Verslag Centrale Raad van Beroep jaarverantwoording 2006

Transcriptie

1 Verslag Centrale Raad van Beroep jaarverantwoording 2006

2 Inhoudsopgave Jaarverslag 1. Strategie en beleid 3 2. Management en organisatie 4 3. Personeelsmanagement 4 4. Inzet van middelen 5 5. Processen 5 6. Waardering medewerkers en klanten 6 7. Eindresultaten 6 8. Managementparagraaf 9 2

3 I. Jaarverslag 2006 Centrale Raad van Beroep Voorwoord 1. Strategie en beleid Versterken externe oriëntatie Het contact met de andere hoogste bestuursrechterlijke colleges (met name de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het College van Beroep voor het bedrijfsleven) is voor het bevorderen van de rechtseenheid in het algemeen bestuursprocesrecht ook in 2006 intensief geweest. Het bureau Kennis en Onderzoek, dat met ingang van 1 januari 2007 is omgevormd tot een Wetenschappelijk Bureau, vervult hierbij een belangrijke taak. In verband met de noodzaak van permanente educatie is er tussen de Centrale Raad van Beroep, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het College een samenwerkingsverband ontstaan, dat er toe heeft geleid dat bij de Raad van State een bijeenkomst is georganiseerd ten behoeve van de leden van de drie colleges waar aan de hand van inleidingen van aangewezen sprekers aspecten van het bestuursprocesrecht besproken zijn. Ook in 2006 zijn alle uitspraken van de Centrale Raad van Beroep met uitzondering van de uitspraken op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en die betreffende een verzoek om een proceskostenveroordeling na intrekking van het (hoger), beroep), voorzien van een uniek nummer op geplaatst. Juridische Kwaliteit Ter bevordering van de juridische kwaliteit heeft het bestuur in zijn vergadering van 11 december 2006 de Nota Raadbrede instrumenten juridische kwaliteit definitief vastgesteld. Met deze nota zijn verbeterpunten in kaart gebracht met betrekking tot de borging van de juridische kwaliteit van de Centrale Raad van Beroep. In 2007 zullen deze verbeterpunten verder worden geïmplementeerd. Raadsheren-plaatsvervangers De Centrale Raad van Beroep maakt gebruik van de diensten van raadsherenplaatsvervangers. In 2006 hebben 24 raadsheren-plaatsvervangers aan 87 zittingen van meervoudige kamers deel genomen. In dit jaar zijn twee raadsheren-plaatsvervangers benoemd en een op eigen verzoek eervol ontslag verleend. Daarnaast zijn er in verband met het KPA2-project (Knelpuntenaanpak: terugdringen doorlooptijd van sectie III) eind 2006 vier rechters van de rechtbanken bij de Centrale Raad van Beroep als raadsheerplaatsvervanger gedetacheerd. Het systeem waarmee de inzet van de raadsherenplaatsvervangers wordt gecoördineerd, functioneert naar behoren. Dit komt de efficiency van de zittingen ten goede. In overeenstemming met de regelgeving op dit punt worden de nevenfuncties van de raadsheren-plaatsvervangers evenals die van de leden van de Centrale Raad van Beroep en de (senior)gerechtsauditeurs in een register bijgehouden. Dit register wordt minstens eenmaal per jaar geactualiseerd. De nevenfuncties zijn onder meer via de website te raadplegen. Een drietal in het kader van het KPA1-project bij de Centrale Raad van Beroep gedetacheerde plaatsvervangend-raadsheren zijn eind 2006 voorgedragen voor benoeming als raadsheer in de Centrale Raad van Beroep. Per 1 januari 2007 is die benoeming door een KB geëffectueerd. Doorlooptijden De Centrale Raad van Beroep streeft naar een gemiddelde doorlooptijd van maximaal 1 tot 1,5 jaar. Over 2006 bedroeg de gemiddelde doorlooptijd 552 dagen (=1,5 jaar). In 2005 waren dat nog 606 dagen. Het KPA1-project bij sectie I heeft dus vruchten afgeworpen. Om te komen tot een nog kortere doorlooptijd is in 2006 zoals hiervoor reeds vermeld- een aanzet gegeven tot een nieuw KPA2-project, nu bij sectie III. 3

