Witteveen+Bos, 2009 RW /dijw/281) Vleermuizen in de gemeente Haarlemmermeer (Altenburg & Wymenga, 2008) Rugstreeppadden in de Haarlemmermeer (ARDA, 2008) Het voorkomen van de rugstreeppad en vleermuizen in Badhoevedorp 2010 (Altenburg & Wymenga, 2010) Evaluatie Functioneren Groene AS. Hoofdrapport (Oranjewoud 2008 Braad, M et al) Actualisatie natuurinventarisatie (Witteveen+Bos, Roosen, W 2010 RW /beub/010) Vleermuizen omleidingtracé A9 Badhoevedorp (Bureau Waardenburg, Vliet, van der F ) Aanwezige biotopen Het plangebied bevat ecologisch gezien de volgende biotopen: Een sportveldencomplex en een ruim bedrijvencomplex aan de zuidoostkant van het plangebied. Een gebied met bosplantsoen aan de westzijde van de sportvelden. Een aantal bomenrijen en grasvelden. Enkele waterpartijen en waterlopen. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 44

49 Onderzoekshistorie In 2013 is het gebied in een quickscan onderzocht. Daaruit is gebleken, dat het plangebied weinig betekenis heeft voor flora en fauna. Aan de oostzijde van het plangebied is - buiten het plangebied bij de werkzaamheden voor de A9 de zwaar beschermde bittervoorn aangetroffen in de voormalige vijver bij het Sony-gebouw. Een aantal vleermuissoorten komt voor rond de bebouwing van Badhoevedorp en langs Schuilhoeve. De watergangen in het open terrein zonder opgaande (oever)beplanting hebben geen betekenis voor vleermuizen. Als enige beschermde plantensoort werd daslook (tabel II) aangetroffen in de bosjes aan de westkant van de sportvelden. Beschermde plantensoorten waren verder niet aangetroffen, maar kunnen mogelijk incidenteel voorkomen. Het gaat dan om de brede wespenorchis en grote kaardenbol. Rondom de sportvelden is het water redelijk van kwaliteit zodat daar kleine watersalamanders, bruine kikkers, gewone padden en groene kikkers kunnen voorkomen. In de quickscan uit 2013 worden de volgende vleermuissoorten als mogelijk aanwezig in het plangebied aangeduid: gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger. Voor deze soorten moet bij ontwikkeling van het gebied nader onderzoek worden gedaan naar verblijfplaatsen en baltsbomen. Flora Algemeen In het plangebied zijn de licht beschermde soorten brede wespenorchis en grote kaardenbol te verwachten, deze zijn echter niet aangetroffen. Niet uitgesloten kan worden dat deze incidenteel in het plangebied voorkomen. Voor de zwaarder beschermde rietorchis en wilde marjolein zijn in het plangebied geen geschikte groeiplaatsen aanwezig. Wel is op één groeiplek in de wijk Schuilhoeve daslook aangetroffen, een middel beschermde soort (tabel 2). Effecten Bij de ontwikkeling van het gebied kan als gevolg van het rooien van bos een enkele groeiplaats van de daslook verloren gaan. Door overplanten naar geschikte plekken elders in de omgeving kan dit worden opgevangen. Waarschijnlijk is deze groeiplaats ook via menselijk ingrijpen verwezenlijkt. Conclusie Enkele groeiplaatsen van licht beschermde plantensoorten gaan verloren als gevolg van de werkzaamheden. Voor tabel 1-soorten geldt in het kader van de Ffw een algemene vrijstelling, zodat een ontheffingsaanvraag voor de Ffw niet nodig is. Voor de groeiplek van de daslook geldt dat via een gedragscode voor deze soort aan de zorgplicht kan worden voldaan, bijvoorbeeld door uitplanten elders onder deskundige begeleiding. Indien gehandeld wordt overeenkomstig de gedragscode, is geen ontheffingsaanvraag nodig. Grondgebonden zoogdieren Algemeen In open terrein met watergangen kunnen de volgende licht beschermde, grondgebonden zoogdiersoorten worden aangetroffen: bosspitsmuis, wezel, woelrat, mol, veldmuis, bosmuis, haas en konijn. Het sportveldencomplex vertegenwoordigt niet de ideale biotoop voor deze soorten, hierdoor zijn de dichtheden van de diersoorten laag. Uit het verspreidingsonderzoek van Oranjewoud volgt, dat op enkele kilometers afstand van het plangebied, potentieel leefgebied van de zwaar beschermde soorten noordse woelmuis en waterspitsmuis aanwezig is. Te weten langs de oevers van het Nieuwe Meer. Omdat in het plangebied geen water met goed ontwikkelde watervegetatie, ruig begroeide oevers en moeras aanwezig is, ontbreekt leefgebied van deze soorten. Op grond hiervan kan worden geconcludeerd dat deze zwaar beschermde soorten niet voorkomen in het plangebied. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 45

50 Effecten Door de geplande werkzaamheden is het mogelijk dat vaste rust- en verblijfplaatsen van licht beschermde soorten worden vernietigd. Daarbij neemt zowel in de aanlegfase als de gebruiksfase de verstoring van geluid en licht toe. Deze licht beschermde soorten komen alle algemeen voor in wegbermen, zoals bij de Schipholweg. De nieuwe wegbermen en oevers binnen het gebied Schuilhoeve zullen eveneens naar verwachting geschikt leefgebied vormen. De gunstige staat van instandhouding is daardoor niet in het geding. Zwaar beschermde soorten komen niet voor in het plangebied en ondervinden dus geen negatieve effecten. Conclusie grondgebonden zoogdieren Een negatief effect treedt alleen op voor de licht beschermde soorten. Daarbij geldt voor deze licht beschermde soorten een generieke vrijstelling waardoor een ontheffing niet aan de orde is. Zwaar(der) beschermde soorten komen in het plangebied niet voor. Er treden geen effecten op zwaar beschermde soorten op en verbodsbepalingen worden voor deze soorten niet overtreden. Hierdoor is een ontheffingsaanvraag van de Ffw niet noodzakelijk. Vleermuizen Algemeen Er zijn mogelijk diverse soorten vleermuizen aanwezig op en rond Schuilhoeve: gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger. Naar dit voorkomen wordt nader onderzoek verricht. De uitkomsten worden in het ontwerpbestemmingsplan verwerkt. Gewone dwergvleermuis Uit de veldgegevens van 2010 blijkt, dat foerageergebied, vliegroutes en baltsverblijfplaatsen in ruime mate binnen Badhoevedorp aanwezig zijn. De lokale populatie maakt echter gebruik van een beperkt aantal kraam-/ zomerverblijfplaatsen. Ruimtelijke ingrepen die leiden tot effecten op deze gebiedsfunctie in de directe omgeving van de verblijfplaatsen hebben een sterke invloed op de staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis, omdat hier een groot en kwetsbaar (kraamgroep) deel van de populatie van afhankelijk is. Omdat de tot nu toe vastgestelde verblijfplaatsen niet in de directe omgeving van Schuilhoeve liggen, is dit niet aan de orde. De foerageerroutes en vliegroutes evenals de baltsplekken, zijn in zodanig ruime mate voorhanden dat een ingreep die slechts enkele van deze plekken aantast nauwelijks effect zullen hebben op de instandhouding van deze populatie. En zelfs dat is niet aan de orde, hooguit zal het foerageergebied iets worden verkleind. Ruige dwergvleermuis Uit de veldgegevens van 2010 blijkt, dat foerageergebied en vliegroutes voor deze soort in ruime mate aanwezig zijn. Het aantal baltsverblijfplaatsen is beperkt, zomer- en kraamverblijven ontbreken voor zover nu bekend. Ruimtelijke ingrepen die leiden tot effecten op deze gebiedsfuncties hebben daarom alleen plaatselijk in de buurt van de baltsplekken invloed op de staat van instandhouding van de ruige dwergvleermuis, elders vrijwel niet. Een uitzondering moet worden gemaakt voor een eventuele verblijfplaats van de ruige dwergvleermuis in Schuilhoeve, omdat die binnen Badhoevedorp weinig uitwijkmogelijkheden heeft. Gezien de leeftijd van het vorige onderzoek uit 2010 zal daarvoor een nieuw onderzoek worden gedaan. Laatvlieger Uit de veldgegevens van 2010 blijkt, dat foerageergebied en vliegroutes in ruime mate aanwezig zijn. Zomer- en kraamverblijven zijn slechts op enkele plaatsen vastgesteld. Ruimtelijke ingrepen die leiden tot effecten op deze gebiedsfuncties hebben daarom buiten de directe omgeving van deze zomer/kraamverblijven nauwelijks invloed op de staat van instandhouding van de laatvlieger. Bij de zomer/kraamverblijven is juist van essentieel belang dat noch de verblijfplaatsen noch de essentiële uitvliegroutes worden aangetast. Dat is hier niet aan de orde. Rosse Vleermuis Uit de veldgegevens van 2010 blijkt, dat in Badhoevedorp geen verblijfplaatsen van de rosse vleermuis aanwezig zijn. Daarom hoeft er momenteel bij dit bestemmingsplan geen rekening te worden Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 46

51 gehouden met de aanwezigheid van deze soort en zijn op dit moment geen effecten op de staat van instandhouding te verwachten. Watervleermuis Uit de veldgegevens van 2010 blijkt, dat in Badhoevedorp geen verblijfplaatsen van de watervleermuis aanwezig zijn. Daarom hoeft er momenteel bij dit bestemmingsplan geen rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van deze soort. Wel zijn in het onderzoeksgebied vliegroutes van de watervleermuis aanwezig. Verstoring van deze vliegroutes kan invloed hebben op de staat van instandhouding van de watervleermuis voor zover deze van wezenlijk belang zijn voor de populatie om ook verder weg gelegen voedselgebieden te kunnen bereiken. Gezien de inrichting van het landschap tussen Badhoevedorp en Schiphol, het geringe aantal watergangen en de overvloedig aanwezige verlichting zullen alternatieven alleen ten noorden van Badhoevedorp moeten worden gezocht. En gezien de noord-zuid ligging van de A4 zijn die slechts in geringe mate aanwezig. Daarom zijn de oostwest doorgaande watergangen die in gebruik zijn bij de watervleermuizen als belangrijk te benoemen, zoals de Spaarnwoudertocht. Maar deze ligt buiten het plangebied. Meervleermuis Uit de veldgegevens van 2010 blijkt, dat in Badhoevedorp geen verblijfplaatsen van de meervleermuis aanwezig zijn. Daarom hoeft er momenteel bij dit bestemmingsplan geen rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van deze soort. Wel zijn in het onderzoeksgebied vliegroutes van de meervleermuis aanwezig, zoals de Ringvaart. Verstoring van deze vliegroute door fellere verlichting bijvoorbeeld kan invloed hebben op de staat van instandhouding van de meervleermuis. Conclusies veldonderzoek in 2010 Van de laatvlieger is een kolonie van circa 11 dieren aangetroffen. Vermoedelijk betreft dit eveneens een kraamkolonie. Deze dieren maken gebruik van verschillende verblijfplaatsen (Voltastraat, Eksterstraat). Van de gewone dwergvleermuis en van de ruige dwergvleermuis zijn baltsverblijfplaatsen elders in Badhoevedorp aangetroffen, (nog) niet in Schuilhoeve. Van boombewonende vleermuizen (rosse vleermuis, watervleermuis) zijn geen verblijfplaatsen aanwezig in Schuilhoeve. Er zijn geen aanwijzingen dat er in het gebied winterverblijven van betekenis zijn. Conclusies staat van instandhouding Van de laatvlieger en de gewone dwergvleermuis is de staat van instandhouding in Badhoevedorp op dit moment gunstig. Deze soorten zullen relatief weinig tot geen overlast ondervinden van de geplande ontwikkelingen. Van de ruige dwergvleermuis zijn uit onderzoek alleen paarbomen in Lijnden oost bekend. Om uit te kunnen sluiten dat de ontwikkelig effecten heeft op de instandhouding van de ruige dwergvleermuis, wordt nader onderzoek verricht. De resultaten hiervan worden in het ontwerpbestemmingsplan verwerkt. Van de overige vleermuissoorten zijn in 2010 geen verblijfplaatsen aangetroffen. Eventuele jagende dieren (rosse vleermuis, watervleermuis en meervleermuis) komen van elders. Hun jachtroutes worden door de geplande ontwikkelingen niet aangetast. Daarom is er geen invloed van dit bestemmingsplan op de gunstige staat van instandhouding van deze soorten. Conclusie vleermuizen Het voornemen heeft mogelijk effect op de instandhouding van vleermuizen in het plangebied. Verbodsbepalingen worden misschien overtreden. Een ontheffingsaanvraag voor de verboden van de Ffw is alleen aan de orde als er verblijfplaatsen en baltsbomen van ruige dwergvleermuizen worden aangetoond. Mogelijke maatregelen om de situatie voor vleermuizen nog te verbeteren staan beschreven in de laatste paragraaf. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 47

52 Vogels Algemeen Naast de bescherming van alle vogelsoorten gedurende de broedtijd zijn volgens de Ffw vaste rust- en verblijfplaatsen van vogels beschermd. Dit is in een AMvB zodanig uitgewerkt dat van een aantal vogelsoorten, die gebruik maken van vaste nestplaatsen, de nesten jaarrond zijn beschermd. Daarnaast is er een aantal soorten die weliswaar een vaste nestplek hebben, maar bij gewijzigde omstandigheden wel een nieuwe plek kunnen zoeken, mits deze in de buurt van het vorige nest is gelegen. Daarom zijn deze nesten niet jaarrond beschermd, tenzij in de omgeving geen alternatief aanwezig is. Als dat zo is, zijn de nesten alsnog jaarrond beschermd. In het plangebied komen geen jaarrond beschermd nesten voor. Voor de soorten die alleen zonder alternatieve nestplekken jaarrond beschermd zijn, hebben de meeste voldoende uitwijkmogelijkheden: in elk geval koolmees, pimpelmees, zwarte kraai en spreeuw. Daarnaast zijn in het plangebied algemeen voorkomende broedvogels aanwezig. Aangetroffen zijn soorten als blauwe reiger (niet broedend), meerkoet, waterhoen, merel, halsbandparkiet (een kolonieboom) en kauw. In het agrarisch gebied zijn buizerd, torenvalk, grauwe gans, houtduif en wilde eend waargenomen. Onbekend is of deze alleen voedsel zoeken of ook broeden aldaar. Een aparte categorie vormen de vaste rust- en verblijfplaatsen die geen nesten zijn. Het gaat dan om roestbomen voor ransuilen (bepaalde vaste dennenbomen waar zij s winters gezamenlijk de dag doorbrengen) en vaste jachtplekken, takken boven het water, voor ijsvogels ( waargenomen boven de vijvers in het wandelbos in Quatrebras). Ook deze zijn jaarrond beschermd. Wat betreft de ransuilen zijn dergelijke bomen in Schuilhoeve niet bekend, ze staan in elk geval niet in de te ontwikkelen gebieden. Daarmee wordt voor deze soorten de staat van instandhouding niet noemenswaardig aangetast. Als verder volgens een goedgekeurde gedragscode wordt gewerkt en in de broedtijd rekening wordt gehouden met de broedende vogels treden er geen negatieve effecten van de ontwikkelingen op ten opzichte van de gunstige staat van instandhouding en is voor de andere soorten geen ontheffing op grond van de Ffw nodig. Conclusie vogels Het grootste deel van het plangebied doet dienst als suboptimaal leef- en broedgebied voor algemeen voorkomende vogelsoorten. Door gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen, worden deze algemene broedvogels niet verstoord. Werkzaamheden tijdens het broedseizoen (globaal van 15 maart tot 15 juli) kunnen broedende vogels verstoren. Voor alle inheemse vogelsoorten geldt dat verstoren in het broedseizoen (individuen, nesten of eieren) verboden is op grond van de Ffw. Overtreding van dit verbod zal worden voorkomen door twee mogelijkheden: buiten het broedseizoen werken; de werkzaamheden vlak voor het broedseizoen inzetten en dan continu doorwerken (werkzaamheden niet langer dan enkele dagen stilleggen), zodat vogels niet gaan broeden in het gebied waar wordt gewerkt. Reptielen en amfibieën Algemeen Voor algemeen voorkomende licht beschermde amfibiesoorten is voldoende geschikt leefgebied aanwezig in de sloten van het plangebied. Uit het onderzoek van bureau ARDA blijkt dat momenteel geen geschikt leefgebied voor rugstreeppadden aanwezig is in het plangebied. Ook blijkt uit het onderzoek van Altenburg & Wymenga in 2010 dat er geen rugstreeppadden zijn aangetroffen. In het plangebied zijn geen waarnemingen van ringslang bekend. Actueel leefgebied bevindt zich in het Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 48

53 Amsterdamse Bos nabij de Bosbaan en verder ten zuiden daarvan. Door het ontbreken van geschikt biotoop binnen de grenzen van het plangebied, is het voorkomen van de soort hier uitgesloten. Ook andere beschermde reptielsoorten worden om dezelfde reden niet verwacht. Effecten Door ontwikkelingen in Badhoevedorp wordt geschikt biotoop van licht beschermde amfibiesoorten plaatselijk aangetast/vernietigd als gevolg van bijvoorbeeld het dempen van sloten. Er blijft echter voldoende biotoop over. Doordat er nieuw oppervlaktewater wordt aangelegd, ontstaat een uitbreiding van het leefgebied van deze algemene amfibiesoorten. Negatieve effecten op reptielsoorten worden uitgesloten, omdat deze soorten niet aanwezig zijn in het plangebied. Conclusie reptielen en amfibieën De gunstige staat van instandhouding van licht beschermde amfibiesoorten in het plangebied wordt niet aangetast. Door maatregelen te nemen ten aanzien van het natuurvriendelijk dempen van sloten kan aan de zorgplicht worden voldaan. Aangezien voor licht beschermde amfibiesoorten een generieke vrijstelling geldt, is een ontheffingsaanvraag niet aan de orde. Een negatief effect op reptielsoorten is uitgesloten. Vissen Algemeen Buiten het plangebied zijn bittervoorn en kleine modderkruiper waargenomen. Beide soorten zijn aangetroffen direct ten westen van knooppunt Badhoevedorp in de voormalige vijver bij bedrijventerrein Schuilhoeve. Het voorkomen van bittervoorn is door Bureau Waardenburg aangetoond in De kleine modderkruiper is door Witteveen+Bos aangetroffen in In de sloten in het overige deel van het plangebied zijn in 2009 met behulp van een schepnet alleen algemeen voorkomende vissoorten gevangen, zoals driedoornige stekelbaars (niet beschermd). Omdat de omstandigheden in en om de sloten sinds 2009 niet zijn veranderd, zijn de gegevens nog steeds bruikbaar. Het voorkomen van zwaarder beschermde soorten kan op basis van de beschikbare gegevens worden uitgesloten voor het overig deel van het plangebied. Effecten De vijver bij bedrijventerrein Schuilhoeve waarin bittervoorn en kleine modderkruiper zijn aangetroffen is gedempt in het kader van de omlegging A9. De effectbeschrijving is opgenomen in het Tracébesluit en valt buiten het kader van dit bestemmingsplan. Wanneer tijdens de werkzaamheden elders in het plangebied sloten worden gedempt, gaat daarbij mogelijk leefgebied van algemeen voorkomende (niet beschermde) soorten verloren. Doordat de omstandigheden voor vissen in de sloten suboptimaal zijn (beschoeide oevers, weinig tot geen onderwatervegetatie, troebel water en veel zweefalgen), komen vissen hier slechts in lage dichtheden voor. De aangetroffen exemplaren kunnen worden uitgezet in de Spaarnwoudertocht, welke een geschikte locatie is gebleken vanwege het voorkomen van deze soorten. Conclusie vissen In de sloten van het plangebied zijn alleen algemeen voorkomende vissoorten aangetroffen, zoals driedoornige stekelbaars (niet beschermd). Er is dus geen ontheffing nodig op grond van de Flora- en faunawet. Er zal wel aan de zorgplicht uit de Flora- en faunawet moeten worden voldaan. Ongewervelden Algemeen Gezien het huidige landgebruik en de aanwezige vegetatie in en langs de sloten, worden de wateren in het plangebied over het algemeen als eutroof beschouwd. Daarnaast worden de sloten regelmatig geschoond, waardoor de onderwatervegetatie meestal ontbreekt. Hierdoor is het voorkomen van beschermde ongewervelden zoals brede geelrandwaterroofkever en de platte schijfhoren uitgesloten. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 49

54 Ook komen beschermde libel- en vlindersoorten, door het ontbreken van geschikt biotoop, niet voor in het plangebied. Echter, volgens de verspreidingsgegevens van de vlinderstichting is het voorkomen van de rouwmantel in het uurhok (5 x 5 km) waarin de planlocatie ligt aangetoond. De rouwmantel was begin 20ste eeuw nog een algemeen voorkomende standvlinder. Sinds 1962 is de soort om onbekende reden verdwenen, sindsdien worden ieder jaar nog enkele zwervende exemplaren waargenomen. De rouwmantel leeft in gevarieerde, open bossen met wilgenstruiken op vochtige, zonnige plaatsen. De vlinder vliegt vooral langs bosranden met beschutte, warme inhammen en langs brede bospaden. Het plangebied voldoet niet aan de biotoopeisen van de rouwmantel. Effecten De geplande ontwikkelingen hebben geen negatieve effecten op de soorten uit de groep van beschermde ongewervelden. Beschermde ongewervelden, waaronder rouwmantel, komen door de afwezigheid van geschikt biotoop niet voor in het plangebied. Conclusie ongewervelden Omdat negatieve effecten op beschermde ongewervelden zijn uitgesloten, is een ontheffingsaanvraag in het kader van de Ffw niet nodig Conclusie soortenbescherming De natuurwaarden in het plangebied zijn over het algemeen laag. Weliswaar is het aantal biotopen vrij hoog, toch hebben maar weinig beschermde soorten hier hun onderkomen of maken zij van dit gebied gebruik. Als gevolg hiervan zijn in het plangebied voornamelijk algemeen voorkomende soorten aanwezig. Het mogelijk voorkomen van bittervoorn en kleine modderkruiper in de watergangen vraagt extra aandacht. Gezien het daar (mogelijk) voorkomen van jaarrond beschermde nesten en het gebruik door bepaalde vleermuizen zal gewerkt moeten worden met een goedgekeurde gedragscode voor ruimtelijke ontwikkelingen. Dan is naar alle waarschijnlijkheid maar voor één of twee soorten ontheffing nodig, maar wel kunnen compensatie en mitigatie voor andere soorten daaruit voortvloeien Compensatie en mitigatie Bij de ontwikkelingen binnen Schuilhoeve dienen de negatieve effecten op de natuur zo klein mogelijk te zijn. Daarom worden naast maatregelen die nodig zijn in het kader van de natuurwet- en regelgeving, voorstellen gedaan voor maatregelen die invulling geven aan de zorgplicht zoals die is opgenomen in de Ffw. Ook kunnen maatregelen worden genomen die juist positief inwerken op de staat van instandhouding van te beschermen soorten. Vleermuizen Het plangebied heeft een beperkte functie als foerageergebied voor gewone dwergvleermuis, laatvlieger en ruige dwergvleermuis. Rosse vleermuis, watervleermuis en meervleermuis worden incidenteel waargenomen. De te ontwikkelen locatie heeft mogelijk een functionele betekenis als rusten verblijfplaats voor vleermuizen in en rond Schuilhoeve. Daar zal nader onderzoek naar moeten worden gedaan. Er is voldoende vervangend gelijkwaardig foerageergebied in de omgeving aanwezig, mocht een deel van het huidige foerageergebied onbruikbaar worden. Over het algemeen dient zorg te worden gedragen voor een vleermuisvriendelijke verlichting gedurende de werkzaamheden en daarna. Dit houdt in dat tussen zonsondergang en zonsopkomst verlichting zo veel mogelijk wordt gedoofd, dat watergangen, singels en houtwallen zo min mogelijk rechtstreeks worden beschenen en dat verstrooiing van licht zoveel mogelijk wordt voorkomen. Van belang is de vaste vliegroutes en mogelijke verblijfplaatsen zo veel mogelijk in het donker te laten. Andere diersoorten Van belang is dat de gehele Groene AS, dus ook langs beide zijden van het bedrijventerrein Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 50

55 Schuilhoeve en aan de oostzijde van de woonwijk, geschikt blijft voor gebruik minimaal bij doortocht voor ringslang, waterspitsmuis en noordse woelmuis. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 51

56 5.6 Verkeer Inleiding Voor het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden-Oost is een verkeersonderzoek uitgevoerd Deelrapport Verkeer Bestemmingsplan Badhoevedorp-Lijnden Oost (Goudappel Coffeng, 2012). In het verkeersonderzoek uit 2012 is onderzocht wat de effecten zijn van de ruimtelijke ontwikkelingen op de bestaande en toekomstige verkeersstructuur. De ontwikkeling van Schuilhoeve is hierin opgenomen. In voorliggende paragraaf wordt een geactualiseerde verkeerskundige onderbouwing gegeven voor het deelgebied Schuilhoeve Verkeersonderzoek In 2026 zal circa 20% van de autoverplaatsingen uit intern verkeer bestaan (zowel herkomst als bestemming in Badhoevedorp). Vrachtverkeer in Badhoevedorp heeft een sterke relatie met Amsterdam en Noord-Holland zuid (o.a. rest van Haarlemmermeer, Schiphol, Aalsmeer, Uithoorn). Ook voor het openbaar vervoer geldt een sterke relatie met Amsterdam en Noord-Holland Zuid, maar ook met Zuid-West Nederland (o.a. Den Haag en Rotterdam). De fiets-verplaatsingen gaan grotendeels naar Amsterdam of blijven intern. De modal split geeft de verdeling van de verplaatsingen aan over de verschillende vervoerwijze (auto, openbaar vervoer, fiets). Volgens gegevens uit het mobiliteitsonderzoek Nederland en volgens een inschatting door het gemeentelijk verkeersmodel zal de modal split tussen de situatie voor en na omlegging A9 als volgt wijzigen; voor de auto stijgt het aandeel van 63% naar 64%, het openbaar vervoer aandeel stijgt van 5% naar 7% en het aandeel fiets daalt van 32% naar 29%. Onderzochte modelvarianten In de tabel zijn de onderzochte modelvarianten of scenario s aangegeven die in het kader van het bestemmingsplan voor geheel Badhoevedorp zijn onderzocht. Voor het bestemmingsplan Schuilhoeve zijn de geanalyseerde modelberekeningen relevant met de situatie in 2026 met omlegging A9 en inclusief ruimtelijke ontwikkelingen. Dit model is in drie varianten doorgerekend; met de Schipholweg als 80 km/h weg en de T106 als 2x2, met de Schipholweg als 50 km/h weg en de T106 als 2x2 en met de Schipholweg als 80 km/h en de T106 als 2x1. Voor het verkeersmodel is het ruimtelijk programma vertaald in inwoners en arbeidsplaatsen. Voor de voorzieningen wordt gerekend met de verkeersgeneratie. De uitgangspunten uit het rapport van 2012 zijn ongewijzigd voor de volgende punten: er komt een nieuwe noord-zuid verbinding (Amsterdamse Laan) door Quatrebras (van Schipholweg richting Bloemenbuurt); Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 52

