Daltonboek. Naam: Daltonschool De Tweeklank

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Daltonboek. Naam: Daltonschool De Tweeklank"

Transcriptie

1 Daltonboek Naam: Daltonschool De Tweeklank Adresgegevens: Locatie: Albardastraat 35 Locatie: Acacialaan B.E. Aadorp 7611 A.P. Aadorp adres: infodetweeklank@sco-t.nl Directie: Marianne Nordt Daltoncoördinator: Lincy Grooters - Stokkelaar m.nordt@sco-t.nl l.stokkelaar@sco-t.nl

2 Voorwoord: Voor u ligt het daltonboek van daltonbasisschool: De Tweeklank. Dit boek is bestemd voor (nieuwe) ouders, leerkrachten, het bestuur, stagiaires, visiteurs van de Nederlandse Daltonverenging en andere belangstellenden voor en van ons daltononderwijs. Dit boek is een levend document en zal regelmatig aangepast worden, dit gebeurt immers ook in het dagelijks leven. Wij proberen de inhoud van dit boek neer te zetten, op de manier zoals wij ook onze visie naar buiten dragen, gebaseerd op De Gouden cirkel van Simon Sinek(2013). 1 (Mindbiz, 2013) 1 Zie hoofdstuk 2: Visie van: De Tweeklank. 2

3 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1 Daltonboek 1.2 De Tweeklank Blz Kernwaarden Dalton Blz Visie van De Tweeklank 2.1 De Gouden Cirkel Blz Visie & missie Blz Why? 3.1 Visie & missie onderwijsconcept Dalton Blz How? 4.1 Kernwaarden: leerlijnen en einddoelen Blz Leerlijn coöperatieve werkvormen. Blz Leerkrachtcompetenties Blz Doelen en vaardigheden (meer)begaafden Blz Ik-doelen Blz What? 5.1 Effectiviteit praktische invulling daltononderwijs 5.2 Dalton in de onderbouw 6. Dalton in ontwikkeling 6.1 Inleiding 6.2 Overzicht ontwikkelpunten 6.3 Dalton-ontwikkelingsplan 7. Bijlagen 7.1 Ik-doelen rapport Portfoliobladen groep 1,2 en 3 t/m Brief sollicitatie halpas 7.3 Reflectiekaarten 7.4 Weektaken voorbeelden 7.5 POP-gesprek - formulieren 7.6 Documenten leerlingenraad 7.7. Daltonkijkwijzer De Tweeklank Blz. 40 Blz. 50 Blz. 56 Blz. 56 Blz. 58 Blz. 62 Blz. 64 Blz. 65 Blz. 68 Blz. 80 Blz. 83 Blz. 88 3

4 1. Inleiding: 1.1. Het daltonboek Het daltonboek krijgt vorm m.b.v. The Golden Circle, oftewel De Gouden Cirkel. (Sinek, 2013). Waarom is het boek geschreven? Het boek is geschreven om als praktische gids te gebruiken en om verscheidene doelen na te streven: 1. Inzichtelijk maken, hoe het daltononderwijs vorm krijgt op De Tweeklank. 2. Transparantie m.b.t. afspraken e.d. voor allen die het aangaan en om de afspraken te borgen. 3. Inzichtelijk maken, welke ontwikkelingen wij doormaken en willen gaan maken m.b.t. ons daltononderwijs. Hoe is het boek geschreven? Het boek is geschreven door de dalton coördinator, waarbij de inhoud is aangedragen door het team, die onderverdeeld is in dopgroepen(daltonontwikkelingsplan-groep). Dit is gebeurd tijdens schooljaar en a.d.h.v. een teamscholing onder leiding van Hans Wolthuis. Wat is in het boek beschreven? De manier hoe wij ons onderwijs vormgeven, gebaseerd op de kernwaarden van Dalton. Dalton is immers een middel, om een doel te bereiken. Daarnaast is dit boek een naslagwerk en borgingsdocument voor alle belangstellenden De Tweeklank In het schooljaar is de school De Tweeklank gestart, een basisschool met ongeveer honderdveertig leerlingen, verdeeld over twee locaties. De onderbouw, groep 1 en 2, zijn gehuisvest aan de Acacialaan en de groepen 3 t/m 8 aan de locatie de Albardastraat. Samen met de kinderopvang, de buitenschoolse opvang en de peuterspeelzaal vormt De Tweeklank een Integraal Kind centrum genaamd: De Opmaat. Deze is gehuisvest aan de locatie de Acacialaan. Identiteit: de kinderen in onze school ontwikkelen zich tot een meerwaardige burger in de maatschappij voor de toekomst. Deze maatschappij kenmerkt zich door een pluriformiteit aan culturen. Om samen het leven mooi te maken en daaraan inhoud te geven; is het van wezenlijk belang om, kennis van, begrip voor en respect naar elkaars cultuur te hebben. Kinderen leren multi-perspectief te denken vanuit hun eigen levensbeschouwelijke overtuiging. Alleen op deze manier bouwen we samen aan de waarden, die we als school zo belangrijk vinden. Naast levensbeschouwelijk onderwijs bieden we een christelijke lijn, omdat we het van belang vinden recht te blijven doen aan beide identiteiten van de samengevoegde scholen. Tien waarden: De tien waarden, vanwaar wij ons onderwijs geven en als mens willen zijn, zijn: respect, zelfstandigheid, vrijheid, persoonlijke ontwikkeling, veiligheid, duidelijkheid, plezier, vertrouwen, verantwoordelijkheid en oprechtheid. (Schoolgids De Tweeklank,2016) 4

5 1.3. Kernwaarden Dalton Het Nederlandse daltononderwijs kent van oorsprong drie daltonprincipes: vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerken. De drie Nederlandse daltonprincipes corresponderen inhoudelijk niet geheel met de oorspronkelijke principes van Parkhurst. Ook de invulling van wat als de principes van het daltononderwijs geldt, is in de loop van de tijd geëvolueerd. De Nederlandse daltonidentiteit is altijd gestoeld geweest op drie principes. Onderwijs en dus ook daltononderwijs is constant in ontwikkeling. De veranderingen op het gebied van ontwikkelingspsychologie en didactische en maatschappelijke inzichten hebben in 2012 geleid tot een kritische bezinning op de daltonuitgangspunten. Hieruit zijn vijf nieuwe kernwaarden ontwikkeld, die hieronder opgesomd staan: (Nationale Dalton Vereniging, 2014) 1. Vrijheid en verantwoordelijkheid Zelfstandigheid Samenwerking Effectiviteit Reflectie 5

6 2. Visie: 2.1. De Gouden Cirkel Simon Sinek beschrijft in zijn boek: Begin met het waarom! (2013) de achterliggende theorie van De Gouden Cirkel. Hij geeft aan, dat het krachtiger is om niet centraal te stellen wat je doet, maar waarom je het doet en hoe je dit wilt bereiken. Wij op De Tweeklank, stellen ons bij het geven van ons daltononderwijs, de onderstaande vragen, gebaseerd op de theorie. Why? Waarom geven wij onderwijs en wat is onze missie hierbij? How? Hoe willen wij dit onderwijs vormgeven? What? Wat moeten kinderen, ouders, leerkrachten en directie doen op het hogere doel te bereiken? 2.2. Visie & Missie van De Tweeklank Why? Wij vinden dat ieder kind onmisbaar is in zijn omgeving. Een kind is een schakel in het grote geheel van een gezin, een leergemeenschap, een dorp en maatschappij. Wij vinden dat een kind zich kan en durft te onderscheiden op een positieve manier en constructief kan en durft te samenwerken. Wij bieden dat kinderen onderwijs beleven en zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, coöperatieve en verantwoordelijke burgers die betrokken zijn bij en in hun leer- en leefomgeving. Wij geven onderwijs gebaseerd op onze tien waarden: respect, zelfstandigheid, vrijheid, persoonlijke ontwikkeling, veiligheid, duidelijkheid, plezier, verantwoordelijkheid en oprechtheid. How? Wij vinden dat kinderen onderwijs moeten beleven, de kinderen weten waarom ze iets moeten leren, hoe ze het willen leren en wat ze hiervoor nodig hebben of hiervoor gaan doen. Dit gebeurt doordat leerlingen middels persoonlijk opgestelde doelen en ambities, verkregen door talentgesprekken, zich gaan ontwikkelen. Hoge doelen zijn alleen te bereiken, wanneer de omgeving van het kind het kind stimuleert, uitdaagt, prikkelt, stuurt, coacht, sociaal ondersteunt en hem het gevoel geeft waardevol en onmisbaar te zijn. Dit vraagt van leerkrachten en directie een open, eerlijke, respectvolle houding naar het kind, waardoor het kind zich veilig voelt binnen de leergemeenschap en de vrijheid heeft zijn eigen persoonlijke ontwikkeling door te maken. Dit vraagt van leerkrachten en directie ook een coöperatieve, eerlijke en respectvolle houding naar ouders en andere betrokkenen bij de leergemeenschap. 6

7 Ons onderwijs krijgt vorm door ons gekozen schoolconcept: Dalton. Bij dit concept, worden de vijf kernwaarden van dalton toegepast in ons onderwijs. Zelfstandigheid Vrijheid en verantwoordelijkheid Samenwerken Effectiviteit/doelmatigheid Reflectie De kernwaarden vormen de basis voor het onderwijs en komen in alle facetten van het onderwijs en in de omgang met elkaar terug door een uniek ontwikkelde leerlijn voor alle zes waarden. Waarom we onderwijs geven, wordt zichtbaar gemaakt door aandacht te besteden aan talentontwikkeling, 21 e -eeuws vaardigheden, burgerschapsvorming, wetenschap en techniek, onderzoekend en creatief leren en thematisch werken. Naast de basisvaardigheden rekenen en taal zijn dat de speerpunten in het onderwijs. What? Onze leergemeenschap zorgt ervoor dat elke leerling die de school verlaat, blijk geeft van inzicht in eigen talenten en intrinsiek gemotiveerd is om deze in te zetten voor zichzelf en anderen en daarover verantwoordelijkheid kunnen en durven te nemen. Leerlingen kunnen zich presenteren, profileren en kunnen op een juiste manier communiceren met hun omgeving. Zij bezitten de vaardigheid om informatie en communicatietechnologieën slim en doelgericht te gebruiken. Leerlingen begrijpen de noodzaak van een constructieve samenwerking, hebben een probleemoplossend vermogen door het kunnen analyseren en het gebruiken van oplossingsstrategieën. Leerlingen zijn creatieve denkers, zijn sociaal en cultureel vaardig en hebben interesse in de regionale, nationale en mondiale ontwikkelingen. Zij hebben geleerd hierover een eigen visie te ontwikkelen en een onderbouwde mening te formuleren. Het bundelen van krachten van leerling, leerkracht, de school, de omgeving komt ten goede van de ontwikkeling van elk individu. Daarnaast verwachten leerlingen, leerkrachten en directie een coöperatieve, eerlijke en respectvolle houding van ouders op basis van wederzijds vertrouwen. 7

8 3. Why?: 3.1. Visie en missie onderwijsconcept dalton. Jij in de wereld en de wereld in jou! Geconcludeerd uit de visie, streven wij naar onderwijs waar beleving is. Onderwijs die leerlingen, leerkrachten en ouders de ruimte biedt om zichzelf te ontwikkelen tot zelfstandige, coöperatieve en verantwoordelijke burgers die betrokken zijn bij en in hun leer- en leefomgeving. Waar een kind zich kan en durft te onderscheiden op een positieve manier en constructief kan en durft te samenwerken. Zodat verantwoording gevoeld en gedragen wordt voor de ontwikkeling van hem/haar als schakel in het grote geheel van een gezin, een leergemeenschap, een dorp en maatschappij. Wij zijn van mening dat ons gekozen daltonconcept het juiste middel is, om ons bovenstaande doel te bereiken. We willen niet dalton doen, maar dalton zijn! De 5 kernwaarden van dalton sluiten goed aan bij onze missie en visie. Met name de kernwaarden zelfstandigheid, samenwerking, verantwoordelijkheid staan bovenaan in onze missie! Dalton geeft ons de ruimte als school om leerlingen te positief te laten ontwikkelen op verscheidene gebieden, van welbevinden tot cognitie. Om onze visie te bereiken, is werken op een daltonmanier een goed middel om ons bewuster te maken van ons dagelijks handelen als leerkracht/school. Om zo een positievere invloed te zijn op de leerling en zijn ontwikkeling. Binnen ons onderwijs stellen wij ons constant de vraag: Waarom doen wij dit eigenlijk? Wij proberen binnen ons leerkrachthandelen de koppeling te maken met de kernwaarden van dalton en de kerndoelen voor het basisonderwijs. 8

9 4. How?: 4.1. Kernwaarden: leerlijnen en einddoelen. Vrijheid en verantwoordelijkheid op basisschool de Tweeklank. Vrijheid & Verantwoordelijkheid "Freedom and responsibility together perform the miracle" Vrijheid kan niet zonder verantwoordelijkheid. Vrijheid is noodzakelijk om eigen keuzes te kunnen leren maken en eigen wegen te vinden. Een leerling leert verantwoordelijkheid voor zichzelf en zijn omgeving te dragen, als zijn omgeving hem daarvoor de ruimte en mogelijkheden biedt. Door leerlingen meer vrijheid te bieden kunnen zij eigen keuzes maken en een actieve leerhouding ontwikkelen. Het kind mag zelf kiezen, maar draagt zelf verantwoordelijkheid voor deze keuzes. Voorwaarde is dat er samen duidelijke en algemeen aanvaardbare afspraken worden gemaakt over de grenzen van deze vrijheid. Leerlingen krijgen de ruimte om te ontdekken en te experimenteren, maar worden tegelijk ook geconfronteerd met de relatie tussen wat ze doen en wat dat oplevert. Dat is voor leerlingen een geleidelijk leerproces, waarin zelfkennis en zelfinschatting een grote rol spelen. De kinderen moeten kunnen laten zien dat ze deze verantwoordelijkheid kunnen dragen. Alleen door verantwoordelijkheid te geven, kan verantwoordelijkheid worden geleerd. Het is de taak van onze leerkrachten om iedere leerling een structuur te bieden om vrijheid binnen grenzen te leren hanteren. Om een leerling binnen onze school te leren verantwoordelijk te zijn, hebben we deze leerlijn vrijheid en verantwoordelijkheid opgesteld. Waar een kind al voldoet aan de gestelde doelen van dat schooljaar, kan al vooruit worden gekeken naar de volgende doelen. 9

10 Einddoelen Leerlijn vrijheid & verantwoordelijkheid leerlingen: Wij verwachten van de leerlingen: Einddoel groep 2 Vrijheid en Verantwoordelijkheid Het kind... kan zelf kiezen aan welke kinderen hij hulp vraagt. kan zelf bepalen waar hij tijdens de taak gaat werken. kan rustig werken en praten. kan persoonlijk aangesproken worden door medeleerlingen en de leerkracht. reflecteert op het eigen werk. kan omgaan met uitgestelde aandacht, durft kleine vrijheden aan. houdt zich aan regels en afspraken. kan zijn materiaal kiezen. kan tijdens kleine kring zelf bepalen waar hij werkt. kan samen met de leerkracht of alleen de volgorde van zijn werk bepalen. Weet wat er van hem als maatje verwacht wordt. Einddoel groep 4 Vrijheid en Verantwoordelijkheid Het kind... kan zelf bepalen of zij/hij meedoet met de workshop. kiest tijdens andere activiteiten indien gewenst, voor een stille werkplek. houdt er rekening mee dat de klas een stilte werkplek is, mits het stoplicht dit aangeeft. bepaalt tijdens taaktijd zelf de volgorde van de taken. heeft oog voor het maatje en voor de groep. is persoonlijk aanspreekbaar. kan het eigen werk nakijken van zelfstandige lessen. kan verantwoording afleggen over zijn doen en laten. bepaalt bij de taak de volgorde van de verplichte taken. kan uit verschillende keuze opdrachten (bstof) kiezen. Denkt mee bij het opstellen van zijn persoonlijke planning. Heeft inbreng in het groepsgebeuren. Einddoel groep 6 Vrijheid en Verantwoordelijkheid Het kind... kijkt het eigen werk secuur na. geeft zelf invulling aan de planning van de a-stof en b-stof. kan zelf een maatje kiezen om mee samen te werken. kan door gebruik te maken van het bord zelf zijn taaktijd indelen. Einddoel groep 8 Vrijheid en Verantwoordelijkheid Het kind... kan zelf bepalen of hij/zij wil samenwerken of niet. kan tijdens groepsopdrachten samen met zijn groepje taken verdelen zodat het project goed verloopt en zet de coöperatieve werkvormen in. 10

11 Zelfstandigheid op basisschool de Tweeklank. Zelfstandigheid Experience is the best and indeed the only real teacher Zelfstandig leren en werken op een Daltonschool is actief leren en werken. Een leerling wil doelgericht werken aan een taak of opdracht en is in staat om tijdens dit proces hulp te zoeken indien noodzakelijk. Deze manier van werken stimuleert het probleemoplossend denken van leerlingen. Om later als volwassene goed te kunnen functioneren, moet een leerling leren beoordelen welke beslissingen hij/zij moet nemen en wat de gevolgen daarvan zijn. De keuzevrijheid dwingt een leerling tot het nemen van zelfstandige beslissingen die voor hem/haar effectief en verantwoord zijn. Om een leerling binnen onze school te leren zelfstandig te zijn, hebben we deze leerlijn zelfstandigheid opgesteld. Waar een kind al voldoet aan de gestelde doelen van dat schooljaar, kan al vooruit worden gekeken naar de volgende doelen. 11

12 Einddoelen Leerlijn zelfstandigheid leerlingen: Wij verwachten van de leerlingen: Het kind... Einddoel groep 2 Zelfstandigheid Kan zelfstandig zijn jas aan/uitdoen, beker ed. wegzetten, tas opruimen. Kan zelfstandig het toilet bezoeken (soms m.u.v. knopen). Kiest zelf uit de kast materiaal, werkt ermee en ruimt het weer op. Kan zelfstandig kiezen (m.b.v. het Digikeuzebord) wanneer hij een taak maakt. Evalueert een taak m.b.v. hetdigikeuzebord. kan na de instructie zelfstandig opdrachten uitvoeren. Heeft een goede zithouding. Kan zelfstandig werken op een zelfgekozen werkplek (klas, gang, hoeken. Durft hulp te vragen aan klasgenootjes of de leerkracht. Durft nee te zeggen. Weet waar het zijn gemaakte werkjes neer moet leggen. Houdt zich aan de klassenregels. Kan ongeveer 15 minuten omgaan met uitgestelde aandacht. Het kind... Einddoel groep 4 Zelfstandigheid Kan zijn eigen werk inplannen (per dag). Pakt zelf materialen voor de taak en ruimt deze ook weer op. Kan werken in verschillende groesgroottes. Kiest zijn eigen werkplek, afhankelijk van de taak. Evalueert zijn taak en werkhouding. Kan omgaan met uitgestelde aandacht. Kent het gebruik van materialen. Vraagt zelf om hulp en biedt ook zelf hulp aan. Verbetert nagekeken werk volgens afspraak. Kan individueel werken. Werkt taakgericht. Houdt zelf de weektaak bij (afkleuren). Evalueert zelf de weektaak. Einddoel groep 6 Zelfstandigheid Einddoel groep 8 Zelfstandigheid Het kind... Plant zelf het eigen werk in voor de hele week. Benoemt zelf zijn eigen leerdoelen op de weektaak. Kent de regels voor het werken aan de taak. Evalueert het eigen functioneren. Gaat slim en goed (effectief) om met de (werk)tijd. Levert op een positieve wijze kritiek. Kiest zelf goede (passende) B-stof. Corrigeert het eigen werk (taal, spelling, rekenen) Het kind... Deelt de eigen (werk)tijd goed in. Analyseert en controleert zijn eigen werk. Weet wat zijn eigen leerstijl is. Plant zijn huiswerk zelf in. Weet hoe hij een agenda moet gebruiken. Kan zelfstandig conflicten oplossen. Vraagt anderen om hulp waar nodig. Levert en ontvangt op positieve wijze kritiek. 12

13 Samenwerking op basisschool De Tweeklank. samenwerking The school functions as a social community Een mens kan, ondanks zijn vrijheid en zelfstandigheid, niet zonder zijn medemens. Je hebt de ander nodig, die je kan ondersteunen. Het verwerven van kennis en vaardigheden in samenwerking met anderen kan het leren vergemakkelijken. Als leerlingen leren met elkaar samen te werken, ontwikkelen ze sociale vaardigheden en leren ze reflecteren op de manier waarop ze leren. Dit doen ze door onder andere het beoordelen van de eigen inbreng en die van de medeleerling, het aangaan van een dialoog, het leren omgaan met teleurstellingen en het ervaren van meeropbrengsten uit de samenwerking. Ook het leren delen van kennis, vaardigheden en emoties is belangrijk. Het uitleggen aan anderen heeft een hoger doel dan het zelf uitvoeren van opdracht. Ook leert een kind hierdoor dat er meer mogelijkheden zijn om tot een oplossing te komen. Samenwerken: Bij deze activiteit is het samenwerken nog vooral een middel. Het samenwerken is in ontwikkeling. Met name het werken met maatjes valt hieronder. Samen leren: Bij samen leren gaat het om het creëren van situaties waarbij de leerlingen van elkaar leren. Ook hier wordt er vaak in tweetallen gewerkt. Coöperatief leren: Bij coöperatief leren is het samenwerken een doel. De leerlingen worden de aspecten van het samenwerken geleerd. Ook wordt geleerd welke rollen je tijdens het samenwerken kunt vervullen. Er worden verschillende werkvormen van coöperatief leren aangeboden. Het gaat hier vaak ook om open leersituaties. Interactief leren: Bij interactief leren is sprake van interactief, wederzijds afhankelijk leren in groepen. De leerlingen nemen zelf het initiatief om samen te leren. Ze zijn op de hoogte van elkaars expertise en willen elkaars kwaliteiten inzetten om in een gezamenlijk leerproces tot een gemeenschappelijk leerproduct te komen. Om een leerling binnen onze school te leren coöperatief te zijn, hebben we deze leerlijn samenwerking opgesteld. Waar een kind al voldoet aan de gestelde doelen van dat schooljaar, kan al vooruit worden gekeken naar de volgende doelen. 13

14 Einddoelen Leerlijn samenwerking: Wij verwachten van de leerlingen: Einddoel groep 2 Samenwerking Het kind... weet hoe iemand heet. zegt de naam van iemand. vraagt hoe iemand heet. begroet iemand. vraagt iemand om hulp. Zegt iemand ergens mee te stoppen, wanneer hier duidelijke afspraken over zijn gemaakt. vraagt zijn spullen terug. luistert naar een ander. geeft aan dat het last heeft van een ander. laat een ander uitpraten. Werkt samen met schoolmateriaal. Reageert op wat een ander zegt. Werkt samen met een maatje. Einddoel groep 4 Samenwerking Het kind... Praat mee over het maken van een opdracht. werkt in wisselende groepsgrootte. reageert op wat een ander zegt. biedt aan om iets uit te leggen aan een ander. Vraagt hulp aan een ander. Gaat om met verschillen in de groep. geeft een ander een complimentje. is samen met anderen verantwoordelijk voor een positieve sfeer in de klas. Einddoel groep 6 Samenwerking Einddoel groep 8 Samenwerking Het kind... Het kind... voorziet van positieve feedback. Verdeelt samen met anderen taken komt afspraken en beloften na. Werkt samen met alle groepsgenoten. Helpt een ander zonder voor te m.b.v. rollenkaarten. helpt anderen, zoals het zelf geholpen wil worden. zegt het rustig als het ergens niet mee zeggen. eens is. wil en durft initiatief te nemen. Werkt met alle kinderen samen. Zegt op vriendelijke wijze dat het staat open voor ideeën van anderen. ergens niet mee eens is. Presenteert iets vanuit een werkgroepje neemt feedback van anderen aan. en durft initiatief te nemen. Lost samen met anderen een lost samen met anderen een probleem probleem op. op. Spreekt een overlegmoment af. Stelt een hulpvraag. accepteert de mening van een ander. Vraagt om herhaling als het iets niet heeft een goede luisterhouding. begrijpt. Stelt gerichte vragen. Is behulpzaam. geeft zijn eigen mening. staat open voor ideeën van een Gaat op een positieve manier met ander. toont belangstelling in wat een ander zegt. feedback om. Werkt samen met leerlingen die op een ander niveau werken. 14