4 Informatiebeveiliging Bij de Centrale Raad van Beroep is in het kader van de beveiliging en ter vervanging van het inloggen met een wachtwoord in 2006 op alle werkplekken de vingerscan ingevoerd. Het bestuur van de Centrale Raad van Beroep beraadt zich erover in hoeverre de aandachtspunten van het VIR (Voorschrift informatiebeveiliging Rijksdienst) verder geïmplementeerd moeten worden. Samen met de andere gerechten en de Raad voor de rechtspraak wordt hiernaar gekeken. 2. Management en organisatie Ontwikkeling integraal management Het bestuur van de Centrale Raad van Beroep bestaat uit de president als voorzitter, de drie sectievoorzitters, de coördinerend vice-president belast met kwaliteit (tevens verantwoordelijk voor het bureau Kennis en Onderzoek, thans Wetenschappelijk Bureau) en de directeur bedrijfsvoering (tevens verantwoordelijk voor het Bedrijfsbureau). De drie sectievoorzitters leiden in het kader van integraal management in samenspraak met het bestuur en ondersteund door een sectiemanager de secties. Ook de afdelingen (het al genoemde Bureau Kennis en Onderzoek, thans Wetenschappelijk Bureau en het Bedrijfsbureau) functioneren met een grote mate van zelfstandigheid, waarbij dienstverlening aan de actoren van het primaire proces voorop staat. De mandaat- en machtingingsregelingen van de secties en bureaus zijn herijkt meer afgestemd op de bestaande situatie. Management Development In verband met het vertrek van een bestuurslid per 1 april 2007 is reeds eind december een aanbevelingsprocedure gestart voor een nieuw bestuurslid. Eind december is die procedure afgerond. Het nieuw te benoemen bestuurslid is eind 2006 in de MD-pool van de Raad voor de rechtspraak met zijn opleiding begonnen. Visitatieonderzoek Commissies Deetman en Visitatieonderzoek Commissie Meijerink In 2006 zijn beide onderzoeken uitgevoerd. De Centrale Raad van Beroep heeft aan beide onderzoeken een bijdrage geleverd, welke bijdrage een behoorlijke wissel op de tijdsbesteding van de medewerkers getrokken heeft. De uit het onderzoek van de commissie Meijerink voortgekomen verbeterpunten zijn opgenomen in een managementletter en door het bestuur overgenomen. Die verbeterpunten zijn voor een groot gedeelte in 2006 geïmplementeerd. 3. Personeelsmanagement Inleiding In het jaarplan voor 2006 is als uitgangspunt neergelegd dat medewerkers graag doen wat goed is, maar dat alleen kunnen als zij ook weten wat "goed" is. Met de uitvoering van de verbeterpunten voortkomende uit een in 2006 gehouden INK-positiebepaling is aan de realisatie van dit uitgangspunt in 2006 een belangrijke impuls gegeven. Bij zowel de leidinggevenden als bij de medewerkers is aandacht gevraagd voor de wederzijdse verwachtingen. De functie- en competentieprofielen geven hiervoor belangrijke informatie. Werving en selectie Ten behoeve van het KPA-project zijn rechterlijk ambtenaren en gerechtsambtenaren op detacheringbasis bij de Centrale Raad van Beroep aangewezen. Daarnaast zijn de volgende procedures in het kader van de werving en selectie gevolgd: 1 procedures werving raadsheer met 4 benoemingen; 1 procedures werving gerechtsauditeur met 9 benoemingen; 1 procedures werving stafjurist met 2 benoemingen; 1 procedure werving senior-gerechtssecretaris met 3 benoemingen; 1 procedure werving adjunct-secretaris met 1 benoeming; 4