57 de Robert Kochstraat heeft een maximum snelheid van 50km/h en is verschoven richting het noorden; ter ontsluiting van Schuilhoeve komt er een nieuwe laan door Schuilhoeve (voor de woningen); ontsluiting voor Lijndenhof; er is een aantal infrastructurele aanpassingen doorgevoerd rondom de Adelaarstraat. De volgende punten zijn gewijzigd of behoeven nuancering; de T106/S106 wordt opgenomen als 2x2 rijstroken vanaf de aansluiting met de A9 tot en met de rotonde Lijnden en niet tot en met het kruispunt de Ookmeerweg De Alpen Etnastraat in Amsterdam; de Sloterweg is en blijft deels 30 km/h tussen Keplerstraat en Arendstraat; het wordt mogelijk om vanaf de Schipholweg (uit de richting van Haarlem) linksaf te slaan naar de Sloterweg, als de Schipholweg afgewaardeerd is tot 50 km/h. Bij het handhaven van het 80 km/u regime zal het linksafverbod blijven bestaan; doortrekken van de Keizersweg naar de nieuwe noord-zuid verbinding (Amsterdamse Laan) is voorlopig niet aan de orde, tenzij er alsnog verkeerskundige noodzaak voor ontstaat; de Zeemanlaan wordt afgewaardeerd van 50 km/h naar 30 km/h, afhankelijk van de planvorming voor het centrum gebied. Aanvullend is ook een doorrekening gemaakt in de nieuwste versie van het gemeentelijk verkeersmodel. In onderstaande analyse wordt hier nader op ingegaan Verkeerskundige analyse Schuilhoeve Uit de verkeersprognose blijkt dat de geplande ontwikkelingen zorgen voor een toename van verkeer in Badhoevedorp. Tegelijkertijd is er sprake van verschuiving en oriëntatie van verkeer binnen Badhoevedorp waardoor het verkeer gelijkmatiger over de dorpswegen wordt verspreid. Ontsluitingsprincipe Schuilhoeve, indicatief (DSO Schuilhoeve, 2013) Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 53

58 Schuilhoeve krijgt een eigen ontsluiting naar de Schipholweg, die aan de dorpszijde een verbinding krijgt met de Egelantierstraat. De verbinding tussen Schuilhoeve en het winkelcentrum gaat langs het Lint (Arendstraatzijde). Volgens de nieuwste versie van het verkeersmodel (2.0, 2016) heeft deze nieuwe laan door Schuilhoeve (50 km/h) een verkeersintensiteit van motorvoertuigen (mvt) per werkdag. Dit past bij een gebiedsontsluitingsweg. De laan heeft een aftakking naar het westen (30 km/h) met een zeer lage intensiteit van minder dan 500 mvt/werkdag. Deze intensiteit past bij een erftoegangsweg. Er is in de plansituatie uitgegaan van een worstcase -scenario met de Schipholweg (N232) op 80 km/h. Uit de variant met afwaardering van de Schipholweg in de plansituatie (naar 50 km/h) blijkt dat de verkeersintensiteiten op de Schipholweg ter hoogte van Badhoevedorp beperkter toenemen (tot maximaal mvt/etmaal). Uit de analyse komt naar voren dat het voornamelijk doorgaand verkeer is, dat bij afwaardering van de Schipholweg gebruik zal maken van de (omgelegde) A9. Op de Sloterweg nemen de intensiteiten ook af door de verlaging van de snelheid op de Schipholweg / N232 (maximaal ca mvt/etmaal). Over het in beheer overnemen van de Schipholweg en het afwaarderen van de Schipholweg / N232 voert de gemeente overleg met de provincie als wegbeheerder. Verkeersafwikkeling In het onderzoek uit 2012 is onderzocht of de geconstateerde intensiteitstoenamen als gevolg van het complete programma van de gebiedsontwikkeling en het programma dat in het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden-Oost zit (waaronder Schuilhoeve en Schuilhoeve-Oost), invloed hebben op de verkeersafwikkeling. Het verkeersrapport bevat zogenaamde I/C-verhoudingen (intensiteit/capaciteit) voor de ochtend- en avondspits voor de situatie met en zonder plan. Omdat op wegen binnen de bebouwde kom de kruispuntcapaciteit eerder maatgevend is dan de wegvakcapaciteit is naar de kruispunt-belastingen gekeken. In dat kader zijn de belastingsgraden van diverse kruispunten aangegeven. Als naar de belastingsgraden op de kruispunten wordt gekeken, dan valt vooral de intensiteitstoename op de Schipholweg en de Sloterweg op. Met name in de avondspits wordt het kruispunt dat deze wegen samenbrengt dusdanig zwaarder belast dat er mogelijk maatregelen op het kruispunt nodig zijn. Ook de overige kruispunten op de Sloterweg worden zwaarder belast, hier leidt dit echter niet tot een belastingsgraad van 85% of hoger. Het kruispunt Hoofdweg - Schipholweg en de kruispunten nabij de Sloterbrug zijn al belast. Volgens het model uit 2012 hebben deze kruispunten bij een autonome ontwikkeling al een belastingsgraad van boven de 85%. Door het realiseren van het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden Oost krijgen deze kruispunten meer verkeer te verwerken en blijven daarmee een aandachtspunt. Actualisatie prognose en verkeersafwikkeling De nieuwste versie van het gebruikte verkeersmodel Noord-Holland Zuid heeft een minder sterke groei dan de versie die in 2012 voor het onderzoek gebruikt is. De verkeersintensiteiten vallen daarom over het algemeen lager uit en het eerder uitgevoerde onderzoek kan daarom als worst-case scenario worden beschouwd. De I/C-verhoudingen zijn in de nieuwe versie allemaal <0,8. Alleen op de S106 ontstaat stagnatie omdat de S106 aan Amsterdamse zijde (inclusief) niet wordt verdubbeld. De file staat aan de Amsterdamse kant. Uitwerking thema s verkeersafwikkeling Om een toekomstbestendig verkeerssysteem te hebben wordt een aantal thema s uitgewerkt en/of gemonitord; maximumsnelheid op de Schipholweg; in de onderzoeken voor geluid wordt uitgegaan van een worst-case 80 km/h situatie. De gemeente is in gesprek met de provincie Noord-Holland over overname van het beheer van de weg, waarna afwaardering kan plaatsvinden; mogelijke doortrekking Kamerlingh Onneslaan naar Schipholweg; dit is voorlopig uitgesteld en wordt ruimtelijk niet onmogelijk gemaakt. Dit kan weer actueel worden als er verkeersproblemen dreigen te ontstaan; Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 54

59 toevoegen capaciteit/verbeteren verkeersafwikkeling Schipholweg - Sloterweg; een nadere uitwerking is gaande. Ook wordt gewerkt aan een ontsluiting van de T016 richting 2000 El; verkeersafwikkeling/fietsbrug Sloterbrug; de plannen voor een nieuwe brug zijn in voorbereiding Conclusie verkeersonderzoek Voor het bestemmingsplan is verkeersonderzoek uitgevoerd. De ruimtelijke ontwikkelingen die het bestemmingsplan Schuilhoeve mogelijk maakt zijn onderzocht op hun verkeerskundige effecten op de bestaande en toekomstige verkeersstructuur. Geconcludeerd wordt dat een haalbare verkeerskundige afwikkeling mogelijk is voor de in het bestemmingsplan opgenomen woonwijk. Het aspect verkeer vormt geen belemmering voor vaststelling van voorliggend bestemmingsplan. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 55

60 5.7 Geluid Wet- en regelgeving Algemeen In de Wet geluidhinder (Wgh) zijn geluidsnormen opgenomen voor de emissie van diverse geluidsbronnen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in geluid afkomstig van wegen, spoorwegen en industrie. De geluidsnormen gelden voor woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen gelegen binnen de geluidszone van een (spoor)weg of gezoneerd industrieterrein. Een geluidszone is een aandachtsgebied aan weerszijden van een (spoor)weg en rondom een industrieterrein waarbinnen de geluidsnormen van de Wet geluidhinder van toepassing zijn. Normering De Wet geluidhinder kent een systeem van een ondergrens en een plafond. De ondergrens betreft de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting (voorheen: voorkeursgrenswaarde). Het geluidsniveau dient op de gevels van nieuwe (of te wijzigen) woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen te voldoen aan deze voorkeursgrenswaarde. De voorkeursgrenswaarde verschilt per geluidsbron. Indien deze wordt overschreden, kan een hoger geluidsniveau worden toegestaan, de zogenaamde hogere waarde. Aan de hogere waarde is een maximum verbonden. De hogere waarde mag enkel worden vastgesteld indien uit akoestisch onderzoek is gebleken dat bron-, overdrachts- of gevelmaatregelen om het geluidsniveau terug of onder de voorkeursgrenswaarde te brengen niet mogelijk zijn. Tevens maakt een onderzoek en beoordeling van het gecumuleerde geluidsniveau deel uit van de procedure voor het vaststellen van een hogere waarde. De maximale hogere waarde verschilt per geluidsbron, per gevoelige bestemming en in het geval van wegverkeerslawaai per situatie. Eerder verleende hogere waarden dienen in acht te worden genomen bij de toetsing aan de wettelijke normering. In (de directe omgeving van) het plangebied zijn diverse geluidsbronnen gelegen, te weten wegverkeer, spoorwegverkeer, industrie en luchtverkeer. De normering voor luchtverkeer is niet opgenomen in de Wet geluidhinder. Beoordeling hiervan vindt in dit kader enkel plaats ten behoeve van de bepaling van het gecumuleerde geluidsniveau. Het wettelijk kader van de geluidsbronnen wordt hieronder toegelicht. Gecumuleerde geluidsbelasting Alvorens een hogere waarde wordt vastgesteld dient het gecumuleerde geluidsniveau ten gevolge van alle relevante geluidsbronnen inzichtelijk te worden gemaakt. Een geluidsbron is relevant indien de voorkeursgrenswaarde van deze bron wordt overschreden. De berekeningswijze voor het gecumuleerde geluidsniveau is wettelijk vastgelegd. Bij de berekening van het gecumuleerde geluidsniveau mag voor het aandeel wegverkeerslawaai geen zogenaamde aftrek artikel 110g Wgh worden toegepast. Voor het gecumuleerde geluidsniveau bestaat geen wettelijke normering. De gemeente kan een hogere waarde vaststellen indien naar haar oordeel het gecumuleerde geluidsniveau niet leidt tot een onaanvaardbare geluidsbelasting. Wettelijk binnenniveau Artikel 111 van de Wet geluidhinder bevat de normering voor het binnenniveau in woningen en andere gevoelige bestemmingen. Bij de vaststelling van hogere waarden dient tevens aandacht te worden besteed aan deze normering. Het geluidsniveau waarvoor een hogere waarde wordt vastgesteld mag niet leiden tot overschrijding van de wettelijke binnenniveaus. Hiertoe dient de benodigde gevelisolatie bij woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen inzichtelijk te worden gemaakt. De gevelisolatie dient er zorg voor te dragen dat, met inbegrip van de wettelijk verplicht gestelde gevelisolatie op basis van het Bouwbesluit, het binnenniveau is gewaarborgd. De benodigde gevelisolatie wordt vastgesteld per geluidsbron. Per geluidsbron wordt het gecumuleerde geluidsniveau toegepast voor toetsing (bijvoorbeeld som van relevante wegen). Indien blijkt dat de gevelisolatie niet toereikend is dient deze door maatregelen te worden verbeterd. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 56

61 5.7.2 Geluidsbronnen Wegverkeer In artikel 76 van de Wgh is bepaald dat bij vaststelling van een bestemmingsplan de wettelijke grenswaarden in acht genomen moeten worden. Toetsing aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vindt plaats per weg. Uitzondering hierop betreft de geluidsbelasting van rijkswegen. Met ingang van de Wet Swung-1 dient de toetsing Wgh plaats te vinden op basis van het gecumuleerde geluidsniveau van alle onderzochte rijkswegen. Het geluidsniveau ten gevolge van het wegverkeer dient op de gevels van nieuwe (of te wijzigen) woningen in de geluidszone van een weg te voldoen aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting. Deze bedraagt 48 db. De hogere waarde voor wegverkeerslawaai verschilt per situatie (bestaand of (vervangende) nieuwbouw / binnen of buitenstedelijk). Voor de nieuwbouw van woningen in binnenstedelijke situaties bedraagt dit maximum 63 db en in buitenstedelijke situaties 53 db. Naast de nieuwbouw van geluidsgevoelige bestemmingen in de geluidszone van een weg bepaalt de Wet geluidhinder tevens de geluidsnormering voor geluidsgevoelige bestemmingen bij de aanleg of wijziging van een nieuwe weg. Voor de aanleg van een weg in binnenstedelijke situaties bedraagt dit maximum 63 db en in buitenstedelijke situaties 58 db. In het geval van een (auto)snelweg is er onafhankelijk van de locatie sprake van een buitenstedelijke situatie. Op de berekende waarden van het wegverkeerslawaai mag voor toetsing een correctie worden toegepast conform artikel 110g van de Wet geluidhinder. Deze aftrek is afhankelijk van de maximaal toegestane snelheid. Boven de 70 km/h bedraagt deze correctie 2 db, beneden de 70 km/h 5 db. Tot juli 2018 geldt er bij snelheden boven de 70 km/h een verruimde aftrek varierend tussen 2-4 db. De correctie houdt verband met de verwachting dat voertuigmotoren in de toekomst stiller zullen worden. De werkingssfeer van de Wet geluidhinder is niet van toepassing voor 30 km/h wegen. Deze hebben van rechtswege geen geluidszone en hierbij is wettelijke toetsing aan de normering dan ook niet aan de orde. Uit jurisprudentie is echter gebleken dat onderzoek naar 30 km/h wegen ondanks het ontbreken van normering alsnog van belang is. Aangetoond moet worden dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Industrielawaai Op basis van artikel 40 van de Wgh kunnen (delen van) industrieterreinen worden aangewezen als gezoneerd industrieterrein met een zonegrens. Dit betreft bedrijventerreinen met gronden waarop zich zogenaamde "zware lawaaimakers" mogen vestigen, als genoemd in artikel 41 lid 3 van de Wgh en artikel 2.1 lid 3 c.q. Bijlage 1, onderdeel 1 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). De geluidszone behorende bij het industrieterrein betreft het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de zonegrens. Buiten de zonegrens mag de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein de waarde van 50 db(a) niet te boven gaan. De maximaal vast te stellen hogere waarde voor nieuwbouw van woningen bedraagt 55 db(a). Voor bestaande woningen bedraagt deze 60 db(a). In sommige gevallen zijn na de sanering van een industrieterrein maximaal toelaatbare geluidsbelasting (MTG) waarden voor woningen vastgesteld. Dit betreffen maximaal toegestane geluidsniveaus ten gevolge van het industrieterrein, te vergelijken met hogere waarden. De op 1 januari 2007 geldende MTG waarden voor woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen in de zone, die zijn vastgelegd in eerder genomen besluiten, blijven gelden. In het geval van industrieterrein Schiphol zijn in de woonkern Badhoevedorp MTG waarden vastgesteld voor verschillende woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen. In de meeste gevallen is de gemeente Haarlemmermeer bevoegd gezag voor het zonebeheer van de industrieterreinen in haar gemeente. In het geval van industrieterrein Schiphol betreft het een industrieterrein van bovenregionaal belang waarvoor de provincie is aangewezen als zonebeheerder. Spoorweglawaai Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 57

62 In het Besluit geluidhinder is in artikel 4.1 bepaald dat bij vaststelling van een bestemmingsplan de wettelijke grenswaarden in acht genomen moeten worden. Toetsing aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting vindt plaats per spoortraject. De zonebreedtes variëren per spoortraject. De breedte van de zone is afhankelijk van het geluidniveau op de referentiepunten uit het geluidregister en de methodiek weergegeven in het Besluit geluidhinder. De voorkeursgrenswaarde voor spoorweglawaai bedraagt 55 db. Voor de nieuwbouw van woningen in de geluidszone van een spoortraject bedraagt de maximaal vast te stellen hogere waarde 68 db. Luchtvaartlawaai Op grond van artikel 8.30a van de Wet luchtvaart stelt de minister elk vijfde kalenderjaar een geluidsbelastingkaart vast. Deze kaart heeft betrekking op de geluidsbelasting overdag (Lden) en 's nachts (Lnight)) veroorzaakt door de luchthaven op woningen en bij Algemene Maatregel van Bestuur aan te wijzen categorieën van andere geluidgevoelige gebouwen. Grondgeluid Voor grondgeluid is geen wettelijke norm geregeld. Voor het bestemmingsplan is goede ruimtelijke ordening van belang, maar hoeft geen grondgeluidonderzoek te worden overlegd. Voor het plangebied is nader onderzoek uitgevoerd door grondgeluid te berekenen en te meten. Zie hoofdstuk 5.8 voor een uitvoerige toelichting op het aspect grondgeluid. Informatie gemeente en ontwikkelaars over wonen in nabijheid luchthaven Het wonen in een luchthavenomgeving brengt positieve effecten als werkgelegenheid en bereikbaarheid met zich mee, maar kan soms ook geluidshinder (en/of geurhinder, zie paragraaf ) opleveren vanwege het vliegverkeer en de nabijheid van uitvliegroutes. De gemeente informeert een ieder die plannen heeft in de regio te gaan wonen actief. Onder meer door in plannen en op de gemeentelijke website te verwijzen naar de website van het Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (BAS). De ontwikkelaars zullen eveneens gegadigden voor woningen actief informeren - onder meer in verkoopfolders en op verkoopwebsites - over het wonen in een luchthavenomgeving. De ontwikkelaars zullen in de koopcontracten voor de woningen bepalingen opnemen die het voor een ieder - ook navolgende kopers - voorzienbaar maakt dat er een zekere milieubelasting is Onderzoek In en nabij het plangebied bevinden zich rijks-, provinciale en gemeentelijke wegen. Er is sprake van de aanleg en wijziging van wegen, en nieuwbouw van woningen in de zone van (nieuwe) wegen. Voor de bestaande A9 is onderzoek uitgevoerd naar het wegverkeerslawaai voor en na verwijdering. Heel Schuilhoeve bevindt bevindt zich in de geluidszone van het industrieterrein Schiphol-Oost, en in de geluidszone van het railtraject 491 en 492 (tevens HSL). In de hierna volgende opsomming zijn de akoestische aspecten beschouwd per ontwikkeling in het plangebied, weergegeven in aanleg en wijziging wegen en realisatie geluidsgevoelige bestemmingen. De akoestische onderzoeksrapporten voor het weg-, rail- en industrielawaai zijn hierna weergegeven. Voor het bestemmingsplan zijn de volgende geluidsonderzoeken uitgevoerd: Berekening grondgeluid Schuilhoeve (TNO, juni 2016) Grondgeluid in Badhoevedorp. Een quick scan met in achtneming van de verlegging van de Rijksweg A9 (NLR, december 2013) Bouwplan Schuilhoeve te Badhoevedorp, akoestisch onderzoek industrielawaai, weg- en railverkeerlawaai (Royal HaskoningDHV, juni 2016) Bouwplan Schuilhoeve te Badhoevedorp, akoestisch onderzoek industrielawaai, weg- en railverkeerlawaai (Royal HaskoningDHV, juni 2016) Geluid, weg- en railverkeer Voor de ontwikkeling van Schuilhoeve is akoestisch onderzoek uitgevoerd naar weg- en railverkeerslawaai. Een uitgebreide weergave van de onderzoeksresultaten is opgenomen in het Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 58

63 rapport Nieuwbouw Schuilhoeve te Badhoevedorp. Akoestisch onderzoek weg- en railverkeerslawaai (Royal HaskoningDHV, 2016) dat als bijlage bij dit plan is gevoegd. In dit rapport is de maatregelafweging opgenomen, mede gebruik makend van het doelmatigheidscriterium. Daarbij zijn bronmaatregelen en overdrachtsmaatregelen onderzocht, zowel binnen de beheerssfeer van de gemeente als buiten de beheerssfeer van de gemeente (waar afstemming met derden voor nodig is). Zie voor een toelichting hierop hoofdstuk 5 van het rapport. In het onderzoek is de woonwijk verdeeld in een aantal blokken met nummers conform onderstaande kaart. Bloknummers Schuilhoeve zoals gebruikt in akoestisch onderzoek weg- en railverkeerslawaai Onderstaand zijn de conclusies opgenomen voor wat betreft het weg- en railverkeerslawaai (zie ook hoofdstuk 7 van het rapport). Wegverkeer nieuwbouw Wet geluidhinder A4 en A9 Ten gevolge van de rijkswegen A4 en A9 wordt niet voldaan aan de voorkeurswaarde van 48 db (zie bijlage 3A van het rapport). Ook wordt de ten hoogst toelaatbare waarde van 53 db op een aantal plaatsen (bij verschillende woningen in blok 1,6,7 en 17) overschreden op de hogere bouwlagen. De geluidsbelasting bedraagt ten hoogste 59 db. Een onderzoek naar maatregelen is voor de nieuwbouw ten gevolge van het wegverkeer van de rijkswegen van toepassing. Om te voldoen aan de wettelijke eisen voor industrielawaai wordt voor een aantal bouwblokken al een dove gevel voorgeschreven voor de tweede bouwlaag (= eerste verdieping) en hoger. Met deze maatregel wordt voor die bouwlagen voldaan aan de Wet geluidhinder. Deze eerste lijnsbebouwing heeft een afschermende werking voor de achterliggende bebouwing. Bron- en/of overdrachtsmaatregelen zijn verder niet doelmatig. Er zijn hoge kosten verbonden aan een (voor dit plan) beperkte reductie. Ten gevolge van de rijkswegen dienen zodoende hogere waarden te worden vastgesteld van maximaal 53 db. De conclusie voor de rijkswegen A4 en A9 is dat als gevolg van deze rijkswegen hogere waarden worden vastgesteld van maximaal 53 db. N232/Schipholweg Ten gevolge van de N232/Schipholweg wordt niet voldaan aan de voorkeurswaarde van 48 db (zie bijlage 3B van het rapport). Zoals blijkt uit de resultaten is bij een aantal woningen van blok 1, 15, 17 en 18 sprake van een overschrijding van de voorkeurswaarde van 48 db. De geluidsbelasting bedraagt ten hoogste 61 db. De ten hoogst toelaatbare waarde van 63 db wordt niet overschreden. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 59

64 Alvorens hogere waarden vast te stellen is onderzoek naar maatregelen verricht om het geluidsniveau op de nieuwbouw te verlagen. Een oplossingsrichting voor wat betreft maatregelen is het plaatsen van afschermende voorzieningen tussen de nieuwe bebouwing en de N232. Deze maatregel is niet voor alle woningen effectief. Door de aansluiting van de Laan van Schuilhoeve op de N232 moet het scherm / de wal onderbroken worden. Een andere optie is de afwaardering van de N232 van 80 naar 50 km/uur. De afscherming is landschappelijk, stedenbouwkundig en verkeerskundig niet gewenst. Er zijn wensen de woningen uit te laten kijken op de ecologische verbindingszone van de Groene AS die aan de andere kant van de Schipholweg nog aangelegd gaat worden. Ook vanuit de weg gezien, als oudste historische lijn, zijn afschermende voorzieningen esthetisch niet gewenst. Bovendien wordt om te voldoen aan de wettelijke eisen voor industrielawaai voor een aantal bouwblokken al dove gevels voorgeschreven voor de tweede bouwlaag en hoger (vanaf 4,5 meter hoog). De maximaal vast te stellen hogere waarde is 61 db (zonder afscherming, zonder snelheidsverlaging). De conclusie voor de N232/Schipholweg is dat als gevolg van deze weg hogere waarden worden vastgesteld tot ten hoogste 61 db. Wel blijft de gemeente voorstander van overdracht (qua beheer) en afwaardering van de Schipholweg waardoor de snelheid wordt verlaagd en de geluidssituatie verbetert. Overigens zou deze snelheidsverlaging een reductie opleveren van 1 à 2 db. Echter, de reductie zou na toepassing van artikel 110g Wgh groter zijn (circa 4-5 db) doordat voor de toetsing van 50 km/uur wegen een andere aftrek wordt toegepast dan voor 80 km/uur wegen (5 db versus 2 db). Schipholweg (op bedrijventerrein Schuilhoeve) In bijlage 3 van het rapport zijn de geluidsbelastingen vermeld ten gevolge van de Schipholweg, de 50 km/uur weg op het bedrijventerrein Schuilhoeve. Zoals blijkt uit de resultaten is er geen overschrijding van de voorkeurswaarde van 48 db op de gevels van de woningen. Een onderzoek naar maatregelen voor deze weg is niet van toepassing. Het is niet nodig hogere waarden vast te stellen en ingevolge van art. 110f Wgh behoeft geen aandacht te worden geschonken aan cumulatie van geluid. De conclusie voor de Schipholweg op bedrijventerrein Schuilhoeve is dat de Wet geluidhinder vanwege deze weg geen aanvullende eisen aan het bouwplan stelt. Laan van Schuilhoeve Ten gevolge van de Laan van Schuilhoeve (de nieuwe verbinding tussen de Dellaertlaan en de Schipholweg) wordt niet voldaan aan de voorkeurswaarde van 48 db bij verschillende woningen in de eerste lijn. De geluidsbelasting op de nieuwbouw ten gevolge van de Laan van Schuilhoeve is ten hoogste 56 db, zie bijlage 3 C van het rapport. De ten hoogste toelaatbare waarde wordt niet overschreden. Een onderzoek naar maatregelen is voor de nieuwbouw ten gevolge van het wegverkeer van de Laan van Schuilhoeve van toepassing en uitgevoerd. Bron- en/of overdrachtsmaatregelen zijn hier niet doelmatig of gewenst. De bronmaatregel in de vorm van een stil wegdek is in de praktijk slecht toepasbaar vanwege de hoeveelheid kruispunten die een snelle slijtage van dit asfalttype tot gevolg hebben. Ten gevolge van de Laan van Schuilhoeve dienen hogere waarden te worden vastgesteld van maximaal 56 db. De conclusie voor de Laan van Schuilhoeve is dat als gevolg van deze weg hogere waarden worden vastgesteld van maximaal 56 db. 30 km/uur wegen In bijlage 3 van het rapport zijn de geluidsbelastingen vermeld ten gevolge van de 30 km/uur wegen binnen de nieuwbouwwijk. De geluidsbelastingen ten gevolge van deze wegen is ten hoogste 48 db. Een gevelbelasting onder de 48 db wordt als goed gekenmerkt, overeenkomstig de voorkeursgrenswaarde Wet geluidhinder. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 60

