Calamiteitenplan Johan Frisoschool Brandpreventie Inleiding Preventieve maatregelen Afspraken bij brand in de school:...

Transcriptie

1 Calamiteitenplan Johan Frisoschool Inhoud Calamiteitenplan Johan Frisoschool... 1 Brandpreventie... 2 Inleiding... 2 Preventieve maatregelen... 2 Afspraken bij brand in de school:... 3 Vluchtwegen... 4 Verzamelplaats:... 4 Op de verzamelplaats... 4 Inruimingsplan... 5 Materialen die aanwezig moeten zijn;... 6 Bedrijfshulpverlening op de SPCO-scholen... 8 Regelmatig terugkerende activiteiten;... 8 Opleiding en nascholing van BHV-ers... 9 Beleid:... 9 Risico- inventarisatie en Evaluatie (RIE of Algemene Schoolverkenning (ASV)... 9

2 Brandpreventie Inleiding Om het gevaar van brand en de kans op ongevallen bij brand zoveel mogelijk te beperken, dienen preventieve maatregelen genomen te worden. De veiligheid van de leerlingen moet altijd voorop staan, daarna kan aandacht besteed worden aan het gebouw. Preventieve maatregelen A) In ieder lokaal hangen het SPCO-SOS plan en de ontruimingsplattegrond duidelijk zichtbaar. B) De leerkracht is in geval van alarm verantwoordelijk voor de groep. Als regel waarschuwt hij/zij de directeur, is het gevaar ernstig dan slaat de leerkracht zelf alarm door het alarmglaasje in te slaan. C) De leerkracht weet welke vluchtwegen ter beschikking staan en waar het verzamelpunt is: Dit verzamelpunt is vermeld op het SPCO-SOS plan. D) Bij het verlaten van het gebouw wordt zo mogelijk de klassenmap meegenomen. E) - Er wordt altijd verantwoord omgegaan met vuur geen aanstekers of lucifers laten slingeren of voor het grijpen leggen. (Taak ieder) - Periodiek worden de blusmiddelen gecontroleerd.(taak bestuur) - Vluchtwegen dienen vrij te zijn van obstakels. (Taak directie) - De deuren van het schoolgebouw mogen tijdens de schooluren nooit op slot zijn. (Taak directie) F) Op voor iedereen een bekende plek ligt de immer up to date gevulde EHBO-koffer

3 Afspraken bij brand in de school: Alarmsignaal = brandsignaal: 3x keer lang bellen Het brandsignaal wordt gegeven door Anneke en bij afwezigheid van Anneke door een andere BHV er. Bij brand: - naaste collega waarschuwen - melding bij de locatieleider bellen - Anneke (bij afwezigheid een andere BHV er) waarschuwen die op zijn/haar beurt het brandsignaal geeft: 3x lang bellen. Indien de bel niet werkt, dan waarschuwen de leerkrachten elkaar. De leerkracht controleert of alle leerlingen aanwezig zijn (klassenmap / leerlingenlijst) Indien er een leerling ontbreekt, alle ruimten controleren. Taken bij controle van de ruimten: Leerkracht lokaalnr A Leerkracht lokaalnr B Ruimte IJ en Movzes Leerkracht lokaalnr H Leerkracht lokaalnr G Leerkracht lokaalnr F Leerkracht lokaalnr E :speellokaal :toiletgroep Z :lokaal C en D en toiletgroep V+ W+ X :tussenlokaal (1), kluis :personeelskamer :toiletgroep S+T in hal, :RT ruimte, ruimte conciërge Ben je ervoor in de gelegenheid, tracht dan de brand te blussen. Ga niet zelf aan het blussen, wanneer dit de ontruiming vertraagt. Bij het verlaten van het gebouw worden geen kledingstukken of leermiddelen meegenomen. Ramen en deuren sluiten. De leerlingen verlaten het gebouw o.l.v. de leerkracht. De leerkracht ziet er op toe, dat alles ordelijk verloopt en de leerlingen bij elkaar blijven.