5 2 procedures werving administratief medewerker met 3 benoemingen. Tot slot zijn enkele vakantiekrachten, zittingsgriffiers en archiefmedewerkers tijdelijk aangetrokken. Loopbaanbeleid Dit onderdeel heeft blijvende aandacht binnen de organisatie. In 2006 heeft een projectgroep de opdracht gekregen om de bestaande werkprocessen te analyseren en mede op grond van die analyse te komen tot het opstellen van een formatieplan. De aanbevelingen die voortvloeien uit dit plan zullen tot een structurering van het loopbaanbeleid maar ook het opleidingsbeleid moeten leiden. De werkgroep zal in de eerste helft van 2006 rapporteren. Arbeidsverzuim In 2006 heeft de Centrale Raad van Beroep 5 maal een sociaal medisch overleg gehad waarin leidinggevenden, de bedrijfsarts, de bedrijfsmaatschappelijk werker en de personeelsadviseur de aanpak en de voortgang bespraken. De verzuimpercentages over 2006 zijn als volgt: Bij de ondersteuning is het verzuim exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof 4,0%, inclusief dit verlof is het 5,3%. Bij de rechterlijke macht is het verzuim exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof 2%, inclusief dit verlof is het 2,8%. 4. Inzet van middelen Personeel In 2006 heeft de Centrale Raad van Beroep het KPA1-project beëindigd en is een nieuw KPA2-project ontwikkeld. Aan het eind van het verslagjaar zijn in verband met dat tweede project - voor de duur van ruim een jaar - rechters en juridische medewerkers van rechtbanken gedetacheerd bij de Centrale Raad van Beroep om mee te helpen aan het wegwerken van de in de loop der jaren gegroeide werkvoorraad van sectie III. Archieven Het archief van de Centrale Raad van Beroep is ondergebracht bij de rechtbank Utrecht. In 2006 is bij de Centrale Raad van Beroep het project schonen bij de bron afgerond. De griffies leveren thans de afgehandelde dossiers geschoond volgens het BSD (Basis selectiedocument) aan het archief aan van de rechtbank. In 2006 is het bestaande archief van de Centrale Raad van Beroep door tijdelijke aangestelde medewerkers geheel geschoond. Automatisering Teneinde optredende ontstane problemen met de software op te lossen is bij de Centrale Raad van Beroep in december 2006 Office 2003 geïnstalleerd. Voor zover thans te beoordelen heeft dit geleid tot een betere performance van die software. 5. Processen Analyseren en beschrijven werkprocessen De primaire en secundaire processen zijn in het verslagjaar volgens het Onderhoudsplan Centrale Raad van Beroep geactualiseerd (onderhouden). Tevens hebben interne auditoren, volgens het Auditplan Centrale Raad van Beroep een onderzoek naar de kwaliteit van de informatievoorziening verricht. In dit verband is het bestaan en de werking van maatregelen ter beoordeling van de rechtmatigheid en getrouwheid van de jaarrekening getoetst. De audit is volgens de verstrekte richtlijnen IAG (intern auditprogramma gerechten) uitgevoerd en gedocumenteerd. De uit het onderzoek naar voren gekomen verbeterpunten zijn in het verslagjaar deels gerealiseerd. Wat betreft de se- 5

6 cundaire processen is een projectgroep geformeerd die in 2006 is gestart met het inventariseren van de te beschrijven processen. De Centrale Raad van Beroep heeft het project BLS en het project P-direct opgenomen in de risicoscan en in de interne controlecyclus. Ten slotte kan worden gemeld dat met betrekking tot de landelijk vastgestelde risico s (bedrijfsvoering) de gestelde doelen voor het verslagjaar zijn gerealiseerd. 6. Waardering medewerkers en klanten Waardering medewerkers In het verslagjaar is geen medewerkerswaarderingsonderzoek verricht. De resultaten van het in 2003 onder de werknemers gehouden onderzoek zijn verder geïmplementeerd. In verband met het te houden klantwaarderingsonderzoek zal de waardering van de medewerkers op een later tijdstip opnieuw worden gemeten. Waardering klanten In voorbereiding is genomen de aanpak om een klantwaarderingsonderzoek te doen in het jaar Eindresultaten Instroom De instroom nam in het verslagjaar af met 1,68 procent ten opzichte van het jaar Ten opzichte van de geprognosticeerde instroom berekend op basis van de trendmatige groei van de afgelopen jaren is de instroom met 5,3 procent afgenomen. Uitstroom De productiedoelen voor het jaar 2006 richtten zich op het terugdringen van de werkvoorraad ouder dan 1,5 jaar. Bedoelde werkvoorraad is in het verslagjaar met 471 procedures teruggedrongen. Ten behoeve van het terugdringen van de gehele werkvoorraad is de formatie deels op tijdelijke basis - in 2006 uitgebreid. Hierdoor kon worden bewerkstelligd dat de totale productie in 2006 wederom toenam met 2,3 procent ten opzichte van Uitstroom per Lamicie zaakscategorie Omschrijving Lamicie zaakscategorie Bestuursafspraken 2006 Realisatie 2006 Realisatie t.o.v. bestuursafspraak (Appellabele) uitspraak bodemzaak % Overige afdoening bodemzaak % Afdoening voorlopige voorziening % Totaal aantal zaken Lamicie % Totaal instroom Totaal werkvoorraad

