Akoestisch onderzoek Mestvergistingsinstallatie Aan de Heibloem 21 te Heythuysen

Transcriptie

1 Akoestisch onderzoek Mestvergistingsinstallatie Aan de Heibloem 21 te Heythuysen aanvraag Gbs Milieuadvies M: (06) Website: A. van Bergenstraat 95 T: kvk: SN Breda Rabobank NL67 Rabo

2 Colofon Rapportnummer: Raoi0021.jg Versie: 1 Plaats en datum: Breda 15 juni 2015 Opdrachtgever: Contactpersoon: Onderzoekslocatie: Contactpersoon: Uitgevoerd door: Van Dun Advies BV Dorpsstraat TE Ulicoten dhr. H. Wilborts Aan de Heibloem PE Heythuysen dhr. A. Vossen Gbs Milieuadvies A. van Bergenstraat SN Breda Contactpersoon: Telefoon: Auteur: dhr. J. Gildbrandsen info@gbsmilieuadvies.nl dhr. ing. J. Gildbrandsen Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of anderzijds zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever of van Gbs Milieuadvies. Kenmerk: Raoi0021.jg 2

3 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding Normstelling Situatie en bedrijfsactiviteiten Situatie Bedrijfsactiviteiten Representatieve bedrijfssituatie (Rbs) Regelmatige afwijking representatieve situatie (Rars) Incidentele bedrijfssituatie(s) Modellering Metingen Trillingen Bronvermogenbepaling Indirecte hinder Modelgegevens / bedrijfduren Rekenresultaten Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Rbs) Maximaal geluiddrukniveau (Rbs) Indirecte hinder Incidentele bedrijfssituatie(s) Conclusie Figuren 1 Situatieschets 2 Modelgegevens, objecten 3 Modelgegevens, bronnen lichte motorvoertuigen diversen 4 Modelgegevens, bronnen zware motorvoertuigen diversen 5 Modelgegevens, bronnen tractor / loader, laden, -lossen diversen 6 Modelgegevens, bronnen stationaire bronnen 7 Modelgegevens, bronnen piekbronnen 8 Modelgegevens, bronnen incidentele bedrijfssituatie inkuilen sleufsilo 9 Modelgegevens, bronnen indirecte hinder 10 Modelgegevens, immissiepunten Kenmerk: Raoi0021.jg 3

4 Bijlagen 1 Geluidvoorschriften vigirende milieuvergunning maart Metingen 3 Bronvermogenbepalingen 4 Modelgegevens representatieve bedrijfssituatie 5 Modelgegevens incidentele bedrijfssituatie(s) 6 Rekenresultaten LAr,LT representatieve bedrijfssituatie 7 Rekenresultaten LA,max representatieve bedrijfssituatie 8 Rekenresultaten LAr,LT indirecte hinder 9 Rekenresultaten LAr,LT incidentele bedrijfssituatie inkuilen sleufsilo 10 Rekenresultaten LA,max incidentele bedrijfssituatie inkuilen sleufsilo Kenmerk: Raoi0021.jg 4

5 1. Inleiding In opdracht van Van Dun Advies BV is door Gbs Milieuadvies een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen en een aantal referentiepunten vanwege bedrijfsactiviteiten van de vergistingsinstallatie met warmtekrachtkoppeling en mestvergistingsinstallatie aan de Heibloem 21 te Heythuysen. Het bedrijf is voornemens een aantal wijzigingen (veranderingen) door te voeren. Ten opzichte van de vigerende vergunning van maart 2007 vinden de volgende wijzigingen plaats: - de aanwezigheid van een polymeerinstallatie, luchtcompressor, zeefbandpers, tunneldroger en brikettenpers in gebouw 4; - opslagbunker voor de briketten; - luchtwasser gebouw 4; - gaszuiveringsinstallatie; - waterzuivering; - olietanks; - weegbrug. In verband met deze wijzigingen is een melding ingediend in het kader van het Activiteitenbesluit behoudens de activiteiten welke betrekking hebben op het drogen van mest in gebouw 4. Voor de activiteiten ten behoeve van het drogen van de mest is een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk (conform de gemeente Leudal) en is in het kader hiervan is een akoestisch onderzoek onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing. De gemeente heeft hierbij om een akoestisch onderzoek gevraagd. Het doel van het onderzoek is inzicht te geven in de akoestische inpasbaarheid van de aangevraagde activiteiten op de omgeving. Hiertoe is de geluidbelasting bepaald op een aantal beoordelingspunten en getoetst aan de geldende geluidsnormen. Het akoestisch onderzoek is opgesteld aan de hand van de volgende gegevens: - het doornemen van de bedrijfsvoering met de initiatiefnemer. Hierbij zijn de uitgangspunten van het akoestisch onderzoek besproken; - plattegrond met situatieschets horende bij de omgevingsvergunning, d.d ; - kadastrale kaart; - luchtfoto s; - waarnemingen en metingen ter plaatse. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt het toetsingskader beschreven. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van de situatie en de bedrijfsactiviteiten. Hoofdstuk 4 gaat in op de modellering. Hoofdstuk 5 geeft de rekenresultaten weer en tot slot volgt in hoofdstuk 6 de conclusie. Kenmerk: Raoi0021.jg 5