65 Geluid, spoorweg Schiphol - Amsterdam In bijlage 3 van het rapport zijn de geluidsbelastingen vermeld ten gevolge van het railverkeer Schiphol Amsterdam. Zoals blijkt uit de resultaten is er geen overschrijding van de voorkeurswaarde van 55 db op de gevels van de woningen. De Wet geluidhinder stelt geen aanvullende eisen aan het bouwplan als gevolg van geluid van deze spoorweg Geluid, industrielawaai Het bestemmingsplan is gelegen binnen de geluidzone van het industrieterrein Schiphol. De ligging van de geluidzone wordt vrijwel geheel bepaald door de twee grote bedrijven (Schiphol Nederland B.V. (SNBV) en KLM) en in het bijzonder de activiteit proefdraaien van (grote) vliegtuigen. Proefdraaien met vliegtuigen vindt bij SNBV plaats op de daarvoor speciaal ingerichte en afgeschermde proefdraaiplaats en op zogenaamde holdings. Dat zijn plaatsen, aan de kop van de startbanen, waar incidenteel proefdraaien plaatsvindt, namelijk indien dit op de afgeschermde proefdraaiplaats niet mogelijk is. Het aantal toelaatbare proefdraaibeurten en de wijze waarop dit gebeurt is geregeld in de vergunning van SNBV. Niet alle holdings zijn relevant voor het bestemmingsplan. Alleen het proefdraaien op de meest noordelijke holdings is bij het onderzoek betrokken, te weten de holdings 19L en 27 (zie hoofdstuk 3 van het rapport). Het proefdraaien bij KLM vindt plaats bij de hangars 11/12, hangar 10 en hangar 9. Uit het zonebeheermodel en eerder onderzoek komt naar voren dat het proefdraaien bij hangar 9 geen relevante bijdrage heeft op de locatie van het bestemmingsplan Schuilhoeve. Zodoende is enkel het proefdraaien op de andere twee locaties is in het akoestisch onderzoek betrokken. Holding 19L links en holding 27 rechts Proefdraailocaties hangars 10 en 11/12 KLM Voor het proefdraaien met (grote) vliegtuigen is het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau van belang. Daarnaast zijn ook de maximale geluidniveau die daarbij optreden relevant. Naar beide aspecten is akoestisch onderzoek verricht. Hieronder worden de resultaten beschreven. Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau Per proefdraailocatie is de geluidbelasting op de berekeningspunten van het bestemmingsplan Schuilhoeve berekend voor twee varianten waarop het plan uitgevoerd zou kunnen worden, namelijk een variant huidige markt en een variant slechte markt. Beide varianten voorzien in een min of meer gesloten eerstelijnsbebouwing waarvan de naar de buitenkant van het plan gekeerde gevels, zonder te openen delen worden uitgevoerd ( dove gevels ), vanaf de eerste verdiepingsvloer. Deze gevels voldoen aan de omschrijving zoals gegeven in artikel 1b vierde lid van de Wet geluidhinder, waardoor toetsing van de geluidbelasting op deze gevels achterwege kan worden gelaten. De eerstelijns bebouwing heeft daarmee een afschermende werking voor de daarachter gelegen woonbebouwing. Voor beide varianten is uitgegaan van een voorlopige verkaveling en invulling van bouwmassa, welke bij de uitwerking van het bouwplan nog kunnen veranderen. Voor de Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 61

66 grondgebonden woningen zijn drie rekenhoogten ingevoerd. Voor de begane grond 1,5 meter en voor de eerste en tweede verdieping 4,5 en 7,5 meter. Voor de hoogteaccenten in het plan zijn per hoger gelegen verdiepingen toetspunten ingevoerd in het rekenmodel. In het rekenmodel is een groot aantal rekenpunten opgenomen op de gevels van de woningen, overeenkomstig de invoer van het model voor verkeerslawaai. Omdat in het rekenmodel ook een groot aantal objecten (woningen) is gemodelleerd, ontstaan binnen het plan veel geluidreflecties. In het industrielawaaimodel wordt in tegenstelling tot het verkeersmodel niet gerekend met lijnbronnen maar met enkelvoudige bronnen (puntbronnen) met een hoog bronvermogen. Geluidreflecties in harde objecten kunnen zodoende een aanzienlijke bijdrage leveren aan de geluidsbelasting op een rekenpunt. Het rekenprogramma Geomilieu simuleert evenwel niet de diffractie langs de randen van objecten welke voor een verstrooiing van geluid kunnen zorgen. Daarnaast kan door het aanpassen van de reflectiefactor de bijdrage van deze reflecties beïnvloed worden. Het is nu nog onvoldoende bekend wat de gevelstructuur van de nieuw te bouwen woningen zal worden. Daarom is in het model gerekend met een reflectiefactor van 0,8 (80% reflectie). Het voorgaande in acht genomen, wordt dus gerekend met een worstcase scenario, omdat in werkelijkheid meer verstrooiing van het geluid binnen het plan verwacht mag worden. Van alle proefdraailocaties is de geluidsbelasting op alle ingevoerde toetspunten berekend. Vervolgens is geanalyseerd voor welke proefdraailocatie de bijdrage op een toetspunt hoger is dan de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) en de maximale ontheffingswaarde van 55 db(a). De gevels van de woningen uit de eerstelijnsbebouwing, welke vanaf de eerste verdieping doof worden uitgevoerd, zijn daarbij uit de selectie gehaald omdat deze niet getoetst hoeven te worden. Voor woningen achter de eerstelijnsbebouwing waar sprake is van een overschrijding van de maximale ontheffingswaarde, wordt in dit bestemmingsplan een aparte voorziening opgenomen. In het bijzonder is gekeken naar de tweede verdieping (7,5 meter) van de grondgebonden woningen, waar als maatregel voorgeschreven kan worden dat zich op deze verdiepingsvloer geen geluidgevoelige ruimte mag bevinden. Variant huidige markt Op grond van de uitgevoerde analyses is eerst gekeken naar de knelpunten, te weten gevels met een geluidsbelasting hoger dan de maximale ontheffingswaarde. Daarna is gekeken naar de situatie ten aanzien van de hogere waarden. Ten aanzien van de geluidsbelasting op de eerstelijnsbebouwing op een beoordelingshoogte van 1,5 meter (begane grondniveau), komt uit het onderzoek naar voren dat voor slechts twee woningen de maximale ontheffingswaarde (55 db(a) op deze beoordelingshoogte wordt overschreden. Deze overschrijding wordt alleen veroorzaakt door het gebruik van holding 27 van SNBV. De woningen kunnen alleen gebouwd worden indien voorzien van een vliesgevel of dove gevel. Ten aanzien van de geluidsbelasting op een waarneemhoogte van 7,5 meter van grondgebonden woningen (niet zijnde eerstelijnsbebouwing) wordt de maximale ontheffingswaarde op een aantal punten overschreden. Deze verdieping is apart in beeld gebracht omdat het de zolderverdieping betreft, waarbij er voor gekozen kan worden deze zodanig te bestemmen dat de gevel of doof wordt uitgevoerd, of dat bepaald wordt dat op deze verdieping geen geluidsgevoelige ruimte gesitueerd mag worden. Verder is gekeken of achter de eerstelijnsbebouwing nog op andere beoordelingshoogten overschrijdingen van de maximale ontheffingswaarde van 55 db(a) voor industrielawaai berekend zijn. Het betreft dan de waarneemhoogte van 4,5 meter voor de eerste verdieping en de hoger gelegen verdiepingen van de appartementengebouwen die geen deel uitmaken van de eerstelijnsbebouwing. Uit de rekenresultaten en de analyse blijkt dat op grotere hoogte geen overschrijdingen van de maximale ontheffingswaarde voorkomen. Op enkele woningen in het plangebied is wel sprake van een overschrijding op de eerste verdieping. Voor deze locaties dient in het bestemmingsplan een bepaling opgenomen te worden, waarbij voorkomen wordt dat deze gevelbelasting optreedt (bijvoorbeeld dove gevels of geen geluidsgevoelige bestemming op deze kavels). Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 62

67 Variant slechte markt Voor de variant slechte markt is dezelfde analyse uitgevoerd als voor de variant huidige markt. In eerste instantie werden meer overschrijdingen geconstateerd dan in de variant huidige markt. Na analyse bleek dit voornamelijk te worden veroorzaakt door de opening in de eerstelijnsbebouwing aan de zuidoostzijde van het plan. Hier is voorzien in een opening voor de wijkontsluiting tussen de blokken 3 en 4. Door deze opening te verplaatsen naar de locatie tussen blok 2 en 3, wordt deze opening voor een belangrijk deel afgeschermd door de hoogbouw van het naastgelegen bedrijfsterrein. De resultaten van de variant slechte markt komen daardoor redelijk overeen met de resultaten van de variant huidige markt. Uit het onderzoek blijkt dat enkele overschrijdingen van de maximale ontheffingswaarden op een hoogte van 1,5 meter zullen optreden. Ook op een beoordelingshoogte van 7,5 meter (woningen achter de eerstelijnsbebouwing) treden, verspreid over het plangebied, overschrijdingen op. Uit de in het onderzoek opgenomen tabel 6 komt naar voren dat op drie toetspunten, voor de overige bouwlagen achter de eerstelijnsbebouwing (4,5 meter), de maximale ontheffingswaarde overschreden wordt. Omdat voor enkele gevels van woningen binnen de eerstelijnsbebouwing een overschrijding van de maximale ontheffingswaarde van 55 db(a) optreedt, dient hiervoor een maatregel getroffen te worden. Voorgesteld wordt om deze woningen van een dove gevel te voorzien, met dien verstande dat voor een beperkt aantal locaties naast de eerste verdieping (4,5 meter) ook de begane grond doof zal moeten worden uitgevoerd. Voor de woningen waar op een beoordelingshoogte van 7,5 meter (zolderverdieping van grondgebonden woningen) overschrijdingen van de maximale ontheffingswaarde voorkomen, wordt voorgeschreven dat hier geen geluidsgevoelige ruimte is toegestaan. Hogere waarden Uit de rekenresultaten blijkt dat voor de variant huidige markt in elk woonblok woningen voorkomen waarvoor een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) voor industrielawaai wordt berekend. Voor de variant slechte markt is dat eveneens het geval, met uitzondering van de blokken 8 t/m 10 en blok 13. Omdat in die variant meer aaneengesloten bebouwing is voorzien (geschakelde woningen in woonblokken), is de interne afscherming binnen de wijk wat groter en zijn er daarom minder reflectievlakken, waardoor de overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarden minder willekeurig door de wijk zijn verdeeld. Omdat de exacte invulling van het bouwplan nog niet vaststaat wordt geadviseerd voor het gehele plan een hogere waarde van 55 db(a) vast te stellen voor de variant huidige markt en voor variant slechte markt. Maatregelen om het geluid aan de zijde van de bron te reduceren zijn uit technische overwegingen niet mogelijk. Dat geldt ook voor afscherming in de directe nabijheid van de proefdraaiplaatsen. SNBV heeft al een afgeschermde proefdraaiplaats. De hoogste bijdrage wordt veroorzaakt door de holdings. Aangezien de holdings zich aan de kop van de start- en landingsbaan bevinden, zijn schermen niet mogelijk. Afscherming nabij de ontvanger wordt zodanig gerealiseerd dat een aaneengesloten eerstelijnsbebouwing wordt gecreëerd, welke functioneert als afscherming voor de achterliggende woningen. Op deze manier wordt maximaal mogelijk voorzien in afscherming van industrielawaai, zonder het karakter van de omgeving ingrijpend en ongewenst aan te tasten. Wettelijk gezien is woningbouw mogelijk tot de maximale ontheffingswaarden of wanneer woningen zijn voorzien van een zogenaamde dove gevel. Zowel bij het toepassen van een hogere waarde of dove gevels kan een voorwaarde worden gemaakt dat tenminste één woninggevel geluidsluw is, wat wil zeggen een geluidsbelasting van ten hoogste de voorkeursgrenswaarde. De gemeente Haarlemmermeer heeft geen vastgesteld geluidbeleid op dit punt. Een geluidsluwe gevel is zinvol bij continu blootstelling aan geluid zoals het geval is bij verkeerslawaai en het geluid afkomstig van de meeste industrieterreinen. De overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarde voor industrielawaai in het bouwplan Schuilhoeve worden echter veroorzaakt door het proefdraaien op de holdings van SNBV en in mindere mate het proefdraaien bij de hangars van KLM. Uit de kwartaal- en maandrapportages die zowel KLM als SNBV aan de omgevingsdienst overleggen, blijkt dat de afgelopen jaren de holdings Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 63

68 zelden tot niet gebruikt zijn. Op de andere locaties vindt proefdraaien vaker plaats, maar omdat in dit model alleen gerekend is met de zwaarste vliegtuigen met een hoog vermogen, zal de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde steeds van korte duur zijn en maar een beperkt aantal dagen per jaar voorkomen. Het beperken van de woningbouwmogelijkheden alleen op de eis van een geluidsluwe gevel is in dat opzicht daarom niet reëel in relatie tot de verwachte hinder. Maximale geluidsniveaus Bij de bepaling van de maximale geluidniveaus ten gevolge van de afgeschermde proefdraaiplaats wordt rekening gehouden met een correctie voor de meteorologische omstandigheden. Voor de holdings is deze correctie in de vergunning van SNBV uitgesloten. Voor KLM is in de vergunning bepaald dat berekening plaatsvindt volgens de IL-HR-13-01, deze handleiding sluit toepassing van deze correctie voor maximale geluidniveaus eveneens uit. Bij het afstemmen van de rekenmodellen op de vergunde situatie is in enkele gevallen dus geen toepassing gegeven aan deze correctie. Omdat voor het bestemmingsplan Schuilhoeve een nieuwe afweging wordt gemaakt ten aanzien van de aanvaardbaarheid van de optredende maximale geluidniveaus, in relatie tot een goed woon- en leefklimaat, is voor de toetsing van KLM gebruik gemaakt van de meest recente Handleiding voor het meten en berekenen van industrielawaai, de HMRI 1999, en zal wel toepassing worden gegeven aan een correctie voor de meteorologische omstandigheden. Voor de holdings is dit niet gedaan omdat het weglaten van deze correctie in relatie staat tot de momenten waarop proefdraaien plaatsvindt (meewindcondities). Daarbij moet wel in acht worden genomen dat het proefdraaien op de holdings maar beperkt voorkomt en de situaties waaronder proefdraaien plaatsvindt onder meewindcondities richting de locatie Schuilhoeve nog zeldzamer zijn. Afgeschermde proefdraaiplaats Voor de afgeschermde proefdraaiplaats is de aangevraagde bronsterkte ingevoerd in het rekenmodel voor het proefdraaien in de avondperiode uitgaande van het testen van één motor. Tijdens de dagperiode kunnen volgens de vergunningaanvraag vier motoren (CF6) gelijktijdig getest worden. Dit betekent een 6 db hogere bronsterkte dan in de avond. Daarnaast kan het in de dagperiode voorkomen dat proefdraaien van een vliegtuig type B747 plaats vindt. Omdat de motoren van dit toestel hoger geplaatst zijn is het effect van de afscherming rond de proefdraaiplaats minder. Volgens de vergunningaanvraag beperkt dit het effect van de afscherming met 4 db. Hierdoor kunnen in de dagperiode 10 db hogere piekgeluidniveaus optreden. In de nachtperiode wordt niet op vol vermogen getest en zijn de maximale geluidniveaus volgens de vergunningaanvraag 5 db lager dan in de avondperiode. Holdings In het akoestisch onderzoek dat ten grondslag ligt aan de aanvraag voor de vigerende vergunning van SNBV is aangegeven dat de mogelijkheid voor het proefdraaien op de holdings bepaald wordt door de beperking van de toelaatbare geluidniveaus in de vergunning. Deze beperking is voor de dag- en avondperiode hetzelfde. Proefdraaien op de holdings gedurende de nacht is niet toegestaan. De bepaalde bronsterkte (op basis van de aanvraag) is dus toepasbaar voor de berekening van de maximale geluidniveaus in zowel de dag- als avondperiode. De avondperiode zal hierbij de meest bepalende periode zijn. Hangar 10 Voor het proefdraaien nabij hangar 10 is geen beperking voor het maximale geluidsniveau in de richting van Schuilhoeve opgenomen in de vergunning van KLM. Wel is in de aanvraag voor de vergunning duidelijk beschreven welke bronsterkte kan optreden en is een inschatting gegeven van de maximale geluidsniveaus die kunnen optreden in de buurt van het bestemmingsplan. Proefdraaien nabij hangar 10 mag volgens de vergunning plaatsvinden tussen 06:00 en 24:00 uur. Dit betekent dat zowel in de dag-, avond- als nachtperiode geluidpieken ten gevolge van het proefdraaien bij hangar 10 kunnen optreden. De nachtperiode is hierbij bepalend voor de beoordeling. Hangar 11/12 Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 64

69 Voor het proefdraaien nabij hangar 11/12 geldt hetzelfde als voor het proefdraaien bij hangar 10. In de vergunning zijn geen beperkingen opgenomen ten aanzien van het toelaatbare maximale geluidsniveau, maar in de aanvraag zijn de bronsterkte en de verwachte maximale geluidsniveaus in de richting van Schuilhoeve besproken. Ook voor het proefdraaien nabij hangar 11/12 geldt een tijdvak van 06:00 tot 24:00 uur, dus maximale geluidsniveaus kunnen optreden in zowel de dag-, avond- als nachtperiode. Afweging normstelling maximale geluidniveaus Bij een ruimtelijke ontwikkeling zoals de bouw van een woonwijk als Schuilhoeve, dient een zelfstandige afweging te worden gemaakt ten aanzien van de aanvaarbaarheid (voor een goed woonen leefklimaat) van maximale geluidsniveaus. Tevens dient afgewogen te worden of de bouw van woningen in de toekomst wel of niet leidt tot een beperking van de al vergunde activiteiten van de bedrijven in de omgeving. Voor het proefdraaien op de afgeschermde proefdraaiplaats zijn maximale geluidsniveaus op bestaande woningen tot een waarde van 75 db(a) vergund in de dagperiode en tot maximaal 65 en 60 db(a) voor respectievelijk de avond- en nachtperiode. Voor de holdings zijn maximale geluidniveaus van 75 db(a) toelaatbaar op de bestaande woningen in zowel de dag- en avondperiode. Voor de hangars zijn in de vergunning van KLM geen grenswaarden voor maximale geluidniveaus op de bestaande woningen in de omgeving van Schuilhoeve opgenomen. Voor de dagperiode kan als norm de vergunde waarde voor SNBV van 75 db(a) aangehouden worden. Dit is eveneens het geval voor de maximale geluidsniveaus ten gevolge van de holdings in de dag- en avondperiode. Voor de nachtperiode kan voor SNBV een waarde worden aangehouden van 60 db(a). Voor de avondperiode geldt dan voor SNBV een norm van 65 db(a) voor de afgeschermde proefdraaiplaats en 75 db(a) voor het gebruik van de holdings. Voor de hangars van KLM is het lastiger om een eenduidige norm te stellen omdat voor KLM geen beperking in de vergunning geldt in de richting van Schuilhoeve. Gezien het feit dat het proefdraaien bij KLM alleen in de randen van de nacht voorkomt (23:00 tot 24:00 uur en 6:00 tot 7:00 uur), wordt het aanvaardbaar geacht om hiervoor de reguliere norm van 70 db(a) aan het houden voor de nacht- en avondperiode, mede omdat het proefdraaien bij de hangars van KLM weliswaar regelmatig voorkomt, maar niet altijd met de grootste vliegtuigen op het hoogste vermogen zoals bij deze berekeningen is aangehouden. Daarnaast is er ook niet in alle gevallen sprake van meewindcondities, zodat ook daarom de maximale geluidsniveaus vaak lager uitvallen dan waarmee in deze berekeningen is rekening gehouden. Voor de dagperiode kan aangesloten worden bij de normstelling van 75 db(a) zoals die voor SNBV is aangehouden. Wanneer voornoemde waarden overschreden worden, zal een aparte afweging voor deze woningen gemaakt moeten worden en afgewogen moeten worden of de maximale geluidsniveaus alsnog aanvaardbaar zijn. Berekeningsresultaten (huidige markt en slecht markt) Omdat voor het begane grondniveau geen dove gevels worden toegepast, is een analyse gemaakt van de geluidsbijdrage op deze hoogte. Hieruit blijkt dat voor de holdings van SNBV en de hangars van KLM geen overschrijding plaatsvindt van de uitgangspunten voor normstelling zoals hiervoor besproken. Alleen in de nachtperiode wordt de norm van 60 db(a) voor de afgeschermde proefdraaiplaats op een aantal woninggevels overschreden. De maximale geluidsniveaus zijn nergens hoger dan 65 db(a). Uit de rapportages van SNVB, welke maandelijks overlegd worden aan de omgevingsdienst NZKG, blijkt dat het proefdraaien op de afgeschermde proefdraaiplaats niet dagelijks plaatsvindt en wanneer dit plaatsvindt dan betreft dit een beperkte tijd. Tevens blijkt uit de meetresultaten in deze rapporten dan het proefdraaien slechts zelden op vol vermogen plaatsvindt, waardoor verwacht mag worden dat een maximaal geluidsniveau hoger dan 60 db(a) een uitzondering zal zijn. Daarbij moet tevens in aanmerking worden genomen dat in de omgeving, ten gevolge van vliegverkeer en grondgeluid van vliegtuigen, regelmatig hogere geluidspieken voorkomen, waardoor het proefdraaien niet of nauwelijks te onderscheiden zal zijn van deze overige geluidpieken. Uit oogpunt van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat wordt deze situatie aanvaardbaar geacht. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 65

70 Voor de overige bebouwingshoogten, met uitzondering van de eerstelijnsbebouwing waar deze gevels als dove gevel worden uitgevoerd, wordt de norm van 60 db(a) voor de nachtperiode voor de afgeschermde proefdraaiplaats ook op verschillende woningen in de wijk overschreden, maar ook hier geldt dat de maximale geluidsniveaus ten gevolge van de afgeschermde proefdraaiplaats nergens hoger zijn dan 65 db(a). De afwegingen zoals gemaakt voor het begane grondniveau gelden voor deze bouwlagen in gelijke mate. De norm voor de dag- en avondperiode wordt niet overschreden. De in het akoestisch onderzoek opgenomen tabel 7 geeft de normoverschrijdingen voor de overige proefdraailocaties op de verdiepingen van de woningen. Uit de rekenresultaten blijkt dat de overschrijdingen in de dag- en avondperiode uitsluitend veroorzaakt worden door het gebruik van de Holding 27. Uit rapporten die door SNBV overlegd worden aan de omgevingsdienst, blijkt dat proefdraaien op deze holding al enkele jaren niet meer voorkomt. Daarbij zullen de berekende maximale geluidsniveaus alleen optreden in de situatie dat sprake is van meewindcondities richting Schuilhoeve, juist op het moment dat gebruik wordt gemaakt van deze holding. De situaties dat deze maximale geluidniveaus optreden zullen dus zeer beperkt zijn. De overschrijding is bovendien nooit meer dan 2 db. Gesteld wordt dan ook dat hier voor wat betreft de maximale geluidsniveaus sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de variant slechte markt is dezelfde analyse uitgevoerd als voor de variant huidige markt. De in het akoestisch onderzoek opgenomen tabel 8 geeft de overschrijdingen ten gevolge van het proefdraaien op een beoordelingshoogte van 1,5 meter (begane grond). Hierbij valt op dat gedurende de dag- avondperiode op drie locaties sprake is van een overschrijding van de aangehouden normwaarde. Voor deze punten geldt dezelfde afweging als voor de overschrijdingen van de 75 db(a) zoals besproken bij de variant huidige markt (verdiepingen achter de eerstelijnsbebouwing). Voor de afgeschermde proefdraaiplaats van SNBV worden ook op diverse locaties in de wijk maximale geluidsniveaus berekend van meer dan 60 db(a), maar nergens meer dan 65 db(a). Ook hiervoor geldt dezelfde afweging als voor de variant huidige markt. Voor alle overige bouwlagen van de woningen achter de eerstelijnsbebouwing zijn de overschrijdingen van de besproken normen gegeven in tabel 9 (zie akoestisch onderzoek). Net als voor de begane grond wordt op verschillende locaties voor de afgeschermde proefdraailocaties een maximaal geluidsniveau van meer dan 60 db(a) berekend, maar nergens meer dan 65 db(a). Voor de overige proefdraailocaties geldt voor de overschrijdingen een gelijke afweging als voor de variant huidige markt. Al zijn er in dit geval wel meer locaties waar deze norm wordt overschreden. Conclusies Vanwege het aspect industrielawaai ten gevolge van het industrieterrein Schiphol zijn voor het bestemmingsplan Schuilhoeve berekeningen van de verwachte geluidsbelasting uitgevoerd. Getoetst is of voldaan kan worden aan het gestelde in de Wet geluidhinder. Tevens is rekening gehouden met de vergunde rechten van de bedrijven SNBV en KLM welke verantwoordelijk zijn voor de belangrijkste bijdrage in de geluidsbelasting op de woningen in het plan ten gevolge van het proefdraaien met vliegtuigen op een aantal locaties op het industrieterrein. Het bestemmingsplan is zodanig opgezet dat de eerstelijnsbebouwing een afscherming vormt voor de achtergelegen woningen. Voorwaarde is wel dat de gevels vanaf de eerste verdieping van deze eerstelijnsbebouwing zonder te openen delen wordt uitgevoerd (dove gevels) waardoor toetsing van de geluidsbelasting op deze gevels achterwege kan blijven. Deze voorwaarde is in de planregels opgenomen. Uit de berekeningen blijkt verder dat voor nagenoeg alle woningen in zowel de variant huidige markt als slechte markt hogere waarden moet worden verleend. Op enkele locaties in de wijk zal ook de maximale ontheffingswaarde worden overschreden. Hiervoor zijn bijzondere bepalingen in het bestemmingsplan opgenomen (dove gevel, geen geluidsgevoelige ruimte op de zolderverdieping), zodat bij de definitieve invulling van het plangebied voorkomen wordt dat deze overschrijdingen zullen optreden. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 66

71 In het onderzoek zijn tevens de maximale geluidsniveaus, welke op grond van de vergunde situatie bij SNBV en KLM kunnen optreden, berekend. Voor de maximale geluidsniveaus dient een afweging te worden gemaakt of in de nieuwe situatie sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening. Als normstelling wordt in eerste instantie uitgegaan van de vergunde waarde uit de vergunningen van SNBV en KLM voor zover daarin is voorzien. Bij een hoger berekende waarde wordt afgewogen of deze waarde aanvaardbaar is. Uit de berekeningen blijkt dat op een aantal locaties binnen de wijk het eerstgenoemde uitgangspunt wordt overschreden. Voor de afgeschermde proefdraaiplaats is dat nergens meer dan 5 db(a) en voor de overige proefdraailocaties nergens meer dan 2 db(a). Gezien het feit dat proefdraaien met zware vliegtuigen op de hoogste power setting en met meewindcondities slechts een beperkt aantal keer per jaar voorkomt, worden de berekende maximale geluidniveaus als aanvaardbaar geacht Cumulatie met industrielawaai Alvorens hogere waarden kan worden vastgesteld dient de gemeente een oordeel te geven over de acceptatie van de gecumuleerde geluidsbelasting. Dit betreft in dit geval de geluidsbronnen wegverkeer, railverkeer en industrielawaai. Landelijk wordt als maximale toelaatbare gecumuleerde geluidsbelasting een waarde van 65 db gehanteerd. Uit het onderzoek Bouwplan Schuilhoeve te Badhoevedorp, akoestisch onderzoek industrielawaai (2016) volgt dat een aantal gevels doof dienen te worden uitgevoerd om zo te kunnen voldoen aan de wettelijke eisen. In onderstaande afbeelding is de locatie van deze dove gevels, uitgevoerd vanaf 4,5 meter hoog, in beeld gebracht. Overzicht locatie dove gevels uitgevoerd vanaf 4,5 meter - t.b.v. industrielawaai Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 67

72 Wanneer bovenstaande maatregel gecombineerd wordt met de resultaten en mogelijke maatregelen die in hoofdstuk 4 en 5 van het rapport ten behoeve van het weg- en railverkeerslawaai zijn benoemd, kan het volgende voor wegverkeer bijgesteld worden: Met toepassing van dove gevels vanaf de eerste verdieping wordt de maximaal toelaatbare waarde niet meer overschreden ten gevolge van de rijkswegen. In bijlage 6 van het rapport voor weg- en railverkeerslawaai is een overzicht opgenomen van de gecumuleerde waarden voor de nieuwbouwwoningen. Met toepassing van de dove gevels is de maximale gecumuleerde waarde 65 db Conclusie Uit de uitgevoerde akoestische onderzoeken blijkt dat voor geluidgevoelige ontwikkelingen die in het plangebied met een directe bestemming mogelijk zijn gemaakt een besluit hogere grenswaarden Wet geluidhinder moet worden genomen. Hiermee wordt de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting door wegverkeerslawaai en industrielawaai vastgelegd. Het bestemmingsplan met de daarin opgenomen ontwikkelingen voldoet aan de eisen ten aanzien van geluid. In de planregels is voor industriegeluid voorgeschreven dat de ontwikkelingen alleen maar gerealiseerd kunnen worden indien aan de hogere grenswaarden wordt voldaan. Uit de onderzoeken blijkt ook dat het aspect geluid een belangrijk aandachtspunt is voor de verdere uitwerking van met name de deelgebieden Schuilhoeve. Voor het deelgebied Schuilhoeve wordt de Crisis- en herstelwet toegepast (zie hoofdstuk 6 Toepassing Crisis- en herstelwet). Dit maakt het mogelijk om - in tijdelijke afwijking van de eisen van de Wet geluidhinder - vooruitlopend op de omlegging van de A9 en de te treffen maatregelen ter afscherming van het industrielawaai van Schiphol te kunnen starten met woningbouw. Bij de verdere uitwerking zal dienen te worden voldaan aan de wettelijke eisen ten aanzien van geluid. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 68