7 Uitstroom per wetgeving Ingekomen zaken Afgedane zaken Wetgeving Algemene bijstandswet Ambtenarenrecht Arbeidsongeschikheidswet Pensioenrecht Premie/dagloon Sociale Werkvoorziening Studiefinanciering Toeslagenwet Volksverzekeringen Werkloosheidswet Voorzieningen Ziektewet Totaal Werkvoorraad Doorlooptijden De gemiddelde doorlooptijd van procedures in het verslagjaar nam af met 6,65 procent ten opzichte van het jaar De gemiddelde doorlooptijd bedroeg 463 dagen. De gemiddelde doorlooptijd van bodemprocedures bedroeg in het verslagjaar 552 dagen. Een daling van 9,25 % procent ten opzichte van het jaar Belangrijke financiële gebeurtenissen Er hebben zich in het verslagjaar geen belangrijke financiële gebeurtenissen voorgedaan. Resultaat Op basis van de met de Raad voor de rechtspraak overeengekomen - kostprijs vermenigvuldigd met de overeengekomen productie is aan de Centrale Raad van Beroep een exploitatiebudget van euro verstrekt. De bijdrage voor huisvestingskosten bedroeg euro. In de loop van het jaar werd de formatie ten behoeve van het vergroten van productiecapaciteit en hiermee het terugdringen van de werkvoorraden uitgebreid. Hierdoor kon in 2006 extra uitstroom worden gegenereerd. De hieruit voortkomende extra opbrengsten bedroegen euro. Een deel van bedoelde opbrengsten werd aangewend zoals reeds eerder in het verslag vermeld voor het (tijdelijk) uitbreiden van de formatie. Het resultaat vóór doelmatigheidsbijdrage is euro. Na aftrek van de doelmatigheidsbijdrage voor de jaren 2005 en 2006 resteert nog een positief bedrijfsresultaat van euro. Het resultaat over het boekjaar 2006 is volgens de richtlijnen toegevoegd aan het onverdeelde resultaat. 7

8 Resultaat van het verslagjaar ten opzichte van de jaren 2004 en Productie bestuursafspraak Gerealiseerde productie Exploitatiebudget Huisvestingsbudget (incl. lump-sum) Basisbudget (exclusief gerechtskosten) Uitgaven Resultaat Meerproductie Lasten buiten kostprijs Resultaat voor doelmatigheidbijdrage Doelmatigheidsbijdrage Resultaat Bij nadere specificatie van het resultaat wordt zichtbaar dat een in het 3 e kwartaal toegekende gedeeltelijke bijdrage voor loon- en prijsbijstelling een bedrag van euro onderdeel is van dat resultaat Baten Het totale budget (basisbudget en de méérproductie) is in het jaar 2006 toegenomen met 6,39 % en komt daardoor uit op 19,19 miljoen euro. Deze stijging werd mede veroorzaakt door extra uitstroom van 203 producten ten opzichte van het jaar De hieruit voortkomende baten bedragen euro. Voorts is in het in het verslagjaar een gedeeltelijke bijdrage voor loon- en prijsbijstelling toegekend een bedrag van euro- en is het huurbudget met euro verhoogd. Het huisvestingsbudget is ten opzichte van het jaar 2005 met euro afgenomen. In het jaar 2005 was bedoeld budget éénmalig op bijzondere gronden met euro aangevuld. Het resterende deel ( euro) is opgenomen in de tarieven voor outputfinanciering. miljoenen euro s Huisvestingsbudget Meerproductie Exploitatiebudget Lasten De totale lasten zijn met 2,2 % gestegen tot 18,2 miljoen euro. Uit nadere specificatie van de lasten volgt dat stijging van die lasten mede werd veroorzaakt door de stijging van personele uitgaven ( euro). Het betrof naast de getroffen FPU-voorzieningen een bedrag van euro - voornamelijk (tijdelijk) uitbreiding van de formatie met 6,5 fte ten opzichte van het jaar Ook werd die stijging veroorzaakt door éénmalige uitgaven ten behoeve van de huisvesting ( euro). Dat betrof een nabetaling van 8