6 2. Normstelling Het wettelijk kader voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau wordt gevormd door de maatwerkvoorschriften uit de vigirende milieuvergunning van maart Het wettelijk kader voor het maximaal geluiddrukniveau alsmede de incidentele situatie wordt gevormd door de waardes afkomstig uit tabel 5.2 en bijlage 8 uit het akoestisch onderzoek van Greten Raadgevende Ingenieurs (kenmerk, Rakw736aaA1.jg, d.d ), (bron: gemeente Leudal, zie bijlage 1). Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) veroorzaakt door de binnen de perceelgrens van de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de binnen de perceelgrens van de inrichting verrichte werkzaamheden en/of activiteiten, bepaald volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai uitgave 1999, mag ter plaatse van rekenpunt 1, 3 en 9 zoals genoemd in de maatwerkvoorschriften niet meer bedragen dan: 40 db(a) op 1,5 m hoogte tussen en uur 35 db(a) op 5,0 m hoogte tussen en uur 30 db(a) op 5,0 m hoogte tussen en uur Rekenpunt 1, 3 en 9 correspondeert respectievelijk met adres: 1 Voorgevel Karreveld 10 3 Zijgevel aan de Heibloem 19 9 Zijgevel aan de Heibloem 17 In onderhavig onderzoek correspondeert rekenpunt 9 (zijgevel aan de Heibloem 17) met rekenpunt 7. Het maximaal geluiddrukniveau (LA,max) veroorzaakt door de binnen de perceelgrens van de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de binnen de perceelgrens van de inrichting verrichte werkzaamheden en/of activiteiten, bepaald volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai uitgave 1999, mag ter plaatse van rekenpunt 1-A en B, 3-A en B, en 9-A niet meer bedragen dan: (zie tabel 5.2 uit het akoestisch onderzoek van Greten Raadgevende Ingenieurs (kenmerk, Rakw736aaA1.jg, d.d ). Rekenpunt 1-A: 62 db(a) op 1,5 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 45 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 45 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur Rekenpunt 1-B: 65 db(a) op 1,5 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 47 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 47 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur Kenmerk: Raoi0021.jg 6