15 Uit teleurstellingen. Laat iemand uitpraten. Voert verschillende rollen uit (stilte- en taakkapitein). Effectiviteit op basisschool de Tweeklank. Effectiviteit "Efficiency measure" Dalton is een maatregel om effectiever te werken: 'a simple and economic reorganization of the school'. Helen Parkhurst wilde met haar Dalton Plan het schoolse leren doelmatiger maken. Daarom zijn effectiviteit en efficiency al vanaf het begin twee belangrijke begrippen. Effectiviteit en efficiency vooronderstellen duidelijkheid over de onderwijsopbrengsten. Net als Helen Parkhurst vinden wij dat het onderwijs een brede functie heeft. Onderwijs behoort kinderen ook cultureel en moreel te vormen, zodat ze zelfredzaam en sociaal verantwoordelijk worden: geoefend in, gewend aan en voorbereid op leven, werken en samenleven. Het daltononderwijs is gericht op een effectieve inzet van tijd, menskracht en middelen. Helen Parkhurst widel omwille van de efficiency leerlingen juist verantwoordelijkheid in handen geven. Zij stelt dat als leerlingen een taak krijgen, waar zij verantwoordelijkheid voor dragen en die ze in vrijheid zelf plannen en uitvoeren, het onderwijs dan veel effectiever is dan het stilzit- en luisteronderwijs dat zij zelf doorlopen heeft. Dit sluit naadloos aan bij de visie van De Tweeklank, waar wij onderwijs willen bieden dat beleefd wordt. Wij hebben als daltonschool voor deze leerlijn geen einddoelen voor de leerling beschreven, omdat wij vinden dat effectiviteit overkoepelend gezien kan worden boven de andere leerlijnen van de kernwaarden. 15

16 Reflectie op basisschool De Tweeklank. reflecteren I would be the first to hear welcome criticism Reflectie is een kernwaarde in het daltononderwijs en van groot belang binnen ons onderwijs. Door na te denken over wat je gaat doen of wat je hebt gedaan, leer je over je eigen gedrag en dat van anderen. Je leert jezelf en anderen daardoor kennen. Reflectie is een belangrijk onderdeel die hoort bij de persoonsontwikkeling van de leerling. Want reflectie op ervaringen levert nieuwe kennis op. Reflectie op leerling niveau: De leerling zal zich daarbij voornamelijk dienen te richten op de te bereiken doelen, de leerinhoud en de aanpak op het eigen leergedrag en de beleving daarbij. Reflectie op alle momenten: Reflectie vooraf, tijdens en achteraf, kan bijdragen aan bijsturing van de eigen kennis en het gedrag. Daarmee is reflectie een sterke motor voor de ontwikkeling van zelfregulatie. Reflectie heeft een duidelijke input op de persoonlijke ontwikkeling. Daltononderwijs definieert opbrengsten niet alleen met methode-of Cito scores, maar ook in concreet gedrag van de leerling en de betreffende Daltonwaarden. Deze worden de ik-doelen voor reflectie genoemd. Om een leerling binnen onze school te leren reflecteren, hebben we deze leerlijn reflecteren opgesteld. Waar een kind al voldoet aan de gestelde doelen van dat schooljaar, kan al vooruit worden gekeken naar de volgende doelen. 16

17 Einddoelen Leerlijn reflectie: Wij verwachten van de leerlingen: Einddoel groep 2 Reflectie Het kind kan vooruit kijken op de taak Het kind.. - zegt wat hij nodig heeft om een taak te maken. -weet of hij een taak kan maken. -hoe hij hulp kan vragen. Het kind kan nadenken over het gemaakte werk. Het kind.. -kan met smileys reflecteren of hij het lesdoel heeft behaald - vertelt hoe iets is gegaan. - vertelt wat hij geleerd heeft. Het kind kan nadenken over zijn/haar gedrag. Het kind.. -vertelt hoe het samenwerken is gegaan -vertelt wat hij heeft gedaan -denkt na over wat hij de volgende keer anders kan doen. Einddoel groep 4 Reflectie Het kind kan vooruit kijken op de taak Het kind.. - zegt wat hij nodig heeft om een taak te maken. -weet of hij een taak kan maken. -hoe hij hulp kan vragen. Het kind kan nadenken over het gemaakte werk. Het kind.. -kan met smileys reflecteren of hij het lesdoel heeft behaald - vertelt hoe iets is gegaan. - geeft aan wat hij geleerd heeft. Het kind kan nadenken over zijn/haar gedrag. Het kind.. -vertelt hoe het samenwerken is gegaan -vertelt wat hij heeft gedaan -denkt na over wat hij de volgende keer anders kan doen. Einddoel groep 6 Reflectie Einddoel groep 8 Reflectie Het kind kan vooruit kijken op de taak Het kind.. -benoemt wat hij nodig heeft om een taak te maken. -schat in of hij een taak kan maken -kan samen met de leerkracht inschatten of hij instructie nodig heeft. Het kind kan nadenken over het gemaakte werk Het kind.. -vertelt of een opdracht te moeilijk of te makkelijk was. -legt uit of het doel van de opdracht is behaald. -geeft aan wat wel en niet goed lukte. Het kind kan nadenken over zijn/haar gedrag Het kind.. -vertelt hoe het samenwerken/ spelen is gegaan. -kan zijn gedrag en effect hiervan benoemen in verschillende situaties. -vertelt en beschrijft wat hij de volgende Het kind kan vooruit kijken op de taak Het kind.. -benoemt wat hij nodig heeft om een taak te maken. -schat in of hij een taak kan maken -kan inschatten of hij instructie nodig heeft. Het kind kan nadenken over het gemaakte werk: Het kind.. -vertelt of een opdracht te moeilijk of te makkelijk was. -legt uit of het doel van de opdracht is behaald. -geeft aan wat wel en niet goed lukte. Het kind kan nadenken over zijn/haar gedrag Het kind.. -vertelt hoe het samenwerken/ spelen is gegaan. -kan zijn gedrag en effect hiervan benoemen in verschillende situaties. -vertelt en beschrijft wat hij de volgende keer anders/hetzelfde zou doen en waarom hij dat zou doen. keer anders/hetzelfde zou doen en waarom hij dat zou doen. 17

18 4.2. Leerlijn Coöperatieve werkvormen op De Tweeklank Why? Coöperatief leren heet ook wel samenwerkend leren. Bij coöperatief leren gaat het om de samenwerking tussen sterkere en zwakkere leerlingen. Dit wordt gestimuleerd door coöperatieve werkvormen, waarbij kinderen in heterogene tweetallen of groepjes werken. De kinderen discussiëren samen over de leerstof, ze geven elkaar uitleg en informatie en vullen elkaar aan. Zij zoeken samen naar een oplossing en helpen elkaar. De gedachte achter samenwerkend leren is dat zowel de zwakke als de sterke kinderen hiervan leren. De zwakke leerlingen, doordat ze uitleg krijgen en aangemoedigd worden. De sterke leerlingen, omdat zij de stof op een hoger niveau leren beheersen als ze het aan anderen uitleggen. Bij coöperatief leren is dus niet alleen de lesstof belangrijk, maar ook de samenwerking. Er is dus sprake van een cognitief en een sociaal doel. De achterliggende gedachte van coöperatief leren is dat kinderen niet alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar. Basisprincipes Coöperatief leren gaat uit van vijf basisprincipes: 1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid. De opdracht kan alleen succesvol uitgevoerd worden als elk kind in het groepje zijn bijdrage levert. De didactische structuren zorgen ervoor dat elke leerling actief deelneemt aan de taak. Ook de bijdrage van de zwakke leerlingen is waardevol, wat een positieve invloed heeft op hun zelfbeeld. 2. Individuele verantwoordelijkheid. Elk kind is verantwoordelijk voor zijn eigen bijdrage aan het geheel van de opdracht. De leerkracht kan terugzien wat elke leerling gedaan heeft, door bijvoorbeeld met verschillende kleuren pennen te werken. 3. Directe interactie. De kinderen wisselen hun ideeën, kennis en meningen samen uit. Goede interactie is belangrijk voor het leerproces en de uitkomst van de opdracht. 4. Samenwerkingsvaardigheden. De leerkracht kiest per les een vaardigheid uit en besteedt hier vooraf bewust aandacht aan. Bij de evaluatie komt hij erop terug. 5. Evaluatie van het groepsproces. De groepsleden bespreken eerst met elkaar hoe de samenwerking ging. Daarna wordt er klassikaal geëvalueerd. Coöperatieve werkvormen Er zijn zeventien coöperatieve werkvormen, die de leerkracht kan inzetten in de les. Bijvoorbeeld het woordenweb of de placemat. De werkvormen verschillen in tijdsduur, maar ook in complexiteit. Bij de werkvormen zijn verschillende samenwerkingsvaardigheden nodig. De ene werkvorm is geschikt als startopdracht, terwijl de andere werkvorm een goede verwerkingsopdracht is. Het is belangrijk dat de leerkracht de werkvorm inzet zoals hij bedoelt is, want dan komt hij het beste tot zijn recht. 18

19 How? Kennis opdoen van theorie door team (workshop en literatuur ) en door ervaring (aanbieden en inzetten tijdens vergadering) en of Opbouw in werkvormen vanaf groep 1 Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Om de beurt Om de beurt Om de beurt Om de beurt Om de beurt Om de beurt Om de beurt Om de beurt Duo's Duo's Duo's Duo's Duo's Duo's Duo's Duo's Binnenbuitenkrin g Binnenbuitenkrin g Binnenbuitenkrin g Binnenbuitenkrin g Binnenbuitenkring Binnenbuitenkrin g Binnenbuitenkring Binnenbuitenkrin g Wandel wissel uit Wandel wissel uit Wandel wissel uit Wandel wissel uit Wandel wissel uit Wandel wissel uit Wandel wissel uit Wandel wissel uit Genummerde hoofden Genummerde hoofden Genummerde hoofden Genummerde hoofden Genummerde hoofden Genummerde hoofden Genummerde hoofden Flitsen Flitsen Flitsen Flitsen Flitsen Flitsen Denkendelen uitwissele n Denkendelen uitwissele n Denkendelen uitwissele n Denkendelen uitwissele n Denkendelen uitwissele n Rondschri jven Rondschrijven Rondschrijven Rondschrijven Brainstor m Brainstor m Brainstor m Mix en ruil Mix en ruil Mix en ruil Legpuzzel Placemat Legpuzzel Placemat 19

20 What? Uitwerking van de coöperatieve werkvormen 1. Om-de-beurt De kinderen zitten in tweetallen. De leerkracht stelt een vraag waarbij meerdere, korte antwoorden mogelijk zijn. Een voorbeeldvraag is: Welke landen in Europa ken je? De kinderen geven om de beurt een antwoord. Dat kan mondeling, maar ook op een gezamenlijk blaadje. Daarna volgt een klassikale afronding, waarbij enkele leerlingen hun antwoorden noemen. Deze werkvorm kan tijdens diverse momenten van de les ingezet worden. Hij is geschikt voor groep 1 tot en met 8. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen zijn: luisteren, evenredig deelnemen. De tijdsduur is ongeveer vijf tot tien minuten. 2. Genummerde hoofden Alle kinderen in het groepje krijgen een nummer. De leerkracht geeft een opdracht, waar aan het eind iedereen een antwoord op moet weten. Elke leerling denkt voor zichzelf hierover na en schrijft het antwoord op. Daarna vertellen ze om de beurt hun antwoord aan de andere groepsleden. Ze overleggen wat het juiste antwoord is, dit moet elke leerling aan het einde weten. Tenslotte noemt de leerkracht een nummer. In elk groepje heeft het kind met dat nummer de taak om aan de klas te vertellen wat hun groepsantwoord is. Deze werkvorm kan op verschillende momenten van de les ingezet worden. Hij is geschikt voor groep 1 tot en met 8. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen, zijn: overleggen en overeenstemming bereiken. De tijdsduur is ongeveer 5 minuten. 3. Flitsen De leerkracht leert de kinderen een bepaalde vaardigheid, bijvoorbeeld de tafel van 6. Dan deelt hij flitskaarten uit, waarbij aan de ene kant de som staat en aan de andere kant het antwoord. Het is het handigst als elke leerling een eigen setje maakt. De kinderen gaan in tweetallen zitten. De één leest de tafelsom voor, de ander noemt het antwoord. Als het goed is, krijgt hij het kaartje. Als het antwoord fout is, dan gaat het kaartje onderop de stapel. Dit gaat net zo lang door tot de leerling de hele stapel heeft. Daarna wisselen de kinderen van rol. Aan het einde bespreekt de leerkracht klassikaal na hoe het ging. Deze werkvorm kan ingezet worden als zelfstandige verwerking. Hij is erg handig bij het automatiseren van rekenen, spelling, topografie en jaartallen. Deze werkvorm is geschikt voor groep 3 tot en met 8. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen zijn: hulp geven/vragen en wachten op elkaar. De tijdsduur is ongeveer tien tot vijftien minuten. 4. Denken Delen Uitwisselen De leerkracht geeft een opdracht of stelt een vraag. De leerlingen krijgen een á twee minuten om over het antwoord na te denken. Daarna overleggen ze in tweetallen. Tenslotte worden de antwoorden klassikaal uitgewisseld. Het is een handige werkvorm om voorkennis te activeren of om te oriënteren op een opdracht. Maar de leerkracht kan deze vorm ook bij zelfstandige verwerking inzetten. Ook voor reflectie of terugblik is hij geschikt. Deze werkvorm is geschikt voor groep 1 tot en met 8. 20

21 De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen zijn: luisteren en informatie uitwisselen. De tijdsduur is ongeveer vijf minuten. 5. Duo s De leerkracht stelt heterogene duo s samen en legt de opdracht uit. De leerlingen maken om de beurt een som, waarbij zij hardop denken. Als de ene leerling een som maakt, dan observeert de ander en geeft hij hulp als dat nodig is. De leerkracht bespreekt dit klassikaal na. Deze werkvorm kan ingezet worden bij begeleide inoefening of zelfstandige verwerking. Hij is geschikt voor groep 1 tot en met 8. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen zijn: overleggen, aanmoedigen, hulp geven/vragen en op elkaar wachten. De tijdsduur is in totaal ongeveer tien tot vijftien minuten. 6. Binnenkring buitenkring De leerlingen vormen twee cirkels. De leerkracht stelt een open vraag, bijvoorbeeld: welke historische persoon vind jij een held, en waarom? De kinderen in de buitencirkel geven antwoord, de kinderen in de binnencirkel luisteren. Daarna geven de kinderen van de binnencirkel hun antwoord. Vervolgens draait de buitencirkel vijf plaatsen door. Dan stelt de leerkracht een nieuwe vraag en geven weer de kinderen in de buitencirkel eerst antwoord. Daarna geven de kinderen van de binnencirkel hun antwoord. Deze werkvorm kan ingezet worden bij begeleide inoefening of als zelfstandige verwerking. Hij is in te zetten van groep 1 tot en met 8. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen, zijn: luisteren en evenredig deelnemen. De tijdsduur is tien tot vijftien minuten. 7. Rotonde/rondschrijven De leerkracht geeft elk groepje een opdracht, bijvoorbeeld: Noem een woord dat rijmt op De leerlingen geven om de beurt een antwoord, dit kan zowel mondeling als schriftelijk. Bij de klassikale nabespreking vraagt de leerkracht naar de groepsresultaten. De rotonde kan op diverse momenten van de les ingezet worden. Hij is vooral geschikt voor open vragen met korte antwoorden. Deze werkvorm is in te zetten van groep 1 tot en met 8. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen, zijn: luisteren en evenredig deelnemen. De tijdsduur is vijf tot tien minuten. 8. Brainstorm Bij het brainstormen geeft de leerkracht een opdracht aan de groepjes. Een voorbeeld is: Bedenk in drie minuten zoveel mogelijk dingen die je kunt maken van crêpepapier. Ze verzinnen dan in snel tempo ideeën. De leerlingen borduren voort op de ideeën van de andere groepsleden. Elke inbreng is waardevol, ook gekke ideeën. Een van de kinderen is schrijver. Daarna is de klassikale nabespreking van de resultaten. De brainstorm is bruikbaar als oriëntatie of om de voorkennis te activeren. Hij nodigt uit tot creatief denken. Deze werkvorm is geschikt voor groep 3 tot en met 8. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen, zijn: luisteren en elkaar de kans geven om inbreng te hebben. De tijdsduur is ongeveer tien minuten. 21

22 9. Wandel Wissel uit Alle leerlingen verspreiden zich onafhankelijk van elkaar in het lokaal. Als de leerkracht Sta stil! roept, dan stopt iedereen. Elke leerling vormt een duo met degene die het dichtst bij staat. De leerkracht stelt een vraag of geeft een opdracht. De duo s wisselen hun antwoorden uit. Deze werkvorm lijkt erg op de binnen- en buitencirkel. Hij kan ingezet worden bij begeleide inoefening, zelfstandige verwerking of als reflectieopdracht. Deze werkvorm is geschikt voor groep 1 tot en met 8. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen, zijn: luisteren en informatie uitwisselen. De tijdsduur is ongeveer vijf minuten. 10. Mix en ruil De kinderen lopen allemaal met een kaartje door de klas. Bij mix en koppel moeten ze twee kaartjes bij elkaar zoeken die bij elkaar passen. Bijvoorbeeld met Engels: cat en kat. Of car en auto. Bij mix en ruil wordt het kaartje geruild en kan er daarna weer verder worden gelopen. - De kinderen zijn even lekker aan het wandelen in de klas. Dit is ook een leuk bewegingstussendoortje. Kinderen vinden deze vorm vaak erg leuk en ze leren er ook van. 11. Legpuzzel De leerkracht verdeelt de leerstof in gelijke delen. De leerlingen zitten in heterogene stamgroepen. De leerkracht vertelt wat de uitkomst van het groepswerk is, bijvoorbeeld een presentatie, werkstuk of toets. Daarna krijgt elk groepslid een nummer. Vervolgens gaan alle nummers 1 bij elkaar zitten. En de nummers 2, 3 en 4 ook. Dit heten de expertgroepjes. De nummers 1 krijgen een onderdeel van de lesstof, en de andere groepjes ook. Zij verdiepen zich in de tekst en bedenken hoe ze de informatie kunnen vertellen aan hun stamgroepje. Daarna gaat iedereen terug naar zijn stamgroepje. Daar vertellen de kinderen om de beurt wat ze geleerd hebben. De leerlingen voegen alle informatie samen en maken er bijvoorbeeld een presentatie of werkstuk van. Tenslotte evalueert de leerkracht met de leerlingen het groepsresultaat. De legpuzzel is een vorm van zelfstandige verwerking. Deze werkvorm is erg geschikt voor zaakvakken. Hij is in te zetten van groep 4 tot en met 8. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen, zijn: overleggen, luisteren en uitleg geven. De tijdsduur is één of meer lessen. 12. Placemat Elk groepje van vier leerlingen krijgt een vel papier, met in het midden een rechthoek. Vanuit de hoeken van de rechthoek trekken de kinderen lijnen naar de hoeken van het papier. Op die manier ontstaan er nog vier vakken, voor elk groepslid een.. De leerkracht geeft een opdracht en elke leerling schrijft in zijn eigen vak zijn ideeën en antwoorden op. Daarna gaan de leerlingen overleggen en formuleren ze een gemeenschappelijk antwoord. Dat schrijven ze op in de gemeenschappelijke rechthoek. Daarop volgt de klassikale uitwisseling. De placemat is een vorm van zelfstandige verwerking. Deze werkvorm is in te zetten van groep 3 tot en met 8. De samenwerkingsvaardigheden die aan bod komen, zijn: luisteren, overleggen en overeenstemming bereiken. De tijdsduur is tien tot vijftien minuten. 22

23 4.3. Leerkrachtcompetenties Leerkrachtcompetenties vrijheid & verantwoordelijkheid: Wij verwachten van de leerkrachten: - Dat ze dezelfde invulling geven aan en kunnen omgaan met de begrippen: vrijheid en verantwoordelijkheid; - Dat ze hun eigen verantwoordelijkheid nemen en verantwoording kunnen afleggen bij hun leidinggevende; - Dat ze een week- en of dagtaak (op maat) kunnen maken, waarin een hoeveelheid onderwijsactiviteiten over een bepaalde tijdsperiode staat aangegeven, die de leerlingen zelf kunnen plannen; - Dat ze de leerlingen op passende wijze begeleiden en sturing geven waar nodig; - Dat ze de leerlingen benaderen als een persoon in ontwikkeling die schoolwerk als taak aanneemt en zich eigen maakt; - Dat ze uitgaan van de mogelijkheden van de leerlingen en hun handelen er op is gericht op de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerling te vergroten; - Dat ze de taak zien als een wederzijdse werkovereenkomst met hun leerling; - Dat ze hun leerlingen aanspreken op de eigen verantwoordelijkheden van hun leerproces; - Dat ze systematisch de vorderingen van hun leerlingen volgen; - Dat ze een doelmatige instructie geven (D.I.M.-model hanteren); - Dat ze zich bij hun leerkrachthandelen zichzelf regelmatig de why vraag stellen t.o.v. de leerlijn. Gr 1/2 Gr 3/4 De leerkracht zorgt voor situaties waarbij kinderen hulp kunnen vragen aan andere kinderen. De leerkracht zorgt voor situaties waarbij kinderen zelf kunnen kiezen aan wie ze hulp vragen. De leerkracht zorgt voor een werksfeer waarin kinderen leren rustig te werken en te praten. De leerkracht leert de attitude aan waardoor kinderen aanspreekbaar zijn voor medeleerlingen en de leerkracht. De leerkracht creëert situaties waarbij de kinderen leren omgaan met uitgestelde aandacht. De leerkracht zorgt voor duidelijke regels en afspraken. De leerkracht zorgt voor situaties waarbij kinderen zich aan afspraken en regels moeten houden en dit kunnen oefenen. De leerkracht geeft de kinderen de ruimte om zelf materialen te kunnen kiezen. De leerkracht geeft de kinderen de keuze om tijdens de kleine kring zelf te bepalen waar het werkt. De leerkracht geeft de kinderen de keuze om voor een deel zelf de volgorde van het werk te bepalen. De leerkracht leert kinderen oefenen met de rol als maatje. De leerkracht laat de leerling het eigen werk nakijken bij sommige vakken. De leerkracht stimuleert de leerling zichzelf te verantwoorden. De leerkracht leert de leerlingen zelf invulling te geven aan een onderdeel van de basistaak De leerkracht laat de leerling uit verschillende keuzeopdrachten kiezen. 23