9 huisvestingkosten over het jaar Voor bedoelde kosten was geen voorziening getroffen. Miljoenen euro s Balans Rente en Afschrijvingskosten Expoitatiekosten Huisvestingskosten Personele kosten Materiële vaste activa In het verslagjaar is euro afgeschreven en euro geïnvesteerd. De desinvesteringen een bedrag van euro - hebben betrekking op (administratieve) afboeking van buitengebruik gestelde apparatuur en inventaris. De totale balanspost nam af ten opzichte van het jaar Vlottende activa. De totale balanspost nam fors toe ten opzichte van het jaar In de overlopende activa is de nog te ontvangen bijdrage meerproductie een bedrag van euro opgenomen. Liquide middelen Het saldo liquide middelen (rekening courant en de kas) nam toe. De toename werd voornamelijk veroorzaakt door de afrekening méérproductie voor het jaar 2005 ( bijdrage van de Raad voor de rechtspraak voor de geleverde méérproductie) en het positieve resultaat, een bedrag van euro. Ontwikkeling eigen vermogen Het resultaat een bedrag van euro - over het boekjaar 2006 werd toegevoegd aan het onverdeeld resultaat. Naar verwachting zal euro aan het eigen vermogen van de Centrale Raad van Beroep mogen worden toegevoegd omdat het percentage eigen vermogen van een gerecht is gemaximaliseerd op 5% van het gemiddeld ontvangen budget over de jaren 2005 en (Verwachte) Ontwikkeling eigen vermogen Eigen vermogen (incl. onverdeeld resultaat) Verwachte afroming eigen vermogen FPU-voorziening In het jaar 2004 heeft een tweetal werknemers van de voormalige Dienst F&F (Gemeenschappelijke beheerdienst Utrecht) gebruik gemaakt van het binnen de sector Rijk Sociaal Flankerend Beleid overeengekomen FPU-arrangement. De kern van een dergelijk arrangement is dat medewerkers van een bepaalde leeftijd eenmalig onder aanvulling tot 70% van het pensioengevend salaris de mogelijkheid werd geboden om met FPU te gaan. De Centrale Raad van Beroep draagt 22,46% bij aan deze kosten. Bedoelde voorziening in het jaar 2006 als post voorziening in de balans opgenomen. 9

10 Langlopende schulden. De langlopende schulden namen af ten opzichte van het jaar Kortlopende schulden De overlopende passiva namen af. De afname is voornamelijk veroorzaakt door de post leningen Raad voor de rechtspraak met een langlopend karakter. Kasstroom De kasstroom uit operationele activiteiten nam fors toe, voornamelijk veroorzaakt door mutaties in vlottende creditposten (ontvangen gelden wegens méérproductie in het jaar 2005 en het resultaat uit bedrijfsvoering). De investeringen in vaste activa bedroegen euro. De desinvesteringen hebben betrekking op (administratieve) afboeking van buiten gebruik gestelde apparatuur en inventaris. De kasstroom uit financieringsactiviteiten heeft betrekking op aflossingen op leningen en het aangaan van nieuwe leningen bij de Raad voor de rechtspraak. Financiële kengetallen Bedragen x euro Baten , ,4 Lasten , ,6 Afschrijving op vaste activa 264,1 263,6 Investering in vaste activa 228,9 157,3 Liquiditeitspositie 652,5-377,3 Vaste activa 1.211, ,5 Werkkapitaal -9,6-390,1* Eigen vermogen 239,9 155,6 Onverdeeld resultaat 674,7 84,3 Voorzieningen 44,06 62,91 Groei baten 6,39% 3,68% Groei lasten 2,22% 1,45% Personele lasten/totaal lasten 76,33% 76,88% * aangepast voor vergelijkingsdoeleinden 10

11 Jaarrekening (verkort) Activa Vaste Activa Financiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen Overlopende activa Liquide middelen Totaal activa Passiva Eigen vermogen Onverdeeld resultaat Voorziening Langlopende schulden Kortlopende schulden Crediteuren Overlopende passiva Totaal passiva