7 Rekenpunt 3-A: 58 db(a) op 1,5 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 45 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 40 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur Rekenpunt 3-B: 61 db(a) op 1,5 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 45 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 41 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur Rekenpunt 9-A: 53 db(a) op 1,5 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 45 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 40 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur Incidentele bedrijfssituatie (inkuilen sleufsilo) Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) veroorzaakt door de werkzaamheden t.b.v. het inkuilen van de sleufsilo, bepaald volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai uitgave 1999, mag ter plaatse van rekenpunt 1, 3 en 9 zoals genoemd in de maatwerkvoorschriften niet meer bedragen dan: 44 db(a) op 1,5 m hoogte tussen en uur 47 db(a) op 5,0 m hoogte tussen en uur 30 db(a) op 5,0 m hoogte tussen en uur Het maximaal geluiddrukniveau (LA,max) veroorzaakt de werkzaamheden t.b.v. het inkuilen van de sleufsilo, bepaald volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai uitgave 1999, mag ter plaatse van rekenpunt 1, 3 en 9 zoals genoemd in bijlage 8 uit het akoestisch onderzoek van Greten Raadgevende Ingenieurs (kenmerk, Rakw736aaA1.jg, d.d ) niet meer bedragen dan: 58 db(a) op 1,5 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 61 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur 40 db(a) op 5,0 meter hoogte in de uren gelegen tussen en uur Indirecte hinder Op 29 februari 1996 is door het ministerie van VROM een Circulaire ( de schrikkelcirculaire ) uitgebracht in verband met toetsing van voertuigbewegingen van en naar de inrichting ( indirecte hinder ). Ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen mag de geluidbelasting tengevolge van indirecte hinder een voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) niet overschrijden. Er geldt een maximale grenswaarde van 65 db(a). Indien de geluidbelasting zich tussen de voorkeursgrenswaarde en maximale grenswaarde bevindt, dient een binnenniveau in de betrokken woningen van 35 db(a) te worden gegarandeerd. Kenmerk: Raoi0021.jg 7

8 3. Situatie en bedrijfsactiviteiten 3.1. Situatie De inrichting betreft een vergistingsinstallatie met warmtekrachtkoppeling en mestvergistingsinstallatie aan de Heibloem 21 te Heythuysen. De dichtstbijzijnde woning betreft de woning aan de Karrevled 10 op ongeveer 40 meter van de inrichtingsgrens (zie figuur 3.1). Inrichting Dichtstbijzijnde woning Figuur 3.1 (overzicht inrichting en directe omgeving) Bron: Bing Maps Kenmerk: Raoi0021.jg 8

9 3.2. Bedrijfsactiviteiten De representatieve bedrijfssituatie dient conform de Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening betrekking te hebben op een bedrijfsvoering bij volledige capaciteit van de inrichting. Dit kan gezien worden als de meest geluidbelastende bedrijfssituatie welke meer dan 12 keer per jaar voorkomt. Daarnaast kan er nog sprake zijn van reguliere bedrijfssituaties welke onderdeel uitmaken van de hoofdactiviteit van de bedrijfsvoering maar welke zeer beperkt voorkomen. Deze activiteiten worden aangemerkt als een reguliere afwijking van de representatieve bedrijfssituatie. Activiteiten welke minder dan 12 keer per jaar voorkomen vallen onder uitzonderingssituaties en worden gezien als incidentele bedrijfssituatie (uitgangspunt is dat het per keer steeds gaat om één, aaneengesloten, periode van maximaal een etmaal). In overleg met de inrichtinghouder zijn onderstaande uitgangspunten met betrekking tot de bedrijfsvoering tot stand gekomen. De uitgangspunten hebben alléén betrekking op de geluidrelevante bronnen. Hieronder wordt de representatieve bedrijfssituatie besproken. Stationaire bronnen: Representatieve bedrijfssituatie (Rbs) - 3 uitlaten vanwege de afvoer van verbrandingsgassen (afkomstig van de WKK) op gebouw 2. Deze kunnen gedurende 24 uur per etmaal in bedrijf zijn; - 2 transportvijzels voor de invoer van vaste stof naar de silo s. De vijzels zijn gedurende 10 minuten per uur in bedrijf. Dit komt neer op 120 minuten in de dag-, 40 minuten in de avond-, en 80 minuten in de nachtperiode; - het verpompen van mest bij de vooropslagtank en het verpompen van digestaat bij de navergistertank. Per dag wordt mest en/of digestaat gedurende 30 minuten in de dagperiode verpompt; - geluiduitstraling opening luchtwasser gebouw 4 gedurende 24 uur per etmaal; - ventilatoren (koelbank) ten behoeve van de gaszuiveringsinstallatie. De ventilatoren zijn gedurende 10% van de tijd in bedrijf. Dit komt neer op 1,2 uur in de dag-, 0,4 uur in de avond-, en 0,8 uur in de nachtperiode; - geluiduitstraling rooster gebouw 4. Het geluid is afkomstig van de luchtcompressor en de blowers. Geluiduitstraling kan plaatsvinden gedurende 24 uur per etmaal; - geluiduitstraling rooster gebouw 2. Het geluid is hoofdzakelijk afkomstig van de warmtekrachtkoppeling. Geluiduitstraling kan plaatsvinden gedurende 24 uur per etmaal. Kenmerk: Raoi0021.jg 9