24 De leerkracht geeft de kinderen het aankunnen de verantwoordelijkheid om zelf te bepalen of zij meedoen met de instructie voor rekenen. De leerkracht geeft de kinderen de verantwoordelijkheid om te kiezen voor een stille werkplek. De leerkracht geeft de kinderen de verantwoordelijkheid om de kinderen zelf de volgorde van de taken te laten bepalen. De leerkracht zorgt voor situaties waarbij de kinderen de persoonlijk aangesproken kunnen worden en deze vaardigheid geoefend wordt. De leerkracht zorgt voor situaties waarbij de kinderen kunnen kiezen uit verschillende opdrachten. Gr 5/6 Gr 7/8 De leerkracht geeft de kinderen de verantwoordelijkheid om zelf hun werk secuur na te kijken. De leerkracht geeft de kinderen de verantwoordelijkheid om zelf te bepalen hoe lang een taak gaat duren. De leerkracht geeft de kinderen die het aankunnen de verantwoordelijkheid om zelf te bepalen of zij meedoen met de instructies. De leerkracht geeft de kinderen de verantwoordelijkheid om zelf te bepalen of zij willen samenwerken of niet. De leerkracht geeft de kinderen de verantwoordelijkheid om in het groepje zelf de taken te verdelen met als doel dat het project goed verloopt. De leerkracht zorgt voor feedbackmomenten en stimuleert het geven van opbouwende kritiek. 24

25 Leerkrachtcompetenties zelfstandigheid: Wij verwachten van de leerkrachten: - Dat ze een begeleidende rol aannemen; - De ze de kinderen stimuleren om problemen zelf op te lossen, werk zelf te plannen en het zelf te beoordelen. Voor leerkrachten betekent het werken aan het verhogen van de zelfstandigheid van leerlingen dat ze zich anders moeten opstellen; - Dat ze gelet op de aard, behoeften en mogelijkheden, de didactiek aanpassen aan de kinderen; - Dat ze de beschikking hebben over didactische alternatieven en oog voor verschillende oplossingsstrategieën; - Dat ze individueel kunnen benaderen; - Dat ze de coachende rol aannemen binnen het daltononderwijs; - Dat ze helper zijn bij het proces, maar een stapje terug doen tijdens de uitvoeringsfase (het zelfstandig werken). Zelfstandigheidontwikkeling vraagt allereerst een attitude van de docent. De stap terugdoen van leider naar begeleider is daartoe een eerste vereiste. Gr 1/2 Gr 3/4 Gr 5/6 De leerkracht zorgt ervoor dat alle kinderen een eigen plek aan de kapstok hebben voor hun jas en tas. De leerkracht zorgt voor duidelijke plekken voor het eten en drinken. De leerkracht heeft afspraken gemaakt over het toiletgebruik. De leerkracht zorgt voor voldoende keuzemateriaal in de klas. De leerkracht heeft zelf voldoende kennis over het werken met het Digikeuzebord en kan dit overbrengen op de leerlingen. De leerkracht zorgt voor opdrachten die leerlingen grotendeels zelfstandig kunnen uitvoeren. De leerkracht leert kinderen hulp te vragen bij een andere klasgenoot. De leerkracht heeft binnen de klas een duidelijk symbool voor uitgestelde aandacht. De leerkracht laat de leerling het eigen werk nakijken bij sommige vakken. De leerkracht heeft vaste plekken binnen de klas waar de taken liggen en ingeleverd kunnen worden. De leerkracht geeft de kinderen de mogelijkheid om te kiezen voor een (stille) werkplek. De leerkracht heeft binnen de klas een duidelijk symbool voor uitgestelde aandacht. De leerkracht leert kinderen hulp te vragen bij een andere klasgenoot. De leerkracht bespreekt met de leerlingen hoe de dag- of weektaak werkt. De leerkracht geeft de kinderen de verantwoordelijkheid om zelf hun werk secuur na te kijken. De leerkracht levert zelf op een positieve wijze kritiek naar de leerlingen. De leerkracht leert de leerlingen zelf invulling te geven aan een onderdeel van de basistaak. De leerkracht zorgt dat er op de weektaak ruimte is voor de leerlingen om aan hun eigen leerdoelen te werken. De leerkracht zorgt voor voldoende B-stof (gevarieerd aanbod). 25

26 Gr 7/8 De leerkracht geeft de kinderen de verantwoordelijkheid om zelf te bepalen of zij willen samenwerken of niet. De leerkracht geeft de kinderen de verantwoordelijkheid om zelf te bepalen hoe lang een taak gaat duren. De leerkracht zorgt voor feedbackmomenten en stimuleert het geven van opbouwende kritiek. De leerkracht heeft kennis van de verschillende leerstijlen van kinderen. De leerkracht geeft kinderen de kans om conflicten zelfstandig op te lossen. Zelfstandigheid Wanneer ik hulp durf te vragen, bij de dingen die ik niet goed kan, ben ik dan zelfstandig bezig, of is het alleen het accepteren van? Zelf boodschappen doen en koken, zelf naar de dokter gaan, weten wat ik wel en niet kan, alleen een poos uit wandelen gaan. Wanneer is iemand zelfstandig, als die alles kan alleen? Of als je hulp durft aanvaarden, van de omgeving om je heen? Wellicht denkt ieder er anders over, heeft het voor ieder een andere betekenis, voor de een is het onafhankelijk zijn, alles alleen doen, hoe moeilijk het ook is. Voor mij staat als een paal boven water, dat je pas zelfstandig bent. wanneer je weet wat je wel en niet kunt, gewoon je eigen grenzen kent. 26

27 Leerkrachtcompetenties samenwerken: Het aanleren van samenwerken bij kinderen door leerkrachten vergt een specifieke houding. Daarnaast is het bewustzijn van de voorbeeldrol die zij spelen bij collega s en in het team van groot belang. De definitie die we op De Tweeklank hanteren is als volgt geformuleerd: Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat door een optimale afstemming tussen de eigen kwaliteiten en belangen en die van een groep of collega. Wij verwachten van de leerkrachten: - Dat ze kennis delen en ervaring met collega s; - Dat ze een actieve bijdrage leveren in het eindresultaat; - Dat ze anderen motiveren om input te geven; - Dat ze zorgen voor een correcte informatievoorziening; - Dat ze aandachtig kunnen luisteren; - Dat ze behulpzaam, eerlijk, vriendelijk, flexibel, tactvol en veelzijdig zijn. ZODAT - Ze in samenwerking met de collega s constructief zijn met als doel samen de taak vorm te geven en het onderwijsaanbod constant te evalueren en waar nodig te verbeteren; - Ze de leerlingen de kans bieden zich verder sociaal te ontwikkelen door het lokaal en de school zo in te richten dat dit een sociale oefenruimte wordt; - Ze in staat zijn het beste uit de leerlingen te halen door ze veelvuldig in de gelegenheid te stellen om samen te werken met andere leerlingen. Gr 1/2 Gr 3/4 De leerkracht biedt stimulerende gespreksactiviteiten aan, die bijdragen aan de communicatieve vaardigheden van de leerling De leerkracht initieert sociale activiteiten, waarin normbesef en culturele waarden een belangrijke rol spelen De leerkracht initieert activiteiten, waarin leerlingen in gezamenlijkheid groepsregels opstellen De leerkracht biedt enkele coöperatieve samenwerkingsvormen aan Biedt situaties aan die een probleemoplossende houding vereisen De leerkracht biedt stimulerende gespreksactiviteiten aan, die bijdragen aan de communicatieve vaardigheden van de leerling De leerkracht initieert sociale activiteiten, waarin normbesef en culturele waarden een belangrijke rol spelen De leerkracht initieert activiteiten, waarin leerlingen in gezamenlijkheid groepsregels opstellen De leerkracht biedt aanvullende coöperatieve samenwerkingsvormen aan Biedt situaties aan die een probleemoplossende houding vereisen Biedt situaties aan, waarin leerlingen onderling taken kunnen verdelen 27

28 Gr 5/6 Gr 7/8 De leerkracht biedt stimulerende gespreksactiviteiten aan, die bijdragen aan de communicatieve vaardigheden van de leerling De leerkracht initieert sociale activiteiten, waarin normbesef en culturele waarden een belangrijke rol spelen De leerkracht initieert activiteiten, waarin leerlingen in gezamenlijkheid groepsregels opstellen De leerkracht biedt diverse coöperatieve samenwerkingsvormen aan De leerkracht biedt regels van feedback geven en ontvangen aan Biedt situaties aan die een probleemoplossende houding vereisen Biedt situaties aan, waarin leerlingen onderling taken en rollen kunnen verdelen De leerkracht biedt stimulerende gespreksactiviteiten aan, die bijdragen aan de communicatieve vaardigheden van de leerling De leerkracht initieert sociale activiteiten, waarin normbesef en culturele waarden een belangrijke rol spelen De leerkracht stimuleert het organiseren van deze activiteiten door de leerlingen De leerkracht initieert activiteiten, waarin leerlingen in gezamenlijkheid groepsregels opstellen De leerkracht biedt diverse coöperatieve samenwerkingsvormen aan De leerkracht biedt regels van feedback geven en ontvangen aan Biedt situaties aan die een probleemoplossende houding vereisen Biedt situaties aan, waarin leerlingen onderling taken en rollen kunnen verdelen 28

29 Leerkrachtcompetenties reflectie: Wij verwachten van de leerkrachten: - Dat ze gezamenlijk nadenken over de ontwikkelingen in de eigen schoolpraktijk; - Dat ze proberen samen een lerende organisatie te maken, dat ernaar streeft om bekwaam te zijn en te blijven; - Dat ze willen verbeteren, vernieuwen en blijven ontwikkelen; - Dat ze gericht zijn op samenwerking en afstemming; - Dat ze discussiëren over onderwijsvisie en dat ontwikkelingen in het onderwijs kritisch worden gevolgd; - Dat ze ideeën, materialen en werkwijzen uitwisselen en elkaar consulteren; - Dat de deuren openstaan voor iedereen; - Dat ze reflecteren en systematisch werken met het cyclisch model PDCA, Plan, Do, Check en Act. Dit is een reflectie die op alle momenten, vooraf, tijdens en achteraf gelegd kan worden. Gr 1/2 Gr 3/4 Gr 5/6 De leerkracht zorgt er voor dat er voor de kinderen voldoende materialen klaar ligt. De leerkracht gebruikt modeling tijdens de taakuitleg door te benoemen wat nodig is om een taak te kunnen starten. De leerkracht zorgt voor een duidelijke inrichting van de kasten (middels foto s/picto s) De leerkracht zorgt voor verschillende werkplekken binnen en buiten de klas De leerkracht begeleidt het plannen van de werkjes De leerkracht reflecteert met de leerlingen op de taak De leerkracht reflecteert met de leerlingen op het plannen De leerkracht reflecteert met de leerlingen op de werkverzorging De leerkracht reflecteert met de leerlingen op de werkhouding De leerkracht leert leerlingen zelf oplossingen te bedenken De leerkracht leert de leerlingen zich te verwoorden De leerkracht leert de leerlingen het doel van de les te benoemen De leerkracht leert de leerlingen te verwoorden wat ze geleerd hebben De leerkracht biedt ook taken aan die geen uitleg nodig hebben De leerkracht leert de leerlingen om anderen om hulp te vragen (op proces en product) De leerkracht leert de leerlingen om de leerkracht om hulp te vragen (op proces en product) De leerkracht leert de leerlingen kritisch na te kijken De leerkracht leert leerlingen (nieuwe) doelen te stellen De leerkracht stimuleert leerlingen zelf oplossingen te bedenken De leerkracht coacht de leerlingen in het kritisch nakijken De leerkracht coacht de leerlingen op het verwoorden van het proces en product De leerkracht coacht de leerlingen zich te verwoorden De leerkracht coacht de leerlingen het doel van de les te benoemen 29

30 Gr 7/8 De leerkracht coacht de leerlingen te verwoorden wat ze geleerd hebben De leerkracht coacht de leerlingen in het stellen van (nieuwe) doelen De leerkracht reflecteert met de leerlingen op de benodigde tijd De leerkracht stimuleert/leert de leerlingen vooruit te kijken De leerkracht stimuleert/leert de leerlingen vooruit te plannen De leerkracht coacht leerlingen in het maken van keuzes bij het bepalen van de volgorde van taken De leerkracht coacht leerlingen in het zelf vinden van oplossingen voor problemen (tijdens het proces) De leerkracht leert de leerlingen te kijken naar hun eigen aandeel tijdens het proces De leerkracht leert de leerlingen n.a.v. een product nieuwe doelen te verwoorden De leerkracht begeleidt de reflectievaardigheden van de leerlingen De leerkracht reflecteert individueel of in groepen op de inhoud / proces op de gestelde en behaalde doelen De leerkracht reflecteert met de leerlingen op werkhouding, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid en stimuleert de leerlingen deze zelf bij te stellen. De leerkracht stimuleert/leert de leerlingen om de nog te leren stof op te nemen in de keuze- of weektaak. (PDCA cyclus, 2017) 30

31 4.4. Doelen en vaardigheden (meer)begaafden. Doelen en Vaardigheden t.b.v. (meer)begaafden op basisschool de Tweeklank. Op de Tweeklank wordt gewerkt aan het vormgeven van verrijkingsonderwijs voor (hoog)begaafde leerlingen. Hiervoor heeft het SLO een Doelen en Vaardigheidslijst opgesteld die een handreiking kan bieden aan het onderwijs op De Tweeklank. De in deze lijst genoemde doelen laten op hoofdlijnen zien waar het onderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen zich op zou moeten richten. De doelen in deze lijst zijn daarom geordend in drie domeinen: leren leren, leren denken en leren (voor het) leven. De beschreven doelen zijn verschillend van gewicht. Ze zijn niet van vergelijkbaar niveau, maar wel allemaal belangrijk. Met het werken aan de doelen op al deze domeinen hopen we een breed onderwijsaanbod te kunnen waarborgen waarmee recht wordt gedaan aan de specifieke leerbehoeften van (hoog)begaafde leerlingen. Onder het motto What is good for the best, is good for the rest zullen deze doelen en vaardigheden op groepsniveau aangeboden worden. Bij het LEREN LEREN gaat het om het ontwikkelen van inzichten en vaardigheden die wezenlijk zijn voor het verwerven en toepassen van kennis. In dat proces zijn taakgerichtheid, doorzettingsvermogen en motivatie (kortom een goede werkhouding) van groot belang. In feite draait het hier om een drang tot permanent verder willen leren en ook plezier beleven aan het leren van nieuwe dingen. Daarbij is het uiteraard belangrijk dat je leerdoelen voor jezelf kunt formuleren en in staat bent een goede werkverdeling te maken in de tijd (kunt werken volgens plan) maar ook dat je in staat bent verschillende leerstrategieën (manieren van leren) in te zetten om informatie te verwerven en op te slaan, zodat later getoond kan worden wat geleerd is. Ook het kunnen reflecteren op het eigen leergedrag is van wezenlijk belang, want er valt zo ontzettend veel te leren, ook (of juist) als het niet helemaal zo gegaan is als je had verwacht. Einddoel groep 2 Werkhouding Ik maak werkjes op mijn eigen manier. Ik voer de taken die ik moet doen zelfstandig uit of met hulp van de leerkracht. Ik luister naar de juf of meester zodat ik een opdracht goed kan uitvoeren. Ik werk netjes en verzorgd aan mijn opdrachten. En zorg dat ik alles weer opruim als ik klaar ben. Ik vraag de juf of meester om hulp als iets niet goed lukt. Ik ben trots op mijn werk als het af is! Einddoel groep 4 Werkhouding Ik kies ervoor om zelfstandig of samen mijn werk te maken. Ik leer ook van andere kinderen. Ik zorg ervoor dat ik de taken die ik moet uitvoeren zo goed mogelijk doe. Ik probeer mijn aandacht er zo goed mogelijk bij te houden als dat nodig is. Ik werk netjes en verzorgd aan mijn opdrachten. Daarna ruim ik alles op. Ik vraag de leerkracht om hulp als iets niet goed lukt. Ik ben trots op het werk als het af is. Einddoel groep 6 Werkhouding Einddoel groep 8 Werkhouding Ik geef aan wat ik wil leren en waaraan ik wil werken. Ik zet me in voor de taken die ik moet uitvoeren. Ik geef aan wat ik wil leren en waaraan ik wil werken. Ik zet me in voor taken die ik moet uitvoeren. 31

32 Ik houd mijn aandacht er goed bij als dat nodig is. Ik zorg dat mijn werk er netjes en verzorgd uitziet. Ik vraag de leerkracht om hulp als iets niet goed lukt. Ik waardeer het leerproces ook als het resultaat tegenvalt. Ik houd mijn aandacht er goed bij als dat nodig is. Ik zorg dat mijn werk er netjes en verzorgd uitziet. Ik vraag op tijd hulp als ik ergens zelf niet uit kom. Ik waardeer het leerproces ook als het resultaat tegenvalt. Einddoel groep 2 Werken volgens plan Ik werk aan een leerdoel die ik samen met mijn leerkracht geformuleerd heb. Ik werk binnen een bepaald thema. Ik kan zelf kiezen in welke volgorde ik mijn taken ga uitvoeren. Hiervoor gebruik ik het planbord. Ik zorg dat ik aan het einde van de dag alle taken of werkjes gedaan heb voor deze dag. Ik houd me aan de planning van mijn leerkracht. Als ik klaar ben, lever ik het in bij de leerkracht. Ik kan wat vertellen over hoe ik heb gewerkt. Einddoel groep 4 Werken volgens plan Ik kan samen met mijn leerkracht een leerdoel bedenken. Ik doe mee met de instructie van de leerkracht als dat nodig is. Ik kan zelf mijn dag indelen en ik zorg ervoor dat aan het einde van de dag mijn doelen gehaald zijn. Ik zorg ervoor dat ik het belangrijkste van vandaag op tijd af maak. Ik plan in overleg met de leerkracht mijn taken in. Ik kan vertellen hoe ik heb gewerkt en of dit een goede manier was. Einddoel groep 6 Werken volgens plan Einddoel groep 8 Werken volgens plan Ik kan zelf een leerdoel formuleren en overleg deze met de leerkracht. Ik schrijf me in voor een workshop die voor mij belangrijk is. Ik plan zelf mijn dag in en zorg dat mijn doelen voor deze dag behaald zijn. Ik zorg ervoor dat ik het belangrijkste van vandaag op tijd af heb. Ik plan zelf mijn taken in en overleg deze met de leerkracht. Als het nodig stel ik mijn planning bij. Ik formuleer leerdoelen voor mijzelf. Ik verken een onderwerp voor ik ermee aan de slag ga. Ik weet welke stappen ik moet zetten en hoe ik deze moet uitvoeren. Ik zorg dat ik het belangrijkste af heb voor de tijd om is. Ik houd me aan mijn planning en stel deze bij als dat nodig is. Ik kijk achteraf of mijn planning goed was en wat beter kan. Ik kan vertellen hoe ik heb gewerkt en of dit een goede manier was. Einddoel groep 2 Manieren van leren Ik leer vooral door te doen en weet dat fouten maken mag. Ik leer door te ontdekken en door te doen. Ik denk voor dat ik aan de opdracht begin na over wat ik moet doen en hoe ik dit moet doen. Ik laat zien wat ik gemaakt/geleerd heb. Einddoel groep 4 Manieren van leren Ik ontdek de verschillende manieren van leren. Ik leer door te ontdekken. Ik overleg met de leerkracht wat de meest geschikte manier van leren is voor mij. Ik ga voor ik aan een opdracht begin eerst informatie verzamelen. Ik laat zien wat ik geleerd heb. 32

33 Ik kan wat vertellen over het werk wat ik heb gemaakt. Ik weet, als het af is, wat het is. Ik ruim mijn gebruikte materialen netjes op en zorg dat mijn plek weer schoon is. Ik kan antwoord geven op de vragen van de leerkracht en laat zo zien dat ik het begrijp. Ik controleer mijn werk op foutjes en laat dit horen aan mijn leerkracht. Einddoel groep 6 Manieren van leren Einddoel groep 8 Manieren van leren Ik heb alle manieren van leren ontdekt. Ik bouw een voorkeur op voor een manier van leren. Ik overleg met de leerkracht wat de meest geschikte manier van leren is voor mij. Ik verzamel geschikte informatie om later te kunnen gebruiken. Ik laat zien wat ik geleerd heb. Ik licht mijn antwoorden toe en laat zo zien dat ik het begrijp. Ik weet welke manieren van leren er zijn en weet welke manier mijn voorkeur heeft. Ik zet de meest geschikte manier van leren in. Ik verzamel geschikte informatie om later te kunnen gebruiken. Ik laat zien wat ik geleerd heb. Ik licht mijn antwoorden toe en laat zo zien dat ik het begrijp. Ik controleer of mijn leervraag voldoende beantwoord is. Ik controleer of mijn leervraag voldoende beantwoord is. Bij het LEREN DENKEN gaat het om het ontwikkelen van en reflecteren op hogere denkvaardigheden. Hierbij gaat het om verschillende typen hogere denkvaardigheden, zoals het analytisch denken (waarbij het onder andere draait om het bepalen van de verhoudingen van verschillende delen ten opzichte van elkaar of ten opzichte van het grotere geheel), het creatief denken (waarbij het flexibel kunnen inspelen op nieuwe omstandigheden vraagt om een grote vindingrijkheid bij het ontdekken van nieuwe problemen en het oplossen ervan) en het kritisch denken (waarbij het onder andere gaat om het controleren van veronderstellingen en informatie, het vormen van een mening, het kunnen onderbouwen van die mening met argumenten en het kiezen van de meest geschikte oplossing). Einddoel groep 2 Analytisch denken Ik herken verschillen en overeenkomsten tussen concrete voorwerpen Ik zie het directe verband tussen waardoor iets komt (de oorzaak) en het gevolg ervan in een concrete situatie Ik kan kleine problemen zelf oplossen Einddoel groep 4 Analytisch denken Ik herken verschillen en overeenkomsten tussen abstracte begrippen Ik zie het verband tussen waardoor iets komt (de oorzaak) en het gevolg ervan in een complexe concrete situatie Ik kan een probleem beschrijven of benoemen Einddoel groep 6 Analytisch denken Einddoel groep 8 Analytisch denken Ik herken verschillen en overeenkomsten tussen eenvoudige situaties Ik zie het verband tussen waardoor iets komt (de oorzaak) en het gevolg ervan in een eenvoudige veronderstelde situatie Ik herken verschillen en overeenkomsten tussen complexe situaties Ik zie het verband tussen waardoor iets komt (de oorzaak) en het gevolg ervan in een complexe veronderstelde situatie Ik zie de relatie tussen verschillende onderdelen binnen het grote geheel 33