73 5.8 Grondgeluid Grondgeluid algemeen Definitie grondgeluid Grondgeluid ontstaat als het vliegtuig stil staat op de baan, vol gas geeft, begint te rollen en bezig is de start uit te voeren. Grondgeluid kenmerkt zich doordat het een laagfrequent-geluidkarakter (tussen 31,5 en 63 Hz) heeft. Daarbij verplaatst grondgeluid zich voornamelijk horizontaal, tegengesteld aan de startrichting, onder een hoek van ongeveer 45%. Door dit laagfrequent-karakter wordt het geluid nauwelijks gedempt door de atmosfeer en kan het tot op een aantal kilometers vanaf de startbaan duidelijk hoorbaar en of voelbaar zijn. Uit onderzoeken is gebleken dat de weersinvloeden, zoals de windrichting en de omgevingstemperatuur sterk van invloed zijn op de overdracht en dus de luidheid van grondgeluid. Het proefdraaien van vliegtuigen valt overigens onder industrielawaai en niet onder grondgeluid. Voortplantingsrichting grondgeluid Wettelijk kader en normering Grondgeluid wordt door de luchtvaartsector en het Rijk erkend. Zowel in Nederland als internationaal kent men vooralsnog geen geaccepteerde beoordelingsmethode voor laagfrequent geluid, en daardoor ook geen normering voor grondgeluid. Daardoor kunnen wetenschappelijke instituten geen hard waardeoordeel geven in onderzoeken over grondgeluid. Dit wordt door de onderzoeksinstellingen en de onderzoeksbureaus aangegeven en door het Rijk erkend (zie paragraaf landelijke normering grondgeluid). Of grondgeluidniveaus wel of niet aanvaardbaar zijn is hierdoor lastig vast te stellen. Door het ontbreken van beoordelingscriteria kan geen hard waardeoordeel worden gegeven of er momenteel of in de toekomst te veel grondgeluid is en of dat voldoende leefbaar is Grondgeluid Alders tafel en landelijke normering Landelijke normering grondgeluid Het Rijk is verantwoordelijk voor normering voor grondgeluid. In het Actieplan omgevingslawaai Schiphol (ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2014) is hierover het volgende opgenomen: Het voormalig ministerie van VROM en het huidige ministerie van I en M hebben sinds 2008 onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en wenselijkheid van een landelijke normering voor grondgeluid, niet alleen gericht op de luchtvaart. Om te komen tot een mogelijke landelijke normering moest het volgende gebeuren: 1. De aanbevolen beoordelingssystematiek moest onderzocht worden. Hierbij diende onder meer gekeken worden naar de robuustheid en de gevolgen (mate van bescherming en kosten). 2. Vervolgens moest deze exercitie een advies opleveren over: Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 69

74 - de te hanteren beoordelingssystematiek; - de normering. Er bestaat vrijwel nergens ter wereld een beoordelingssystematiek en normering voor grondgeluid. Het ministerie heeft de afgelopen jaren onderzoek laten uitvoeren met betrekking tot het ontwerpen van een beoordelingssystematiek voor laagfrequent geluid. Hierbij is een meetprogramma uitgevoerd, literatuuronderzoek verricht en laboratoriumonderzoek uitgevoerd. Aan deze onderzoeken zijn echter nog geen conclusies te verbinden wat betreft de mate van hinder van laagfrequent geluid ten opzichte van hoog frequent geluid. Nader onderzoek is vanwege de complexiteit van het onderwerp, gebrek aan prioriteit en financiële middelen op dit moment niet haalbaar en daardoor ook niet meer op korte termijn te verwachten. Het agenderen van het onderwerp grondgeluid op ministerieel niveau is een gevolg van de afspraken in het Alderstafel advies. De Alderstafel Schiphol was een overlegtafel met als doel om het kabinet te adviseren over de ontwikkeling van de luchthaven Schiphol en is opgevolgd door de Omgevingsraad Schiphol. Als op langere termijn alsnog een onderzoeksvoorstel van het Rijk voor landelijke normering van grondgeluid beschikbaar komt, dan zal dit voorstel ter kennis worden gebracht aan de Omgevingsraad Schiphol (als opvolger van de Alders tafel Schiphol). Het aspect grondgeluid is in de in de maak zijnde milieueffectrapportage Nieuw Normen- en Handhavingstelsel Schiphol vooralsnog niet meegenomen. Grondgeluid in Alders tafel Schiphol In het Convenant hinderbeperking en ontwikkeling Schiphol middellange termijn (2008) zijn de afspraken tussen omwonenden, luchtvaartpartijen en overheden om hinder te beperken vastgelegd. Grondgeluid is hier als specifieke vorm van hinder benoemd. Artikel 8 van het convenant heeft betrekking op grondgeluid: Grondgeluid: reductie grondgeluid Hoofddorp-Noord 8.1 Schiphol treft maatregelen om het grondgeluid in Hoofddorp-Noord met ten minste 10 db terug te dringen. Hiertoe realiseert Schiphol medio 2011 een geluidswerende voorziening ten westen van de Polderbaan, met als doel een reductie van grondgeluid van ten minste 7 db. 8.2 Tevens zetten de betrokken Partijen voorzieningen treffen om in het achterliggende gebied op termijn een aanvullende reductie van 3 db te realiseren. 8.3 De betrokken Partijen erkennen het grote openbare belang van het treffen van een integrale oplossing conform 8.1 en 8.2. De betrokken Partijen zullen zich naar beste vermogen inspannen de benodigde vergunningen tijdig te verlenen, respectievelijk de daarvoor geldende procedures tijdig te doorlopen, en mee te werken aan de planologische procedures voor de realisatie van een integrale oplossing, uitgaande van de voor de Partijen relevante criteria, zoals het Rijksbufferzonebeleid. Grondgeluid: onderzoek grondgeluid Amstelveen en Zuideramstel 8.4 Schiphol en Amstelveen ronden het lopende onderzoek af naar het optreden van grondgeluid in de gemeente Amstelveen, de oorzaken hiervan en de mogelijke maatregelen daartegen. Schiphol en Amsterdam gaan na of de overlast van grondgeluid in Amstelveen substantieel is en of dat aanleiding geeft voor nader onderzoek naar grondgeluid in het aangrenzende gebied van Zuideramstel. Grondgeluid: onderzoek grondgeluid Badhoevedorp en Amsterdam-West 8.5 Schiphol start in overleg met de betrokken gemeenten een onderzoek naar (de aard en effecten van) grondgeluid in Badhoevedorp en Amsterdam-West en zo nodig Zuideramstel. Partijen treden in overleg over de volgorde van het onderzoek en de streefdatum van de afronding. Grondgeluid: landelijke normering voor laagfrequent geluid 8.6 Partijen erkennen de overlast vanwege grondgeluid door de luchtvaart. De minister van VROM onderzoekt thans in hoeverre landelijke normering voor grondgeluid, niet alleen gericht op de Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 70

75 luchtvaart, wenselijk is en onderzoekt de mogelijkheden daartoe. De uitkomsten van het daartoe benodigde onderzoek worden, voorzover dit de luchtvaart betreft, aan Partijen voorgelegd voor advies. Partijen geven hier over uiterlijk 1 december 2009 een gezamenlijk advies aan de ministers van VROM en V&W. Mocht besloten worden tot normering of regelgeving, dan zal de minister van VROM deze, voorzover ze betrekking heeft op de luchtvaart, inclusief de gevolgen die normering of regelgeving heeft voor luchtvaartpartijen, ter advisering aan Partijen voorleggen. Eventuele regelgeving wordt integraal in aanmerking genomen bij de verdere uitwerking, beproeving en evaluatie van het nieuwe normen- en handhavingstelsel genoemd in artikel 5. Op de ontbrekende normering is al ingegaan. Onderstaand wordt ingegaaan op de situatie in Hoofddorp Noord en in Badhoevedorp Grondgeluid Haarlemmermeer en Hoofddorp Grondgeluid voor 2003 Grondgeluid was tot 2003 in alle onderzoeken naar geluidsbelasting rond luchthavens gedefinieerd als een combinatie van het geluid van taxiënde vliegtuigen en het geluid dat wordt veroorzaakt bij reverse thrust, waarbij een vliegtuig na de landing wordt afgeremd via de motoren. De invloed van deze vorm van grondgeluid werd over het algemeen als verwaarloosbaar aangeduid ten opzichte van het geluid van een startend of landend vliegtuig. In het MER Schiphol 2003 (ministerie van Verkeer en Waterstaat) is onderzoek gedaan naar grondgeluid. In een samenvatting die benut is voor de beantwoording van een inspraakreactie stelt het Rijk: In het MER Schiphol 2003, dat ten grondslag ligt aan het huidige LVB, is onderzoek gedaan naar grondlawaai. Uit dat onderzoek is gebleken dat het aandeel van taxiën in de geluidbelasting uiterst marginaal is in de hoge geluidbelastingcontouren (65 Ke en hoger). In de lage geluidbelastingcontouren (35 Ke en lager) is dit zelfs verwaarloosbaar (zie MER Schiphol 2003 Onderzoeksbijlage Geluid Deel 2 Onderzoek 7). In het berekeningsvoorschrift voor geluidbelasting, dat overigens in overeenstemming is met de EU Richtlijn daarover, is taxiën om die reden geen onderdeel van de geluidbelasting. Grondlawaai is daarom ook in het huidige MER, in overeenstemming met het advies van de Commissie m.e.r. over de Richtlijnen, niet meegenomen. Na 2003 zijn met name de bewoners, de gemeente(n) en Schiphol met het onderwerp grondgeluid aan de slag gegaan. Grondgeluid na 2003 In februari 2003 werd de Polderbaan in gebruik genomen. Het geluid en trillingen die startende vliegtuigen vanaf de Polderbaan veroorzaakten leidde tot hinder bij bewoners van Hoofddorp-Noord. De bewonersvereniging Hoofddorp-Noord heeft dit probleem aangekaart bij de gemeente Haarlemmermeer. De gemeente en de Schiphol Group hebben daarop besloten een onderzoek te starten naar de exacte oorzaak van de overlast en de mogelijkheden om deze hinder met maatregelen te kunnen beperken (Groundnoise Polderbaan Overview of Results, Wyle Report WR (J/N 52611), B. Sharp et al, februari 2006). Uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van overlast door grondgeluid. De waargenomen geluid- en trillingsniveaus worden veroorzaakt door laagfrequent motorgeluid van (grote) startende vliegtuigen. Onder bepaalde omstandigheden (wind, temperatuur, natte of bevroren bodem) kunnen de geluid- en trillingsniveaus versterkt worden. Voor de Polderbaan leidde het in 2006 tot de afspraak om tussen de baan en Hoofddorp maatregelen te nemen die de hinder door grondgeluid kunnen beperken. Diverse mogelijke oplossingen werden aangedragen. Onder andere de aanleg van bos, grind- en gravelvelden en beplanting om de grondabsorptie van geluid te vergroten. De afspraak dat Schiphol maatregelen treft om het grondgeluid in Hoofddorp-Noord met ten minste 10 db te reduceren is opgenomen in het Alders convenant. Maatregelen Hoofddorp-Noord Ten zuidwesten van de Polderbaan zijn geluidwerende ribbelsecties aangelegd met als doel om uiteindelijk een grondgeluidreductie van 10 db te realiseren. In een landschapsontwerp is een Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 71

76 geluidsreducerende ribbelstructuur opgenomen met een hoogte van 1,5 meter boven, een diepte van 1,5 onder maaiveld en een afstand van 10 meter tussen de toppen. Een ribbelstrook heeft een ruimtebeslag van 60 meter breed, over de gehele lengte van de kavel en wordt bedekt met wilgen of gras. In de winter van 2013/2014 zijn door TNO geluidmetingen uitgevoerd en daaruit is gebleken dat inmiddels een reductie van 5,5 db is bereikt. Een deel van de ribbels op het grondgebied van Schiphol nabij te Polderbaan moet nog aangelegd worden. Het uitfaseren van oudere, meer overlastgevende vliegtuigen zal tevens bijdragen aan de totale geluidreductie Grondgeluid Badhoevedorp Grondgeluid Badhoevedorp; onderzoek Alderstafel NLR 2011 Zowel in april 2011 als in november 2011 heeft het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) gerapporteerd over de metingen naar laagfrequent geluid in Badhoevedorp en Amsterdam-West. - Grondgeluid Badhoevedorp, Amsterdam-West, Zuideramstel Een inventarisatie op basis van metingen, NLR, april Grondgeluid Badhoevedorp en Amsterdam-West Een inventarisatie op basis van metingen, NLR, november Het algemene beeld is dat bij de meetresultaten van grote startende vliegtuigen onder zomerse omstandigheden de grondgeluidniveaus significant lager (>10 db(c)) zijn dan onder winterse omstandigheden. Het NLR concludeert dat zowel onder zomerse als winterse omstandigheden er sprake is van enige mate van grondgeluid, met name in Badhoevedorp. De verwachting is dat onder zomerse omstandigheden geen hinder optreedt op de onderzochte locaties, terwijl onder winterse omstandigheden met name in delen van Badhoevedorp hier wel in beperkte mate sprake van is: Het onderzoek betrof een inventarisatie op basis van metingen uitgevoerd onder winterse omstandigheden (10 januari 2011). Op verzoek van Schiphol Group is aanvullend onderzoek uitgevoerd en zijn op dezelfde locaties opnieuw de aard en de effecten van grondgeluid vastgesteld, maar nu onder zomerse omstandigheden (4 augustus 2011). Onder zomerse omstandigheden is net als onder winterse omstandigheden sprake van grondgeluid in Badhoevedorp en Amsterdam-West. Echter, als de starts vanaf de Kaag- en Aalsmeerbaan van grote vliegtuigen in de meetperiode van 10 januari en 4 augustus met elkaar vergeleken worden, is het de verwachting dat onder zomerse omstandigheden geen hinder optreedt. Terwijl in de winterse omstandigheden hiervoor wel aanknopingspunten gevonden zijn, bij het uitvoeren van een empirische toets. Het algemene beeld is dat bij de meetresultaten van grote startende vliegtuigen onder zomerse omstandigheden de grondgeluidniveaus significant lager (>10 db(c)) zijn dan onder winterse omstandigheden. Naar aanleiding van deze resultaten hebben de gemeente Amsterdam, Schiphol en de gemeente Haarlemmermeer geconstateerd dat verdere acties niet nodig zijn aangezien het NLR concludeert dat zelfs onder winterse omstandigheden beperkt sprake is van enige mate van grondgeluid in Badhoevedorp. Deze conclusie is ook opgenomen in de Alders tafel Evaluatie convenant hinderbeperking (oktober 2013). De dorpsraad Badhoevedorp kon zich niet vinden in de NLR conclusie. De dorpsraad was van mening dat grondgeluid wel degelijk een kwestie is waar rekening mee moet worden gehouden en vond dan ook dat het onderzoek niet afgedaan kan worden met enkel de conclusie van het NLR: er dient aanvullend onderzoek gedaan te worden naar oplossingen. Grondgeluid Badhoevedorp: onderzoek NLR 2013 mogelijke maatregelen Als reactie op het verzoek van de dorpsraad Badhoevedorp is in 2013 nader onderzoek uitgevoerd. Het rapport Grondgeluid in Badhoevedorp. Een Quick scan met in achtneming van de verlegging van de Rijksweg A9 (NLR, 6 december 2013) is in opdracht van de gemeente Haarlemmermeer opgesteld. In de rapportage heeft het NLR de haalbaarheid van een aantal technische mogelijkheden geïnventariseerd om de luidheid van het grondgeluid in Badhoevedorp te verminderen. Onderstaande Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 72

77 technische mogelijkheden zijn bekeken in relatie tot de Schiphol situatie, het plangebied en de herpositionering van de Rijksweg A9: - verstrooiing (in lijn met de ribbels zoals voorgesteld bij de Polderbaan); - inzet van absorberende materialen; - afscherming (bijvoorbeeld door de A9). In de Quick scan is de haalbaarheid van een aantal technische mogelijkheden geïnventariseerd om de luidheid van het grondgeluid in Badhoevedorp te verminderen. Gebleken is dat de technische mogelijkheden beperkt zijn. Als bewoner merk je niet of nauwelijks dat de luidheid van grondgeluid in Badhoevedorp onder invloed van de boven genoemde technische mogelijkheden zal afnemen. Er is onvoldoende ruimte om het terugkaatsende geluid via de grond onder downwind omstandigheden significant te verminderen met verstrooiing of absorptie, omdat tussen de Kaagbaan en Badhoevedorp en tussen de Aalsmeerbaan en Badhoevedorp luchtvaartactiviteiten plaatsvinden (zoals taxiën, starten en landen, et cetera) en zich ook snelwegen bevinden. Daarnaast blijkt het afschermen van het geluid door de A9 ineffectief. De afstand van de startende vliegtuigen vanaf de Kaagbaan en de Aalsmeerbaan tot de A9 is dusdanig groot dat het grondgeluid naar Badhoevedorp nauwelijks akoestisch effectief kan worden afgeschermd. Tevens is, als onderdeel van de scan, een doorkijk gegeven naar de toekomst toe. Bij vervanging van een oud luid vliegtuigtype (MD11) door een stiller type kan het geluid per event op Schiphol afnemen. Echter, wordt verwacht dat het percentage langeafstand vliegtuigen met 2 motoren op Schiphol (zoals de Boeing 777, Airbus 330, A350 en B787) gaat toenemen als oude typen vliegtuigen (B ) met 4 motoren vervangen worden. Gemiddeld wordt een aantal grondgeluidevents hierdoor iets luider, maar in dusdanige mate dat individuele verschillen tussen de grondgeluidevents voor omwonenden nauwelijks waarneembaar zijn. Grondgeluid: Re-sil(i)ence, afstudeeropdracht M. Lugten, TU Delft Specifiek voor het onderwerp vliegtuiggeluid heeft de gemeente in 2013/2014 een student van de TU Delft mede gefaciliteerd om als afstudeeropdracht onder meer de mogelijkheden te onderzoeken die zouden kunnen leiden tot reductie van (laagfrequent) luchtvaartgeluid in de nabijheid van de luchthaven. Het doel van dit afstudeeronderzoek was om te bedenken hoe de ruimtelijke omgeving slimmer is in te richten op vliegtuiggeluid. Wat kan er op de grond worden gedaan tegen vliegtuiggeluid? Voor details wordt verwezen naar de op de site van de TU vindbare scriptie. Specifiek voor grondgeluid in Badhoevedorp is verkend of er maatregelen te bedenken zijn. Voor de in Hoofddorp Noord aantoonbaar werkende ribbels is weinig tot geen ruimte omdat de laagfrequente geluidsgolven zich grotendeels over luchthaventerrein (in tegenstelling tot bij de Polderbaan in Hoofddorp Noord) - voortplant. Grindbakken op het luchthaventerrein zouden theoretisch kunnen werken maar zijn qua veiligheid en technische uitvoerbaarheid langs de baan lastig uitvoerbaar. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of de wetenschappelijke aannames uit het afstudeeronderzoek ook in de praktijk uitvoerbaar zijn. Op termijn kan bij de ontwikkeling van Badhoevedorp Zuid en/of bij de ontwikkeling van de Schipholdriehoek gebruik gemaakt worden van ontwerpprincipes bij de ruimtelijke inrichting die aantoonbaar grondgeluid kunnen reduceren Grondgeluid onderzoek metingen Schuilhoeve In opdracht van de gemeente Haarlemmermeer heeft NLR specifiek naar Schuilhoeve gekeken. In het rapport Grondgeluid Schuilhoeve. Een doorkijk naar de jaarlijkse effecten (NLR, 2014) geeft NLR een indicatie van het gemiddelde aantal events per dag dat mogelijk kan leiden tot hinder of ernstige hinder. Het grondgeluid krijgt hierdoor meer betekenis, waardoor een betere afweging gemaakt kan worden over de vraag of het grondgeluid in Schuilhoeve aanvaardbaar is of niet. Het rapport is als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd. Aanpak In een eerder onderzoek heeft het NLR grondgeluid metingen te Hoofddorp getoetst aan een niet wetenschappelijk onderbouwde hindercurve. De resultaten zijn vervolgens onderverdeeld in een zomer Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 73

78 en een winterperiode, waarvoor is aangegeven op hoeveel dagen de starts, volgens deze curve, als hinderlijk worden ervaren. In het nieuwe onderzoek wordt een soortgelijke aanpak gevolgd. Het onderzoek bestaat uit het doorlopen van een stappenplan: 1. Geluidmeten - ter hoogte van Schuilhoeve. 2. Dataverwerking - destilleren van grondgeluidevents per type vliegtuig. 3. Doorvertaling van een zomer- naar een wintersituatie m.b.v. meetresultaten ter hoogte van Hoofddorp. 4. Bepalen jaarlijkse effecten - resultaten projecteren op de aantallen starts gedurende het gebruiksjaar 2013 (1 november 2012 t/m 31 oktober 2013). Ad 1 Geluidmeten Tussen 12 augustus 2014 en 14 september 2014 is in de tuin van een woning aan de Fokkerstraat te Badhoevedorp met een buitenmicrofoon continue geluid gemeten. De aan de microfoon gekoppelde meetcomputer heeft de geluidniveaus opgeslagen. Zodra het C-gewogen geluidniveau boven de 70dB(C) uitkwam, zijn er gedurende 60 seconden geluidniveaus opgeslagen. Ad 2 Dataverwerking De gemeten geluidniveaus zijn met behulp van grondradardata aan vluchten op Schiphol gekoppeld. Hiervoor is eerst uit de grondradardata de take-off tijd bepaald. De take-off tijd is het moment waarop het vliegtuig op de startbaan staat en begint met accelereren om vervolgens op te stijgen. Rond de take-off tijd is gekeken of er geluidmetingen zijn. De maximale geluidniveaus rond de take-off tijd, met een tijdsvenster van 15 seconden, is vervolgens samen met het vliegtuigtype, de startbaan, datum en de tijd opgeslagen. De ongewogen niveaus per tertsband zijn vervolgens aan een hindertoets onderworpen. Als één van de niveaus in de frequentiebanden in het hinderlijke gebied (oranje) dan wel ernstig hinderlijke gebied (rood) kwam (zie figuur), is de vlucht als dusdanig aangemerkt. Alle vluchten zijn op dezelfde manier getoetst. Het percentage hinderlijk dan wel ernstig hinderlijk is vervolgens per vliegtuigtype en per baancombinatie bepaald Oppressive Chest Vibration Feeling 100 Sound Pressure Level, db Annoying/Objectionable 70 Inaudible Detectable /3-octave Band Center Frequency, Hz Voorbeeld van hinderlijke en ernstig hinderlijke grondgeluidevents Deze hindercurve is eerder gebruikt en aangedragen door het Amerikaanse bedrijf Wyle. De wetenschappelijke onderbouwing van de curve ontbreekt. Desondanks is de trend van de toets met de curve vergeleken met de gerapporteerde hinder in Hoofddorp en liet deze overeenkomstige resultaten zien. Mede door het ontbreken van geschikte alternatieven beschouwd het NLR een hindertoets met de Wyle curve als best practice. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 74

79 Ad 3 Doorvertaling naar winterperiode De doorvertaling naar de winterperiode geschiedt op basis van eerder verkregen grondgeluid meetresultaten te Hoofddorp. Deze meetresultaten beslaan een langere periode, dus zowel de zomer als de winterperiode. Met deze meetresultaten is voor een aantal grote vliegtuigen (waaronder de A333) het gemiddeld verschil per tertsband bepaald tussen zomer- en winterse omstandigheden. Dit verschil is vervolgens opgeteld bij elk gemeten grondgeluidevent ter hoogte van de Schuilhoeve waardoor een doorvertaling naar de winterperiode ontstaat. Ad 4 Hindertoets: bepalen jaarlijkse effecten Met de meetresultaten ter hoogte van de Schuilhoeve (zomerperiode) wordt voor de meetperiode de hindertoets uitgevoerd. Per type vliegtuig worden vervolgens de percentages berekend hoe vaak een vliegtuig als hinderlijk geclassificeerd is dan wel als ernstig hinderlijk. Ook voor de meetresultaten met de doorvertaling naar de winterperiode wordt de toets uitgevoerd en worden de percentages per type vliegtuig berekend. Voor het referentiejaar wordt vervolgens het jaar opgedeeld in periodes met zomerse- en winterse omstandigheden en wordt met behulp van de berekende percentages en het verkeersaanbod (uit het referentiejaar) per type vliegtuig het aantal hinderlijke en ernstige hinderlijke grondgeluidevents berekend. Door het aantal ernstige hinderlijke grondgeluidevents gedurende het hele referentie jaar op te tellen ontstaat de doorkijk naar de jaarlijkse effecten. Meetresultaten Voor de doorkijk naar de jaarlijkse effecten heeft het NLR van 12 augustus t/m 15 september 2014 geluidmetingen uitgevoerd ter hoogte van de Schuilhoeve. Gedurende de meetperiode zijn in totaal 5572 vliegtuigen gestart vanaf de Kaagbaan (24) en 4877 vliegtuigen vanaf de Aalsmeerbaan (18L). Van de Kaagbaan zijn 2761 opnames beschikbaar en voor de Aalsmeerbaan 3022 opnames. Voor de grote vliegtuigen zijn de werkelijke aantallen gedurende de meetperiode uitgesplitst naar vliegtuigtype. Tevens is aangegeven hoeveel gemeten geluidevents (hoger dan 70 db(c)) herleid konden (de detectiegraad 1 ). In de analyses wordt aangenomen dat gedurende de meetperiode alle geluidevents veroorzaakt door startende vliegtuigen boven de 70 db(c) zijn gemeten. Het meetsysteem kende een meetdrempel van 70 db(c) en ging pas meten als het omgevingsgeluid daar bovenuit kwam. In onderstaande tabel staan de gemeten grondgeluidevents. Vliegtuigtype Werkelijk aantal starts Gemeten aantal grondgeluidevents Detectiegraad 24 18L 24 18L 24 18L A % 62% A % 60% A % 52% A % 43% B % 49% B % 0% B % 52% B % 56% B % 67% B % 0% B % 52% B % 62% B77L % 47% 1 De detectiegraad van de microfoon is niet identiek aan de detectiegraad van het menselijk gehoor. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 75