10 Mobiele bronnen: - zware motorvoertuigen welke op het terrein van de inrichting rijden ten behoeve van de aan- en afvoer van mest, de aanvoer van co-producten en graan en voor de afvoer van digestaat. De zware motorvoertuigen rijden met een snelheid van 10 km/h over het terrein van de inrichting; - tractor welke gedurende 0,5 uur in de dagperiode op het terrein van de inrichting rijdt ten behoeve van diverse werkzaamheden en laad- en losactiviteiten. De tractor rijdt met een snelheid van 10 km/h over het terrein van de inrichting; - loader welke gedurende 1,5 uur in de dagperiode op het terrein van de inrichting rijdt ten behoeve van op- en overslag van diverse materialen. De loader rijdt met een snelheid van 10 km/h over het terrein van de inrichting; - lichte motorvoertuigen (bestelwagens en personenauto s) ten behoeve van personeel en van derden die op het terrein van de inrichting rijden. De voertuigen rijden met een maximale snelheid van 10 km/h over het terrein van de inrichting. In tabel zijn de voertuigpassages op het terrein van de inrichting opgenomen. Tabel Voertuigpassages op het terrein van de inrichting Omschrijving uur uur uur Lichte motorvoertuigen, route Zware motorvoertuigen, route Zware motorvoertuigen, route Kenmerk: Raoi0021.jg 10

11 Niet relevante bronnen De overige bronnen kunnen als akoestisch niet relevant beschouwd worden: - geluiduitstraling vanwege het paddelroerwerk op de silo s (elektrische pomp welke gemonteerd is op de zijkant van de silo s), gezien het geringe niveau (<75 db(a)); (kengetal, gebaseerd op metingen aan soortgelijke installaties), en de geringe bedrijfstijd; - geluiduitstraling vanuit de garage / werktuigenberging, gezien het geringe binnenniveau (<75 db(a)); (kengetal, gebaseerd op metingen in soortgelijke ruimtes), de geringe bedrijfstijd en de opbouw van het gebouw; - geluiduitstraling vanuit de voorzijde van gebouw 2. Voor deze ruimte kan een binnenniveau worden gehanteerd van 61 db(a) (metingen verricht in voorzijde gebouw 2, zie 4.1.1), gezien het geringe binnenniveau en de opbouw van het gebouw; - geluiduitstraling vanuit gebouw 4 (zeefbandpers en de tunneldroger). Het binnenniveau voor zowel de ruimte waarin de zeefbandpers en de tunneldroger staat wordt veroorzaakt door een aantal elektromotoren, en kan gezien het geringe niveau (<75 db(a)) (kengetal, gebaseerd op metingen aan soortgelijke ruimtes), en de opbouw van het gebouw als akoestisch niet relevant worden beschouwd; - weegbrug. De zware motorvoertuigen zetten de motor uit tijdens het wegen; - warmtewisselaars, gezien het geringe bronniveau < 70 db(a); - diverse koeltafels. Deze worden alléén ingezet bij calamiteiten; - fakkelinstallatie. Deze wordt alléén ingezet bij calamiteiten Regelmatige afwijking representatieve situatie (Rars) Er is géén akoestisch relevante regelmatige afwijking van de representatieve situatie van toepassing. Inkuilen sleufsilo Incidentele bedrijfssituatie(s) 4 dagen per jaar wordt de sleufsilo ingekuild met behulp van 10 tractoren in de dag- en 5 in de avondperiode. Per transport wordt ingekuild gedurende 15 minuten met behulp van een loader. De tractoren rijden met een maximale snelheid van 10 km/h over het terrein van de inrichting. Kenmerk: Raoi0021.jg 11