34 Ik herken verschillende kleine problemen in een ingewikkeld probleem Ik maak ingewikkelde problemen gemakkelijker door ze op te delen in kleinere problemen Einddoel groep 2 Creatief denken Ik weet wat een vraag is. Ik weet wat een probleem is Ik kan associëren bij de vraag: wat zou je dan, als. Ik herken een probleem en kan het verwoorden Einddoel groep 4 Creatief denken Ik kan vragen stellen over een probleem Ik kan een eenvoudige mindmap maken rondom een probleem Ik kan nadenken over mogelijke oplossingen voor een probleem Einddoel groep 6 Creatief denken Einddoel groep 8 Creatief denken Ik kan meerdere vragen bedenken over een probleem Ik kan een complexe mindmap maken rondom een probleem Ik bedenk originele oplossingen voor een vraag of probleem Ik bedenk hoe ik bestaande ideeën in een nieuwe situatie kan toepassen Ik kan verschillende oplossingen Ik ontdek nieuwe vragen of problemen Ik bedenk meerdere oplossingen voor een vraag of probleem Ik bedenk originele oplossingen voor een vraag of probleem Ik bedenk hoe ik bestaande ideeën in een nieuwe situatie kan toepassen Ik zet ideeën om in praktische oplossingen Ik neem afstand van een probleem om het even op me in te laten werken bedenken voor een probleem Einddoel groep 2 Kritisch denken Ik ga na of mijn veronderstellingen kloppen Ik controleer of nieuwe informatie klopt en overeenkomt met informatie, die ik al heb Ik onderbouw mijn mening met argumenten Ik vraag door tot ik het echt begrijp Ik kies uit verschillende oplossingen de meest geschikte Einddoel groep 4 Kritisch denken Ik ga na of mijn veronderstellingen kloppen Ik controleer of nieuwe informatie klopt en overeenkomt met informatie, die ik al heb Ik gebruik criteria om een mening te vormen Ik onderbouw mijn mening met argumenten Ik vraag door tot ik het echt begrijp Ik kies uit verschillende oplossingen de meest geschikte Einddoel groep 6 Kritisch denken Einddoel groep 8 Kritisch denken Ik ga na of mijn veronderstellingen Ik ga na of mijn veronderstellingen kloppen kloppen Ik controleer of nieuwe informatie klopt en overeenkomt met informatie, die ik al heb Ik onderscheid feiten van meningen en betrouwbare bronnen van niet betrouwbare bronnen Ik gebruik criteria om een mening te vormen Ik onderbouw mijn mening met argumenten Ik vraag door tot ik het echt begrijp Ik controleer of nieuwe informatie klopt en overeenkomt met informatie, die ik al heb Ik onderscheid feiten van meningen en betrouwbare bronnen van niet betrouwbare bronnen Ik neem bij het vormen van mijn mening verschillende perspectieven mee Ik gebruik criteria om een mening te vormen Ik onderbouw mijn mening met argumenten Ik vraag door tot ik het echt begrijp 34

35 Ik kies uit verschillende oplossingen de meest geschikte Ik kies uit verschillende oplossingen de meest geschikte Bij het LEREN (VOOR HET) LEVEN gaat het om het ontwikkelen van kennis, houding en vaardigheden op het intra persoonlijke en interpersoonlijke gebied. Inzicht in jezelf vormt de basis voor het leren (voor het) leven. Een positief zelfconcept, weten wat je sterke en minder sterke kanten zijn en daar op een goede manier mee om kunnen gaan (door bijvoorbeeld gepaste doelen te stellen, opbouwende kritiek en de consequenties van je keuzes te accepteren) zijn voorwaarden om jezelf in de tijd te kunnen blijven ontwikkelen. Daarnaast leidt een beter inzicht in jezelf tot een betere communicatie en meer bevredigende relaties met anderen. Goed kunnen omgaan met anderen betekent namelijk niet alleen dat je kunt leren van en met anderen, maar vooral ook dat je beseft welke rol je daar zelf in vervult en op welke manier het mogelijk is jezelf te blijven en dat te doen wat bij je past. De omschreven doelen zijn alle lange termijn doelen. Het zijn dus streefdoelen, die niet in één les of leeractiviteit gehaald kunnen worden. Wel zou het zo moeten zijn, dat elke les of leeractiviteit een bijdrage levert aan de verdere ontwikkeling van één of een combinatie van deze doelen. Het zijn ankerpunten die leerkrachten houvast bieden bij het maken van inhoudelijke keuzen en uitwerkingen. Dergelijke lange termijn doelen gaan uit van een cyclisch niveau, wat betekent dat over alle leerjaren heen aan dezelfde doelen en vaardigheden wordt gewerkt. De opbouw zit hem meer in de complexiteit van inhouden en activiteiten (die worden moeilijker en abstracter) en in de mate van sturing door de leerling zelf (de leerling wordt steeds meer zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces). Einddoel groep 2 Inzicht in mijzelf Ik ben trots op mezelf en mijn werk Ik weet waar ik goed en minder goed in ben Einddoel groep 4 Inzicht in mijzelf Ik ben trots op mezelf en mijn werk Ik weet waar ik goed en minder goed in ben Ik maak gebruik van mijn sterke kanten en blijf ook werken aan dat waar ik minder goed in ben Ik doe de dingen zo goed mogelijk maar stel mijn eisen/doelen niet té hoog Ik vind het niet erg als ik niet meteen weet hoe iets moet of als iets niet meteen lukt Einddoel groep 6 Inzicht in mijzelf Einddoel groep 8 Inzicht in mijzelf Ik ben trots op mezelf en mijn werk Ik ben trots op mezelf en mijn werk Ik weet waar ik goed en minder Ik weet waar ik goed en minder goed goed in ben in ben Ik maak gebruik van mijn sterke Ik maak gebruik van mijn sterke kanten kanten en blijf ook werken aan dat en blijf ook werken aan dat waar ik waar ik minder goed in ben minder goed in ben 35

36 Ik doe de dingen zo goed mogelijk maar stel mijn eisen/doelen niet té hoog Ik vind het niet erg als ik niet meteen weet hoe iets moet of als iets niet meteen lukt Ik ga goed om met kritiek en flexibel met tegenslagen en begrijp dat ik hier iets van kan leren Ik weet wat ik wil en kies daar ook voor Ik doe de dingen zo goed mogelijk maar stel mijn eisen/doelen niet té hoog Ik vind het niet erg als ik niet meteen weet hoe iets moet of als iets niet meteen lukt Ik ga goed om met kritiek en flexibel met tegenslagen en begrijp dat ik hier iets van kan leren Ik weet wat ik wil en kies daar ook voor Einddoel groep 2 Inzicht in de ander Ik blijf mijzelf in een groep: anderen kunnen aan mij zien en van mij horen wat ik ergens van vind en hoe ik me voel Ik houd rekening met de regels die voor de groep belangrijk zijn Ik werk samen met anderen als we samen meer kunnen bereiken dan alleen Ik maak anderen enthousiast om samen ergens een succes van te maken Einddoel groep 4 Inzicht in de ander Ik blijf mijzelf in een groep: anderen kunnen aan mij zien en van mij horen wat ik ergens van vind en hoe ik me voel Ik houd rekening met de regels die voor de groep belangrijk zijn Ik werk samen met anderen als we samen meer kunnen bereiken dan alleen Ik maak anderen enthousiast om samen ergens een succes van te maken Ik verdeel de taken samen met anderen op een manier die voor iedereen goed werkt Ik ben in staat in samenwerking met anderen verschillende rollen en taken te vervullen Einddoel groep 6 Inzicht in de ander Ik blijf mijzelf in een groep: anderen kunnen aan mij zien en van mij horen wat ik ergens van vind en hoe ik me voel Ik houd rekening met de regels die voor de groep belangrijk zijn Ik werk samen met anderen als we samen meer kunnen bereiken dan alleen Ik maak anderen enthousiast om samen ergens een succes van te maken Ik verdeel de taken samen met anderen op een manier die voor iedereen goed werkt Einddoel groep 8 Inzicht in de ander Ik blijf mijzelf in een groep: anderen kunnen aan mij zien en van mij horen wat ik ergens van vind en hoe ik me voel Ik houd rekening met de regels die voor de groep belangrijk zijn Ik werk samen met anderen als we samen meer kunnen bereiken dan alleen Ik maak anderen enthousiast om samen ergens een succes van te maken Ik verdeel de taken samen met anderen op een manier die voor iedereen goed werkt 36

37 Ik ben in staat in samenwerking met anderen verschillende rollen en taken te vervullen Ik zie en begrijp goed hoe anderen ergens tegenaan kijken vanuit hun beleving Ik luister goed naar de ideeën van anderen en verdedig mijn eigen ideeën Ik ben in staat in samenwerking met anderen verschillende rollen en taken te vervullen Ik zie en begrijp goed hoe anderen ergens tegenaan kijken vanuit hun beleving Ik luister goed naar de ideeën van anderen en verdedig mijn eigen ideeën Ik geef kritiek op een manier zodat de ander er ook iets aan heeft Ik presenteer de resultaten van mijn werk aan anderen op een manier die past bij mij én bij het doel van dat moment 37

38 (Excellent Education, 2017) 4.5. Ik-doelen Why? Reflecteren is nadenken over een bepaald gegeven (handeling, gedachte) met als doel er iets van te leren, voor verbetering in de toekomst. Reflectie is de motor van ontwikkeling, als je niet terugkijkt wat anders en beter kan, zie je ook geen ontwikkelpunten. Reflecteren is belangrijk voor de leerkracht en de leerlingen. Het is nodig dat een leerkracht zijn leerlingen leert om te reflecteren. Ze leren van wat ze gedaan hebben en kunnen conclusies trekken. Door zelf aan te geven in hoeverre je verantwoordelijk bent, kunt samenwerken, zelfstandig bent en kunt reflecteren op je eigen handelen worden de leerlingen steeds meer eigenaar van het eigen leerproces. Deze vaardigheden leveren een belangrijke bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling van het kind en zijn tevens een goede voorbereiding op het voorgezet onderwijs. Bovendien willen wij zo bevorderen dat de leerlingen nadenken over hun eigen ik en dat ze zich ontplooien tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon met zijn eigen waardevolle en unieke bijdrage aan de maatschappij. How? Door het oefenen van reflecteren op ik-doelen samen met de leerkracht (d.m.v. modelling en het stellen van open vragen), in tweetallen, met een maatje of in kleine groepjes. Door te reflecteren op ik-doelen in verschillende situaties (zie what). What? * Reflectie op ik-doelen op het rapport/ portfolioblad; * Dagelijkse of wekelijkse reflectie op een lesdoel (in overleg met leerkracht-leerlingen); * Wekelijkse reflectie in een tafelgroepje / met een maatje; * Incidentele reflectie (n.a.v. een gebeurtenis/ activiteit); * Reflectie op ik-doelen op de weektaak; * Reflectiekaarten 2. 2 De uitwerking van deze 'what' wordt beschreven in hoofdstuk

39 4.5.1 Ik-doelen op het rapport. Waarom maken we gebruik van ik-doelen op het rapport? Door zelf aan te geven in hoeverre je verantwoordelijk bent, kunt samenwerken, zelfstandig bent en kunt reflecteren op je eigen handelen worden de leerlingen steeds meer eigenaar van het eigen leerproces. Deze vaardigheden leveren een belangrijke bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling van het kind en zijn tevens een goede voorbereiding op het voorgezet onderwijs. Hoe zien de ik-doelen op het rapport er uit? We beschrijven de doelen op het rapport 3 in de ik-vorm gekoppeld aan de daltonkernwaarden. Het is een portfolioblad, waarin de verdeling is gemaakt in een portfolioblad groep 1 portfolioblad groep 2 en portfolioblad groep 3 t/m 8 4 die leerlingen zelf dienen in te vullen. Wat willen we bereiken met doelen formuleren in ik-vorm? Kinderen kunnen het reflecteren en evalueren zelfstandig inzetten om hun eigen vaardigheden en leerprocessen positief te beïnvloeden, zodat ze ook hierdoor het eigenaarschap van hun eigen ontwikkeling kunnen vergroten Portfolio(blad). Waarom werken wij met een portfolio(blad)? Omdat we kinderen willen leren zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces is het van belang om kinderen te leren goed te reflecteren en kritisch te kijken naar hun eigen werk, eigen houding en eigen leerproces. Hoe werken we met het portfolio(blad)? We leren kinderen reflecteren. Het eerste rapport zullen we samen het portfolioblad invullen. Begrijpt de leerling wat er staat? Begrijpt de leerling wanneer een doel behaald is? Wanneer is iets onvoldoende, voldoende of goed? Maar ook: Wat hebben we gedaan en hoe hebben we dit gedaan? Wat kan beter, wat kan ik hier van leren? Wat kan ik al heel goed? Door kinderen de kans te geven deze vragen te beantwoorden wordt de rol van de leerkracht steeds meer die van begeleider/ ondersteuner. De leerling kan dan zijn eigen portfolioblad (en later portfolio) kritisch invullen. Wat is het uiteindelijke doel? Portfolioblad toevoegen aan het rapport. Uiteindelijke doel: overstappen naar een portfolio met ik-doelen i.p.v. een, door de leerkracht ingevuld, rapport. 3 Zie bijlage 1: portfolioblad groep 1, portfolioblad groep 2 en portfolioblad groep 3 t/m 8. 4 Zie bijlage 1: idem. 39

40 5. Inleiding: 5.1. Effectiviteit praktische invulling van ons daltononderwijs. In dit hoofdstuk beschrijven wij alle middelen binnen ons daltononderwijs, die wij inzetten om ons doel(de missie/visie) te behalen. Om in termen van de gouden cirkel(sinek, 2013)te blijven, worden hier de 'whats' beschreven, die wij inzetten om onze 'why' te bereiken. Bij ieder daltonmiddel(de what) wordt er beschreven waarom deze ingezet wordt, hoe deze ingezet wordt en wat we ermee doen. Bij de waarom wordt de koppeling gemaakt met de vijf daltonpijlers. Werkplekken: Waarom? De leerlingen wordt zelfstandigheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid gegeven. De werkhouding van de leerlingen wordt verbeterd. De leerlingen leren vooraf te plannen. Hoe? Er zijn verschillende werkplekken gecreëerd en gebruiksmaterialen ontwikkeld. Wat? Stilte- en fluisterplekken plekken in de gemeenschapsruimte voor groep 3 t/m 6 tot uur; Stilte- en fluisterplekken in de (welkomst) hal gedurende de hele dag. In de ochtend voor groep 7 en 8; Stilte- en fluisterplekken in de (achterste) hal gedurende de hele dag voor groep 3 en 4; s Middags is de gemeenschapsruimte beschikbaar voor alle leerlingen voor verschillende doeleinden; Gebruik mandje met checklist. Hierin wordt door de leerling de materialen verzameld die hij denkt nodig te hebben tijdens zijn taaktijd op de werkplek buiten de klas. Er zijn zes mandjes (maximaal aantal leerlingen die buiten de groep mogen werken). De werkwijze in de onderbouw is terug te vinden in hoofdstuk 5.2 Dalton in de onderbouw. Stilte- en fluiterplekken buiten de klas. 40

41 Stilte- en fluiterplekken buiten de klas. Solliciteren voor een halpas: Waarom? Leerlingen van groep 3 t/m 8 solliciteren bij de directie of daco naar een werkplek buiten de groep. Het werken op een stilte- of fluisterplek vraagt een aantal vaardigheden, waarvan de leerling bewust moet worden gemaakt. Dit zijn vaardigheden als: zelfstandig werken, andere kinderen niet storen, taakgericht bezig zijn, plannen van activiteiten, omgaan met vrijheid en het verzorgen en meenemen van de juiste materialen zijn daarvan voorbeelden. Er wordt vooral een beroep gedaan op de pijlers 'vrijheid in gebondenheid' en 'zelfstandigheid'. Naast de daltongedachte achter deze activiteit is het tevens net zo belangrijk om leerlingen te leren beargumenteren en te verwoorden welk gedrag ze verwachten te zullen vertonen. Dit doet een beroep op het eigenaarschap, de verantwoordelijkheid en de zelfreflectie van leerlingen. Hoe? Aan het begin van groep 3 ontvangen de leerlingen van de directeur een brief 5 met een vacature voor een werkplek op de gang, waarin de bedoeling en de voorwaarden staan beschreven. De halpas wordt stilzwijgend verlengd naar het volgende schooljaar. Bij inname van de pas na twee waarschuwingen, zal de sollicitatieprocedure opnieuw starten. Wat? De leerkracht leest de brief voor. Kinderen mogen zelf aangeven of ze klaar zijn om te solliciteren n.a.v. de gestelde eisen. De directeur komt in de groep observeren naar het gedrag en de werkhouding. De leerkracht geeft namen door aan de directeur. De directeur nodigt de leerlingen uit voor een gesprek, waarin het doel van de halpas en het gewenste passende gedrag wordt besproken. De leerkracht geeft de halpas aan de leerlingen. 5 Zie bijlage 2: Brief - solliciatie halpas. 41

42 Halpas: Waarom? We willen de leerlingen meer zelfstandigheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid geven. We willen de werkhouding van de leerlingen verbeteren. Hoe? Door leerlingen die in het bezit zijn van een halpas op stilte- en fluisterplekken te laten werken. Wat? Leerlingen moeten in de klas een goede werkhouding laten zien: ze kunnen gebruik maken van liniaalstem, zijn verantwoordelijk voor materialen, kunnen overleggen, kunnen stil werken, ze lopen niet onnodig door de klas, enz.; Leerlingen kunnen zelf aangeven dat ze een halpas willen. Hierover gaan ze in gesprek met de leerkracht, deze observeert en geeft wel of geen toestemming om op sollicitatie te gaan bij directie; Vanaf groep 3 geeft de leerkracht bij de directie/daco aan wie mag solliciteren, directie/daco nodigt de leerlingen uit voor een gesprek. Bij groep 1 en 2 doet de leerkracht de sollicitatie zelf; Bij goedkeuring van de directie/daco krijgen ze een halpas van de leerkracht. De leerkracht heeft de mogelijkheid om een leerling een dag de vrijheid van de halpas te ontzeggen, wanneer het gedrag in de groep daar aanleiding toe geeft. Op het whiteboard staat een schema voor de halpassen. Hierop staat aangegeven hoeveel leerlingen er in de hal kunnen werken. De leerling die in de hal werkt, hangt zijn halpas in het schema. Er zijn in principe zes halplekken. Dit geldt ook voor combinatiegroepen. De leerkracht bepaalt aan de hand van de groepsbehoefte en de organisatorische behoefte, de beschikbaarheid van de werkplekken in de hal en de gang. Format halpas: Naam Belangrijke afspraken met betrekking tot de werkplekken en halpas: 1. Na één waarschuwing, van een leerkracht, naar de klas. Dit noemen we een time-out. (De leerkracht registreert op de leerlingenlijst in de groepsmap.) 2. De volgende dag mag de leerling weer buiten de klas werken. 3. Na twee waarschuwingen is de leerling zijn halpas kwijt. De leerling moet opnieuw solliciteren. 4. Leerlingen ruimen zelf de werkplek op. Eigen verantwoordelijkheid van de leerling. De leerkracht checkt en kan de leerling aanspreken op zijn verantwoordelijkheid. De werkwijze in de onderbouw is terug te vinden in hoofdstuk 5.2 Dalton in de onderbouw. 42

43 Mandjes + checklist, horend bij de werkplekken elders in het gebouw: Waarom? We willen de leerlingen meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid geven m.b.t. het werken buiten de klas en dat dit effectiever verloopt. We willen een duidelijke structuur (handelingswijzer) hiervoor neerzetten. Hoe? Door leerlingen die buiten de klas mogen werken, m.b.v. een middel gestructureerd, effectief aan hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te laten werken. Wat? Vanaf groep 3 maken de leerlingen gebruik van een mandje met een checklist (handelingswijzer). Hierin wordt door de leerling de materialen verzameld die hij denkt nodig te hebben tijdens zijn zelfstandige taaktijd op de andere werkplek. Er zijn zes mandjes (maximaal aantal leerlingen die buiten de groep mogen werken). Leerlingen werken niet zonder mandje/checklist op de gang, wanneer ze aan hun weektaak werken. Leerkrachten en leerlingen werken samen, met het aanspreken op verantwoordelijkheden als dit niet gebeurd. Bij groep 1 en 2 hangt de checklist (met picto s) zichtbaar op de werkplek in de gang. Voorbeelden checklist: 43

44 Work-shops groep 3 t/m 8 (inschrijfkaart): Waarom? We willen de leerlingen meer vrijheid/verantwoordelijkheid op het eigen leerproces geven en een manier tot effectief werken m.b.t. hun eigen leerproces (Reflectie!). We willen een duidelijke structuur (handelingswijzer) hiervoor neerzetten, zodat leerlingen n.a.v. reflecteren op de ik-doelen kunnen werken aan de ontwikkeling, zowel cognitief als op de leerlijnen van dalton. Hoe? Door leerlingen positieve vrijheid te geven, om zich in te schrijven voor een workshop (instructie) op de vakgebieden: taal, spelling, begrijpend lezen en rekenen en de koppeling te maken met de reflectie op de ik-doelen, vanuit de taak. Wat? Bij de white-borden in de klas, hangen inschrijfkaarten voor een workshop; De kaarten zijn in kleur van het juiste vakgebied; Wanneer er geen workshop wordt gegeven, hangt de kaart andersom. De leerlingen kunnen op deze kant (dus de achterkant) opschrijven waar ze nog een workshop over willen hebben. De leerkracht inventariseert welke kinderen nog meer aan deze workshop willen deelnemen; De leerkracht schrijft op de voorkant van de kaart: het doel van de workshop, de datum en het tijdstip en ruimte voor de leerlingen om zich in te schrijven; De kaarten worden ingezet n.a.v. de lessen en/of op de reflectie van de taken; De kaarten worden ingezet als verlengde instructie of als extra instructie op een ander moment; De leerkracht heeft inzichtelijk wat vanuit de groep de vraag is en past zijn workshop-aanbod hierop aan. Bijvoorbeeld: Er zijn op de reflectie van de ik-doelen, 4 leerlingen die nogmaals instructie behoeven op een bepaald leerdoel. De leerkracht plant dit kortvolgend op het reflectiemoment in en begeleidt leerlingen, dat zij zich daadwerkelijk inschrijven voor de workshop. Richting de hogere groepen, wordt de gebondenheid van deze vrijheid (negatieve vrijheid) afgebouwd. Of, de leerkracht heeft geanalyseerd, dat een leerdoel wordt aangeboden op een bepaald moment, maar dat de vraag van de groep hoger is (op dat leerdoel) dan dat het aanbod is. De leerkracht plant een extra workshop (aanbod) in. Dit kan in dezelfde week zijn, om in te oefenen. Echter dit kan ook enkele weken later zijn, om te het leerdoel te automatiseren/onderhouden. De werkwijze in de onderbouw is terug te vinden in hoofdstuk 5.2 Dalton in de onderbouw. 44

45 Bordplanning: Waarom? We willen eenheid en structuur binnen de school d.m.v. een duidelijke en overzichtelijke dagindeling (instructiemomenten en zelfstandige werktijd) voor de leerlingen. Doordat visueel gemaakt wordt wanneer de zelfstandige werktijd is, is een leerling in staat om te werken aan het vergroten van zijn effectieve leertijd. De leerling wordt eigenaar van zijn eigen leerproces. Hoe? Het aanpassen van de bordplanning en dit door de hele school invoeren. Wat? Vanaf groep 3 hanteren wij een 15-minutenrooster; Elk vak heeft een eigen kleur taal, rekenen, spelling, begrijpend lezen. sociaal emotioneel, en overig. De leerkracht geeft aan met een strookje waar het vak op staat aan wanneer er een instructie moment is. Is er geen instructie moment, maar je wilt dat de kinderen wel met het vak bezig zijn, dan geef je dat aan met een leeg strookje in de kleur van het vak. Is het taaktijd (dus wanneer de leerlingen met de weektaak aan het werk zijn) dan laat je de plaatsen op het bord leeg. In groep 3 zal nog veel met lege stroken worden gewerkt, hierin wordt wel afgebouwd. In groep 7 en 8 zullen er minder lege stoken meer worden gebruikt op het bord. Mogelijkheden in de toekomst: Groep doorbrekende workshops vermeldt op het bord. Bordplanning groep 3. Bordplanning groep 8. De werkwijze in de onderbouw is terug te vinden in hoofdstuk 5.2 Dalton in de onderbouw. 45