80 B77W % 36% MD % 43% Overzicht gemeten grondgeluidevents boven de 70 db(c) van 12 augustus t/m 14 september 2014 In onderstaande histogram zijn alle gemeten grondgeluidevents boven de 70 db(c) gerangschikt naar luidheid. In dit histogram zitten alle vliegtuigtypen. Vanaf een luidheid van ongeveer 80 db(c) worden indicaties van hinder gevonden. De uiteindelijke hindertoets gebeurt op het geluidspectrumniveau en niet op een overall geluid zoals weergegeven in de histogram Histogram van niveaus (LCS db(c)) More Histogram gemeten waarden boven de 70 db(c) (12 augustus t/m 14 september 2014) Hindertoets zomer De meetperiode van dit onderzoek viel in de zomerperiode en omvatte 5 weken. In de analyse wordt aangenomen dat de variatie in luidheid veroorzaakt door de vlootsamenstelling en de veranderende weersomstandigheden in deze periode voldoende representatief is voor de operaties en omstandigheden van mei tot en met oktober. De maximale niveaus van de gemeten events zijn getoetst aan de hindercurve en opgeschaald naar de aantallen van de winterperiode in een referentie jaar. Dit referentie jaar begint op 1 november 2012 en eindigt op 31 oktober 2013 (het zogeheten gebruiksjaar 2013). De zomeromstandigheden zijn van mei tot en met oktober en de winterse omstandigheden van november tot en met april. In het rapport is een tabel opgenomen met de resultaten van het aantal hinderlijke grondgeluidevents te Schuilhoeve in de zomerperiode. Van mei tot en met oktober zijn vanaf de Kaagbaan 1199 Airbus type vliegtuigen gestart. Daarvan veroorzaakten 474 starts hinder en 14 starts ernstige hinder, afgerond respectievelijk 40% en 1% van het aantal totaal aantal A333 starts gedurende de zomerperiode. Hindertoets winter Voor de winterse omstandigheden wordt aangenomen dat de variatie van de luidheid veroorzaakt door de verschillende vlootsamenstelling en de veranderende weersomstandigheden gedurende de meetperiode representatief is voor operaties en de veranderende weersomstandigheden van november tot en met april. De vertaling van zomerse naar winterse omstandigheden vindt plaats door een gemiddeld spectraal verschil (tussen zomer en winter) toe te voegen aan de gemeten geluidniveaus. Dit gemiddeld verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door het akoestisch harder worden van de bodem (nat of bevroren en nauwelijks vegetatie) en de afname van de luchtvochtigheid. De grondgeluidniveaus worden onder winterse omstandigheden luider ten opzichte van de zomerse omstandigheden. Het aantal hinderlijke events neemt hierdoor toe. Voor een overzicht hiervan wordt verwezen naar de in het rapport opgenomen tabel. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 76

81 Jaarlijkse effecten Het samenvoegen van de resultaten (dus alle vliegtuigtypen) levert de doorkijk naar de jaarlijkse effecten op en zijn weergegeven in onderstaande tabel. Overzicht hinderlijke events gedurende het jaar Zomer (mei-okt) Winter (nov-apr) Totaal 18L Hinder Ernstige hinder Hinder Ernstige hinder In het gebruiksjaar 2013 hebben vanaf de Kaagbaan (24) en de Aalsmeerbaan (18L) afgerond respectievelijk en starts plaatsgevonden. Gezamenlijk zijn dit starts, waarvan voor ( ) 8744 events indicaties gevonden zijn van hinder en voor ( ) 355 events indicaties gevonden zijn van ernstige hinder. Dit laatste aantal is iets minder dan 1% van het totale aantal starts op de Kaag- en Aalsmeerbaan en komt neer op iets minder dan 1 start per dag waarbij ernstige hinder wordt veroorzaakt. Indien de zomerse omstandigheden gedurende het jaar overschat zijn in het voorgaande scenario zouden meer events geclassificeerd zijn als hinderlijk of ernstig hinderlijk. Om meer gevoel te krijgen van een mogelijke overschatting is een worst case scenario bestudeerd. De zomerperiode verkort van juni tot en met september en de winter verruimd van oktober tot en met mei. De resultaten van dit worst case scenario zijn weergegeven in de tabel. Overzicht hinderlijke events gedurende het jaar (worst case scenario) Zomer (jun-sept) Winter (okt-mei) Totaal 18L Hinder Ernstige hinder Hinder Ernstige hinder Van de start zijn er nu ( ) 9904 starts met de indicatie hinderlijk en ( ) 477 ernstig hinderlijk. Dit betekent dat minder dan 1% van de starts ernstige hinder kunnen veroorzaken en komt neer op iets meer dan 1 start per dag waarbij ernstige hinder wordt veroorzaakt. Reflectie en conclusie Een groot aantal events van een relatief klein vliegtuig, de B738 startend op de Kaagbaan, wordt geclassificeerd als hinderlijk. Het grondgeluid afkomstig van kleinere vliegtuigen kunnen hoorbaar/voelbaar zijn en of door individuen als onwenselijk of vervelend worden ervaren. NLR neemt op basis van eerdere onderzoeken in Hoofddorp aan dat er pas sprake van overlast en of verstoring kan zijn bij de classificatie ernstige hinder. In de doorkijk wordt daarom voor de jaarlijkse effecten voornamelijk ingezoomd op het aantal events die ernstige hinder kunnen veroorzaken. Volgens verwachting domineren de grote vliegtuigen bij de events die geclassificeerd zijn als ernstige hinder. De resultaten van de hindertoets zijn in absolute zin weergegeven. De getallen zijn indicatief en geven vooral de orde van grootte weer. Hoe de toekomstige populatie de grondgeluidniveaus daadwerkelijk zal ervaren, kan per individu sterk verschillen. Bovendien kan grondgeluid, ondanks het uitblijven van de classificatie hinder of ernstige hinder, hoorbaar zijn. In de doorkijk naar de jaarlijkse effecten van het grondgeluid ter hoogte van Schuilhoeve is het de verwachting dat een (toekomstige) bewoner gemiddeld 1 keer per dag gestoord kan worden en of overlast (ernstige hinder) kan ondervinden door grondgeluid. Het genoemde aantal kan van dag tot dag variëren afhankelijk van het verkeersaanbod en de weersomstandigheden. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 77

82 Omdat deze metingen en het onderzoek zijn uitgevoerd voordat het grondlichaam voor de omgelegde A9 werd aangelegd, komt de mogelijk afschermende werking van het talud nog niet tot uitdrukking in de resultaten. Bij het navolgende onderzoek met berekeningen is het grote grondlichaam van de A9 wel opgenomen in het model Grondgeluid onderzoek berekeningen Schuilhoeve In het onderzoek Berekening grondgeluid Schuilhoeve (TNO, 2014) is onderzocht welke geluidniveaus in de wijk Schuilhoeve kunnen optreden, en welke mate van hinder daarvan verwacht kan worden. Voor een volledige versie van het rapport wordt verwezen naar de bijlagen. Aanpak Het uitgevoerde onderzoek richt zich op het grondgeluid veroorzaakt door vliegtuigen die starten op de Kaagbaan en Aalsmeerbaan. Doordat vliegtuigen tegen de wind in starten, verspreidt het geluid zich onder meewind naar de wijk Schuilhoeve. Van starts vanaf deze banen worden daarom de hoogste grondgeluidniveaus verwacht. Plangebied Schuilhoeve ten opzichte van de Kaagbaan en Aalsmeerbaan. De rode cirkel geeft het referentiepunt voor de geluidberekeningen weer. Het geluid van vliegtuigen die op de Buitenveldertbaan starten is (hoewel die baan dichtbij de wijk Schuilhoeve ligt) buiten beschouwing gelaten, omdat de niveaus als gevolg van deze starts veel lager zijn dan van de bovengenoemde startbanen. Voor een startrol in oostelijke richting zal de geluidsoverdracht naar de wijk Schuilhoeve onder tegenwind plaatsvinden. Enerzijds worden in Schuilhoeve lagere grondgeluidniveaus verwacht omdat de wijk dan in een geluidschaduw ligt. Anderzijds worden ook lagere niveaus verwacht omdat een startend vliegtuig in voorwaartse richting veel minder laagfrequent geluid uitstraalt dan in de (schuin) achterwaartse richting vanaf de Kaagbaan en Aalsmeerbaan. Geluidhinder door grondgeluid wordt vooral door starts van zware vliegtuigen veroorzaakt. Het onderzoek concentreert zich op de starts van de zware vliegtuigtypen Boeing 747, 767, 777 en MCDonell-Douglas-11, waarvan uit onderzoek bij de Polderbaan bekend is dat ze hinder door grondgeluid veroorzaken. De Boeing 757 en Airbus A330 en A340, die ook geassocieerd worden met hinder door grondgeluid, zijn niet apart onderzocht. Uit metingen in Hoofddorp blijkt dat deze toestellen gemiddeld geen significant hogere of lagere niveaus van grondgeluid veroorzaken dan de eerder genoemde typen. De prognose van de grondgeluidniveaus in Schuilhoeve is berekend aan de hand van het geluidvermogen van de bron en de geluidoverdracht. Vervolgens is de prognose vergeleken met de gemeten grondgeluidniveaus in de Hoofddorpse wijk Vrijschot-Noord om enerzijds de uitkomsten van Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 78

83 de gehanteerde methode te toetsen en anderzijds de vertaling naar de te verwachten geluidhinder te maken. Geluidoverdracht starts Kaagbaan en Aalsmeerbaan De Kaagbaan wordt gebruikt voor starts in zuidwestelijke richting. Voor vliegtuigen die in deze richting starten ligt de wijk Schuilhoeve ongeveer in de voor grondgeluid ongunstige richting van 45 graden schuin achterwaarts (135 graden ten opzichte van de richting van het vliegtuig). Op de eerste 300 meter van de Kaagbaan is er geen afscherming door de terminal in de richting van de wijk Schuilhoeve. Geluidoverdracht tussen de Kaagbaan en het referentiepunt in de toekomstige wijk Schuilhoeve Geluidoverdracht starts Aalsmeerbaan De Aalsmeerbaan wordt voor starts in zuidelijke richting gebruikt. Voor vliegtuigen die in deze richting starten ligt de wijk Schuilhoeve ongeveer 175 graden ten opzichte van de richting van het vliegtuig. Aangenomen is dat het afgestraalde geluid in de achterwaartse richting ongeveer 10 db zwakker is dan het maximaal afgestraalde geluid schuin achterwaarts, onder 135 graden met de richting van het vliegtuig. Geluidoverdracht tussen de Aalsmeerbaan en het referentiepunt in de toekomstige wijk Schuilhoeve Voor een uitgebreide toelichting op de uitgangspunten voor geluidoverdracht wordt verwezen naar het onderzoeksrapport. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 79

84 Samenvatting van de resultaten In het rapport is een prognose gemaakt van de maximale niveaus van grondgeluid in de toekomstige wijk Schuilhoeve tijdens starts van zware toestellen, aan de hand van de geluidsproductie van startende vliegtuigen die TNO langs de Polderbaan heeft gemeten en van een numeriek model van de geluidoverdracht onder invloed van wind en interactie met de bodem. Deze methode is geverifeerd met behulp van gemeten geluidniveaus van startende vliegtuigen gedurende de winter van in de wijk Vrijschot-Noord in Hoofddorp. Uit het onderzoek blijkt dat de grondgeluidniveaus die voor de toekomstige wijk Schuilhoeve verwacht worden ongeveer 5 db lager liggen dan de niveaus in Hoofddorp-Noord, in de situatie voorafgaand aan de realisatie van de maatregelen tegen grondgeluid. In Hoofddorp-Noord wordt in vergelijking met andere, bestaande wijken in Hoofddorp vaker hinder van grondgeluid gemeld. Dit is een indicatie dat de hinder door grondgeluid hier ook relatief groot is ten opzichte van andere wijken. De resultaten van de enquete kijk op de wijk uit 2009 bevestigen dit. Hoewel de grondgeluidniveaus in de toekomstige wijk Schuilhoeve voor de waarneming net wat lager liggen dan in Hoofddorp-Noord, wordt Schuilhoeve door preferent gebruik van de Kaag- en Aalsmeerbaan bij de veel voorkomende zuidwestelijke windrichting vaker aan waarneembaar grondgeluid van startende vliegtuigen blootgesteld. Op basis daarvan is de verwachting dat de hinder niet lager zal zijn dan in Hoofddorp-Noord, maar het is moeilijk om de hinder in een nieuw te bouwen woonwijk te voorspellen op basis van een bestaande situatie. De wijk Vrijschot-Noord bestond al voor de aanleg en hier werden de bewoners onverwacht geconfronteerd met laagfrequent geluid, terwijl toekomstige bewoners van Schuilhoeve bij de keuze van hun woonomgeving rekening kunnen houden met het al aanwezige geluid van vliegtuigen Hinderbeleving en woon- en leefkwaliteit Hinderbeleving grondgeluid onderzoek In de enquête Onderzoek naar de openbare buitenruimte in uw buurt (gemeente Haarlemmermeer 2009) is de beleving van grondgeluid in Haarlemmermeer onderzocht. Uit de kaart blijkt dat in het noordelijke deel van de gemeente hinder wordt ervaren van grondgeluid. De hinder wordt beleefd in Hoofddorp, Badhoevedorp, Vijfhuizen en Zwanenburg. Persoonskenmerken beïnvloeden dit beeld nauwelijks en er bestaat nauwelijks verschil tussen de ervaren overlast binnenshuis en buitenshuis. Gemeente Haarlemmermeer (2009), enquête Onderzoek naar de openbare buitenruimte in uw buurt Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 80

85 Per wijk kan de mate van overlast verschillend verdeeld zijn. De noord-oostelijke wijken in Hoofddorp en de zuid-oostelijke wijken van Badhoevedorp ervaren meer hinder dan andere wijkdelen in die kernen. In onderstaande tabellen is de overlast op wijkniveau te zien. Overlast grondgeluid (binnen) Haarlemmermeer Hfd Vrijschot Hfd Floriande Hfd Toolenburg Hfd Overbos Hfd Bornholm Vaak Soms (Bijna) nooit Hfd Pax Hfd Noord Hfd Oost 0% 20% 40% 60% 80% 100% Overlast grondgeluid Hoofddorpse wijken (Bron: Gemeente Haarlemmermeer (2009), enquête Onderzoek naar de openbare buitenruimte in uw buurt) Overlast grondgeluid overige wijken (binnenshuis) Haarlemmermeer Overig Rijk e.o.* Vijfhuizen Lijnden* Nieuwe meer* Badh Nrd-oost Vaak Soms (Bijna) nooit Badh Zuid-centrum Badh Bouwlust Badh Nrd-west 0% 20% 40% 60% 80% 100% * n<45 Overlast grondgeluid overige wijken (bron: Gemeente Haarlemmermeer (2009), enquête Onderzoek naar de openbare buitenruimte in uw buurt) Hieruit blijkt dat het percentage bewoners dat vaak hinder ondervindt van grondgeluid in Badhoevedorp Noord-oost te vergelijken is met Hoofddorp-noord. En in Badhoevedorp Zuid-centrum en Bouwlust is dit te vergelijken met Vijfhuizen. In Badhoevedorp Noord-west wordt relatief minder hinder ondervonden. Dit komt overeen met de bovenstaande hinderbelevingskaart uit De maatregelen om hinder door grondgeluid te verminderen bij de Polderbaan dateren van na Effecten hiervan zijn niet in het voornoemde hinderbelevingsonderzoek meegenomen. Grondgeluid in regio; focusgroep BAS De registratie van meldingen van de focusgroep over grondgeluid van startend verkeer worden geregistreerd door het Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (BAS). In onderstaande figuur zijn alle woonplaatsen rond Schiphol te zien, waaruit in het gebruiksjaar 2010 van meer dan 50 personen meldingen over grondgeluid zijn geregistreerd. Periode meldingen zijn meldingen waarbij de melder de hinder over een bepaalde tijdsperiode meldt, specifieke meldingen zijn meldingen over hinder op een specifiek tijdstip voor een specifieke vliegtuigbeweging. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 81

86 Top 5 aantal meldingen over grondgeluid startend verkeer per woonplaats (bron: BAS jaarrapportage 2010). Hieruit blijkt dat vanuit Hoofddorp de meeste meldingen (zowel periodemeldingen als specifiek meldingen) komen. Badhoevedorp neemt in de regio de vijfde positie in. Grondgeluid in Haarlemmermeer Om de omvang van de hinder door grondgeluid beter in perspectief te plaatsen wordt in onderstaande tabel deze hinder vergeleken met andere vormen van geluidsoverlast. Daartoe zijn de 10 wijken met de meest ervaren overlast door grondgeluid vergeleken met het Haarlemmermeerse gemiddelde. Geluidsoverlast binnenshuis door: anders H'meer anders top tien* grondgeluid H'meer grondgeluid top tien* overkomende vliegtuigen H'meer overkomende vliegtuigen top tien* Vaak Soms (bijna) nooit wegverkeer H'meer wegverkeer top tien* buurtgenoten H'meer buurtgenoten top tien* 0% 20% 40% 60% 80% 100% * Het betreft de volgende 10 wijken met de meeste overlast door grondgeluid: Hoofddorp Vrijschot, Hfd Noord, Hfd Oost, Hfd Bornholm, B'dorp Bouwlust, Bd Zuid-centrum, Bd Noordoost, Vijfhuizen, Nieuwe Meer en Lijnden Bron: Gemeente Haarlemmermeer (2009), enquête Onderzoek naar de openbare buitenruimte in uw buurt In de wijken met de meeste overlast door grondgeluid, is deze overlast groter dan die van overkomende vliegtuigen. De andere vormen van geluidsoverlast wijken niet zoveel af van het Haarlemmermeerse gemiddelde. Grondgeluid vormt in de noordelijke helft van Haarlemmermeer een hinderfactor van betekenis. Deze overlast is in dit gebied omvangrijker dan de traditionele vormen van geluidoverlast, zoals wegverkeer en buurtgenoten. De maatregelen om hinder door grondgeluid te verminderen bij de Polderbaan dateren van na Effecten hiervan zijn niet in het voornoemde hinderbelevingsonderzoek meegenomen. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 82

87 Voor het gebruiksjaar 2013 heeft BAS gegevens uitgesplitst voor de kernen Badhoevedorp en Hoofddorp. In onderstaande hinderbelevingstabel wordt een overzicht gegeven van de aard van de meldingen aan de hand van wat de melders aan extra informatie hebben gegeven bij het indienen van hun periode- en specifieke meldingen. Per melding kunnen meerdere hinderaspecten worden aangegeven, bijvoorbeeld geluid én angst. Daarom is het totaal aan meldingen over geluid, angst en vervuiling méér dan 100%. Bij de subrubrieken zijn de totalen veelal minder dan 100%, omdat het niet verplicht is om bij geluid alle vragen te beantwoorden. De percentages bij de subtotalen geven aan hoeveel procent van de meldingen het desbetreffende onderdeel is beantwoord. Bovenstaande tabel betreft een hinderbelevingstabel, waarbij het gaat over de hinderperceptie van omwonenden van luchthaven Schiphol. Deze tabel gaat dus niet over de koppeling van een klacht door het systeem aan een (mogelijke) oorzaak. Relatief gezien zijn er in Badhoevedorp meer klachten over startende vliegtuigen dan over overvliegende vliegtuigen, wat past bij de liggen van de kernen. Badhoevedorp ligt immers ook buiten de LIB contouren. Verder valt op dat er in Badhoevedorp geen tot nauwelijks specifieke meldingen zijn voor grondgeluid en proefdraaien. Kennelijk wordt grondgeluid onder starten geschaard. Geluidhinder en gezondheid Om na te gaan in hoeverre de ervaren geluidshinder in Badhoevedorp afwijkt van kernen als Hoofddorp en Nieuw-Vennep en van het gemiddelde in Haarlemmermeer en Kennemerland is tevens gekeken naar de Gezondheidsmonitor Regio Kennemerland (GGD, 2012). Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 83

88 Uit bovenstaande tabellen blijkt dat bewoners in Haarlemmermeer gemiddeld genomen in geringe mate meer geluidshinder ervaren dan in Kennemerland. Lokaal zijn er verschillen in Haarlemmermeer; bewoners van Badhoevedorp ervaren gemiddeld genomen meer ernstige geluidshinder en slaapverstoring dan bewoners van Hoofddorp. Zwanenburgers ervaren gemiddeld genomen meer ernstige geluidshinder en slaapverstoring dan bewoners van Badhoevedorp. Uit bovenstaande tabel blijkt dat vergeleken met Kennemerland vliegtuigverkeer en Schiphol (inclusief grondactiviteiten) een belangrijke bron van hinder is in Haarlemmermeer. Op verzoek van de gemeente heeft de GGD Kennemerland ook een uitsplitsing per kern gemaakt. Bovenstaande tabel bevestigt het beeld dat in Badhoevedorp hinder wordt ervaren door vliegtuigverkeer en Schiphol (incl. grondactiviteiten). De volgende paragraaf gaat in op de woonkwaliteit en leefbaarheid. Woonkwaliteit en leefbaarheid Ondanks de aanwezigheid van (grond)geluid scoren de verschillende wijken en kernen waar geluidshinder wordt ervaren goed op leefbaarheid. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 84

89 In Badhoevedorp staat de leefbaarheidsscore op een 7,6 in 2009 (Kijk op de Wijk 3, 2011). Een geluidsbelaste kern als Zwanenburg scoort eveneens een 7,6 voor leefbaarheid. Dit is hoger dan bijvoorbeeld de oude kern van Hoofddorp (7,5), wijken als Bornholm (7,2), Floriande (7,4) of Overbos (7,1), de kern Nieuw-Vennep (7,4) of nieuwbouwwijk Nieuw-Vennep Getsewoud (7,5). Bij het afwegen van de woonkwaliteit dienen naast geluidshinder ook andere aspecten meegewogen te worden. In Badhoevedorp speelt de nabijheid van de stad Amsterdam in combinatie met een dorps woonmilieu zeker een rol bij de aantrekkelijkheid van het woonklimaat. Toekomstige bewoners zullen dit afwegen ten opzichte van een bepaalde mate van geluidshinder Conclusie en overwegingen grondgeluid Haarlemmermeer leeft met geluid. De bewoners zijn decennia lang bekend met het fenomeen en proberen samen met de gemeente en de luchtvaartsector de geluidssituatie te optimaliseren, bijvoorbeeld door efficiënte uitvliegroutes. Waar mogelijk worden geluidsreducerende maatregelen onderzocht of genomen en uitgevoerd. Een voorbeeld is het geluidslandschap tussen de polderbaan en Hoofddorp. Een geluidslandschap dat niet wettelijk nodig was, maar voortkwam uit ambities van gemeente, bewoners en Schiphol om de geluidssituatie te verbeteren. Een dergelijk landschap kan minder eenvoudig gerealiseerd worden tussen Badhoevedorp en de Kaag- en Aalsmeerbaan omdat het hier luchthaventerrein betreft, dat zijn eigen inrichtingseisen kent. De komst van het talud van de A9 zorgt voor een reductie van het grondgeluid, zo tonen berekeningen van TNO aan. Op termijn kan bij de ontwikkeling van Badhoevedorp Zuid en/of bij de ontwikkeling van de Schipholdriehoek wellicht gebruik gemaakt worden van ontwerpprincipes bij de ruimtelijke inrichting die grondgeluid kunnen reduceren. Het Rijk is verantwoordelijk voor normstelling voor grondgeluid. Met Schiphol en haar gebruikers, onderzoeksinstituten en het bedrijfsleven kijkt de gemeente graag naar het toepassen van innovatieve, geluidsadaptieve maatregelen die een aantoonbaar reducerende werking hebben. De gemeente is samen met de ontwikkelaars verantwoordelijk voor het realiseren van een goed woonen leefklimaat in de nieuwe woonwijk Schuilhoeve. Het aspect grondgeluid is uitgebreid onderzocht, grondgeluid is nu reeds aanwezig en het weerhoudt bewoners er niet van de kwaliteit van het wonen in Badhoevedorp hoog te waarderen. De prijs van de woningen in Badhoevedorp ligt ver boven het Haarlemmermeerse gemiddelde. Dit is eveneens een indicatie dat Badhoevedorp een geliefde woonplek is. Er zijn veel positieve factoren die het woon- en leefklimaat in Badhoevedorp aantrekkelijk maken zoals; het groene tuindorpkarakter, de nabije ligging van Amsterdam, de ligging bij uitvalswegen, de nabijheid van werkgelegenheid, de nabijheid van het Amsterdamse Bos en de Nieuwe Meer en de aanwezige voorzieningen. Deze woonkwaliteiten zullen ook in Schuilhoeve aanwezig zijn. Zowel de gemeente als de ontwikkelaars zullen toekomstige bewoners in een zo vroeg mogelijk stadium van deugelijke en objectieve informatie voorzien over geluidsbelasting en mogelijke hinder door vliegtuiggeluid (of uitstoot en kerosinegeur). De toekomstige bewoners hebben de keuzevrijheid - geheel Schuilhoeve zal naar verwachting bestaan uit koopwoningen - om te kiezen voor de woonkwaliteiten van Badhoevedorp, met alle voor- en nadelen. Het aspect grondgeluid is hiermee voldoende afgewogen en vormt geen belemmering voor het realiseren van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 85

90 5.9 Luchtkwaliteit Voor het milieuaspect luchtkwaliteit is onderzoek uitgevoerd waarin de gehele gebiedsontwikkeling Badhoevedorp is opgenomen (Luchtkwaliteitsonderzoek Badhoevedorp - Lijnden-Oost, Witteveen+Bos, 2013). Het deelplan Schuilhoeve maakt hiervan onderdeel uit. De conclusies van dit onderzoek zijn in dit bestemmingsplan opgenomen. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het onderzoek zelf (zie bijlage) Wet- en regelgeving en beleid Wet luchtkwaliteit De belangrijkste wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit is vastgelegd in de Wet luchtkwaliteit. De hoofdlijnen van deze wet zijn te vinden in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. De luchtregelgeving is uitgewerkt in een aantal AMvB's en ministeriële regelingen. Wet milieubeheer In bijlage II van de Wet milieubeheer zijn voor de volgende stoffen grenswaarden voor de concentratie in de buitenlucht opgenomen: stikstofdioxide (NO 2), fijn stof (PM 10 en PM 2,5), benzeen (C 6H 6), zwaveldioxide (SO 2), lood (Pb), koolmonoxide (CO). Uit metingen van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit en berekeningen van het Milieu en Natuur Planbureau blijkt dat aan de grenswaarden voor benzeen, zwaveldioxide, lood en koolmonoxide al geruime tijd in (nagenoeg) geheel Nederland wordt voldaan. In de Nederlandse situatie leveren alleen de concentraties stikstofdioxide (NO 2) en fijn stof (PM 10 en PM 2,5) problemen op in relatie tot de wettelijke normen. De wijze waarop het aspect luchtkwaliteit in acht genomen dient te worden bij planvorming is geregeld in artikel 5.16 en 5.16a van de Wet milieubeheer. Op basis van deze wetgeving kunnen ruimtelijkeconomische initiatieven worden uitgevoerd als aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan: grenswaarden uit bijlage II van de Wet milieubeheer worden niet overschreden, of per saldo verbetert de luchtkwaliteit of blijft tenminste gelijk, of het initiatief draagt niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit (aan concentratie PM10 en NO 2), of het initiatief is opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). In aanvulling op het bovenstaande toetsingskader stelt de AMvB Gevoelige Bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) dat bij de voorgenomen realisering van gevoelige bestemmingen, zoals scholen, kinderdagverblijven en verzorgingshuizen op een locatie binnen 300 meter vanaf de rand van rijkswegen of binnen 50 meter vanaf de rand van provinciale wegen, moet worden onderzocht of op die locaties sprake is van een daadwerkelijke of een dreigende overschrijding van de grenswaarden voor PM 10 en/of NO 2. Blijkt uit het onderzoek dat sprake is van zo'n (dreigende) overschrijding, dan mag het totaal aantal mensen dat hoort bij een 'gevoelige bestemming' niet toenemen. Het maakt voor de vestiging van gevoelige bestemmingen niet uit of het deel uitmaakt van 'niet in betekenende mate' projecten of 'in betekenende mate' projecten. De AMvB Gevoelige Bestemmingen moet in beide gevallen worden nageleefd Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit De Wet Luchtkwaliteit vormt het kader voor het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). In dit programma worden projecten die in betekenende mate (IBM) bijdragen aan de luchtkwaliteit gebundeld. Tevens wordt een groot aantal maatregelen gepresenteerd. De verslechtering van de luchtkwaliteit die veroorzaakt wordt door realisatie van de projecten moet binnen het NSL worden gecompenseerd door de inzet van maatregelen. Door maatregelen in te zetten om projecten mogelijk te maken wordt op een grote schaal gesaldeerd en gesaneerd, waarbij de maatregelen de verslechtering van de projecten (meer dan) teniet moeten doen. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 86