12 4. Modellering 4.1. Metingen Op woensdag 10 juni 2015 zijn op het terrein van de inrichting geluidmetingen verricht. De metingen zijn verricht conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (VROM, 1999) met behulp van de volgende apparatuur: - geluidniveaumeter: Larson-Davis System microfoon: Larson-Davis, model kalibrator: Rion NC-74 De geluidniveaumeter is vóór en ná de meting gekalibreerd. Er zijn géén significante verschillen opgetreden. In tabel zijn de meetresultaten opgenomen. De meetresultaten zijn tevens opgenomen in bijlage 2. Tabel Meetresultaten in db(a) Omschrijving Meetnummer Afstand tot bron in meters Gemeten niveau in db(a) Koeltafel t.b.v. gaszuiveringsinstallatie ,2 Geluiduitstraling rooster gebouw ,1 67,9 Geluiduitstraling opening luchtwasser 16-54,8 Binnenniveau gebouw 2 (voorste gedeelte) 19-61,1 Geluiduitstraling rooster gebouw 2 wkk (middelste gedeelte) 20 0,1 74,0 *opgemerkt dient te worden dat er in gebouw 4 (zeefbandpers en de tunneldroger) géén metingen zijn verricht omdat deze als gevolg van een handhavingsactie niet in bedrijf waren. Zoals eerder vermeld bij de niet relevante bronnen wordt het binnenniveau vanuit deze ruimtes bepaald door een aantal elektromotoren en kunnen derhalve als akoestisch niet relevant worden beschouwd Trillingen Er zijn op de inrichting geen machines of apparaten die relevante trillingen veroorzaken. Mogelijke trillingshinder vanwege wegverkeer op de openbare weg valt onder een ander wettelijk kader. Kenmerk: Raoi0021.jg 12

13 4.3. Bronvermogenbepaling Akoestische bronvermogens In tabel zijn de akoestische bronvermogens opgenomen van alle relevante geluidbronnen. Bronvermogenbepalingen zijn opgenomen in bijlage 3. Tabel Akoestische bronvermogens (Lw) in db(a) Bronomschrijving Lw Herkomst Afvoer verbrandingsgassen WKK 72 1 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke installaties Afvoer verbrandingsgassen WKK 82 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke installaties Transportvijzel 80 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke activiteiten Verpompen mest / digestaat 100 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke activiteiten Koeltafel t.b.v. gaszuiveringsinstallatie 84 Methode II.2, geconcentreerde bronmethode (VROM, 1999) Opening luchtwasser 66 Methode II.3, opening in wand (VROM, 1999) Geluiduitstraling rooster gebouw 2 74 Methode II.3, opening in wand (VROM, 1999) Geluiduitstraling rooster gebouw 4 68 Methode II.3, opening in wand (VROM, 1999) Tractor (rijden / laden / lossen) 103 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke voertuigen Loader (rijden / laden / lossen) 102 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke voertuigen Zware motorvoertuigen 10 km/h 102 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke voertuigen Lichte motorvoertuigen 10 km/h 90 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke voertuigen Zware motorvoertuigen 30 km/h 106 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke voertuigen Lichte motorvoertuigen 30 km/h 96 Kengetal, gebasserd op metingen aan soortgelijke voertuigen 1 Voor de uitlaat van warmtekrachtkoppeling 3 is een reductie van 10 db(a) aangehouden. De WKK installatie is volledig voorzien van geluidwerende voorzieningen. Daarnaast is voor de uitlaat een coulissendemper toegepast. Deze maatregelen zijn uitgevoerd door Merford. Kenmerk: Raoi0021.jg 13

14 Piekniveaus Het maximaal geluiddrukniveau (LA,max) is de hoogste waarde van: 1. het rijden van zware motorvoertuigen (inclusief starten /optrekken en manoeuvreren); hiervoor is een bronvermogen aan te houden van 109 db(a) 1 (Bron: C.R.O.W.-publicatie 171; richtlijn voor het akoestisch bewust ontwerpen van laad- en loslocaties); 2. activiteiten met de tractor / loader. Hiervoor is een bronvermogen aan te houden van 109 db(a) (kengetal, gebaseerd op metingen aan soortgelijk materieel); 3. het rijden van lichte motorvoertuigen. Hiervoor is een bronvermogen aan te houden van 95 db(a) (kengetal, gebaseerd op metingen aan soortgelijke voertuigen) Indirecte hinder De indirecte hinder vanwege wegverkeer van en naar de inrichting is bepaald ter plaatse van de woning aan de Heibloem 17. Hiervoor is gebruik gemaakt van het akoestisch rekenmodel. Als passagesnelheid is 30 km/h aangehouden. 1 Conform de C.R.O.W.-publicatie zijn de volgende bronvermogens voor de diverse pieken aan te houden: Vrachtwagenpassages (15-25 km/h) inclusief manoeuvreren: 109 db(a), waaronder tevens nog zit: Passage rustig rijgedrag (tot 15 km/h met laag toerental): 104 db(a); Optrekken, opzij: 101 db(a); Achteruitrijsignalering: 100 db(a); Starten: 100 db(a); Optrekken: 101 db(a); Afremmen: 95 db(a); In onderhavig onderzoek is een worstcase piekniveau aangehouden van 109 db(a). Kenmerk: Raoi0021.jg 14