46 Stoplicht Waarom? Het visueel maken van de te verwachten werkhouding van de leerlingen. Hoe? Door gebruik van het stoplicht. Deze hangt goed zichtbaar voor in de klas. Wat? -In combi klassen hangen 2 stoplichten. -betekenis van de kleuren: groen: overleggen/praten/samen werken. oranje: fluisteren (liniaalstem) Je mag overleggen met je schouder- of oogmaatje. Bij een hulpvraag, stel je deze eerst binnen je groepje alvorens je naar de leerkracht gaat. rood: stil, leerling mag niet naar de leerkracht, de leerkracht mag wel naar de leerling. -Het stoplicht staat altijd aan tijdens daltontijd (taaktijd). Reflectiekaarten 6 Waarom? Reflectie is de motor van ontwikkeling, als je niet terugkijkt wat anders en beter kan, zie je ook geen ontwikkelpunten. Reflecteren is belangrijk voor de leerkracht en de leerlingen. Het is nodig dat een leerkracht zijn leerlingen leert om te reflecteren. Daardoor krijgen de leerlingen meer grip op het leerproces en kunnen ze zelfstandiger leren. Ze leren van wat ze gedaan hebben en kunnen conclusies trekken. Bovendien willen wij zo bevorderen dat de leerlingen nadenken over hun eigen ik en dat ze zich ontplooien tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon met zijn eigen waardevolle en unieke bijdrage aan de maatschappij. Hoe? Door reflectiekaarten binnen ons onderwijs in te zetten op verschillende manieren en momenten. Wat? We zetten de reflectiekaarten op verschillende manieren in: Individueel/ op de weektaak: het kind leest de hoofdvraag en de tussenvragen en schrijft op hoe het gewerkt/ gespeeld heeft. In tweetallen: kinderen stellen de vragen aan elkaar en geven antwoord. In de kleine kring/ in groepjes: een klein groepje kinderen praat met elkaar n.a.v. de reflectiekaart die ze voor zich hebben liggen. Klassikaal: Kinderen geven hun tops en tips aan elkaar door m.b.v.. de vastgestelde coöperatieve werkvormen 6 Zie bijlage 3: Reflectiekaarten 46

47 Weektaak 7 Waarom? Om leerlingen structuur te bieden binnen het werken aan de daltonkernwaarden. M.b.v. het werken aan de taak werken leerlingen aan allerlei vaardigheden gelinkt aan zelfstandigheid, reflecteren, verantwoordelijkheid, samenwerken etc. Daarnaast is het een middel wat ingezet wordt om het klassenmanagement (waarbinnen individualiseren en differentiëren mogelijk is) organisatorisch goed te laten verlopen. Het werken aan de taak (zelfstandig of samenwerkend) biedt de leerkracht de kans om meer passend onderwijs te bieden op de leerdoelen van de leerling op verscheidene ontwikkelingsgebieden. Hoe? Alle leerlingen werken met een (week)taak, met een vaste vorm waarin een doorgaande lijn zit in lay-out en vaardigheden die benodigd zijn om te kunnen werken met een weektaak. Wat? Alle leerlingen werken met een weektaak of dagtaak (afhankelijk van onderwijsbhehoefte) met daarop ingepland werk, zelf in te plannen werk en keuzewerk. Op de weektaak staat A-stof, dit is werk wat aangeboden wordt vanuit de leerkracht, met het onderscheid tussen zelfstandige lessen en instructielessen. Instructielessen worden aangeduid met een * voor de les. Daarnaast staan er onderhoudstaken op gericht op de toetsdoelen en/of het periodedoel. Dit valt allemaal onder A-stof Daarnaast staat er keuzewerk op, dit wordt B-stof genoemd. In groep 3 t/m 7 werken leerlingen aan dezelfde weektaak waarin gedifferentieerd kan worden binnen de A- of B-stof op aangepaste onderwijsbehoeften. In groep 8 werken de leerlingen aan een weektaak gebaseerd op de doelen gesteld binnen het POP-gesprek, de weektaken worden geclusterd aangeboden n.a.v. onderwijsbehoeften binnen de groep. De weektaak loopt in alle groepen van maandag t/m vrijdag, tenzij dit rooster technisch niet het gewenste effect heeft. Dan zijn leerkrachten vrij om (in overleg met de werkgroep: dalton) hier een wijziging in te maken. De weektaak biedt leerlingen de ruimte om taken zelfstandig in te plannen, te maken en/of samen te werken. De weektaak is ingericht met ik-doelen op het lesdoel, het werk en ruimte tot reflectie op het lesdoel m.b.v. een smiley. De weektaak biedt ruimte om leerlingen te laten reflecteren op verscheidene ontwikkelingsgebieden. Leerlingen kleuren af op het lesdoel of plannen in m.b.v. de dagkleuren: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag. Leerlingen werken aan hun weektaak als zij geen instructie volgen. Op de weektaak staat de periodetaak vermeld. De kinderen en/of leerkracht(en) stellen vooraf een doel op: taal, spelling, rekenen, begrijpend lezen of sociaalemotioneel op. De werkwijze in de onderbouw is terug te vinden in hoofdstuk 5.2 Dalton in de onderbouw. 7 Zie bijlage 4 : weektaak voorbeelden groep 3 t/m 8. 47

48 Reflectie op ik-doelen op de weektaak. Waarom? We hanteren ik-doelen op de weektaak, omdat het voor de leerlingen van belang om is het lesdoel in ik-vorm te lezen, zodat het een persoonlijk doel wordt, waarop zij zelf gaan reflecteren. Hoe? We beschrijven de lesdoelen op de weektaak in de ik vorm. Wat? We willen bereiken met lesdoelen formuleren in de ik-vorm, dat op deze manier leerlingen meer betrokken worden bij hun eigen ontwikkeling en zo leren ze omschrijven wat ze al kunnen of wat ze nog beter moeten oefenen. Talentgesprekken. Waarom? Zoals onze visie beschrijft willen we dat leerlingen zich gaan ontwikkelen middels persoonlijk opgestelde doelen en ambities, de talentgesprekken. Door met leerlingen persoonlijk in gesprek te gaan, naast dat de omgeving van de leerling, de leerling stimuleert, uitdaagt, prikkelt, stuurt, coacht, sociaal ondersteunt en hem het gevoel geeft waardevol en onmisbaar te zijn willen we meer eigenaarschap bij de leerling bereiken. Hoe? De school is in ontwikkeling wat betreft het invoeren van talentgesprekken door de hele school. De gesprekken worden nu enkel in groep 8 gevoerd. Hoe we dit verder aanpakken is: doordat we collega-scholen hebben bezocht voor inspiratie, we samenwerken met dhr Ad. Kappen vanuit de NSCCT (leerpotentietest), een training gaan volgen op het gebied van communicatietechnieken o.l.v. Christine Brons en doordat de werkgroep dalton in schooljaar dit als ontwikkelpunt aan gaat pakken. Zoals in het daltontwikkelplan is beschreven (hoofdstuk 6). Wat? De school zet nu in groep 8 structureel talentgesprekken in, deze worden POPgesprekken genoemd 8. Dit gesprek doet een beroep op de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van het kind voor het participeren aan het gesprek. Tijdens het gesprek doet het een beroep op het reflectievermogen en samenwerken. Dit allemaal met als doel zo effectief mogelijk te werk te gaan om de eigenaarschap te vergroten. Kampcommissie. Waarom? Bij de bovenbouw wordt het kamp georganiseerd door de kampcommsie, dit gebeurt om kinderen bewuster te maken van hun plek in een leer-/leefgemeenschap en de maatschappij. Daarnaast vinden wij dat het erg goed aansluit bij de kernwaarden. Leerlingen moeten kunnen samenwerken in hun commissie en met de leerkracht, daarnaast moeten ze afstemmen op de wensen van de groep. Zij maken daarbij gebruik van de vaardigheden die zij ontwikkelt hebben op de kernwaarden: zelfstandigheid, samenwerken, effectiviteit, verantwoordelijkheid en uiteraard reflectie. Hoe? N.a.v. kampcommissieverkiezingen (waarbij leerlingen op hun eigen manier zichzelf presenteren) wordt als groep beslist wie er plaatsneemt in de kampcommissie. Dit zijn leerlingen die de stem van de groep vertegenwoordigen en waar de groep het vertrouwen inlegt voor een goed georganiseerd kamp. 8 Zie bijlage 5 : POP gesprek-formulieren. 48

49 Wat? De kampcommissie zorgt dat er communicatie plaatsvindt tussen de school en ouders, middels kampbrieven. Zij maken een financieel overzicht, stemmen af op de groep welke activiteiten er ondernomen worden, gekeken naar de wensen en de financiën. Zij bespreken fietsen, de boot etc., maken een draaiboek enz. Dit doen zij door coöperatief te werken onder begeleiding van de leerkracht. Leerlingenraad. Waarom? Op De Tweeklank vinden we het belangrijk dat kinderen meedenken met de leerkrachten om het plezier zoveel mogelijk te vergroten en de voorwaarden om goed te kunnen leren te optimaliseren. Kinderen weten het beste wat ze zelf willen. Ze kunnen heel goed aangeven wat er beter kan op school. Kinderen hebben zelf veel goede ideeën. Zij kunnen meebeslissen over verschillende onderwerpen, zoals de inrichting van het schoolplein, de manier van omgaan met elkaar of de inhoud van verschillende vieringen op school. Hoe? De leerlingenraad wordt gekozen door de kinderen uit groep 5 t/m 8. Leerlingen kunnen zich kandidaat stellen. Volgens een vastgestelde procedure 9 worden jaarlijks verkiezingen gehouden. Je kunt maximaal twee jaar zitting hebben in de leerlingenraad. Daarna kun je niet herkozen worden. We vergaderen elke eerste week van de maand. Er is een voorzitter en een secretaris. De voorzitter en de secretaris zijn leerlingen uit groep 7 of 8. Tijdens een vergadering spreekt de leerlingenraad gespreksregels af. Iedereen komt aan de beurt om zijn of haar mening te geven. Daar zorgt de voorzitter voor. We laten elkaar uitpraten. Het is goed om te discussiëren met elkaar. We brengen goede argumenten in. We vertegenwoordigen alle kinderen van de school, dus we praten niet alleen voor onszelf. We mogen elkaars ideeën gebruiken. De secretaris maakt verslag van elke vergadering. Na elke vergadering komt er ook een stukje in Klankbord! Wat? De leerlingenraad draagt bij aan de leukere school. De leden van de leerlingenraad praten over school met alle leerlingen. Ze vergaderen in de eigen groep over alledaagse zaken en verzamelen ideeën, die uitvoerbaar en realistisch zijn. 9 Zie bijlage 6: documenten leerlingenraad 49

50 5.2. Daltononderwijs in de onderbouw. In dit hoofdstuk wordt beschreven, hoe met name het daltononderwijs is weggezet binnen De Tweeklank in de groepen 1 en 2 (de kleutergroepen/onderbouw). Het daltononderwijs in de kleutergroepen krijgt net als in de overige groepen vorm door de visie centraal te stellen. Organisatorisch kenmerkt het daltonconcept zich door het centraal stellen van de weektaak en vanuit daar te werken op de daltonkernwaarden om onze missie te bereiken. Met behulp van deze weektaak werken we dus aan inhoudelijke leerdoelen en de daltonkernwaarden. Als we kijken naar de Gouden Cirkel is dit het 'how' opvolgend op onze why. Hoe werken we met de weektaak? De weektaak wordt weergegeven op het digibord na de instructiemomenten(kring) en is zichtbaar tijdens de taaktijd. Dit wordt bij de kleuters benoemd als spelen en werken en zichtbaar gemaakt met picto s op de dagplanning. Als het organisatorisch niet lukt om het digikeuzebord op het digibord te tonen wordt dit op een leerlingcomputer of bij de leerkracht zichtbaar gemaakt. Leerlingen kunnen hier ten allertijden tijdens taaktijd bij. De weektaak zichtbaar maken doen we met behulp van de website: Zoals de naam al weergeeft, is ook het planbord hierop te zien. De groepsleerkrachten leggen op maandagmorgen de weektaak uit en naar behoefte wordt dit herhaald. De groepsleerkrachten geven de weektaak en het keuzewerk vorm n.a.v. de leerlijnen. De weektaak wisselt elke week en het keuzewerk bevat veelal terugkomende activiteiten of ontwikkelingsmateriaal dat al in de weektaak is ingezet. Wat doen we? Weektaakwerk (a-stof): De leerlingen in groep 1 hebben vier weektaakwerkjes en in groep 2 zijn er vijf weektaakwerkjes. De taken worden door de leerkracht gekozen(naar onderwijsbehoeften vanuit observatie en het leerlingvolgsyssteem en op leerdoelen vanuit Onderbouwd ) en uitgelegd. De leerlingen mogen zelf de volgorde van werken plannen, als het aan het eind van de week allemaal gedaan is. Zo werken alle leerlingen aan de verschillende ontwikkelingsgebieden. Binnen de taken (werkjes) is er ruimte voor differentiatie. Alle materialen die nodig zijn voor de weektaakwerkjes liggen in bakken met overeenkomende kleuren. Deze bakken liggen op een vaste plek om tegemoet te komen aan enkele kernwaarden en zodat de leerlingen dit zelfstandig kunnen pakken en opruimen. Elke week is er vanuit onze methode Onderbouwd een taak (werkje) centraal gesteld; deze wordt door de leerkracht geobserveerd en geregistreerd in een online leerlingvolgsysteem. De weektaak wordt door middel van kleur vormgegeven. Blauw: 3D knutselopdracht; Rood: ontwikkelingsmateriaal; Geel: werkbladen; Oranje: hoeken; Groen: extra werk (b-stof). 50

51 Voorbeeld a-stof weektaak groep 1: Aftekenlijst weektaak: Op maandag worden alle opdrachten van de weektaak uitgelegd en herhaald mits dit een aangepaste onderwijsbehoefte is. Wanneer de leerling een activiteit van de weektaak heeft afgerond, dan wordt deze geëvalueerd. Dit doen leerlingen bij het bord of bij de computer. Dit gebeurt in groep 1 met de leerkracht tijdens taaktijd en groep 2 doet dit zelfstandig of met de leerkracht tijdens taaktijd. De leerkracht observeert en geeft dit aan bij de leerling n.a.v. mate van zelfreflectie of hij/zij dit zelfstandig mag doen. Om te kunnen evalueren opent de leerling hiervoor de weektaak die gekoppeld is aan het keuzebord. (Zie afbeelding: voorbeeld groep 1) Onderaan de pagina kiest de leerling een cirkel (ochtend) of een vierkant (middag) in de kleur van de dag waarop het de activiteit heeft gedaan en plaatste deze achter zijn naam bij de activiteit die het gedaan heeft. Vervolgens evalueert de leerling zijn werk door achter de cirkel/vierkant een smiley te plaatsen. (De leerkracht kan dus ook samen met de leerling een smiley kiezen. ) mede a.d.h.v. de smiley wordt gereflecteerd op het gemaakte werk om zo de doorgaande lijn te vormen met de overige groepen. De leerkracht kan hierbij reflecterende vragen stellen. 51

52 Keuzewerk (b-stof): Het keuzewerk bestaat uit meerdere activiteiten. Kinderen kunnen hun naam op de laptop of computer slepen naar de betreffende activiteit. De leerlingen moeten minstens 10 minuten met een activiteit bezig zijn voordat er gewisseld mag worden. In groep 2 is het doel om deze tijd uit te breiden tot 20 minuten, om zo te oefenen met uitgestelde aandacht en het samenwerken en automatiseren te stimuleren. Voorbeeld keuzewerk weektaak groep 1: Na het spelen wordt de activiteit niet beoordeeld/geëvalueerd. Het digikeuzebord registreert (onthoudt) hoe vaak een leerling de activiteiten kiest. Dit wordt wekelijks gereset, de leerlingen kunnen dit zien aan de dobbelsteenstippen die dan naast hun naam verschijnt. Via het leerkrachtenscherm kan de leerkracht zien welke activiteiten gedurende een periode zijn gekozen. Zo kan je een bepaalde activiteit toevoegen of juist weg laten. Periodetaak: In de groepen 1 en 2 werken we net als de overige groepen met een periodetaak. Deze loopt altijd naast de weektaak maar de weektaak kan wel activiteiten bevatten met hetzelfde doel. De periodetaak duurt minstens 3 weken en maximaal 8 weken duren. De periodetaak is een taak voor 1 gebied; bijvoorbeeld het leren veterstrikken of het tellen tot 10. De taak is weergegeven in het lokaal op een A3 met de kleur van het vakgebied; taal, rekenen, motoriek of op sociaal-emotioneel vlak. Deze kleuren zijn gelijk aan de kleuren die de groepen 3 t/m 8 hanteren. Alle leerlingen proberen dit doel te halen; dit gaat spelenderwijs. We reflecteren aan het eind van de periode of het doel is behaald of niet en door hoeveel leerlingen wel. Aan de hand hiervan bepalen we welk periodedoel het volgende wordt. Dit kan ook in overleg met de leerlingen zodat zij meer eigenaarschap voelen over het te behalen doel. 52

53 Doelbewust werken: Tijdens de instructielessen, die veelal in de kring worden gegeven, benoemen we het lesdoel. We proberen leerlingen bewust te maken waarom ze iets moeten doen/leren om zo te werken vanuit de visie. Elke dag wordt het dagdoel door de leerkracht op het bord geschreven en wordt dit benoemd/besproken. Tijdens lessen wordt dit teruggekoppeld. De periodetaak is zichtbaar in het lokaal en wordt door middel van afbeeldingen voor de kleuters zichtbaar gemaakt. Voor de ouders wordt hij ondersteund met tekst. Deze periodetaak (periodedoel) wordt ook altijd uitgelegd in Klankbord, de nieuwsbrief. Als de leerlingen een werkje hebben gemaakt, wordt er door de leerkracht het doel er apart aan vastgeniet of opgeschreven. Daltonvaardigheden: Vanuit de kernwaarden van daltononderwijs is gekozen om op de manier van het digikeuzebord horend bij de methode: Onderbouwd te werken. Hieronder wordt beschreven in welke mate de kernwaarden vormgegeven worden. 1. Vrijheid en verantwoordelijkheid De leerlingen krijgen zelf de keuze wanneer ze welk werk plannen; mits ze op vrijdag alle taken maar gedaan hebben. Anders wordt er niet aan elk doel/domein gewerkt. De leerkracht geeft de leerlingen vertrouwen dat ze zelf kunnen plannen maar weet dat sommige leerlingen meer sturing nodig hebben. In groep 1 starten ze op de maandag allemaal met een werkje zodat ze een positieve ervaring hebben opgedaan aan het begin van de week. Hierdoor hebben ze meer vrijheid in de keuze van de andere werkjes. 2. Zelfstandigheid De leerlingen kunnen zelfstandig werken aan de taken. Mocht een kind hulp nodig hebben, dan wordt deze aan een maatje gevraagd. Een maatje is op dat moment een klasgenoot die aan dezelfde opdracht/taak werkt. Op deze manier werken we aan uitgestelde aandacht wanneer de juf instructie biedt aan een groepje leerlingen en niet gestoord mag worden. Dit wordt mede zichtbaar gemaakt door het stoplicht. Ook zetten we zelfcorrigerende ontwikkelingsmaterialen in waarbij de leerlingen de begeleiding van de leerkracht niet nodig hebben. 3. Samenwerken De leerlingen werken voornamelijk in de hoeken samen. De andere taken (werkjes) worden veelal zelfstandig gedaan. Om het samenwerken te bevorderen en goed te kunnen begeleiden worden er momenten ingepland om dit te oefenen. Zo werken we aan de vastgestelde leerlijn coöperatieve werkvormen. Op de dinsdag en donderdagmiddag werken we groepsdoorbrekend; dan kunnen de leerlingen van groep 1 en 2 samenwerken. Dit doen we ook bij bepaalde activiteiten o.a. kerstknutselen, voorleesontbijt en Pasen. 4. Effectiviteit Het digikeuzebord staat altijd open op een computer of het digibord. Zodra leerlingen klaar zijn met hun weektaakwerk kunnen ze zelf hun naam naar een andere activiteit schuiven. Ze kunnen zien hoeveel plek er is bij een activiteit en weten zo of ze er nog bij kunnen. Hiervoor hebben ze de leerkracht niet nodig. De leerkracht heeft hierdoor tijd om leerlingen op maat te helpen. 53

54 Vanuit de onderwijsbehoeften wordt bekeken op welk ontwikkelingsgebied het kind versterking of uitdaging nodig heeft. Materialen liggen in de groepen op vaste plekken. Weektaakwerkjes liggen in de open kast (groep1) of op de bank (groep 2). Ook materialen als scharen, plaksel, potloden en dergelijke vinden de leerlingen op een vaste plek. Hier moeten ze het pakken en ook weer opruimen. In de groep werken we zoveel mogelijk met handelingswijzers om zo meerdere kernwaarden dan enkel effectiviteit te stimuleren. 5. Reflectie De leerkracht reflecteert samen met de leerlingen. Alleen de taken (a-stof) worden via het digibord gereflecteerd op lesdoel. Dit gebeurt door middel van de smileys. Tijdens de lessen wordt de reflectie gestuurd door de leerkracht. Bordplanning: Op het rechterbord hangen dagritmekaarten met daarboven het dagdoel. Iedere dag wordt deze dagplanning opgehangen door de groepsleerkracht, zodat de kinderen gelijk bij binnenkomst kunnen zien wat er die dag op de planning staat. Dit geeft structuur, kinderen weten waar ze aan toe zijn. De tijd die voor een activiteit staat wordt bepaald door de groepsleerkracht en het rooster. Dit hangt af van de concentratie en belangstelling van de leerlingen voor de activiteiten. Daarom wordt er ook geen tijd vermeld naast een dagritmekaart. De kaarten voor de dagplanning zijn van de methode: Onderbouwd. Werkplekken: In de hal bij groep 2 zijn plekken gecreëerd waar 2 kinderen uit elke groep, in stilte kunnen werken. Hiervoor gebruiken ze de halpassen, zowel groep 1 als groep 2 hebben ieder 2 halpassen. In de hal mogen de kinderen, alleen fluisterend, overleggen. Ze werken met hun liniaalstem. De groepsleerkracht bepaalt welke kinderen er in de hal kunnen werken. De criteria zijn of kinderen, buiten het zicht van de leerkracht, ook zelfstandig en geconcentreerd kunnen werken. Deze zijn afgeleid van de eisen die gelden voor de halpas sollicitatie van groep 3 t/m 8. Daarnaast zijn er in de onderbouw ook wisselende hoeken buiten het lokaal, de bibliotheek(leeshoek) is buiten het lokaal en de bouwhoek ook. De bouwhoek wordt regelmatig verandert n.a.v. het lopende thema. Halpas: We hebben (bij de deur) in de groepen een aantal halpassen hangen. De leerlingen die in de hal willen werken, mogen hierom vragen bij de groepsleerkracht. De criteria zijn of kinderen, buiten het zicht van de leerkracht, ook zelfstandig en geconcentreerd kunnen werken Als dit kan en mag, dan krijgen ze een halpas om. Zo wordt zichtbaar wie er in de hal werkt. Bij de plek in de hal werken de leerlingen stil en zelfstandig. De leerlingen zorgen zelf voor hun materiaal en de plek na het werken weer netjes achterlaten. De leerlingen hebben hiervoor mandjes waarin ze hun materialen kunnen verzamelen en mee nemen. In de onderbouw bepaalt de leerkracht of een leerling daar mag werken. 54