91 Programma Badhoevedorp Schuilhoeve in NSL De ontwikkelingen in dit bestemmingsplan Schuilhoeve zijn opgenomen in het NSL onder projectnummer 701 met de titel Gebiedsontwikkeling Badhoevedorp Centrum en Zuid Onderzoek luchtkwaliteit en monitoring De projectonderbouwing ten behoeve van de vaststelling van de bestemmingsplanwijziging is opgebouwd uit verschillende onderdelen. Primair is de onderbouwing gebaseerd op het NSL. Voor de ontwikkelingen in de 1e fase en ten dele voor de ontwikkelingen in de 2e fase biedt het NSL voldoende ruimte om de luchtkwaliteit te borgen. Dit betekent dat middels het NSL wordt geborgd dat de grenswaarden uit de Wet milieubeheer in acht worden genomen. Dit geldt voor de jaargemiddelde en etmaalgemiddelde grenswaarde voor PM10 en voor de jaargemiddelde en uurgemiddelde grenswaarde voor NO 2. Middels een kwantitatieve onderbouwing is in het onderzoek aangetoond dat de uitbreiding van het project geen strijdigheden oplevert met het NSL. De verandering leidt niet tot een overschrijding van de grenswaarden. Effecten luchtkwaliteit De effecten van het totale project zijn beoordeeld ten opzichte van de autonome ontwikkeling, om na te gaan of zich strijdigheden voordoen met de luchtkwaliteitseisen uit de Wm. In bijlage V van het onderzoeksrapport zijn de verschillen van de jaargemiddelden NO 2-, PM 10- en PM 2.5 concentraties tussen de plansituatie en de autonome situatie (zowel met de huidige A9 als de omgelegde A9) weergegeven in contourenkaarten. Het effect van de plansituatie op de luchtkwaliteit is In Betekenende Mate. Afhankelijk van de locatie treden er zowel negatieve als positieve op concentratieverschillen op. Toetsing grenswaarden In de plansituatie (conform het geactualiseerde programma) vindt er geen overschrijding plaats van de grenswaarde van 40 µg/m 3 voor NO 2 en PM 10. Ook de grenswaarde van PM 2.5 van 25 µg/m 3 wordt niet overschreden. De contourenkaarten van de jaargemiddelden NO 2-, PM 10- en PM 2.5 concentraties die behoren bij de plansituatie zijn te vinden in bijlage IV van het onderzoeksrapport. De grenswaarden van de jaargemiddelde NO 2-, PM 10, en PM 2.5-concentratie worden niet overschreden. Gevoelige bestemmingen Binnen de bestemming maatschappelijke voorzieningen worden educatieve voorzieningen en welzijnsvoorzieningen mogelijk gemaakt die als gevoelige bestemmingen aangemerkt kunnen worden. De bouwvlakken van de bestemming maatschappelijke voorzieningen zijn gelegen binnen een straal van 50 meter van de provinciale weg N232 (Schipholweg). Uit het onderzoek blijkt dat er geen overschrijding van de grenswaarden voor PM 10 en/of NO 2 plaatsvindt ter plaatse van de huidige maatschappelijke voorzieningen en eventuele toekomstige gevoelige bestemmingen binnen deze maatschappelijke bestemming (zie bijlage IV van het onderzoeksrapport). Beschouwing luchtkwaliteit 2015 In bijlage I zijn contourenkaarten weergegeven van de jaargemiddelden NO 2-, PM 10- en PM 2.5 concentraties van de huidige situatie. Hieruit blijkt dat in voor de omlegging A9 - de berekende jaargemiddelde concentratie NO 2 op enkele locaties langs de rijkswegen A9 en A4 hoger is dan de jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m 3. Ter hoogte van woningen en gevoelige bestemmingen zijn de hoogste berekende concentraties iets lager dan de jaargemiddelde grenswaarde. Uit de berekeningen voor de verschillende situaties in 2023 blijkt dat de jaargemiddelde concentratie NO 2 ruimschoots onder de jaargemiddelde grenswaarde ligt. Er is dus sprake van een (forse) dalende trend, welke het gevolg is van schoner verkeer en industrieën, waardoor de achtergrondconcentraties en de lokale verkeersbijdragen afnemen. Uit de resultaten blijkt dat langs de huidige A9 sprake is van een daling van de jaargemiddelde concentratie NO 2 ongeveer 10 µg/m 3. Dit komt overeen met bijna 1 µg/m 3 per jaar. Hieruit volgt dat de concentraties in 2015, wanneer de A9 nog niet is omgelegd en al enige ontwikkeling heeft Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 87

92 plaatsgevonden van het bestemmingsplan, 3 tot 4 µg/m 3 lager zullen zijn dan in 2011, en dat het onwaarschijnlijk is dat overschrijdingen van de grenswaarde voor NO 2 aan de orde zijn. Ter hoogte van woningen en gevoelige bestemmingen zijn daarmee overschrijdingen van grenswaarden eveneens uitgesloten. Ontwikkeling NO2 jaargemiddelden Voor omlegging A9, 2011 Zonder omlegging A9, 2023 Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 88

93 Na omlegging A9 en met gebiedsontwikkeling Ontwikkeling PM10 Voor omlegging A9, 2011 Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 89

94 Zonder omlegging A9, 2023 Na omlegging A9 en met gebiedsontwikkeling Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 90

95 Ontwikkeling PM2,5 Voor omlegging A9, 2011 Zonder omlegging A9, 2023 Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 91

96 Na omlegging A9 en met gebiedsontwikkeling Conclusie bestemmingsplan: projectonderbouwing Gelet op de resultaten past het geactualiseerde programma van het project binnen het NSL. Op het moment dat het bestemmingsplan wordt vastgesteld, kan het project wat betreft het onderdeel luchtkwaliteit worden gerealiseerd met de grondslag artikel 5.16, eerste lid, onder d (NSL), juncto artikel 5.16, tweede lid, sub c (niet in betekenende mate bijdragen) van de Wm. Monitor NSL In het NSL is de verplichting opgenomen om jaarlijks te controleren of grenswaarden niet worden overschreden. Deze monitoring, die van groot gewicht is binnen het programma, biedt daarmee een extra waarborg dat tijdig aan de grenswaarden voor PM 10 en NO 2 wordt voldaan. Verdere informatie hierover is te vinden in het RIVM rapport, Monitoringsrapportage NLS 2015 te vinden op de website Monitoring meetstation Badhoevedorp De luchtkwaliteit in Badhoevedorp wordt constant gemeten (zie ). Meetstation Badhoevedorp (Sloterweg, zie blauwe stip op de kaart) is een stadsachtergrondstation. In opdracht van de provincie Noord-Holland en de omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied meet de GGD Amsterdam hier de luchtkwaliteit. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 92

97 Om inzicht te geven in de luchtkwaliteit bij het meetstation aan de Sloterweg zijn onderstaand de meetresultaten van 2015 weergegeven voor stikstofdioxide (NO2), stikstofmonoxide (NO), fijnstof PM10, fijnstof PM 2,5 en koolmonoxide (CO). De hoogste concentraties stikstofdioxide (NO2) komen voor tijdens de ochtend- en avondspits. Deze stof komt vrij door het (weg)verkeer, energieproductie en industrie. Daarnaast ontstaat NO2 uit een reactie tussen stikstofmonoxide en ozon. Het weer en de verkeersdrukte hebben grote invloed op de concentratie. De wettelijke norm is een jaargemiddelde van 40 (ug/m 3 ). De concentratie stikstofmonoxide (NO) is rond de ochtend- en avondspits hoger. Deze stof komt vrij bij het verbranden van brandstof. Eenmaal in de lucht vindt er een chemisch proces plaats, stikstofmonoxide wordt dan omgezet in stikstofdioxide. Voor stikstofmonoxide bestaan geen wettelijke normen. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 93

98 De dagelijkse concentratie fijn stof (PM10) is afhankelijk van het weer. In de steden zijn de concentraties overdag gemiddeld iets hoger dan s nachts, vooral door de verkeersbijdrage. PM10 is een verzamelnaam voor zwevende, inhaleerbare deeltjes met een maximale doorsnede van 0,01 millimeter. De wettelijke norm is een jaargemiddelde van 40 (ug/m 3 ). Daarnaast mag het daggemiddelde jaarlijks maximaal 35 keer hoger zijn dan 50 (ug/m 3 ). De dagelijkse concentratie fijn stof (PM2,5) is eveneens afhankelijk van het weer. Ook hierbij zijn in de steden de concentraties overdag gemiddeld iets hoger dan in de nacht, vooral door de verkeersijdrage. PM2,5 is een verzamelnaam voor zwevende, inhaleerbare deeltjes met een maximale doorsnede van 0,0025 millimeter. De wettelijke norm is een jaargemiddelde van 25 (ug/m 3 ). Doordat PM2,5 nog kleiner is dan PM10 kunnen deze deeltjes dieper doordringen door de longen en zijn ze schadelijker voor de gezondheid. De concentratie koolmonoxide (CO) is in de buitenlucht normaal rond de 500 (ug/m 3 ). Deze stof ontstaat als er iets verbrandt met te weinig zuurstof. In de buitenlucht is vooral het verkeer een bron van koolmonoxide. De wettelijke norm is (ug/m 3 ). Dit niveau wordt in de buitenlucht normaal gesproken niet bereikt. Onderzoek en monitoring ultrafijnstof Door een gebrek aan kennis over de gezondheidseffecten, beperkingen in de meetmethoden en het ontbreken van consensus over wat ultrafijnstof nu precies is, is er geen aparte norm voor ultrafijnstof (Ultrafijnstof en gezondheid, RIVM 2013). In het luchtkwaliteitsonderzoek voor het bestemmingsplan kan ultrafijnstof daarmee buiten beschouwing blijven. Dit neemt niet weg dat de gemeente de ontwikkelingen rond ultrafijnstof nauwgezet volgt en hierover adviseert. Het RIVM heeft in 2015 onderzoek gedaan naar concentraties ultrafijnstof rondom Schiphol. Hierbij zijn zowel berekeningen uitgevoerd als metingen gedaan (Nader verkennend onderzoek ultrafijnstof rond Schiphol, RIVM 2015). Het RIVM constateerde destijds dat er weinig bekend was in de literatuur over de gezondheidseffecten van ultrafijnstof en heeft aanbevolen om gezondheidsonderzoek onder omwonenden te doen. Het RIVM heeft voor dit onderzoek sterftestatistieken geanalyseerd en de mogelijkheden voor vervolgonderzoek in kaart gebracht (Verkenning gezondheidsrisico s ultrafijnstof luchtvaart rond Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 94

99 Schiphol en voorstel vervolgonderzoek, RIVM 2016). Conclusie van het onderzoek is dat er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat de sterfterisico s nabij de luchthaven Schiphol afwijken van die van nabijgelegen gebieden of elders in Nederland. Echter is volgens het RIVM aanvullend onderzoek nodig om preciezer inzicht te krijgen in de mate waarin ultrafijnstof bijdraagt aan gezondheidseffecten. Het RIVM zal daarom in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu een onderzoeksprogramma starten waarin samen met de (inter)nationale wetenschap gedurende 4 tot 5 jaar onderzoek wordt gedaan naar de gezondheidseffecten van ultrafijnstof uit vliegverkeer. De gemeente Haarlemmermeer is voorstander van vervolgonderzoek naar de gezondheidseffecten van ultrafijnstof in de Schipholregio. Vanuit de Omgevingsraad Schiphol is de gemeente betrokken bij de uitwerking van dit programma. Ook zal de eerstvolgende gezondheidsmonitor van de GGD Kennemerland worden uitgebreid, waarmee inzicht wordt verkregen in de beleving van gezondheidsproblemen en hinder van inwoners in relatie tot de leefomgeving en de luchtkwaliteit. Hiermee wordt een basis gelegd voor structurele monitoring Conclusie NSL Het project is opgenomen in het NSL het project kan wat betreft het onderdeel luchtkwaliteit worden gerealiseerd met de grondslag artikel 5.16, eerste lid, onder d (NSL), juncto artikel 5.16, tweede lid, sub c (niet in betekenende mate bijdragen) van de Wm. Wet luchtkwaliteit Uit de berekeningsresultaten is gebleken dat geen knelpunten ontstaan na realisatie van de ontwikkelingen zoals opgenomen in de gebiedsontwikkeling (waaronder Schuilhoeve). Samengevat: in de situatie voor omlegging ( huidige situatie, 2011): - treden geen overschrijdingen op van de grenswaarden voor PM 10; de berekende jaargemiddelde concentratie NO 2 is op enkele locaties langs de rijkswegen A9 en A4 hoger dan de jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m 3 ; - zijn de concentraties NO 2 en PM 10 bij woningen en gevoelige bestemmingen niet hoger dan de (voor NO 2 in 2015 geldende) grenswaarden. in de plansituatie (2015): - is het project passend binnen de projectkenmerken zoals opgenomen in het NSL, waardoor gewaarborgd is dat tijdig aan de grenswaarden voor NO 2 en PM 10 wordt voldaan; - op basis van de resultaten voor de huidige situatie en voor de plansituatie in 2023 zijn geen grenswaardenoverschrijdingen te verwachten. in de plansituatie (2020): - zijn op basis van de resultaten voor de huidige situatie en voor de plansituatie in 2023 geen grenswaardenoverschrijdingen te verwachten, waarmee kwantitatief is aangetoond dat het gewijzigde project past binnen, dan wel niet strijdig is met het NSL. in de plansituatie (2023): - treden geen overschrijdingen op van de grenswaarden voor NO 2, en ook niet van de grenswaarden voor PM 10; - zijn de concentraties NO 2 en PM 10 bij woningen en gevoelige bestemming niet hoger dan de grenswaarden. Op basis van onderzoek kan aangenomen worden dat de planbijdrage in niet betekenende mate is. Gevoelige bestemmingen Ter plaatse van huidige maatschappelijke voorzieningen en de daarbinnen toegestane gevoelige bestemmingen vinden geen overschrijdingen plaats van grenswaarden voor NO 2 en PM 10. Conclusie meetstation Het weer en de verkeersdrukte hebben grote invloed op de gemeten concentraties en laten gedurende bepaalde periodes van de dag pieken zien. Met het realiseren van de ontwikkelingen (omlegging A9) zullen de gemeten pieken significant verminderen. De wettelijke normen weergegeven als jaargemiddelde concentratie laten geen overschrijdingen zien. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 95

100 5.9.5 Conclusie luchtkwaliteit Uit het uitgevoerde onderzoek blijkt dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de wijze waarop de gronden in het plangebied bestemd zijn. Het bestemmingsplan met de daarin opgenomen ontwikkelingen voldoet aan de eisen ten aanzien van de luchtkwaliteit. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 96

101 5.10 Beperkingen door vliegverkeer Wet- en regelgeving en beleid Luchthavenindelingbesluit Het rijksbeleid voor de toekomstige ontwikkeling van Schiphol staat in de Wet tot wijziging van de Wet Luchtvaart (2003). Deze wet vormt de grondslag voor twee uitvoeringsbesluiten: het Luchthavenverkeersbesluit en het Luchthavenindelingbesluit (LIB, 2003 en daarop volgende wijzigingen). Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten in overeenstemming zijn met het Luchthavenindelingbesluit. In het LIB worden beperkingengebieden aangegeven voor externe veiligheid, geluid, hoogte en vogelaantrekkende werking. Het LIB wordt medio 2016 / 2017 aangepast voor de aspecten externe veiligheid en bouwbeperkingen. 20 Ke-contour Schiphol heeft voor de toekomst ruimte nodig om uit te breiden. Daarom mogen binnen de zogenaamde 20 Ke-contour geen nieuwe uitleglocaties ten behoeve van woningbouw worden ontwikkeld. Herstructurering, intensivering en transformatie in bestaand stedelijk gebied zijn binnen de 20 Ke-contour nu en in de toekomst wel mogelijk. De 20 Ke-contour heeft nog geen wettelijke status, regionale afspraken over de 20 Ke-contour worden in het aan te passen LIB opgenomen en in de Provinciale Ruimtelijke Verordening Onderzoek beperkingen door vliegverkeer 20 Ke-contour Het plangebied (zie zwarte ovaal) valt buiten de 20 Ke-contour en is onderdeel van het bestaand stedelijk gebied, daarmee levert dit geen belemmeringen op voor de ontwikkeling van Schuilhoeve. Beperkingen bebouwing Het plangebied (zie cirkel) valt buiten de zones met bouwbeperkingen. Zowel de veiligheidssloopzone (zone 1 LIB, paars), de geluidssloopzone (zone 2 LIB), de veiligheidscontour PR 10-6 (zone 3 LIB, roze) als de beperkingenzone voor geluid en veiligheid (zone 4 LIB, geel) liggen buiten het plangebied. Bouwbeperkingen Luchthavenindelingbesluit Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 97

102 Met het bestemmingsplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die strijdig zijn met de bouwbeperkingen uit het LIB. Hoogtebeperkingen (toetshoogtes) In het LIB zijn ook hoogtebeperkingen aangegeven. Het plangebied kent in het LIB een maximale bebouwingshoogte van circa 16 tot 30 meter NAP. Hoger bouwen is alleen mogelijk met een verklaring van geen bezwaar. Hoogtebeperkingen Luchthavenindelingbesluit (links en midden maatgevend kaart toetshoogtes, rechts maatgevend kaart toetshoogtes radar) Met het bestemmingsplan worden geen gebouwde ontwikkelingen mogelijk gemaakt die strijdig zijn met de hoogtebeperkingen uit het LIB. De maximaal mogelijk gemaakte bouwhoogte in voorliggend bestemmingsplan is niet hoger dan 16,1 m NAP. Met het bestemmingsplan wordt behoud en ontwikkeling van groen mogelijk gemaakt. Hoewel het zelden voorkomt dat bomen die door een toetsvlak steken tot problemen voor de vliegveiligheid leiden, wordt in het plangebied waar mogelijk rekening gehouden met de hoogtebeperkingen bij de soortenkeuze van bomen en struiken. Indien de luchthavenexploitant of Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) op termijn signaleert dat een boom of struik de vliegveiligheid verstoort en de Inspectie Leefomgeving en Transport de situatie als verstorend heeft beschouwd, kan actie ondernomen worden (snoei of kap van bomen of struiken). Vogelprotectiegebied (beperking aantrekken vogels) Het plangebied valt geheel binnen het gebied dat beperkingen oplegt aan vogelaantrekkende bestemmingen. Tot de vogelaantrekkende bestemmingen worden in het Luchthavenindelingbesluit genoemd (artikel 2.2.3): industrie in de voedingssector met extramurale opslag of overslag, viskwekerijen, opslag of verwerking van afvalstoffen, natuurreservaten en vogelreservaten, moerasgebieden en oppervlaktewater groter dan 3 hectare. Dit laatste geldt voor nieuw aan te leggen water. Met het bestemmingsplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die strijdig zijn met het LIB ten aanzien van vogelprotectiegebieden aangezien geen wateroppervlakten worden aangelegd die groter zijn dan 3 hectare. Toetszone windturbines en lasers Het plangebied valt geheel binnen het gebied dat beperkingen oplegt aan windturbines en lasers. Met het bestemmingsplan worden geen windturbines en vaste laserinstalaties mogelijk gemaakt Conclusie beperkingen door vliegverkeer Vanuit het LIB zijn er geen belemmeringen voor het bestemmingsplan Schuilhoeve. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 98

103 5.11 Bedrijven en milieuzonering Wet- en regelgeving en beleid Bij het opstellen van een ruimtelijk plan wordt de invloed van bestaande (of nieuw te vestigen) bedrijvigheid op de leefomgeving afgewogen. Door milieuzonering kan een ruimtelijke scheiding worden aangebracht tussen milieubelastende functies (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals wonen). De VNG handreiking Bedrijven en Milieuzonering (2009) geeft richtlijnen voor de in acht te nemen afstanden. Deze afstanden worden gemeten tussen de grens van de bestemming die bedrijven/milieubelastende activiteiten toestaat en de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het ruimtelijk plan mogelijk is. Om ervoor te zorgen dat gevestigde bedrijven geen overlast voor de omgeving veroorzaken, wordt bij bestemmingsplannen het uitgangspunt gehanteerd dat milieubelastende en hindergevoelige functies ruimtelijk van elkaar worden gescheiden. In de handreiking opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt met behulp van een indeling in milieucategorieën op basis van de SBI-codering aangegeven of de milieubelasting van een bedrijf of een bedrijfsactiviteit ten opzichte van een hindergevoelige functie toelaatbaar kan zijn. Aan deze categorieën worden bepaalde omgevingstypen en/of richtafstanden gekoppeld. Gevoelige functies en gebiedstypen De milieuzonering van het bedrijventerrein wordt bepaald door de gevoelige functies in de directe omgeving van het plangebied en gevoelige functies binnen het plangebied. Gevoelige functies zijn woningen en woongebieden. Daarnaast moet gedacht worden aan scholen, ziekenhuizen en recreatieve functies. De richtafstanden tot deze gevoelige functies is afhankelijk van het gebiedstype. In de handreiking zijn twee gebiedstypen onderscheiden; 'rustige woonwijk' en 'gemengd gebied'. Een rustige woonwijk is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Andere functies dan wonen staan ten dienste van het wonen, zoals wijkvoorzieningen. Overige functies komen vrijwel niet voor. Langs de randen is weinig verstoring door verkeer. Gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen ook andere functies voor, zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Gebieden langs hoofdinfrastructuur behoren eveneens tot gemengd gebied. De verhoogde akoestische belasting kan het toepassen van kleinere afstanden rechtvaardigen. Richtafstanden Staat van Bedrijfsactiviteiten De richtafstanden voor de milieucategorieën die in de SvB worden aangehouden ten opzichte van een rustige woonwijk en een gemengd gebied zijn weergegeven in de onderstaande tabel. De grootste afstand is daarbij bepalend voor de richtafstand die dient te worden aangehouden tussen bedrijvigheid en gevoelige functies. Tabel Richtafstanden SvB (bron: bedrijven en milieuzonering) Milieucategorie Rustige woonwijk Gemengd gebied 1 10 m 0 m 2 30 m 10 m m 30 m m 50 m m 100 m m 200 m m 300 m m 500 m m 700 m m m Relatie met Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Activiteitenbesluit Een milieuzonering op basis van de SvB staat los van enige omgevingsvergunningplicht of meldingsplicht, voor zover het milieuaspecten betreft, en biedt op basis van aspecten van ruimtelijke ordening garanties voor het voorkomen van hinder door bedrijven. Dit wil overigens niet zeggen dat de Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 99

104 omgevingsvergunningplicht in het geheel geen rol speelt. Ook bedrijven die, door hun activiteiten, vallen onder de omgevingsvergunningplicht of meldingsplicht voor het oprichten, in werking hebben of wijzigen van een inrichting die mogelijk milieueffecten heeft, moeten voldoen aan de vestigingseisen op basis van de milieuzonering. Het is evenwel mogelijk dat bedrijven op basis van hun meldings- of vergunningplichtige milieuaspecten zijn toegestaan, maar op basis van de milieuzonering niet, of vice versa. In de bestemmingsregeling kunnen voorzieningen worden getroffen om dergelijke discrepanties op te heffen indien deze zich voordoen en er geen onoverkomelijke bezwaren zijn. Dit is in het voorliggende bestemmingsplan niet aan de orde Onderzoek bedrijven en milieuzonering Aan de Plesmanlaan 2-4 ligt een perceel met de bestemming bedrijf-garage. Het voorheen aldaar gevestigde autobedrijf heeft de activiteiten voortgezet op een nieuw perceel op het bedrijventerrein in Lijnden. De marechausseekazerne aan de Lindberghstraat 34 heeft een maatschappelijke bestemming, hier zijn voornamelijk kantoren aanwezig en vinden geen bedrijfsactiviteiten plaats. Aangrenzend aan het plangebied ligt het bedrijventerrein Schuilhoeve. Hier zijn diverse bedrijfsgebouwen en kantoren aanwezig. Het voormalige Sonygebouw wordt getransformeerd naar een hotel. Op het terrein zijn verschillende percelen met de functieaanduiding bedrijf tot en met categorie 3.1. De mogelijkheid voor een garagebedrijf blijft gehandhaafd in het bestemmingsplan. Omdat dit het enige bedrijf is, is het niet nodig om een staat van bedrijfsactiviteiten bij de bestemmingsregels toe te voegen. Het heeft bovendien de voorkeur om dit perceel te transformeren naar woningen. In het plangebied zijn geen bedrijven met veiligheidszones aanwezig. Rond het plangebied zijn geen gasdrukmeet- en -regelstations en bedrijven met propaantanks bekend die op grond van het Activiteitenbesluit veiligheidsafstanden kennen die strekken tot buiten de perceelsgrens. De afstand tussen de bedrijfspercelen met een categorie 3.1 aanduiding aan de Schipholweg op het bedrijventerrein Schuilhoeve en de beoogde woningbouw in het plangebied is groter dan 30 meter. Uitgaand van een gemengd gebied wordt hiermee voldaan aan de richtafstand zoals de VNG handreiking die aanbeveelt. Bestaande bedrijven met geluidzones Een deel van het plangebied is gelegen binnen de geluidscontouren van het gezoneerde industrieterrein Schiphol-Oost. Voor onderzoek naar deze situatie wordt verwezen naar de geluidsparagraaf. Het als garagebedrijf bestemde perceel in het plangebied valt onder het Activiteitenbesluit en moet voldoen aan de volgende geluidsnormen uit dit besluit: 07:00-19:00 uur 19:00-23:00 uur 23:00-07:00 uur L A,IT op de gevel van gevoelige gebouwen 50 db(a) 45 db(a) 40 db(a) L A,IT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 35 db(a) 30 db(a) 25 db(a) L Amax op de gevel van gevoelige gebouwen 70 db(a) 65 db(a) 60 db(a) L Amax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen 55 db(a) 50 db(a) 45 db(a) Op het moment dat woningen of andere gevoelige gebouwen dichter bij het bedrijf worden gerealiseerd, kan het tot gevolg hebben dat het bedrijf niet meer aan de geluidsnormen kan voldoen en/of dat de bedrijfsvoering moet worden aangepast/voorzieningen moeten worden getroffen om aan de normen te kunnen blijven voldoen. Dit moet uit akoestisch onderzoek blijken Conclusie bedrijven en milieuzonering Geconcludeerd kan worden dat er geen bedrijven binnen of nabij het plangebied aanwezig zijn die vanuit bedrijven en milieuzonering (geur, stof, geluid, gevaar) belemmeringen opleveren. Het aspect bedrijven- en miliezonering vormt geen belemmering voor de wijze waarop de gronden in het plangebied bestemd zijn. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 100

