Prinsjesdag Belastingplan september 2018 Bram Faber

Transcriptie

1 Prinsjesdag 2018 Belastingplan september 2018 Bram Faber

2 Belastingplan

3 Inhoud Korte terugblik Inhoud Belastingplan 2019

4 Terugblik

5 Terugblik

6 Terugblik

7

8 Terugblik

9 Dividendbelasting (gedeeltelijk) afschaffen van de dividendbelasting

10 Dividendbelasting (gedeeltelijk) afschaffen van de dividendbelasting

11 Dividendbelasting (gedeeltelijk) afschaffen van de dividendbelasting

12 Terugblik

13 Belastingplan 2019 De belangrijkste voorstellen

14 Dividendbelasting En?

15 Dividendbelasting JA! Afschaffen en invoeren van de dividendbelasting De dividendbelasting wordt per 1 januari 2020 afgeschaft en gelijk weer ingevoerd. Vormgeving bronheffing op dividenden in misbruiksituaties en naar landen met zeer lage belastingen (low tax jurisdictions). De bronheffing op dividenden is van toepassing bij kwalificerende belangen (meer dan 50% invloed op besluitvorming) en een tarief van minder dan 7% winstbelasting, bij vermelding op de zwarte lijst dan wel kunstmatige structuren. (+ flankerende maatregelen in de vennootschapsbelasting) Tarief: 23,95% (=vpb tarief per 2020)

16 Dividendbelasting Introductie bronheffing op rente- en royalty's? Samenhangend met het afschaffen van de dividendbelasting wordt in 2019 een wetsvoorstel ingediend voor een bronbelasting op rente en royalty s op uitgaande geldstromen naar landen met zeer lage belastingen. Voorstel in 2019

17 Inkomstenbelasting Twee tariefschijven inkomstenbelasting box 1 (vlaktax) Er komen met in gang van 1 januari 2019 stapsgewijs twee tariefschrijven inkomstenbelasting > verlaging belasting op arbeid. In 2019 wordt het tarief van de huidige eerste schijf 36,65% en de tweede en derde schijf 38,10%. Per 2021 zijn de tarieven: Schijf ( ) Tarief Eerste schijf ,05% (basistarief) Tweede schijf Meer dan ,50% (toptarief) Hoogste tariefschijf wordt tot 2021 niet geïndexeerd.

18 Inkomstenbelasting Twee tariefschijven inkomstenbelasting box 1 (vlaktax) Er komen vanaf 1 januari 2019 twee tariefschrijven inkomstenbelasting Schijf Tarief Eerste schijf ,93% (basistarief) Tweede schijf Meer dan ,50% (toptarief) Momenteel hebben we 4 schrijven:

19 Inkomstenbelasting Maar afbouw aftrekposten Met ingang van 1 januari 2020 wordt de aftrek van een groot aantal aftrekposten beperkt: grondslagverminderende posten Vanaf 2023 zijn die aftrekposten alleen nog aftrekbaar tegen het tarief van de eerste schijf % % % % ,05% Maximale aftrek

20 Inkomstenbelasting Maar afbouw aftrekposten(2) Welke kosten zijn de grondslagverminderende kosten? De ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, S&O aftrek, meewerkaftrek, startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid en de stakingsaftrek) MKB-winstvrijstelling Terbeschikingstellingsvrijstelling De persoonsgebonden aftrek (uitgaven voor onderhoudsverplichtingen, weekenduitgaven voor gehandicapten, de scholingsuitgaven, uitgaven voor monumentenpanden, de giftenaftrek en restant persoonsgebonden aftrek).

21 Inkomstenbelasting Verdere beperking hypotheekrenteaftrek Het tarief waartegen de kosten ten behoeve van de eigen woning kunnen worden afgetrokken daalt momenteel jaarlijks met 0,5%. Voorgesteld wordt deze afbouw met ingang van 1 januari 2020 te versnellen naar 3% per jaar. Per 2023 wordt dan het beoogde aftrektarief van 37,05% bereikt

22 Inkomstenbelasting Maar verlaging eigenwoningforfait Het eigenwoningforfait wordt verlaagd.

23 Inkomstenbelasting Verhoging tarief box 2 Het inkomstenbelastingtarief voor box 2 (aanmerkelijk belang) wordt stapsgewijs verhoogd naar 26,9% in Tarief (Regeerakkoord) ,0% 25,0% ,0% 25,0% ,3% 26,25% ,5% 26,9 Regeerakkoord: 2021 (28,5%) Tegemoetkoming MKB? Tarief Belastingplan Geen overgangsregeling (compartimentering): tijdig uitkeren!