15 Alle relevante bronnen, objecten en immissiepunten zijn ingevoerd in een grafisch rekenmodel conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (VROM 1999). Bijlage 4 en 5 en de figuren 1 tot en met 10 bevatten de modelgegevens in respectievelijk numerieke en grafische vorm. In bijlage 4 en 5 zijn tevens de bedrijfsduurcorrecties van alle relevante geluidbronnen opgenomen. In het rekenmodel is voor de mobiele bronnen op het terrein en voor de indirecte hinder een afstand tussen de bronnen aangehouden van 10 meter. Opgemerkt dient te worden dat bij de gegevens van de mobiele piekbronnen alleen het bronvermogen relevant is. De mogelijk in de bijlage vermelde bedrijfsduurcorrecties worden niet meegenomen in de berekening. Gehanteerd rekenmodel DGMR Geonoise, versie 2.62, is gehanteerd als rekenmodel. Situaties 4.5. Modelgegevens / bedrijfduren De volgende situaties zijn doorgerekend: Situatie 1: Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Rbs) Situatie 2: Maximaal geluiddrukniveau (Rbs) Situatie 3: Indirecte hinder (Rbs) Situatie 4: Incidentele bedrijfssituatie(s) Bodemfactor/ overdracht De bodem in het overdrachtsgebied is als akoestisch zacht beschouwd, met uitzondering van de ingevoerde bodemdelen. Keuze immissiepunten De immissiepunten zijn gemodelleerd op 1,5 meter en 5 meter boven lokaal maaiveld. Berekend zijn de invallende geluidniveaus, dus zonder gevelreflectie van het achter het immissiepunt gelegen gevelvlak. Voor de beoordeling van de geluidbelasting is voor de dagperiode een waarnemingshoogte van 1,5 meter boven maaiveld gehanteerd. Voor de avond- en nachtperiode is een waarnemingshoogte van 5,0 meter boven maaiveld gehanteerd. Daarnaast is er een drietal referentiepunten ingevoerd met een bijbehorende hoogte van 5 meter op 50 meter van de inrichtingsgrens. Kenmerk: Raoi0021.jg 15

16 5. Rekenresultaten 5.1. Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Rbs) In tabel zijn de rekenresultaten voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) opgenomen voor de representatieve bedrijfssituatie. De rekenresultaten zijn tevens opgenomen in bijlage 6. Tabel Rekenresultaten LAr,LT in db(a) Punt Omschrijving uur uur uur Richtwaarde 40 db(a) 35 db(a) 30 db(a) 1 Karreveld Karreveld Aan de Heibloem Aan de Heibloem Aan de Heibloem Aan de Heibloem Aan de Heibloem Referentiepunt Referentiepunt Referentiepunt Conform de maatwerkvoorschriften mag ter plaatse van rekenpunt 1, 3 en 7, het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau nier meer bedragen dan 40 db(a) etmaalwaarde. Dit komt neer op 40 db(a) in de dag-, 35 db(a) in de avond-, en 30 db(a) in de nachtperiode. Kenmerk: Raoi0021.jg 16