55 Workshop: In de groepen 1 en 2 werken we ook met workshops. Minstens 2 keer per week staat er op het lesrooster 'workshops' ingepland. Dit doen we tijdens taaktijd (spelen en werken). De leerkracht kijkt in het registratieprogramma van Onderbouwd welke leerlingen in de in-ontwikkeling- of in de plusgroep zitten. Aan de hand hiervan worden een aantal leerlingen ingepland en de overige plekken, tot maximaal 6 leerlingen, mogen door de leerlingen zelf gekozen worden. De workshop staat daarom op het digikeuzebord maar het doel van de workshop hangt ook op het bord. Stoplicht en uitgestelde aandacht: In de lokalen van groep 1 en 2 hangt ook het stoplicht. Deze stoplichten kunnen op groen, oranje of rood worden gezet. Wanneer het licht op groen staat, mogen de leerlingen en leerkracht op normale toon met elkaar communiceren, bij oranje spreken wij met onze liniaalstem (fluistertoon) en bij rood moeten de leerlingen stil zijn. Wanneer het verkeerslicht op rood staat, mogen de leerlingen de leerkracht en anderen niet storen. Tijdens het oranje verkeerslicht heeft de leerkracht tijd om specifieke instructie of oefeningen te geven/af te nemen. Leerlingen moeten in deze tijd hun klasgenoten (maatjes) vragen om hulp. Hier gelden dus dezelfde regels als bij de groepen 3 t/m 8. Het stoplicht wordt ook tijdens het eten en drinken ingezet. Tijdens het rode licht moeten de leerlingen eerst rustig eten en drinken, zonder te kletsen met hun klasgenoten. Hierbij maken we ook gebruik van de time-timer. De tijd die op de time timer staat, is de rusttijd waarin gegeten en gedronken wordt. Pas daarna kunnen we kletsen, een boek voorlezen of schooltv kijken. WC-ketting: In beide onderbouwgroepen hangt een wc ketting bij de deur. Een voor de meisjes en een voor de jongens. De kinderen dragen een ketting wanneer ze het toilet bezoeken. Zo kunnen de kinderen zelf zien of het toilet bezet is en hoeven ze ook niet te vragen. Dagkleuren: Maandag is rood - dinsdag is blauw - woensdag is oranje, donderdag is groen en vrijdag is geel. In de hele school wordt iedere schooldag van de week aangegeven met een vaste kleur. De kleuren hangen op het bord met daarop vermeld de dag en d.m.v. een magneetje voor de dag weet een kleuter welke dag het is. Deze kleuren structureren de schoolweek voor de kinderen, wat hen helpt een planning te kunnen maken. De dagkleuren worden dagelijks gebruikt bij de administratie van verschillende zaken. Zo geven we op de weektaak aan welke dag een werkje af is gemaakt met de kleur van de dag. Nakijken/zelfcorrigerend materiaal: Veel ontwikkelingsmateriaal waar de kleuters mee werken is zelfcorrigerend. Dit houdt in dat de kleuter na het maken van de opdracht, zelf kan nakijken/evalueren of de opdracht voldoende is uitgevoerd. Dagelijks kan er met het ontwikkelingsmateriaal gewerkt worden, individueel, in tweetallen of in groepjes. Wekelijks worden er nieuwe ontwikkelingsmaterialen aangeboden of worden er opdrachten toegevoegd aan materialen die al bekend zijn bij de kleuters. 55

56 6. Dalton in ontwikkeling: 6.1. Inleiding De eerste twee schooljaren na de fusie hebben we ons als team laten scholen om de basis te leggen voor onze eigen unieke daltonschool, passend bij de populatiekenmerken van onze doelgroep. Voortbouwend op deze basis hebben we een aantal ontwikkelpunten voor de komende vier jaren geformuleerd en uitgeschreven in de tijd Overzicht ontwikkelpunten. Op De Tweeklank werken we op verschillende niveaus aan de ontwikkelpunten. Deze ontwikkelpunten zijn veelal daltonkenmerken-overschrijdend. A. Leerlingniveau 1. Ontwikkelen van een leerlingportfolio, waarin leerlingen hun doelen beheren, hun eigen werk verzamelen, hierop reflecteren en hun resultaten kunnen presenteren aan leerkracht en ouders. 2. Individualisering van de weektaken vanaf groep 6. B. Groepsniveau 1. Ontwikkelen van een overzichtelijke datamuur, inclusief visie, missie en doelen van de groep. Dit geeft de leerlingen inzicht in de verwachtingen en maakt ze eigenaar van het (gezamenlijk) leerproces. Het leert de kinderen verantwoordelijkheid te voelen en te nemen voor klasgenoten. C. Schoolniveau 1. Leerlijnen uitwerken voor de vier hoofdvakken rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spelling. Leerkrachten kennen de leerlijnen van de eigen groep, de groep er voor en de groep erna. Leerlingen kunnen zelf aangeven welke doelen ze binnen de leerlijnen al of niet beheersen en weten waar ze naar toe moeten werken aan het einde van het schooljaar. Dit geeft inzicht in het leerproces 2. Beleidsplan talent in onderwijs integreren in de schoolpraktijk D. Teamniveau 1. Invoeren van een digitaal leerkrachtportfolio in MOOI, waarin leerkrachten zelf verantwoordelijk zijn voor hun persoonlijke en professionele ontwikkeling en reflecteren op hun leerkrachthandelen 2. Versterking van het leren van en met elkaar en het samenwerken: aanstellen van maatjes en inzet collegiale consultatie 3. Versterken van de kennis en vaardigheden voor het voorbereiden, uitvoeren en gebruik maken van de output van een kindgesprek 56

57 Vanuit de DOP-groepen en de doorontwikkeling van de kijkwijzer zijn per daltonkernwaarde concrete vervolgstappen geformuleerd, die tijdens elke daltonvergadering besproken, geëvalueerd of geborgd kunnen worden. April 2017: 1. Zelfstandigheid Op de taak wordt onderscheid gemaakt in nieuwe stof (doelen gehaald?), oefen- en automatiserings-taken, onderhoud en periodetaken. Er zijn geoormerkte werkplekken voor stil werken, samenwerken, instructie, en evt. computergebruik. 2. Effectiviteit Op de taak staat aangegeven voor welk vak voorafgaand aan het werken met de taak instructie wordt gegeven. --> dit gebeurt met een * Er zijn ook leerstofonderdelen, waarbij klassikaal lange termijn doelen gesteld worden (met kerst kan iedereen minimaal AVI 2 lezen; periodetaak?) --> De periodetaak/periodedoel 3. Vrijheid / verantwoordelijkheid Leerlingen stellen voor zichzelf lesdoelen op. Kinderen bepalen (tenminste bij een/enkele vakken) zelf of ze wel of niet aan een instructie deelnemen 4. Samenwerken Er wordt gebruik gemaakt van maatjes, een overzicht is zichtbaar in de klas. 5. Reflectie Op het bord staat aangegeven (voor wie) wanneer welke instructie gepland staat. Het is voor een leerling visueel zichtbaar wanneer er voor hem instructie is en wanneer hij zelfstandig kan werken. In iedere klas staat een nakijktafel. Leerlingen controleren of ze de lesstof begrijpen en beslissen of ze instructie nodig hebben, of door kunnen werken. 57

58 6.3 Daltonontwikkelplan A. 1 Ontwikkelen van een leerlingportfolio laten informeren over digitaal portfolio -format ontwikkelen (vorm en inhoud) - experimenteren met een aantal leerlingen per groep -LP krijgt plek in de gesprekkencyclus (structurele herziening oudergesprekken) A. 2 B. 1 Individualisering van de weektaken vanaf groep 6. Ontwikkelen van een overzichte-lijke datamuur, inclusief visie, missie en doelen van de groep.. -leerlingen leren zelf doelen te stellen voor het vak rekenen -Laten informeren over (on)mogelijkhe den groepsdatamu ur -leerlingen kennis laten maken met een PDCA-cyclus -idem voor TL en SP -borgen why, how, what datamuur -idem voor BL C. 1 C. 2 Leerlijnen uitwerken voor de vier hoofdvakken rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spelling. Beleidsplan talent in onderwijs integreren in - experimenteren in de groep Leerlijn rekenen voor groep 1 t/m 8 uitwerken en visueel maken voor de leerlingen t.b.v. portfolio -Vaststellen beleidsplan opgesteld juli 2017 Leerlijn Spelling en TL voor groep 1 t/m 8 uitwerken en visueel maken voor de leerlingen t.b.v. portfolio -Scholing breinleren Leerlijn BL voor groep 1 t/m 8 uitwerken en visueel maken voor de leerlingen t.b.v. portfolio -Uitvoeren 'Talent in onderwijs' -Uitvoeren 'Talent in onderwijs' 58

59 de schoolpraktijk -Koppeling leerlijn DVL van SLO borgen. -Uitvoeren 'Talent in onderwijs' C. 3 D. 1 D. 2 Ontwikkelen van een overzichtelijke datamuur, inclusief visie, missie en doelen van de school Invoeren van een digitaal leerkrachtportf olio in MOOI, Versterking van het leren van en met elkaar en het samenwerken: aanstellen van maatjes en inzet collegiale consultatie -Evaluatie en mogelijke aanpassingen in juni Muur IB ruimte inrichten met visie, missie, doelen, resultaten en inspiratie (1e half jaar) -Datamuurmeetings organiseren (2e half jaar) -Informeren van alle medewerkers. -Vastleggen gesprekkencyclus en inbreng en eigenaar-schap alle medewerkers -Maatje kiezen op basis van persoonlijke ontwikkelpunte n -CC binnen of buiten de school n.a.v. vooraf vastgesteld kijkdoel. Reflectie in het team brengen. -Datamuurmeetings organiseren -Uitvoeren gesprekkencyclus -Optimaliseren input medewerkers -Maatje kiezen op basis van persoonlijke ontwikkelpunt en -CC binnen of buiten de school n.a.v. vooraf vastgesteld kijkdoel. Reflectie in het team brengen. -Datamuurmeetings organiseren -Uitvoeren gesprekkencyclus -Optimaliseren input medewerkers -Maatje kiezen op basis van persoonlijke ontwikkelpunt en -CC binnen of buiten de school n.a.v. vooraf vastgesteld kijkdoel. Reflectie in het team brengen. -Datamuurmeetings organiseren -Uitvoeren gesprekkencyclus -Optimaliseren input medewerkers -Maatje kiezen op basis van persoonlijke ontwikkelpunt en -CC binnen of buiten de school n.a.v. vooraf vastgesteld kijkdoel. Reflectie in het team brengen. D. 3 Versterken van de kennis en vaardigheden voor het -Scholing kindgesprek- 59

60 voorbereiden, uitvoeren en gebruik maken van de output van een kindgesprek ken door Christine Brons -Structuur kindgesprekken vastleggen In november 2017 staat de visitatie van de Nederlandse Daltonvereniging gepland onder leiding van Sandy Sibbald ( ). Naar aanleiding van de resultaten van de visitatie zal het ontwikkelplan aangepast kunnen worden. 60

61 7. Bijlagen: 7.1. Rapport ik-doelen portfoliobladen groep 1/2 en groep 3 t/m 8; 7.2. Brief sollicitatie halpas; 7.3 Reflectiekaarten; 7.4 Weektaken groep 3 t/m 8; 7.5 POP-gesprek formulieren; 7.6 Documenten leerlingenraad; 7.7 Kijkwijzer De Tweeklank. 61

62 GROEP 1/2 Rapport 1/2 schooljaar 201 /201 Rapport van mijzelf vaak soms nooit Ik kan zelf een werkje kiezen Ik kan zonder hulp aan het werk Ik kan met anderen samenwerken Ik vind het leuk om te werken Ik doe goed mijn best Ik kan anderen helpen Ik kan netjes werken Ik kan vertellen waarmee ik gewerkt heb Dit vind ik het leukst op school: Handtekening: 62

63 GROEP 3/4/5/6/7/8 Rapport 1/2 Schooljaar: 201 /201 Rapport van mijzelf nooit soms vaak altijd Ik heb zin om te werken Ik doe goed mijn best Ik kleur mijn weektaak goed af Ik plan mijn werk goed in Ik kan met anderen samenwerken Ik werk graag alleen Ik kan zelfstandig werken Ik help anderen Ik vraag hulp aan anderen Ik kijk mijn werk goed na Ik ga netjes met de spullen om Ik maak gebruik van mijn halpas Ik maak goede keuzes in het wel of niet meedoen aan een workshop Ik kan goed reflecteren Dit vind ik het leukst op school: Handtekening: 63

64 Belangrijk nieuws! In onze daltonschool hebben we mooie werkplekken gemaakt in de gemeenschapsruimte en in de hal. Het zijn plekken waar je zelfstandig je werk mag maken. Dit noemen we de stilteplekken. Ook zijn er plekken, waar je samen aan een opdracht kunt werken. Dit zijn de fluisterplekken. Deze plekken zijn niet bedoeld om de klas te ontvluchten, maar om je al heel vroeg te leren hoe je zelfstandig kunt werken, hoe je om kunt gaan met de geboden vrijheid, hoe je zonder een juf ook fijn kunt samenwerken in een groepje. Door te werken op de stilteplekken en fluisterplekken geven we jou de verantwoordelijkheid voor hoe jij daar mee om gaat. Wat moet je kunnen om op deze plekken te mogen werken? Als jij denkt dat je op een stilteplek kunt werken, dan zie ik dit: Ik kan rustig mijn mandje pakken, vullen en naar de plek lopen. Ik ben stil aan het werk Ik kan zelfstandig met mijn taak bezig zijn. Ik blijf op mijn plaats zitten Ik laat mijn plek weer opgeruimd achter, zodat een ander ook een schone werkplek heeft. Als jij denkt dat je op een fluisterplek kunt werken, dan zie ik dit: Ik kan rustig mijn mandje pakken, vullen en naar de plek lopen. Ik gebruik mijn liniaalstem om te overleggen. Ik overleg in mijn eigen groepje Ik blijf op mijn plaats zitten Ik laat mijn plek weer opgeruimd achter, zodat een ander ook een schone werkplek heeft. Dit ga je natuurlijk eerst oefenen in je groep. De juf kijkt of je je in de groep aan deze regels kunt houden. Als je denkt dat je het al goed hebt geoefend en goed kunt uitvoeren, mag je aan de juf vragen of ik eens met je wil praten over het werken buiten de klas. Jij mag dan vertellen, waarom jij een halpas zou kunnen krijgen. Het zou gaaf zijn, wanneer ik volgende week al een aantal kinderen een halpas kan geven!! En wat als het even niet goed gaat tijdens het werken op deze plekken.? Dan krijg je een waarschuwing van één van de juffen van De Tweeklank. Dat houdt in dat je terug gaat naar de klas. Je mag het de volgende dag opnieuw proberen. Als het nogmaals mis gaat, wordt je pas ingenomen en zul je opnieuw moeten solliciteren bij mij. Ik wens jullie heel veel succes en plezier bij het oefenen en hopelijk tot gauw! Groetjes van de directie van De Tweeklank. 64

65 Hoofdvraag: Heb ik taakgericht aan de opdrachten van de weektaak gewerkt? Hoofdvraag: Hoe heb ik deze week gewerkt? Tussenvraag: zelfstandigheid Tussenvraag: reflectie Welke taken doe ik het liefst? Heb ik fouten gemaakt? Wat heb ik van deze fouten geleerd? Tussenvraag: zelfstandigheid Tussenvraag: reflectie Welke taken stel ik (vaak) uit? Wat vind ik ervan dat ik steeds tegen die uitgestelde taken aan zit te kijken? Heb ik behoefte aan meer uitdaging? Hoe zou ik uitgedaagd willen worden? Tussenvraag: zelfstandigheid Tussenvraag: reflectie Ben ik problemen tegengekomen? Hoe heb ik deze problemen opgelost? Wat ging er heel erg goed? Waar ben ik trots op? zelfstandigheid reflectie 65

66 Hoofdvraag: Gedraag ik me verantwoordelijk in de groep? Hoofdvraag: Kan ik met een of meerdere leerlingen samenwerken? Tussenvraag: verantwoordelijkheid Hoe ben ik omgegaan met de materialen in het lokaal? Tussenvraag: samenwerken Heb ik meer hulp gevraagd of meer hulp gegeven? Tussenvraag: verantwoordelijkheid Hoe ben ik omgegaan met mijn klasgenoten en juf/meester? Tussenvraag: samenwerken Helpt het samenwerken mij, of juist niet? Tussenvraag: verantwoordelijkheid Welke regels vind ik nog moeilijk? Met welke regels heb ik niet veel moeite? Tussenvraag: samenwerken Durf ik om hulp te vragen als dit nodig is? Aan welke regel moet ik nog werken? verantwoordelijkheid samenwerken 66

67 Hoofdvraag: Hoofdvraag: Ben ik effectief met mijn tijd en mijn taak omgegaan? Tussenvraag: effectiviteit Tussenvraag: Heb ik serieus gewerkt of ging er veel tijd verloren? Waaraan ging tijd verloren? Tussenvraag: effectiviteit Tussenvraag: Is mijn weektaak goed gepland? Werk ik de weektaak dagelijks bij? Tussenvraag: effectiviteit Tussenvraag: Heb ik verstandige keuzes gemaakt? - makkelijke/moeilijke taken - welke taak eerst - tijdsplanning effectiviteit 67

68 weektaak van: groep: 3 klassendienst: melody en deylano S C H R IJ V E N R E K E N E N T A A L doel doel behaald? dag A-stof materiaal en instructiemomenten ik leer de letter r schrijven ma blz: 14 ik leer de v schrijven di blz: 18 ik oefen de letter k in een woord woe blz: 5 ik leer de letter s schrijven do blz: 8 ik leer turven ik kan tellen tot 10 ik kan de gatellen t/m 12 op de getallenlijn zetten ik kan hoeveelheden herkennen op de vingers ma blz: di blz: woe blz: do blz: ik oefen de doelen van de afgelopen week vrij blz: ik kan woorden maken met de woordendoos ma wb: 8 ik leer het woord vis en de letter v di wb: 9, 10 en 11 ik oefen met de woorden waar de v in zit woe wb: 12 B-stof keuzemateriaal ik leer de letter i ik vertel het ankerverhaal na ik luister de middelste klank uit ik leer het woord sok ik leer de letter s do wb: 13, 14 en 15 vrij wb: 16, 17 en 18 ik leer vlot lezen en schrijven. letterzetter ik leer vlot lezen en schrijven. ringboekje

69 engels tekenen doel doel behaald? dag A-stof B-stof keuzemateriaal ik oefen met de engelse woorden rond het thema dieren in de jungle ik maak iets voor het afscheid van juf Julian vrij di gym ik kom in beweging di handvaardigheid ik knutsel een kleurrijke vis do wereldoriëntatie ma periodetaak doel materiaal/oefening dag toetsmethode tijd behaald ik kan de getallen t/m 12 vlot herkennen rekenwerkbladen (methode en extra bladen) rekentoets blok 1 3 weken reflectie bijzonderheden deze week: dit ging deze week goed. dit vond ik nog lastig. - vrijdag neemt juf julian afscheid - juf marlon is er de hele week 69

70 Weektaak van: Groep Klassendienst: Hugo en Maximus september 2017 S P E L L I N G R E K E N E N T A A L B S L Doel Doel behaald? Dag A-stof Materiaal en instructiemomenten B-stof Keuzemateriaal Ik leer woorden als wolk en berg Ma Thema 1 week 3 les 9 basispoort Ik leer woorden als wolk en berg Di Thema 1 week 3 les 10 Ik leer woorden als wolk en berg Do Thema 1 week 3 les 11 Ik leer woorden als wolk en berg Vrij Thema 1 week 3 les 12 Ik leer woorden als wolk en berg werkblad spelling Ik kan getallen t/m 100 vinden op de getallenlijn. Ik kan werken met een plattegrond en hoogtegetallen noteren. Ik zoek aanzichten bij elkaar. Di Blok 1 les 11 blz 22,23 Ik kan + en geldsommen t/m 20. Ik kan splitsen t/m 20. Ik werk met plattegronden en hoogtegetallen. Ik weet welke vorm bij welke uitslag hoort. Ma Blok 1 les 10 blz 20, 21 Basispoort rekenen en tafels Wo Blok 1 les 13 blz 24, 25 rekenspel Do Blok 1 les 12 (toets) blz 2,3 Vrij Blok 1 les 14,15 blz Ik oefen + en sommen t/m 20 Werkblad rekenen Ik leer 12 nieuwe woorden. Ik lees. Ma Thema 1 week 3 les 11 Stillezen Ik leer wat een woordspin is. Di Thema 1 week 3 les 12 Ik schrijf over mijzelf Woe Thema 1 week 3 les 13 Ik oefen voor de toets Do Thema 1 week 3 les 14 Ik maak de toets en beheers de doelen van thema 1 Vrij Thema 1 week 3 les 15 toets Ik leer het alfabet Werkblad taal Ik weet wat begrijpend lezen is Ma Les 1a Ik weet wat begrijpend lezen is Do Les 1 b taalspel 70

71 Doel Doel behaald? Dag A-stof Materiaal Wereldoriëntatie woe Schrijven Ik oefen de hoofdletter C ma Blz 5 Ik oefen de hoofdletter D do Blz 6 Gym Ik kom in beweging di Verkeer Ik leer over verkeerssituaties ma Hava Ik ben creatief bezig do ananas B-stof Keuzemateriaal Periodetaak Doel Materiaal/oefening Toetsmethode Tijd Behaald Reflectie Bijzonderheden deze week: Wat ging goed? Ik kan Maandag: Schoolfotograaf Ik kan Dinsdag: Prinsjesdag Wat ging niet Ik moet nog oefenen Woensdag: kennismakingsavond goed? Ik moet nog oefenen Heb ik mijn doelen behaald? Waar wil ik nog aan werken? En hoe? 71

72 Weektaak van: Groep: 5 Klassendienst: Hugo en Nathanya 11 t/m 15 september 2017 Doel Doel behaald? Dag A-stof Materiaal en instructiemomenten Paraaf B-stof Keuzemateriaal Di *Thema 1 week 1 les 1 basispoort S P E L L I N G Ik leer woorden schrijven met een ng Ik oefen de jager en bakker-woorden Ik leer woorden schrijven met een nk Ik oefen de jager en bakker-woorden Les 2 (instructie of zelfstandig werken, zie bord) Don *Thema 1 week 1 les 3 Les 4 (instructie of zelfstandig werken, zie bord) Ik schrijf de woorden van de week over Woorden van de week Ik oefen met de woorden met -ng Kopie bij les 2 Ik oefen de woorden met -nk Kopie bij les 4 R E K E N E N T A A L B S L Ik oefen de tafels van 3 en 6. Ik oefen met deel-en keersommen Ik ga spiegelbeelden tekenen. Ik oefen met plus-en minsommen Ma Blok 1 les 6, gele boek (lb) 4 op een rij Blok 1 les 7, ob en wb rekenrace Woe *Blok 1 les 8, gele boek (lb) Basispoort rekenen Tafels oefenen Blok 1 les 9, ob en wb Ik werk aan de doelen van les 6 t/m 9 Blok 1 les 10, ob en wb Ik oefen de tafels tafelwerkblad Ik oefen de doelen uit les 1 t/m 4 Ma *thema 1 week 1 les 5 wb Stillezen Gynzy Di *thema 1 week 2, les 6a en b lb Ik leer de betekenis van de twaalf themawoorden Ik lees zinnen langer te maken Woe *thema 1 week 2, les 7 lb Don *thema 1 week 2, les 8 wb Je leert hoe je een uitleg bij een spel kunt schrijven Ik oefen met het vinden van werkwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden Kopie bij les 4 Ik oefen het langer maken van zinnen Kopie bij les 7 Ik oefen met de strategie: Waarom lees ik Di Blok 1 week 1 les 1 de tekst? Ik ga de 7 leesstrategieën toepassen Do *blok 1 week 1 les 2 72