24 Inkomstenbelasting Verhoging tarief box 2 Het inkomstenbelastingtarief voor box 2 (aanmerkelijk belang) wordt stapsgewijs verhoogd naar 26,9% in Tegemoetkoming MKB? Tarief (Regeerakkoord) ,0% 25,0% ,0% 25,0% ,3% 26,25% ,5% 26,9 Tarief Belastingplan Geen overgangsregeling (compartimentering): tijdig uitkeren!

25 Inkomstenbelasting Beperking voorwaartse verliesverrekening box 2 Voorgesteld wordt om de voorwaartse verliesverrekeningsperiode in box 2 te beperken van 9 tot 6 jaar. Beperking rekening-courantschulden DGA?

26 Inkomstenbelasting Beperking voorwaartse verliesverrekening box 2 Voorgesteld wordt om de voorwaartse verliesverrekeningsperiode in box 2 te beperken van 9 tot 6 jaar. Beperking rekening-courantschulden DGA? Vanaf 2022?

27 Inkomstenbelasting En box 3? De heffing in box 3 van de inkomstenbelasting over inkomen uit sparen en beleggen vindt plaats aan de hand van een forfaitair rendement. Dit rendement wordt belast tegen 30%. Het forfaitaire rendement was 4%. Het werkelijk rendement is veel lager. Met ingang van 2017 is het forfaitair rendement meer gedifferentieerd vormgegeven met twee rendementsklassen (voor sparen en voor andere beleggingen) elk met een eigen forfaitair rendement. Met ingang van 2018 is de wijze van vaststellen van het rendement van die rendementsklassen aangepast om beter aan te sluiten bij de werkelijke rendementen.

28 Inkomstenbelasting En box 3? De heffing in box 3 van de inkomstenbelasting over inkomen uit sparen en beleggen vindt plaats aan de hand van een forfaitair rendement. Dit rendement wordt belast tegen 30%. Het forfaitaire rendement was 4%. Met ingang van 2017 is dat gedifferentieerd met twee rendementsklassen (voor sparen en voor andere beleggingen) met een eigen forfaitair rendement. Met ingang van 2018 is de wijze van vaststellen van het rendement van die rendementsklassen aangepast. Het idee daarachter was om beter aan te sluiten bij de werkelijke rendementen.

29 Inkomstenbelasting En box 3? Forfaitaire rendementen blijven. Geen heffing op basis van werkelijk inkomen Box 3 blijft gedoe. Stel: rente = 0,3% en een box drie heffing van 1,61% geeft een belastingdruk van 500%

30 Inkomstenbelasting En box 3? Geen heffing op basis van werkelijk rendement Box 500%! 3 blijft gedoe. Stel: rente = 0,3% en een box drie heffing van 1,61% geeft een belastingdruk van

31 Vennootschapsbelasting Verlaging vennootschapsbelastingtarief Het vennootschapsbelastingtarief wordt stapsgewijs verlaagd Schijf Tarief Schijf Tarief % en meer 25% % en meer 24% ,5% en meer 22,5% ,0% en meer 21% Regeerakkoord

32 Vennootschapsbelasting Beperking verlaging vennootschapsbelastingtarief Het vennootschapsbelastingtarief wordt in het Belastingplan stapsgewijs minder verlaagd Schijf Tarief Schijf Tarief % en meer 25% % en meer 24,3% ,5% en meer 23,9% ,0% en meer 22,25%

33 Vennootschapsbelasting Beperking afschrijving gebouwen Gebouwen kunnen sinds 1 januari 2007 slechts tot de bodemwaarde worden afgeschreven. De bodemwaarde van een gebouw is: bij een gebouw dat ter belegging wordt aangehouden: de WOZ-waarde van het gebouw; bij een gebouw in eigen gebruik: 50% van de WOZ-waarde. Vanaf 1 januari 2019 geld dat ook bij gebouwen in eigen gebruik de afschrijving is beperkt tot (100% van) de WOZ-waarde.

34 Vennootschapsbelasting Beperking verliesverrekening In de vennootschapsbelasting kunnen verliezen worden verrekend met de belastbare winst van het voorafgaande jaar (carry back); de belastbare winst van de negen volgende jaren (carry forward). De carry forward wordt vanaf 1 januari 2019 beperkt tot zes jaar (vanaf verliezen geleden in 2019) Overgangsrecht inzake volgorde verliesverrekening: Een verlies 2019 wordt verrekend vóór verliezen geleden in 2017 en Een verlies 2020 wordt verrekend vóór verliezen geleden in 2018 De beperking geldt alleen voor de vennootschapsbelasting.