17 5.2. Maximaal geluiddrukniveau (Rbs) In tabel zijn de rekenresultaten voor het maximaal geluiddrukniveau (LA,max) opgenomen. De rekenresultaten zijn tevens opgenomen in bijlage 7. Tabel Rekenresultaten LA,max in db(a) Punt Omschrijving Rijden lichte motorvoertuigen Rijden zware motorvoertuigen Activiteiten tractor / loader Dag Avond Nacht Dag Dag 1-A Karreveld B Karreveld A Karreveld B Karreveld A Aan de Heibloem B Aan de Heibloem A Aan de Heibloem B Aan de Heibloem A Aan de Heibloem B Aan de Heibloem A Aan de Heibloem B Aan de Heibloem A Aan de Heibloem B Aan de Heibloem B Referentiepunt B Referentiepunt B Referentiepunt *A = 1,5 meter / B = 5 meter 5.3. Indirecte hinder De indirecte hinder vanwege wegverkeer van en naar de inrichting bedraagt maximaal 38 db(a) etmaalwaarde ter plaatse van de woning aan de Heibloem 17. Bijlage 8 omvat de rekenresultaten van de indirecte hinder. Kenmerk: Raoi0021.jg 17

18 5.4. Incidentele bedrijfssituatie(s) Inkuilen sleufsilo De gewijzigde en aanvullende modelgegevens zijn opgenomen in bijlage 5. Figuur 8 omvat een visuele weergave van deze incidentele bedrijfssituatie. Bij de incidentele bedrijfssituatie voor het inkuilen van de sleufsilo bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in de dagperiode (toetsingshoogte 1,5 meter) ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen maximaal 43 db(a) en in de avondperiode (toetsingshoogte 5 meter) maximaal 46 db(a). Bijlage 9 omvat een overzicht van de rekenresultaten voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau. De nachtperiode blijft ongewijzigd ten opzichte van de representatieve bedrijfssituatie. Het maximaal geluiddrukniveau vanwege deze activiteit bedraagt dan in de dagperiode (toetsingshoogte 1,5 meter) maximaal 58 db(a) en in de avondperiode (toetsingshoogte 5 meter) maximaal 60 db(a). Bijlage 9 omvat de rekenresultaten voor het maximaal geluiddrukniveau. Kenmerk: Raoi0021.jg 18

19 6. Conclusie Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (Rbs) Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) in de representatieve bedrijfssituatie wordt conform de maatwerkvoorschriften ter plaatse van de woning aan Karreveld 10, aan de Heibloem 19 en aan de Heibloem 17 niet overschreden. Maximaal geluiddrukniveau Het maximaal geluiddrukniveau (LA,max) in de representatieve bedrijfssituatie wordt zowel in de dag-, avond-, als nachtperiode, conform tabel 5.2 uit het akoestisch onderzoek van Greten Raadgevende Ingenieurs (kenmerk, Rakw736aaA1.jg, d.d ) ter plaatse van de woning aan Karreveld 10, aan de Heibloem 19 en aan de Heibloem 17 niet overschreden. Indirecte hinder De indirecte hinder vanwege wegverkeer van en naar de inrichting bedraagt maximaal 38 db(a) etmaalwaarde ter plaatse van de woning aan de Heibloem 17. De voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde wordt derhalve niet overschreden. Incidentele bedrijfssituatie(s) Zowel het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) alsmede het maximaal geluiddrukniveau (LA,max) wordt conform de maatwerkvoorschriften ter plaatse van de woning aan Karreveld 10, aan de Heibloem 19 en aan de Heibloem 17 niet overschreden. Geconcludeerd kan worden dat de nieuw aangevraagde activiteiten, inclusief de zeefbandpers en de droogtunnel ter plaatse van de woning Karreveld 10, aan de Heibloem 19 en aan de Heibloem 17, conform de maatwerkvoorschriften niet overschreden worden. Hiermee kan gesteld worden dat in het kader van de ruimtelijke ordening een goed woon- en leefklimaat gewaarborgd kan worden. Kenmerk: Raoi0021.jg 19

20 Figuren

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31 Bijlage 1

32

33

34

35

36

37 Bijlage 2

38

39

40

41

42

43 Bijlage 3

44

45

46 Bijlage 4

47

48

49

50

51

52

53

54

55 Bijlage 5

56

57

58

59

60 Bijlage 6

61

62

63

64

65

66

67

68

69

70

71

72

73

74

75

76

77

78

79 Bijlage 7

80

81

82

83 Bijlage 8

84

85 Bijlage 9

86

87 Bijlage 10

88