12 Staat van Baten en lasten ( verkort) Baten Exploitatiebudget Huisvestingsbudget Méérproductie Lasten Personele kosten Huisvestingkosten Exploitatiekosten Afschrijving en Rentekosten Doelmatigheidsbijdrage Resultaat Kasstroomoverzicht Stand rekeningcourant begin van het jaar Operationele kasstroom Resultaat Afschrijvingen Mutaties vlottende debetposten Mutaties vlottende creditposten Investeringskasstroom Investeringen Desinvesteringen Financieringskasstroom Eenmalige storting Rvdr Aflossingen leningen Beroep leenfaciliteit Rekeningcourant einde van het jaar Kas einde van het jaar Liquide middelen einde van het jaar

13 8. Managementparagraaf Het bestuur van de Centrale Raad van Beroep is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van het college en legt hierover verantwoording af. Om deze verantwoordelijkheid te kunnen waarmaken en de bedrijfsdoelstellingen te kunnen realiseren, zijn interne beheersmaatregelen geformuleerd, het management control systeem geheten. Het stelsel van interne beheersmaatregelen is onderverdeeld in vijf aandachtsgebieden. Per aandachtsgebied staat hieronder kort beschreven wat de status was in het jaar 2006 en wat de verbetermogelijkheden zijn voor het komende jaar. De managementparagraaf heeft betrekking op het financiële en materiële beheer en de informatiebeveiliging. Beheersomgeving Aan de besturing en beheersing van de organisatie geeft de Centrale Raad van Beroep invulling via het jaarplan en de bestuursafspraken met de Raad voor de rechtspraak. Drie maal per jaar wordt er over de (financiële) resultaten in relatie tot de jaarplannen gerapporteerd aan de Rvdr. Vervolgens vinden bestuurlijke overleggen plaats tussen de Raad voor de rechtspraak en de Centrale Raad van Beroep. Aan het einde van het jaar rapporteert de Centrale Raad van Beroep in een verslag aan de Raad voor de rechtspraak. De producten, de organisatiestructuur, de processen, de taken en functies binnen de Centrale Raad van Beroep zijn beschreven. Het principe van integraal management wordt hierbij gevolgd. De taken met bijbehorende verantwoordelijkheden worden uitgevoerd binnen de richtlijnen voor het financiële en materiële beheer en de informatiebeveiliging. Risicobeoordeling De belangrijkste doelstellingen voor het financiële en materiële beheer en de informatiebeveiliging staan in het jaarplan en worden gemeten en geëvalueerd. Een risicoanalyse heeft plaatsgevonden naar zaken die een belemmering vormen voor het behalen van doelstellingen in het kader van het financiële en materiële beheer en de informatiebeveiliging. Uit deze analyse zijn de volgende risico s en /of problemen onderkend met een hoge prioriteit. 1. Huisvesting en Arbo 2. Informatiebeveiliging Ten aanzien van de geconstateerde risico s met hoge prioriteit zijn de volgende verbetermaatregelen getroffen: 1. Het indienen van een melding in het kader van de Wet Milieubeheer bij de Gemeente Utrecht. Interne beheersmaatregelen Binnen het college is het financiële en materiële beheer zodanig ingericht dat uitvoering van processen binnen de normen is gewaarborgd. Er zijn maatregelen getroffen om de betrouwbaarheid en de continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking te waarborgen. Gedurende 2006 zijn geen verbeterpunten geconstateerd die een belemmering vormen voor de goede uitvoering van de opgedragen taken. Informatie en communicatie Voor de besturing wordt gebruik gemaakt van een geïntegreerde planning & controlecyclus waarbij zowel vóór (plan), tijdens (voortgangsrapportages) als na (verantwoording) realisatie over financiële en niet financiële resultaten door de secties van de Centrale Raad van Beroep wordt gerapporteerd aan het bestuur. Sturing vindt plaats op basis van 13

14 afgesproken taakstellingen en prestatie-indicatoren. Het systeem en de kwaliteit van maandrapportages is adequaat. Bewaking Bewaking van de beheersmaatregelen en van de geautomatiseerde gegevensverwerking vindt plaats door interne audits. De objecten van de audits worden bepaald door het bestuur van de Centrale Raad van Beroep. De audits waren in het jaar 2006 gericht op de betrouwbaarheid van de informatievoorziening aangaande de zaken en zaaksgegevens conform het Werkprogramma zaken en zaaksgegeven en de in de normen kadertabel bedrijfsvoering gespecificeerde aandachtgebieden. 14