105 5.12 Geur Wet- en regelgeving en beleid Het algemene uitgangspunt van het Nederlandse geurbeleid is het voorkomen van nieuwe hinder. Als er geen hinder is, hoeven er geen maatregelen getroffen te worden. De mate van hinder die nog acceptabel is moet worden vastgesteld door het bevoegde bestuursorgaan voor de Wet milieubeheer. Vanuit bedrijven en milieuzonering worden eisen gesteld aan de afstand van een bedrijf tot gevoelige objecten vanuit het aspect geur Onderzoek geur In het plangebied zijn geen agrarische bedrijven aanwezig waarvoor een minimale afstand tot een geurgevoelig object aangehouden moet worden. Ook voorziet het plan niet in bedrijfsuitbreiding of nieuw vestiging van bedrijven. Het plangebied ligt in de invloedssfeer van de luchthaven Schiphol. Uit een voor het bestemmingsplan Schiphol uitgevoerd onderzoek (Geuronderzoek bestemmingsplan Schiphol, Buro Blauw B.V. 2010) is gebleken dat met name de luchtvaartgebonden activiteiten van belang zijn. De geurbelasting rondom Schiphol wordt volledig gedomineerd door de emissie van kerosinegeur van de luchtvaartgebondenactiviteiten. In het onderzoek is de geurbelasting in de periode in kaart gebracht. Aansluitend is in het betreffende rapport een beschouwing opgenomen over de ontwikkelingen in de periode In het Plan-MER rapport Badhoevedorp Lijnden-Oost is nagegaan in hoeverre de gebiedsontwikkeling in Badhoevedorp leidt tot een toename van geurhinder vanwege de luchthavengebonden activiteiten op Schiphol. Voor de situatie vanaf 2010 worden in het onderzoek de volgende conclusies getrokken: binnen de geurcontour van 0,5 oue/m 3 als 98-percentiel door vliegverkeer gebonden activiteiten rondom Schiphol, ligt een groot aantal woongebieden van de gemeentes Amsterdam, Haarlem en Haarlemmermeer; binnen deze contour zal naar verwachting 6% tot maximaal 15% van de mensen ernstige geurhinder ondervinden van de kerosinegeur. Badhoevedorp - en daarmee ook het plangebied Schuilhoeve - ligt in zijn geheel binnen de geurcontour van 0,5 oue/m 3 als 98-percentiel. De voorgenomen ontwikkelingen in het bestemmingsplan leiden tot een toename van het aantal gevoelige bestemmingen binnen deze contour en daarmee in potentie tot een toename van het aantal gehinderden. Het is van belang om bij de verkoop van woningen goed te communiceren dat hinder door kerosinegeur mogelijk is (zie paragraaf onder de kop Informatie gemeente en ontwikkelaars over wonen in nabijheid luchthaven) Conclusie geur Het aspect geur vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan. De gemeente en ontwikkelaars zullen bij de verkoop van woningen communiceren over de mogelijke hinder door kerosinegeur. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 101

106 5.13 Licht Wet- en regelgeving en beleid In het Activiteitenbesluit staan weinig specifieke voorschriften voor de uitvoering van verlichtingsinstallaties. Gesteld wordt dat lichthinder voorkomen dan wel beperkt moet worden tot een aanvaardbaar niveau. Voor de bepaling hiervan wordt door de gemeente Haarlemmermeer aangesloten bij de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde. De lampen in de armaturen mogen in ieder geval niet vanuit de woning waarneembaar zijn en bij twijfel over mogelijke hinder en bij klachten wordt getoetst aan normen voor verticale verlichtingssterkte en lichtsterkte van de lampen Onderzoek licht Het plangebied en de omgeving daarvan is als stedelijk gebied met Schiphol en snelwegen al sterk verlicht. Binnen het plangebied Schuilhoeve worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die gepaard gaan met de realisatie van nieuwe sterke lichtbronnen Conclusie licht Het aspect licht vormt geen belemmering voor dit bestemmingsplan. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 102

107 5.14 Externe veiligheid Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid rondom opslag, gebruik, productie en transport van gevaarlijke stoffen. De daaraan verbonden risico s voor de omgeving dienen aanvaardbaar te blijven. Elk nieuw ruimtelijk plan moet getoetst worden aan de normen voor plaatsgebonden risico en groepsrisico (GR) Wet- en regelgeving en beleid In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de bijbehorende Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi III) zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen vastgelegd. Denk hierbij aan risico's van onder andere tankstations met LPG, gevaarlijke stoffen (PGS-15)-opslagplaatsen en ammoniakkoelinstallaties. De normstelling voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (voor zowel weg, spoor als water) is geregeld in de de Wet basisnet (2015). De Wet basisnet is een stelsel van wetten en regels bestaande uit; het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt), waarin de relatie tussen ruimtelijke ordening en transportroutes wordt gelegd; de Regeling basisnet, waarin staat waar risicoplafonds liggen langs transportroutes en welke regels er gelden voor ruimtelijke ontwikkeling; het Bouwbesluit, waarin regels staan voor bouwen binnen zogenaamde plasbrandaandachtsgebieden. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen Quickscan externe veiligheid Voor het bestemmingsplan Badhoevedorp Schuilhoeve is gebruik gemaakt van de voor het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden Oost uitgevoerde onderzoek. Gecontroleerd is of er veranderingen hebben plaatsgevonden die de externe veiligheid beïnvloeden. Dit is niet het geval en daarmee zijn de onderzoeken bruikbaar. In dit onderzoek bestaande uit drie deelrapporten van Oranjewoud (2010) is een quick scan externe veiligheid uitgevoerd. Verantwoording groepsrisico eindsituatie (2014) bp Badhoevedorp. Verantwoordingsplicht groepsrisico Interim fase, ontwikkelingen zonder verlegd tracé A9 bp Badhoevedorp. Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen Bestemmingsplan Badhoevedorp. De onderzoeken zijn als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd. Doel van de quick scan is het inventariseren van de risicobronnen in het plangebied en de omgeving daarvan; welke risicobronnen de voorgenomen ontwikkeling in het plangebied beïnvloeden. Voor de inventarisatie van de risicobronnen zijn de volgende risicovolle activiteiten in beeld gebracht: inrichtingen, die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen vallen; transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het water; hogedruk aardgasleidingen en K1, K2, K3-vloeistofleidingen. Vervolgens is per risicobron in beeld gebracht of deze in het kader van externe veiligheid beperkingen op kan leggen aan de voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied. Voor het plangebied zijn de relevante uitkomsten van de quickscan: het invloedsgebied voor het GR van snelwegen A4 en A9 zowel de huidige als toekomstige A9 ligt binnen het plangebied. Vanwege de aard en de omvang van de stoffen die over deze transportassen worden vervoerd, is een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) opgesteld voor de verantwoording van het groepsrisico; het invloedsgebied voor het GR van de Schipholweg ligt binnen het plangebied. Vanwege de lage Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 103

108 transportintensiteit op deze weg en de beperkte nieuwe ontwikkelingen in de omgeving, wordt de aanvaardbaarheid van het GR kwalitatief onderbouwd in een vervolgonderzoek in het kader van de verantwoordingsplicht. Onderstaande afbeelding toont een weergave van de risicobronnen in en om het plangebied, inclusief indicatieve invloedsgebieden (bron: Oranjewoud). Het plangebied ligt binnen de groene cirkel. Risicocontouren externe veiligheid Verantwoording groepsrisico Naar aanleiding van de uitkomsten van de quick scan externe veiligheid, heeft Oranjewoud BV risicoberekeningen uitgevoerd voor geheel Badhoevedorp voor de toename van het GR in de omgeving van de auto snelwegen A4 en A9. Op basis van deze berekeningen is een verantwoording van het GR opgesteld (de volledige rapportage is opgenomen in bijlage 2.8 van de quick scan externe veiligheid). Het bevoegd gezag moet bij ruimtelijke plannen verantwoording over het groepsrisico afleggen bij toename van het groepsrisico ten gevolge van de ontwikkeling van het plangebied. De verantwoordingsplicht heeft tot doel een goede ruimtelijke afweging te maken waarin de veiligheid voor de maatschappij als geheel voldoende gewaarborgd is. In de verantwoordingsplicht wordt bepaald welke risico's worden geaccepteerd en - indien noodzakelijk - welke veiligheidsverhogende maatregelen daarmee gepaard gaan. Deze afweging is kwalitatief van aard en richt zich op aspecten als de mogelijkheden van bestrijdbaarheid van een mogelijke calamiteit en de mate van zelfredzaamheid van de bevolking. Voor de verantwoording van het groepsrisico in Schuilhoeve is uitgegaan van de risicobronnen A4, de A9 na omlegging, de Schipholweg (S106) en de Amsterdam-Schiphol kerosineleiding. Het in het onderzoek genoemde LPG tankstation en de aardgasleiding zijn niet relevant voor het plangebied van Schuilhoeve. Ook de luchthaven Schiphol heeft vanuit externe veiligheid bezien geen directe impact op de ruimtelijke plannen. Uit de berekeningen van het GR is gebleken dat: de ontwikkelingen in het plangebied leiden tot een verhoging van het groepsrisico in de omgeving van de A4 en de (verlegde) A9. De verhoging van het groepsrisico is te verklaren doordat Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 104

109 personen aan de omgeving worden toegevoegd; er géén sprake van een overschrijding van de oriëntatiewaarde is. Daarnaast zijn in de verantwoording van het groepsrisico specifieke aandachtspunten opgenomen ten aanzien van de ligging nabij risicobronnen van kwetsbare objecten en bestemmingen voor personen met beperkte zelfredzaamheid (zie paragraaf 6.3 van het rapport Verantwoording groepsrisico eindsituatie). In de zone tussen de 0 en 30 meter van transportassen worden geen functies gerealiseerd die speciaal bedoeld zijn voor beperkt zelfredzame personen. In de zone tussen de 30 en 325 meter zijn meerdere (beperkt) kwetsbare projecten geprojecteerd. Een functie speciaal bedoeld voor beperkt zelfredzame personen is niet in de plannen opgenomen. Geadviseerd wordt om bij ontwikkeling in deze zone voldoende aandacht aan risicocommunicatie te besteden. De woningen worden in de nabijheid van de nieuwe A9 en de huidige A4 ontwikkeld. Daarom zal in Schuilhoeve extra aandacht worden geschonken aan de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. In de ontsluitingsstructuur in het stedenbouwkundig plan is rekening gehouden met goede ontvluchtingsmogelijkheden en goede bereikbaarheid voor de brandweer. Risicocommunicatie wordt ingezet om het handelingsperspectief van de personen te verbeteren Conclusie externe veiligheid Op basis van het uitgevoerde onderzoek wordt geconcludeerd dat de toename van het groepsrisico in Schuilhoeve aanvaardbaar wordt geacht, omdat het risico in de omgeving van de snelwegen A4 en de A9 onder de oriënterende waarde blijft. Extra aandacht zal worden geschonken aan bestrijdbaarheid, zelfredzaamheid en risicocommunicatie. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 105

110 5.15 Explosieven Wet- en regelgeving en beleid In de Nederlandse bodem zitten nog veel conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Bij het opsporen en ruimen van niet gesprongen explosieven (NGE s) is de openbare orde en veiligheid het bepalende uitgangspunt. De burgemeester is op grond van artikel 172 van de Gemeentewet belast met de handhaving daarvan. De beslissing om in een concrete situatie al dan niet over te gaan tot het opsporen en ruimen van een NGE is dus de bevoegdheid van de burgemeester. Er geldt geen verplichting om over te gaan tot opsporing en ruiming. Dit hangt af van het concrete geval en dat wordt vooral beoordeeld in relatie tot het huidige en toekomstige gebruik van het gebied Onderzoek explosieven Voor het gehele plangebied Badhoevedorp is onderzoek naar explosieven uitgevoerd (Vooronderzoek conventionele explosieven Badhoevedorp omlegging RW9, Saricon 2009). Het bestemmingsplangebied Schuilhoeve maakt hiervan onderdeel uit. Het onderzochte gebied ligt in de nabijheid van Schiphol, dat in de Tweede Wereldoorlog diverse malen gebombardeerd is door zowel Duitse als geallieerde vliegtuigen. Alle (mogelijke) inslagen zijn geregistreerd in het digitale systeem waarin ook de bodemgegevens vastliggen. Uit de inventarisatie in het vooronderzoek is gebleken dat het plangebied in de periode tussen 1940 en 1943 ten minste een keer is getroffen. In het onderzoeksgebied zijn vijftig Amerikaanse lbs vliegtuigbommen neergekomen. Verder is het onderzoeksgebied gebruikt door de Duitse bezetter voor militaire doeleinden. Daarnaast is uit het verhoren van (oog)-getuigen naar voren gekomen dat op verschillende plaatsen blindgangers in de grond aanwezig kunnen zijn. In 1994 is een Duitse vliegtuigbom door de EOD onschadelijk gemaakt. In 2015 zijn bij de werkzaamheden aan de omlegging van de A9 twee bommen, van Amerikaanse en Engelse makelij, gevonden en onschadelijk gemaakt. Er is een verwachting van explosieven opgesteld en gekeken is hoe verdachte gebieden afgebakend kunnen worden. Er zijn in totaal 10 verdachte gebieden in het onderzoeksgebied waargenomen. Begrenzing verdachte gebieden Op basis van begrenzing van de verdachte gebieden en de beschikbare (historische) feiten kan worden geconcludeerd dat afwerpmunitie, klein kaliber munitie, antitank- en geschutsmunitie kunnen zijn achtergebleven in de bodem van het onderzoekgebied. Het onderzoeksgebied is gedeeltelijk verdacht van explosieven. Explosieven (afwerpmunitie) kunnen worden verwacht tot een maximale diepte van 11 meter onder het huidige maaiveld. In één van de verdachte gebieden vinden ontwikkelingen plaats die binnen dit bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve (zie groene cirkel) mogelijk worden gemaakt. Het gaat om gebied nr. 3 Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 106

111 waar de woningbouw in het deelplan Schuilhoeve is gepland. Wanneer dit gebied ontwikkeld wordt zal bij de omgevingvergunning voor de activiteit bouwen nader onderzoek moeten worden gedaan Conclusie explosieven Op basis van het onderzoek is één verdacht gebied dat in het kader van dit bestemmingsplan ontwikkeld wordt waar zich mogelijk munitie bevindt. Wanneer dit gebied ontwikkeld wordt zal onderzoek worden uitgevoerd en zullen indien noodzakelijk niet gesprongen explosieven worden verwijderd. De beoogde activiteiten zullen pas worden gestart als de locatie is vrijgegeven. Dergelijke onderzoeken staan de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan niet in de weg. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 107

112 5.16 Kabels, leidingen en telecommunicatie installaties Beleid- en regelgeving In een ruimtelijk plan dienen planologisch relevante leidingen te worden opgenomen. Deze kunnen beperkingen opleggen aan het gebruik in de omgeving. Planologisch relevant zijn hoofdnutsvoorzieningen, zoals leidingen voor het transport van giftige, brandbare en/of ontplofbare stoffen, aardgasleidingen, hoogspanningsleidingen, afvalwaterleidingen, en dergelijken. Indien dergelijke leidingen in het plangebied voorkomen zullen deze als zodanig bestemd moeten worden, inclusief de afstand die vrijgehouden moet worden van bebouwing ter bescherming van de leiding. Om graafschade te voorkomen en de veiligheid van de graver en de directe omgeving te bevorderen bestaat de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION), beter bekend als de 'Grondroerdersregeling'. Daarnaast is nog beleid en regelgeving ten aanzien van (externe) veiligheid. Het overheidsbeleid voor de plaatsing van antennes (en zendmasten) is neergelegd in de nota Nationaal Antennebeleid (NAB) van Welke regels precies van toepassing zijn is afhankelijk van het soort antenne en de locatie van de antenne Onderzoek In het gebied bevinden zich veel kabels en leidingen, waaronder een aantal planologisch relevante kabels en leidingen: rioolpersleiding ter hoogte van de Groenezoom met een bijbehorende nutsvoorziening; watertransportleiding ter hoogte van de Schipholweg. Deze ligt net buiten het plangebied, maar de daarbij behorende belemmeringenstrook valt binnen het plangebied. Deze bovenstaande leidingen en de bijbehorende belemmeringzones zijn met een dubbelbestemming opgenomen in het bestemmingsplan. Er worden met dit bestemmingsplan geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die een probleem opleveren met betrekking tot de veiligheid van de leidingen Conclusie In het bestemmingsplan Badhoevedorp Schuilhoeve wordt rekening gehouden met de aanwezige kabels en leidingen en waar nodig worden deze ruimtelijk ingepast. Daarom vormen de aanwezige kabels en leidingen binnen het plangebied geen belemmering voor de wijze waarop de gronden in het plangebied bestemd zijn. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 108

113 6 TOEPASSING CRISIS- EN HERSTELWET In hoofdstuk 5 is de wet- en regelgeving voor geluid beschreven en zijn de conclusies opgenomen van de verschillende uitgevoerde geluidsonderzoeken en de betekenis hiervan voor de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen. In dit hoofdstuk wordt beschreven waarom de Crisis- en herstelwet (Chw) wordt toegepast voor de gebiedsontwikkeling Badhoevedorp in algemene zin en voor Schuilhoeve in het bijzonder. 6.1 Inleiding Voor de verbetering van de bereikbaarheid, leefbaarheid en de ruimtelijke en economische ontwikkeling hebben het Rijk, Provincie Noord-Holland, gemeente Haarlemmermeer, Regionaal Orgaan Amsterdam, Gemeente Amsterdam en Schiphol Nederland BV in 2005 besloten om de A9 ten zuiden van Badhoevedorp om te leggen en een integrale gebiedsontwikkeling van Badhoevedorp tot stand te brengen. Deze complexe en integrale gebiedsontwikkeling in Badhoevedorp bestaat uit twee onderdelen: 1. Een gefaseerde hoogwaardige binnenstedelijke gebiedsontwikkeling. Een integrale opgave die Badhoevedorp de kans biedt om weer een dorp te worden en de leefbaarheid te verbeteren. Uitvoering vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Haarlemmermeer. 2. De omlegging van A9, waarbij de leefbaarheid in Badhoevedorp en de bereikbaarheid van de regio sterk verbetert. Uitvoering vindt plaats onder verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. Voor de gebiedsontwikkeling van Badhoevedorp heeft de gemeenteraad in 2008 het Masterplan Badhoevedorp vastgesteld. De gebiedsontwikkeling van Badhoevedorp omvat circa woningen, circa 12 hectare netto bedrijfsontwikkeling, vernieuwd winkelcentrum en m² kantoren. De gefaseerde realisatie van het programma voor Schuilhoeve vindt plaats in de periode Om de specifiek beoogde fasering mogelijk te maken en de milieugebruiksruimte te optimaliseren wordt gebruik gemaakt van de Crisis- en herstelwet. In het besluit van de minister van Infrastructuur en Milieu is een aantal delen van het Masterplan Badhoevedorp aangewezen als ontwikkelingsgebied (zie de kaart in paragraaf 6.3). De aanwijzing heeft plaatsgevonden en de AMvB is op 5 maart 2013 in werking getreden. 6.2 Doelstelling toepassing Crisis- en herstelwet gebiedsontwikkeling Om gefaseerde realisatie van Schuilhoeve mogelijk te maken wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de Chw biedt. De realisatie van omlegging van de A9 is medio 2017 / 2018 gereed en de realisatie van Schuilhoeve is gepland voor de periode Om te kunnen beginnen met de ontwikkeling van Schuilhoeve wordt gebruik gemaakt van artikel 2.2 van de Crisis- en herstelwet. De ontwikkeling van Badhoevedorp met bijhorende omlegging van de A9 draagt bij aan de verbetering van de milieukwaliteit, maar vindt tegelijkertijd plaats in een omgeving met verschillende geluidsbronnen die hinder veroorzaken. Van invloed zijn de huidige rijkswegen A9, A4, de provinciale weg N232 (Schipholweg), de spoorwegverbinding parallel aan de A4 en het industrieterrein Schiphol. Voor industrielawaai geldt dat uiteindelijk een geluidswerende voorziening aan de rand van Schuilhoeve moet komen. Dit gebeurt door eerstelijns afscherming (bijvoorbeeld bebouwing) die volgens de voorgestane fasering voor het einde van de bestemmingsplanperiode (10 jaar) gerealiseerd wordt. Op dat moment wordt aan de geluidsnormen voldaan. Probleembeschrijving Vanwege de invloed van geluid is de beoogde fasering in grote mate gebonden aan: Geluidshinder van de Rijksweg A4 en spoorwegverbinding Amsterdam-Hoofddorp. De realisatie van de omgelegde A9 en bijbehorende (scherm)maatregelen, ter plaatse van de A4, zijn voor Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 109

114 openstelling van de A9 gereed (medio 2017 / 2018). De schermmaatregelen in het kader van het Tracébesluit OVSAAL zullen door Prorail in dezelfde periode gerealiseerd worden. Geluidshinder en zonering industrieterrein Schiphol. In relatie tot de fasering zullen noodzakelijke maatregelen als gevolg van geluidscontouren industrielawaai Schiphol in de periode uitgevoerd worden. Doelstelling Doelstelling van de Crisis- en herstelwet is om tot optimalisatie van de milieugebruiksruimte te komen. Binnen de mogelijkheden die de Chw biedt voor de ontwikkeling van Schuilhoeve wordt het mogelijk om: De fasering van het programma op de meest wenselijke en markttechnisch verantwoorde wijze uit te voeren. Met het zoveel mogelijk vanuit de bestaande kern naar de randen toe uitbreiden. De inzet van geluidsmaatregelen zo efficiënt mogelijk te laten plaatsvinden. De gefaseerde gemeentelijke bijdrage voor financiering 2 van de omlegging A9 te kunnen voldoen. Door de milieugebruiksruimte ten aanzien van de Wet geluidhinder voor een periode van 10 jaar te optimaliseren wordt het mogelijk om de bovengenoemde doelstellingen te behalen. Het doel is om vooruitlopend op de te treffen maatregelen ter afscherming van het industrielawaai van Schiphol binnen de mogelijkheden van de Chw te starten met woningbouw. Dit maakt het mogelijk om de woningbouwlocaties op de meest wenselijke en logische manier (onder andere qua efficiënte uitvoeringslogistiek) te ontwikkelen. Namelijk vanuit de bestaande kern naar buiten. 6.3 Projectbeschrijving Deze paragraaf geeft een beschrijving van de voorgenomen projecten in het ontwikkelingsgebied. Het aangewezen ontwikkelingsgebied (conform Chw) bestaat uit de toekomstige woonwijken Quatrebras (1) en Schuilhoeve (2). Op bijgaande kaart is de globale begrenzing aangegeven. Ontwikkelingsgebieden Chw 1 2 Tracé omgelegde A9 Het is de bedoeling om de deelgebieden Quatrebras en Schuilhoeve te ontwikkelen met maximaal woningen, waarvan maximaal 700 in Schuilhoeve. Dit bestemmingsplan Schuilhoeve en de toepassing van de Chw (voor woningbouw) maken deze genoemde ontwikkelingen planologisch mogelijk. Doel is optimalisatie van de milieugebruiksruimte. 2 Overeenkomstig de afspraken zoals vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Omlegging A9 (2005). Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 110

115 6.4 Beschikbare en benodigde milieugebruiksruimte In hoofdstuk 5 is reeds een toelichting gegeven op de geluidssituatie in en rond de het ontwikkelingsgebied Schuilhoeve. In deze paragraaf wordt ingegaan op de beschikbare en de benodigde milieugebruiksruimte Geluidsbron: industrielawaai Schiphol Op onderstaande kaart is de 55 db(a) geluidscontour van industriegebied Schiphol ter plaatse van Badhoevedorp weergegeven. Deze kaart is gebaseerd op de milieuvergunningen die voor de diverse activiteiten op het industrieterrein zijn verleend. De contour is grotendeels gebaseerd op de activiteit proefdraaien die plaatsvindt op diverse locaties. Marginaal is er nog een aandeel overige geluid van verschillende activiteiten. Overzichtskaart geluidcontouren sanering industrielawaai terrein Schiphol-Oost d.d. sep. 1998, Provincie Noord- Holland Toelichting woningbouwmogelijkheden binnen huidige geluidscontour Schiphol Voor Schuilhoeve geldt dat deze locatie deels binnen de 55 db(a) contour ligt (> 55 db(a)), terwijl de binnen de Wgh ten hoogste gepermitteerde hogere waarde 55 db(a) is. Zonder maatregelen is woningbouw in Schuilhoeve niet overal mogelijk. Dit omdat hierbij de maximaal te verlenen hogere grenswaarden voor industrielawaai (Wgh) op nieuw te bouwen woningen in de zone van het industrieterrein (deels) worden overschreden. Voor een gedetailleerdere toelichting wordt verwezen naar de onderzoeken zoals beschreven in hoofdstuk 5. Resultaten onderzoek Uit de onderzoeken blijkt dat voor de bronnen industrie en wegverkeer de voorkeursgrenswaarden van de Wet geluidhinder veelal worden overschreden. Op een aantal locaties wordt ook de maximaal vast te stellen hogere waarde overschreden, met name door het industrielawaai. Om te voldoen aan de Wet geluidhinder worden diverse maatregelen genomen, zoals: - voor alle woningen in het plangebied worden hogere waarden industrielawaai vastgesteld (55 db(a)), - voor een aantal woningen, vooral de eerstelijnsbebouwing, worden tevens hogere waarden wegverkeerslawaai vastgesteld, - voor de eerstelijnsbebouwing worden dove gevels, vanaf de 1e verdieping (d.w.z. 4,5 meter en hoger), voorgeschreven, - voor de woningen achter de eerstelijnsbebouwing, waar de geluidsbelasting hoger is dan 55 db(a), wordt in het plan vastgelegd dat op de 2e verdieping geen geluidsgevoelige ruimten zijn toegestaan. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 111

116 Naast de Wet geluidhinder zijn ook de milieuvergunningen van KLM/Schiphol betrokken in het akoestisch onderzoek, onder andere voor het bepalen van de maximale geluidsniveaus. Uit de berekeningen blijkt dat op een aantal locaties in Schuilhoeve een in het onderzoek voorgestelde normstelling wordt overschreden. Voor de afgeschermde proefdraaiplaats is dat nergens meer dan 5 db(a) en voor de overige proefdraailocaties (holdings) nergens meer dan 2 db(a). Daarbij wordt opgemerkt dat die laatste overschrijding veroorzaakt wordt door het proefdraaien op holding 27, terwijl die holding de afgelopen jaren zelden gebruikt is. Met een aanpassing van de milieuvergunning van Schiphol kan deze overschrijding bovendien worden opgelost, zonder dat de bestaande milieuruimte van Schiphol wordt ingeperkt. Resultaten onderzoek Uit de onderzoeken blijkt dat voor de bronnen industrie en wegverkeer zowel de voorkeursgrenswaarde als de maximale hogere waarde van de Wet geluidhinder voor de woningen in het plangebied wordt overschreden. Om de geluidsbelasting op de woningen in het plangebied te verlagen worden er diverse maatregelen genomen, deze zijn: een 1 e lijnsbebouwing voorzien van dove gevels vanaf de 1 e verdieping, voor de 2 e lijnsbebouwing en verder daar waar noodzakelijk dove gevels op de 1 e verdieping en voor de 2 e verdieping het vastleggen van onbenoemde (niet gevoelige) ruimten in de regels van het bestemmingplan. Behalve de Wet geluidhinder zijn ook de milieuvergunningen van KLM/Schiphol betrokken in het onderzoek. Hieruit is gebleken dat de geluidsbelasting op woningen ten gevolge van piekgeluiden afkomstig van het proefdraaien - op de zelden gebruikte holding 27 van Schiphol Nederland BV - de hiervoor vastgestelde normering overschrijdt. Dit kan worden opgelost door aanpassing van de vergunning zonder inperking van de bestaande geluidruimte van de vergunning van Schiphol. Voor het bestemmingsplan zijn twee stedelijke ontwerpen als uitgangssituatie gehanteerd. Het realiseren van woningen afwijkend van deze ontwerpen is mogelijk middels een wijzigingsprocedure mits akoestisch goed onderbouwd. Met inachtneming van bovenstaande maatregelen en restricties is het plan realiseerbaar en is er sprake van een goede ruimtelijke ordening. 6.5 Maatregelen en projecten Deze paragraaf beschrijft welke fysieke en juridische maatregelen nodig zijn om de voorgenomen ontwikkelingen conform de wettelijke geluidsnormering te realiseren Inleiding Er worden verschillende fysieke maatregelen ondernomen om binnen de wettelijke kaders het beoogd programma met de bijbehorende fasering te kunnen realiseren. De fysieke maatregelen die genomen worden zijn tweeledig. Enerzijds betreft dit maatregelen om in de eindsituatie (wanneer alle ontwikkelingen gereed zijn) te kunnen voldoen aan de milieunormen. Anderzijds betreft dit maatregelen die in de tijdelijke situatie noodzakelijk zijn om aan de eisen van het Bouwbesluit, die aan de geluidwering van de gevels in relatie tot het binnenniveau van een woning gesteld worden, te kunnen voldoen. De gemeente geeft aan wat zij als een acceptabel akoestisch leefklimaat beschouwt in de tussenliggende periode (tot realisatie eerstelijnsbebouwing Schuilhoeve). Het geluidsniveau op woningen in de tussenliggende periode is middels onderzoek inzichtelijk gemaakt. Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 112