4 Vluchtwegen Bij het verlaten van het gebouw staan de volgende vluchtwegen ter beschikking: 1. De leerlingen van de groepen Lokaal A, B, C en D verlaten hun lokaal via uitgang 1 of via het raam. Zij gaan naar de verzamelplaats.(grasveld noord. Anneke draagt hierna haar groep over aan de leerkracht van lokaal A. Deze is vanaf dan verantwoordelijk voor de leerlingen uit lokaal B. 2. De leerlingen van lokaal E, F, G en H verlaten het gebouw door ingang 2 of via het raam. Zij gaan naar de verzamelplaats( parkeerterrein zuid). Betsie draagt haar groep over aan lokaal G. 3. De leerlingen mogen niet voor de ingang van het plein staan i.v.m. de brandweer. Verzamelplaats: Lokaal A, B, C, D en ruimte IJ: grasveld Noord. Lokaal E, F, G, H parkeerterrein Zuid. Op de verzamelplaats Op de verzamelplaats aangekomen blijft elke groep bij zijn aangewezen leerkracht. De leerkrachten moeten d.m.v. de klassenmap/klassenlijst nagaan of alle leerlingen aanwezig zijn. Als de groep compleet is houdt de leerkracht een groen briefje (zit in ontruimingsplan) omhoog. Als de groep niet compleet is wordt er een rood briefje in de lucht gehouden. Anneke en Betsie controleren of alle leerlingen bij de leerkrachten buiten staan (Betsie zuid, Anneke noord). Wanneer er kinderen missen controleren Betsie en Anneke zo mogelijk het schoolgebouw. Tot slot gaan Anneke en Betsie buitenom naar elkaar toe om de stand van zaken door te geven. Daarna wacht Betsie de hulpverleners op en geeft deze informatie door. Indien er gewonden zijn en het noodzakelijk is, dat zij naar het ziekenhuis moeten, gaat er een leerkracht mee.

5 Inruimingsplan Bij het vrijkomen van een giftig gas of een andere gevaarlijke stof door een ongeval in de nabije omgeving, kan het vanuit veiligheids- of gezondheidsredenen gewenst, of zelfs noodzakelijk, zijn om leerlingen en leerkrachten binnen te houden. Personen die op het moment van de melding buiten zijn, dienen naar binnen te worden geleid. Het bevel voor inruimen komt in principe van de 'BHV-er of directeur. Elke leerkracht is verantwoordelijk voor het veilig binnen houden en zonodig naar binnen leiden van zijn/haar klas. Na het inruimingsbevel dienen de leerlingen en de leerkrachten als volgt te handelen: stop uw activiteiten, indien noodzakelijk schakel eventuele apparatuur uit sluit de ramen sluit de buitendeuren wacht op verdere instructies van de leerkracht en/of de bedrijfshulpverlener. De bedrijfshulpverlener en/of directeur onderhouden het contact met de externe hulpverleningsorganisatie. De coördinator Bedrijfshulpverlening heeft de volgende taken: sluit (overige) ramen sluit de (overige) buitendeuren schakel het ventilatiesysteem uit (indien aanwezig) wacht op verdere instructies van de lokale brandweer of andere externe hulpverleningsorganisaties geef deze instructies

6 Materialen die aanwezig moeten zijn; Steriel gazen (5 x 5 cm) Steriel gazen ( 10 x 10 cm) Vochtopnemende elastische zwachtels (6 cm) Vochtopnemende elastische zwachtels (4 cm) Synthetische watten Kleefpleisters met licht kleefkracht Kindvriendelijke wondpleisters Veilige verbandschaar, hiermee kunt u ook zonder gevaar snel kleding open knippen Driekante doeken Veiligheidsspelden Splinterpincet Speciaal aluminium laken tegen onderkoeling Brandwonden-compressen Snelverbanden Zwaluwstaartjes Vergrootglas (splinters) Pen/potlood en papier Thermometer Plastic zakjes (voor afgerukte weefsels) Een kartonnen bekertje (voor oogletsel) Buisje Norit Flesje Betadine zalf tm of een flesje Sterilon tm Washandje (om ijsklontjes in te doen) branddeken De gifwijzer Cold-packs (koelen bij kneuzingen) Kaartjes met bijzonderheden van de kinderen, indien van toepassing