73 Wereldoriëntatie geschiedenis Technisch lezen of Stillezen Doel Doel behaald? Dag A-stof Materiaal en instructiemomenten Ik leer dat bijna iedereen in de middeleeuwen christen was, dat het geloof een grote rol speelde en dat de kerk veel macht had. Ik leer hoe het dagelijks leven was in de steden in de tijd van steden en staten. B-stof Keuzemateriaal Ma Les 3 Lezen in het bronnenboek Do Les 4 Ik leer vloeiend en vlot lezen. -- Stillezen Ik krijg plezier in het lezen Woe *Racelezen Schrijven Ik leer netjes aan elkaar schrijven Ma *Blz 1 Gym Ik kom in beweging Di Gymzaal Hava Ik ben creatief bezig Vrij Periodetaak Doel Materiaal/oefening Toets Tijd Behaald We beginnen binnenkort met een periodetaak Reflectie Bijzonderheden deze week: Wat ging goed? Ik kan Ik kan *juf Julian neemt vrijdag afscheid Wat ging niet goed? Ik moet nog oefenen Heb ik mijn doelen behaald? Ik moet nog oefenen *Zaterdag de 16 e is Jochem jarig! Waar wil ik nog aan werken? En hoe? 73

74 Weektaak van: Groep: 6 Klassendienst: Gijs en Madee 11 t/m 15 september 2017 Doel Doel behaald? Dag A-stof Materiaal en instructiemomenten Paraaf B-stof Keuzemateriaal Ma *Thema 1 week 1 les 1 basispoort S P E L L I N G Ik leer woorden schrijven met een ng Ik oefen de samengestelde woorden als hijskraan Ik leer woorden schrijven met een nk Ik oefen de ng woorden Les 2 (instructie of zelfstandig werken, zie bord) Woe *Thema 1 week 1 les 3 Les 4 (instructie of zelfstandig werken, zie bord) Ik schrijf de woorden vqn de week over Woorden van de week Ik oefen met de woorden met -ng Kopie bij les 2 Ik oefen de woorden met -nk Kopie bij les 4 R E K E N E N Ik oefen optellen in het HTE-schema Ik vermenigvuldig handig met de verdeelregel Ik oefen met het tellen in sprongen Ik kan getallen plaatsen t/m Ik ga hoofdrekenen met mooie getallen t/m 1000 Ik ga delen zonder rest t/m 100 Blok 1 les 5, ob en wb 4 op een rij Di *Blok 1 les 6, gele boek (lb) Tafels oefenen Blok 1 les 7, ob en wb Ik ga twee geldbedragen bij elkaar optellen ik ga begrippen als de helft, een derde een kwart en een vierde toepassen. Do *Blok 1 les 8, gele boek (lb) Blok 1 les 9, ob en wb Ik oefen de tafels tafelwerkblad T A A L Ik leer de betekenis van de twaalf themawoorden Ma *thema 1 week 2, les 6a en b lb Stillezen Gynzy Ik leer wat de persoonsvorm is Di *thema 1 week 2, les 7 lb Ik leer hoe je een persoonlijke brief schrijft. Woe *thema 1 week 2, les 8 wb Ik leer wanneer ik een dubbele punt in een zin Don *thema 1 week 2,les 9 s.ik leer verschillende woordsoorten benoemen in een zin Kopie bij les 2 Ik oefen het vinden van de persoonsvorm Kopie bij les 7 B S L Ik oefen met de strategie: Waarom lees ik de tekst? Di Blok 1 week 1 les 1 Ik ga de 7 leesstrategieën toepassen Do *blok 1 week 1 les 2 74

75 Wereldoriëntatie geschiedenis Technisch lezen of Stillezen Doel Doel behaald? Dag A-stof Materiaal en instructiemomenten Ik leer dat bijna iedereen in de middeleeuwen christen was, dat het geloof een grote rol speelde en dat de kerk veel macht had. Ik leer hoe het dagelijks leven was in de steden in de tijd van steden en staten. B-stof Keuzemateriaal Ma Les 3 Lezen in het bronnenboek Do Les 4 Ik leer vloeiend en vlot lezen. -- Stillezen Ik krijg plezier in het lezen Woe *Racelezen Schrijven Ik leer netjes aan elkaar schrijven Ma *Blz 1 Gym Ik kom in beweging Di Gymzaal Hava Ik ben creatief bezig Vrij Periodetaak Doel Materiaal/oefening Toets Tijd Behaald We beginnen binnenkort met een periodetaak Reflectie Bijzonderheden deze week: Wat ging goed? Ik kan Ik kan *juf Julian neemt vrijdag afscheid Wat ging niet goed? Ik moet nog oefenen Heb ik mijn doelen behaald? Waar wil ik nog aan werken? En hoe? Ik moet nog oefenen *Zaterdag de 16 e is Jochem jarig! 75

76 Weektaak van: sept 2017 Groep 7 Klassendienst: Camila en Liz S P E L L I N G R E K E N E N T A A L B S L Doel Doel behaald? Dag A-stof Materiaal en instructiemomenten B-stof Keuzemateriaal Ik leer de woorden met s Wo *Thema 1 les 5 Ambrasoft/taal/woorden Squla/spelling Ik pas de woorden met s toe Do Thema les 6 Ik leer werkwoorden met s/z en f/v Vrij * Thema 1 les 7 Plusblad thema 1 Ik pas de werkwoorden met s/z en f/v toe Ma Thema 1 les 8 Werkblad bij les 2 Woorden van de week Paraaf Werkwoordschema Paraaf Werkblad bij les 4 Wo *Blok 1 Les 8 LB Squla/rekenen Ik leer percentages aflezen en inkleuren in een cirkeldiagram Ik kan percentages aflezen en inkleuren in een Do Blok 1 les 9 OB cirkeldiagram Ik leer eenvoudige breuken aflezen Vrij Blok 1 les 10 WB Ik leer kubieke meter uitrekenen en inhoud Ma *Blok 1 les 11 LB bepalen Ik kan het geleerde toepassen Di Blok 1 les 12 Toets Tafels oefenen Werkboek oefenen blok 1 Paraaf Ik breid mijn woordenschat uit Wo *Thema 1 Les 6a/b -Themawoorden (thema 1) Ik leer het onderwerp en de persoonsvorm Do *Thema 1 les 7 oefenen Vrij xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx (i.v.m. afscheid juf Julian) Ik leer leestekens toepassen Ma *Thema 1 les 9 Ik pas het geleerde toe Di Thema 1 les 10 Werkblad bij les 2 Werkblad bij les 4 Strategie Do *Blok Start, les 2 Ma *Blok 1 week 1 les 1 Paraaf Cito Taak 1 De zeven strategieën toepassen Di Cito taak 2 Paraaf Paraaf 76

77 Doel Doel behaald? Dag A-stof Materiaal en instructiemomenten B-stof Keuzemateriaal Topografie Start Europa Vrij Planning bespreken Topomasters, start Europa Wereldoriëntatie Binnenste Buiten Puur Natuur Do Thema 1 les 1: Dood of levend? Binnenstebuiten, bronnenboek lezen/ bekijken Techniek en Burgerschap Technisch lezen Ik kan een discussie voeren en daarbij de basisregels toepassen Woe Basisregels discussie bespreken Ik leer vloeiend en vlot Wo *DMT oefenen, race lezen DMT lezen lezen. Stillezen Ik krijg plezier in het lezen Do Stillezen Dobbellezen Vrij Stillezen Leesmoeilijkheden van avi M7 Ma Stillezen toepassen Di Stillezen Verkeer Ik leer de voorrangsregels Ma Thema Voorrang, Les 2 Gym Ik kom in beweging Korfbal Engels Ik leer de Engelse taal Ma *Song 1: Les 1 Niveau B Worksheets Hava Ik ben creatief bezig Vr * Periodetaak Doel Materiaal/oefening Toetsmethode Tijd Behaald Reflectie Bijzonderheden deze week: Wat ging goed? Ik kan Vrijdag afscheid van Juf Julian. Ik kan Wat ging niet goed? Ik moet nog oefenen Heb ik mijn doelen behaald? Ik moet nog oefenen Maandag komt de schoolfotograaf. Waar wil ik nog aan werken? En hoe? Fijne week allemaal! 77

78 Weektaak van: Groep: 8 Klassendienst: Elin & Roos september 2017 Doel Doel behaald? Dag A-stof Materiaal en instructiemomenten Paraaf lkr B-stof Keuzemateriaal S Ik leer Engelse en Franse leenwoorden Ma *Thema 1 week 2 les 5 Leren woorden P schrijven. Zoals: team en chauffeur. Di Les 6 thema 1 E L Ik leer het volt.dw schrijven van Woe *Les 7 Woordzoeker L andere klank ww. Zoals: riep en Do Les 8 C-woorden. I geroepen. N G Ik automatiseer de themawoorden Overschrijven thema 1 week 2 2 keer. (In je WP-schrift.) Ik kan de geleerde strategieën toepassen van week 2. Werkbladen les 6 en 8 (Let op instructieaanbod.) R E K E N E N T A A L Ik kan sommen op een rekenmachine Ma *Blok 12 instaptoets Gynzy oplossen en ik kan breuken omzetten Di n.a.v. toetsdoelen, in overleg met juf. Rekenen, in kommagetallen en omgekeerd. Woe idem dito. 24-game Ik leer +, -, X en : sommen in een Do *Blok 1 les 1 24-game context op te lossen. Vrij Blok 1 les 2 schaken Ik automatiseer de tafels 24-game 15 minuten met een maatje. Ik leer en oefen de themawoorden. Ma *Thema 1 week 1 les 1 a/b Oefenen woordenschat Ik leer redekundig ontleden. Di *Les 2 Opstel: Ik leer een betoog schrijven en Woe *Les 3 Eigen keuze communicatieregels. Ik leer contaminatie herkennen. Do *Les 4 B S L Ik oefen met de lesdoelen van les 6 Vrij *Les 5 t/m 9 en ik leer mij inschrijven voor workshops. Ik kan de geleerde strategieën toepassen van week 2. Werkbladen les 2 en 4 (Let op instructieaanbod.) Ik herhaal en oefen de themawoorden van week 1. Woordspel week 1: in je werkboek. Ik oefen met gemengde opgaven. Ma *Cito hulpboek taak: 1A Ik herhaal alle strategieën Di *Blok 1 les 1 Ik herhaal alle strategieën Do Blok 1 les 2 Weektaak regulier 78

79 Doel Doel behaald? Dag A-stof Materiaal en instructiemomenten Paraaf lkr B-stof Keuzemateriaal Wereld- Ik leer hoe bomen zich voortplanten en ik bekijk Woe Thema 7.3: Seks enzo! Les 2 Oefenen topomasters oriëntatie. hoe planten en dieren elkaar nodig hebben bij de voortplanting. Do Les 2 afmaken Oefenen topomasters Lezen Ik krijg plezier in het lezen Ma Lezen in een strip Stillezen en ik leer vloeiend en vlot Di Lezen in een (avi) boek. Stillezen Engels Verkeer te lezen. Woe Lezen in een strip. Dobbellezen Ik leer begroeten en dag zeggen, - vragen en vertellen wat er aan de hand is - iemand geruststellen - een oproep voor een wedstrijd begrijpen - vragen en vertellen hoe laat het is - vragen en vertellen hoe laat iets begint of afgelopen is. Ik leer de voorrangsregels op een voorrangskruispunt. Do Lezen in een (avi) boek. Ma Bordles: Song 1: Owl City & Carly Rae Jepsen. Ma Gym Di Gym bij het Aahoes Hava Ik ben creatief bezig Vrij Verjaardagskalender Mandala naar keuze Periodetaak Doel Materiaal/oefening Toetsmethode Tijd Behaald Voor het woordendictee van thema 1 proberen we een groepsgemiddelde te halen van 80 % goed! Spellingsschrift en workshops Woordendictee 3 weken Reflectie Bijzonderheden deze week: Wat ging goed? Ik kan Vrijdag: afscheid van juf Julian. Ik kan Wat ging niet goed? Ik moet nog oefenen Ik moet nog oefenen Heb ik mijn doelen behaald? Waar wil ik nog aan werken? En hoe? 79

80 Persoonlijk Ontwikkelings Plan groep 8 Naam + leeftijd: Cito Entree percentiel: Heb je al een voorkeur voor een voortgezet onderwijs school? Waar komt jouw voorkeur vandaan? Gekeken naar het percentiel van de Entreetoets en de andere toetsen, lukt het je dan om naar de school te gaan van jouw keuze? Wat zou je komend schooljaar willen verbeteren of naast de gewone stof willen leren? Wat zijn jouw aandachtspunten? Je kunt denken aan een bepaald vak, werkhouding, sociaal, enz. Kort gezegd: wat is je doel en wat/wie heb je erbij nodig om dit te behalen? Waar ben je goed in, volgens jou, op school?

81 We hopen allemaal op een fijn schooljaar waarin we veel leren, herinneringen maken en een groep zijn. Hoe ga jij helpen dit schooljaar om dit te bereiken? Wat verwacht je van aankomend schooljaar in groep 8? Wil je nog iets toevoegen of bespreken tijdens het gesprek wat niet gevraagd is? Schrijf dat hieronder op. Bedankt voor het invullen van het formulier. Het formulier heeft je hopelijk een stukje bewust gemaakt, aan de start van een bijzonder jaar. Dit formulier bespreek je met juf tijdens het ambitiegesprek (popgesprek). Veel succes en veel plezier! 81

82 Verslag ambitiegesprek (popgesprek) groep 8 Van: Datum: Gesprek met: Welke doelen stel je voor jezelf op n.a.v. het persoonlijk ontwikkelingsplan en dit gesprek? Doelen op vakgebied: Doelen overig: Gemaakte afspraken tijdens het gesprek tussen de leerkracht en jou: Voorkeur voor een weektaak: minimaal regulier verdiepend vakgerelateerd: Overige zaken die genoemd zijn en belangrijk waren tijdens het gesprek: 82

83 Reglement van de leerlingenraad van De Tweeklank Opgemaakt en vastgesteld in November 2016 Door de Leerlingenraad De Tweeklank en de Directie De Tweeklank Waarom is de leerlingenraad belangrijk? Op De Tweeklank vinden we het belangrijk dat kinderen meedenken met de leerkrachten om het plezier zoveel mogelijk te vergroten en de voorwaarden om goed te kunnen leren te optimaliseren. Kinderen weten het beste wat ze zelf willen. Ze kunnen heel goed aangeven wat er beter kan op school. Kinderen hebben zelf veel goede ideeën. Zij kunnen meebeslissen over verschillende onderwerpen, zoals de inrichting van het schoolplein, de manier van omgaan met elkaar of de inhoud van verschillende vieringen op school. Hoe werkt de leerlingenraad van De Tweeklank? De leerlingenraad wordt gekozen door de kinderen uit groep 5 t/m 8. Leerlingen kunnen zich kandidaat stellen. Volgens een vastgestelde procedure worden jaarlijks verkiezingen gehouden. Je kunt maximaal twee jaar zitting hebben in de leerlingenraad. Daarna kun je niet herkozen worden. We vergaderen elke eerste week van de maand. Er is een voorzitter en een secretaris. De voorzitter en de secretaris zijn leerlingen uit groep 7 of 8. Tijdens een vergadering spreekt de leerlingenraad gespreksregels af. Iedereen komt aan de beurt om zijn of haar mening te geven. Daar zorgt de voorzitter voor. We laten elkaar uitpraten. Het is goed om te discussiëren met elkaar. We brengen goede argumenten in. We vertegenwoordigen alle kinderen van de school, dus we praten niet alleen voor onszelf. We mogen elkaars ideeën gebruiken. De secretaris maakt verslag van elke vergadering. Na elke vergadering komt er ook een stukje in Klankbord! Wat doet onze leerlingenraad? De leerlingenraad draagt bij aan de leukere school. De leden van de leerlingenraad praten over school met alle leerlingen. Ze vergaderen in de eigen groep over alledaagse zaken en verzamelen ideeën, die uitvoerbaar en realistisch zijn. Jaarplanning De ideeën waar de leerlingenraad in dit schooljaar over willen nadenken en willen realiseren zijn: 83

84 Datum Onderwerp Opmerkingen November 2017 December 2017 Januari 2018 Februari 2018 Maart 2018 April 2018 Mei 2018 Juni

85 De leerlingenraad groep 5 t/m 8. Op De Tweeklank vinden we het belangrijk dat leerlingen meedenken over hoe het gaat op school. Jullie weten als ervaringsdeskundigen als geen ander wat goed gaat binnen de school en wat beter of anders kan. Te denken valt aan de inrichting van de schoolomgeving, leerlingentevredenheidspeiling, de keuzes voor schoolreisjes, de inhoud van diverse feestelijke activiteiten en de uitvoering van bijvoorbeeld het antipestprotocol. Daarnaast zijn jullie de creatieve denkers, die nieuwe ideeën kunnen bedenken, waardoor de kwaliteit van het naar school gaan wordt vergroot. Om al die ervaringen en ideeën niet verloren te laten gaan, stellen we op De Tweeklank een leerlingenraad in. Wat doet de leerlingenraad? -Maandelijks wordt er onder schooltijd vergaderd; -Ideeën worden voorgelegd, beargumenteerd, er wordt over gediscussieerd en er worden voorstellen aan het schoolteam gedaan; -Besluiten en voorstellen worden overlegd met de directeur/daco; -Besluiten en voorstellen worden gedeeld in de eigen groep; -Er komt periodiek een verslag op de website te staan en in de nieuwsbrief. Wat moet je kunnen om lid te zijn van de leerlingenraad? -Je kunt de mening van een groot aantal leerlingen uit je groep verwoorden; -Je kunt je standpunten beargumenteren; -Je kunt luisteren naar de argumenten van anderen; -Je kunt verhelderende vragen stellen; -Je kunt samen met anderen werken aan een oplossing voor een ingebracht probleem. Enthousiast geworden???! Hoe kun je lid worden van de leerlingenraad? Om lid te worden van de leerlingenraad moet je gekozen worden door je groep. We gaan verkiezingen houden, zoals er ook landelijke verkiezingen worden gehouden in de politiek. We beginnen met een campagne: jij maakt duidelijk aan je groep door middel van een brief, die je voorleest, of een korte presentatie over jezelf, waarom jij de geschikte persoon bent, die jouw groep kan vertegenwoordigen in de leerlingenraad. Je kunt bijvoorbeeld vertellen, dat je vaak goede ideeën hebt of dat je iemand kunt overtuigen van je standpunt. Na de campagne volgen de verkiezingen. Alle leerlingen uit de groep mogen hun stem uitbrengen op het stembiljet. Dit gebeurt anoniem. De leerkracht telt de stemmen en maakt de winnaars bekend. Uit elke groep worden twee leerlingen gekozen. Het liefst een jongen en een meisje. 85

86 Zodra de leden van de leerlingenraad bekend zijn, worden ze uitgenodigd door de directeur en/of de Daltoncoördinator voor de eerste vergadering. In de eerste vergadering wordt het reglement (het geheel van afspraken en regels van de leerlingenraad) besproken en wordt er een voorzitter en notulist gekozen. Dit zijn leerlingen uit groep 7 of 8. Hieronder staan alle acties vermeld met tijdpad: Wat? Hoe? Wanneer? Informeren in groep Informatie leerkracht September Kandidaatstelling leerling Melden bij leerkracht September Presenteren aan eigen groep Campagne voeren Oktober Verkiezing lid leerlingenraad Stembiljet (anoniem) Oktober Start leerlingenraad Eerste vergadering Na de herfstvakantie We wensen jullie veel succes met de voorbereidingen en hopen binnenkort de eerste leerlingen voor de leerlingenraad te mogen installeren! Team De Tweeklank 86

87 Notulen leerlingenraad schooljaar Datum Verslag November 2017 December 2017 Januari 2018 Februari 2018 Maart 2018 April 2018 Mei 2018 Juni

88 Kijkwijzer Maart, 2016 versie 2.0 De onderstaande kijkwijzer is tot stand gekomen n.a.v. de teamscholing dalton, schooljaar & Groep: datum: leerkracht: Zelfstandigheid: Opmerkingen: DAGKLEUREN Dagkleuren zijn zichtbaar in de klas. De leerlingen gebruiken de dagkleuren systematisch voor het plannen van de taak of schrijven in de bovenbouw de letters van de dag in de weektaak. De leerlingen gebruiken de dagkleuren systematisch voor het afkleuren van de taak. DE RUIMTE Er is een instructietafel en het gebruik hiervan is duidelijk bij de leerlingen. Er zijn verschillende werkplekken: zelfstandig werken, stilteplek, fluisterplek, enz. Kinderen kiezen zelf hun werkplek kiezen binnen en of buiten het lokaal m.b.v. een halpas. Kinderen mogen zelf hulpmiddelen pakken en kunnen hier zelfstandig mee om gaan. Kinderen kunnen vertellen waarom ze hun tijd zelf in mogen delen of werkplek mogen kiezen. Als er in de hal te hard wordt gepraat stuurt elke voorbijkomende leerkracht de betreffende leerling terug naar de klas, zonder waarschuwing. De klassenmaterialen zijn makkelijk bereikbaar voor de leerlingen. De instructie/regels passend bij de lesdoelen/vakken zijn zichtbaar in de klas. In iedere klas is de periodetaak zichtbaar. 88

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren?

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren? Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren? w 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 1 X 2 X X 3 X X X 4 X X X X 5 X X X X X 6 X X X X X X 7 X X X X X X X 8 X X X X X X X X ö 1. D e n k e n D e

Nadere informatie

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Coöperatief leren is een onderwijsleersituatie waarin de leerlingen in kleine groepen op een gestructureerde manier samenwerken aan een leertaak met een gezamenlijk

Nadere informatie

BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN

BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN 15 BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN De zeventien activerende werkvormen uit Coöperatief leren in het basisonderwijs (CPS: M. Förrer, B. Kenter en S. Veenman). Voor een nadere uitwerking verwijzen we naar

Nadere informatie

Tijdens de vergadering van

Tijdens de vergadering van BAS: Samenwerken Coöperatief leren Versie Versie 2 opgesteld door Erik Datum 31 augustus 2015 Documenteigenaar Borging vastgesteld in het team Teamleden Initiatief planning Tijdens de vergadering van Ria

Nadere informatie

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN 1 2 3 4 5 A Samen werken (spelen) Hierbij is het samenwerken nog vooral doel en nog geen middel. Er is nog geen sprake van taakdifferentiatie. De taak ligt vooraf

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

WAT IS DALTONONDERWIJS?

WAT IS DALTONONDERWIJS? WESTERKIM EN DALTON DALTONONDERWIJS Westerkim vindt het belangrijk rekening te houden met de mogelijkheden van het kind en de verschillen tussen kinderen. Aandacht voor ieder kind, zelfstandigheidsbevordering,

Nadere informatie

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Vijf basiskenmerken van coöperatief leren: 1. Positieve wederzijdse verantwoordelijkheid. De leerlingen moeten het gevoel hebben elkaar nodig

Nadere informatie

Daltonlijn. Verantwoordelijkheid

Daltonlijn. Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid eind groep 2 De planning Ik kan op de takentoren zien welke taken er zijn Ik kan plannen welke taken ik wil maken Ik kan de geplande taak uitvoeren De materialen

Nadere informatie

Leerlijn leren leren. Vakoverstijgend

Leerlijn leren leren. Vakoverstijgend PO Leerlijn leren leren Vakoverstijgend PI-7 LEERLIJN LEREN LEREN - VERSIE MAART 2009* Voor leerlingen die niet vanzelfsprekend aan het leren gaan. De leerlingen leren belangstelling hebben voor de wereld

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 2 (jaar 2)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 2 (jaar 2) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 2 (jaar 2) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Onze ideologie We zien iedereen als uniek en waardevol. Ieder kind heeft talenten en samen gaan we die ontdekken en ontwikkelen. Hierdoor kunnen

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

2. Waar staat de school voor?

2. Waar staat de school voor? 2. Waar staat de school voor? Missie en Visie Het Rondeel gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Daarnaast zijn ook

Nadere informatie

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren).