117 6.5.2 Fysieke maatregelen en projecten infrastructuur Gekoppeld aan de ruimtelijke ontwikkelingen worden in de komende periode ingrijpende aanpassingen aan de infrastructuur uitgevoerd. Naast de bijdrage die deze ontwikkelingen aan lokale en regionale bereikbaarheid hebben, leveren zij ook een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid in Badhoevedorp. Bepaalde gebieden worden ontlast van (een deel van de) geluidhinder door wegverkeer en railverkeer. Aanpassingen en maatregelen rijkswegen en railtraject bestaande situatie (uitgangspunt Chw) De volgende aanpassingen en maatregelen aan de infrastructuur worden uitgevoerd voor de bestaande bouw. Deze maatregelen worden niet door de gemeente uitgevoerd, maar hebben wel een gunstig effect. Schermmaatregelen langs railtraject OV SAAL In het Tracébesluit OV SAAL zijn schermmaatregelen voor het railtraject tussen Schiphol en Amsterdam (en verder) opgenomen die voor Badhoevedorp relevant zijn. Uitvoering vindt plaats door ProRail. Deze maatregelen worden medio 2016 uitgevoerd. Het effect van de hiervoor benoemde maatregelen is op bijgaande kaarten zichtbaar. Hierbij is te zien dat de ontwikkellocaties langs het huidige tracé van de A9 geen geluidhinder meer ondervinden van railverkeer en wegverkeer (MER Gebiedsontwikkeling Badhoevedorp-Lijnden-Oost, deelrapport Geluid, Witteveen en Bos 2013). Geluidsbelasting omgelegde A9 en A4 (Bron: MER. Deelrapport geluid). Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 113

118 Geluidsbelasting spoorweglawaai (Bron: MER. Deelrapport geluid). Aanpassingen onderliggend wegennet Ook in het onderliggend wegennet worden aanpassingen uitgevoerd die gevolgen hebben voor de geluidsbelasting. Hier is de gemeente en/of provincie verantwoordelijk. Verlaging maximumsnelheid Schipholweg op termijn In de bestuursovereenkomst Omlegging A9 is afgesproken dat op termijn de maximumsnelheid op de Schipholweg (N232) ter hoogte van Badhoevedorp van 80 km/h naar 50 km/h afgewaardeerd wordt. Aangezien de besluitvorming door de Provincie Noord-Holland nog niet plaats heeft gevonden, is in de akoestische onderzoeken uitgegaan van het meest ongunstige scenario (maximum snelheid 80 km/h). Het positief effect van de snelheidsverlaging is wel middels een gevoeligheidsanalyse berekend en is als bijlage bij het akoestisch onderzoek van Witteveen en Bos voor het bestemmingsplan Badhoevedorp Lijnden Oost opgenomen. Dit zal een verdere verbetering tot gevolg hebben. Gelijkmatiger verspreiding verkeer Door aanpassingen aan het onderliggend wegennet is sprake van verschuiving en oriëntatie van verkeer binnen Badhoevedorp waardoor het verkeer gelijkmatiger over de dorpswegen wordt verspreid. De Schipholweg krijgt het karakter van een ontsluitingslaan voor het dorp. Intern dorpsverkeer zal dan meer gebruikmaken van deze weg, in plaats van dwars door het dorp. Gefaseerde uitvoering vindt plaats tot medio Voor een gedetailleerde onderbouwing wordt verwezen naar het Deelrapport Verkeer Bestemmingsplan Badhoevedorp-Lijnden (Goudappel Coffeng, 2012) Fysieke maatregelen en projecten locatie- en bebouwingsgericht Binnen het plangebied van Schuilhoeve worden overeenkomstig de Wet geluidhinder en het Bouwbesluit locatie- en bebouwingsgerichte maatregelen genomen die ervoor zorgen dat uiteindelijk voldaan kan worden aan de Wet geluidhinder. Dit ten gunste van een goede milieukwaliteit. Bestaande (bron)maatregelen In het verleden (1990) is voor het industrieterrein Schiphol een geluidzone krachtens de Wet geluidhinder vastgesteld. Daarna heeft een zogenaamd saneringsonderzoek plaatsgevonden, gevolgd door een besluit over te nemen maatregelen. Op basis van dat saneringsonderzoek zijn enkele Bestemmingsplan Badhoevedorp-Schuilhoeve 114

het plan in hoofdlijnen

het plan in hoofdlijnen an badhoevedorp het plan in hoofdlijnen vhet toekomstbeeld De A9 gaat om! Een langgekoesterde wens van de inwoners van Badhoevedorp en de gemeente Haarlemmermeer gaat in vervulling. Het nieuwe tracé van

Nadere informatie

beschrijving plankaart.

beschrijving plankaart. 06. plan. "Op en langs het voormalige tracé van de A9 wordt de vrijkomende ruimte gebruikt om nieuwe hoogwaardige woongebieden te realiseren binnen de bebouwde kom van Badhoevedorp. Deze gebieden krijgen

Nadere informatie

onderwerp Vaststelling ontwerpbestemmingsplan 'Badhoevedorp Schuilhoeve'

onderwerp Vaststelling ontwerpbestemmingsplan 'Badhoevedorp Schuilhoeve' gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Vaststelling ontwerpbestemmingsplan 'Badhoevedorp Schuilhoeve' Portefeuilehouder dr. Derk Reneman, Adam Elzakalai Collegevergadering 22 november 2016 Inlichtingen

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Ontwerp Bestemmingsplan BADHOEVEDORP DE VELDPOST. toelichting

Ontwerp Bestemmingsplan BADHOEVEDORP DE VELDPOST. toelichting Ontwerp Bestemmingsplan BADHOEVEDORP DE VELDPOST toelichting November 2014 INHOUD 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 1 1.3 Aard en doel 2 1.4 Geldende plannen en regelingen

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 16 september 2013 Betreft Rijksprogramma SMASH

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 16 september 2013 Betreft Rijksprogramma SMASH > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Artikel uit Hoofddorpse Courant 04 april 2013

Artikel uit Hoofddorpse Courant 04 april 2013 Artikel uit Hoofddorpse Courant 04 april 2013 Aanvullende informatie tav de vragen over de gevolgen van de plannen voor Nieuwemeer, treft u op de volgende pagina s. Dit is de informatie die gebruikt is

Nadere informatie

Presentatie groen in en rond Badhoevedorp

Presentatie groen in en rond Badhoevedorp Presentatie groen in en rond Badhoevedorp Groen in en rond Badhoevedorp Deze presentatie geeft: een indicatief beeld van toekomstig openbaar toegankelijk groen nadat alle huidige gebiedsontwikkelingsplannen

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief. Onderwerp: Voorontwerp bestemmingsplan Woningbouw Brugstraat 61A

Raadsinformatiebrief. Onderwerp: Voorontwerp bestemmingsplan Woningbouw Brugstraat 61A Raadsinformatiebrief Reg.nr. : 7752133 B&W verg. : 29 mei 2018 Onderwerp: Voorontwerp bestemmingsplan Woningbouw Brugstraat 61A 1) Status Dit stuk wordt u ter informatie aangeboden in het kader van de

Nadere informatie

41 BADHOEVEDORP OBSERVATIES

41 BADHOEVEDORP OBSERVATIES 04. observaties. "De stedenbouwkundige structuur wordt gedragen door een aaneengesloten netwerk van bomenlanen, singels, plantsoenen en vijvers. Deze landschappelijke karakteristiek van het dorp is een

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg Welstandsparagraaf Locatie Voorweg concept november 2010 inhoudsopgave 1 Locatie en programma 2 Ruimtelijke structuur 3 Stedenbouwkundig uitgangspunt 4 Welstandsbeleid 5 Welstandscriteria Algemeen Hoofdvorm/Massavorm

Nadere informatie

Raadsvoorstel

Raadsvoorstel gemeente Haarlemmermeer Raadsvoorstel 2016.0067270 onderwerp Ontwerpverklaring van geen bedenkingen voor atletiekbaan met clubgebouw en groencompensatie A9 Portefeuilehouder dr. Derk Reneman, Adam Elzakalai

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking

Ladder voor duurzame verstedelijking Ladder voor duurzame verstedelijking Klik om de modelstijlen te bewerken Tweede niveau Derde niveau Vierde niveau Vijfde niveau Ladder voor duurzame verstedelijking 1. Waar komt het vandaan? 2. Wat is

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II, Herziening I Betreft Status Bovenkamp II Heerde vastgesteld Datum 30 mei 2011 Bovenkamp II, herziening I, vastgesteld,

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

15 BADHOEVEDORP HISTORIE

15 BADHOEVEDORP HISTORIE 02. historie. "Dit tuindorp, met de Burgemeester Amersfoordtlaan en de Pa Verkuyllaan, heeft alles in zich van die tijdgeest; slingerende bomenlanen, een groene opzet en ruime kavels met daarop woningbouw

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist De Ladder voor duurzame verstedelijking is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geïntroduceerd en

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Plan van Aanpak aanvraag kapvergunningen en uitvoering kappen bomen Quatrebras

Plan van Aanpak aanvraag kapvergunningen en uitvoering kappen bomen Quatrebras Plan van Aanpak aanvraag kapvergunningen en uitvoering kappen bomen Quatrebras 1. Inleiding 2. Context 2.1 Omlegging A9 2.2 Quatrebras 2.3 Natuurwetgeving 3. Plan van Aanpak kapvergunningen 3.1 Bomen verplanten

Nadere informatie

Toelichting Vastgesteld paraplubestemmingsplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE0002-0301 18 september 2014

Toelichting Vastgesteld paraplubestemmingsplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE0002-0301 18 september 2014 Toelichting Vastgesteld paraplubestemmingsplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE0002-0301 18 september 2014 september 2014) 1 september 2014) 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING... 5 1.1

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan 'Saksen Weimar fase 5 t/m 7'

Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan 'Saksen Weimar fase 5 t/m 7' Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 13 juli 2015 Documentnummer : 2015.0.053.562 Zaaknummer: 2015-02-00709 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan 'Saksen Weimar fase 5 t/m 7' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Startnotitie voor het opstellen van een bestemmingsplan voor ontwikkelingsgebied Zuidhoek 3 te Kapelle.

Startnotitie voor het opstellen van een bestemmingsplan voor ontwikkelingsgebied Zuidhoek 3 te Kapelle. Startnotiti e bestemmi ngspl an Zuidhoek 3 Zui dhoek 3 *2017.04963* 2017.04963 CONCEPT Startnotitie voor het opstellen van een bestemmingsplan voor ontwikkelingsgebied Zuidhoek 3 te Kapelle. Locatie: Het

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Toelichting Ontwerp parapluplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE juni 2014

Toelichting Ontwerp parapluplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE juni 2014 Toelichting Ontwerp parapluplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE0002-0203 10 juni 2014 Toelichting parapluplan Nota parkeernormen auto en fiets (zoals vastgesteld door de Raad op dd. maand

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2015/ Gebiedsontwikkeling Badhoevedorp: Toetsingskader woningbouw en openbare ruimte Quatrebras

Raadsvoorstel 2015/ Gebiedsontwikkeling Badhoevedorp: Toetsingskader woningbouw en openbare ruimte Quatrebras Raadsvoorstel 2015/ ruimte Quatrebras Portefeuillehouder A. Elzakalai Steller Jeroen Oosterhof Collegevergadering 24 november 2015 Raadsvergadering 1. Samenvatting Wat willen we bereiken? Badhoevedorp

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Ruimtelijke Onderbouwing t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Aanleiding Stichting Spurd heeft een aanvraag om omgevingsvergunning

Nadere informatie

Zaandam Oost en West Toelichting

Zaandam Oost en West Toelichting Onherroepelijk Beheersverordening Zaandam Oost en West Toelichting Zaandam Oost en West Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Uitgangspunten en achtergrond Achtergrond beheersverordening

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

Masterplan Badhoevedorp 1 PROJECTNAAM THEMA

Masterplan Badhoevedorp 1 PROJECTNAAM THEMA Masterplan Badhoevedorp 1 PROJECTNAAM THEMA Masterplan Badhoevedorp vastgesteld door de raad van de gemeente Haarlemmermeer op 12 juni 2008 (nr. 2008/15026) Beslispunten raadsvoorstel: Het Masterplan

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie Structuurvisie Noord-Holland Achtergrondinformatie Structuurvisie: waarom en wat? - Inwerkingtreding Wro 1 juli 2008 - elke overheidslaag stelt eigen structuurvisie op (thema of gebied) - structuurvisies

Nadere informatie

Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum

Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum ONTWERP Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum Burgemeester en wethouders van de gemeente Ameland; Van toepassing is het bestemmingsplan Ballum, vastgesteld door de raad

Nadere informatie

Raadsbesluit

Raadsbesluit 7 gemeente Haarlemmermeer Raadsbesluit 2015.0003970 onderwerp De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 3 februari 2015 nummer 2015.0003970; besluit:

Nadere informatie

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 22 09 2015 definitief

Nadere informatie

nota van B&W ONTWERPBESLUIT TBV TER INZAGE LIGGING

nota van B&W ONTWERPBESLUIT TBV TER INZAGE LIGGING nota van B&W ONTWERPBESLUIT TBV TER INZAGE LIGGING Onderwerp Vaststelling wijzigingsplan Zwanenburg 1 e wijziging mr. M.L. (Mariëtte) Sedee Schuitemaker PM Inlichtingen M. Romijn (+31235674240) Portefeuillehouder

Nadere informatie

Bestemmingsplan Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) Vastgesteld

Bestemmingsplan Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) Vastgesteld Bestemmingsplan Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) Vastgesteld Vastgesteld, d.d 24 januari 2019 Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) bestemmingsplan Wateringse Veld Noord,

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit ten behoeve van de realisatie van 8 rijwoningen in plaats van 7 op een perceel bouwterrein gelegen aan Het Wilgert te Epse Inleiding Tussen de straten Het

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Hoofddorp De Hoek en omgeving 1 e herziening Ontwerp

Bestemmingsplan. Hoofddorp De Hoek en omgeving 1 e herziening Ontwerp Bestemmingsplan Hoofddorp De Hoek en omgeving 1 e herziening Ontwerp Februari 2017 Haarlemmermeer Hoofddorp De Hoek en omgeving 1 e herziening bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode:

Nadere informatie

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking MEMO Betreft : Motivering ladder voor duurzame verstedelijking t.b.v. realisatie kinderdagverblijf Klant : J.P.M. Langelaan, Buitenbrinkweg 81, Ermelo Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Oktober 2016 Besluit

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025"

Reactienota. Behorende bij de Structuurvisie Wernhout 2025 Reactienota Behorende bij de Structuurvisie "Wernhout 2025" 1. Inleiding De ontwerp structuurvisie "Wernhout 2025" is op dinsdag 22 oktober 2013 gepresenteerd aan de bewoners en de Dorpsraad van Wernhout.

Nadere informatie

ESSE ZOOM LAAG NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL GEMEENTE ZUIDPLAS

ESSE ZOOM LAAG NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL GEMEENTE ZUIDPLAS STEDENBOUWKUNDIG PLAN N Aan de zuidkant van Nieuwerkerk aan den IJssel, grenzend aan de Groene Zoom met Capelle aan den IJssel, ligt de toekomstige wijk Esse Zoom Laag. Hier worden de komende jaren 550

Nadere informatie

vaststellen bestemmingsplan "Bartok"

vaststellen bestemmingsplan Bartok Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. Documentnummer : 2015.0.053.200 Zaaknummer: 2014-12-01755 Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan "Bartok" Aan de gemeenteraad. Arnhem, 9 juni 2015 VOORSTEL

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

Realiseren paardenbak

Realiseren paardenbak Realiseren paardenbak Ruimtelijke onderbouwing Langereis 25 Hoogwoud Ontwerp Bakker Zwollo-de Wilt juristen Locatie: Langereis 25 Hoogwoud Opgesteld door: Mw. drs. I.A. Zwollo Bakker Zwollo-de Wilt juristen

Nadere informatie

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9 GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9 INHOUDSOPGAVE TOELICHTING HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Planologische regeling 2 1.3 Leeswijzer 3 HOOFDSTUK 2 HUIDIGE

Nadere informatie

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart'

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 9 maart 2015 Documentnummer : 2015.0.013.143 Zaaknummer: 2014-09-00312 Onderwerp: Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP 1 INHOUDSOPGAVE Toelichting 3 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

1e Partiële herziening Vroonermeer-Noord. Gemeente Alkmaar Ontwerp

1e Partiële herziening Vroonermeer-Noord. Gemeente Alkmaar Ontwerp 1e Partiële herziening Vroonermeer-Noord Gemeente Alkmaar Ontwerp 1e Partiële herziening Vroonermeer-Noord Gemeente Alkmaar Ontwerp Rapportnummer: 211x07614.083188_3 Datum: 20 mei 2015 Contactpersoon

Nadere informatie

CONCEPT t.b.v. ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan

CONCEPT t.b.v. ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan CONCEPT t.b.v. ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan Raadsvoorstel 2015/ Portefeuillehouder Collegevergadering Raadsvergadering Adam Elzakalai Steller C. Blankestijn (023 5676074 ) 1. Samenvatting

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN DE NIEUWE FABRIEK / VAN OSTADESTRAAT 233

BESTEMMINGSPLAN DE NIEUWE FABRIEK / VAN OSTADESTRAAT 233 BESTEMMINGSPLAN DE NIEUWE FABRIEK / VAN OSTADESTRAAT 233 TOELICHTING 17 december 2013, GEMEENTE AMSTERDAM, STADSDEEL ZUID TOELICHTING ONTWERPBESTEMMINGSPLAN DE NIEUWE FABRIEK/VAN OSTADESTRAAT 233 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Doel en aanleiding Masterplan en Beeldkwaliteitplan Belangrijk brondocument van deze omgevingsvergunning

Nadere informatie

Probleem- en doelstelling/oplossingen/effecten

Probleem- en doelstelling/oplossingen/effecten Aan de Gemeenteraad. Raadsvergadering : 25 maart 2010 Nummer :? Commissie : Commissie Grondgebied Portefeuillehouder : wethouder T. Kokke Afdeling : II-Bouwen en Wonen - Opsteller : M.Fopma Productiedatum

Nadere informatie

Westflank Haarlemmermeer

Westflank Haarlemmermeer Nota Ruimte budget 48 miljoen euro Planoppervlak 1500 hectare Trekker Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Westflank Haarlemmermeer Westflank Haarlemmermeer is een Randstad Urgent - project.

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: 14-4-2009 Huidige situatie De locatie maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied Heerenveen Noordoost; een langgerekt gebied tussen grofweg de

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Wijzigingsplan Boekweitkamp. Ontwerp

Wijzigingsplan Boekweitkamp. Ontwerp Wijzigingsplan Boekweitkamp Ontwerp Ontwerp, d.d. 3 april 2018 Boekweitkamp wijzigingsplan Boekweitkamp (ontwerp) Inhoudsopgave Samenvatting 3 2 wijzigingsplan Boekweitkamp (ontwerp) Samenvatting Waarom

Nadere informatie

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega

Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 Oudega Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning + bijgebouw Achterwei 31 te Oudega 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

Geachte mevrouw Dekker,

Geachte mevrouw Dekker, Datum 16 mei 2006 Ons kenmerk PNH: 2006 7382 PZH: DRM/ARW/06/4369 Onderwerp Eindrapportage Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer Bollenstreek Bezoekadres Houtplein 33 Haarlem Aan: de minister van VROM, mevrouw

Nadere informatie

Raadsvoorstel concept t.b.v. terinzageligging

Raadsvoorstel concept t.b.v. terinzageligging Raadsvoorstel 2017. concept t.b.v. terinzageligging Onderwerp vaststelling bestemmingsplan Hoofddorp Assumburg 2-4 Portefeuillehouders Adam Elzakalai Steller Cor Hogenkamp Collegevergadering Raadsvergadering

Nadere informatie

onderwerp Aanvraag initiatievenbudget herontwikkeling winkelcentrum Lorentzplein Badhoevedorp

onderwerp Aanvraag initiatievenbudget herontwikkeling winkelcentrum Lorentzplein Badhoevedorp gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Aanvraag initiatievenbudget herontwikkeling winkelcentrum Lorentzplein Badhoevedorp Portefeuilehouder A. Elzakalai, J.J. Nobel, C.J. Loggen Collegevergadering

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Inleiding Bij besluit van 28 juli 2010 hebben burgemeester en wethouders van Lochem aan Sport & Science

Nadere informatie

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013 Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013 1 PBL project Verstedelijking & Infrastructuur Analyseren van verwachte knelpunten en kansen bij afstemming verstedelijking en infrastructuur Samenhang

Nadere informatie

Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2

Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2 Bestemmingsplan (vastgesteld) Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2 Gemeente Venray Datum: 9 juni 2010 Projectnummer: 90667 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging plangebied 3 1.3 Vigerend

Nadere informatie

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus 175 1860 AD Bergen Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon M.D. Alles BEL/RI Doorkiesnummer +31235144195 allesm@noord-holland.nl 1

Nadere informatie

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen,

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen, Indieningsvereisten Ruimtelijke Plannen gemeente Woudenberg Zoals vastgesteld en van toepassing sinds januari 2012 en gewijzigd vastgesteld 16 juli 2015 Inleiding Voor het opstellen van een bestemmingsplan

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

GEMEENTE DE FRIESE MEREN ONTSLUITINGSWEG WYTLÂN NIJEMIRDUM BESTEMMINGSPLAN. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

GEMEENTE DE FRIESE MEREN ONTSLUITINGSWEG WYTLÂN NIJEMIRDUM BESTEMMINGSPLAN. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. blz 1 GEMEENTE DE FRIESE MEREN ONTSLUITINGSWEG WYTLÂN NIJEMIRDUM BESTEMMINGSPLAN Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Status: Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. /

Nadere informatie

BEZORGD BADHOEVEDORP Wie zijn wij? Onze speerpunten.

BEZORGD BADHOEVEDORP Wie zijn wij? Onze speerpunten. BEZORGD BADHOEVEDORP Wie zijn wij? Onze speerpunten. Doel van de avond Uitleg van het proces tot nu toe. Wie zijn Bezorgd Badhoevedorp? Wat zijn onze speerpunten: Toelichting + schets. Bespreken speerpunten

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Startdocument Schuytgraaf Veld 17b. juni 2013

Startdocument Schuytgraaf Veld 17b. juni 2013 Startdocument Schuytgraaf Veld 17b juni 2013 1 Inleiding In mei 2012 heeft de gemeente Arnhem het project Schuytgraaf overgenomen van de GEM (Grondexploitatie maatschappij). De gemeente heeft nu de leiding

Nadere informatie

HERONTWIKKELING MOLENWAL

HERONTWIKKELING MOLENWAL STARTNOTITIE HERONTWIKKELING MOLENWAL (VOORMALIGE BUSREMISE) Maart 2011 Gemeente Oudewater Sector REV 1 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 1 INLEIDING... 3 2 PLANGEBIED... 4 2.1 HET PLANGEBIED... 4 2.2 PROGRAMMA...

Nadere informatie

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014 Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst opdrachtgever: gemeente Hulst nummer: 0677.009386.00 datum: 21 mei 2014 referte: Ing. Jos van Jole 1 Inhoud Inleiding 3 Analyse 4 Beleidsmatige uitgangspunten

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Borger-Odoorn Verbinding geeft perspectief

Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Borger-Odoorn Verbinding geeft perspectief Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Borger-Odoorn Verbinding geeft perspectief Dit uitvoeringsprogramma, behorende bij de Structuurvisie Borger- Odoorn, geeft aan op welke wijze de integrale gebiedsvisie

Nadere informatie

Nota beoordeling inspraakreacties, het vooroverleg en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Duizel-Noord

Nota beoordeling inspraakreacties, het vooroverleg en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Duizel-Noord Nota beoordeling inspraakreacties, het vooroverleg en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Duizel-Noord Gemeente Eersel afdeling ontwikkeling team Ruimte 2011 VOOROVERLEG Provincie Noord-Brabant Een

Nadere informatie

Plangebied De afbeelding hierna is een impressie van het woningbouwplan Hillegommerdijk A.

Plangebied De afbeelding hierna is een impressie van het woningbouwplan Hillegommerdijk A. gemeente Haarlemmermeer nota van B&W Onderwerp Vaststelling wijzigingsplan Buitengebied Midden 2e wijziging Portefeuillehouder Collegevergadering Inlichtingen Registratienummer mr. Mariëtte Sedee-Schuitemaker

Nadere informatie

Raadsvoorstel 2014.0055704 Vaststelling bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg

Raadsvoorstel 2014.0055704 Vaststelling bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg gemeente Haarlemmermeer onderwerp Raadsvoorstel 2014.0055704 Portefeuilehouder Adam Elzakalai, dr. Derk Reneman steiler Kees Lakerveld (023-5676336) Collegevergadering 1 juni 201 5 Raadsvergadering 1.

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Octrooiweg 4 tot en met 12 Gemeente: Vlissingen Titel: Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Status: Vastgesteld TOELICHTING 1

Nadere informatie

OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 4 4 2016 definitief

Nadere informatie

Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan De Eng II Zuidzijde

Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan De Eng II Zuidzijde Nota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan De Eng II Zuidzijde Idn: NL.IMRO.0733.BPASPDEENGIIZZ-VS01 Versie: Definitief Asperen, 25 mei 2016 Definitief 25 mei 2016 1 Definitief 25 mei 2016 2 Inhoud 1. Inleiding...

Nadere informatie

Bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand (Augustapolder) 9 e Uitwerkingsplan 'de Meander, fase 1B'

Bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand (Augustapolder) 9 e Uitwerkingsplan 'de Meander, fase 1B' Bestemmingsplan Zuidelijke Stadsrand (Augustapolder) 9 e Uitwerkingsplan 'de Meander, fase 1B' Toelichting en regels Ontwerp Vaststelling Goedkeuring 31 augustus 4 e Uitwerkingsplan de Meander, fase 1

Nadere informatie

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Burgemeester en Wethouders Haarlemmermeer Postbus 250 21 30 AG HOOFDDORP Gemeente Haarlemmermeer an 00

Nadere informatie