7 S O S HULPVERLENERS Aletta van Oosten Anneke Veenstra Betsie van Donk ersgoed Dianne Blaauwendraat Movses Hovsepjan Reyni Hek Rob Arnold ALARMSIGNAAL 3X KEER LANG BELLEN en elkaar waarschuwen TELEFOONNUMMERS ALGEMEEN ALARMNUMMER tel.nr. 112 AMBULANCE tel.nr. 112 BRANDWEER tel.nr. 112 POLITIE tel.nr. 112 DOKTER: Graafland tel.nr SOS-OUDERS: Jongejan tel.nr Arja van der Kraats Marjolein van Beek Jong, Ina de Lilian Wolsheimer Fam. Van der Werf vr) Anne van Dijk tel: (wo, vr) tel: (di,do) tel: (ma, wo, do) tel: (ma) tel: of (ma, tel: (wo, do)

8 Elise van Triest Diana Beekhuizen Jim Dijks Karin Versluis Marijke den Hollander Miriam Visser tel: (wisselend) tel: (wisselend) tel: (ma,di,do) tel: (ma,do) tel: (wo) tel: (ma,vr) Bedrijfshulpverlening op de SPCO-scholen Het beleid ten aanzien van bedrijfshulpverlening wordt op onze scholen op dezelfde wijze uitgevoerd. 1. In ieder lokaal hangen het ingevulde SPCO-SOS plan en de ontruimingsplattegrond op een in het oog springende plaats. 2. De volgens de voorschriften gevulde EHBO-koffer is op een gemakkelijk, voor ieder toegankelijke plaats bereikbaar. 3. Er zijn SOS-ouders aangesteld, die tot taak hebben bij ongelukken beschikbaar te zijn om met een kind naar de dokter of het ziekenhuis te gaan. 4. Er is een verzamelplaats afgesproken waar iedereen bij ontruiming van het gebouw moet verzamelen. 5. Leerkrachten nemen zo mogelijk de klassenmap mee om op de verzamelplaats te kunnen controleren of iedereen aanwezig is. 6. Iedere leerkracht beschikt over dit calamiteitenplan. Regelmatig terugkerende activiteiten; a) Voor invallers is het volgende belangrijk: klassenlijst + ontruimingsplan op een vaste plaats leggen zodat zij weten wat ze moeten doen als er calamiteiten komen. Ze zullen dus het ontruimingsplan moeten bestuderen. b) Twee keer per cursusjaar het ontruimingsplan oefenen. 1 keer aangegeven en 1 keer onverwacht oefenen. Als er geoefend wordt, graag met alle groepen van de school. c) Bijscholing BHV-ers d) Invalleerkrachten informeren e) Bij klassenconsultatie controleren of: - ontruimingsplan zichtbaar hangt - SPCO-SOS plan zichtbaar hangt - klassenmap aanwezig is

9 Opleiding en nascholing van BHV-ers (aanvulling vastgesteld) Wettelijk kader: Op scholen dienen te allen tijde voldoende bevoegde BHV-ers te zijn. Voldoende betekent: Bevoegd betekent: 1 BHV- er op 50 mensen. In t bezit van een officieel erkend diploma Bedrijfshulpverlening. Een diploma of certificaat behoudt zijn geldigheid als er aantoonbaar eens per jaar vier uur of eens per twee jaar acht uren nascholing wordt gevolgd. Beleid: De school zorgt ervoor dat er voldoende BHV-ers zijn. De opleiding wordt door het SPCO-bureau gecoördineerd. Bekostiging vindt plaats via het nascholingsbudget van de school. Nascholing wordt op een woensdagmiddag georganiseerd. Indien enigszins mogelijk is dit een locatie in of in de nabijheid van Woerden. Iedere BHV-er weet dus dat hij/zij per jaar één woensdagmiddag een cursus moet volgen. Bekostiging vindt plaats via het bovenschools personeelsbudget. Risico- inventarisatie en Evaluatie (RIE of Algemene Schoolverkenning (ASV) In 2002 zijn door de Arbo-dienst de ASV s voor de scholen opgemaakt. Jaarlijks wordt het hieraan gekoppelde actieplan geactualiseerd. Nieuwe ASV s wordt opgemaakt in 2006 of indien nodig wegens nieuwbouw of ingrijpende veranderingen in de huisvesting, eerder. De resultaten van het actieplan wordt jaarlijks in de Arbo-paragraaf van het jaarverslag beschreven.