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren). Waarom kiezen voor onze school? Het is geen gemakkelijke opgave, een goede basisschool te kiezen voor uw kind(eren). De basisschool vervult immers een belangrijke rol in de opvoeding en ontwikkeling van

Nadere informatie

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep Leerlijn Leren leren CED groep 1 1. Taakaanpak Leerlijn leren leren CED groep Groep 1 a. Luistert en kijkt naar de uitleg van een opdracht in een één op één situatie b. Wijst aan waar hij moet beginnen

Nadere informatie

Les Dieren met een baan, thema vermaak

Les Dieren met een baan, thema vermaak Les Dieren met een baan, thema vermaak Lesvoorbereidingsformulier Doelgroep: groep 6 Beginsituatie: Wat kunnen en kennen de leerlingen al m.b.t. de doelstelling? Kijk in de methode, praat met je mentor,

Nadere informatie

Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve leertijd en sociale vaardigheden.

Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve leertijd en sociale vaardigheden. Ontwikkelingslijn: Ontwikkelingsveld 2: Eigenaar: Coöperatief leren Tandemleren Inge Kiers Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve

Nadere informatie

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht Wat is? Met de kaarten van Kraak Kracht evalueert u Kraak de Klas. U gaat door middel van de vragen die op de kaarten staan in gesprek met de leerlingen over de vaardigheden die ze hebben gebruikt. U kunt

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

1. Wat is Dalton Dalton is no method, no system. Dalton is an influence. Geschiedenis 1. 2.

1. Wat is Dalton Dalton is no method, no system. Dalton is an influence. Geschiedenis 1. 2. 1. Wat is Dalton Dalton is no method, no system. Dalton is an influence. (Dalton is geen methode, geen systeem, maar een manier van denken.) Helen Parkhurst, founder Met meer dan 400 scholen is het daltononderwijs

Nadere informatie

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 In het leven van alle dag speelt Wetenschap en Techniek (W&T) een grote rol. We staan er vaak maar weinig bij stil, maar zonder de vele uitvindingen in de wereld van

Nadere informatie

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat KIJKWIJZER PEDAGOGISCH-DIDACTISCH HANDELEN IN DE KLAS School : Vakgebied : Leerkracht : Datum : Groep : Observant : 1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat (SBL competenties 1 en 2) 1.1* is

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 1 (jaar 1) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Onderbouw, groep 1 & 2

Onderbouw, groep 1 & 2 Onderbouw, groep 1 & 2 Vooral kleutergroepen zijn gewend om spelenderwijs te leren. Veel werkvormen van coöperatief leren kunnen in spelvorm aangeboden worden. De kinderen leren daar veel van; ze zijn

Nadere informatie

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Tijdens de DON bijeenkomst van 13 november 2013 hebben we in kleine groepen (daltoncoördinatoren en directeuren) een lijst met competenties/bekwaamheden

Nadere informatie

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren. Schoolse competenties Competentie 1: Agendagebruik - Je schrijft je huiswerk in je agenda als dit wordt opgegeven. - Je agenda ziet er verzorgd uit. - Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt

Nadere informatie

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN

ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN ONDERWIJSBEHOEFTES VAN JONGEREN EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTES VAN MENTOREN EN LEERKRACHTEN IN KAART BRENGEN HULPZINNEN VOOR HET BENOEMEN VAN ONDERWIJSBEHOEFTEN VAN LEERLINGEN Deze leerling heeft een instructie

Nadere informatie

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2

GRO TE REIS. Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2 Schoolbrochure GRO TE REIS Het leven is één WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2 het onderwijsaanbod 8 typisch Daltonschool 14 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT Onze kernwaarden 1 3 4 5 6 7 2 3 Leren leven, leren leren

Nadere informatie

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning Visie Aanpassingen in de gedragingen van de leerkracht Het vertalen van een politiek besluit zoals het M- decreet in de dagelijkse praktijk is geen gemakkelijke opgave. Als leerlingen met een beperking

Nadere informatie

DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.)

DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.) DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.) 1. De leerkracht geeft een opdracht/vraag. 2. De kinderen denken individueel (1-2 minuten) na en schrijven hun antwoord op. 3. De kinderen delen in tweetallen hun antwoord.

Nadere informatie

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING In het schooljaar2013-2014 staat onder andere een beleidsplan over huiswerk centraal. Met dit nieuwe beleidsplan krijgen de leerkrachten een afgewogen werkinstrument ter beschikking.

Nadere informatie

Inhoud. Daltonschool De Vrijheid

Inhoud. Daltonschool De Vrijheid Daltononderwijs op Inhoud Inhoud... 1 Inleiding... 2 1. The Golden Circle... 3 2. Why... 4 De visie en missie van de school... 4 Daltononderwijs... 5 3. How... 6 Effectiviteit... 6 Vrijheid en verantwoordelijkheid...

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Rubrics vaardigheden

Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden Rubrics vaardigheden In het leerlab 2020 hebben 7 vernieuwingsscholen vier rubrics ontwikkeld om de persoonlijke groei van leerlingen in kaart te brengen. Deze rubrics zijn vaardigheden

Nadere informatie

Welkom 29 oktober 2015

Welkom 29 oktober 2015 Welkom 29 oktober 2015 Een dagje dalton op de Edelsteen Chantal Beeloo Doel van vanavond Wij willen inzichtelijk maken hoe een globale dag bij ons op school eruit ziet en hoe de daltonkernwaarden zichtbaar

Nadere informatie

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? 1.1 Algemeen

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? 1.1 Algemeen Coöperatief leren 1 Bij MOVO en ICO gaat het niet alleen om het verwerven van kennis over andere culturen maar vooral om het ontwikkelen van overtuigingen, attitudes en vaardigheden. Belangrijk is dus

Nadere informatie

Onderwijs op het Cals College Nieuwegein

Onderwijs op het Cals College Nieuwegein Onderwijs op het Cals College Nieuwegein 2017-2020 1 Onze kernwaarden Ambities onderwijsvernieuwing 2017-2020 We hebben vertrouwen in elkaars We streven een sfeer van openheid kunnen en bedoelingen. We

Nadere informatie

Talentmeting in korte trajecten

Talentmeting in korte trajecten Talentmeting in korte trajecten Het portfolio is voor kort durende maatschappelijke stages een te uitgebreid middel om mee te werken. Voor de kortdurende intensieve maatschappelijke stages is een andere

Nadere informatie

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen. Bonaventuracollege Leiden Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen. Advies voor docenten Sanne Macleane 2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 De opbouwende leerlijn van het zelfstandig

Nadere informatie

Beleidsnotitie Zelfstandig werken OBS DE BOUWSTEEN

Beleidsnotitie Zelfstandig werken OBS DE BOUWSTEEN Beleidsnotitie Zelfstandig werken OBS DE BOUWSTEEN zelfstandig werken Pagina 1 Wat is zelfstandig werken: Het principe zelfstandig werken houdt in dat de kinderen enige tijd leerstof op hun eigen niveau

Nadere informatie

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Samenwerkend leren - Taakgericht werken 1 Samenwerkingsstructuren Check

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

De Edelsteen laat ieder kind stralen!

De Edelsteen laat ieder kind stralen! De Edelsteen......laat ieder kind stralen! Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Daltonbasisschool De Edelsteen... 3 3. De Daltonkernwaarden... 5 4. Geschikt voor Daltononderwijs?... 12 5. Het vervolgonderwijs...

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

DURVEN, ZIEN, ERVAREN & DELEN HET CREATIEF PROCES IN HET BASISONDERWIJS

DURVEN, ZIEN, ERVAREN & DELEN HET CREATIEF PROCES IN HET BASISONDERWIJS DURVEN, ZIEN, ERVAREN & DELEN HET CREATIEF PROCES IN HET BASISONDERWIJS PROCESGERICHTE DIDACTIEK leerkracht wie bepaalt het eindresultaat? leerling AMBACHTELIJKE DIDACTIEK PROCESGERICHTE DIDACTIEK VRIJE

Nadere informatie

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld. Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede

Nadere informatie

Leerlijn/ontwikkelingslijn Leren leren cluster 4

Leerlijn/ontwikkelingslijn Leren leren cluster 4 Leerlijn/ontwikkelingslijn Leren leren cluster 4 Kerndoel 4: De leerlingen leren belangstelling hebben voor de wereld om hen heen, ze leren deze gemotiveerd onderzoeken en daarin taken uitvoeren, waarbij

Nadere informatie

Korte of lange opdrachten die gericht zijn op beheersing van de stof.

Korte of lange opdrachten die gericht zijn op beheersing van de stof. Samenwerkend leren bij taakgericht werken 1 Samenwerkingsstructuren Check in duo's Elke leerling werkt eerst individueel aan de opdracht. Daarna vergelijkt elke leerling zijn eigen antwoorden met die van

Nadere informatie

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken Verwonderen Ontdekken Onderzoeken Op reis naar toekomstvaardige leerlingen! Visiedocument Samenwerkingsschool de Nijewier Tjalleberd Datum: 25 maart 2019 Versie: vastgesteld Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Leerlijn Samenwerken SingaporeNext

Leerlijn Samenwerken SingaporeNext Leerlijn Samenwerken SingaporeNext Groep 1-2 Groep 3-4-5 Groep 6-7-8 1. Luisteren naar elkaar Elkaar aankijken tijdens het praten. Oogcontact maken. In mimiek en lichaamstaal je luisterende houding laten

Nadere informatie

3. Samenwerkend leren

3. Samenwerkend leren 3.1 Denken-Delen-Uitwisselen doel Samen nadenken over een begrip of antwoord groepssamenstelling individueel-> tweetal ->klassikaal 1. Denken: de leerling krijgt een vraag van de leerkracht of moet een

Nadere informatie

Daltonbasisschool De Springplank

Daltonbasisschool De Springplank Daltonbasisschool De Springplank Dalton informatieboekje Inhoudsopgave 1. Het ontstaan van het daltononderwijs. 2. Het daltononderwijs op De Springplank. 3. De daltonschool: gewoon, anders. Bijzonder!

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

Bijlage bij groepsplan begrijpend lezen

Bijlage bij groepsplan begrijpend lezen Bijlage bij groepsplan Aanpak in de klas via IGDI model Voorbereiding Start van de les: te behandelen leesstrategie op het bord, doel van de les benoemen Instructie en inoefening: 1. één strategie hardop

Nadere informatie

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd.

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd. Op onze school werken we al nu alweer enkele jaren met Coöperatief Leren volgens Kagan & Kagan. Het is ons antwoord op de vraag vorm en inhoud te geven aan het NIEUWE LEREN. We doen dit in alle groepen

Nadere informatie

De Kiezel en de Kei weektaken januari 2014 2

De Kiezel en de Kei weektaken januari 2014 2 BAS project Ontwikkelingslijn: 1 Ontwikkelingsveld 1:structuur Datum: januari 2014 Doel: Aanleren van een zelfstandige leerhouding waarbij tijdsbewustzijn en taakplanning worden ontwikkeld. Vanuit verantwoordelijkheid,

Nadere informatie

Waarom kiest t Kienholt voor Daltononderwijs?

Waarom kiest t Kienholt voor Daltononderwijs? Waarom kiest t Kienholt voor Daltononderwijs? Lesgeven aan leerlingen wordt regelmatig aangepast aan de veranderende eisen en verwachtingen van onze samenleving. We vinden dit terug in drie principes:

Nadere informatie

Hier staan we voor! www. lentiz.nl/floracollege

Hier staan we voor! www. lentiz.nl/floracollege Dit is wie we zijn. Het Lentiz Floracollege wil werken aan een duidelijke uitstraling in onze regio., waarvan we de betekenis gezamenlijk hebben bepaald, helpen daarbij. Hier staan we voor! Met ondernemen,

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

Interactie 1. Basiscommunicatie en schriftelijke correctie. Slotdocument

Interactie 1. Basiscommunicatie en schriftelijke correctie. Slotdocument Interactie 1 Basiscommunicatie en schriftelijke correctie Slotdocument Verantwoording: Onder basiscommunicatie verstaan we de vaardigheid van de leerkracht om zo met leerlingen te communiceren dat zij

Nadere informatie

Onze parel van obs de Meent uit Maarn De gouden weken

Onze parel van obs de Meent uit Maarn De gouden weken Onze parel van obs de Meent uit Maarn De gouden weken De Gouden Weken zijn de eerste weken van ons schooljaar. Ze zijn bij uitstek geschikt om een fundament neer te zetten voor een goede groepsvorming

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Vrijheid, vrijheid in gebondenheid of toch maar verantwoordelijkheid? Het begrip vrijheid in de praktijk van het Nederlandse daltononderwijs

Vrijheid, vrijheid in gebondenheid of toch maar verantwoordelijkheid? Het begrip vrijheid in de praktijk van het Nederlandse daltononderwijs Vrijheid, vrijheid in gebondenheid of toch maar verantwoordelijkheid? Het begrip vrijheid in de praktijk van het Nederlandse daltononderwijs Inleiding René Berends Versie 1, juli 2008 De Nederlandse Dalton

Nadere informatie

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL Type 1: De Docent Ik weet perfect waar ik mee bezig ben. Met mijn strakke planning zien we alle vooropgestelde leerstof, met tijd voor een herhalingsles voor elke grote toets. Er zijn duidelijke afspraken

Nadere informatie

leerlijn zelfstandig werken o.b.s. Theo Thijssen - Assen

leerlijn zelfstandig werken o.b.s. Theo Thijssen - Assen leerlijn zelfstandig werken o.b.s. Theo Thijssen - Assen Wat de leerling aan het EIND van een groep kan: (wanneer een leerling meer kan, kijkt de leerkracht naar de doelen voor het jaar daarop) groep zelfstandig

Nadere informatie

BLAADJE #4. mei 2018

BLAADJE #4. mei 2018 BLAADJE #4 mei 2018 School voor KEES GROEP 1/2 breinvriendelijk onderwijs OBS met engelse les vanaf groep 1 De Koningslinde is een jonge openbare basisschool (obs ) in Vught. In het stadhouderspark, in

Nadere informatie

Daltonbeleidsplan 2016/2017

Daltonbeleidsplan 2016/2017 2016-2017 Daltonbeleidsplan 2016/2017 Daltonschool De Vrijheid Arent Toe Boecoplaan 41 8081 VZ Elburg Inhoud Voorwoord... 2 1. Voorgeschiedenis... 3 2. Waar de school voor staat... 4 3. Daltondocumentatie...

Nadere informatie

BAS. Samenwerkend Leren Vastgesteld mei 2009. De Overstap

BAS. Samenwerkend Leren Vastgesteld mei 2009. De Overstap BAS Samenwerkend Leren Vastgesteld mei 2009 De Overstap DE OVERSTAP BAS-project Ontwikkelingslijn: Samenwerken Ontwikkelingsveld: Coöperatief leren/tandemleren Vastgesteld: mei 2009 BAS Doel: Door middel

Nadere informatie

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAKGEDRAG

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAKGEDRAG LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAKGEDRAG Kerndoel 1: Aanpak gedrag: De leerlingen leren uiteenlopende strategieën en vaardigheden gebruiken voor het opnemen, verwerken en hanteren van informatie 1.1. Taakaanpak

Nadere informatie

De Gastheer/vrouw Een veilige leeromgeving

De Gastheer/vrouw Een veilige leeromgeving ; Vijf rollen van de docent De Gastheer/vrouw Een veilige leeromgeving Ontvangt de leerlingen in de les Is de docent op tijd in het lokaal, hij ontvangt de leerlingen? Heeft de docent de les voorbereid?

Nadere informatie

Daltonidentiteit. Leren is werken, zelfstandig en samen

Daltonidentiteit. Leren is werken, zelfstandig en samen Daltonidentiteit Leren is werken, zelfstandig en samen Inleiding Het daltononderwijs in Nederland kent 6 kernwaarden. Vanuit deze waarden geven daltonscholen vorm en inhoud aan het onderwijs. De kernwaarden

Nadere informatie

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant 7 Sleutels tot succes Sleutel 1: Didactische structuren Sleutel 2: Teams Sleutel 3: Management Sleutel

Nadere informatie

PAD informatie voor ouders

PAD informatie voor ouders PAD informatie voor ouders De Kiem Roelofarendsveen, januari 2015 Beste ouders/verzorgers, Hierbij willen we u graag informeren over het PAD leerplan, dat bij ons op de Kiem gebruikt wordt om het sociaal

Nadere informatie

Woordenschatonderwijs. Ideeën, modellen en (werk)vormen die de leerkrachten kunnen inzetten in de klas om het woordenschatonderwijs

Woordenschatonderwijs. Ideeën, modellen en (werk)vormen die de leerkrachten kunnen inzetten in de klas om het woordenschatonderwijs Schooljaar 2011-2012 Woordenschatonderwijs Ideeën, modellen en (werk)vormen die de leerkrachten kunnen inzetten in de klas om het woordenschatonderwijs te verbeteren opbrengsten Schooljaar 2012-2013 Woordleerstrategieën

Nadere informatie

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding

Nadere informatie

Daltonhandboek

Daltonhandboek Daltonhandboek 2017-2018 Beste leerling, Wij vinden het belangrijk dat je je fijn voelt bij ons op school. Zo kun je iedere dag iets nieuws leren. Zelf ben je verantwoordelijk voor je leren en wij willen

Nadere informatie

Actieplan coöperatieve werkvormen.

Actieplan coöperatieve werkvormen. Planning Actieplan coöperatieve werkvormen. Planperiode Schooljaar 2016-2017 Versie 1 Datum 7-9- 2016 1. Algemene gegevens Opdrachtgever Bert Hardeman Organisatie- of resultaatgebied Visie en beleidsvorming

Nadere informatie

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon. OPVOEDEN en LEREN is gebaseerd op een draagvlak van STEUNEN, STUREN EN STIMULEREN: Om binnen de grenzen

Nadere informatie

INTERACTIEVE WERKVORMEN IN DE WISKUNDELES

INTERACTIEVE WERKVORMEN IN DE WISKUNDELES INTERACTIEVE WERKVORMEN IN DE WISKUNDELES WAAROM DEZE BIJSCHOLING? DE LEERDRIEHOEK Luisteren 5 tot 8% Lezen 11% Zien / horen (avm) 22% Leerkracht: docent Leerkracht: mediator Zien / horen (demo) 32% Erover

Nadere informatie

Beleid Kanjertraining op De Meeander

Beleid Kanjertraining op De Meeander Beleid Kanjertraining op De Meeander Voor u ligt het beleidsstuk Kanjertraining. We hopen dat het zicht geeft op wat we doen op school en waar we voor staan. Kanjertraining is meer dan een lesmethode.

Nadere informatie

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren Binnen en buitenkring - onderwerp bedenken - nadenken over de organisatie Interpersoonlijk: Klasbouwer, Sociale vaardigheden oefenen en informatie uitwisselen, denkvaardigheden De kring Binnen buiten kring

Nadere informatie

FOLLOW YOUR SUN LESSENREEKS GROEP 7 & 8 SCHOOLJAAR 2018 / Missie: ieder kind straalt!

FOLLOW YOUR SUN LESSENREEKS GROEP 7 & 8 SCHOOLJAAR 2018 / Missie: ieder kind straalt! LESSENREEKS GROEP 7 & 8 SCHOOLJAAR 2018 / 2019 Follow your Sun biedt 10 wekelijkse lessen van 1.5 uur waarin kinderen hun talenten en die van hun klasgenoten ontdekken en leren te gebruiken. Tijdens de

Nadere informatie

o.b.s. De Tandem " Your talents, our future "

o.b.s. De Tandem  Your talents, our future o.b.s. De Tandem " Your talents, our future " Werken met het talent voor de toekomst Onze leerkrachten hebben een geweldige taak: Zij mogen werken met het talent van uw kind. Zij ondersteunen, helpen,

Nadere informatie

2012-2016. Zelfstandig Leren

2012-2016. Zelfstandig Leren 2012-2016 Zelfstandig Leren 0 Inhoud Beschrijving doelgroep... 2 Visie op onderwijs... 2 Basisvisie... 2 Leerinhouden/ activiteiten... 2 Doelen voor het zelfstandig leren... 3 Definitie zelfstandig leren...

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Positief pedagogisch klimaat Kindercampus Pendula

Positief pedagogisch klimaat Kindercampus Pendula Positief pedagogisch klimaat Kindercampus Pendula 1 Inhoudsopgave 1. Positief pedagogisch klimaat 2. Kernwaarden 3. Afspraken op de drie niveaus 4. PPK weken 2 1. Positief pedagogisch klimaat De afgelopen

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Mentor Datum Groep Aantal lln Vak- vormingsgebied: beeldende

Nadere informatie

Hoe werken met de portfolio s? In de portfolio s is een duidelijke leerlijn ingebouwd.

Hoe werken met de portfolio s? In de portfolio s is een duidelijke leerlijn ingebouwd. VRAAG 7 Hoe werken met de portfolio s? In de portfolio s is een duidelijke leerlijn ingebouwd. We beschouwen attitudes als voedingsbodem voor het leren leren. - Eerste graad: expliciteren : binnencirkel

Nadere informatie

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten. Werkvorm 1 Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten. Stap 2 Vervolgens formuleren ze vragen over wat ze

Nadere informatie

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde JAARPLAN 2018-2019 Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat 49 7496 AH Hengevelde 0547-333420 www.petrushv.nl 1 Voorwoord Het onderwijs op de Petrusschool is continu in ontwikkeling. Wij streven naar

Nadere informatie

De leerkracht en het talentvolle kind. Symposium Passend onderwijs en Hoogbegaafdheid 20 november 2013

De leerkracht en het talentvolle kind. Symposium Passend onderwijs en Hoogbegaafdheid 20 november 2013 De leerkracht en het talentvolle kind. Symposium Passend onderwijs en Hoogbegaafdheid 20 november 2013 Welk kind mag bij u in de klas? Kind 1 Kind 2 Typering van een hoogbegaafde 1 Snelle slimme denker,

Nadere informatie

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe Accountmanager Accountmanager onderhoudt relaties met bedrijven en organisaties met het doel voor praktijkleren binnen te halen. Hij kan nagaan welke bedrijven hebben, doet voorstellen voor bij bedrijven

Nadere informatie

Taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal

Taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal Gesprekken Wat is gespreksvaardigheid? Het subdomein gesprekken heeft betrekking op alle mondelinge taalactiviteit waarbij sprake is van interactie (van informele gesprekjes en kringgesprekken tot overleg,

Nadere informatie

Ontwerpprincipes. Figuur 1: 21 e -eeuwse vaardigheden

Ontwerpprincipes. Figuur 1: 21 e -eeuwse vaardigheden Ontwerpprincipes In dit onderzoek staat het probleemoplossend vermogen van basisschoolleerlingen bij natuur- en technieklessen centraal. Daarbij komen in dit onderzoek de volgende ontwerpprincipes aan

Nadere informatie