35 Vennootschapsbelasting Invoering Earningsstrippingmaatregel Vanaf 1 januari 2019 gaat een earningstrippingmaatregel gelden. Op grond van deze renteaftrekbeperking mogen bedrijven de per saldo verschuldigde rente tot maximaal 30% van hun gecorrigeerde winst aftrekken. Een overschot aan rentelasten is aftrekbaar tot maximaal de hoogste van de volgende bedragen: 30% van de gecorrigeerde winst (EBITDA - earnings before interest, tax, depreciation and amortisation); 1 miljoen ( MKB-vrijstelling ) Afschaffen van een aantal specifieke (rente)aftrekbeperkingen.

36 Vennootschapsbelasting Invoering Controlled Foreign Company (CFC)-regel per 1 januari 2019 Vanaf 1 januari 2019 geldt een CFC-regel. Doel: tegengaan verschuiving van winsten. Wanneer een belastingplichtige een (in)direct belang heeft van meer dan 50% in een buitenlands lichaam en de belastingheffing in dat land een belastingtarief kent van minder dan 7% of het land is opgenomen op een zwarte lijst, worden voordelen zoals rente, royalty's en dividenden aan belastingplichtige toegerekend. Uitzondering bij wezenlijke economische activiteit

37 Inkomstgenbelasting/ Vennootschapsbelasting De VAMIL, MIA en EIA worden gecontinueerd tot (in ieder geval) 1 januari 2024 Het aftrekpercentage van de EIA wordt vanaf 2019 wordt verlaagd van 54,5% naar 45%.

38 Omzetbelasting Verhoging btw-tarief Het lage btw-tarief wordt met ingang van 1 januari 2019 verhoogd van 6% naar 9%. De diensten van fietsenmakers, kappers en kleermaker worden door deze verhoging getroffen evenals voedingsmiddelen, boeken en medicijnen. De opbrengsten worden gebruikt om de belasting op arbeid te verminderen.

39 Omzetbelasting Verhoging btw-tarief Het lage btw-tarief wordt met ingang van 1 januari 2019 verhoogd van 6% naar 9%. De opbrengsten worden gebruikt om de belasting op arbeid te verminderen. Hier zien we een verschuiving van de directe belastingen (lastenverlaging in de inkomstenbelasting) naar de indirecte belasting (lastenverhoging in de btw).

40 Omzetbelasting Tegemoetkoming grensoverschrijdende digitale diensten Kleine ondernemers die in één lidstaat zijn gevestigd, zijn bij de verkoop van digitale grensoverschrijdende diensten alleen btw uit hun eigen lidstaat verschuldigd. Voorwaarden: ondernemer is gevestigd in 1 Europese lidstaat; Ondernemer verricht digitale diensten aan consumenten in de Europese Unie; en grensoverschrijdende omzet is jaarlijks niet hoger dan Ondernemers kunnen ervoor kiezen toch btw af te dragen in de lidstaat van haar consument indien dit voordeliger is

41 Omzetbelasting Modernisering Kleineondernemersregeling (KOR) vanaf 1 januari 2020 Huidige KOR geldt voor ondernemers/natuurlijke personen die niet meer dan aan btw zijn verschuldigd na aftrek voorbelasting KOR zorgt voor vermindering van te betalen btw van maximaal 1.345; en Mogelijk verzoek ontheffing van administratieve en factureringsverplichtingen Nieuwe KOR: facultatieve omzetgerelateerde vrijstellingsregeling met een omzetgrens van Geldt ook voor niet natuurlijke personen, zoals rechtspersonen, stichtingen en verenigingen Melding uiterlijk voor 20 november 2019

42 Loonbelasting Verruiming onbelaste vrijwilligersvergoeding De vrijwilligersvergoeding stijgt met ingang van 1 januari 2019 van naar Beperking 30% regeling De looptijd van de 30% regeling voor werknemers uit het buitenland wordt met ingang van 1 januari 2019 verkort van 8 naar 5 jaar. Geen overgangsregeling! (excl. Schoolgelden) Bijtelling fiets van de zaak De forfaitaire bijtelling voor het privégebruik van een zakelijke fiets is vastgesteld op 7% van de nieuwaarde en treedt vanaf januari 2020 in werking.

43 Laat het debat maar komen!

44 Laat het debat maar komen!

45 To be continued.!

46 Contact: Bram Faber E: T: